Rapport V.2010.0486.01.R001 Hilton Hotel, Maastricht Onderzoek externe veiligheid vervoer gevaarlijke stoffen Status: DEFINITIEF
Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software
[email protected] www.dgmr.nl
Van Pallandtstraat 9-11, Postbus 153 NL-6800 AD Arnhem T +31 (0)26 351 21 41 F +31 (0)26 443 58 36
Eisenhowerlaan 112, Postbus 82223 NL-2508 EE Den Haag T +31 (0)70 350 39 99 F +31 (0)70 358 47 52
Morra 2, Postbus 671 NL-9200 AR Drachten T +31 (0)512 52 23 24 F +31 (0)512 52 25 19
Geerweg 11, Postbus 640 NL-6130 AP Sittard T +31 (0)46 411 39 30 F +31 (0)46 411 39 31
DGMR Bouw B.V. Hr. 09142407 DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. Hr. 09142408 DGMR Software B.V. Hr. 09142409 DGMR Beheer B.V. Hr. 09142400 DGMR Raadgevende Ingenieurs B.V. Hr. 09052991
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
Colofon Rapportnummer:
V.2010.0486.01.R001
Plaats en datum:
Arnhem, 3 juni 2010
Versie:
001
Opdrachtgever:
Gemeente Maastricht
Status: DEFINITIEF
Postbus 1992 6201 BZ MAASTRICHT Contactpersoon:
Mevrouw E. (Esther) Vernhout
Telefoon:
+31 (0)43 350 44 15
Fax:
+31 (0)43 350 43 97
E-mail:
[email protected]
Uitgevoerd door:
DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V.
Informatie:
ing. E.P.M. (Edwin) de Backer
E-mail:
[email protected]
Telefoon:
+31 (0)26 351 21 41
Fax:
+31 (0)26 443 58 36
Auteur(s):
ing. E.P.M. (Edwin) de Backer
Eindverantwoordelijke: ing. J.J.A. (Hans) van Leeuwen Voor deze:
ing. J.J.J. (Koos) Joosen
Controle
RKC|BR
©DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. Alle rechten voorbehouden. Wilt u (delen van) dit rapport kopiëren of vermenigvuldigen, vraagt u dan schriftelijk toestemming daarvoor bij DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
2
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
Inhoudsopgave
Pagina
1.
INLEIDING................................................................................................................... 4
2.
SITUATIE .................................................................................................................... 5
3.
BEOORDELINGSKADER EXTERNE VEILIGHEID ............................................................... 6
4.
5.
6.
7.
3.1
Plaatsgebonden risico (PR) .................................................................................... 6
3.2
Groepsrisico (GR) .................................................................................................. 6
3.3
Basisnet water ...................................................................................................... 8
3.4
Toekomstige regelgeving....................................................................................... 9
TRANSPORT GEVAARLIJKE STOFFEN OVER DE MAAS .................................................. 10 4.1
Plaatsgebonden risico ......................................................................................... 10
4.2
Groepsrisico ....................................................................................................... 10
4.3
Plasbrandaandachtsgebied .................................................................................. 10
TRANSPORT GEVAARLIJKE STOFFEN OVER DE NOORDERBRUG ................................... 11 5.1
Afbakening onderzoeksgebied ............................................................................. 11
5.2
Transportgegevens ............................................................................................. 12
5.3
Beschouwde situaties .......................................................................................... 12
5.4
Uitgangspunten berekening ................................................................................. 13
5.5
Resultaten plaatsgebonden risico ......................................................................... 14
5.6
Resultaten groepsrisico ....................................................................................... 15
5.7
Plasbrandaandachtsgebied .................................................................................. 16
TRANSPORT GEVAARLIJKE STOFFEN OVER HET SPOOR .............................................. 17 6.1
Afbakening onderzoeksgebied ............................................................................. 17
6.2
Transportgegevens ............................................................................................. 18
6.3
Beschouwde situaties .......................................................................................... 18
6.4
Uitgangspunten berekening ................................................................................. 19
6.5
Resultaten plaatsgebonden risico ......................................................................... 20
6.6
Resultaten groepsrisico ....................................................................................... 21
6.7
Plasbrandaandachtsgebied .................................................................................. 22
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN .............................................................................. 23
Bijlage 1: Toelichting rekenmodel Bijlage 2: Inventarisatie bevolking
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
3
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
1.
Inleiding In opdracht van gemeente Maastricht heeft DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. een onderzoek uitgevoerd naar externe veiligheid ten behoeve van de ontwikkeling van het bestemmingsplan Hilton hotel aan de Noorderbrug in Maastricht. Externe veiligheid gaat over de risico‟s voor de omgeving, veroorzaakt door de productie, de opslag, het transport en het gebruik van gevaarlijke stoffen. Het vrijkomen van een gevaarlijke stof als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, brengt een overlijdensrisico met zich mee voor aanwezigen in de nabijheid van de risicobron. In dit rapport is geïnventariseerd welke transportroutes het externe veiligheidsniveau van het plan kunnen beïnvloeden. Het gaat hierbij om de risicocontouren voor het plaatsgebonden risico en de omvang van het invloedsgebied. Een ontwikkeling binnen het invloedsgebied van een risicobron beïnvloedt de hoogte van het groepsrisico. In dit rapport staat daarom het antwoord op de volgende vragen: Voorziet het plan in de realisatie van (beperkt) kwetsbare objecten binnen de normcontouren voor het plaatsgebonden risico van transportroutes? Wat is de verandering van het groepsrisico, veroorzaakt door het transport van gevaarlijke stoffen, als gevolg van de ontwikkelingen die het bestemmingsplan mogelijk maakt? De gemeente Maastricht kan mede op basis van de antwoorden op deze vragen de verantwoordingsplicht groepsrisico invullen.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
4
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
2.
Situatie Het plangebied is gelegen in Maastricht ten oosten van de Maas, ter hoogte van de Noorderbrug. Het plan omvat de realisatie van een hotel met circa 200 kamers. De ligging van het plangebied is in onderstaande figuur met rood aangegeven.
Noorderbrug
De Maas
Spoor Maastricht - Sittard
Figuur 1: ligging van het plangebied.
De gemeente Maastricht heeft vastgesteld dat voor deze locatie de volgende transportroutes relevant zijn voor de planlocatie: Transport over het water: de Maas Transport over de weg: Noorderbrug Transport over het spoor: spoorverbinding Maastricht – Sittard Naast het transport van gevaarlijke stoffen is voor deze locatie een LPG-tankstation en een emplacement relevant voor het aspect externe veiligheid. De resultaten van deze onderzoeken zijn in een separaat rapport opgenomen.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
5
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
3.
Beoordelingskader externe veiligheid In het externe veiligheidsbeleid wordt de risicobenadering gehanteerd. Op grond van de risicobenadering worden grenzen gesteld aan de risico‟s gelet op de kwetsbaarheid van de omgeving en vice versa. Het begrip risico wordt in beeld gebracht door middel van twee begrippen: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. De regels ten aanzien van vervoer van gevaarlijke stoffen per weg, buis, water en spoor zijn opgenomen in de Nota Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (nota RNVGS) en zijn nader uitgewerkt in de Circulaire RNVGS. De Circulaire RNVGS verplicht het bevoegd gezag afstand te houden tussen gevoelige objecten en risicobronnen. Op basis van dit huidige rijksbeleid moet decentraal rekening gehouden worden met externe veiligheid bij ruimtelijke ontwikkelingen binnen het invloedsgebied van risicobronnen. De regels hebben als doel: het voor zowel individuele als groepen burgers garanderen van een minimum beschermingsniveau tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het Rijk bereidt momenteel het Besluit Transportroutes externe veiligheid (Btev) en de daarin opgenomen Basisnetten Weg, Water en Spoor voor. Vooruitlopend op dit Besluit zijn de Basisnetten weg en water per 1 januari 2010 gedeeltelijk opgenomen in de circulaire RNVGS. De Circulaire is zodanig aangevuld dat tijdig op het Basisnet kan worden geanticipeerd. In dit besluit zijn onder meer de voor wegen geldende veiligheidszones en risicoplafonds opgenomen.
3.1
Plaatsgebonden risico (PR) Onder het plaatsgebonden risico wordt verstaan: de kans per jaar dat één (fictief) persoon, die zich permanent en onbeschermd op dezelfde plaats bevindt, komt te overlijden ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico kan rond een inrichting of een vervoersas als lijn op een kaart worden weergegeven, de zogenaamde risicocontouren. Voor het plaatsgebonden
risico
geldt
een
wettelijke
norm.
Voor
kwetsbare
objecten
(bijvoorbeeld woningen) geldt een grenswaarde waarbij nieuwe objecten niet binnen een 10-6/jaar contour1 mogen liggen. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt een richtwaarde en mag in het geval van gewichtige redenen worden afgeweken van de 10-6/jaar norm. Welke objecten als kwetsbaar en beperkt kwetsbaar worden aangemerkt, staan onder meer in de Circulaire RNVGS. De functies in de bebouwing in het plangebied zijn aan te merken als kwetsbare objecten.
3.2
Groepsrisico (GR) Het groepsrisico is gedefinieerd als de cumulatieve kans per jaar, dat tenminste tien of meer personen komen te overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting of transportroute, bij een ongeval waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. 1
10-6/jaar is een verkorte schrijfwijze voor eenmaal per miljoen jaar.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
6
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
Aangezien er meerdere groepsgroottes kunnen bestaan, is het groepsrisico een verzameling van meerdere kansen die meestal worden uitgezet in een zogenaamde groepsrisicografiek. De oriëntatiewaarde voor het groepsrisico bij het vervoer van gevaarlijke stoffen wordt per transportsegment gemeten per kilometer en per jaar: 10-4 voor een ongeval met ten minste 10 dodelijke slachtoffers; 10-6 voor een ongeval met ten minste 100 slachtoffers; 10-8 voor een ongeval met ten minste 1.000 slachtoffers; enz. (een lijn door deze punten bepaalt de oriëntatiewaarde). De oriëntatiewaarde voor het groepsrisico bij inrichtingen is een lijn met een tien keer lagere hoogte (dus 10-5 voor een ongeval met ten minste tien dodelijke slachtoffers, enz.). Het groepsrisico maakt geen onderscheid tussen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. In het huidige beleid is geen harde grenswaarde vastgesteld, maar een oriëntatiewaarde. Het bevoegd gezag mag van deze oriëntatiewaarde afwijken, mits het daarvoor een motivatie geeft. In de Circulaire RNVGS is deze motiveringseis opgenomen. De manier van afwegen is nader uitgewerkt in de Handreiking Verantwoordingsplicht Groepsrisico (november 2007) en het gemeentelijke beleid (vastgesteld in november 2005, in februari 2009 verlengd met twee jaar tot februari 2011). Het bevoegd gezag beoordeelt hierbij de aanvaardbaarheid van het risico op basis van de criteria uit de Circulaire RNVGS. Dit is samengevat: 1. De aanwezige dichtheid van personen in het invloedsgebied. 2. De hoogte van het groepsrisico ten opzichte van de oriëntatiewaarde, voor en na het ruimtelijk besluit. 3. Voor- en nadelen van ruimtelijke alternatieven met een lager groepsrisico (nut en noodzaak van de ontwikkeling). 4. Mogelijkheden tot beperking groepsrisico (nu en in de toekomst). 5. Mogelijkheden tot voorbereiding en bestrijding van een ramp (veiligheidsketen). 6. Mogelijkheden voor zelfredzaamheid en vluchtmogelijkheden aanwezigen. Het voorliggend onderzoek omvat de inventarisatie van het aantal personen in het invloedsgebied en de berekening van het groepsrisico (criteria 1 en 2). De verantwoording van de hoogte en stijging van het groepsrisico wordt opgesteld door de gemeente Maastricht. In deze verantwoording komen de bovenstaande zes punten aan de orde.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
7
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
3.3
Basisnet water Het basisnet water bestaat uit een kaart met alle vaarwegen van CEMT klasse II en hoger. Op deze kaart is een drietal verschillende klasse vaarwegen opgenomen: Rood: belangrijke toegangen naar zeehavens Zwart: belangrijke binnenvaarwegen Groen: minder belangrijke vaarwegen Buiten het basisnet vindt geen vervoer van gevaarlijke stoffen over vaarwegen plaats, anders dan vloeibare brandstoffen in bunkerschepen tot 300t. Voor de rode, zwarte en groene vaarwegen zijn gebruiksruimtes voor het vervoer gedefinieerd; voor de rode en zwarte vaarwegen gelden beperkingen voor ruimtelijke ordening ontwikkelingen. In de onderstaande matrix wordt het ontwerp van het basisnet samengevat. categorie route belangrijke toegangen zeehavens (rood)
gebruiksruimte naar
voor
maatregelen
voor
RO
maatregelen voor RO
vervoer
nieuw
bestaand
PR: geen plafond; PR 10-6 komt naar verwachting niet
geen nieuwe bestemmingen binnen de waterlijn.
in het water: uitsterfbeleid woonboten.
verder dan de oever; indien PR 10-6 de oever nadert,
plasbrandaandachtsgebied
in het plasbrand-
grijpt het rijk in.
van 40 meter.
aandachtsgebied: geen sanering.
GR: geen plafond
groepsrisicoverantwoording met berekening
belangrijke
binnenvaartwegen
(zwart)
PR: geen plafond; PR 10
-6
geen nieuwe bestemmingen
in het water: uitsterfbeleid
komt naar verwachting niet
binnen de waterlijn.
woonboten.
verder dan de oever; indien PR 10-6 de oever nadert,
plasbrandaandachtsgebied
in het plasbrand-
grijpt het rijk in.
van 25 meter
aandachtsgebied: geen sanering
GR: geen plafond
groepsrisicoverantwoording berekening alleen nodig indien bevolkingsdichtheid > 1500 pers/ha dubbelzijdig of 2250 pers/ha enkelzijdig.
minder belangrijke vaarwegen
PR: geen plafond; PR 10-6
geen beperkingen voor
(groen)
komt naar verwachting helemaal niet voor, ook niet
bebouwing.
op het water. Indien PR 10-6 ontstaat grijpt het Rijk in of
geen plasbrandaandachtsgebied
geen
wordt overwogen om de vaarweg alsnog zwart te maken.
geen groepsrisicoverantwoording
GR: geen plafond
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
8
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
3.4
Toekomstige regelgeving Het Rijk werkt momenteel aan het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev). Hiervan is inmiddels een concept beschikbaar. Dit concept en de voorstellen voor de Basisnetten weg, water en spoor zijn op 4 december 2008 (kenmerk: VenW/DGMo-2008/4424) naar de Tweede Kamer verzonden. Het Basisnet betreft de hoofdinfrastructuur over water, weg en spoor en heeft alleen betrekking op bulkvervoer van stoffen, die bij een ongeval een levensbedreigend effect kunnen hebben op ruime afstand van de infrastructuur. Het doel van het Basisnet is het creëren van een „duurzaam evenwicht‟ tussen het vervoer van gevaarlijke stoffen, ruimtelijke ontwikkelingen en veiligheid. Het ministerie van VROM adviseert gemeenten te anticiperen op dit beleid. Voor wat betreft de verantwoordingsplicht groepsrisico wordt aangesloten bij de werkwijze zoals die nu in de Circulaire RNVGS en het Besluit externe veiligheid inrichtingen staat. Voor
de
meest
vervoerde
stofsoort,
namelijk
brandbare
vloeistoffen,
is
een
extra
veiligheidsambitie gedefinieerd in de in voorbereiding zijnde wetgeving van het landelijke Basisnet. Het
meest
denkbare
scenario
rond
infrastructuur
is
een
plasbrand.
Een
zogenaamd
plasbrandaandachtsgebied houdt rekening met de effecten van een plasbrand in een gebied rond de infrastructuur. Vooruitlopend op het Btev zijn de Basisnetten weg en water per 1 januari gedeeltelijk opgenomen in de circulaire RNVGS. Benadrukt wordt dat de regelgeving voor het plasbrandaandachtsgebied en het spoor nog niet in werking is getreden. In dit rapport is op basis van de bekende informatie geanticipeerd op het inwerkingtreden hiervan, zoals door VROM geadviseerd.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
9
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
4.
Transport gevaarlijke stoffen over de Maas De dichtstbijzijnde hoofdvaarwegen is de Maas. De Maas door Maastricht is in de Circulaire RNVGS (januari 2010) opgenomen als binnenvaart met frequent vervoer voor chemische clusters en achterlandverbindingen (zwarte vaarweg). Over de Maas worden brandbare en toxische vloeistoffen en gassen vervoerd. Hieruit volgt een invloedsgebied van 1070 meter. Het plangebied ligt op circa 60 meter van de Maas. Dit houdt in dat het plangebied binnen het invloedsgebied van deze vaarweg ligt. Transport van gevaarlijke stoffen over de Maas kunnen het externe veiligheidsniveau in het plangebied beïnvloeden.
4.1
Plaatsgebonden risico In het definitief ontwerp basisnet water van 15 januari 2008 is opgenomen dat bij zwarte vaarwegen de contour voor het plaatsgebonden risico niet buiten de waterlijn komt. Het plan voldoet derhalve aan de grenswaarde die geldt voor het plaatsgebonden risico voor deze risicobron.
4.2
Groepsrisico In het definitief ontwerp basisnet water van 15 januari 2008 is opgenomen dat een berekening van het groepsrisico niet verplicht is indien de bevolkingsdichtheid beneden de 1500 personen per hectare dubbelzijdig of 2250 personen per hectare enkelzijdig blijft. Uit proefberekeningen is gebleken dat in dat geval het groepsrisico beneden de 0.1 maal de oriëntatiewaarde ligt. Uit de inventarisatie van de bevolking zoals deze is opgenomen in bijlage 2 blijkt dat de bevolkingsdichtheid langs de Maas ruim onder 1500 personen per hectare blijft. Dit houdt in dat een berekening van het groepsrisico niet noodzakelijk is. De Maas dient wel terug te komen als risicobron in de verantwoording groepsrisico.
4.3
Plasbrandaandachtsgebied Rond de Maas in Maastricht zal, zoals het er nu naar uit ziet, na invoering van het Basisnet een plasbrandaandachtsgebied gaan gelden van 25 meter vanaf de waterlijn. Het plangebied ligt buiten het plasbrandaandachtsgebied van de Maas.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
10
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
5.
Transport gevaarlijke stoffen over de Noorderbrug In 2006 en 2007 zijn door AVV (Rijkswaterstaat) tellingen uitgevoerd voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. De dichtstbijzijnde weg van het plangebied waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd is de Noorderbrug. Over de Noorderbrug worden brandbare vloeistoffen en gassen, en toxische vloeistoffen vervoerd. Hieruit volgt een invloedsgebied van 950 meter. Het plangebied ligt op circa 40 meter van de Noorderbrug. Dit houdt in dat het plangebied binnen het invloedsgebied van deze weg ligt. Transport van gevaarlijke stoffen over de Noorderbrug kunnen het externe veiligheidsniveau in het plangebied beïnvloeden. Voor de Noorderbrug is een risicoanalyse uitgevoerd naar de hoogte en stijging van het groepsrisico, en de ligging van de plaatsgebonden risicocontour.
5.1
Afbakening onderzoeksgebied De hoogte en stijging van het groepsrisico hangt af van de (toename van) aanwezigen in het invloedsgebied van het weg. Het huidige groepsrisico stijgt per definitie als het aantal aanwezigen in het invloedsgebied toeneemt. De oriënterende waarde voor het groepsrisico geldt per kilometer weg. Om het hoogste groepsrisico per kilometer weg te bepalen, moeten de aanwezigen in het invloedsgebied van de relevante kilometers weg voor en na het plan worden geïnventariseerd. Het invloedsgebied wordt bepaald door de ongevalscenario‟s met brandbare gassen en vloeistoffen. Hierbij hoort een invloedsgebied van maximaal 325 meter. De relevante kilometers weg voor het plangebied zijn bepaald op basis van dit maatgevende scenario. De te onderzoeken kilometers weg zijn in figuur 2 met blauw weergegeven.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
11
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
Figuur 2: beschouwde kilometers weg.
5.2
Transportgegevens De gehanteerde vervoersintensiteiten zijn ontleent aan de tellingen van AVV. De tellingen zijn opgehoogd naar het peiljaar 2020 conform de percentages voor het Global Economy Scenario uit de memo “programma van eisen voor een nieuwe externe veiligheid risicoanalyse op de weg” van 13 junli 2009. In onderstaande tabel zijn de gehanteerde vervoersgegevens opgenomen. Tabel 1 Vervoersintensiteiten vervoer gevaarlijke stoffen over de weg peiljaar
jaarintensiteit per stofcategorie
2020
LF1
LF2
LT2
GF3
2172
1039
571
66
verklaring van de stofcategorieën
5.3
LF1: brandbare vloeistoffen
LT2: licht toxische vloeistoffen
LF2: zeer brandbare vloeistoffen
GF3: zeer brandbaar gas
Beschouwde situaties Beoordeling van de verandering van het groepsrisico ten gevolge van het plan vindt plaats door de vergelijking van de autonome ontwikkeling met de planontwikkeling in het jaar 2020 (tien jaar na vaststellen plan).
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
12
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
De volgende situaties zijn beschouwd: 1. Autonome ontwikkeling: de huidige aanwezigen in het onderzoeksgebied met de toekomstige vervoersgegevens. 2. Planontwikkeling: de aanwezigen in de plansituatie met de toekomstige vervoersgegevens. De stijging en hoogte van het groepsrisico in de toekomstige situatie worden inzichtelijk door de vergelijking van situaties 1 en 2. De verantwoordingsplicht geldt voor de hoogte van het groepsrisico na planontwikkeling en de stijging van het groepsrisico als gevolg van deze planontwikkeling.
5.4
Uitgangspunten berekening
5.4.1
Rekenmethode In de Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen wordt RBMII + genoemd als rekenmethodiek om externe veiligheidsrisico‟s te berekenen bij het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, spoor en water. Daarnaast wordt de RBMII + voorgeschreven in het ambtelijk concept Besluit transport externe veiligheid; de opvolger van de genoemde Circulaire. De risicoanalyse is uitgevoerd met de meest recente versie (1.3) van dit model. In bijlage 1 is de werking van het rekenmodel kort toegelicht. Met de rekenresultaten kan worden aangetoond in hoeverre het vervoer van gevaarlijke stoffen over een bepaalde transportroute voldoet aan de in het externe veiligheidsbeleid vastgestelde normering.
5.4.2
Weg karakteristieken en ongevalfrequenties In tabel 2 zijn de invoergegevens in het rekenprogramma samengevat. Tabel 2 Invoer RBMII+
5.4.3
eigenschap
invoer
type wegtraject
binnen bebouwde kom
frequentie
5.9 x 10-7
breedte
28 meter
transport werkweek
70 %
transport gevaarlijke stoffen
zie tabel 1
weerstation
Beek
Aanwezigheidsgegevens De aanwezigheid van personen is één van de bepalende parameters voor het bepalen van de hoogte van het groepsrisico. Het gebied binnen het invloedsgebied van de weg is hiertoe opgedeeld in vlakken. Voor de inventarisatie van de bevolking is gebruikgemaakt van het “Populatiebestand Groepsrisicoberekeningen”. Het
Populatiebestand berekent het aantal aanwezigen binnen een
gebied ten behoeve van groepsrisicoberekeningen.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
13
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
De applicatie is in opdracht van het ministerie van VROM ontwikkeld door Bridgis in samenwerking met
Atos
Origin.
Het
groepsrisicoberekeningen
doel te
van
het
populatiebestand
bevorderen
door
een
is
landelijk
om
de
uniform
eenduidigheid basisbestand
in
voor
groepsrisicoberekeningen beschikbaar te stellen. Een lijst met locatietypen, correctiefactoren en bronnen die gebruikt zijn in het populatiebestand is opgenomen in bijlage 2. Voor RBMII+ bestaat momenteel nog niet de mogelijkheid om de populatie geautomatiseerd in te voeren. Naar verwachting zal de hiervoor te ontwikkelen invoermodule medio juli 2010 gereed zijn. Tot die tijd is het wel mogelijk het populatiebestand te gebruiken in RBMII+, zij het dat de populatie handmatig moet worden ingevoerd. In het Populatiebestand zijn geen gegevens opgenomen voor het winkelcentrum en Tebodin nabij het plangebied. Verder zijn de bedrijven in vlakken 40 en 43 niet opgenomen. Voor deze locaties is een inschatting gemaakt van de populatie met behulp van de PGS 1, deel 6 (vlak 37, 40 en 43 zie bijlage 2). Voor de inschatting van de toekomstige bevolkingsdichtheid binnen het plangebied is uitgegaan van een jaargemiddelde bezettingsgraad van 1 persoon per kamer, en 0.1 personen personeel per kamer.
Alle gehanteerde
kengetallen
en
correctiefactoren
voor
het
bepalen
van
bevolkingsdichtheid staan samengevat in bijlage 2.
5.5
Resultaten plaatsgebonden risico Bij het transport voor zowel de huidige als de toekomstige situatie is geen sprake van een 10-6/jaar contour voor het plaatsgebonden risico. Het plan voldoet derhalve aan de grenswaarde die geldt voor het plaatsgebonden risico. In figuur 3 is de plaatsgebonden risico contour weergegeven voor de toekomstige situatie. In de huidige situatie is enkel sprake van een 10-7/jaar en een 10-8/jaar contour.
Figuur 3: ligging 10-7/jaar (blauw) en de 10-8/jaar (groen) contour voor de toekomstige situatie.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
14
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
5.6
Resultaten groepsrisico Het groepsrisico wordt weergegeven in een grafiek als een zogenoemde Fn-curve. Op de verticale as staat de cumulatieve frequentie (F), ofwel de cumulatieve kans per jaar. Op de horizontale as staat het aantal dodelijke slachtoffers (N) ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico kan (met enig informatieverlies) worden uitgedrukt in één getal. Dit getal is de maximale verhouding tussen de FN-curve en de oriënterende waarde. Hiermee wordt aangegeven in hoeverre de oriëntatiewaarde wordt overschreden of onderschreden. De oriëntatiewaarde voor het groepsrisico geldt per kilometer weg. In dit rapport wordt de kilometer weg binnen het onderzoeksgebied, met het hoogste groepsrisico beschouwd. Deze kilometer is weergegeven in figuur 4.
Figuur 4: ligging van het kilometer weg (=blauw) met het hoogste groepsrisico. Met geel is de locatie met het hoogste groepsrisico weergegeven.
Uit de berekeningen van het groepsrisico voor de toekomstige situatie blijkt, dat het geprognosticeerd groepsrisico bij zowel de autonome ontwikkeling als de planontwikkeling maximaal 0.03 maal de oriëntatiewaarde bedraagt. In figuur 5 is het groepsrisico voor de autonome en plansituatie weergegeven voor het toekomstige peiljaar. De groepsrisicografieken inclusief en exclusief plan zijn nagenoeg identiek.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
15
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
Figuur 5: groepsrisico in de toekomstige situatie. Plansituatie (blauw) en autonome situatie (rood).
5.7
Plasbrandaandachtsgebied Rond de Noorderbrug in Maastricht zal, zoals het er nu naar uit ziet, na invoering van het Basisnet een plasbrandaandachtsgebied gaan gelden van 30 meter vanaf de rand van de weg. Het plangebied is gelegen buiten het plasbrandaandachtsgebied van de Noorderbrug.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
16
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
6.
Transport gevaarlijke stoffen over het spoor Volgens marktverwachting voor 2010-2020 [ProRail, 26 september 2007] worden in de toekomst over het traject Maastricht – Sittard gevaarlijke stoffen vervoerd. Conform het maximum transit 2020 worden over dit traject brandbare gassen, giftige gassen en zeer brandbare vloeistoffen vervoerd. Hierbij hoort een invloedsgebied van meer dan 4000 meter. Het plangebied ligt op circa 320 meter van de spoorlijn Maastrisch – Sittard. Dit houdt in dat het plangebied binnen het invloedsgebied van deze spoorlijn. Transport van gevaarlijke stoffen over de spoorlijn Maastricht - Sittard kunnen het externe veiligheidsniveau in het plangebied beïnvloeden. Het plangebied ligt buiten het aandachtsgebied (200 meter volgens Circulaire RNVGS) van de spoorlijn Maastricht - Sittard, maar binnen het invloedsgebied van deze spoor (> 4000 meter toxisch gas scenario). De spoorlijn ligt op een afstand van circa 320 meter van het plangebied. In de Circulaire RNVGS is gesteld dat in principe geen beperkingen aan het ruimtegebruik hoeven te worden gesteld in het gebied dat op meer dan 200 meter van een route of tracé ligt. Dit laat volgens deze Circulaire onverlet dat bestuursorganen in verband met de mogelijke effecten van een ongeval met gevaarlijke stoffen, die soms verder reiken dan de genoemde 200 meter, wel maatregelen kunnen overwegen. Voor de spoorlijn is een risicoanalyse uitgevoerd naar de hoogte en stijging van het groepsrisico, en de ligging van de plaatsgebonden risicocontour.
6.1
Afbakening onderzoeksgebied De hoogte en stijging van het groepsrisico hangt af van de (toename van) aanwezigen in het invloedsgebied van het spoor. Het huidige groepsrisico stijgt per definitie als het aantal aanwezigen in het invloedsgebied toeneemt. De oriënterende waarde voor het groepsrisico geldt per kilometer spoor. Om het hoogste groepsrisico per kilometer spoor te bepalen, moeten de aanwezigen in het invloedsgebied van de relevante kilometers spoor voor en na het plan worden geïnventariseerd. Het maatgevende ongevalscenario voor onderliggend onderzoek is een BLEVE van een ketelwagon ter hoogte van het plangebied. Hierbij hoort een invloedsgebied van maximaal 325 meter. De relevante kilometers spoor voor het plangebied zijn bepaald op basis van dit maatgevende scenario. De te onderzoeken kilometers spoor zijn in figuur 6 met blauw weergegeven.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
17
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
Figuur 6: beschouwde kilometers spoor.
6.2
Transportgegevens Volgens marktverwachting voor 2010-2020 [ProRail, 26 september 2007] worden in de toekomst over het traject Maastricht – Sittard gevaarlijke stoffen vervoerd. Conform het maximum transit 2020 worden over dit traject brandbare gassen, giftige gassen en zeer brandbare vloeistoffen vervoerd. In tabel 3 zijn de vervoersintensiteiten opgenomen. Tabel 3 Vervoersintensiteiten vervoer gevaarlijke stoffen over de spoor peiljaar
jaarintensiteit per stofcategorie
2020
A
B2
C3
1000
600
400
verklaring van de stofcategorieën A: brandbare gassen
C3: zeer brandbare vloeistoffen
B2: giftige gassen
6.3
Beschouwde situaties Beoordeling van de verandering van het groepsrisico ten gevolge van het plan vindt plaats door de vergelijking van de autonome ontwikkeling met de planontwikkeling in het jaar 2020 (tien jaar na vaststellen plan).
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
18
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
De volgende situaties zijn beschouwd: 1. Autonome ontwikkeling: de huidige aanwezigen in het onderzoeksgebied met de toekomstige vervoersgegevens. 2. Planontwikkeling: de aanwezigen in de plansituatie met de toekomstige vervoersgegevens. De stijging en hoogte van het groepsrisico in de toekomstige situatie wordt inzichtelijk door de vergelijking van situaties 1 en 2. De verantwoordingsplicht geldt voor de hoogte van het groepsrisico na planontwikkeling en de stijging van het groepsrisico als gevolg van deze planontwikkeling.
6.4
Uitgangspunten berekening
6.4.1
Rekenmethode In de Circulaire Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen wordt RBMII + genoemd als rekenmethodiek om externe veiligheidsrisico‟s te berekenen bij het transport van gevaarlijke stoffen over de weg, spoor en water. Daarnaast wordt de RBMII + voorgeschreven in het ambtelijk concept Besluit transport externe veiligheid; de opvolger van de genoemde Circulaire. De risicoanalyse is uitgevoerd met de meest recente versie (1.3) van dit model. In bijlage 1 is de werking van het rekenmodel kort toegelicht. Met de rekenresultaten kan worden aangetoond in hoeverre het vervoer van gevaarlijke stoffen over een bepaalde transportroute voldoet aan de in het externe veiligheidsbeleid vastgestelde normering.
6.4.2
Spoor karakteristieken en ongevalfrequenties In tabel 2 zijn de invoergegevens in het rekenprogramma samengevat.
Tabel 4 Invoer RBMII+ eigenschap
invoer
type spoortraject
hoge snelheid
overgangen per kilometer
1
wissels
ja
frequentie
6.872 x 10-8
breedte
18 meter
C3 fractie
0.8
transport werkweek
71.4 %
transport gevaarlijke stoffen
zie tabel 3
weerstation
Beek
De C3 fractie heeft invloed op de kans op een warme BLEVE in een bonte trein. De C3 fractie is gedefinieerd als het gemiddelde aantal wagons met brandbare vloeistoffen per trein. De fractie is uitgerekend met behulp van formule 1.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
19
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
……………………………………………………………………………………………… formule 1 FC3 = C3 factor die in RBMII wordt gehanteerd NC3 = het aantal wagons C3 per jaar Ntot = het totale vervoer van gevaarlijke stoffen in bonte treinen per jaar gs = het percentage (uitgedrukt in fractie) gevaarlijke stoffen in bonte treinen (standaard 0.2) Ntot = treinlengte (20) 6.4.3
Aanwezigheidsgegevens Voor de aanwezigheidsgegevens is aangesloten bij de opgestelde populatiegegevens die gebruikt zijn voor de risicoanalyse van vervoer gevaarlijke stoffen over de weg (paragraaf 5.4.3).
6.5
Resultaten plaatsgebonden risico Bij het transport voor zowel de huidige als de toekomstige situatie is geen sprake van een 10-6/jaar contour voor het plaatsgebonden risico. Het plan voldoet derhalve aan de grenswaarde die geldt voor het plaatsgebonden risico. In figuur 7 is de plaatsgebonden risico contour weergegeven voor de toekomstige situatie. In de huidige situatie is enkel sprake van een 10-7/jaar en een 10-8/jaar contour.
Figuur 7: ligging 10-7/jaar (blauw) en de 10-8/jaar (groen) contour voor de toekomstige situatie.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
20
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
6.6
Resultaten groepsrisico Het groepsrisico wordt weergegeven in een grafiek als een zogenoemde Fn-curve. Op de verticale as staat de cumulatieve frequentie (F), ofwel de cumulatieve kans per jaar. Op de horizontale as staat het aantal dodelijke slachtoffers (N) ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico kan (met enig informatieverlies) worden uitgedrukt in één getal. Dit getal is de maximale verhouding tussen de FN-curve en de oriënterende waarde. Hiermee wordt aangegeven in hoeverre de oriëntatiewaarde wordt overschreden of onderschreden. De oriëntatiewaarde voor het groepsrisico geldt per kilometer spoor. In dit rapport wordt de kilometer spoor binnen het onderzoeksgebied, met het hoogste groepsrisico beschouwd. Deze kilometer is weergegeven in figuur 8.
Figuur 8: ligging van het kilometer spoor (=blauw) met het hoogste groepsrisico. Met geel is de locatie met het hoogste groepsrisico weergegeven.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
21
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
Uit de berekeningen van het groepsrisico voor de toekomstige situatie blijkt, dat het geprognosticeerd groepsrisico bij zowel de autonome ontwikkeling als de planontwikkeling maximaal 0.76 maal de oriëntatiewaarde bedraagt. In figuur 9 is het groepsrisico voor de autonome en plansituatie weergegeven voor het toekomstige peiljaar. De groepsrisicografieken inclusief en exclusief plan zijn nagenoeg identiek.
Figuur 9: groepsrisico in de toekomstige situatie. Plansituatie (blauw) en autonome situatie (rood).
6.7
Plasbrandaandachtsgebied Rond de spoorlijn Maastricht - Sittard zal, zoals het er nu naar uit ziet, na invoering van het Basisnet een plasbrandaandachtsgebied gaan gelden van 30 meter. Het plangebied is gelegen buiten het plasbrandaandachtsgebied van de spoorlijn Maastricht – Sittard.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
22
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
7.
Conclusies en aanbevelingen In opdracht van gemeente Maastricht heeft DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V. een onderzoek uitgevoerd naar externe veiligheid ten behoeve van de ontwikkeling van het bestemmingsplan Hilton hotel in Maastricht. Het invloedsgebied van de Maas, de Noorderbrug en de spoorlijn Maastricht – Sittard valt samen met het plangebied. Aangezien het plangebied binnen het invloedsgebied van deze risicobronnen ligt dient het risico van deze bronnen aan de orde te komen in de onderbouwing van het plan. Plaatsgebonden risico De geprojecteerde functies liggen buiten de normcontour voor het plaatsgebonden risico van de Maas, de Noorderbrug en de spoorlijn Maastricht - Sittard. Groepsrisico Gezien de bevolkingsdichtheid is een berekening van het groepsrisico voor de Maas niet noodzakelijk. Het geprognosticeerd groepsrisico ten gevolge van de Noorderbrug bedraagt in zowel de autonome ontwikkeling als de planontwikkeling maximaal 0.03 maal de oriëntatiewaarde. Het plan zorgt voor een verwaarloosbare stijging van het groepsrisico. Het geprognosticeerd groepsrisico ten gevolge van de spoorlijn Maastricht - Sittard bedraagt in zowel de autonome ontwikkeling als de planontwikkeling maximaal 0.76 maal de oriëntatiewaarde. Het plan zorgt voor een verwaarloosbare stijging van het groepsrisico. Plasbrandaandachtsgebied De geprojecteerde functies liggen buiten het plasbrandaandachtsgebied van de Maas, de Noroderbrug en de spoorlijn Maastricht - Sittard. Het plaatsgebonden risico en het plasbrandaandachtsgebied vormen geen belemmering voor de realisatie van het plan. De gemeente Maastricht is op grond van de Circulaire RNVGS verplicht elke verandering van het groepsrisico te verantwoorden. Bij deze verantwoordingsplicht komen de volgende criteria aan de orde: 1. De aanwezige dichtheid van personen in het invloedsgebied. 2. De hoogte van het groepsrisico ten opzichte van de oriëntatiewaarde, voor en na het ruimtelijk besluit. 3. Voor- en nadelen van ruimtelijke alternatieven met een lager groepsrisico (nut en noodzaak van de ontwikkeling). 4. Mogelijkheden tot beperking groepsrisico (nu en in de toekomst).
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
23
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
5. Mogelijkheden tot voorbereiding en bestrijding van een ramp (veiligheidsketen). 6. Mogelijkheden voor zelfredzaamheid en vluchtmogelijkheden aanwezigen. Dit rapport bevat de inventarisatie van de bevolking (bijlage 2) en de berekening van de hoogte en stijging van het groepsrisico ten gevolge van de weg en het spoor (hoofdstuk 5 en 6). Hiermee zijn voornoemde criteria 1 en 2 ingevuld. De gemeente heeft bij het invullen van de verantwoordingsplicht groepsrisico een grote mate van beoordelingsvrijheid. Nergens is vastgelegd met welke diepgang voorgaande criteria aan de orde moeten komen. Ten aanzien van criteria 5 en 6 heeft de Veiligheidsregio adviesrecht. Uiteindelijk gaat het erom dat de gemeente een transparante afweging maakt over de omvang en stijging van het risico en de mogelijkheden om dit te beperken. Ondanks de verwaarloosbare stijging van het groepsrisico blijft het mogelijk, dat bij een ongevalscenario met brandbare gassen of toxische vloeistoffen of gassen, dodelijke slachtoffers vallen binnen het plangebied en materiële schade optreedt. Het is raadzaam om eenvoudige en snel toe te passen maatregelen op te nemen in het ontwerp van het Hotel om de effecten van deze scenario‟s te beperken. Gezien de beperkte bijdragen aan het groepsrisico ligt het nemen van kostbare maatregelen niet voor de hand. Op basis van het in dit rapport bepaalde risico kunnen gemeenten, Veiligheidsregio, brandweer en initiatiefnemer gezamenlijk keuzes voorbereiden aangaande de uitgangspunten bij de invulling van de verantwoordingsplicht groepsrisico. Arnhem, 3 juni 2010 DGMR Industrie, Verkeer en Milieu B.V.
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
24
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
Bijlage 1
Toelichting rekenmodel
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
Toelichting rekenmodel De ministeries van VROM en V&W willen dat risicoberekeningen voor transportassen worden uitgevoerd met RBMII+. Dit rekenprogramma is in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat door AVIV ontwikkeld als opvolger van IPORBM, ook wel bekend als ‘de risicomal’. IPORBM was alleen geschikt voor indicatieve berekeningen. Op 30 oktober 2008 is versie 1.3.0 van dit programma (RBMII+) vrijgegeven. De berekeningen zijn uitgevoerd met dit rekenmodel. RBMII+
berekent
op
basis
van
een
aantal
invoerparameters,
zoals
bevolkingsgegevens,
ongevalsgegevens en aantallen transporten gevaarlijke stoffen, de externe risico’s van het vervoer van gevaarlijke stoffen over spoor, weg en binnenwateren. Met dit instrument zijn gemeenten, provincies, regionale directies van Rijkswaterstaat en advies- en ingenieursbureaus in staat om op eenduidige
wijze
en
conform
CPR
18
(inmiddels
ongewijzigd
omgezet
naar
PGS
3)
transportrisicoberekeningen uit te voeren. Met de rekenresultaten kan worden aangetoond in hoeverre het vervoer van gevaarlijke stoffen over een bepaalde transportroute voldoet aan de in het externe veiligheidsbeleid vastgestelde normering. Het Risico-Berekenings-Programma II (RBMII+) rekent elke 25 meter een ongeval door met een voorbeeldstof, voor elk van de opgegeven categorieën gevaarlijk transport. Afhankelijk van het type stof verschillen de kansen op en de grootte van uitstroming van gevaarlijke stoffen. De verdere effecten kunnen variëren. Brandbare plassen kunnen al dan niet ontsteken, gassen kunnen in diverse richtingen verspreiden en verdunnen. Na deze zogenoemde effectmodellering wordt de schade vastgesteld. In dit geval in kansen op overlijden (en voor het groepsrisico ook de betrokken aantallen). Omgerekend in slachtoffers kunnen al deze scenario’s worden samengenomen en als laatste stap worden omgerekend in PR-contouren en GR-grafieken. Door punten met een gelijk risico te verbinden, kunnen PR-contouren worden weergegeven. De RBM berekent in stappen van een decade de waarden 10-8/jaar, 10-7/jaar, 10-6/jaar, enzovoorts tot de waarde ter hoogte van de vervoersas. Het groepsrisico wordt berekend door de verzamelde combinaties van slachtofferaantallen en kansen op te tellen tot een cumulatieve grafiek. Het groepsrisico wordt in RBMII+ weergegeven voor de hoogste aaneengesloten 1000 meter binnen een wegdeel.
V.2010.0486.01.R001 Hilton hotel, Maastricht - onderzoek externe veiligheid
Bijlage 2
Inventarisatie bevolking
k:\doc\v\2010\048601\v2010048601r001.docx 03-06-2010
Inventarisatie bevolking In deze bijlage zijn de gehanteerde bevolkingsgegevens opgenomen. De ligging van de bevolkingsvlakken is weergegeven in onderstaande serie figuren. In vlak 38 is het plangebied gelegen. Na de figuren is in een tabel de ingevoerde bevolking per bevolkingsvlak opgenomen. De aanwezigheidsgegevens zijn aangevuld met kengetallen voor de aanwezigheid van de populatie over de dag (08.00 tot 18.30 uur) en de nacht (18.30 tot 08.00 uur).
Figuur 1: overzicht bevolkingsvlakken
Figuur 2: overzicht bevolkingsvlakken (zoom)
Figuur 3: plansituatie, vlak met het hotel is met blauw weergegeven
aantal dag
aantal nacht
bron
000 woningen
3.39E+04
5.27E+04
Populatiebestand GR
000 bedrijven dagdienst
1.54E+04
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
000 bedrijven continu
6911
5168
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
001 woningen
653
1016
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
001 bedrijven dagdienst
75
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
001 bedrijven continu
18
9
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
002 woningen
13
20
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
002 bedrijven dagdienst
387
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
002 bedrijven continu
499.8
127.6
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
003 woningen
1.01E+04
1.57E+04
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
003 bedrijven dagdienst
3457
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
003 bedrijven continu
489
101
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
004 woningen
91
126
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
004 bedrijven dagdienst
125
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
004 bedrijven continu
7
3
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
005 woningen
1.13E+04
1.76E+04
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
005 bedrijven dagdienst
1.94E+04
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
005 bedrijven continu
7168
3824
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
006 woningen
1.58E+04
2.46E+04
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
006 bedrijven dagdienst
8382
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
ID
functie
buiten dag 0.07
buiten nacht
bron
0.01 RBMII standaard
006 bedrijven continu
1407
883.8
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
007 woningen
36
56
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
007 bedrijven dagdienst
2794
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
007 bedrijven continu
886
311.8
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
008 woningen
589
916
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
008 bedrijven dagdienst
40
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
008 bedrijven continu
16
15
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
009 woningen
0
0
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
009 bedrijven dagdienst
51
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
009 bedrijven continu
0
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
010 woningen
23
36
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
010 bedrijven dagdienst
496
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
010 bedrijven continu
49.44
12.95
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
011 woningen
3236
5033
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
011 bedrijven dagdienst
1436
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
011 bedrijven continu
501.7
253.8
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
012 woningen
63
98
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
012 bedrijven dagdienst
341
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
012 bedrijven continu
263.2
60.75
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
013 woningen
3
4
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
013 bedrijven dagdienst
1129
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
013 bedrijven continu
140.3
456.8
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
014 woningen
1535
2387
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
014 bedrijven dagdienst
7792
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
014 bedrijven continu
3355
3079
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
015 woningen
2721
4233
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
015 bedrijven dagdienst
1113
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
015 bedrijven continu
1229
632.2
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
aantal dag
aantal nacht
bron
016 woningen
8663
1.35E+04
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
016 bedrijven dagdienst
4044
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
016 bedrijven continu
577.5
559.5
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
017 woningen
6998
1.09E+04
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
017 bedrijven dagdienst
1.16E+04
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
017 bedrijven continu
1171
544.2
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
018 woningen
2
4
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
018 bedrijven dagdienst
70
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
018 bedrijven continu
416.9
258.7
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
019 woningen
71
110
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
019 bedrijven dagdienst
1
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
019 bedrijven continu
1
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
020 woningen
317
493
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
020 bedrijven dagdienst
25
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
020 bedrijven continu
12
9
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
021 woningen
3
4
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
021 bedrijven dagdienst
202
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
ID
functie
buiten dag
buiten nacht
bron
021 bedrijven continu
77.63
38.85
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
022 woningen
83
129
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
022 bedrijven dagdienst
23
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
022 bedrijven continu
5.65
0.15
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
023 woningen
0
0
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
023 bedrijven dagdienst
103
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
023 bedrijven continu
192.2
42.75
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
024 woningen
0
0
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
024 bedrijven dagdienst
0
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
024 bedrijven continu
0
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
025 woningen
9
14
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
025 bedrijven dagdienst
0
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
025 bedrijven continu
0
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
026 woningen
515
800
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
026 bedrijven dagdienst
1382
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
026 bedrijven continu
11
4
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
027 woningen
1
2
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
027 bedrijven dagdienst
0
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
027 bedrijven continu
10
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
028 woningen
327
509
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
028 bedrijven dagdienst
53
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
028 bedrijven continu
7
6
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
029 woningen
1929
3000
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
029 bedrijven dagdienst
296
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
029 bedrijven continu
84
15
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
030 woningen
15
24
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
030 bedrijven dagdienst
0
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
030 bedrijven continu
259.9
60
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
031 woningen
1388
2158
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
031 bedrijven dagdienst
207
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
031 bedrijven continu
18
3
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
aantal dag
aantal nacht
bron
032 woningen
3749
5830
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
032 bedrijven dagdienst
3217
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
032 bedrijven continu
2336
1458
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
033 woningen
2963
4608
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
033 bedrijven dagdienst
2215
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
033 bedrijven continu
103
30
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
034 woningen
1262
1963
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
034 bedrijven dagdienst
181
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
034 bedrijven continu
102.1
15.1
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
035 woningen
493
766
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
035 bedrijven dagdienst
1846
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
035 bedrijven continu
12
4
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
036 woningen
435
676
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
036 bedrijven dagdienst
29
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
036 bedrijven continu
6
4
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
ID
functie
buiten dag
buiten nacht
bron
037 Winkels + Tebodin
445
75
PGS 1, deel 6
0.58
0.53 PGS1, deel 6
037 bedrijven dagdienst
106
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
037 bedrijven continu
116
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
0.55
0.02 PGS1, deel 6
0.05
0.01 RBMII standaard
038 Hilton Hotel
84
205
038 bedrijven dagdienst
4
0
1.1 personen per kamer met correctiefactoren uit PGS1, deel 6 Populatiebestand GR
038 bedrijven continu
3
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
039 woningen
0
0
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
039 bedrijven dagdienst
59
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
039 bedrijven continu
0
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
040 woningen
0
0
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
040 bedrijven dagdienst
0
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
040 bedrijven continu
361.8
361.8
PGS 1, deel 6
0.05
0.01 RBMII standaard
041 woningen
4
6
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
041 bedrijven dagdienst
22
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
041 bedrijven continu
0
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
042 woningen
1763
2742
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
042 bedrijven dagdienst
213
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
042 bedrijven continu
452.7
436.2
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
043 woningen
0
0
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
043 bedrijven dagdienst
0
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
043 bedrijven continu
49
49
PGS 1, deel 6
0.05
0.01 RBMII standaard
044 woningen
0
0
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
044 bedrijven dagdienst
23
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
044 bedrijven continu
124.8
28.8
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
045 woningen
19
30
Populatiebestand GR
0.07
0.01 RBMII standaard
045 bedrijven dagdienst
2
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard
045 bedrijven continu
0
0
Populatiebestand GR
0.05
0.01 RBMII standaard