Postadres Syncera
Postadres ReGister
Rijnsburgstraat 9-11 1059 AT AMSTERDAM t 020-7514300 f 020-7514600 www.syncera.nl
Lucasbolwerk 7 3512 EG UTRECHT t 030-2613854 f 030-2614754 www.ho-register.nl
Eindrapportage Asbest signaleringsonderzoek Provincie Noord-Holland
Versie 1.2
In opdracht van Opgesteld door Projectnummer Documentnaam Datum
Provincie Noord-Holland Syncera B.V. en ReGister B.V. 06048 Eindrapportage Asbest signaleringsonderzoek Noord-Holland 9 april 2008
Syncera Milieu is een handelsnaam van Syncera B.V. KvK Haaglanden 27 18 43 23 - ING Bank Delft 65 93 74 331. Syncera B.V. is ISO9001:2000 en VCA** gecertificeerd.
Erratum bij ‘06048 Eindrapport Asbest signaleringsonderzoek Noord-Holland 9-4-08 versie 1.2’
Paragraaf 4.1.1, pagina 17. In de tabel “Asbestverwerkende bedrijven Asbest in Kaart” ontbreekt ten onrechte de locatie ‘C0397000103 NEFABAS Heemstede (actief van 1940 tot 1952)’. In het databestand is de locatie wel opgenomen. Vanwege het ontbreken van coördinaten kon de locatie niet worden weergegeven op de Asbest signaleringskaart Bodem.
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
Inhoudsopgave Samenvatting
3
1
Inleiding 1.1 Onderzoeksvraag 1.2 Toelichting op de onderzoeksopzet 1.3 Leeswijzer
7 7 7 9
2
Geraadpleegde digitaal beschikbare gegevens 2.1 Verkregen gegevens 2.2 Opslag gegevens
11 11 12
3
Niveau 1: Inventarisatie 3.1 Inhoud en onderdelen 3.2 De kansenindeling
15 15 15
4
Resultaten inventarisatie 4.1 Asbest signaleringskaart Bodem 4.2 Asbest signaleringskaart Bebouwing 4.3 Eerder uitgevoerd (historisch) asbestonderzoek 4.4 Asbest signaleringskaarten niveau 1
17 17 27 31 31
5
Conclusies en aanbevelingen 5.1 Conclusies Asbest signaleringskaart Bodem 5.2 Conclusies Asbest signaleringskaart Bebouwing 5.3 Aanbevelingen Algemeen 5.4 Aanbevelingen Asbest signaleringskaart Bodem 5.5 Aanbevelingen Asbest signaleringskaart Bebouwing
33 33 34 34 34 36
6
Leidraad en aanbevelingen voor de gebruikers 6.1 Gebruikers en toepassing van de asbest signaleringskaart 6.2 Gegevens 6.3 Indeling naar kans 6.4 Asbest signaleringskaarten Bodem en Bebouwing 6.5 Asbest en gezondheid 6.6 Openbaar maken van de onderzoeksresultaten 6.7 Disclaimer
37 37 37 37 37 40 41 41
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
Samenvatting In opdracht van de provincie Noord-Holland is door ReGister Historisch Onderzoeksbureau een asbest signaleringsonderzoek uitgevoerd, waarbij een inventarisatie is gemaakt van locaties en gebieden waar mogelijk asbest voorkomt. De resultaten zijn zichtbaar gemaakt op een asbest signaleringskaart. Voor de inventarisatie zijn ondermeer gegevens gebruikt uit het bodeminformatiesysteem van de provincie Noord-Holland (Globis), het Historisch Bodembestand van de provincie en de WOZ –gegevens van de verschillende gemeenten. Deze gegevens zijn op basis van vrijwilligheid door de gemeenten aangeleverd. Het asbest signaleringsonderzoek is uitgevoerd volgens een landelijk geldende werkwijze, de zogeheten methodiek ‘Asbest in Kaart’. Deze methodiek gaat uit van een drietal niveaus waarop gegevens worden verzameld en in kaart gebracht: -
-
-
Niveau 1: een eerste signaleringskaart waarin de kans op asbest op een locatie of gebied wordt weergegeven op basis van beschikbare digitale gegevens en een aantal vastomlijnde criteria. Niveau 2: met locaties waarvoor op basis van historisch onderzoek is vastgesteld of asbest daadwerkelijk op de locatie of in woningcomplexen, gebouwen, bedrijven is verwerkt, gestort of toegepast. Niveau 3: met locaties waar op basis van verkennend (bodem)onderzoek Asbest of een Nader (bodem)onderzoek Asbest (conform NEN5707 of NTA 5727) is bepaald of inderdaad asbest in de bodem aanwezig is en, zo ja, of het voorkomen van asbest risico's inhoudt voor de volksgezondheid en milieu.
Onderhavig project behelst de uitvoering van niveau 1. Dit betekent dat op basis van al beschikbare digitale gegevens een eerste signaleringskaart is opgesteld. Het onderzoek heeft dus een algemeen inventariserend karakter en omvat de volgende onderdelen: -
Het op de kaart zetten van de locaties waar in het verleden bedrijven waren gevestigd die mogelijk met asbest hebben gewerkt; Het op de kaart zetten van locaties waar in het verleden mogelijk asbesthoudend afval is gestort of toegepast in werken; Het op kaart zetten van de bouwgeschiedenis van de gemeenten en deze bouwgeschiedenis omzetten in de kans op asbest in bebouwing en gebieden; Het op de kaart zetten van specifieke gebouwen als boerderijen, bepaalde bedrijven en openbare gebouwen waarvoor de kans op asbest vanwege de bijzondere gebruiksfuncties een aandachtspunt is.
Als aanvulling op niveau 1 zijn daarnaast ook die locaties uit het bodeminformatiesysteem van de provincie Noord-Holland geselecteerd, waarbij op grond van bodemonderzoek sprake is van de (verdenking van) aanwezigheid van asbest. Op de asbest signaleringskaart wordt naast niveau 1 dus ook informatie van niveau 3 weergegeven. Voor het merendeel van de locaties is echter uitsluitend informatie van niveau 1 voorhanden en weergegeven.
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
3
De inventarisatie is opgedeeld in een tweetal onderdelen: - De Asbest signaleringskaart Bodem. Hierop zijn de locaties weergegeven waarop mogelijk bodemverontreiniging met asbest is ontstaan als direct gevolg van de activiteiten, die in het verleden op een locatie zijn uitgevoerd. Er is daarbij onderscheid gemaakt tussen locaties die verdacht zijn op basis van (historische) activiteiten, en locaties waarop al onderzoek is uitgevoerd, waarbij de aanwezigheid van asbest is aangetoond; - De Asbest signaleringskaart Bebouwing. Hierop zijn de locaties weergegeven waar mogelijk asbest in de bebouwing is toegepast. De toepassing van asbesthoudend bouwmateriaal kan indirect tot de verontreiniging van de bodem hebben geleid door bewerking van de materialen op de bouwplaats en/of sloop van gebouwen. Met behulp van de methodiek ‘Asbest in Kaart’ is voor alle locaties vastgesteld hoe groot de kans is op de aanwezigheid van asbest. De locaties zijn vervolgens op de asbest signaleringskaart zichtbaar gemaakt. Voor locaties die als asbestverdachte locaties op de kaart zijn opgenomen geldt nadrukkelijk dat niet met zekerheid gezegd kan worden of er daadwerkelijk asbest op de locaties zal worden aangetroffen. Alleen door het eventueel uitvoeren van vervolgonderzoek naar deze locaties zal dit met enige zekerheid kunnen worden vastgesteld. Daarnaast moet aangetekend worden dat wanneer op een locatie daadwerkelijk asbest is of zal worden aangetroffen, het niet gezegd is dat er grote risico’s voor de volksgezondheid bestaan. Ook hier zal vervolgonderzoek uitsluitsel kunnen geven. Dit vervolgonderzoek valt geheel buiten de opzet van het asbest signaleringsonderzoek zoals dit voor de provincie Noord-Holland is uitgevoerd. De asbest signaleringskaart fungeert kortom uitsluitend als een signaleringskaart voor mogelijke asbestverdachte locaties. De asbest signaleringskaart wordt dan ook vooral gezien als een hulpmiddel voor zowel gemeentelijke diensten, zoals de dienst Bouw- en woontoezicht, de afdelingen Milieu en/of Bodem en de brandweer, als voor provinciale diensten, zoals de afdeling Bodem. In geval van dynamiek, zoals bij gebiedsontwikkeling, kan door een bevoegd gezag in de resultaten van de inventarisatie aanleiding worden gezien om op één of meerdere locaties een nader onderzoek in te stellen. Daarnaast kan een bevoegd gezag naar eigen inzicht op basis van de asbest signaleringskaart tot nader onderzoek op individuele locaties overgaan. Hierbij kan gedacht worden aan een bestudering van de bronnen die aan de opname van deze locaties ten grondslag liggen, bestudering van aanvullende bronnen en het daadwerkelijk uitvoeren van een bodemonderzoek. De asbest signaleringskaart beoogt daarbij niet meer te zijn dan een inventarisatie van de asbestverdachte locaties binnen de provincie Noord-Holland op dit moment, op basis van gegevens die op dit moment voorhanden zijn. Resultaten Bodem: Er zijn 546 asbestverdachte locaties geïnventariseerd, waarvoor op grond van de ingeschatte kans op de aanwezigheid van asbest (‘grote kans’ en ‘zeer grote kans’) nader onderzoek zou kunnen worden geïnitieerd. Van deze locaties zijn 102 locaties reeds op de Spoedlijst van de provincie Noord-Holland opgenomen. Deze zullen in het kader daarvan verder worden opge1 pakt . De andere locaties behoren tot de werkvoorraad van de provincie, waarvoor in principe geldt dat deze 2030 moeten worden onderzocht. 1
ReGister, “Analyse Werkvoorraad en identificatie potentiële Spoedlocaties provincie NoordHolland” (versie 1.0 13-2 2008)
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
4
Daarnaast zijn 876 stortlocaties binnen de provincie Noord-Holland geïnventariseerd. Voor deze locaties geldt dat niet uitgesloten kan worden dat er asbesthoudend materiaal (zoals bijvoorbeeld sloop- en bouwafval) is gestort. Deze locaties zijn ingedeeld in de categorie ‘matige kans’ op de aanwezigheid van asbest. Daarnaast geldt voor een tweetal stortlocaties dat uit eerder onderzoek is gebleken dat er door asbestverwerkende industrie waarschijnlijk bedrijfsafval is gestort. Deze twee locaties zijn als locaties met een ‘Zeer grote kans’ op de aanwezigheid van asbest aangemerkt. De locaties zijn bij de gemeente waarin zij zich bevinden uit dit eerdere onderzoek reeds bekend. Op 421 locaties is bij een al uitgevoerd bodemonderzoek de aanwezigheid van asbest geconstateerd. Voor 17 locaties is al een saneringstraject opgestart of afgerond. Voor de overige 404 locaties zou met een eventueel vervolgonderzoek kunnen worden bepaald of het uitgevoerde bodemonderzoek voldoet aan de normen die voor asbestonderzoek zijn vastgelegd. Als dit niet het geval is, kan worden bekeken in hoeverre het onderzoek alsnog in overeenstemming met de norm kan worden gebracht. Daarna kan in geval van een asbestverontreiniging worden bepaald of sprake is van een overschrijding van de norm, waarna moet worden vastgesteld of er sprake is van humane risico’s. Op onverharde en halfverharde wegen kan een verhardingslaag met puin zijn aangebracht, waarin mogelijk restanten van asbesthoudende producten zitten. 2649 Halfverharde en onverharde wegdelen met een oppervlak van 976 hectare zijn daarom op de asbest signaleringskaart gezet. De kans dat er daadwerkelijk asbest aanwezig is, wordt als ‘matig’ ingeschat. De problematiek rondom de zogenoemde asbestwegen, zoals deze voorkomen in Goor en Harderwijk, wordt in de provincie Noord-Holland niet verwacht. De wegen bij Goor en Harderwijk zijn niet zozeer verhard met (mogelijk) asbesthoudend puin, maar met in hoge mate asbesthoudend afval van asbestverwerkende fabrieken. Uit recent bodemonderzoek op met asbesthoudend puin verharde wegen in de provincie Groningen bleek dat in sommige wegen weliswaar asbest boven de norm aanwezig was, maar dat de gehalten asbest vele malen kleiner zijn dan rond Goor. De risico’s op de blootstelling aan asbest op deze wegen worden dan ook als zeer klein beschouwd. Waarschijnlijk geldt hetzelfde voor de mogelijk met asbesthoudend puin verharde wegen in Noord-Holland. De verdachte asbestwegen vallen onder het Besluit Asbestwegen en onder het bevoegd gezag van de VROM-inspectie. Resultaten Bebouwing: Er zijn 12.744 WOZ –objecten op de Asbest signaleringskaart Bebouwing zichtbaar gemaakt, waarvoor de kans op de aanwezigheid van asbest in de bebouwing als ‘groot’ wordt ingeschat. Het gaat hier om openbare gebouwen (zoals scholen, theaters en grote kantoorgebouwen) en om boerderijen. Daarnaast zijn locaties geïnventariseerd, waar de in het verleden ontplooide bedrijfsactiviteiten reden geven voor de verdenking van de aanwezigheid van asbesthoudende materialen in de bebouwing (bijvoorbeeld als isolatiemateriaal). Voor 486 locaties hiervan geldt dat de kans op de aanwezigheid van asbesthoudende materialen in de bebouwing als ‘groot’ wordt ingeschat. Tenslotte is een indeling gemaakt van de afzonderlijke buurten van de gemeenten in NoordHolland naar de kans op de aanwezigheid van asbest. Wanneer in een buurt veel gebouwen Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
5
staan die in een periode zijn gebouwd waarin de toepassing van asbesthoudende materialen wijdverbreid was, is de buurt als geheel in de categorie ‘grote kans’ op de aanwezigheid van asbest ingedeeld. In de provincie Noord-Holland zijn 85 (van de 1104) buurten in deze categorie ingedeeld. Deze indeling zegt voor alle duidelijkheid (en ten overvloede) niets over de daadwerkelijke aanwezigheid van asbest, maar alleen op de kans van de toepassing ervan. Alleen door het uitvoeren van een vervolgonderzoek kan worden uitgewezen of in de geïnventariseerde gebouwen en buurten daadwerkelijk veel asbesthoudende materialen zijn toegepast. De resultaten van het onderzoek zijn tot uitdrukking gebracht op twee overzichtskaarten, de Asbest signaleringskaart Bodem en de Asbest signaleringskaart Bebouwing, welke digitaal aan de provincie Noord-Holland zijn uitgeleverd. De achterliggende informatie is opgeslagen in een database, welke eveneens digitaal geleverd is. Aanbevelingen Het wordt aanbevolen de rapportage van het onderzoek, voorzien van een duidelijke toelichting, via de website van de provincie openbaar te maken en daarbij voor verdere informatie over de locaties naar de provinciale contactambtenaar te verwijzen. Via deze contactambtenaar kan dan gericht informatie over de locaties op de kaart worden verstrekt, waarbij ook de nuances die bij de kaart horen voor het voetlicht kunnen worden gebracht. Daarnaast moeten de resultaten van de asbest signaleringskaart en de bijbehorende overzichtskaarten en database bij de gemeenten worden geïntroduceerd, zodat de gemeenten bij de voorbereiding van onderhoud aan de wegen of activiteiten op de andere verdachte locaties, de informatie uit de kaart kunnen gebruiken. Disclaimer Het asbest signaleringsonderzoek betreft een inventarisatie en weergave van diverse openbare bronnen (zoals onder andere hinderwet dossiers en informatie uit het bodeminformatiesysteem Globis) welke aanwijzingen geven over de mogelijke aanwezigheid van asbest. De juistheid en volledigheid van dit onderzoek is daarmee afhankelijk van de juistheid en volledigheid van de geraadpleegde bronnen. Het onderzoek geeft een momentopname weer. De rapportage en de kaarten kunnen alleen in onderlinge samenhang correct worden geïnterpreteerd.
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
6
1
Inleiding
1.1
Onderzoeksvraag
Het provinciale project ‘Samenwerking voor betere bodeminformatie’ bestaat uit drie afzonderlijke onderdelen die door Syncera en ReGister worden uitgevoerd: 1. Synchronisatie van data in het provinciale Globis en gemeentelijke BIS-systemen; 2. Opstellen van de asbest signaleringskaart; 3. Analyse van de werkvoorraad en identificatie van potentiële spoedlocaties. Syncera en ReGister hebben deze onderdelen naar expertise onderverdeeld. Syncera houdt zich bezig met de synchronisatie van data. ReGister heeft het opstellen van de asbest signaleringskaart en de analyse van de werkvoorraad en identificatie van spoedlocaties op zich genomen. In deze rapportage worden de opzet en resultaten van het asbest signaleringsonderzoek voor de provincie Noord-Holland beschreven. Uitgezonderd zijn hierbij de ‘rechtstreekse gemeenten’, te weten Amsterdam, Alkmaar, Haarlem en Zaanstad. Daarnaast is de (‘niet rechtstreekse’) gemeente Wormerland uitgezonderd, omdat die zelf al een asbest signaleringskaart heeft laten opstellen. Doel van dit projectonderdeel is inzicht te krijgen in de kans op het voorkomen van asbest in bepaalde gebieden en locaties.
1.2
Toelichting op de onderzoeksopzet
1.2.1
Methodiek Asbest in Kaart
Het asbest signaleringsonderzoek is uitgevoerd volgens de methodiek zoals die is opgenomen 2 in het rapport ‘Asbest in Kaart’, dat in maart 2006 is gepubliceerd. Het betreft een landelijk geldende werkwijze voor het samenstellen van een asbest signaleringskaart. De methodiek Asbest in Kaart onderscheidt drie niveaus: -
-
-
Niveau 1: een eerste signaleringskaart waarin de kans op asbest op een locatie of gebied wordt weergegeven op basis van beschikbare digitale gegevens en een aantal vastomlijnde criteria. Niveau 2: met locaties waarvoor op basis van historisch onderzoek is vastgesteld of asbest daadwerkelijk op de locatie of in woningcomplexen, gebouwen, bedrijven is verwerkt, gestort of toegepast. Niveau 3: met locaties waar op basis van verkennend (bodem)onderzoek Asbest of een Nader (bodem)onderzoek Asbest (conform NEN5707 of NTA 5727) is bepaald of inderdaad asbest in de bodem aanwezig is en, zo ja, of het voorkomen van asbest risico's inhoudt voor de volksgezondheid en milieu.
2
Harmsma, S. e.a. Asbest in Kaart. Historisch onderzoek asbestgebruik, methode asbestkansenkaart. ReGister, Maart 2006.
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
7
Onderhavig project behelst in eerste instantie de uitvoering van niveau 1. Dit betekent dat op basis van al beschikbare digitale gegevens een eerste signaleringskaart is opgesteld. Het onderzoek heeft dus een algemeen inventariserend karakter en omvat de volgende onderdelen: -
Het op de kaart zetten van de locaties waar in het verleden bedrijven waren gevestigd die mogelijk met asbest hebben gewerkt; Het op de kaart zetten van locaties waar in het verleden mogelijk asbesthoudend afval is gestort of toegepast in werken; Het op kaart zetten van de bouwgeschiedenis van de gemeenten en deze bouwgeschiedenis omzetten in de kans op asbest in bebouwing en gebieden; Het op de kaart zetten van specifieke gebouwen als boerderijen, bepaalde bedrijven en openbare gebouwen waarvoor de kans op asbest vanwege de bijzondere gebruiksfuncties een aandachtspunt is.
Als aanvulling op niveau 1 zijn daarnaast ook die locaties uit het bodeminformatiesysteem van de provincie Noord-Holland geselecteerd, waarbij op grond van bodemonderzoek sprake is van de (verdenking van) aanwezigheid van asbest. Op de asbest signaleringskaart wordt naast niveau 1 dus ook informatie van niveau 3 weergegeven. Dit wil echter niet zeggen dat voor alle op de kaart opgenomen locaties een verdieping van de informatie tot niveau 3 is verkregen. Niet alle onderdelen die in de methode Asbest in Kaart tot niveau 1 van de asbest signaleringskaart worden gerekend, zijn in het asbest signaleringsonderzoek van de provincie NoordHolland meegenomen. Er waren geen gegevens beschikbaar over de ligging van rioleringen, waterleiding- en gasbuizen en de materialen waarvan de buizen zijn gemaakt. Daarnaast is niet voor de gehele provincie Noord-Holland luchtfoto-onderzoek uitgevoerd, op basis waarvan dempingen en afgebroken bebouwing in beeld gebracht zijn (dit is alleen gebeurd voor de gemeente Enkhuizen). Deze onderdelen, die in de methode Asbest in Kaart tot niveau 1 gerekend worden komen (met uitzondering van de dempingen in de gemeente Enkhuizen) op de asbest signaleringskaart van de provincie Noord-Holland niet voor. Na het verzamelen en op de kaart zetten van de informatie is bepaald voor welke locaties en gebieden de kans op de aanwezigheid van asbest in de bodem en bebouwing het grootst is. Hiertoe is de kansenindeling toegepast die in Asbest in Kaart is uitgewerkt. Voor locaties die als asbestverdachte locaties op de kaart zijn opgenomen geldt nadrukkelijk dat niet met zekerheid gezegd kan worden of er daadwerkelijk asbest op de locaties zal worden aangetroffen. Alleen door het eventueel uitvoeren van vervolgonderzoek naar deze locaties zal dit met enige zekerheid kunnen worden vastgesteld. Daarnaast moet aangetekend worden dat wanneer op een locatie daadwerkelijk asbest is of zal worden aangetroffen, het niet gezegd is dat er grote risico’s voor de volksgezondheid bestaan. Ook hier zal vervolgonderzoek uitsluitsel kunnen geven. Dit vervolgonderzoek valt geheel buiten de opzet van het asbest signaleringsonderzoek zoals deze voor de provincie Noord-Holland is vervaardigd. De asbest signaleringskaart fungeert kortom uitsluitend als een signaleringskaart voor mogelijke asbestverdachte locaties. De asbest signaleringskaart wordt dan ook vooral gezien als een hulpmiddel voor zowel gemeentelijke diensten, zoals de dienst Bouw- en woontoezicht, de afdelingen Milieu en/of Bodem en de brandweer, als voor provinciale diensten, zoals de afdeling Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
8
Bodem. In geval van dynamiek, zoals bij gebiedsontwikkeling, kan door een bevoegd gezag in de resultaten van de inventarisatie aanleiding worden gezien om op één of meerdere locaties een nader onderzoek in te stellen. Daarnaast kan een bevoegd gezag naar eigen inzicht op basis van de asbest signaleringskaart tot nader onderzoek op individuele locaties overgaan. Hierbij kan gedacht worden aan een bestudering van de bronnen die aan de opname van deze locaties ten grondslag liggen, bestudering van aanvullende bronnen en het daadwerkelijk uitvoeren van een bodemonderzoek. De asbest signaleringskaart beoogt daarbij niet meer te zijn dan een inventarisatie van de asbestverdachte locaties binnen de provincie Noord-Holland op dit moment, op basis van gegevens die op dit moment voorhanden zijn. De informatie die is verzameld met betrekking tot de verschillende thema’s is zichtbaar gemaakt op twee overzichtkaarten: • Kaart A: Asbest signaleringskaart Bodem. Hierop zijn de locaties weergegeven waarop mogelijk bodemverontreiniging met asbest is ontstaan als direct gevolg van de activiteiten, die in het verleden op een locatie zijn uitgevoerd; • Kaart B: Asbest signaleringskaart Bebouwing. Hierop zijn de locaties weergegeven waar mogelijk asbest in de bebouwing is toegepast. De toepassing van asbesthoudend bouwmateriaal kan indirect tot de verontreiniging van de bodem hebben geleid door bewerking van de materialen op de bouwplaats en/of sloop van gebouwen.
1.2.2
Prioritering vervolgonderzoek
De indeling van de verzamelde gegevens over locaties en gebieden naar kans op aanwezigheid van asbest biedt een hulpmiddel voor het bevoegd gezag bij het bepalen welke locaties met prioriteit moeten worden opgepakt. Beperkt beschikbare middelen kunnen zo gemotiveerd worden ingezet om risico’s uit te sluiten. Door welk bevoegd gezag eventueel vervolgonderzoek zal worden geïnitieerd kan per geval verschillen. Te denken valt aan de gemeentelijke dienst Bouw- en Woontoezicht, die in geval van sloop een onderzoek zal kunnen eisen, of aan de afdelingen Bodem bij gemeente en/of provincie die bij gebiedsontwikkeling een onderzoek naar de aanwezigheid van asbest kunnen vorderen.
1.3
Leeswijzer
Het rapport beschrijft de opzet en de uitkomsten van het uitgevoerde onderzoek en geeft een verklaring van de tijdens de inventarisatie opgenomen elementen. In hoofdstuk 2 wordt een beschrijving gegeven van de informatie die is gebruikt bij de totstandkoming van de Asbest signaleringskaarten Bodem en Bebouwing. Tevens wordt hier aandacht besteed aan eventuele tekortkomingen van deze informatie. De insteek en opzet van het asbest signaleringsonderzoek niveau 1 worden uitgelegd in hoofdstuk 3. De daadwerkelijke uitvoering van de inventarisatie en het vertalen van de verzamelde informatie naar de kans op asbest in bepaalde gebieden en locaties, komen aan de orde in hoofdstuk 4. Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
9
In hoofdstuk 5 worden de belangrijkste resultaten en aanbevelingen weergegeven. In hoofdstuk 6 tenslotte worden handreikingen gegeven voor de omgang met en het gebruik van de asbest signaleringskaart.
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
10
2
Geraadpleegde digitaal beschikbare gegevens
2.1
Verkregen gegevens
Voor het samenstellen van de asbest signaleringskaart niveau 1 is uitsluitend gebruik gemaakt van beschikbare digitale informatie. Hieronder volgt een beschrijving van de bestanden die voor de asbest signaleringskaart zijn verzameld. 2.1.1
Provinciale bestanden
Van de provincie Noord-Holland zijn de volgende bestanden verkregen: -
Het Historisch Bodembestand (de actuele bestanden zijn in het kader van het onderdeel analyse van de werkvoorraad verzameld); Een actueel overzicht (2007) van reeds uitgevoerd asbestonderzoek uit GLOBIS, inclusief contouren; Een overzicht van NAVOS-locaties, inclusief contouren; De digitale ondergrond (Top10 -vector) van de provincie; Digitale contouren van de gemeentelijke buurtindeling.
2.1.2
Gemeentelijke bestanden
Bij de gemeenten zijn gegevens uit de gemeentelijke WOZ-bestanden aangevraagd. Deze bestanden zijn opgesteld in het kader van de Wet Waardering Onroerende Zaken en bevatten informatie over zaken als het pandgebruik en bouwjaar van panden. Deze gegevens dienen als basis voor het samenstellen van een overzicht van de bouwgeschiedenis van buurten en wijken. Voor een deel van de gemeenten was het niet mogelijk de gegevens in het gewenste bestandsformaat te leveren. Gegevens die niet in Access- of Excelformaat zijn aangeleverd, zijn zo mogelijk door Dataland geconverteerd. Daarnaast zijn niet van iedere gemeente de gegevens tijdig ontvangen. Indien Dataland gegevens van deze gemeenten reeds in beheer had, zijn deze door haar aangeleverd. Van onderstaande gemeenten ontbreekt informatie, is incomplete informatie aangeleverd, of konden de bestanden niet naar een werkbaar formaat worden geconverteerd: Tabel: gemeenten met ontbrekende of onbruikbare WOZ-gegevens
Gemeente Drechterland Edam-Volendam Haarlemmermeer Laren Muiden Ouder-Amstel Purmerend Texel Uithoorn Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
Reden Bestand niet converteerbaar Bestand niet converteerbaar Gegevens niet (tijdig) aangeleverd Gegevens niet (tijdig) aangeleverd Gegevens niet (tijdig) aangeleverd Gegevens niet (tijdig) aangeleverd Veld ‘Objectcode’ niet gevuld Gegevens niet (tijdig) aangeleverd Gegevens niet (tijdig) aangeleverd
11
Wieringermeer Zeevang
Gegevens niet (tijdig) aangeleverd Bestand niet converteerbaar
WOZ-objecten zonderbekende ligging Niet voor ieder WOZ –object waren in de door de gemeenten aangeleverde bestanden coördinaten opgenomen. Daarnaast bleek het voor Dataland niet mogelijk van door hen geconverteerde bestanden en in beheer zijnde WOZ –gegevens de coördinaten te leveren. Voor zover mogelijk zijn WOZ- objecten zonder bekende ligging op basis van de postcodetabel van de provincie Noord-Holland van de juiste coördinaten voorzien. Omdat in deze postcodetabel geen huisnummers opgenomen zijn, zijn de coördinaten aan de WOZ –objecten gekoppeld op basis van de postcode zonder huisnummer. Dit heeft tot gevolg dat een reeks locaties (zonder bekende ligging) die binnen een bepaalde postcodereeks gelegen is, dezelfde coördinaten toegekend heeft gekregen. In het databestand is opgenomen of een WOZ –object oorspronkelijke (door de gemeenten aangeleverde) coördinaten heeft, of coördinaten op basis van het postcodebestand. Ook na deze bewerking zijn er WOZ -objecten overgebleven, waarvan de huidige ligging niet bekend is. Tabel: WOZ –objecten met en zonder coördinaten
WOZ objecten
Aantal
Percentage
Geen coördinaat
24821
3%
Coördinaat geleverd
365802
50%
Coördinaat op basis postcodetabel
344122
47%
Totaal
734745
100%
Ofschoon het aantal WOZ objecten zonder coördinaten op het geheel genomen niet groot is (3%), kan met een eventuele vervolgactie, zoals het aankopen van coördinaten bij het Kadaster, worden geprobeerd alsnog coördinaten voor deze locaties te achterhalen.
2.1.3
Gegevens van de waterschappen van Noord-Holland
Bij alle waterschappen die opereren op het grondgebied van de provincie Noord-Holland is nagegaan of geschikte digitale (grafische) informatie beschikbaar is met onderzoeksinformatie over asbest in bestaande watergangen. Dit bleek niet het geval. Van de Waterschappen is dan ook geen informatie weergegeven op de asbest signaleringskaart.
2.2
Opslag gegevens
Voor de opslag van de in het onderzoek te verzamelen gegevens is in ACCESS een database gemaakt, die via locatienummering aan een digitale kaart is gekoppeld. Van alle grafische gegevens zijn met behulp van een GIS –applicatie shape-files gemaakt. De database voor de op-
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
12
slag van de gegevens die als basis voor de asbest signaleringskaart worden gebruikt, bevat de volgende informatie: -
Gemeentenaam en code; Gegevens over de buurtindeling; Coördinaatgegevens; Periode van bouw; Adresgegevens; Bron waarop de vermelding is gebaseerd; Inschatting van de kans op asbest.
Niet voor iedere locatie zijn bovenstaande gegevens bekend, waardoor sommige velden niet zijn gevuld. Voor sommige locaties is indien relevant aanvullende informatie toegevoegd. Tussen de database en de GIS-applicatie is een koppeling (de locatiecodering) aangebracht, zodat de gegevens die op de kaart worden ingetekend verbonden zijn met de gegevens in de achterliggende database.
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
13
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
14
3 3.1
Niveau 1: Inventarisatie Inhoud en onderdelen
Het eerste niveau van de het asbest signaleringsonderzoek bestaat uit een inventarisatie van locaties waar mogelijk asbest is gebruikt of toegepast. Daarbij is gewerkt met al beschikbare digitale gegevens, die vervolgens op de kaart zichtbaar zijn gemaakt. De inventarisatie is uitgewerkt in twee onderdelen, namelijk: 1. Het op de kaart zetten van verdachte locaties als voormalige asbestverwerkende bedrijven, stortlocaties en dempingen op een Asbest signaleringskaart Bodem. Deze stap heeft als doel locaties op de kaart te zetten waar als gevolg van bedrijfsactiviteiten of door reguliere of irreguliere stort asbest in de bodem kan zijn terechtgekomen. Ook het resultaat van al uitgevoerd asbestonderzoek is op de kaart verwerkt; 2. Het samenstellen van een Asbest signaleringskaart Bebouwing waarop de kans op de toepassing van asbesthoudende materialen in de bouw wordt weergegeven. Deze stap dient als eerste indicatie voor de kans op de aanwezigheid van asbest in de bebouwing. De kaart geeft echter ook inzicht in de kans op perceelsoverschrijdende gevallen van bodemverontreiniging als gevolg van bouwafval dat tijdens de bouw van bepaalde wijken of gebouwen kan zijn ontstaan. Zowel tijdens de uitvoering van het project als in de rapportage is een duidelijk onderscheid aangehouden tussen de thema’s asbest in de ‘bodem’ en asbest in ‘bebouwing’ en beide thema’s zijn op een aparte kaart uitgewerkt. Deze tweedeling op de kaart is van belang omdat de problematiek vanuit het oogpunt bodem zowel qua schaal van het verbruik, de aard van de toepassingen, als mogelijke risico’s en kansen, van een andere aard is. Bij de Asbest signaleringskaart Bodem gaat het in de eerste plaats om locaties waar mogelijke bodemverontreiniging met asbest is, of kan zijn ontstaan, als direct gevolg van de activiteiten die in het verleden op een locatie zijn uitgevoerd. De Asbest signaleringskaart Bebouwing geeft in eerste instantie de kans op de aanwezigheid van asbest in huidige bebouwing weer. Van ‘kans’ op asbest is dus vooral sprake in de huidige bebouwing. De grootschalige toepassing van asbesthoudende producten bij de bouw kan hier indirect bodemverontreiniging veroorzaakt hebben met name door bewerkingen van asbesthoudende materialen op de bouwplaats en/of de sloop van gebouwen. Een concreet voorbeeld hiervan is de wijk De Schouw-Oost in Lelystad waar als gevolg van de toepassing van asbestcementproducten 4,7 hectare ernstig bleek te zijn verontreinigd met asbesthoudend plaat-, zaag- en breukmateriaal.
3.2
De kansenindeling
De methodiek Asbest in Kaart zoals beschreven in het rapport Asbest in Kaart maakt onderscheid in verschillende kansen. De indeling naar kansen op de aanwezigheid van asbest is voor Niveau 1 als volgt: Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
15
Tabel: kansenindeling
Kansomschrijving Geen of geringe kans op asbest Matige kans op asbest Grote kans op asbest Zeer grote kans op asbest
Kans < 10% 10-50% 50-90% 90-100%
Kaart Licht geel Geel Oranje Rood
De indeling van de kansen is op de volgende veronderstellingen gebaseerd: -
-
De categorie ‘geen of geringe kans op asbest’: de gebieden of locaties waarvan wordt geschat dat in minder dan 1 op 10 locaties ook daadwerkelijk asbest is verwerkt, gestort of toegepast; De categorie ‘matige kans op asbest’: de gebieden en locaties waarvan wordt geschat dat in 10 tot 50 procent van de locaties asbest is verwerkt, gestort of toegepast; De categorie ‘grote kans op asbest’: de gebieden en locaties waarvan wordt geschat dat in 50 tot 90 procent van de locaties asbest is verwerkt, gestort of toegepast; De categorie ‘zeer grote kans op asbest:’ de gebieden en locaties waar bijna zeker asbest is verwerkt, gestort of toegepast.
In welke categorie een locatie is geplaatst, is afhankelijk van de periode waarin de wijk of het bedrijfsterrein is gebouwd of aangelegd, of waarin een bepaald bedrijf actief is geweest. De volgende vier periodes worden daarbij onderscheiden: -
-
-
De periode voor 1955: in deze periode werden asbest en asbesthoudende producten over het algemeen op geringe schaal verwerkt, geproduceerd en toegepast; De periode 1955-1978: in deze periode zijn asbest en asbesthoudende producten op grote schaal verwerkt en geproduceerd en het meest wijdverbreid toegepast, terwijl er geen weten regelgeving was voor het storten van asbesthoudend afval; De periode 1978-1993: in deze periode liep de verwerking van asbest en de productie van asbesthoudende materialen terug en was ongecontroleerd storten van asbesthoudend afval voor een deel door wet- en regelgeving aan banden gelegd; De periode na 1993: sinds 1993 is het gebruik van asbest en de toepassing van asbesthoudende producten verboden en het storten van asbesthoudend afval aan regelgeving onderworpen.
Let wel, de percentages en de indeling zeggen alleen iets over de mogelijke aanwezigheid op toepassing van asbest of asbesthoudende producten op de locatie of in het gebouw en niets over het voorkomen van asbest in de bodem of bepaalde risico’s op blootstelling aan asbestvezels. Dat kan alleen door gericht onderzoek op de locaties worden vastgesteld.
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
16
4
Resultaten inventarisatie
4.1
Asbest signaleringskaart Bodem
Voor het samenstellen van de Asbest signaleringskaart Bodem zijn de volgende thema’s op de kaart gezet: -
Asbestverwerkende bedrijven: asbest kan zijn verwerkt bij de productie van asbesthoudende materialen; Stortlocaties, waar mogelijk asbesthoudend bouw-, sloop-, of fabrieksafval kan zijn gestort; Locaties waar asbesthoudende materialen in een werk kunnen zijn toegepast; Locaties waarvoor in reeds uitgevoerd (bodem)onderzoek is geconstateerd dat sprake is van bodemverontreiniging met asbest.
4.1.1
Asbestverwerkende bedrijven
De belangrijkste fabrieken waar fabrieksmatig asbesthoudende materialen zijn geproduceerd, zijn door ReGister in het landelijk onderzoek Asbest in Kaart beschreven. Een aantal van deze fabrieken bevinden zich in de provincie Noord-Holland. Uit het Historisch Bodembestand zijn deze fabrieken geselecteerd. Tabel: asbestverwerkende bedrijven Asbest in Kaart
Cluster_ID
Bedrijfsnaam
Plaats
Aard bedrijf
Tormos
Beverwijk
remblokjes (schijfremblokjes)
Rijkswerf/ Koninklijke Marine
Den Helder
scheepswerf
Rem en frictiemateriaal B.V. (Kühne)
Heerhugowaard
remblokjes
C0406000001
Balamundi
Huizen
vloerbedekking
C0453000502
HIM-chemie
Velsen
kit (moffenkit)
Corus/ Hoogovens
Velsen
hoogovens
Alleen de fabrieken waarvan in de tabel het Cluster_ID is vermeld, zijn achterhaald in het Historisch Bodembestand van de provincie Noord-Holland. Deze locaties zijn ingedeeld in de categorie ‘Zeer grote kans’ op de aanwezigheid van asbest. Daarnaast zijn er bedrijven geweest waar minder grootschalig asbest- of asbesthoudende materialen zijn verwerkt. Deze bedrijven staan ook in het Historisch Bodembestand en zijn op basis van de UBI-code, waarmee de activiteit wordt uitgedrukt, uit het bestand gehaald. Hierbij is gebruik gemaakt van de interne kennisdatabank van ReGister, waarin ondermeer gegevens zijn vastgelegd over bedrijfsactiviteiten waarbij (mogelijk) op kleinschaliger niveau met asbest is gewerkt.
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
17
Voor de provincie Noord-Holland betreft het de volgende activiteiten: Tabel: Asbestverdachte bedrijfsactiviteiten Noord-Holland
UBI -code
UBI -omschrijving
1753
vezel- en viltzeilindustrie
175304
vloerzeilfabriek
175305
linoleumfabriek
2020
triplex-, fineer-, vezel-, board-, spaanderplaatindustrie
205201
kurkwarenfabriek
21
papier- en papierwarenindustrie
2112
papier- en kartonfabriek
212
papier- en kartonwarenfabriek
24301
verffabriek
243011
verfmolen
2462
lijm- en plakmiddelenfabriek
265
cement-, kalk- en gipsindustrie
268204
isolatiemateriaalfabriek
2851
metaaloppervlaktebehandelingsbedrijf
29
machine- en apparatenindustrie
2913
afsluiters-, kleppen-, kranen-, ventielenfabrieken
2940
gereedschapswerktuigenfabriek
31
elektrische machine- en apparatenindustrie
3130
elektrische draad- en kabelfabriek
34201
carrosseriefabriek
351101
scheepswerf, nieuwbouw en reparatie (metaal na 1890)
351102
scheepsschilderbedrijf en -spuiterij
351103
scheepssloperij
351104
droogdok (scheepsreparatie)
3514
baggervaartuigenwerf
3515
woonbotenwerf
3550
transportmiddelenfabriek n.e.g.
4532
isolatiebedrijf
De totale selectie is vervolgens op basis van vaste criteria als ouderdom en aard van gebruik (verwerking of toepassing) ingedeeld op kans. In de volgende tabel staan de verschillende mogelijke combinaties:
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
18
Tabel: indeling op kans
Periode
Verwerking
Toepassing
Start en eind voor 1955
Geen of geringe kans
Geen of geringe kans
Start onbekend, eind voor 1955
Geen of geringe kans
Geen of geringe kans
Start voor 1955 en eind na 1955
Grote kans
Matige kans
Start 1955-1978
Grote kans
Grote kans
Start 1978-1993
Matige kans
Matige kans
Start onbekend, eind 1978-1993
Matige kans
Matige kans
Start onbekend, eind na 1993
Matige kans
Geen of geringe kans
Start na 1993
Geen of geringe kans
Geen of geringe kans
Start en eind onbekend
Grote kans
Matige kans
Voor veel Adrescluster –locaties geldt dat er meerdere vermeldingen in het HBB zijn opgenomen. In die gevallen is steeds uitgegaan van ‘worst case -scenario’, dat wil zeggen dat de locatie is ingedeeld op basis van de meest ‘ernstige’ combinatie van activiteit en periode. De activiteit ‘Asbesthoudend puin’ is in alle gevallen als ‘Grote kans’ op de aanwezigheid van asbest aangemerkt. Daarnaast zijn de Adrescluster –locaties die naar voren zijn gekomen in het rapport ‘Asbest in kaart’ ingedeeld in de categorie ‘Zeer grote kans’. Uiteindelijk zijn zo de volgende aantallen verkregen: Tabel: aantallen adresclusters met asbestverdenking
Asbestverdacht Zeer grote kans
Aantal 2
Grote kans
544
Matige kans
130
Geen of geringe kans
151
Totaal (Adrescluster -locaties)
827
Van deze adresclusters zijn er slechts acht, die op basis van hun prioritering in het Historisch Bodembestand niet tot de werkvoorraad gerekend zouden worden.
4.1.2
Stortlocaties
Behalve als gevolg van het verwerken van asbest in een productieproces kan ook bodemverontreiniging ontstaan door de stort van asbesthoudend bouw-, sloop of industrieel afval. In het rapport Asbest in Kaart wordt een aantal stortlocaties benoemd waar door grootschalige asbestverwerkende fabrieken asbesthoudend afval is gestort. Ook uit een recent door ReGister uitgevoerd onderzoek naar de fabrieken van Van Gelder Papier in Wormer (asbestpapier) en Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
19
Forbo te Assendelft (vinylvloerbedekking op basis van asbestpapier) is een aantal regionale stortplaatsen naar voren gekomen waar mogelijk op grote schaal asbesthoudend materiaal is 3 gestort . Deze locaties zijn op de kaart gepresenteerd en zijn ingedeeld als locaties met een zeer grote kans op asbest. De locaties waar asbesthoudend industrieel afval is gestort zijn aangevuld met informatie over overige stortlocaties. Hiervoor is een selectie gemaakt van: -
Stortlocaties uit GLOBIS; Stortlocaties uit het Historisch Bodembestand.
Stortlocaties Globis:
Ten eerste is gekeken op welke locaties een UBI-code betreffende stort van toepassing was. Vervolgens is bekeken voor welke locaties in de volgende tekstvelden de term ‘stort’ (of ‘navos’) is opgenomen: GLOBIS_OWNER_GLS_LOCATIE Veld SEBPARTIJ selectie ‘Navos’ GLOBIS_OWNER_GLS_LOCATIE Veld LOC_NAAM selectie ‘Stort’ GLOBIS_OWNER_GLS_LOCATIE Veld OPMERKING selectie ‘Stort’ GLOBIS_OWNER_GLS_MEMO Veld Memo selectie ‘Stort’ In het geval van het voorkomen van de term ‘stort’ in het memoveld, is per locatie bekeken of het inderdaad een stortplaats betrof. In totaal zijn uit Globis 790 stortlocaties geselecteerd en op de kaart gezet.
HBB Stortlocaties:
Daarnaast is in het HBB van de provincie Noord-Holland gezocht naar stortplaatsen. In totaal 86 HBB –stortlocaties, die geen koppeling hebben met een reeds geselecteerde Globis-locatie, zijn toegevoegd. Hierbij dient aangetekend dat er wel degelijk een (geografische) overlap kan zijn tussen een Globis- stortlocatie en een HBB- stortlocatie. De HBB –stortlocaties zijn indien mogelijk als puntlocatie op de kaart gezet. Voor 44 HBB –stortlocaties zijn in het Historisch Bodembestand geen coördinaten opgenomen.
Rapport Inventarisatie Stortplaatsen Chemisch afval in de provincie Noord-Holland (Haarlem 26 februari 1981):
In 1981 is een inventarisatie gemaakt van stortlocaties binnen de provincie Noord-Holland, waar mogelijk chemisch afval is gestort. Van deze stortplaatsen zijn in het rapport omschrijvingen opgenomen. Op basis van deze beschrijvingen is één aanvullende locatie geselecteerd, waar mogelijk asbesthoudend afval kan zijn gestort.
3
ReGister, ‘Asbest in de Zaanstreek’ (project 06016, 29-01-2007)
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
20
Stortlocaties waarvoor niet verwacht wordt dat door de primaire asbestverwerkende industrie asbesthoudend grootschalig afval is gestort, zijn ingedeeld in de categorie ‘matige kans op asbest’. Dit met het oog op de mogelijke stort van asbesthoudend puin op de stortlocaties. In totaal zijn de volgende aantallen stortlocaties opgenomen: Tabel: Aantallen stortlocaties HBB en Globis
Asbestverdacht Zeer grote kans
Aantal 2
Matige kans
874
Totaal
876
4.1.3
Toepassing van afval in een werk
Tot in de jaren ‘70 maakten slechts weinigen zich druk om de stort van industrieel afval, laat staan over de stort van (asbesthoudend) bouw- en sloopafval. Het werd ook niet als een probleem gezien wanneer nuttige toepassingen voor het afval werden gevonden, zoals het ophogen van een stuk grond, het verharden van een weg of het dempen van sloten. Uit het Historisch Bodembestand zijn daarom ook gegevens over dempingen, ophogingen en erfverhardingen waar mogelijk bouw- of sloopafval is terechtgekomen, geselecteerd. Het gaat om de volgende UBI-codes: Tabel: UBI-codes afval in werk
UBI-code 900060 900067 900070 900077 900080 900087
Omschrijving activiteit Demping (niet gespecificeerd) Demping met puin en/of bouw- en sloopafval Ophooglaag (niet gespecificeerd) Ophooglaag met puin en/of bouw- en sloopafval Erfverharding (niet gespecificeerd) Erfverharding met puin en/of bouw en sloopafval
Uit het Historisch Bodembestand zijn de volgende dempingen en ophooglagen geselecteerd: Tabel: Dempingen en ophooglagen asbestverdacht
Soort locatie demping (niet gespecificeerd)
Aantal 162
ophooglaag (niet gespecificeerd)
3
demping met puin en/of bouw- en sloopafval
2
Totaal
167
Deze locaties zijn ingedeeld in de categorie ‘matige kans op asbest’. Voor 1 van deze locaties zijn geen coördinaten opgenomen in het HBB. Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
21
Omdat binnen de provincie Noord-Holland alleen voor de gemeente Enkhuizen een inventarisatie van dempingen en ophooglagen is uitgevoerd, zijn vrijwel alle locaties uit de hierboven beschreven selectie gelegen in deze gemeente. 4.1.4
Locaties uit bodemonderzoek
Naast informatie over de hierboven beschreven verdachte locaties zullen ook onderzochte locaties op de kaart worden gezet waarvoor uit bodemonderzoek al is gebleken dat de bodem met asbest verontreinigd is. Hiervoor is uitgegaan van reeds beschikbare gegevens uit Globis. Er is voor gekozen een ‘brede’ selectie uit het bodeminformatiesysteem te maken. Hoe deze selectie tot stand is gekomen wordt hierna beschreven. Omdat het hier over het algemeen locaties betreft waar daadwerkelijk asbest is aangetoond, is ervoor gekozen de locaties niet in te delen naar de kans op de aanwezigheid van asbest. In plaats daarvan worden de locaties ingedeeld naar de vervolgactie die op een locatie van toepassing is. Indien voor een locatie in Globis geen duidelijke vervolgactie (met betrekking tot de aanwezigheid van asbest) is aangegeven, dan is deze op basis van de aanwezige informatie door ReGister bepaald. Hierbij is de volgende indeling gehanteerd: • Onverdacht (geen vervolgonderzoek); • Voldoende onderzocht (geen vervolgonderzoek); • Asbest aangetoond (onderzoek niet conform NEN): uitvoeren vervolgonderzoek/ sanering. Of en welk type vervolgonderzoek uiteindelijk op een locatie zal worden uitgevoerd is een beslissing die bij het bevoegd gezag ligt. Selectie onderzochte locaties Globis:
Ten eerste is een selectie gemaakt van locaties op basis van de volgende velden: • GLOBIS_OWNER_GLS_LOCATIE Veld ASBESTSTAT is not null (and not 1 (onverdacht)); • GLOBIS_OWNER_GLS_LOCATIE Veld OPMERKING doorzocht op “asbest”; • GLOBIS_OWNER_GLS_MEMO Veld MEMO doorzocht op “asbest”; • GLOBIS_OWNER_GLS_ANALYSE Veld STOF_CODE doorzocht op “asbest”; • GLOBIS_OWNER_GLS_LOCATIE Veld LOC_NAAM doorzocht op “asbest”; • GLOBIS_OWNER_GLS_RAPPORT Veld RAPNAAM doorzocht op “asbest”. Voor in totaal 534 locaties in Globis waren één of meerdere velden volgens de hierboven beschreven wijze gevuld. Op basis van de gegevens uit deze velden is vervolgens bepaald hoe groot de kans op de aanwezigheid van asbest op de verschillende geselecteerde locaties wordt ingeschat. Hierbij is bovenstaande volgorde aangehouden bij de indeling van de locaties. Dit wil zeggen dat locaties die al zijn ingedeeld op basis van analyseresultaten niet zijn meegenomen bij de inschatting op basis van de gegevens uit het veld “OPMERKING”, en zo verder.
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
22
Analyse asbest:
Op 307 locaties is reeds een analyse op asbest uitgevoerd (het veld “ASBESTSTAT” is gevuld). Op basis hiervan zijn verschillende conclusies aangegeven. Omdat daadwerkelijk is onderzocht of asbest aanwezig is op de locaties (al dan niet conform NEN 5707), zijn de locaties uit Globis niet ingedeeld naar de kans op de aanwezigheid van asbest, maar op de (geëigende) vervolgactie op basis van de analyseresultaten. In onderstaande tabel staat deze indeling weergegeven. Locaties waarbij de conclusie op basis van de analyseresultaten ‘onverdacht’ luidde, zijn op voorhand uit de selectie gelaten Tabel: Locaties Globis met analyse asbest
Omschrijving Verdacht op basis van UBI-code, sign.kaart of 2 andere info Asbest aangetoond, onderzoek niet conform 3 NEN;
Vervolg
Status
Aantal
Uitvoeren vervolgonderzoek
85
Uitvoeren vervolgonderzoek
21
4 Onderzocht conform NEN en >= 100 mg/kg;
Uitvoeren vervolgonderzoek
97
5 Onderzocht conform NEN en < 100 mg/kg; Onderzocht conform NEN en asbest niet aange6 toond (< det. limiet)
Voldoende onderzocht
53
Voldoende onderzocht
51
Totaal
307
Opmerking Asbest:
Daarnaast wordt bij elf locaties het woord asbest genoemd in het opmerkingenveld. Voor deze locaties is op basis van de inhoud van het opmerkingenveld aangegeven wat de geëigende vervolgactie is. Omdat voor deze locaties het veld “ASBESTSTAT” niet is gevuld, en niet bekend is of het uitgevoerde onderzoek conform NEN 5707 is uitgevoerd, wordt er vanuit gegaan dat dit niet het geval is. Voor drie locaties is vastgesteld dat (op basis van een eventuele asbestverdenking) geen vervolgonderzoek nodig is. Voor de overige 8 locaties is bepaald dat (door het bevoegd gezag) wel tot vervolgonderzoek kan worden besloten om te kunnen bepalen wat een eventuele vervolgactie in zou moeten houden. Memo asbest:
In het veld MEMO is voor verschillende locaties de term ‘Asbest’ opgenomen. De memovelden van deze locaties zijn bekeken, en op basis van de strekking ervan zijn de locaties ingedeeld op de geëigende vervolgacties. Hierbij zijn de volgende aannames gedaan: Locaties asbest in veld Memo
Omschrijving Asbest aangetroffen (ongeacht hoeveelheid) •
Asbesthoudend materiaal aangetroffen (hechtgebonden -platen, buizen etc.) • Locatie met puin, erfverharding, demping • Nader onderzoek naar asbest noodzakelijk • Asbestonderzoek nodig (procedureel) • Onderzoek uitgevoerd, uitkomst onbekend Geen asbest aangetoond (wel onderzocht) Totaal Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
Asbestverdacht Uitvoeren vervolgonderzoek Uitvoeren vervolgonderzoek
Aantal 89 39
Uitvoeren vervolgonderzoek
31
Voldoende onderzocht
15 174
23
Ook bij deze verzameling is ervan uitgegaan dat de onderzoeken niet conform NEN 5707 zijn uitgevoerd. Door het bestuderen van de onderzoeksrapporten van deze locaties kan worden vastgesteld of dit inderdaad het geval is, en of de voorgestelde vervolgacties inderdaad moeten worden uitgevoerd. Stof_code Asbest:
Het veld STOF_CODE is voor dertien locaties gevuld met de term “asbest”. Er wordt vanuit gegaan dat het onderzoek op deze locaties niet conform NEN 5707 is uitgevoerd (veld “ASBESTSTAT” is niet gevuld). Deze locaties zijn alle ingedeeld in de categorie ‘Uitvoeren vervolgonderzoek’. Rapportnaam Asbest:
Op een aantal locaties hadden bodemonderzoeksrapporten betrekking, waarvan in de titel de term ‘Asbest’ was opgenomen. Voor deze locaties is bekeken welk vervolg in Globis is ingevuld. Indien ingevuld is het vervolg van Globis overgenomen. Wanneer in Globis geen vervolg bekend was, is het vervolg op ‘Uitvoeren vervolgonderzoek’ gezet. In onderstaande de tabel staat de verdeling in aantallen weergegeven: Tabel: Locaties asbest in rapportnaam
Vervolgactie
Aantal
Geen vervolg
6
Uitvoeren vervolgonderzoek
9
Uitvoeren Sanering
1
Uitvoeren Saneringsevaluatie
9
Uitvoeren Saneringsplan
4
Totaal
29
Lijst locaties met asbestproblematiek provincie Noord-Holland:
In 2003 is door de provincie Noord-Holland aan ReGister een lijst met locaties aangeleverd, waar indertijd een asbestprobleem speelde. Locaties die op deze lijst opgenomen waren, maar uit de hiervoor beschreven selecties niet naar boven zijn gekomen, zijn aan de verzameling Globis –locaties toegevoegd. Indien voor deze locaties in het actuele Globis –bestand (2007) een vervolg is opgenomen, is dit vervolg overgenomen. In de andere gevallen is het vervolg voor deze locaties op ‘Uitvoeren vervolgonderzoek’ gezet. Het betreft in totaal 16 locaties.
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
24
Gehele selectie asbest onderzochte locaties Globis:
In totaal zijn uit Globis de volgende aantallen locaties geselecteerd en ingedeeld: Tabel: Locaties met bodemonderzoek Globis
Vervolgactie
Aantal
Uitvoeren Nader onderzoek Uitvoeren Sanering Uitvoeren Saneringsevaluatie Uitvoeren Saneringsplan
404 2 10 5
Voldoende onderzocht
129
Totaal
550
Voor alle duidelijkheid dient aangetekend dat voor geen van de geselecteerde locaties de rapporten van uitgevoerde onderzoeken zijn bekeken. De indeling is tot stand gekomen op basis van de hiervoor beschreven aannames. Zo zullen onder de locaties met als vervolgactie ‘Uitvoeren vervolgonderzoek’ locaties voorkomen, waarvoor het reeds uitgevoerde onderzoek toch als voldoende kan worden beschouwd. Controle aan de hand van de onderzoeksrapporten zal kunnen uitwijzen of de hier toegekende vervolgacties (of de vervolgacties uit Globis) juist zijn. De beslissing om over te gaan tot het uitvoeren van vervolgonderzoek, en de vorm waarin dit moet worden gegoten, berust volledig bij het bevoegd gezag. De aanduiding ‘vervolgonderzoek’ wil alleen maar zeggen dat om zekerheid te krijgen over de daadwerkelijke aanwezigheid van asbest op een locatie, aanvullend onderzoek noodzakelijk is. Locaties op basis van Historisch Bodembestand en uitgevoerd bodemonderzoek
Er is een aantal asbestverdachte locaties uit het Historisch Bodembestand, die zijn gekoppeld aan één van de 550 Globislocaties waarvoor in Globis is opgenomen dat er asbest is aangetroffen: Tabel: Locaties asbestverdacht zowel in HBB als in Globis
CLUS_ID
LOC_CODE
Asbestverdacht
Vervolg Globis
C0358000373
NH035800237
Matige kans
Uitvoeren vervolgonderzoek
C0388000775
NH038800113
Grote kans
Uitvoeren vervolgonderzoek
C0397000350
NH039700017
Grote kans
Uitvoeren vervolgonderzoek
C0402000531
NH040200010
Grote kans
Uitvoeren vervolgonderzoek
C0402000541
NH040200010
Grote kans
Uitvoeren vervolgonderzoek
C0402001605
NH040200010
Geen of geringe kans
Uitvoeren vervolgonderzoek
C0852000007
NH085200077
Grote kans
Voldoende onderzocht
C1696000189
NH039000034
Grote kans
Uitvoeren vervolgonderzoek
C1696000189
NH169600022
Grote kans
Uitvoeren vervolgonderzoek
Voor deze locaties wordt het vervolg van de Globis –locatie als leidend beschouwd. Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
25
Synchronisatie met (potentiële) Spoedlocaties
Na het vaststellen van de selectie van asbestverdachte locaties, en de selectie van locaties waar onderzoek is uitgevoerd naar de aanwezigheid van asbest, is bekeken of er een overlap bestaat met de locaties uit de werkvoorraad van de provincie Noord-Holland die tot de potentië4 le Spoedlocaties worden gerekend . In onderstaande tabel staat per categorie het aantal locaties aangegeven dat als (potentiële) Spoedlocatie wordt beschouwd: Tabel: Locaties asbestverdacht en Spoedeisend
Soort
Asbestverdacht
Aantal
Asbestverwerking
Zeer grote kans
Asbestverwerking
Grote kans
101
Asbestverwerking
Matige kans
18
Asbestverwerking
Geen of geringe kans
29
Stortplaatsen
Matige kans
59
Dempingen/ophooglagen
Matige kans
5
1
Totaal
213
Tabel: Locaties met onderzoek asbest en Spoedeisend
Soort
Vervolg
Aantal
GlobisOnderzoek
Uitvoeren vervolgonderzoek
GlobisOnderzoek
Uitvoeren Sanering
2
GlobisOnderzoek
Uitvoeren Sanerings evaluatie
1
GlobisOnderzoek
Uitvoeren Saneringsplan
1
GlobisOnderzoek
Voldoende onderzocht
8
Totaal
21
33
Asbestverdachte en onderzochte locaties waarvoor een vervolgactie wordt aanbevolen, en die tevens als potentiële Spoedlocatie zijn aangemerkt, kunnen desgewenst in het kader van Spoed worden opgepakt.
4.1.5
Onverharde en halfverharde wegen
Op onverharde en halfverharde wegen kan een verhardingslaag met puin zijn aangebracht, waarin mogelijk restanten van asbesthoudende producten zitten. Deze wegen zijn daarom op de asbest signaleringskaart opgenomen. Hiervoor zijn uit de Top10-vectorkaart van de Provincie Noord-Holland de onverharde en halfverharde wegdelen geselecteerd. In 2007 is door ReGister in opdracht van de provincie Groningen een onderzoek uitgevoerd naar locaties waar mogelijk asbesthoudend puin is gebruikt als verhardingsmateriaal voor weg4
ReGister, “Analyse Werkvoorraad en identificatie potentiële Spoedlocaties provincie NoordHolland” (versie 1.0 13-2 2008)
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
26
5
getjes . Nadat ook hier een selectie op basis van (ondermeer) de Top10-vectorkaart is gemaakt, is op een aantal wegen een schouwing uitgevoerd. Tijdens deze schouwing bleek dat een aantal wegen of paden dat nog op de Top10-vectorkaart stond aangegeven, inmiddels was verdwenen. In andere gevallen bleken wegen die op de Top10-vectorkaart als onverhard waren opgenomen, in werkelijkheid verhard of halfverhard waren. Hetzelfde geldt voor de halfverharde wegen (in werkelijkheid onverhard of geheel verhard). Voor de provincie Noord-Holland zijn 814 halfverharde en 1835 onverharde wegdelen geselecteerd. In totaal beslaan deze wegen een oppervlak van 976 hectare. Omdat op onverharde en halfverharde wegen mogelijk asbesthoudend verhardingsmateriaal kan worden aangetroffen worden de wegen in de categorie “Matige kans” op de aanwezigheid van asbest ingedeeld. Hierbij moet worden aangetekend dat de problematiek rondom de zogenoemde asbestwegen, zoals deze voorkomen in Goor en Harderwijk, direct in verband moet worden gebracht met de aldaar actief geweest zijnde asbestverwerkende fabrieken. Deze wegen zijn niet zozeer verhard met (mogelijk) asbesthoudend puin, maar met asbesthoudend afval van deze fabrieken. In dit afval kwamen hoge concentraties asbest voor. Het asbesthoudend fabrieksafval bleek bij uitstek geschikt om er weggetjes mee te verharden, en is gedurende lange tijd en in grote hoeveelheden toegepast. Het ligt niet in de lijn der verwachting deze problematiek in Noord-Holland aan te treffen. Uit het hiervoor genoemde recente bodemonderzoek op met asbesthoudend puin verharde wegen in de provincie Groningen is gebleken dat in sommige wegen asbest boven de norm aanwezig was, maar dat de gehalten asbest vele malen kleiner zijn dan rond Goor. De risico’s op de blootstelling aan asbest op deze wegen worden dan ook als zeer klein beschouwd. Waarschijnlijk geldt hetzelfde voor de mogelijk met asbesthoudend puin verharde wegen in NoordHolland. Verantwoordelijkheid wegen Asbestwegen zijn wegen waar als verhardingsmateriaal asbesthoudend afval of puin is gebruikt en waar meer dan 100 mg/kg asbest is aangetroffen. Wegen waar dat (mogelijk) het geval is, vallen onder het “Besluit Asbestwegen”. De VROM –inspectie is bevoegd gezag met betrekking tot de asbestwegen.
4.2
Asbest signaleringskaart Bebouwing
Behalve dat asbest door toepassing in bepaalde productieprocessen of door stort van asbesthoudend afval in het milieu kan zijn terechtgekomen, is asbest in de provincie Noord-Holland ook voor andere toepassingen gebruikt. Het gaat dan om de verwerking van asbesthoudende bouwproducten, zoals dakplaten, panelen, buizen en brandwerende of isolerende voorzieningen in woningen, bedrijfspanden en openbare gebouwen.
5
ReGister, “07012 Rapport Asbestsignaleringsonderzoek Groningen” (16 januari 2008)
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
27
De locaties waar dergelijke producten mogelijk zijn toegepast of verwerkt, zijn op een tweede kaart weergegeven: de Asbest signaleringskaart Bebouwing. Op deze kaart zijn de volgende twee thema’s onderscheiden: -
Toepassing van asbesthoudende materialen in gebouwen met een specifieke functie; Toepassing van asbesthoudende bouwmaterialen op buurtniveau.
Er waren overigens geen gegevens voorhanden met betrekking tot eventueel reeds uitgevoerde asbestsaneringen. Het is dus mogelijk dat bebouwing als asbestverdacht op de asbest signaleringskaart is opgenomen, terwijl het erin aanwezige asbest in werkelijkheid al verwijderd is.
4.2.1
Toepassing van asbest in specifieke gebouwen
In dit thema zijn de panden zichtbaar gemaakt waar, vanwege de specifieke gebruiksfuncties, de kans op de aanwezigheid van asbest in het gebouw een bijzonder aandachtspunt is. Het gaat om: -
-
Openbare gebouwen zoals scholen, sportzalen, zwembaden, bioscopen, theaters en grote kantoorgebouwen. Aan deze gebouwen werden vaak hoge eisen gesteld aan de brandveiligheid en werd asbest, als brandwerende middel bij uitstek, vaak toegepast; Boerderijen waar vooral in de periode na 1965 in de vorm van golfplaten als dakbedekking van schuren en stallen veel asbest is toegepast; Specifieke bedrijfsactiviteiten waarbij op grote schaal asbesthoudend isolatiemateriaal werd toegepast.
Openbare gebouwen en boerderijen
De openbare gebouwen en boerderijen zijn op de kaart gezet met behulp van de gemeentelijke WOZ -bestanden. Deze bestanden bevatten gegevens over de ligging, het pandgebruik en de bouwjaren van individuele panden. Alle WOZ -bestanden die door de gemeenten zijn aangeleverd, zijn samengevoegd en geüniformeerd in de hiervoor ontworpen dataset. Aan de hand van gestandaardiseerde pandomschrijvingen is vervolgens een selectie gemaakt van de hierboven benoemde specifieke gebouwen. Aan de hand van de methode Asbest in Kaart is voor de geselecteerde panden met behulp van een conversietabel en het bouwjaar een vertaling gemaakt naar de kans op de aanwezigheid van asbest. Hierbij is de volgende indeling gehanteerd: Tabel: Indeling gebouwen naar soort en periode
Soort/ periode Boerderij Openbaar
<1955 Geen of geringe kans Geen of geringe kans
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
Van 1955-1978 Grote kans Grote kans
Van 1979-1993 Grote kans Matige kans
>1993 Geen of geringe kans Geen of geringe kans
28
Deze indeling levert voor de provincie Noord-Holland de volgende aantallen op: Tabel: Boerderijen en Openbare gebouwen
Soort
Asbestverdacht
Aantal
Boerderij
Grote kans
Boerderij
Geen of geringe kans
Openbaar
Grote kans
4301
Openbaar
Matige kans
1453
Openbaar
Geen of geringe kans
3844
8443 13828
Na het toekennen van de kansenindeling zijn de adressen met behulp van coördinaatgegevens uit het WOZ bestand als puntlocaties op de kaart gezet. Voor de overzichtelijkheid zijn daarbij alleen de locaties weergegeven, die in de categorieën “Grote kans” en “Matige kans” op de aanwezigheid van asbest zijn ingedeeld.
Specifieke bedrijfsactiviteiten
In de interne kennisdatabank van ReGister zijn gegevens vastgelegd over bedrijfsactiviteiten waarbij op grote schaal asbesthoudend materiaal is toegepast. Op basis van de UBI-code zijn uit het Historisch Bodembestand die bedrijven (locaties) geselecteerd waarop dit van toepassing is. Het betreft ondermeer bedrijven waar het productieproces veel warmte genereert of waar met open vuur wordt gewerkt. Met behulp van de eerder beschreven periodisering is de volgende indeling naar asbestverdenking gemaakt: Tabel: aantallen adresclusters met asbestverdenking
Asbestverdacht
Aantal
Grote kans
486
Matige kans
966
Geen of geringe kans
266
Totaal (Adrescluster -locaties)
1718
Deze locaties zijn (met uitzondering van de categorie ‘Geen of geringe kans’) als punten op de Asbest signaleringskaart Bebouwing toegevoegd.
4.2.2
Toepassing in bebouwing op buurtniveau
Naast de hierboven genoemde specifieke gebouwen zijn ook de overige gebouwen uit het WOZ-bestand naar kans ingedeeld. De volgende indeling uit Asbest in Kaart is hierbij toegepast:
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
29
Tabel: Indeling gebouwen naar soort en periode
Soort/ periode Bedrijf Winkel Defensie Woning Garage Rijwoning Flatwoning Overig Onbebouwd
<1955
Van 1955-1978
Van 1979-1993
>1993
Geen of geringe kans Geen of geringe kans Geen of geringe kans Geen of geringe kans Geen of geringe kans Geen of geringe kans Geen of geringe kans Geen of geringe kans Geen of geringe kans
Grote kans Grote kans Grote kans Matige kans Matige kans Grote kans Grote kans Grote kans Geen of geringe kans
Matige kans Matige kans Matige kans Matige kans Matige kans Matige kans Matige kans Matige kans Geen of geringe kans
Geen of geringe kans Geen of geringe kans Geen of geringe kans Geen of geringe kans Geen of geringe kans Geen of geringe kans Geen of geringe kans Geen of geringe kans Geen of geringe kans
Nadat op pandniveau kansenomschrijvingen zijn toegekend, is per buurt berekend welke omschrijving het meest voorkomt. Hiertoe is een koppeling gelegd tussen buurtcontouren en de objecten uit het WOZ –bestand (hierbij zijn ook de boerderijen en openbare gebouwen meegenomen). Bij het leggen van deze koppeling is uitgegaan van de buurtindeling zoals deze in het door de provincie Noord-Holland geleverde bestand is opgenomen. De categorie “Onbebouwd” is bij deze koppeling buiten beschouwing gelaten. Het betreft in totaal 6669 WOZ –objecten. Nadat de koppeling is uitgevoerd en de verhouding tussen de verschillende kanscategorieën per buurt is bepaald, is de kansenindeling per buurt toegekend. De meest voorkomende kansomschrijving is hierbij als leidend beschouwd voor de gehele buurt. Dit levert de volgende aantallen op: Tabel: Indeling buurten Noord-Holland
Asbestverdacht
Aantal buurten
Grote kans
85
Matige kans
218
Geen of geringe kans
579
Niet bepaald (geen gegevens WOZ)
222
Totaal
1104
Na het toekennen van een kans op buurtniveau zijn de contouren van de buurten als vlakken op de kaart geprojecteerd. In de achterliggende database, die hiervoor tijdens de voorbereiding van het project is samengesteld, is echter ook de kansenindeling op pandniveau opgeslagen. WOZ –objecten met coördinaten op basis van postcodetabel Zoals in paragraaf 2.1.2 is uitgelegd, zijn de coördinaten van een deel van de WOZ –objecten gebaseerd op een koppeling met de postcodetabel van de provincie Noord-Holland. De coördinaten zijn daarbij aan de WOZ –objecten gekoppeld met behulp van de postcode zonder huisOpgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
30
nummer. Dit heeft tot gevolg dat locaties (zonder bekende ligging) die binnen een bepaalde postcodereeks gelegen zijn, dezelfde coördinaten toegekend hebben gekregen. Dit heeft in principe geen gevolgen voor de indeling van de wijken, maar mogelijk wel voor de exacte ligging van de specifieke bebouwing, de boerderijen en openbare gebouwen. In onderstaande tabel staan de aantallen WOZ –objecten met betrekking tot boerderijen en openbare gebouwen waarvan de ligging op basis van de postcodetabel zijn bepaald. Tevens is aangegeven om welk deel van het totale aantal WOZ –objecten met betrekking tot boerderijen en openbare gebouwen het gaat. Tabel: WOZ –objecten ‘boerderij’ en ‘openbaar’ met ligging uit postcodetabel
Soort
Asbestverdacht
X/Y postcodetabel
Totaal
% Totaal
Boerderij
Grote kans
2003
8443
23,72379
Boerderij
Geen of geringe kans
4328
13828
31,29881
Openbaar
Grote kans
2656
6275
42,32669
Openbaar
Matige kans
1570
3142
49,96817
Openbaar
Geen of geringe kans
3235
6941
46,60712
4.3
Eerder uitgevoerd (historisch) asbestonderzoek
Van de rechtstreekse gemeenten die buiten beschouwing van dit onderzoek zijn gebleven (Zaanstad, Alkmaar, Amsterdam en Haarlem), hebben Zaanstad en Haarlem zelf al een asbest signaleringskaart, of zijn bezig er één te maken. Voor de gemeenten Zaanstad en Wormerland is een gecombineerd historisch onderzoek verricht naar de mogelijke aanwezigheid van asbest. Dit onderzoek is uitgevoerd in verband met de (voormalige) vestigingen van de fabrieken van Forbo (Assendelft) en Van Gelder Papier (Wormer) binnen deze gemeenten. Ook de (niet rechtstreekse) gemeente Wormerland is daarom buiten beschouwing gebleven voor wat betreft het asbest signaleringsonderzoek van de provincie Noord-Holland. Voor de opzet en de resultaten van het in Zaanstad en Wormerland uitgevoerde onderzoek wordt verwezen naar het rapport van het project 06016 HO Asbest Zaanstreek (ReGister 2006). 4.4
Asbest signaleringskaarten niveau 1
De tijdens de uitvoering van Niveau 1 van de methodiek Asbest in Kaart geïnventariseerde informatie is zichtbaar gemaakt op twee overzichtskaarten. Het betreft: -
Kaart A: Asbest signaleringskaart Bodem Kaart B: Asbest signaleringskaart Bebouwing
Op kaart A zijn de locaties weergegeven waarop mogelijk bodemverontreiniging met asbest is of kan zijn ontstaan als direct gevolg van de activiteiten, die in het verleden op een locatie zijn uitgevoerd. Kaart B geeft de kans op de aanwezigheid van asbest in huidige bebouwing weer. De grootschalige toepassing van asbesthoudende producten bij de bouw kan hier indirect bodemverontOpgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
31
reiniging veroorzaakt hebben, met name door bewerkingen van asbesthoudende materialen op de bouwplaats en/of de sloop van gebouwen. Op beide kaarten is de indeling toegepast die in de methodiek Asbest in Kaart als landelijke indeling is vastgesteld: Asbestverdachte locaties: - Zeer grote kans op asbest; - Grote kans op asbest; - Matige kans op asbest; - Geen of geringe kans op asbest. Voor de onderzochte locaties uit Globis is de volgende indeling gebruikt: Asbest onderzocht: - Uitvoeren Nader onderzoek; - Voldoende onderzocht; - Uitvoeren Saneringsplan; - Uitvoeren Sanering; - Uitvoeren Saneringsevaluatie. Deze indeling is in de lay-out van de kaarten tot uitdrukking gebracht. Technische aspecten van de uitlevering Zowel kaart A en B zijn in ArcView gemaakt. De digitale kaarten zijn uitgeleverd in zogenaamde shapefiles waarmee de locatiegegevens in ArcView of ArcGIS zijn in te lezen. Aan de digitale kaart is een database gekoppeld, waarin de achterliggende geïnventariseerde gegevens zijn opgenomen. De dataset met locatiegegevens is, voorzien van raadpleegformulier, meegeleverd in Access. Tevens is in PDF-formaat een uitdraai van de asbest signaleringskaarten op provinciaal niveau geleverd.
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
32
5
Conclusies en aanbevelingen
De inventarisatie die ten behoeve van de het asbest signaleringsonderzoek voor de provincie Noord-Holland is uitgevoerd, heeft de volgende resultaten opgeleverd: 5.1
Conclusies Asbest signaleringskaart Bodem Asbestverdachte locaties: • 2 Locaties uit het Historisch Bodembestand waarvan bekend is dat er inderdaad asbest is verwerkt. Deze zijn in de categorie ‘zeer grote kans’ op de aanwezigheid van asbest ingedeeld; • 544 Locaties uit het Historisch Bodembestand van de provincie Noord-Holland, waarop (in het verleden) bedrijfsactiviteiten hebben plaatsgevonden waarbij de kans dat er asbest is verwerkt als ‘groot’ wordt ingeschat; • 130 Locaties uit het Historisch Bodembestand waarvoor de kans dat er asbest is verwerkt als ‘matig groot’ wordt ingeschat; • 2 Stortlocaties waarvoor geldt dat de kans op de aanwezigheid van asbestafval, afkomstig van de primaire asbestverwerkende industrie, als ‘zeer groot’ wordt ingeschat; • 876 Stortlocaties waarvoor geldt dat niet verwacht wordt dat er grootschalig asbest is gestort. Deze locaties zijn ingedeeld in de categorie ‘matige kans’ op de aanwezigheid van asbest; • 167 Dempingen en ophooglagen uit het Historisch Bodembestand. Mogelijk is bij het dempen of ophogen van deze locaties asbesthoudend materiaal gebruikt. Deze locaties zijn vrijwel alle gelegen binnen de gemeente Enkhuizen. Deze locaties zijn alle ingedeeld in de categorie ‘matige kans’ op de aanwezigheid van asbest.
Asbest onderzocht: • 17 onderzochte locaties waarvoor in Globis gegevens bekend zijn met betrekking tot de aanwezigheid van asbest, en waar een sanering dient plaats te vinden of geëvalueerd moet worden; • 404 onderzochte locaties waarvoor met betrekking tot de aanwezigheid van asbest aanleiding kan worden gezien tot het initiëren van vervolgonderzoek; • 129 onderzochte locaties waarvoor met betrekking tot de aanwezigheid van asbest geen aanleiding wordt gezien tot vervolgonderzoek. Verdachte wegen: • 2649 Gedeeltelijk verharde en onverharde wegdelen uit de Top10-vector kaart van de provincie Noord-Holland. Deze wegdelen beslaan in totaal 976 hectare, en zijn ingedeeld in de categorie ‘matige kans’ op de aanwezigheid van asbest; • De verdachte asbestwegen vallen onder het Besluit Asbestwegen en onder het bevoegd gezag van de VROM-inspectie; de overige locaties van de Abestkansenkaart Bodem vallen onder de Wet bodembescherming en daarmee onder het bevoegd gezag van de provincie Noord-Holland. Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
33
5.2
Conclusies Asbest signaleringskaart Bebouwing
Asbestverdacht WOZ: • 8443 WOZ-objecten met betrekking tot een boerderij, die op basis van bouwjaar zijn ingedeeld in de categorie ‘grote kans’ op de aanwezigheid van asbest; • 4301 WOZ-objecten met betrekking tot openbare gebouwen, die op basis van bouwjaar zijn ingedeeld in de categorie ‘grote kans’ op de aanwezigheid van asbest; • 1453 WOZ-objecten met betrekking tot openbare gebouwen, die op basis van het bouwjaar zijn ingedeeld in de categorie ‘matige kans’ op de aanwezigheid van asbest; • 85 Buurten zijn op grond van de aard en ouderdom van erin aanwezige WOZ –objecten ingedeeld in de categorie ‘grote kans’ op de aanwezigheid van asbest; • 218 Buurten zijn ingedeeld in de categorie ‘matige kans’ op de aanwezigheid van asbest; • 579 Buurten zijn ingedeeld in de categorie ‘geen of geringe kans’ op de aanwezigheid van asbest; Asbestverdacht bedrijfsactiviteit: • 486 Locaties uit het Historisch Bodembestand van de provincie Noord-Holland waarvoor op basis van de bedrijfsactiviteit en de bedrijfsperiode is geconcludeerd dat er een ‘grote kans’ is op de aanwezigheid van asbest in bebouwing (ondermeer asbesthoudend isolatiemateriaal); • 966 Locaties uit het Historisch Bodembestand waarvoor is geconcludeerd dat er een ‘matige’ kans is op de aanwezigheid van asbest in bebouwing.
5.3
Aanbevelingen Algemeen • Aanbevolen wordt de rapportage van het onderzoek, voorzien van een duidelijke toelichting, via de website van de provincie openbaar te maken en daarbij voor verdere informatie over de locaties naar de provinciale contactambtenaar te verwijzen. Via deze contactambtenaar kan dan gericht informatie over de locaties op de kaart worden verstrekt, waarbij ook de nuances die bij de kaart horen voor het voetlicht kunnen worden gebracht; • Aanbevolen wordt om de resultaten van de asbest signaleringsonderzoek en de bijbehorende overzichtskaarten en database bij de gemeenten te introduceren, zodat de gemeenten bij de voorbereiding van onderhoud aan de wegen of activiteiten op de andere verdachte locaties, de informatie uit de kaart kunnen gebruiken.
5.4
Aanbevelingen Asbest signaleringskaart Bodem • De Asbest signaleringskaart Bodem kan worden gebruikt als signaleringskaart ten behoeve van gemeentelijke diensten, de brandweer en bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen.
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
34
In geval van dynamiek, zoals bij gebiedsontwikkeling, kan door een bevoegd gezag in de resultaten van de inventarisatie aanleiding worden gezien om op één of meerdere locaties een vervolgonderzoek in te stellen. Daarnaast kan een bevoegd gezag naar eigen inzicht op basis van de asbest signaleringskaart tot vervolgonderzoek op individuele locaties overgaan. Hieronder worden voor de verschillende verzamelingen asbestverdachte locaties van de Asbest signaleringskaart Bodem aanbevelingen voor vervolgonderzoek gedaan. Asbestverdachte locaties: • Locaties met een ‘zeer grote kans’ op de aanwezigheid van asbest moeten worden beschouwd als potentiële spoedlocaties, waarvoor met het oog op de mogelijke humane risico’s nader onderzoek moet worden uitgevoerd. Eén van deze locaties behoort reeds tot de selectie potentiële Spoedlocaties van de provincie Noord-Holland, en moet voor 2015 zijn gesaneerd dan wel beheerst; • 101 Locaties met een ‘grote kans’ op de aanwezigheid van asbest worden vanwege andere mogelijke vormen van bodemverontreiniging gerekend tot de selectie potentiële Spoedlocaties van de provincie Noord-Holland, en moeten voor 2015 zijn gesaneerd dan wel beheerst; • De overige 443 locaties met een ‘grote kans’ op de aanwezigheid van asbest gelden als potentieel ernstig verontreinigde locaties. Deze moeten in principe voor 2030 zijn onderzocht. Deze locaties behoren in veruit de meeste gevallen al tot de werkvoorraad zoals deze is vastgesteld in het kader van Landsdekkend Beeld 2005; • Voor die locaties (dempingen, stortplaatsen, bedrijven) waarvan na aanvullend vooronderzoek is vastgesteld dat er een ‘zeer grote’ of een ‘grote’ kans op de aanwezigheid van asbest bestaat, wordt aanbevolen met behulp van een bodemonderzoek (NEN 5707) vast te stellen of inderdaad asbest in de bodem aanwezig is, en zo ja, of de interventiewaarde van 100 mg/kg wordt overschreden. Wanneer dit het geval is moet tevens worden vastgesteld of sprake is van humane risico’s. Voor het bepalen en indelen van de risico’s, kan het beste worden aangesloten bij het door het ministerie van VROM ontwikkelde Milieuhygiënisch Saneringscriterium Bodem, Protocol Asbest (oktober 2004). Asbest onderzocht: • Voor de locaties uit Globis, waar op basis van een bodemonderzoek is geconstateerd dat asbest aanwezig is, kan worden bepaald of het bodemonderzoek conform NEN 5707 is uitgevoerd. Indien dit niet het geval is kan worden bekeken in hoeverre het onderzoek alsnog in overeenstemming met de norm kan worden gebracht. Daarna moet in geval van een asbestverontreiniging worden vastgesteld of sprake is van een overschrijding van de norm (>= 100 mg/kg). Indien dit het geval is moet tevens worden vastgesteld of sprake is van humane risico’s; • Voor die locaties uit Globis, waar op basis van een bodemonderzoek conform NEN 5707 is vastgesteld dat asbest aanwezig is, moet het vervolg dat voor de locatie in Globis is opgenomen worden uitgevoerd, en worden vastgesteld of sprake is van humane risico’s.
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
35
Aanvulling Asbest signaleringskaart Bodem • Dempingen zijn nu alleen geïnventariseerd voor de gemeente Enkhuizen. Afhankelijk van de ervaringen daar kan worden besloten of voor de hele provincie aanvullend dempingen moeten worden geïnventariseerd; • Door de gegevens uit bodemonderzoeken waarin asbest is aangetoond te ontsluiten en te interpreteren en deze informatie vervolgens te koppelen aan de informatie die op de asbest signaleringskaarten is opgenomen, kan de informatie op de asbest signaleringskaarten verder worden uitgebreid en gevalideerd.
5.5
Aanbevelingen Asbest signaleringskaart Bebouwing • De Asbest signaleringskaart Bebouwing kan worden gebruikt als signaleringskaart ten behoeve van gemeentelijke diensten, de brandweer en bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen;
In geval van dynamiek, zoals bij gebiedsontwikkeling, kan door een bevoegd gezag in de resultaten van de inventarisatie aanleiding worden gezien om op één of meerdere locaties een vervolgonderzoek in te stellen. Daarnaast kan een bevoegd gezag naar eigen inzicht op basis van de asbest signaleringskaart tot vervolgonderzoek op individuele locaties overgaan. Hieronder worden voor de verschillende verzamelingen asbestverdachte locaties van de Asbest signaleringskaart Bebouwing aanbevelingen voor vervolgonderzoek gedaan. • Uitgevoerd onderzoek (zoals asbestinventarisaties bij sloop en verbouwing) kunnen worden gebruikt om de kaart te valideren en aan te vullen (gemeentelijk niveau); • Voor locaties met een ‘(zeer) grote kans’ op de aanwezigheid van asbest kan historisch onderzoek worden uitgevoerd. Aan de hand van bestekken, bouwtekeningen en dergelijke kan worden vastgesteld of en in welke vorm asbest aanwezig is, en wat de mogelijke risico’s zijn.
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
36
6 6.1
Leidraad en aanbevelingen voor de gebruikers Gebruikers en toepassing van de asbest signaleringskaart
De asbest signaleringskaart fungeert als een signaleringskaart voor mogelijke asbestverdachte locaties. De asbest signaleringskaart wordt dan ook vooral gezien als een hulpmiddel voor zowel gemeentelijke diensten, zoals de dienst Bouw- en woontoezicht, de afdelingen Milieu en/of Bodem en de brandweer, als voor provinciale diensten, zoals de afdeling Bodem. In geval van dynamiek, zoals bij gebiedsontwikkeling, kan door een bevoegd gezag in de resultaten van de inventarisatie aanleiding worden gezien om op één of meerdere locaties een nader onderzoek in te stellen. Daarnaast kan een bevoegd gezag naar eigen inzicht op basis van de asbest signaleringskaart tot nader onderzoek op individuele locaties overgaan. Hierbij kan gedacht worden aan een bestudering van de bronnen die aan de opname van deze locaties ten grondslag liggen, bestudering van aanvullende bronnen en het daadwerkelijk uitvoeren van een bodemonderzoek.
6.2
Gegevens
De asbest signaleringskaart die in opdracht van de provincie Noord-Holland is vervaardigd, betreft nadrukkelijk en uitsluitend een (voorlopige) inventarisatie van locaties binnen de provincie Noord-Holland waar mogelijk asbest kan worden aangetroffen. Deze inventarisatie is gebaseerd op de bij de provincie voorhanden zijnde digitale informatie (Globis, Historisch Bodembestand, NAVOS, Top10-vectorkaart), en door de gemeenten binnen de provincie Noord-Holland aangeleverde bestanden (WOZ –gegevens). Voor de asbest signaleringskaart zijn geen (bodem-) rapporten ingekeken, en is geen archiefonderzoek verricht.
6.3
Indeling naar kans
Met behulp van de methodiek ‘Asbest in Kaart’, die wordt uitgelegd in hoofdstuk 2 van deze rapportage, zijn de asbestverdachte locaties ingedeeld in de categorieën ‘Zeer grote kans’, ‘Grote kans’, ‘Matige kans’ en ‘Geen of geringe kans’ op de aanwezigheid van asbest. Deze indeling zegt iets over de waarschijnlijkheid van het voorkomen van asbest op de locatie, maar niet over de daadwerkelijke aanwezigheid van asbest. Zonder het uitvoeren van een bodemonderzoek kan over de daadwerkelijke aanwezigheid van asbest geen uitspraak worden gedaan. De asbest signaleringskaart kan wel als handvat dienen bij een eventuele selectie van locaties waarvoor bodemonderzoek moet worden uitgevoerd.
6.4
Asbest signaleringskaarten Bodem en Bebouwing
Hieronder zal voor de op de asbest signaleringskaarten Bodem en Bebouwing opgenomen items beknopt worden uitgelegd wat ze betekenen en hoe ze zijn opgebouwd
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
37
6.4.1
Asbest signaleringskaart Bodem
Op de Asbest signaleringskaart Bodem zijn de locaties weergegeven, waarop mogelijk bodemverontreiniging met asbest is of kan zijn ontstaan als direct gevolg van de activiteiten, die in het verleden op een locatie zijn uitgevoerd. Asbestverwerkende bedrijven
In het verleden werd asbest verwerkt in tal van producten, van golfplaten, gevelplaten en andere bouwmaterialen tot vloerzeil, isolatiemateriaal, remblokjes en asbestpapier. Vooral in de periode van 1955 tot 1978 werd in Nederland asbest in grote hoeveelheden verwerkt en toegepast. Er is een selectie gemaakt van locaties uit het Historisch Bodembestand, waaraan een UBI –code is gekoppeld die betrekking heeft op bedrijfsactiviteiten waarbij mogelijk asbest of asbesthoudende materialen zijn verwerkt. Daarna is bekeken in welke periode deze activiteiten plaatshadden. Op grond hiervan zijn de locaties ingedeeld naar de grootte van de kans op de aanwezigheid van asbest. Voor een scheepswerf die actief was in de eerste helft van de twintigste eeuw is het bijvoorbeeld minder waarschijnlijk dat er asbest is toegepast, dan voor een (grote) scheepswerf die actief was in de jaren zestig van die eeuw. De bronnen op basis waarvan deze locaties in het Historisch Bodembestand zijn opgenomen, zijn niet bekeken. Of op de geselecteerde locaties daadwerkelijk asbest of asbesthoudende materialen zijn verwerkt, zal moeten blijken uit nader (historisch) onderzoek. Stortlocaties
Behalve als gevolg van het verwerken van asbest in een productieproces kan ook bodemverontreiniging ontstaan door de stort van asbesthoudend bouw-, sloop of industrieel afval. Van een aantal stortlocaties in de provincie Noord-Holland is bekend dat er door grootschalige asbestverwerkende fabrieken asbesthoudend afval is gestort. Deze zijn als locaties met een ‘zeer grote kans’ op de aanwezigheid van asbest op de kaart gezet. Maar ook op andere stortlocaties kan asbesthoudend bouw-, sloop of industrieel afval zijn terechtgekomen. Omdat hiervoor echter geen directe aanwijzingen zijn, wordt de kans daarop als ‘matig’ ingeschat. Afval in een werk
Tot in de jaren ‘70 maakten slechts weinigen zich druk om de stort van industrieel afval, laat staan over de stort van (asbesthoudend) bouw- en sloopafval. Het werd ook niet als een probleem gezien wanneer nuttige toepassingen voor het afval werden gevonden, zoals het ophogen van een stuk grond, het verharden van een weg of het dempen van sloten. Deze locaties zijn dan ook geselecteerd uit het Historisch Bodembestand van de provincie Noord-Holland. Omdat alleen voor de gemeente Enkhuizen deze locaties uitputtend zijn geïnventariseerd, komen deze locaties buiten het grondgebied van deze gemeente weinig voor. Bodemonderzoek
Naast de locaties die als verdacht worden beschouwd op basis van het historisch gebruik ervan, zijn er ook locaties waarop bodemonderzoek is uitgevoerd waarbij de aanwezigheid van asbest is geconstateerd. Voor een deel van de bodemonderzoeken geldt dat het is uitgevoerd conform het protocol voor asbestonderzoek (NEN 5707), voor een ander deel geldt dat dit niet het geval is, of niet bekend is. Op basis van de conclusies uit de bodemonderzoeken is bepaald of het uitvoeren van vervolgonderzoek is aan te bevelen. Dit vervolgonderzoek zal in sommige gevallen beperkt blijven tot het controleren of een bodemonderzoek aan het protocol NEN 5707 Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
38
voldoet (waarna de geëigende vervolgactie kan worden bepaald), in andere gevallen zal op de locatie aanvullend bodemonderzoek kunnen plaatsvinden om te bepalen of er daadwerkelijk asbest op de locatie aanwezig is, of de verontreiniging de norm overstijgt (>100mg/ kg), en of er sprake is van humane risico’s. Asbestwegen
Op onverharde en halfverharde wegen kan een verhardingslaag met puin zijn aangebracht, waarin mogelijk ook restanten van asbesthoudende producten zitten. Deze wegen zijn daarom op de asbest signaleringskaart opgenomen. Hiervoor zijn uit de Top10-vectorkaart van de Provincie Noord-Holland de onverharde en halfverharde wegdelen geselecteerd. De problematiek rondom de zogenoemde asbestwegen, zoals deze voorkomen in Goor en Harderwijk, wordt in de provincie Noord-Holland niet verwacht. De wegen bij Goor en Harderwijk zijn niet zozeer verhard met (mogelijk) asbesthoudend puin, maar met in hoge mate asbesthoudend afval van asbestverwerkende fabrieken. Uit recent bodemonderzoek op met asbesthoudend puin verharde wegen in de provincie Groningen bleek dat in sommige wegen asbest boven de norm aanwezig was, maar dat de gehalten asbest vele malen kleiner zijn dan rond Goor. De risico’s op de blootstelling aan asbest op deze wegen worden dan ook als zeer klein beschouwd. Waarschijnlijk geldt hetzelfde voor de mogelijk met asbesthoudend puin verharde wegen in Noord-Holland. Eventueel vervolgonderzoek
De verdachte asbestwegen vallen onder het Besluit Asbestwegen en onder het bevoegd gezag van de VROM-inspectie; de gemeenten hoeven niet zelf het initiatief te nemen voor vervolgonderzoek. De overige locaties van de Asbest signaleringskaart Bodem vallen onder de Wet bodembescherming en daarmee onder het bevoegd gezag van de provincie Noord-Holland. Het leeuwendeel van deze locaties behoort reeds tot de werkvoorraad van de provincie. Daarbij is een deel van de locaties ook opgenomen in de zogenaamde ‘Spoedlijst’ van de provincie NoordHolland.
6.4.2
Asbest signaleringskaart Bebouwing
De Asbest signaleringskaart Bebouwing geeft de kans op de aanwezigheid van asbest in huidige bebouwing weer. De grootschalige toepassing van asbesthoudende producten bij de bouw kan hier indirect bodemverontreiniging veroorzaakt hebben, met name door bewerkingen van asbesthoudende materialen op de bouwplaats en/of de sloop van gebouwen. Met behulp van de WOZ –gegevens is voor een groot deel van de provincie Noord-Holland inzicht verkregen in de aard en ouderdom van de bebouwing. Vanaf ongeveer 1955 tot 1978 zijn in Nederland asbesthoudende materialen op grote schaal toegepast in gebouwen. Daarbij is van sommige typen bebouwing, zoals in flatgebouwen of serieel gebouwde woningen, bekend dat er (in die periode) veelvuldig een beroep werd gedaan op de relatief goedkope en duurzame asbesthoudende producten. Specifieke bebouwing
In openbare gebouwen (zoals scholen, theaters, sporthallen en grote kantoren) is de kans op de aanwezigheid van asbesthoudende materialen relatief groot. Het betreft vaak brandwerende Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
39
voorzieningen met een betrekkelijk hoog asbestgehalte. Daarom en vanwege het intensieve gebruik van deze gebouwen, zijn zij als aparte categorie op de Asbest signaleringskaart Bebouwing gezet. Ook boerderijen zijn apart weergegeven, omdat bekend is op en rond boerderijen in dat in de periode 1955-1978 op grote schaal asbesthoudende materialen (zoals golfplaten daken en stalschotten) zijn toegepast. Daarbij komt het voor dat erven van boerderijen zijn verhard met asbesthoudend puin. Tenslotte is bekend dat in bepaalde bedrijfstakken asbesthoudend isolatiemateriaal in de bebouwing of installaties is toegepast. Het betreft ondermeer bedrijven waar het productieproces veel warmte genereert (en dus isolatiemateriaal is gebruikt) of waar met open vuur wordt gewerkt. De locaties waar deze asbestverdachte bedrijfsactiviteiten plaatsvonden zijn op basis van de UBI-code uit het Historisch Bodembestand van de provincie Noord-Holland geselecteerd en op de kaart weergegeven. Bebouwing op buurtniveau
Met behulp van de indeling van WOZ –objecten naar de kans van het voorkomen van asbest, zijn de afzonderlijke buurten binnen de provincie Noord-Holland eveneens ingedeeld. Buurten waar veel (in serie gebouwde) woningen uit de periode 1955-1978 voorkomen, zijn gekenmerkt als buurten waar de kans op de aanwezigheid van asbest in de bebouwing relatief groot is. Voor buurten waar weinig bebouwing uit de periode 1955-1978 voorkomt, is deze kans als ‘geen of gering’ ingeschat. Dit wil overigens niet zeggen dat in buurten waar de kans groot wordt geacht, ook daadwerkelijk veel asbest in de bebouwing zal worden aangetroffen, net zo min als in een buurt die wordt ingeschat op ‘geen of geringe kans’ op de aanwezigheid van asbest, geen gebouwen kunnen voorkomen waarin asbest is verwerkt. De indeling in buurten is puur een inschatting op basis van de voorhanden zijnde digitale informatie. Eventueel vervolgonderzoek
Met behulp van al uitgevoerd (of nog uit te voeren) onderzoek naar bebouwing binnen de gemeente (zoals asbestinventarisaties bij sloop en verbouwing) zouden de gegevens op de Asbest signaleringskaart Bebouwing kunnen worden gevalideerd en aangevuld. Voor locaties met een ‘grote kans’ op de aanwezigheid van asbest kan historisch onderzoek worden uitgevoerd. Aan de hand van bestekken, bouwtekeningen en dergelijke kan worden vastgesteld of en in welke vorm asbest in de bebouwing aanwezig is, en wat de mogelijke risico’s zijn.
6.5
Asbest en gezondheid
GGD Amsterdam: “Bij asbestverontreiniging vormt inademing van asbestvezels de enige relevante blootstellingsroute. Wanneer vrije asbestvezels worden ingeademd, kunnen zij zich vanuit de luchtwegen naar het longweefsel, maar ook naar het borstvlies en buikvlies verplaatsen en op deze wijze ernstige ziekten veroorzaken zoals asbestose, longkanker en mesothelioom. Een gezondheidsrisico door asbest in bodem treedt op als asbestvezels worden ingeademd. De omvang van het risico wordt voornamelijk bepaald door de soort asbest, de lengte van de asbestvezels, de concentratie asbestvezels in de lucht en de duur van de blootstelling. Acute effecten naar aanleiding van een blootstelling aan asbestvezels zijn niet te verwachten. Kinderen vormen een risicogroep bij blootstelling aan asbestvezels. Niet omdat zij gevoeliger zijn voor asbestvezels, maar omdat zij vanwege de nog resterende lange levensverwachting deze Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
40
vezels lang in hun lichaam meedragen. Bovendien spelen zij vaak op en met grond waardoor zij een grotere kans hebben op het inademen van asbestvezels uit de bodem. Zij kunnen de vezels ook meedragen in hun kleren. Bij aanwezigheid van asbest in gebouwen is het van belang om te weten of asbestvezels uit het materiaal kunnen vrijkomen, zodat van daadwerkelijke blootstelling sprake kan zijn, en hoe lang de blootstelling plaats heeft gevonden. Verontreinigingen met asbest hebben in veel gevallen nauwelijks of geen nadelige gevolgen voor de gezondheid van omwonenden. Bewoners en andere betrokkenen hebben evenwel vaak vragen en zorgen over de gevolgen voor hun gezondheid. De plaatselijke GGD'en zijn in staat zijn deze vragen goed te beantwoorden en een goede risicoschatting te maken.”
6.6
Openbaar maken van de onderzoeksresultaten
Omdat het onderwerp ‘Asbest’ bijzonder gevoelig ligt, met name door de problematiek rond de asbestverwerkende fabrieken in Goor en Harderwijk, wordt aangeraden terughoudend te zijn met het openbaar maken van de asbest signaleringskaart. Het betreft immers slechts een kansenkaart en geen kaart met “harde gegevens” over de aanwezigheid van asbest. Aanbevolen wordt om alleen het rapport openbaar te maken en bij vragen over de kaarten door te verwijzen naar de contactambtenaar of projectleider. Deze kan vervolgens met kennis van zaken de vragen beantwoorden en daarbij de nuances die bij de kaart horen voor het voetlicht kan brengen.
6.7
Disclaimer
Het asbest signaleringsonderzoek betreft een inventarisatie en weergave van diverse openbare bronnen (zoals onder andere hinderwet dossiers en informatie uit het bodeminformatiesysteem Globis) welke aanwijzingen geven over de mogelijke aanwezigheid van asbest. De juistheid en volledigheid van dit onderzoek is daarmee afhankelijk van de juistheid en volledigheid van de geraadpleegde bronnen. Het onderzoek geeft een momentopname weer. De rapportage en de kaarten kunnen alleen in onderlinge samenhang correct worden geïnterpreteerd.
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
41
Opgesteld door ReGister BV 9 april 2008 Versie 1.2
42