Eindeloos
Thrille r on De mand
Door: Chinouk T hijssen
Dit e-book is gratis te downloaden op VrouwenT hrillers.nl.
Copyright Notice
Eindeloos, T hriller on Demand © 2011 Chinouk T hijssen
Het is niet toegestaan dit document of delen daarvan zonder toestemming van de auteur en VrouwenT hrillers.nl te kopiëren. Dit e-book is gratis te downloaden op VrouwenT hrillers.nl. Opmaak en omslagontwerp: Annette Hulscher en Eric van Dijk
Wat is een Thriller on Demand? Thriller on Demand: Kies je eigen verhaal. Altijd al graag meegedacht over het verloop van een verhaal? Thriller on Demand is een initiatief van Vrouwenthrillers.nl en Antoinette Verstegen, de schrijfster van de eerste Thriller on Demand van 2010, waarbij jíj de keuze maakt welk verhaal daadwerkelijk wordt geschreven. Elke maand verschijnt op Vrouwenthrillers.nl een volgend spannend hoofdstuk, dit jaar geschreven door Chinouk Thijssen. Elk hoofdstuk eindigt met drie mogelijke scenario's waarbij jij als lezer bepaalt welk scenario wordt gebruikt voor het volgende hoofdstuk. Ook kun je je reactie bij elk geschreven hoofdstuk plaatsen. Chinouk begon in 2011 direct met een eerste hoofdstuk. Daarna konden bezoekers na elk hoofdstuk kiezen hoe het verhaal verder zou verlopen. De laatste opdracht voor de bezoekers van VrouwenT hrillers.nl was het kiezen van een titel. De titel 'Eindeloos' werd bedacht door I. Barnhoorn. VrouwenT hrillers.nl onderkent het belang van digitale media zoals ebooks ter verspreiding van "het geschreven woord". Dit initiatief is onder andere bedoeld om interactie met de bezoekers van VrouwenT hrillers.nl te stimuleren en te experimenteren met de mogelijkheden die het internet biedt aan schrijvers. Nadat de hoofdstukken van de T hriller on Demand op
VrouwenT hrillers.nl zijn verschenen, zijn deze nog (beperkt) geredigeerd. Reacties op deze publicatie zijn van harte welkom op
[email protected].
Hoofdstuk 1 1 januari 2011
Wat een lul. Wat een verschrikkelijke, ordinaire lul. Snotterend stap ik uit de bus en loop naar mijn ouderlijk huis. Naar de villa waar ik mijn hele leven heb gewoond. Naar het huis waarin ik besloot dat ik met een heel rijke man zou trouwen. Ooit. Nou, dat is gelukt, maar maakt het gelukkig? De omgeving ziet er nu zo anders uit. Een ander huis, een ander plein, andere mensen. Alles lijkt veranderd. Het hout is donkerrood geverfd. Aan de voorkant van het huis staat nog wel de stenen put, waar vroeger een grote plaat op lag zodat ik er niet in kon vallen. Het water ziet er vies uit. Ik weet nog dat mijn ouders bang waren dat ik in de put van de buren was gevallen. Ik wist niets van de paniek af. Ik speelde verstoppertje in iemands tuin en reageerde daarom niet op het geroep van mijn ouders en alle buren. ‘Nicci! Nicci! Kom maar tevoorschijn. Waar zit je, Nicci?’ Ik was goed in verstoppertje spelen. Er waren genoeg donkere plekjes in het park en ik kon muisstil zijn. Niemand die mij zou ontdekken. In de gang zullen nu een paar gekleurde kinderjassen hangen. De gang waar ooit mijn roze jasje hing. Oranje luxaflexen, houten poppen voor het raam. In de tuin staat een grote loungebank, op de plek waar ooit onze schommel stond. Het lijkt niet meer op ons huis. De straat, het pleintje… Het is allemaal zo veranderd. Alsof het een set is van een film. Een replica van mijn verleden. Wat was ik hier gelukkig. Gelukkiger dan in de riante villa waar ik nu woon. Wat is er nu leuk aan zoveel ruimte als je er altijd alleen zit? Als je niemand hebt om mee te praten?
Ik loop het park in, vlak achter de tuin, en draai mijn natte, verregende haren tijdens het lopen in een knot. Het park waarin we vroeger met alle kinderen verstoppertje speelden, waar we boomhutten bouwden, waar ik uit de kabelbaan viel. Het park dat er door de bewolking nu erg donker en somber uitziet. Alsof het er spookt. Stil en verlaten, alsof er nooit meer kinderen hebben gespeeld. Het was hier altijd zo levendig met al die rennende en gillende kinderen. Iets dat ik bij ons in het park nooit zie of hoor. Wij hebben een oprijlaan van vijf meter en een groot hek om onze tuin. Ik tuur naar de tuinen van onze oude buren, loop richting het bruggetje, dat ooit zo wankel was. Het is nu een compleet nieuwe brug, stevig en licht van kleur. De nostalgie begint naar boven te komen. Ik zie mezelf weer spelen in dit park. De hutjes die we hebben gemaakt. Toen was het nog leuk om in de modder te spelen, en toen maakte ik me nog niet druk om vies worden en om beestjes die in mijn haar terecht zouden komen. Dit doet me goed. Even in de buitenlucht. Zuurstof. Maar als ik met mijn hand het papier in mijn jaszak omklem, weet ik het weer. Wat een lul. Het is dat ik het met mijn eigen ogen heb gezien, anders had ik het niet geloofd. Na al die jaren… Ik dacht dat hij het gewoon te druk had, dat hij geen kind met mij wilde omdat ik het dan zo goed als alleen zou moeten opvoeden. Wellicht met behulp van een nanny, maar in ieder geval zonder hem. We hebben het er vaak over gehad, maar het was echt niet de juiste tijd, zei hij. Ik dacht dat hij zoveel van mij hield, dat hij nooit tot zoiets walgelijks en vulgairs in staat zou zijn. En dan dat lippenstiftkusje op de boord van zijn overhemd. Knalrood. Hoerenrood. Een ongelukje. Een vrouwelijke collega die struikelde, hij probeerde haar op te vangen, en oeps, hoerenrode lippenstift op zijn overhemd. Ongelukje. Ha!
Maar dit is de druppel. God, wat ben ik kwaad. Ik staar naar de echo en schud mijn hoofd. Al dertien weken is ze zwanger. Zij. Zijn minnares. Ik wist niet wat ik zag toen ik zijn colbert van de bankleuning raapte. Even netjes voor mijn liefje ophangen, dacht ik. Dat doe ik wel voor de liefde van mijn leven. De echo zat los in de zak van zijn colbert opgeborgen. Hij koestert de echo, de baby. Ja, in deze wijk, in mijn ouderlijk huis, fantaseerde ik als klein meisje over het gezin dat ik ooit zou krijgen. Hij zou een baan hebben waarbij hij vooral moest delegeren, vanuit huis. We zouden veel samen zijn. Onze kinderen samen opvoeden. Leuke dingen doen met elkaar. Maar sinds de dag dat we in onze villa wonen, is hij vijf dagen per week op pad. Ik wist niet eens wat een oliemagnaat precies deed, maar ik hoopte een stuk minder dan dat hij nu doet. Alhoewel ik niet eens meer zeker weet of hij altijd wel aan het werk is. Hij heeft tenslotte al een tijdje een minnares. Hij geeft vast om haar. En hij geeft vast om het ongeboren kind. Ik mag voor zijn eten zorgen, shoppen met zijn creditcard en feestjes organiseren voor in de weekenden dat hij er wel is. Zij mag zijn kind baren. Zij wel. Hoe zou ze heten? Die hoer. Hoe oud zou ze zijn? Wat doet het er eigenlijk toe? Ik verfrommel de echo en gooi het papiertje tussen de gebroken takjes op de grond. Nee shit, niet weggooien. Ik raap het papiertje weer op, veeg het kleine beetje aarde ervan af en stop het weer in mijn jaszak. Ik loop terug naar het plein, kijk nog één keer naar mijn oude huis en loop door naar de bushalte. Over een paar uur zal René thuis zijn. Dan zijn we het hele weekend weer samen. Met zijn minnares en haar echo
tussen ons in.
Maak je ke uz e Geef hieronder je keuze aan voor het vervolg van T hriller on Demand. Wat zal Nicci doen? 1) Ze confronteert René en er ontstaat een ruzie (8 % van de stemmen) 2) Ze doet net alsof ze van niks weet, maar ondertussen vreet het wel aan haar (10 % van de stemmen) 3) Ze gaat op onderzoek naar de identiteit van de minnares van René (82 % van de stemmen)
Hoofdstuk 2 1 februari 2011
‘Rustig ademhalen. Rustig,’ probeert Eva me te kalmeren. Het helpt niet. ‘Wil je misschien koffie?’ Ik knik en schud afwisselend mijn hoofd en ga zitten. Ik weet niet wat ik wil. Wat ik moet doen. Zonder erbij na te denken, ben ik bij de bushalte voor Eva’s huis uitgestapt. Eva is al tien jaar mijn beste vriendin. Bij wie moet ik anders aankloppen? ‘Hij gaat vreemd,’ zeg ik plompverloren. Eva stagneert haar beweging even, maar gaat dan verder met koffiezetten. ‘René gaat vreemd,’ probeer ik nog een keer. Waarom reageert ze niet? Met haar blik op de grond komt ze aan met twee warme koppen koffie. Nog steeds zwijgend. Wanneer ze mijn kopje voor me neerzet, kijkt ze me met geknepen ogen aan. ‘Weet je dat echt zeker?’ Ze slikt en speelt met een los draadje van haar trui. Dat doet ze alleen als ze zich heel ongemakkelijk voelt. Wanneer ze zenuwachtig is. Mijn woorden blijven in mijn keel steken, dus neem ik een slok koffie. ‘Heb je René al gesproken?’ vraagt Eva ineens. Ik schud mijn hoofd en de salontafel. Mijn ogen lijkt ze te ontwijken. ‘Eva?’ ‘Hm?’ ‘Wist jij het?’ fluister ik. Ze kijkt me kort aan. Verontschuldigend. ‘Jij wist het? Verdomme, Eva! Jij wist dat mijn man vreemdging en nam niet de moeite om het mij te vertellen?!’ Ik sta kwaad op en gooi mijn kop koffie omver. De bruine vloeistof vloeit over de houten
tafel, klaar om gemene vlekken achter te laten. Geschrokken springt ze op. ‘Het spijt me!’ roept ze. ‘Ik wilde je het echt vertellen, maar…’ ‘Hoelang wist je het al?’ Het blijft een hele tijd stil. Ik vraag bewust niet door en loop heen en weer door de kamer. ‘Ze is zwanger,’ zeg ik dan. Ze knikt, slaat een arm om me heen, die ik uit een reflex van boosheid van me af duw, en loopt naar de keuken om een doekje te pakken voor de salontafel. ‘Ik ga je helpen.’ T ussen het boenen door kijkt ze me kort aan, met een vastberaden blik. ‘We gaan die vrouw opsporen en dan zorgen we ervoor dat ze uit het leven van René verdwijnt.’ Nadat ik kwaad ben weggelopen bij Eva, heeft zij Wesley gebeld, de beste vriend en een collega van René, om een naam uit hem te krijgen. In eerste instantie zei hij dat hij niks wist, maar na een kwartier kwam hij met een voornaam: Jennifer. Ik vertrok meteen naar het Erasmus MC, maar na een kwartier op de Daycare-afdeling wist ik nog niet wat ik moest doen. Natuurlijk zou ik daar niks vinden. Het idee dat mijn beste vriendin en Wesley het wisten en voor mij verborgen hielden… Dat gegeven maalt continu door mijn hoofd. Maar eerst moet ik weten wie Jennifer is, waar ik haar kan vinden en hoe ik van haar af kom. Daarna richt ik me op onze vrienden. Ben onderweg. X Dat betekent dat ik nog een kwartier heb voordat René thuiskomt. Ik gooi mijn sleutels op de keukentafel en ren naar René’s kantoor. Met mijn vingers glij ik langs de rand van zijn computer en met een zucht laat ik me zakken in de leren bureaustoel. Ik kijk naar de gesloten deur en dan naar het klokje op het bureaublad van de computer. Nog zo’n dertien minuten.
Met de muis ga ik naar de documentenmap. Afbeeldingen, downloads, favorieten, koppelingen… Ik doorzoek ze allemaal. Niets. Poging twee. JENNIFER. Zoek. Het lijkt minuten te duren, maar binnen een paar seconden weet ik genoeg. Op deze computer is niks te vinden. Ik moet zijn mail hebben, of zijn telefoon. Nog tien minuten. Genoeg tijd om in zijn mail te kijken. Wachtwoord. N-E-G-E-N-T-I-E-N-Z-E-S-T-I-G Onjuist. Wat? Het was altijd negentienzestig. Zijn geboortejaar. Shit, wat nu? Ik probeer nog een paar andere jaartallen en namen, tot ik alles heb gehad en nog maar twee kansen overheb. Nog zes minuten. Gespannen kijk ik naar de deur. Waar kan hij zijn wachtwoord in veranderd hebben? Mijn vingers vliegen automatisch over het toetsenbord. Zonder na te denken, typ ik haar naam. J-E-N-N-I-F-E-R O god, ik zit erin. Terwijl ik beneden de deur in het slot hoor vallen, zit ik als verlamd naar het scherm te staren. Zij is zijn wachtwoord. Ze is belangrijk genoeg voor hem om zijn wachtwoord te zijn… ‘Nicci?’ Te verward door zijn nieuwe wachtwoord en zonder nog verder te kijken, sluit ik zijn e-mail af. Ik veeg mijn tranen van mijn wangen en loop naar beneden. ‘O, René, gelukkig je bent er.’ Ik sla mijn armen om hem heen en probeer Jennifer en de baby uit mijn hoofd te bannen. ‘Hoe was je dag?’ Ik ben me ervan bewust dat mijn stem trilt, maar hoop dat hij niks merkt. Hij zet zijn koffer op de grond en loopt naar de koelkast. ‘Ik heb ontslag genomen.’ ‘O-ontslag?’ vraag ik verbouwereerd. Hij zou nog eerder zijn rechterarm amputeren dan stoppen met werken. ‘Wat is er gebeurd?’ Hij haalt zijn schouders op en antwoordt dat hij er geen zin meer in
had. Te weinig uitdaging. Heeft hij ontslag genomen voor Jennifer? Zodat hij voor haar en hun… baby kan zorgen? Voordat ik mijn mond open kan doen, loopt hij naar me toe en legt zijn handen op mijn schouders. ‘Ik moet even wat dingen op een rijtje zetten, Nicci, maar er gaat een hele hoop veranderen. Dat is zeker.’ Hij drukt een kus op mijn voorhoofd en loopt de keuken uit, naar de tv. Nu weet ik zeker dat ik Jennifer moet vinden. Wanneer hij slaapt, sluip ik zachtjes naar zijn kantoor. Ik moet het nog een keer proberen. Vlugger dan de vorige keer open ik zijn e-mail en ik sorteer de mails op naam. Daar staat ze. Het is maar één bericht, maar ik heb haar. Jennifer Bergen. Lieverd, ik moet je snel spreken. Bel me vanavond. Hou van je. Alle kracht is in een fractie van een seconde uit mijn lijf verdwenen. De kleine ruimte benauwt me. Alsof Jennifer hier zelf aanwezig is. Als een bezetene typ ik haar naam in de zoekbalk op Google. Er zijn tientallen vrouwen die Jennifer Bergen heten, maar op één jonge vrouw blijft mijn blik hangen. Ik klik door naar haar Facebook en bekijk haar foto’s. Nee. Dit kan niet. Zij kan het niet zijn.
Maak je ke uz e Geef hieronder je keuze aan voor het vervolg van T hriller on Demand. Wat heeft Nicci over Jennifer gevonden? 1) Jennifer is de dochter van de buurvrouw (7 % van de stemmen)
2) Nicci heeft jarenlang op Jennifer gepast (32 % van de stemmen) 3) Jennifer is de halfzus van een oude vriendin (61 % van de stemmen)
Hoofdstuk 3 1 maart 2011
Jenny. Jenny Bergen. Ik schud met een gevoel van ongeloof mijn hoofd. Die lieve, kleine Jennifer… Uitgerekend zij. De halfzus van mijn oude beste vriendin. Het liefst zou ik René nu uit ons bed willen sleuren, tegen hem willen schreeuwen, slaan. Ik veeg een dunne traan van mijn wang en sluit de computer af zonder nog naar Jennifers gezicht te kijken. Ik zet de stoel net zo terug als hij stond, ietsjes schuin en een stuk van het bureau af, en sluit zacht de deur van René’s kantoor. Zwanger of niet zwanger, hou je zus uit de buurt van mijn man. Een dag later heb ik nog geen bericht terug. Waarschijnlijk heeft Miranda al lang een ander nummer en zweeft de sms die ik in een opwelling heb gestuurd nu ergens in het heelal. Ik zal zelf naar Miranda moeten gaan. Zij kan haar halfzusje wel duidelijk maken dat dit afgelopen moet zijn. René heeft een fout gemaakt en daar zal hij voor boeten, maar ik laat het niet gebeuren dat hij papa gaat spelen voor een buitenechtelijk kind. Vijfentwintig telefoontjes en zes adressen later kom ik bij het nieuwe huis van Miranda aan. Ze is vier jaar geleden verhuisd, vlak nadat we met ruzie uit elkaar gingen. Jennifer heb ik helemaal op zien groeien, als kind, als tiener. Ze had altijd de grootste dromen voor haar toekomst. Nu is ze zwanger van een zestien jaar oudere man. Mijn man.
Ik zet mijn zonnebril af en loop naar de voordeur. Terwijl ik aanbel, word ik ineens zenuwachtig. Ik heb Miranda al die tijd niet meer gezien. Hoe zal ze reageren als ze ziet dat ik voor de deur sta? Lang nadenken is er niet bij, want ineens sta ik oog in oog met mijn oude beste vriendin. Ze kijkt me een paar seconden nadenkend aan, alsof ze in probeert te schatten waar ik voor kom, en dan komen die vertrouwde blik en glimlach tevoorschijn. ‘Nicci, jeetje, jou had ik hier niet verwacht.’ Ik geef haar drie zoenen en wacht netjes op een uitnodiging om verder te komen. Maar die komt niet. ‘Heb je mijn sms ontvangen?’ vraag ik maar. Ze kijkt me twijfelend aan. ‘Ik geloof niet dat je mijn nummer hebt.’ ‘Miranda, ik weet dat we elkaar een tijd niet hebben gezien, maar ik hoop dat we nog steeds met elkaar kunnen praten. Net als vroeger.’ Ze zucht even en laat me dan binnen. Ik vertel haar over René, Jennifer en de baby en zie dat Miranda hier heel erg van schrikt. ‘Ik heb haar al een hele tijd niet gezien. We hebben nauwelijks nog contact. Ik weet eerlijk gezegd niet eens waar ze tegenwoordig woont.’ Nu is het mijn beurt om te zuchten. ‘Ik wil gewoon mijn leven terug, Mir. Ik weet dat René degene is bij wie ik moet zijn, maar hij is mijn man. Ik heb niks. Zonder hem heb ik niks.’ ‘Daar heb je zelf voor gekozen, weet je nog?’ helpt ze me herinneren. Ik knik. ‘Dat weet ik, maar ik hou van hem. Ik wil dat Jennifer…’ ‘Als het Jennifer niet was, zou het wel een ander zijn,’ onderbreekt ze me. ‘Sorry Nicci, maar zo is René toch altijd al geweest? Je hebt altijd heel erg je best gedaan, maar een man als René heb je nooit helemaal voor jezelf.’ Ik slik en vecht tegen de opkomende tranen. ‘Ik moet gaan. Bedankt voor je gastvrijheid.’ Eenmaal thuis staan Amanda en Oscar voor de deur. Mijn tweelingzus en haar man. Die altijd al stiekem een crush op mij heeft gehad.
Volgens Amanda zie ik natuurlijk spoken, haar man is niet zo, maar die blikken van hem liegen er niet om. Het is wel duidelijk dat de vloek in de familie zit. We vallen altijd op mannen die je – zoals Miranda al zei – nooit helemaal voor jezelf hebt. Ik hoop alleen dat Amanda het iets beter heeft getroffen. ‘Ik dacht dat jullie een paar dagen weg waren,’ zeg ik wanneer ik naar ze toe loop. Amanda knuffelt me stevig en ik zie Oscars ogen over mijn gezicht glijden. ‘We zijn net terug, maar ik wilde meteen naar jou toe. Ik geloof dat wij moeten praten.’ Ik doe de voordeur open en zet snel de Senseo aan. Amanda komt naast me staan. ‘Ik heb Eva gesproken. Ze belde een paar dagen geleden.’ Dus ze weet van René en Jennifer. ‘Maar dat is niet het enige,’ zegt ze. Oscar komt erbij staan en knikt zijn hoofd bevestigend. ‘Wat kan er nog meer zijn?’ vraag ik met een zenuwachtige lach. We gaan op de bank zitten en door de ijzige stilte die volgt, wordt duidelijk dat Amanda er moeite mee heeft. ‘Amanda, wat is er?’ Oscar schuift iets naar voren op de bank en kijkt me dan recht aan. ‘Toen we in Maastricht waren, kwamen we Wesley tegen.’ ‘Wesley?’ Er zijn zoveel Wesleys. ‘Die collega van René,’ verduidelijkt hij. ‘We wisten een paar dagen geleden al van Eva dat René… Nou goed. Een van die avonden zijn we wat met Wesley gaan drinken. Hij werd een beetje loslippig.’ Ik kijk hem gealarmeerd aan. ‘Hij wist het al van Jennifer. Dat weet ik van Eva.’ Amanda legt haar hand op mijn linkerknie. T roostend. Er is dus inderdaad meer. ‘Jennifer heeft een paar jaar in een striptent gewerkt. Die nachtclub om de hoek van… God, hoe heet het ook alweer?’ Ik schud mijn hoofd ten teken dat de locatie niet belangrijk is en dat
ze door moet praten. ‘In die club heeft Jennifer René blijkbaar ontmoet.’ Ik kijk haar niet-begrijpend aan. ‘Maar René komt helemaal niet in dat soort zaken.’ Ik lach spottend. ‘En wanneer zou hij daar in godsnaam geweest moeten zijn? Hij is of aan het werk, of hij is hier bij mij.’ ‘Maar toch heeft hij haar in de tussentijd zwanger gemaakt,’ helpt Oscar mij fijn herinneren. ‘Oké, dus hij komt wel eens in een nachtclub. Waar ze strippen,’ mompel ik. Oscar pakt onze lege koffiekoppen van de salontafel en loopt naar de keuken. Amanda kijkt me weer recht aan. ‘Wesley vertelde dat René Jennifer onderhoudt sinds hij weet dat ze zwanger is.’ ‘Wat?’ ‘Hij geeft haar iedere week geld zodat ze niet meer in die striptent hoeft te werken.’ Ik voel me duizelig worden en Amanda rent snel de keuken in om een glaasje water voor me te halen. Oké, het gaat dus om geld. Het gaat haar niet om René. Ik kan er nog tussen komen. Nou, geld kan ze krijgen, als ze maar bij René uit de buurt blijft. Ineens helder sta ik op. ‘Ik moet naar haar toe.’
Maak je ke uz e Geef hieronder je keuze aan voor het vervolg van T hriller on Demand. Hoe reageert Jennifer wanneer Nicci voor haar deur staat? 1) Ze pakt het geld aan en zegt uit René’s buurt te blijven (33 % van de stemmen)
2) Ze smijt de deur voor Nicci dicht (35 % van de stemmen) 3) Er ontstaat een ruzie die hoog oploopt (32 % van de stemmen)
Hoofdstuk 4 1 april 2011
Shit, ik weet niet eens waar dat kreng woont. Ik zal in René’s agenda moeten kijken. Hij zal haar adres toch ergens hebben staan. Wanneer ik thuiskom, zie ik René op de bank zitten, stil, voor zich uit starend. Ik slik mijn woede en onzekerheid in. Ik ben zijn vrouw. Zonder aan te kondigen dat ik er ben, loop ik naar hem toe en kus hem op de kalende plek op zijn hoofd. Waarom neem je niet iemand van je eigen leeftijd, Jennifer? Iemand die al zijn haar nog heeft… René schrikt op en kijkt me met duffe ogen aan. ‘Lieverd, ben je er al lang? Ik heb je niet binnen horen komen.’ ‘Nee,’ antwoord ik, ‘ik kom net binnen. Wat was je aan het doen?’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Gewoon…’ Hij trekt me naar zich toe en glimlacht dan ineens. ‘Zeg, schat, heb jij zin om vanavond lekker luxe uit eten te gaan?’ Ik begrijp niet waar dit ineens vandaan komt. ‘Ik wil je iets vertellen. Iets belangrijks,’ gaat hij verder terwijl hij een lok haar voor mijn ogen weghaalt. ‘T rek je mooiste jurk aan.’ O god, hij gaat het vertellen van Jennifer… en de baby. Hij gaat bij me weg. Hij staat op en zegt dat hij nu eerst een afspraak heeft. Ik knik en speel alles nog een keer af in mijn hoofd. Wanneer de deur dichtvalt bedenk ik me dat hij nu naar haar gaat. Zijn auto is nog maar net de hoek om en snel fiets ik erachteraan. Niet te dichtbij, niet te ver erachter. Ik hou hem zo precies in de
gaten. Hij stopt bij een bloemenkraampje langs de weg. Hij haalt bloemen voor haar. Wanneer heeft hij mij voor het laatst bloemen gegeven? Of überhaupt iets? Wanneer hij weer in de auto zit, kom ik opnieuw in actie. Ik slinger bijna van de snelheid, maar ik kan hem nog net bijhouden. Hij rijdt de woonwijk van Miranda in, Jennifers zus. Ik heb haar al een hele tijd niet gezien. Ik weet eerlijk gezegd niet eens waar ze tegenwoordig woont. Miranda’s woorden echoën in mijn hoofd. Een kleine minuut later kom ik erachter dat Jennifer maar twee blokken verwijderd van haar zus woont. Ik blijf om het hoekje schuin aan de overkant staan. Verscholen achter een grote, bruin uitgeslagen heg. Jennifer doet de deur open, lacht verrast wanneer ze de bloemen ziet – witte rozen, mijn favoriete bloemen – kust hem en laat hem binnen. Dit lijkt me meer te raken dan de wetenschap van hun samen, de echo, de baby. De eerste traan valt op mijn wang, gevolgd door de volgende en de volgende en de volgende. Buiten adem van het fietsen – zo snel heb ik nog nooit gefietst, zelfs niet tijdens een spinningles – loop ik naar mijn inloopkast. Ik moet er mooi uitzien vanavond. Ik moet er fantastisch uitzien wanneer hij me wil vertellen dat hij de liefde van zijn leven heeft gevonden en dat ze zwanger van hem is. Ik wil dat hij begint te aarzelen wanneer hij naar mij kijkt. Zijn vrouw, in een prachtige, zwarte jurk. Zijn vrouw, die er altijd voor hem geweest is. ZIJN VROUW, VERDOMME! Drie uur later zit ik nog steeds op de bank op René te wachten. In mijn mooie jurk. Bijna stervend van de honger. Ik heb hem inmiddels al tien keer gebeld, vijf voicemailberichten achtergelaten en misschien wel twintig sms’jes gestuurd. Hij reageert nergens op. Zou hij nog steeds bij haar zitten? Zouden de witte rozen in een mooie vaas op tafel staan, naast de echo van…
Ik schud mijn hoofd, sta op en ga voor de spiegel staan. Kijk nou naar jezelf. Ik kijk. Vind je het gek dat René zijn geluk ergens anders zoekt? Ik bal mijn vuisten, ren naar buiten en stap weer op de fiets, zo goed en zo kwaad als het gaat met mijn jurk. Ik fiets net zo snel als vanmiddag. Bij het kruispunt twijfel ik of ik nu naar links of rechts moet, maar ik bedenk me weer dat ze vlak achter Miranda woont. We hebben nauwelijks nog contact. Ik gooi mijn fiets tegen het hekje van de buren en kijk naar de plek waar vanmiddag René’s auto stond. Hij is weg. René is hier niet. Waar zit hij dan? Ik wil mijn telefoontje pakken om te kijken of hij me nog gebeld heeft, of hij gereageerd heeft, maar mijn telefoon ligt nog thuis. Zuchtend kijk ik naar mijn zwarte jurk, totaal verwoest door het fietsen. Wat doe ik hier eigenlijk? Ik wil me omdraaien, maar zie dan Jennifer in de woonkamer staan. Ze staat voor de spiegel, aaiend over haar licht bollende buik. Ik loop naar het raam toe en kijk de woonkamer door. En inderdaad, daar staan de witte rozen in een mooie vaas, met de echo ingelijst ernaast. In een opwelling loop ik naar de deur en ik hou de bel lang ingedrukt. Jennifer schrikt van het geluid, kijkt even naar buiten, maar loopt dan naar de deur. Ze doet open en kijkt me kort aan. Ik zwijg. Zij zwijgt. Dan verschijnt er een glimlach op haar gezicht, ze aait nog een keer over haar buik, kijkt me indringend aan en sluit de deur voor mijn neus. ‘Jennifer!’ roep ik. ‘Doe open! Jennifer!’ Ik bel nog een keer aan, langer nu, maar de deur blijft gesloten. Ze staat weer in de woonkamer. Lachend, nog steeds met die verrekte hand op haar buik. Wacht, wat is dat? Mijn blik valt op haar ringvinger. Op de flonkerende steen om haar ringvinger. Ze ziet dat ik het heb gezien en knikt.
Het is alsof er een knop in mijn hoofd omgaat. Ik ren de hoek om, naar de ingang van de tuinen. T uin één, twee… Hier moet ik zijn. Ik doe het hekje open en storm de tuin in. ‘Jennifer!’ Ik klop op het raam, maar ze doet nog steeds niet open. Ik kijk om me heen en pak een willekeurige baksteen uit de tuin. Ik draai de steen twee keer in mijn hand, kijk haar nog een keer aan, haar ogen worden groot van ongeloof en ze loopt langzaam naar achteren. Ik voel mijn hartslag verdubbelen en gooi de steen dwars door het grote raam. Een alarm gaat af. Een hoog, schel alarm. Ik wil wegrennen, maar bedenk me dan dat het geen alarm is. Het is Jennifer. Ze staat – nog steeds haar buik vasthoudend – hysterisch te gillen. Dan valt ze neer op de grond.
Maak je ke uz e Geef hieronder je keuze aan voor het vervolg van T hriller on Demand. Wat doet Nicci? 1) Ze loopt aarzelend naar binnen en voelt aan Jennifers pols (9 % van de stemmen) 2) Ze rent naar binnen en belt zonder te aarzelen haar beste vriendin, Eva, voor hulp (21 % van de stemmen) 3) Ze raakt in paniek en vlucht (70 % van de stemmen)
Hoofdstuk 5 1 mei 2011
Oké, rustig ademhalen. Rustig, rustig. Langzaam blaas ik mijn ingehouden adem weer uit. Niet in paniek raken, Nicci. Ik staar naar het tafereel voor me. Daar ligt ze. T ussen de glasscherven in. Mijn handen beginnen te trillen, maar ik bal mijn vuisten om het ergste tegen te houden. Ik voel mijn hart in mijn keel bonken. Ik heb alles verpest. Ik ben veel te ver gegaan. Dit wilde ik niet. Ik heb haar vermoord. O god. Ik heb de minnares van mijn man, en misschien wel hun baby, vermoord! Nog een keer probeer ik mezelf te kalmeren door diep in en uit te ademen. Geen paniek. Ik kan dit. Rustig blijven. Ik wil naar haar toe gaan, een deken over haar slappe lichaam leggen, maar mijn benen trekken me de andere kant op. De tuin uit. Weg uit deze straat. Ik begin te rennen. De eerste naar links, de derde naar rechts, weer naar rechts, rechtdoor, weer rechts, en dan opnieuw naar rechts en naar links. Nog een keer en nog een keer. Ik kan niet afwijken van deze vaste route. Steeds kom ik weer in Jennifers straat terecht. Wat zal René met me doen als hij erachter komt? Zal hij me kapotmaken? Kan ik het voor hem verbergen? Nee, natuurlijk niet. René is mijn man. Hij komt erachter, en wanneer het zover is zal hij voor mij kiezen. Hij zal mij helpen. Nee, dat is niet waar. Hij zal wraak nemen. Ook op mij. Shit, shit, shit, shit. Wat heb ik gedaan?
Een paar uur later sta ik met droge, rode ogen en plakkerige wangen voor de deur van Amanda. ‘Je weet dat ik er altijd voor je ben, hè? Daar zijn we toch zussen voor.’ Natuurlijk weet ik dat Amanda er onvoorwaardelijk voor me is, daarom ben ik ook naar haar toe gegaan, maar zal ze er ook nog voor me zijn als ze… ‘Nicci, vertel me gewoon wat er gebeurd is. Ik help je, wat het ook is.’ Ze blijft een paar minuten stil, niet zeker hoe ze moet reageren. Dan staat ze op en trekt me mee. ‘We rijden eerst naar jouw huis om ons ervan te verzekeren dat René nog thuis is. Als zijn auto voor de deur staat moeten we snel te werk gaan.’ Ik knik. ‘Zeg je alsjeblieft niks tegen Oscar?’ Ik weet dat hij niet thuis is, maar ik fluister onbewust. Bang dat iemand het hoort. Ze schudt haar hoofd. ‘Hoe minder mensen ervan af weten, hoe beter. Ik kan heus wel wat achterhouden voor mijn man.’ Ik ga op mijn handen zitten in de hoop dat ik ze onder bedwang krijg, maar het wordt niet minder. Het trillen neemt niet af. Wanneer we zien dat René’s auto nog voor de deur staat slaak ik een zucht van verlichting. Hij is niet bij Jennifer. Hij weet het nog niet. Het is nog niet te laat. Terwijl Amanda bedenkt hoe we nu verder moeten, gaat haar telefoon af. René. Natuurlijk, mijn telefoon ligt nog thuis. Hij heeft me vast al tig keer geprobeerd te bellen. We zouden uit eten gaan. Hij wilde me iets vertellen. Ook al weet ik allang wat dat iets is, natuurlijk. Ik pak de telefoon van haar af, weiger René’s oproep, zet de telefoon uit en gooi hem op de achterbank. René moet even wachten. We hebben nu belangrijkere dingen te doen. Redden wat er te redden valt bijvoorbeeld. Voor het tuinhekje van Jennifers huis blijven we staan. Ik laat even
tot me doordringen wat we gaan doen. Wat ik gedaan heb. Dat ik mijn zus nu medeplichtig maak aan moord. Oscar zal me vervloeken. Op z’n minst. Amanda doet het hekje open en loopt als eerste de tuin in. Ze loopt langzaam en een beetje wankel, maar ze komt steeds dichter bij het ingeslagen raam. ‘Oké, we moeten eerst controleren of ze echt dood is. Daarna slepen we haar de woonkamer uit en kunnen we…’ Vlak voor het gebroken raam blijft ze staan, met haar schoenen tussen de glasscherven. Met grote, verwarde ogen draait ze zich naar me om. ‘Ze is weg!’ Ik kom naast haar staan. Jennifer is weg. Verdwenen. Shit, wat doen we nu? Zou ze naar haar zus gestrompeld zijn? Zit ze nu bij Miranda? Of is ze al onderweg naar René? Hij zal toch wel begrijpen dat het een ongeluk was? Amanda loopt via het gebroken raam de woonkamer in en kijkt in het schemer rond. 'Misschien heeft iemand haar gevonden en is ze naar het ziekenhuis gebracht.' Ik loop ook naar binnen, bijna hyperventilerend, maar Amanda pakt me bij mijn schouders beet en ik neem haar rustigere ademhaling over. ‘Het komt goed, zus. Geloof me m…’ Met een ruk draait ze zich om en ze pakt mijn hand vast. ‘Hoorde jij dat ook?’ Ik knik zwijgend en volg haar blik. Ik moet even met mijn ogen knipperen, maar dan zie ik het ook. Een silhouet in het donker. Een gestalte. Er staat iemand in de kamer! De gestalte begint te bewegen en komt wat dichterbij, de glasscherven worden onder het gewicht van de schoenen nog verder vermorzeld. Onbewust loop ik naar achteren, Amanda meetrekkend. De ruimte tussen ons in wordt steeds kleiner en Amanda en ik staan bijna met onze rug tegen de muur. Het is te donker om het gezicht duidelijk te zien, maar diep vanbinnen weet ik wel wie dit is. Een bundel licht van de lantaarnpaal voor het
voorraam valt naar binnen en verlicht een klein gedeelte van het gezicht. Nu weet ik echt zeker wie het is. Mijn ogen dwalen naar beneden en halverwege zie ik iets glinsterends in de rechterhand. Een mes dat dreigend naar ons wijst.
Maak je ke uz e Geef hieronder je keuze aan voor het vervolg van T hriller on Demand. Tegenover wie staan Nicci en Amanda? 1) René (9 % van de stemmen) 2) Miranda (12 % van de stemmen) 3) Jennifer (79 % van de stemmen)
Hoofdstuk 6 1 juni 2011
Ze staat nu recht voor ons, op een armlengte afstand. Zwaar ademhalend en met grote, verwilderde ogen. Angstig, verward. Het mes trilt in haar hand. ‘Jennifer, het spijt me. Het was echt niet mijn bedoeling om…’ begin ik. Ze herpakt haar greep op het mes en zwaait er vervaarlijk mee heen en weer. ‘Ssst. Hou je mond!’ ‘Leg het mes eerst even weg, dan kunnen we misschien praten,’ ga ik verder. Met haar vrije hand wrijft Jennifer opnieuw over haar buik, over haar baby. ‘Alles komt goed, liefje, alles komt goed. Mama is bij je,’ fluistert ze. Jennifer lijkt in trance, heen-en-weerwiegend blijft ze een paar seconden zo staan. Amanda pakt mijn rechterhand stevig vast en in een opwelling schiet ze naar voren, mij meetrekkend, weg van Jennifer. De voordeur is dichtbij, maar voordat Amanda de deur open kan doen, duwt Jennifer Amanda hard tegen de muur, waardoor ze even uit het veld geslagen is, en vervolgens komt ze achter me staan, met haar linkerhand stevig om mijn middel en het mes in haar rechterhand op mijn keel. ‘Probeer nog één keer te ontsnappen en ik snij je zus haar keel door,’ sist ze. ‘Ik doe het, hoor, ik doe het echt.’ Ik kijk mijn zus smekend aan. Alsjeblieft, ren, probeer ik met mijn ogen over te brengen. Red jezelf. Met tranen in haar ogen schudt ze haar hoofd. ‘Nee,’ fluistert ze. ‘Ik zal nooit wegrennen.’
De druk van het mes op mijn keel neemt niet af. Ik voel iets vochtigs langs mijn hals wegsijpelen. Een klein straaltje bloed. ‘Laatste waarschuwing,’ zegt Jennifer dreigend. ‘Zitten of je zus gaat eraan.’ Ineens wordt de kamer opgelicht door een lichtflits. Dan volgt de harde donder en begint het te stortregenen. De volgende seconden verlopen heel snel. Amanda springt op, vliegt met haar handen naar het mes, rukt het uit Jennifers hand en duwt mij opzij, waardoor ik mijn evenwicht verlies. Amanda staat hijgend met het mes in haar rechterhand en probeert Jennifer te raken. Ik zie Amanda’s ogen glinsteren in het schemerlicht. ‘Nicci,’ zegt ze terwijl ze haar ogen op Jennifer gericht houdt, ‘wil je…’ We worden verrast door weer een lichtflits, die iets langer duurt, en een donder vlak boven het huis. Ik ren richting Amanda, want ik weet dat ze mij om hulp wilde vragen, maar struikel halverwege. Amanda kijkt geschrokken om en in die ene seconde dat ze niet oplet neemt Jennifer het heft in handen. De lichtflitsen en het gedonder volgen elkaar steeds sneller op, en als in het knipperlicht in discotheken zie ik een gevecht tussen Jennifer en mijn zus ontstaan. Ik sta snel op en probeer ertussen te springen, maar ze zijn niet van elkaar los te wrikken. Ik trek aan Jennifers haar en probeer het mes uit haar handen te rukken, maar ze is te sterk. Amanda schopt in Jennifers buik en gezicht, het mes valt nu uit haar hand en heel even blijft het stil. Amanda en ik kijken elkaar in het donker aan en in de volgende lichtflits duw ik Jennifer van Amanda af en grijp naar het mes. Ik heb hem bijna te pakken. Mijn nagels raken het lemmet al. Ik schuif nog iets verder naar voren, omklem het mes en word dan hard op mijn achterhoofd geslagen. Mijn neus kraakt wanneer hij de grond raakt. Een pijnlijke steek tussen mijn ogen leidt me even af en ik zie net te laat dat Jennifer het mes te pakken heeft gekregen. Ze zit boven op mijn zus en steekt het mes in haar buik.
Het branderige gevoel in mijn polsen maakt me wakker. Het is nog steeds schemerig. Ik lig met mijn wang op het hoogpolige tapijt, met mijn armen pijnlijk achter mijn rug. Ik probeer mijn armen te bewegen, maar voel iets straks om mijn polsen. Hetzelfde probeer ik met mijn benen, maar er zit geen beweging in. Ik kijk naar de plek waar Amanda net nog lag. Ik wil gillen, Amanda roepen, íets doen, maar er komt alleen gerasp uit mijn keel. Mijn mond voelt droog aan en mijn gebroken neus klopt pijnlijk waardoor het lastig is om adem te halen. Ik draai mijn hoofd iets opzij en zie Amanda vlak achter me liggen. Ook vastgebonden. Haar buik zit onder het bloed en ik schuif iets naar haar toe. Ik draai mijn lichaam zo zodat ik met mijn hand bij haar pols kan. Ik kan mijn vingers niet ver strekken, maar kan ze net op haar pols leggen en constateren dat ze nog leeft. ‘Amanda,’ fluister ik. ‘Amanda, wakker blijven. Alsjeblieft.’ Ze reageert niet. ‘Amanda!’ probeer ik wat harder. Vanuit de keuken hoor ik Jennifer. Ze praat tegen iemand. Ik draai me nog iets verder om, de pijn negerend, en probeer te gaan zitten; mijn benen recht vooruit en mijn armen achter mijn rug. Ik weet mijn benen op te trekken en schuif een paar centimeter over de vloer richting het geluid. Ik zie Jennifer ijsberen door de keuken. ‘Wat moet ik nu dan doen?’ Stilte. ‘Het was jouw idee. Ik kan toch niet…’ Bij de eettafel blijft ze even staan en ze laat haar hoofd rusten in haar vrije hand. ‘Dit was niet de afspraak!’ Ik probeer Amanda wakker te maken. Ze reageert met een zwakke kreun en een kleine beweging van haar hoofd. ‘Maar dit wilde ik toch niet?’ hoor ik Jennifer nu roepen. ‘Als ik dit had geweten…’ Het blijft weer even stil. ‘Oké, oké, ik doe het wel, maar dan moet jij je ook aan de afspraak houden.’ Ze legt de telefoon neer, pakt het bebloede mes van de tafel en komt onze kant op.
Maak je ke uz e Geef hieronder je keuze aan voor het vervolg van T hriller on Demand. Waar heeft Jennifer mee ingestemd? 1) Dat ze Amanda achter moet laten en Nicci mee moet nemen. (30 % van de stemmen) 2) Dat ze Nicci moet vermoorden. (60 % van de stemmen) 3) Dat ze Amanda en Nicci in leven moet houden. (10 % van de stemmen)
Hoofdstuk 7 1 augustus 2011
Ze trekt me mee naar het water. Mijn handen zitten vastgebonden achter mijn rug, met tie-rips. Ik probeer er met mijn polsen beweging in te krijgen, ook al weet ik dat het toch geen zin heeft. Ze roept dat ik door moet lopen, de zee in. Ondertussen houdt ze mijn schouders stevig vast. Ik schat mijn kansen om aan haar te ontsnappen in, turend over het water, het strand, terwijl we steeds verder doorlopen. Links van ons staat een pier. Metalen palen. ‘Haal je niks in je hoofd, Nicci,’ onderbreekt ze mijn gedachten sissend. ‘Het is voorbij.’ Ik weet dat ik verloren heb, dat mijn kansen nihil zijn, maar ik moet proberen tijd te rekken. ‘René vergeeft het je nooit, Jennifer. Hij zal bij je weggaan.’ Ze gooit haar hoofd in haar nek en lacht bijna demonisch. ‘René zal nooit bij mij weggaan. Ik draag zijn kind.’ Ik kijk naar haar bollende buik en naar de metalen palen onder de pier. Jennifer proberen uit te schakelen is één ding. Een baby, René’s baby, is een tweede. Dat zou ik nooit kunnen doen, maar het een kan ik niet zonder het ander. Tenzij… We gaan steeds dieper en Jennifer mompelt tegen zichzelf. ‘Improviseren,’ zegt ze. Het zout brandt in mijn neus, ogen en keel. Jennifer trekt me naar beneden, onder water, maar moet zelf ook moeite doen om boven te blijven. Ik blijf mijn benen bewegen, maar ze voelen zwaar en moe aan. De golven beginnen hoger te worden, harder en dwingender. Ik zie aan Jennifers ogen dat ze zelf ook bang is. Ze heeft het door haar
haast verkeerd aangepakt. Ik probeer tegen haar te zeggen dat we er samen wel uit kunnen komen, dat we dit achter ons kunnen laten, maar voordat ik mijn mond opendoe word ik meegesleurd door een harde en koude golf. Ik word richting het strand geduwd. De zee probeert me uit te spugen. Waar is Jennifer? Ik probeer te roepen, kijk verwoed om me heen. Een paal. Hij komt steeds dichterbij. De paal van de pier. Ik ben er bijna. De golf duwt me onder de pier en mijn knie schaaft langs de bodem. Het water vecht om me heen. Een volgende golf duwt mijn hoofd tegen een paal. Ik hou hem stevig vast en wacht tot het water lager wordt. Het is koud. Ik denk dat ik mijn mond even kan openen om adem te halen, maar de volgende seconde is deze gevuld met zout water. Ik verslik me, mijn borstkas brandt, mijn ogen doen pijn. Ik word weer naar voren geschoten, met mijn hoofd tegen het begin van de pier. De golven stoppen niet meer. Ik open mijn ogen voor de laatste golf. Ruwe lippen op de mijne. Een hand om mijn gezicht. Ik voel het branden in mijn luchtpijp, mijn slokdarm en kom met een ruk omhoog. Raspend haal ik adem terwijl ik het zeewater uitspuug. Ik kijk naar de zee, die steeds agressiever wordt. Donkere stapelwolken schieten voor de zon en het begint hard te waaien. Ik draai me iets naar links en zie Jennifer zitten. Ze kijkt me met donkere ogen aan, maar laat haar blik dan weer rusten op de zee. Ik kijk verder om me heen. Wie heeft me gered? Wie heeft Jennifer gered? ‘Er is hier niemand,’ fluistert Jennifer, alsof ze mijn gedachten kan lezen. ‘Ik was het.’ Ze kijkt me weer aan. Doordringend nu. ‘Ik heb je gered.’ ‘Ik hoefde niet gered te worden als je me in eerste instantie niet in deze positie had gebracht.’ Ze knikt, staat op en loopt naar me toe. Ze probeert de tie-rips om
mijn polsen los te maken, maar met haar blote handen lukt het niet. Zwijgend helpt ze me met opstaan en we lopen, hetzij een beetje wankel, naar haar auto. Een paar minuten later worden mijn handen bevrijd. ‘Het spijt me,’ zegt ze, terwijl ze naast me blijft staan. Zwijgend kijk ik haar nu aan. Ik begrijp niet wat er net gebeurd is. Wat er nu gebeurt. ‘Dit had nooit zo ver moeten gaan,’ fluistert ze. Ik knik. Jennifer wil nog iets zeggen, maar achter haar komt een auto aanscheuren, die net op tijd stopt. Door de voorruit kan ik niet meteen zien wie het is, maar Jennifer ziet wel meer dan ik en rent in paniek naar de auto. ‘Jij bent echt gestoord!’ roept ze. ‘O mijn god, René, zeg iets. Doe iets. Alsjeblieft!’ Ik schrik bij het horen van René’s naam en ren ook naar de auto toe. Hij ligt vastgebonden op de achterbank. Bewusteloos. ‘Ik dacht dat je het af zou maken,’ klinkt een harde stem vanuit de zwarte Volkswagen. De bestuurdersdeur gaat open en Jennifers zus Miranda stapt uit. Ik staar haar met ongelovige ogen aan. ‘J-Jij,’ stotter ik. ‘Jij zit hier al die tijd achter.’ Miranda kijkt me met een zelfverzekerde glimlach aan en draait zich dan om naar Jennifer. ‘Change of plans, zusje. Je liefje begon moeilijk te doen, dus ik moest hem wel drogeren.’ Ze kijkt weer kort naar mij en gaat dan verder tegen Jennifer. ‘Ik neem aan dat jouw plan ook veranderd is?’ ‘Het was niet mijn plan, Miranda,’ roept Jennifer kwaad terug. ‘Dit is veel te ver gegaan en ik weiger hier nog aan mee te doen.’ Miranda schudt lachend haar hoofd en zegt dat Jennifer nu niet meer terug kan, dat ze er zelf al te diep in zit. Gemompel uit de auto. René begint wakker te worden. Ik buig me naar hem toe en begin aan het touw om zijn polsen te trekken. Hij opent zijn ogen en kijkt van mij naar Jennifer en weer terug. Dan worden zijn ogen groot. Ik zie de angst erin. Voordat ik me om kan draaien word ik aan mijn haren naar
achteren getrokken. ‘Vanaf nu gaat het op mijn manier. Tegenwerking wordt niet op prijs gesteld,’ hijgt Miranda in mijn nek.
Maak je ke uz e Geef hieronder je keuze aan voor het vervolg van T hriller on Demand. Nicci, René en Jennifer zijn nu alle drie in gevaar en Miranda moet definitief uitgeschakeld worden. Wie van de drie brengt de genadeklap? 1) Jennifer (68 % van de stemmen) 2) Nicci (14 % van de stemmen) 3) René (18 % van de stemmen)
Hoofdstuk 8 1 september 2011
‘Laat me los!’ Ik probeer haar handen uit mijn haar te trekken maar doe mezelf er alleen maar meer pijn mee. ‘Miranda! Laat. Me. Los!’ Miranda doet wat ik zeg. Ze laat me inderdaad los en ik val op de grond. Mijn hoofd komt op iets hards terecht. ‘Waag het niet, zusje,’ sist ze terwijl ze naar Jennifer toe loopt. ‘Jij zou mij helpen.’ Jennifer staakt haar poging om René los te krijgen en kijkt haar zus woedend aan. ‘Ik heb alles gedaan wat je wilde, heb aan al je idiote plannen meegewerkt, maar nu is het voorbij. Ik laat me niet meer…’ ‘Betalen?’ voegt Miranda toe. ‘Je wilt mijn geld niet meer? Heb je het niet meer nodig nu René je onderhoudt?’ Jennifer kijkt met grote ogen van haar zus naar René en weer terug. ‘Hou je mond.’ ‘Ja, René, je hoort het goed. Ik heb mijn lieve zusje betaald om jou en je vrouw uit elkaar te halen. Ik heb haar een nieuw leven gegeven. Ik heb ervoor gezorgd dat ze een huis kreeg en dat ze te eten heeft. Dat ze jou heeft gekregen!’ ‘Zo is het genoeg!’ roept Jennifer terwijl ze haar zus een klap geeft in het gezicht. René kijkt teleurgesteld naar zijn minnares en vraagt haar om uitleg. Met haar rechterhand tegen haar wang – die nu branderig aanvoelt – staart Miranda haar zusje verbaasd aan. Dan heeft ze het door. Ze houdt van hem. Jennifer rent terug naar René en doet nog een poging om hem los te krijgen. Ze stamelt dat het haar spijt en dat het geld er niet toe doet. Niet meer. Zijn gezicht houdt ze in haar handen en ze veegt zijn
tranen weg. ‘Het komt goed. Echt. Denk aan de baby.’ ‘Je houdt van hem,’ zegt Miranda nu hardop. ‘Ja, ik hou van hem. Wil je nu alsjeblieft stoppen met deze waanzin? Het is genoeg geweest!’ Miranda schudt langzaam haar hoofd en zet een paar stappen richting de auto. ‘O nee, dat is het níét!’ schreeuwt ze. ‘Ik heb jou alles gegeven. Ik kan je ook alles weer afnemen.’ ‘Dat zou je niet doen. Miranda, alsjeblieft,’ smeekt Jennifer. René heeft zijn handen vrij en begint aan het touw om zijn enkels. Jennifers ogen worden groot. ‘Nee! Miranda, niet doen. Alsjeblieft!’ Ik open mijn ogen. Ik voel aan mijn achterhoofd. Plakkerig. Kijk naar mijn vingers. Rood. Hoelang ben ik weggeweest? René. Ze heeft René onder schot. Ik hoor Jennifer roepen, ik hoor hoe René Miranda smeekt om hem in leven te laten. Een schot. Gegil. Nog een schot. ‘Nee!’ Miranda draait zich naar me om en ik besef dat het mijn eigen stem is die ik hoor gillen. Ik ren zo hard als ik kan en duik boven op Miranda. Ik duw haar gezicht in het zand en gebaar Jennifer dat ze René moet helpen. Helderrood bloed sijpelt langs René’s arm. Ik voel Miranda’s hoofd in mijn handen draaien en verstevig mijn grip. Haar mond en neus zitten vol met zand. Het begint te waaien. Steeds harder. Druppels komen op mijn gezicht terecht. Ik kijk naar Jennifer die René’s wonden verzorgt. Zijn blik als hij naar haar kijkt. Alles lijkt zo langzaam te gaan, en toch ook zo snel. De druppels gaan over in een stortbui. Miranda bevrijdt zichzelf bijna uit mijn greep. Het lukt me niet! Ik ben niet sterk genoeg. Jennifer ziet het en rent naar ons toe. Ze grist het pistool dat Miranda nog los in haar hand heeft en richt het op haar hoofd. Miranda kijkt Jennifer met een genoegzame glimlach aan. ‘Wilde je me neerschieten, zusje? Denk je nou echt dat je dat zou kunnen?’ Jennifer doet een stap naar voren. ‘Nee, misschien kan ik je niet
neerschieten, maar dit kan ik wel.’ Het pistool komt hard op Miranda’s hoofd terecht. Jennifer wankelt en laat van schrik het pistool vallen. Miranda ligt stil op de grond. Ik wend me naar René. ‘René, liefje, kom. We gaan. Het is over. Voorbij.’ Ik wil met hem wegrijden en nooit meer omkijken. Jennifer en de baby vergeten. Ons huwelijk redden. Nu kan het nog. Het is nog niet te laat. Maar hij kijkt niet naar mij, hij kijkt naar Jennifer die inmiddels achter me staat. Die blik. Zo heeft hij nog nooit naar mij gekeken. Ook niet in het begin, toen ons huwelijk nog goed was. Jij wint, Jenny. Jij draagt zijn baby. Jij wint. Ik draai me nog een keer om naar Miranda. ‘Waar is ze?’ Niemand hoort me. ‘Waar is ze?’ vraag ik nu harder. ‘Waar is Miranda? Waar is het pistool?’ Ze kan niet weg zijn. Waar is ze? Wat is ze van plan? Was die klap wel echt? Of helpt Jennifer haar zus nog steeds? Ik kijk naar Jennifer, haar ogen zo groot als die van Bambi. ‘Jen, waar is ze? Wat zijn jullie van plan?’ Ze kijkt me hulpeloos aan en schudt haar hoofd. ‘Ik weet het echt niet.’ Ik sprint naar de bestuurderskant van de auto en ga achter het stuur zitten. ‘Oké, ga naast René zitten en druk deze handdoek tegen zijn wond. Miranda is vast nog in de buurt. We moeten hier weg. Nu!’
De ruitenwissers kunnen de stortbui amper aan en ik zie niet waar ik rij. Het begint donker te worden en ik kan de auto nog net op de weg houden. ‘Nicci, waar zijn we?’ vraagt Jennifer met een piepstem. Het bos. Volgens mij rijden we het bos in. Shit. ‘Nicci, je moet omdraaien. Ik moet naar het ziekenhuis. Draai om!’ ‘Ik doe mijn best, René!’ roep ik terug. Maar ik heb geen idee hoe ik
om moet draaien in een donker bos terwijl het stortregent en ik niks kan zien. Ik slip, draai bij naar links, de banden piepen, trap de rem in, de banden piepen nog harder, en kom tegen een boom tot stilstand. Niet hard genoeg voor de airbag. Het valt mee. In het achteruitkijkspiegeltje kijk ik of Jennifer en René oké zijn, ik laat mijn hoofd tegen de leuning zakken en sluit even mijn ogen. Nu voel ik pas hoe moe ik ben. Ik hoor de autodeur open- en dichtgaan. Jennifer slaakt een kreet vanaf de achterbank. Met een ruk open ik mijn ogen en kijk recht in die van Miranda. ‘Ik zei toch dat ik terug zou komen.’ Miranda heeft toch een manier gevonden om af te maken waar ze aan begonnen is. Maar het is nog geen gewonnen strijd.
Maak je ke uz e Geef hieronder je keuze aan voor het vervolg van T hriller on Demand. Wie overleeft de plot van de T hriller on Demand niet? 1) Miranda (11 % van de stemmen) 2) Jennifer (56 % van de stemmen) 3) Nicci (33 % van de stemmen)
Hoofdstuk 9 1 oktober 2011
Waar komt ze vandaan? Ik kijk kort om me heen. Waar zijn we eigenlijk? O shit. Ik heb continu rondjes gereden. Ik kijk in haar ogen en zie een opstapeling van intens verdriet. ‘Je hebt het me nooit vergeven,’ constateer ik met een zucht. Middelbare school, het laatste jaar. Miranda en ik waren onafscheidelijk. Niemand kon tussen ons in komen, ook geen jongen. Vooral geen jongen. Dat was onze afspraak. Maar toen kwam Johan. Miranda en ik leerden hem kennen tijdens een verjaardag van een klasgenoot. We vonden hem allebei meteen leuk, maar hij zag alleen mij staan. Miranda, Johan en ik werden vrienden en ik probeerde Miranda er zo veel mogelijk bij te betrekken, maar het was al snel duidelijk dat ze op de achtergrond verdween als Johan en ik samen waren. Miranda zag dat er iets tussen Johan en mij groeide en eiste dat ik hem niet meer zou zien. We hadden toch een afspraak. Voor mij was er maar één optie: stiekem afspreken met Johan. Maar natuurlijk kwam het uit en Miranda voelde zich verraden. Van onafscheidelijk veranderde onze vriendschap in niet-bestaand. Johan en ik gingen met elkaar verder en kort daarna werd ik geïntroduceerd in de populaire groep van het laatste jaar. De groep waar Miranda en ik altijd zo graag bij wilden horen, maar de groep wist niet eens dat wij bestonden. Dat zou nu allemaal veranderen. Ik hoorde er helemaal bij en wilde mijn nieuwe status graag hoog houden. Ik was nog maar een tiener, ik wist niet wat ik deed. Ik begon verhalen over Miranda te verspreiden, zodat ik altijd iets te vertellen had. Eerst alleen verhalen die ze mij in
vertrouwen had verteld, waargebeurde verhalen, later begon ik vreselijke dingen te verzinnen. Iedereen geloofde mij natuurlijk. Ik vertelde dat Miranda een relatie had met haar eigen neef en dat ze al heel wat jongens had gehad. Ook onze populaire gymleraar en de conciërge. Ineens wist de hele school wie Miranda was. Mijn roddels kwamen bij iedere schoolgenoot terecht, van eerstejaars tot laatstejaars, en tot slot bij de leerkrachten en de directeur. Het escaleerde. Onderzoeken werden gestart, de leraar en conciërge werden geschorst. Schuldig tot het tegendeel was bewezen. Natuurlijk durfde ik niet te vertellen dat ik alles verzonnen had. Zeker niet toen Miranda werd overgeplaatst, in een andere stad. Ze kon er niks aan doen, ze was doelwit van mijn eigen onzekerheid. Ik voelde me een vreselijk mens, maar het was pas later dat Miranda echt een hekel aan mij kreeg. Ik ontmoette Michael. Het was al maanden uit met Johan, en Michael en ik waren ieder weekend samen. Doordeweeks had hij geen tijd. School, werk, sporten; druk, druk, druk. Wanneer ik hem ’s avonds belde of sms’te reageerde hij vaak niet, maar bij mij ging er geen lichtje branden. Tot Miranda bij me voor de deur stond. Of ik van haar man af wilde blijven. Toen ik Michael daarmee confronteerde vertelde hij met tranen in zijn ogen dat ze in een scheiding lagen maar al maanden uit elkaar waren. Ze kon het niet verwerken en bleef achter hem aan lopen. Toen ze hem vertelde dat ze zwanger was en ik erachter kwam dat dit niet waar was, trok Michael bij mij in. Een paar maanden later was de scheiding definitief. Ik woonde samen met Miranda’s grote liefde. Diep vanbinnen voelde ik me wel een beetje schuldig, maar ik hield mezelf voor dat ze er wel overheen zou komen. Uit het niets heeft Miranda een pistool in haar hand, degene waar Jennifer haar mee heeft geslagen. Ze heeft haar nooit bewusteloos geslagen. Het leek maar zo. Het was een kleine klap. Ze werkt nog steeds mee. De loop duwt hard tegen mijn slaap. In een reflex pak ik de deurgreep
vast. ‘Dat zou ik niet doen.’ Ik laat weer los. Miranda draait zich om naar de achterbank. ‘Hoe gaat het trouwens met je arm, René? Bloedt aardig, hè?’ Jennifer drukt nog steeds de handdoek stevig tegen zijn schotwond en aait met haar andere hand over zijn hoofd. Het hoofd van míjn man. ‘Wist je trouwens, René, dat jullie ontmoeting door mij in scène is gezet?’ gaat ze verder. ‘Je huwelijk moest al wankel zijn, anders zou je nooit vaste klant zijn in een striptent, toch?’ Ik probeer het niet voor me te zien, maar hoe hard ik ook mijn best doe, ik zie tientallen halfnaakte vrouwen om hem heen hangen. Dan pas hoor ik wat Miranda zegt. In scène gezet. ‘Jennifer wilde er zo graag werken. Al die rijke mannen ontmoeten, een vader voor haar inmiddels al verwekte baby vinden…’ Met een ruk kijk ik op, dan naar Jennifer, daarna naar René. René kijkt op zijn beurt Miranda hoofdschuddend aan. ‘Waar heb je het over? Is het niet genoeg geweest zo?’ Miranda glimlacht van oor tot oor. ‘Weet je eigenlijk wel wie de vader is, Jenny?’ Jennifer blijft opvallend stil. Ik zie het in haar ogen. Miranda spreekt de waarheid. Jennifer was al zwanger voordat ze mijn man ontmoette. Miranda heeft ervoor gezorgd dat René verliefd werd op Jennifer. Alles was gepland. ‘Zal ik jullie nog een geheim verklappen?’ gaat ze verder. Jennifer springt de auto uit, rent naar Miranda’s kant en trekt haar aan haar haren uit de auto. ‘Zo is het genoeg! Hoor je me? Stop hiermee!’ Heel even twijfel ik of ik zal wegrijden, samen met René, maar voordat ik wil proberen of de auto nog wel start, stapt hij uit de auto om Jennifer te helpen. Ook al heeft ze hem voorgelogen en is ze niet zwanger van zijn kind. Hij beschermt haar zoals hij mij behoort te
beschermen. Heeft hij wel eens gezegd dat het hem spijt? Dat hij in de war was, niet wist waar hij mee bezig was en dat het niet mijn schuld is dat hij naar een striptent moest gaan en vreemdging? Nee, want het spijt hem niet. Na alles wat hij net heeft gehoord houdt hij nog steeds van haar. Hij kijkt naar haar zoals hij nog nooit naar mij heeft gekeken en ook nooit zal doen. Hijgend sta ik met het pistool in mijn rechterhand. Het dringt langzaam tot me door wat ik heb gedaan. Wat ik heb aangericht. Ik ren naar René toe en ga naast hem op de grond zitten. Een rode vlek heeft zich over zijn overhemd verspreid. Met mijn mouw probeer ik het weg te vegen, maar alles zit onder het bloed. Zijn ogen worden glazig en zijn ademhaling vertraagt, maar ik blijf herhalen dat alles goed komt, dat hij het wel gaat redden, en dat het me zo spijt. Dat ik van hem hou en dat ik niet wist wat ik deed. Het ging vanzelf, ik had er geen controle over. Terwijl René wegzakt kijk ik achterom en zie hoe Jennifer haar hoofd naar me toe draait en dan roerloos blijft liggen, met haar ogen open. Ze zijn weer samen. Voor altijd. Miranda gaat naast Jennifer liggen, zacht huilend. Dit heb je niet verdiend, wil ik tegen haar zeggen, maar in plaats daarvan laat ik het pistool op de grond vallen, draai ik me om en loop ik weg. Ik blijf lopen en maak in slow motion opnieuw mee hoe ik eerst René en daarna Jennifer neerschiet. In de verte hoor ik een schot en daarna niets meer dan stilte. Mijn woede van een paar minuten geleden heeft plaatsgemaakt voor spijt en verdriet, en een schuldgevoel waarmee ik niet kan leven. Vijf kilometer verderop loop ik een wegrestaurant binnen, vraag of er een telefoon is die ik kan gebruiken en bel de politie.
EINDE
Over de schrijfster Chinouk Thijsse n Chinouk T hijssen werd in 1983 in Rotterdam geboren en begon in 2005 als vaste columniste voor verschillende websites. Begin 2009 kwam haar debuut Liefdesduivel uit, gevolgd door Hopeloze Prinses het jaar daarop. In 2011 schreef ze de T hriller on Demand voor Vrouwenthrillers.nl. Ze werkt nu fulltime als freelance redacteur en schrijfster en hoopt dat haar nieuwe boek in 2012 uit zal komen. Daarover houdt ze iedereen op de hoogte op haar website Chinoukthijssen.nl.