Eigenaar info
ogre 11-10-2002
Voorlichtingbureau Vlees Ongeveer de helft van de Nederlanders van 12 jaar en ouder denkt dat varkensvlees niet goed is voor het cholesterolgehalte in het bloed. Een te hoog cholesterolgehalte is een belangrijke risicofactor voor het ontstaan van hart en vaatziekten. Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen voor het ontstaan van een te hoog cholesterol gehalte. Sommige mensen hebben een erfelijke aanleg voor het krijgen van een verhoogd cholesterolgehalte. Het ontstaan van het hoge cholesterolgehalte heeft hier niets met de voeding te maken. Een te hoog cholesterolgehalte kan ook het gevolg zijn van bepaalde voedingsgewoonten. Zo is wetenschappelijk aangetoond dat teveel vet en teveel verzadigd vet het cholesterolgehalte verhoogt. Om die reden adviseert de Voedingsraad om maximaal 35% van de energie uit vet te halen en de consumptie van verzadigd vet te beperken. Het vet in varkensvlees bestaat voor ongeveer 40% uit verzadigd vet en voor ongeveer 60% uit onverzadigd vet. Onverzadigd vet helpt het cholesterolgehalte te verlagen. Er zijn varkensvleessoorten die veel vet bevatten, maar er zijn ook soorten die mager zijn. In de onderstaande tabel kunt u lezen welke soorten mager zijn en welke soorten vetter. Varkensvlees, en met name de soorten met minder vet passen dus in een verantwoorde voeding. Indeling varkensvlees naar vetgehalte: Zeer mager: fricandeau, varkenshaas, hamlappen, lever, nasivlees, varkensoester, schnitzel (ongepaneerd) Mager: filetlappen, haaskarbonade, ribkarbonade, schouderlappen Gemiddeld vet: varkensgehakt, hamschijf, krabbetjes, schouderkarbonade Vet: speklappen, braadworst, slavinkAls baby?s peuters worden, groeien ze hard en hebben ze veel verschillende voedingsstoffen nodig, zoals bijvoorbeeld ijzer. Want ijzer heb je nodig voor de rode kleurstof van het bloed: het hemoglobine, waardoor je zuurstof naar alle delen van het lichaam kan vervoeren. Hierdoor krijg je energie. Er bestaan in de natuur verschillende soorten ijzer. Haemijzer, zoals dit in vlees voorkomt en non-haem ijzer. Non-haem ijzer vind je in plantaardig voedsel zoals groenten en brood. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat haemijzer gemiddeld 3x beter door het lichaam wordt opgenomen dan ijzer uit plantaardige producten. Maar er zit meer in vlees wat belangrijk is voor opgroeiende kinderen. Vlees is ook rijk aan eiwitten, wat nodig is voor de opbouw van spieren, organen en het zenuwstelsel. Ook bevat vlees vitamine B en D, die zorgen voor een goede stofwisseling en sterke botten en tanden. Vlees mag je eten vanaf een leeftijd van 6 maanden. In de Voedingswaardetabel voor Kids kun je lezen hoeveel je van al die bouwstoffen nodig hebt en hoeveel van die bouwstoffen in de verschillende soorten vlees en vleeswaren zitten. De kinder-editie van de Voedingswaardetabel is gratis verkrijgbaar bij het Voorlichtingsbureau Vlees. Voor meer informatie of vragen kunt u contact opnemen met Marianne Smeets, voedingskundige van het Voorlichtingsbureau Vlees, telefoonnummer 079 363 49 42 of
[email protected] wordt in Nederland zonder hormonen geproduceerd, maar ? Helft van de Nederlanders denkt dat er hormonen in varkensvlees zitten. Hoe denkt de Nederlandse consument over varkensvlees? Om die vraag te
kunnen beantwoorden heeft het onderzoeksbureau NIPO, de kennis over voedingsstoffen en het imago van varkensvlees onderzocht. Een van de resultaten uit dit onderzoek was dat ruim de helft van de ondervraagden denkt dat er hormonen in varkensvlees zitten. Al sinds 1961 is het in Nederland ten strengste verboden om hormonen te gebruiken bij de productie van vlees. Sinds 1988 geldt dit verbod voor alle landen van de Europese Unie. Hormonen komen van nature voor in elk levend wezen: mensen, dieren en zelfs planten beschikken over hormonen. Ze functioneren als een soort boodschappers en zorgen ervoor dat in het lichaam allerlei processen op gang komen. Er zijn tal van verschillende hormonen, elk met hun eigen taak. Zo regelt bijvoorbeeld het hormoon insuline uit de alvleesklier het suikergehalte in het bloed. Het hormoon adrenaline komt vrij als we ergens van schrikken en zorgt onder andere voor een versnelling van de hartslag. Door toediening van synthetische hormonen zouden dieren echter sneller kunnen groeien en ontstaat er magerder vlees. Deze synthetische hormonen horen echter van nature niet in vlees thuis en mogen er dus niet in voorkomen. Daarom is het sinds 1961 in Nederland ten strengste verboden om deze hormonen toe te dienen. Toch zijn in de zomer van 2002 bij varkens hormonen aangetroffen. De oorzaak hiervan lag in het mengen van het varkensvoer met afvalstoffen van een fabrikant van ?de anticonceptie-pil?. Dit is tijdig ontdekt en het varkensvlees is vervolgens vernietigd. Meer dan ooit is hier de noodzaak van controles en voorlichting weer eens bewezen.Om te kunnen sporten heb je ijzer nodig. Waarom? Spieren kunnen alleen werken als ze voldoende energie krijgen. Met behulp van zuurstof worden in de spiercellen vet en suiker verbrand. Hierbij komt de energie vrij die je nodig hebt om te kunnen sporten. Wat heeft ijzer hier nu mee te maken? IJzer vormt de bouwsteen van de rode kleurstof in het bloed, het zogenaamde haemoglobine. Het haemoglobine zorgt ervoor dat zuurstof naar alle delen van het lichaam en dus ook naar de spieren vervoerd kan worden. Waar haal je het ijzer vandaan? IJzer komt in het voedsel in twee vormen voor. In dierlijk voedsel zoals in vlees, en in plantaardig voedsel zoals in groenten en brood. In vlees zit ijzer dat het beste door het lichaam wordt opgenomen. Vlees helpt ook om ijzer uit brood en groenten beter te benutten, net als vitamine C. Door het eten van een stukje vlees of vleeswaren help je mee de ijzervoorraad in je lichaam op peil te houden. Hierdoor krijg je voldoende zuurstof in je spiercellen om te kunnen sporten. Hoeveel ijzer heb je nodig. Een volwassen vrouw heeft gemiddeld 15 mg ijzer per dag nodig. Een volwassen man heeft dagelijks 9 mg ijzer per dag nodig. IJzer uit vlees. Goed om te (w)eten. Hoeveel ijzer zit er in vlees en in vleeswaren? Vlees: per 100 gram rauw gewicht Varkenslever: 18,0 mg Ruderlever: 7,0 mg Rundergehakt: 2,4 mg Biefstuk: 2,0 mg Hamburgers: 1,9 mg Half om half gehakt: 1,5 mg Verse worst: 1,5 mg Rookworst (gekookt): 1,4 mg Kip met vel: 0,8 mg Speklappen zonder zwoerd: 0,6 mg Varkenskarbonade: 0,5 mg Kipfilet: 0,4 mg * NEVO tabel 2001, Voedingscentrum Den Haag. Vleeswaren per 100 gram Leverworst : 4,2 mg Leverpastei en pate: 3,5 mg Snijworst: 2,0 mg Filet americain: 1,7 mg Rookworst: 1,4 mg Boterhamworst: 1,3 mg Knak/borrelworst: 1,1 mg Schouderham: 1,0 mg Mager spek: 0,8 mg Achterham: 0,7 mg * NEVO tabel 2001, Voedingscentrum Den Haag.Vlees een belangrijke bron van ijzer: ook tijdens de zwangerschap
Tijdens de zwangerschap heb je voor jezelf en voor je kindje ijzer nodig. IJzer helpt bij het zuurstoftransport in ons lichaam. Het maakt namelijk onderdeel uit van de rode kleurstof in ons bloed: het hemoglobine. Dit hemoglobine zorgt ervoor dat zuurstof getransporteerd wordt van de longen naar de rest van ons lichaam. Een langdurig tekort aan ijzer kan leiden tot bloedarmoede. Dit kan klachten veroorzaken, zoals vermoeidheid, hoofdpijn, of lusteloosheid. Uit de laatste Voedsel Consumptie Peilingen, uitgevoerd door TNO Voeding, is gebleken dat zwangeren minder ijzer binnen krijgen dan aanbevolen wordt. Het is daarom raadzaam om goed op de ijzerinname te letten. Er bestaan verschillende soorten ijzer. Het ijzer wat in vlees voorkomt, wordt haemijzer (spreek uit: heem-ijzer) genoemd. Dit haemijzer wordt door ons lichaam gemiddeld 3x beter opgenomen dan ijzer uit plantaardige producten. Zo levert 100 gram biefstuk net zoveel ijzer als 1 a 2 kilogram spinazie. Ook leverproducten zijn een rijke bron van ijzer. Ben echter wel voorzichtig met rauw vlees tijdens de zwangerschap. Rauw vlees kan namelijk besmet zijn met de Listeria bacterie of met de Toxoplasmose parasiet. Zowel een listeria- als een toxoplasmosebesmetting kunnen gevaarlijk zijn voor het ongeboren kind. Eet daarom alleen goed doorbakken vlees. Ook is het raadzaam om geen lever te eten tijdens de zwangerschap. Lever bevat naast ijzer ook veel vitamine A. Teveel vitamine A kan ook schadelijk zijn voor het kindje. Leverproducten kunnen wel (met mate) gegeten worden. Per dag mag je, tijdens de zwangerschap, 15-20 gram leverproducten eten. Dit komt overeen met het beleg voor een boterham. Ondanks het feit dat het beter is om geen rauw vlees te eten en leverproducten slechts met mate, blijven er genoeg alternatieven over.Voorkeur voor lichter vlees, niet altijd een slimme keuze Noors onderzoek heeft aangetoond dat meisjes en jonge vrouwen eerder voor wit en licht gekleurd vlees kiezen dan jonge mannen. Jonge mannen daarentegen kiezen over het algemeen liever roder vlees. Donker vlees bevat meer ijzer dan lichter gekleurd vlees. En ijzer heb je vooral nodig voor de aanmaak van je bloed. Meisjes en jonge vrouwen hebben extra ijzer nodig, omdat ze menstrueren. Het is daarom des te opmerkelijker dat Noorse meisjes en jonge vrouwen een voorkeur hebben voor lichter gekleurd vlees. Hoe zit dat nu in Nederland? Aankoopgegevens van 2002 (tot nu toe) laten zien dat er meer lichte gekleurde soorten vlees worden verkocht dan donkere soorten vlees. De laatste landelijke voedselconsumptiepeiling van 1998 toont aan dat jongens en meisjes van 13 tot 18 jaar het meest varkensvlees eten. Wild en gevogelte (veelal kip en kalkoen), gehakt en rundvlees nemen afwisselend de tweede, derde of vierde plaats in. Ook in Nederland kiezen meisjes meer voor lichter vlees dan donkerder vlees. Bij de jongens is de keuze voor licht of donker vlees minder uitgesproken. Gehakt en donkerder vlees bevatten 2 en 3 keer zoveel ijzer dan lichter gekleurd vlees. Lever, die donkerbruin is bevat zelfs 5 tot 10 keer zoveel ijzer dan lichter vlees. Af en toe kiezen voor donker vlees helpt mee de voorraad ijzer in het lichaam op peil te houden. IJzer uit vlees. Goed om te (w)eten.De decembermaand komt er weer aan, en we weten allemaal dat deze periode vaak een aanslag doet op ons gewicht. Door de overheid is al geconstateerd dat de Nederlander steeds zwaarder wordt. Zij zien dit als een van de oorzaken van het ontstaan van allerlei welvaartsziekten. Daarom wordt aanbevolen om ernaar te streven het gewicht stabiel te houden en dit te bereiken door op de eerste plaats de vetconsumptie te verminderen. Natuurlijk wijzen ze ook op het belang van meer bewegen en het beperken van de consumptie van voedingsmiddelen die veel energie bevatten en weinig of geen voedingsstoffen, de zogenaamde ?lege? calorieen. Vlees bevat van nature vet. Maar vlees bevat ook allerlei belangrijke voedingsstoffen, zoals hoogwaardig eiwit, vitamine B en D en mineralen zoals ijzer en zink. Vlees behoort daarom niet tot de ?lege? calorieen. Om u te helpen het gewicht in deze tijd binnen de perken te houden hebben we de magere vleessoorten voor u weer eens op een rijtje gezet. Kiest u
daarbij ook nog eens voor een magere bereidingswijze, dan zit u helemaal goed. Varkensvlees: Hamlap, fricandeau, varkenshaas, varkensoester, ongepaneerde schnitzel, haas- en ribkarbonade. Rundvlees: Biefstuk, entrecote (wel na bereiding het randje vet wegsnijden), rosbief, tartaar, bak- en braadlap en sucadelap. Kalfsvlees: Kalfsoester, fricandeau en ongepaneerde kalfsschnitzel. Magere bereidingswijzen zijn: roerbakken, grillen, bakkerellen en gebruik van braadzak voor grotere stukken vlees.Zink is een belangrijke stof voor de normale groei en ontwikkeling van kinderen. Zink is, net als ijzer, calcium en vitamine A, geidentificeerd als een ?probleem nutrient? voor de ?oudere? kinderen die borstvoeding krijgen. Dit komt door het verschil tussen het zinkgehalte in de aanvullende voedingen en de hoeveelheid die het kind nodig heeft. Uit onderzoek blijkt dat vlees, als aanvulling op de borstvoeding, voor kinderen van 7 maanden oud een rijke bron van zink kan zijn die goed wordt opgenomen door het lichaam. Lang is gedacht dat de beschikbaarheid van zink uit moedermelk bijzonder goed was. Recent is echter de geschiktheid van zink uit moedermelk voor de handhaving van de normale zinkstatus van kinderen ouder dan 6 maanden, in twijfel getrokken. Uit onderzoek blijkt namelijk dat de zinkconcentratie in moedermelk sterk daalt gedurende de eerste 6 maanden na de bevalling. Aanvulling van zink uit andere voedingsbronnen wordt daarom belangrijker. De resultaten uit recent onderzoek bevestigen dat vlees, als aanvullende voeding bij kinderen die borstvoeding krijgen, kan fungeren als een rijke bron voor zink wat goed geabsorbeerd wordt. Gebleken is dat de zinkopname uit maaltijden met dierlijk eiwit hoger is dan die uit maaltijden die zijn samengesteld uit volkorengraanproducten. Bovendien blijkt eiwit uit vlees de opname van zink te bevorderen. Volgens de Voedselconsumptiepeiling 1998 draagt de productgroep vlees, vleeswaren en gevogelte het meeste bij aan de dagelijkse inneming van zink (totale populatie). Een zink ?vergiftiging? als gevolg van een te hoge zinkinname vindt slechts sporadisch plaats en vaak in alleen wanneer gebruik gemaakt wordt van (voedings)supplementen. Vleesproducten waarin veel zink voorkomt zijn o.a.: gehakt (hoh): 2.40 mg/100 g karbonade: 2.04 mg/100 g varkenslever: 6.78 mg/100 g biefstuk: 4.45 mg/100 g rosbief: 3.47 mg/100 g kalfsentrecote: 4.79 mg/100 g cervelaatworst: 2.69 mg/100 g corned beef: 5.60 mg/100 g smeerleverworst: 3.25 mg/100 gSoms stappen consumenten over van vlees op vleesvervangers met de gedachte dat deze gezonder zijn dan vlees. Maar is dit nu eigenlijk wel waar? Vlees is een belangrijke leverancier van hoogwaardige eiwitten, B-en D-vitamines en ijzer. Maar welke voedingsstoffen bevat nu een vleesvervanger? Dit is voor veel consumenten een raadsel. In ieder geval leveren niet alle vleesvervangers eenzelfde hoeveelheid eiwit als vlees. Omdat in Nederland gemiddeld veel eiwitrijk voedsel wordt gegeten, is wat minder eiwit niet zo erg. Maar als we kijken naar de B-vitamines in vleesvervangers, is te zien dat het gehalte aan bijvoorbeeld vitamine B12 beduidend lager is dan in vlees. Ditzelfde geldt voor vitamine B6. Omdat we voldoende B-vitamines nodig hebben, zijn dierlijke producten, zoals melk, kaas, eieren en vlees, en verder brood en volkorengraanproducten in onze voeding belangrijk. Aangezien vlees met name de belangrijke vitamine B6 en B12 bevat is vlees dus, alleen al door deze vitamines, waardevol voor een gezonde voeding. Een ander feit is dat ijzer uit plantaardige producten, zoals vleesvervangers, minder goed wordt opgenomen dan ijzer uit vlees. Vlees is namelijk rijk aan het zogenaamde haem ijzer dat door het lichaam gemiddeld drie keer beter wordt opgenomen dan het non-haem ijzer dat in plantaardige producten voorkomt. Tevens is van belang voor een goede ijzeropname dat tijdens de maaltijd een voedingsmiddel wordt genomen dat vitamine C bevat (vruchtensap, fruit of groente). Vitamine C bevordert namelijk de opname van ijzer in het lichaam. Tenslotte wat betreft het vet van vlees en vleesvervangers. Vlees bevat 0 tot 20% vet, terwijl sommige vleesvervangers veel meer vet bevatten. Dit blijkt uit een onderzoek uitgevoerd door de Consumentenbond. In een vegetarisch roerbakproduct werd zelfs 80% van de energie geleverd door vet. Ook bij de bereiding nemen de gepaneerde producten en roerbakblokjes nogal wat vet op. Conclusie: een vleesvervanger bevat in veel mindere mate de voedingsstoffen die vlees waardevol maken in een gezonde voeding.Zink, een belangrijk mineraal in vlees Naast de mineralen koper, selenium en ijzer bevat vlees ook zink. Vlees kan gezien worden als een belangrijke bron van zink.
Want net als bij ijzer, wordt zink uit dierlijke producten vele malen beter opgenomen door het lichaam dan zink uit plantaardige producten. Zink speelt een belangrijke rol in het lichaam. Het mineraal is namelijk betrokken bij een groot aantal lichaamsfuncties: het verhoogd de weerstand en verkleint zo kans op infecties; het draagt bij aan goede wondgenezing en gezonde huid; het is van belang voor goede reuk en smaak; het helpt het lichaam bij het maken van vitamine A en beschermt zo tegen nachtblindheid; het speelt een rol bij de celdeling en vernieuwing van weefsels en is op die manier bij kinderen ook nodig voor de hersenontwikkeling. Helaas bestaat er onder de Nederlandse bevolking bij bepaalde bevolkingsgroepen een tekort aan zink. Met name kinderen, tieners, zwangere vrouwen en ouderen hebben extra veel zink nodig en hebben hierdoor een grotere kans op een tekort. De productgroepen waaruit men in Nederland zink binnenkrijgt zijn vlees, vleeswaren en gevogelte (29,9%), brood (14,5%), melk- en melkproducten (15,7%) en kaas (9,7%). Hier is heel duidelijk te zien dat vlees, vleeswaren en gevogelte een belangrijke bron van zink zijn. Vleesproducten die veel zink bevatten zijn onder andere biefstuk, sucadelapje, tartaar, rundergehakt en varkenslever. Bij de vleeswaren bevatten vooral rosbief en runderrollade veel zink. Tip: Hoe donkerder het vlees, hoe meer zink en ijzer. Tevens is uit een onderzoek gebleken dat de zinkopname uit maaltijden met dierlijk eiwit hoger is dan die uit maaltijden die zijn samengesteld uit volkorengraanproducten. Bovendien blijkt eiwit uit vlees de opname van zink te bevorderen. Dit betekent dat een maaltijd met vlees echt gezien kan worden als een zeer rijke bron van zink.Bij de bereiding van vlees en/of het bewaren, kunnen een aantal dingen fout gaan. Dit kan tot gevolg hebben dat het vlees een te grote hoeveelheid bacterien bezit, zodat men er ziek van wordt. Om dit te voorkomen, volgen hierbij een aantal tips met betrekking tot het veilig en hygienisch bewerken en bewaren van vlees. In vlees zitten van nature al bacterien. Dit is geen probleem, zolang u het product op de juiste wijze bewaart en bereidt. Alleen onder geschikte omstandigheden (bij kamertemperatuur en met voldoende voedsel en tijd) zijn bacterien in staat zich snel te vermenigvuldigen, wat kan leiden tot bederf. Bij het bewaren van vlees moet u met het volgende rekening houden: Bewaar vers vlees altijd in de koelkast of het vriesvak; Zorg ervoor dat het zo kort mogelijk buiten de koeling ligt; Leg het vlees nooit in de zon; Gebruik in de zomermaanden een koeltas als u boodschappen doet; Een ander belangrijk punt is dat de koelkast niet te warm staat. De meest optimale temperatuur voor het vlees is tussen de 2?C en 4?C. Zoek daarom de koudste plek op in uw koelkast en bewaar daar uw vlees. Tenslotte is het ook belangrijk om op de houdbaarheidsdatum van het product te letten. Voor vers vlees geldt altijd de T.H.T.-datum die op de verpakking staat vermeld. Bewaarduur vlees & vleeswaren Koelkast (2?-4?C) Vriezer (-18?C) Rundvlees 1-2 dagen 6 maanden Varkens-, lams- en kalfsvlees 1-2 dagen 3 maanden Gehakt 1 dag 2 maanden Vleeswaren 2-7 dagen 1-3 maanden Bereid vlees 3-4 dagen 2-3 maanden
In de diepvries kan het vlees langer bewaard worden dan in de koelkast (zie tabel). Als je vlees wilt invriezen, moet dit zo snel mogelijk gebeuren. Dit voorkomt namelijk dat er bij het ontdooien veel vocht (en smaak) verloren gaat. Het ontdooien kan daarentegen weer het beste langzaam gebeuren. Haal het vlees een dag voor gebruik uit de vriezer. Leg het bevroren vlees, op een (afgedekt) bord of schaal in de koelkast om te voorkomen dat andere producten in de koelkast worden besmet met het dripvocht van het vlees. In de koelkast kan het vlees de vrijkomende vleessappen geleidelijk opnemen, waardoor het sappig blijft. Leg vlees nooit in warm water, op de verwarming of in de zon om te ontdooien. Dit gaat ten koste van de kwaliteit en de veiligheid! Bij kamertemperatuur of in de zon zijn de omstandigheden ideaal voor bacterien om zich te vermenigvuldigen. Bereid vlees kan ook bewaard worden. Belangrijk is dat het vlees na het bereiden, zo snel mogelijk afgekoeld wordt. Doe dat liever niet in de koelkast, want door het warme gerecht loopt de temperatuur in de koelkast snel op. Hierdoor bestaat het risico dat alle producten in de koelkast een lange tijd een te hoge temperatuur hebben. Koel daarom het vlees eerst af door de pan met vlees in een bak met koud water te zetten. Doe het vlees vervolgens over in een bakje of schaaltje dat kan worden afgesloten. In de koelkast is het bereide vlees dan ongeveer drie dagen te bewaren. In de diepvries is deze termijn langer namelijk twee tot drie maanden. Door al deze tips mee te nemen tijdens het kopen, bewaren en bereiden van vlees zal de kwaliteit van het vlees langer goed blijven.Vlees is rijk aan een grote hoeveelheid voedingsstoffen waaronder ook vitamine B6. Deze vitamine heeft verschillende functies in het menselijk lichaam en is belangrijk voor de opbouw van DNA. Tevens helpt vitamine B6 bij de opbouw en afbraak van eiwitten. Eiwitten zijn weer belangrijk bij groei, herstel en onderhouden van lichaamscellen, weefsels, bloed, hormonen en dergelijke. Verder is vitamine B6 betrokken bij:
het omzetten van vetten en koolhydraten uit de voeding in energie; het verhogen van de weerstand; de vorming van rode bloedlichaampjes in ons bloed. Kortom: Vitamine B6 is een waardevolle vitamine voor iedereen! Maar krijgt iedereen wel genoeg vitamine B6 binnen? En welke producten moet men eten om voldoende van deze vitamine binnen te krijgen? Voor mannen en vrouwen in de leeftijd van 22 - 50 jaar is de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) vitamine B6 onlangs door de Gezondheidsraad aangepast. De ADH voor vrouwen is verhoogd van 1,2 mg naar 1,5 mg per dag. Dit getal is verhoogd, doordat vitamine B6 een belangrijke rol speelt bij het opnemen van eiwitten in het lichaam. Zonder vitamine B6 kunnen dus niet alle eiwitten die het lichaam binnenkrijgt, worden opgenomen. Omdat het lichaam geen vitamine B6 kan aanmaken, is het van belang dat dagelijks in de voeding voldoende van deze vitamine aanwezig is. Vitamine B6 komt in zowel dierlijke als plantaardige voedingsmiddelen voor. Belangrijke dierlijke bronnen zijn vlees, vleeswaren en gevogelte. Daarnaast bevatten ook volkoren- en bruinbrood, volkoren graanproducten, melkproducten, groente en fruit vitamine B6. Vitamine B6 uit plantaardige voedingsmiddelen kan echter slechts gedeeltelijk worden benut door het lichaam. Een tot twee plakjes vleeswaren op brood en 75 gram vlees bij de warme maaltijd, kunnen er dus mede voor zorgen dat het vitamine B6-gehalte in uw lichaam op peil blijft.In onze voeding zijn verschillende producten rijk aan eiwit. De belangrijkste eiwitbronnen in Nederland zijn vlees, melk, eieren en granen. Producten die over het algemeen door de meeste mensen worden gegeten. Maar waarom is het nu belangrijk dat u eiwitten binnenkrijgt? En zit er verschil in het soort eiwit van deze producten? Eiwit is een van de belangrijkste bouwstenen van ieder levend wezen. Een aantal functies die door eiwitten worden verricht, is het transporteren van stoffen in het lichaam, de hormoon-regeling en het afweersysteem. Ook zijn ze nodig voor de groei, handhaving en vernieuwing van weefsel. Eiwitten vervullen dus een belangrijke rol in het menselijk lichaam. Maar zijn nu alle eiwitten hetzelfde? Eiwitten zijn opgebouwd uit bouwstenen; deze stenen heten aminozuren. De meeste aminozuren kan de mens zelf maken; een deel echter ook niet. Deze aminozuren moeten uit de voeding worden binnengekregen. Nederlanders eten gemiddeld circa tweemaal zoveel dierlijk als plantaardig eiwit. Dierlijke eiwitten (vlees, melk, vis en ei) hebben een hogere voedingswaarde dan plantaardige eiwitten. Dit komt door de samenstelling van het eiwit. Naast de samenstelling van het eiwit is ook de verteerbaarheid belangrijk. Plantaardige eiwitten verteren minder goed dan dierlijke eiwitten. Aangezien vlees, melk en ei alledrie dierlijke eiwitten bevatten, neemt het lichaam de eiwitten dus goed op. Tussen de verschillende dierlijke producten zit echter ook nog een verschil. De meeste essentiele eiwitten zijn te vinden in vlees, terwijl melkproducten minder bevatten en groente, fruit en granen erg weinig of helemaal niets. Bij een alternatieve voeding waar vlees (vegetariers) of alle dierlijke producten (veganisten) wordt gemeden, moet men hier alert op zijn. Volgens de Gezondheidsraad is de eiwitbehoefte van vegetariers en veganisten respectievelijk 20% en 30% hoger dan die van mensen die wel vlees eten. Conclusie: er is wel degelijk een verschil tussen de eiwitten in de verschillende producten en u weet nu welke!