Centrum Basiseducatie Brusselleer Samenleving
Oefenmap lezen en schrijven Eieren op grote schaal
p. 1 Niveau 3
Legbatterijen
Eieren op grote schaal Wat was er eerst? De kip of het ei? Een vraag die wel nooit een antwoord zal krijgen. Maar dat heeft niet zoveel belang. Zolang de eieren maar smaken. En dat doen ze nog steeds. Zowel de eieren van de kip, als de chocolade-eieren die rond Pasen in de winkel liggen: de paaseieren.
Legmachines of gezonde kippen?
België heeft meer dan 9 miljoen kippen. Die leggen zo'n 3,5 miljard eieren per jaar. Een deel daarvan eten de Belgen zelf op. Een ander deel gaat naar het buitenland. Nog een ander deel wordt verwerkt tot poeder. Dat gaat naar Italië waar het in pasta gaat. Het gaat ook naar Azië. Daar wordt het verwerkt in noedels. Goedkoop De Belgen eten steeds meer eieren. In 1989 at elke Belg er 212. Nu zijn dat er al 234. Dat komt omdat eieren lekker zijn... en goedkoop. Nu vragen winkels nog steeds dezelfde prijs als na de oorlog. Eieren zijn goedkoop omdat ze uit legbatterijen komen. Daar zitten al snel 50.000 kippen. Ze moeten zoveel mogelijk eieren leggen.
Tekst uit: Wablieft 214
Centrum Basiseducatie Brusselleer Samenleving
Oefenmap lezen en schrijven Eieren op grote schaal
p. 2 Niveau 3
Kooien Een legbatterij bestaat uit vele kooien. Daarin zitten 4 of 5 kippen. Ze hebben er amper plaats. Op een blad van Wablieft moeten 2 kippen leven. Hun bek wordt afgevijld. Zo kunnen ze elkaar niet kwetsen. De kans op ziekte is groot omdat er veel kippen bij elkaar zitten. Daarom is het hok afgesloten. De temperatuur mag niet veranderen. Een ei per dag Kippen leggen alleen overdag. Daarom worden de nachten in de legbatterijen korter gemaakt. De verlichting blijft langer aan. De kippen denken dat de dag nog lang niet gedaan is. Ook al is het buiten donker. Superkippen De kippen in een legbatterij zijn geen gewone kippen. Ze zijn gekweekt om zoveel mogelijk eieren te leggen. En zo weinig mogelijk te eten. Zo blijven de kosten van het voederen laag. Het zijn echte legmachines. Al tientallen jaren doet men een onderzoek naar steeds betere legkippen. Dat kost miljoenen. Vanzelf Men probeert het werk in een legbatterij zo licht mogelijk te maken. Een gezin kan een legbedrijf met 100.000 kippen laten draaien. Voederen, verwarmen en mest afvoeren gaat vanzelf. De eieren gaan met een band naar de plaats waar ze gesorteerd worden. Loslopen Veel winkels verkopen ook eieren van kippen die loslopen. Dat zijn scharreleieren. Die eieren zijn wel wat duurder. Want het kost een bedrijf meer om kippen los te laten lopen. Nederlandse bedrijven hebben al meer dan 3 miljoen loslopende kippen. Bijna de helft van de Nederlanders wil geen eieren meer uit een legbatterij. En Denemarken, Zweden en Noorwegen verbieden binnenkort alle legbatterijen. In andere Europese landen is het nog niet zover. Maar dat zou vlug kunnen veranderen. Als we geen eieren uit legbatterijen meer kopen, moeten de bedrijven hun kippen wel laten loslopen.
(w)
Tekst uit: Wablieft 214
Centrum Basiseducatie Brusselleer Samenleving
1
p. 3 Niveau 3
Waar of niet waar? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
2
Oefenmap lezen en schrijven Eieren op grote schaal
In België zijn er meer dan 9 miljoen kippen. .......................................................... Die kippen leggen 3,5 miljard eieren per week. ..................................................... De Belgen eten steeds minder eieren. .................................................................... In legbatterijen moeten kippen zoveel mogelijk eieren leggen. .......................... Kippen leggen alleen overdag. ................................................................................. De kippen in legbatterijen leggen scharreleieren. .................................................
Zoek het antwoord in de tekst. 1. Wat was er eerst? De kip of het ei? ........................................................................................................................................ 2. Waarom eten Belgen steeds meer eieren? ........................................................................................................................................ 3. Hoe komt het dat een ei nog steeds evenveel kost als in 1950? ........................................................................................................................................ 4. Waarom worden in een legbatterij de nachten korter gemaakt? ........................................................................................................................................ 5. Hoe maakt men van kippen in een legbatterij 'legmachines'? ........................................................................................................................................ 6. Wanneer moeten de bedrijven hun kippen wel laten loslopen? ........................................................................................................................................
3
Zoek de betekenis in je woordenboek. abcdefghijklmnopqrstuvwxyz 1. de noedels: ................................................................................................................... ........................................................................................................................................ 2. de legbatterij: ................................................................................................................ ........................................................................................................................................ 3. afvijlen: ......................................................................................................................... ........................................................................................................................................ 4. de scharrelkip: .............................................................................................................. ........................................................................................................................................
Tekst uit: Wablieft 214
Centrum Basiseducatie Brusselleer Samenleving
1
afgevijld
1. 2. 3. 4. 5.
Eieren op grote .......................... . In Italië verwerkt men eierpoeder in de .......................... . Een .......................... bestaat uit vele kooien. Hun bek wordt .......................... . De eieren gaan met een band naar de plaats waar ze worden .......................... . 6. Veel winkels verkopen ook .......................... .
Wat is ongeveer hetzelfde? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
3
p. 4 Niveau 3
Vul een passend woord in. Kies uit de eerste kolom. pasta legbatterij schaal gesorteerd scharreleieren
2
Oefenmap lezen en schrijven Eieren op grote schaal
amper goedkoop nog steeds afgesloten de pasta 3,5 miljard
voordelig nog altijd nauwelijks de deegwaren 3500 miljoen dicht
1. 2. 3. 4. 5. 6.
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
= = = = = =
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
1. 2. 3. 4. 5. 6.
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
......................... ......................... ......................... ......................... ......................... .........................
Wat is het tegengestelde? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
eerst nog steeds meer dan dezelfde verwarmen het antwoord
Tekst uit: Wablieft 214
vraag afkoelen een andere minder dan niet meer laatst de
Centrum Basiseducatie Brusselleer Samenleving
1
Oefenmap lezen en schrijven Eieren op grote schaal
p. 5 Niveau 3
Kruis aan wat het betekent. 1. Eieren op grote schaal. Eieren op een grote schaal. Grote eieren. Eieren in een grote hoeveelheid. 2. Daarin zitten al snel 50.000 kippen. Daar zitten 50.000 beweeglijke kippen. 50.000 kippen gaan vlug zitten. Daar zitten gemakkelijk 50.000 kippen.
.
2
3. Een gezin kan een legbedrijf met 100.000 kippen laten draaien. 100.000 kippen kunnen rondjes lopen in een legbedrijf van één gezin. Een gezin kan een legbedrijf met 100.000 kippen runnen. In een legbedrijf kan één gezin 100.000 kippen draaien.
Zet de zinnen in volgorde. -
Eieren zijn goedkoop omdat ze uit legbatterijen komen.
-
De Belgen eten steeds meer eieren.
-
Ze zijn gekweekt om zoveel mogelijk eieren te leggen.
-
De kippen in zo'n legbatterij zijn geen gewone kippen.
-
Die eieren zijn wel wat duurder.
-
Veel winkels verkopen ook scharreleieren.
1.
........................................................................................................................................
2.
........................................................................................................................................
3.
........................................................................................................................................
4.
........................................................................................................................................
5.
........................................................................................................................................
6.
........................................................................................................................................
Tekst uit: Wablieft 214
Centrum Basiseducatie Brusselleer Samenleving
1
Oefenmap lezen en schrijven Eieren op grote schaal
p. 6 Niveau 3
Zoek het voorzetsel in de tekst. 1. 2. 3. 4. 5.
Eieren ................. grote schaal. 9 miljoen kippen leggen zo'n 3,5 miljard eieren ................. jaar. Een deel daarvan wordt verwerkt ................. poeder. Een legbatterij bestaat ................. veel kooien. De kans ................. ziekte is groot omdat er veel kippen ................. elkaar zitten. 6. Al tientallen jaren doet men onderzoek ................. betere legkippen.
2
Maak een samenstelling. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
3
paasbuitenleglegscharrelleg-
batterij ei land kip machine ei
1. 2. 3. 4. 5. 6.
het het de de het de
............................................ ............................................ ............................................ ............................................ ............................................ ............................................
Hoe staat het onderstreepte in de tekst? Schrijf de zin uit de tekst. 1. Maar dat is niet zo belangrijk. ........................................................................................................................................ 2. En dat doen ze nog altijd. ........................................................................................................................................ 3. De Belgen eten meer en meer eieren. ........................................................................................................................................ 4. Dat komt omdat eieren lekker zijn en niet duur. ........................................................................................................................................ 5. De kippen in een legbatterij zijn bijzondere kippen. ........................................................................................................................................ 6. Al decennia doet men onderzoek naar betere legkippen. ........................................................................................................................................
Tekst uit: Wablieft 214
Centrum Basiseducatie Brusselleer Samenleving
1
Oefenmap lezen en schrijven Eieren op grote schaal
Kruiswoordraadsel. Zoek het woord onder de pijl. Voor de 'ij' gebruik je één vakje.
1. de 2. 3. de 4. de 5. het 6. de HORIZONTAAL 1. uitwerpselen van vee het stalmest, de beer, de gier 2. werelddeel 3. ruimte met een heleboel kleine hokjes waarin kippen eieren leggen 4. warmte of koude van iets, meestal uitgedrukt in graden 5. ei van een scharrelkip 6. gekookte meelballetjes, bijv. voor in de soep VERTICAAL Het woord onder de pijl is: ................................................... De oplossing van het kruiswoordraadsel vind je op p. 13.
2
Schrap wat er niet bij past. Let op de betekenis. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
België - Italië - Azië - Nederland - Denemarken Europa - Azië - Zweden - Afrika - Amerika miljoen - miljard - duizend - veel- honderd de dooier - het ei - de schaal - het eiwit - de kip de kip - de hen - het scharrelei - de haan - het kuiken de scharrelkip - de legbatterij - de kooi - de legkip - het legbedrijf
Tekst uit: Wablieft 214
p. 7 Niveau 3
Centrum Basiseducatie Brusselleer Samenleving
1
ë - gi - Bel li - ë - ta - I bat - leg - rij - te ting - lich - ver chi - ma - leg - ne kort -nen - bin
1. ............................................ 2. ............................................ 3. de ............................................ 4. de ............................................ 5. de ............................................ 6. ............................................
Zoek het meervoud in de tekst.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
3
p. 8 Niveau 3
Zet de lettergrepen in de goede volgorde.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
2
Oefenmap lezen en schrijven Eieren op grote schaal
één paasei één kip één legbatterij één legmachine één kooi één bedrijf
1. 2. 3. 4. 5. 6.
twee twee twee twee twee twee
........................................ ........................................ ........................................ ........................................ ........................................ ........................................
1. 2. 3. 4. 5. 6.
het ............................................ ............................................ de ............................................ het ............................................ het ............................................ ............................................
Maak met 2 delen één woord. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
bedevergebemoge
Tekst uit: Wablieft 214
zelfde lichting lang -lijk zin drijf
Centrum Basiseducatie Brusselleer Samenleving
1
Oefenmap lezen en schrijven Eieren op grote schaal
p. 9 Niveau 3
Welk woord ontbreekt? Schrijf de verbeterde zin. 1. Wat er eerst? ........................................................................................................................................ 2. België meer dan 9 miljoen kippen. ........................................................................................................................................ 3. De Belgen steeds meer eieren. ........................................................................................................................................ 4. Een legbatterij uit vele kooien. ........................................................................................................................................ 5. Kippen alleen overdag. ........................................................................................................................................ 6. De kippen in een legbatterij geen gewone kippen. ........................................................................................................................................
2
Zet de zinsdelen in een goede volgorde. 1. te maken / zo licht mogelijk / men / het werk / probeert / in een legbatterij ........................................................................................................................................ 2. een legbedrijf met 100.000 kippen / een gezin / laten draaien / kan ........................................................................................................................................ 3. met een band / de eieren / naar de plaats waar ze gesorteerd worden / gaan ........................................................................................................................................ 4. ook / eieren van kippen die loslopen / verkopen / veel winkels ........................................................................................................................................ 5. wel / wat duurder / die eieren / zijn ........................................................................................................................................ 6. geen eieren meer / wil / bijna de helft van de Nederlanders / uit een legbatterij ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................
Tekst uit: Wablieft 214
Centrum Basiseducatie Brusselleer Samenleving
1
Oefenmap lezen en schrijven Eieren op grote schaal
p. 10 Niveau 3
Vul het woord in dat verwijst naar het schuin gedrukte in de eerste zin. Zoek het in de tekst. 1 Zolang de eieren maar smaken. En dat doen ................ nog steeds. 2. Zolang de eieren maar smaken. En ................ doen ze nog steeds. 3. België heeft meer dan 9 miljoen kippen. ................ leggen zo'n 3,5 miljard eieren per jaar. 4. Nog een ander deel wordt verwerkt tot poeder. ................ gaat naar Italië waar het in de pasta gaat. 5. Het gaat ook naar Azië. ................ wordt het verwerkt in noedels. 6. Een legbatterij bestaat uit vele kooien. ................ zitten 4 of 5 kippen.
2
Welk woord verbindt zin a met zin b? Vul het in. a. b.
a. b.
a. b.
a. b.
a. b.
a. b.
Een vraag die wel nooit een antwoord zal krijgen. ................ dat heeft niet zoveel belang. Zolang de eieren maar smaken. ................ dat doen ze nog steeds. Hun bek wordt afgevijld. ................ kunnen ze elkaar niet kwetsen. De kans op ziekte is groot omdat er veel kippen bij elkaar zitten. ................ is het hok afgesloten. De kippen denken dat de dag nog lang niet gedaan is. ................ al is het buiten donker. Scharreleieren zijn wel wat duurder. ................ het kost een bedrijf meer om kippen los te laten lopen.
Tekst uit: Wablieft 214
Centrum Basiseducatie Brusselleer Samenleving
1
Oefenmap lezen en schrijven Eieren op grote schaal
p. 11 Niveau 3
Schrijfopdracht. Kies A of B. Bedenk een titel voor je tekst.
A. - Wat verkies jij: een ei uit een legbatterij of een scharrelei? - Waarom? B. - Wat denk jij over natuurvoeding? - Wil jij meer betalen voor gezondere voeding?
..................................................................
........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................
Tekst uit: Wablieft 214
Centrum Basiseducatie Brusselleer Samenleving
Oefenmap lezen en schrijven Eieren op grote schaal
p. 12 Niveau 3
........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................ ........................................................................................................................................
Tekst uit: Wablieft 214
Centrum Basiseducatie Brusselleer Samenleving
Oefenmap lezen en schrijven Eieren op grote schaal
p. 13 Niveau 3
Oplossing kruiswoordraadsel.
. 1. de
3. de
l
e 4. de
5. het
s
m
e
s
2.
A
z
i
ë
g
b
a
t
t
e
r
ij
t
e
m
p
e
r
a
t
u
c
h
a
r
r
e
l
e
i
n
o
e
d
6. de
Tekst uit: Wablieft 214
t
u
r
e
l
s