duurzaamheid
Green Grid lanceert ‘electronics disposal efficiency’ trend
Een radicaal andere kijk op DCIM Rackspace:
efficiënter datacenter met open-sourceservers
dcw april 2013 | in samenwerking met:
advancing information transport systems
DatacenterWorks ook online
Kijk voor alle artikelen en het laatste nieuws op www.datacenterworks.nl (En voor datacentervideo’s op www.youtube.com/user/DatacenterWorks)
dcw colofon datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters.
datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation. h o o f d r e dacte u r / u itg ev e r
robbert hoeffnagel te l e fo o n +31 (6) 51 28 20 40 e - m a i l
[email protected] e i n d r e dacte u r Ma r ja n va n H o o r n p o sta d r e s r e dacti e
maredijk 17, 2316 vr leiden te l e fo o n 071 - 521 49 98
e - m a i l a dm i n i strati e @fenceworks.nl a dv e rte nti e - e xp lo itati e
hans potharst Commercieel Directeur te l e fo o n +31 (6) 17 44 38 16 e m a i l
[email protected] te l e fo o n +31 (0) 71 5 21 49 98 www.fenceworks.nl vo r m g ev i n g laura willemsen
grafisch ontwerp
druk
control media kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van
artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen.
fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de
technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
In deze editie van DatacenterWorks publiceren we het laatste deel in een tweedelige artikelserie over een radicaal andere kijk op DCIM. Deze artikelen gaan in op de sterk veranderende rol van het datacenter. Het datacenter wordt voor veel organisaties van cruciaal belang. Dat is niet ‘alleen maar’ het gevolg van de opkomst van cloud computing. Er speelt namelijk nog een trend: de opkomst van businessservices. Kort gezegd: bedrijven zijn niet meer geïnteresseerd in individuele IT-applicaties, maar uitsluitend nog in wat er met die applicaties mogelijk is. Ze kijken dus niet meer naar een boekhoudpakket, maar naar de financiële processen binnen de organisatie. Het logistiek pakket is niet zozeer belangrijk, als wel informatie over de beschikbaarheid van een product. Dit heeft grote gevolgen voor het datacenter. De hele ‘stack’ van technische infrastructuur, IT-infrastructuur plus alle businessservices zullen als één geheel moeten gaan worden beheerd. Alleen dan kunnen we er zeker van zijn dat we de maximale beschikbaarheid van businessservices kunnen bereiken, tegen de laagste kosten. Het datacenter ontwikkelt zich daarmee van ‘cost center’ tot hét fundament voor de organisatie. En dat zegt natuurlijk ook iets over de persoon die verantwoordelijk is voor het functioneren van dat rekencentrum: de datacentermanager. Vaak is dat een wat anonieme functionaris die in stilte zijn belangrijke werk doet.Wordt het niet eens tijd om deze manager uit de anonimiteit te halen en zichtbaar te maken? Ik denk het wel. Naar mijn mening zijn datacentermanagers een van de meest onderschatte functionarissen binnen het bedrijfsleven. Natuurlijk zijn ze vaak heel bescheiden van aard, maar hun noeste arbeid is vaak dé bepalende factor voor zakelijk succes. Neem een webshop als Zalando, of Bol.com. Het zijn zakelijk gezien enorme successen. Hulde aan de marketingmensen die dit soort concepten bedenken en populair maken. En alle lof voor de mensen die de producten selecteren die via deze webshops worden verkocht. De marketing- en salesbladen staan vol met hun verhalen. Maar nooit horen we iets over de mensen die zorgen dat die webshop ook simpelweg altijd beschikbaar is. De datacentermanager is in hoge mate verantwoordelijk voor het zakelijk succes van veel bedrijven. Ik denk dat het tijd wordt dat we de cruciale rol van de datacentermanager zichtbaar gaan maken. Daarom denken wij bij DatacenterWorks momenteel hard na over de lancering van de DatacenterManager van het Jaar Award. Zin om hierover mee te denken? Laat van u horen via
[email protected]. Robbert Hoeffnagel
dcw april | redactioneel
DatacenterManager van het Jaar
jaargang 6, april 2013, nr. 4
3
6
10
18
14
30
22
24
34
Inhoud technologie
energiemanagement
rackspace kiest voor open-sourceservers Wat doe je als je als serviceprovider merkt dat de reguliere hardwareproducenten niet de innovaties bieden die nodig zijn om klanten de beste datacenterservices te bieden? Je neemt het heft in eigen hand en ontwerpt je eigen server. Rackspace doet het, maar niet alleen. Binnen het Open Compute Project maakt het hostingbedrijf een vliegende start.
6
22
trend
duurzaamheid
10
24
markt
14
gerbert-jan meijerink van schäfer it-systems: ‘Nieuwe racks zeer eenvoudig te monteren’ Schäfer IT-Systems presenteerde op de CeBIT in Hannover een nieuwe lijn van 19” IT-kasten voor server- en netwerkcomponenten. “De IS-1 biedt bij een gelijke buitenafmeting van 2 m, binnenin met 43 HE meer hoogte-eenheden dan zijn voorganger”, zegt Gerbert-Jan Meijerink, als area sales manager Benelux verantwoordelijk voor de verkoop van Schäfer IT-Systems in Nederland. “Bovendien biedt de nieuwe lijn een ruimere binnenmaat in de breedte.”
green grid ziet behoefte voor ‘electronics disposal efficiency’ The Green Grid heeft een nieuwe meetwaarde gelanceerd: de ‘electronics disposal efficiency’, kortweg EDE. Deze is bedoeld om datacenters aan te moedigen om bewust om te gaan met elektronische apparatuur die aan het einde van de levensduur is gekomen, licht Eric Taen van ICTroom toe. Maar in zijn ogen is er op het gebied van ‘cradle to cradle’ nog wel meer te doen in het datacenter. Hij zou graag meer aandacht zien voor alle afval in en om een computerruimte.
en verder 30 dcim gaat veel verder dan alleen infrastructuur 34 concurrent technology lanceert dcim-appliance 39 nieuws van it room infra 40 nieuws 46 bicsi-nieuws
technologie
18
supercomputers vragen om nieuwe datacenterinfrastructuur De groeiende kracht van supercomputers betekent dat hun interne architectuur compleet op z’n kop moet. Energiezuiniger, nieuwe processoren, verbeterde koeling, snellere verbindingen, beter bestendig tegen storingen… Alle wegen worden bewandeld om te komen tot exaflops in het jaar 2020.
coverfoto PDU’s (power distribution unit) die leverbaar zijn in verschillende kleuren. “Het lijkt in eerste instantie een weinig zinvolle noviteit”, zegt Rob Suijkerbuijk van Raritan. Tot het verhaal achter die productdifferentiatie duidelijk wordt. Interessant genoeg kwam het idee om power distribution units in verschillende kleuren te leveren namelijk van een klant. Dat was bovendien een bedrijf dat zeer veel ervaring heeft met het bouwen en exploiteren van datacenters: eBay.
dcw april | inhoud
rittal schetst toekomst van informatietechnologie op cebit 2013 Op de grootste technologiebeurs van Europa gunde Rittal het internationale publiek een blik in de nabije toekomst van de informatietechnologie. Met het nieuwste RiMatrix S-concept, dat de producent eind 2013 ook op de Nederlandse markt brengt, markeert hij van systeemproducten de volgende stap in de evolutie van de IT-infrastructuur: modulaire plug&play datacentermodules.
energiegebruik modelleren Het energiegebruik van een gebouw wordt door drie factoren bepaald: de kenmerken van het gebouw zelf, de omgeving en de gebruikers. Bij het ontwerpen van energiezuinige gebouwen worden de laatste twee factoren vaak buiten beschouwing gelaten, omdat ze te complex en te onvoorspelbaar zijn. Zeker wanneer de ‘gebruiker’ een datacenter is, kan dit tot onaangename verrassingen leiden.
5
Open Compute Project helpt efficëntie datacenters vergroten en kosten verlagen
Rackspace kiest voor open-sourceservers wat doe je als je als serviceprovider merkt dat de reguliere hardware- producenten niet de innovaties bieden die nodig zijn om klanten de beste datacenterservices te bieden? je neemt het heft in eigen hand en ontwerpt je eigen server. rackspace doet het, maar niet alleen. binnen het open compute project maakt het hostingbedrijf een vliegende start.
6
de verantwoordelijkheid om klanten naar ons beste vermogen te ondersteunen, nu en in de toekomst. In dat streven moeten we blijven innoveren en nieuwe ontwikkelingen direct vertalen naar klantvoordelen. Die verantwoordelijkheid laten wij niet over aan de producenten van hard- en software. Als we kiezen voor de hardware van de bekende aanbieders, is er altijd het risico dat we mee moeten in hun keuzes. En die zijn vanuit ons perspectief niet altijd optimaal.” Roenigk is ervan overtuigd dat open-sourceinitiatieven, zoals het Open Compute Project, serviceproviders de kans biedt op basis van eigen inzichten en ervaringen doelgerichter en sneller te innoveren. “Open-sourcecommunities versnellen innovatie, omdat we letterlijk op de bestaande kennis kunnen voortbouwen. Dat verlaagt de drempel om nieuwe technieken toe te passen. In ons geval helpt het om de efficiëntie van onze datacenters te verbeteren en kosten te verlagen. En ten slotte krijgen we direct toegang tot kennis en technologie om efficiënter om te gaan met energie. Daarbij
speelt zeker het kostenaspect, maar belangrijker is dat we het milieu met onze bedrijfsactiviteiten minimaal willen belasten.”
open compute project
Het Open Compute Project is in 2011 opgezet door een aantal Facebook-engineers die een efficiënter en goedkoper datacenter wilden ontwikkelen. Dat streven gaat verder dan het ontwerpen van servers. Ook energiebeheer, storage en racks zijn dan belangrijke factoren. De initiatiefnemers zien een datacenter niet als een verzameling afzonderlijke componenten. Het is een ecosysteem van elementen die elkaars functioneren direct beïnvloeden. De prestaties van de eerste Open Computeserver waren zeer spectaculair. Het Facebookdatacenter in Prinevile, Oregon draait al sinds april 2011 met deze servers en boekt goede resultaten. Eind 2012 had het datacenter een PUE van 1.09. Maar ook de efficiëntie was 38 procent beter dan die van andere moderne datacenters. Dit alles terwijl de kosten 24 procent lager waren. Facebook heeft het design van de
tekst: van de redactie
dcw april | technologie
Rackspace COO, Mark Roenigk, doet niet geheimzinnig over de keuze om niet langer in te zetten op het standaardaanbod van de bekende hardwareleveranciers. “Wij zien datacenters als een commodity. Het is onze taak bedrijven de technische faciliteiten te bieden die ze nodig hebben om goed te presteren. Tegelijkertijd hebben wij als serviceprovider wel
elastische server
Rackspace is niet onbekend met open-sourceprojecten. Zo is het bedrijf samen met Nasa grondlegger van de OpenStack, een opensource cloudbesturingssysteem. Wes Jess, vicepresident supply chain van Rackspace: “Ondanks de goede resultaten van de door Facebook ontwikkelde servers voldeden ze niet volledig aan onze eisen. Wij hebben de Freedom-server van Facebook als vertrekpunt genomen, maar die is vooral geschikt voor de ondersteuning van een of twee standaardapplicaties. Voor een serviceprovider gelden echter andere eisen.Wij hebben wereldwijd meer dan 200.000 klanten en onze hardware moet een zeer gevarieerde workload aan kunnen. Die kan verschillen van een tot tientallen applica-
ties per server. En ook de aard van de applicaties verschilt van zeer basale tot zeer intelligente toepassingen die veel rekenkracht vragen. Voor onze activiteiten wilden we een ‘elastische’ server ontwikkelen.” De server die Rackspace momenteel in ontwikkeling heeft, is voor zo’n 80 procent gebaseerd op het design van de Facebook-server. “Het moederbord, de componenten en de
‘Voor onze activiteiten wilden we een ‘elastische’ server ontwikkelen’
testscripts waren direct herbruikbaar. De laatste 20 procent moesten we aanpassen aan de eisen die onze gevarieerde klantengroep stelt. Maar ook daarvoor konden we putten uit de kennis en ervaringen van community-leden. Zo konden we onze eigen capaciteit en resources volledig inzetten voor de ontwikkeling van de features die voor ons belangrijk zijn. Mede daarom is de ontwikkelcyclus ten opzichte van de ontwikkeling van een reguliere server gehalveerd. Belangrijker is echter dat het resultaat per definitie beter aansluit op onze wensen en die van onze klanten. Extra voordeel is dat ons ontwerp weer het vertrekpunt voor andere partijen vormt. Zo blijft het innovatieproces in beweging”, zegt Jess.
servicevriendelijk
Hoewel het moederbord en de componenten bepalend zijn voor de rekenkracht en snelheid van de nieuwe server was er volgens Jess ook
dcw april | technologie
verschillende componenten en testaanpak en -resultaten openbaar gemaakt. Anderen kunnen daar op voortborduren.
7
dcw april | technologie 8
veel aandacht voor praktische punten. “Vanuit ons perspectief als serviceprovider zochten we een design dat zeer servicevriendelijk is. Als iets stuk gaat, moeten we het snel en zonder gedoe kunnen vervangen. Op dat vlak is binnen de huidige datacenters nog veel winst te behalen. Dat geldt bijvoorbeeld voor het JBOD-ontwerp. Omwille van de kosten valt de keuze soms op goedkopere drives, met het risico dat ze sneller moeten worden vervangen. Dat kan economisch verantwoord zijn, mits de vervanging ook snel kan. Momenteel gebeurt het te vaak dat een schijf verstopt zit achter schroeven. Het design van de Open Computeserver anticipeert daarop. Je trekt de defecte drive gewoon aan de voorkant uit het systeem en schuift er een nieuwe in. Heel praktisch en zonder gedoe met schroeven.”
tijdwinst
Voor de nieuwe servers is ook een vernieuwd rack ontwikkeld. Dit OpenRack is slimmer ingericht, waardoor er meer capaciteit inpast en de luchtstroom toch beter is. Ook de venti-
‘Extra voordeel is dat ons ontwerp weer het vertrekpunt voor andere partijen vormt’
latoren zijn ‘hot swappable’.Verder is het energiebeheer verbeterd. “Er zijn nu twee powerzones in plaats van drie, waardoor de energietoevoer efficiënter is. Bovendien hebben de servers geen eigen energietoevoer meer. Ze worden in busbars geklikt, die een draadloze energietoevoer verzorgen. Bij reparatie of vervanging is het niet nodig aan de achterkant kabels los te maken. De server is er zo in en uit te schuiven. Om de totale lifecycle van een server te verlengen en de TCO te ver-
lagen zijn de afzonderlijke componenten makkelijk te vervangen. Het is niet nodig om de hele server te vervangen”, legt Jess uit. Hij beseft dat dit op het eerste oog simpele oplossingen lijken. “Maar deze aanpak is in datacenterland helaas nog geen gemeengoed. Terwijl er hierdoor juist in grote datacenters nog veel tijdwinst en kostenbesparingen te realiseren zijn. Bovendien heeft deze aanpak een positieve invloed op de performance en beschikbaarheid.” Naast de voordelen die Rackspace zelf ervaart in zijn dienstverlening, ziet Roenigk ook dat klanten steeds vaker en steeds gedetailleerder willen weten hoe efficiënt en kosteneffectief datacenters zijn. “Klanten willen alles weten; van informatie over het energiegebruik tot vragen op componentenniveau. Ook prospects stellen die vragen in hun rfp’s. Daarin krijgen energiegebruik en de impact op het milieu veel aandacht. De combinatie van klantwensen en onze eigen doelstellingen dwingen ons om slim te innoveren. Dat doen we op heel veel fronten en een ervan is dus de ontwikkeling van eigen Open Compute-servers.”
validatietests
Op dit moment zijn er twee servers, met JBOD’s en een rack, in ontwikkeling.“Een van deze servers is de universele server die we uiteindelijk in willen zetten om ons complete cloudaanbod te ondersteunen. Momenteel bieden we private, public en hybride clouds waarvoor we verschillende soorten hardware inzetten, met elk eigen componenten en kenmerken. Op termijn willen we toe naar het gebruik van een standaardchassis dat we op maat kunnen configureren. Daarin willen we, afhankelijk van de specifieke toepassing, processoren van verschillende leveranciers, zoals Intel en AMD, kunnen gebruiken. Deze leveranciers betrekken we ook bij onze initiatieven”, zegt Jess. Rackspace is al ver in het ontwikkelproces van zijn eigen servers. “Samen met onze ODMleveranciers hebben we inmiddels twee van de drie validatietests doorlopen. Na deze labfase gaan we de servers aan het eind van het tweede
kwartaal in een datacenteromgeving testen. Tijdens deze tests stellen we die bloot aan verschillende softwareloads om de output en het energiegebruik te analyseren.Volgens planning nemen we de servers later dit jaar in ons datacenter aan de oostkust van de Verenigde Staten in gebruik. Vervolgens volgt de uitrol binnen onze wereldwijde datacenters.” Volgens Roenigk past de productie van eigen servers perfect bij het idee dat datacenters een commodity zijn. “Onze klanten willen software en hardware die hun bedrijfsprocessen optimaal ondersteunen. Ze vragen steeds vaker om geteste en vooraf geconfigureerde software en hardwarestacks die eenvoudig te matchen zijn. Gebruik van open standaarden is noodzakelijk om dat te ondersteunen en eerdere investeringen optimaal te benutten. Dan is het mogelijk workloads snel te verplaatsen, ongeacht of dat in een eigen datacenter of van ver-
schillende serviceproviders is. Om deze vraag concreet in te vullen, is het nodig de beschikbare kennis en ervaring in de markt te delen en beschikbare technologie te hergebruiken. Daarmee komt een niet te stoppen innovatieproces op gang. Op dat moment ontstaat een situatie waarbij serviceproviders het verschil niet meer met hun datacenter maken. De toegevoegde waarde wordt dan bepaald door het vermogen klanten flexibel, efficiënt en tegen aantrekkelijke tarieven te ondersteunen op het serviceniveau dat ze wensen. De ontwikkeling van onze Open Compute-servers is een belangrijke stap in die ontwikkeling.”
advertentie
➔ Oog voor samenwerking
All IT Rooms heeft een uitgesproken eigen aanpak en werkwijze. Wij geloven sterk in de opbouw van lange termijn relaties met onze klanten maar ook met onze leveranciers. Onze leveranciers noemen wij niet voor niks onze partners. All IT Rooms werkt aan elke opdracht met een team van specialisten. Hierin is ook een belangrijke rol voor u als klant weggelegd. U bent immers de specialist van uw organisatie. Wij verheugen ons op een prettige samenwerking met u.
Ontdek de passie van all it ROOms all it Rooms B.v. | Lange Kleiweg 50B | 2288 GK Rijswijk | t +31(070)31 98 999 | e
[email protected] | www.allitrooms.com www.allitrooms.com
op de grootste technologiebeurs van europa gunde rittal het internationale publiek een blik in de nabije toekomst van de informatietechnologie. met het nieuwste rimatrix s-concept, dat de producent eind 2013 ook op de nederlandse markt brengt, markeert hij van systeemproducten de volgende stap in de evolutie van de it-infrastructuur: modulaire plug&play datacentermodules.
Rittal schetst toekomst van informatietechnologie op CeBIT 2013
10
Er klonk geen tromgeroffel en er waren geen schaars geklede dames in stelling gebracht om de aandacht te vestigen op de onthulling van RiMatrix S. Boven de ingang van de stand stonden drie eenvoudige woorden: ‘Make IT Easy’. En dat is precies wat Rittal met RiMatrix S doet: met de voorgeconfigureerde RiMatrix S-datacentermodules wordt het bouwen of uitbreiden van datacenters even eenvoudig als het plaatsen van nieuw kantoormeubilair. “Het concept spreekt voor zich”, zegt Product Manager IT André Hiddink. “Je weet precies wat je krijgt en alles is vanaf het moment van aansluiten direct volledig operationeel. Installatietijden worden geminimaliseerd waardoor organisaties hun ITomgeving zonder overlast kunnen uitbreiden en moderniseren. Het bestellen is een fluitje van een cent: er komt maar een enkel productnummer aan te pas en de complete datacenteroplossing wordt binnen zes weken afgeleverd. Zo haal je met RiMatrix S niet alleen in één keer een optimaal werkend en energiezuinig IT-systeem in huis – ook de tijd die nodig is voor de planning, levering, installatie en inbedrijfstelling wordt hiermee aanzienlijk verkort.”
duurzaam modulair
In de visie van de nuchtere Duitse systeemleverancier vertegenwoordigt het concept RiMatrix ‘S’ de logische volgende stap in de ontwikkeling van zijn productaanbod: een allesomvattend systeem voor een snelle en probleemloze aanleg van IT-infrastructuren. De ontwikkeling van het Rittal productsysteem vond decennia geleden een oorsprong in de oerdegelijke behuizingen en breidde zich uit naar stroomverzorging, koeling en monitoring. In de afgelopen jaren standaardiseerde de fabrikant de productieplatforms onder de naam Rittal The System, waardoor productiekosten verder konden worden verlaagd. Dit maakte het voor het bedrijf mogelijk de concurrentiepositie te verstevigen zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit en de duurzaamheid van de toegepaste materialen. De mix van duurzame kwaliteit en flexibiliteit wordt gewaardeerd, zo blijkt uit de marktleidende positie die Rittal weet te handhaven.
bundelen
Wie succesvol is, heeft navolgers. Dat geldt ook voor Rittal.Vele innovaties, waaronder diverse rack-based koelconcepten, modulaire ups-oplossingen en stroomverdeelsystemen, zijn inmiddels gekopieerd. Daarom helpt Rittal de IT-branche dit jaar opnieuw een stap vooruit door systeemproducten te bundelen in een serie 20 m2 grote en volledig functionele rekencentramodules. “Onder de vlag van het RiMatrix S-concept hebben we vier standaard rekencentramodules ontwikkeld. Elke configuratie is ontwikkeld voor een load capaciteit van 10 kW per rack. De RiMatrix S Single 6-module is geschikt voor belastingen van 10 tot en met 60 kW en bestaat uit zes serverracks, een netwerkrack, een modulaire ups, een koelsysteem, een verdeler en een
tekst: robbert hoeffnagel
dcw april | trend
Make IT Easy
Rittal lanceerde tijdens CeBIT het RiMatrix S concept.
rimatrix s - cooling
In het RiMatrix S - Cooling concept combineert Rittal zijn twee succesvolle koelconcepten: Cold Cube en LCP Downflow, ofwel een effectieve scheiding tussen warme en koude luchtstromen en een energie-efficiënte warmtewisselaar die de koude lucht onder de verhoogde vloer door naar de voorzijde van de IT-racks stuwt. Maar waar in de traditionele LCP Downflow slechts ventilatoren onder de vloer zijn geplaatst, daar ligt bij RiMatrix S - Cooling de complete LCP-unit onder de verhoogde vloer. Het resultaat is een ultracompacte datacentermodule die als geheel wordt geplaatst – of dat nu in een bestaande verhoogde vloer is of in een nieuwe IT-omgeving maakt voor de werking van de datacentermodule geen enkel verschil. De RiMatrix S-module werkt overal, zelfs in een zeecontainer.
meer innovaties in 2013
Op de CeBIT presenteerde Rittal ook een uitbreiding van zijn productprogramma voor rack based koeling LCP (liquid cooling package). De nieuwe LCP DX staat voor ‘direct expansion’ en maakt gebruik van het koelmiddel R410A, dat 10 % efficiënter is dan R407C en het inmiddels verboden R22.Verder is de LCP DX voorzien van de traploos toerengeregelde EC-ventilatoren die tot 50 % minder energie gebruiken dan conventionele ventilatoren. De LCP DX biedt nieuwe gebruiksvoordelen voor koelvermogens van 3,5 tot 12 kW. Zo is de compressor in deze uitvoering in het rack geplaatst, waardoor alleen de onderhoudsarme condensor nog aan de buitenlucht wordt blootgesteld. Dat resulteert in lagere installatiekosten, minder onderhoud en meer gebruiksvriendelijkheid. Rittal onderscheidt zich met de LCP DX van concurrenten door een regulering van het klimaat in de IT-racks via een exacte aansturing van de inlaattemperatuur. Omdat het bedrijf voor deze LCP DX-uitvoering koos voor een interne compressor van Mitsubishi stapte Rittal voor het monitoren van parameters als luchttemperatuur en luchtvochtigheid af van zijn eigen CMC-module en koos voor een omvormer van Carel. De geïntegreerde monitorfunctie geeft de actuele meetwaarden via een display aan op de unit en, in combinatie met een te plaatsen webkaartje, via internet op elke gewenste webbrowser.
measurement instruments directive
Rittal had op CeBIT 2013 ook goed nieuws voor datacenters die meer inzicht willen in het elektriciteitsverbruik per IT-rack en/of serverunit. De afkorting MID in de productnaam van de nieuwe PSM 1 HE MID-meetmodules staat voor ‘measurement instruments directive’. Deze meetrichtlijn voldoet aan de EUrichtlijn 2004/22/EG en beschikt over een nauwkeurigheid van 99 % Daardoor wordt het voor grote en kleine datacenters mogelijk om energiekosten op een eerlijke en betrouwbare wijze door te berekenen aan de eindgebruikers.
dcw april | trend
verhoogde vloer. De tweede uitvoering, de RiMatrix S Double 6 geschikt voor belastingen van 40 tot 120 kW, heeft dezelfde configuratie maar dan in een Cold Cube opstelling, met schuifdeuren aan de voor- en achterzijde. Met de Single 6 en Double 6 kunnen klanten hun IT-infrastructuur met slechts twee productnummers opbouwen tot 180 kW. Voor elk type rekencentrummodule hebben we de PUE-waarden berekend en alle kostenaspecten ten aanzien van het gebruik van ups, koeling en monitoring. Daardoor krijgen eindgebruikers een helder inzicht in de mogelijke besparingen en terugverdientijden. Dat maakt het nemen van een investeringsbeslissing een stuk makkelijker”, vertelt Hiddink. Op de vraag of Rittal in de toekomst uitsluitend RiMatrix Sstandaardmodules gaat leveren antwoordt Hiddink beslist: “Nee, alle bestaande RiMatrix 5-componenten blijven onderdeel van ons productaanbod, zodat klanten ook in situaties waar een standaard datacentermodule geen oplossing biedt voor Rittal kunnen kiezen om een optimale IT-infrastructuur te realiseren. We hebben RiMatrix S als een aanvulling in ons aanbod opgenomen om het aanleggen en uitbreiden van IT-infrastructuur nog eenvoudiger te maken: Make it easy.”
11
Ook op uw bureau?
Cloud Works
Mail uw gegevens naar
[email protected] en ontvang het magazine CloudWorks gratis!* *Indien uw functie en werkkring relevant zijn. Vergeet deze niet te vermelden.
Schneider Electric introduceert ‘efficiency quotient’
Gratis hulpmiddel biedt inzicht in energiegebruik, tips en kennis schneider electric lanceert ‘efficiency quotient’: een online instrument dat bedrijven en organisaties helpt de efficiëntie van fabrieken, datacenters, gebouwen, energie en infrastructuur te beoordelen. de tool biedt deelnemers eveneens een benchmark met vergelijkbare organisaties en geeft tips voor energiebesparing en verbetering van hun energie-efficiëntie.
tekst: van de redactie
aanbevelingen voor energie-efficiëntie
Het instrument is gericht op gebouwbeheerders, energiemanagers en beheerders van datacenters en industriële installaties. Nadat organisaties hun score hebben ontvangen, krijgen zij aanbevelingen om hun energie-efficiëntie te verbeteren. Ook krijgen zij toegang tot white papers, die zijn gerelateerd aan de adviezen, en links naar ondersteunende informatie en middelen om hun kennis op dit gebied te verhogen. CEO’s kunnen bovendien de score van het gehele bedrijf, de ‘enterprise efficiency quotient’, vaststellen door managers door de hele organisatie op te roepen de vragenlijst in te vullen. “Bedrijven en organisaties zijn momenteel erg gebrand op kostenbesparingen en daarmee op verbetering van hun efficiëntie en duurzaamheid”, zegt Marcel Spijkers, algemeen directeur van Schneider Electric. “De efficiency quotient biedt hun een eenvoudige manier om vast te stellen waar zij staan op het gebied van energie-efficiëntie en hoever zij zijn in vergelijking met anderen. Bovendien weten ze meteen op welke manier zij hun efficiëntie kunnen verbeteren.”
educatief energiemanagement
Educatie op het gebied energiemanagement en -efficiëntie is een belangrijk middel voor Schneider Electric. In 2010 lanceerde het bedrijf al het Collaborate Project Portal, een online community voor klanten, partners en medewerkers van Schneider Electric, waarmee samenwerking binnen projecten en kennisdeling mogelijk zijn. Inmiddels ondersteunt de portal duizenden projecten en is deze uitgebreid met vergader- en netwerkmogelijkheden. De portal heeft inmiddels een efficiëntiewinst gegenereert van 10 tot 30 procent per opgeleverd project. In 2009 lanceerde het bedrijf de Energy University. Deze ‘universiteit’ biedt leveranciersonafhankelijk educatieve informatie en trainingen via 150 gespecialiseerde programma’s. De trainingen worden inmiddels wereldwijd door meer dan 130.000 professionals in twaalf talen gevolgd. Schneider Electric werkt hiervoor samen met meer dan tien professionele organisaties. Onlangs werd in het kader hiervan het Professional Energie Manager Certificaat aangekondigd, in samenwerking met het Institute of Energy Professionals. Dit certificaat is ook in Nederland geldig.
meer weten?
Kijk voor meer informatie over de efficiency quotient op: https://www.schneider-electric.com/tools/registration/promo/nl/nl/ selectpromotions/27931P. De Collaborate Project Portal is te vinden op: https://collaborate. schneider-electric.com
dcw april | energiemanagement
De ‘efficiency quotiënt’ geeft organisaties eenvoudig inzicht in acties waarmee zij hun beschikbare middelen efficiënter kunnen inzetten. De deelnemers vullen een vragenlijst in, waarna ze een score ontvangen. Deze score, die loopt van 1 tot en met 5, is een benchmark waardoor bedrijven weten hoe ze hebben gepresteerd ten opzicht van hun concurrentie. De score is gebaseerd op resultaten van vergelijkbare deelnemers.
13
schäfer it-systems presenteerde op de cebit in hannover een nieuwe lijn van 19” it-kasten voor server- en netwerkcomponenten. “de is-1 biedt bij een gelijke buitenafmeting van 2 m, binnenin met 43 he meer hoogte-eenheden dan zijn voorganger”, zegt gerbert-jan meijerink, als areasalesmanager benelux verantwoordelijk voor de verkoop in nederland. “bovendien biedt de nieuwe lijn een ruimere binnenmaat in de breedte.”
Gerbert-Jan Meijerink van Schäfer IT-Systems:
‘Nieuwe racks zeer eenvoudig te monteren’
14
de elektrische geleidbaarheid is de kast ook uitermate geschikt voor EMC-toepassingen.”
180 graden
Door de uitwendige scharnieren zijn de deuren van de IS-1 in een hoek van 180 graden te openen. De sokkels worden per clip, dus zonder schroeven, aan de kast geklikt. Door de speciale kastconstructie kunnen andere kasten aan alle kanten worden aangekoppeld. De bodemafdichtingen zijn verschuifbaar en een tweedelig dakpaneel zorgt voor een optimale kabelinvoer met een veilige afdichting. Door de modulaire frameprofielen kunnen de kasten standaard worden geleverd in de hoogten 1.200, 1.800, 2.000 en 2.200 mm, met een breedte van 300, 600, 700 en 800 mm en een diepte van 600, 900, 1000 en 1200 mm. Ze zijn verkrijgbaar in de kleuren RAL7035 (lichtgrijs) en RAL9005 (gitzwart). Optioneel kunnen transportogen aan de hoeken van het dak worden bevestigd om transport en handling voor, tijdens en na de montage te vereenvoudigen. “De speciaal voor de IS-1 ontwikkelde koppelconstructie vereenvoudigt de montage, ook in ruimten waar niet veel plaats is. Daardoor is de nieuwe serie niet alleen voor grote datacenters, maar ook voor kleinere serverruimten uitermate geschikt. Met onze nieuwe IS-1-lijn kun je compacte serversystemen nu ook in een compacte kast onderbrengen”, stelt Meijerink.
tekst: robbert hoeffnagel
dcw april | markt
“De vanwege zijn geprofileerde walsprofiel zeer stabiele IT-kast is met 1.500 kg belastbaar met een beschermingswaarde van IP54”, vertelt Gerbert-Jan Meijerink van Schäfer IT-Systems. “Het profiel is ontworpen voor een snelle montage. Slechts één schroef op elke hoek van het frame is nodig om de IS-1-kast te monteren of te demonteren.Vanwege
dcw dcw april maart | markt | interview Het IS-1-rack is tijdens de CeBIT in Hannover gelanceerd.
19 15
De nieuwe zijkoeler Loopus CW/DX van Schäfer IT-Systems.
dcw april | markt
vrije koeling via enkel zijkoeler
16
Schäfer presenteerde op de CeBIT eveneens zijn nieuwe zijkoeler Loopus CW/DX voor warmtebelasting tot 20 kW. “De zijkoeler beschikt over een koud- watergekoelde luchtkringloop en een DXkoelsysteem, dat met een compressor en- koudemiddelen functioneert”, zegt Meijerink. “Daardoor maakt de zijkoeler Loopus CW/DX het mogelijk het energie-efficiënte gebruik van vrije koeling in middelgrote datacenters te bewerkstelligen, terwijl de omschakeling tussen de compressiekoude en vrije koeling, afhankelijk van de buitentemperatuur, automatisch direct in de zijkoeler gebeurt. Op deze manier is gewaarborgd dat de compressoren alleen worden ingeschakeld in de perioden waarin de omgevingstemperatuur te warm is om ze voor de vrije koeling te gebruiken.” “Bij de vrije koeling wordt de buitenlucht (tot 15 °C) in een warmtewisselaar gebruikt om het water in het systeem te koelen”, legt Meijerink uit. Het water absorbeert de warmte en wordt vervolgens door de lucht weer afgekoeld. Deze aanpak maakt het mogelijk kosten te besparen, omdat een vrij koelsysteem aanzienlijk minder stroom verbruikt dan het gebruik van de compressor. In een 20 kW-systeem is jaarlijks een kostenbesparing van energiegebruik van ongeveer 10.000 euro te verwachten.
open loop
Met zijn combinatie van koudwater- en compressiekoeling biedt de Loopus CW/DX een toekomstgerichte oplossing die door het lage energiegebruik zowel kosten spaart als milieuvriendelijk is. Het ruimte-
besparende ontwerp maakt het gebruik van deze geavanceerde klimaattechniek ook in kleine datacenters en serverruimten mogelijk. De zijkoeler is 300 mm breed, is verkrijgbaar in een hoogte van 2.000 of 2.200 mm en een diepte van 1.000 of 1.200 mm, waardoor hij optimaal kan worden toegepast op de verschillende systemen van Schäfer en andere fabrikanten. De in-row zijkoeler kan tussen serverracks worden ingezet als een open-loopsysteem (cold section behuizing, racks voor en achter open) of als een closed-loopsysteem (racks voor en achter dicht). “Met de Loopus CW/DX combineren we twee airconditioningconcepten op een zeer ruimtebesparende wijze. Op deze manier kunnen ook exploitanten van kleine en middelgrote datacenters profiteren van deze ener-
'De IS-1 biedt bij een gelijke buitenafmeting van 2 m, binnenin met 43 HE meer hoogte-eenheden dan zijn voorganger. Bovendien biedt de nieuwe lijn een ruimere binnenmaat in de breedte.'
'Het profiel is ontworpen voor een snelle montage'
accessoires
Daarnaast toonde Schäfer IT-systems een reeks accessoires die helpen de installatie van kabelgoten en kabelgeleiders, spanningssloffen en plug-in 19”-blindpanelen (1 HE) te vereenvoudigen. “De scheiding van koudeen warmtegangen in een serverruimte is noodzakelijk voor een energie-efficiënte koeling van server en switches in een datacenter. Dit vereist een vrije, onbelemmerde luchtstroom. Kabelbundels die dwars door een rack hangen, kunnen tot een afwijkende luchtstroming leiden en hierdoor een ongecontroleerde menging van koude en warme lucht veroorzaken. Om dit te verhinderen bieden we kabelmanagementcomponenten en spanningssloffen aan, die het mogelijk maken de stroomen datakabels langs de wanden en het dak van het rack te monteren.” Plug-in 19”-blindpanelen die met de hand snel en eenvoudig zijn te monteren, dienen ter afsluiting van de rackhoogte-eenheden, die niet door servers of switches worden ingenomen. “Deze afdichtingen verhinderen de menging van koude en warme lucht”, zegt Meijerink. Door deze blindpanelen biedt het bedrijf flexibiliteit bij het afdichten van de 19”-ruimte in een rack. Hierdoor kan elke willekeurige serverkast thermisch worden geoptimaliseerd. “Schijnbaar kleine details, zoals kabels of niet gebruikte hoogte-eenheden, kunnen in een datacenter met de standaard hoge thermische belas-
tingen erg duur zijn. Elk dergelijk detail draagt bij aan een verhoging van het stroomverbruik voor de airconditioning en vermindert de doelmatigheid van de installatie. Als expert in de datacenterinfrastructuur, zien we het als onze missie onze klanten te informeren over deze verborgen valkuilen en hiervoor de passende oplossingen aan te bieden", stelt Meijerink.
dcw april | energiemanagement
gie-efficiënte vrije koeling. Net als onze cold section oplossingen is ook de zijkoeler een product waarmee we de energie-efficiëntste airconditioningconcepten aantrekkelijk maken voor kleinere bedrijven”, zegt Meijerink.
Nieuwe oplossing voor kabelmanagement helpen bij het optimaliseren van de luchtstroming in een rack.
17
Nieuwe supercomputers vragen om nieuwe datacenterinfrastructuur
Vijf uitdagingen de groeiende kracht van supercomputers betekent dat hun interne architectuur compleet op z’n kop moet. energiezuiniger, nieuwe processoren, verbeterde koeling, snellere verbindingen, beter bestendig tegen storingen… alle wegen worden bewandeld om te komen tot exaflops in
dcw april | technologie
het jaar 2020.
18
1 beheersing energiegebruik
Het beheersen van de energieconsumptie is de belangrijkste uitdaging waar we voor staan. De vraatzucht van supercomputers als het gaat om energie is het belangrijkste obstakel geworden in de ontwikkeling van nog krachtiger machines. De huidige generatie, aller zwaarste supercomputers, consumeert meer dan 10 MW elektriciteit. Dit komt neer op de energie die ongeveer 30.000 huishoudens (exclusief verwarming) nodig hebben. De kosten: ongeveer een miljoen euro per jaar voor elke gebruikte megawatt. De elektriciteitsrekening vertegenwoordigt zo’n 30 procent van de operationele kosten van een datacenter. In de toekomst mogen infrastructuren met ‘exascale’-supercomputers niet meer aan energie kosten dan nu. Milieunormen leggen beperkingen op aan de maximale energieconsumptie van deze infrastructuren. Machines zijn daardoor gehouden aan dezelfde maximale energieconsumptie, te weten 10 MW. De energiezuinigheid van de krachtigste computers – met een rekenkracht van 10 petaflops – is op dit moment ongeveer 1 gigaflop per watt (10 petaflops = 10 megawatt). In 2020 moet de prestatie per watt van exascale-machines naar de 100 gigaflops per watt gaan.
Is het mogelijk de prestaties van de huidige generatie supercomputers met honderd te vermenigvuldigen en hun energiezuinigheid te verbeteren met dezelfde factor? Om deze uitdaging aan te gaan, bewandelen onderzoekers vele wegen, te beginnen met de ontwikkeling van efficiëntere microprocessoren en geheugens.
ontwikkeling van 2 denieuwe microprocessoren
Om miljarden berekeningen per seconde uit te voeren moeten supercomputers beschikken over steeds meer processoren met ontelbaar vele transistors. Elke transistor gebruikt elektriciteit bij het open- en dichtgaan tijdens elke bewerkingscyclus. Hiervoor hebben ze een fenomenale hoeveelheid energie nodig. Processoren nemen het grootste aandeel (70 procent) van het energiegebruik van een supercomputer voor hun rekening. Een van de uitdagingen om de exaflop-capaciteit te halen, is het ontwikkelen van een nieuwe, energiezuiniger processor. Tot het midden van het eerste decennium van deze eeuw verhoogden bedrijven, die deze componenten produceerden, succesvol de werksnelheid van deze componenten; tegelijkertijd wisten ze het voltage op de chip te beperken. Maar nu ze de snelheid niet meer kunnen verhogen, wordt de voortschrijdende miniaturisatie gebruikt voor parallellisme. Elke microprocessor beschikt nu over meerdere kernen – tot wel acht – dit zijn verwerkingseenheden die in staat zijn zelfstandig te werken of parallel. De prestaties van de huidige supercomputers is gebaseerd op enkele honderden of duizenden kernen die gelijktijdig draaien. Voor exascale-machines komt dit neer op enkele miljoenen kernen. Deze sterke uitbreiding van kernen verbetert de energiezuinigheid door het voltage op de chip te verlagen. Helaas is dit niet genoeg. De ontwikkeling van deze algemene processoren (of cpu dat staat voor central processing unit), waarvan de prestaties elk jaar verdubbelen, gaat te langzaam om snel de 100 gigaflops per watt te bereiken; de volgende magische barrière. Om de bovenstaande reden is het noodzakelijk nieuwe rekenprocessoren te ontwikkelen. Er bestaan twee grote trends, die lijnrecht tegenover elkaar staan. Sommigen geven de voorkeur aan het gebruik van grafische processoren
(GPU’s), die normaal worden gebruikt om videogames realistisch weer te geven. De kracht van deze processoren is gebaseerd op het gebruik van enkele honderden rekenkernen, ondergebracht in een vereenvoudigde architectuur; de SIMD (single instruction multiple data). Binnen deze architectuur voeren alle eenheden eenzelfde taak parallel aan elkaar uit, maar voor verschillende data. Anderen richten zich liever op het parallelisme van een groot aantal algemene kernen – honderd per processor – waarvan de prestaties worden verhoogd door vectoreenheden toe te voegen die werken op 512 bit-registers in plaats van de gebruikelijke 64 bit-registers. Het aantal berekeningen per cyclus kan hiermee worden verhoogd met een factor acht. Deze nieuwe architectuur, geïntroduceerd door Intel, stond aan de wieg van de Intel Xeon Phico-processoren. De GPU’s of Xeon Phi’s spelen de rol van een rekenversneller in een aantal applicaties en verbeteren de energiezuinigheid. In beide gevallen kan het mogelijk zijn om een extreem veelbelovende prestatie van 4 gigaflops per watt te bereiken. Maar er is een keerzijde. Deze twee typen processoren blijven moeilijk in te zetten, omdat regelmatige uitwisselingen met de cpu nodig zijn om toegang te krijgen tot de data in het geheugen. Om een machine te worden voor exaflops moeten de processoren onafhankelijk van elkaar werken. Dit vereist een diepgaande herziening van computersoftware.
dcw april | technologie
tekst: jean-pierre panziera, technisch directeur high performance computation (hpc) bij bull.
In de afgelopen twintig jaar is de rekenkracht van supercomputers aanzienlijk toegenomen. Als we machines uit 1990 vergelijken met de huidige supercomputers, dan is de prestatie een miljoen keer beter. In 2008, toen de eerste supercomputer door de symbolische barrière van 1 petaflop brak, oftewel een miljoen miljard bewerkingen per seconde, stelden deskundigen zich een nieuw doel. Door de constant stijgende trend te extrapoleren, moet de grens van 1 exaflop, oftewel een miljard miljard bewerkingen per seconde, bereikt zijn in het jaar 2020. Dit ambitieuze doel kunnen we niet bereiken met een eenvoudige evolutie van de huidige generatie machines. De machine die dit doel bereikt, moet voorzien zijn van een nieuwe revolutionaire aanpak. Elk aspect van haar architectuur – energiegebruik, koeling, koppeling tussen netwerkcomponenten en hun tolerantie voor storingen – moet van A tot Z opnieuw worden bekeken. Er zijn vijf technologische uitdagingen die we moeten overwinnen.
19
Deze ‘passieve’ koeltechniek, is nagenoeg ‘gratis’
dcw april | technologie
3 betere koeling
20
Het gros van de elektrische energie die een supercomputer gebruikt, wordt omgezet in warmte – het Joule-effect – waardoor koelsystemen nodig zijn om de machine goed te laten draaien. Koelsystemen op hun beurt zijn ook weer energievreters. Ze kunnen de elektriciteitsrekening met wel 50 tot 75 procent verhogen. Ontwikkelaars voegen daarom steeds meer innovaties toe om efficiëntere sys temen te ontwikkelen. Tot voor kort gebruikten airconditioningsystemen evenveel energie als de computers. Om dit te verbeteren zijn de deuren van de kasten, waarin de processorclusters zitten, nu voorzien van koudwatercircuits. Maar nog steeds is er 40 procent meer elektriciteit nodig bovenop de capaciteit voor de computers. Nog beter is het om het koelsysteem dat door de deurplaten stroomt, direct contact te laten maken met de componenten op de printplaten, zonder het water te hoeven koelen. Deze ‘passieve’ koeltechniek, is nagenoeg ‘gratis’. De waterpompen gebruiken alleen de energie die nodig is om het water te laten circuleren. Dit is het geval bij de nieuwe servers van Bull, genaamd bullx DLC (direct liquid cooling). Sterker nog, sinds ‘direct liquid’ in staat is meer calorieën te absorberen dan luchtkoeling kun-
nen componenten dichter bij elkaar worden gezet, zonder het risico van oververhitting. Dit reduceert de communicatietijd tussen de componenten en verbetert de prestaties van de supercomputer. Deze koelingstechniek is ook gebruikt in de supercomputer van Bull die Sara afgelopen najaar heeft aangeschaft.
4 snellere datatransport
De ruggengraat van een supercomputer is het communicatienetwerk dat duizenden knooppunten verbindt. Een knooppunt is de fundamentele bouwsteen voor een supercomputer. Zo’n bouwsteen bestaat uit een groep van een aantal microprocessoren. Voor exascale-machines moet tien keer het aantal knooppunten met elkaar worden verbonden. Om op dit niveau efficiënt te zijn gebeurt de communicatie onafhankelijk, buiten de kern van de microprocessor om. Die wordt vrijgehouden voor berekeningen. Om deze reden zijn er pogingen een nieuwe interconnectieve netwerkarchitectuur te ontwikkelen, nauw geïntegreerd met de computerknooppunten. Bovendien moeten de verbindingen tussen de componenten sneller zijn. Op dit moment bereikt het verplaatsen van data tussen processoren een snelheid van ongeveer 15 Gbps. In 2020 moet deze snelheid
maar liefst 50 Gbps zijn. Om dit te bereiken is het nodig de traditionele koperkabels te vervangen door optische (glasvezel) kabels.
koste wat kost 5 storingen voorkomen
Op de huidige supercomputers blijkt dat gemiddeld één van de componenten (processor, geheugen, netwerkverbinding, stroomtoevoer) tenminste één keer per dag storingen geeft. Dit zijn storingen zonder onderbrekingen, dankzij het niveau van redundantie. Desondanks komen storingen frequenter voor met de toename van het aantal componenten in een sys teem. De schatting is dat exascale-machines, die enkele miljoenen rekenkernen bevatten, één storing per uur gaan geven! Om dit risico te vermijden, moet software de data die nodig zijn om berekeningen te hervatten en voort te zetten, regelmatig back-uppen. De architectuur van toekomstige supercomputers zal, indien nodig, een hiërarchisch back-upsysteem bevatten om snel een applicatie te herstarten op de rest van het systeem door middel van back-upcomponenten. Met dank aan La Recherche (Frankijk).
Genci’s Curie-supercomputer (Frans bureau voor high performance computing) beschikt over een rekenkracht van 2 petaflops. Zijn computer is ontworpen door Bull en geïnstalleerd op het TGCC (Large Scale Computing Centre) in Bruyères-le-Châtel (Essonne). ‘Aubrey isle’ is het prototype van de MIC-processor (many integrated cores) van Intel. Op deze chip zijn tientallen onafhankelijke kernen bij elkaar gebracht, die parallel opereren. GPU of graphics processing unit. Een grafische processor is een geïntegreerd circuit op een grafische kaart met functionaliteit om schermberekeningen uit te voeren. Registers zijn geheugenblokken direct geïntegreerd in de processor. Registers, klein in omvang, bevatten de data die meteen kunnen worden gebruikt. De DLC-server (direct liquid cooling) van Bull wordt door water gekoeld dat in platen circuleert. De platen op hun beurt staan in direct contact met de componenten op de printplaten. De Curie-supercomputerknooppunten zijn ondergebracht in kasten. De knooppunten zijn fundamentele bouwblokken van de machine, opgebouwd uit verschillende microprocessoren, die met elkaar verbonden zijn door een zeer snel communicatienetwerk. In de toekomst moet dataoverdracht nog sneller worden.
advertentie
Feel the Power, Gain the Insight Raritan’s Intelligent Rack PDUs provide you with the flexibility and insight to easily manage all your rack power needs. Choose from the broadest portfolio of intelligent rack PDUs: Capacity from 1.4 kVA to 55.4 kVA, 12-100A 4-54 locking outlets
Highest ambient temperature (60 °C, 140 °F)
Leverage the industry’s deepest capability set:
Plug-and-play environmental sensors
Remote unit-level and individual outlet-level kWh metering with ISO/IEC +/- 1% accuracy
Plug-in USB web cameras
Wi-Fi or wired networking
Circuit breaker metering and monitoring
Monitor and manage real time energy usage with Power IQ ® software which supports virtually every intelligent rack PDU on the market.
Call us on 010 284 4040 or visit www.raritan.eu/Power to learn more and explore all your PDU options.
© 2013 Raritan Inc.
Agent-gebaseerde software simuleert al tijdens ontwerpfase
Energiegebruik modelleren het energiegebruik van een gebouw wordt door drie factoren bepaald: de kenmerken van het gebouw zelf, de omgeving en de gebruikers. bij het ontwerpen van energiezuinige gebouwen
dcw april | energiemanagement
worden de laatste twee factoren vaak buiten beschouwing gelaten, omdat ze te complex en
22
te onvoorspelbaar zijn. zeker wanneer de ‘gebruiker’ een datacenter is, kan dit tot onaangename verrassingen leiden.
Het Europese onderzoeksproject Adapt4EE wil verandering brengen in de huidige praktijk waarbij twee van de drie factoren die het energiegebruik bepalen in feite worden genegeerd. Adapt4EE ontwikkelt agent-gebaseerde software waarmee architecten en ingenieurs al tijdens de ontwerpfase rekening kunnen houden met de invloed van de omgeving en vooral het gedrag van gebruikers op het energiegebruik, de businessperformance en gebruikscomfort van een gebouw. Een consortium van tien Europese bedrijven en universiteiten, waaronder het Nederlandse onderzoeksbedrijf Almende, kreeg hiervoor een subsidie van de Europese Commissie. In februari is de eerste fase van het onderzoeksproject afgesloten met een positieve review in Brussel.
business information modeling met softwareagenten
De simulatietools die nu beschikbaar zijn voor architecten en ingenieurs kunnen natuurkundige factoren, zoals thermiek en akoestiek, wel modelleren. Maar ze kunnen nog niets met menselijk gedrag. Door middel van agent-gebaseerde modellering moet het Adapt4EE-systeem ook deze dynamische factoren leren te gebruiken. Hiervoor verzamelen de projectpartners eerst een grote hoeveelheid data: - 3D-modellen van gebouwen, inclusief aanwezige apparatuur; - procesmodellen: welke activiteiten voeren de gebruikers uit in het gebouw?
Om al deze factoren te kunnen benoemen, organiseren de projectpartners ‘Vocabulary Camps’ over BIM (building information modeling). Tijdens deze internationale symposia worden standaarden afgesproken voor BIM.
tekst: Hans Vandam is freelance journalist
simuleren en kpi’s evalueren
All deze factoren worden gemodelleerd met softwareagenten. Het Adapt4EE-systeem wordt getraind en leert hoe elke actie andere processen beïnvloedt. Hoe verandert bijvoorbeeld de temperatuur in een ruimte waar wordt vergaderd door tien personen? Wanneer het systeem is getraind, is het klaar voor gebruik door architecten en ingenieurs. Zij voeren enkel de specificaties van hun gebouw en het beoogde aantal gebruikers in. Op basis van deze data maakt Adapt4EE een simulatie en berekent hoe goed een ontwerp presteert op 3 KPI’s: businessperformance, energiegebruik en gebruikscomfort. Een dergelijke agent-gebaseerde modelings- en simulatietool is uiteraard niet alleen nuttig voor de architectuurbranche. Onderzoekspartner Almende ontwikkelt daarom uitdrukkelijk een
generiek agentenplatform, dat na afloop van het project ook op andere domeinen kan worden toegespitst. Meer informatie over het project is te vinden op: www.almende.com/adapt4ee www.adapt4ee.eu
europese subsidie
Het Adapt4EE project wordt gesubsidieerd door de Europese Commissie, in het kader van het 7th Framework Programma ‘Ict Solutions and Energy Efficiency’. Het project loopt tot 2014. Naast het Nederlandse bedrijf Almende bestaat het consortium uit: • CERTH (Griekenland) • Hypertech (Griekenland) • Fraunhofer (Duitsland) • Technische Universiteit Kosice (Slowakije) • Universiteit Navarra (Spanje) • BOC IT Consulting (Ierland) • Intelligent Sensing Anywhere (Portugal) • Academica de Coimbra Football Club (Portugal)
dcw april | energiemanagement
- gebruikersprofielen: welke typen gebruikers maken gebruik van het gebouw? - sensordata uit testsituaties: waar bevinden de gebruikers zich en wanneer? Hoe is het klimaat in het gebouw?
23
dcw april | duurzaamheid 24
Het is de vraag of de eerste stap rond EDE niet iets te voorzichtig is
Green Grid ziet behoefte voor ‘electronics disposal efficiency’ the green grid heeft een nieuwe meetwaarde gelanceerd: de ‘electronics disposal efficiency’, kortweg ede. deze is bedoeld om datacenters aan te moedigen bewust om te gaan met elektronische apparatuur die aan het einde van de levensduur is gekomen, licht eric taen van ictroom toe. maar in zijn ogen is er op het gebied van ‘cradle to cradle’ nog wel meer te doen in het datacenter. hij zou graag meer aandacht zien voor alle afval in en om een computerruimte.
dcw april | duurzaamheid
tekst: eric taen is consultant bij ictroom (www.ictroom.nl)
Nieuwe prestatiemaat vraagt aandacht voor af te voeren IT-apparatuur
25
We moeten niet alleen naar e-Waste kijken, maar ook naar andere afvalstromen Het doel van de ‘electronics disposal efficiency’ ofwel EDE is om datacentermanagers te helpen meten hoe zij met elektronische apparatuur moeten om gaan op het moment dat deze het einde van zijn levensduur heeft bereikt. Deze apparatuur moet op een verstandige wijze worden afgevoerd. EDE kan hen helpen deze processen meetbaar te maken en daarmee beter beheersbaar en stuurbaar. Bij elektronische apparatuur in datacenters en computerruimten – door The Green Grid aangeduid als e-Waste – moeten we denken aan afgeschreven servers, storage-apparaten, switches, maar ook aan controllers en andere stuur- en regelapparatuur voor koeling en stroomvoorziening. Hieronder vallen tevens KVM-switches en security-camera’s die in een computerzaal of datacenter worden toegepast. Als dit soort apparatuur aan het einde van de levensduur is gekomen, moet het worden afgevoerd. De vraag is alleen of dit altijd op een verantwoorde wijze gebeurt. Het doel van EDE is grip te krijgen op dit proces.
dcw april | duurzaamheid
eerste stap
26
EDE is een sympathiek initiatief dat ongetwijfeld zal helpen de bewustwording rond het thema ‘elektronisch afval’ te vergroten. Daarbij volgt The Green Grid een aanpak die het eerder bij PUE heeft gevolgd. Begin met een eerste voorzichtige stap die vooral is gericht op het vergroten van de bewustwording. Hierdoor groeit de aandacht voor het onderwerp en zien meer en meer datacenters de noodzaak in om meer aandacht te besteden aan bijvoorbeeld e-Waste of – eerder al –
energiegebruik. Dat is duidelijk geworden bij PUE dat – na die eerste voorzichtige stap – inmiddels lijkt te zijn uitgegroeid tot een belangrijk hulpmiddel waarmee datacenters zich kunnen onderscheiden. Toch is het de vraag of de eerste stap rond EDE niet iets te voorzichtig is. Aandacht voor de afvoer van elektronische apparatuur is zeer belangrijk, maar hoe zit het met bijvoorbeeld het verpakkingsmateriaal waarin nieuwe elektronische apparatuur wordt aangevoerd? Hoe zit het met cd’s en dvd’s met software die vaak worden meegeleverd? Of de extra kabels die wellicht niet worden gebruikt? Het begrip ‘afval’ gaat veel verder dan enkel en alleen afgeschreven en nutteloos geworden elektronische apparatuur. Wie dagelijks in computerruimten en datacenters aanwezig is, ziet veel meer afvalstromen waarmee we beter en met meer verantwoordelijkheid zouden kunnen omgaan. Denk aan blus- en koelmiddelen, maar ook aan isolatiemateriaal. Bietensap in plaats van glucose zou wel eens een uitstekend alternatief voor traditionele koelmiddelen kunnen blijken; door het ontbreken van een EDE- of PUE-achtige meetwaarde is de aandacht voor dit soort onderwerpen echter nog vrij gering. Hetzelfde geldt voor batterijen.Vliegwielen kunnen hiervoor een milieuvriendelijk alternatief zijn, maar we zouden ook eens moeten denken aan het hergebruik van batterijen uit elektrische auto’s. Nu vinden de eerste tests plaats om te onderzoeken in hoeverre batterijen die voor een Toyota Prius of andere elektrische auto wellicht niet meer voldoen, nog wel geschikt zijn voor back-up power in een computerruimte.
breder trekken
EDE is een uitstekend initiatief waarvan we alleen maar kunnen hopen dat het gebruik een grote vlucht gaat nemen. Het zou namelijk bijzonder nuttig zijn bedrijven en overheidsinstellingen ervan te overtuigen om bij investeringen in bijvoorbeeld FM200 of milieuonvriendelijke batterijen ook serieus te kijken naar milieuvriendelijke alternatieven. Die zijn in aanschaf wellicht iets duurder, maar de kosten gemeten over de volledige levensduur vallen vaak lager uit, mede doordat er aan het einde van het gebruik geen kostbare afvalverwerking meer nodig is. Laten we hopen dat EDE voor een belangrijke ontwikkeling in die richting gaat zorgen, waarbij we niet alleen naar e-Waste kijken, maar ook naar andere afvalstromen. Hier zouden wij als datacenterindustrie de weg- en waterbouw als voorbeeld kunnen nemen. Bij grote projecten moet vaak heel veel grond worden aan- en afgevoerd. De bedrijven die deze werkzaamheden verrichten, zijn verplicht administratief bij te houden welke hoeveelheden en soorten grond zij verplaatsen, compleet met de kwaliteit daarvan. Hierdoor kan worden voorkomen dat bijvoorbeeld vervuilde en schone grond met elkaar worden gemengd. Deze grondboekhouding heeft de Nederlandse maatschappij heel veel milieuwinst opgeleverd.
geen benchmark
Misschien is het een idee als we in datacenters een vergelijkbaar sys teem opzetten. De cradle to cradle-gedachte is hierbij heel belangrijk. Met RFID en andere tags is het heel eenvoudig om tot een goede
meer weten over ede?
The Green Grid heeft over de Electronics Disposal Efficiency meetwaarde (EDE) een whitepaper gepubliceerd: ‘White Paper #53 Electronics Disposal Efficiency (EDE): An It Recycling Metric for Enterprises and Data Centers’. Deze is te vinden op de website van The Green Grid (http://www.thegreengrid.org). Een verkorte link naar de whitepaper is http://bit.ly/WuZCe4.
vorm van asset-management te komen, waardoor we als datacentermanagers straks precies kunnen vaststellen welke elektronische apparatuur de computerzalen in- en uitgaat. Dat systeem kunnen we dan wellicht meteen doortrekken richting isolatiemateriaal in wanden of vloeren, verbruiksartikelen en de eerder genoemde koel- en blusmiddelen. Ten slotte is het belangrijk vast te stellen dat EDE vooralsnog niet bedoeld is als hulpmiddel voor benchmarks. Het is een meetwaarde die kan worden gebruikt om een goed beeld te krijgen van de eigen prestaties van een datacenter.Voor benchmarking is EDE nog veel te jong. De lancering van deze ‘electronics disposal efficiency’-meetwaarde is echter wel een zeer positieve ontwikkeling. De komst ervan zal voor zowel de industrie als de eigenaren en beheerders van computerruimten en datacenters een belangrijke stimulans zijn veel beter te letten op het afvoeren van niet langer in gebruikzijnde elektronische apparatuur. Dat is pure winst, vooral ook voor het milieu.
advertentie
Minkels Next Generation Cold Corridor® Brengt modulair denken en energie-efficiënt datacenterdesign opnieuw naar een hoger niveau
In 2006 was Minkels de eerste datacenterleverancier in Europa die de Cold Corridor®-oplossingen commercieel introduceerde in de markt. Hiermee worden sindsdien de luchtstromen in vele datacenters op energie-efficiënte wijze gescheiden. De Next Generation Cold Corridor van Minkels is het ultieme modulaire antwoord op de alsmaar toenemende vraag van datacentergebruikers naar flexibele en modulaire oplossingen. Met de Next Generation Cold Corridor brengt Minkels opnieuw als eerste modulair denken en energie-efficiënt datacenterdesign naar een hoger niveau. EXTREEM FLEXIBEL: Modulaire opties op basis van best practices Installatiegemak R&D gebaseerde optimalisatie van luchtstromen Brede keuze aan beveiligingsopties en (automatische) deursystemen Plug & play-integratie van sensoren Eenvoudige integratie van brandblussystemen Nieuw dakpaneel design voor hoge lichtdoorlaatbaarheid
www.minkels.com
Datacenters groeien nog steeds
de grote en middelgrote datacenters groeien nog steeds gerekend naar het aantal vierkante meters vloeroppervlak. daarbij is het, aldus danny van delden commercieel directeur van apac airconditioning, opvallend dat veel grote commerciële partijen uit het buitenland zich in de nederlandse datacenters nestelen.
28
verhaal vertellen
Van Delden benadrukt dat het niet zozeer gaat om de producten, maar om de totaaloplossing. “Wij stellen de projectvraag van onze opdrachtgevers centraal.Van daaruit zoeken we naar de meest passende koeloplossing. Daarbij staat beschikbaarheid van de koelsystemen voorop; eigenlijk verkopen wij beschikbaarheid. Daarbij is voor ons de TCO (total cost of ownership) veelal maatgevend. Het kan best zijn dat de initiële aankoop duurder uitvalt dan bijvoorbeeld die van een andere leverancier, maar dat de meer investering zich in de loop der jaren dubbel en dwars terugverdient. Wij kijken scherp naar het op de juiste wijze selecteren en toepassen van koelapparatuur en streven naar inzet van directe of indirecte vrije koeling. Wij zoeken altijd de dialoog om de keuze van apparatuur of een koelinstallatie uit te leggen. Gelukkig krijgen we steeds vaker de gelegenheid onze voorstellen toe te lichten, omdat onze klanten steeds meer het belang van TCO en energiebesparing inzien.”
boete voor te hoge pue
Met de hoge energieprijzen, zo weet Van Delden, worden de eisen ten aanzien van energiegebruik door datacenters steeds zwaarder. “De Nederlandse overheid zoekt allerlei manieren om te gaan voldoen aan de Europese eisen voor CO2-uitstoot. Energiebesparing maakt een belangrijke component uit van het pakket ‘klimaatregelingen ’. We weten allemaal dat datacenters grote slokops van energie zijn. Echter, we vergeten wel eens dat het energiegebruik van veel kleine computerruim-
tekst: teus molenaar is freelance journalist
dcw april | interview
Net terug van een korte skivakantie vertelt Danny van Delden, directeur van Apac Airconditioning over de ontwikkelingen die hij op de datacentermarkt in Nederland ziet. Hij had even de kou opgezocht om te ontspannen met een groepje vrienden. Maar dat doet hij het hele jaar: de kou opzoeken.Want Apac is in de afgelopen 25 jaar uitgegroeid tot specialist op het gebied van koeling van computerruimten en datacenters. In Nederland vertegenwoordigt het bedrijf exclusief de complete productenrange van het Italiaanse fabrikaat Uniflair. Als grote producent van precisiekoeling, koelmachines en computervloeren voor computerruimten en datacenters is Uniflair in 2010 met Schneider Electric samengegaan om wereldwijd nog sterker te staan.
invloed op ontwerpers
Danny van Delden van Apac zegt dat zijn bedrijf een van de grote afnemers is van de apparatuur van Uniflair. “Dat heeft zo zijn voordelen. Wij hebben invloed op het ontwerp van nieuwe koelapparatuur. De ervaring van onze monteurs of engineers worden rechtstreeks met Uniflair gecommuniceerd en meegenomen in het ontwerp van nieuwe koelapparatuur. Door deze korte communicatie ontstaan vele nieuwe innovaties en producten.”
‘We zoeken naar een passende oplossing, waarbij beschikbaarheid van de systemen voorop staat’
dcw april | interview
ten samen vele malen hoger ligt dan het energiegebruik van een groot datacenter. In de grote datacenters wordt namelijk erg veel aandacht besteed aan het ontwerp, beheer en onderhoud van de installaties.” Voor nieuwe datacenters stelt de gemeente Amsterdam een PUE (Power Usage Effectiveness) van 1,3. De reeds bestaande datacenters (volgens een telling in 2011 zijn dat er 35 in Amsterdam, maar sindsdien zijn er zeker 5 bij gekomen) moeten naar een PUE van 1,4. “Er zijn al datacenters beboet omdat ze niet aan de vereiste PUE voldoen”, zegt Van Delden. “De grachtenstad loopt met dit beleid voorop; ingegeven door het streven in de jaarlijkse CO2-emissie in 2025 40 procent te verminderen ten opzichte van de uitstoot in 1990. Het elektriciteitsverbruik van commerciële datacenters ligt op ongeveer 10 procent van alle energie die de hoofdstedelijke bedrijven verstoken. Het loont dus om deze sector extra aandacht te geven.” Onlangs heeft Amsterdam eigenaren van vijftien bestaande commerciële datacenters aangeschreven om de PUE naar 1,4 te brengen met maatregelen die zich binnen vijf jaar terugverdienen.Volgens Van Delden gelden de normen van Amsterdam als voorbeeld voor de rest van het land. Er is overleg gaande tussen de sector en gemeenten om tot een landelijk beleid te komen én dat te handhaven. “Grote ondernemingen maken steeds vaker gebruik van een commercieel datacenter. We zien dat juist de kleinere bedrijven weer wegtrekken uit de datacenters en hun eigen computerruimte of serverruimte inrichten. Misschien dat flexibiliteit of reistijd hier de oorzaak van is.” Zolang er maar beweging of uitbreiding is, maakt het Van Delden niet uit.
29
30
dcw april | strategie
Pleidooi voor zakelijk aansturen van datacenters
DCIM gaat veel verder dan alleen infrastructuur
in plaats van dcim te zien als een soort ‘supertool’ om de technische infrastructuur van een datacenter te monitoren en te besturen, pleit ca technology ervoor het beheer van de technische infrastructuur zoveel mogelijk te integreren met het management van de applicaties die in het datacenter ‘draaien’, evenals de businessservices die deze it-toepassingen
Dit is het tweede deel van een tweedelige artikelserie over een radicaal andere kijk op DCIM, zoals softwarebedrijf CA Technologies deze nastreeft. In de maarteditie van DatacenterWorks is het eerste deel gepubliceerd.
tekst: robbert hoeffnagel
Waarom denkt een bedrijf als CA Technologies dat de rol van DCIM drastisch moet veranderen? Daar is een duidelijke reden voor aan te geven. veel datacenters staat het water namelijk aan de lippen. De business vraagt (eist is wellicht een beter woord) steeds meer diensten en een almaar hogere beschikbaarheid, terwijl aan de andere kant de budgetten flink onder druk staan. Terwijl menig datacentermanager eigenlijk al geld tekort komt om de bestaande infrastructuur fatsoenlijk te laten functioneren. Laat staan dat er budgettaire ruimte zou zijn voor uitbreiding.
traditionele versus moderne dcim
DCIM in zijn traditionele rol van monitoring en besturing van de technische infrastructuur van het datacenter (zeg maar: de power- en koelinglaag) is dan een belangrijke eerste stap op weg naar verbetering. Door alle relevante informatie over deze laag bij elkaar te brengen, ontstaat al een aantal mogelijkheden om tot optimalisatie te komen. Zo kan er zuiniger en bewuster met
energie en koelcapaciteit worden omgegaan, maar de voordelen daarvan manifesteren zich vooralsnog uitsluitend op diezelfde infrastructuurlaag. IT-afdelingen vullen de racks in het datacenters met servers, storageapparatuur, netwerkswitches, load balancers noem maar op. Die zijn bedoeld om IT-applicaties als financiële administraties, voorraadsystemen en dergelijke optimaal te laten functioneren. Met tools voor IT-servicemanagement worden al deze applicaties ook weer beheerd. Maar ook hier zien we weer dat het resultaat van die optimalisatieslag uitsluitend ten goede komt aan die applicatielaag. In hoeverre het optimaliseren van de infrastructuurlaag en de applicatielaag goed op elkaar aansluiten, is maar de vraag.
slecht optimaliseren
Een eenvoudig voorbeeld maakt dit probleem duidelijk. De business past een webshop toe voor de verkoop. De webshop maakt gebruik van een aantal servers, storagesystemen en netwerkswitches. Deze apparatuur staat opgesteld in een zaal die wordt gekoeld via airco’s. Door wat slimme monitoring en wat andere technische hulpmiddelen toe te passen, blijkt een overstap op vrije koeling mogelijk. Dat resulteert in een aanzienlijke kos-
dcw april | strategie
mogelijk maken.
31
dcw april | strategie
De klant kijkt alleen nog maar naar businessprocessen
32
tenbesparing, en dat is een prima vorm van optimalisatie van de technische infrastructuur. De IT-beheerders zijn echter helemaal niet blij. Het geïnstalleerde DCIM-pakket ‘praat’ namelijk rechtstreeks met VMware. Stelt het monitoringpakket vast dat de temperatuur in de servers waarop de webshops draaien te hoog oploopt, dan wordt dit doorgegeven aan de virtualisatiesoftware, die vervolgens wat aanpassingen doet waardoor de betreffende server wat minder hard hoeft te werken. De temperatuur daalt weliswaar weer, maar de IT-beheerders zien via hun IT-servicemanagement vooral dat de prestaties van de webshop teruglopen. En dat is niet acceptabel, want dat raakt onmiddellijk de verkoopresultaten van het bedrijf. Zij grijpen dus handmatig in op VMware, waardoor de servers weer optimale prestaties leveren. Tegelijkertijd ziet het DCIMpakket de temperaturen weer oplopen en zo draaien beide beheerdersgroepen in een cirkeltje achter elkaar aan, zonder dat van een werkelijke optimalisatie sprake is. Dit is natuurlijk een sterk vereenvoudigd voorbeeld, maar het geeft wel aan hoe optimalisatie per laag in het datacenter zelden tot een goed resultaat zal leiden. De volgende stap die we dus moeten zetten, is het integreren van IT-beheer en DCIM. Hierdoor kan bij elke stap op het gebied van optimalisatie worden gekeken naar de effecten daarvan voor zowel de technische infrastructuurlaag als de IT-laag. Soms is het nu eenmaal beter iets hogere kosten voor koeling te accepteren als daar bijvoorbeeld een forse stijging van de verkoopresultaten via de webshop tegenover staan.
nieuwe ontwikkeling
Binnen de IT-wereld zien we nog een ontwikkeling die in dit kader relevant is. Dat is dat de klant helemaal geen interesse heeft in individuele IT-applicaties. Zij kijken alleen nog maar naar businessprocessen.Vroeger was dat anders. Dat was in de tijd dat vrijwel elke applicatie nog op maat voor de business werd ontworpen en geschreven. Toen zat als het ware de kennis van de business in de maatwerksoftware opgesloten en was die applicatie van cruciaal belang.Tegenwoordig wordt veel meer gewerkt met standaardapplicaties. Je koopt simpelweg een standaardpakket van aanbieders als SAP. Die worden geleverd als min of meer kanten-klare applicaties. In plaats van alles zelf te moeten ontwerpen, is het nu veel meer zaak binnen die standaardoplossing een aantal instellingen op te geven waardoor de eigen gebruikers ermee aan de slag kunnen. Die standaardpakketten zijn tegenwoordig veel meer bouwstenen waarmee bedrijven businessprocessen ontwikkelen. Bijvoorbeeld een proces om aanvragen voor serviceverlening af te handelen. Of een proces om aanvragen voor een verzekeringsproduct te verwerken. Of een proces om producten in te voeren die door een buitenlands bedrijf worden geleverd. Alle kennis van een bedrijf zit tegenwoordig in die processen. Door die goed en slim te organiseren, kan winst worden geboekt. Bijvoorbeeld door goederen sneller door de douane te loodsen. Of door verzekeringsproducten tegen lagere kosten te verkopen dan de con-
businessprocessen
Natuurlijk maken die businessprocessen volop gebruik van allerlei IT-applicaties, zoals een financieel systeem om het betalingsgedrag van een klant te kunnen controleren. Of een voorraadsysteem om te kunnen kijken in welk distributiecentrum een bepaald product beschikbaar is. Maar de business is eerst en vooral geïnteresseerd in die businessprocessen. Deze ontwikkeling heeft volgens een bedrijf als CA Technologies grote gevolgen voor de manier waarop we datacenters beheren. Het is dus niet voldoende dat we het beheer van de technische infrastructuur, de IT-systemen en -applicaties met elkaar integreren. We zullen nog een stap verder moeten gaan en ook het beheer van businessprocessen hierbij moeten betrekken. Of zoals CA Technologies dit noemt: de businessservices. Alleen dan kunnen we de maatregelen die we nemen op de lagen voor infrastructuur, IT-systemen en businessprocessen goed op elkaar afstemmen. Het probleem is alleen dat klassieke DCIMpakketten hiervoor niet zijn ingericht. Hetzelfde geldt overigens voor klassieke oplossingen voor IT-servicemanagement en voor de managementtools voor businessprocessen. Kortom, er is volgens CA Technologies een zeer interessante markt ontstaan voor nieuwe tools die in staat zijn deze gehele ‘stack’ op een fatsoenlijke manier te kunnen beheren. Daarbij zal het vooralsnog een illusie zijn dat op korte termijn een groep beheerpakketten op de markt verschijnt die de gehele stack aankan. Dat zou ook te snel zijn.Veel datacenters zijn nu nog bezig met de invoering van klassieke DCIM, maar veel IT-afdelingen hebben ook nog geen volledige grip op het beheer van de IT-laag. Hetzelfde geldt voor de businessservicelaag.
obsolete of niet?
Dat maakt een whitepaper die CA Technologies over dit onderwerp heeft geschreven ook zo interessant. De whitepaper heeft als titel ‘Unify and simplify: a practical and proven approach to cutting data center costs and complexity’. Daarin wordt als het ware een nieuwe rol voor het datacenter beschreven: leveran-
meer weten?
De whitepaper ‘Unify and simplify: a practical and proven approach to cutting data center costs and complexity’ is hier te vinden: http://www.ca.com/pe/~/media/Files/whitepapers/unify-and-simplify-datacenter-infrastructure-management.pdf. Kijk voor meer informatie ook op www.ca.com/ dcim.
dcw april | strategie
current, waardoor de premies omlaag kunnen en er weer meer verzekeringsproducten kunnen worden verkocht.
cier van businessservices. In de whitepaper wordt ingegaan op de ontwikkeling, zoals deze in deze twee artikelen ter sprake zijn gekomen. Het is daarbij erg interessant om te zien hoe een datacentermanager steeds meer met een nieuwe wereld wordt geconfronteerd. In die wereld worden voorheen volstrekt van elkaar gescheiden werelden als koelvoorzieningen, netwerkmanagement en het beheer van businessprocessen volledig aan elkaar gekoppeld. Is dit een ontwikkeling waar elk datacenter in Nederland vanaf morgen mee te maken krijgt? Ja en nee. Nee, want de juiste tools ontbreken nog. Bovendien is nog lang niet elke organisatie wat strategie betreft al zover. Daar staat echter tegenover dat dit een zeer relevante ontwikkeling is voor iedere datacentermanager. Vroeger of later zal de business dit soort vragen gaan stellen. Bovendien zien we nu al dat de markt voor DCIM-oplossingen steeds voller wordt, waarbij traditionele leveranciers van producten voor de technische infrastructuur van datacenters steeds meer concurrentie zullen gaan krijgen van IT-aanbieders. Die nieuwe concurrenten benaderen DCIM, zoals we hier hebben gezien, vanuit een volstrekt andere invalshoek. Maar eerder vroeger dan later zullen de klassieke ‘pure plays’ op DCIM-gebied ontdekken dat zij slechts een stukje van de beheerrol van het datacenter invullen. Daarmee worden zij of – zoals dat zo fraai heet – ‘obsolete’ of zullen zij hun product moeten aanpassen zodat deze op z’n minst goed kan samenwerken met de beheertools voor de IT-laag en de laag van businessservices.
33
Integratie met hardware zorgt voor hogere prestaties
Concurrent Thinking lanceert DCIMappliance concurrent thinking heeft zijn reeks dcim-producten uitgebreid met een speciale hardwareappliance. door de zelf ontwikkelde software voor datacenter-infrastructuurmanagement te integreren met speciale hardware kunnen beduidend hogere prestaties worden gerealiseerd
34
tekst: van de redactie
dcw april | technologie
en is bovendien een veel betere beveiliging mogelijk.
Concurrent Thinking is een Britse aanbieder van DCIM-oplossingen. Het bedrijf voert twee producten: ConcurrentCommand en ConcurrentControl. Het eerste product is een volledig geïntegreerde aanpak om IT-systemen in een datacenter te beheren. Door ook ConcurrentControl toe te passen, kunnen datacenters het beheer van IT-systemen integreren met het beheer van de power en de koeling van een computerzaal.
in serie
Beide softwareproducten worden geleverd in combinatie met door het bedrijf zelf ontwikkelde hardware, waardoor een aantal interessante voordelen kan worden behaald, meent het bedrijf. Eén ConcurrentCommand-server kan meerdere ConcurrentControl-appliances aansturen. Hierdoor kunnen grote hoeveelheden gegevens over de technische infrastructuur van een datacenter worden verzameld en vastgelegd. Deze data worden bovendien vastgelegd in opslagruimte in de CC-server, waardoor deze gegevens zeer snel kunnen worden doorzocht en geanalyseerd.
De producten hebben
Innovatieve UPS oplossingen
een geheel vernieuwde grafische interface De appliances kunnen via RS232 of RS485 worden voorzien van maximaal veertig sensoren in serie. Tussen de sensoren mag een afstand van maximaal 50 m worden aangehouden. De sensoren kunnen temperaturen, druk en bijvoorbeeld vochtigheid meten. Een belangrijke uitbreiding die het bedrijf in deze producten heeft toegepast, is een compleet vernieuwde grafische interface. Deze is gebaseerd op HTML 5-technologie die we kennen van tablets en dergelijke. Hierdoor zijn vooral de datacenter plan-view en de rackview veel makkelijker te gebruiken, aldus Concurrent Thinking.
Newave draagt zorg voor de onderbrekingsvrije stroomvoorziening van organisaties en bedrijven. Dat doen we al jaren op basis van kwaliteit, energie zuinigheid, lage explotatiekosten en een excellente service.
Concurrent Thinking heeft zijn reeks DCIM-producten uitgebreid met een speciale hardware-appliance.
www.newavenergy.nl
Pdu’s op afstand beheren
Servertech kiest voor gsm en sms
dcw april | trend
gsm en sms
36
Deze ontwikkeling heeft een stevige impuls gekregen met de integratie van usb-poorten en wifi in de controllers van bijvoorbeeld pdu’s. Waar een bedrijf als Raritan inmiddels speciale wifi-dongles levert om het beheer van power distribution units via een separaat draadloos netwerk te laten verlopen, kiest een concurrent als Servertech voor een ‘cellular‘ aanpak. Met andere woorden: een verbinding via mobiele telefonie en sms.
Verbinding via mobiele telefonie en sms
Het bedrijf is hiertoe in zee gegaan met Opengear. Samen hebben deze twee bedrijven een ‘remote management’ oplossing ontwikkeld waarbij zowel controle over de voeding als de beheersfaciliteiten via een draadloze verbinding beschikbaar zijn. Opengear levert hardware- en softwareproducten om zowel infrastructuur als locaties op afstand te beheren.
kenmerken
De integratie van de oplossingen van de twee bedrijven levert een beheeromgeving op die dezelfde kenmerken heeft als een in-band ma-
Pdu van Servertech met dertig outlets.
tekst: van de redactie
In-band management versus out of band beheer is al jaren een onderwerp waarover binnen de IT-wereld flink wordt gediscussieerd. Een belangrijk argument hierbij is het besef binnen IT-afdelingen dat aan poorten in datacenterswitches een stevig prijskaartje hangt. Steeds meer bedrijven kiezen er daarom voor de dure switchpoorten uitsluitend ter beschikking van de businessapplicaties te stellen. Deze worden dan niet langer voor monitoring en beheer gebruikt.
poorten in netwerkswitches zijn vaak dermate kostbaar dat steeds meer datacenters deze liever niet gebruiken voor beheerdoeleinden. zij kiezen liever voor ‘out of band management’ waarbij een aparte verbinding buiten het reguliere netwerk om wordt gecreëerd. dat kan bijvoorbeeld via wifi, maar servertech en opengear maken nu ook mobiele telefonie en sms
nagementoplossing voor pdu’s. Zo kan op afstand apparatuur worden ‘aan-’ of ‘uit-’gezet. De pdu’s van Servertech worden bovendien opgenomen in de veel bredere beheeromgeving waarbij Opengear’s software ook andere devices beheert en aanstuurt. De programmatuur werkt op basis van machine-to-machine technologie waarbij storingen of andere gebeurtenissen tot berichten leiden die via gsm of sms worden verstuurd. Een systeembeheerder kan vervolgens reageren op de melding door via internet in te loggen op de beheeromgeving om het probleem nader te bekijken en op te lossen.
pdu met draaibare kabel
Servertech heeft onlangs de pdu Power Pivot gelanceerd. Dit is een pdu die voorzien is van een 90 graden draaibare kabel.Vooral bij installatie en montage levert dit interessante voordelen op, doordat de stroomkabel zonder problemen in de meest optimale richting kan worden gelegd.
dcw april | trend
mogelijk.
37
MARKETING
MAIL CAMPGAGNE
GHOSTWRITING
PR
WHITEPAPERS
PR EVENTS
VIDEO
PUBLIC RELATIONS
VIDEO
WEBSITES
GHOSTWRITING
MARKETING
EVENTS
MAIL CAMPGAGNE
ADVERTORIALS
MAIL CAMPAIGNS
EVENTS WEBSITES
MARKETING ROUNDTABLES
M
ADVERTISING
ADVERTISING SALESLEADS
GHOSTWRITING
ADVE
VIDEO
MAGAZI
FREE PUBLICTY
FREE PUBLICTY
WHITEPAPE
EVENTS
VIDEO
ROUNDTABLES ADVERTISING
Resultaat door samenwerking Bel met FenceWorks 071- 5214998 voor een afspraak met uw accountmanager.
FenceWorks is uitgever van AppWorks, CloudWorks, DatacenterWorks, Infosceurity.nl/magazine, Satcomnieuws, Technalia, Verbinding en vakblad Warmtepompen.
it room infra: de vereniging voor de technische infrastructuur van computerruimtes en datacenters.
activiteiten 2013
5 april: Eerste deelnemersoverleg 31 mei: Tweede deelnemersoverleg 31 mei: Ledenborrel Aug/sept: Ledenbijeenkomst bij een datacenter 12 november: IT Room Infra event
Tijdens presentaties in het land gebruik ik de termen computerruimte en datacenter door elkaar heen. Ik zal u uitleggen waarom. Er worden namelijk veel verschillende benamingen gebruikt. Elk bedrijf gebruikt zijn eigen benaming. Wat voor de één ‘zijn’ datacenter is, heet bij de ander computerruimte, serverruimte, ict-ruimte, ITruimte, MER of SER. De ‘NPR 5313 computerruimtes en datacenters’ is nu als normontwerp in te zien om vervolgens op 15 mei officieel te worden geïntroduceerd. In deze Nederlandse Praktijk Richtlijn, is gelukkig een definitielijst opgenomen, waarin de definities van computerruimte en datacenter staan:
computerruimte
Ruimte in een gebouw met als primaire functie het huisvesten en het kunnen laten functioneren van IT apparatuur. Opmerking 1: Elektrotechnische, werktuigkundige en bouwkundige voorzieningen en organisatorische maatregelen zorgen ervoor dat de gehuisveste IT-apparatuur met een gespecificeerde beschikbaarheid, beveiliging en energie-efficiëntie kan worden gebruikt. Opmerking 2: Elektrotechnische en werktuigkundige voorzieningen kunnen deel uitmaken van de computerruimte of gedeeltelijk in afzonderlijke technische ruimtes worden geplaatst.
programma it room infra kwaliteit gegarandeerd
Het verbeteren van het programma is een punt tijdens de jaarlijks terugkerende evaluatie. Bezoekers willen de nieuwste ontwikkelingen zien, weten wat eraan komt en hoe direct de inrichting van een datacenter of computerruimte kan worden verbeterd. Elk jaar wordt in overleg bepaald welke onderwerpen worden besproken. Het resultaat wordt elk jaar beter, maar dit jaar is de ambitie uitgesproken een significante verbetering in de waardering van het programma te krijgen. De in het leven geroepen programmacommissie moet hier een belangrijke rol in gaan spelen. De programmacommissie analyseert de markt, kijkt goed wat er leeft en overlegd met de sprekers welke onderwerpen worden besproken. Er is al een hele lijst met interessante onderwerpen geïnitieerd, maar graag horen we ook van u welke onderwerpen u op 12 november terug zou willen zien. Dit kan via de IT Room Infra LinkedIn Group of via h.wijsman@f hi.nl. Los van het lezingenprogramma komt er dit jaar een speakercorner. Alle exposanten krijgen hier de mogelijkheid zich via een pitch van 1 minuut aan alle bezoekers voor te stellen. Spektakel gegarandeerd! Tijdens de pitch mag een spreker zeer commercieel zijn; de lezingen zijn niet de plaats voor commerciële verhalen, maar voor inhoud. Over de inhoud worden de discussies nu gevoerd dus we zijn benieuwd naar uw input. Harm Wijsman Branchemanager IT Room Infra
datacenter
Gebouw of tijdelijke verplaatsbare behuizing, ingericht met één of meerdere technische ruimtes, met als primaire functie het ondersteunen van dataopslag en datatransport. Ik ben benieuwd wat u ervan vindt. Welke naam gebruikt u voor de zo belangrijke ict-ruimte? Laat het ons weten. Arthur Singendonk Voorzitter stuurgroep IT Room Infra
contactgegevens it room infra: FHI, federatie van technologiebranches Eline Hazeleger (
[email protected]) Telefoon: (033) 465 75 07 Internet: www.itroominfra.nl
dcw april | it room infra
Computerruimtes en datacenters?
39
Schleifenbauer benoemt Pepijn Timmermans tot managing director Schleifenbauer, leverancier van oplossingen voor het meten van energie, benoemt Pepijn Timmermans tot managing director. Door de benoeming legt Schleifenbauer de beslissingen over de dagelijkse gang van zaken in handen van één persoon, zodat het bedrijf sneller beslissingen kan nemen. Het bedrijf stelt sneller te moeten kunnen reageren door zowel de sterke groei van de
organisatie en het toenemende aantal opdrachten als het feit dat het alleen maatwerkoplossingen biedt. Timmermans is één van de vier leden van het managementteam van Schleifenbauer. De benoeming van Timmermans tot managing mirector is op één april ingegaan. Pepijn Timmermans is de nieuwe managing director van
Kijk voor meer op http://www.schleifenbauer.eu
Schleifenbauer Products.
All IT Rooms verbouwt kantoorruimten van HTM
dcw april | nieuws
Dat All It Rooms specialist is in het bouwen van computerruimten, wisten ze bij HTM Personenvervoer uit eigen ervaring. Maar of dat ook gold voor kantoorruimten… Toch was er geen enkele twijfel om het bedrijf de opdracht te gunnen voor de verbouwing van de kantoren bij Remise Zichtenburg in Den Haag. Projectleider Eduard Freeman: “We hadden al eerder met All It Rooms gewerkt. Dat was erg goed bevallen. Bovendien voldeed de speicalist als enige aan de voorwaarde dat er voor de hele verbouwing één partij, één aanspreekpunt zou zijn.”
40
en herbruikbaarheid is gekozen voor systeemelementen. Op verzoek van de medewerkers beneden deels gevuld met houten panelen. “Een goed voorbeeld van echte samenwerking. Openstaan voor elkaars suggesties, meedenken en flexibel zijn. Dat én de korte lijnen maakten dat alles heel soepel verliep”, zeggen zowel Freeman als Ronald Kok van All It Rooms.
werk in uitvoering
Reden voor de verbouwing was ‘Perspectief 2013’, het verbeterplan van HTM. Doel: het opnieuw inrichten en efficiënter maken van de organisatie. Een organisatie met circa 2.200 mensen die jaarlijks zo’n 137 miljoen reizigers met bus, tram of lightrail naar hun bestemming brengt. Onderdeel is het bundelen en huisvesten van de afdeling Regie op locatie Zichtenburg. Met als middelpunt de controlroom. Straks 24/7 bemand om alle voertuigen in de gaten te houden, zodat alles blijft rijden en reizigers ook bij omleidingen en aanrijdingen de juiste informatie krijgen.
De verbouwing startte in april 2012. En wel met de begane grond. Alles moest weg. Wat overbleef was een grote, kale ruimte die vanaf de vloer weer werd opgebouwd. De bovenverdieping kreeg dezelfde aanpak. Al schakelde de afdeling Regie hier voor het ontwerp een interieurarchitect in. Hoewel dit de voortgang enigszins vertraagde, was het werk voor de bouwvak grotendeels klaar. “Er was niet of nauwelijks uitloop. Uniek volgens mij. Natuurlijk waren er wel enkele tegenvallers, zoals een loslatende cementlaag. All It Rooms is toen zelfs ’s avonds doorgegaan. Tekenend voor hun flexibiliteit en professionaliteit”, zegt Freeman. In oktober volgde de oplevering.
verbouwingseisen
resultaat
Het twee verdiepingen tellende pand uit de jaren zeventig was echter in oude staat niet geschikt. Zo moest er een nieuw en, belangrijker nog, klimaatneutraal en energiezuinig luchtbehandelingssysteem komen. Iets waarmee All It Rooms al de nodige ervaring had opgedaan. Wel vergde het in dit geval nogal wat qua infrastructuur. “En dan merk je dat All It Rooms gelukkig niet in problemen, maar in oplossingen denkt”, vertelt Freeman. Een andere eis was ‘transparantie’, een kernbegrip uit het HTM-plan. In dit geval letterlijk. Oftewel: veel glas en openheid. Vanwege budget
Met het uiteindelijke resultaat zijn zowel HTM als All It Rooms erg tevreden. “Dit was iets totaal anders dan wat we normaal doen. Het was voor ons echt grenzen verleggen. Ik ben dan ook trots op het resultaat. En de klant is tevreden. Dát is belangrijkste”, stelt Kok. Freeman voegt daaraan toe: “Hoewel ik in het begin mijn twijfels had, vind ik het achteraf geweldig. Ze zijn de afspraken nagekomen, de planning is gehaald, er was veel oog voor detail en kwaliteit. Kortom: All It Rooms wil het beste voor de klant en dat is wat hen betreft geen loze kreet.’
Succesvol boekjaar voor Jaeggi Hybridtechnology dat de hybride droge koelers, dankzij hun energie- en waterbesparende eigenschappen, ertoe bijdragen dat de totale CO2-uitstoot tijdens de exploitatie van de installatie met 30 procent kan worden verlaagd. Daarmee levert het bedrijf een actieve bijdrage aan de instandhouding van de natuurlijke rijkdommen en maakt het Leed-certificeringen (Leadership in Energy and Environmental Design) van datacenters mogelijk. Daarom valt voor veeleisende gesloten koelgroepen in rekencentra, de gebouwtechniek of de industrie de keuze vaak op de hybride droge koelers van het bedrijf. Jaeggi Hybridtechnology zal dit jaar zijn 3.000ste koeler produceren. Gezien de bovengemiddelde orderontvangst die al in januari is opgetekend, staat er opnieuw een heel succesvol jaar voor de deur. Kijk voor meer info op http://www.jaeggi-hybrid.ch
dcw april | nieuws
Jaeggi Hybridtechnology heeft het afgelopen boekjaar met de verkoop van hybride droge koelers en condensors een van de beste resultaten ooit behaald. “Het recordresultaat van 2012 en de verkoopstijging met meer dan 15 procent in vergelijking met vorig jaar, dankt het bedrijf vooral aan zijn competentie, de betrouwbare service en de buitengewone levensduur van de producten", zegt bedrijfsleider Robert Gerle. Jaeggi heeft het afgelopen jaar de productportefeuille met twee nieuwe koelertypes uitgebreid waarmee, volgens Gerle, het bedrijf een volledig nieuwe dimensie binnentreedt. De tot nu toe grootste hybride droge koeler, de HTK 4.8 hybrid high performance, beschikt over een ‘gesloten koelgroep’-vermogen van 6 MW en de ADC hybrid blue, die op de beurs Interclima in Parijs aan het vakpubliek werd voorgesteld, wordt al in meerdere projecten ingezet. Bij de ontwikkeling van nieuwe producten legt Jaeggi er de nadruk op
41
Siemon introduceert
XLGO RazorCore trunkingglasvezelkabelsystemen Siemon heeft zijn assortiment trunking-glasvezeloplossingen uitgebreid met XGLO RazorCore-systemen. De RazorCore-kabels hebben een aanzienlijk gereduceerde kabelbuitendiameter voor maximale ruimtebesparing en een geoptimaliseerde luchtstroom. XGLO RazorCore-systemen zijn leverbaar in OM3 en OM4 laseroptimised multimode-glasvezel en bieden een efficiënt, kosteneffectief alternatief voor afzonderlijke in het veld afgemonteerde componenten. Doordat de prestaties van in de fabriek afgemonteerde systemen worden gecombineerd met de gereduceerde buitendiameter van RazorCore-glasvezel, staan ze garant voor betrouwbaarheid en optimaal ruimtegebruik in datacenters, SAN's (storage area networks) en LAN's (local area networks). Bovendien kunnen ze tot 75 procent sneller worden geïmplementeerd dan het geval is met traditionele, in het veld afgemonteerde kabels. De XGLO RazorCore-systemen zijn compatibel met alle glasvezelbehuizingen van Siemon en zijn voorzien van een optionele ingekapselde beschermingskous met trekoog om de glasvezels tijdens de installatie volledig te beschermen.
dcw maart | nieuws
de klanten
42
“Toen we een glasvezeloplossing kozen voor onze datacenters, zochten we er een die volledig schaalbaar is en die maximale densiteit toelaat”, vertelt Jean François Tremblay, datacentermanager bij Orange Business Services (een dochteronderneming van France Telecom). Deze klant van Siemon heeft onlangs XGLO RazorCore trunking-glasvezelsystemen geïnstalleerd. “Dankzij de plug&play RazorCore-trunks met gereduceerde diameter hebben we er alle vertrouwen in dat dit product is voorbereid op de toekomstige groei, zowel qua ruimte, omdat het minder beslag legt op trays en kabelgoten, als qua bandbreedte, omdat de vereisten in de buurt van 40 en 100 Gbps komen. Bovendien is het upgradepad helder en ongecompliceerd.” “De precisiekabelsystemen van Siemon worden 100 procent gekeurd op hun prestaties, terwijl de installatiemethode die nu algemeen wordt gebruikt in datacenters, is geperfectioneerd. Doordat ons assortiment is uitgebreid met RazorCore-systemen met een kleinere diameter, realiseren onze klanten ook een gemiddelde reductie van 50 procent in vergelijking met traditionele systemen”, stelt Kevin Stronkowsky, glasvezelproductmanager bij Siemon. “Dit resulteert in minder volle kabelgoten, minder kabeldoorvoerbeperkingen en betere luchtstromen. Allemaal factoren waardoor hogere densiteiten met verbeterde efficiëntie en lagere kosten worden ondersteund.”
twintig jaar garantie
XGLO RazorCore-glasvezelsystemen worden gedurende twintig jaar gegarandeerd en geleverd met 900 um simplex breakout, 2.0 mm duplex breakout, simplex en duplex SC- of LC-connectortypen, evenals hybride SC-LC-opties. De RoHS-compatibele systemen zijn leverbaar in diverse mantelcategorieën, zoals ‘riser’,‘plenum’ en LS0H (low smoke zero halogen). Aangepaste systemen, leverbaar met 12, 24, 36 of 48 vezels, kunnen dankzij de flexibele onderdeelnummering van Siemon gemakkelijk worden afgestemd op klantspecificaties en prestatiebehoeften. Elk XGLO RazorCore-systeem is ontworpen voor correcte connectororiëntatie, gecodeerd met een uniek identificatienummer en afzonderlijk verpakt met een dual-shelf haspel om de connectiviteit te beschermen tijdens het afrollen. Ga voor meer informatie over XGLO RazorCore trunkingglasvezelsystemen naar: http://www.siemon.com/nl.
Apple’s datacenters draaien voor 100 procent op duurzame energie Apple maakt bekend al zijn datacenters voor 100 procent aan te drijven met duurzame energie. Dit geld ook voor zijn Infinity Loop-campus in Cupertino, Californië en de faciliteiten van het bedrijf in de steden Austin, Elk Grove, Cork en München. Apple is al langere tijd bezig het energiegebruik van onder andere datacenter duurzamer te maken. Zo installeerde het bedrijf een groot veld met zonnepanelen bij zijn megadatacenter in Maiden, North Carolina in de Verenigde Staten. Het datacenter, dat wordt ingezet om iCloud te
faciliteren, is daarnaast uitgerust met biogasinstallaties van Bloom Energy.
overige faciliteiten
Apple belooft te blijven investeren in duurzame energie totdat het bedrijf volledig is overgestapt op duurzame energie.
De faciliteiten van het Apple in de Amerikaanse steden Austin, Elk Grove, Cork en het Duitse München worden eveneens voor 100 procent met duurzame energie aangedreven. Dit geld nog niet voor de overige wereldwijde kantoren van de iPhone-fabrikant. Het bedrijf stelt dat deze faciliteiten momenteel voor 75 procent duurzame energie gebruiken.
advertentie
DE specialist voor IT-infrastructuren Wij optimaliseren uw Data Center voor de toekomst
SCHÄfer Ausstattungs-Systeme GmbH Industriestraße 41 · D-57518 Betzdorf Tel. +49 (0) 2741/ 283-770 · fax +49 (0) 2741 / 283-798 e-Mail:
[email protected] · www. schaefer-it-systems.de
Een deel van de IT-infrastructuur die Rittal het Vaticaan heeft geleverd om ’s werelds grootste verzameling antieke en handgeschreven teksten te bewaren.
IT-infrastructuur van Rittal beveiligt databestanden Vaticaan IT-infrastructuur van Rittal beveiligt databestanden Vaticaan De Vaticaanse Apostolische Bibliotheek bevat ’s werelds grootste verzameling antieke en handgeschreven teksten. Met het volledig digitaliseren van de circa 180.000 handschriften levert de bibliotheek een waardevolle bijdrage aan de geschiedenis van de katholieke cultuur. De gedigitaliseerde documenten worden bewaard in een datacenter van Rittal, dat energie-efficiëntie en maximale flexibiliteit combineert. Het digitaliseringsproject, waarvoor vier jaar is uitgetrokken, resulteert in 40 miljoen gedigitaliseerde pagina’s. De ruggengraat van dit project wordt gevormd door de IT-infrastructuur van Rittal. Bij de keuze voor een datacenter speelden energie-efficiëntie en maximale flexibiliteit een grote rol. Naarmate de behoefte aan archivering stijgt, moeten latere uitbreidingen op elk moment mogelijk zijn. De moderne geschiedenis van de Vaticaanse Apostolische Bibliotheek begint in de 15e eeuw. De bibliotheek bevat ongeveer 180.000 handschriften, 1,6 miljoen boeken en 300.000 munten en medailles.
maximale veiligheid
Het datacenter bevindt zich direct naast de kantoren van de medewerkers van de bibliotheek. Een onderbrekingsvrije voeding, die alle vier gedeelten van het datacenter beveiligt, zorgt ervoor dat het datacenter maximaal beschikbaar is. Voor de klimatisering van de serverracks vertrouwt Rittal op techniek die zich heeft bewezen. Lucht-waterwarmtewisselaars voeren de warme lucht af. Dit zorgt ervoor dat de servers in de IT-racks niet oververhit raken. Bovendien zijn beveiligings-, videobewakings- en toegangsregelsystemen geïnstalleerd om de gearchiveerde gegevens te beschermen. Het monitoringsysteem Rittal CMC III (computer multi control) meldt storingen, zoals een plotselinge temperatuurstijging in het serverrack, direct, zodat het datacenter soepel blijft functioneren.
advertentie
Van 1 tot 100 m2 Ga naar www.profitbox.nl en configureer in 9 stappen een computerruimte. T: 088 - 77 66 300
Cognex lanceert
scanners voor kleine laserbarcode-scansystemen Cognex levert camera’s en scanapparatuur die erg handig kunnen zijn voor datacenters die werk willen maken van asset-management. Het bedrijf heeft nu een nieuwe serie compacte barcodescanners aangekondigd die zijn ontworpen voor het lezen van 1D-gerichte streepjescodes. De Dataman 50L is klein van formaat (hij meet slechts 23,5 x 27 x 43,5 mm), maar levert uitzonderlijke leesprestaties en is voorzien van een IP65-gecertificeerde behuizing. Hij is bij uitstek geschikt voor montage in kleine ruimten. De Dataman 50L is voorzien van ‘hotbars’ en eigen beeldanalysetechniek.
leesniveaus van boven 99 procent
“Dit product is ideaal voor klanten die hun leesniveaus willen verbeteren, vooral als de streepjescodes gedrukt zijn op reflecterende of buigbare oppervlakken, of als de streepjescodes vaak beschadigd zijn", zegt Carl Gerst, businessunitmanager ID-products. "Onze technologie vervangt al jarenlang met veel succes laserscanners in complexe barcodescantoepassingen, bijvoorbeeld in omgevingen waarin meerzijdig wordt gescand. De Dataman 50L is een technologie die is ontwikkeld voor 1D-gericht scannen van streepjescodes, en biedt leesniveaus van boven de 99 procent."
• De mogelijkheid om niet gelezen codes te analyseren door de medewerker te laten zien wat de scanner ziet, live op een beeldscherm of via beeldarchivering. • Ontworpen zonder bewegende onderdelen die kunnen verslijten en die moeten worden vervangen.
snel instellen
De Dataman 50L is uitgerust met een drie-positielens en een ingebouwde richter en kan dus gemakkelijk worden ingesteld op diverse werkafstanden. Dankzij de bijzonder kleine vormfactor kan de scanner worden geïntegreerd in vrijwel elke nieuwe of bestaande installatie. Kijk voor meer informatie op http://www.cognex.com/50L.aspx
de dataman 50l bevat de volgende functies:
• Hotbars om de hoogste leesniveaus te bieden voor 1D lineaire streepjescodes, inclusief beschadigde, vervormde, vervaagde, bekraste streepjescodes, en streepjescodes met lage hoogte of weinig contrast.
Een frisse wind in adviesland Computerruimte Advies is een COMPUTERRUIMTEADVIES.NL gespecialiseerde organisatie die zich uitsluitend bezig houdt met advies, maar dan wel in breedste zin van het woord, op het gebied van computerruimten. Computerruimte Advies is er voor bedrijven, overheden, instellingen en andere organisaties die op zoek zijn naar onafhankelijke kennis over computerruimten. Onze focus ligt op computerruimten van 10 tot 250 m2. Een adviseur met een “getting things done“ mentaliteit. Stel de proef op de som en wij komen graag bij u langs voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek. Anthuriumpad 26, Wateringen | 070 319 80 10
[email protected]
Netwerkbelasting managen Wie de netwerkmarkt al een tijdlang volgt, ziet dat fysieke verbindingen steeds zwaarder worden belast. Door zowel bedrijfskritische back-office systemen, als nieuwe toepassingen, zoals IPcamera's, PoE (power over ethernet) en een snelgroeiend aantal mobiele apparaten. Daarom moeten netwerkbeheerders tegenwoordig meer dan ooit tevoren die toenemende belastingen zien te managen. Een groot deel van de toegenomen netwerkbelasting komt voort uit centralisatie van ict-toepassingen die jaren geleden al op gang is gekomen. Na een paar decennia toepassingen decentraliseren naar de populaire pc’s en werkgroepservers, zijn we alweer jaren op de terugweg naar sterk gecentraliseerde systemen. Het ‘good old’ mainframe is nu een datacenter en de terminalverbindingen zijn VPN’s geworden. De eerste golf van toenemend netwerkverkeer is veroorzaakt door centralisatie van applicaties in steeds uitgebreidere ERP-systemen (met onder andere BI, CRM en mobility-toevoegingen). De tweede categorie netwerkbelasters zijn toepassingen die eerst over aparte netwerken werden verwerkt, maar de afgelopen jaren zijn geïntegreerd met datacommunicatie, zoals telefonie en IP-videocamera’s. Ten slotte wordt de capaciteit van netwerkkabels nog meer op de proef gesteld door het feit dat ze ook worden gebruikt om apparatuur te voeden, via PoE.
cers’ (door A10 Networks ‘application delivery controllers’ genoemd), de netwerkbelasting evenwichtiger te verdelen over de beschikbare netwerkcapaciteit.
Bicsi-activiteiten en contactpersonen
Als u meer wilt weten over Bicsi kunt u binnenkort deelnemen aan één van de onderstaande evenementen, of contact opnemen met de Nederlandse vertegenwoordigers van deze vereniging voor netwerkprofessionals. • 23 april: Bicsi Italian Conference & Exhibition in Milaan • 24 april: Bicsi Webinar Lightning Protection & Grounding Solutions for Wireless Networks • 8-9 mei: Bicsi Middle East Conference & Exhibition in Dubai
dcw april | bicsi
infrastructuur versus toepassingen
46
Om alle nieuwe en zwaardere netwerktoepassingen te kunnen verwerken, zijn de afgelopen jaren steeds betere kwaliteit bekabeling en connectoren geïntroduceerd, in de categorieën 6 tot en met 8. Wie daar het fijne van wil weten, doet er verstandig aan om regelmatig de Bicsi-website te bezoeken en het Bicsi-News te lezen, dat daar gratis is te downloaden. Of de door Bicsi-experts gepubliceerde nieuwsbrieven en white papers, zoals die van RCDD Gert-Jan Roozeboom van R&M over PoE. Uiteraard ligt de oplossing voor het managen van de steeds zwaardere netwerkbelasting niet alleen bij de bekabeling. Ook op het gebied van toepassingen is veel te halen, bijvoorbeeld door bij IP-camera's te kiezen voor een decentrale oplossing, waarbij überhaupt niet alle videobeelden over het netwerk worden verstuurd (zoals bij de Duitse fabrikant Mobotix). Of door met een nieuwe generatie ‘load balan-
RCDD Joop Ierschot van Deerns, via
[email protected]
RCDD Gert-Jan Roozeboom van R&M, via
[email protected].
DaaROm VERTROUwEN klaNTEN OP TE CONNECTIVITY Al vanaf het begin werken we samen met de leidende fabrikanten van actieve componenten. Op die manier zijn we in staat oplossingen te ontwikkelen die in-line zijn met de bekabelingstrends van de toekomst. We investeren in duurzame lokale bronnen. Daardoor zijn wij in staat om wereldwijd een technische aan-huis-service te leveren, zoals bij internationale datacenter projecten. Houdt uw Datacenter flexibel en efficient met de infrastruktuur van TE Connectivity!
www.datacenteragility.com
UNIVERSal CONNECTIVITY PlaTfORm (UCP): • Ideaal voor Data Center omgevingen met “Mixed Media” • Plug & Play: koper- en glasvezel in een paneel • Spaart tijd und plaats door verhoogde Rack-Efficiency • Benut vrije ruimte naast, boven en onder de eigenlijke 19” ruimte • Optimeert het kabelmanagement d.m.v. gehoekte Patchpanelen • Voor toepassingen voorbij de 100G www.datacenteragility.com/products
313886NL
Data Center Infrastruktuur
EVERY CONNECTION COUNTS Tyco Electronics Nederland BV Rietveldenweg 32, 5222 AR ‘s-Hertogenbosch
T: +31 73 6246211 E:
[email protected]
KRONE, AMP NETCONNECT, TE connectivity logo and TE Connectivity are trademarks
Wij zetten een energievisie om in energiebesparingen Bespaar op uw operationele kosten met Schneider Electric Data Center Energy Management Services Energieduurzaamheid = bedrijfsduurzaamheid Nu de kosten en de vraag naar energie snel blijven stijgen, is een efficiënt beheer van uw datacenter even belangrijk geworden voor zowel uw bottom line als de beschikbaarheid van uw systemen. Hoe kunt u op lange termijn besparingen realiseren op het gebied van energie-efficiëntie? Het antwoord op die vraag is eenvoudig: met behulp van Data Center Energy Management Services van Schneider Electric™.
Zet een energievisie om in energiebesparingen Als specialist in energiemanagement en in de ontwikkeling van energie-efficïente datacenters, kunnen wij u helpen bij het analyseren, monitoren, beheren en verbeteren van het energieverbruik in uw datacenter, van gebouw tot rack. Onze services helpen u bij het optimaliseren en beperken van het energieverbruik, terwijl de maximale beschikbaarheid gewaarborgd is. Onze specialisten richten zich op het efficiënt gebruik van de apparatuur, het verbeteren van de luchtverdeling, het optimaliseren van het koel -en electrisch vermogen, de beschikbaarheid van de koel -en noodstroomvoorzieningen, de juiste opbouw en de thermische analyse van de ruimte. U kunt zich volledig concentreren op uw core business, want u weet zeker dat uw datacenter ‘Business-wise, Future-driven’ is.
Business-wise Energy Management Services Efficiënt: Verbeter uw energiebeheer door energieverspilling binnen de fysieke datacenterinfrastructuur te identificeren. Beschikbaar: Implementeer ontwerpen operationele maatregelen om uw systeembeschikbaarheid te verhogen. Kosten: Verlaag datacenterkosten dankzij merkonafhankelijke aanbevelingen met betrekking tot het energiebeheer. Flexibel: Door de vraag naar en de kostprijs van vermogen en energie voor koeling te beperken, kunt u zich concentreren op uw core business.
TM
Business-wise, Future-driven.
Hoe presteert mijn datacenter? Hoe optimaliseer ik mijn datacenter? Ontwerp/bouw/retrofit aanpassing met energieefficiënte producten en configuraties
Assessments, PUE, carbon footprint, koelingsanalyse van het datacenter
Hoe bepaal ik een strategie? Planning op het gebied van duurzaamheid en efficiëntie
Hoe beheer ik mijn datacenter? Datacentermonitoring en beheersoftware
Hoe en waar koop ik mijn energie? Energy procurement services
Download ook de Datacenter Efficiency Kit, bekijk de video en maak kans op een iPad mini! Bezoek www.SEreply.com Key Code 34069p ©2013 Schneider Electric. All Rights Reserved. Schneider Electric and Business-wise, Future-driven are trademarks owned by Schneider Electric Industries SAS or its affiliated companies. All other trademarks are the property of their respective owners. www.schneider-electric.com • 998-6048_NL_B