Bestuurs- en Concerndienst
Effectiviteitsmeting re-integratie
Resultaten van gestarte trajecten in 2007
notitie van Bestuursinformatie
www.onderzoek.utrecht.nl
april 2008
Colofon
uitgave
Afdeling Bestuursinformatie Bestuurs- en Concerndienst Gemeente Utrecht 030 286 1350
[email protected]
in opdracht van
Afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Gemeente Utrecht
internet
www.onderzoek.utrecht.nl
rapportage
Hans van Hastenberg Robin Tromp
informatie
Robin Tromp
(030) 286 1337 Met medewerking van: Angelina de Beer en Gerda Houtman (SoZaWe) april 2008
Gemeente Utrecht
Inleiding Voor u ligt de notitie van de “effectiviteitsmeting re-integratie-instrumenten”. De notitie brengt de resultaten in kaart van re-integratietrajecten die in 2007 zijn gestart. In maart 2007 heeft de Utrechtse gemeenteraad de Nota “Aan de Poort, Op de Ladder en Aan het Werk, het re-integratiebeleid in Utrecht 2007 – 2010” vastgesteld. Door partijen werd geconstateerd dat er weliswaar een goed en samenhangend geheel van instrumenten wordt gepresenteerd, maar dat onvoldoende inzicht wordt gegeven in de te verwachten effectiviteit van deze instrumenten. Wethouder Spit heeft als reactie daarop eind maart een voorstel gepresenteerd over de wijze waarop de gemeente de raad informeert over de effectiviteit van re-integratie-instrumenten. De wethouder zal aan de raad jaarlijks rapporteren over de effecten van de re-integratie-instrumenten. Dat gebeurt tijdens de presentatie van de jaarrekening. Dit is de eerste keer dat resultaten in een notitie worden gerapporteerd. In deze notitie beperken we ons tot de effectiviteit van de re-integratie-instrumenten die in 2007 zijn gestart. We presenteren de resultaten die tot en met 1 januari 2008 zijn behaald. Overigens is de effectiviteit van de ingezette trajecten pas goed te bepalen als alle in 2007 ingestroomde personen uit traject zijn. Volgend jaar zal daarom meer bekend zijn over de effectiviteit van ingezette instrumenten. We kijken naar de effectiviteit van de volgende trajecten: Trajecten jongeren (Workfirst, alleenstaande ouders, zorgtrajecten), Werk Loont!, trajecten activering 26+, samenlooptrajecten (samenloop zorg, samenloop activering, geïntegreerde trajecten), Persoonsgebonden re-integratiebudget (PRB), trajecten Dak- en thuislozen, trajecten zelfstandigen, trajecten Doelgroep 5/zorg, opstapbanen, vangnetbanen en doe mee banen. De effectiviteit van de re-integratie-inspanningen bepalen we in deze notitie door antwoorden te formuleren op de volgende drie onderdelen: •
Instroom: Het aantal personen dat instroomt in een voorziening in een bepaald kalenderjaar. Het gaat hier om goedgekeurde trajecten die voorzien zijn van alle noodzakelijke handtekeningen. We werken met de instroom in kalenderjaar 2007.
•
Resultaat: De behaalde resultaten per re-integratie-instrument aan het eind van het kalenderjaar. Dit wordt bepaald door de succesvolle uitstroom van personen die in 2007 gestarte trajecten af te zetten tegen de totale uitstroom in 2007. We spreken van een duurzaam resultaat als een persoon zes maanden is geplaatst op het vooraf vastgestelde doel. Over duurzame uitstroom kunnen we nu nog geen uitspraken doen, daarvoor is de uitstroom vaak nog te recent.
•
Lopende trajecten: Het aantal cliënten dat aan het eind van het kalenderjaar nog op traject zit. Hier geven we per re-integratie-instrument weer hoeveel van de in 2007 gestarte personen aan het eind van het kalenderjaar nog aan een traject deelnemen.
3
Leeswijzer In het eerste hoofdstuk staan per instrument tabellen gepresenteerd. De tabellen zien er telkens als volgt uit (als voorbeeld nemen we Workfirst trajecten voor jongeren): Tabel 1 Workfirst trajecten jongeren in 2007 Prognose
Prognose
Werkelijk
Werkelijk
in %
absoluut
in %
absoluut
80%
330
Aantal personen met beëindigd traject op 1-1-2008
-
-
54%
66
Aantal personen nog in traject op 1-1-2008
-
-
46%
57
50%
55%
36
-
45%
30
80%
69%
25
10%
48%
12
20%
31%
11
Instroom in traject (van de totale doelgroep)
123
Uitstroom beëindigde trajecten Uitstroom naar werk en opleiding (trajectdoel) Uitstroom naar iets anders (o.a. uitval) Uitstroom naar werk en opleiding Waarvan naar werk
Waarvan met loonkostensubsidie Waarvan naar opleiding Prognose kosten per instrument (excl. verlonen)
€ 7.280
Rijen: •
Instroom in traject: geeft aan hoeveel personen met het betreffende traject zijn gestart. Dat wil zeggen het moment dat alle noodzakelijke documenten zijn ondertekend en de cliënt op eerste gesprek is geweest.
•
Aantal personen met een beëindigd traject en personen in traject op 1 januari 2008: geeft aan wat de verhouding is tussen het aantal afgeronde en nog lopende trajecten.
•
Uitstroom beëindigde trajecten: geeft aan hoeveel personen al dan niet het beoogde resultaat hebben gehaald. De percentages gaan over personen die een traject hebben beëindigd.
•
Uitstroom naar werk en opleiding: presenteert het aantal en aandeel personen dat uitstroomde naar werk, opleiding of, indien van toepassing, een ander beoogd doel. Cursief staat het aantal en percentage personen dat werk heeft gevonden met loonkostensubsidie. Dit percentage gaat over personen die werk als resultaat hebben.
•
Prognose kosten: toont het bedrag dat is gepresenteerd in de bijlage ‘Effectiviteit reintegratie 2007-2010 en targets 2007’ van 25 mei 2007 (SoZaWe). Momenteel kunnen we nog geen concrete realisaties geven, omdat bijna alle contracten op basis van een gedeeltelijke resultaatfinanciering werken. Pas bij de rapportage volgend jaar over de instroom van 2007 zullen de concrete kosten in beeld kunnen worden gebracht.
Kolommen: •
Prognoses: refereren aan de prognoses in de bij het vorige punt genoemde bijlage.
•
Werkelijke instroom: bevat gegevens die re-integratiebedrijven aan SoZaWe hebben aangeleverd en waar nodig zijn bewerkt door Bestuursinformatie.
4
Effectiviteitsmeting re-integratie
Gemeente Utrecht
Effectiviteit re-integratie •
Vaak blijkt de werkelijke instroom van het aantal personen in trajecten lager dan de prognoses die in het voorjaar 2007 zijn gegeven. Dit heeft te maken met de volgende redenen: de gunstige arbeidsmarkt, dus het kleinere aantal cliënten dat aangewezen is op een traject; de vertraging tussen aanbesteding en implementatie van instrumenten; de strikte definitie van instroom waarbij alle stappen doorlopen moeten zijn tot en met ondertekening van het voorzieningenplan; de keuze van klantmanagers voor een eigen vorm van re-integratie, zonder inzet van een reintegratiebedrijf.
•
Veel personen volgen hun re-integratietraject op 1 januari 2008 nog. Daardoor is voorlopig nog geen totaalbeeld te geven van de uitstroomresultaten.
•
Op basis van de eerste resultaten halen de instrumenten Workfirst voor jongeren (Fourstar) en Werk Loont! (UW bedrijven en Alexander Calder) de eerder gehanteerde doelstellingen.
•
Het gaat bovenverwachting goed met de trajecten voor dak- en thuislozen (Wesseling/Centrum Maliebaan) en met de instrumenten ‘activering 26+’ en ‘zorg 26+’ (beide Alexander Calder).
Re-integratie van jongeren tot 27 jaar De re-integratieaanpak voor jongeren van SoZaWe is onderdeel van een bredere DMO agenda voor jongeren. Het gaat dan vooral om de beleidsterreinen onderwijs en arbeidsmarkt. Per 1 januari 2006 is de maximumleeftijd van de jongeren die onder de sluitende aanpak Jongeren bij SoZaWe vallen verhoogd van 22 naar 26 jaar. Voor jongeren tot 27 jaar streeft SoZaWe naar een sluitende aanpak van het re-integratiebeleid. Dat houdt enerzijds in dat voor alle doelgroepen een re-integratie aanbod aanwezig moet zijn, van dagbesteding tot korte vakopleidingen. Anderzijds wil SoZaWe het aanbod van de ketenpartners (CWI, UWV en RMC) sluitend te maken. Doel van de sluitende aanpak voor jongeren is niet alleen uitstroom naar werk maar ook het behalen van een startkwalificatie. Bij de uitvoering van het beleid is re-integratiebedrijf Fourstar de samenwerkingspartner van SoZaWe. In het volgende gedeelte van de tekst behandelen we drie instrumenten specifiek gericht op de re-integratie van jongeren: Workfirst trajecten (trajecten 1 tot en met 3), alleenstaande ouders jonger dan 27 jaar (traject 4) en zorgtrajecten (traject 5).
Workfirst trajecten jongeren Over Workfirst trajecten jongeren Fourstar biedt drie soorten Workfirst trajecten aan voor jongeren tot 27 jaar. Traject 1 is voor de doelgroep jongeren zonder startkwalificatie en/of zeer laag geschoold die intensieve begeleiding
5
nodig hebben. Traject 2 is voor de doelgroep jongeren met startkwalificatie en/of hoog geschoold die op korte termijn aan het werk kunnen. Traject 3 is voor de doelgroep jongeren die niet gemotiveerd zijn (niet willers). De verschillen tussen deze drie trajecten zijn de lengte van het traject (van 3 maanden tot 8 maanden) en het werkaanbod. De trajecten zijn allemaal gericht op uitstroom naar werk en hebben een intensiteit van 32 uur per week. De trajecten bestaan uit: het opdoen van werkervaring die aansluit bij de capaciteiten van de jongeren en die de uitstroom bevordert (16 uur per week); het bieden van interventies (alle noodzakelijke trainingen inclusief korte beroepstrainingen) en sport (maximaal 8 uur per week); het bemiddelen en doen van jobhunting (minimaal 8 uur).
Resultaten Workfirst trajecten jongeren In 2007 zijn 123 jongeren gestart met een Workfirst traject bij Fourstar. Dat is aanzienlijk minder dan de verwachte 330 personen in traject. Meer dan de helft van de jongeren die aan het traject zijn begonnen, heeft het traject inmiddels beëindigd. De rest volgt het traject op 1 januari 2008 nog. Van de 66 jongeren die het traject hebben beëindigd, zijn 36 jongeren uitgestroomd naar werk of opleiding (25 jongeren werk, 11 jongeren opleiding). Dat resultaat is iets beter dan verwacht. Verder zien we dat jongeren ten opzichte van de prognoses vaker uitstromen naar een opleiding en minder vaak naar werk. De 30 jongeren die het traject niet succesvol hebben beëindigd, stoppen meestal omdat de gemeente het traject heeft afgebroken (11), dan wel dat zij de uitkering hebben opgezegd (6) of te boek staan als ‘niet willer’ (6). Tabel 1 Workfirst trajecten jongeren in 2007 Prognose
Prognose
Werkelijk
Werkelijk
in %
absoluut
in %
absoluut
Totale doelgroep Instroom in traject (van de totale doelgroep)
412
2481
80%
330
50%
123
Aantal personen met beëindigd traject op 1-1-2008
-
-
54%
66
Aantal personen nog in traject op 1-1-2008
-
-
46%
57
50%
55%
36
-
45%
30
80%
69%
25
10%
48%
12
20%
31%
11
Uitstroom beëindigde trajecten Uitstroom naar werk en opleiding (trajectdoel) Uitstroom naar iets anders (o.a. uitval) Uitstroom naar werk en opleiding Waarvan naar werk
Waarvan met loonkostensubsidie Waarvan naar opleiding Prognose kosten per instrument (excl. verlonen)
1
6
€ 7.280
Aantal is gebaseerd op jongeren in de bijstand per 1 januari 2007
Effectiviteitsmeting re-integratie
Gemeente Utrecht
Alleenstaande ouders tot 27 jaar Over trajecten voor alleenstaande ouders jonger dan 27 jaar De doelgroep van deze trajecten is de groep alleenstaande ouders met kinderen onder de vijf jaar die niet gemotiveerd zijn voor werk. Het gaat hier om oriënterende trajecten. De intensiteit ligt daarom tussen de 16 en 20 uur per week. Er worden groepsactiviteiten en individuele gesprekken aangeboden. Op de tijden van deze bijeenkomsten regelt Fourstar de kinderopvang. Daarnaast biedt Fourstar ondersteuning bij het regelen van structurele kinderopvang die nodig is voor een vervolgtraject (werk, scholing). Het traject mag maximaal 8 maanden duren. Er is sprake van 6 maanden nazorg.
Resultaten trajecten alleenstaande jonge ouders In 2007 zijn 40 alleenstaande jonge ouders gestart met een re-integratietraject bij Fourstar, dat is lager dan de verwachte 62. Bijna alle trajecten van de jongeren die zijn gestart, lopen op 1 januari 2008 nog (37). Drie cliënten hebben hun traject voortijdig beëindigd. De gemeente heeft de trajecten van twee deelnemers stopgezet. Een persoon is in het afgelopen jaar verhuisd. Tabel 2 Trajecten alleenstaande ouders jonger dan 27 jaar in 2007 Prognose
Prognose
Werkelijk
Werkelijk
in %
absoluut
in %
absoluut
Totale doelgroep Instroom in traject (van de totale doelgroep)
123
151
50%
62
26%
40
Aantal personen met beëindigd traject op 1-1-2008
-
-
7%
3
Aantal personen nog in traject op 1-1-2008
-
-
93%
37
70%
0%
0
-
100%
3
Waarvan maatschappelijk actief
71%
-
-
Waarvan naar werk
14%
-
-
25%
-
-
14%
-
-
Uitstroom beëindigde trajecten Uitstroom naar trajectdoel Uitstroom naar iets anders (o.a. uitval) Uitstroom naar trajectdoel
Waarvan met loonkostensubsidie Waarvan naar opleiding Prognose kosten per instrument (excl. verlonen)
€ 7.280
Zorgtrajecten jongeren Over zorgtrajecten jongeren De doelgroep van dit type traject is de groep jongeren die niet (direct) kunnen uitstromen naar werk door lichamelijke en/of psychische beperkingen. De trajecten die worden aangeboden, zijn trajecten gericht op activering en maatschappelijke participatie. De intensiteit is daarom maximaal 20 uur per week. Uitstroom naar werk is voor sommigen op dit moment niet mogelijk maar kan wel het lange termijn doel zijn. Voor anderen is enkele uren vrijwilligerswerk of het vergroten van het sociale netwerk het hoogst haalbare. Ook kan de jongere worden geholpen bij het vinden van een regulier hulpverleningstraject, waardoor de belemmeringen afnemen (bijvoorbeeld verslavingszorg). 7
Andere jongeren wordt een dagbesteding geboden naast het reguliere hulpverleningstraject. Het traject mag maximaal 12 maanden duren. Er is sprake van 6 maanden nazorg.
Resultaten zorgtrajecten jongeren In 2007 zijn 87 jongeren aangemeld en gestart in een zorgtraject, dat is iets meer dan de prognose van 76 jongeren. Op 1 januari 2008 zijn nog 67 jongeren actief in het traject. De overige 25 jongeren hebben het traject beëindigd met wisselend resultaat. Van zeven jongeren is bekend dat zij (regulier) werk hebben, van wie twee actief zijn in een vangnetbaan. Vier jongeren zijn gestart met een opleiding. Veertien jongeren (56%) zijn uitgestroomd met een ander resultaat dan het beoogde trajectdoel. De meest voorkomende reden van overige uitstroom, is dat de gemeente het traject van de jongere voortijdig stopt (5). Daarnaast staan drie jongeren te boek als ‘niet willer’, zijn twee jongeren verhuisd naar een andere gemeente en twee jongeren uitgevallen wegens ziekte. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de resultaten in 2007. Tabel 3 Zorgtrajecten jongeren in 2007 Prognose
Prognose
Werkelijk
Werkelijk
in %
absoluut
in %
absoluut
Totale doelgroep Instroom in traject (van de totale doelgroep)
151
167
50%
76
52%
87
Aantal personen met beëindigd traject op 1-1-2008
-
-
29%
25
Aantal personen nog in traject op 1-1-2008
-
-
71%
62
50%
44%
11
-
56%
14
Uitstroom beëindigde trajecten Uitstroom naar trajectdoel Uitstroom naar iets anders (o.a. uitval) Uitstroom naar trajectdoel Waarvan maatschappelijk actief
71%
-
-
Waarvan naar werk
14%
67%
7
50%
29%
2
14%
33%
4
Waarvan met loonkostensubsidie Waarvan naar opleiding Prognose kosten per instrument (excl. verlonen)
€ 7.280
Werk Loont! Over Werk Loont! In principe nemen alle nieuwe aanvragers van een bijstandsuitkering in de doelgroepen één tot en met vier van 27 jaar en ouder deel aan ‘Werk Loont!’. Personen die niet kunnen werken en/of waarvan voor de kinderen geen kinderopvang beschikbaar is, nemen niet deel aan ‘Werk Loont!’. ‘Werk loont!’ is een traject gericht op uitstroom naar werk. Gedurende drie maanden werken de deelnemers 24 uur in de week in een werkmaatschappij van UW Reïntegratie en Apprenti. Zij ontvangen loon in plaats van een uitkering. De cliënten verrichten productiewerk, zoals dozen vouwen en het werken in de kassen van UW. Daarnaast wordt hen acht uur per week uitstroombegeleiding en bemiddeling naar regulier werk aangeboden. Het werk en de begeleiding vinden plaats vanuit één locatie in Lage Weide.
8
Effectiviteitsmeting re-integratie
Gemeente Utrecht
Resultaten ‘Werk Loont!’ In 2007 zijn 705 personen aan de slag gegaan bij Werk Loont!. Dat aantal ligt lager dan de verwachte 900. Van de groep die startte met Werk Loont! zijn 193 personen uitgestroomd naar regulier werk. Vijf van hen zijn begonnen als zelfstandige en 15 werken in een baan met loonkostensubsidie. Volgens de doelstellingen van SoZaWe zou 35% uit moeten stromen naar werk. Met de gerealiseerde 36% wordt aan deze doelstelling voldaan. Tegenover de succesvolle uitstroom staan 355 personen die het traject op een andere manier hebben beëindigd. Meestal was de reden uitstroom zonder plaatsing (236) of ontslag (111). Tevens blijkt dat een aanzienlijk deel van de personen (162) in 2008 nog actief is in Werk Loont! Tabel 4 Werk Loont! in 2007 Prognose
Prognose
Werkelijk
Werkelijk
in %
absoluut
in %
absoluut
Instroom in traject
-
900
-
705
Aantal personen met beëindigd traject op 1-1-2008
-
-
77%
543
Aantal personen nog in traject op 1-1-2008
-
-
23%
162
35%
36%
193
-
64%
350
5%
8%
15
Uitstroom beëindigde trajecten2 Uitstroom naar werk Uitstroom naar iets anders (o.a. uitval) Uitstroom naar regulier werk
Waarvan met loonkostensubsidie Prognose kosten per instrument (excl. verlonen)
€ 8.500
Trajecten activering 26+ Over trajecten activering 26+ In 2007 heeft Alexander Calder uitvoering gegeven aan de trajecten ‘Activering 26+’. In 2008 zal deze opdracht voor de cliënten uit Utrecht Zuid worden uitgevoerd door KLIM en zal Alexander Calder zich richten op cliënten uit Utrecht Noord. Het doel van de activeringstrajecten is regulier werk, eventueel met een loonkostensubsidie. Alexander Calder biedt korte en lange activeringstrajecten aan, beide met een intensiteit van minimaal 24 uur en maximaal 32 uur per week. Een kort activeringstraject begint met een assessment en wordt gevolgd door sprintbemiddeling, die bestaat uit begeleiding, taakgerichte opdrachten, training, jobhunting, de werkkamer en/of een leerwerkstage. Een lang activeringstraject heeft sterker een maatwerkkarakter en kent behalve de bovengenoemde activiteiten, een veelheid van mogelijkheden, zoals een dynamisch baankansonderzoek, motivatietraining, functiegerichte scholing en werkervaring. De re-integratie-instrumenten worden indien nodig aangevuld met voorzieningen zoals verzuimbegeleiding of kinderopvang.
2
Als personen vaker een traject bij Werk Loont! hebben beëindigd, dan kiezen we het laatst behaalde resultaat. 9
Resultaten trajecten activering 26+ In 2007 zijn 779 cliënten gestart met een traject ‘Activering 26+’. Dat aantal is aanzienlijk minder dan de prognose van 1.400 personen in een traject. De meeste cliënten zijn op 1 januari 2008 nog actief in het re-integratietraject (522; 67%). Van de 257 cliënten die hun traject hebben beëindigd, hebben er 158 werk gevonden, van wie 29 werk met loonkostensubsidie. Dit resultaat van 61% uitstroom naar werk is bovenverwachting goed. Als we kijken naar het aantal personen dat wel het traject heeft beëindigd maar geen werk heeft gevonden (99 cliënten), dan zien we dat cliënten vaak hun uitkering hebben opgezegd (29). Ook ziekte (16 cliënten) en het geheel doorlopen van het traject zonder positief eindresultaat (16 cliënten) komen regelmatig voor als reden van het einde van een traject. Daarnaast heeft de gemeente het traject stopgezet van 15 cliënten en doen 13 cliënten vrijwilligerswerk. Onderstaande tabel biedt een overzicht van de instroom en uitstroom in 2007. Tabel 5 Trajecten activering 26+ Prognose
Prognose
Werkelijk
Werkelijk
in %
absoluut
in %
absoluut
Instroom in traject
-
1.400
-
779
Aantal personen met beëindigd traject op 1-1-2008
-
-
33%
257
Aantal personen nog in traject op 1-1-2008
-
-
67%
522
30%
61%
158
10%
18%
29
-
39%
99
Uitstroom beëindigde trajecten Uitstroom naar werk
Waarvan met loonkostensubsidie Uitstroom naar iets anders (o.a. uitval) Prognose kosten per instrument
€ 3.014
Samenloop trajecten Beheersing van de Nederlandse taal en kennis van de samenleving zijn belangrijke voorwaarden voor deelname aan de arbeidsmarkt. Ging in het verleden een inburgeringsprogramma vooraf aan het re-integratieprogramma, sinds 2007 worden deze beide doelstellingen tegelijkertijd gerealiseerd. Het inburgeringsprogramma, bestaand uit Nederlandse lessen en oriëntatie op de samenleving, wordt gecombineerd met de instrumenten van de re-integratiebedrijven gericht op uitstroom naar werk. Door een integrale uitvoering van de inburgering en de re-integratie worden deze beide doelen beter en sneller gerealiseerd. Behalve trajecten waar de inburgering gecombineerd wordt met re-integratie, worden de zogenaamde geïntegreerde trajecten uitgevoerd. Hierbij wordt de beroepsopleiding gecombineerd met Nederlandse les, een stage en bemiddeling.
Instroom in samenlooptrajecten In 2007 zijn 264 personen begonnen met een samenlooptraject. Dat is beduidend lager dan de geplande 490 voor 2007. Deze lagere instroom heeft voornamelijk te maken met de definitie van instroom. In deze notitie gaan we uit van het doorlopen van het gehele voortraject tot een geaccordeerd voorzieningenplan én het verschijnen van de cliënt bij een eerste gesprek met het reintegratiebedrijf. 10
Effectiviteitsmeting re-integratie
Gemeente Utrecht
Juist bij samenlooptrajecten zijn veel partijen betrokken. Het heeft lang geduurd voordat alle partijen in staat waren om hun aandeel in het traject uit te voeren en goed te administreren. Bij samenloop activering zijn nu bijvoorbeeld 139 geaccordeerde voorzieningplannen, terwijl bekend is dat 238 klanten zijn aangemeld voor dit instrument. Bovendien zijn in 2007 nog 50 inburgeraars én 50 vluchtelingen geïndiceerd voor een samenlooptraject. Tabel 6 Totale instroom in samenlooptrajecten (aantallen) Prognose
Werkelijk
310
139
60
48
Samenloop activering Samenloop zorg Geïntegreerde trajecten
120
77
Totaal
490
264
Samenloop activering Over trajecten samenloop activering Bij samenloop activering is het doel van het traject een hoger taalniveau en uitstroom naar werk met of zonder loonkostensubsidie.
Resultaten trajecten samenloop activering In 2007 zijn 139 (inclusief 9 vluchtelingen van Wesseling en 6 jongeren van Fourstar) personen bij een re-integratiebedrijf gestart met een traject samenloop activering. Bijna alle personen zijn op 1 januari 2008 nog actief in het re-integratietraject (132). Van de zeven personen die zijn gestopt, hebben twee personen regulier werk gevonden. Van de vijf personen die met een andere reden het traject hebben beëindigd, hebben vier personen de uitkering opgezegd en is één persoon uitgevallen wegens ziekte. Omdat veel trajecten verder doorlopen in 2008, zijn nog geen resultaten bekend over behaalde taalniveau’s. Tabel 7 Trajecten samenloop activering in 2007 Prognose
Prognose
Werkelijk
Werkelijk
in %
absoluut
in %
absoluut
Instroom in traject (incl. 55 vluchtelingen)
-
310
-
139
Aantal personen met beëindigd traject op 1-1-2008
-
-
5%
7
Aantal personen nog in traject op 1-1-2008
-
-
95%
132
30%
29%
2
25%
0%
0
-
71%
5
48%
0%
0
Uitstroom beëindigde trajecten Uitstroom naar werk
Waarvan met loonkostensubsidie Uitstroom naar iets anders (o.a. uitval) Taalniveau behaald Prognose kosten per instrument
€ 8.980
11
Samenloop zorg Over trajecten samenloop zorg Ook trajecten ‘samenloop zorg’ richten zich op een combinatie van inburgering met re-integratie. Bij deze trajecten is echter sociale activering en maatschappelijke participatie het doel. Cliënten worden ondersteund bij het oplossen of hanteerbaar maken van hun problemen, gestimuleerd tot het deelnemen aan activiteiten of het doen van vrijwilligerswerk. Deze ondersteuning wordt parallel aangeboden aan het inburgeringsprogramma.
Resultaten trajecten samenloop zorg In 2007 zijn bij Bureau Inburgering 48 cliënten gestart met een traject ‘samenloop zorg’. Van alle personen die een start hebben gemaakt, loopt het traject op 1 januari 2008 nog. Tabel 8 Trajecten samenloop zorg in 2007 Prognose
Prognose
Werkelijk
Werkelijk
in %
absoluut
in %
absoluut
Instroom in traject (incl. 20 vluchtelingen)
-
60
-
48
Aantal personen met beëindigd traject op 1-1-2008
-
-
0%
0
Aantal personen nog in traject op 1-1-2008
-
-
100%
48
Uitstroom beëindigde trajecten Uitstroom maatschappelijk actief
50%
-
-
Uitstroom taalniveau behaald
40%
-
-
Uitstroom naar iets anders (o.a. uitval)
-
-
-
Lopende trajecten op 1-1-2008
-
-
-
Prognose kosten per instrument
€ 8.980
Geïntegreerde trajecten Over geïntegreerde trajecten Geïntegreerde trajecten zijn bedoeld voor allochtone werkzoekenden die een beroepsopleiding willen volgen, maar niet over voldoende taalvaardigheid beschikken om - zonder aanvullend taalaanbod - in te stromen in de reguliere opleidingen. De reguliere beroepsopleiding, die in allerlei richtingen gevolgd kan worden, wordt aangevuld met Nederlandse taallessen, een stage en bemiddeling naar betaald werk. In 2007 werden deze trajecten vooral uitgevoerd door Bureau Inburgering, in samenwerking met het ROC Midden Nederland.
Resultaten geïntegreerde trajecten In 2007 zijn 77 cliënten bij Bureau Inburgering gestart met een geïntegreerd traject. Verreweg de meeste cliënten zijn op 1 januari 2008 nog actief in het traject (75). Acht cliënten zijn het geïntegreerd traject begonnen door middel van studiefinanciering. Alle acht cliënten zijn na zes maanden nog studerend. Onderstaande tabel geeft inzicht in het aantal klanten dat via Bureau Inburgering een geïntegreerd traject volgt. Daarnaast konden ook re-integratiebedrijven gebruik maken van deze trajecten van het ROC. Dat is in beperkte mate gebeurd, maar niet apart geregistreerd. In de vervolgrapportage zullen deze trajecten wel in de tabel worden opgenomen. 12
Effectiviteitsmeting re-integratie
Gemeente Utrecht
Tabel 9 Geïntegreerde trajecten in 2007 Prognose
Prognose
Werkelijk
Werkelijk
in %
absoluut
in %
absoluut
Instroom in traject (incl. 20 jongeren)
-
120
-
77
Aantal personen met beëindigd traject op 1-1-2008
-
-
10%
8
Aantal personen nog in traject op 1-1-2008
-
-
90%
69
50%
10%
8
80%
100%
8
50%
0%
0
35%
0%
0
25%
0%
0
Waarvan certificaat behaald
60%
0%
0
Prognose kosten per instrument
€ 8.980
Uitstroom beëindigde trajecten Uitstroom studiefinanciering Waarvan na 6 maanden nog studerend Uitstroom geen studiefinanciering Waarvan regulier werk
Waarvan met loonkostensubsidie Waarvan duurzame uitstroom
50%
0%
0
Banenoffensief vluchtelingen De doelgroep van het banenoffensief zijn vluchtelingen met een bijstandsuitkering uit Utrecht Noord. Het project richt zich op cliënten zonder re-integratietraject met een redelijke taalvaardigheid, die in staat zijn om een taalwerkstage te lopen. SoZaWe en VluchtelingenWerk hebben een zeer intensieve screening uitgevoerd. Daaruit bleek dat de vluchtelingen uit Utrecht Noord ofwel al een traject volgen, ofwel een zodanige problematiek of beperkte taalvaardigheid hebben, dat zij niet in staat worden geacht tot het lopen van een taalstage. In 2007 zijn daarom geen trajecten gestart.
Persoonsgebonden Re-integratie Budget (PRB) Over het persoonsgebonden re-integratiebudget Via het Persoonsgebonden Re-integratie Budget (PRB) kan een werkzoekende zelf zijn of haar reintegratietraject samenstellen en zelf de partij kiezen die hem of haar daarbij begeleidt. Voorheen was het PRB niet voor alle werkzoekenden beschikbaar en diende een PRB traject als doelstelling altijd betaald werk te hebben. Om meer keuzevrijheid voor cliënten te realiseren staat in de nieuwe beleidsperiode (2007-2010) het PRB open voor alle bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekenden. De doelstelling van het PRB-traject mag ook een ander doel dan betaald werk hebben. Ook deeltijdwerkers komen in aanmerking voor een PRB. Een PRB is mogelijk wanneer de cliëntmanager in het PRB-plan een reële mogelijkheid ziet om het gestelde doel te bereiken. In de vorige beleidsperiode was een PRB-traject alleen mogelijk als het reguliere re-integratieaanbod geen mogelijkheden bood.
13
Resultaten persoonsgebonden re-integratiebudget In 2007 hebben 77 personen gebruikgemaakt van het persoonsgebonden re-integratiebudget. Dat is minder dan de verwachte 100. Op 1 januari 2008 liep 71% van de trajecten nog. Het overige deel is beëindigd. Van acht personen is bekend dat zij werk hebben gevonden al dan niet met loonkostensubsidie. De trajecten leiden vaker tot regulier werk (36%) dan verwacht (25%). Van 14 personen heeft het traject niet geresulteerd in werk. Eén cliënt stroomde door naar een Wajonguitkering, de andere cliënten ontvangen nog een bijstandsuitkering. Tabel 10 Persoonsgebonden re-integratiebudget in 2007 Prognose
Prognose
Werkelijk
Werkelijk
in %
absoluut
in %
absoluut
Instroom in traject
-
100
-
77
Aantal personen met beëindigd traject op 1-1-2008
-
-
29%
22
Aantal personen nog in traject op 1-1-2008
-
-
71%
55
25%
25
36%
8
Waarvan met loonkostensubsidie
25%
6
75%
6
Uitstroom naar iets anders (o.a. uitval)
-
-
64%
14
Uitstroom beëindigde trajecten Uitstroom regulier werk
Prognose kosten per instrument (excl. begeleiding)
€ 5.000
Trajecten dak- en thuislozen Over trajecten dak- en thuislozen Vanaf 2000 is door SoZaWe beleid ontwikkeld voor de activering van dak- en thuislozen. Met de invoering van de WWB is deze lijn doorgezet en gestalte gegeven aan de zorg- en activeringstaak die in de wet omschreven staat. SoZaWe heeft begin 2006 een meerjarencontract afgesloten met de samenwerkingscombinatie Wesseling en Centrum Maliebaan voor de re-integratie van dak- en thuislozen. Zij bieden uitgebreide producten die op de behoeften en mogelijkheden van de doelgroep zijn afgestemd. Een kleine greep uit de mogelijkheden: arbeidsritme trainingen, sociale activering gericht op dagbesteding, beschut werk, cursussen receptiemedewerker en kantinemedewerker, Nederlandse taallessen, dagbesteding kwekerij, woonbegeleiding en beweging als warming up voor re-integratie.
Resultaten trajecten dak- en thuislozen In 2007 zijn 101 dak- en thuislozen gestart met een re-integratietraject. Dit aantal ligt ongeveer gelijk met de prognose van 114 trajecten. Veel trajecten lopen op 1 januari 2008 nog (65). Daar staat tegenover dat van 36 cliënten het traject is beëindigd. De eerste resultaten van deze trajecten zijn bijzonder positief. Tien dak- en thuislozen hebben werk gevonden in een vangnetbaan, zes werken in een reguliere baan en twee verrichten vrijwilligerswerk. Verder hebben acht cliënten als eindresultaat ‘sociale activering’ behaald. Bovenstaande betekent dat van 72% van de personen met een beëindigd traject, het beoogde trajectdoel is gerealiseerd. Dat is veel hoger dan de verwachte 31%. Belangrijke succesfactor is volgens SoZaWe de intensieve samenwerking tussen SoZaWe, re-integratiebedrijf en hulpverlening. 14
Effectiviteitsmeting re-integratie
Gemeente Utrecht
Naast de positieve resultaten, weten we dat de gemeente het traject heeft stopgezet van vier daken thuislozen. Daarnaast zijn vijf cliënten verhuisd naar een andere gemeente. Tabel 11 Trajecten dak- en thuislozen in 2007 Prognose
Prognose
Werkelijk
Werkelijk
in %
absoluut
in %
absoluut
Instroom in traject
-
114
-
101
Aantal personen met beëindigd traject op 1-1-2008
-
-
36%
36
Aantal personen nog in traject op 1-1-2008
-
-
64%
65
31%
72%
26
-
28%
10
Waarvan maatschappelijk actief
74%
38%
10
Waarvan naar werk
26%
62%
16
80%
63%
10
Uitstroom beëindigde trajecten Uitstroom naar trajectdoel Uitstroom naar iets anders (o.a. uitval) Uitstroom naar trajectdoel
Waarvan met loonkostensubsidie Prognose kosten per instrument
€ 11.200
Trajecten zelfstandigen Over trajecten zelfstandigen Via het traject zelfstandigen worden cliënten begeleid die een onderneming willen starten. Individuele coaching wordt gecombineerd met groepsgewijze training en begeleiding bij het opstellen van een ondernemersplan en de start van het bedrijf.
Resultaten trajecten zelfstandigen In 2007 zijn 51 cliënten bij Alexender Calder met een traject gericht op zelfstandig ondernemerschap. Dit aantal ligt aanzienlijk lager dan de verwachte start van 109 trajecten. SoZaWe heeft 93 cliënten voor een diagnose bij Bureau Zelfstandigen aangemeld. Voor 51 cliënten heeft dit dus geleid tot een traject gericht op zelfstandig ondernemerschap. Bijna alle cliënten die in 2007 met het traject zijn gestart, volgen het traject op 1 januari 2008 nog. Zes cliënten hebben het traject wel beëindigd. Van hen zijn twee cliënten gestart als zelfstandig ondernemer. Drie cliënten hebben het traject afgerond zonder resultaat en van één cliënt is het traject beëindigd vanwege agressief gedrag.
15
Tabel 12 Trajecten zelfstandigen in 2007 Prognose
Prognose
Werkelijk
Werkelijk
in %
absoluut
in %
absoluut
Instroom in traject
-
109
-
51
Aantal personen met beëindigd traject op 1-1-2008
-
-
12%
6
Aantal personen nog in traject op 1-1-2008
-
-
88%
45
45%
33%
2
-
67%
4
50%
100%
2
Uitstroom beëindigde trajecten Uitstroom naar bedrijf Uitstroom naar iets anders (o.a. uitval) Uitstroom naar bedrijf Waarvan na 6 maanden nog bedrijf Prognose kosten per instrument
€ 3.025
Trajecten doelgroep 5/zorg Over trajecten voor doelgroep 5 / zorg Op 1 april 2007 is de intensivering van de dienstverlening aan de doelgroep 5 van start gegaan. Klantmanagers worden toegerust om cliënten te motiveren en een goede eerste diagnose af te nemen. De focus in deze eerste fase ligt in het analyseren van de mogelijkheden van de cliënt en hem of haar motiveren om actief aan de slag te gaan. Ook worden er instrumenten ingekocht die passen bij de behoeften en mogelijkheden van de cliënten. Cliënten die zijn ingedeeld in doelgroep 5 hebben een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt. Zij hebben bijna altijd te maken met een complex van factoren dat belemmerend werkt op het actief worden in de maatschappij, zoals psychische of lichamelijke belemmeringen, schulden, gebrekkige taalvaardigheid, een problematische thuissituatie, weinig werkervaring of opleiding en verslaving. De verfijning van kennis van cliënten zal de komende jaren worden opgebouwd. Het uiteindelijke resultaat zal zijn dat cliënten actief worden: ze gaan sporten of vrijwilligerswerk doen, ze komen af van hun verslaving of leren omgaan met hun ziekte en gaan ondanks die ziekte aan de slag. Ze gaan een opleiding doen of volgen taalonderwijs. Kortom, de vicieuze cirkel wordt doorbroken, de cliënt neemt het heft weer in handen. Daarna kan de cliënt wellicht de stap zetten naar werk, als vrijwilliger, op een Doe Mee Baan of op een reguliere baan (al dan niet met loonkostensubsidie).
Resultaten trajecten doelgroep 5/zorg (via aanbesteding) In 2007 zijn 231 cliënten gestart met een traject ‘doelgroep 5/ zorg’ bij Alexander Calder. Dit betekent dat minder dan de helft van de verwachte instroom (503) is gerealiseerd. De belangrijkste oorzaak voor de lagere instroom is de aanbesteding van beide zorgpercelen. De contracten met beide partijen zijn pas aan het einde van 2007 tot stand gekomen. Bij die partijen zijn slechts een paar cliënten aangemeld. De 231 cliënten die in traject zijn ingestroomd en die we in onderstaande tabel zien, zijn aangemeld bij Alexander Calder. Dit re-integratiebedrijf heeft in de periode zonder contractpartij de dienstverlening voor de doelgroep 5-cliënten voor zijn rekening genomen.
16
Effectiviteitsmeting re-integratie
Gemeente Utrecht
Van 106 cliënten, die actief waren bij Alexander Calder, is het traject beëindigd. De rest (125) was op 1 januari 2008 nog actief. Ongeveer de helft van de cliënten (54) die uit het traject is gestroomd, verricht vrijwilligerswerk. Van 19 cliënten is bekend dat zij als resultaat ‘maatschappelijke participatie’ hebben behaald. Daarnaast zijn twee cliënten aan de slag gegaan in een reguliere baan. Bovenstaande betekent dat 71% van de personen met een beëindigd traject, het beoogde doel heeft behaald. Dat is aanzienlijk meer dan de verwachte 30%. De overige groep (29%) haalde niet het beoogde doel, voornamelijk wegens ziekte, het stopzetten van het traject door de gemeente en afronding van het traject zonder resultaat. Tabel 13 Trajecten doelgroep 5/zorg (via aanbesteding) in 2007 Prognose
Prognose
Werkelijk
Werkelijk
in %
absoluut
in %
absoluut
Instroom in traject
-
503
-
231
Aantal personen met beëindigd traject op 1-1-2008
-
-
46%
106
Aantal personen nog in traject op 1-1-2008
-
-
54%
125
30%
71%
75
-
29%
31
Werk zonder loonkostensubsidie
-
3%
2
Vrijwilligerswerk
-
72%
54
Maatschappelijke participatie
-
25%
19
Uitstroom beëindigde trajecten Uitstroom naar trajectdoel of hoger Uitstroom naar iets anders (uitval) Uitstroom naar werk of maatsch. participatie
Prognose kosten per instrument
€ 10.000
SoZaWe biedt naast trajecten die via aanbesteding zijn ingekocht, ook trajecten aan waar geen contract aan ten grondslag ligt (bijvoorbeeld via Altrecht). De prognose was dat 67% van de cliënten een traject doorloopt met een contract en 33% gebruik maakt van een instrument zonder contract. In werkelijkheid volgen 231 cliënten een traject ‘doelgroep 5/zorg’ op contractbasis en 167 cliënten een traject zonder contract. Dat is een verhouding van 56% met een contract en aanbesteding en 44% zonder contract via overige instrumenten.
Resultaten trajecten doelgroep 5/zorg (via overige instrumenten/zonder contract) De meeste van de 167 cliënten die een traject ‘doelgroep 5/zorg’ volgen via overige instrumenten, waren op 1 januari 2008 nog actief in het traject (87%; 146 cliënten). Van de kleine groep cliënten (21) die niet meer actief is in het traject, is 52% (11 cliënten) doorgestroomd naar een reintegratietraject. Bij de andere tien is dit resultaat niet behaald. De eerste resultaten zijn iets beter dan verwacht. De prognoses gaan namelijk uit van 20% doorstroom naar een vervolgtraject.
17
Tabel 14 Trajecten doelgroep 5/zorg (via overige instrumenten/geen contract) in 2007 Prognose
Prognose
Werkelijk
Werkelijk
in %
absoluut
in %
absoluut
Instroom in traject
-
248
-
167
Aantal personen met beëindigd traject op 1-1-2008
-
-
13%
21
Aantal personen nog in traject op 1-1-2008
-
-
87%
146
20%
52%
11
-
48%
10
Doorstroom vanuit beëindigde trajecten Doorstroom naar re-integratietraject Uitstroom naar iets anders (uitval) Prognose kosten per instrument
€ 10.000
Gesubsidieerd werk Over opstap- en vangnetbanen De beide loonkostensubsidies voor werkgevers, de opstapbaan en de vangnetbaan, moeten bijdragen aan de uitstroom naar ongesubsidieerd regulier werk. De opstapsubsidie is bedoeld om bijstandsgerechtigden en niet-uitkeringsgerechtigde werkzoekenden die als volwaardig medewerker kunnen functioneren te ondersteunen bij het vinden van een baan. Dit zijn werkzoekenden die op basis van hun Curriculum Vitae waarschijnlijk niet door een werkgever aangenomen zullen worden, maar wel goede werknemers kunnen zijn. Voor deze doelgroep wordt een eenjarige opstapsubsidie beschikbaar gesteld van € 12.500,-. De vangnetsubsidie is bedoeld voor bijstandsgerechtigden die toe zijn aan regulier werk, maar nog niet de productiviteit en/of kwaliteit leveren die een werkgever vraagt. Deze cliënten kunnen op termijn wel volledig productief zijn. Voor deze doelgroep wordt een vangnetsubsidie beschikbaar gesteld voor een maximale periode van 3 jaar, met een subsidie per jaar van € 20.000,-. Voor iedere werknemer moet een re-integratiebedrijf een ontwikkelplan opstellen, dat er toe moet leiden dat deze werknemer binnen de maximale periode van 3 jaar voldoende kwaliteiten ontwikkelt om bij deze of een andere werkgever regulier werk zonder loonkostensubsidie uit te voeren. Scholing (ook taalonderwijs) en intensieve begeleiding kunnen onderdeel uitmaken van zo’n plan.
Over Doe Mee banen In het collegeprogramma 2006 – 2010 is een programmapunt opgenomen over de inzet van participatiebanen voor werkzoekenden waarvan niet verwacht kan worden dat zij een plaats op de reguliere arbeidsmarkt kunnen vinden. Om deze groep mogelijkheden te bieden zijn Doe Mee Banen ontwikkeld voor de doelgroepen 4 en 5. Het gaat om cliënten met een bijstandsuitkering die voorlopig niet in regulier werk geplaatst kunnen worden, maar wel 32 uur per week beschikbaar zijn: bijvoorbeeld personen die al eerder een re-integratietraject hebben doorlopen zonder plaatsingsresultaat of al vrijwilligerwerk doen, maar meer uren inzetbaar zijn. De aanstelling van de cliënten vindt plaats voor 32 uur per week, waarbij gemiddeld 20-24 uur wordt gewerkt en ongeveer 10 uur kan worden besteed aan versterking van competenties en/of het wegwerken van problemen. Deze verhouding kan in het begin van de aanstelling iets anders liggen
18
Effectiviteitsmeting re-integratie
Gemeente Utrecht
wanneer een cliënt veel problemen moet wegwerken. De aanstelling is voor 1 jaar en kan maximaal twee keer met een jaar worden verlengd. Het werk is maatschappelijk nuttig, waar mogelijk in relatie tot de Wet maatschappelijke ontwikkeling (Wmo). Het werk ligt in de non-profit-sector en in de profit-sector. De te behalen resultaten zijn drieledig: het arbeidspotentieel (competenties) van de cliënten wordt verbeterd, het maatschappelijk nut wordt gediend, het persoonlijk welzijn (de eigen waarde) wordt positief beïnvloed.
Resultaten opstapbanen, vangnetbanen en Doe Mee banen De instroomresultaten zijn verschillend per vorm van gesubsidieerd werk. Uit die resultaten blijkt dat werkgevers vaak gebruik maken van de vangnetsubsidie. In plaats van de verwachte 125 toepassingen, zijn er 443 cliënten gestart met een baan met vangnetsubsidie. De keerzijde van het grote aantal toepassing van vangnetsubsidie is het veel lagere aantal opstapsubsidies (72 versus de verwachte 125). Voor de Doe Mee banen was het de bedoeling om via de gemeente – vooruitlopend op het contract met een externe partij op 1 januari 2008 – in 2007 al 40 Doe Mee banen te realiseren. De lagere instroom op de Doe Mee Banen (6) is te wijten aan een lange implementatietijd. Het is niet gelukt om snel genoeg voldoende kandidaten voor de banen te selecteren. Resultaten over doorstroom naar ongesubsidieerd werk zijn nog zeer beperkt, omdat de doorlooptijd van het gesubsidieerde werk minimaal een jaar is. Tabel 15 Opstapbanen, vangnetbanen en Doe Mee banen in 2007 Prognose
Prognose
Werkelijk
Werkelijk
in %
absoluut
in %
absoluut
Instroom in 2007
-
125
100%
72
Lopend op 1-1-2008
-
-
83%
60
Uitstroom op 1-1-2008
-
-
17%
12
60%
-
42%
5
Instroom in 2007
-
125
100%
443
Lopend op 1-1-2008
-
-
90%
398
Uitstroom op 1-1-2008
-
-
10%
45
30%
-
22%
10
Instroom in 2007
-
40
100%
6
Lopend op 1-1-2008
-
-
100%
6
-
-
0%
0
20%
-
-%
-
Opstapbanen
Doorstroom naar ongesubsidieerd werk* Vangnetbanen
Doorstroom naar ongesubsidieerd werk* Doe Mee banen
Uitstroom op 1-1-2008
Doorstroom naar gesubsidieerd werk*
Doorstroom naar ongesubsidieerd werk*
5%
-
-%
-
* als percentage van de uitstroom
19
20
Effectiviteitsmeting re-integratie
Gemeente Utrecht
Ontwikkeling aantal bijstandscliënten Forse afname van het aantal bijstandsgerechtigden Het aantal bijstandsgerechtigden3 neemt de afgelopen jaren spectaculair af. Op 1 januari 2008 ontvingen 8.300 Utrechters een bijstandsuitkering. Dat is een afname van1.360 personen ten opzichte van 1 januari 2007 (9.660). Vooral in vergelijking met de periode 2004-2006 is het aantal bijstandsgerechtigden fors afgenomen. Toen lag het aantal namelijk elk jaar rond de 10.500. Ook als we het aantal bijstandsgerechtigden relateren aan de potentiële beroepsbevolking (15-64 jaar), dan zien we de afgelopen jaren een positieve ontwikkeling. In 2006 had 5,1% van de potentiële beroepsbevolking een bijstandsuitkering. Dat aandeel is gedaald tot 3,8% in 2008.
Figuur 1 – Aantal bijstandsgerechtigden op 1 januari
9.000
6.000
3.000
10.666 2004
10.796 2005
10.489 2006
9.660 2007
8.300 2008
Bron: SoZaWe, bewerking Bestuursinformatie (WistUdata)
Afname van het aantal bijstandscliënten in Utrecht in 2007 bovengemiddeld Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)4 constateert dat in Utrecht in 2007 sprake is van een bovengemiddelde daling van het aantal bijstandsuitkeringen. Landelijk neemt het aantal bijstandsuitkeringen in 2007 met 9% af, in Utrecht met 16%. De afname in Utrecht is ook veel groter dan in Den Haag (-12%), Rotterdam (-7%) en Amsterdam (-8%). Verder neemt het aantal in Utrecht aanzienlijk sterker af dan in regiogemeente Amersfoort (-8%) en steden met eenzelfde omvang zoals Eindhoven (-3,5%), Tilburg (-7%), Almere (-13%) en Groningen (-9%).
3
Het aantal bijstandsgerechtigden is het aantal inwoners jonger dan 65 jaar dat als hoofdcliënt óf partner van
de hoofdcliënt een bijstandsuitkering ontvangt. 4
Zie “Daling langdurige bijstand”, CBS persbericht 28 februari 2008. Het CBS hanteert een iets andere definitie
van bijstandsuitkeringen. Dit betekent dat de percentages licht af kunnen wijken van de gegevens van SoZaWe. 21
Tabel 16 Bijstandsuitkeringen van thuiswonenden onder de 65 jaar, ontwikkeling december 2006-2007 (top 5 gemeenten met 100.000 inwoners of meer; inclusief overig G4) gemeente
Ontwikkeling in %
1. ‘s- Hertogenbosch
-17,4%
2. Emmen
-16,6%
3. Utrecht
-15,7%
4. Haarlem
-13,0%
5. Almere
-12,8%
Amsterdam
-7,8%
Rotterdam
-7,2%
Den Haag
-12,4%
Bron: CBS
Instroom in de uitkering stabiliseert De instroom in de uitkering stabiliseert in 2007, maar is wel lager dan in 2006. Dit blijkt uit gegevens van SoZaWe. In 2006 lag de instroom elke maand ongeveer rond de 150 personen. Een duidelijke daling zien we in november 2006; het moment waarop de pilot Werk Loont! van start ging. Daarna stabiliseert de instroom in de uitkering. Deze bedraagt in 2007 ongeveer elke maand zo’n 100 personen. Onderstaande figuur brengt de ontwikkeling in beeld.
Figuur 2 – Nieuwe uitkeringsdossiers per maand, januari 2006 – februari 2008
200
150
100
50
j
f m a m j j a 2006
Bron: SoZaWe
22
Effectiviteitsmeting re-integratie
s o n d
j
f m a m j j a 2007
s o n d
j f 2008
Gemeente Utrecht
Bijlage In deze bijlage staan uitgebreide tabellen met resultaten van de re-integratie-instrumenten. Alleen van die instrumenten waar gespecificeerde informatie beschikbaar is, zijn tabellen opgenomen. Resultaten instrument Workfirst jongeren in 2007 aantal personen Prognose instroom
330
Gerealiseerde aanmeldingen
123
Gerealiseerde start bij het re-integratiebedrijf
123
Lopende trajecten op 1 januari 2008
57
Beëindigde trajecten op 1 januari 2008
66
Met als eindresultaat: - Werk zonder loonkostensubsidie
13
- Wet Studiefinanciering (WSF)
3
- Vangnetbaan
7
- Opstapbaan
5
- Beroepsbegeleidende leerweg (BBL)
8
- Sociale activering
1
- Afgerond zonder resultaat
1
- Vervolgtraject
1
Voortijdig beëindigd: - Gemeente stopt traject
11
- Niet willer
6
- Cliënt zegt uitkering op
6
- Verhuizing naar andere gemeente
3
- Detentie langer dan 3 maanden
1
Resultaten instrument Alleenstaande ouders <27 jaar in 2007 aantal personen Prognose instroom (excl. 10 samenlooptrajecten)
52
Gerealiseerde aanmeldingen
40
Gerealiseerde start bij het re-integratiebedrijf
40
Lopende trajecten op 1 januari 2008
37
Beëindigde trajecten op 1 januari 2008
3
Voortijdig beëindigd: - Gemeente stopt traject
2
- Verhuizing naar andere gemeente
1
23
Resultaten instrument Zorgtrajecten jongeren in 2007 aantal personen Prognose instroom
76
Gerealiseerde aanmeldingen
87
Gerealiseerde start bij het re-integratiebedrijf
87
Lopende trajecten op 1 januari 2008
62
Beëindigde trajecten op 1 januari 2008
25
Met als eindresultaat: - Werk zonder loonkostensubsidie
5
- Wet Studiefinanciering (WSF)
3
- Vangnetbaan
2
- Beroepsbegeleidende leerweg (BBL)
1
- Vervolgtraject
1
Voortijdig beëindigde trajecten: - Gemeente stopt traject
5
- Niet willer
3
- Verhuizing naar andere gemeente
2
- Ziekte langer dan 3 maanden
2
- Agressieprotocol
1
Resultaten instrument Trajecten activering 26+ in 2007 aantal personen Prognose instroom
1.400
Gerealiseerde aanmeldingen
806
Gerealiseerde start bij het re-integratiebedrijf
779
Lopende trajecten op 1 januari 2008
522
Beëindigde trajecten op 1 januari 2008
257
Met als eindresultaat: - Werk zonder loonkostensubsidie - Ondernemer - Opstapbaan - Vangnetbaan
128 1 3 24
- Doe Mee Baan
2
- Wet Studiefinanciering (WSF)
1
- Vrijwilligerswerk
13
- Afgerond zonder resultaat
16
Voortijdig beëindigd:
24
- Cliënt zegt uitkering op
29
- Ziekte langer dan 3 maanden
16
- Gemeente stopt traject
15
- Verhuizing naar andere gemeente
4
- Niet willer
3
- Einde uitkering/WWBU
2
Effectiviteitsmeting re-integratie
Gemeente Utrecht
Resultaten instrument Samenloop activering in 2007 aantal personen Prognose instroom
310
Bureau Inburgering Gerealiseerde aanmeldingen
185
Gerealiseerde start van het traject (eerste gesprek)
97
Lopende trajecten op 1 januari 2008
97
Calder Gerealiseerde aanmeldingen
139
Gerealiseerde start van het traject (eerste gesprek)
139
Lopende trajecten op 1 januari 2008
132
Beëindigde trajecten op 1 januari 2008
7
Voortijdig beëindigd: - Werk zonder loonkostensubsidie
2
- Cliënt zegt uitkering op
4
- Ziekte langer dan 3 maanden
1
Resultaten instrument Dak- en thuislozen in 2007 aantal personen Prognose instroom
114
Gerealiseerde aanmeldingen
107
Gerealiseerde start bij het re-integratiebedrijf
101
Lopende trajecten op 1 januari 2008
65
Beëindigde trajecten op 1 januari 2008
36
Met als eindresultaat: - Werk zonder loonkostensubsidie - Vangnetbaan
6 10
- Vrijwilligerswerk
2
- Sociale activering
8
- Diagnose
1
Voortijdig beëindigd: - Verhuizing andere gemeente
5
- Gemeente stopt traject
4
25
Resultaten instrument Zelfstandigen in 2007 aantal personen Prognose instroom
109
Gerealiseerde aanmeldingen
51
Gerealiseerde start bij het re-integratiebedrijf
51
Lopende trajecten op 1 januari 2008
45
Afgeronde trajecten op 1 januari 2008
6
Met als resultaat: - Ondernemer
2
- Afgerond zonder resultaat
3
- Agressieprotocol
1
Resultaten instrument Doelgroep 5/Zorg in 2007 (via aanbesteding) aantal personen Prognose instroom
503
Gerealiseerde aanmeldingen
263
Gerealiseerde start bij het re-integratiebedrijf
231
Lopende trajecten op 1 januari 2008
157
Beëindigde trajecten op 1 januari 2008
106
Met als eindresultaat: - Werk zonder loonkostensubsidie
2
- Vrijwilligerwerk
54
- Maatschappelijke participatie
19
- Afgerond zonder resultaat
4
Voortijdig beëindigd: - Gemeente stopt traject - Cliënt zegt uitkering op - Ziekte langer dan 3 maanden
26
Effectiviteitsmeting re-integratie
8 9 10