Eerste verkenning effecten van de invoering van zorgzwaartebekostiging voor niet- grootschalige woonvormen

Eerste verkenning effecten van de invoering van zorgzwaartebekostiging voor niet- grootschalige woonvormen

Enschede, oktober 2007 MK/07/2725/imz1 mw. drs. M. Kingma mw. ir. H. van der Werf

Eerste verkenning effecten van de invoering zorgzwaartebekostiging voor niet-grootschalige woonvormen

Inhoudsopgave Samenvatting .......................................................................................... 3 1.

Inleiding........................................................................................... 4

2.

Financiële effecten van zorgzwaartebekostiging voor bijzondere cliëntgroepen in niet-grootschalige woonvormen .................................... 6 2.1 Vraagstelling .............................................................................. 6 2.2 Gevolgde werkwijze..................................................................... 6 2.3 Uitkomsten onderzoek ................................................................. 8 2.3.1 Respons ............................................................................ 8 2.3.2 Inzet personeel .................................................................. 9 2.3.3 Financiële gegevens huidige situatie .................................... 10 2.3.4 ZZP-score........................................................................ 11 2.3.5 Vergelijking ..................................................................... 13

B IJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3

Vragenlijst niet-grootschalige woonvormen ............................... 15 Omschrijving woonvormen ..................................................... 21 ZZP-score niet-grootschalige woonvormen................................ 36

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007

P agi n a 2 v an 3 6


Samenvatting De wijze waarop de zorg voor cliënten die AWBZ-zorg met de functie verblijf ontvangen wordt bekostigd, gaat veranderen. De zogenaamde zorgzwaartebekostiging wordt ingevoerd. Daartoe zijn AWBZ-breed 45 zorgzwaartepakketten ontwikkeld, welke in de toekomst de basis zullen vormen voor de bekostiging. In voorliggende rapportage is verslag gedaan van het verkennende onderzoek naar de effecten van deze zorgzwaartebekostiging voor niet grootschalige woonvormen. Het gaat om cliënten die wonen bij een zorgaanbieder, in een niet-grootschalige woonvoorziening, waarbij het verblijf door de zorgaanbieder wordt georganiseerd en bekostigd vanuit de AWBZ. Deze woonvormen worden onderscheiden van de kleinschalige woonvormen waarbij het verblijf niet vanuit de AWBZ wordt georganiseerd en bekostigd. De deelnemende zorgaanbieders hebben een vragenlijst ingevuld, waarin zij naast een beschrijving van de woonvorm, tevens de ZZP-score voor de cliënten hebben ingevuld. Tevens zijn gegevens opgevraagd over de inzet van personeel en de financiële situatie op dit moment (zowel de bekostigingsparameters als het binnen de organisatie vastgestelde budget voor de betreffende woonvoorziening). Op basis van de indicatieve prijzen van de ZZP’s is een vergelijking gemaakt tussen het budget dat de voor de cliënten gescoorde ZZP’s met zich mee zou brengen, en het huidige budget. Voor vergelijking met het huidige budget zijn twee uitgangspunten bekeken, zowel op basis van de huidige bekostigingsparameters en de bedragen die daaraan zijn gekoppeld, als ook op basis van het budget dat binnen de organisatie beschikbaar is voor de woonvormen. Voor de voorzieningen in de sector verpleging en verzorging blijkt dat op basis van de ZZP’s een redelijk uniform gemiddeld budget per cliënt naar voren komt, ca. €50.000-€52.000 per jaar. Voor de gehandicaptenzorg varieert het gemiddelde budget meer, van ca. €42.000 tot bijna €73.000 per jaar. Dit komt ook tot uiting in de gescoorde ZZP’s. De financiële vergelijking met het budget op basis van bekostigingsparameters en met het beschikbare budget, levert voor meerdere voorzieningen verschillende resultaten op. Dit is verklaarbaar doordat de opgegeven budgetten vaak ook afwijken van het budget conform de bekostigingsparameters. De procentuele verschillen variëren sterk en zijn zowel positief als negatief. Voor de deelnemende voorzieningen tezamen komt echter een positief beeld naar voren: Op basis van de budgetten conform de bekostigingsparameters doet zich een positief effect voor van 5%. Op basis van de opgegeven budgetten doet zich een positief effect voor van 4%.

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007



1.

Inleiding De manier waarop het Ministerie van VWS zorginstellingen in Nederland financiert gaat veranderen: de zogenaamde zorgzwaartebekostiging wordt ingevoerd. De zorgzwaartebekostiging vervangt het huidige bekostigingssysteem voor cliënten met zorg en de functie verblijf in de AWBZ. Verblijfscliënten krijgen in het nieuwe systeem door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) een zorgzwaartepakket toegewezen op basis waarvan zorgaanbieders hun financiering ontvangen. Het systeem van de zorgzwaartebekostiging werkt met een zo beperkt mogelijk aantal zorgzwaartepakketten (ZZP’s), die van toepassing zijn voor een groot aantal veel voorkomende cliëntgroepen. Dit zou kunnen betekenen dat de systematiek voor bepaalde bijzondere cliëntgroepen niet helemaal passend is. Om hier zicht op te krijgen heeft Hoeksma, Homans & Menting organisatieadviseurs BV (bureau HHM) in opdracht van het Ministerie van VWS een onderzoek uitgevoerd naar de financiële effecten van de ZZP-systematiek voor bijzondere cliëntgroepen die momenteel onder het intramurale bekostigingsregime vallen. In voorliggende rapportage is verslag gedaan van het onderzoek naar de effecten van deze zorgzwaartebekostiging voor cliënten die wonen in niet-grootschalige woonvormen. Naast deze cliëntgroep in nietgrootschalige woonvormen, zijn overige cliëntgroepen die verblijven bij zorgaanbieders, onderzocht. De resultaten hiervan zijn beschreven in het rapport ‘Eerste verkenning effecten van de invoering van zorgzwaartebekostiging voor bijzondere cliëntgroepen’ (kenmerk HHM/MK/07/2364/imz1). Beide rapportages zijn gebaseerd op de indicatieve tarieven zoals de NZa deze heeft berekend voor de ZZP’s en bekend heeft gemaakt in juli 2007. Nadrukkelijk wordt vermeld dat voorliggend onderzoek een eerste verkenning is van de gevolgen van zorgzwaartebekostiging voor de onderzochte cliëntgroepen. Bij de uitkomsten dient een voorbehoud te worden gemaakt, aangezien in het onderzoek gebruik is gemaakt van gegevens die mogelijk in de toekomst kunnen wijzigen. De vergelijking tussen het huidige budget en het budget op basis van de ZZP’s is bepaald op basis van de gescoorde ZZP’s door de betrokken zorgaanbieders in de landelijke ZZP-score in de periode november 2006 – januari 2007. De scores van zorgaanbieders worden gecontroleerd door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), waarna de scores mogelijkerwijs nog worden aangepast. Ten behoeve van het onderzoek is gebruik gemaakt van de indicatieve prijzen van de ZZP’s, zoals berekent door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Deze prijzen zijn gebaseerd op het landelijke beeld van de ZZP’s zoals verkregen in de landelijke score in de periode november 2006 – januari 2007, welke zoals hiervoor beschreven mogelijkerwijs nog zullen wijzigen. Met een wijziging in het landelijke beeld van de ZZP’s zullen eveneens de prijzen van de ZZP’s wijzigen.

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007



L EESWIJZER In het volgende hoofdstuk wordt het onderzoek nader beschreven. In paragraaf 2.1 wordt de vraagstelling beschreven, in paragraaf 2.2 de gevolgende werkwijze. Paragraaf 2.3 beschrijft de uitkomsten van het onderzoek.

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007



2.

Financiële effecten van zorgzwaartebekostiging voor bijzondere cliëntgroepen in niet-grootschalige woonvormen In dit rapport wordt het deelonderzoek naar de effecten van de ZZPsystematiek voor cliëntgroepen die verblijven in niet-grootschalige woonvormen beschreven. In paragraaf 2.1 wordt de centrale vraagstelling van het onderzoek beschreven. Vervolgens wordt in paragraaf 2.2 toegelicht welke werkwijze is gevolgd om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag. Paragraaf 2.3 bevat de uitkomsten van het onderzoek.

2.1

Vraagstelling De centrale vraag in dit deel van het onderzoek is: ‘Wat zijn de financiële effecten van de invoering van de zorgzwaartebekostiging voor cliënten die verblijven in niet-grootschalige woonvormen?’ Hierbij is een vergelijking gemaakt tussen de inzet van de huidige AWBZmiddelen ten opzichte van de AWBZ-middelen die beschikbaar komen volgens de nieuwe bekostigingssystematiek.

2.2

Gevolgde werkwijze Om antwoord te kunnen geven op de onderzoeksvraag zijn de volgende vier stappen doorlopen: 1. O MSCHRIJVING NIET - GROOTSCHALIGE WOONVORMEN Om de financiële effecten van de zorgzwaartebekostiging gericht te kunnen inventariseren en analyseren is allereerst in samenspraak met het Ministerie van VWS nader geconcretiseerd wat in dit onderzoek wordt verstaan onder niet-grootschalige woonvormen. Het belangrijkste criterium in het onderzoek is dat de zorgaanbieder het verblijf c.q. de huisvesting voor de bewoners, die zijn aangewezen op en gebruik maken van de functie verblijf, organiseert en financiert uit de AWBZ (intramuraal, niet via een persoonsgebonden budget (PGB) en/of de extramurale beleidsregel). In de praktijk gaat het dan vaak om niet-grootschalige woonvormen waarbij een kleine groep mensen (6-8 personen), die intensieve zorg en ondersteuning nodig hebben, met elkaar in een groepswoning wonen waardoor het voor hen mogelijk is een zo normaal mogelijk leven te leiden. Er wordt in deze nietgrootschalige woonvormen gestreefd naar een huiselijk leefklimaat. Alle activiteiten uit het dagelijks leven vinden binnen de eigen woning plaats. Wat betreft de verschijningsvorm kan het zijn dat de bewoners binnen de groepswoning beschikken over een eigen zit-/slaapkamer met eventueel een eigen keuken en sanitaire ruimte. De woonkamer (en eventueel keuken en

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007



sanitaire ruimte) wordt gemeenschappelijk gebruikt. De groepswoningen zijn los in de wijk gesitueerd, naast of binnen zorginstellingen ondergebracht. Sommige projecten bestaan uit slechts één groepswoning (voor 6-8 bewoners) andere bevatten verschillende woningen. Naast groepswoningen kan het in de praktijk ook gaan om individueel geclusterd wonen. Denk aan bijvoorbeeld 6-8 zelfstandige wooneenheden binnen een appartementencomplex of in de wijk. De bewoners beschikken dan over een zelfstandige woonruimte. Vaak is één woonruimte ingericht voor gemeenschappelijk gebruik en een werkruimte voor de zorg- en dienstverlening. De afbakening van de onderzoekspopulatie heeft hiermee een bredere insteek dan kleinschalige woonvoorzieningen zoals omschreven in artikel 5.4 van het Uitvoeringsbesluit WTZi1. 2. S ELECTIE RESPONDENTEN Op basis van het netwerk van bureau HHM, de helpdesk zorgzwaartebekostiging en de Databank Wonen-Zorg van het Aedes-Actiz Kenniscentrum WonenZorg zijn toegelaten AWBZ-instellingen geselecteerd die aan (een deel van) hun cliënten zorg leveren in een niet-grootschalige woonvorm zoals hierboven beschreven. 3. O PSTELLEN VRAGENLIJSTEN De onderzoeksvraag is vertaald in een digitale vragenlijst waarin vragen zijn opgenomen met betrekking tot: situatiebeschrijving van de niet-grootschalige woonvorm; ZZP-score voor de cliënten die behoren tot de niet-grootschalige woonvorm; inzet van het personeel; financiële gegevens over de huidige situatie. De volledige vragenlijst is opgenomen in bijlage 1. De vragenlijst is per e-mail verspreid onder de geselecteerde respondenten. 4. A NALYSE EN RAPPORTAGE De geretourneerde vragenlijsten zijn geanalyseerd. Sommige zorgaanbieders hebben voor verschillende niet-grootschalige woonvormen de vragenlijst ingevuld. De uitkomsten zijn anoniem verwerkt in voorliggende rapportage. In bijlage 2 is een beknopte beschrijving gegeven van de niet-grootschalige woonvormen waarvan de gegevens beschikbaar zijn gesteld.

1 WTZi = Wet toelating zorginstellingen MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007



2.3 2.3.1

Uitkomsten onderzoek Respons Ongeveer 50 mogelijke respondenten zijn allereerst per e-mail en vervolgens telefonisch benaderd om te verifiëren of ze aan de bij stap 1 gegeven beschrijving voldoen en tevens bereid zijn mee te werken aan het onderzoek dat binnen een zeer kort tijdsbestek is uitgevoerd. Uiteindelijk zijn van 12 zorgaanbieders 23 ingevulde vragenlijsten retour ontvangen. Een aantal zorgaanbieders heeft met verschillende nietgrootschalige woonvormen aan het onderzoek meegedaan. De verdeling naar de verschillende sectoren is als volgt: Sector

Aantal zorgaanbieders

Aantal niet-grootschalige woonvormen

Verpleging & Verzorging

8

11

Gehandicaptensector

4

11

Geestelijke Gezondheidszorg

1

1

Totaal

12 (*)

23

Tabel 1. Overzicht aantal deelgenomen zorgaanbieders en aantal niet-grootschalige woonvormen verdeeld naar AWBZ-sector.

(*) de som van het aantal zorgaanbieders per sector correspondeert niet met het totaal aantal zorgaanbieders omdat één zorgaanbieder zowel werkzaam is in de sector V&V als in de GZ. Alle deelnemende zorgaanbieders uit de gehandicaptensector richten zich op de cliënten met een verstandelijke handicap. Vanwege het beperkte en selectieve aantal woonvormen dat aan dit onderzoek heeft deelgenomen kunnen de resultaten niet als representatief voor alle niet-grootschalige woonvormen worden beschouwd. De resultaten geven een eerste beeld van de mogelijke consequenties van het systeem van zorgzwaartebekostiging voor niet-grootschalige woonvormen. In bijlage 2 is een algemene omschrijving gegeven van de verschillende nietgrootschalige woonvormen. Hieruit blijkt dat de wijze van organiseren van de verschillende niet-grootschalige woonvormen onafhankelijk van de sector, doelgroep, groepsgroottes en situering grotendeels gelijk is. Over het algemeen bestaan de betrokken niet-grootschalige woonvormen uit onzelfstandige wooneenheden. Woonzorgmedewerkers worden over het algemeen decentraal ingezet, terwijl behandelaars en overige cliëntgebonden medewerkers meestal centraal worden ingezet. Dagbesteding vindt decentraal, centraal maar ook als combinatie van deze beide plaats. Wanneer gebruik wordt gemaakt van de faciliteiten van de grootschalige woonvorm dan heeft dat meestal betrekking op de algemene voorzieningen (zoals het restaurant,

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007



de bibliotheek en de kerk), de groepsruimten, de welzijnsactiviteiten, de schoonmaak en de nachtdienst. Slechts één zorgaanbieder heeft aangegeven bezig te zijn met een kostprijsonderzoek. Het was derhalve in dit onderzoek niet mogelijk gebruik te maken van kostprijzen, zodat het onderzoek zich heeft geconcentreerd op de beschikbare middelen. De werkelijke kosten zijn benaderd en niet onderbouwd met een kostprijsonderzoek.

2.3.2

Inzet personeel Om zicht te krijgen in de huidige personele inzet voor de niet-grootschalige woonvormen voor het leveren van de huidige zorg, zijn de zorgaanbieders gevraagd de personele inzet voor het onderdeel woonzorg aan te geven. Hierbij is aangesloten bij de wijze van opvragen zoals de zorgaanbieder dit in eerste instantie heeft moeten doen ten behoeve van het project zorgzwaartebekostiging, in het najaar van 2006. Het betreft de tijd die nodig is om de zorg te leveren op de woongroep/afdeling, ook wel woonzorg genoemd, exclusief de formatie die wordt ingezet voor logeren en/of nachtopvang. De formatie van leidinggevenden is alleen meegenomen voor het deel dat zij zijn betrokken bij cliëntgebonden werkzaamheden. De formatie voor huishoudelijke verzorging, welzijn en geestelijke verzorging is buiten beschouwing gelaten. Vervolgens is per niet-grootschalige woonvorm de gemiddelde personele inzet per cliënt bepaald. Bij een analyse op basis van de gemiddelde personele inzet per cliënt komt per sector de volgende verdeling naar voren. Sector

Range van gemiddelde personele inzet woonzorg per cliënt (uitgedrukt in fte per cliënt)

Aantal nietgrootschalige woonvormen


0.67 – 0.92

11

Gehandicaptensector

kleiner dan 0.50 (0.28) 0.65 – 1.0 1.00 – 2.5

1 5 5

Geestelijke gezondheidszorg 0.26

1

Totaal

23

Tabel 2. Overzicht range gemiddelde personele inzet woonzorg per cliënt, verdeeld naar AWBZ-sector.

Zoals uit tabel 2 blijkt kunnen de niet-grootschalige woonvormen op basis van personele inzet ingedeeld worden in drie groepen: Groep 1: Licht Hiertoe behoren de niet-grootschalige woonvormen met een gemiddelde personele inzet per cliënt die kleiner is dan 0.5. Groep 2: Midden Hiertoe behoren de niet-grootschalige woonvormen met een gemiddelde personele inzet per cliënt in de range van 0.5 tot 1.0.

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007



2.3.3

Groep 3: Zwaar Hiertoe behoren de niet-grootschalige woonvormen met een gemiddelde personele inzet per cliënt in de range groter dan 1.0.

Financiële gegevens huidige situatie Voor het bepalen van het huidige budget per niet-grootschalige woonvorm zijn de huidige bekostigingsparameters opgevraagd. Aan de hand van de financiële middelen per bekostigingsparameter (BPM) die het deelonderzoek naar de effecten voor bijzondere cliëntgroepen (zie rapport ‘Eerste verkenning effecten van de invoering zorgzwaartebekostiging voor bijzondere cliëntgroepen, kenmerk HHM/MK/07/2364/imz1) in beeld zijn gebracht kan vervolgens het huidige budget op basis van de bekostigingsparameters worden vastgesteld. Het resultaat is in tabel 3 opgenomen in de kolom ‘budget N-GWV bpm’. Daarnaast is aan de zorgaanbieder gevraagd wat het totale beschikbare intramurale budget is en welk percentage van het totale beschikbare intramurale budget wordt ingezet voor de niet-grootschalige woonvorm. Deze vraag is gesteld, omdat in de praktijk een zorgaanbieder kan hebben gekozen om extra of minder in te zetten voor de realisatie van een niet-grootschalige woonvorm, waardoor het totale budget van de niet-grootschalige woonvorm hoger of lager uitvalt dan het budget op basis van de bekostigingsparameters. Het budget is weergegeven in de laatste kolom van tabel 3. Om een beeld te krijgen van het aandeel dat de niet-grootschalige woonvorm vormt ten opzichte van het totaal van de zorgaanbieder is het aantal cliënten en het bpm-budget van de niet-grootschalige woonvormen procentueel weergegeven. Op basis van de verzamelde gegevens komt het beeld zoals weergegeven in onderstaande tabel naar voren.

Nummer N-GWV

sector

Groep

% N-GWV cliënten t.o.v. totaal

% N-GWV budget t.o.v. totaal bpm

8

GGZ

1

15%

14%

€

1.026.000

21

GZ

1

14%

6%

€

2

GZ

2

1%

1%

€

3

GZ

2

2%

1%

14

GZ

2

1%

16

GZ

2

1%

17

GZ

2

9

GZ

3

12

GZ

13

GZ

budget N-GWV bpm2

budget N-GWV opgegeven €

52.460

163.392

€

761.703

284.353

€

199.169

€

413.111

€

190.251

0,5%

€

256.580

€

-

1%

€

459.074

€

-

1%

1%

€

434.777

€

-

2%

2%

€

204.440

€

613.921

3

1%

1%

€

329.678

€

-

3

1%

1%

€

439.718

€

-

2 Voor de sector geestelijke gezondheidszorg is uitgegaan van bedragen per bekostigingsparameter zoals berekend door HHM en getoetst door de NZa. In de rapportage ‘Indicatieve prijzen zorgzwaartepakketten, de ZZP’s op waarde geschat’ van de NZa, zijn geen beleidsregelwaarden van de GGZ-bekostigingsparameters opgenomen.

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007

P agi n a 10 va n 36


Nummer N-GWV

sector

Groep

% N-GWV cliënten t.o.v. totaal

% N-GWV budget t.o.v. totaal bpm

15

GZ

3

1%

1%

€

334.113

€

-

18

GZ

3

1%

1%

€

338.547

€

-

4

VV

2

37%

59%

€

1.493.912

€

1.859.000

5

VV

2

13%

12%

€

1.280.496

€

1.251.278

6

VV

2

13%

12%

€

1.280.496

€

1.251.278

7

VV

2

3%

3%

€

320.124

€

328.050

10

VV

2

100%

100%

€

7.629.622

€

8.300.000

budget N-GWV bpm2

budget N-GWV opgegeven

11

VV

2

100%

100%

€

7.629.622

€

7.500.000

19

VV

2

3%

3%

€

640.248

€

715.992

20

VV

2

17%

17%

€

3.201.240

€

2.691.141

22

VV

2

1%

1%

€

320.124

€

284.844

23

VV

2

11%

11%

€

1.067.080

€

1.241.000

1

VV

3

0%

Onbekend

€

1.687.443

€

9.289.839

Tabel 3. Procentuele verdeling en budgetten niet-grootschalige woonvormen.

De gegevens uit tabel 3 maken duidelijk, dat voor de meeste niet-grootschalige woonvormen het percentage cliënten dat in de niet-grootschalige woonvormen verblijft grotendeels overeenkomt met het procentuele BPMbudget dat hiervoor beschikbaar is. De grote verschillen bij de niet-grootschalige woonvormen met de nummers 21 en 4 zijn opmerkelijk, ervan uitgaande dat er een parallel bestaat tussen het aantal cliënten en het bijbehorende budget. Met betrekking tot de omvang van het budget blijkt, dat vrijwel alle zorgaanbieders aangeven, dat ze een ander budget besteden dan dat ze ontvangen op basis van de bekostigingsparameters. Het werkelijk bestede budget is voor enkele zorgaanbieders hoger dan het BPM-budget en voor andere zorgaanbieders juist lager. Het verschil dat bij de woonvorm met nummer 1 naar voren komt, lijkt niet reëel. Het verschil voor woonvorm met nummer 21 is eveneens erg groot.

2.3.4

ZZP-score Om zicht te krijgen in de AWBZ-middelen die beschikbaar komen voor de nietgrootschalige woonvormen volgens de nieuwe bekostigingssystematiek is aan de zorgaanbieder gevraagd de zorgzwaarte voor de cliënten die in de nietgrootschalige woonvorm verblijven weer te geven. Dit op basis van het project zorgzwaartebekostiging waarvoor de zorgaanbieder in het najaar van 2006 alle cliënten in termen van zorgzwaartepakketten heeft gescoord. De scores van de verschillende zorgaanbieders zijn weergegeven in bijlage 3. Op basis van de indicatieve prijzen van de ZZP’s, zoals bepaald door de NZa, is aan de hand van de scores vervolgens bepaald welke AWBZ-middelen beschikbaar komen volgens de nieuwe bekostigingssystematiek. Voor de dagbesteding is er van uitgegaan dat niet alle cliënten dagbesteding genieten. Uitgangspunt voor de berekening is geweest het percentage cliënten dat MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007



dagbesteding ontvangt conform de bevindingen in de pilot mei 2006. Dit geldt voor de GZ en de GGZ. Voor de V&V zit dagbesteding integraal in het ZZP. Tevens is op basis van de scores bepaald wat de personele inzet woonzorg op basis van de gescoorde ZZP’s zou zijn. De AWBZ-middelen en de personele inzet woonzorg zijn in tabel 4 weergegeven per sector waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de categorieën licht, midden en zwaar. Nummer N-GWV

Sector Groep fte per cliënt3

Budget ZZP

Budget per cliënt3

8

GGZ

1

0,53

€

1.122.896

€

40.103

21

GZ

1

0,55

€

707.117

€

44.195

2

GZ

2

0,72

€

292.495

€

58.499

3

GZ

2

0,60

€

301.272

€

50.212

14

GZ

2

0,91

€

364.358

€

72.872

16

GZ

2

0,51

€

253.895

€

42.316

17

GZ

2

0,78

€

381.396

€

63.566

9

GZ

3

0,87

€

496.376

€

62.047

12

GZ

3

0,85

€

409.635

€

68.272

13

GZ

3

1,26

€

392.072

€

78.414

15

GZ

3

0,88

€

388.768

€

64.795

18

GZ

3

1,33

€

392.072

€

78.414

4

VV

2

0,72

€

1.415.397

€

50.550

5

VV

2

0,73

€

1.223.699

€

50.987

6

VV

2

0,71

€

1.535.811

€

51.194

7

VV

2

0,73

€

303.534

€

50.589

10

VV

2

0,72

€

8.300.538

€

51.238

11

VV

2

0,72

€

7.373.511

€

51.205

19

VV

2

0,82

€

686.200

€

57.183

20

VV

2

0,77

€

3.302.228

€

55.037

22

VV

2

0,73

€

313.097

€

52.183

23

VV

2

0,55

€

866.668

€

43.333

1

VV

3

0,73

€

6.712.610

€

51.635

Tabel 4. Formatie en budget op basis van de ZZP-score

Uit tabel 4 blijkt, dat voor groep 1 (fte<0,5) de fte op basis van de ZZP-score, hoger is dan de fte’s die volgens opgave momenteel worden ingezet. Binnen groep 2 (0,5
3 Bij de berekening van de formatie per cliënt is de extreme zorgzwaarte meegenomen. De extreme zorgzwaarte is in de berekening van het budget buiten beschouwing gelaten.

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007



Met betrekking tot groep 3 (fte>1,0) blijkt, dat de ZZP’s slechts voor twee voorzieningen meer dan 1 fte opleveren. Indien naar de budgetten wordt gekeken, dan komt voor de V&V een behoorlijk uniform beeld naar voren: de meeste voorzieningen komen uit op een budget van €50.000-52.000 per cliënt. De voorzieningen met de nummers 19 en 20 vallen hierin op doordat de budgetten per cliënt iets hoger liggen, voorziening 23 valt op doordat het budget lager ligt. Voor de GZ-cliënten komen behoorlijke verschillen naar voren. De budgetten per cliënt variëren van circa €42.000 tot bijna €73.000. Deze verschillen zijn te verklaren door de verschillen in cliëntenpopulatie: de voorzieningen met relatief hoge budgetten per cliënt, hebben voornamelijk cliënten in huis in de hogere ZZP’s.

2.3.5

Vergelijking In onderstaande tabel zijn de gegevens uit de vorige twee paragrafen gecombineerd. Bij de totaalvergelijking zijn de gegevens van voorziening 1 buiten beschouwing gelaten. Deze lijken niet reëel om de vergelijking mee te maken. Daarnaast zijn ook de gegevens van de voorzieningen 12 tot en met 18 buiten beschouwing gelaten, omdat van deze voorzieningen de huidige budgetten niet bekend zijn.

nr KWV sector groep

Budget ZZP in euro’s

huidig budget BPM in euro’s

procentueel huidig Procentueel verschil ZZPbudget verschil ZZP opgegeven opgegeven – budget budget in euro’s BPM

8

GGZ

1

1.122.896

1.026.000

9%

52.460

2.040%

21

GZ

1

707.117

163.392

333%

761.703

-7%

2

GZ

2

292.495

284.353

3%

199.169

47%

3

GZ

2

301.272

413.111

-27%

190.251

58%

14

GZ

2

364.358

256.580

42%

-

-

16

GZ

2

253.895

459.074

-45%

-

-

17

GZ

2

381.396

434.777

-12%

-

-

9

GZ

3

496.376

204.440

143%

613.921

-19%

12

GZ

3

409.635

329.678

24%

-

-

13

GZ

3

392.072

439.718

-11%

-

-

15

GZ

3

388.768

334.113

16%

-

-

18

GZ

3

392.072

338.547

16%

-

-

4

VV

2

1.415.397

1.493.912

-5%

1.859.000

-24%

5

VV

2

1.223.699

1.280.496

-4%

1.251.278

-2%

6

VV

2

1.535.811

1.280.496

20%

1.251.278

23%

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007



nr KWV sector groep

Budget ZZP in euro’s

huidig budget BPM in euro’s

procentueel huidig Procentueel verschil ZZPbudget verschil ZZP opgegeven opgegeven – budget budget in euro’s BPM

7

VV

2

303.534

320.124

-5%

328.050

-7%

10

VV

2

8.300.538

7.629.622

9%

8.300.000

0%

11

VV

2

7.373.511

7.629.622

-3%

7.500.000

-2%

19

VV

2

686.200

640.248

7%

715.992

-4%

20

VV

2

3.302.228

3.201.240

3%

2.691.141

23%

22

VV

2

313.097

320.124

-2%

284.844

10%

23

VV

2

866.668

1.067.080

-19%

1.241.000

-30%

1

VV

3

6.712.610

1.687.443

298%

9.289.839

-28%

5%4 27.240.088

4%4

Totaal4

28.240.838 26.954.259

Tabel 5. Vergelijking ZZP-budget met huidig budget

Tabel 5 laat een divers beeld zien. Voor een aantal woonvoorzieningen geldt dat er een relatief klein verschil te zien is tussen het berekende ZZP-budget en het budget dat is berekend op basis van de budgetparameters, maar wanneer wordt vergeleken met het opgegeven budget, ontstaat er een groot verschil. Voorbeelden hiervan zijn voorzieningen met de nummers 8 en 2. Omgekeerd komt dit ook voor, zie bijvoorbeeld voorziening 21 en ook voorziening 1. Wanneer wordt uitgegaan van de vergelijking met de huidige opgegeven budgetten, dan blijkt dat voor zeven woonvoorzieningen geldt dat het verschil maximaal 10% is, positief dan wel negatief. Nog eens zes voorzieningen laten een verschil tussen de 10 en 30% zien. Over het geheel is een verschil berekend van 4%, waarbij voorziening 1 in de V&V en de voorzieningen 12 tot en met 18 in de GZ buiten beschouwing zijn gelaten. Uitgaande van de vergelijking met de huidige bekostigingsparameters geldt dat voor 11 voorzieningen het verschil niet groter is dan 10%. Voor acht voorzieningen ligt het verschil tussen 10 en 30%. In totaal is een verschil berekend van 5%.

4 Voor de totaalvergelijking zijn de voorzieningen 1 en 12 tot en met 18 buiten beschouwing gelaten. MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 1.

Vragenlijst niet-grootschalige woonvormen

Algemene contactgegevens Naam organisatie

[Klik hier en typ naam]

Naam contactpersoon


Telefoonnummer contactpersoon

[Klik hier en typ telefoonnummer]

E-mailadres contactpersoon

[Klik hier en typ e-mailadres]

Naam kleinschalige woonvorm


A ANDACHTSPUNTEN BIJ HET BEANTWOORDEN VAN DE VRAGEN Het gaat om toegelaten AWBZ-instellingen die aan (een deel van) hun cliënten zorg leveren in kleinschalige woonvoorzieningen. Denk aan groepswoningen of individueel geclusterd wonen. Deze (groeps)woningen kunnen los in de wijk zijn gesitueerd of naast c.q. binnen de zorginstelling zijn ondergebracht. Criterium is dat de zorgaanbieder het verblijf c.q. de huisvesting voor de cliënt organiseert en financiert uit de AWBZ (intramuraal, niet via PGB en extramurale beleidsregel). Vragen beantwoorden op basis van de situatie zoals deze van toepassing is ten tijde van de score van de ZZP’s (peildatum: 1 november 2006); De vragen met betrekking tot de inzet van het personeel en de financiering hebben betrekking op de organisatorische groepsgrootte. Bijvoorbeeld: er wonen 6 cliënten in één woning maar ten behoeve van de inzet van personeel en de financiering wordt door de organisatie uitgegaan van 3 groepswoningen, de organisatorische groepsgrootte is 18. Voor meerdere kleinschalige woonvoorzieningen c.q. organisatorische eenheden vragen wij u een aparte vragenlijst in te vullen voor die vragen waarbij de antwoorden van de deelnemende kleinschalige woonvormen van elkaar afwijken.

Beschrijving situatie kleinschalige woonvoorziening 1.

Binnen welke sector is deze kleinschalige woonvoorziening gerealiseerd?

2.

V&V GGZ GZ

Æ

VG LG ZG auditief ZG visueel

Voor welke doelgroep heeft u deze kleinschalige woonvoorziening georganiseerd? [Klik hier en typ uw antwoord]

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 1.

3.


Op welke wijze heeft u de kleinschalige woonvoorziening georganiseerd? [Klik hier en typ uw antwoord]

4.

Wat is de groepsgrootte vanuit het perspectief van de cliënt? [Klik hier en typ uw antwoord]

5.

Hoe is de woonsituatie van de cliënten vormgegeven?

zelfstandige wooneenheid: [Klik hier en typ uw antwoord] onzelfstandige wooneenheid: [Klik hier en typ uw antwoord] Beschikken de cliënten over een eigen zit-/slaapkamer, keuken en/of sanitaire ruimte?

ja, toelichting: [Klik hier en typ uw antwoord] nee, toelichting: [Klik hier en typ uw antwoord]

6.

Wat is de organisatorische groepsgrootte? Bijvoorbeeld: er wonen 6 cliënten in één woning maar ten behoeve van de inzet van personeel en de financiering wordt door de organisatie uitgegaan van 3 groepswoningen, de organisatorische groepsgrootte is 18. [Klik hier en typ uw antwoord]

7.

Op welke wijze is de inzet van het personeel voor de cliënten van de kleinschalige woonvorm georganiseerd? Denk hierbij o.a. aan centraal vanuit de grootschalige woonvorm of decentraal op de kleinschalige woonvorm, op de organisatorische groepsgrootte of ‘per woning’. Medewerkers woonzorg: Dagbesteding: Behandelaars: Overige cliëntgebonden medewerkers:

8.

hier hier hier hier

en en en en

typ typ typ typ

uw uw uw uw

antwoord] antwoord] antwoord] antwoord]

Waar is de kleinschalige woonvoorziening gesitueerd?

9.

[Klik [Klik [Klik [Klik

in de wijk: [Klik hier en typ uw antwoord] op het terrein van de zorginstelling: [Klik hier en typ uw antwoord] binnen de zorginstelling: [Klik hier en typ uw antwoord] anders: [Klik hier en typ uw antwoord]

Welke faciliteiten van de grootschalige woonvorm worden benut? Hierbij valt onder andere te denken aan centrale keuken, groepsruimten, linnenservice, schoonmaak, nachtdienst. [Klik hier en typ uw antwoord]

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 1.

10.


Bijzonderheden/overige relevante opmerkingen [Klik hier en typ uw antwoord]

Score in termen van nieuwe bekostigingssystematiek 11.

Kunt u voor de cliënten die behoren tot de kleinschalige woonvorm aangeven welke ZZP’s van toepassing zijn en hoeveel cliënten dit per ZZP betreft? Voor het invullen van onderstaande tabel kunt u in het ZZP-scoreprogramma gebruik maken van de rapportage 1: Overzicht gescoorde ZZP’s. Deze rapportage vindt u op afdelingsniveau. Definitief ZZP

12.

Aantal cliënten

Bij hoeveel cliënten van de kleinschalige woonvorm is aangegeven dat er sprake is van extreme zorgzwaarte? [Klik hier en typ uw antwoord] Voor het invullen van deze vraag kunt u in het ZZP-scoreprogramma gebruik maken van rapportage 3: Extreme zorgzwaarte. Deze rapportage vindt u op afdelingsniveau. Onder extreme zorgzwaarte is in het ZZP-scoreprogramma verstaan: Indien er geen toereikend ZZP is vanwege extreme zorgzwaarte. Extreme zorgzwaarte kan bijvoorbeeld worden veroorzaakt door ernstige meervoudige problematiek of door complicerende factoren als extreme gedragsproblematiek of aidsproblematiek. Indien u van mening bent dat geen enkel ZZP toereikend is voor een cliënt, heeft u in het ZZPscoreprogramma ‘ja’ aangevinkt. U geeft hiermee aangegeven dat er bovenop de zorg van het best passende ZZP, extra zorg nodig is vanwege extreme zorgzwaarte.

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 1.


Inzet personeel t.b.v. van vergelijking met score ZZP 13.

Wat is de huidige personele inzet voor de component woonzorg (aantal fte) van uw hele intramurale instelling? Zie onderstaand kader voor definitie woonzorg/woonzorgteam. Fte = full time equivalent De opgave van fte moet exclusief logeren en/of nachtopvang zijn en uitsluitend betrekking hebben op de intramurale zorg. [Klik hier en typ uw antwoord] Indien de formatiegegevens volledig zijn ingevuld in het ZZP-scoreprogramma kunt u gebruik maken van rapportage 2: overzicht omvang formatie en vergelijking met de ZZP’s. De waarde die staat aangegeven in de kolom aantal fte ingevoerd kunt u hierbij overnemen (eventueel na correctie logeren en/of nachtopvang).

14.

Wat is de huidige personele inzet voor de component woonzorg (aantal fte) ten behoeve van de organisatorische groepsgrootte van de kleinschalige woonvorm? Zie onderstaand kader voor definitie woonzorg/woonzorgteam. Fte = full time equivalent De opgave van het aantal fte moet exclusief logeren en/of nachtopvang zijn en uitsluitend betrekking hebben op de intramurale zorg. [Klik hier en typ uw antwoord] Indien de formatiegegevens volledig zijn ingevuld in het ZZP-scoreprogramma kunt u gebruik maken van rapportage 2: overzicht omvang formatie en vergelijking met de ZZP’s. U krijgt dan een overzicht per afdeling. Hierbij ziet u tevens welke formatie is aangegeven voor de onderzoekspopulatie. De waarde die staat aangegeven in de kolom aantal fte ingevoerd kunt u hierbij overnemen (eventueel na correctie logeren en/of nachtopvang). Tot het woonzorgteam behoren bijvoorbeeld de volgende medewerkers: begeleiders; helpenden; verzorgenden; verpleegkundigen; leerlingen/stagiaires met een leer-/arbeidsovereenkomst. Hiertoe behoren ook de leidinggevenden voor het deel dat zij betrokken zijn bij de directe zorglevering aan de intramurale cliënten op de afdeling. Ook eventuele externe medewerkers die ten laste van de AWBZ worden ingehuurd, dienen hierin te worden meegenomen. Niet tot het woonzorgteam behoren medewerkers die betrokken zijn bij de levering van de functie verblijf (waaronder ook de huishoudelijke verzorging), de dagbesteding en behandeling. Voorbeelden van dergelijke groepen medewerkers zijn: activiteitenbegeleiders; behandelaars (medici en paramedici); huishoudelijk medewerkers (bijvoorbeeld schoonmaakpersoneel); keukenpersoneel; facilitaire dienst; MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 1.


welzijnsmedewerkers. (bron: handleiding ZZP-scoreprogramma – versie 1.0) Voor het opgeven van de formatie van het woonzorgteam kunt u mogelijk gebruik maken van de opgegeven formatie op afdelingsniveau in het ZZP-scoreprogramma. De gedefinieerde afdeling in het ZZP-scoreprogramma dient dan wel de corresponderen met de onderzoekspopulatie in dit onderzoek (de kleinschalige woonvorm).

Financiële gegevens huidige situatie Uitgangspunt bij de beantwoording van onderstaande vragen is de situatie zoals deze van toepassing was in 2006, met peildatum 1 november 2006. 15.

Welke bekostigingsparameters zijn van toepassing voor de cliënten van uw intramurale instelling (uitgangspunt situatie 2006) en hoeveel cliënten betreft het? (zie bijlage 1 voor overzicht bekostigingsparameters). Bekostigingsparameter

16.

Aantal cliënten

Hoeveel intramurale cliënten heeft u op peildatum (1 november 2006) in zorg? [Klik hier en typ uw antwoord]

17.

Welke bekostigingsparameters zijn van toepassing voor de cliënten in deze kleinschalige woonvorm (uitgangspunt 2006)? Bekostigingsparameter

Aantal cliënten

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 1.


Bekostigingsparameter

18.

Aantal cliënten

Wordt de kleinschalige woonvorm uitsluitend gefinancierd met AWBZmiddelen?

ja nee Æ

Van welke financiering bronnen maakt de kleinschalige woonvorm verder nog gebruik? [Klik hier en typ uw antwoord]

19.

Kunt u aangeven wat uw huidige AWBZ-budget is voor het leveren van de intramurale zorg? Het gaat hier uitsluitend om de middelen die worden gefinancierd met middelen uit de AWBZ (exclusief kapitaalslasten). [Klik hier en typ uw antwoord]

20.

Kunt u aangeven welk percentage van het totale budget wordt ingezet voor de kleinschalige woonvorm? [Klik hier en typ uw antwoord]

21.

Beschikt u voor deze organisatorische groepsgrootte over een kostprijsonderzoek?

ja Æ zie vraag 22 nee

22.

Zou u uw kostprijsonderzoek beschikbaar willen stellen voor dit onderzoek?

ja nee

Ruimte voor aanvullende opmerkingen: [Klik hier en typ uw antwoord]

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 2.

Omschrijving woonvormen

Woonvorm

1

Sector

Verpleging en verzorging

Doelgroep

Cliënten met een somatische en psychogeriatrische grondslag

Groepsgrootte vanuit perspectief cliënt

6 maximaal 7 cliënten

Woonsituatie

Onzelfstandige wooneenheid. Eigen zit/slaapkamer. Gedeelde keuken en sanitaire ruimte.

Organisatorische groepsgrootte5

120 maximaal 140 cliënten. Totaal van 20 woningen: 8 woningen in cluster somatiek en 12 woningen in cluster psychogeriatrie.

Organisatie inzet personeel:

Medewerkers woonzorg

Decentraal, per 2 wooneenheden

Dagbesteding

Centraal

Behandelaars

Centraal, waarbij behandelaars op basis van hun specialisatie verdeeld zijn over de twee clusters

Overige cliëntgebonden medewerkers

Wasverzorging, schoonmaak en koken maken integraal onderdeel uit van het takenpakket van de medewerkers woonzorg

Situering

Binnen de muren van de zorginstelling

Gebruik faciliteiten grootschalige woonvorm

Groepsruimtes, ruimtes activiteitenbegeleiding, stiltecentrum, nachtdienst en winkel

5 Organisatorische groepsgrootte: er wonen bijvoorbeeld 6 cliënten in één woning maar ten behoeve van de inzet van het personeel en de financiering wordt door de organisatie uitgegaan van 3 groepswoningen, de organisatorische groepsgrootte is dan 18.

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 2.


Woonvorm

2

Sector

Gehandicaptenzorg

Doelgroep

Cliënten met een ernstig- of zeer ernstige verstandelijke handicap


5 cliënten

Woonsituatie

Onzelfstandige wooneenheid. Eigen slaapkamer. Gedeelde zitkamer, keuken en sanitaire ruimte.

Organisatorische groepsgrootte

5 cliënten. Woning maakt deel uit van een afdeling van totaal 21 cliënten.



Decentraal

Dagbesteding

Centraal

Behandelaars

Centraal


Schoonmaak en koken maken integraal onderdeel uit van het takenpakket van de medewerkers woonzorg

Situering

In de wijk


Geen

Woonvorm

3

Sector

Gehandicaptenzorg

Doelgroep

Cliënten met een lichte- of matige verstandelijke handicap en een ernstige gedragsproblematiek


6 cliënten

Woonsituatie



6 cliënten. Woning vormt samen met 3 ander woningen 1 afdeling.



Decentraal

Dagbesteding

Centraal

Behandelaars

Centraal


Schoonmaak en koken maken integraal onderdeel uit van het takenpakket van de medewerkers woonzorg

Situering

In de wijk


Geen

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 2.


Woonvorm

4

Sector


Doelgroep

Cliënten met een psychogeriatrische grondslag


7 cliënten

Woonsituatie

Onzelfstandige wooneenheid. Vijf cliënten hebben een eigen zit/slaapkamer, twee cliënten delen de zit/slaapkamer. Keuken en sanitaire ruimte worden gedeeld.


28 cliënten



Decentraal

Dagbesteding

Decentraal

Behandelaars

Centraal


Decentraal

Situering

In de wijk


Centraal georganiseerde welzijnsactiviteiten.

Woonvorm

5

Sector


Doelgroep



6 cliënten

Woonsituatie

Onzelfstandige wooneenheid. 4 cliënten hebben een eigen zit-/slaapkamer. 2 cliënten delen een zit-/slaapkamer. Gedeelde keuken en sanitaire ruimte.


24 cliënten



Decentraal

Dagbesteding

Centraal

Behandelaars

Centraal


Centraal

Situering

Op het terrein van de zorginstelling


Groepsruimte voor welzijnsactiviteiten

Bijzonderheden

Dagelijkse boodschappen worden samen met de bewoners in de winkel op het terrein gedaan

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 2.


Woonvorm

6

Sector


Doelgroep



7, maximaal 8 cliënten

Woonsituatie

Onzelfstandige wooneenheid. 2 cliënten hebben een eigen zit-/slaapkamer. 6 cliënten delen een zit-/slaapkamer. Gedeelde keuken en sanitaire ruimte.


24 cliënten



Decentraal

Dagbesteding

Centraal

Behandelaars

Centraal


Centraal

Situering



Groepsruimte voor welzijnsactiviteiten

Bijzonderheden

Dagelijkse boodschappen worden samen met de bewoners in de winkel op het terrein gedaan

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 2.


Woonvorm

7

Sector


Doelgroep



6 maximaal 7

Woonsituatie

Onzelfstandige wooneenheid. Eigen slaapkamer en sanitaire ruimte. Gedeelde zitkamer en keuken.


6 maximaal 7



Decentraal

Dagbesteding

Deels centraal/deels decentraal

Behandelaars

Centraal


Centraal

Situering



De nachtdienst wordt centraal georganiseerd, een aantal woningen wordt hierbij geclusterd. Indien gewenst kan er gebruik worden gemaakt van bijvoorbeeld het restaurant of verenigingsactiviteiten in het eveneens op het terrein aanwezige hoofdgebouw van de zorginstelling.

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 2.


Woonvorm

8

Sector

Geestelijke gezondheidszorg

Doelgroep

Doelgroep 1: cliënten die veel begeleiding en structuur nodig hebben in hun dagelijks leven. Doelgroep 2: cliënten die vrij zelfstandig functioneren en met een traject richting zelfstandig wonen bezig zijn.


3 woningen voor 2 cliënten 1 woning voor 6 cliënten 4 woningen voor 4 cliënten

Woonsituatie



28 cliënten



Decentraal

Dagbesteding

N.v.t.

Behandelaars

N.v.t.


N.v.t.

Situering

In de wijk. De woningen zijn in een cirkel gebouwd en hebben een gemeenschappelijke binnentuin.


Schoonmaak

Bijzonderheden

Voorzieningen zoals bibliotheek, winkels, NS station en Cultureel Centrum op loopafstand.

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 2.


Woonvorm

9

Sector

Gehandicaptenzorg

Doelgroep

Groepswoning: jong volwassen cliënten met een verstandelijke handicap Appartementen: cliënten met een ernstig meervoudige handicap


Groepswoning: 4 cliënten Geclusterde appartementen: 1 cliënt

Woonsituatie

Groepswoning: onzelfstandige wooneenheid. Eigen slaapkamer. Gedeelde zit-/speelkamer, keuken en aangepaste verzorgingsruimten. Appartementen: volledig zelfstandige wooneenheden.


8 cliënten



Decentraal. Nachtdienst en aansturing centraal georganiseerd.

Dagbesteding

Centraal

Behandelaars

Centraal


Centraal

Situering

Geïntegreerd in de wijk. Normale geschakelde woningen in een seniorencomplex die horizontaal gesplitst zijn. De tuin wordt gedeeld met andere bewoners en onderhouden door de woningstichting.


Geen

Bijzonderheden

Ontstaan vanuit een ouder initiatief

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 2.


Woonvorm

10

Sector


Doelgroep

Cliënten met een somatische en psychogeriatrische grondslag


8 cliënten

Woonsituatie

Onzelfstandige wooneenheid. Eigen slaapkamer. Gedeelde woonkamer, keuken en sanitaire ruimtes.


25 cliënten



Vaste medewerkers op de wooneenheid met ondersteuning vanuit de centrale organisatie

Dagbesteding

Vaste medewerkers op een groep

Behandelaars

Centraal


N.v.t.

Situering

In de wijk


Centrale groepsruimtes waaronder restaurant en bibliotheek. Beddengoed centraal gewassen. Nachtdienst centraal georganiseerd.

Woonvorm

11

Sector


Doelgroep

Dementerende cliënten


8 maximaal 9 cliënten

Woonsituatie

Onzelfstandige wooneenheid. Eigen slaapkamer. Gedeelde woonkamer, keuken en sanitaire ruimtes.


25 cliënten



Centraal

Dagbesteding

Centraal

Behandelaars

Centraal


Centraal

Situering



Groepsruimten, schoonmaak van algemene ruimten, nachtdiensten, centrale inkoop, linnenservice.

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 2.


Woonvorm

12

Sector

Gehandicaptenzorg

Doelgroep

Jong volwassen cliënten met een verstandelijke en zintuiglijke (auditieve) handicap


6 cliënten

Woonsituatie

Onzelfstandige wooneenheid. Eigen zit/slaapkamer. Gedeelde keuken en sanitaire ruimtes.


6 cliënten



Decentraal

Dagbesteding

Centraal

Behandelaars

Centraal


N.v.t.

Situering

In de wijk


Centrale keuken. Algemene voorzieningen: sportruimte, zwembad, speel-o-theek, kerk. Centrale nachtdienst, aangevuld met een wakende of slapende wacht

Woonvorm

13

Sector

Gehandicaptenzorg

Doelgroep

Kinderen met een verstandelijke handicap en gedragsproblematiek


6 cliënten

Woonsituatie



6 cliënten



Decentraal

Dagbesteding

Centraal, bij eigen CTG-nummer of ander CTG-nummer

Behandelaars

Centraal


N.v.t.

Situering



Centrale keuken. Algemene voorzieningen: sportruimte, zwembad, speel-o-theek, kerk. Centrale nachtdienst

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 2.


Woonvorm

14

Sector

Gehandicaptenzorg

Doelgroep

Cliënten met een verstandelijke en zintuiglijke (auditieve) handicap


6 cliënten

Woonsituatie



6 cliënten



Decentraal

Dagbesteding


Behandelaars

Centraal


N.v.t.

Situering

In de wijk


Centrale keuken. Algemene voorzieningen: sportruimte, zwembad, speel-o-theek, kerk. Centrale nachtdienst

Woonvorm

15

Sector

Gehandicaptenzorg

Doelgroep

Cliënten met een ernstige verstandelijke handicap


6 cliënten

Woonsituatie



6 cliënten



Decentraal

Dagbesteding


Behandelaars

Centraal


N.v.t.

Situering

In de wijk


Centrale keuken. Algemene voorzieningen sportruimte, zwembad, speel-o-theek, kerk. Centrale nachtdienst, aangevuld met een wakende of slapende wacht.

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 2.


Woonvorm

16

Sector

Gehandicaptenzorg

Doelgroep

Jong volwassen cliënten en kinderen met een licht verstandelijke handicap


6 cliënten

Woonsituatie



6 cliënten



Decentraal

Dagbesteding


Behandelaars

Centraal


N.v.t.

Situering

In de wijk


Centrale keuken. Algemene voorzieningen: sportruimte, zwembad, speel-o-theek, kerk. Centrale nachtdienst, aangevuld met een wakende of slapende wacht.

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 2.


Woonvorm

17

Sector

Gehandicaptenzorg

Doelgroep

(Jong) volwassen cliënten en kinderen met een (zeer) ernstige verstandelijke handicap


6 cliënten

Woonsituatie



6 cliënten



Decentraal

Dagbesteding


Behandelaars

Centraal


N.v.t.

Situering

In de wijk


Centrale keuken. Algemene voorzieningen: sportruimte, zwembad, speel-o-theek, kerk. Centrale nachtdienst, aangevuld met een wakende of slapende wacht.

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 2.


Woonvorm

18

Sector

Gehandicaptenzorg

Doelgroep

Cliënten met een verstandelijke handicap en gedragsproblematiek


6 cliënten

Woonsituatie



6 cliënten



Decentraal

Dagbesteding


Behandelaars

Centraal


N.v.t.

Situering

In de wijk


Centrale keuken. Algemene voorzieningen: sportruimte, zwembad, speel-o-theek, kerk. Centrale nachtdienst.

Woonvorm

19

Sector

Verpleging en Verzorging

Doelgroep



6 cliënten

Woonsituatie

Zelfstandige wooneenheid. Eigen zit/slaapkamer, keuken en/of sanitaire ruimte.


12 cliënten



Decentraal

Dagbesteding

Decentraal (per werkregio)

Behandelaars



Activiteitenbegeleiders zijn geïntegreerd in de woonzorgteams.

Situering



Keuken, linnenservice en groepsruimtes

Bijzonderheden

Geen gebruik meer mogelijk van centrale nachtdienst ivm. veel vallen van cliënten

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 2.


Woonvorm

20

Sector


Doelgroep

Cliënten met een psychogeriatrische en somatische grondslag


6 cliënten

Woonsituatie

Onzelfstandige wooneenheid. Eigen zit/slaapkamer en keuken. Gedeelde sanitaire ruimtes.


60 cliënten



Decentraal

Dagbesteding


Behandelaars



Activiteitenbegeleiders zijn geïntegreerd in de woonzorgteams

Situering



Keuken, linnenservice, groepsruimte en nachtdienst

Woonvorm

21

Sector

Gehandicaptenzorg

Doelgroep

Cliënten met een verstandelijke handicap


1 cliënt

Woonsituatie

Zelfstandige wooneenheid. Eigen zit/slaapkamer en keuken en/of sanitaire ruimtes.


16 cliënten



Decentraal

Dagbesteding


Behandelaars



Activiteitenbegeleiders zijn geïntegreerd in de woonzorgteams.

Situering

In de wijk


Keuken, linnenservice, groepsruimte en nachtdienst

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 2.


Woonvorm

22

Sector


Doelgroep



6 cliënten

Woonsituatie

Onzelfstandige wooneenheid. Eigen zit/slaapkamer. Gedeelde woonkamer, keuken en sanitaire ruimten.


6 cliënten



Decentraal

Dagbesteding

Decentraal

Behandelaars

Centraal


Zowel centraal als decentraal

Situering

In de wijk grenzend aan de zorginstelling


Schoonmaak. Incidenteel centrale keuken, groepsruimten, noodhulp en MBVO.

Woonvorm

23

Sector


Doelgroep



6 maximaal 7

Woonsituatie

Onzelfstandige wooneenheid. Eigen zit/slaapkamer, sanitaire ruimte gedeeld door 2 cliënten. Keuken gedeeld door de 3 woongroepen.


20 cliënten



Decentraal

Dagbesteding

Decentraal

Behandelaars

Centraal


Decentraal. Huishoudelijk medewerkers, tuinman, faciliterende ondersteuning

Situering

In de wijk


Advisering op facilitair gebied, tuinwerkzaamheden, ondersteuning van personeel en opleidingen, administratieve ondersteuning, bewonersadministratie, verpleegkundige achterwacht 24 uur per dag en technisch onderhoud.

Bijzonderheden

Maaltijden worden zelf bereid. Gedeelte was wordt zelf gedaan.

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Bijlage 3.

ZZP-score niet-grootschalige woonvormen

VV volgnr. sector groep 01 8

GGZ

VV 02

VV 03

VV 04

VV 05

VV 06

VV 07

VV 08

VV 09

VV 10

VG 01

VG 02

VG 03

VG 04

VG 05

VG 06

VG 07

LG 07

1

21

GZ

1

2

GZ

2

3

GZ

2

14

GZ

2

16

GZ

2

17

GZ

2

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

4

9

2

0

1

2

1

0

1

1

3

1

0

0

1

1

3

GGZ 02

GGZ 03

GGZ 04

GGZ 05

GGZ 06

7

7

8

3

1

2

GGZ 07

1

2 1

GGZ 01

3 1

2

1

1

2

9

GZ

3

3

1

12

GZ

3

1

2

3

4

13

GZ

3

15

GZ

3

4

1

18

GZ

3

4

VV

2

1

21

5

VV

2

1

21

2

6

VV

2

5

18

7

5 1

5 1

1

4

7

VV

2

0

0

0

0

6

0

0

0

0

0

10

VV

2

8

7

5

6

38

44

40

3

4

7

11

VV

2

6

3

0

11

85

1

30

0

2

6

19

VV

2

20

VV

2

2

2

4

11

6

25

5

5

22

VV

2

1

3

5

5

4

23

VV

2

1

1

VV

3

2

2

5

11

6

2

61

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

4

0

0

8 2 1 20

13

1 2

1

1

1

1

4

1

Tabel 3.1. ZZP verdeling niet grootschalige woonvormen.

MK/07/ 2725/i mz1, © HHM 2007


Eerste verkenning effecten van de invoering van zorgzwaartebekostiging voor niet- grootschalige woonvormen

Recommend Documents