Eerste Hulp Bij Overhoren of bij geen zin in leren, werkstukken maken, spreekbeurten en nog veel meer Kan leren leuker, makkelijker en spannender? Jazeker! Niet iedereen heeft zin in leren maar je kunt wel léren leren en er meer plezier in krijgen. Dit dossier, gebaseerd op het boek ‘Breinlink voor Ouders’ van Gerjanne Dirksen en Hulda Möller, gaat over de werking van het kinder- en tienerbrein en hoe jij je kind het best kunt helpen leren. Oftewel hoe huiswerk maken een feestje wordt.
‘Blèh, ik moet nog huiswerk maken’ (Dat kan ook anders)
Liefde voor leren, kun je leren
Je ziet pas ontwikkeling als je in ontwikkeling gelóóft 51
Elke maand 16 pagina’s verdieping over een onderwerp dat jouw als ouder boeit.
Een tienerbrein kun je vergelijken met een wilde olifant met daarop een berijder zonder rijbewijs Slimme proef Honderden kinderen uit de brugklas van een middelbare school krijgen allemaal acht wekelijkse sessies over leren, studievaardigheden en het brein. Van tevoren zijn ze getest op hun leermotivatie. Intussen worden hun resultaten op wiskunde bijgehouden. Maar ze krijgen niet allemaal hetzelfde. De experimentele groep krijgt lessen van een half uur over maakbaarheid van het brein. Woorden als ‘slim’ of ‘stom’ komen niet aan bod. De andere groep (controlegroep) krijgt juist les in studievaardigheden en gebieden in het brein. Juffen en meesters weten niet wie in welke groep zit. Wat blijkt? Kinderen uit de eerste groep hebben een opvallend hogere leermotivatie. En op termijn vertoont deze groep ook een stijgende lijn in de resultaten op wiskunde, in tegenstelling tot de controlegroep. Als jij je kind vertelt over de maakbaarheid van het brein wordt zijn leermotivatie hoger. Je kind weet daardoor dat je ergens beter in kunt worden en dat er dan veranderingen in je brein komen. Als hij er tenminste wat voor doet en het goed aanpakt
52
De olifant en de berijder Hoe vaak je ook denkt dat gedrag op bewuste keuzes is gebaseerd, het tegendeel is waar. Veel van onze keuzes maken we op basis van onbewuste processen in ons brein. Stel je een grote olifant voor, met erbovenop de berijder die hem aanstuurt. De olifant staat voor je emotionele en onbewuste kant, maar ook voor de automatische piloot in je hoofd. De berijder is je rationele, bewuste kant. Beide hebben elkaar heel hard nodig. De berijder plant het doel, de route en geeft richting aan die grote olifant.
allerlei hersensystemen aan om zich verder te ontwikkelen en te rijpen.
Hij heeft die olifant tenslotte nodig om ergens te komen, hij zorgt voor de
Je zou kunnen zeggen dat tieners te maken hebben met een wilde, jonge
beweging. De olifant staat voor emoties, onbewuste handelingen en
olifant en een berijder zonder rijbewijs.
denkpatronen. Die wil vooral pijn vermijden, en plezier en verlangen
Kinderen aan het einde van de basisschool lijken al zelfstandig. Als vader
opzoeken. Alleen dán komt hij in beweging.
of moeder ben je dan al snel geneigd ze minder te sturen en te begeleiden. Maar omwille van die r ijbewijsloze berijder en die wilde olifant hebben ze
Structuur en begeleiding
juist in deze periode veel structuur, begeleiding en ondersteuning bij
Die olifant staat ook voor gewoontes en denkpatronen die je ontwikkeld
planning nodig.
Verkeerde afslag Mit, nach, bei, seit, von, zu, aus, ausser, engegen, gegenüber. Kun jij dat ene lijstje met die Duitse voorzetsels ook nog steeds moeiteloos opdreunen? Het verliezen van sterke verbindingen duurt over het algemeen heel lang. De sterkere routes in ons brein zijn niet zomaar weg.
hebt. Wanneer hij eenmaal een paar keer hetzelfde pad heeft gelopen, kan hij de route vinden zonder bewuste aansturing of energie van de berijder.
Vroege vogel of laatbloeier
Als je bijvoorbeeld wilt afvallen, is het lastig om vol te houden alleen op
Elk brein ontwikkelt zich op eigen snelheid. Als je vindt dat je kind wat
wilskracht, op aansturing. Bewuste wil en focus kost heel veel energie
achterloopt in een bepaalde functie, kan het juist in een andere functie
(en glucose). Je laat je sneller verleiden om toch maar weer die koekjes
weer wat voorlopen. Je hoeft niet altijd in te grijpen of je zorgen te maken,
op te eten of op de bank te blijven hangen. Die duizenden kilo’s van een
vaak is het gewoon een kwestie van tijd gunnen aan het brein van je kind
olifant in beweging te krijgen, weg te blijven bij die koekjes, kost een
om te rijpen, en hem ondersteunen en begeleiden in die functies die nog
volwassene al heel erg veel energie. Voor een kind is dat nog een stuk
wat minder ontwikkeld zijn. Er zijn nu eenmaal bijzondere, vroege vogels,
ingewikkelder. Zo vanaf het 11e levensjaar van een kind zetten hormonen
maar ook heel mooie laatbloeiers.
53
Elke maand 16 pagina’s verdieping over een onderwerp dat jouw als ouder boeit.
De fixed mindsetter • Wil graag slim overkomen, durft niet af te gaan • Vermijdt daarom nieuwe uitdagingen of complexe taken • Negeert kritiek • Ervaart hindernissen als lastig • Ziet inspanning als nutteloos (is een bewijs dat je ergens niet goed in bent ) • Ondermijnt zelfvertrouwen • Verdeelt de wereld in twee kampen: slim of dom
De groei-mindsetter • Gelooft dat je beter kunt worden door veel te oefenen, te leren van fouten en het steeds opnieuw te proberen • Omarmt uitdagingen. Ziet hindernissen en tegenslagen als kans om een andere tactiek te proberen • Geeft niet snel op • Heeft eigen voortgang als meetlat, niet het succes van anderen • Haalt zelfvertrouwen uit leren
Een kwestie van de juiste mindset Een portie OOO
Test je mindset!
Er wordt maar zelden een Einstein geboren. En toch telt de wereld
Stelling 1: Intelligentie staat min of meer vast
miljoenen intelligente mensen. Laat je niet afleiden door het eerste
Stelling 2: Je bent nu eenmaal een bepaald type persoon, daar kun je niet
gesprek met de juf, het eerste rapport of zelfs de eerste schooljaren.
veel aan veranderen
Iedereen kan zichzelf ontwikkelen en ergens beter in worden.
Stelling 3: Tekenen is een talent, je hebt het of je hebt het niet
Iemand die veel en gericht oefent, uitdagingen aangaat en leert van fouten, presteert beter dan iemand met meer aanleg die dit allemaal niet
Ben je het met alle bovenstaande stellingen eens, dan heb je een fixed
doet. Aanleg speelt natuurlijk wel een rol, maar is niet allesbepalend.
mindset. Heb je het tegenovergestelde, dan heb je een groei-mindset.
Opvoeding is zelfs belangrijker.
Maar misschien denk je dat tekenen echt een talent is, en dat rekenen nog
Heb je een kind met een aangeboren talent voor ingewikkelde reken
wel aan te leren valt. Als opvoeder heb je waarschijnlijk een mindset die
sommetjes, dan is dat nog geen garantie voor een toekomst als briljant
per gebied verschilt.
wisk undige. Sterker nog, it’s all in the mind. Wetenschappers hebben a angetoond dat een bepaalde mindset zelfs meer bepalend voor het u iteindelijke leerresultaat is dan mogelijk aangeboren talent. Het begint met het geloof dat je iets kunt leren en er beter in kunt worden, een positieve Overtuiging Over Ontwikkelbaarheid (OOO). Een voorbeeld: je dochter vindt voetbal leuk. Haar voetbaltechniek wordt beter als vader, moeder, of vriendinnetjes en vriendjes haar stimuleren op voetbaltraining te gaan. Een goede coach brengt haar steeds wat verder. Haar voetbaltechniek wordt nog beter, want ze gaat twee in plaats van één keer trainen per week. En dus trapt ze met plezier buiten nog een balletje vlak voor het eten. Weer of geen weer. Als ze zou geloven dat ze niet in de wieg was gelegd voor voetballen en dat ‘het’ er niet in zou zitten, dan zou het voor haar alleen maar frustrerend werken als ze door jou naar voetbaltraining wordt gestuurd.
54
Heb je een kind met talent voor rekenen, dan is dat geen garantie voor een toekomst als briljant wiskundige
De ideale mindset Als je het zo op een rijtje zet, lijkt de groei-mindsetter de meeste kans van slagen te hebben. Die durft veel uitdagingen aan te gaan, oefent meer en leert van fouten. Als vader of moeder beïnvloed je, gezegend met zo’n mindset, je kind op een positieve manier. Maar een gezonde portie ‘fixed’ is geen overbodige luxe. Je jaagt jezelf en je kind niet zo makkelijk over de kop door continu nieuwe uitdagingen aan te gaan en de meetlat almaar hoger te leggen. Ben jij voluit een ‘groeier’, dan zul je voortdurend een innerlijke druk ervaren en ligt er misschien wel een burnout op de loer. Hou het in balans.
55
Elke maand 16 pagina’s verdieping over een onderwerp dat jouw als ouder boeit.
Benadruk dat fouten erbij horen en dat leren een kwestie is van veel doen Het beeld wordt werkelijkheid In een Amerikaans onderzoek kregen docenten aan het begin van het schooljaar uit ‘betrouwbare bron’ te horen welke leerlingen waarschijnlijk hogere cijfers zouden gaan halen. Aan het einde van dat jaar hadden de ‘begaafde’ leerlingen inderdaad hogere cijfers. Niet zo gek? Toch wel. De zogenaamde leerlingen met leerpotentie waren toevallig gekozen. De docent gaf hen meer aandacht, meer uitdagingen en meer feedback. Dit leidde uiteindelijk tot betere resultaten en zelfs een hogere IQ-score.
1+1=2 “Blèh, ik moet nog een toets leren.” De meeste kinderen hebben een
je soms een beetje een cliché-mama, die over haar eigen jeugd mijmert,
gezonde dosis tegenzin als het gaat om huiswerk maken. Maar je kunt
nu is het pedagogisch verantwoord. Het helpt echt. Vertel ze verhalen
je kind makkelijk helpen bij het ontwikkelen van een hogere leermotivatie
over de manier waarop jij met fouten en uitdagingen omging. Soms is het
en doorzettingsvermogen. Op meer dan één manier.
even graven, maar je kent vast wel een voorbeeld van iets wat je geleerd hebt met vallen en opstaan, van steeds opnieuw proberen, van doorzetten.
1. Vertel over de maakbaarheid van het brein Alleen al je kind vertellen over de maakbaarheid van het brein heeft
4. Voer een gesprek met je kind over zijn geloof in
invloed op zijn leermotivatie. Je kind wordt er een goede groei-mindsetter
ontwikkelbaarheid
van. Kinderen begrijpen dan dat ze niet ‘dom’ of ‘slim’ zijn, maar dat ze
Als je merkt dat je kind geen uitdagingen aangaat of snel zijn hoofd laat
zich kunnen ontwikkelen met gerichte inspanning. Leren is niet alleen het
hangen, praat dan met hem. “Hé Thijs, wat is er? Ik zie dat je je koppie
maken van sterke paden in je brein (neurale snelwegen), maar ook nieuwe
laat hangen, lukt het niet? Denk je misschien dat je het niet kunt, dat je er
paadjes en afslagen in je brein kunnen nemen. Bij uitdagingen geven ze
geen aanleg voor hebt? Klopt dat, of zit ik er helemaal naast? Vertel eens?”
minder snel op, fouten zien ze als momenten om van te leren. Je kunt je
Als je merkt dat hij het er toch wel moeilijk mee heeft en dat het hem
brein ontwikkelen, als je er maar in gelooft én de juiste aanpak hanteert.
niet vanzelf afgaat, dan heb je een mooi aanknopingspunt om verder te
Positief formuleren Een opmerking als ‘niet dom’ associeert het brein met ‘dom’ en ‘niet slecht gemaakt’ met slecht gemaakt. Ook in ontkenningen klinken stereotypen of oordelen door. Probeer opmerkingen naar je kind positief te formuleren. ‘Goed aangepakt’ of ‘Hé, wat ben jij vooruit gegaan de laatste tijd!’
praten. Benadruk dan dat hindernissen en fouten erbij horen, dat leren 2. Neem je eigen ontwikkeling onder de loep
en ontwikkelen een kwestie is van veel ervaring opdoen en leren van je
Kijk ook eens naar je eigen ontwikkeling. Vind je dat je je goed ontwikkelt,
fouten. Dat je dan pas echt leert en jezelf ontwikkelt. En vraag door naar
alles eruit haalt wat erin zit? Jij geeft het voorbeeld aan je kind. Voel je je
ervaringen waarbij hij zich wél heeft ontwikkeld. Ook toen hij dacht dat
meer aangetrokken tot de groeigroep of tot de fixed groep? De ouder uit
hij er weinig van terecht zou brengen.
de fixed groep ziet weinig ontwikkeling bij zijn kind. Of het nou meer of minder zijn best doet, of het nou meer of minder presteert.
5. Geef feedback Alles wat je aan aandacht geeft aan je kind, ‘groeit’ in het brein. Als
56
3. Geef voorbeelden over jouw eigen leren en ontwikkeling
je wilt dat jouw kind openstaat voor leren, waardeer dan het leren.
“Toen ik net zo oud was als jij vond ik de hoofdsteden van Europa ook heel
Waardeer vooral inspanning, doorzettingsvermogen en de aanpak
lastig te onthouden, maar ik heb daar een manier voor gevonden.” Voel je
die je kind heeft laten zien.
57
Elke maand 16 pagina’s verdieping over een onderwerp dat jouw als ouder boeit.
Feedback als vliegwiel Mama, de dopaminedealer “Dat is veel te moeilijk voor je, lieverd!” Ooit weleens gehoord toen je klein was? Feedback is bedoeld om van te leren, en toch werkt het niet altijd motiverend. Feedback kan zelfs als bedreigend worden ervaren,
‘Een expert is iemand die op zijn specialisme alle fouten heeft gemaakt die er maar zijn’ (Niels Bohr, een van de grondleggers van de atoomfysica)
waardoor je kind zich afsluit voor leren. Oftewel, in olifanten-berijder-taal: de olifant (de instinctieve, emotionele kant) zal het onder bedreigende omstandigheden willen overnemen van de berijder. De aandacht vernauwt zich en de adrenaline giert door het lijf van je kind. Zijn inwendige olifant heeft de neiging heel hard weg te rennen. Andersom verruimen beloningen en positieve emoties juist de aandacht.
Welk soort feedback, denk je, stimuleert het meeste een groei-mindset?
Dan vloeit de dopamine (de beloningsdrug voor de hersenen) rijkelijk. De stof stimuleert en versterkt nieuwe paden in het brein. Denk aan dingen
A ‘Dat is een goede score’
als eten en seks, maar het werkt ook bij nieuwsgierigheid en ergens beter
(neutrale feedback)
in worden. Je kind staat dan open voor leren. De olifant is tevreden. Jij kunt aan die dopamineknop bij je kind draaien door de autonomie en
B ‘Dat is een goede score. Je hebt er hard voor gewerkt’
status van je kind te verhogen. Laat hem zelf dingen bedenken en onder
(feedback op inspanning)
zoeken. En geef feedback op zijn voortgang en ontwikkeling, en vergelijk je kind niet met anderen. Goed gegeven feedback geeft zelfvertrouwen en is
C ‘Dat is een goede score. Je bent heel slim’
een beloning voor het brein. Dus als je je kind wilt stimuleren te leren, laat
(feedback op intelligentie)
die dopamine dan maar rijkelijk vloeien. Hier is mama, de dopaminedealer! Het goede antwoord is B. Tenminste, als dat met de waarheid te maken Doorzetten of afhaken
heeft en als je dat ook concreet kunt maken. Feedback is op zo’n moment
Het soort feedback dat jij aan je kind geeft, beïnvloedt zijn dopamine-
een heel krachtig middel, gebruik ’m dan ook goed. Je hebt niet alleen
huishouding en doorzettingsvermogen. Stel, je dochter vertelt thuis aan
de kans om haar te prijzen op haar aanpak en inzet, maar ook om haar
tafel dat ze een acht voor haar geschiedenistoets heeft gehaald.
motivatie te v ergroten voor een volgende vergelijkbare taak. Zo creëer je doorzettingsvermogen en dát is weer goed voor het (broodnodige)
Wat als je kind alles op zijn sloffen doet? Een kind dat veel dingen vanzelf kan, denkt dikwijls dat hij erg slim is. Papa, mama, oma, opa; iedereen prijst hem om zijn aangeboren slimheid. Hij leert niet met uitdagingen om te gaan. Als hij dan eens echt een lastige taak tegenkomt, zal hij eerder afhaken en uiteindelijk gefrustreerd zijn. Een fout maken, wordt zo extra eng. Deze kinderen lopen het risico juist onder te presteren. Vertel ze over leren en hun brein, die routes in hun hoofd, en prijs hun inspanning, doorzettingsvermogen en aanpak. Ga samen op zoek naar opdrachten waar jouw slimmerik wél zijn tanden in kan zetten. Je kind ontdekt daardoor weer de lol van het vinden van zijn eigen routes en wegen.
zelfvertrouwen. Sterker nog, een kind prijzen om zijn intelligentie of
‘Wat ben je toch een slimmerd!’ creëert een afhaker in plaats van een doorzetter 58
slimheid heeft zelfs een negatief effect op de lange termijn. Want hoe lief het ook klinkt, “Wat ben je toch een slimmerd,” leidt ertoe dat kinderen geen uitdagende taken meer aangaan. Zo kweek je geen doorzetter, maar een afhaker. Een vout is goed Het is nog een hele kunst om fouten te durven maken. Of het nou een pijnlijke blunder is of een ‘klein detail’. Het lef om van een knallende fout te leren, is cruciaal. Want vanuit het brein gezien, zijn fouten hartstikke zinvol. Je ervan bewust zijn, geeft je een seintje: verkeerde afslag op de snelweg. Heeft je dochter een onvoldoende gehaald voor de toets? Dat is
Luister naar de boodschap “Geeft niet, je hebt je best gedaan.” Wat zeg je daar eigenlijk mee? Je geeft onbedoeld de boodschap mee dat er niet meer in zit. Dat dit resultaat het hoogst haalbare is, ondanks de inspanningen die je kind heeft geleverd. Maar is dat wel echt het hoogst haalbare? Misschien was de leerstrategie in de klas wel vrij beroerd of is je kind een laatbloeier. Sta vaker stil bij de onderliggende boodschap.
interessant, hoe komt dat? Er ligt een kans om te leren!
59
Elke maand 16 pagina’s verdieping over een onderwerp dat jouw als ouder boeit.
De zes breinprincipes Verbindingsroutes en snelwegen worden in het brein sterker met deze zes breinprincipes. Dus werk aan de winkel! 1. Focus: maak het aandachtig, nuttig, realistisch en voorstelbaar Het eerste breinprincipe ligt voor de hand, maar is daarom niet minder belangrijk bij het leren. Want, om meteen maar even een mythe te ontkrachten: er bestaat niet zoiets als multitasking. Je hersenen kunnen maar aan één ding tegelijk aandacht besteden. Autorijden én met je moeder bellen, kan onmogelijk met focus voor allebei. Wel kun je snel je aandacht wisselen, maar dat kost tijd. En hoe vaker je wisselt, hoe meer fouten je maakt. Belangstelling is heel belangrijk. Want alles wat je a andacht geeft, ‘groeit’ in je brein. Een kind dat aandachtig leert, kan informatie beter verwerken en beter onthouden. Eén van de tips is dan ook om je kind te vertellen dat hij m inder fouten maakt en sneller klaar is met huiswerk als hij msn, Hyves en/of zijn smartphone even uitzet. Vertel hoe dat werkt in het brein. 2. Emotie: maak het spannend en wees een dopaminedealer Je leert en onthoudt makkelijker als er emoties bij komen kijken. Zo komen er chemische stofjes vrij, die maken dat het geleerde beter blijft hangen. Je brein heeft grofweg twee emotiesystemen: het angstsysteem en het beloningsysteem. In beide gevallen is er sprake van actiever en alerter reageren. Bij beloning worden we nieuwsgierig, we stappen graag af op een potentieel pleziertje. Je onthoudt beter en leert plezieriger door onverwachte beloningen, er komt meer dopamine vrij. En dat kan zelfs verslavend werken (zoals je ook ziet bij gamejunkies).
Multitasking bestaat niet. Je hersenen kunnen maar aan één ding tegelijk bewuste aandacht geven 60
61
Elke maand 16 pagina’s verdieping over een onderwerp dat jouw als ouder boeit.
Laat hem dat werkstuk zelf maken. Zo leert hij zoeken, puzzelen en betekenis geven Bij angst richten we ons instinctief op een mogelijke dreiging. Een beetje
op vakantie in Egypte heeft hij eerder dan jij uitgevogeld naar welke
stress kan echter soms helpen bij leren en onthouden. Er komen letterlijk
beroemde piramidesjullie moeten. Terwijl dat niet eens in zijn werkstuk
stresshormonen vrij die paden en wegen in je brein versterken. En
vermeld stond. Het bevordert ook zijn zelfvertrouwen en zelfstandigheid.
tuurlijk, te veel of langdurige stress is niet fijn en vooral heel vervelend.
Ook proeftesten doen is een goede manier om te leren, je kind denkt
De druk moet niet te hoog zijn en moet wel te maken hebben met de
daardoor dieper na dan bij alleen de stof lezen.
betreffende leertaak. Jij kunt de dopamine bij je kind laten stromen, door bijvoorbeeld een wedstrijdje te houden.
Probeer het maar eens uit: 1. L aat je kind zoveel mogelijk proeftoetsen doen. Op squla.nl zijn
3. Herhaal om niet te vergeten en vergeet niet om te spreiden
allerlei testen opgenomen voor groep 5 tot en met groep 8.
Proefondervindelijk bewezen: ergens in uitblinken, is vooral een kwestie
De site is overigens niet gratis (€ 71,40 per jaar).
van oefenen en herhalen. Het heeft weinig te maken met een aangeboren
2. Of beter: vraag je kind ook eens zelf de toetsvragen op te stellen.
talent. Maar stampen, stampen en nog eens stampen maakt leren saai.
Misschien met behulp van een quiz of kruiswoordpuzzel. Op de
Het brein is dan snel afgeleid. Weg aandacht! Korte pauzes zijn daarom
website Hotpotatoes (hotpot.uvic.ca) staan downloads waarmee
een must. En dan niet met gamen, maar met een potje voetbal,
je kind makkelijk een kruiswoordpuzzel kunt maken.
badminton, hinkelen of touwtje springen. Want lichaamsbeweging werkt
3. A ls je kind een moeilijk stappenplan of ingewikkeld model moet
geestverruimend. Bewegen pompt het bloed sneller rond, en dat bloed
leren, geef hem dan de ‘scheuroefening’. Zet de verschillende
transporteert belangrijke voeding naar de hersenen: zuurstof en glucose.
onderdelen op verschillende papiertjes en laat hem de juiste
En een goede spreiding in het leren zorgt ervoor dat het geleerde veel
volgorde bij elkaar puzzelen.
beter beklijft. 4. Creatie: actief aan de slag en dieper laten nadenken Ons brein vindt het prettig om zelf te puzzelen en te creëren. Zet dit vierde breinprincipe dan ook echt in. Dus dat ingewikkelde werkstuk over mummies kan zoonlief toch beter echt zelf doen. Zo leert hij zelf te zoeken, te puzzelen en vooral betekenis te creëren. Bovendien werkt dat zelfgemaakte werkstuk over mummies als een trigger. Bij geschiedenis lessen zal hij nieuwe stof over de Egyptenaren sneller oppikken en eenmaal
62
Zet zoveel mogelijk zintuigen in bij het leren en onthouden 63
Elke maand 16 pagina’s verdieping over een onderwerp dat jouw als ouder boeit.
Offline meehelpen 1. Doe de dopaminequiz aan de keukentafel. Laat je kinderen per vraag kiezen voor ‘zeker’ (0 punten bij het foute antwoord, 1 punt voor het goede) of ‘gokken’ (0 bij het foute antwoord, bij het goede antwoord tossen om extra punten). De leerstof wordt langer onthouden en ze vinden het leuker om te doen. 2. Zet eens een pot met ‘leergeld’ van chocolade in de keuken, waaruit je kind als beloning wat mag pakken als hij vindt dat hij echt wat heeft geleerd. Of als hij het jou heeft uitgelegd. Of zoek naar andere manieren om een verrassing voor je kind te creëren. 3. Op de site lereniseenmakkie.nl staan veel tips voor het overwinnen van tegenzin.
5. Voortbouwen: Activeer voorkennis en associaties Eén van de voorbeelden in het boek van een moeder met een dochter van tien: “Mijn dochter had moeite met het leren van de tafels. Vooral 7 x 8 = 56
Je kind haalt het meeste rendement uit de leerstof door:
was voor haar niet te onthouden. Nu is ze gek op dansen. Dus zei ik: “Voordat je een dans start, begin je met aftellen: én 5,6 én 7,8...” Kortom: de eerste 5 en 6 zijn 56, de 7 en 8 is de 7 x 8. Een prachtig ezels bruggetje! Hoewel ze het een belachelijk ezelsbruggetje vond, vergeet ze het nooit meer.” Associatiemachine of patroonzoeker, zo zou je het brein ook kunnen noemen. We leggen vaak (onbewust) associaties met onze voorkennis en ervaring. Laat het associëren maar vast eens bij de thee met koekjes
5%
Horen
beginnen, voordat het noodzakelijke leerwerk verricht moet worden. Wat weet je kind al over het onderwerp? Waar lijkt het op? En waar heeft het mee te maken? Misschien kun je er zelfs wel een discussie over voeren. Of gebruik zoals in het geval van Maaike metaforen en ezelsbruggetjes
10% Lezen
die zoveel mogelijk aansluiten bij de belevingswereld en het kennisniveau van je kind. Zit nou eens níet stil! Kinderen die bewegingen maken tijdens het leren, kunnen leerstof beter toepassen en onthouden. Waarschijnlijk heb je meer ruimte over in het werkgeheugen, doordat je gebaren maakt. Je belast je werkgeheugen minder. Raar maar waar.
6. Zintuiglijk rijk: zet zoveel mogelijk zintuigen in
20%
Horen en zien
Online meehelpen 1. Zie leren als een computergame. Kijk eens op de site van De Digitale Basisschool. Bij vermenigvuldigen kun je kiezen voor racing, en dan speelt jouw raceauto online tegen drie andere auto’s. Degene die het snelst de vermenigvuldigingssommen goed heeft ingevuld wint. digischool.nl en onlineklas.nl 2. Werkstuk of spreekbeurt? Natuurlijk moet je kind naar de bieb, maar check mini.cidi.nl/werkstukken/tips en natuurinformatie.nl voor extra tips. 3. Sommige overhoorprogramma’s op websites laten je zelfs aanklikken welk lesboek je gebruikt, welk hoofdstuk je wilt oefenen en hoe je dat wilt oefenen. wrts.nl, nl.voctrain.com en squla.nl
Het laatste breinprincipe gaat over de zintuigen. Hersenen verwerken informatie die via de zintuigen binnenkomt in verschillende gebieden van je hoofd. Die gebieden heten kwabben. En in elke hersenhelft zijn er vier kwabben. Drie van de vier kwabben verwerken zintuiglijke informatie.
30%
Voorbeeld zien
De temporaalkwab, de pariëtaalkwab en de occipitaalkwab. Die namen mag je verder snel vergeten, maar interessant is wel te weten dat (respec tievelijk) de ene kwab gericht is op horen, de andere op voelen, en de derde op kijken. Hoe meer kwabben je inzet bij het leren, hoe beter. Zo is
50%
Discussiëren
het bijvoorbeeld veel makkelijker informatie te onthouden in beeld dan in geschreven of gesproken woord. Moet je kind veel moeilijke woorden onthouden? Laat hem bijvoorbeeld die lastig te onthouden woorden eens tekenen, of laat hem er een verhaal van maken. Of vraag je kind eens er een beweging bij te verzinnen! In het boek staan nog veel meer tips, probeer eens wat uit. Soms moet je er even voor gaan zitten. Maar bespreek dat vervelende huiswerk, die stomme toets of dat gékmakende werkstuk en probeer eens wat uit.
70%
Oefenen
90%
Zelf doen of (in eigen woorden) aan ander uitleggen
Want leren is proberen. Ook voor vaders en moeders.
64
65
eten Nog m e e r w n h et over leren e brein? emplaren en geef t 15 ex Groter Groei s’ weg. er ud O k voor van ‘Breinlin op at r inform ie Kijk voor mee . nl n. ie grotergroe
Dit dossier is gebaseerd op het boek ‘Breinlink voor ouders – je kind helpen leren’. De auteurs van dit boek zijn Gerjanne Dirksen en Hulda Möller van het BCL Instituut (BreinCentraal Leren), een organisatie die breinkennis en leerbegeleiding verbindt. Het boek bevat heldere inzichten en veel praktische tips. Inclusief een klein boekje voor kinderen vol cartoons over de werking van het brein en huiswerktips. (Scriptum, ISBN 978 90 55948208). Tekstbewerking voor Groter Groeien: Irene Ras Illustratie: Petra Baan
66