Olie & Venijn
Eerste druk, september 2010 © 2010 Joop Seebus Foto & fotobewerking: Joop Seebus isbn: 978-90-484-1427-7 nur: 340 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (i) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (ii) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
Olie & Venijn Joop Seebus
Dankwoord
Dit boek is voor Timothy en Kimberley. Zij vroegen niet om dit avontuur in een ander land. Als jonge Europeanen voelden zij zich thuis in Nederland en Ierland, maar vooral bij de familie. Hun steun is zeer gewaardeerd. Ook de steun van de Rosito’s, Robbinson’s en de Dornan’s, rotsen en ankers in woelige tijden. Zonder vrienden is een mens niets. Zonder goede vrienden zelfs helemaal verloren. Ook dank aan al die anderen die steun hebben gegeven in tijden van tegenspoed en bedrog. Joop Seebus
Inhoudsopgave Introductie Hoofdstuk 1 Het groene eiland Hoofdstuk 2 Een mooie winkel Hoofdstuk 3 De markt voor franchising Hoofdstuk 4 Training door de Olieman Hoofdstuk 5 Blunders en builen Hoofdstuk 6 Kerst in Ierland Hoofdstuk 7 Het nieuwe magazijn Hoofdstuk 8 Het Olympische gevoel Hoofdstuk 9 Cork en andere lokaties Hoofdstuk 10 Samenpakkende wolken Hoofdstuk 11 Wax Lyrical als metafoor Hoofdstuk 12 Het mes komt op tafel Hoofdstuk 13 Advocaten geduvel Hoofdstuk 14 De algemene verzakking Hoofdstuk 15 Ome Jaap komt schrijven Hoofdstuk 16 Derde Kerst in Ierland Hoofdstuk 17 Drama in Engeland Hoofdstuk 18 Gebroken droom in Amerika Hoofdstuk 19 The London connection Hoofdstuk 20 Kort geding Hoofdstuk 21 Gerechts theater Hoofdstuk 22 Hollands drama Hoofdstuk 23 Officier van Justitie Hoofdstuk 24 De NVF voor advies Hoofdstuk 25 Kerstmis zonder voorraad Hoofdstuk 26 De Vereniging Hoofdstuk 27 Failliet op krediet Hoofdstuk 28 Stoelendans rond de olie Hoofdstuk 29 Eindelijk Failliet Hoofdstuk 30 Onverkwikkelijke praatjes Hoofdstuk 31 Frustraties voor de Vereniging Hoofdstuk 32 De Phoenix Franchise Hoofdstuk 33 Bakker Bart bakt ze bruin Hoofdstuk 34 Franchise is wrong? Recepten uit de wereld
9 11 18 26 34 43 51 60 68 76 85 93 100 109 119 128 137 145 154 163 174 183 193 203 210 218 226 236 243 252 263 272 280 287 294 304
Introductie
Hoed U voor namaak! Dat is de strekking van deze roman. Maar wat kun je dan verwachten van dit boek? Is een boek niet per definitie namaak, namaak van een manuscript. Zoals koken het namaken is van een oorspronkelijk recept en derhalve een kopie van een goed idee? Zeker, maar dit verhaal is gebaseerd op de reconstructie van een ongeluk in de detailhandel, gebracht in de vorm van een roman. Deze detailhandel is steeds internationaler geworden en ondernemers nemen daarin soms risico’s die geheel verkeerd uitpakken. Veel ondernemers proberen tegenwoordig risico’s te vermijden door te kiezen voor namaak, want in beginsel is franchise een vorm van namaak. Maar daarmee haal je andere, en vaak onverwachte risico’s naar je toe. Het is als een Paard van Troje. Je ziet alleen de buitenkant en je hebt een verwachtingspatroon, maar als je binnenin kon kijken zou je de zaak wellicht anders beoordelen. Moraliteits risico’s zijn er een belangrijk onderdeel van. Deze zijn altijd moeilijk in te schatten, want die komen uit onverwachte richting, en manifesteren zich vaak ook onverwacht. Dit is het schokkende verhaal, hoe mensen vertrouwen stelden in een franchise organisatie, die er alles aan deed om dit vertrouwen te beschamen zodra men eenmaal een franchisenemer in de fuik had. Meer dan honderd gezinnen zijn gemakkelijk in grote problemen gebracht. Dat heeft ons aan het denken gezet over het fenomeen franchise. Is de beschreven ervaring een unieke fantasie, of is een gelijke situatie ook aan te treffen in de werkelijkheid? Zijn er bijvoorbeeld trends van verruwing te bespeuren in de wereld van franchise en detailhandel, waar de risico’s veel groter zijn dan verwacht? En dan nog vaak uit onverwachte richting. Uit onderzoek is gebleken, dat er inderdaad sprake is van zo’n trend en dat dit nog eens wordt versterkt door de groeiende populariteit van franchise en het verlangen van velen om te kiezen voor het zelfstandig ondernemersschap. Cijfers van de Kamers van Koophandel spreken boekdelen. Een groeiend leger personen laat zich ieder jaar inschrijven als ondernemer, en een groot deel daarvan denkt met een franchise contract een soort van inkomensverzekering af te sluiten. Dat blijkt in veel gevallen een grote misvatting en in deze roman laten wij zien hoe snel zoiets uit de rails kan lopen. Hoewel het een roman is, berust een deel van de situaties evenwel op werkelijke gebeurtenissen. Ze zijn vaak anders beschreven dan in werkelijkheid, maar veel situaties zijn natuurlijk dramatisch in hun eigen context. 9
Vanzelfsprekend zijn de meeste namen veranderd om herkenning te voorkomen en mochten er overeenkomsten met bestaande personen zijn, dan berust dat op louter toeval. De productie van deze roman heeft ongevraagd zeker 10 miljoen gekost. Dat is het bedrag dat allen hebben verloren door vertrouwen te hebben in een gezonde toekomst. Het mag daarom geen verbazing wekken dat de prijs boven de tien Euro ligt. Anderzijds geeft het ook een verhelderend beeld van de hedendaagse realiteit in de detailhandel en de handel in franchise formules, zowel in binnen als buitenland. Daardoor is het eigenlijk ook weer een koopje, want hiermee kun je slangenkuilen vermijden. Als door deze roman ook maar één ondernemer wordt behoed voor een nagelbijtend avontuur als hier beschreven, is alle moeite tenminste niet voor niets geweest. Wij wensen de geachte lezer veel plezier bij het lezen van deze blik in de keuken van franchise. En veel plezier en kookgenot bij het namaken van de echte recepten achterin het boek.
10
Hoofdstuk 1 Het groene eiland
‘I’am sorry, but your luggage is not on this flight. It must have been left behind in Amsterdam………..There, they say that it will be send with the afternoon flight. We can have it brought up to your hotel, afterwards when it comes in.’ Daar staan we dan, zonder onze koffer en alleen met wat handbagage. ‘Ik heb ook altijd pech,’ zeg ik tegen Ingrid met een glimlach. ‘Er zit niet veel in die koffer, want we blijven maar een paar dagen in Dublin, maar het is toch vervelend om van je bezittingen te worden gescheiden.’ Nadat wij de vriendelijke dame van Air Lingus het adres van ons hotel en een telefoonnummer hebben opgegeven, besluiten wij maar van de nood een deugd te maken. Zonder bagage is het onzin om een taxi te nemen, en de bus naar het stadcentrum staat juist bij de uitgang, zo wordt ons verteld. Wij lopen vanuit het gebied met bagagebanden naar de douane. Het luchthavengebouw ziet er donker uit, maar je kunt zien dat er aan gewerkt wordt om het op te knappen. Overal zijn plafond platen losgeschroefd en hangen er kabels uit. Mannen in overalls lopen met gereedschap en ladders. Toeristen en ander personeel zorgen voor een gezellige drukte in de hal. Oktober is niet echt een vakantiemaand. In de aankomsthal hetzelfde beeld van bedrijvigheid. Buiten staan inderdaad een aantal dubbeldeks bussen en het kost niet veel moeite om er de bus voor het stadcentrum uit te kiezen. Gelukkig hebben wij wat muntjes, want het blijkt dat men alleen met gepast geld kan betalen. Dat moeten wij bij de chauffeur in een gleuf deponeren van een soort spaarpot. Via een minuscuul venster kan hij de gedoneerde muntjes zien. Het is even wennen om in ponden te rekenen, temeer daar het Ierse ponden zijn. Maar het is niet voor het eerst dat wij in een ander land met afwijkende valuta zijn, dus wij leren snel. Wij besluiten naar het bovendek te gaan, om zo een goed overzicht te krijgen van waar wij heen gaan. Wij zien nu inderdaad allerlei bouwactiviteit en het lijkt er op dat er een nieuw luchthavengebouw gebouwd gaat worden. Er is een hele grote en diepe bouwput ontstaan naast het oude luchthavengebouw, dat zo gezellig ouderwets aandoet. Schiphol is te modern vergeleken met deze locatie. Dat maakt Dublin Airport juist zo charmant. Maar er is een inhaalslag onderweg waarbij romantiek moet wijken voor efficiency en moderniteit. Als de bus vertrekt rijden wij eerst over het terrein van de luchthaven, maar na een grote rotonde komen wij op een stuk snelweg, die ons al snel dichter bij het centrum brengt. Aan beide zijden van de weg zien wij de typische 11
huizen van donkerrode baksteen. Niet te grote ramen en een mooie voordeur er midden tussen. Het lijkt allemaal een beetje Engels maar oogt toch vriendelijker. Misschien ook wel door het warme zonlicht van een mooie oktober namiddag. Er zit nog heel wat blad aan de bomen en veel is al rood en donkergeel gekleurd. Met de zon over die bladeren heeft het iets heel vriendelijks, een echte herfstdag zoals je die zou willen koesteren. Dichter bij het centrum begint de weg ook op winkelstraat te lijken met winkels links en rechts en waarvan de gevels en reclamepanelen zijn geschilderd in de warme en donkere tinten, zo typerend voor het aanzien van een Ierse winkelstraat. Donker groen, donker rood, blauw en zelfs zwart. En alles met goudkleurige of dikke witte letters in een klassieke vorm met krullen en veel reliëf. Over een ding hoeft geen misverstand te bestaan, de namen maken ons onmiddellijk duidelijk dat wij in Ierland zijn: ‘O’Brien, O’Mahonny, Kennedy & Donaghue, Patrick O’Sullivan, O’Dwyer en natuurlijk Murphy. ’ Het doet erg gezellig en warm aan. Alles geeft ons het gevoel dat wij ons hier best een paar jaar thuis zullen voelen. Want dat is het doel van onze missie. Door de internationale verzekeringsmaatschappij, waar ik al jaren voor werk, ben ik gevraagd om te gaan helpen met de nieuwe werkzaamheden in de herverzekering maatschappij. Meer een afdeling eigenlijk die men in het International Financial Services Centre, kortweg het IFSC, in Dublin heeft opgestart. Omdat wij wel een paar jaar met de kinderen in een ander land wilden wonen, klonk dat allemaal heel aantrekkelijk. Wij zijn nu onderweg naar de eerste kennismaking met de andere leden van het team. Wij zullen ze vanavond voor het eerst ontmoeten in ons hotel. Twee uit Engeland, één vanuit onze vestiging in Cardiff, en David, de herverzekering specialist van een andere verzekeringsmaatschappij en adviseur van ons kantoor. Verder is er Orlagh O’Hara, een Ierse die de lokale link vertegenwoordigt. Als onze bus O’Connell Street indraait, besluiten wij verder te gaan lopen. Op een hoek stappen wij uit en zijn verrast door de mooie uitstraling van O’Connell Street. Breed opgezet heeft het de grandeur van een Franse Avenue of een Spaanse Avenida, met een ruim trottoir in het midden en ook aan beide zijden, langs de etalages van de winkels. De bomen voor de bioscoop staan nog te pronken met hun bladeren en verderop schijnt de zon uitbundig op het grote hoofdpostkantoor. Het gebouw van de GPO of General Post Office heeft een statige uitstraling en ook het Clerys warenhuis aan de andere kant heeft diezelfde grootsheid. Ze verlenen de straat internationale allure. In een cadeaushop op de hoek besluiten wij een plattegrond van de stad te kopen. Het is een van onze eerste ervaringen met de hulpvaardige wijze 12
waarop men klanten helpt en wij zullen die ervaring nog regelmatig herbeleven. Ieren blijken een heel sociaal volk te zijn, altijd open en geïnteresseerd en tijd voor een praatje. Hier wordt de kiem gelegd voor een vergelijking met een Brabantse mentaliteit, warmte en gevoel voor menselijkheid. Op onze wandeling naar het oude statige Shelbourne Hotel komen wij langs vele plaatsen, die later zo’n onuitwisbare herinnering hebben achtergelaten. Wij steken de rivier de Liffey over, welke de stad in tweeën deelt. Naar alle kanten een fantastisch uitzicht. Links op de achtergrond de haven, en wat dichterbij het Custom House gebouw uit de vorige eeuw. De spoorbrug met een schreeuwende reclame voor Guinness, en moderne gebouwen. Glas en beton ook hier, maar in een luchtige stijl, afgewisseld met traditionele materialen, grijs graniet en rode baksteen. Rechts ook een schitterend uitzicht, met op de voorgrond de hoge Halfpenny Bridge, een voetgangersbrug met sierlijke smeedijzeren ornamenten. In de achtergrond de typische dom van het oude gerechtsgebouw, de Four Courts. Het water in de rivier staat hoog en werkt daardoor als een spiegel in dit rustige najaarsweer. De Liffey is hier nog een open getijden rivier die via de haven direct in verbinding staat met de Ierse zee. Het strakke en moderne gebouw voor ons, opgetrokken van glas en beton, met in grote zilveren letters het woord Guinness, steekt schril af tegen de meer traditionele gebouwen in D’Ollier Steet en Westmorland Street. Het is een wirwar van taxi’s, dubbeldekker bussen, vrachtwagens en voetgangers. Claxons, en sirenes dragen bij aan het gevoel van drukte. Dit is waarschijnlijk de drukste kruising in heel Ierland, en al het verkeer rijd natuurlijk aan de verkeerde kant. Wij volgen de massa voetgangers, die als een snel stromende beek de weg oversteken zodra de lichten op groen springen. Veilig in de Westmoreland Street kunnen wij rustig achterom kijken naar de brede O’Connell Street. Dit is anders als wij ons Ierland hadden voorgesteld, drukker en levendiger, maar toch ook mooi. Via Westmoreland Street, met het leuke restaurant en koffiehuis van Bewley’s, komen wij bij College Green. Hier rechts weer een enorm rond en statig gebouw in neo-klassieke stijl. Mooie zandsteen en boven de ingang staat: ‘Bank of Ireland.’ Later blijkt het ooit gebouwd te zijn als het nieuwe parlement en het heeft ook alle uitstraling van autoriteit, maar mocht nimmer de drukte als parlement beleven met in en uit lopende volksvertegenwoordigers. Voordat het in gebruik werd genomen, werden alle members of parlement gedwongen om de volksvergaderingen maar in Westminster in Engeland te gaan houden, Dublin achterlatend in een staat van verval en economische neergang. Het tij lijkt nu gekeerd en ook hier is het verkeer een teken van bruisende activiteit. 13
Links zien wij drommen jonge mensen lopen buiten de hekken van Trinity College. Op het eerste oog zijn het voornamelijk studenten. Dit is een van de belangrijkste universiteiten van Ierland. Diverse meisjes en jongens vallen op door hun rode haar. Altijd hebben wij geleerd dat veel Ieren rood haar hebben, en het is opvallend om dat nu ook in het straatbeeld te zien. Door de poort van het grote klassieke poortgebouw kunnen wij naar binnen kijken op de campus van Trinity College. Het ziet er gezellig druk uit. Heel uitnodigend om er binnen te gaan, maar wij zijn op weg naar ons hotel. Via Grafton Street, de drukste winkelstraat van Ierland, lopen wij naar Stephens Green. Rechts zien wij het befaamde warenhuis van Brown Thomas, een naam om te onthouden en met etalages om van te watertanden. Links een Marks et Spencer warenhuis met een typische klassieke Engels-Ierse uitstraling. Zwart schilderwerk met gouden letters en hier en daar een deur als een rood accent. Aan de kop van Grafton Street zien wij rechts de imposante ingang van het St Stephens Green Shopping Centre. De facade doet denken aan Chrystal Palace, hoog en met veel glas en klassiek, wit geschilderd ijzerwerk. De zon op het gebouw doet wonderen en onderstreept de uitbundigheid van de architectuur. Links aan het mooie stadspark staat ons hotel. The Shelbourne Hotel staat voor een historie van gastvrijheid in Dublin voor meer dan anderhalve eeuw. De uitstraling is magnifiek en de klassieke entree is moeilijk voor te stellen zonder de portier in de lange jas met goudkleurige tressen en de hoge hoed. Helaas heeft Grand Hotel Krasnapolsky op de Dam in Amsterdam de tijd van een statige portier al achter zich gelaten. Daar klinkt alleen nog maar de magische naklank van hotellerie oude stijl. Aan vooruitgang hangt een fors prijskaartje. Dat is ook een van de lessen die wij hier in Ierland nog vele malen zullen leren. In culturele zin gaat economische vooruitgang gepaard met verschraling en verlies aan traditie en leuke dingen. Alsof de kleur van het leven wordt aangetast. Wij gaan naar binnen door de statige zware draaideur met veel messing en donker hout en komen in de ruime hal met hoge plafonds met fraaie versiering. Bij de receptie krijgen wij de sleutel van onze kamer en wij nemen de statige trap met dikke tapijten, naar de tweede etage. Onze kamer ligt aan de voorkant van het gebouw. Als wij de deur openen houden wij even de adem in. ‘Oh, kijk toch eens wat mooi dit is,’ fluistert Ingrid ‘zo klassiek, en ruim en warm. Dat dikke tapijt, die royale gordijnen, en die grote bedden.’ Samen hebben wij in de jaren achter ons al heel wat hotels gezien. Maar dit heeft een grootsheid die het spijtig maakt dat je ’s nachts je ogen sluit, en alleen maar slapend van deze weelde kunt dromen. De nacht wakker blijven 14
om hier van te genieten is echter geen optie. Wij doen de grote ramen aan de voorkant open en genieten van een uitzicht over het oude stadspark van St Stephens Green. Volop baadt het zich in het warme oktober zonnetje. De verscheidenheid aan volwassen bomen is groot en het donker gekleurde blad in rood en geel. Het doet denken aan een Idian summer in New England. Wij verfrissen ons en gaan dan naar beneden naar de Horse Shoe bar, een fameus deel van het hotel waar vele beroemdheden een glass Guinnes of iets anders hebben genoten. Wij ontmoeten de andere genodigden, Orlagh, Mike en David met zijn vrouw. Het wordt een gezellige avond. Het programma voor de volgende dagen wordt doorgenomen en wij zullen de volgende dag op zoek gaan naar woonruimte. Men heeft voor ’s avonds een verhuisadviseur uitgenodigd, maar wij hebben al wat huiswerk gedaan. Op de kaart van Dublin hebben wij al wat gebieden omcirkeld waar wij wel naar woningen willen kijken. Inmiddels weten wij dat aan de zuidzijde, richting Blackrock en Dun Loagaire de huren erg hoog zijn en dat wij westwaards moeten kijken om beter betaalbare woningen te vinden. Het lijkt op de ontdekking van het Amerikaanse continent, langs de spoorlijn naar het westen liggen de betere opties. Ook al omdat op deze wijze het dagelijkse forensen in en uit Dublin goed geregeld is. Van Nederland weten wij dat forensen plaatsen langs een spoorlijn moeten liggen, en Bussum en Hilversum zijn ons grote voorbeeld ten opzichte van Amsterdam. De volgende dag vroeg halen wij een aantal folders en beschrijvingen van huizen bij een makelaar vlak bij ons hotel. Hij raadt ons ook aan naar het Blanchardstown shopping centre te gaan, want daar heeft men nog een kantoor met meer opties voor dat gebied. Als wij dan de huurauto hebben opgepikt, rijden wij westwaards. Langs de rivier de Liffey rijden wij eerst naar Heuston Station langs het grote complex van Guinness brouwerijen. Recht af en direct links brengt ons bij de ingang van het Phoenix park. Wij hebben al uitgevonden dat dit een van de grootste stadsparken in Europa is en wij genieten van de grootse ruimte. De najaarszon brengt ook hier de warme kleuren van de bladeren tot volle glorie. Links zien wij eerst een groot monument, en dan rechts Dublin Zoo. Verderop de schitterende residentie van de president. De gietijzeren lantaarnpalen langs de lange brede laan dragen bij aan de statige 19e eeuwse uitstraling van de omgeving. De koetsen zijn vervangen door auto’s en bussen. Rechts een renbaan voor greyhounds, links een cricketclub met een clubhuis uit een klassieke Engelse roman. Wandelaars en joggers lopen en rennen op de keurig onderhouden paden aan beide kanten van de laan. Tot aan de brede toegangspoort aan 15
het andere eind van het park, vele kilometers verderop, is dit het sprookje van Dublin. Via het plaatsje Castleknock, met aantrekkelijke huizen aan een slingerende weg met leuke kerkjes en kleurrijke pubs en winkels, komen wij in de plaats Blanchardstown. De aanwijzingen opvolgend komen wij bij een uiterst modern winkelcentrum, iets wat wij absoluut niet hadden verwacht in deze toch wat klassieke omgeving. Een lichte cultuurschok na zoveel 19e eeuws gevoel. Het shopping centre is een mall van Amerikaanse proporties en de ruime geasfalteerde parkeerplaatsen met fel witte belijning, hebben de afmeting van voetbalvelden. Er staan veel auto’s en wij sluiten aan bij de buitenste rijen. Binnen in het centrum is het druk, en wij verbazen ons over de keuze van moderne winkels. Wij hoeven ons niet druk te maken over het aanbod hier in Ierland.De makelaar daar geeft ons een lijst met beschikbare huizen en ’s middags vinden wij in de lieflijke plaatsjes aan deze kant van Dublin vele juweeltjes waar wij graag zouden willen wonen. Zowel Lucan als Leixlip zijn mooi gelegen plaatsjes langs de kronkelende rivier in de vallei van de Liffey. Op de heuvels langs de vallei staan de bomen te pronken in de najaarszon. De bochtige wegen leiden ons langs mooie estates en aantrekkelijke huizen, door de kleine gezellige stadskernen met de kleurrijke winkels. Een aantrekkelijk gebied om te wonen. Uiteindelijk vinden wij ons huis in Maynooth. Een parel van een plaatsje juist op de grens met County Kildare. ’s avonds terug in het hotel hebben wij een afspraak met onze verbaasde verhuis adviseuse, verbaasd over onze voortvarendheid. Wij hoeven haar alleen maar te vragen om de scholen voor de kinderen te regelen. Wij hebben onze plek al gevonden. Als wij zes weken later met de verhuiswagen aankomen, is het een prettig weerzien en wij wonen hier met plezier voor bijna twee jaar. Kerst 1998 in Ierland is voor ons een enorme ervaring. Wij raken goed bevriend met de buren rond ons grote groene grasveld, en ook de kinderen maken snel vrienden. Ze presteren goed op de Ierse scholen en leren de taal met een locaal accent van Kildare. Weliswaar is er nog een strikte scheiding tussen jongensen meisjesscholen voor de onderbouw. En ze dragen er heuse uniformen. Maar het onderwijs is van hoog niveau. Ze vinden het geweldig en binnen drie maanden is de taalachterstand verdwenen als sneeuw voor de zon. Het is dan vanzelfsprekend een teleurstelling om al na anderhalf jaar te vernemen dat wij terug moeten naar Nederland. Reorganisaties gooien vaker roet in het eten. Wij hadden nog best een paar jaar langer hier willen blijven, maar er zit niet veel anders op dan de verhuisdozen weer van de zolder 16
te halen en in te pakken. Als wij met onze auto de ferry oprijden voor de overtocht naar Engeland, hebben wij een brok in onze keel. Eenmaal aan dek laten de kinderen de tranen de vrije loop. Dit is een heerlijk groen eiland, en hoewel wij terug gaan naar Holland en familie, is er een vroegtijdig afscheid dat wij niet wilden. Er was nog zoveel te ontdekken, te beleven en te ervaren. Hier heeft een totale omwenteling plaats gevonden en het bruist er steeds meer van positieve energie. Daarom is het geweldig om hier getuige van te mogen zijn. Er ligt nog wel een erfenis van de historie, maar welk land draagt zijn sporen niet mee uit een ver of dichtbij verleden? Dat maakt het leven alleen maar interessanter, niet toch?
17
Hoofdstuk 2 Een mooie winkel
‘Hoe kan ik U van dienst zijn……..? ’ Het klinkt zo vriendelijk, maar wij horen het tegenwoordig veel te weinig in Nederland. Het Ik-tijdperk heeft de aandacht voor elkaar geen goede dienst bewezen, dus dit klinkt heel verfrissend als je een winkel binnenkomt. Zeker na de ervaringen met de sociaal zeer vaardige Ieren. Dat was precies wat Ingrid dacht toen de winkelier haar aansprak. Ze kwam voor de eerste maal in deze nieuwe winkel en was onder de indruk van de presentatie van de producten, maar nu ook van de vriendelijke benadering. In de Gooi et Eembode had ze gelezen dat er een nieuwe winkel was geopend in het centrum van Amersfoort, die zich specialiseerde in culinaire cadeaus. Het artikel sprak heel lovend over het mooie concept en de kennis van de winkelier over het gebruik van al die lekkernijen. Ingrid, als een echte liefhebber van koken en culinaire avonturen, kon natuurlijk niet om de uitdaging heen en moest op onderzoek. Het eerste dat opviel was de warme sfeer in de winkel, door de gekozen kleuren maar ook door een uitgebalanceerde verlichting en het rustieke meubilair. Allemaal heel opvallend anders. De afwisseling van het warme Toscaanse rood en het Sienna geel maakt de beleving anders, rustiek. Het geeft een vakantiegevoel in eigen land. En dan die producten, die zie je niet in een supermarkt, of in welke winkel dan ook in Nederland. De elegante flessen, de sierlijke rekjes met meerdere flessen, de authentieke kruikjes. En dan de sortering tapenades, sauzen en dressings. Allemaal, stuk voor stuk om van te watertanden. Maar dat is niet alles; overal staan leuke items op de tafels en schappen, die allemaal bedoeld zijn als cadeautje; een kookboek, een schaaltje, een sierlijke servettenhouder en dan ook natuurlijk de kleurrijke servetten. Voor iemand die de tijd neemt om het allemaal te bewonderen is het een heerlijke winkel om rond te kijken. ‘Dit is werkelijk heel bijzonder,’ zegt Ingrid tegen de winkelier. ‘Toen ik het artikel over jullie las in de Gooi et Eembode, dacht ik nog, “wat kan er zo vernieuwend zijn aan retail?” Maar dit is echt bijzonder!’ ‘Dank U voor het compliment, wij zijn zelf ook heel blij met deze winkel,’ antwoordt de winkelier. ‘Heeft u onze selectie olijfolie, azijnen en likeuren al gezien?’ vraagt hij, en hij maakt een gebaar in de richting van een aantal standaards tegen een van de wanden, waarin een aantal glazen amfora’s hangen. Elk van de amfora’s heeft dezelfde sierlijke vorm. Een vorm die herinneringen oproept aan oude Griekse of Egyptische prenten. Na een smalle hals wordt de vorm wijder en vrij breed op het midden en loopt daarna naar onderaan weer taps toe, met een tuit aan de onderkant. Stuk voor stuk zijn ze gevuld 18
met een kleurrijke vloeistof en door de uitlichting is het iets dat duidelijk opvalt in de winkel. Iedere standaard heeft zo’n negen glazen containers, de één iets meer gevuld dan de ander, maar allemaal van doorzichtig glas zodat de olie en andere producten goed te zien zijn. De winkel is zondermeer opvallend door zijn hele vormgeving. Het is duidelijk dat de winkelier trots is op zijn nieuwe winkel en hij neemt alle tijd om een mini rondleiding te organiseren. ‘Wij zijn de vijfde winkel van Cuisine et Vin. Er zijn ook al winkels in Tilburg, Amstelveen, Roermond en Rotterdam,’ zo meldt hij, ‘Wij denken dat het een goed idee is om dit soort producten aan te bieden als cadeau. Het is weer iets anders als een bos bloemen of een flesje wijn,’ gaat hij verder. ‘en veel van onze producten kunt u proeven hier in de winkel.’ Hij toont de schaaltjes met daarin de olie en azijn uit de glazen amfora’s. Naast de schaaltjes staat een mandje met stukjes brood. Hij nodigt Ingrid vervolgens uit om een stukje brood te pakken, in de balsamico azijn te dopen en dit dan te proeven. ‘Dat smaakt voortreffelijk, een zeer goede balsamico merkt ze op nadat ze alle volle smaken heeft verwerkt.’ ‘Voor veel klanten is het de eerste keer dat zij dit soort producten proeven, dus is het een kennismaking met iets helemaal nieuws. Maar ook de sauzen en mosterds hebben wij open staan om uit te proberen.’ Trots vertelt hij verder, ‘Per dag openen wij wel twintig verschillende producten voor onze klanten om uit te proberen, om het te testen als het ware.’ ‘En het zijn allemaal stuk voor stuk leuke dingen om cadeau te geven. Maar ook voor jezelf is er genoeg, dat eigenlijk te lekker is om weg te geven,’ grapt hij er even achteraan. ‘En wij kunnen het ook inpakken als een leuk cadeautje. Allemaal onderdeel van onze service.’ ‘Dat is geweldig, hoef ik zelf niets meer in te pakken,’ antwoordt Ingrid ‘een bijzondere winkel heeft U, het spreekt mij erg aan.’ De winkel is langgerekt en doordat de strokenvloer, in dezelfde warme kleuren als de wanden, diagonaal gelegd is, krijg je geen echte indruk van de werkelijke oppervlakte. Dat wordt nog eens versterkt door de speels opgestelde tafels en andere meubels. Het kassa eiland met de inpaktafel heeft weliswaar een centrale plaats gekregen in de winkel, maar doordat ook dit is uitgevoerd in dezelfde rustieke materialen, donker metaal en licht hout, is een goed geheel ontstaan. Een goed doordacht ontwerp dat mooi is uitgevoerd. Ingrid gaat door met haar ontdekkingsreis en selecteert een paar leuke dingen om mee naar huis te nemen. Vanzelfsprekend laat ze ook een flesje van die 19
heerlijke balsamico azijn vol tappen, want dat komt in de keuken altijd goed van pas. Bij het afrekenen verzekert ze de winkelier dat zij snel weer terug zal komen, want zij nu heeft zoveel moois gezien. Zij is er gewoon hebberig van geworden, al die mooie flessen en die pakkende presentatie. ’s Avonds aan tafel wordt het hele verhaal natuurlijk uitgebreid verteld. Een nieuwe winkel waar ze allemaal uitzonderlijke producten verkopen. En de presentatie is zo geweldig, je gelooft je ogen niet. De balsamico azijn is nog niet in het eten verwerkt, maar wij horen al dat het gebruikt gaat worden in de vele recepten die nog uitgeprobeerd moeten worden. Nu waren wij toch al wel gewend om het een en ander te moeten proberen, maar wij vinden het vooruitzicht om als proefkonijn te moeten fungeren helemaal niet afschrikwekkend, integendeel. Het onderwerp blijft de volgende drie weken rusten. Wanneer Ingrid, Kimberley en Timothy op een dag weer thuiskomen met een tas van Cuisine et Vin, krijg ik te horen: ‘Wij zijn vanmiddag naar Mama’s winkel geweest.’ Kimberley is nu ook vol enthousiasme. ‘Oh, en wat hebben jullie daar dan wel gekocht?’ vraag ik belangstellend. ‘Nou, een heleboel flesjes met olie,’ vertelt ze daarop. ‘Maar wij hebben toch genoeg olie in huis,’ probeer ik het nog. ‘Nee, deze flesjes mochten wij zelf vullen. En daar werd een doekje omheen gedaan, om het dicht te houden, kijk maar.’ Ik zie de verzameling flesjes met de labels en daarop het beeldmerk van Cuisine et Vin. Het ziet er mooi uit en ik lees: ‘Olijfolie met Citroensmaak,’ ‘Olijfolie met Rozemarijn’ en een fles waarop staat: ‘Frambozen azijn’. Ik moet het hele verhaal horen dat men weer in de mooie winkel is geweest en dat er enkele flessen met olie zijn gekocht, die bedoelt zijn om salade dressings te maken. Nu eten wij in de zomer vrij veel salades en deze zijn nimmer saai om te eten, dus de keuze lijkt alleszins verantwoord. Als wij het weekeinde weer in de tuin een malse biefstuk met salade eten, wordt trots verteld dat de dressing is samengesteld met de producten van de nieuwe winkel. De kinderen vonden vooral de grote ton, die midden in de winkel stond, erg indrukwekkend. Daar kon wel een olifant bovenop staan, zo groot. Ingrid vertelt nog dat de ton eigenlijk een oud wijnvat is en dat het wordt gebruikt als een tafel waarop allerlei hapjes worden neergezet. Toen voor Sinterklaas cadeautjes moesten worden gekocht werd ik natuurlijk door de kinderen op sleeptouw genomen naar de mooie winkel. Mijn eerste 20
kennismaking met de winkel van Ton de Olieman was niet spectaculair, want de setting was al zo uitgebreid beschreven dat ik het gevoel had dat ik er al eerder geweest was. De kinderen lieten mij alles zien en natuurlijk moest ik ook proeven. Nadat wij een mooie ranke fles met olie met takjes kruiden er in hadden uitgekozen, werd het feestelijk ingepakt met cellofaan en veel strikken. Het zag er uit als een top cadeau en dat was ook de bedoeling. De kinderen waren verrukt met mama’s cadeau maar het moest in een andere tas, want Ingrid mocht niet weten dat wij in de Cuisine et Vin winkel waren geweest. Thuis werd het cadeau, met de andere Sinterklaas cadeaus opgeborgen tot 5 december. Op pakjesavond kwam natuurlijk ook dit cadeau uit de grote zak en iedereen sprak zijn bewondering uit voor de mooie verpakking, en natuurlijk kwamen er weer de verhalen over de nieuwe winkel. Pasen was in het volgende jaar een opmerkelijk feest om meerdere redenen. De belangrijkste was evenwel dat de familie Dornan, onze buren uit Maynooth kwamen logeren. Het huis werd opgeruimd en schoon gemaakt. Ook de tuin moest delen in de aandacht en het was fijn te constateren dat de lente zich van zijn beste kant liet zien. Alles in bloei en mooi warm weer. Wij hadden de familie Dornan uitgenodigd om nu eens dat mooie Holland te bekijken, dat zo anders is als Ierland. Nou ja, wij hadden wel altijd vol gehouden dat het weer tenminste hetzelfde was. De Ieren hebben van de regen hun handelsmerk gemaakt, zoals Holland de tulp heeft verheven tot toeristisch kroonjuweel. Wij hebben altijd beweerd, zolang wij er woonden, dat Holland net zo veel regen krijgt, misschien een dag later, maar zeker niet minder. De dagen werden gevuld met toeristische trips, het Anne Frank Huis, het Van Gogh Museum en alles waar wij zo trots op zijn. Toen er door de dames gewinkeld moest worden in Amersfoort, was het natuurlijk een vooraf geplande route. Niet alleen het Jorisplein en de Varkensmarkt stonden op de agenda, maar vooral de winkel van Cuisine et Vin. ‘Zoiets zie je niet in Ierland,’ moest ook Dorethy beamen. ‘Ja, Ierland is nog erg traditioneel, en hoewel dat in hoog tempo aan het veranderen is, is er nog wel het een en ander aan te wijzen waar de tegenstellingen duidelijk zijn. Koken op een meer continentale wijze is daar één van. Vooral de zondagen worden in Ierland nog erg traditioneel doorgebracht. De gezamenlijke maaltijd is nog steeds een hoogtepunt in het familieleven.’ Ze weet verder te vertellen dat de ‘Sunday Lunch Roast’ in het Katholieke Ierland nog in veel gezinnen het moment is waarop familiebezoeken uitmonden in gezellige bout partijen met Guinness, en roast uit de oven. Maar de rest van de week is er volop aandacht voor andere, en minder traditio21
nele kookmomenten. Dorethy weet door haar kookachtergrond een goede Balsamico te waarderen en vindt de winkel in Amersfoort een genot om rond te kijken. Ingrid gedraagt zich als een verkoopster, die alles staat aan te prijzen en dat wordt natuurlijk snel opgemerkt. Sonja, de verkoopster komt even een praatje maken. Ze draagt een lange schort in een opvallende donker gele kleur, geel als geklopte eierdooiers. Dat contrasteert mooi met haar zwarte kleding. Ingrid weet al dat dit de standaard kleding van het personeel is in een Cuisine et Vin winkel. Dat maakt hen direct herkenbaar voor de klanten, en het staat nog goed ook. ‘Vandaag kom ik niets kopen,’ verontschuldigt Ingrid zich een beetje, want ze kent Sonja inmiddels van haar bezoekjes. ‘Vandaag laat ik alleen even de winkel zien aan één van onze Ierse vrienden, om een indruk te geven wat jullie hier allemaal hebben.’ ‘Nou je weet al goed de weg hier. Waarom ga je niet zelf een Cuisine et Vin winkel beginnen in Ierland?’ Het is moeilijk in te schatten hoe serieus Sonja dit bedoelde, want ze wist al dat wij daar enige tijd hebben gewoond. En de kooktraditie in Ierland was in de culinaire praatjes vanzelfsprekend aan de orde gekomen. ‘Ja, Cuisine et Vin wil ook in het buitenland winkels gaan openen, in Engeland en Duitsland en nog veel meer landen.’ Ze geeft hiermee aan dat de opmerking niet als grap was bedoeld, en met een enthousiasme dat duidelijk van Ton was overgenomen, vertelt ze van de plannen. Ingrid lacht om het idee, maar al pratend was Sonja inmiddels goed op dreef. ‘Je moet eens met Ton gaan praten over een eigen winkel, je houdt zo veel van koken, dit is echt iets voor jou.’ Na nog wat flesjes en sauzen aan Dorethy en Jennifer te hebben laten zien, wordt ons huis weer opgezocht. Inmiddels zijn wij, Jerry, Adrian en Timothy, van de zoveelste molentocht ook weer op het honk teruggekeerd. En in de namiddagzon laten wij ons de wijn goed smaken, zittend op het terras achter het huis. Als de dames moe en uitgeshopt aanschuiven wordt het idee van een Cuisine et Vin winkel in Ierland besproken. De vraag is natuurlijk of Ierland zodanig aan het veranderen is dat een winkel met hoofdzakelijk mediterrane producten een goed idee zou zijn. Dorethy, werkzaam voor de Food Safety Authority en via de werkzaamheden bij de keuringsdienst van waren, goed ingevoerd in voedselbereiding en de kookgewoonten in Ierland, is van mening dat er in Dublin zeker een markt is voor een winkel als Cuisine et Vin. Per slot wonen er meer dan een miljoen mensen in Dublin en komen er ook steeds meer buitenlanders bij die hun eigen kookgewoonten meebrengen. En dat zijn echt niet 22
allemaal Indiërs of Aziaten, maar wel degelijk uit alle landen van de wereld. De cadeau cultuur is nog wel een andere dan op het continent, maar als je maar de goede producten hebt, is er zeker een winkel te vullen met de zaken die mensen mooi en lekker vinden. Wij kennen de retail situatie in en rond Dublin nog vrij goed en er wordt al speels gekeken waar je dan met zo’n winkel zou moeten zitten. In het centrum zijn goede kansen, maar ook in de winkelcentra zoals Blanchardstown en Liffey Valley liggen wel kansen. Tallaght is niet een eerste keuze, maar het onderzoeken waard. Het probleem van de open amfora’s met olie voor het zelf tappen, ziet ze niet als een bezwaar. Als het in Holland kan, waarom dan niet in Ierland. Vanwege alle andere toeristische bezigheden is het onderwerp snel vergeten. Aan het einde van de korte vakantie vliegen ze weer terug naar ons groene eiland. Ingrid heeft het idee echter niet volledig los gelaten en het zaadje gaat kiemen. Een aantal weken later stelt ze voor een afspraak te maken met Ton de Olieman om eens ons licht op te steken over een franchise. Als vingeroefening voor een bedrijfsplan kan het nooit kwaad om eens te kijken naar het runnen van een eigen retail winkel en ik stem toe. Per slot van rekening heb ik ooit marketing gestudeerd, dus een opfrismoment van wat zaken rond de vertrouwde vier P’s is een leuke uitdaging. Ik zet wat vragen op papier en wij worden in alle openheid te woord gestaan door Ton. Het blijkt dat hij een soort vooruitgeschoven post is van het Cuisine et Vin kantoor in Kaatsheuvel, want hij vertelt al vele mensen op bezoek te hebben gehad om iets te vertellen over de organisatie en het runnen van een eigen winkel. Mijn eerste vraag is dan: ‘Hoe zit het hier met de trafic?‘ Dat is het jargon om te beoordelen hoeveel mensen je zo door de week in een winkel mag begroeten. Bij een high street retail concept als dit, is het van belang om veel klanten te hebben die langs en eventueel ook in de winkel komen. Per slot van rekening zul je heel wat cadeautjes moeten inpakken om aan het einde van de maand de huur en andere kosten te kunnen betalen. Ton weet precies waar wij het over hebben, en omdat zijn vrouw de boekhouding voor hem doet, kan hij heel wat cijfers zo uit zijn mouw te schudden. Ik noteer snel alle antwoorden en na ongeveer anderhalf uur hebben wij een diepe blik in de keuken van Cuisine et Vin kunnen werpen. Een boeiende bedrijfstak, die detailhandel. Een omzet van minimaal vier ton is toch wel waar je op moet mikken om quitte te spelen. De vraag is of dat voor een winkel in Dublin een haalbare kaart is. Nu komt het er op aan om eens een paar avonden of een weekeinde te gaan zitten rekenen. 23