www.ludiek-pedagogiek.eu
De Moderne Tijd
Een zwoele zomeravond Auteur: Lidwine Janssens Beste oud-stadsgenoten van Groningen, De homo sapiens was niet de eerste mens en zal ook slechts blijven leven als de homo ludens hem blijft vergezellen. Ik heb wereldwijd onderzoek gedaan naar de functie van spel. Bij het tot op de bodem doordenken van ons kennen schijnt mij alle menselijk handelen slechts een spelen. Niet alleen kinderen of sporters, maar ook kunstenaars en wetenschappers spelen. Ik ben op zoek naar medewerkers die in Noord-Nederland de regionale tijdgeest willen onderzoeken op spelkwaliteiten. Zowel de beginjaren van deze eeuw als de jaren twintig en dertig bieden mijns inziens veel bewijsmateriaal voor mijn stelling: Menselijke beschaving komt op en ontplooit zich in spel. Soms zie ik echter tekenen die erop wijzen dat het spelelement bedreigd wordt en inventiviteit door richtlijnen aan banden gelegd wordt. U zou me zeer ten dienste zijn, wanneer u in het nieuwe fenomeen film, bewijsvoering en gedachtevorming voor het nageslacht kunt vastleggen. Homo ludens Citaten uit Homo ludens van Johan Huizinga (1938) De strijd tussen spel en ernst, tussen vrijbuiters en gezagsgetrouwen in zowel samenleving als kunstenaarscircuit is een herkenbaar thema. De Homo ludens van de Groninger historicus Johan Huizinga (1872-1940) daagt jullie uit met het adagium: SPEL IS NIET TE DODEN. Hier volgen enkele citaten uit zijn boek 6e druk 1974: (blz 3) "Men kan bijna al het abstracte loochenen: recht, schoonheid, waarheid, goedheid, geest, God. Men kan de ernst loochenen. Het spel niet. Maar met het spel erkent men, of men wil of niet, de geest. Want het spel is, wat ook zijn wezen zij, niet stof". (blz 3) " Eerst door het instromen van de geest, die de volstrekte gedetermineerdheid opheft, wordt de aanwezigheid van het spel mogelijk, denkbaar, begrijpelijk". (blz 3) "Wij spelen en weten, dat wij spelen, dus wij zijn meer dan enkel redelijke wezens, want het spel is onredelijk". (blz. 10) "het (spel) schept, het is orde. Het verwezenlijkt in de onvolmaakte wereld en het verwarde leven een tijdelijke, beperkte volmaaktheid. De orde die spel oplegt, is absoluut". (blz 10) "Het spel heeft een neiging om schoon te zijn. Die esthetische factor is wellicht identiek aan de dwang tot het scheppen van geordende vorm, die het spel in al zijn gedaanten doordringt". (blz 10) "De termen waarmee wij de elementen van het spel kunnen aanduiden, liggen voor een groot deel in de esthetische sfeer. Het zijn de termen waarmee wij ook effecten van schoonheid trachten uit te drukken: spanning, evenwicht, balancering, beurtwisseling,
contrast, variatie, binding en ontknoping, oplossing. Het spel bint en verlost. Het boeit. Het bant dat wil zeggen betovert. Het is vol van die twee edelste hoedanigheden, die de mens in de dingen kan waarnemen en zelf kan uitdrukken: ritme en harmonie". (blz. 11) "Paul Valery heeft eens terloops gezegd, en het is een gedachte van ongemeen verre strekking: ten opzichte van de regels van het spel is geen scepticisme mogelijk". (blz. 11) "Zodra de spelregels overtreden worden, valt de spelwereld ineen". (blz. 11) "De spelerdie zich tegen de regels verzet, of zich eraan onttrekt, is spelbreker". (blz. 11) "De spelbreker is heel iets anders dan de valse speler. Deze laatste veinst het spel te spelen. Hij blijft de toverkring van het spel in schijn erkennen". (blz. 11) " Door zich aan het spel te onttrekken onthult hij (de spelbreker) de betrekkelijkheid en broosheid van die spelwereld, waarin hij zich tijdelijk met de anderen had opgesloten. Hij ontneemt aan het spel de illusie, illusio, letterlijk ‘inspeling, woord zwaar van betekenis. Daarom moet hij vernietigd worden, want hij bedreigt het bestaan der spelgemeenschap". (blz. 45) "Het spelelement geraakt in het algemeen bij het voortschrijden der cultuur op de achtergrond. Men vindt het veelal voor een groot deel opgaan in de sacrale sfeer, het heeft zich uitgekristalliseerd in wijsheid en dichtkunst, in het rechtsleven, in de vormen van het staatsleven. De spelkwaliteit is dan gewoonlijk in de cultuurverschijnselen geheel schuilgegaan". (blz. 74) "Naarmate het cultuurmateriaal samengestelder, bonter, uitvoeriger wordt en de techniek van het voortbrengings - en gezelschapsleven, het individuele en het collectieve fijner bewerktuigt wordt, geraakt de bodem ener beschaving overgroeid met denkbeelden, stelsels, begrippen, leer en normen, kundigheden, zeden, die hun aanraking met het spel geheel verloren schijnen te hebben". (blz. 155) "Het spel heeft zijn geldigheid buiten de normen van rede, plicht en waarheid". (blz. 155) "Alle echte cultus wordt gezongen, gedanst, gespeeld". (blz 156) "…. vloeien in het genieten van muziek schoonheidsgewaarwording en wijding ineen, en in die versmelting bezwijkt de tegenstelling spel en ernst". (blz 156) "Nergens wellicht is de samenhang van cultus, dans, muziek en spel zo klaar beschreven als in Plato’s Wetten.". De invalshoeken Onderstaande opdrachten beogen samenhang aan te tonen tussen de kunstuitingen in het begin van de twintigste eeuw, het pleidooi van Huizinga voor de Homo ludens als bron van alle cultuur en de culturele context van die tijd geconcretiseerd door de zes voorgeschreven invalshoeken. Kunst en vermaak Kunstenaars en het Groninger volk De nieuwe mogelijkheden van radio, platenspeler, film vergroten (evenals de verbeterde reisfaciliteiten) de vermaakfunctie van de kunst. Meer mensen kunnen toehoorder, toeschouwer en deelgenoot worden, kunst wordt minder elitair.
Kunst en religie Het geloof in een universele beeldende (sub)culturele taal Kunstenaars zoeken naar het zuivere en universele in de kunst en halen in deze periode hun inspiratie niet meer rechtstreeks uit de religie. Zij gaan op zoek naar eigen spiritualiteit en ontwikkelen mede door de komst van de fotografie abstracte kunst. Kunst en esthetica Expressionisme in de verschillende disciplines Een zomerse avond met kleinkunst in Blauwbörgje In deze periode komen er andere normen op voor kunstzin, schoonheid en smaak. Natuurgetrouw weergeven raakt in diskrediet. Men gaat op zoek naar de essentie, naar de structuur achter de natuur, naar de grondslagen van de verschillende disciplines. Expressie en vervreemding worden belangrijk. Kunst en wetenschap Le Boeuf sur le toit Kunstenaars creëren evenals wetenschappers soms laboratoriumsituaties waarin zij nieuwe technieken onderzoeken en verschillende disciplines combineren. Kunst intercultureel En zij Ploeg - den voort. Door de snellere communicatiemiddelen (telefoon, telegraaf, grammofoon, film) en de reismogelijkheden maken mensen eerder kennis met andere culturen. Kunstzinnige kruisbestuiving komt meer in zwang, waardoor musici, beeldend kunstenaars, choreografen en theatermakers in hun werk exotische taferelen verwerken. Kunst en macht: Die Entartete Kunst De kunstenaar is in deze periode een zelfstandig kunstenaar geworden, die vrij is om eigen denkbeelden over leven en samenleven vorm te geven. Dat geeft hem mogelijkheden om zelf te experimenteren met nieuwe technieken en materialen. Gevestigde gezagdragers en machthebbers echter voelen zich erdoor bedreigd. Internationaal – Regionaal – Intercultureel Maak spinnenwebben voor de podiumtentoonstelling (zie hieronder) Zet vanuit iedere invalshoek kernbegrippen in een cirkel en verwijs met pijlen links naar (inter)nationale voorbeelden en met pijlen rechts naar regionale voorbeelden. Laat deze overzichten deel uitmaken van de podiumtentoonstelling.
Kunstenaars en het Groninger volk "het (spel) schept, het is orde. Het verwezenlijkt in de onvolmaakte wereld en het verwarde leven een tijdelijke, beperkte volmaaktheid. De orde die spel oplegt, is absoluut". (blz. 10) Homo ludens vraagt meningen over de grotere aandacht voor theater en het nieuwe fenomeen film. Wat dragen zij bij aan de verwarring en de onvolmaaktheid van het leven. Bekijk filmfragmenten over Groningen uit 1915-1930 (video). De film is tijdsgetrouw een stomme film, waarbij destijds piano gespeeld werd bij de presentatie. Zoek op internet naar Charlie Chaplin en bekijk filmfragmenten Zoek op internet naar Leni Riefenstahl en bekijk filmfragmenten Onderzoek tijdsgebonden feiten en meningen, om een discussie te voeren rondom het fenomeen "film", de mensen van die tijd en hun waardering voor kunst. Kom bij elkaar in 1930 ten huize van (zoek een relevante familie hiervoor) waar de Groninger film (deel: 1915-1930) zojuist is vertoond en de gastvrouw een gedachtewisseling met aanwezigen wil aangaan. Bepaal van tevoren wie welke rol op zich neemt en zich daarin verder verdiept, na gezamenlijk zappen door de fragmenten en de boeken. Presenteer nu in rol een filmfragment uit de eerder bekeken Groninger film en illustreer de spanning tussen spel en werkelijkheid, door als filmpersonage te vertellen over je ervaring bij de filmopname en in de werkelijke situatie. Verdedig als (vriend van) de filmer je product, prijs de waarden van film aan en de mogelijkheden die er in het verschiet liggen. Vergelijk de film met toneelspel, dat in Groningen steeds meer in opkomst is. Ga met elkaar in discussie over de gevaren van theater en film, waarvoor het volk moet worden behoed. Gebruik daarbij je vooruitziende blik (kennis over Riefenstahl of Bertold Brecht) om het gevaar aan te tonen. Speel de meid(en) of knecht(en) die dweept/dwepen met Chaplin"s films Speel als Homo ludens de advocaat van de duivel door het ene moment de tegenargumenten en dan weer de voorargumenten van spel in film en theater te steunen. Anderen kunnen de Homo ludens rol helpen versterken, door als alter ego achter HL te gaan staan en met de hand op HLís schouder het woord te nemen. HL luistert en gaat vervolgens door / zet de gedachtegang van het alter ego voort. Bronnen: Genoemde video´s, zie verder de algemene lijst
Het geloof in een universele beeldende (sub)culturele taal "Naarmate het cultuurmateriaal samengestelder, bonter, uitvoeriger wordt en de techniek van het voortbrenging - en gezelschapsleven, het individuele en het collectieve fijner bewerktuigt wordt, geraakt de bodem ener beschaving overgroeid met denkbeelden, stelsels, begrippen, leer en normen, kundigheden, zeden, die hun aanraking met het spel geheel verloren schijnen te hebben". Men streefde in het begin van de twintigste eeuw naar een universele (sub)culturele taal die
door iedereen begrepen zou worden. Broederschap der naties zou erdoor bereikt worden. Kadinsky schreef in: “Uber das geistige in der Kunst“, over een universele taal en een innerlijk gevoelde noodzaak van de kunstenaar om te creëren. In Nederland experimenteren Mondriaan, Rietveld, van der Leck met abstracties. De homo ludens vraagt: Heeft de Eerste Wereldoorlog de kunst bevrijd van de gangbare academische opvattingen en waarden? Zijn er technieken en stijlen ontwikkeld ten dienste van de kunstenaar, die hem in staat stellen een eigen een eigen spel te spelen met de discipline elementen? Zijn er in de eigen regio pogingen tot een universele beeldende (sub)culturele taal te vinden? Is het wenselijk en mogelijk te streven naar een universele kunststaal voor alle disciplines? Is er sprake van een universele taal dwars door de verschillende stromingen als dadaisme, futurisme, kubisme heen Onderzoek je eigen discipline / vakgebied op invloeden van bovengenoemde stromingen Formuleer motieven voor en tegen zo"n universele (sub)culturele taal vanuit de eigen discipline Informeer de homo ludens en ga in gesprek met hem Vraag als de homo ludens door op gegeven informatie (zie verdere uitleg opdracht 1) Bronnen: Internet: abstractie in de verschillende (sub)culturele talen, zie verder de algemene lijst
Het expressionisme "Wij spelen en weten, dat wij spelen, dus wij zijn meer dan enkel redelijke wezens, want het
spel is onredelijk". (blz 3) De kunstenaars gaven uiting in diverse disciplines aan hun angsten, voorgevoelens en politieke ideeën van hun tijd. Felle kleuren kwamen op het doek, in de muziek en de dans. Isadora Duncan streeft in de dans naar het tot uitdrukking brengen van haar persoonlijke belevingen. Schonberg zorgt in de muziek voor emancipatie van de disssonant. Brecht werkt met zijn vervreemdingstechnieken. De homo ludens vraagt: Zijn de vrije dansvormen ook in het Noorden doorgedrongen? Zijn er hier stukken van Brecht opgevoerd, of zijn teksten bekend? Zijn er Nederlandse musici in het Noorden actief? Is er sprake van interdisciplinair expressionisme? Breng voorbeelden van expressionisme in beeld (cd- dia’s- dvd fragment- live) Formuleer stellingen ter verdediging van individuele kunstuitingen, de kracht van de expressie Informeer de homo ludens en ga in gesprek met hem Vraag als de homo ludens door op gegeven informatie (zie verdere uitleg opdracht 1). Bronnen: Internet: expressionisme in de verschillende (sub)culturele talen; algemene lijst
Een zomerse kleinkunstavond in Blauwborgje "…..Vloeien in het genieten van muziek schoonheidsgewaarwording en wijding ineen, en in die versmelting bezwijkt de tegenstelling spel en ernst". (blz 156) Kunstenaars legden grote belangstelling aan de dag voor materiaal, afkomstig uit de volkscultuur van hun eigen land. Zij verzamelden de cultuur van het platteland en legden deze vast. Parallel hiermee was hun interesse voor het opkomend expressionisme. De leden van de Ploeg raken niet uitgepraat over Kadinsky’s gekantelde schilderij, de inspiratie van openbare toiletten voor Grosz, de volksdeuntjes voor Bartok en een schippersliedje in Daniël Ruinemans stem van het verleden. Ontwerp een hedendaags dadaïstisch gedicht: verknip een krantenartikel tot losse woorden, neem ze in je hand en strooi ze uit, schrijf ze in die volgorde op. Versnipper een schilder/fotowerk, laat het toeval een nieuw werk componeren. Varieer op een volksliedje dat "onderduikt" in een muziekstuk en nodig anderen uit het bekende liedje door te zingen terwijl jij varieert. Presenteer de resultaten met verve. Zoek uit welke kunstenaars in Groningen en omstreken experimenteerden, welke publieke acties er bekend zijn. Verzorg een kleinkunstavond in Blauwbörgje vanuit deze voorbereiding. Na het optreden volgt een gesprek over de vraag of er ook ultieme vrijheid gegeven kan worden aan de toeschouwer/toehoorder. In hoeverre is deze vrij om te spelen met betekenisgeving? Gebruik alle gevonden informatie zo mogelijk in de discussie. Houd ieder vanuit eigen rol een tijdsgebonden (1930) pleidooi voor individuele kunstuiting,- kunstwaardering, de kracht van de expressie. Vraag als de homo ludens door op gegeven informatie (zie verdere uitleg opdracht 1) Bronnen: Internet: Avant garde in de verschillende (sub)culturele talen; algemene lijst Videofilm: de Ploeg Avantgarde in het Noorden, Universiteit Bibliotheek Groningen, 2000
Le Boeuf sur le Toit "Nergens wellicht is de samenhang van cultus, dans, muziek en spel zo klaar beschreven als
in Plato’s Wetten". (blz 156) Serge Diaghilev (directeur van de Ballets Russes in begin 20e eeuw) nam het initiatief tot het verweven van kunsten.. Componisten, beeldende kunstenaars en choreografen werkten met hem samen. Zo ook werkten Bertold Brecht en Kurt Weil samen, alsook Gershwin - Robbins en Astaire. De homo ludens vraagt: Hoe is het mogelijk dat verschillende disciplines komen tot samenspel? Herkennen jullie in totaaltheater mijn collegae? Welke waarde heeft dit grensoverschrijdend samenspel? Doe onderzoek naar Gesamtkunstwerk in het Noorden uit
die tijd. Belicht van daaruit als deskundigen de motieven tot samenspel en hoe het mogelijk is dat disciplines elkaar in die mate verstaan. Kom tot een eigentijds "Gesamtkunstwerkchen" geïnspireerd door de jaren twintig. Ga met elkaar als kunstenaars in gesprek over de waarde van grensoverschrijdend samenspel. Blijf als rolfiguur zorgen voor herkenbaarheid, maar neem de vrijheid om in de loop van de tijd tot nieuwe inzichten te komen of koppig bij eigen wijsheden te blijven. Een discussie blijft immers alleen interessant, zolang er sprake is van een uitdagende tegenstelling; zelfs burgerlijke truttigheid kan voor een interessante en uitdagende spanning zorgen. Bronnen Video Heropvoering door Minerva van Le Boeuf sur le toit (1982) Avantgarde in het Noorden, Universiteits Bibliotheek Groningen, 2000; algemene lijst
En zij Ploeg - den voort "Maar met het spel erkent men, of men wil of niet, de geest. Want het spel is, wat ook zijn wezen zij, niet stof". (blz 3) De Ploeg-ers waren niet alleen schilders, ook architecten (Reitsema) schrijvers (Hendrik de Vries, Herman Poort, Martin Leeuwenpold, Elisabeth Reitsma) musici (Daniël Ruyneman, Cor Kuiler). Sommige kunstenaars waren tijdelijk lid of bevriend met de kern. Toneel en dans stonden in die tijd nog niet zo hoog aangeschreven; er zijn van deze kunstvorm geen Ploegleden bekend . De Homo ludens vraagt: Heeft spel ook geldigheid buiten de kunsten, en hoe kunnen we dat vaststellen? Wat was de invloed van de Ploeg op regio-landgenoten-samenleving? Is er samenhang met de opkomst van het socialisme en communisme in het Noorden? De oorzaken liggen hiervoor elders, waardoor we geneigd zijn dit verband niet te leggen. Welke kunstenaars lieten zich door welke buitenlanders inspireren? Wanneer introduceerde de stadsschouwburg internationale producties in Groningen? Programmeerden de stadsschouwburg kritische stukken als Brecht"s Dreigroshen Oper of Thoman Mann’s Pfeffermuhle? Bronnen: Video film: de Ploeg, cd: de Ploeg: Daniel Ruyneman; algemene lijst
Die Entartete Kunst " De spelbreker is heel iets anders dan de valse speler. Deze laatste veinst het spel te spelen. Hij blijft de toverkring van het spel in schijn erkennen". (blz. 11) "Door zich aan het spel te onttrekken onthult hij (de spelbreker) de betrekkelijkheid en broosheid van die spelwereld,
waarin hij zich tijdelijk met de anderen had opgesloten. Hij ontneemt aan het spel de illusie, illusio, (letterlijk ‘inspeling’), wordt zwaar van betekenis. Daarom moet hij vernietigd worden, want hij bedreigt het bestaan der spelgemeenschap". Onderzoek welke kritiek het fascisme had als vals speler op de kunstontwikkelingen destijds, welke motieven eraan ten grondslag liggen. Beluister muziekfragmenten van acceptabele en verwerpelijke componisten Bespreek de verschillen tussen acceptabele en verwerpelijke schilders Bespreek de verschillen tussen acceptabele en verwerpelijke theatermakers Heeft het fascisme de kunstenaars monddood kunnen maken? In welke hedendaagse kunstvormen zijn verbanden aan te tonen met de jaren twintig en dertig? Welk muziekfragment, schilderij of optreden kun je selecteren uit de videoband Entartete Kunst, om overeenkomsten met hedendaagse (noordelijke) kunst aan te tonen? Verknip eerdere motieven / stellingen die zijn gebruikt in de verdediging van individuele kunstuitingen, universele (sub)culturele taal, de kracht van de expressie, ruimte aan eigen interpretaties, tot losse woorden en kom al schuivend tot nieuwe uitspraken. Presenteer jullie resultaat aan de andere subgroepen binnen een gloedvol betoog over: spel is niet de doden, ofwel de homo ludens leeft voort. Verwerk daarin alles wat je deze week aan inzichten hebt verworven en ludieke experimenten hebt gedaan, om het voortbestaan kracht bij te zetten en de collegae van de homo ludens gerust te stellen. Bronnen: Internet: facisme en video en cd Entartete Kunst
Achtergrond informatie "Menselijke beschaving komt op en ontplooit zich in spel, als spel." (J.Huizinga) Johan Huizinga is de belangrijkste en bekendste Nederlandse historicus van de twintigste eeuw. (* Groningen 1872, † De Steeg 1945). Hij studeerde Nederlands en vergelijkende taalkunde, promoveerde, werd in 1905 hoogleraar algemene en vaderlandse geschiedenis in Groningen, aanvaardde in 1914 de leerstoel algemene geschiedenis in Leiden, was er rector magnificus (1932-1933). In die laatste functie verzocht hij in 1933 de leider van de Duitse delegatie bij een jongerencongres en auteur van een antisemitisch schotschrift, om de universiteit te verlaten. Daarna keerden zich veel Duitse historici van hem af. Van augustus tot oktober 1942 zat Huizinga gedetineerd in het gijzelaarskamp van Sint-Michielsgestel. Hij overleed in 1945. Bronnen: Huizinga, J., HomoLudens, 1938 Tjeenk Willink Haarlem; 1974 H.D. Tjeenk Willink Groningen Video: ‘De Ploeg 1918 –1928’: documentaire van Buddy Hermans (e.a.). Uitgezonden in:
‘Kunst…omdat het moet’, Tros, 1998. Le boeuf sur le toit: muziektheater naar Darius Milhaud en Jean Cocteau, 1988, Academie Minerva, kleur, 25 minuten. Heropvoering van de voorstelling door jongeren van de Academie. Informatie over De Ploeg en Academie Minerva Dijk, F. van, Leraren van de Academie Minerva, Stichting Behoud Beeldende Kunsten Groningen; Groningen: 1998 Hofsteenge, C. (e.a.), George Martens en Alida Pott: leven en werken, Stichting Behoud Beeldende Kunsten Groningen; Groningen: 1993 Hofsteenge, C. (e.a.), De Ploeg 1918 –1941, de hoogtijdagen, Benjamin en Partners; Groningen: 1993. Martinet, J., De schilder Hendrik Werkman, Wolters Noordhoff; Groningen: 1982 Raap, H. e.a., Voor het Voetlicht; De Ploeg en de provincie Groningen: De Ploeg-collectie van de Provincie Groningen, Philip Elchers; Groningen: 1999 Wal. M. van der, Johan Dijkstra 1896 –1978; Waanders; Zwolle: 1996 Romans Dendermonde, M., Een roerige bruiloft op de Adrillen, de Prom Baarn, 1992 Westerman, F., De graanrepubliek, Atlas, Amsterdam/Antwerpen 1999 Toneel in Groningen Boiten, E., 400 jaar toneel in Groningen, Groninger museum; Groningen: 1974 Haan, J. e.a. Alzoo Rederijkers, (Koninklijk Provinciaal Groninger Rederijkers verbond 125 jaar), Meinders Scheemda 1992 Moesker, A. Beek, O., Grunneger Sproak in stad Zo as ’t raailt en zaailt, Profiel Bedum, 1994 Tammeling, B. (red), Bij open doek, (100 jaar Stadschouwburg), Ver. Vrienden van de Stadsschouwburg; Groningen: 1984 Theater Algemeen Maanen, H. van, Het Nederlandse toneelbestel van 1945 tot 1995, Amsterdam University Press; Amsterdam: 1997 Erenstein, R. Coigneau, D. red., Een theatergeschiedenis der Nederlanden, (tien eeuwen drama en theater in Nederland en Vlaanderen), Amsterdam: 2001 Hartnoll, Ph., Geschiedenis van het theater, (vert. uit het Engels door Rob Klinkenberg; aangevuld met een geschiedenis van het theater in Nederland door Sjaak Overbeeke) IT&FB Amsterdam 1987 Muziek in Groningen Cd: De Ploeg, do records, Bilthoven 2002 internet over Daniël Ruyneman en De Ploeg: http://www.dofoundation.com/dr002.html http://www.dofoundation.com/dr002.html
Muziek Algemeen Cd: Vox Neerlandica II: Netherlands chamber choir – Uwe Gronostay; Centrum Nederlandse muziek; NM Classics1997 Video en cd Entartete Musik, The Decca Record Company Limited; London: 1996 Metzelaar H., Zes vrouwelijke componisten, Centrum Nederlandse Muziek; Walburg Pers Zutphen: 1991 NNIK [Noord Nederlandse interfaculteit der Kunsten] Groningen 2002