Een werkstuk maken is gemakkelijk o
“ Een werkstuk maken is gemakkelijk”
Antoine5e Krop en Lucia Rachman maart 2013
Powerpoint door Petra van Gent en Antoine5e Krop Voor het maken van een profielwerkstuk
Deel I • • • • •
het begin
1. partner kiezen 2. onderwerp kiezen 3. informaJe zoeken 4. format (schrijfplan) maken 5. logboek bijhouden
Kies een partner
Werk samen met iemand die betrouwbaar is, op dezelfde wijze werkt als jij en natuurlijk hetzelfde profiel heeQ!
Maak werkafspraken en houd je eraan!
Logboek • Hou vanaf het begin allebei (dus ieder apart) een logboek bij. • Noteer de datum, de Jjd en het resultaat.
Stuur alle mails aan je docent meteen ook aan je partner
Je kiest samen met je partner een onderwerp......en bespreekt dit met je docent
bijvoorbeeld....het konijn!
• Je gaat een onderzoek doen en schrijQ een boekje. Je schrijQ het voor leeQijdsgenoten en je mag er vanuit gaan dat ze “niets” weten over het onderwerp. • Dit boekje is jouw intelectueel eigendom. Vandaar dat op iedere pagina jullie namen vermeld staan.
Als het onderwerp is goedgekeurd, begin je met de oriëntaJe. Verzamel zoveel mogelijk informaJe. In de bibliotheek/ op internet/een interview met een expert.... Belangrijk hierbij is: heb je iets aan deze informaJe? Stap I: oriënterend lezen Noteer meteen waar je het gevonden hebt (bronnen) .
Let op: niet alle informa9e is bruikbaar... www.scholieren.com
Je hebt nu een onderwerp en je hebt mogelijke bronnen geselecteerd...en dan? Stap 2: globaal lezen
De hoofdvraag Je formuleert de hoofdvraag door het beantwoorden van deze vraag: Wat wil je over het onderwerp uitzoeken?
Misschien: Hoe is de verspreiding van het konijn over de wereld?
Of: Wat is de rela9e tussen de anatomie van het konijn en de konijnenziekte?
Of: Hoe bereid je konijn?
Heb je een hoofdvraag? “Hoe bereid je en konijn?” Maak dan je deelvragen! De deelvragen zijn de stapjes om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden
Voorbeeld deelvragen: 1 Voorbereiding: Wat heb je allemaal nodig om een konijn te bereiden? 2 De bereiding: Wat moet je precies doen om deze maalJjd te bereiden 3 De consump>e: Welk bestek gebruik je, wat drink je bij de maalJjd.........?
Je ziet: deelvragen..... geven antwoord op aspecten van de
hoofdvraag.
elke deelvraag vormt een eigen hoofdstuk, met een eigen Jtel.
Het Jtelblad ...heeQ GEEN paginanummering en ook geen kop-‐ en voe5ekst
Hoe maak je een 9telblad? Begin met een werkJtel
Een plaatje mag: maar wel funcJoneel !
Maak een koptekst en voe5ekst aan • koptekst: naam school, plaats, jullie namen en havo of vwo • voe5ekst: Jtel werkstuk, vak, jaartal
....en voeg paginanummering toe! Waar staat het paginanummer? 3 of 3
Je maakt een schrijfplan.... Reserveer voor elk onderdeel een pagina. Vul ook de deelonderwerpen in. De teksten volgen later. voorwoord
inhoudsopgave
inleiding
Hoofdstuk 1 Voorbereiding
Hoofdstuk 2 De bereiding
Hoofdstuk 3 De consumpJe
conclusie
evaluaJe
Elk hoofdstuk bestaat op zijn beurt uit verschillende onderdelen: • Zo kun je bij het hoofdstuk ‘De voorbereiding’ jezelf verschillende vragen stellen..... • Elke vraag vormt een paragraaf, met opnieuw een kopje.....
Hoofdstuk 1 Voorbereiding • In dit hoofdstuk zet je alles wat met voorbereiding te maken heeQ: 1.1 Materialen; Hoe wordt het konijn bereid? Zijn er speciale pannen of messen nodig? 1.2 Recepten; Op welke manieren kan een konijn bereid worden?
1.3 Ingrediënten; Welke boodschappen zijn
nodig?
boodschappen
Hoofdstuk 2 De bereiding 2.1 De instrucJe: welk recept of recepten worden gevolgd?
2.2. Welke bijgerechten? Wat ga je er bij maken? 2.3 Welk voorgerecht en nagerecht passen het beste bij konijn?
bereiding
bijgerechten
Hoofdstuk 3 consumpJe
3.1 Welke drankjes passen goed bij konijn? 3.2 Welk servies en bestek horen erbij? 3.3 TafeldecoraJe : hoe wordt de tafel gedekt?
Om antwoorden te vinden op je deelvragen, moet je delen van teksten heel goed lezen. Stap 3: intensief lezen
bronvermelding • Schrijf meteen op uit welke boeken,arJkelen, sites (= uit welke bronnen) je informaJe gebruikt. • Deze informaJe heb je later nodig voor je bronvermelding
Nu jij: je onderwerp is ....... Welke hoofdvraag en welke deelvragen kun je hierbij formuleren?
Gelukt?
Deel II De indeling
Wat staat er in een voorwoord/ verantwoording?
• Kader; (www) voor welk vak en welk onderdeel gaan jullie werkstuk maken. • Mo9va9e;( w) jullie geven aan waarom jullie voor dit onderwerp speciaal hebt gekozen (dit kan ook ieder voor zich) • Dank; (h) jullie bedanken hier alle mensen die een wezenlijke bijdrage hebben geleverd bij het tot stand komen van het werkstuk. • Onder het voorwoord staat jullie eigen namen in alfabeJsche volgorde. • Dit schrijf je pas als het werkstuk klaar is en het blijQ dus voorlopig leeg
inhoudsopgave • De inhoudsopgave komt na het voorwoord. • Je kunt op internet voorbeelden vinden. • De precieze paginavermelding kun je pas maken als het werkstuk af is
Dan komt het verslag van je onderzoek Inleiding
conclusie
Kern
bronnenlijst
Schrijfvolgorde: A kern: de deelvragen B inleiding C conclusie D bronvermelding E voorwoord F evaluaJe G inhoudsopgave
Vul nu de teksten in op de daarvoor gereserveerde onderdelen
voorwoord
inhoudsopgave
inleiding
Hoofdstuk 1 Voorbereiding
Hoofdstuk 2 De bereiding
Hoofdstuk 3 De consumpJe
conclusie
evaluaJe
Wat staat er in de kern? In je werkstuk beantwoord je per hoofdstuk de deelvragen. Hierbij geldt dus: De hoofdstukken hebben de Jtels van je deelvraag. Aan het einde van hoofdstuk geef je een samenvajng van het hoofdstuk.
Wat staat er in de inleiding? Algemene informaJe over het onderwerp. Wie/wat/welke /waar/wanneer/ • Je hoofdvraag • Een hoofdstukindeling. Als je een beeld geeQ van wat er behandeld wordt in je werkstuk, maak je mensen nieuwsgierig naar de rest van je werkstuk. • Dit schrijf je pas als alle deelvragen beantwoord zijn
Wat staat er in de conclusie? In je conclusie beantwoord je je hoofdvraag heel kort. Je hoeQ in feite de samenvajngen per hoofdstuk aan elkaar te rijgen met signaalwoorden. Je kunt afsluiten met een pakkende zin: de uitsmijter! Of een aanbeveling voor een vervolgonderzoek Ook dit schrijf je pas als alle deelvragen beantwoord zijn
De evaluaJe Hierin wordt het proces geëvalueerd: Hoe heb je samengewerkt? Wat ging goed? Wat ging niet goed en waarom niet? Wat heb je geleerd? Wat doe je volgende keer anders? De evaluaJe staat onder de conclusie.
• De inleiding en de conclusie horen bij het werkstuk en beva5en NIETS persoonlijks. Geen “ik en wij” • Het voorwoord en de evaluaJe gaan over “het proces” en zijn wel persoonlijk dus: “ik en wij” • Spreek in het werkstuk de lezer niet aan: “ nooit jij of u”
Deel III De bronvermelding
voorbeeld • “Leg de stukken konijn in een kom. Maal of stamp eerst de rozemarijn en >jm tot pulp, doe de tenen knoflook erbij en maal of stamp die mee. Schep er 8 eetlepels olijfolie bij, roer het sap en de geraspte schil van de citroen en de honing erdoor en giet het mengsel over de stukken konijn. Zet het vlees zolang opzij en laat het op kamertemperatuur komen terwijl je de barbecue aansteekt. Nu over de smaak. Neem een paar takjes verse >jm en bind die bij elkaar tot een soort kwastje. Gebruik dat om de stukken vlees elke keer dat je ze omdraait met een beetje marinade in te smeren, zodat je een heerlijk krokant laagje krijgt. Dit konijn wordt echt verrukkelijk!” (bron 6)
bronvermelding In de tekst geef je aan waar je de informaJe vandaan hebt De eerste bron die je vermeld is niet alJjd bron 1, omdat de bronnenlijst alfabeJsch is. De bron in de vorige dia was van Jamie Oliver en dat staat dus bij de O. De eerste bron op de bronnenlijst is waarschijnlijk uit “Allerhande” vanwege de A, maar misschien gebruik je die bron pas later.
De bronnenlijst een voorbeeldje Bronnenlijst
Boeken/Ar9kelen Dijk, P. van, & Jansen, F. (2003). Wereldgids: Reisgids door de literatuur. Amsterdam: Promotheus. Heuvel, G. van den (14 februari 2011). Steeds minder jongens in het voortgezet onderwijs. Teen Times, p. 9. Richardson, J. (9 februari 2011). Pelican prevail in court: Will be paid, but jobs not secure. The Daily Herald, p. 1 Slee, C. (2004). ASlijven. Groningen: Wolters Noordhoff Internetbronnen
Boeken als bron
Hoe beschrijf je boeken? ZO! Slee, C. (2004). ASlijven. Groningen: Wolters Noordhoff. Auteur Tussen Jaar Titel Uitgeverij Let op:
Eerst de achternaam dan de voorle5er. die twee plaats je een komma Het jaar van uitgave plaats je (tussen haakjes) De >tel van het boek moet je cursief weergeven. De plaats van uitgave, gevolgd door de uitgeverij. Daartussen is een dubbele punt alle onderdelen van je bronvermelding zijn gescheiden door punten.
TijdschriQen als bron
Hoe beschrijf je arJkelen uit kranten of JjdschriQen? Zo! Richardson, J. (9 februari 2011). Pelican prevail in court: Will be paid, but jobs not secure. The Daily Herald, p. 1
Hoe beschrijf je websites? Zo! • Titel site, >tel ar>kel. Auteur, datum (laatste datum waarop de site is bewerkt), leerling die de site heeQ gevonden, datum waarop de leerling de site heeQ gevonden. Raadpleegbaar via: link Voorbeeld: • Wikipedia, de vrije encyclopedie, Wikipedia: Bronvermelding. Auteur onbekend, 23 maart 2014, gevonden door Petra op 7 april 2014. Raadpleegbaar via: h5p://nl.wikipedia.org/wiki/Wikipedia:Bronvermelding . Als er geen auteur bij vermeld is, begin je meteen met de Jtel van het document.
De tekst comprimeren • Elk hoofdstuk uit de kern begint op een nieuw blad .....maar • als het vorige hoofdstuk minder dan helQ van de bladzij beslaat, dan kun je nu het volgende hoofdstuk op diezelfde bladzijde laten beginnen. • Alleen inleiding en conclusie blijven alJjd op aparte pagina’s staan! Evenals het voorwoord en de evaluaJe.
citeren Citaten zijn woorden die le5erlijk zijn overgenomen van een ander. In de tekst zijn ze alJjd schuingedrukt en staan tussen aanhalingstekens. ZO: “Onder het citaat wordt vermeld in welke bron die informa>e teruggevonden kan worden”. (bron 8)
Sla steeds op = “to save” als je iets geschreven hebt! Zonde als alles ineens weg is!
Deel IV
vormgeving
Lay out
Milton Peters College
Hoe bereid je een konijn? konijn
Naam: Klas: Vak: Datum:
ik en jij V6 Koken november 2014
Het le5ertype moet zakelijk zijn!
• • • • • •
Times New Roman Garamond Arial Bookman Old Style Book Antiqua Calisto MT
Dus niet....
Mijn konijn
Le5ergroo5e 11 en 14 voor je normale tekst. Kleiner is niet leesbaar
18(max.) voor hoofdstukken en tussenkopjes
TE GROOT
Achtergrond • De achtergrond is wit, geen aqeeldingen of kleurtjes • IlustraJes zijn funcJoneel en met bronvermelding
Maak dan nu de inhoudsopgave af: Vul de juiste paginanummers in
KLAAR.....uh.....
Controleer Gebruik de checklist uit de handleiding