Kerkebuurt 156 – 1647 MD Berkhout - 0229-551357 -
[email protected] - www.geertholle.nl
STAP 1: het kiezen van een onderwerp Voor je een werkstuk maakt moet je natuurlijk een onderwerp kiezen. Het beste kun je een onderwerp kiezen dat je zelf interessant vindt en waar genoeg informatie over te vinden is. In het voorbeeld hier gebruiken we het onderwerp: de hond. STAP 2: wat wil je van het onderwerp weten Voor je gaat beginnen met zoeken naar informatie moet je eerst bedenken wat je allemaal van het onderwerp wilt weten. Plak je post-it met de vragen waar je antwoord op wilt, op het “wat wil ik weten” raam. Bedenk minimaal 3 dingen die je over het onderwerp wilt weten. Een verplichte vraag die over het onderwerp moet worden beantwoord is: welke invloed heeft dit (gehad) op het landschap? In het geval van de hond wil je waarschijnlijk weten wat voor soort honden er allemaal zijn, hoe je een hond moet verzorgen, hoe je honden kunt trainen, sinds wanneer honden eigenlijk huisdieren zijn. Door dit van te voren te bedenken kun je straks gericht naar informatie zoeken en vind je geen informatie over bijvoorbeeld alle ziektes die bij honden kunnen voorkomen of over de functies van de organen van de honden. STAP 3: Maak hoofdstukjes en schrijf de inleiding Door alvast hoofdstukjes te maken kun je straks de informatie die je vindt beter onderverdelen zodat je werkstuk overzichtelijk blijft. Ook kun je alvast een logische volgorde aanbrengen. In het geval van het werkstuk over de honden zou dat zijn.
Inhoud Inleiding Hoofdstuk 1: Sinds wanneer zijn honden huisdieren Hoofdstuk 2: Wat voor soort honden bestaan er allemaal Hoofdstuk 3: Hoe moet je voor een hond zorgen Hoofdstuk 4: Hoe kun je een hond trainen Hoofdstuk 5: Mijn hond Conclusie
In de inleiding schrijf je waarom je voor dit onderwerp gekozen hebt en waarom je voor deze hoofdstukjes gekozen hebt. STAP 4: Zoek de informatie op Nu je weet naar welke informatie je moet zoeken, kun je gericht zoeken naar de juiste informatie. Dit kun je doen in boeken, maar ook op internet. Bij het zoeken van informatie is het belangrijk dat je erop let of het wel betrouwbare informatie is. Iedereen kan immers zomaar iets schrijven op internet, maar dat maakt de informatie nog niet altijd juist.
Een van de dingen waaraan je kunt zien of informatie waarschijnlijk juist is, is door te kijken naar wie het heeft geschreven en door te kijken naar de bronvermelding van de website. Ook in bibliotheken kunnen ze je vaak vertellen welke bronnen betrouwbaar zijn en welke niet en volwassenen kunnen je daarbij ook helpen. STAP 5: Schrijf de informatie in je eigen woorden op en zoek er mooie plaatjes bij De informatie die je gevonden hebt vertel je in je eigen woorden in de juiste hoofdstukken. Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je de tekst gewoon van het internet kopieert. Informatie in de hoofdstukjes kun je weer onderverdelen in tussenkopjes om het overzichtelijk te houden. -
Maximale lettergrote van de tekst = 12 Maximale lettergrote van de titels van de hoofdstukken = 16 Maximaal aantal plaatjes per pagina = 2 (het oppervlakte van de plaatjes mag niet groter zijn dan ¼ van de pagina) Let op je spelling (bij twijfel, vraag het na!) Werkstuk moet worden ingeleverd in een snelhechter. Minimaal aantal pagina’s = 9 pagina’s
STAP 6: Schrijf een conclusie In de conclusie schrijf je wat je allemaal geleerd hebt van het werkstuk. Je vat de geschreven hoofdstukken kort samen in de conclusie. Je kunt ook schrijven hoe het je is bevallen om dit werkstuk te maken. Je kunt bijvoorbeeld schrijven dat het maken van het werkstuk je is meegevallen (of natuurlijk ontzettend tegengevallen). STAP 7: Maak een bronvermelding In een bronvermelding meldt je waar je je informatie vandaan hebt. Bij een boek schrijf je de titel van het boek op en de schrijver. Eventueel kun je de pagina's opschrijven die je gebruikt hebt. Van een internetsite geef je het adres dat bovenin het scherm staat. in het geval van de hond zou het deze pagina kunnen zijn: http://nl.wikipedia.org/wiki/Hond STAP 8: Maak een inhoudsopgave en een voorpagina Wanneer je helemaal klaar bent met schrijven kun je paginanummers onder je werkstuk zetten. Daarna kun je een inhoudsopgave maken met de juiste paginanummers erbij. Een voorpagina is het visitekaarje van je werkstuk. Hierop staat in ieder geval het onderwerp, je naam, de datum en je klas. STAP 9: Lees alles nog een keer door Eigenlijk is het werkstuk nu af. Lees het nog een keer door om te kijken of er geen spel- of tikfouten in staan. Laat het ook andere mensen lezen, misschien zien zij nog fouten. Als je zeker weet dat alles helemaal goed is kun je het werkstuk inleveren.
Prehistorische volken in de 20e eeuw: Het leven van de Indianen. Het leven in de steentijd Het leven in de ijzertijd Het Chinese keizerrijk: Chinese leiders Chinese gebruiken Chinese kunst en cultuur De wereld van de Islam: Oorlog om het geloof Verspreiding van de Islam Gebruiken van de Islam De grote ontdekkingsreizen: Ontdekkingsreizigers Slavernij Schepen Gouden eeuw Europa’s macht in de wereld: Nederlands-Indië Kolonisatie Emigratie wereldwijd Samenwerking in de wereld: Koude oorlog Derde wereld landen Europese Unie Leven doorgeven: Voortplanting bij dieren Voortplanting bij planten Voortplanting bij mensen De ruimte verovert: Klimaat en klimaatsverandering Groene energie Zonder kracht geen werk: Magnetisme Elektriciteit Hefbomen en katrollen
Ruimte en tijd: Ons zonnestelsel Het ontstaan van seizoenen Goed geregeld: Afweersysteem Erfelijkheid Een woeste wereld: Vulkanen Binnenkant van de aarde Aardbevingen Van regenwoud naar pool Noord en Zuidpool Ontbossing Leven in een tropisch regenwoud Een rijke kust: Midden-Amerika Caribisch gebied Cuba Land vol tegenstellingen: New York Politiek in de Verenigde Staten Miljoenensteden: Tokyo Lagos Sloppenwijken Toerisme Werken voor weinig geld: Kinderarbeid Fair Trade Migranten: Vluchtelingen Hulporganisaties Een wereld vol verschillen: Nederlandse cultuur Dialecten Multiculturele samenleving
Schrijfhulp: VERPLICHT INVULLEN! (toevoegen als laatste bladzijde in je werkstuk)
1 voorblad:
Onderwerp Naam Datum Groep
2 inhoudsopgave (wat staat op welke bladzijde) 3 inleiding Waarom heb ik dit onderwerp gekozen?
Wat wil ik leren?
4 titel hoofdstuk 1: 5 titel hoofdstuk 2: 6 titel hoofdstuk 3: 7 titel hoofdstuk 4: 8 conclusie:
wat heb ik geleerd van dit werkstuk
(schrijven als alle hoofdstukken af zijn)
hoe vond ik het om dit werkstuk te maken?
9 bronvermelding
bron 1: bron 2: bron 3:
Beoordelingsformulier
Onderwerp voorblad bevat: Naam Datum Groep inhoudsopgave aanwezig inhoudsopgave correct inleiding beantwoordt de vragen:
Waarom heb ik dit onderwerp gekozen? Wat wil ik leren?
Hoofdstuk 1 is van voldoende kwaliteit Hoofdstuk 2 is van voldoende kwaliteit Hoofdstuk 3 is van voldoende kwaliteit Hoofdstuk 4 is van voldoende kwaliteit Conclusie Beantwoordt de vragen
wat heb ik geleerd van dit werkstuk hoe vond ik het om dit werkstuk te maken?
Er zijn drie verschillende bronnen gebruikt Werkstuk is in eigen woorden geschreven Lettertype en grootte correct Minimaal aantal pagina’s gehaald Werkstuk bevat niet te veel taal- en spellingfouten
Beoordeling: