Welke invloed heeft het e-governmentproject op de burgers en de instellingen van de sociale zekerheid? Aangifte van een sociaal risico in de sector uitkeringen Studiegebied Sociaal-agogisch werk Opleiding Sociaal werk Afstudeerrichting Maatschappelijke advisering Academiejaar 2006-2007 Student Melissa Declercq
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
2
Voorwoord
5
Inleiding
6
Lijst met afkortingen
9
Hoofdstuk 1: E-government in de sociale zekerheid
10
1.1 Europa
10
1.2 De bevoegdheid in België
11
Hoofdstuk 2: De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid
14
2.1 De structuur van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid
14
2.1.1 Het primaire netwerk
15
2.1.2 De secundaire netwerken
18
2.2 Het verwijzingsrepertorium
18
2.3 De elektronische uitwisseling van gegevens
19
2.4 Informatieveiligheid
20
2.5 Het identificatienummer van de sociale zekerheid
20
Hoofdstuk 3: Dimona
22
3.1 Toepassingsgebied
22
3.2 Inhoud van de aangifte
23
3.2.1 Algemene gegevens
23
3.2.2 Specifieke gegevens
24
3.3 Wijziging of annulatie van een aangifte
24
3.4 De elektronische aangifte
25
3.5 Het ontvangstbewijs
26
3.6 De vereenvoudiging van documenten
27
3.7 Besluit dimona-aangifte
28
-2-
Hoofdstuk 4: De multifunctionele aangifte (Dmfa)
29
4.1 De situering van de multifunctionele aangifte
29
4.2 Het multifunctioneel gebruik
29
4.3 De samenstelling van de aangifte
30
4.4 De structuur van de aangifte
31
4.4.1 De werknemerslijn
31
4.4.2 De tewerkstellingslijn
34
4.4.3 De aangifte van de loongegevens
40
4.4.4 De aangifte van de prestatiegegevens
43
4.4.5 De aangifte van gegevens voor het geheel van de onderneming
49
4.5 De controle
50
4.6 De aangifte indienen
50
4.7 Het ontvangstbewijs
50
4.8 Wijziging van een aangifte
51
4.9 De toepassing Gotot
51
Hoofdstuk 5: De aangifte van een sociaal risico (ASR)
52
5.1 De structuur van de aangifte
52
5.2 Het indienen van een ASR
53
5.3 Het ontvangstbewijs
54
5.4 De vereenvoudiging van documenten
54
5.5 De verschillende elektronische aangiften
55
5.5.1 De aangifte van sociale risico’s: Uitkeringen
55
5.5.2 De aangifte van sociale risico’s: Beroepsziekten
55
5.5.3 De aangifte van sociale risico’s: Arbeidsongevallen
56
5.5.4 De aangifte van sociale risico’s: Werkloosheid
56
Hoofdstuk 6: Aangifte van een sociaal risico in de sector uitkeringen 6.1 Procedure loontrekkende 6.1.1 Huidige situatie
58 58 58
6.1.1.1 Ziekte of ongeval van gemeen recht
58
6.1.1.2 Werkverwijdering
91
6.1.1.3 Moederschapsrust
92
6.1.1.4 Borstvoedingsverlof
100
-3-
6.1.1.5 Borstvoedingspauze
100
6.1.1.6 Vaderschapsverlof
101
6.1.1.7 Adoptieverlof
107
6.1.2 Nabije toekomst
108
6.2 Procedure zelfstandige
110
6.2.1 Huidige situatie
110
6.2.1.1 Ziekte of ongeval van gemeen recht
110
6.2.1.2 Moederschapsrust
117
6.2.2 Nabije toekomst Hoofdstuk 7: Invloed van het e-governmentproject
121 122
7.1 Minister van Werk en Informatisering Peter Vanvelthoven
122
7.2 De Socialistische Mutualiteit Bond Moyson West-Vlaanderen
124
7.2.1 Vergelijking van het aantal formulieren en brieven
124
7.2.2 Nieuwe transacties
127
7.3 Vragenlijst
133
7.3.1 Bond Moyson West-Vlaanderen
133
7.3.1.1 De medewerkers
133
7.3.1.2 De dienst uitkeringen
138
7.3.1.2.1 Dhr. Rik Demeurisse
140
7.3.1.2.2 De primaire berekenaars
143
7.3.1.2.3 De andere medewerkers
147
7.3.1 3 Dhr. Dominique Vanhonacker
149
7.3.2 Andere verzekeringsinstellingen
152
7.3.3 Uitbetalingsinstellingen
153
7.3.4 Werkgevers en sociaal secretariaten
156
Persoonlijk besluit
164
Algemeen besluit
167
Bijlagen
169
Literatuurlijst
202
-4-
Voorwoord
Bij deze wil ik een aantal mensen bedanken voor de steun en hulp die ze mij hebben geboden tijdens de voorbije maanden. Het betreft zowel personen die mij hebben geholpen met de uitwerking van dit eindwerk als diegenen die mij moreel hebben gesteund. Eerst en vooral wil ik de docenten van de opleiding Sociaal werk van het departement Hiepso bedanken voor de voorbije jaren. Mijn dank gaat in het bijzonder uit naar dhr. Rik Braem, mijn stagementor en eindwerkbegeleider, voor de goede begeleiding tijdens mijn stageperiodes en zijn ondersteuning van mijn werk. Verder bedank ik dhr. Dominique Vanhonacker, administratief directeur van mijn stageplaats Bond Moyson West-Vlaanderen, en dhr. Rik Demeurisse, diensthoofd uitkeringen, voor hun tijd en energie die ze in mij hebben gestoken. Vooral dankzij hun medewerking heb ik een boeiende en leerrijke periode achter de rug. Bovendien hebben ze mij talrijke informatie bezorgd over het e-governmentproject waardoor ik mijn eindwerk kon stofferen. Bovendien wens ik ook de medewerkers van mijn stageplaats te bedanken voor het feit dat ze hebben meegewerkt aan mijn vragenlijst. Ook wil ik de talrijke werkgevers, sociaal secretariaten en uitbetalingsinstellingen bedanken die hebben gereageerd op mijn vragenlijst. Tenslotte wens ik ook mijn persoonlijke omgeving te danken voor de kans die ze me hebben gegeven om te studeren en voor hun steun tijdens soms wel moeilijke momenten. Dankzij deze personen kan ik met trots mijn eindwerk voorstellen.
-5-
Inleiding
Tijdens de laatste twee jaar van mijn opleiding Sociaal werk liep ik stage bij de Socialistische Mutualiteit Bond Moyson West-Vlaanderen. Het is een interessante instelling om in te werken. Een instelling die aandacht besteedt aan zijn leden en aan zijn medewerkers. Het ziekenfonds is actief op 3 domeinen: • de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering. In het kader van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering vervult het ziekenfonds zijn opdracht in twee sectoren. De eerste sector is die van de geneeskundige verzorging, waar de mutualiteit instaat voor de terugbetaling van medische kosten. De tweede sector is de sector van de uitkeringen, waarbij de mutualiteit een vervangingsinkomen toekent aan de loontrekkenden en zelfstandigen die arbeidsongeschikt worden. Ook de moederschapsuitkering situeert zich in deze sector. • de vrijwillige en aanvullende verzekering. De mutualiteit biedt talrijke voordelen en diensten aan zoals voorhuwelijkssparen, hospitalisatieverzekering, gezinshulp, … • hulpverlening, voorlichting en begeleiding, als een noodzakelijke aanvulling bij de verleende diensten. Naast materiële hulpverlening hecht het ziekenfonds veel belang aan juridische en sociale hulpverlening. Hiertoe werden diensten rechtshulp en rechtsbijstand uitgebouwd en centra voor algemeen welzijnswerk. Mijn stage vond plaats in de dienst uitkeringen waar ik primaire arbeidsongeschiktheidsdossiers (minder dan 1 jaar arbeidsongeschikt) moest behandelen. Deze dienst is dus gesitueerd binnen het eerste domein. In de loop van mijn opleiding had ik bovendien al heel wat inzicht verworven in het sociaal zekerheidsrecht. Tijdens de lessen in het tweede jaar van dhr. Rik Braem hoorde ik voor het eerst over het e-governmentproject. Het e-governmentproject bestaat uit drie delen: • dimona • multifunctionele aangifte (Dmfa) • aangifte van een sociaal risico (ASR) Er werd echter niet diep ingegaan op deze begrippen. Het enige wat me bijbleef was dat dit project heel wat betekent voor de sociale zekerheid. Het ultieme doel is administratieve vereenvoudiging. Doordat deze materie mij enorm boeide, was ik dan ook vastbesloten om daarover een eindwerk te schrijven.
-6-
Tijdens mijn stage merkte ik dat de aangifte van een sociaal risico veel belangstelling kreeg. Wanneer zich een sociaal risico voordoet zoals ziekte of ongeval, werkverwijdering wegens zwangerschap, moederschapsrust, werkverwijdering wegens borstvoedingsverlof of borstvoedingspauze en vaderschapsverlof, dan doet de verzekerde daarvan zelf aangifte. In het kader van de Dmfa wordt het binnenkort mogelijk om het document ASR rechtstreeks via elektronische weg aan de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen op te vragen. Vanaf heden wordt het document ASR rechtstreeks aan de werkgever opgevraagd, ofwel via het papieren of het elektronische circuit. Dit gebeurt enkel indien het ziekenfonds de identiteit van de werkgever kent en deze zijn keuze van communiceren heeft meegedeeld. E-government is een actueel onderwerp. De federale overheid is sinds 1 januari 2003 gestart met het project. Bovendien is het nauw verbonden met de afstudeerrichting maatschappelijke advisering en mijn stageplaats. Het boeide mij om daar een eindwerk over te maken, omdat ik er zeker van ben dat nog heel wat mensen niet weten wat dit project inhoudt en hoe de verschillende begrippen verband houden met elkaar. Ik besefte dat het om complexe materie ging, maar dit schrok me zeker en vast niet af. Ik vond het dan ook leuk om een onderwerp te behandelen waarvan mijn voorkennis beperkt was. Voor het maken van mijn eindwerk heb ik in eerste instantie kennis verzameld over het gekozen onderwerp. Een knelpunt waar ik tegenaan ben gelopen, is dat er relatief weinig geschreven informatie over het item te vinden is. Daardoor heb ik mij voornamelijk gebaseerd op interne verslagen van het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten, de federale portaalsite en de website van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Met mijn eindwerk wou ik nagaan welke invloed het e-governmentproject heeft op de burgers en de instellingen van de sociale zekerheid. Aangezien het gekozen onderwerp heel omvangrijk is, heb ik besloten om uitgebreid stil te staan bij de aangifte van een sociaal risico in de sector uitkeringen. Vermits ik stage liep bij de dienst uitkeringen van de Socialistische Mutualiteit had ik zicht op de toch wel ingrijpende veranderingen die de ASR met zich meebrengt binnen de dienst. Het eerste hoofdstuk van mijn eindwerk behandelt de rol van de Europese Unie inzake het e-governmentproject. Het tweede hoofdstuk handelt over de belangrijke rol dat de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid speelt binnen het e-governmentproject. 17 jaar geleden werd de KSZ opgericht en sindsdien is de informatisering van de sociale zekerheid in een stroomversnelling terechtgekomen. In het derde tot en met het vijfde hoofdstuk behandel ik de theoretische kant van de 3 luiken van het e-governmentproject: dimona, Dmfa en ASR. Het is noodzakelijk om deze 3 aangiften te bespreken om zo de link met de ASR in de sector uitkeringen te kunnen maken. Weliswaar heb ik mij beperkt bij het uitdiepen ervan.
-7-
In het zesde hoofdstuk sta ik uitgebreid stil bij de aangifte van een sociaal risico, specifiek in de sector uitkeringen, waarvan ik het gebruik ervan aantoon binnen de dienst uitkeringen van Bond Moyson West-Vlaanderen. Vooral dit hoofdstuk stoffeer ik met praktijkvoorbeelden, bijhorende procedures en formaliteiten van loontrekkenden en zelfstandigen. De procedure van invaliditeit (langer dan 1 jaar arbeidsongeschikt) bespreek ik niet. In het zevende hoofdstuk onderzoek ik hoe het e-governmentproject, specifiek ASR, wordt ervaren bij de minister van Werk en Informatisering Peter Vanvelthoven, de Socialistische Mutualiteit Bond Moyson West-Vlaanderen, de andere verzekeringsinstellingen, de uitbetalingsinstellingen, de werkgevers en de sociaal secretariaten. Aan de hand van een vragenlijst, uitgezonderd bij minister Peter Vanvelthoven, heb ik hun meningen kunnen verzamelen. Het e-governmentproject staat nog niet volledig op punt. Er vinden continu veranderingen plaats. Daardoor is dit werk echter actueel tot en met 29 april 2007.
-8-
Lijst met afkortingen
ASR BASR BVH CAO CIMIRE CORVE DAV Dimona Dmfa DOSZ eID FAO FBZ FEDICT FOD FOD SZ FOD WASO FTP Gotot HVZ INSZ KB KSZ L.A.T.G.-bank NIC NVSM OAT-code OCMW ONE PDOS RIZIV RJV RKW RSVZ RSZ RSZPPO RVA RVP SIS-kaart VSI
Aangifte van een sociaal risico Bijlage bij de aangifte van een sociaal risico Bedrijfsvoorheffing Collectieve arbeidsovereenkomst Compte Individuel Multisectoriel - Multisectoriële Individuele Rekening Coördinatiecel Vlaams e-government Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging Déclaration immédiate - onmiddellijke aangifte Déclaration multifunctionelle - multifunctionele aangifte Dienst Overzeese Sociale Zekerheid Elektronische identiteitskaart Fonds voor Arbeidsongevallen Fonds voor Beroepsziekten Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie Federale Overheidsdienst Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg File transfer GrensOverschrijdende Tewerkstelling - Occupation Transfrontalière Hulp- en Voorzorgkas voor Zeevarenden Identificatienummer van de sociale zekerheid Koninklijk besluit Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid Loon- en arbeidstijdgegevensbank Nationaal Intermutualistisch College Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten Onmiddellijke aangifte van tewerkstellingscode Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn Office de la Naissance et de l’Enfance Pensioendienst voor de Overheidssector Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers Rijksinstituut voor Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen Rijksdienst voor Sociale Zekerheid Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening Rijksdienst voor Pensioenen Sociale Identiteitskaart Vereniging van Sectorale Instellingen
-9-
Hoofdstuk 1: E-government in de sociale zekerheid
1.1 Europa Sinds het einde van de jaren 1990 overheerst e-government de politieke agenda van de regeringsleiders in de Westerse wereld. “E-government omvat het verbeteren van dienstverlening d.m.v. de automatisering van transacties en het elektronisch verspreiden van overheidsinformatie alsook het verhogen van de participatie van de burgers naar de overheid toe.”1 In 1999 heeft de Europese Commissie het initiatief eEurope opgezet, een programma dat een zo ruim mogelijke verspreiding van de informatietechnologieën tot doel heeft, waardoor de kwaliteit van het leven van de burgers en van het milieu zal verbeteren.2 De hoofddoelstellingen3 van eEurope zijn: • elke burger, elk huishouden, elke school, onderneming en overheid het digitale tijdperk te laten betreden en toegang te geven tot het internet • een Europa te scheppen dat met computers overweg kan, ondersteund door een ondernemerscultuur die bereid is nieuwe ideeën te financieren en te ontwikkelen • ervoor te zorgen dat het hele proces niemand uitsluit, maar het vertrouwen van de consument versterkt en de sociale samenhang bevordert Om deze doelstellingen te bereiken stelt de Europese Commissie een aantal acties voor, die moeten worden verwezenlijkt door het gezamenlijk optreden van de lidstaten, de Commissie, de industrie en de burgers.4 Elk land heeft de verplichting om de internationaal uitgewerkte principes in zijn eigen wetgeving te integreren. In België en Vlaanderen werden al snel de eerste e-governmentdiensten opgericht. Bij de Federale overheid is dit FEDICT en bij de Vlaamse overheid de e-governmentcel die in 2005 werd omgevormd tot de coördinatiecel Vlaams e-government (CORVE).
1
Wikipedia De vrije encyclopedie, Het doel van e-government, http://nl.wikipedia.org/wiki/Egovernment. 2 Mededeling van 8 december 1999 over een initiatief van de Commissie voor de buitengewone Europese Raad van Lissabon op 23 en 24 maart 2000 (Niet verschenen in het Publicatieblad). 3 Europese Unie, eEurope – Een informatiemaatschappij voor iedereen, http://europa.eu/scadplus/leg/nl/lvb/l24221.htm. 4 Mededeling van de Commissie van 28 mei 2002 aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Actieplan eEurope 2005: Een informatiemaatschappij voor iedereen (Niet verschenen in het Publicatieblad).
- 10 -
1.2 De bevoegdheid in België E-government behoort tot de bevoegdheid van Peter Vanvelthoven, minister van Werk en Informatisering, en Vincent van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging. Het coördineren en het uitwerken van het e-government behoort tot de bevoegdheid van de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie (FEDICT) en de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging (DAV). Op Vlaams niveau behoort het uitwerken van het e-government tot de coördinatiecel Vlaams e-government (CORVE). “CORVE heeft als taak het uitdenken en ondersteunen van ICT-projecten voor een toegankelijke, vraaggestuurde, vereenvoudigde en geïntegreerde overheidsdienstverlening. Het levert zijn diensten aan de Vlaamse overheid, provincies en gemeenten.”1 De DAV zorgt voor de administratieve ondersteuning van dhr. Vincent van Quickenborne, en zijn beleidscel. FEDICT zorgt voor de ondersteuning van dhr. Peter Vanvelthoven en zijn beleidcellen Werk en Informatisering. “De DAV verzorgt de juridische begeleiding en coördinatie van verschillende e-governmentprojecten terwijl de technische aspecten worden gestuurd door FEDICT.”2 De Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging werd in 1998 opgericht. De DAV stelt maatregelen voor om de administratieve verplichtingen van de ondernemingen en de burgers te vereenvoudigen en te beperken. Het streeft naar administratieve vereenvoudiging ten gunste van ondernemingen en burgers. De DAV werkt talrijke vereenvoudigingsprojecten uit zoals de aankoop van een treinticket op de trein met een kredietkaart, het elektronisch aangeven voor de vergoeding van de borstvoedingspauzes (ASR-project), de jaarrekening van ondernemingen elektronisch neerleggen, …3 FEDICT, een overheidsdienst, werd opgericht in 2001. Het biedt diensten aan aan burgers, ondernemingen en overheidsdiensten. “Hun dienstverlening bestaat uit drie kerntaken: het uitbouwen van een e-government, het uitbouwen van een e-society en het promoten van België als ICT-kennisregio.”4
1
CORVE, E-government in Vlaanderen, http://www3.vlaanderen.be/e-government. Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging, Opdracht, http://www.simplification.fgov.be/ showpage.php?iPageID=217. 3 Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging, Zoek een realisatie, http://www.simplification.fgov.be/showpage.php?iPageID=228. 4 Federale portaalsite, Over FEDICT, http://www.belgium.be/eportal/application? origin=navigationBanner.jsp&event=bea.portal.framework.internal.refresh&pageid=indexPage&navId= 9513. 2
- 11 -
Voor de beschrijving van de 3 kerntaken, heb ik mij voornamelijk gebaseerd op de federale portaalsite.1 E-society Nog te weinig burgers zijn vertrouwd met multimedia, daarom stimuleert FEDICT het gebruik van internet en media door drempelverlagende initiatieven aan te bieden. Eveneens geven ze tips mee voor een veilig internetgebruik en wijzen ze de mensen op de mogelijke gevaren van internetten.2 FEDICT werkt talrijke e-governmentprojecten uit voor de federale overheid zoals de Peeceefobie-campagne om pc- en internetvrees te overwinnen, de lancering van veilige chatrooms voor minderjarigen, de uitbouw van de federale portaalsite, … FEDICT bouwde de federale portaalsite. Deze verschaft belangrijke informatie over de federale overheid aan burgers, ondernemingen en ambtenaren. De bezoekers kunnen actuele informatie vinden volgens hun eigen behoeften. Bovendien biedt het talrijke diensten aan zoals de elektronische belastingsaangifte Tax-on-web, het aanpassen van gegevens in de Kruispuntbank van Ondernemingen, tips bij het schrijven van een nieuwsbrief, … ICT-kennisregio Veel landen zijn geïnteresseerd in de aanpak en realisaties van FEDICT. De uitbouw van ons land als expertisecentrum kan alleen maar een positieve uitwerking hebben op de economie. Voor de burgers brengt dit tewerkstelling met zich mee. Bedrijven kunnen hun ervaringen gebruiken om in het buitenland projecten te verkopen en contracten af te sluiten. De verscheidene overheden in Europa kunnen hun krachten samenbundelen om zo de kosten van e-government te verlagen.3 Een belangrijke realisatie van de FOD Binnenlandse Zaken is de eID of de elektronische identiteitskaart waarbij FEDICT hoofdzakelijk verantwoordelijk was voor de veiligheid en de gebruiksvriendelijkheid. Met de invoering van de elektronische identiteitskaart is België meteen de koploper in Europa. Personen ouder dan 12 jaar kunnen de eID gebruiken om documenten elektronisch te ondertekenen, om in te loggen op bepaalde websites van de overheid, om de belastingsaangifte elektronisch via Tax-on-web in te dienen, … Kinderen jonger dan 12 jaar kunnen ook beschikken over een elektronische identiteitskaart. De Kids-ID is echter niet verplicht. Ze dient als identiteitsbewijs maar ze kan ook gebruikt worden om in te loggen in veilige chatrooms.
1
Federale portaalsite, Over FEDICT, http://www.belgium.be/eportal/application? origin=navigationBanner.jsp&event=bea.portal.framework.internal.refresh&pageid=indexPage&navId= 9513. 2 Federale portaalsite, Informatisering van de samenleving, http://www.belgium.be/eportal/application? languageRedirected=yes&docId=41184&pageid=contentPage. 3 Federale portaalsite, Kennisregio informatisering, http://www.belgium.be/eportal/application?pageid=contentPage&docId=41189.
- 12 -
E-government “Het doel van e-government is een snelle, gebruiksvriendelijke en efficiënte communicatie en dienstverlening van de overheid aan burgers en ondernemingen. “1 De wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels2 zorgde voor de invoering van de SIS-kaart, dimona en Dmfa. Om de administratieve formaliteiten van de werkgever te vereenvoudigen, gebeuren er sinds kort ingrijpende veranderingen binnen de sociale zekerheid. De federale overheid is sinds 1 januari 2003 gestart met een e-governmentproject. Het doel van dit project is de gegevensstromen tussen de werkgevers en de instellingen van de sociale zekerheid sneller en efficiënter te laten verlopen. De bedoeling van het project is om de administratieve rompslomp te verminderen. Meer bepaald een vermindering van het aantal verschillende aangifteformulieren. Daardoor worden de papieren formulieren geleidelijk aan vereenvoudigd, afgeschaft of vervangen door elektronische. Het e-governmentproject3 bestaat uit drie delen: • de veralgemening van de elektronische aangifte van tewerkstelling (dimona) • de veralgemening van een elektronische en multifunctionele aangifte aan de RSZ en de RSZPPO • de vereenvoudiging en de informatisering van de aangifte van sociale risico's (ASR) Het project leidt tot een efficiënte, transparanter en kwaliteitsvolle dienstverlening.4 De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid speelt een belangrijke rol binnen het e-governmentproject. Op 23 juni 2006 werd de KSZ gelauwerd door de Verenigde Naties. De VN erkent de inspanningen dat België levert in het kader van e-government.5 “De Kruispuntbank is de motor en coördinator van e-government in de sociale sector.”6 Dit bespreek ik in het volgende hoofdstuk.
1
Federale portaalsite, Informatisering van de samenleving, http://www.belgium.be/eportal/application? origin=aboutBelgium.jsp&event=bea.portal.framework.internal.refresh&pageid=indexPage&navId =5449. 2 Wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, BS 1 augustus 1996. 3 Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, E-government in de sociale zekerheid, http://www.kszbcss.fgov.be/Nl/bcssenbref/bcssenbref_3.htm. 4 Intern verslag Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (2003). 5 Belga (2006, 21 juni). Kruispuntbank gelauwerd door VN. De Tijd, p. 2. 6 Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, De Kruispuntbank als motor en coördinator van egovernment in de sociale sector, http://www.ksz-bcss.fgov.be/nl/mission/mission_1.htm.
- 13 -
Hoofdstuk 2: De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid
De wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid van 15 januari 1990 (BS 22 februari 1990) was een eerste stap om de dienstverlening van de overheid aan de burgers en de ondernemingen te verbeteren en administratief te vereenvoudigen. De KSZ beheert een netwerk van elektronische gegevensuitwisseling tussen ongeveer 2000 instellingen van de sociale zekerheid. Worden volgens de wet van 15 januari 1990 beschouwd als instellingen van de sociale zekerheid1: • alle openbare overheden, diensten en instellingen belast met de toepassing van de sociale zekerheid • alle privaatrechterlijke instellingen erkend voor de medewerking aan de toepassing van de sociale zekerheid, met uitzondering van de erkende sociale secretariaten voor werkgevers en de tariferingsdiensten van de apothekersverenigingen • de fondsen voor bestaanszekerheid, in de mate dat ze krachtens hun statuten instaan voor de verstrekking van aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid voor werknemers • de instellingen die door voormelde instellingen van de sociale zekerheid belast worden met het bijhouden van een sectorieel verwijzingsrepertorium zoals bijvoorbeeld het Nationaal Intermutualistisch College
2.1 De structuur van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid is een federale instelling die grotendeels gefinancierd wordt door de RSZ, het RSVZ, de RSZPPO en de DOSZ. De Kruispuntbank ontvangt ook vergoedingen van diensten die zij levert aan niet sociale zekerheidsinstellingen. De Kruispuntbank heeft een elektronisch sternetwerk uitgebouwd dat de verschillende instellingen van sociale zekerheid met elkaar verbindt. De KSZ regelt het verkeer binnen het netwerk. Het netwerk van de sociale zekerheid bestaat uit 2 niveaus: het primaire netwerk en de secundaire netwerken.
1
Wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, BS 22 februari 1990.
- 14 -
1
2.1.1 Het primaire netwerk Dit zijn de instellingen die rechtstreeks met de Kruispuntbank verbonden zijn, zoals DOSZ, FAO, FBZ, RIZIV, RJV, RKW, RSZ, RSZPPO, RSVZ, RVA, RVP, NIC, ... Het betreft de openbare instellingen van de sociale zekerheid. Deze instellingen zijn belast met de controle en, in sommige gevallen, met de vaststelling van de rechten. Voor de opsomming van de openbare instellingen van de sociale zekerheid heb ik mij gebaseerd op de website van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid.2
1
Gebaseerd op Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, Het netwerk, http://kszbcss.fgov.be/Nl/images/reseaubcssnl.gif en Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie, De RJV binnen het netwerk van de sociale zekerheid, http://images.google.be/imgres?imgurl=http://www.rjv.be/nl/ afbeeldingen/2%2520figuurtjes%26foto%27s/ksz-cirkel.gif&imgrefurl=http://www.rjv.be/nl/ page_4_6_3.htm&h. 2 Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, Het netwerk, http://www.ksz-bcss.fgov.be/Nl/mission/ mission_3.htm.
- 15 -
RSZ Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. De RSZ is een openbare instelling. De opdracht van de RSZ bestaat naast het verstrekken van informatie aan werkgevers en alle belanghebbenden ook in het innen en het verdelen van de gelden. RSZPPO Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten. Deze instelling is bevoegd voor de provinciale en plaatselijke besturen zoals de provincies, de gemeenten, de OCMW’s, … De RSZPPO int de sociale bijdragen voor de werknemers van die sector. HVZ Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden. Het is een openbare instelling die het stelsel van de zeelieden en de reders beheert. RSVZ Rijksinstituut voor Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen. Het verenigt talrijke sociale verzekeringskassen. De RSVZ staat in voor de inning van de sociale zekerheidsbijdragen. VSI Vereniging van Sectorale Instellingen. Deze verenigt de Fondsen voor Bestaanszekerheid zoals het Fonds voor Bestaanszekerheid van de Werklieden uit het Bouwbedrijf, Sociaal Fonds voor de Uitzendkrachten, Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Stoffering en Houtbewerking, … RKW Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers. Deze instelling beheert talrijke kinderbijslagfondsen zoals Securex, Acerta, ADMB, Encare, … De kinderbijslagfondsen staan in voor de vaststelling van de rechten en de uitbetaling van gezinsbijslagen aan de werknemers. PDOS Pensioendienst voor de Overheidssector. Deze instelling beheert de rust- en overlevingspensioenen van de werknemers in de openbare sector. De uitbetaling van de pensioenen gebeurt door de Centrale Dienst der Vaste Uitgaven – Pensioenen, een administratie van de FOD Financiën. FAO Fonds voor Arbeidsongevallen. Het beheert en controleert diverse verzekeringsondernemingen. Het Fonds voor Arbeidsongevallen betaalt vergoedingen en renten uit. FBZ Fonds voor Beroepsziekten. Het is een openbare instelling die vergoedingen uitbetaalt wegens een blijvende arbeidsongeschiktheid ten gevolge van een beroepsziekte.
- 16 -
RJV Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie. Deze instelling beheert en controleert de uitbetalingskassen die de jaarlijkse vakantie uitbetalen aan de arbeiders. DOSZ Dienst Overzeese Sociale Zekerheid. Deze dienst beheert het stelsel van de overzeese werknemers. RVP Rijksdienst voor Pensioenen. Deze instelling beslist over de toekenning van rust- en overlevingspensioenen en de inkomensgarantie voor ouderen. Het betaalt pensioenen uit aan werknemers, zelfstandigen en gehandicapten. CIMIRE Compte Individuel Multisectoriel - Multisectoriële Individuele Rekening. Het beheert de individuele pensioenrekeningen van de werknemers. NIC Nationaal Intermutualistisch College. Dit orgaan coördineert het ziekenfondsnetwerk. Het fungeert als filter tussen de landsbonden en het netwerk van de sociale zekerheid (KSZ en Extranet). RIZIV Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. Het RIZIV is het beheersorgaan van de verplichte verzekering voor gezondheidszorgen en uitkeringen. Het RIZIV wordt belast met het administratieve en financiële beheer van de verzekering voor geneeskundige verzorging, van de uitkeringsverzekering (uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid en begrafeniskosten) en van de moederschapsverzekering. De ziekenfondsen zijn belast met de uitvoering ervan. FOD SZ Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid. Het verzekert het maatschappelijk welzijn (sociale zekerheid en maatschappelijke integratie) van de burgers. RVA Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. De RVA bepaalt de rechten inzake werkloosheid. Het beheert diverse uitbetalingsinstellingen die instaan voor de betaling van de werkloosheidsuitkeringen. Rijksregister Aan alle sociaal verzekerden die zijn ingeschreven in het rijksregister, wordt een identificatienummer van de sociale zekerheid toegekend. Aan de hand van dit nummer kunnen de instellingen van de sociale zekerheid gegevens uitwisselen. Het rijksregister houdt een aantal basisidentificatiegegevens bij van de sociaal verzekerden zoals de naam, de voornamen, de geboortedatum, het geslacht, de nationaliteit, de gezinssamenstelling, … Het rijksregister brengt de Kruispuntbank op de hoogte in geval van een wijziging van de basisidentificatiegegevens. De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid zal op haar beurt de gewijzigde gegevens automatisch meedelen aan de instellingen van de sociale zekerheid die erom gevraagd hebben.
- 17 -
FOD WASO Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Het werkt mee aan de sociale wetgeving zoals het ontwerp, de bevordering en de toepassing van het beleid inzake de collectieve overeenkomsten, welzijn op het werk, … Europa Europa onderzoekt het informatiseringsproject van de Belgische sociale zekerheid. Op 23 juni 2006 ontving de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid een Public Service Award voor hun goede werking inzake e-government.1
2.1.2 De secundaire netwerken Dit zijn de instellingen die beheerd worden door een instelling van het primaire netwerk. De meewerkende instellingen zijn belast met de uitbetaling van de uitkeringen. De secundaire netwerken2: • • • • • • • •
het netwerk van de sociale verzekeringsfondsen voor zelfstandigen het netwerk van de uitbetalingskassen voor werkloosheidsuitkeringen het netwerk van de kinderbijslagfondsen het netwerk van de kassen voor jaarlijkse vakantie het netwerk van de verzekeringsinstellingen en ziekenfondsen het netwerk van de OCMW’s het netwerk van de arbeidsongevallenverzekeraars het netwerk van de fondsen voor bestaanszekerheid
2.2 Het verwijzingsrepertorium De Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid is geen gegevensbank die informatie van de burgers en de ondernemingen opslaat. De KSZ is uitsluitend verantwoordelijk voor de organisatie van de elektronische gegevensuitwisseling tussen de instellingen van de sociale zekerheid. Iedere instelling van de sociale zekerheid zorgt zelf voor het bewaren en het actualiseren van de informatie in haar gegevensbank. De KSZ stelt enkel en alleen informatie over de sociaal verzekerden en de ondernemingen ter beschikking aan de instellingen van de sociale zekerheid. “De KSZ bewaart enkel verwijzingsgegevens die per persoon aangeven welke gegevens in welke instellingen worden bijgehouden en mogen worden verkregen.”3
1
Belga (2006, 21 juni). Kruispuntbank gelauwerd door VN. De Tijd, p. 2. Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, Het netwerk, http://www.ksz-bcss.fgov.be/Nl/ mission/mission_3.htm#mission_3_2. 3 Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, Het verwijzingsrepertorium, http://www.kszbcss.fgov.be/nl/fluxdonnees/fluxdonnees_2.htm. 2
- 18 -
Dit verwijzingsrepertorium bestaat uit verschillende, onderling gerelateerde tabellen, waarvan de voornaamste zijn1: • het personenrepertorium (wie-waar-hoe-wanneer-tabel) • de toegangsmachtigingstabel (wie-krijgt-wat-tabel) • de beschikbaarheidstabel (wat-waar-tabel)
2.3 De elektronische uitwisseling van gegevens “De Kruispuntbank verzamelt sociale gegevens bij de instellingen van de sociale zekerheid, slaat ze op, voegt ze samen en deelt ze mee aan de personen die ze nodig hebben voor het verrichten van onderzoeken die nuttig zijn voor de kennis, de conceptie en het beheer van de sociale zekerheid.”2 Wanneer een instelling van de sociale zekerheid informatie inzamelt over een sociaal verzekerde of een onderneming, dient deze de gegevens te valideren. Pas wanneer de data bekrachtigd wordt, mag ze worden gedeeld met gemachtigde gebruikers en mag ze door hen worden hergebruikt. Wanneer een instelling van de sociale zekerheid wijzigingen aanbrengt aan opgeslagen informatie, meldt de KSZ dit aan de verschillende actoren. De opzet van de Kruispuntbank is dat zoveel mogelijk gegevens elektronisch worden bewaard en uitgewisseld om veelvuldige inzamelingen van identieke gegevens te vermijden. In principe mogen de instellingen van de sociale zekerheid overeenkomstige informatie niet meermaals opvragen bij de sociaal verzekerden of de ondernemingen.3 Wanneer een instelling van de sociale zekerheid bepaalde gegevens over een sociaal verzekerde of een onderneming nodig heeft, dient deze zich te wenden tot de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. De instelling dient haar aanvraag elektronisch over te maken aan de KSZ. Vervolgens gaat de Kruispuntbank na of de informatie verkrijgbaar is bij een andere instelling van de sociale zekerheid. Is dit het geval, dan stelt de KSZ de gegevens ter beschikking van de vragende instelling. Wanneer de informatie niet voorhanden is in het netwerk, mag de vragende instelling de data rechtstreeks aanvragen bij de sociaal verzekerde of bij de werkgever. “In totaal werden in 2006 via het netwerk meer dan 511 miljoen berichten uitgewisseld tussen de instellingen van de sociale zekerheid. Deze berichten vervangen een even groot aantal papieren attesten en de doorlooptijd ervan bedraagt slechts enkele seconden.”4
1
Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, Het verwijzingsrepertorium, http://www.kszbcss.fgov.be/nl/fluxdonnees/fluxdonnees_2.htm. 2 Wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, BS 22 februari 1990. 3 Robben, F. e.a. (2004). De kruispuntbank van de sociale zekerheid anno 2004. Belgisch tijdschrift voor sociale zekerheid, 1, 46, p. 148. 4 Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, De uitwisseling van elektronische attesten, http://www.kszbcss.fgov.be.
- 19 -
2.4 Informatieveiligheid Zoals eerder vermeld, dienen de instellingen van de sociale zekerheid hun aanvraag voor het bekomen van informatie te richten tot de Kruispuntbank. Dit alles om mogelijke misbruiken te vermijden. Er is dus steeds een machtiging nodig voor het bekomen van informatie. Een sociaal verzekerde heeft bij alle actoren van de sociale zekerheid het recht op toegang tot de informatie die hem betreft. Wanneer een instelling bepaalde gegevens van de sociaal verzekerde wijzigt, dient deze dit mee te delen aan de betrokkene. De sociaal verzekerde heeft op zijn beurt recht om verkeerde gegevens die hem betreffen te verbeteren en aan te vullen.1 De actoren van de sociale zekerheid mogen de informatie niet langer dan nodig beheren en bewaren voor de uitvoering van hun opdrachten. Iedereen die gegevens inzamelt, opslaat en uitwisselt is gebonden door het beroepsgeheim. Medische gegevens moeten verplicht worden opgeslagen door een geneesheer.2
2.5 Het identificatienummer van de sociale zekerheid Aan elke sociaal verzekerde wordt een uniek identificatienummer toegekend. Het identificatienummer van de sociale zekerheid wordt ook wel het rijksregisternummer genoemd. Personen die niet ingeschreven zijn in een Belgisch bevolkings- of vreemdelingenregister zoals grensarbeiders, beschikken niet over een rijksregisternummer. Aan hen wordt een nummer toegekend door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Dit nummer wordt ook wel een bis-nummer genoemd. “Aan de hand van het unieke identificatienummer kan elke actor in de sociale sector via het netwerk gemakkelijk en op een betrouwbare wijze gegevens over de betrokkene opvragen bij andere actoren.”3
1
Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, Recht op informatie en op verbetering, http://www.kszbcss.fgov.be. 2 Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, Recht op informatie en op verbetering, http://www.kszbcss.fgov.be. 3 Robben, F. e.a. (2004). De kruispuntbank van de sociale zekerheid anno 2004. Belgisch tijdschrift voor sociale zekerheid, 1, 46, p. 153.
- 20 -
Dit alles zorgt voor een vlotte gegevensuitwisseling tussen de instellingen van de sociale zekerheid. Aan de hand van het INSZ kunnen de instellingen het dossier van elke sociaal verzekerde elektronisch raadplegen en beschikken ze onmiddellijk over de basisgegevens (naam, adres, …) van de betrokkene. Dit zorgt voor een snelle en correcte verwerking van de dossiers. Het identificatienummer van de sociale zekerheid wordt ook vermeld op de sociale identiteitskaart. Dit uniek identificatienummer is zowel visueel als elektronisch leesbaar.
- 21 -
Hoofdstuk 3: Dimona Het koninklijk besluit van 5 november 20021 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling vormt de basis voor de dimona-aangifte die van toepassing is vanaf 1 januari 2003. Dit KB gaf uitvoering aan artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. De dimona-aangifte staat voor déclaration immédiate - onmiddellijke aangifte. Het wordt ook wel de onmiddellijke aangifte van het begin en het einde van de tewerkstelling van werknemers genoemd. Het is een elektronische aangifte waarmee de werkgever de band tussen hem en de werknemer aangeeft aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. Door dimona zullen de aangesloten instellingen bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid onmiddellijk het begin en het einde van elke arbeidsrelatie kennen. Dimona kadert in de doelstelling van de overheid om de administratieve verplichtingen van de werkgevers te vereenvoudigen.
3.1 Toepassingsgebied Op 1 januari 1999 werden de werkgevers in de bouwsector, de uitzendsector en de transportsector verplicht om een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling te doen. Met dit systeem wou men de fraude en het zwartwerk in deze sectoren aanpakken. Werkgevers uit andere sectoren kregen eveneens de kans om op vrijwillige basis in dit stelsel te stappen. De onmiddellijke aangifte van tewerkstelling werd vanaf 1 januari 2003 verplicht voor alle werkgevers. Vanaf deze datum moet elke werkgever de indiensttreding en de uitdiensttreding van al zijn werknemers elektronisch aangeven.2 Uiteraard zijn op deze regel een aantal uitzonderingen. Werkgevers die stagiairs of vrijwilligers in dienst nemen, dienen dit niet elektronisch aan te geven. De dimona-aangifte moet ook gebeuren voor personen die in het kader van een individuele beroepsopleiding tewerkgesteld worden maar die niet verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst.3
1
Koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, BS 20 november 2002. 2 Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, De dimona-aangifte, http://www.ksz-bcss.fgov.be/ Nl/dmfa/dmfa_1.htm. 3 Schoels, E. (2002). Dimona: de nieuwe ontwikkelingen. Kijk uit, januari, 7, p. 9.
- 22 -
Sinds 1 juli 2006 moet de werkgever ook voor gelegenheidswerknemers voor de sectoren landbouw, tuinbouw, horeca en interim een aangifte doen. Om de aangifte te kunnen doen, moet de werkgever over een INSZ of een bis-nummer beschikken van de werknemers. Als een werknemer dit niet heeft, dan kan de werkgever geen onmiddellijke aangifte van tewerkstelling doen. De niet-Belgische werknemer moet aan de gemeente waar hij verblijft een bis-nummer aanvragen.1
3.2 Inhoud van de aangifte De gegevens die de werkgevers via de dimona-aangifte moeten meedelen zijn minimaal.
3.2.1 Algemene gegevens2 De werkgevers dienen zich via hun inschrijvingsnummer bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid te identificeren in het dimonasysteem. Zo’n nummer wordt ook wel immatriculatienummer genoemd. Hieronder volgt een dimonascherm van het sociaal secretariaat HDP.
1
Portaal Sociale Zekerheid, Dimona – Inleiding, https://www.socialsecurity.be/site_nl/ Applics/dimona/index.htm. 2 Braekmans, P. (2002). De sociale documenten: van personeelsregister tot dimona. Diegem: Ced.Samsom.
- 23 -
De patronen dienen eveneens het identificatienummer van de sociale zekerheid van de werknemer mee te delen. De datum waarop de werknemer in dienst treedt moet ook worden gemeld. “De datum in dienst is de datum waarop de contractuele band met een werknemer een aanvang neemt.”1 Deze datum moet overeenstemmen met de aanvangsdatum van de tewerkstelling in het personeelsregister. De aangifte van een indiensttreding moet gebeuren voor de werknemer effectief in dienst treedt. De datum waarop de werknemer uit dienst treedt, moet binnen de 24 uur na het einde van het contract gemeld worden.
3.2.2 Specifieke gegevens2 De werkgever dient het nummer van het paritair comité waaronder zijn onderneming ressorteert mee te delen aan de RSZ. Voor arbeiders uit de bouwsector, moet de werkgever het nummer vermeld op de controlekaarten voor tijdelijke werkloosheid aangeven. Bij de tewerkstelling van studenten, moet de werkgever steeds de plaats van de tewerkstelling alsook de voorziene datum van de uitdiensttreding opgeven. De werkgever moet in zijn dimona-aangifte de hoedanigheid van bepaalde werknemers meedelen zoals van een stagiair met een stageovereenkomst, een jongere die onderworpen is aan de deeltijdse leerplicht, … De aangifte van tewerkstelling van uitzendkrachten gebeurt door het uitzendkantoor.
3.3 Wijziging of annulatie van een aangifte Wanneer een werkgever een foute dimona-aangifte heeft gedaan, dan kan hij deze nog altijd laten wijzigen of annuleren. “Indien de werkgever de datum van uitdiensttreding reeds heeft meegedeeld maar de prestatie wordt vroeger beëindigd dan voorzien, dan heeft de werkgever de tijd tot middernacht volgend op het oorspronkelijk voorziene einduur om het werkelijke einduur van de prestatie door te geven.”3
1
Snyders, K. e.a. (2003). De onmiddellijke aangifte van tewerkstelling: een sleutelrol voor e-government in de sociale zekerheid. Tijdschrift voor sociaal recht, 1, p. 94. 2 Braekmans, P. (2002). De sociale documenten: van personeelsregister tot dimona. Diegem: Ced.Samsom. 3 Braekmans, P. (2002). De sociale documenten: van personeelsregister tot dimona. Diegem: Ced.Samsom.
- 24 -
“Wanneer de datum van de uitdiensttreding reeds gemeld was, maar de arbeid wordt eigenlijk op een later moment stopgezet dan oorspronkelijk voorzien was, dan heeft de werkgever 8 uur de tijd, volgend op het oorspronkelijk voorziene einduur, om het correcte einduur te melden.”1 “Wanneer de werkgever een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling verrichtte en de werknemer is niet beginnen werken op de voorziene datum, dan moet de aangifte op de meegedeelde datum van de indiensttreding geannuleerd worden.”2
3.4 De elektronische aangifte Hieronder volgt een dimonascherm van het sociaal secretariaat HDP.
De dimona-aangifte moet elektronisch verstuurd worden naar de RSZ. De werkgever moet binnen de maand na het kwartaal waarop de aangifte betrekking heeft, de aangifte doorsturen aan de RSZ. De werkgever beschikt over 3 kanalen waarlangs hij de aangifte kan gebeuren: de vocale server, de portaalsite van de sociale zekerheid en gestructureerde berichten.3 De onmiddellijke aangifte van tewerkstelling kan telefonisch gebeuren via een vocale server. De werkgever neemt contact op met het contactcenter Eranova en beantwoordt de vragen met behulp van de toetsen van het telefoontoestel. Aan deze methode is echter een nadeel aan verbonden. De werkgever kan dit kanaal niet gebruiken als hij niet beschikt over het INSZ van de werknemer aangezien via de telefoon enkel cijfergegevens kunnen worden doorgegeven.
1
Braekmans, P. (2002). De sociale documenten: van personeelsregister tot dimona. Diegem: Ced.Samsom. 2 Portaal Sociale Zekerheid, Dimona, https://www.socialsecurity.be/site_nl/Applics/dimona/index.htm. 3 Snyders, K. e.a. (2003). De onmiddellijke aangifte van tewerkstelling: een sleutelrol voor e-government in de sociale zekerheid. Tijdschrift voor sociaal recht, 1, p. 95-96.
- 25 -
De werkgever kan ook via de portaalsite van de sociale zekerheid een dimonaaangifte indienen. Uiteraard moet de werkgever wel beschikken over een computer, een modem en een internetaansluiting. In tegenstelling tot de vocale server, is het hier wel mogelijk om cijfergegevens en tekst in te voeren. Om ervoor te zorgen dat de elektronische aangifte, uitgevoerd door de werkgever, foutloos verloopt, biedt de portaalsite van de sociale zekerheid een brochure aan die de werkwijze van de dimona-aangifte stap per stap uitlegt. Een derde mogelijkheid om een aangifte door te sturen is via bestandsoverdracht. De werkgever kan de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling via gestructureerde berichten (File transfer of FTP) versturen naar de RSZ. Deze aangifte is vooral interessant voor werkgevers om een groot aantal aangiften door te sturen.
3.5 Het ontvangstbewijs Wanneer de RSZ de aangifte ontvangt, deelt ze een dimona-code of OAT-code mee. Het ontvangstnummer wordt onmiddellijk meegedeeld via het kanaal van de aangifte. Wanneer de aangifte via de vocale server gebeurt, krijgt de werkgever op het einde van het gesprek de code mondeling meegedeeld. Gebeurt de aangifte via de portaalsite van de sociale zekerheid (www.socialezekerheid.be), dan verschijnt het nummer van het bericht op het scherm. Wanneer de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling gebeurt via bestandsoverdracht, krijgt de werkgever het nummer elektronisch doorgestuurd. Als werkgever is het noodzakelijk om dit nummer bij te houden zolang de gegevens niet door de RSZ werden gevalideerd.1 Vooraleer de gegevens vanuit de dimona-aangifte ter beschikking worden gesteld in het netwerk van de sociale zekerheid, wordt de juistheid van de identificatie van de werknemer nagegaan waardoor vermeden wordt dat de instellingen van de sociale zekerheid moeten nagaan of het verkregen INSZ wel degelijk overeenstemt met de andere persoonsgegevens.2 De RSZ controleert de juistheid van de gegevens. Binnen de 10 werkdagen ontvangt de werkgever een bevestiging van de geregistreerde gegevens. De inhoud van de aangifte kan betwist worden binnen de 5 werkdagen. Doet een werkgever dit niet, dan worden de gegevens als definitief beschouwd.3 De werkgever dient de dimona-code en de bevestiging van de geregistreerde gegevens te bewaren gedurende een periode van 6 maanden.4
1
Snyders, K. e.a. (2003). De onmiddellijke aangifte van tewerkstelling: een sleutelrol voor e-government in de sociale zekerheid. Tijdschrift voor sociaal recht, 1, p. 96. 2 Snyders, K. e.a. (2003). De onmiddellijke aangifte van tewerkstelling: een sleutelrol voor e-government in de sociale zekerheid. Tijdschrift voor sociaal recht, 1, p. 83. 3 Intern verslag Partena, Sociaal Secretariaat voor Ondernemingen (2003). 4 Braekmans, P. (2002). De sociale documenten: van personeelsregister tot dimona. Diegem: Ced.Samsom.
- 26 -
3.6 De vereenvoudiging van documenten De tewerkstelling van personeel bracht voor 1 januari 2003 voor een werkgever heel wat verplichtingen mee. Vanaf 1 januari 2003 staat de arbeidsrelatie tussen een werkgever en een werknemer door de dimona-aangifte vast, dus worden bepaalde verplichtingen in hoofde van de werkgevers inzake sociale documenten vereenvoudigd of afgeschaft. Hieronder volgt een opsomming1: • een werkgever die de dimona-aangifte gebruikt, hoeft niet langer een gewoon personeelsregister bij te houden. Het papieren personeelsregister is vervangen door een elektronisch. De werkgever kan zijn personeelsregister steeds online raadplegen via de portaalsite van de sociale zekerheid. • wanneer een werkgever voor 1 januari 2003 personeel op meerdere plaatsen tewerkstelde, moest hij een speciaal personeelsregister bijhouden. Dit speciaal register blijft bestaan, maar is vereenvoudigd. Dit speciaal personeelsregister moet slechts een beperkt aantal verplichte vermeldingen bevatten zoals identificatie werkgever en weknemers en datum van in- en uitdiensttreding. Dit register kan elektronisch geraadpleegd worden op de plaats van de tewerkstelling. • een werkgever die personeel op wisselende plaatsen tewerkstelt, is niet meer verplicht om een individueel document af te leveren aan zijn werknemers. Ook wanneer de werkgever personeel gedurende minder dan 5 opeenvolgende werkdagen tewerkstelt op eenzelfde plaats, is hij niet langer verplicht om een individueel document te overhandigen aan de werknemers, op voorwaarde dat hij een correcte dimona-aangifte doet. • wanneer een werkgever voor 1 oktober 2001 een student aannam, moest hij normaal een kopie van de studentenovereenkomst opsturen naar de Inspectie van de sociale wetten. Doordat de werkgevers een dimona-aangifte doen, worden ze vrijgesteld van de verplichting om dit contract op te sturen.
1
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Afschaffing en vereenvoudiging van sociale documenten, http://www.onssrszlss.fgov.be/onssrsz/E-gov/nl/dimona/index.htm.
- 27 -
3.7 Besluit dimona-aangifte Dimona is de eerste elektronische aangifte die in België in het kader van het e-governmentproject werd ingevoerd. De onmiddellijke aangifte van tewerkstelling gaat uit van de werkgever en niet van de werknemer. De werkgever verricht de aangifte aan de hand van een van de communicatiekanalen die hem ter beschikking worden gesteld. De werkgever stuurt zijn gegevens door aan de RSZ. Deze worden opgeslagen in een personeelsbestand. Dit bestand kan de werkgever altijd raadplegen. Wanneer de dimona-aangifte fouten bevat, dan kan de werkgever deze altijd wijzigen of annuleren.1 Dimona was de voorloper om de relatie tussen de overheid, de werkgevers en De werknemers aanzienlijk te vereenvoudigen. Zo speelt dimona ook een sleutelrol bij de multifunctionele aangifte en bij de aangifte van sociale risico's (arbeidsongeval, ziekte, werkloosheid, …). Deze bespreek ik in de volgende hoofdstukken.
1
Snyders, K. e.a. (2003). De onmiddellijke aangifte van tewerkstelling: een sleutelrol voor e-government in de sociale zekerheid. Tijdschrift voor sociaal recht, 1, p. 106.
- 28 -
Hoofdstuk 4: De multifunctionele aangifte (Dmfa)
4.1 De situering van de multifunctionele aangifte De juridische grondslag voor de multifunctionele aangifte is de wet van 26 juli1996.1 Dmfa is de afkorting voor Déclaration multifonctionelle - multifunctionele aangifte. Sinds 1990 is het mogelijk voor de werkgevers om de trimestriële aangiften aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid elektronisch over te maken. Sedert 1 januari 2003 zijn de werkgevers verplicht om hun RSZ-aangifte elektronisch te verrichten. De multifunctionele aangifte vervangt sinds het eerste kwartaal van 2003 de RSZkwartaalaangifte. De werkgever moet sindsdien de loon- en arbeidstijdgegevens m.b.t. alle werknemers slechts eenmaal meedelen aan de RSZ. Deze gegevens worden bij de RSZ opgeslagen in een loon- en arbeidstijdgegevensbank (L.A.T.G.bank). Sinds 1 januari 2005 moeten alle werkgevers van de provinciale en plaatselijke besturen de driemaandelijkse aangifte elektronisch indienen bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZPPO).2 Sindsdien worden de papieren kwartaalaangiften afgeschaft en worden ze vervangen door elektronische. Er wordt dus duidelijk gekozen voor het elektronisch gegevensverkeer.
4.2 Het multifunctioneel gebruik Elke werkgever verricht per kwartaal een multifunctionele aangifte m.b.t. alle werknemers. De vermelde gegevens worden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid bewaard in een gegevensbank. De RSZ stelt deze gegevens ter beschikking aan diverse actoren via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Dit betekent dat de instellingen van de sociale zekerheid de in de aangifte vermelde gegevens via het netwerk van de Kruispuntbank steeds kunnen raadplegen. De loonen arbeidstijdgegevens kunnen door verschillende instellingen gebruikt worden. Daarom wordt deze aangifte multifunctioneel genoemd. De multifunctionele aangifte is dus één enkel elektronisch document bedoeld voor alle sectoren van de sociale zekerheid.
1
Wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, BS 1 augustus 1996. 2 Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, Dmfa-gegevensbank van de werknemers, http://www.kszbcss.fgov.be/Nl/dmfa/dmfa_1.htm.
- 29 -
De loon- en arbeidstijdgegevens op de RSZ-kwartaalaangifte kunnen voor de volgende doeleinden gebruikt worden1: • voor de berekening en de inning van de RSZ-bijdragen • voor de berekening van sociale zekerheidsuitkeringen en vergoedingen zoals werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, invaliditeit, pensioen, … De bedoeling van deze aangifte is dat de instellingen van de sociale zekerheid minder gegevens moeten opvragen aan de werkgever om zo het aantal administratieve aangifteformulieren te verminderen. En met resultaat. Reeds 50 formulieren werden afgeschaft en al 27 documenten werden vereenvoudigd.2 “De invoering van een multifunctionele aangifte veronderstelde evenwel eenvormige definities en de harmonisering van het begrippenapparaat binnen de gehele sociale zekerheid.”3 De koninklijke besluiten van 10 juni 20014 en van 12 maart 20035 uniformiseerden de begrippen arbeidstijd en loon om het opstarten van de multifunctionele aangifte mogelijk te maken. Voor de begrippen loon en arbeidstijd bestaat nu een duidelijke omschrijving. Dit betekent dat de begrippen die de instellingen van de sociale zekerheid gebruiken op elkaar werden afgestemd.
4.3 De samenstelling van de aangifte De multifunctionele aangifte bestaat uit 2 delen6: • een aangifte van het sociaal risico. Wanneer zich een sociaal risico (arbeidsongeval, werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, …) voordoet, dan moet de sociaal verzekerde of zijn werkgever hiervan aangifte doen aan de bevoegde instelling van de sociale zekerheid. • een bijlage bij de aangifte van het sociaal risico. Dit is wanneer de betrokken instelling van de sociale zekerheid nog niet beschikt over de loon- en arbeidstijdgegevens van de RSZ m.b.t. de periode waarover de betrokken instelling deze gegevens nodig heeft voor de vaststelling van de rechten.
1
Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, De driemaandelijkse aangifte, http://www.kszbcss.fgov.be/Nl/dmfa/dmfa_1.htm. 2 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Eenmalig opvragen van gegevens, http://www.onssrszlss.fgov.be/onssrsz/E-gov/nl/kwartaalaangifte/index.htm. 3 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Multifunctioneel gebruik van de gegevens, http://www.onssrszlss.fgov.be/onssrsz/E-gov/nl/kwartaalaangifte/index.htm. 4 Koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, BS 31 juli 2001. 5 Koninklijk besluit van 12 maart 2003 tot wijziging van sommige koninklijke besluiten in het kader van de eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, BS 2 april 2003. 6 Intern verslag Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (2003).
- 30 -
4.4 De structuur van de aangifte Zoals eerder vermeld, dient de werkgever een trimestriële aangifte in te dienen bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de loon- en arbeidstijdgegevens m.b.t. alle werknemers. De mutualiteit kan deze gegevens opvragen via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Meer bepaald via de gegevensstroom (flux) U820. De gegevens op de aangifte, kan het ziekenfonds terugvinden via het hostscherm U820, een transactie dat de dienst uitkeringen gebruikt. Aan de hand van dit scherm zal de structuur van de aangifte toegelicht worden.
4.4.1 De werknemerslijn De werkgever moet slechts één aangifte indienen voor al zijn werknemers. Per medewerker wordt één werknemerslijn gebruikt. Dit is het niveau waarop de sociale zekerheidsbijdragen en de vermindering van persoonlijke bijdragen voor werknemers met een laag loon worden berekend.1Wanneer er voor een werknemer tijdens een kwartaal verschillende bijdragepercentages van toepassing zijn, dan dient de werkgever meerdere werknemerslijnen te gebruiken. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer een arbeider in de loop van het kwartaal bediende wordt. De werknemer wordt geïdentificeerd op basis van zijn identificatienummer van de sociale zekerheid. De werknemerslijn vermeldt de volgende gegevens: • • • • • •
werkgeverscategorie werknemerskengetal begin- en einddatum van het RSZ-kwartaal identificatienummer van de lokale eenheid risicoklasse voor arbeidsongevallen notie grensarbeider
Om een beschrijving te geven van de werknemerslijn, heb ik mij voornamelijk gebaseerd op de informatie die beschikbaar is op de website van de RSZ.2 Werkgeverscategorie Deze categorie wordt toegekend door de RSZ. De werkgeverscategorie bepaalt aan welke bijdragepercentages de loonelementen onderworpen zijn.
1
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, De werknemerslijn, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/901d6781 47b74bc7c1256d8a0040de62?OpenDocument. 2 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, De werknemerslijn, http://www.onss.fgov.be/ onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/901d678147b74bc7c1256d8a0040 de62?.
- 31 -
Werknemerskengetal Het werknemerskengetal is een indeling in categorieën waartoe een werknemer behoort. Er zijn verschillende kengetallen voor bedienden, arbeiders, vastbenoemden, … Op basis van deze kengetallen is het mogelijk te bepalen welke bijdragen voor de werknemer verschuldigd zijn.1 Begin- en einddatum van het RSZ-kwartaal Deze datums hebben betrekking op het volledige kwartaal. Wanneer de werknemer in de loop van het kwartaal in dienst treedt dan moet de werkgever als begindatum de eerste dag van het kwartaal opgegeven en niet de datum van de indiensttreding. “De begin- en einddatum valt in de samen met de eerste dag (01/01, 01/04, 01/07, 01/10) of de laatste dag (31/03, 30/06, 30/09, 31/12) van het burgerlijk kwartaal.”2 Identificatienummer van de lokale eenheid De wet van 16 januari 20033 voorziet voor de ondernemingen een uniek identificatienummer bestaande uit 10 cijfers. Risicoklasse voor arbeidsongevallen Deze code moet de werkgever meedelen zodoende de verzekeraar in staat te stellen om de verschuldigde premie te berekenen. “Het hoeft echter niet in alle gevallen ingevuld te worden, maar alleen indien de werknemer behoort tot een risicoklasse die afwijkt van de voornaamste activiteit van de werkgever en dit aanleiding heeft gegeven tot een afzonderlijke tariefzetting in de polis.”4 Notie grensarbeider De werkgever moet deze zone invullen wanneer hij arbeiders in dienst heeft die in de Franse grensstreek wonen.
1
Portaal Sociale Zekerheid, Het werknemerskengetal, https://www.socialsecurity.be/portail/ instructions/idmfa/apl/2005_04_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/ddeb6a824fe7d106c125 709f003e089a?. 2 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Begin- en einddatum van het kwartaal, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/901d6781 47b74bc7c1256d8a0040de62?. 3 De wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van de Ondernemingen (KBO), tot modernisering van het handelsregister en tot oprichting van erkende ondernemingsloketten, BS 5 februari 2003. 4 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, De risicoklasse voor arbeidsongevallen, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/901d6781 47b74bc7c1256d8a0040de62?OpenDocument.
- 32 -
Voorbeeld 1 van een werknemerslijn U820 / UU20301 RAADPLEGING VAN DE ATTESTEN A820 LAATSTE VERSIE PER TEWERKSTELLING NR AANSLUITING : 309 / VPV /
NATIONAAL NR :
JAAR/KW: 20064 NR ATT: 000000872451974-23.01.2007-001 VERSIE: 00872451974 AARD ATT: 0 RSZ NR: 024428087 CUR: 0 ONDERN NR: 0445716239 CONV 5D: 0 WGVRCAT: 024 WNKENG: 015 BEGIN KWART: 01/10/2006 EIND KWART: 31/12/2006 TEW NR: 3100012W8Z00R 01 BEG TEW: 01/01/2000 EIND TEW: 31/12/9999 GR: 0 NR PAR COM: 124 ARB REG: 5,00 Q: 40,00 S: 40,00 TYP CONTR: 0 REORG: BEVORD: ST WN: PENS: 0 TYPLL: BEZOLD: B1012: CODE DAGEN UREN PRESTATIES : 001 56,00 0,00 072 7,00 0,00
CODE DAGEN UREN 002 2,00 0,00
CODE FREQ BET PR BEDRAG VERGOEDINGEN : 001 00 3.858,82
CODE FREQ BET PR 002 00
BEDRAG 203,00
: werkgeverscategorie. De werkgever behoort tot de categorie 24 “Werkgevers die onder de bevoegdheid vallen van het paritair comité van het Bouwbedrijf. Ruwbouw in het algemeen”. : werknemerskengetal. De werknemer behoort tot de categorie 15 “Handarbeiders”. : begin- en einddatum van het RSZ-kwartaal. De gegevens van het 4de kwartaal van het jaar 2006 worden weergegeven. : identificatienummer van de lokale eenheid/ondernemingsnummer. : notie grensarbeider. De werknemer is geen grensarbeider. : risicoklasse voor arbeidsongevallen. Niet van toepassing.
- 33 -
Voorbeeld 2 van een werknemerslijn U820 / UU20301 RAADPLEGING VAN DE ATTESTEN A820 LAATSTE VERSIE PER TEWERKSTELLING NR AANSLUITING : 309 / VPV /
NATIONAAL NR :
JAAR/KW: 20064 NR ATT: 000000942421961-11.01.2007-001 VERSIE: 00942421961 AARD ATT: 0 RSZ NR: 125528087 CUR: 0 ONDERN NR: 0278729210 CONV 5D: 0 WGVRCAT: 193 WNKENG: 010 BEGIN KWART: 01/10/2006 EIND KWART: 31/12/2006 TEW NR: 3100012W8Z00R 01 BEG TEW: 01/01/2000 EIND TEW: 31/12/9999 GR: 0 NR PAR COM: 100 ARB REG: 5,00 Q: 37,50 S: 37,50 TYP CONTR: 0 REORG: BEVORD: ST WN: PENS: 0 TYPLL: BEZOLD: B1012: CODE DAGEN UREN PRESTATIES : 001 51,00 0,00
CODE VERGOEDINGEN : 001
FREQ BET 00
PR
BEDRAG 3.154,12
: werkgeverscategorie. De werkgever behoort tot de categorie 193 “Werkgevers die ressorteren onder het paritair comité voor de landbouw”. : werknemerskengetal. De werknemer behoort tot de categorie 10 “Handarbeiders-Tijdelijke werklieden in de tuinbouw en in de landbouw”. : begin- en einddatum van het RSZ-kwartaal. De gegevens van het 4de kwartaal van het jaar 2006 worden weergegeven. : identificatienummer van de lokale eenheid/ondernemingsnummer. : notie grensarbeider. De werknemer is geen grensarbeider. : risicoklasse voor arbeidsongevallen. Niet van toepassing.
4.4.2 De tewerkstellingslijn Per werknemerslijn moet de werkgever een tewerkstellingslijn gebruiken. Wanneer een werknemer bijvoorbeeld overstapt van een deeltijdse betrekking naar een voltijdse dan moet de werkgever meerdere tewerkstellingslijnen gebruiken. Op dit niveau moet de werkgever de loon- en arbeidstijdgegevens meedelen.
- 34 -
De werkgever dient per tewerkstellingslijn de volgende gegevens te vermelden: • begin- en einddatum van de tewerkstelling • 3 belangrijke opmerkingen: verbrekingsvergoedingen, feestdagen na het einde van de arbeidsovereenkomst en opeenvolgende contracten. • nummer van het paritair comité • arbeidsstelsel • tewerkstellingsbreuk • type van het arbeidscontract • maatregel tot herorganisatie van de arbeidstijd • maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid • statuut van de werknemer • notie gepensioneerd • type leerling • wijze van bezoldiging • functienummer • categorie van vliegend personeel • betaling in 10den of 12den in het onderwijs • werkhervatting na arbeidsongeschiktheid met toestemming van de adviserende geneesheer • de aangifte in te dienen door een betalende derde • de aangifte in te vullen voor de onthaalouders niet verbonden met een arbeidsovereenkomst Om een beschrijving te geven van de tewerkstellingslijn, heb ik mij voornamelijk gebaseerd op de informatie die beschikbaar is op de website van de RSZ.1 Begin- en einddatum van de tewerkstellingslijn De werkgever moet de begindatum meedelen van de periode waarop de gegevens betrekking hebben. Indien tijdens of op de laatste dag van het kwartaal een tewerkstelling eindigt, dan moet de werkgever de einddatum van de tewerkstellingslijn meedelen. Indien de tewerkstelling niet wijzigt en voortduurt tijdens het volgende kwartaal, dan wordt de zone einde tewerkstelling niet ingevuld.2 3 belangrijke opmerkingen Verbrekingsvergoedingen De werkgever moet de vergoeding die wordt betaald wegens de onrechtmatige verbreking van de arbeidsovereenkomst steeds vermelden. De gegevens in verband met de verbrekingsvergoedingen staan steeds vermeld op een afzonderlijke tewerkstellingslijn. Dit wordt weergegeven in het hostscherm U820 onder ONTSLAG.
1
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, De werknemerslijn en de Tewerkstellingslijnen, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/HTMLPages/901D678147B74BC7C1256D8A004 0DE62?. 2 Intern verslag Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (z.j.).
- 35 -
Feestdagen na het einde van het contract Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst is de werkgever verplicht het loon te betalen van de feestdag die valt in een bepaalde periode die onmiddellijk volgt op de effectieve beëindiging van de arbeidsrelatie. De werkgever moet die dag op de tewerkstellingslijn aangeven met code 1. Opeenvolgende contracten Wanneer een werknemer opeenvolgend met verschillende arbeidsovereenkomsten wordt tewerkgesteld, moet de werkgever steeds een nieuwe tewerkstellingslijn gebruiken. Dit betekent dat de loon- en arbeidstijdgegevens per lijn moeten worden opgesplitst.1 Nummer van het paritair comité Dit is het nummer van het paritair comité waaronder de werknemer ressorteert. Dit nummer laat toe om de sector te bepalen waarin de onderneming actief is. De werkgever moet code 999 ingeven wanneer de werknemer onder geen enkel paritair comité valt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij onthaalouders. Arbeidsstelsel Dit is het aantal dagen per week dat de werknemer werkt. Wanneer de arbeidsregeling is omgezet in de vijfdagenregeling wordt dit weergegeven in het hostscherm U820 onder CONV 5D (conversie naar de vijfdagenweek). Tewerkstellingsbreuk Dit is het gemiddeld aantal uren per week dat de werknemer en de maatpersoon werken. “Een maatpersoon is iemand die voltijds tewerkgesteld is in dezelfde onderneming en in een gelijkaardige functie aan deze van de werknemer.”2 Type van het arbeidscontract De werkgever geeft aan of de werknemer voltijds of deeltijds werkt. Maatregel tot herorganisatie van de arbeidstijd De werkgever mag deze zone slechts invullen bij de volgende situaties: bij een volledige of gedeeltelijke onderbreking van de loopbaan, bij halftijds brugpensioen, bij een systeem CAO nr.42 van 12 juni 1987, bij een systeem tot collectieve herverdeling van de arbeid en bij aangepaste arbeid met loonverlies.3
1
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Drie belangrijke opmerkingen, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/HTMLPages/901D678147B74BC7C1256D8A004 0DE62?. 2 Intern verslag Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (z.j.). 3 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Maatregel tot herorganisatie van de arbeidstijd, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/HTMLPages/901D678147B74BC7C1256D8A004 0DE62?.
- 36 -
Maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid Deze maatregelen zijn van toepassing wanneer de werkgever een werknemer aanneemt in het kader van een startbaanovereenkomst, een mindervalide werknemer in het kader van een startbaanovereenkomst, een werknemer van buitenlandse afkomst in het kader van een startbaanovereenkomst, … of een werknemer die een volledige uitkeringsgerechtigde werkloze is van ten minste 45 jaar waarvan de aanwerving gelijkgesteld wordt met een startbaanovereenkomst.1 Statuut van de werknemer De werkgever kan de volgende codes2 gebruiken: • • • • • •
D: thuiswerker A: artiest CM: kandidaat militair S: seizoenarbeider P: politiepersoneel T: tijdelijke werknemer. Dit is een werknemer die aangeworven is met een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur om te voorzien in de vervanging van een vaste werknemer, om aan een tijdelijke toename van het werk het hoofd te bieden of om de uitvoering van een uitzonderlijk werk te verzekeren. • LP: werknemer met gelimiteerde prestaties. Dit is wanneer de werknemer voor slechts enkele uren wordt aangeworven. • …
Notie gepensioneerd De werkgever mag deze zone slechts invullen als de werknemer met wettelijk rustpensioen of wettelijk overlevingspensioen is. Deze zone mag niet ingevuld worden wanneer de werknemer een bruggepensioneerde is. Type leerling De werkgever mag slechts een code invullen indien de werknemer een erkende leerling is, een industriële leerling, een opleiding volgt tot ondernemingshoofd of een leerling is met een overeenkomst voor socioprofessionele inpassing, erkend door de gemeenschappen en de gewesten.3
1
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/HTMLPages/901D678147B74BC7C1256D8A004 0DE62?. 2 Intern verslag Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (z.j.). 3 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Type leerling, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/HTMLPages/901D678147B74BC7C1256D8A004 0DE62?.
- 37 -
Wijze van bezoldiging De werkgever vult dit gebied in indien de werknemer een stuk- of taakloon ontvangt, per taak (=prestatie) wordt betaald of wanneer de werknemer geheel of gedeeltelijk met een commissieloon wordt betaald. Indien de wijze van bezoldiging gelijk is aan 1 dan gaat het om een werknemer betaald per taak. Indien de wijze van bezoldiging gelijk is aan 2 dan gaat het om een werknemer betaald via commissieloon.1 Functienummer De werkgever dient dit nummer in te geven voor iedere werknemer waarvoor de bijdragen op forfaitaire lonen worden berekend. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de werkgever een kamermeisje tewerkstelt, een toiletvrouw, een barman, een kelner, een portier, …2 Categorie van vliegend personeel Dit is het geval wanneer de werknemer deel uitmaakt van het vliegend personeel van een luchtvaartmaatschappij. Betaling in 10den of 12den in het onderwijs Met deze code geeft de werkgever aan of de leerkracht in tienden of in twaalfden betaald wordt. Werkhervatting na arbeidsongeschiktheid met toestemming van de adviserende geneesheer De adviserende geneesheer kan een werknemer de toestemming geven om het werk gedeeltelijk te hervatten. De aangifte in te dienen door een betalende derde De betalende derde moet voor elk kwartaal waarvoor hij loon uitbetaalt een elektronische aangifte doen. De betalende derde moet net zoals de werkgever de verschuldigde bijdragen betalen.3 De aangifte in te vullen voor de onthaalouders niet verbonden met een arbeidsovereenkomst De erkende dienst waar de onthaalouder bij aangesloten is, heeft dezelfde verplichtingen als de werkgever namelijk voor elk kwartaal een elektronische aangifte doen en de verschuldigde bijdragen betalen. De erkende dienst moet op het niveau van de tewerkstellingslijn bij type van het arbeidscontract deeltijds aanduiden ongeacht de prestaties.4
1
Intern verslag Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (z.j.). Intern verslag Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (z.j.). 3 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, De aangifte in te dienen door een betalende derde, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/HTMLPages/901D678147B74BC7C1256D8A004 0DE62?. 4 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, De aangifte in te vullen door de onthaalouders niet verbonden met een arbeidsovereenkomst, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/ HTMLPages/901D678147B74BC7C1256D8A0040DE62?OpenDocument. 2
- 38 -
Een voorbeeld van een tewerkstellingslijn U820 / UU20301 RAADPLEGING VAN DE ATTESTEN A820 LAATSTE VERSIE PER TEWERKSTELLING NR AANSLUITING : 309 / VPV /
NATIONAAL NR :
JAAR/KW: 20063 NR ATT: 000000935695250-14.11.2006-001 VERSIE: 00935695250 AARD ATT: 0 RSZ NR: 91795166 CUR: 0 ONDERN NR: 0417502549 CONV 5D: 0 WGVRCAT: 048 WNKENG: 015 BEGIN KWART: 01/07/2006 EIND KWART: 30/09/2006 TEW NR: 32000AU40200D 01 BEG TEW: 05/01/2004 EIND TEW: 31/12/9999 GR: 0 NR PAR COM: 118 ARB REG: 5,00 Q: 38,00 S: 38,00 TYP CONTR: 0 REORG: BEVORD: ST WN: PENS: 0 TYPLL: BEZOLD: B1012:
CODE DAGEN UREN PRESTATIES : 001 55,50 0,00 020 1,00 0,00
CODE DAGEN UREN 002 9,50 0,00
CODE FREQ BET PR BEDRAG VERGOEDINGEN : 001 00 7.854,25
: begin- en einddatum van de tewerkstelling. Aangezien de zone einde tewerkstelling niet is ingevuld, is de werknemer nog steeds in dienst. : nummer van het paritair comité. De werknemer ressorteert onder het paritair comité nummer 118 “Paritair Comité voor de Voedingsnijverheid”. : 3 belangrijke opmerkingen. Niet van toepassing. : arbeidsstelsel. De werknemer werkt 5 dagen per week. : tewerkstellingsbreuk. De werknemer (Q) werkt net zoals de maatman (S) 38 uren per week. : type van het arbeidscontract. De werknemer werkt voltijds. : maatregel tot herorganisatie van de arbeidstijd. Niet van toepassing. : maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid. Niet van toepassing. : statuut van de werknemer. Niet van toepassing. : notie gepensioneerd. Niet van toepassing. : type leerling. Niet van toepassing. : wijze van bezoldiging. Niet van toepassing.
- 39 -
: functienummer. Niet van toepassing. : categorie van vliegend personeel. Niet van toepassing. : betaling in 10den of 12den in het onderwijs. Niet van toepassing. : werkhervatting na arbeidsongeschiktheid met toestemming van de adviserende geneesheer. Niet van toepassing. : de aangifte in te dienen door een betalende derde. Niet van toepassing. : de aangifte in te vullen voor de onthaalouders niet verbonden met een arbeidsovereenkomst. Niet van toepassing.
4.4.3 De aangifte van de loongegevens De loongegevens van het kwartaal worden opgesplitst per tewerkstellingslijn. De werkgever dient verschillende codes in te vullen. Wanneer een werknemer verschillende lonen ontvangt onder dezelfde code, dan worden deze samengeteld. Dus de lonen worden per code samengevoegd.1 De werkgever dient de volgende loongegevens te vermelden: • • • • •
lijnnummer bezoldiging bezoldigingscode betalingsfrequentie van de premie percentage van de bezoldiging op jaarbasis. bezoldiging
Om een beschrijving te geven van de aangifte van de loongegevens, heb ik mij voornamelijk gebaseerd op de informatie die beschikbaar is op de website van de RSZ.2 Lijnnummer bezoldiging Dit is het nummer van de bezoldigingen binnen de tewerkstellingslijn. Het lijnnummer begint met 1 en wordt bij elke nieuwe tewerkstellingslijn terug op 1 gezet.
1
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, De aangifte van de loongegevens, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/c79e235f 6b9e1c60c1256d8a0040dbbc?. 2 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, De aangifte van de loongegevens, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/c79e235f 6b9e1c60c1256d8a0040dbbc?.
- 40 -
Bezoldigingscode De bezoldigingscode geeft weer om welk soort voordeel het gaat. De werkgever kan hiervoor code 1, 2, 3, 4, 5, 6, 10 of 20 gebruiken.1 Code 1: Voordelen die rechtstreeks verband houden met de tijdens het kwartaal geleverde prestaties zoals overloon, gewaarborgd loon bij ziekte of ongeval van gemeen recht, enkel vakantiegeld bedienden, … Code 2: Premies en gelijkaardige voordelen zoals eindejaarspremie, anciënniteitspremie, … waarop sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd zijn. Deze worden toegekend onafhankelijk van de geleverde prestaties tijdens het aangiftekwartaal. Code 3: Vergoedingen die betaald worden aan de werknemers bij beëindiging van de overeenkomst, die uitgedrukt worden in arbeidstijd. Een voorbeeld daarvan is een vergoeding die betaald wordt wegens onrechtmatige beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Code 4: Vergoedingen die betaald worden aan de werknemers bij beëindiging van de overeenkomst, die niet uitgedrukt worden in arbeidstijd zoals bijvoorbeeld een afscheidspremie. Code 5: Premies die toegekend worden omdat de werknemers hun arbeidsprestaties beperken in het kader van de maatregelen tot herverdeling van de arbeid. De werknemers krijgen van de werkgever een bedrag om het loonverlies dat ze kennen wegens beperking van de arbeidsprestaties t.o.v. de vroegere prestaties gedeeltelijk te compenseren. Code 6: De vergoedingen voor uren die geen arbeidstijd zijn. Code 10: Persoonlijk gebruik van een bedrijfswagen voor woon-werkverkeer en privaat gebruik. Code 20: Dit zijn de voordelen die personen genieten die op wettelijk rustpensioen of op wettelijk overlevingspensioen zijn. Op deze voordelen zijn geen sociale zekerheidsbijdragen verschuldigd. Betalingsfrequentie van de premie Dit loongegeven moet de werkgever enkel invullen voor de onder de bezoldigingscode 2 aangegeven loonelementen. Code 2: premies en gelijkaardige voordelen, zoals bijvoorbeeld de eindejaarspremie, die worden toegekend onafhankelijk van de tijdens het kwartaal geleverde prestaties.2 De werkgever kan bij deze zone de volgende codes invullen: 1: Iedere maand 6: Halfjaarlijks 12: Jaarlijks 24: Om de twee jaar
1
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Bezoldigingscode, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/bf8d28aa d002773ec1256d8a0040eb26?. 2 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Betalingsfrequentie van de premie, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/bf8d28aa d002773ec1256d8a0040eb26?.
- 41 -
Percentage van de bezoldiging op jaarbasis Het geeft de verhouding weer tussen het aantal dagen waarvoor een bezoldiging wordt betaald en de effectief te werken dagen, uitgedrukt in tienduizendsten.1 Bezoldiging Per code worden de lonen samengevoegd, met uitzondering van de premies en voordelen (code 2). Het bedrag van de verschillende premies en voordelen wordt niet samengeteld, maar het wordt aangegeven op verschillende lijnen in functie van de frequentie van de betaling.2 Een voorbeeld van de aangifte van loongegevens U820 / UU20301 RAADPLEGING VAN DE ATTESTEN A820 LAATSTE VERSIE PER TEWERKSTELLING NR AANSLUITING : 309 / VPV /
NATIONAAL NR :
JAAR/KW: 20064 NR ATT: 000000712321566-24.01.2007-001 VERSIE: 00712321566 AARD ATT: 0 RSZ NR: 125528087 CUR: 0 ONDERN NR: 0435814210 CONV 5D: 0 WGVRCAT: 068 WNKENG: 013 BEGIN KWART: 01/10/2006 EIND KWART: 31/12/2006 TEW NR: 3400012W6Z00R 01 BEG TEW: 01/01/2000 EIND TEW: 31/12/9999 GR: 0 NR PAR COM: 100 ARB REG: 5,00 Q: 37,50 S: 37,50 TYP CONTR: 0 REORG: BEVORD: ST WN: PENS: 0 TYPLL: BEZOLD: B1012: CODE DAGEN UREN PRESTATIES : 001 65,00 0,00
CODE VERGOEDINGEN : 001
FREQ BET 00
PR
BEDRAG 3.154,12
: lijnnummer bezoldiging. : bezoldigingscode. De code 1 duidt een voordeel aan dat rechtstreeks verband houdt met de tijdens het kwartaal geleverde prestaties. : betalingsfrequentie van de premie. Niet van toepassing. : percentage van de bezoldiging op jaarbasis. Niet van toepassing. : bezoldiging. De werknemer heeft tijdens het 4de kwartaal van 2006 € 3.154,12 aan loon ontvangen.
1
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Percentage van de bezoldiging op jaarbasis, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/bf8d28aa d002773ec1256d8a0040eb26?. 2 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Bezoldiging, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/bf8d28aa d002773ec1256d8a0040eb26?.
- 42 -
4.4.4 De aangifte van de prestatiegegevens Voor de tekst dat volgt heb ik mij gebaseerd op de informatie die terug te vinden is op de website van de RSZ.1 De prestatiegegevens van het kwartaal worden opgesplitst per tewerkstellingslijn. Per code gebeurt er een globalisatie van de prestaties. De manier waarop de prestatiegegevens moeten worden aangegeven, verschilt naargelang de werknemer deeltijds of voltijds werkt. De arbeidstijd van voltijdse werknemers wordt in dagen uitgedrukt, terwijl deze van deeltijdse werknemers wordt aangegeven in zowel uren als in dagen. De arbeidstijd van werknemers bij tussenpozen, met halftijds brugpensioen, met loopbaanonderbreking, met gelimiteerde prestaties en seizoenarbeiders of werknemers bij gedeeltelijke werkhervatting na ziekte of ongeval, wordt eveneens in uren en dagen uitgedrukt. De werkgever van een luchtvaartmaatschappij dient voor zijn vliegend personeel de prestatiegegevens in dagen of in uren aan te geven. Bovendien moet de werkgevers voor deze werknemers ook het aantal vluchtminuten opgeven. De werkgever dient de prestatiegegevens aan te geven volgens codes. Er zijn 2 soorten codes: de gewone codes en de indicatieve codes.2 De gewone code is een code waarvan de werkgever de authentieke bron is. Dit betekent dat alleen de werkgever kan aanduiden om welk soort arbeidstijdgegevens het gaat. De authentiek bron is dus de bron waar de informatie voor het eerst gecreëerd werd. De indicatieve code is een code waarvan de werkgever niet de authentieke bron is. De werkgever kan wel het aantal dagen of uren afwezigheid vermelden, maar weet niets over de loongegevens. De werkgever deelt enkel informatie mee over periodes van niet-tewerkstelling gedurende dewelke de werknemers bepaalde sociale zekerheidsuitkeringen genieten (arbeidsongeschiktheid, tijdelijke werkloosheid, …). De Landsbonden zijn de authentieke bron voor de gelijkgestelde dagen arbeidsongeschiktheid, moederschapsverlof, … De uitbetalingsinstellingen van werkloosheidsuitkeringen zijn de authentieke bron voor de gelijkgestelde dagen werkloosheid en tijdelijke werkloosheid.
1
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, De aangifte van de prestatiegegevens, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/48d601c3 587dde01c1256d8a0040eed4?OpenDocument#741A3167FEE794E341256C310047A5C2. 2 Intern verslag Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (z.j.).
- 43 -
De gewone codes die de werkgever kan gebruiken om de prestatiegegevens mee te delen zijn1: Code 1: Vermeldt alle dagen waarvoor loon wordt betaald waarop RSZ-bijdragen verschuldigd zijn. Enkele voorbeelden: • normale werkelijke arbeid (ook aangepaste arbeid met loonverlies) • arbeidsongeschiktheid met gewaarborgd loon 1ste week of gewaarborgd maandloon • periode van opzegtermijn of periode gedekt door verbrekingsvergoeding • kort verzuim • dwingende reden met behoud van loon • afwezigheid met gewaarborgd dagloon wegens arbeidsongeschiktheid • gewaarborgd dagloon wegens een andere reden dan arbeidsongeschiktheid • feestdagen tijdens de arbeidsovereenkomst, feestdagen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst en vervangingsdagen van een feestdag. De werkgever is verplicht om een feestdag te betalen die valt na het einde van de arbeidsovereenkomst. Deze betaalde feestdag moet de werkgever vermelden op de aangifte van het kwartaal waarin de arbeidsovereenkomst eindigt. Code 2: De werkgever moet de dagen wettelijke vakantie die de arbeider tijdens het kwartaal opnam, vermelden onder deze code. • wettelijke vakantie voor arbeiders Code 3: Dit zijn de dagen vakantie die de werknemer heeft genomen en die niet worden aangegeven onder code 2 of code 12. • bijkomende vakantie voor arbeiders Code 4: Hier vermeldt de werkgever de onvolledige arbeidsdagen. Dit is het geval wanneer de werknemer de reeds aangevatte werkdagen heeft verlaten wegens omstandigheden en waarvoor een onvolledig loon wordt uitbetaald. • afwezigheid eerste dag wegens slecht weer bouwbedrijf Code 5: De werkgever geeft bij deze code het aantal dagen aan waarvoor loon wordt betaald aan de werknemer die betaald educatief verlof opneemt. De werknemers uit de privé-sector mogen het werk verlaten met behoud van hun normale loon om cursussen te volgen. • betaald educatief verlof
1
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, De aangifte van de prestatiegegevens, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/48d601c3 587dde01c1256d8a0040eed4?OpenDocument#741A3167FEE794E341256C310047A5C2.
- 44 -
Code 10: • gewaarborgd loon tweede week • feestdagen en vervangingsdagen tijdens periode van tijdelijke werkloosheid • functie van rechter sociale zaken Code 11: Dit zijn de dagen waarvoor de werkgever een supplement betaalt bovenop de uitkering die de werknemer geniet van de ziekteverzekering of arbeidsongevallenof beroepsziekteverzekering. • arbeidsongeschiktheid met aanvulling of voorschot overeenkomstig de CAO 12bis/13bis Code 12: Deze code mag slechts worden ingevuld als de werknemer tewerkgesteld is in de textielsector, sector van de handel in brandstoffen, de bouwsector of de sector van de vlasbewerking en de diamantsector. • vakantie krachtens algemeen verbindend verklaarde CAO • inhaalrust bouwbedrijf Code 13: De werkgever vermeldt onder deze code het aantal dagen waarop de arbeidsovereenkomst is geschorst wegens het volgen van cursussen sociale promotie. • sociale promotie Code 20: De werkgever vult in deze zone de onbezoldigde dagen inhaalrust in in het kader van maatregelen tot vermindering van de arbeidstijd. • inhaalrust in het kader van arbeidsduurvermindering Code 21: Hier vult de werkgever de dagen van staking in waaraan de werknemer heeft deelgenomen en de dagen waarop de werknemer van het werk afwezig was wegens een lock-out. • de dagen staking/lock-out Code 22: Dit zijn de dagen van syndicale opdracht waarvoor de werkgever geen loon heeft uitbetaald. • syndicale opdracht Code 23: Dit zijn de dagen waarvoor de werkgever geen loon heeft betaald. • carensdag
- 45 -
Code 24: De werkgever vult hier de dagen in dat de werknemer afwezig is geweest op het werk wegens een niet voorziene gebeurtenis die los staat van het werk. De werknemer mag onbetaald verlof nemen voor een dringende en noodzakelijke tussenkomst bij een sociaal of familiaal probleem. • verlof om dwingende redenen zonder behoud van loon Code 25: Voor deze dagen betaalt de werkgever geen loon uit. • burgerplichten zonder behoud van loon • openbaar mandaat Code 26: De arbeidsovereenkomst wordt geschorst wegens militieverplichtingen. • Militieverplichtingen Code 30: Hier vermeldt de werkgever alle arbeidsdagen die de werknemer niet heeft gewerkt en waarvoor hij geen loon of vergoeding betaalt. • verlof zonder wedde • alle andere arbeidstijdgegevens waarvoor de werkgever geen loon of vergoeding betaalt, met uitzondering van deze die onder een andere code vermeld worden De indicatieve codes die de werkgever kan gebruiken om de prestatiegegevens mee te delen zijn1: Code 50: De werkgever vermeldt hier de dagen van arbeidsonderbreking wegens profylactisch verlof, ziekte of ongeval van gemeen recht. • ziekte (ziekte of ongeval van gemeen recht en profylactisch verlof) Code 51: In deze zone vult de werkgever de dagen moederschapsrust in. • moederschapsbescherming (maatregel moederschapsbescherming, moederschapsrust en omzetting van moederschapsverlof in vaderschapsverlof bij overlijden of hospitalisatie van de moeder) en borstvoedingspauzes Code 52: Hier vermeldt de werkgever de 7 dagen vaderschaps- of adoptieverlof van de werknemer ten laste van de mutualiteit. • vaderschaps- of adoptieverlof
1
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, De aangifte van de prestatiegegevens, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/48d601c3 587dde01c1256d8a0040eed4?OpenDocument#741A3167FEE794E341256C310047A5C2.
- 46 -
Code 60: De werkgever geeft in deze zone de dagen van arbeidsongeschiktheid ingevolge een arbeidsongeval weer die recht geven op een vergoeding van de verzekering. • arbeidsongeval Code 61: In deze zone vult de werkgever het aantal dagen arbeidsongeschiktheid ingevolge een beroepsziekte in. • beroepsziekte Code 70: De werkgever moet in deze zone de dagen van arbeidsonderbreking te wijten aan een staking invullen, voor de werknemers die als werkloze werden erkend krachtens het Koninklijk besluit van 25 november 1991 betreffende de arbeidsvoorziening en werkloosheid, en onder voorbehoud van de goedkeuring van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie. • tijdelijke werkloosheid andere dan de codes 71 en 72 Code 71: De dagen van werkloosheid te wijten aan economische oorzaken. • economische werkloosheid Code 72: Hier vermeldt de werkgever de dagen van arbeidsonderbreking wegens slecht weer. • tijdelijke werkloosheid ingevolge slecht weer Code 73: De werkgever deelt het aantal dagen mee dat de jonge werknemer jeugdverlof nam. Deze dagen zijn gedekt door uitkeringen. • jeugdvakantiedagen Code 74: Hier vermeldt de werkgever de voorziene maar niet geleverde dagen van de onthaalouder wegens de afwezigheid van kinderen om redenen buiten de wil van de onthaalouder.
- 47 -
Voorbeeld 1 van de aangifte van de prestatiegegevens U820 / UU20301 RAADPLEGING VAN DE ATTESTEN A820 LAATSTE VERSIE PER TEWERKSTELLING NR AANSLUITING : 309 / VPV /
NATIONAAL NR :
JAAR/KW: 20064 NR ATT: 000000732401920-19.02.2007-001 VERSIE: 00730421920 AARD ATT: 0 RSZ NR: 145721090 CUR: 0 ONDERN NR: 0465816130 CONV 5D: 0 WGVRCAT: 193 WNKENG: 010 BEGIN KWART: 01/10/2006 EIND KWART: 31/12/2006 TEW NR: 3100012W8Z00R 01 BEG TEW: 01/04/1998 EIND TEW: 31/12/2006 GR: 0 NR PAR COM: 100 ARB REG: 6,00 Q: 38,00 S: 38,00 TYP CONTR: 0 REORG: BEVORD: ST WN: PENS: 0 TYPLL: BEZOLD: B1012: CODE DAGEN UREN PRESTATIES : 001 51,00 0,00
CODE VERGOEDINGEN : 001
FREQ BET 00
PR
BEDRAG 3.154,12
: Code 1 (gewone code). De werknemer heeft voor 51 dagen loon ontvangen waarop RSZ-bijdragen verschuldigd zijn. Voorbeeld 2 van de aangifte van de prestatiegegevens U820 / UU20301 RAADPLEGING VAN DE ATTESTEN A820 LAATSTE VERSIE PER TEWERKSTELLING NR AANSLUITING : 309 / VPV /
NATIONAAL NR :
JAAR/KW: 20064 NR ATT: 000000732401920-19.02.2007-001 VERSIE: 00730421920 AARD ATT: 0 RSZ NR: 145721090 CUR: 0 ONDERN NR: 0465816130 CONV 5D: 0 WGVRCAT: 024 WNKENG: 015 BEGIN KWART: 01/10/2006 EIND KWART: 31/12/2006 TEW NR: 3100012W8Z00R 01 BEG TEW: 01/04/1998 EIND TEW: 31/12/2006 GR: 0 NR PAR COM: 124 ARB REG: 6,00 Q: 38,00 S: 38,00 TYP CONTR: 0 REORG: BEVORD: ST WN: PENS: 0 TYPLL: BEZOLD: B1012: CODE PRESTATIES : 001 071 050
DAGEN 22,00 07,00 14,00
CODE VERGOEDINGEN : 001
UREN 0,00 0,00 0,00
FREQ BET 00
PR
BEDRAG 3.154,12
: Code 1 (gewone code). De werknemer heeft voor 22 dagen loon ontvangen waarop RSZ-bijdragen verschuldigd zijn.
- 48 -
Code 71 (indicatieve code). De werknemer heeft 7 dagen economische werkloosheid. Code 50 (indicatieve code). De werknemer heeft 14 ziektedagen.
4.4.5 De aangifte van gegevens voor het geheel van de onderneming Zoals eerder vermeld, wordt de kwartaalaangifte voor elke werknemer opgesplitst zodoende de bijdragen en de bijdrageverminderingen te kunnen berekenen. De werkgever kan voor 3 bijzondere bijdragen de gegevens van alle werknemers van de hele onderneming samen vermelden op de aangifte. Deze 3 bijzondere bijdragen zijn: • de inhouding op het dubbel vakantiegeld • de bijdrage van 8,86% op de extralegale pensioenen • winstparticipaties Om een beschrijving te geven van de aangifte van gegevens voor het geheel van de onderneming, heb ik mij voornamelijk gebaseerd op de informatie die beschikbaar is op de website van de RSZ.1 De inhouding op het dubbel vakantiegeld De werkgever kan in de aangifte het totaal bedrag van het in het kwartaal uitbetaalde dubbel vakantiegeld vermelden en daarop de inhouding van 13,07% berekenen. De bijdrage van 8,86% op de extralegale pensioenen “Op iedere storting die een werkgever doet om voor zijn werknemers een extralegaal pensioenvoordeel te financieren, en op iedere storting die hij als aanvulling bij het wettelijk pensioen doet aan zijn ex-werknemers, is een bijzondere werkgeversbijdrage van 8,86% verschuldigd.”2 De werkgever kan in de aangifte het totaal bedrag van de in het kwartaal toegekende voordelen vermelden en daarop de bijdrage van 8,86% berekenen. Winstparticipaties Op bepaalde winstparticipaties is een inhouding van 13,07% verschuldigd. In de aangifte moet de werkgever de berekeningswijze en het totaal bedrag van de in het kwartaal gebeurde inhoudingen op de winstparticipaties vermelden.
1
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, De aangifte van gegevens voor de ganse onderneming, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/270a62f8 dfa9afacc1256d8a0040f467?. 2 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, De aangifte van gegevens voor de ganse onderneming, http://www.onss.fgov.be/onssrsz/ige/2003_03_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/270a62f8 dfa9afacc1256d8a0040f467?.
- 49 -
4.5 De controle Vanaf het ogenblik dat een kwartaalaangifte wordt ingediend, loopt er een controleprogramma dat o.a. de verhouding tussen het ingegeven arbeidsregime en het totaal aantal dagen vermeld op de tewerkstellingslijn controleert. Indien het programma een discrepantie vaststelt, geeft het een foutmelding weer. “Het controleprogramma gaat er tevens vanuit dat het niet kan dat men voor een tewerkstellingslijn geen prestaties aangeeft (behalve indien er aangeduid wordt dat het een volledige loopbaanonderbreking is), m.a.w. als die gegevens niet ingevuld zijn, wordt ervan uitgegaan dat men vergeten is ze in te vullen.”1
4.6 De aangifte indienen Werkgevers die een groot aantal aangiften moeten doen, zoals sociaal secretariaten, kunnen de aangifte doen via gestructureerde berichten (File transfer). De sociale secretariaten vervullen de formaliteiten die de sociale zekerheidswetgeving oplegt aan de werkgevers. Een voordeel van file transfer is dat de werkgever na het versturen van de aangifte een bericht krijgt of de aangifte al dan niet aanvaard is. Eveneens krijgt hij een overzicht van de aangetroffen fouten en wordt hij op de hoogte gebracht van de verbeteringen die in de originele aangifte zijn aangebracht door de RSZ of andere instellingen van sociale zekerheid.2 Werkgevers die een klein aantal aangiften moeten doen, kunnen de aangifte rechtstreeks doen via de portaalsite van de sociale zekerheid (www.socialezekerheid.be). De werkgever kan via de portaalsite maximum 49 werknemers opnemen in 1 aangifte. Indien de werkgever voor meer dan 49 werknemers aangifte wenst te doen, moet hij contact opnemen met het Contactcenter Eranova. Het indienen van de Dmfa-aangifte via de portaalsite van de sociale zekerheid biedt de werkgevers een aantal functies aan: de automatische toegang tot de personeelslijst van de onderneming, de automatische berekening van het netto te betalen bedrag en de berekening van verminderingen van de persoonlijke bijdragen voor de werknemers met een laag loon.3
4.7 Het ontvangstbewijs De werkgever dient het kwartaal aan te duiden waarvoor hij een aangifte wenst in te dienen. Eenmaal hij dit heeft gedaan, krijgt hij een ticketnummer. Dit nummer kan afgedrukt worden en moet goed bijgehouden worden. Indien de werkgever de aangifte in meerdere keren doet, moet hij telkens opnieuw het ticketnummer 1
Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Verantwoording prestaties, http://www.onssrszlss.fgov.be/ onssrsz/ige/2005_02_n.nsf/3c5a699d138e6fa1c12566c80051b41b/ad44c4dfbea7f06cc1256ffe003dc1 9e?. 2 Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, Hoe een aangifte indienen?, http://www.onssrszlss.fgov.be/ Onssrsz/obligations/NL/Services/Declarations/DMFA/complete_folder.htm. 3 Portaal Sociale Zekerheid, Wie doet de aangifte?, https://www.socialsecurity.be/site_nl/ Applics/dmfa/index.htm.
- 50 -
vermelden om zo de eerder opgeslagen gegevens terug op te roepen en de aangifte verder in te vullen. Bij een contact met de RSZ kan dit ticketnummer gebruikt worden om de aangifte te identificeren.1 Van zodra de werkgever de aangifte heeft ingediend via de portaalsite van de sociale zekerheid, ontvangt hij een PDF-bestand in zijn e-Box. Dit is een beveiligde elektronische brievenbus. Dit bericht dient als verzendingsbewijs. Dit bewijsdocument bevat alle elementen van de verzonden aangifte.2
4.8 Wijziging van een aangifte De werkgevers kunnen de ingediende aangiften nog wijzigen. Ze kunnen dit doen via de portaalsite van de sociale zekerheid of via gestructureerde berichten. Ze zijn niet verplicht hetzelfde kanaal te gebruiken als voor de originele aangifte. “Wijzigingen worden op dezelfde manier behandeld als de oorspronkelijke aangifte. De werkgever dient geen verantwoording af te leggen voor de gebeurde wijzigingen. Wanneer het gaat om een wijziging van meer dan zes maanden na het einde van het kwartaal waarop ze betrekking heeft en die een vermindering van het oorspronkelijk aangegeven loon tot gevolg heeft, dan moet werkgever de reden van de wijziging meedelen. De RSZ moet deze wijziging goedkeuren.”3
4.9 De toepassing Gotot Gotot staat voor GrensOverschrijdende Tewerkstelling - Occupation Transfrontalière. Via Gotot kunnen detacheringen van werknemers op elektronische wijze bij de RSZ worden aangevraagd. Wanneer een werkgever een werknemer voor een beperkte periode in het buitenland tewerkstelt, moet hij dit aangeven aangezien de werknemer zijn rechten binnen de Belgische sociale zekerheid blijft houden. Deze gegevens worden sinds kort verzameld in een centrale databank die kan geconsulteerd worden door de inspectiediensten van de RSZ, de FOD Sociale Zekerheid, de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. De centrale databank is eigenlijk een controle op de tewerkstelling vanuit het buitenland. In de toekomst zullen de Belgische instellingen elektronisch gegevens kunnen uitwisselen met buitenlandse instellingen.4
1
Portaal Sociale Zekerheid, Wat ontvangt u na het indienen?, https://www.socialsecurity.be/ site_nl/Applics/dmfa/index.htm. 2 Portaal Sociale Zekerheid, Wat ontvangt u na het indienen?, https://www.socialsecurity.be/ site_nl/Applics/dmfa/index.htm. 3 Portaal Sociale Zekerheid, Het wijzigen van een DmfAPPL-aangifte, https://www.socialsecurity.be/site_nl/Applics/dmfappo/index.htm. 4 Smals, Gotot IN, http://www.smals-mvm.be/site_nl/content/Realisations/ smals_realisations_generic_0017.html.
- 51 -
Hoofdstuk 5: De aangifte van een sociaal risico (ASR)
“Een sociaal risico doet zich voor wanneer een werknemer zich door een bepaalde omstandigheid niet kan beroepen op zijn loon uit arbeid.”1 Indien zich een gebeurtenis voordoet moet de werkgever voor deze werknemer een aangifte doen bij de bevoegde instelling van de sociale zekerheid. Er is sprake van een sociaal risico2 wanneer zich een gebeurtenis voordoet die aanleiding kan geven tot: • uitkeringen verschuldigd in uitvoering van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging of in uitvoering van de moederschapsverzekering (sociaal risico: ziekte of moederschap) • uitkeringen uit hoofde van een arbeidsongeval (sociaal risico: arbeidsongeval) • uitkeringen uit hoofde van een beroepsziekte (sociaal risico: beroepsziekte) • werkloosheidsuitkeringen (sociaal risico: werkloosheid) • inkomensgarantie-uitkeringen of loonsubsidies
5.1 De structuur van de aangifte De aangifte bestaat uit 2 delen3: • de aangifte van het sociaal risico • de bijlage bij de aangifte van het sociaal risico De eigenlijke aangifte bevat gegevens over het sociaal risico dat zich heeft voorgedaan zoals de begindatum van de werkloosheid, de omstandigheden waarin het ongeval zich heeft voortgedaan, de laatste arbeidsdag, … Er dient voor ieder risico een aangifte ingevuld te worden. De bijlage bij de aangifte van het sociaal risico heeft betrekking op de loon- en arbeidstijdgegevens van de periode waarover de betrokken instelling van de sociale zekerheid nog geen gegevens heeft omdat de loon- en arbeidstijdgegevens nog niet zijn meegedeeld via de multifunctionele kwartaalaangifte aan de RSZ. Dit wordt ook wel de mini-Dmfa genoemd. De mini-Dmfa deelt gegevens mee over het kwartaal voorafgaand aan dat van de aanvang van het risico en/of het kwartaal dat loopt op het ogenblik dat dit risico zich voordoet tot de dag ervoor.
1
Intern verslag Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (2003). Kluwer Documenta (2002). E-government in de sociale zekerheid. Sociale actualiteit, 20, p. 14. 3 Intern verslag Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (2003). 2
- 52 -
Bovendien bevat de bijlage ook gegevens die specifiek zijn voor het aangegeven risico zoals de aanvangsdatum van het risico, de laatste werkdag of daarmee gelijkgestelde dag die voorafgaat aan de aanvang van het risico, het gemiddeld dagloon, …1
5.2 Het indienen van een ASR De ASR kan op verschillende manieren worden ingediend: • via de portaalsite van de sociale zekerheid (www.sociale-zekerheid.be) • via bestandsoverdracht (File transfer of Batch) • met papieren formulieren De elektronische aangifte wordt aangemoedigd. De papieren aangifte blijft nog mogelijk. De aangever kan dus kiezen uit verschillende aangiftekanalen en diegene gebruiken die het best bij zijn eigen organisatie past. De overheid wil dat alle aangiften van de sociale risico’s op termijn elektronisch worden verstuurd. Het extranet van de sociale zekerheid speelt daarin een belangrijke rol. Het extranet is de toegangspoort die de werkgevers en de sociaal secretariaten toelaat te communiceren met de verschillende instellingen van de sociale zekerheid en vice versa.2 Schematisch kan ik dit als volgt voorstellen: 3
Extranet van de sociale zekerheid
RSZ
DmfA + ASR + BASR + Dimona
Werkgevers DmfA + ASR + BASR + Dimona
EXTRANET van de sociale zekerheid
FAO
ASR + BASR
RVA
Sociaal secretariaten NIC
VI
1
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, De aangiften van het sociaal risico in de sector uitkeringen, http://www.riziv.be/information/nl/studies/study23/pdf/study23.pdf. 2 Intern verslag Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (z.j.). 3 Intern verslag Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (2005).
- 53 -
5.3 Het ontvangstbewijs De aangever ontvangt een ontvangstbewijs en een elektronische kopie nadat de aangifte is verzonden. Bij aangifte via bestandsoverdracht ontvangt de werkgever geen elektronische kopie.
5.4 De vereenvoudiging van documenten De instellingen van de sociale zekerheid beschikken reeds over essentiële gegevens waardoor de werkgevers minder data moeten meedelen. Door deze te hergebruiken kan drastisch vereenvoudigd worden. Gegevens over periodes van niet-tewerkstelling met genot van sociale zekerheidsuitkeringen worden rechtstreeks uitgewisseld tussen de instellingen van de sociale zekerheid, vermits zij de authentieke bron zijn van deze gegevens en niet de werkgever. Dit betekent dat de actoren de trimestriële aangifte van de werkgevers kunnen vervolledigen via de Dmfa-gegevensstromen (fluxen). Fluxen Dmfa1: • flux met de sector Uitkeringen: ziekte, moederschap (niet in werking) • flux met het Fonds voor Beroepsziekten: beroepsziekten (niet in werking) • flux met het Fonds voor Arbeidsongevallen: arbeidsongeval (niet in werking) • flux met de Rijksdienst Jaarlijkse vakantie: vakantiedagen voor arbeiders • flux met de sector Werkloosheid: perioden werkloosheid (niet in werking) • flux met de sector Werkloosheid: tijdelijke werkloosheid • flux met het Fonds voor Bestaanszekerheid: inhaalrustdagen (niet in werking) Niet alle gegevensstromen zijn reeds operationeel.
1
Intern verslag Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (z.j.).
- 54 -
5.5 De verschillende elektronische aangiften 1 Hieronder volgt een overzicht van de verschillende aangiften van sociale risico’s. Ik zal in hoofdstuk 6 dieper ingaan op de ASR in de sector uitkeringen. Vermits ik weinig afweet van de ASR in de andere sectoren, zal ik deze niet bespreken.
5.5.1 De aangifte van sociale risico’s: Uitkeringen Beschikbaar vanaf januari 2006 • • • • • • • • •
aangifte van arbeidsongeschiktheid aangifte van moederschapsrust aangifte van volledige werkverwijdering (moederschapsbescherming) aangifte van gedeeltelijke werkverwijdering (moederschapsbescherming) aangifte van vaderschapsverlof (art. 39, 6de lid, wet van 16 maart 1971 op de arbeid) aangifte van vaderschapsverlof (art. 30, § 2 wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten) aangifte van adoptieverlof aangifte van werkhervatting aanvraagformulier ASR
Beschikbaar vanaf april 2006 • maandelijkse aangifte in geval van hervatting van aangepaste arbeid in de loop van een periode van arbeidsongeschiktheid • maandelijkse aangifte in geval van uitoefening van aangepaste arbeid in het kader van moederschapsbescherming • maandelijkse aangifte in geval van voortzetting van een activiteit bij één van de twee werkgevers • attest vergoeding van de borstvoedingspauzes Beschikbaar vanaf oktober 2006 • aangifte van de vakantiedagen van een bediende
5.5.2 De aangifte van sociale risico’s: Beroepsziekten Beschikbaar vanaf januari 2006 • verwijdering van een zwangere werkneemster sector privé 1
Snyders, K. (z.j.). Rijksdienst voor sociale zekerheid. E-government binnen de sociale zekerheid (brochure). Brussel.
- 55 -
5.5.3 De aangifte van sociale risico’s: Arbeidsongevallen Beschikbaar vanaf januari 2003 • aangifte van een arbeidsongeval Beschikbaar vanaf maart 2003 • maandelijks rapport Beschikbaar vanaf oktober 2003 • aangifte van werkhervatting Beschikbaar vanaf januari 2005 • vereenvoudigde aangifte van een arbeidsongeval
5.5.4 De aangifte van sociale risico’s: Werkloosheid Beschikbaar vanaf januari 2003 • aangifte aanvang deeltijdse arbeid met behoud van rechten sector privé • maandelijkse aangifte van deeltijdse arbeid voor de berekening van de inkomensgarantie-uitkering sector privé • maandelijkse aangifte van arbeid als werknemer tewerkgesteld in een beschermde werkplaats • maandelijkse aangifte van arbeid in het kader van een activeringsprogramma Beschikbaar vanaf april 2003 • aangifte voor het vaststellen van het recht op jeugd- of seniorvakantie • maandelijkse aangifte van de uren jeugd- of seniorvakantie Beschikbaar oktober 2003 • aangifte aanvang deeltijdse arbeid met behoud van rechten voor de leerkrachten die volledig worden gefinancierd en uitbetaald door de gemeenten of provincies en van wie de prestaties en lonen volledig worden aangegeven bij de RSZPPO • maandelijkse aangifte van deeltijdse arbeid voor de berekening van de inkomensgarantie-uitkering voor de leerkrachten die volledig worden gefinancierd en uitbetaald door de gemeenten of provincies en van wie de prestaties en lonen volledig worden aangegeven bij de RSZPPO
- 56 -
Beschikbaar vanaf januari 2004 • aangifte vaststellen recht tijdelijke werkloosheid • maandelijkse aangifte van de uren tijdelijke werkloosheid Beschikbaar vanaf juli 2007 • aangifte einde arbeidsovereenkomst of voltijds brugpensioen / Arbeidsbewijs • aangifte halftijds brugpensioen Datum van inproductiestelling is nog niet vastgesteld • aangifte einde arbeidsovereenkomst (onderwijs)
- 57 -
Hoofdstuk 6: Aangifte van een sociaal risico in de sector uitkeringen
Na de opsomming van de verschillende aangiften van sociale risico’s, sta ik uitgebreid stil bij de ASR in de sector uitkeringen. Dit hoofdstuk is gestoffeerd met praktijkvoorbeelden.
6.1 Procedure loontrekkende 6.1.1 Huidige situatie Wanneer zich een sociaal risico voordoet zoals ziekte of ongeval, werkverwijdering wegens zwangerschap, moederschapsrust, werkverwijdering wegens borstvoedingsverlof, borstvoedingspauze of vaderschapsverlof, dan doet de verzekerde zelf aangifte van het sociaal risico. In andere sectoren is het de werkgever die aangifte moet doen van het sociaal risico. 6.1.1.1 Ziekte of ongeval van gemeen recht De verzekerde die arbeidsongeschikt is, moet dit zo snel mogelijk melden aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds met een officieel formulier “getuigschrift van arbeidsongeschiktheid” (cfr. bijlage 1). Dit getuigschrift moet door de verzekerde over de post worden verzonden of afgegeven tegen ontvangstbewijs, uiterlijk de 2e kalenderdag na de aanvang van de arbeidsongeschiktheid. Op deze algemene regel bestaan een aantal uitzonderingen1: • voor arbeiders, gebonden door een arbeidsovereenkomst op de eerste dag van de ongeschiktheid, moet de aangifte gebeuren binnen de 14 kalenderdagen, te rekenen vanaf de aanvang van de arbeidsongeschiktheid. • voor bedienden, gebonden door een arbeidsovereenkomst op de eerste dag van de ongeschiktheid, moet de aangifte gebeuren binnen de 28 kalenderdagen, te rekenen vanaf de aanvang van de arbeidsongeschiktheid. • bij hospitalisatie vangt de termijn van 48 uur pas aan de dag na ontslag uit het ziekenhuis.
1
Peeters, G. (2005). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs in uitkeringen (brochure). Brussel.
- 58 -
Aangifte buiten deze datum is laattijdig. Op de uitkeringen van de laattijdige periode wordt een sanctie toegepast: 10% van de uitkeringen wordt ingehouden. Men krijgt dus slechts uitkeringen aan 90% vanaf de aanvang van de arbeidsongeschiktheid tot en met de datum van aangifte.1 Personen met een arbeidsongeval kunnen nooit laattijdig aangifte doen van hun arbeidsongeschiktheid. Ze moeten echter wel aangifte doen binnen de 2 jaar (verjaringstermijn). Aan de hand van het “getuigschrift van arbeidsongeschiktheid” neemt de adviserend geneesheer zijn beslissing omtrent de erkenning. De adviserend geneesheer oordeelt dat een persoon arbeidsongeschikt is wanneer hij alle werkzaamheden heeft stopgezet en wanneer hij meer dan 66% ongeschikt is om te werken.2 De verzekeringsinstelling dient van elke erkende arbeidsongeschiktheid een kennisgeving te doen aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid via het Nationaal Intermutualistisch College via de hoedanigheidscode 02. Na erkenning stuurt de dienst adviserend geneesheer van het ziekenfonds een document ASR naar de verzekerde: • inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde + erkenning van arbeidsongeschiktheid + een nieuw medisch getuigschrift + kaartje van arbeidshervatting (cfr. bijlage 2) • inlichtingsblad in te vullen door de werkgever (cfr. bijlage 3) • inlichtingsblad in te vullen door de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen (cfr. bijlage 4) • inkomensverklaring formulier 225 (uitgezonderd bij moederschaps –en vaderschapsverlof) (cfr. bijlage 5) • eventueel vakantieattest (cfr. bijlage 6) • eventueel formulier ongeval (cfr. bijlage 7) In het kader van de Dmfa wordt het binnenkort mogelijk om het inlichtingsblad rechtstreeks aan de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen op te vragen. Vanaf heden wordt het inlichtingsblad rechtstreeks aan de werkgever opgevraagd. Dit gebeurt enkel indien het ziekenfonds de identiteit van de werkgever kent. De werkgever of zijn sociaal secretariaat moet zijn keuze van communiceren met de mutualiteit laten registreren in de gegevensbank E-communication. Indien hij kiest om via het papieren circuit te communiceren, dan ontvangt hij een papieren inlichtingsblad. De werkgever dient dit in te vullen en zo snel mogelijk over te maken aan het ziekenfonds. Indien de werkgever of zijn sociaal secretariaat kiest om via elektronische weg te communiceren, dan verstuurt het ziekenfonds via het extranet de aangifte van het sociaal risico naar de betrokken werkgever.3 1
Peeters, G. (2005). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs in uitkeringen (brochure). Brussel. Peeters, G. (2005). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs in uitkeringen (brochure). Brussel. 3 Intern verslag Bond Moyson West-Vlaanderen (z.j.). 2
- 59 -
De werkgever wordt verzocht de loon- en arbeidstijdgegevens mee te delen voor de periode die voorafgaat aan het sociaal risico waarvoor een dergelijke aangifte nog niet beschikbaar is bij de RSZ (mini-Dmfa). In geval van uitzendarbeid, seizoensarbeid, … wordt aan de werkgever gevraagd om eveneens de loon- en arbeidstijdgegevens mee te delen van het kwartaal waarin het sociaal risico een aanvang nam. De werkgever moet ook gegevens meedelen zoals gewaarborgd loon, feestdagen, verbrekingsvergoeding, … Al deze gegevens zijn belangrijk om het recht op uitkeringen te kunnen vaststellen en voor het berekenen van het bedrag ervan. De werkgever stuurt dan de ingevulde aangifte elektronisch op naar de mutualiteit. Via het extranet stuurt de werkgever de aangifte van het sociaal risico naar het Nationaal Intermutualistisch College (NIS), die het overmaakt aan de verzekeringsinstelling waarbij de werknemer is aangesloten. Tot op heden verkiezen slechts 8% van de werkgevers om via elektronische weg te communiceren. Op termijn is het de bedoeling enkel nog de elektronische drager te gebruiken. Noot: Op dinsdag 10 april 2007 werd beslist om de brieven voor bepaalde werkgevers onmiddellijk naar het lid te sturen i.p.v. naar de desbetreffende werkgever, dit tengevolge van problemen die voorgekomen zijn bij het verzenden van de inlichtingsbladen bij de Socialistische en Christelijke Mutualiteit. Deze maatregel moet ervoor zorgen dat de inlichtingsbladen niet meer bij de maatschappelijke hoofdzetel terechtkomen maar wel bij de onderneming waar de werknemer effectief tewerkgesteld wordt. Het ziekenfonds dient van elk erkend sociaal risico een kennisgeving te doen aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid via de hoedanigheidscode 02.1 Na de integratie van deze code kan de mutualiteit de gegevens van de Dmfa bevragen aan de KSZ. Het ziekenfonds heeft deze gegevens nodig om na te gaan of de verzekerbaarheid in regel is, om het gederfd loon en de hoedanigheid van regelmatig werknemer te berekenen en om de anticumulregels toe te passen. Als de KSZ de loon- en arbeidstijdgegevens niet overmaakt, deze onvolledig of van slechte kwaliteit zijn, dan is er een automatische rappelprocedure voorzien. Naast de opvraging van de loon- en arbeidstijdgegevens kunnen ook de gegevens over periodes van niet-tewerkstelling met genot van sociale zekerheidsuitkeringen opgevraagd worden via de KSZ via de gegevensstromen. De dagen arbeidsongeschiktheid, waarvan het ziekenfonds de authentieke bron is, worden niet opgevraagd via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid vermits het ziekenfonds deze gegevens reeds in hun bezit heeft. Indien de dienst uitkeringen van het ziekenfonds beschikt over de volgende documenten dan kan het dossier van de verzekerde behandeld worden: • inlichtingsblad van de gerechtigde + inlichtingsblad van de werkloosheidsdienst of inlichtingsblad van de gerechtigde + inlichtingsblad van de werkgever • verzekerbaarheidsgegevens 1
Intern verslag Bond Moyson West-Vlaanderen (z.j.).
- 60 -
Gedurende het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid, het primaire tijdvak genoemd, heeft de verzekerde recht op een bepaald percentage van het verloren brutoloon. Dat percentage is afhankelijk van de gezinssamenstelling en het inkomen van bepaalde gezinsleden.1 • alleenstaanden en gerechtigden met gezinslast ontvangen gedurende het tijdvak van de primaire ongeschiktheid 60% van het verloren brutoloon. • samenwonende gerechtigden zonder gezinslast ontvangen de eerste dertig dagen 60% van hun verloren loon. Daarna ontvangen zij 55% van datzelfde verloren loon. • werklozen ontvangen tijdens de eerste zes maanden van de ongeschiktheid dezelfde uitkering als in de werkloosheid. • sinds 1 januari 2003 worden vanaf de zevende maand arbeidsongeschiktheid, minimumuitkeringen gewaarborgd. Voor de mensen die vanaf 1 januari 2004 ziek worden, wordt de eerste twaalf maanden van de arbeidsongeschiktheid een bedrijfsvoorheffing van 11,11% afgehouden op hun uitkeringen die ze ontvangen.2 Voor de werklozen die in het kader van de werkloosheidsreglementering geen bedrijfsvoorheffing betalen, wordt tijdens de eerste zes maanden van de arbeidsongeschiktheid geen bedrijfsvoorheffing afgehouden. Voor de werklozen die in het kader van de werkloosheidsreglementering bedrijfsvoorheffing betalen, wordt tijdens de eerste zes maanden van de arbeidsongeschiktheid een even hoge heffing afgehouden als bij de werkloosheid, namelijk 10,09%. Vanaf de zevende maand wordt bij alle werklozen de normaal voorziene heffing van 11,11% afgehouden. Bij grensarbeiders die in Frankrijk wonen, wordt geen bedrijfsvoorheffing afgehouden omdat zij onderhevig zijn aan de belastingen van hun land. Na het eerste jaar arbeidsongeschiktheid gaat men over naar het stelsel van invaliditeit. Om het bedrag van de invaliditeitsuitkeringen te bepalen, wordt rekening gehouden met de gezinssituatie van de rechthebbenden3: • 65% van het begrensde loon voor een invalide met gezinslast • 50% van het begrensde loon voor een alleenstaande invalide • 40% van het begrensde loon voor een invalide zonder gezinslast Voorbeeld van een primaire arbeidsongeschiktheid: de werkgever kiest om via papieren weg te communiceren De transactie UCCT geeft een overzicht van alle periodes van arbeidsongeschiktheid van een aangeslotene. Hierdoor vormt deze transactie het beginpunt van alle opzoekingen in een uitkeringsdossier. 1
Peeters, G. (2005). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs in uitkeringen (brochure). Brussel. Peeters, G. (2005). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs in uitkeringen (brochure). Brussel. 3 Artikel 93 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 27 augustus 1994. 2
- 61 -
UCCT / UVY0300 RAADPLEGING VAN GETUIGSCHRIFTEN NR AANSLUITING : 309 / VPV / . 2007/12053 . B 02/04893 . 2002/07135
NATIONAALNR :
ZIEKTE VAN 31.01.2007 ZIEKTE BEVALLING VAN 26.12.2002 ZIEKTE VAN 11.04.2002 ZIEKTE
TOT 06.03.2007 1 AANV TOT 24.03.2003 1 TOT 29.05.2002 1 AANV
De transactie UALG geeft gedetailleerde informatie weer over een uitkeringsdossier. UALG / U450300 RAADPLEGING ADMINISTRATIEVE ALGEMEENHEDEN NR. AANSLUITING : 309 / VPV / NATIONAAL NR : NR.GAO : 309 - 2007 SELECT.DAT. : 31012007 INVALIDE NR. :
GEIND.DAGB. NF:AR: 054,04 55 % BEGIN GAO : 31.01.2007 ONTVANGSTD.: 05.02.2007 KODE ZIEKTE : 0 ONGESCHIKT. ERKENDE DATUM : 31.01.2007 BESLISSING: 1 EINDE ZIEKTE: 06.03.2007 MOTIEF:
LAATSTE DAGB.: BWG: 96,3233 RA:N // IB WG + IB WKL (BLANCO) + F225 + IB LID IN 22/02/2007
Persoon X is loontrekkende. Op 31 januari 2007 werd de werkneemster arbeidsongeschikt. Dit betekent dat zij alle werkzaamheden heeft moeten onderbreken ingevolge het intreden van een functionele stoornis (ziekte). Op 5 februari 2007 heeft zij aangifte gedaan van de ziekte met het officieel formulier “getuigschrift van arbeidsongeschiktheid”. Aan de hand van het “getuigschrift van arbeidsongeschiktheid” heeft de adviserend geneesheer beslist om de ziekte te erkennen. Na erkenning heeft de dienst adviserend geneesheer van het ziekenfonds een document ASR aan persoon X toegestuurd: • het inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde • het inlichtingsblad in te vullen door de werkgever • het inlichtingsblad in te vullen door de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen • formulier 225
- 62 -
Op 22 februari 2007 heeft de dienst uitkeringen van persoon X de volgende formulieren teruggekregen: • het inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde (ingevuld) • het inlichtingsblad in te vullen door de werkgever (ingevuld) • het inlichtingsblad in te vullen door de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen (blanco) • formulier 225 (ingevuld) Aangezien de dienst uitkeringen over voldoende elementen beschikt, kan men aan dit dossier beginnen. Om recht te hebben op primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen moeten een aantal voorwaarden worden voldaan. 1) Nagaan of de betrokkene bij meerdere werkgevers is tewerkgesteld. Dit gebeurt via het hostscherm UROU. Indien de gerechtigde bij meerdere werkgevers werkt, dan moet de dienst uitkeringen beschikken over meerdere inlichtingsbladen om zo het dagloon te kunnen berekenen. UROU / URZ0300 RAADPLEGEN ROUTING VAN DE AANVRAAG ASR NR AANSLUITING : 309 / VPV / NATIONAALNR : -----------------------------------------------------------------------------ZIMA001 001 DATUM ROUTING 08.02.2007 RISICODATUM 31.01.2007 BESTEMMELING 1 PAPIER DIM.OUT WERKGEVER XXXXXX RSZ NR XXXXXX ONDERN.NR XXXXXX XXXXXX XXXXXX
Persoon X werkt bij 1 werkgever. 2) Kijken of dat de aanvangsdatum van het risico dat de werkgever opgeeft, overeenkomt met de aanvangsdatum die de gerechtigde heeft opgegeven. De aanvangsdatum van het risico dat de werkgever opgeeft (via het inlichtingsblad van de werkgever) moet overeenstemmen met de aanvangsdatum die de gerechtigde heeft opgegeven (deze datum is reeds in de computer opgenomen, te raadplegen via het hostscherm UCCT). Bij dit dossier komen de datums overeen, namelijk 31/01/2007. 3) Kijken naar de laatst gewerkte dag (via het inlichtingsblad van de werkgever) of gecontroleerde dag werkloosheid (inlichtingsblad in te vullen door de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen), want er mogen geen 30
- 63 -
dagen onderbreking zijn tussen de laatst arbeidsdag of gecontroleerde werkloosheidsdag en de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid.1 Bij dit dossier is er geen enkel probleem. 4) Behoud van recht. Kijken of de persoon in orde is met de verzekerbaarheid. Om recht te hebben op uitkeringen moet de verzekerde in het 2e en 3e kwartaal voorafgaand aan dat waarin de arbeidsongeschiktheid aanvangt, ten minste 120 (6-dagenstelsel) of 100 (5dagenstelsel) arbeidsdagen of gelijkgestelde dagen bewijzen. Indien hij dit niet kan bewijzen kan er nagegaan worden of er geen nieuwe wachttijd kan geplaatst worden. Men mag dan kijken naar het 1e en 2e kwartaal voorafgaand aan dat waarin de arbeidsongeschiktheid aanvangt. Arbeiders met tussenpozen (uitzendkrachten), seizoenarbeiders en deeltijdse werknemers moeten 400 uren bewijzen.2 De kwartaalgegevens worden opgevraagd bij de RSZ via de transactie U820. Op U820 staan alle prestaties van de verzekerde van het betrokken kwartaal vermeld. Indien de kwartaalgegevens niet vermeld staan op U820 mag men de gegevens overnemen die vermeld staan op het inlichtingsblad in te vullen door de werkgever en/of het inlichtingsblad in te vullen door de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen. De trimestriële gegevens op U820 primeren op het inlichtingsblad van de werkgever en/of het inlichtingsblad van de uitbetalingsinstelling van de werkloosheid. U820 / UU20301 RAADPLEGING VAN DE ATTESTEN A820 LAATSTE VERSIE PER TEWERKSTELLING NR AANSLUITING : 309 / VPV /
NATIONAAL NR :
JAAR/KW: 20062 NR ATT: 000000763812939-19.07.2006-002 VERSIE: 00763812939 AARD ATT: 0 RSZ NR: 165001946 CUR: 0 ONDERN NR: 0453500734 CONV 5D: 0 WGVRCAT: 048 WNKENG: 015 BEGIN KWART: 01/04/2006 EIND KWART: 30/06/2006 TEW NR: 33000JH104732 01 BEG TEW: 01/11/2005 EIND TEW: 31/12/9999 GR: 0 NR PAR COM: 118 ARB REG: 5,00 Q: 37,00 S: 37,00 TYP CONTR: 0 REORG: BEVORD: ST WN: PENS: 0 TYPLL: BEZOLD: B1012: CODE DAGEN UREN PRESTATIES: 001 54,00 0,00 CODE FREQ BET PR BEDRAG VERGOEDINGEN : 001 00 6.528,89
1
Artikel 131 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 27 augustus 1994. 2 Artikel 207 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 27 augustus 1994.
- 64 -
U820 / UU20301 RAADPLEGING VAN DE ATTESTEN A820 LAATSTE VERSIE PER TEWERKSTELLING NR AANSLUITING : 309 / VPV /
NATIONAAL NR :
JAAR/KW: 20063 NR ATT: 000000703323412-19.10.2006-002 VERSIE: 00703323412 AARD ATT: 0 RSZ NR: 165001946 CUR: 0 ONDERN NR: 0453500734 CONV 5D: 0 WGVRCAT: 048 WNKENG: 015 BEGIN KWART: 01/07/2006 EIND KWART: 30/09/2006 TEW NR: 3300012104732 01 BEG TEW: 01/11/2005 EIND TEW: 31/12/9999 GR: 0 NR PAR COM: 118 ARB REG: 5,00 Q: 37,00 S: 37,00 TYP CONTR: 0 REORG: BEVORD: ST WN: PENS: 0 TYPLL: BEZOLD: B1012: CODE DAGEN UREN PRESTATIES : 001 37,00 0,00 005 5,00 0,00
CODE DAGEN UREN 002 5,00 0,00
CODE FREQ BET PR BEDRAG VERGOEDINGEN : 001 00 4.556,43
CODE FREQ BET PR BEDRAG 002 00 1.680,07
Persoon X werkt in het 5-dagenstelsel en moet 100 gewerkte of gelijkgestelde dagen kunnen bewijzen. In het 2e kwartaal van 2006 heeft persoon X 54 dagen (code 1) gepresteerd. In het 3e kwartaal van 2006 heeft persoon X 37 dagen gepresteerd. Ook heeft hij 5 vakantiedagen (code 2) en 5 dagen educatief verlof (code 5) opgenomen. In totaal kan persoon X 101 dagen bewijzen. Dit betekent dat persoon X in orde is met de verzekerbaarheid en dus recht zal hebben op uitkeringen. 5) Via het hostscherm ADCS nagaan of de arbeidsongeschiktheid te wijten is aan een ongeval. Is dit het geval dan moet de betrokkene een ongevalsaangifte invullen. Deze wordt dan overgemaakt aan de juridische dienst van het ziekenfonds. Indien het gaat om een erkend arbeidsongeval, dan betaalt de verzekering uit en niet de mutualiteit. De arbeidsongeschiktheid van persoon X is niet te wijten aan een ongeval. 6) Via de transactie AOCO nagaan of persoon X een zelfstandig bijberoep uitoefent. Via het hostscherm AOCO kan men de jaarbonnen bekijken. Op de jaarbonnen kunnen de volgende gegevens worden vermeld: datum van ziekte, datum van indiensttreding, datum van werkloosheid, … Wanneer de dossierbeheerder merkt dat het gaat om een loontrekkende met een zelfstandig bijberoep, dan moet er een mini-vragenlijst worden overgemaakt aan de gerechtigde en dient het dossier in afwachting gehouden te worden. Pas bij ontvangst van de ingevulde mini-vragenlijst en op voorwaarde dat de sociaal verzekerde alle activiteiten (loontrekkende en zelfstandig bijberoep) heeft stopgezet, kan het administratief dossier uitgerekend en betaald worden. De mini-vragenlijst moet steeds worden overgemaakt aan de adviserend geneesheer die een beslissing neemt in toepassing van art.100 § 1 of art.101 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994.
- 65 -
AOCO / AZH0300 Controle van de verzekerbaarheidsdocumenten VPV en VRV voor het jaar 2006 insz :
309 / VPV /
geboorted :
gesl. code:
GEOPEND CONTRACT / TIT. 1. 001/001 . SOCIALE SITUATIE 2. 001/004 . ONDERWERPING
01041992 01041992 -
01 A.R. 1 ACTIEF 01 A.R. HOOFDB.
3. 000/000 4. 000/000 5. 001/001 . VPV/VRV RECHT 6. 001/001 . INSCHRIJVING
documenten 1 (ACTIEF)
01012007 - 31122007 110/110 (0)RECHT 01041992 -
schermen gegevens type
. paginering .
Persoon X oefent geen zelfstandig bijberoep uit. 7) Kijken naar het formulier 225 om de gezinslast te bepalen. Aan de hand van het formulier 225 wordt de gezinslast bepaald en eveneens het percentage van de uitkering vanaf de 31ste dag van de arbeidsongeschiktheid. Informatie over de samenstelling van het gezin volgens model A A: alleenstaande 1: samenwonende art. 225 § 1/1 → gehuwd 2: samenwonende art. 225 § 1/2 → feitelijk gezin 3: samenwonende art. 225 § 1/3 → kinderen 4: samenwonende art. 225 § 1/4 → bloed –en aanverwanten tot de 3e graad 5: samenwonende art. 225 § 1/5 → alimentatiegeld 9: andere samenwonende art. 225 Informatie over het model B: inkomen van echtgeno(o)t(e) of samenwonende(n) A: geen enkel inkomen B: inkomen groter dan het toegelaten grensbedrag €1258,91 C: inkomen niet groter dan het toegelaten grensbedrag €743,75 D: inkomen tussen €743,75 en €1258,91 Persoon X is gehuwd. Haar man heeft geen inkomen en staat ten laste van haar → 1A. Dit betekent dat zij in de ziekte- en invaliditeitsverzekering beschouwd wordt als gerechtigde met gezinslast. Gedurende het tijdvak van de primaire ongeschiktheid zal zij uitkeringen ontvangen aan 60% van haar verloren brutoloon.
- 66 -
8) De categorie bepalen waartoe de gerechtigde behoort. Categorie 30: arbeider Categorie 34: werkloze arbeider Categorie 20: bediende Categorie 24: werkloze bediende Categorie 35: arbeider + inkomensgarantie Categorie 25: bediende + inkomensgarantie Bij dit dossier behoort persoon X tot categorie 30. 9) Kijken of er reglementen van toepassing zijn. 01: carentiedag 02: wachttijd 03: niet betaalde dag (andere reden) 12: vrijstelling B.V.H. 13: vrijstelling B.V.H. V/A 81: sanctie laattijdige aangifte 91: gewaarborgd loon 92: verbrekingsvergoeding 94: aanvaard arbeidsongeval 96: feestdagen 98: bouwvakker Andere Via het hostscherm UALG wordt er nagaan wanneer de gerechtigde het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid heeft opgestuurd naar de adviserend geneesheer of heeft afgegeven tegen ontvangstbewijs aan de adviserend geneesheer. Op UALG is te zien dat persoon X op 5 februari 2007aangifte heeft gedaan van de ziekte. Persoon X is arbeidster. Voor arbeiders, gebonden door een arbeidsovereenkomst op de eerste dag van de ongeschiktheid, moet de aangifte van de arbeidsongeschiktheid gebeuren binnen de 14 kalenderdagen, te rekenen vanaf de aanvang van de arbeidsongeschiktheid. Ze heeft op tijd aangifte gedaan van haar arbeidsongeschiktheid dus zal er geen sanctie volgen (10% van de uitkeringen worden ingehouden). UALG / U450300 RAADPLEGING ADMINISTRATIEVE ALGEMEENHEDEN 16.03.2007 08:11:32 NR. AANSLUITING : 309 / VPV / NATIONAAL NR : NR.GAO : 309 - 2007 SELECT.DAT. : 31012007 INVALIDE NR. :
GEIND.DAGB. NF:AR: 054,04 55 % BEGIN GAO : 31.01.2007 ONTVANGSTD.: 05.02.2007 KODE ZIEKTE : 0 ONGESCHIKT. ERKENDE DATUM : 31.01.2007 BESLISSING: 1 EINDE ZIEKTE: 06.03.2007 MOTIEF:
LAATSTE DAGB.: BWG: 96,3233 RA:N // IB WG + IB WKL (BLANCO) + F225 + IB LID IN 22/02/2007
- 67 -
Op het inlichtingsblad van de werkgever staat vermeld dat deze 14 dagen gewaarborgd loon uitbetaalt aan zijn arbeidster. Persoon X behoudt, ondanks haar arbeidsongeschiktheid, haar loon gedurende 14 kalenderdagen ten laste van de werkgever. De dossierbeheerder van de mutualiteit brengt dit gegeven in in het systeem via de transactie URGL onder de code 91 (gewaarborgd loon). Tijdens de periode gewaarborgd loon betaalt het ziekenfonds geen uitkeringen uit. Dit betekent dat de gerechtigde vanaf 14 februari 2007 zal genieten van uitkeringen ten laste van het ziekenfonds. URGL / U1K0300 BEHEER VAN DE REGLEMENTEN UITKERINGEN NUMMER AANSLUITING : 309 / VPV /
UW KEUZE ? : N NIEUW / MODIF / CORR / SLUIT / WISSEN REGLEMENT CODE : 91 BEGIN DATUM : 31012007 EINDE DATUM : 13022007 TOEPASSINGSKODE : Y
10) Op het inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde staat een rekeningnummer vermeld. Via het hostscherm DFIG kan men controleren of het rekeningnummer al geregistreerd staat bij de dienst uitkeringen. Zoniet, moet men het rekeningnummer invoeren, want het is op dat nummer dat de uitkeringen normaal worden gestort. Er moet steeds op toegezien worden dat de gerechtigde het inlichtingsblad 2x ondertekent anders mag er niet uitbetaald worden. 11) Via de transactie USDR wordt er nagegaan of de gerechtigde schulden heeft. USDR / UAW0300 RAADPLEGING VAN SCHULDEN EN DERDEN NR. AANSLUITING VOOR IDENTIFIKATIE : 309 / VPV / GEBOORTEDATUM : GESLACHT : NAAM EN VOORNAAM : PERSONEN TEN LASTE : 01
IDENTIFIKATIENUMMER VAN DE DERDE : IDENTIFIKATIENUMMER VAN DE SCHULD : BEGINDATUM VAN DE SCHULD
:
NVSM1853A SCHULD ONBESTAAND VOOR DIT LID
- 68 -
Is dit het geval, dan wordt er overgegaan tot loonbeslag of loonoverdracht. Het totale bedrag van de schuld en de nog resterende schuld staat op dit scherm vermeld. Ook wordt er aangegeven of er een bepaald bedrag of percentage moet worden afgehouden van de uitkeringen. Persoon X heeft geen schulden. 12) Via de transactie UCRN wordt er nagegaan of de verzekerde renten ontvangt. Is dit het geval dan beslist de adviserend geneesheer of de dossierbeheerder moet rekening houden met de ontvangen rente. UCRN / U1S0300 RAADPLEGING VAN DE RENTEN NUMMER AANSLUITING : 309 / VPV / NAAM EN VOORNAAM : NR BEGIN
EINDE
T %
BRUT.BED P REF.V/H DOSSIER
NVSM1474A RENTE ONBESTAAND
Persoon X ontvangt geen renten. 13) Het basisloon berekenen. Persoon X is arbeidster dus wordt het basisloon bekomen door het uurloon te vermenigvuldigen met het aantal arbeidsuren per week en te delen door 6. Deze gegevens zijn terug te vinden op het inlichtingsblad van de werkgever. Uurloon: €15,62 Gemiddeld aantal uren per week van de betrokken werknemer (Q): 37 Basisloon: €15,62 x 37 : 6 = €96,3233 14) Wanneer alle gegevens en documenten die nodig zijn om een dossier te behandelen correct en volledig zijn, mag men het dagloon ingeven via het hostscherm UCAT. Altijd het gederfde loon ingeven.
- 69 -
UCAT / U5R0300 INVOERING BEDRAGEN EN CATEGORIEEN NR. AANSLUITING VOOR IDENTIFIKATIE : 309 / VPV / GEBOORTEDATUM : GESLACHT : NAAM EN VOORNAAM : BEGINDATUM ZIEKTE : 31012007 ONTVANGSTD: 05022007 NR G.A.O. : 2007 EINDDATUM ZIEKTE : 06032007 MOTIEF : TYPE Z. : ONGESCHIKTHEID DATUM INVALIDITEIT : 31012008 BEROEPSKODE : 3 LOONTREKKENDE DATUM IN GEBRUIKNAME : 31012007 AUTOMATISCH ?: Y ALGEMENE REGELING : CATEGORIE : 30 ----------------BASISLOON WERKGEVER : 0096 3233 BASISLOON WERKLOZE : 0000 0000 BAREMAAL WERKL. BEDRAG : 0000 0000 BEDRIJFSVOORHEFFING WERKLOZE : Y AANVULLING OUDERE WERKL: 0000 00 VERMINDERINGSCOEFFIC. : 0 0000 REGELMATIGE ARBEIDER : N AFNEMEND DAGBEDRAG : N OVERGANGSMAATREGELEN HVD : N REGELING ZELFSTANDIGEN : CATEGORIE : ---------------------STOPZETT.BEDRIJFBEZIGH.: BRIEF :
Bij dit dossier moet €96,3233 worden ingegeven. Op dit bedrag zullen de uitkeringen worden berekend. De mutualiteit betaalt uit in een 6-dagenweek. Persoon X zal gedurende het tijdvak van de primaire ongeschiktheid 60% van het verloren brutoloon ontvangen. Bij dit dossier zal persoon X van 31 januari t.e.m. 13 februari 2007 gewaarborgd loon ontvangen ten laste van zijn werkgever. Via de transactie UBET kan men de betalingen consulteren. UBET / U3K0300 RAADPLEGING VAN DE BETALINGEN BETALINGEN VANAF 14.02.2007 TOT 06.03.2007 JAAR/MN 200702 200702 200702 200702 200702 200702 200703 200703 200703
LOT 16078 16078 16078 16078 16078 16078 00012 00012 00012
AANW. 371077 770057 270056 371072 770057 270056 371072 770057 270056
DAG. 2 22 11 11 115 5 5-
BEDRAG 115,58 12,8412,84 635,69 70,62 70,62288,95 32,10 32,10-
PERIODE 14.02=>15.02.2007 14.02=>15.02.2007 14.02=>15.02.2007 16.02=>28.02.2007 16.02=>28.02.2007 16.02=>28.02.2007 01.03=>06.03.2007 01.03=>06.03.2007 01.03=>06.03.2007
WRDE 57,79 6,42 6,42 57,79 6,42 6,42 57,79 6,42 6,42
- 70 -
Voorbeeld van een primaire arbeidsongeschiktheid: de werkgever kiest om via elektronische weg te communiceren Op 19 februari 2007 werd persoon X arbeidsongeschikt. Op 22 februari 2007 heeft hij aangifte gedaan van het ongeval met het officieel formulier “getuigschrift van arbeidsongeschiktheid”. Aan de hand van het “getuigschrift van arbeidsongeschiktheid” heeft de adviserend geneesheer beslist om het ongeval te erkennen. Na erkenning heeft de dienst adviserend geneesheer van het ziekenfonds een document ASR aan persoon X toegestuurd: • inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde + erkenning van arbeidsongeschiktheid + een nieuw medisch getuigschrift + kaartje van arbeidshervatting • enquêteformulier alleenstaande • formulier ongevalsaangifte In het kader van de Dmfa wordt vanaf heden het inlichtingsblad rechtstreeks aan de werkgever opgevraagd. Dit gebeurt enkel indien het ziekenfonds de identiteit van de werkgever kent. Vermits de identiteit van de werkgever gekend is, werd het inlichtingsblad rechtstreeks naar de werkgever gestuurd. Aangezien de werkgever kiest om via elektronische weg te communiceren met de mutualiteit, werd het document “aangifte van een sociaal risico” verstuurd via het extranet. De werkgever werd verzocht de loon- en arbeidstijdgegevens mee te delen voor de periode die voorafgaat aan het sociaal risico waarvoor een dergelijke aangifte nog niet beschikbaar is bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (mini-Dmfa). De werkgever moet ook gegevens meedelen zoals gewaarborgd loon, feestdagen, … Al deze gegevens zijn belangrijk om het recht op uitkeringen te kunnen vaststellen en voor het berekenen van het bedrag ervan. De dienst uitkeringen heeft van persoon X de volgende formulieren teruggekregen: • het inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde • enquêteformulier alleenstaande • formulier ongevalsaangifte Het formulier ongevalsaangifte werd onmiddellijk na ontvangst overhandigd aan de juridische dienst van het ziekenfonds. De werkgever heeft de aangifte elektronisch opgestuurd naar de mutualiteit. Via het extranet stuurde de werkgever de aangifte van het sociaal risico naar het Nationaal Intermutualistisch College (NIS), die het overmaakte aan de verzekeringsinstelling waarbij de werknemer is aangesloten. Via het hostscherm UZIM kan de mutualiteit het inlichtingsblad van de werkgever raadplegen.
- 71 -
UZIM / USS0300 RAADPLEGEN VAN DE FORMULIEREN VAN DE WERKGEVERS NR AANSLUITING
: 309 / VPV /
NATIONAAL NR: DAT RISICO MUT 19.02.2007 -----------------------------------------------------------------------------SCENARIO x ZIMA001 INLICHTINGSBLAD
UZIM / US10300 RAADPLEGEN GEGEVENS SCENARIO 1 NR AANSLUITING
: 309 / VPV /
NATIONAAL NR: DAT RISICO MUT 19.02.2007 -----------------------------------------------------------------------------. IDENT.WERKGEVER
WERKGEVER 1
. MINI-DMFA
NR RSZ
. BEREKENINGSBASIS
XXXXXX
. TECHN.GEG.
NR ONDERNEMER XXXXXX
ONTVANGST RISICO STATUS . ZIMA001/001 MINI + BEREKENINGSBASIS 12.03.2007 19.02.2007 0 ORIGINEEL
UZIM / US40300 RAADPLEGEN GEGEVENS SCENARIO 1 IDENTIFICATIE WERKGEVER NR AANSLUITING
: 309 / VPV /
NATIONAAL NR: DAT RISICO MUT 19.02.2007 -----------------------------------------------------------------------------WERKGEVER 1/1 SUBRISICO 001 RISICODAT: WERKG 19.02.2007 MUT 19.02.2007 DAT WHV RSZ NR XXXXXX ONDERN NR XXXXXX CUR 0 DIMONA IN 01.11.2005 UIT XXXXXX XXXXXX XXXXXX CONTACTPERSOON HOEDANIGHEID 12 DIENSTVERLENER SOCIAAL KANTOOR TEL GSM FAX EMAIL
- 72 -
UZIM / USG0300 RAADPLEGEN GEGEVENS SCENARIO 1 BEREKENINGSBASIS NR AANSLUITING
: 309 / VPV /
NATIONAAL NR: DAT RISICO MUT 19.02.2007 -----------------------------------------------------------------------------WERKGEVER 1/1 SUBRISICO 001 RISICODAT: WERKG 19.02.2007 MUT 19.02.2007 DAT WHV RSZ NR XXXXXX ONDERN NR XXXXXX CUR 0 DIMONA IN 01.11.2005 UIT LAATSTE WERKDAG 16.02.2007 TEW 1/ 1 WGVRCAT 057 WNKENG 015 KWART: BEGIN 01.10.2006 EIND 31.12.2006 TEW NR 310000S109003-01 BEG TEW 01.01.2003 EIND TEW GR 0 NR PAR COM 119 ARB REG 5,00 Q 38,00 S 38,00 TYP CONTR 1 REORG BEVORD ST WN PENS 0 TYPLL 0 BEZOLD 0 B1012 00
SPEC DEELTIJDS: OVERUREN:
EENH. U EENH. EENH. 0
CYCL. 0000 CYCL. 0000 BRUT SAL:
BRUT SAL: 0,00 9,9800/U BRUT SAL: 0,00 0,0000/U 0,00 PART: DG/WK 0,00 GEM U/WK 0,00
UZIM / USK0300 RAADPLEGEN GEGEVENS SCENARIO 1 BEREKENINGSBASIS NR AANSLUITING
: 309 / VPV /
NATIONAAL NR: DAT RISICO MUT 19.02.2007 -----------------------------------------------------------------------------WERKGEVER 1/1 SUBRISICO 001 RISICODAT: WERKG 19.02.2007 MUT 19.02.2007 DAT WHV RSZ NR XXXXXX ONDERN NR XXXXXX CUR 0 DIMONA IN 16.06.1999 UIT LAATSTE WERKDAG 16.02.2007 REFERENTIEPERIODE VAN 19.02.2007 TOT 04.03.2007 DAG 19.02 20.02 21.02 22.02 23.02 24.02 25.02 26.02
AARD GL EERSTE WEEK GL EERSTE WEEK GL EERSTE WEEK GL EERSTE WEEK GL EERSTE WEEK GL EERSTE WEEK GL EERSTE WEEK GL TWEEDE WEEK
UREN 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
DAG 27.02 28.02 01.03 02.03 03.03 04.03
AARD GL TWEEDE WEEK GL TWEEDE WEEK GL TWEEDE WEEK GL TWEEDE WEEK GL TWEEDE WEEK GL TWEEDE WEEK
UREN 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Aangezien de dienst uitkeringen over voldoende elementen beschikt, kan men aan dit dossier beginnen. 1) Nagaan of de betrokkene bij meerdere werkgevers is tewerkgesteld. Dit gebeurt via het hostscherm UROU. Indien de gerechtigde bij meerdere werkgevers werkt, dan moet de dienst uitkeringen beschikken over meerdere inlichtingsbladen om zo het dagloon te kunnen berekenen.
- 73 -
UROU / URZ0300 RAADPLEGEN ROUTING VAN DE AANVRAAG ASR NR AANSLUITING : 309 / VPV / NATIONAALNR : -----------------------------------------------------------------------------ZIMA001 001 DATUM ROUTING 28.02.2007 RISICODATUM 19.02.2007 BESTEMMELING 1 ELEKTR DIM.OUT WERKGEVER XXXXXX RSZ NR XXXXXX ONDERN.NR XXXXXX XXXXXX XXXXXX
Persoon X werkt bij 1 werkgever. Deze heeft het inlichtingsblad via elektronische weg opgestuurd naar de mutualiteit. 2) Kijken of dat de aanvangsdatum van het risico dat de werkgever opgeeft (via het inlichtingsblad van de werkgever → hostscherm UZIM) overeenkomt met de aanvangsdatum die de gerechtigde heeft opgegeven (dit gegeven is reeds in de computer opgenomen → hostscherm UCCT). UCCT geeft een overzicht van alle periodes van arbeidsongeschiktheid van een aangeslotene. Hierdoor vormt deze transactie het beginpunt van alle opzoekingen in een uitkeringsdossier. Bij dit dossier komen de datums overeen, namelijk 19/02/2007. UCCT / UVY0300 RAADPLEGING VAN GETUIGSCHRIFTEN NR AANSLUITING : 309 / VPV / . 2007/12853 . 2006/19471 . 2002/07155
NATIONAALNR :
ZIEKTE VAN 19.02.2007 ONGEVAL ZIEKTE VAN 29.03.2006 ONGEVAL ZIEKTE VAN 11.04.2002 ZIEKTE
TOT 20.03.2007 1 AANV TOT 13.05.2006 1 AANV TOT 29.05.2002 1 AANV
- 74 -
US40300 RAADPLEGEN GEGEVENS SCENARIO 1 IDENTIFICATIE WERKGEVER NR AANSLUITING
: 309 / VPV /
NATIONAAL NR: DAT RISICO MUT 19.02.2007 -----------------------------------------------------------------------------WERKGEVER 1/1 SUBRISICO 001 RISICODAT: WERKG 19.02.2007 MUT 19.02.2007 DAT WHV RSZ NR XXXXXX ONDERN NR XXXXXX CUR 0 DIMONA IN 16.06.1999 UIT XXXXXX XXXXXX XXXXXX CONTACTPERSOON HOEDANIGHEID 12 DIENSTVERLENER SOCIAAL KANTOOR TEL GSM FAX EMAIL
: begindatum risico mutualiteit : begindatum risico werkgever 3) Kijken naar de laatst gewerkte dag (via het inlichtingsblad van de werkgever → UZIM) of gecontroleerde dag werkloosheid (inlichtingsblad in te vullen door de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen), want er mogen geen 30 dagen onderbreking zijn tussen de laatst arbeidsdag of gecontroleerde werkloosheidsdag en de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid.1 Bij dit dossier is er geen enkel probleem. De werkgever heeft op de aangifte duidelijk vermeld dat de laatste arbeidsdag op vrijdag 16/02/2007 was en dat de aanvangsdatum van het risico op maandag 19/02/2007 was. 4) Behoud van recht. Kijken of de persoon in orde is met de verzekerbaarheid. Om recht te hebben op uitkeringen moet de verzekerde in het 2e en 3e kwartaal voorafgaand aan dat waarin de arbeidsongeschiktheid aanvangt, ten minste 120 (6-dagenstelsel) of 100 (5dagenstelsel) arbeidsdagen of gelijkgestelde dagen bewijzen. Indien hij dit niet kan bewijzen kan er nagegaan worden of er geen nieuwe wachttijd kan geplaatst worden. Men mag dan kijken naar het 1e en 2e kwartaal voorafgaand aan dat waarin de arbeidsongeschiktheid aanvangt. De kwartaalgegevens worden opgevraagd bij de RSZ via het hostscherm U820. Op U820 staan alle prestaties van de verzekerde van het betrokken kwartaal vermeld. Indien de kwartaalgegevens niet vermeld staan op U820 mag men de gegevens 1
Artikel 131 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 27 augustus 1994.
- 75 -
overnemen die vermeld staan op het inlichtingsblad in te vullen door de werkgever en/of het inlichtingsblad in te vullen door de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen. Persoon X werkt in het 5-dagenstelsel en moet 100 gewerkte of gelijkgestelde dagen kunnen bewijzen. In het 2e kwartaal van 2006 heeft persoon X 51 dagen gepresteerd. Ook heeft hij 10 vakantiedagen opgenomen. In het 3e kwartaal van 2006 heeft persoon X 55 dagen gepresteerd. In totaal kan persoon X 111 dagen bewijzen. Dit betekent dat persoon X in orde is met de verzekerbaarheid en dus recht zal hebben op uitkeringen. U820 / UU20301 RAADPLEGING VAN DE ATTESTEN A820 LAATSTE VERSIE PER TEWERKSTELLING NR AANSLUITING : 309 / VPV /
NATIONAAL NR :
JAAR/KW: 20062 NR ATT: 000000763812939-19.07.2006-002 VERSIE: 00763812939 AARD ATT: 0 RSZ NR: XXXXXX CUR: 0 ONDERN NR: XXXXXX CONV 5D: 0 WGVRCAT: 057 WNKENG: 015 BEGIN KWART: 01/04/2006 EIND KWART: 30/06/2006 TEW NR: 33000JH104732 01 BEG TEW: 01/11/2005 EIND TEW: 31/12/9999 GR: 0 NR PAR COM: 118 ARB REG: 5,00 Q: 38,00 S: 38,00 TYP CONTR: 0 REORG: BEVORD: ST WN: PENS: 0 TYPLL: BEZOLD: B1012: CODE DAGEN UREN PRESTATIES: 001 51,00 0,00 002 10,00 0,00 CODE FREQ BET PR BEDRAG VERGOEDINGEN : 001 00 6.528,89
U820 / UU20301 RAADPLEGING VAN DE ATTESTEN A820 LAATSTE VERSIE PER TEWERKSTELLING NR AANSLUITING : 309 / VPV /
NATIONAAL NR :
JAAR/KW: 20063 NR ATT: 000000703323412-19.10.2006-002 VERSIE: 00703323412 AARD ATT: 0 RSZ NR: XXXXXX CUR: 0 ONDERN NR: XXXXXX CONV 5D: 0 WGVRCAT: 057 WNKENG: 015 BEGIN KWART: 01/07/2006 EIND KWART: 30/09/2006 TEW NR: 3300012104732 01 BEG TEW: 01/11/2005 EIND TEW: 31/12/9999 GR: 0 NR PAR COM: 118 ARB REG: 5,00 Q: 38,00 S: 38,00 TYP CONTR: 0 REORG: BEVORD: ST WN: PENS: 0 TYPLL: BEZOLD: B1012: CODE DAGEN UREN PRESTATIES : 001 55,00 0,00 CODE FREQ BET PR BEDRAG VERGOEDINGEN : 001 00 4.556,43
- 76 -
5) Via het hostscherm ADCS nagaan of de arbeidsongeschiktheid te wijten is aan een ongeval. Is dit het geval dan moet de betrokkene een ongevalsaangifte invullen. Deze wordt dan overgemaakt aan de juridische dienst van het ziekenfonds. Indien het gaat om een erkend arbeidsongeval, dan betaalt de verzekering uit en niet de mutualiteit. ADCS / GQVN0N01 SUBROGATIE-OPVOLGING DOSSIER/SELECT.UITG. Dossiernummer : Identificatie : 309 08 Andere zonder verantwoordelijke derde/vergoedingsplichtige 10 Dossier afgehandeld : geen ongeval Cons.: DWH : GESLOTEN Per.: 19.02.2007 Kom. : 07/2007 S Volg. Beschik. Regist.
Bedrag
Mun At Bd Rt Dat.Real. Dat.Arch.
Het dossier van persoon X is afgehandeld. Het wordt niet beschouwd als een ongeval. 6) Via de transactie AOCO nagaan of persoon X een zelfstandig bijberoep uitoefent. Via het hostscherm AOCO (een scherm van de verzekerbaarheid) kan men de jaarbonnen bekijken. Op de jaarbonnen kunnen de volgende gegevens worden vermeld: datum van ziekte, datum van indiensttreding, datum van werkloosheid, … AOCO / AZH0300 Controle van de verzekerbaarheidsdocumenten VPV en VRV voor het jaar 2006 insz :
309 / VPV /
geboorted :
gesl. code:
GEOPEND CONTRACT / TIT. 1. 001/001 . SOCIALE SITUATIE 2. 001/004 . ONDERWERPING . ZIEKTE 3. 000/000 4. 000/000 5. 001/001 . VPV/VRV RECHT 6. 001/001 . INSCHRIJVING
documenten 1 (ACTIEF)
01011997 01 A.R. 1 ACTIEF 24051994 01 A.R. HOOFDB. 21072006 - 10082006 3 LOONTREKKENDE
01012007 - 31122007 110/110 (0)RECHT 24051994 -
schermen gegevens type
. paginering .
Persoon X oefent geen zelfstandig bijberoep uit.
- 77 -
7) Kijken naar het formulier 225 of het enquêteformulier alleenstaande om de gezinslast te bepalen. Informatie over de samenstelling van het gezin volgens model A A: alleenstaande 1: samenwonende art. 225 § 1/1 → gehuwd 2: samenwonende art. 225 § 1/2 → feitelijk gezin 3: samenwonende art. 225 § 1/3 → kinderen 4: samenwonende art. 225 § 1/4 → bloed –en aanverwanten tot de 3e graad 5: samenwonende art. 225 § 1/5 → alimentatiegeld 9: andere samenwonende art. 225 Informatie over het model B: inkomen van echtgeno(o)t(e) of samenwonende(n) A: geen enkel inkomen B: inkomen groter dan het toegelaten grensbedrag €1258,91 C: inkomen niet groter dan het toegelaten grensbedrag €743,75 D: inkomen tussen €743,75 en €1258,91 Volgens het enquêteformulier is persoon X alleenstaand en betaalt hij geen alimentatiegeld en woont hij ook niet regelmatig samen met een kind in het kader van co-ouderschap → A. Deze code inbrengen in het hostscherm UMAB. UMAB / U050300 RAADPLEGING VAN DE MODELLEN A EN B NR AANSLUITING : 309 / VPV /
FED. NUMMER XXXXXX
INGEBR.DAT 19032007
DAT.DOC 19022007
BESLISSING A A
BESLISSING B
Via de transactie RPAR kan men de gezinssamenstelling nagaan zoals die gekend is bij het gemeentehuis. Persoon X is effectief alleenstaand. Dit betekent dat hij gedurende het tijdvak van de primaire ongeschiktheid 60% van het verloren brutoloon zal ontvangen. 8) De categorie bepalen waartoe de gerechtigde behoort. Categorie 30: arbeider Categorie 34: werkloze arbeider Categorie 20: bediende Categorie 24: werkloze bediende Categorie 35: arbeider + inkomensgarantie Categorie 25: bediende + inkomensgarantie Bij dit dossier behoort persoon X tot categorie 30.
- 78 -
9) Kijken of er reglementen van toepassing zijn. 01: carentiedag 02: wachttijd 03: niet betaalde dag (andere reden) 12: vrijstelling B.V.H. 13: vrijstelling B.V.H. V/A 81: sanctie laattijdige aangifte 91: gewaarborgd loon 92: verbrekingsvergoeding 94: aanvaard arbeidsongeval 96: feestdagen 98: bouwvakker Andere UALG / U450300 RAADPLEGING ADMINISTRATIEVE ALGEMEENHEDEN NR. AANSLUITING : 309 / VPV / NATIONAAL NR : NR.GAO : 309 - 2007 SELECT.DAT. : 19022007 INVALIDE NR. :
GEIND.DAGB. BEGIN GAO : 19.02.2007 ONTVANGSTD.: 22.02.2007 KODE ZIEKTE : 0 ONGESCHIKT. ERKENDE DATUM : 19.02.2007 BESLISSING: 1 EINDE ZIEKTE: 20.03.2007 MOTIEF:
LAATSTE DAGB.: BWG:
RA:N //
ZIMA IN 06/03/2007 F225 + IB LID IN 19/03/2007
Voor arbeiders, gebonden door een arbeidsovereenkomst op de eerste dag van de ongeschiktheid, moet de aangifte van de arbeidsongeschiktheid gebeuren binnen de 14 kalenderdagen, te rekenen vanaf de aanvang van de arbeidsongeschiktheid. Via de hostscherm UALG kan men nagaan wanneer de gerechtigde het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid heeft opgestuurd naar de adviserend geneesheer of heeft afgegeven tegen ontvangstbewijs aan de adviserend geneesheer. De transactie UALG geeft gedetailleerde informatie weer over een uitkeringsdossier. Op UALG is te zien dat persoon X op 22 februari 2007 aangifte heeft gedaan van het ongeval. De aangifte gebeurde op tijd.
- 79 -
UZIM / USK0300 RAADPLEGEN GEGEVENS SCENARIO 1 BEREKENINGSBASIS NR AANSLUITING
: 309 / VPV /
NATIONAAL NR: DAT RISICO MUT 19.02.2007 -----------------------------------------------------------------------------WERKGEVER 1/1 SUBRISICO 001 RISICODAT: WERKG 19.02.2007 MUT 19.02.2007 DAT WHV RSZ NR XXXXXX ONDERN NR XXXXXX CUR 0 DIMONA IN 16.06.1999 UIT LAATSTE WERKDAG 16.02.2007 REFERENTIEPERIODE VAN 19.02.2007 TOT 04.03.2007 DAG 19.02 20.02 21.02 22.02 23.02 24.02 25.02 26.02
AARD GL EERSTE WEEK GL EERSTE WEEK GL EERSTE WEEK GL EERSTE WEEK GL EERSTE WEEK GL EERSTE WEEK GL EERSTE WEEK GL TWEEDE WEEK
UREN 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
DAG 27.02 28.02 01.03 02.03 03.03 04.03
AARD GL TWEEDE WEEK GL TWEEDE WEEK GL TWEEDE WEEK GL TWEEDE WEEK GL TWEEDE WEEK GL TWEEDE WEEK
UREN 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Bij dit dossier betaalt de werkgever 14 dagen gewaarborgd loon uit aan zijn arbeider. Dit moet vermeld worden onder code 91 → 91: 19/02 → 04/03. Dit betekent dat de gerechtigde vanaf 5 maart 2007 zal genieten van uitkeringen ten laste van het ziekenfonds. De reglementen moeten ingebracht worden in de computer via de hostschermen URGL (1 reglement) of ULRG (meerdere reglementen). URGL / U1K0300 BEHEER VAN DE REGLEMENTEN UITKERINGEN NUMMER AANSLUITING : 309 / VPV /
UW KEUZE ? : N NIEUW / MODIF / CORR / SLUIT / WISSEN REGLEMENT CODE : 91 BEGIN DATUM : 19022007 EINDE DATUM : 04032007 TOEPASSINGSKODE : Y
- 80 -
10) Op het inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde staat een rekeningnummer vermeld. Via het hostscherm DFIG kan men controleren of het rekeningnummer al geregistreerd staat bij de dienst uitkeringen. Zoniet, moet men het rekeningnummer invoeren, want het is op dat nummer dat de uitkeringen normaal worden gestort. Er moet steeds op toegezien worden dat de gerechtigde het inlichtingsblad 2x ondertekent anders mag er niet uitbetaald worden. 11) Via het hostscherm USDR kan men nagaan of de gerechtigde schulden heeft. USDR / UAW0300 RAADPLEGING VAN SCHULDEN EN DERDEN NR. AANSLUITING VOOR IDENTIFIKATIE : 309 / VPV / GEBOORTEDATUM : GESLACHT : NAAM EN VOORNAAM : PERSONEN TEN LASTE :
IDENTIFIKATIENUMMER VAN DE DERDE : IDENTIFIKATIENUMMER VAN DE SCHULD : BEGINDATUM VAN DE SCHULD
:
NVSM1853A SCHULD ONBESTAAND VOOR DIT LID
Bij dit dossier heeft de gerechtigde geen schulden. 12) Via het hostscherm UCRN kan men nagaan of de gerechtigde renten ontvangt. UCRN / U1S0300 RAADPLEGING VAN DE RENTEN NUMMER AANSLUITING : 309 / VPV / NAAM EN VOORNAAM : NR BEGIN . 1 29.03.2005
EINDE
T % A 2
BRUT.BED 0,0000
P J
REF.V/H DOSSIER 2624/814952/03
Bij dit dossier geniet de verzekerde een rente van 2%. Via het hostscherm URBG heeft de adviserend geneesheer meegedeeld dat de dossierbeheerder geen rekening mag houden met de rente. Er geldt geen cumulatieverbod.
- 81 -
URBG / U0Y0300 RAADPLEGING VAN DE BESLISSINGEN NR. AANSLUITING VOOR IDENTIFIKATIE : 309 / VPV / GEBOORTEDATUM : GESLACHT : NAAM EN VOORNAAM : BEGINDATUM ZIEKTE : 19022007 NUMMER G.A.O. : 2007 12853 EINDDATUM ZIEKTE : MOTIEF EINDE : TYPE ZIEKTE : ONGEVAL RAADPLEG. . 24.05.2007 . 22.03.2007 . 21.03.2007 . 22.02.2007
PLAATS 09 K2 09 K2 09 CB 09 CB
GENEESHEER BESLISSING LIERMAN PA LIERMAN PA MEER DAN 66%, TERUG TE ZIEN OP 24.05.2007 DEGROOTE K GEEN TOEPASSING RENTE 01 LIERMAN PA BEHANDEL. : AANVAARD TE ZIEN OP 21.03.2007
: beslissing 13) Het basisloon berekenen. UZIM / USG0300 RAADPLEGEN GEGEVENS SCENARIO 1 BEREKENINGSBASIS NR AANSLUITING
: 309 / VPV /
NATIONAAL NR: DAT RISICO MUT 19.02.2007 -----------------------------------------------------------------------------WERKGEVER 1/1 SUBRISICO 001 RISICODAT: WERKG 19.02.2007 MUT 19.02.2007 DAT WHV RSZ NR XXXXXX ONDERN NR XXXXXX CUR 0 DIMONA IN 01.11.2005 UIT LAATSTE WERKDAG 16.02.2007 TEW 1/ 1 WGVRCAT 057 WNKENG 015 KWART: BEGIN 01.10.2006 EIND 31.12.2006 TEW NR 310000S109003-01 BEG TEW 01.01.2003 EIND TEW GR 0 NR PAR COM 119 ARB REG 5,00 Q 38,00 S 38,00 TYP CONTR 1 REORG BEVORD ST WN PENS 0 TYPLL 0 BEZOLD 0 B1012 00
SPEC DEELTIJDS: OVERUREN:
EENH. U EENH. EENH. 0
CYCL. 0000 CYCL. 0000 BRUT SAL:
BRUT SAL: 0,00 9,9800/U BRUT SAL: 0,00 0,0000/U 0,00 PART: DG/WK 0,00 GEM U/WK 0,00
: uurloon : gemiddeld aantal uren per week Persoon X is arbeider dus wordt het basisloon bekomen door het uurloon te vermenigvuldigen met het aantal arbeidsuren per week en te delen door 6.
- 82 -
Uurloon: €9,9800 Gemiddeld aantal uren per week van de betrokken werknemer (Q): 38 €9,9800 x 38 : 6 = € 63,2067 14) Wanneer alle gegevens en documenten die nodig zijn om een dossier te behandelen correct en volledig zijn, mag men het dagloon ingeven via het hostscherm UCAT. Altijd het gederfde loon ingeven. UCAT / U5R0300 INVOERING BEDRAGEN EN CATEGORIEEN NR. AANSLUITING VOOR IDENTIFIKATIE : 309 / VPV / GEBOORTEDATUM : GESLACHT : NAAM EN VOORNAAM : BEGINDATUM ZIEKTE : 19022007 ONTVANGSTD: 22022007 NR G.A.O. : 2007 EINDDATUM ZIEKTE : 30032007 MOTIEF : TYPE Z. : ONGESCHIKTHEID DATUM INVALIDITEIT : 19022008 BEROEPSKODE : 3 LOONTREKKENDE DATUM IN GEBRUIKNAME : 19022007 AUTOMATISCH ?: Y ALGEMENE REGELING : CATEGORIE : 30 ----------------BASISLOON WERKGEVER : 0063 2067 BASISLOON WERKLOZE : 0000 0000 BAREMAAL WERKL. BEDRAG : 0000 0000 BEDRIJFSVOORHEFFING WERKLOZE : Y AANVULLING OUDERE WERKL: 0000 00 VERMINDERINGSCOEFFIC. : 0 0000 REGELMATIGE ARBEIDER : N AFNEMEND DAGBEDRAG : N OVERGANGSMAATREGELEN HVD : N REGELING ZELFSTANDIGEN : CATEGORIE : ---------------------STOPZETT.BEDRIJFBEZIGH.: BRIEF :
Bij dit dossier moet €63,2067 worden ingegeven. Op dit bedrag zullen de uitkeringen worden berekend. De mutualiteit betaalt uit in een 6-dagenweek. Persoon X zal gedurende het tijdvak van de primaire ongeschiktheid 60% van het verloren brutoloon ontvangen. Bij dit dossier zal persoon X van 19 februari t.e.m. 4 maart 2007 gewaarborgd loon ontvangen ten laste van zijn werkgever.
- 83 -
Via de transactie UBET kan men de betalingen consulteren. UBET / U3K0300 RAADPLEGING VAN DE BETALINGEN BETALINGEN VANAF 05.03.2007 TOT 20.03.2007 JAAR/MN 200703 200703 200703
LOT AANW. 00012 371072 00012 770057 00012 270056
DAG. 14 14 14-
BEDRAG 530,88 58,94 58,94-
PERIODE 05.03=>20.03.2007 01.03=>20.03.2007 01.03=>20.03.2007
WRDE 37,92 4,21 4,21
Voorbeeld van een primaire arbeidsongeschiktheid: geen werkgever, enkel een uitbetalingsinstelling Persoon X is werkloos. Op 11 januari 2007 werd zij arbeidsongeschikt. Dit betekent dat zij alle werkzaamheden heeft moeten onderbreken ingevolge het intreden van een functionele stoornis (ongeval). Op 6 februari 2007 heeft zij aangifte gedaan van het ongeval met het officieel formulier “getuigschrift van arbeidsongeschiktheid”. Na ontvangst van het getuigschrift heeft de dienst adviserend geneesheer van het ziekenfonds een document ASR naar de verzekerde gestuurd. De dienst uitkeringen heeft op 27 februari 2007 van persoon X de volgende formulieren teruggekregen: • het inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde (ingevuld) • het inlichtingsblad in te vullen door de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen (ingevuld) • een ongevalsaangifte (ingevuld) Aangezien de dienst uitkeringen over voldoende elementen beschikt, kan men aan dit dossier beginnen. UCCT / UVY0300 RAADPLEGING VAN GETUIGSCHRIFTEN NR AANSLUITING : 309 / VPV /
. 2007/02715
NATIONAALNR :
ZIEKTE VAN 11.01.2007 ONGEVAL
TOT 13.02.2007 1 AANV
- 84 -
UALG / U450300 RAADPLEGING ADMINISTRATIEVE ALGEMEENHEDEN NR. AANSLUITING : 309 / VPV / NATIONAAL NR : NR.GAO : 309 - 2007 SELECT.DAT. : 11012007 INVALIDE NR. : GEBOORTEDAT: GESLACHT :
GEIND.DAGB. BEGIN GAO : 11.01.2007 ONTVANGSTD.: 06.02.2007 KODE ZIEKTE : 6 ONGESCHIKT. ERKENDE DATUM : 11.01.2007 BESLISSING: 1 EINDE ZIEKTE: 13.02.2007 MOTIEF: 1
LAATSTE DAGB.: ONGEVALSAANGIFTE + WKL + IB LID IN 27/02/2007
1) Nagaan of de betrokkene bij meerdere werkgevers is tewerkgesteld. Dit gebeurt via het hostscherm UROU. Indien de gerechtigde bij meerdere werkgevers werkt, dan moet de dienst uitkeringen beschikken over meerdere inlichtingsbladen om zo het dagloon te kunnen berekenen. Persoon X is werkloos. UROU / URZ0300 RAADPLEGEN ROUTING VAN DE AANVRAAG ASR NR AANSLUITING : 309 / VPV / NATIONAALNR : -----------------------------------------------------------------------------ZIMA001 001 DATUM ROUTING 21.01.2007 RISICODATUM 11.01.2007 BESTEMMELING 1 WERKLOOSHEIDSKAS NR BESTEMMELING 018999 HOEDANIGHEID DECLARANT 60 AANTAL BESTEMMELINGEN 1 CODE WERKLOOSHEID 0
2) Om recht te hebben op primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen moeten een aantal voorwaarden worden voldaan: • de aanvangsdatum van het risico dat de uitbetalingsinstelling opgeeft, (via het inlichtingsblad van de uitbetalingsinstelling) moet overeenstemmen met de aanvangsdatum die de gerechtigde heeft opgegeven (deze datum is reeds in de computer opgenomen, te raadplegen via het hostscherm UCCT).
- 85 -
• er mogen geen 30 dagen onderbreking zijn tussen de laatste arbeidsdag of gecontroleerde werkloosheidsdag en de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid.1 • behoud van recht. De verzekerde moet in het 2e en 3e kwartaal voorafgaand aan dat waarin de arbeidsongeschiktheid aanvangt, ten minste 120 (6-dagenstelsel) of 100 (5-dagenstelsel) arbeidsdagen of gelijkgestelde dagen kunnen bewijzen. Indien ze dit niet kunnen bewijzen kan er nagegaan worden of er geen nieuwe wachttijd kan geplaatst worden. Men mag dan kijken naar het 1e en 2e kwartaal voorafgaand aan dat waarin de arbeidsongeschiktheid aanvangt. Arbeiders met tussenpozen (uitzendkrachten), seizoenarbeiders en deeltijdse werknemers moeten 400 uren bewijzen.2 De kwartaalgegevens worden opgevraagd bij de RSZ via de transactie U820. Op U820 staan alle prestaties van de verzekerde van het betrokken kwartaal vermeld. Persoon X voldoet aan de 3 voorwaarden. Dit betekent dus dat persoon X recht zal hebben op uitkeringen. 3) Vermits persoon X een ongevalsaangifte heeft ingediend, moet de dossierbeheerder nagaan of de mutualiteit uitkeringen mag betalen. Via de transactie ADCS kan men de toestand van het ongevallendossier opvolgen. Het dossier van persoon X is afgehandeld. Het wordt niet beschouwd als een ongeval. Vermits het dossier werd afgehandeld als ‘geen ongeval’, moet het ziekenfonds uitkeringen betalen aan de gerechtigde. ADCS / GQVN0N01 SUBROGATIE-OPVOLGING DOSSIER/SELECT.UITG. Dossiernummer : 01032007 / 004 Identificatie : 10 Dossier afgehandeld : geen ongeval Cons.: DWH : Kom. : 09/2007 S Volg. Beschik. Regist.
GESLOTEN Per.: 11.01.2007 -
Bedrag
Mun At Bd Rt Dat.Real. Dat.Arch.
4) Via de transactie AOCO nagaan of persoon X een zelfstandig bijberoep uitoefent. Via het hostscherm AOCO (een scherm van de verzekerbaarheid) kan men de jaarbonnen bekijken. Op de jaarbonnen kunnen de volgende gegevens worden vermeld: datum van ziekte, datum van indiensttreding, datum van werkloosheid, … 1
Artikel 131 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 27 augustus 1994. 2 Artikel 207 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, BS 31 juli 1996.
- 86 -
AOCO / AZH0300 Controle van de verzekerbaarheidsdocumenten VPV en VRV voor het jaar 2006 insz :
309 / VPV /
geboorted :
gesl. code:
GEOPEND CONTRACT / TIT. 1. 001/001 . SOCIALE SITUATIE 2. 001/004 . ONDERWERPING . ZIEKTE 3. 000/000 4. 000/000 5. 001/001 . VPV/VRV RECHT 6. 001/001 . INSCHRIJVING
documenten 1 (ACTIEF)
01011997 01 A.R. 1 ACTIEF 24051994 01 A.R. HOOFDB. 29032006 - 13052006 3 LOONTREKKENDE
01012007 - 31122007 110/110 (0)RECHT 24051994 -
schermen gegevens type
. paginering .
Persoon X oefent geen zelfstandig bijberoep uit. 5) Kijken naar het formulier 225 of het enquêteformulier alleenstaande om de gezinslast te bepalen. Informatie over de samenstelling van het gezin volgens model A A: alleenstaande 1: samenwonende art. 225 § 1/1 → gehuwd 2: samenwonende art. 225 § 1/2 → feitelijk gezin 3: samenwonende art. 225 § 1/3 → kinderen 4: samenwonende art. 225 § 1/4 → bloed –en aanverwanten tot de 3e graad 5: samenwonende art. 225 § 1/5 → alimentatiegeld 9: andere samenwonende art. 225 Informatie over het model B: inkomen van echtgeno(o)t(e) of samenwonende(n) A: geen enkel inkomen B: inkomen groter dan het toegelaten grensbedrag €1258,91 C: inkomen niet groter dan het toegelaten grensbedrag €743,75 D: inkomen tussen €729,19 en €1234,20 Volgens het enquêteformulier is persoon X alleenstaand en betaalt hij geen alimentatiegeld en woont hij ook niet regelmatig samen met een kind in het kader van co-ouderschap → A. Via de transactie RPAR kan men de gezinssamenstelling nagaan zoals die gekend is bij het gemeentehuis. Persoon X is effectief alleenstaand. Werklozen ontvangen tijdens de eerste zes maanden van de ongeschiktheid dezelfde uitkering als in de werkloosheid. Vanaf de zevende maand wordt bij alle werklozen rekening gehouden met de gezinssamenstelling.
- 87 -
Vermits persoon X alleenstaand is, zal hij vanaf de zevende maand 60% van het verloren brutoloon ontvangen. 6) De categorie bepalen waartoe de gerechtigde behoort. Categorie 30: arbeider Categorie 34: werkloze arbeider Categorie 20: bediende Categorie 24: werkloze bediende Categorie 35: arbeider + inkomensgarantie Categorie 25: bediende + inkomensgarantie Bij dit dossier behoort persoon X tot categorie 34. 7) Kijken of er reglementen van toepassing zijn. 01: carentiedag 02: wachttijd 03: niet betaalde dag (andere reden) 12: vrijstelling B.V.H. 13: vrijstelling B.V.H. V/A 81: sanctie laattijdige aangifte 91: gewaarborgd loon 92: verbrekingsvergoeding 94: aanvaard arbeidsongeval 96: feestdagen 98: bouwvakker Andere UALG / U450300 RAADPLEGING ADMINISTRATIEVE ALGEMEENHEDEN NR. AANSLUITING : 309 / VPV / NATIONAAL NR : NR.GAO : 309 - 2007 SELECT.DAT. : 11012007 INVALIDE NR. : GEBOORTEDAT: GESLACHT :
GEIND.DAGB. BEGIN GAO : 11.01.2007 ONTVANGSTD.: 06.02.2007 KODE ZIEKTE : 6 ONGESCHIKT. ERKENDE DATUM : 11.01.2007 BESLISSING: 1 EINDE ZIEKTE: 13.02.2007 MOTIEF: 1
LAATSTE DAGB.: ONGEVALSAANGIFTE + WKL + IB LID IN 27/02/2007
Via de hostscherm UALG kan men nagaan wanneer de gerechtigde het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid heeft opgestuurd naar de adviserend geneesheer of heeft afgegeven tegen ontvangstbewijs aan de adviserend geneesheer. Op UALG is te zien dat persoon X aangifte heeft gedaan van de ziekte op 6 februari 2007. Een
- 88 -
werkloze moet het getuigschrift uiterlijk de 2e kalenderdag na de aanvang van de arbeidsongeschiktheid indienen. Personen die gehospitaliseerd zijn, hebben 48 uur de tijd te rekenen vanaf de dag na het ontslag uit het ziekenhuis om het getuigschrift in te dienen. Via de transactie GCON kan men nagaan of persoon X gehospitaliseerd was. GCON / GSHM0N01
CARENET - DOCUMENTEN 721/727
Status : CT Lib :
Van : 01010001 Tot : 31129999
Id. : 309 VPV
Inst. : Opname :
Be : Rw : Ontslag :
C: F:
O Instelling Periode Mot F BPsup St Dn Be Rw Klasseringsgegevens Commentaar
Vermits persoon X haar getuigschrift van arbeidsongeschiktheid te laat heeft ingediend en op het ogenblik van de arbeidsongeschiktheid niet gehospitaliseerd was, zal er een sanctie volgen. De dossierbeheerder van de mutualiteit brengt dit gegeven in in het systeem via de transactie URGL onder de code 81 (sanctie laattijdige aangifte). Dit betekent dat er 10% wordt ingehouden op de uitkeringen. URGL / U1K0300 BEHEER VAN DE REGLEMENTEN UITKERINGEN NUMMER AANSLUITING : 309 / VPV /
UW KEUZE ? : N NIEUW / MODIF / CORR / SLUIT / WISSEN REGLEMENT CODE : 81 BEGIN DATUM : 11012007 EINDE DATUM : 06022007 TOEPASSINGSKODE : Y
8) Op het inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde staat een rekeningnummer vermeld. Via het hostscherm DFIG kan men controleren of het rekeningnummer al geregistreerd staat bij de dienst uitkeringen. Zoniet, moet men het rekeningnummer invoeren, want het is op dat nummer dat de uitkeringen normaal worden gestort. Er moet steeds op toegezien worden dat de gerechtigde het inlichtingsblad 2x ondertekent anders mag er niet uitbetaald worden. 9) Via de transactie USDR wordt er nagegaan of de gerechtigde schulden heeft. Is dit het geval, dan wordt er overgegaan tot loonbeslag of loonoverdracht. Persoon X heeft geen schulden.
- 89 -
USDR / UAW0300 RAADPLEGING VAN SCHULDEN EN DERDEN NR. AANSLUITING VOOR IDENTIFIKATIE : 309 / VPV / GEBOORTEDATUM : GESLACHT : NAAM EN VOORNAAM : PERSONEN TEN LASTE : 01
IDENTIFIKATIENUMMER VAN DE DERDE : IDENTIFIKATIENUMMER VAN DE SCHULD : BEGINDATUM VAN DE SCHULD
:
NVSM1853A SCHULD ONBESTAAND VOOR DIT LID
10) Via de transactie UCRN wordt er nagegaan of de verzekerde renten ontvangt. Is dit het geval dan beslist de adviserend geneesheer of de dossierbeheerder moet rekening houden met de ontvangen rente. UCRN / U1S0300 RAADPLEGING VAN DE RENTEN NUMMER AANSLUITING : 309 / VPV / NAAM EN VOORNAAM : NR BEGIN
EINDE
T %
BRUT.BED P REF.V/H DOSSIER
NVSM1474A RENTE ONBESTAAND
Persoon X ontvangt geen renten. 11) Het basisloon berekenen. Het gederfd loon inbrengen via het hostscherm UCAT. Werklozen ontvangen tijdens de eerste zes maanden van de ongeschiktheid dezelfde uitkering als in de werkloosheid. Voor de werklozen die in het kader van de werkloosheidsreglementering geen bedrijfsvoorheffing betalen, wordt tijdens de eerste zes maanden van de arbeidsongeschiktheid geen bedrijfsvoorheffing afgehouden. Voor de werklozen die in het kader van de werkloosheidsreglementering bedrijfsvoorheffing betalen, wordt tijdens de eerste zes maanden van de arbeidsongeschiktheid een even hoge heffing afgehouden als bij de werkloosheid, namelijk 10,09%. Vanaf de zevende maand wordt bij alle werklozen de normaal voorziene heffing van 11,11% afgehouden.
- 90 -
6.1.1.2 Werkverwijdering “Een werkende vrouw die zwanger is, wordt beschermd tegen bepaalde gevaren op het werk zoals infectierisico of het dragen van lasten, die een schadelijke invloed kunnen uitoefenen op de gezondheid en de veiligheid van de moeder of die van het kind, zowel voor (profylactisch verlof) als na de bevalling (borstvoedingsverlof).”1 De werkgever zal een arbeidsgeneesheer aanstellen, die moet nagaan welke risico’s er zijn op het werk. Hij zal een risicoanalyse opmaken. Dit kan leiden tot plaatsvervangend werk, aangepast werk of zelfs tot werkverwijdering. Indien de werkgever beslist om een beschermende maatregel op te leggen, dan overhandigt hij de betrokkene een formulier waarop zijn beslissing staat. Het formulier “getuigschrift van werkstopzetting wegens ongeschikte arbeid bij zwangerschap of borstvoeding” (cfr. bijlage 8) moet zo vlug mogelijk bezorgd worden aan de mutualiteit zodat de zwangere vrouw een uitkering kan genieten. Na ontvangst van het formulier stuurt de dienst adviserend geneesheer van het ziekenfonds een document ASR aan de verzekerde toe. Vanaf dan verloopt de procedure hetzelfde als bij ziekte of ongeval van gemeen recht. Indien de dienst uitkeringen van het ziekenfonds beschikt over de verzekerbaarheidsgegevens en het inlichtingsblad van de gerechtigde + het inlichtingsblad van de werkloosheidsdienst of het inlichtingsblad van de gerechtigde + het inlichtingsblad van de werkgever, kan het dossier van de verzekerde behandeld worden. Tot aan de aanvang van de bevallingsrust en tot maximum 5 maanden na de bevalling (in geval van borstvoedingsverlof) ontvangt de vrouw een vervangingsinkomen.2 De uitkering van het ziekenfonds bedraagt 60% van het begrensd brutoloon. “In bepaalde gevallen kan een zwangere vrouw een beroep doen op een tegemoetkoming van het Fonds voor beroepsziekten. Het is meestal de arbeidsgeneesheer die hiertoe een aanvraag indient bij het Fonds.”3
1
Peeters, G. (2007). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs voor en na de bevalling (brochure). Brussel. 2 Artikel 219 bis van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 27 augustus 1994. 3 Peeters, G. (2007). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs voor en na de bevalling (brochure). Brussel.
- 91 -
6.1.1.3 Moederschapsrust 1 De bevallingsrust duurt maximum 15 weken en ingeval van een meerling maximum 19 weken. De zwangere vrouw kan ten vroegste 6 weken (8 weken in geval van een meerling) voor de vermoedelijke bevallingsdatum, de werkloosheid onderbreken of stoppen met werken. Het is wettelijk verplicht om minstens 1 week voor de vermoedelijke datum van de bevalling prenataal verlof op te nemen. “Als de betrokkene vroeger bevalt dan voorzien en de week voor de vermoedelijke bevallingsdatum nog niet volledig heeft opgenomen, dan verliest zij de resterende dagen van deze week prenataal verlof. Als de vrouw later bevalt dan voorzien en de 6 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum al heeft opgenomen, zal de prenatale rustperiode langer duren.2 Deze verlenging van de prenatale rust tot de werkelijke bevallingsdatum wordt eveneens vergoed. Het postnataal verlof vangt aan de dag van de geboorte en duurt 9 weken. De 9 weken nabevallingsrust (11 weken bij de geboorte van een meerling) dient verplicht te worden opgenomen. Het postnataal verlof kan verlengd worden met de gewerkte of gelijkgestelde periode tussen de 6de week voor de effectieve datum van bevalling en de 1ste week voor de effectieve bevallingsdatum.3 Vroeger kwamen de periodes van arbeidsongeschiktheid niet in aanmerking voor een gelijkgestelde periode, nu wel. Sinds 1 september 2006 geven deze recht op 1 extra week moederschapsrust.4 Als de baby vanaf de geboorte in het ziekenhuis moet blijven, mag de periode van moederschapsrust verlengd worden met de duur dat het kind langer dan 7 dagen in het ziekenhuis opgenomen is. Deze verlenging volgt onmiddellijk op het postnataal verlof en bedraagt maximum 24 weken.5 Tijdens de prenatale en postnatale rustperiodes ontvangt de vrouw moederschapsuitkeringen. Deze uitkering worden aangevraagd bij het ziekenfonds door middel van een doktersattest met vermelding van de vermoedelijke bevallingsdatum en de begindatum van de rust. Na ontvangst van een doktersattest stuurt de dienst adviserend geneesheer van het ziekenfonds een document ASR naar de verzekerde. Vanaf dan verloopt de procedure hetzelfde als bij ziekte of ongeval van gemeen recht.
1
Artikel 114 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 27 augustus 1994. 2 Peeters, G. (2007). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs voor en na de bevalling (brochure). Brussel. 3 Socialistische Mutualiteiten, De bevallingsrust, http://www.socmut.be/SocMut/WatTeDoenBij/ Zwangerschap/Wettelijk/bevallingsrust.htm. 4 Socialistische Mutualiteiten, De bevallingsrust, http://www.socmut.be/SocMut/WatTeDoenBij/ Zwangerschap/Wettelijk/bevallingsrust.htm. 5 Socialistische Mutualiteiten, De bevallingsrust, http://www.socmut.be/SocMut/WatTeDoenBij/ Zwangerschap/Wettelijk/bevallingsrust.htm.
- 92 -
Na de geboorte van het kind moet een geboorteattest, afgeleverd door de dienst bevolking van de gemeente van de plaats van de geboorte, worden bezorgd aan het ziekenfonds. Op basis hiervan bepaalt het ziekenfonds het einde van de bevallingsrust.1 Personen met moederschapsrust kunnen nooit laattijdig aangifte doen van hun arbeidsongeschiktheid. Ze moeten echter wel aangifte doen binnen de 2 jaar (verjaringstermijn). Hoeveel bedraagt de moederschapsuitkering?2 • Betrokkene is in dienst van een werkgever: 82% van het onbegrensd brutoloon tijdens de eerste dertig dagen van de rust; daarna 75% van het begrensd brutoloon. • Betrokkene is uit dienst of werkloos: 79,5% van het begrensd brutoloon tijdens de eerste dertig dagen van de rust; daarna 75% van het begrensd brutoloon. Voor de mensen die vanaf 1 januari 2004 moederschapsverlof opnemen, wordt een bedrijfsvoorheffing van 11,11% afgehouden op de vergoedingen die ze ontvangen. Voorbeeld van een moederschapsrust De transactie UCCT geeft een overzicht van alle periodes van arbeidsongeschiktheid van een aangeslotene. Hierdoor vormt deze transactie het beginpunt van alle opzoekingen in een uitkeringsdossier. UCCT / UVY0300 RAADPLEGING VAN GETUIGSCHRIFTEN NR AANSLUITING : 309 / VPV / . B 06/01263 . 2007/12853 . 2002/01142
NATIONAALNR :
BEVALLING VAN 18.12.2006 ZIEKTE VAN 11.01.2004 ZIEKTE ZIEKTE VAN 14.03.2000 ZIEKTE
TOT 01.04.2007 TOT 08.03.2004 1 AANV TOT 18.07.2000 1 AANV
De transactie UALG geeft gedetailleerde informatie weer over een uitkeringsdossier.
1
Peeters, G. (2007). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs voor en na de bevalling (brochure). Brussel. 2 Artikel 216 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 27 augustus 1994.
- 93 -
UALG / U450300 RAADPLEGING ADMINISTRATIEVE ALGEMEENHEDEN NR. AANSLUITING : 309 / VPV / NR.GAO : 309 - 2007 SELECT.DAT. : 18122006
GEIND.DAGB. BEGIN GAO : 18.12.2006 ONTVANGSTD.: ERKENDE DATUM : 18.12.2006 BESLISSING:
LAATSTE DAGB.: MOEDERSCH:BEG:18.12.2006
VERMOED:
NATIONAAL NR : INVALIDE NR. :
KODE ZIEKTE : M EINDE ZIEKTE:
MOTIEF:
REEEL :29.01.2007
LIMIET:01.04.2007
IB LID + IB WG IN 16/01/2007
Persoon X is loontrekkende en zwanger. Ze heeft recht op 15 weken moederschapsrust. Ze vraagt moederschapsuitkeringen aan bij het ziekenfonds door middel van een doktersattest met daarop de vermelding van de vermoedelijke bevallingsdatum en de begindatum van de rust. Op 18 december 2006 neemt de voorbevallingsrust (prenataal verlof) een aanvang. Na ontvangst van een doktersattest stuurt de dienst adviserend geneesheer van het ziekenfonds een document ASR naar de verzekerde. De dienst uitkeringen heeft op 16 januari 2007 van persoon X de volgende formulieren teruggekregen: • het inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde (ingevuld) • het inlichtingsblad in te vullen door de werkgever (ingevuld) Aangezien de dienst uitkeringen over voldoende elementen beschikt, kan men aan dit dossier beginnen. 1) Nagaan of de betrokkene bij meerdere werkgevers is tewerkgesteld. Dit gebeurt via het hostscherm UROU. Indien de gerechtigde bij meerdere werkgevers werkt, dan moet de dienst uitkeringen beschikken over meerdere inlichtingsbladen om zo het dagloon te kunnen berekenen.
- 94 -
UROU / URZ0300 RAADPLEGEN ROUTING VAN DE AANVRAAG ASR NR AANSLUITING : 309 / VPV / NATIONAALNR : -----------------------------------------------------------------------------ZIMA001 001 DATUM ROUTING 08.02.2007 RISICODATUM 31.01.2007 BESTEMMELING 1 PAPIER DIM.OUT WERKGEVER XXXXXX RSZ NR XXXXXX ONDERN.NR XXXXXX XXXXXX XXXXXX
Persoon X werkt bij 1 werkgever. 2) Om recht te hebben op primaire arbeidsongeschiktheidsuitkeringen moeten een aantal voorwaarden worden voldaan: • de aanvangsdatum van het risico dat de werkgever opgeeft (via het inlichtingsblad van de werkgever) moet overeenstemmen met de aanvangsdatum die de gerechtigde heeft opgegeven (deze datum is reeds in de computer opgenomen, te raadplegen via het hostscherm UCCT). • er mogen geen 30 dagen onderbreking zijn tussen de laatste arbeidsdag of gecontroleerde werkloosheidsdag en de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid.1 • behoud van recht. De verzekerde moet in het 2e en 3e kwartaal voorafgaand aan dat waarin de arbeidsongeschiktheid aanvangt, ten minste 120 (6-dagenstelsel) of 100 (5-dagenstelsel) arbeidsdagen of gelijkgestelde dagen kunnen bewijzen. Indien ze dit niet kunnen bewijzen kan er nagegaan worden of er geen nieuwe wachttijd kan geplaatst worden. Men mag dan kijken naar het 1e en 2e kwartaal voorafgaand aan dat waarin de arbeidsongeschiktheid aanvangt. Arbeiders met tussenpozen, seizoenarbeiders en deeltijdse werknemers moeten 400 uren bewijzen.2 De kwartaalgegevens worden opgevraagd bij de RSZ via de transactie U820. Op U820 staan alle prestaties van de verzekerde van het betrokken kwartaal vermeld. Persoon X voldoet aan de 3 voorwaarden. Dit betekent dus dat persoon X recht zal hebben op uitkeringen.
1
Artikel 131 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 27 augustus 1994. 2 Artikel 207 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, BS 31 juli 1996.
- 95 -
3) Via de transactie AOCO nagaan of persoon X een zelfstandig bijberoep uitoefent. Via het hostscherm AOCO (een scherm van de verzekerbaarheid) kan men de jaarbonnen bekijken. Op de jaarbonnen kunnen de volgende gegevens worden vermeld: datum van ziekte, datum van indiensttreding, datum van werkloosheid, … AOCO / AZH0300 Controle van de verzekerbaarheidsdocumenten VPV en VRV voor het jaar 2006 insz :
309 / VPV /
geboorted :
gesl. code:
GEOPEND CONTRACT / TIT. 1. 001/001 . SOCIALE SITUATIE 2. 001/004 . ONDERWERPING . ZIEKTE 3. 000/000 4. 000/000 5. 001/001 . VPV/VRV RECHT 6. 001/001 . INSCHRIJVING
documenten 1 (ACTIEF)
01011997 01 A.R. 1 ACTIEF 24051994 01 A.R. HOOFDB. 29032006 - 13052006 3 LOONTREKKENDE
01012007 - 31122007 110/110 (0)RECHT 24051994 -
schermen gegevens type
. paginering .
Persoon X oefent geen zelfstandig bijberoep uit. 4) De categorie bepalen waartoe de gerechtigde behoort. Categorie 30: arbeider Categorie 34: werkloze arbeider Categorie 20: bediende Categorie 24: werkloze bediende Categorie 35: arbeider + inkomensgarantie Categorie 25: bediende + inkomensgarantie Bij dit dossier behoort persoon X tot categorie 30. 5) Kijken of er reglementen van toepassing zijn. 01: carentiedag 02: wachttijd 03: niet betaalde dag (andere reden) 12: vrijstelling B.V.H. 13: vrijstelling B.V.H. V/A 81: sanctie laattijdige aangifte 91: gewaarborgd loon 92: verbrekingsvergoeding 94: aanvaard arbeidsongeval 96: feestdagen 98: bouwvakker Andere - 96 -
Personen met moederschapsrust kunnen nooit laattijdig aangifte doen van hun arbeidsongeschiktheid. Ze moeten echter wel aangifte doen binnen de 2 jaar (verjaringstermijn). 6) Op het inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde staat een rekeningnummer vermeld. Via het hostscherm DFIG kan men controleren of het rekeningnummer al geregistreerd staat bij de dienst uitkeringen. Zoniet, moet men het rekeningnummer invoeren, want het is op dat nummer dat de uitkeringen normaal worden gestort. Er moet steeds op toegezien worden dat de gerechtigde het inlichtingsblad 2x ondertekent anders mag er niet uitbetaald worden. 7) Via de transactie USDR wordt er nagegaan of de gerechtigde schulden heeft. Is dit het geval, dan wordt er overgegaan tot loonbeslag of loonoverdracht. Persoon X heeft geen schulden. USDR / UAW0300 RAADPLEGING VAN SCHULDEN EN DERDEN NR. AANSLUITING VOOR IDENTIFIKATIE : 309 / VPV / GEBOORTEDATUM : GESLACHT : NAAM EN VOORNAAM : PERSONEN TEN LASTE : 01
IDENTIFIKATIENUMMER VAN DE DERDE : IDENTIFIKATIENUMMER VAN DE SCHULD : BEGINDATUM VAN DE SCHULD
:
NVSM1853A SCHULD ONBESTAAND VOOR DIT LID
8) Via de transactie UCRN wordt er nagegaan of de verzekerde renten ontvangt. Persoon X ontvangt geen renten. UCRN / U1S0300 RAADPLEGING VAN DE RENTEN NUMMER AANSLUITING : 309 / VPV / NAAM EN VOORNAAM : NR BEGIN
EINDE
T %
BRUT.BED P REF.V/H DOSSIER
NVSM1474A RENTE ONBESTAAND
- 97 -
9) Het basisloon berekenen. Persoon X is arbeidster dus wordt het basisloon bekomen door het uurloon te vermenigvuldigen met het aantal arbeidsuren per week en te delen door 6. Deze gegevens zijn terug te vinden op het inlichtingsblad van de werkgever. Uurloon: €15,93 Gemiddeld aantal uren per week van de betrokken werknemer (Q): 37 Basisloon: €15,93 x 37 : 6 = €98,2439 Het basisloon wordt ingegeven via de transactie UCAT. Op dit bedrag zullen de uitkeringen worden berekend. De mutualiteit betaalt uit in een 6-dagenweek. UCAT / U5R0300 INVOERING BEDRAGEN EN CATEGORIEEN NR. AANSLUITING VOOR IDENTIFIKATIE : 309 / VPV / GEBOORTEDATUM : GESLACHT : NAAM EN VOORNAAM : BEGINDATUM ZIEKTE : 18122006 ONTVANGSTD: 05022007 NR G.A.O. : 2006 EINDDATUM ZIEKTE : 01042007 MOTIEF : TYPE Z. : ONGESCHIKTHEID DATUM INVALIDITEIT : BEROEPSKODE : 3 LOONTREKKENDE DATUM IN GEBRUIKNAME : 18122006 AUTOMATISCH ?: Y ALGEMENE REGELING : CATEGORIE : 30 ----------------BASISLOON WERKGEVER : 0098 2439 BASISLOON WERKLOZE : 0000 0000 BAREMAAL WERKL. BEDRAG : 0000 0000 BEDRIJFSVOORHEFFING WERKLOZE : Y AANVULLING OUDERE WERKL: 0000 00 VERMINDERINGSCOEFFIC. : 0 0000 REGELMATIGE ARBEIDER : N AFNEMEND DAGBEDRAG : N OVERGANGSMAATREGELEN HVD : N REGELING ZELFSTANDIGEN : CATEGORIE : ---------------------STOPZETT.BEDRIJFBEZIGH.: BRIEF :
10) Via het hostscherm UCDM kan men de periodes van moederschapsbescherming raadplegen. Daarop kan men de datum van de voorbevallingsrust terugvinden. Op 18 december 2006 neemt de voorbevallingsrust (prenataal verlof) een aanvang. Dit betekent dat persoon X vanaf 18 december 2006 en gedurende de eerste 30 kalenderdagen recht heeft op uitkeringen aan 82%. Vanaf de 31ste kalenderdag heeft ze recht op uitkeringen aan 75%. Op 29 januari 2007 is persoon X bevallen van een kind.
- 98 -
UCDM - U3W0300 RAADPLEGING VAN PERIODES "MOEDERSCHAPSBESCHERMING" AANSLUITINGSNUMMER : 309 / VPV / 18/12/06 ->
BEGIN : 18122006
01/04/07
BEROEPSKODE : 3 BEGIN VERWIJD.: 18122006 BEGIN RUST : 18122006 VERMOED.DATUM : REELE DATUM : 29012007 LIMIET DATUM : 01042007 EINDE BORSTV. : 01042007
LOONTR V 31 JAAR AKTIEVE TYP.VERWIJ.: V DOK.LIASSE : N N N N N MEERLING : N BEGIN HOSPIT. : EINDE HOSPIT. :
VERL.1W.NA BEVAL: N
-----------------------------------------------------------------------------INVOERINGSDAT.: 12122006 EINDE ZIEKTE : MOTIEF:
Via de transactie UBET kan men de betalingen consulteren. UBET / U3K0300 RAADPLEGING VAN DE BETALINGEN BETALINGEN VANAF 18.12.2006 TOT 01.04.2007 JAAR/MN 200612 200612 200612 200701 200701 200701 200701 200701 200701 200701 200701 200701 …
LOT 16078 16078 16078 16078 16078 16078 16079 16079 16079 16080 16080 16080
AANW. 371077 770057 270056 371072 770057 270056 371072 770057 270056 371072 770057 270056
DAG. 12 1212 13 13 131 1 113 13 13-
BEDRAG 966,72 107,40107,40 1047,28 116,35 116,3580,56 8,95 8,95957,97 106,47 106,47
PERIODE 18.12=>31.12.2006 18.12=>31.12.2006 18.12=>31.12.2006 01.01=>15.01.2007 01.01=>15.01.2007 01.01=>15.01.2007 16.01=>16.01.2007 16.01=>16.01.2007 16.01=>16.01.2007 17.01=>31.01.2007 17.01=>31.01.2007 17.01=>31.01.2007
WRDE 80,56 8,95 8,95 80,56 8,95 8,95 80,56 8,95 8,95 73,69 73,69 73,69
- 99 -
6.1.1.4 Borstvoedingsverlof “Er bestaat geen algemene regel over borstvoedingsverlof. In een Collectieve Arbeidsovereenkomst (een overeenkomst die geldt voor alle werknemers in een bepaald bedrijf of sector) kan bepaald zijn dat er borstvoedingsverlof wordt voorzien.”1 Het formulier “getuigschrift van werkstopzetting wegens ongeschikte arbeid bij zwangerschap of borstvoeding” (cfr. bijlage 8) moet zo vlug mogelijk bezorgd worden aan de mutualiteit zodat de vrouw een uitkering kan genieten. Het ziekenfonds betaalt een uitkering uit tot maximum 5 maanden na de bevalling. De uitkering bedraagt 60% van het begrensd brutoloon. 6.1.1.5 Borstvoedingspauze 2 Een pas bevallen vrouw heeft sinds 2 juli 2002 recht op borstvoedingspauzes. “De pauzes geven de moeder de gelegenheid om haar kind moedermelk te voeden of melk af te kolven.”3 Dit recht geldt tot 7 maanden na de geboorte van het kind. Indien het een premature geboorte betreft of ook in uitzonderingssituaties wordt de termijn met 2 maanden verlengd. De vrouw heeft per dag recht op 2 pauzes van een half uur indien ze minstens 7,5 uur per dag werkt. Indien ze minder dan 7,5 uur werkt, maar meer dan 4 uur werkt, heeft ze recht op een pauze van 30 minuten. In principe wordt in overleg met de werkgever overeengekomen wanneer de pauzes worden opgenomen.4 Er zijn daaraan wel een aantal voorwaarden verbonden. De werkgever moet minstens 2 maanden op voorhand verwittigd worden van het feit dat de vrouw beroep wil doen op borstvoedingspauzes. Het bewijs van de borstvoeding wordt geleverd aan de hand van een medisch getuigschrift of een attest van Kind en Gezin of ONE (Franse Gemeenschap). Om recht te hebben op de vergoedingen ten laste van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, volstaat het dat de betrokkene de hoedanigheid heeft van loontrekkende. De uitkeringen voor borstvoedingspauzes bedragen 82% van het onbegrensd brutoloon voor de uren of halve uren borstvoedingspauze.5 Voor de
1
Socialistische Mutualiteiten, Borstvoedingsverlof, http://www.socmut.be/SocMut/WatTeDoenBij/ Zwangerschap/Wettelijk/borstvoedingsverlof.htm. 2 Artikel 116 bis van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 27 augustus 1994. 3 Peeters, G. (2007). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs voor en na de bevalling (brochure). Brussel. 4 Peeters, G. (2007). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs voor en na de bevalling (brochure). Brussel. 5 Artikel 223 quater van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 27 augustus 1994.
- 100 -
mensen die vanaf 1 januari 2004 borstvoedingspauzes opnemen, wordt een bedrijfsvoorheffing van 11,11% afgehouden op de vergoedingen die ze ontvangen. Elke maand levert de werkgever aan de betrokkene een formulier “attest met het oog op een uitkering voor borstvoedingspauze” (cfr. bijlage 9) af voor het ziekenfonds, waarop het loonverlies wordt vermeld dat de betrokkene de afgelopen maand heeft gehad ten gevolge van het opnemen van borstvoedingspauzes. Vanaf 1 april 2006 kan de werkgever het aantal borstvoedingspauzes van een halfuur dat een werkneemster heeft opgenomen tijdens de afgelopen maand elektronisch aangeven. De werkgever moet op eigen initiatief dit maandelijks attest afleveren.1 6.1.1.6 Vaderschapsverlof 2 Sinds 1 juli 2002 hebben vaders recht op 10 dagen vaderschapsverlof. Deze regeling is van toepassing op alle werknemers die worden tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst onder de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.3 “In de regeling op het vaderschapsverlof heeft elke werknemer, ongeacht het arbeidsregime waarin hij is tewerkgesteld (voltijds of deeltijds), het recht om 10 dagen van het werk afwezig te zijn naar aanleiding van de geboorte van een kind waarvan de afstamming langs zijn zijde vaststaat.”4 Deze 10 dagen mogen door de werknemer vrij worden gekozen binnen 30 kalenderdagen te rekenen vanaf de dag van de bevalling. De dag van de bevalling wordt beschouwd als de eerste dag van een periode van 30 dagen. De werknemer mag deze dagen eenmalig opnemen, maar ze kunnen ook naar keuze van de werknemer worden gespreid over een periode van 30 dagen vanaf de bevalling. Tijdens de eerste 3 dagen behoudt de werknemer zijn loon ten laste van de werkgever. Voor de volgende 7 dagen ontvangt hij een uitkering aan 82% van zijn begrensd brutoloon ten laste van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.5 Voor de mensen die vanaf 1 januari 2004 vaderschapsverlof of adoptieverlof opnemen, wordt een bedrijfsvoorheffing van 11,11% afgehouden op de vergoedingen die ze ontvangen.
1
Snyders, K. (z.j.). Rijksdienst voor sociale zekerheid. E-government binnen de sociale zekerheid (brochure). Brussel. 2 Artikel 223 bis van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 27 augustus 1994. 3 Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Vaderschapsverlof, http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=554. 4 Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Vaderschapsverlof, http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=554. 5 Peeters, G. (2007). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs voor en na de bevalling (brochure). Brussel.
- 101 -
Bij grensarbeiders die in Frankrijk wonen wordt geen bedrijfsvoorheffing afgehouden omdat zij onderhevig zijn aan de belastingen van hun land. Uitzondering in geval van vaderschapsverlof. Indien de grensarbeider geen formulier “travailleurs frontaliers” invult, dan wordt er bedrijfsvoorheffing ingehouden. Vult hij wel zo’n formulier in, dan verklaart hij dat hij onderworpen is aan de belastingen van zijn land. De uitkeringen voor vaderschapsverlof kunnen enkel toegekend worden voor de afwezigheidsdagen die samenvallen met arbeidsdagen. Om de uitkeringen van het ziekenfonds te krijgen, dient de werknemer een formulier “aanvraag tot het bekomen van vaderschaps- of adoptieverlof als bedoeld in de artikelen 223 bis et 223 ter van het KB van 3 juli 1996” (cfr. bijlage 10) in te dienen bij de dienst uitkeringen van zijn ziekenfonds, samen met een uittreksel van de geboorteakte. Na ontvangst van het formulier stuurt de dienst adviserend geneesheer van het ziekenfonds een document ASR aan de verzekerde toe. Vanaf dan verloopt de procedure hetzelfde als bij ziekte of ongeval van gemeen recht. Indien de dienst uitkeringen van het ziekenfonds beschikt over de verzekerbaarheidsgegevens en het inlichtingsblad van de gerechtigde + het inlichtingsblad van de werkloosheidsdienst of het inlichtingsblad van de gerechtigde + het inlichtingsblad van de werkgever, kan het dossier van de verzekerde behandeld worden. Op basis van dit inlichtingsblad kan de dienst uitkeringen van het ziekenfonds het recht op vaderschapsverlof bepalen en de vergoedingen berekenen en betalen. Om recht te hebben op een uitkering vaderschapsverlof ten laste van de ziekte- en invaliditeitsverzekering moet de werknemer voldoen aan de vereiste verzekerbaarheidsvoorwaarden. Mannen met vaderschapsverlof kunnen nooit laattijdig aangifte doen van hun arbeidsongeschiktheid. Ze moeten echter wel aangifte doen binnen de 2 jaar (verjaringstermijn). Voorbeeld van een vaderschapsverlof De transactie UCCT geeft een overzicht van alle periodes van arbeidsongeschiktheid van een aangeslotene. Hierdoor vormt deze transactie het beginpunt van alle opzoekingen in een uitkeringsdossier. UCCT / UVY0300 RAADPLEGING VAN GETUIGSCHRIFTEN NR AANSLUITING : 309 / VPV /
NATIONAALNR :
. A 06/01363 VADERSCHAP VAN 12.12.2006 (12.12.2006) . A 04/00076 VADERSCHAP VAN 21.01.2004 (21.01.2004)
TOT 10.01.2007 TOT 19.02.2004
- 102 -
De transactie UALG geeft gedetailleerde informatie weer over een uitkeringsdossier. UALG / U450300 RAADPLEGING ADMINISTRATIEVE ALGEMEENHEDEN NR. AANSLUITING : 309 / VPV / NR.GAO : 309 - 2007 SELECT.DAT. : 12122006
NATIONAAL NR : INVALIDE NR. :
GEIND.DAGB. NF:AR: 067,62 82 % BEGIN GAO : 12.12.2006 ONTVANGSTD.: KODE ZIEKTE : A VADERSCHAP ERKENDE DATUM : 12.12.2006 BESLISSING: EINDE ZIEKTE: 10.01.2007 MOTIEF:
LAATSTE DAGB.: BWG: 68,7193 RA:N // IB LID + IB WG IN 281206
Om een uitkering vaderschapsverlof aan te vragen, heeft persoon X een aanvraag ingediend aan de hand van het formulier “aanvraag tot het bekomen van vaderschaps- of adoptieverlof als bedoeld in de artikelen 223 bis en 223 ter van het KB van 3 juli 1996”, samen met een uittreksel van de geboorteakte. De dienst uitkeringen heeft van persoon X de volgende formulieren teruggekregen: • het inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde (ingevuld) • het inlichtingsblad in te vullen door de werkgever (ingevuld) Aangezien de dienst uitkeringen over voldoende elementen beschikt, kan men aan dit dossier beginnen. 1) Nagaan of de betrokkene bij meerdere werkgevers is tewerkgesteld. Dit gebeurt via het hostscherm UROU. Persoon X werkt bij 1 werkgever. UROU / URZ0300 RAADPLEGEN ROUTING VAN DE AANVRAAG ASR NR AANSLUITING : 309 / VPV / NATIONAALNR : -----------------------------------------------------------------------------ZIMA001 001 DATUM ROUTING 08.02.2007 RISICODATUM 31.01.2007 BESTEMMELING 1 PAPIER DIM.OUT WERKGEVER XXXXXX RSZ NR XXXXXX ONDERN.NR XXXXXX XXXXXX XXXXXX
- 103 -
2) Om recht te hebben op vaderschapsuitkeringen moeten een aantal voorwaarden worden voldaan: • de aanvangsdatum van het risico dat de werkgever opgeeft (via het inlichtingsblad van de werkgever) moet overeenstemmen met de aanvangsdatum die de gerechtigde heeft opgegeven (deze datum is reeds in de computer opgenomen, te raadplegen via het hostscherm UCCT). • er mogen geen 30 dagen onderbreking zijn tussen de laatste arbeidsdag of gecontroleerde werkloosheidsdag en de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid.1 • behoud van recht. De verzekerde moet in het 2e en 3e kwartaal voorafgaand aan dat waarin de arbeidsongeschiktheid aanvangt, ten minste 120 (6-dagenstelsel) of 100 (5-dagenstelsel) arbeidsdagen of gelijkgestelde dagen kunnen bewijzen. Indien ze dit niet kunnen bewijzen kan er nagegaan worden of er geen nieuwe wachttijd kan geplaatst worden. Men mag dan kijken naar het 1e en 2e kwartaal voorafgaand aan dat waarin de arbeidsongeschiktheid aanvangt. Arbeiders met tussenpozen (uitzendkrachten), seizoenarbeiders en deeltijdse werknemers moeten 400 uren bewijzen.2 De kwartaalgegevens worden opgevraagd bij de RSZ via de transactie U820. Op U820 staan alle prestaties van de verzekerde van het betrokken kwartaal vermeld. Persoon X voldoet aan de 3 voorwaarden. Dit betekent dus dat persoon X recht zal hebben op uitkeringen. 3) Via de transactie AOCO nagaan of persoon X een zelfstandig bijberoep uitoefent. Persoon X oefent geen zelfstandig bijberoep uit. 4) De categorie bepalen waartoe de gerechtigde behoort. Categorie 30: arbeider Categorie 34: werkloze arbeider Categorie 20: bediende Categorie 24: werkloze bediende Categorie 35: arbeider + inkomensgarantie Categorie 25: bediende + inkomensgarantie Bij dit dossier behoort persoon X tot categorie 30.
1
Artikel 131 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 27 augustus 1994. 2 Artikel 207 van de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, BS 27 augustus 1994.
- 104 -
5) Kijken of er reglementen van toepassing zijn. 01: carentiedag 02: wachttijd 03: niet betaalde dag (andere reden) 12: vrijstelling B.V.H. 13: vrijstelling B.V.H. V/A 81: sanctie laattijdige aangifte 91: gewaarborgd loon 92: verbrekingsvergoeding 94: aanvaard arbeidsongeval 96: feestdagen 98: bouwvakker Andere Mannen met vaderschapsverlof kunnen nooit laattijdig aangifte doen van hun arbeidsongeschiktheid. Ze moeten echter wel aangifte doen binnen de 2 jaar (verjaringstermijn). 6) Op het inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde staat een rekeningnummer vermeld. Via het hostscherm DFIG kan men controleren of het rekeningnummer al geregistreerd staat bij de dienst uitkeringen. Zoniet, moet men het rekeningnummer invoeren, want het is op dat nummer dat de uitkeringen normaal worden gestort. Er moet steeds op toegezien worden dat de gerechtigde het inlichtingsblad 2x ondertekent anders mag er niet uitbetaald worden. 7) Via de transactie USDR wordt er nagegaan of de gerechtigde schulden heeft. Persoon X heeft geen schulden. 8) Via de transactie UCRN wordt er nagegaan of de verzekerde renten ontvangt. Persoon X ontvangt geen renten. 9) Tijdens de eerste 3 dagen van het vaderschapsverlof behoudt de werknemer zijn volledige loon ten laste van zijn werkgever. Voor de volgende 7 dagen ontvangt de werknemer een uitkering ten laste van de ziekte- en invaliditeitsverzekering. De werkgever betaalt loon uit voor de volgende dagen: 12, 13 en 14 december 2006. De mutualiteit vergoedt de volgende dagen: 15, 18, 19, 20, 21, 22 en 26 december 2006. In het hostscherm UPA7 brengt men de 7 dagen in die uitbetaald worden door de ziekte- en invaliditeitsverzekering.
- 105 -
UPA7 / UKH0300 BEHEER VAN HET ROOSTER VAN HET VADERSCHAPS-EN ADOPTIE VERLOF NR AANSLUITING : 309 / VPV / (R)AADPL./(I)NVOER./(W)IJZIG: I A 06/01363 (VADERSCHAP) 12.12.2006 10.01.200
DATUM EERSTE VERLOFDAG : 15122006 DATUM TWEEDE VERLOFDAG : 18122006 DATUM DERDE VERLOFDAG : 19122006 DATUM VIERDE VERLOFDAG : 20122006 DATUM VIJFDE VERLOFDAG : 21122006 DATUM ZESDE VERLOFDAG : 22122006 DATUM ZEVENDE VERLOFDAG : 26122006 GEMIDDELD AANTAL ARBEIDSDAGEN / WEEK AANTAL ARBEIDSDAGEN PER CYCLUS : AANTAL WERKDAGEN PER CYCLUS :
: 5 00
10) Het basisloon berekenen. Persoon X is arbeider dus wordt het basisloon bekomen door het uurloon te vermenigvuldigen met het aantal arbeidsuren per week en te delen door 6. Deze gegevens zijn terug te vinden op het inlichtingsblad van de werkgever. Uurloon: €10,3079 Gemiddeld aantal uren per week van de betrokken werknemer (Q): 40 Basisloon: €10,3079 x 40 : 6 = €68,7193 Het basisloon wordt ingegeven via de transactie UCAT. Op dit bedrag zullen de uitkeringen worden berekend. De mutualiteit betaalt uit in een 6-dagenweek. Via de transactie UBET kan men de betalingen consulteren. UBET / U3K0300 RAADPLEGING VAN DE BETALINGEN GETUIGSCHRIFT : A 06 01363 JAAR/MN 200703 200703 200703 200703 200703 200703
LOT 90006 90006 90006 90006 90006 90006
AANW. 270056 770057 371045 270056 770057 371045
VADERSCHAP VAN 12.12.2006 TOT 10.01.2007 DAG. BEDRAG 537,555 37,55 5 338,10 17,511 7,51 1 67,62
PERIODE 18.12=>22.12.2006 18.12=>22.12.2006 18.12=>22.12.2006 15.12=>15.12.2006 15.12=>15.12.2006 15.12=>15.12.2006
WRDE 7,51 7,51 67,62 7,51 7,51 67,62
- 106 -
6.1.1.7 Adoptieverlof De regeling betreffende adoptieverlof is van toepassing op alle werknemers die worden tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst onder de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.1 Het adoptieverlof bedraagt maximum 6 weken als het kind bij het begin van het adoptieverlof jonger is dan 3 jaar en maximum 4 weken als het kind wel de leeftijd van 3 jaar heeft bereikt. Is het kind 8 jaar of meer dan heeft men geen recht op adoptieverlof. De duur van het adoptieverlof wordt verdubbeld wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66%. Het verlof moet een aanvang nemen binnen 2 maanden volgend op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente waar hij zijn verblijfplaats heeft.2 De eerste 3 dagen van het verlof behouden de adoptievader en de adoptiemoeder hun loon ten laste van de werkgever. Voor het resterend gedeelte van het adoptieverlof ontvangen ze een uitkering aan 82% van hun begrensd brutoloon ten laste van de ziekte- en invaliditeitsverzekering.3 Voor de mensen die vanaf 1 januari 2004 adoptieverlof opnemen, wordt een bedrijfsvoorheffing van 11,11% afgehouden op de vergoedingen die ze ontvangen. Bij grensarbeiders die in Frankrijk wonen wordt geen bedrijfsvoorheffing afgehouden omdat zij onderhevig zijn aan de belastingen van hun land. Uitzondering in geval van adoptieverlof. Indien de grensarbeider geen formulier “travailleurs frontaliers” invult, dan wordt er bedrijfsvoorheffing ingehouden. Vult hij/zij wel zo’n formulier in, dan verklaart hij/zij dat hij/zij onderworpen is aan de belastingen van zijn/haar land. Om de uitkeringen van het ziekenfonds te krijgen, dient de werknemer een formulier “aanvraag tot het bekomen van vaderschaps- of adoptieverlof als bedoeld in de artikelen 223 bis et 223 ter van het KB van 3 juli 1996” (cfr. bijlage 10) in te dienen bij de dienst uitkeringen van zijn ziekenfonds, samen met een uittreksel van de geboorteakte. Na ontvangst van het formulier stuurt de dienst adviserend geneesheer van het ziekenfonds een document ASR aan de verzekerde toe. Vanaf dan verloopt de procedure hetzelfde als bij ziekte of ongeval van gemeen recht. Indien de dienst uitkeringen van het ziekenfonds beschikt over de verzekerbaarheidsgegevens en het inlichtingsblad van de gerechtigde + het inlichtingsblad van de werkloosheidsdienst of het inlichtingsblad van de gerechtigde + het inlichtingsblad van de werkgever, kan het dossier van de verzekerde behandeld worden.
1
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Adoptiesverlof, http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=535. 2 Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Adoptiesverlof, http://www.werk.belgie.be/defaultTab.aspx?id=535. 3 Peeters, G. (2005). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs in uitkeringen (brochure). Brussel.
- 107 -
Op basis van dit inlichtingsblad kan de dienst uitkeringen van het ziekenfonds het recht op adoptieverlof bepalen en de vergoedingen berekenen en betalen. Om recht te hebben op een uitkering adoptieverlof ten laste van de ziekte- en invaliditeitsverzekering moet de werknemer voldoen aan de vereiste verzekerbaarheidsvoorwaarden. Personen met adoptieverlof kunnen nooit laattijdig aangifte doen van hun arbeidsongeschiktheid. Ze moeten echter wel aangifte doen binnen de 2 jaar (verjaringstermijn).
6.1.2 Nabije toekomst De doelstelling is om de aangifte van een sociaal risico uitsluitend elektronisch te laten verlopen. 1
Elektronisch inlichtingsblad 4 RVA + WL kassen
KSZ
3 3
4
3 1 Verzekeringsinstelling
NIC
4 4
5 2
3
Extranet
6 Verzekerde
4
3
Werkgever
1) Wanneer zich een sociaal risico voordoet, dan doet de verzekerde zelf aangifte van het sociaal risico. Hij moet dit zo snel mogelijk melden aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds met een officieel formulier “getuigschrift van arbeidsongeschiktheid”. Dit getuigschrift moet door de verzekerde over de post worden verzonden of afgegeven tegen ontvangstbewijs. De verzekeringsinstelling dient van elke erkende arbeidsongeschiktheid een kennisgeving te doen aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid via het Nationaal Intermutualistisch College via de hoedanigheidscode 02. 1
Intern verslag Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (2005).
- 108 -
2) Eenmaal de mutualiteit de kwaliteitscode 02 ontvangt, stuurt de dienst adviserend geneesheer van het ziekenfonds een document ASR naar de verzekerde: • inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde + erkenning van arbeidsongeschiktheid + een nieuw medisch getuigschrift + kaartje van arbeidshervatting • inkomensverklaring formulier 225 (uitgezonderd bij moederschaps –en vaderschapsverlof) • eventueel vakantieattest • eventueel formulier ongeval 3 + 4) Na ontvangst van de code 02, stuurt de verzekeringsinstelling via het NIC en het extranet een push naar de werkgever. Er wordt aan de werkgever of het sociaal secretariaat melding gedaan van de arbeidsongeschiktheid van een werknemer en er wordt gevraagd om het document ASR in te vullen. De werkgever of het sociaal secretariaat wordt verzocht de loon- en arbeidstijdgegevens mee te delen voor de periode die voorafgaat aan het sociaal risico waarvoor een dergelijke aangifte nog niet beschikbaar is bij de RSZ (miniDmfa). In geval van uitzendarbeid, seizoensarbeid, … wordt aan de werkgever gevraagd om eveneens de loon- en arbeidstijdgegevens mee te delen van het kwartaal waarin het sociaal risico een aanvang nam. De werkgever moet ook gegevens meedelen zoals gewaarborgd loon, feestdagen, verbrekingsvergoeding, … Al deze gegevens zijn belangrijk om het recht op uitkeringen te kunnen vaststellen en voor het berekenen van het bedrag ervan. Via het extranet stuurt de werkgever de aangifte van het sociaal risico naar het Nationaal Intermutualistisch College (NIS), die het overmaakt aan de verzekeringsinstelling waarbij de werknemer is aangesloten. 3 + 4) Na ontvangst van de code 02, stuurt de verzekeringsinstelling via het NIC en via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid een push naar de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening. Aangezien de verzekeringsinstellingen niet weten bij welke werklozenkas de verzekerde is aangesloten, verloopt de uitwisseling van gegevens via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Er wordt nagegaan of de betrokkene ooit werkloos is geweest. Is dit het geval, dan wordt er aan de werkloosheidskassen gevraagd om het document ASR (inlichtingsblad in te vullen door de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen) in te vullen. Dit alles zal verlopen via de flux werkloosheid (L500). Vermits de sector werkloosheid de authentieke bron is van de verzekerbaarheidsgegevens en het verloren loon en niet de werkgever, dient er naast de Dmfa en de BASR, opgesteld door de werkgever, iets identieks afgeleverd te worden door de werklozenkas. De werklozenkas stuurt de ingevulde ASR elektronisch terug via de RVA, via de KSZ en via het NIC naar de verzekeringsinstelling waarbij de betrokkene is aangesloten.
- 109 -
Na de integratie van de kwaliteitscode 02 kan de mutualiteit de gegevens van de Dmfa bevragen aan de KSZ.1 Het ziekenfonds heeft deze gegevens nodig om na te gaan of de verzekerbaarheid in regel is, om het gederfd loon en de hoedanigheid van regelmatig werknemer te berekenen en om de anticumulregels toe te passen. Als de KSZ de loon- en arbeidstijdgegevens niet overmaakt, deze onvolledig of van slechte kwaliteit zijn, dan is er een automatische rappelprocedure voorzien. 5) De verzekerde stuurt zijn ingevulde documenten zo snel mogelijk op naar zijn verzekeringsinstelling. 6) Indien de dienst uitkeringen van het ziekenfonds beschikt over de volgende documenten, dan kan het dossier van de verzekerde behandeld worden: • inlichtingsblad van de gerechtigde + inlichtingsblad van de werkloosheidsdienst of inlichtingsblad van de gerechtigde + inlichtingsblad van de werkgever • verzekerbaarheidsgegevens Eenmaal een dossier is afgehandeld, dan wordt de verzekerde hierover geïnformeerd (dagbedrag, bedrijfsvoorheffing, niet-vergoedbare periode, …).
6.2 Procedure zelfstandige 6.2.1 Huidige situatie
6.2.1.1 Ziekte of ongeval van gemeen recht Wanneer een zelfstandige arbeidsongeschikt wordt, moet hij dit zo snel mogelijk melden aan de adviserend geneesheer van het ziekenfonds met een officieel formulier “verklaring van arbeidsongeschiktheid” (cfr. bijlage 11). Deze verklaring moet door de verzekerde over de post worden verzonden. De poststempel geldt als bewijs omtrent de datum van aangifte. Zelfstandigen moeten aangifte doen binnen de 28 kalenderdagen volgend op het begin van de arbeidsongeschiktheid.2 Aangifte buiten deze datum is laattijdig. Voor zelfstandigen die te laat hun aangifte doen, wordt een sanctie toegepast: 10% van de uitkeringen wordt ingehouden.3 Men krijgt dus slechts uitkeringen aan 90% vanaf de aanvang van de arbeidsongeschiktheid tot en met de datum van aangifte. Personen die gehospitaliseerd zijn, kunnen nooit laattijdig aangifte doen van hun arbeidsongeschiktheid. Ze dienen wel aangifte te doen binnen de 2 jaar (verjaringstermijn). 1
Intern verslag Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (z.j.). Artikel 54 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid ten voordele van de zelfstandigen, BS 7 augustus 1971. 3 Artikel 58 bis van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid ten voordele van de zelfstandigen, BS 7 augustus 1971. 2
- 110 -
De eerste maand van de arbeidsongeschiktheid is namelijk een niet vergoedbare periode, ook wel een carensperiode genoemd. Een zelfstandige die verzekerd is voor zowel de kleine als de grote risico’s moet aangifte doen van de arbeidsongeschiktheid binnen de 2 dagen om te kunnen genieten van de vrije verzekering.1 Een zelfstandige kan zich vrijwillig verzekeren voor de kleine risico’s, hij moet daarvoor een aparte verzekering afsluiten bij het ziekenfonds. Deze personen hebben vanaf de 8ste dag arbeidsongeschiktheid tot het einde van de eerste maand ziekte recht op een dagbedrag van € 30 (voordeel dat verschillend is van ziekenfonds tot ziekenfonds).2 Aangifte buiten deze datum is laattijdig. Zelfstandigen die verzekerd zijn voor zowel kleine als grote risico’s verliezen € 30 per dag vanaf de 8ste kalenderdag tot en met de dag van aangifte. Bij hervalling, d.w.z. als de zelfstandige opnieuw ziek wordt binnen de 14 kalenderdagen na een vorige ziekteperiode, dan moet de aangifte steeds gebeuren binnen de 2 kalenderdagen.3 Aan de hand van “de verklaring van arbeidsongeschiktheid” erkent de adviserend geneesheer de arbeidsongeschiktheid niet. Na ontvangst van “de verklaring van arbeidsongeschiktheid” stuurt de dienst uitkeringen de volgende formulieren op naar de zelfstandigen: • een vragenlijst i.v.m. de zelfstandige beroepsactiviteit nodig voor de erkenning van de arbeidsongeschiktheid (cfr. bijlage 12) • een inlichtingenblad uitkeringen nodig voor de berekening van de ziektevergoedingen (cfr. bijlage 13) • bericht van arbeidshervatting op te sturen ingeval van hervatting van de zelfstandige activiteit (cfr. bijlage 14) • formulier 225 (cfr. bijlage 5) • een verklaring van arbeidsongeschiktheid, voor een eventuele volgende ongeschiktheid (cfr. bijlage 11) • eventueel een formulier arbeidsongeval (cfr. bijlage 7) “Slechts na ontvangst van de vragenlijst kan de adviserend geneesheer, op voorwaarde dat de gerechtigde in regel is met de bijdragen van zijn sociaal verzekeringsfonds van de zelfstandigen, een beslissing nemen aangaande de erkenning van de arbeidsongeschiktheid.”4 De adviserend geneesheer maakt het bewijs “erkenning van arbeidsongeschiktheid” of het bewijs “weigering van erkenning” over aan de dienst uitkeringen, de dienst adviserend geneesheer van de verzekeringsinstelling en aan de gerechtigde.
1
Artikel 42 van de Provinciale statuten 309 (versie 1 januari 2006). Artikel 42 van de Provinciale statuten 309 (versie 1 januari 2006). 3 Artikel 54 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid ten voordele van de zelfstandigen, BS 7 augustus 1971. 4 Peeters, G. (2005). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs in uitkeringen (brochure). Brussel. 2
- 111 -
De verzekeringsinstelling dient van elke erkende arbeidsongeschiktheid een kennisgeving te doen aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid via het Nationaal Intermutualistisch College via de hoedanigheidscode 02. Na de integratie van deze code kan de mutualiteit de verzekerbaarheidsgegevens bevragen via het NIC aan de KSZ. De kruispuntbank haalt de gegevens betreffende de betaling van de bijdragen voor het huidige kwartaal waarin de arbeidsongeschiktheid begonnen is en de 3 kwartalen voorafgaand aan dat waarin de arbeidsongeschiktheid begonnen is bij het sociaal verzekeringsfonds waarbij de zelfstandige is aangesloten. De gerechtigde moet altijd in regel te zijn met de betalingen aan het sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen, anders kan hij geen uitkeringen genieten. De zelfstandige moet de bijdragen voor het 2e en het 3e kwartaal die voorafgaan aan de arbeidsongeschiktheid betaald hebben aan zijn sociaal verzekeringsfonds anders kan hij niet genieten. Bovendien moet de zelfstandige bewijzen dat de hoedanigheid van zelfstandige behouden bleef tot ten minste 30 dagen voor de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid. Gedurende het eerste jaar van de arbeidsongeschiktheid, het primaire tijdvak genoemd, ontvangt de verzekerde vanaf de tweede maand een forfaitair dagbedrag dat afhankelijk is van de gezinssamenstelling en het inkomen van bepaalde gezinsleden. Vanaf 01/04/2007: Met gezinslast: € 38,67 Alleenstaande: € 29,01 Samenwonend: € 25,76 Vanaf het tweede jaar arbeidsongeschiktheid ontvangt de zelfstandige een forfaitair dagbedrag dat afhankelijk is van de gezinssamenstelling en het inkomen van bepaalde gezinsleden, maar ook het feit of het bedrijf al dan niet is stopgezet, heeft een invloed. Vanaf 01/04/2007: Bedrijf niet stopgezet Met gezinslast: € 38,67 Alleenstaande: € 29,01 Samenwonend: € 25,76 Bedrijf stopgezet Met gezinslast: € 42,47 Alleenstaande: € 33,99 Samenwonend: € 28,85
- 112 -
Voorbeeld van een ongeval van gemeen recht Persoon X is zelfstandig. Op 24 april 2006 werd de betrokkene arbeidsongeschikt wegens een ongeval. Op 2 mei 2006 heeft hij de adviserend geneesheer op de hoogte gebracht van zijn verkeersongeval met het officieel formulier “verklaring van arbeidsongeschiktheid”. De adviserend geneesheer heeft aan de hand van de ingevulde vragenlijst de arbeidsongeschiktheid erkend. UCCT / UVY0300 RAADPLEGING VAN GETUIGSCHRIFTEN NR AANSLUITING : 309 / VPV / . 2006/06879 . 2000/04124 . 1997/11047
NATIONAALNR :
ZIEKTE VAN 24.04.2006 ONGEVAL ZIEKTE VAN 08.04.2000 ZIEKTE ZIEKTE VAN 08.12.1997 ZIEKTE
TOT 15.01.2007 6 AANV TOT 16.04.2000 1 AANV TOT 01.02.1998 1 AANV
UALG / U450300 RAADPLEGING ADMINISTRATIEVE ALGEMEENHEDEN NR. AANSLUITING : 309 / VPV / NATIONAAL NR : NR.GAO : 309 - 2006 SELECT.DAT. : 24042006 INVALIDE NR. :
GEIND.DAGB. NF:ZA: 029,01 BEGIN GAO : 24.04.2006 ONTVANGSTD.: 02.05.2006 KODE ZIEKTE : 6 ONGESCHIKT. ERKENDE DATUM : 24.04.2006 BESLISSING: 1 EINDE ZIEKTE: 15.01.2007 MOTIEF:
LAATSTE DAGB.: BEZ:Y // 15052006: U410 OK 15052006: ERKENNING MA BINNEN 23052006: 600 EURO KLEINE RISICO’S BETAALT
1) Nagaan of de zelfstandige de vrije verzekering voor kleine risico’s heeft betaald. Dit doen we door het hostscherm AOCO te raadplegen. Zelfstandigen hebben de keuze om toe te treden tot de vrije verzekering mits het betalen van een bijdrage. De kleine risico’s moeten betaald zijn voor het huidige kwartaal anders kan de gerechtigde niet genieten van dit voordeel. Persoon X heeft de vrije verzekering voor kleine risico’s betaald voor het 1ste en 2de kwartaal van 2006.
- 113 -
AOCO / AZH0300 CONTROLE VAN DE VERZEKERBAARHEIDSDOCUMENTEN VPV EN VRV VOOR HET JAAR 2006 insz : 309 / VPV / GEOPEND CONTRACT / TIT. 1. 001/001 . SOCIALE SITUATIE 2. 001/005 . ONDERWERPING . GELIJKST Z.A. . ONDERWERPING 3. 001/001 . KL. RISIK. 4. 000/000
01012006 - 30062006
5. 001/001 . VPV/VRV RECHT 6. 001/005 . Z.A. ACTIVITEIT . Z.A. ACTIVITEIT documenten 1 (ACTIEF)
01011997 04 Z.A. 1 ACTIEF 19091994 - 30062006 03 Z.A. HOOFDB. 01072006 01072006 03 Z.A. HOOFDB.
01012006 - 31122006 410/900 (0)RECHT 01041994 - 24042006 01041994 -
schermen gegevens type
. paginering .
2) Nagaan of het lid de aangifte van zijn/haar arbeidsongeschiktheid op tijd heeft gedaan. Zelfstandigen die enkel verzekerd zijn voor de grote risico’s moeten aangifte doen binnen de 28 kalenderdagen volgend op het begin van de arbeidsongeschiktheid. Een zelfstandige die verzekerd is voor zowel de kleine als de grote risico’s moet aangifte doen van de arbeidsongeschiktheid binnen de 2 dagen om te kunnen genieten van de vrije verzekering.1 De datum van aangifte is terug te vinden via het hostscherm UALG. De kleine risico’s zijn betaald voor het huidige kwartaal, wat inhoudt dat persoon X 2 kalenderdagen de tijd had om aangifte te doen van het risico. Hij had dus tijd tot en met 26 april 2006 om aangifte te doen. Dit betekent dat persoon X laattijdig is. Wanneer iemand laattijdig is, dient men na te gaan of deze persoon op dit moment niet gehospitaliseerd was. Via de transactie GCON kan men nagaan of iemand gehospitaliseerd is.
1
Artikel 42 van de Provinciale statuten 309 (versie 1 januari 2006).
- 114 -
GCON / GSHM0N01
CARENET - DOCUMENTEN 721/727
Status : 00 Lib : 00-Document met beslissin Van : 01010001 Tot : 31129999 Id. : 309 VPV Inst. : Opname :
Be : Rw : Ontslag :
C: F:
O Instelling Periode Mot F BPsup St Dn Be Rw Klasseringsgegevens Kommentaar . 71039632000 24.04.2006 1941 15.05.2006 1500 9-0 0 00 21 00 00 CARENET-2006014583 CARENET-2006030309 . 71039731000 12.08.2003 1725 15.08.2003 1300 0-0 0 00 21 00 00 T09885 2003023731 T09984 2003023647 . 71067742000 01.12.1989 1846 02.12.1989 1900 0-0 0 00 21 00 00 069238 072415 Bevestiging : N
Blz : 01/01
Persoon X was gehospitaliseerd, waardoor hij nooit laattijdig aangifte kan doen van zijn arbeidsongeschiktheid. Dus mag er geen sanctie worden toegepast. Dit betekent dat de gerechtigde vanaf de 8ste dag van zijn arbeidsongeschiktheid tot en met het einde van de 1ste maand arbeidsongeschiktheid recht heeft op een dagbedrag van € 30 (voordeel uitgaande van de Bond Moyson). Persoon X heeft vanaf 1 mei 2006 tot en met 23 mei 2006 recht op een dagbedrag van € 30, op voorwaarde dat hij zijn bijdragen heeft betaald aan zijn sociaal verzekeringsfonds. 3) Via de transactie ADCS kan men nagaan of het om een ongeval gaat. Op het hostscherm UALG staat bij de ziekte de code 6 vermeld. De code 6 staat voor ongeval. ADCS / GQVN0N01 SUBROGATIE-OPVOLGING DOSSIER/SELECT.UITG. Dossiernummer : Identificatie : 12 Verkeersongeval met mogelijke verant. derde/vergoedingsplichtige 01 Dossier overgemaakt aan verzekeringsmaatschappij / aan derde Cons.: DWH : 09.10.2006 OPEN Per.: 24.04.2006 Kom. : S Volg. Beschik. Regist.
Bedrag
Mun At Bd Rt Dat.Real. Dat.Arch.
4) Behoud van recht. Via de transactie U410 kan men nagaan of de zelfstandige zijn bijdragen heeft betaald aan zijn sociaal verzekeringsfonds voor het 2e en het 3e kwartaal die voorafgaan aan de arbeidsongeschiktheid. Ook dient de zelfstandige te bewijzen dat de hoedanigheid van zelfstandige behouden bleef tot ten minste 30 dagen voor de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid. - 115 -
De gerechtigde dient altijd in regel te zijn met de betalingen van het sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen, anders kan hij/zij geen uitkeringen genieten. Persoon X is in orde met de verzekerbaarheid. U410 / ULD0300 RAADPLEGING VAN DE GEGEVENS L410 NR. AANSLUITING VOOR IDENTIFIKATIE : 309 / VPV / GEBOORTEDATUM : NAAM EN VOORNAAM : NUMMER G.A.O. : 2006 06879 TYPE ZIEKTE (O,M,V) : O
STAT DATE TRIM TRIM AANV VERZ. BEGIN ZIEK. 2 00 04.05.2006 20053 20062
GELDIGHEIDSPERIODE BEGINDATUM EINDD 01.07.2005 31.12.2006
CO CO CO CO CO CO CO CO B3 Z3 B2 Z2 B1 Z1 B0 Z0 01 01 01 01 01 01 00 01
5) Aan de hand van het formulier 225 de modellen A en B bepalen. Informatie over de samenstelling van het gezin volgens model A A: alleenstaande 1: samenwonende art. 225 § 1/1 → gehuwd 2: samenwonende art. 225 § 1/2 → feitelijk gezin 3: samenwonende art. 225 § 1/3 → kinderen 4: samenwonende art. 225 § 1/4 → bloed- en aanverwanten tot de 3e graad 5: samenwonende art. 225 § 1/5 → alimentatiegeld 9: andere samenwonende art. 225 Informatie over het model B: inkomen van echtgeno(o)t(e) of samenwonende(n) A: geen enkel inkomen B: inkomen groter dan het toegelaten grensbedrag € 1258,91 C: inkomen niet groter dan het toegelaten grensbedrag € 743,75 D: inkomen tussen € 743,75 en € 1258,91 Persoon X is alleenstaand → A. Het hostscherm RPAR raadplegen om de huidige gezinssamenstelling op te vragen via de Kruispuntbank. Deze gegevens worden gebruikt om na te gaan of de gerechtigde het formulier 225 juist invult, want op basis van dit document wordt het forfaitair dagbedrag bepaald. Deze uitkering is afhankelijk van de gezinssamenstelling en bepaalde inkomsten van de gezinsleden. Persoon X is effectief alleenstaand. 6) Via de transactie UBET kan men de betalingen raadplegen. Persoon X ontvangt vanaf 24 mei 2006 een forfaitair dagbedrag. Vanaf 1 oktober 2006 en 1 januari 2007 vindt er een indexering plaats.
- 116 -
UBET / U3K0300
RAADPLEGING VAN DE BETALINGEN
BETALINGEN VANAF 01.04.2006 TOT JAAR/MN 200605 200606 200606 200607 200607 200608 200608 200609 200609 200610 200610 200611 200611 200612 200612 200701
LOT 00135 00050 00139 00046 00134 00045 00131 00043 00132 00043 00133 00046 00138 00054 00153 00046
AANW. 325804 325804 325804 325804 325804 325804 325804 325804 325804 325804 325804 325804 325804 325804 325804 325404
DAG. BEDRAG 7 166,74 13 309,66 13 309,66 13 309,66 13 309,66 13 309,66 14 333,48 13 309,66 13 309,66 12 291,60 14 340,20 13 315,90 13 315,90 13 315,90 13 315,90 13 377,13
PERIODE 24.05=>31.05.2006 01.06=>15.06.2006 16.06=>30.06.2006 01.07=>15.07.2006 16.07=>31.07.2006 01.08=>15.08.2006 16.08=>31.08.2006 01.09=>15.09.2006 16.09=>30.09.2006 01.10=>15.10.2006 16.10=>31.10.2006 01.11=>15.11.2006 16.11=>30.11.2006 01.12=>15.12.2006 16.12=>31.12.2006 01.01=>15.01.2007
WRDE 23,82 23,82 23,82 23,82 23,82 23,82 23,82 23,82 23,82 24,30 24,30 24,30 24,30 24,30 24,30 29,01
6.2.1.2 Moederschapsrust Zelfstandigen en meewerkende echtgenoten die zwanger zijn, hebben recht op moederschapsrust. De rust bedraagt 6 weken en bestaat uit 3 weken voorbevallingsrust en 3 weken nabevallingsrust. In geval van een meerling wordt de periode van moederschapsrust verlengd met 1 extra week. De vrouw moet minstens 1 week wettelijk verplichte voorbevallingsrust opnemen. “De nabevallingsrust stemt overeen met het saldo van de periode van 6 weken (of 7 in geval van een meerling) die wordt verminderd met de periode van voorbevallingsrust die werd opgenomen.”1 Indien de vrouw later bevalt dan voorzien, dan wordt de voorbevallingsrust verlengd tot aan de reële bevallingsdatum. De nabevallingsrust wordt verminderd met het aantal dagen dat de voorbevallingsrust verlengd werd. Indien de vrouw vroeger bevalt dan voorzien, dan wordt de nabevallingsrust verlengd met het aantal dagen dat de voorbevallingsrust verminderd werd.2
1 2
Peeters, G. (2005). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs voor zelfstandigen (brochure). Brussel. Peeters, G. (2005). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs voor zelfstandigen (brochure). Brussel.
- 117 -
Aan de hand van het formulier “aanvraag tot het bekomen van de forfaitaire uitkering in het kader van de moederschapsverzekering voor zelfstandigen” (cfr. bijlage 15), wordt de moederschapsrust aangevraagd. De aanvraag voor moederschapsrust moet via de post worden verstuurd naar het ziekenfonds. De aanvraag moet bij aanvang van de moederschapsrust worden bezorgd om de verplichte prenatale rust van ten minste een week voor de vermoedelijke bevallingsdatum te garanderen.1 Na ontvangst van “de verklaring van arbeidsongeschiktheid” stuurt de dienst uitkeringen van het ziekenfonds de volgende formulieren op naar de zelfstandigen en de meewerkende echtgenoten: • een vragenlijst i.v.m. de zelfstandige beroepsactiviteit nodig voor de erkenning van de arbeidsongeschiktheid (cfr. bijlage 12) • een inlichtingenblad uitkeringen nodig voor de berekening van de ziektevergoedingen (cfr. bijlage 13) • bericht van arbeidshervatting op te sturen ingeval van hervatting van de zelfstandige activiteit (cfr. bijlage 14) • formulier 225 (cfr. bijlage 5) • een verklaring van arbeidsongeschiktheid, voor een eventuele volgende ongeschiktheid (cfr. bijlage 11) • eventueel een formulier arbeidsongeval (cfr. bijlage 7) De zelfstandigen en de meewerkende echtgenotes kunnen aanspraak maken op die moederschapsuitkeringen indien ze aan de volgende voorwaarden2 voldoen: • alle beroepsactiviteiten gedurende de periode van moederschapsrust volledig stopzetten. • na de bevalling moet de betrokkene een geboorteattest, afgeleverd door de dienst bevolking van de gemeente van de plaats van de geboorte, bezorgen aan het ziekenfonds. • de gerechtigde moet haar bijdragen betaald hebben aan haar sociaal verzekeringsfonds voor het 2e en het 3e kwartaal die voorafgaan aan de arbeidsongeschiktheid. Ook dient de zelfstandige te bewijzen dat de hoedanigheid van zelfstandige behouden bleef tot ten minste 30 dagen voor de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid. • de gerechtigde moet binnen de 2 dagen na het einde van de moederschapsrust een verklaring van werkhervatting opsturen naar het ziekenfonds. Die formaliteiten zullen de verzekeringsinstelling in staat stellen om de periodes van prenatale en postnatale rust definitief te bepalen op basis van de werkelijke bevallingsdatum. Ook stelt het de mutualiteit in staat om te controleren of de sociaal verzekerde geen beroepsactiviteit heeft hervat voor het einde van de periode van verplichte postnatale rust.
1
Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Omzendbrief 2003, http://www.riziv.fgov.be/insurer/nl/circulars/allowances/maternity/index.htm. 2 Peeters, G. (2005). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs voor zelfstandigen (brochure). Brussel.
- 118 -
Tijdens de periode van 6 weken moederschapsrust, geniet de werkneemster van een forfaitaire uitkering van € 2082,71 (sinds 1 oktober 2006). Het bedrag van de forfaitaire uitkering wordt berekend op basis van het bedrag dat op de eerste dag van de periode van moederschapsrust van toepassing is. Een indexering tijdens een moederschapsrust heeft geen invloed op het bedrag van de moederschapsuitkering. In geval van een meerling geniet de gerechtigde een bijkomende week rust. Daarvoor ontvangt ze een aanvullende forfaitaire uitkering waarvan het bedrag in verhouding is met het vorige (€ 347,11). Personen met moederschapsrust kunnen nooit laattijdig aangifte doen van hun arbeidsongeschiktheid. Ze dienen wel aangifte te doen binnen de 2 jaar. Op de forfaitaire uitkering wordt bedrijfsvoorheffing afgehouden. Voorbeeld van een moederschapsrust Aan de hand van het formulier “aanvraag tot het bekomen van de forfaitaire uitkering in het kader van de moederschapsverzekering voor zelfstandigen” heeft persoon X de moederschapsrust aangevraagd.
UCCT / UVY0300 RAADPLEGING VAN GETUIGSCHRIFTEN NR AANSLUITING : 309 / VPV /
NATIONAALNR :
. B 06/01617 BEVALLING VAN 01.11.2006 TOT 12.12.2006 1 . 2000/21490 ZIEKTE VAN 04.02.2000 MOEDERSCHAPSR. TOT 29.02.2000 1 AANV . 1990/26554 ZIEKTE VAN 13.08.1990 ONGEVAL TOT 19.08.1990 1 AANV . 1990/22676 ZIEKTE VAN 21.03.1990 ZIEKTE TOT 25.03.1990 1 AANV . 1990/20932 ZIEKTE VAN 29.01.1990 ZIEKTE TOT 12.02.1990 0 AANV
UALG / U450300 RAADPLEGING ADMINISTRATIEVE ALGEMEENHEDEN NR. AANSLUITING : 309 / VPV / NR.GAO : 309 - 2007 SELECT.DAT. : 01112006
GEIND.DAGB. NF:ZA BEGIN GAO : 01.11.2006 ONTVANGSTD.: ERKENDE DATUM : 01.11.2006 BESLISSING:
NATIONAAL NR : INVALIDE NR. :
KODE ZIEKTE : M M EINDE ZIEKTE: 07.01.2007 MOTIEF: 1
LAATSTE DAGB.: BEZ:N // MOEDERSCH:BEG:01.11.2006 VERMOED:08.11.2006 REEEL :08.11.2006 LIMIET:12.12.2006 29112006: PAKKET NR LID /// 05122006: U410 OK
- 119 -
De vrouw stopt op 1 november 2006 met haar zelfstandige beroepsbezigheid. Op 8 november 2006 bevalt ze van een kind. Ze is verplicht om 6 weken moederschaprust te nemen. Aangezien ze 1 week voor de vermoedelijke datum van de bevalling stopt met werken, heeft ze recht op 5 weken nabevallingsrust. Ten vroegste op 13 december 2006 kan ze haar werk hervatten.
UCDM - U3W0300 RAADPLEGING VAN PERIODES "MOEDERSCHAPSBESCHERMING" AANSLUITINGSNUMMER : 309 / VPV /
BEGIN : 01112006
BEROEPSKODE : 4 GR.RIS. V 37 JAAR AKTIEVE Z.KL.RIS BEGIN VERWIJD.: 01112006 TYP.VERWIJ.: BEGIN RUST : 01112006 DOK.LIASSE : N N N N N VERMOED.DATUM : 08112006 REELE DATUM : 08112006 MEERLING : N VERL.1W.NA BEVAL: N LIMIET DATUM : 12122006 BEGIN HOSPIT. : EINDE BORSTV. : 12122006 EINDE HOSPIT. : -----------------------------------------------------------------------------INVOERINGSDAT.: 16112006 EINDE ZIEKTE : 07012007 MOTIEF: 1
1) Behoud van recht. Via de transactie U410 kan men nagaan of de zelfstandige vrouw haar bijdragen heeft betaald aan haar sociaal verzekeringsfonds voor het 2e en het 3e kwartaal die voorafgaan aan de arbeidsongeschiktheid. Ook dient ze te bewijzen dat de hoedanigheid van zelfstandige behouden bleef tot ten minste 30 dagen voor de aanvangsdatum van de arbeidsongeschiktheid. De gerechtigde moet in regel te zijn met de sociale bijdragen voor zelfstandigen, anders kan zij geen uitkeringen genieten. Persoon X is in orde met de verzekerbaarheid.
U410 / ULD0300 RAADPLEGING VAN DE GEGEVENS L410 NR. AANSLUITING VOOR IDENTIFIKATIE : 309 / VPV / GEBOORTEDATUM : NAAM EN VOORNAAM : NUMMER G.A.O. : 2006 01617 TYPE ZIEKTE (O,M,V) : M
STAT DATE TRIM TRIM AANV VERZ. BEGIN ZIEK. 2 00 21.11.2006 20061 20064
GELDIGHEIDSPERIODE CO CO CO CO CO CO CO CO BEGINDATUM EINDDATUM B3 Z3 B2 Z2 B1 Z1 B0 Z0 01.01.2006 31.06.2006 01 01 01 01 01 01 01 01
2) Persoon X ontvangt van 1 november 2006 tot en met 12 december 2006 een forfaitair bedrag. Bij bevallingsrust wordt er op de uitkeringen 11,11% bedrijfsvoorheffing ingehouden.
- 120 -
6.2.2 Nabije toekomst Er zijn nog geen plannen om te werken via elektronische drager. De procedure blijft dus hetzelfde als voordien. Het enige dat verandert is de verzekering voor de kleine risico’s. Sinds 1 juli 2006 zijn nieuwe zelfstandigen (starters) en zelfstandigen met een laag pensioen automatisch verzekerd tegen kleine risico’s. Wanneer ze arbeidsongeschikt worden, ontvangen ze tijdens de eerste maand van de ziekte geen uitkeringen ten laste van het ziekenfonds, dit in tegenstelling tot voordien. De eerste maand van de ziekte is voor deze personen een niet vergoedbare periode, ook wel een carensperiode genoemd. Pas vanaf de tweede maand ontvangen ze vergoedingen als ze voldoen aan de voorwaarden zoals hierboven beschreven. De bedoeling is vanaf 1 januari 2008 de kleine risico’s te integreren in de sociale bijdragen die de zelfstandigen betalen.1 Dit houdt in dat elke zelfstandige zowel voor de grote als voor de kleine risico’s verzekerd zal zijn. Het is hoogst waarschijnlijk dat het percentage van de sociale bijdragen zal stijgen.
1
Peeters, G. (2005). Socialistische Mutualiteiten. Grote en kleine risico’s voor zelfstandigen (brochure). Brussel.
- 121 -
Hoofdstuk 7: Invloed van het e-governmentproject
Na de bespreking van de 3 luiken van het e-governmentproject, volgt een uiteenzetting over hoe dit project wordt ervaren bij de Socialistische Mutualiteit Bond Moyson West-Vlaanderen, de andere verzekeringsinstellingen, de uitbetalingsinstellingen, de werkgevers en de minister van Werk en Informatisering Peter Vanvelthoven. Aan de hand van een vragenlijst, uitgezonderd bij minister Peter Vanvelthoven, heb ik hun meningen kunnen verzamelen.
7.1 Minister van Werk en Informatisering Peter Vanvelthoven In het onderstaand persbericht van 19 december 2005 geeft minister Peter Vanvelthoven zijn visie over de aangifte van een sociaal risico. "Elektronische aangifte sociale risico’s vanaf 1 januari 2006" Werknemers moeten minder lopen voor uitkeringen “Vanaf 1 januari 2006 kunnen werkgevers sociale risico’s zoals arbeidsongeschiktheid en moederschapsrust elektronisch aangeven. Vanaf 1 juli 2006 volgt het sociale risico van de volledige werkloosheid door het elektronisch maken van het C4-formulier. Het gevolg: werknemers lopen veel minder het risico dat hun dossiers, waardoor ze recht krijgen op een uitkering, verloren gaan of foutief zijn en ze moeten veel minder van de ene sociale instelling naar de andere lopen. Voor werkgevers is er opnieuw een drastische vermindering van de administratieve rompslomp. Dat maakten minister van Werk en Informatisering Peter Vanvelthoven en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Rudy Demotte vandaag bekend naar aanleiding van de laatste van een reeks landelijke sessies waar werkgevers en hun vertegenwoordigers werden uitgenodigd om met de nieuwe elektronische toepassingen te leren werken. Een sociaal risico doet zich voor wanneer een werknemer zich door één of andere omstandigheid niet kan beroepen op zijn loon uit arbeid. Te denken is aan: arbeidsongeschiktheid tengevolge van ziekte en andere situaties zoals arbeidsongeval, beroepsziekte, werkloosheid of moederschap. In dit geval voorziet de sociale zekerheid sociale uitkeringen, waarop men echter pas beroep op kan doen van zodra de werkgever een aangifte verricht heeft bij een van de instellingen van sociale zekerheid.
- 122 -
Dit proces van aangeven kan vanaf 2006 veel sneller en foutlozer verlopen, via elektronische weg. Hiervan kan niet alleen de werkgever, maar ook de werknemer de vruchten plukken: zo moet de werknemer in geval van ziekte bijvoorbeeld niet langer de postbode spelen tussen ziekenfonds en werkgever, maar kan de werkgever rechtstreeks zijn deel van de administratie met het ziekenfonds afhandelen. De werknemer moet enkel nog zorgen voor zijn deel van het inlichtingenblad. De stille revolutie werkt: 7 miljoen papieren formulieren minder per jaar Met de elektronische aangifte van sociale risico’s treedt e-government in de sociale zekerheid in een vierde fase. De voorgaande fasen bestonden uit: 1) de vervanging van 185 soorten papieren gegevensuitwisseling tussen de instellingen van sociale zekerheid door elektronische processen; 2) de invoering van de SIS-kaart en de invoering en veralgemening van de elektronische tewerkstellingsaangifte (Dimona) waarmee de werkgever langs elektronische weg begin en einde van de tewerkstelling kan aangeven en 3) de invoering en veralgemening van de elektronische RSZ-aangifte. Duizenden werkgevers maken voor honderdduizenden werknemers van deze toepassingen gebruik. Een evaluatie leert dat de doorgedreven informatisering en modernisering van het beheer van de sociale zekerheid werkt: per jaar zijn er 380 miljoen elektronische berichten tussen de instellingen van de sociale zekerheid onderling en tussen de bedrijven en de instellingen van sociale zekerheid. Tot nu toe zijn een miljoen papieren formulieren afgeschaft. Met de invoering en veralgemening van de laatste fase, de elektronische aangifte van sociale risico’s, zullen nog eens bijkomend 6 miljoen papieren formulieren verdwijnen (1 miljoen doordat 30 formulieren volledig afgeschaft worden en 5 miljoen door vereenvoudiging en vervanging van 20 formulieren door een elektronisch formulier). De informatisering heeft ook geleid tot een indrukwekkende snelle verwerking van de gegevens die overgedragen worden naar de instellingen: zo worden er elk kwartaal ongeveer 215.000 RSZ-aangiften binnen de 60 dagen verwerkt. Een recent onderzoek van het planbureau heeft becijferd in welke mate de administratieve lasten van de ondernemingen in België zijn verminderd. Hieruit blijkt dat ondernemingen vandaag een kwart minder administratieve rompslomp hebben dan in 2002 en dat bijna uitsluitend het gevolg is van de hervormingen binnen de sociale administratie.
- 123 -
Vanvelthoven en Demotte bedankten de leden van de werkgroep "Modernisering van het Beheer van de Sociale Zekerheid", die er onder leiding van Koen Snyders, adjunct-Administrateur-generaal RSZ, en Frank Robben, Administrateur-generaal Kruispuntbank, in geslaagd zijn de hele hervorming op poten te zetten. De ministers spraken ook hun waardering uit naar de sociale partners die steeds op een constructieve manier hebben meegewerkt.”1
7.2 De Socialistische Mutualiteit Bond Moyson West-Vlaanderen 7.2.1 Vergelijking van het aantal formulieren en brieven Het doel van het e-governmentproject, waartoe de ASR behoort, is te streven naar administratieve vereenvoudiging. Talrijke formulieren werden daardoor vereenvoudigd, afschaft of aangepast. Het leek me dan ook interessant om eens stil te staan bij het aantal formulieren en brieven die de mutualiteit verstuurt en gebruikt, wanneer een loontrekkende primair arbeidsongeschikt wordt (arbeidsongeschiktheid die minder duurt dan 1 jaar). Om een vergelijking te kunnen maken van het aantal formulieren en brieven die op heden worden gebruikt bij arbeidsongeschiktheid van een loontrekkende en diegene die in de toekomst zullen worden gebruikt bij een elektronische aangifte, heb ik contact opgenomen met dhr. Roger Wauters, medewerker van de dienst uitkeringen bij het NVSM en dhr. Leo de Koning, diensthoofd uitkeringen bij het NVSM. Hieronder volgt een opsomming van de meest courante documenten.
Formulieren bij arbeidsongeschiktheid
Heden Inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde (papier) Inlichtingsblad in te vullen door de werkgever (papier of elektronisch) Inlichtingsblad in te vullen door de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen (papier) Kaartje van arbeidshervatting (papier of elektronisch) Inkomensverklaring formulier 225 of enquêteformulier (papier)
Toekomst Inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde (papier) Inlichtingsblad in te vullen door de werkgever (elektronisch) Inlichtingsblad in te vullen door de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen (elektronisch) Kaartje van arbeidshervatting (papier of elektronisch) Inkomensverklaring formulier 225 of enquêteformulier (papier)
1
Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, Persbericht 19 december 2005, http://www.ksz.fgov.be/documentation/nl/documentation/Pers/Persbericht_19-12-2005.pdf.
- 124 -
Formulier ongeval (papier) Vakantieattest (papier of elektronisch) Attest vergoeding van de borstvoedingspauzes (papier of elektronisch) Getuigschrift van werkstopzetting wegens ongeschikte arbeid bij zwangerschap of borstvoeding (papier) Aanvraag tot het bekomen van vaderschaps- of adoptieverlof (papier) Getuigschrift van arbeidsongeschiktheid (papier) Vragenlijst zelfstandig bijberoep (papier)
Formulier ongeval (papier) Vakantieattest (papier of elektronisch) Attest vergoeding van de borstvoedingspauzes (papier of elektronisch) Getuigschrift van werkstopzetting wegens ongeschikte arbeid bij zwangerschap of borstvoeding (papier) Aanvraag tot het bekomen van vaderschaps- of adoptieverlof (papier) Getuigschrift van arbeidsongeschiktheid (papier) Vragenlijst zelfstandig bijberoep (papier)
: Deze formulieren worden automatisch verstuurd nadat de arbeidsongeschiktheid werd erkend.
Brieven bij arbeidsongeschiktheid
Heden
Toekomst
Aangifte van arbeidsongeschiktheid (aan lid) (papier) Aangifte van arbeidsongeval (aan lid) (papier) Aangifte van ongeval (aan lid) (papier) Aanvraag voor moederschapsrust (aan lid) (papier) Aanvraag voor werkverwijdering (aan lid) (papier) Aanvraag voor vaderschapsverlof (aan lid) (papier) Aanvraag voor adoptieverlof (aan lid) (papier) Aangifte van sociaal risico (aan WG) (papier of elektronisch) Erkenning van arbeidsongeschiktheid (aan lid) (papier) Sociaal handvest wanneer lid niet in regel is (aan lid) (papier) Verbrekingsvergoeding (aan lid) (papier) Terugzender (aan loket) (papier) Na borstvoedingsverlof (aan lid) (papier) Na moederschapsrust (aan lid) (papier) Laattijdigheid (aan lid) (papier) Bedrag uitkeringen (aan lid) (papier) Schorsen verjaringstermijn (aan NVSM)
Aangifte van arbeidsongeschiktheid (aan lid) (papier) Aangifte van arbeidsongeval (aan lid) (papier) Aangifte van ongeval (aan lid) (papier) Aanvraag voor moederschapsrust (aan lid) (papier) Aanvraag voor werkverwijdering (aan lid) (papier) Aanvraag voor vaderschapsverlof (aan lid) (papier) Aanvraag voor adoptieverlof (aan lid) (papier) Aangifte van sociaal risico (aan WG) (elektronisch) Erkenning van arbeidsongeschiktheid (aan lid) (papier) Sociaal handvest wanneer lid niet in regel is (aan lid) (papier) Verbrekingsvergoeding (aan lid) (papier) Terugzender (aan loket) (papier) Na borstvoedingsverlof (aan lid) (papier) Na moederschapsrust (aan lid) (papier) Laattijdigheid (aan lid) (papier) Bedrag uitkeringen (aan lid) (papier) Schorsen verjaringstermijn (aan NVSM)
- 125 -
(papier) Procedure art. 101 (aan NVSM) (papier) Terugzender werkloosheid indien het inlichtingsblad niet correct werd ingevuld (aan uitbetalingsinstelling) (papier) Terugzender werkgever indien het inlichtingsblad niet correct werd ingevuld (aan WG) (papier) Terugzender lid indien het inlichtingsblad niet correct werd ingevuld (aan lid) (papier) Cumul ziekte- en overlevingspensioen (aan lid) (papier) Korte periode (aan WG) (papier) Artikel 77 bis (aan lid) (papier)
Loonbeslag (aan WG) (papier) Opvragen ziekte na zima (aan lid) (papier)
(papier) Procedure art. 101 (aan NVSM) (papier) Terugzender werkloosheid indien het inlichtingsblad niet correct werd ingevuld (aan uitbetalingsinstelling) (elektronisch) Terugzender werkgever indien het inlichtingsblad niet correct werd ingevuld (aan WG) (papier) Terugzender lid indien het inlichtingsblad niet correct werd ingevuld (aan lid) (papier) Cumul ziekte- en overlevingspensioen (aan lid) (papier) Korte periode (aan WG) (papier) Deze brief verdwijnt. Wanneer uit de routing blijkt dat de component werkloosheid aanwezig is, wordt er aan de werkloosheidskassen gevraagd om het document ASR in te vullen. Loonbeslag (aan WG) (papier) Opvragen ziekte na zima (aan lid) (papier)
: Deze brieven worden automatisch verstuurd nadat het basisloon werd ingebracht via het hostscherm UCAT, nadat de arbeidsongeschiktheid werd erkend of nadat code 92 werd ingebracht via de transactie ULIA. Zoals u merkt, zullen er niet veel formulieren en brieven verdwijnen. Volgens het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten was de opzet van de Dmfa om ervoor te zorgen dat de instellingen van de sociale zekerheid de loon- en arbeidstijdgegevens, die de werkgever per kwartaal meedeelt aan de RSZ, ten allen tijde kunnen raadplegen via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Maar de mutualiteit dient voor het bepalen van het recht op uitkeringen en het bedrag ervan, te beschikken over de loon- en arbeidstijdgegevens op het ogenblik van de arbeidsongeschiktheid. Bepaalde loonelementen zoals het uurloon en de tijdseenheid van de bezoldiging kan men niet terugvinden op de multifunctionele aangifte. Daardoor is het toch nodig dat de mutualiteit een document ASR opstuurt naar de werkgever, waarbij hij wordt verzocht de loon- en arbeidstijdgegevens mee te delen voor de periode die voorafgaat aan het sociaal risico, want een dergelijke aangifte is nog niet beschikbaar bij de RSZ (mini-Dmfa). In geval van uitzendarbeid, seizoensarbeid, … wordt aan de werkgever gevraagd om eveneens de loon- en arbeidstijdgegevens mee te delen van het kwartaal waarin het sociaal risico een aanvang nam.
- 126 -
7.2.2 Nieuwe transacties In het kader van de multifunctionele aangifte werden onlangs een aantal nieuwe transacties in het leven geroepen zoals UDIM, UROU, UFLU, U820, UA37, ULIA, UDLI, UOPV, ULIL, UZIM, … De transacties ULIA, UOPV, UDLI en ULIL bevinden zich momenteel nog in een testperiode. UDIM De werkgever is verplicht om een dimona-aangifte te doen voor elke werknemer die in of uit dienst treedt. De Kruispuntbank maakt deze onmiddellijke aangiften van tewerkstelling van de werkgevers automatisch over aan bepaalde instellingen voor het vervullen van hun opdrachten. Het NIC is één van deze instellingen. Met de transactie UDIM kan de mutualiteit de gegevens vermeld op dimona raadplegen, zoals de datum van de indienst- en uitdiensttreding, het INSZ-nummer van de werknemer, het nummer van het paritair comité, … UDIM / UNU0300
RAADPLEGING GEGEVENS DIMONA
NR AANSLUITING : 309 / VPV /
NATIONAAL NR :
DATUM RISICO : 05022007 R RSZ NR
DATUM IN DIENST
R 0176037733
16.10.2003
DATUM UIT DIENST
ONDERN NR
NR PAR COM
RSZ PPO
AARD ATT
477940081
999
RSZ
11
Het scherm vertelt u dat de afgebeelde dimonagegevens betrekking hebben op persoon X. Deze is sinds 16 oktober 2003 tewerkgesteld bij de werkgever met RSZ nummer 0176037733. Het nummer van het paritair comité (999) duidt aan dat persoon X onthaalouder is. De informatie AARD ATT = 1 1 duidt aan dat de gegevens afkomstig zijn van een originele aangifte en dat deze gegevens door de RSZ gecontroleerd zijn. De letter R duidt aan dat de aanvangsdatum van het risico zich in een periode van tewerkstelling bevindt of in een periode van 14 kalenderdagen na die tewerkstelling. UROU De transactie UROU laat het ziekenfonds toe de routing van de aanvraag ASR-Dmfa te raadplegen. Deze vermeldt de volgende gegevens: identificatie van de werkgever(s), de keuze van communiceren van de werkgever(s) en de aanwezigheid van de component werkloosheid.
- 127 -
UROU / URZ0300 RAADPLEGEN ROUTING VAN DE AANVRAAG ASR NR AANSLUITING : 309 / VPV / NATIONAALNR : -----------------------------------------------------------------------------ZIMA001 001 DATUM ROUTING 08.02.2007 RISICODATUM 31.01.2007 BESTEMMELING 1 PAPIER DIM.OUT WERKGEVER XXXXXX RSZ NR XXXXXX ONDERN.NR XXXXXX XXXXXX XXXXXX
UFLU Het ziekenfonds dient van elk erkend sociaal risico een kennisgeving te doen aan de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid via de hoedanigheidscode 02. Na de integratie van de kwaliteitscode 02, worden de perioden van tijdelijke werkloosheid, de verzekerbaarheids- en de dimonagegevens automatisch aangevraagd bij de verschillende instellingen van de sociale zekerheid via de Kruispuntbank. Het gebeurt soms dat er zich technische problemen voordoen, waardoor de opgevraagde gegevens niet aankomen of onvolledig zijn. De transactie UFLU laat u toe om de gegevens manueel aan te vragen. Via het hostscherm UFLU kan u de volgende gegevens opvragen: • tijdelijke werkloosheid → gegevensstroom LO37 • trimestriële RSZ-aangifte → gegevensstroom L820 • verzekerbaarheidsgegevens zelfstandige activiteit → gegevensstroom L410 • dimonagegevens → gegevensstroom L850 UFLU - UQX0300 AANVRAAG VAN GEGEVENSSTROMEN AANSLUITINGSNR. : 309 /
AO /
NATIONAALNR. :
L037 (TIJDELIJK WERKLOOS)
: N
MAAND VAN :
TOT
L820 (RSZ)
: N
TRIMESTER VAN :
TOT
L410 (VERZEKERBAARHEID ZA)
: N
TRIMESTER VAN :
TOT
L850 (DIMONA)
: N
PERIODE VAN :
TOT
- 128 -
U820 De werkgevers moeten per kwartaal een multifunctionele aangifte uitvoeren en elektronisch doorsturen naar de RSZ. De aangifte bevat gegevens betreffende het loon en de arbeidsduur van al het personeel van deze werkgever. Voor elke aangifte maakt de RSZ per persoon een attest aan (A820) die de loon- en arbeidstijdgegevens herneemt. Alle instellingen van de sociale zekerheid kunnen deze attesten ontvangen, verwerken en raadplegen. De transactie U820 laat de verzekeringsinstelling toe de attesten A820 te raadplegen. Deze vermelden de verzekerbaarheidsgegevens uit de trimestriële aangifte van de werkgever(s). Deze gegevens zijn beschikbaar bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid via de Kruispuntbank. U820 / UU20301 RAADPLEGING VAN DE ATTESTEN A820 LAATSTE VERSIE PER TEWERKSTELLING NR AANSLUITING : 309 / VPV /
NATIONAAL NR :
JAAR/KW: 20062 NR ATT: 000000763812939-19.07.2006-002 VERSIE: 00763812939 AARD ATT: 0 RSZ NR: 165001946 CUR: 0 ONDERN NR: 0453500734 CONV 5D: 0 WGVRCAT: 048 WNKENG: 015 BEGIN KWART: 01/04/2006 EIND KWART: 30/06/2006 TEW NR: 33000JH104732 01 BEG TEW: 01/11/2005 EIND TEW: 31/12/9999 GR: 0 NR PAR COM: 118 ARB REG: 5,00 Q: 37,00 S: 37,00 TYP CONTR: 0 REORG: BEVORD: ST WN: PENS: 0 TYPLL: BEZOLD: B1012: CODE DAGEN UREN PRESTATIES: 001 54,00 0,00 CODE FREQ BET PR BEDRAG VERGOEDINGEN : 001 00 6.528,89
De gegevens vermeld op dit scherm, heb ik reeds uitgelegd in hoofdstuk 4. UA37 De werkgevers zijn de authentieke bron van het aantal arbeidsdagen maar niet van het aantal gelijkgestelde dagen zoals werkloosheid, arbeidsongeschiktheid, … In het kader van de Dmfa werden een aantal gegevensstromen ontwikkeld, aanvullend bij de Dmfa, waarbij de verschillende instellingen van de sociale zekerheid de aard van de gelijkgestelde dagen certifiëren. De transactie UA37 laat het ziekenfonds toe de attesten AO37 betreffende de periodes van inactiviteit wegens tijdelijke werkloosheid te consulteren. De attesten AO37 zijn maandelijkse documenten. Het doel van deze transactie is om de Dmfagegevens aan te vullen met de gelijkgestelde dagen tijdelijke werkloosheid.
- 129 -
UA37 / UNA0300 CONSULTATIE VAN DE ATTESTEN TIJDELIJKE WERKLOOSHEID NR AANSLUITING
: 309 / VPV/
NATIONAAL NR :
VAN : 01122006 TOT : 31122006 KEUZE : L (L)AATSTE VERSIES - (H)ISTORIEK BEGINDATUM : 01.12.2006 EINDDATUM : 31.12.2006 AARD ATT. : 0 NR ATT : 070370577867773 VERSIE : 0 DATUM ATT : 09.02.2007 RSZ NR : 178795055 ONDERN NR : 0000000000 WGCAT : 597 WNKENG : 000 NR PAR COM : 000000322 BEGIN TEW : 04.09.2006 Q : 38.00 S : 38.00 ST WN : TEW NR : TYP # UUR DAGEN 01 28.00 4.5
U GEW D GEW 0.00 0.0
Dit scherm vertelt u dat persoon X in december 2006 een periode van tijdelijke werkloosheid heeft gehad van 28 uren. Dit stemt overeen met 4,5 dagen tijdelijke werkloosheid. ULIA De transactie ULIA laat de registratie toe van: • • • • • •
ontvangen inlichtingsbladen (IB’s) teruggestuurde IB’s verwerpingen verstuurde herinneringen verstuurde duplicaten verstuurde bijlagen IV
Met andere woorden: ULIA laat de registratie toe van verstuurde, ontvangen en teruggestuurde documenten. Zowel van papieren als elektronische. Ook wordt aan ULIA een automatische briefroutine gekoppeld zoals herinneringsbrieven, begeleidende brieven met vermelding van de reden waarvoor een dossier is verworpen, … De datum, waarop de inlichtingsbladen verstuurd zijn, is geregistreerd in ULIA en UOPV. Wanneer de dienst uitkeringen de documenten, nodig om het dossier te kunnen oplossen, nog niet heeft ontvangen, wordt er automatisch na 30 dagen een herinneringsbrief gestuurd naar de betrokkene. Afhankelijk van welk document ontbreekt, stuurt het systeem rappels naar de verzekerde, de werkgever of de werkloosheidsdienst. Gaat het om papieren originelen, dan gebeurt de herinnering ook op papier. Gaat het om elektronische originelen, dan gebeurt de herinnering eveneens elektronisch. De dossierbeheerder kan ook voordien een herinneringsbrief versturen. De doelstelling van ULIA is dat de mutualiteit manueel de status van een documentenstroom kan wijzigen of de behandeling van een dossier kan registreren. De dossierbeheerders kunnen ten allen tijde weten waar elk document zich bevindt.
- 130 -
ULIA / UUI0300 MANUEEL BEHEER VAN EEN GEGEVENSSTROOM NR AANSLUITING
: 309 / VPV /
NATIONAAL NR: DAT RISICO MUT: 29.01.2007 -----------------------------------------------------------------------------S ENTITEIT DATUM INFORMATIE STATUSCODE . DC73 LIAS WG (VOLLEDIG) 21.02.2007 2007/02267/29.01.2007/ 071899 26 ANTWOORD TOEGEKOMEN, VERW . DC72 LIAS LID (VOLLEDIG) 19.02.2007 2007/02267/29.01.2007/T09542 26 ANTWOORD TOEGEKOMEN, VERW . DC74 LIAS WL (VOLLEDIG) 19.02.2007 2007/02267/29.01.2007/T09542 26 ANTWOORD TOEGEKOMEN, VERW
NIEUWE ENTITEIT (Y/N): N
Dit scherm vertelt u dat persoon X sinds 29 januari 2007 arbeidsongeschikt is. Op 19 februari 2007 heeft de dienst uitkeringen het inlichtingsblad van het lid (DC72) en het inlichtingsblad van de werkloosheidsdienst (DC74) ontvangen. Het inlichtingsblad van de werkgever (DC73) werd ontvangen op 21 februari 2007. De code 26 duidt aan dat de dienst uitkeringen het document heeft ontvangen, maar nog geen tijd heeft gehad om het grondig te controleren. Het document wordt geklasseerd. UOPV Elke wijziging via de ULIA-transactie heeft een weerslag op het UOPV-scherm. De transactie UOPV laat ons toe het statuut van de aanvraag van de gegevensstroom voor een bepaald dossier te raadplegen, alsook van een in distributie ontvangen gegevensstroom. Dit wordt ook wel het opvolgingsplatform genoemd. Met andere woorden: UOPV beeldt van het dossier van een lid de stand van zaken af. UOPV - UR50300 RAADPLEGING GEGEVENS OPVOLGINGSPLATFORM AANSLUITNUMMER : 309 / VPV / NATIONAAL NR : LOPEND : Y (JA) -----------------------------------------------------------------------------ENTITEIT : DAT RISICO MUT : S ENTITEIT STATUSCODE INFORMATIE . CALC 50 VERWERKING GEREGISTREERD 2007/00486/02.01.2007 . DC74 26 ANTWOORD TOEGEKOMEN, VER 2007/00486/02.01.2007/T09673 . DC73 26 ANTWOORD TOEGEKOMEN, VER 2007/00486/02.01.2007/ /T09673 . DC72 26 ANTWOORD TOEGEKOMEN, VER 2007/00486/02.01.2007/T09526
Als het inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde + het inlichtingsblad in te vullen door de werkgever of het inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde + het inlichtingsblad in te vullen door de uitbetalingsinstelling van de
- 131 -
werkloosheidsuitkeringen ingevuld is, is aan de voorwaarden voldaan. Dit betekent dus dat de mutualiteit beschikt over de minimumgegevens om het dossier te behandelen. CALC verschijnt wanneer alle elementen om een dossier te behandelen aanwezig zijn. De code 50 duidt aan dat het dossier behandeld kan worden. UDLI Met de transactie UDLI kan men de ingevoerde code annuleren. UDLI heeft namelijk tot doel de manuele afsluiting van een gegevensstroom de dag van invoering te annuleren. UDLI / UU80301 ANNULEREN MANUELE AFSLUITING VAN EEN GEGEVENSSTROOM NR AANSLUITING : 309 / VPV / NATIONAAL NR: ------------------------------------------------------------------------------
ULIL De loketten beschikken over de transactie ULIL, een light versie van ULIA. De transactie ULIL heeft tot doel de documenten die door het lid aan het loket afgegeven worden te registreren. ULIL / UUI0300 MANUEEL BEHEER VAN EEN GEGEVENSSTROOM (LOKET) NR AANSLUITING
: 309 / VPV /
NATIONAAL NR: DAT RISICO MUT: -----------------------------------------------------------------------------S ENTITEIT DATUM INFORMATIE STATUSCODE . DC72 LIAS LID (VOLLEDIG) 14.02.2007 2007/00486/02.01.2007/T09526 26 ANTWOORD TOEGEKOMEN, VERW . DC73 LIAS WG (VOLLEDIG) 26.02.2007 2007/00486/02.01.2007/ 26 ANTWOORD TOEGEKOMEN, VERW . DC74 LIAS WL (VOLLEDIG) 27.02.2007 2007/00486/02.01.2007/T09673 26 ANTWOORD TOEGEKOMEN, VERW
NIEUWE ENTITEIT (Y/N): N
UZIM Het elektronisch inlichtingsblad van de werkgever heet ZIMA. Met de transactie UZIM kan de mutualiteit de volgende gegevens raadplegen: identificatie van de werkgever, mini-Dmfa en de berekeningsbasis. De UZIMschermen heb ik reeds in hoofdstuk 6 uitgelegd.
- 132 -
UZIM / US10300 RAADPLEGEN GEGEVENS SCENARIO 1 NR AANSLUITING
: 309 / VPV /
NATIONAAL NR: DAT RISICO MUT 19.02.2007 -----------------------------------------------------------------------------. IDENT.WERKGEVER
WERKGEVER 1
. MINI-DMFA
NR RSZ
. BEREKENINGSBASIS
XXXXXX
. TECHN.GEG.
NR ONDERNEMER XXXXXX
ONTVANGST RISICO STATUS . ZIMA001/001 MINI + BEREKENINGSBASIS 12.03.2007 19.02.2007 0 ORIGINEEL
7.3 Vragenlijst 7.3.1 Bond Moyson West-Vlaanderen
7.3.1.1 De medewerkers Het leek me interessant om te peilen hoe goed het e-governmentproject gekend is bij de Bond Moyson-medewerkers. Daarom bevroeg ik 155 personeelsleden behorende tot de volgende loketten en diensten: • • • • • • • • • • • • •
juridische dienst dienst adviserend geneesheer dienst gezondheidszorgen dienst boekhouding dienst sodi dienst verzekerbaarheid personeelsdienst loketten sector Brugge loketten sector Kortrijk loketten sector Menen loketten sector Oostende loketten sector Roeselare loketten sector Westhoek Houtland
Zoals u merkt, komt de dienst uitkeringen niet voor in mijn opsomming. Hun bevindingen komen later nog aan bod. Van 30 medewerkers heb ik hun antwoord teruggekregen.
- 133 -
Hieronder vindt u een overzicht van de gestelde vragen en de verkregen antwoorden. Bent u op de hoogte van het e-governmentproject? • 3 medewerkers hebben nog nooit van het e-governmentproject gehoord. • 14 personeelsleden verklaren dat ze al veel van het project hebben gehoord. Wat me tijdens de verwerking van de vragenlijsten opviel, is dat het vooral de loketbedienden en de medewerkers van de dienst adviserend geneesheer zijn die veel van het project afweten. Zij worden tenslotte ook elke dag geconfronteerd met de documenten ASR. • 13 medewerkers hebben er al iets van gehoord, maar wat het precies inhoudt en wat de doelstellingen van dit project zijn, weten ze niet. Hieronder volgen enkele citaten van Bond Moyson-medewerkers op de gestelde vraag: “Ik heb daar al vaag iets over gehoord. Het heeft te maken met meer elektronische gegevensstromen en minder papierwerk voor de mensen zelf.” “Weet dat dit bestaat, maar ook niets meer.” “De naam e-governmentproject ken ik niet. Ik ken vooral de Dmfa-aangifte en de dimona-aangifte.” “Ik ken enkel het systeem van elektronische inlichtingsbladen.” “Men spreekt er al jaren van, maar blijkbaar lukt het niet goed om alles tot bij de burger te brengen.” “Het automatiseren van de communicatie tussen de burger en de instellingen vind ik een goede zaak. Alleen moet alles nog overzichtelijk blijven voor de burger. Hoewel ik vermoed dat de meeste mensen al snel blij zijn als ze niet veel moeite moeten doen.” Vóór 1 januari 2006 kreeg de verzekerde bij arbeidsongeschiktheid het volledige document “aangifte van een sociaal risico” thuisgestuurd. Op heden wordt het inlichtingsblad rechtstreeks aan de werkgever(s) opgevraagd. Binnenkort gebeurt dit eveneens met de werklozenkas. Welk systeem (het vroegere of het huidige) verkiest u en waarom? • 4 medewerkers vonden het moeilijk om een antwoord te formuleren op deze vraag. “Ik ben reeds lange tijd niet ziek geweest en kan dus niet vergelijken wat voor een systeem nu beter is.” • 3 personeelsleden hebben geen duidelijke voorkeur. Ze verkiezen zowel het vroegere als het huidige systeem.
- 134 -
“Langs de ene kant het vroegere en langs de andere kant het huidige: Vroegere: het lid kreeg binnen de 2 à 3 werkdagen de inlichtingsformulieren thuisgestuurd, maar moest dan wel nog zelf met de documenten naar de werkgever en of de werklozenkas om ze te laten invullen. Dus veel heen en weer geloop voor het lid zelf. Huidige: het lid krijgt pas binnen de 10 kalenderdagen zijn deel van de inlichtingsformulieren thuisgestuurd. De inlichtingsbladen voor de werkgevers worden rechtstreeks naar de werkgevers gestuurd waardoor het lid dus geen heen en weer geloop meer heeft. Maar het moet wel langer wachten op zijn uitkeringen.” “Beide systemen hebben hun voor- en nadelen. Als het thuisgestuurd wordt, heb je het zelf in de hand om het zo snel mogelijk terug te bezorgen aan de betrokken dienst. Natuurlijk moet je hier een kleine inspanning voor doen. Als het rechtstreeks naar de werkgever of werklozenkas wordt gestuurd, moet je zelf niets meer doen en gaat alles automatisch. Maar je hebt dan ook geen zicht op hoelang het duurt voor het aan de betrokken dienst bezorgd wordt.” • 7 medewerkers verkiezen het vroegere systeem. Hieronder volgen enkele motiveringen: “Momenteel verkies ik het oude systeem. Er zijn nog een paar dingen in het huidige systeem die nog niet lopen zoals het zou moeten.” “Het dossier was vroeger 1 geheel en het lid droeg er de verantwoordelijkheid voor dat alles correct binnenkwam. Vandaag de dag heeft het lid daar geen controle meer over.” “Ik verkies het oude systeem. Momenteel duurt het lang vooraleer alle inlichtingsbladen binnenkomen om dan naar de berekening over te kunnen gaan.” “Praktisch gezien was het oude systeem beter voor mij. Het nieuwe systeem brengt minder werk met zich mee aan de loketten.” “Het vroegere. Het dossier wordt te veel verspreid.” “Ik verkies het vroegere systeem omdat het huidige momenteel niet optimaal werkt. De voorstelling was mooi, de uitvoering wat minder. Er zijn heel wat inlichtingsbladen die de verkeerde bestemming bereiken. Nog een minpunt is dat de werkgevers zich niet inschrijven om via het elektronische circuit te communiceren waardoor wij met dubbele administratiekosten blijven zitten bij het versturen van de inlichtingsbladen. • 16 verkiezen het huidige systeem en dit om de volgende redenen: “Indien de automatisering optimaal werkt, zal dit zeker beter, sneller en voordeliger zijn. Dat is goed voor de verzekerde.” “Ik verkies het rechtstreeks opsturen naar de werkgever of de uitbetalingsinstelling. Zo wordt het argument vergeten of nalatigheid door de verzekerde uitgesloten.”
- 135 -
“Als je ziek bent, is het soms moeilijk om nog tot bij de werkgever te geraken om de papieren in orde te krijgen. Het is een stap uitgespaard.” “Het nieuwe is uiteraard beter. De leden verbazen zich dat ze niet meer hoeven langs te gaan bij hun werkgever en zijn daardoor uiterst tevreden over deze nieuwe toepassing.” “Ik ben er zeker van dat het nieuwe systeem een snellere verwerking van een dossier met zich meebrengt, maar dan moeten alle patroons en instanties die de formulieren moeten invullen op een goede manier meewerken d.w.z. zo vlug mogelijk de formulieren invullen en terugsturen naar de dienst uitkeringen.” Welke voor- en nadelen biedt een papieren inlichtingsblad ten opzichte van een elektronisch? Waarom is het een voor- of nadeel? Voordelen: • bij een papieren inlichtingsblad beschik je over één exemplaar. Er is geen betwisting mogelijk of je het al dan niet hebt ontvangen. Een papieren inlichtingsblad vormt dus een tastbaar bewijsstuk. • indien het papieren inlichtingsblad wordt afgegeven aan het loket kan er een controle uitgevoerd worden op de correctheid en de volledigheid van de ingevulde gegevens. Nadelen: • het handschrift op een papieren inlichtingsblad is niet altijd leesbaar. • een papieren inlichtingsblad is soms lang onderweg (minstens 1 dag) vooraleer het de dienst uitkeringen bereikt, waardoor het lid langer moet wachten op zijn uitkeringen. • een papieren document kan verloren gaan als het met de post wordt verstuurd. • veel werkgevers geven hun ingevuld inlichtingsblad mee met de werknemer/verzekerde waardoor deze het formulier zelf moet binnenbrengen in het loket. • meer administratieve rompslomp voor alle partijen. • minder efficiënt dan een elektronisch inlichtingsblad. • vermits er niet meer wordt gewerkt met één enkel document ASR, zorgt het voor een groter klassement bij de dienst uitkeringen. Bovendien moeten de dossierbeheerders soms lang wachten op alle gegevens (inlichtingsblad van de gerechtigde, werkgever en/of uitbetalingsinstelling) die nodig zijn om een dossier te behandelen. • de natuur lijdt onder een papieren inlichtingsblad.
- 136 -
Welke voor- en nadelen biedt een elektronisch inlichtingsblad ten opzichte van een papieren? Waarom is het een voor- of nadeel? Voordelen: • snel en eenvoudig. Het elektronische inlichtingsblad bereikt vlugger de dienst uitkeringen waardoor het dossier sneller kan berekend worden. • tijdswinst als iedere schakel meewerkt. • vlugge verwerking van een arbeidsongeschiktheidsdossier. • geen betwisting mogelijk bij de interpretatie van ingevulde gegevens. • wanneer de werkgever en/of de werklozenkas het inlichtingsblad via elektronische weg opstuurt, kan de dossierbeheerder het onmiddellijk raadplegen, terwijl een ingevuld papieren inlichtingsblad nog enige dagen onderweg is naar de betrokken dienst. • indien de werkgever en/of de uitbetalingsinstelling de documenten elektronisch opstuurt, zal dit zorgen voor minder wachttijden aan de loketten. • de beperkte tussenkomst van de werknemer. Het lid hoeft tijdens zijn arbeidsongeschiktheid niet naar de werkgever en/of de werklozenkas te gaan. Nadelen: • de werkgevers en de uitbetalingsinstellingen moeten beschikken over een computer met internetaansluiting. • de loketbedienden hebben geen zicht op de correctheid van de ingevulde gegevens. • er kunnen zich altijd netwerkproblemen voordoen. • het lid heeft geen zicht meer op de juistheid van de gegevens die de werkgever en/of uitbetalingsinstelling invult. Heeft de burger voldoende zicht op de juistheid van de gegevens die de werkgever en/of de uitbetalingsinstelling elektronisch doorstuurt? Verduidelijk uw antwoord. De volgende antwoorden komen regelmatig terug: “Vroeger moest het lid ervoor zorgen dat het volledige document “aangifte van een sociaal risico” werd ingevuld door zichzelf, de werkgever en/of de uitbetalingsinstelling. Het lid was zelf verantwoordelijk voor de vlotheid en correctheid van zijn dossier. Vandaag de dag wordt het inlichtingsblad rechtstreeks naar de werkgever gestuurd. Binnenkort gebeurt dit eveneens met de werklozenkas. Deze bezorgen de ingevulde inlichtingsbladen rechtstreeks aan de mutualiteit. Daardoor heeft de burger in heel wat gevallen helemaal geen controle meer over wat de werkgever en/of de uitbetalingsinstelling invult. Vroeger kon de verzekerde zelf zijn uurloon controleren. Nu niet meer. De burger moet zich daarbij neerleggen en hopen dat het inlichtingsblad op een correcte manier wordt ingevuld.”
- 137 -
“De meeste leden vinden het waarschijnlijk niet erg dat de inlichtingsbladen nu rechtstreeks naar de werkgevers worden gestuurd. Zo hebben zij minder heen en weer geloop. Ze gaan ervan uit dat de werkgever de gegevens wel correct invult. Nadat een dossier werd behandeld, krijgt de verzekerde een brief vanwege de mutualiteit met daarin alle noodzakelijke gegevens betreffende de berekening en de uitkering (periode gewaarborgd loon, dagbedrag uitkering, bedrijfsvoorheffing, gezinssamenstelling, …). Hieruit kan het lid afleiden of de gegevens juist zijn.” “Tegenwoordig weet de gerechtigde niet of de werkgever en/of uitbetalingsinstelling de betrokken documenten reeds heeft bezorgd aan de mutualiteit. Indien de verzekerde inlichtingen wil betreffende zijn uitkering, kan hij contact opnemen met de betrokken dossierbeheerder.” 7.3.1.2 De dienst uitkeringen De dienst uitkeringen telt 17 personeelsleden. Hieronder volgt een overzicht van de structuur en een organogram van de dienst. Rik Demeurisse: diensthoofd van de dienst uitkeringen Katrien Clevers: adjunct diensthoofd Saskia Knockaert: celverantwoordelijke invaliden Inge Tubaert: invaliden Elisabeth Perquy: invaliden Emmy Nuytten: invaliden Patrick Dumont: celverantwoordelijke primairen + progressieve tewerkstelling + primaire zelfstandigen Sylviane Duthois: progressieve tewerkstelling + primaire zelfstandigen Pieter Boens: primairen sector Roeselare Lindsey Goedefroo: primairen sector Brugge Mathieu Gadeyne: primairen sector Oostende Nancy Wastyn: primairen sector Menen Kristof Wyffels: primairen sector Westhoek-Houtland Patrick Geiregat: primairen sector Kortrijk Nathalie Scherpereel: primaire dossiers + art 164 primaire + opvolging Emilie Noterdame: vlinderfunctie binnen de cel primairen Sabine Pollet: administratieve hulp + support primaire berekenaars
- 138 -
RIK DEMEURISSE
Katrien Clevers
PRIMAIREN
INVALIDEN
Patrick Dumont
Nathalie Scherpereel
PRIMAIRE DOSSIERS + ART 164 PRIMAIRE + OPVOLGING
Saskia Knockaert
Sector Kortrijk: Patrick Geiregat Sector Menen: Nancy Wastyn Sector Roeselare: Pieter Boens Sector Brugge: Lindsey Goedefroo Sector Oostende: Mathieu Gadeyne Sector Westhoek-Houtland: Kristof Wyffels Vlinderfunctie: Emilie Noterdame Administratieve hulp: Sabine Pollet
Inge Tubaert Elisabeth Perquy Emmy Nuytten Katrien Clevers
PROGRESSIEVE TEWERKSTELLING + ZELFSTANDIGEN
Patrick Dumont en Sylviane Duthois
De dienst uitkeringen telt 3 cellen: cel zelfstandigen en progressieve tewerkstelling, cel primaire arbeidsongeschiktheid en cel invaliditeit. Cel zelfstandigen en progressieve tewerkstelling • Zelfstandigen De dossierverwerking van een zelfstandige die arbeidsongeschikt wordt, heb ik in hoofdstuk 6 besproken. • Progressieve tewerkstelling De adviserend geneesheer kan aan de gerechtigde, die arbeidsongeschikt is, de toestemming geven om het werk deeltijds te hervatten. De personeelsleden van de cel “progressieven” berekenen aan de hand van het belastbaar loon van de betrokkene, hoeveel er mag worden afgehouden van de daguitkering ZIV, alsook de opleg per maand ten laste van de mutualiteit en het beslag. - 139 -
Cel primaire arbeidsongeschiktheid De dossierverwerking van een loontrekkende die arbeidsongeschikt wordt, heb ik in hoofdstuk 6 besproken. Cel invaliditeit Na het eerste jaar primaire arbeidsongeschiktheid gaat men over naar het stelsel van invaliditeit. De dienst uitkeringen bepaalt aan de hand van een aantal formulieren en het primair arbeidsongeschiktheidsdossier, de invaliditeitsvergoeding en of de gerechtigde en alle personen die ten laste staan van hem/haar, recht hebben op het voorkeurtarief. Met mijn vragenlijst peil ik naar hoe goed het e-governmentproject, meer bepaald de aangifte van een sociaal risico, gekend is binnen de dienst uitkeringen. Doordat het enkel de primaire berekenaars zijn die dagelijks geconfronteerd worden met de inlichtingsbladen, heb ik hen een aparte vragenlijst voorgelegd. 7.3.1.2.1 Dhr. Rik Demeurisse Bent u op de hoogte van het e-governmentproject? Dhr. Rik Demeurisse is inderdaad op de hoogte van het project. Telkens wanneer er zich veranderingen of nieuwigheden voordoen, organiseert het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten vergaderingen waarbij dhr. Rik Demeurisse aanwezig is. Tevens houdt hij alle verslagen bij van de vergaderingen. Zowel hijzelf als zijn medewerkers kunnen deze altijd raadplegen. Vóór 1 januari 2006 kreeg de verzekerde bij arbeidsongeschiktheid het volledige document “aangifte van een sociaal risico” thuisgestuurd. Op heden wordt het inlichtingsblad rechtstreeks aan de werkgever(s) opgevraagd. Binnenkort gebeurt dit eveneens met de werklozenkas. Welk systeem (het vroegere of het huidige) verkiest u en waarom? Op heden verkiest dhr. Rik Demeurisse het vroegere systeem, want het huidige systeem werd te vroeg in de praktijk gebracht, waardoor het nog niet optimaal functioneert. Bovendien vertoont het huidige systeem kinderziektes. Vroeger kreeg de verzekerde het volledige document “aangifte van een sociaal risico” thuisgestuurd. Vandaag de dag bestaat de ASR uit 3 delen: deel gerechtigde, deel werkgever en deel uitbetalingsinstelling. Dit zorgt uiteraard voor een groter klassement dan voorheen. Dit brengt met zich mee dat de dossierbeheerders moeten wachten tot zij over alle noodzakelijke gegevens bezitten om een dossier te kunnen oplossen. Met als gevolg dat de dienst uitkeringen beschikt over veel hangende dossiers (bepaalde gegevens ontbreken waardoor men het dossier niet kan behandelen). Bovendien is de kans dat een document verloren gaat, veel groter dan voorheen.
- 140 -
Het vroegere systeem werkte goed. Het werd jammer genoeg uit elkaar getrokken voor slechts 8% van de werkgevers dat de ASR via elektronische weg verstuurt. Indien meer werkgevers zouden kiezen voor het elektronische circuit en indien alles automatisch zou verlopen, dan zal het huidige systeem volgens dhr. Rik Demeurisse zijn nut bewijzen. Pas wanneer de elektronische aangiften automatisch worden geïntegreerd in het berekeningsprogramma, waardoor de dossierbeheerders het basisloon niet meer manueel moeten ingeven, zal dit het huidige systeem een grote meerwaarde geven. Welke voor- en nadelen biedt een papieren inlichtingsblad ten opzichte van een elektronisch? Waarom is het een voor- of nadeel? Voordelen: • de dossierbeheerders werken al jaren met papieren documenten. Ze kennen de formulieren door en door. Vandaag de dag wordt hun hele werkwijze door elkaar gehaald voor slechts 8% van de werkgevers dat elektronisch werkt. • een papieren inlichtingsblad vormt een tastbaar bewijsstuk. Nadelen: • de verzekerde kreeg vroeger het volledige document ASR thuisgestuurd. Hij zorgde ervoor dat hijzelf, zijn/haar werkgever en/of betalingsinstelling deze invulde. Eenmaal het document ingevuld was, stuurde hij ze op naar de dienst uitkeringen van de Socialistische Mutualiteit. De dossierbeheerder ontving 1 volledig pakket. Vandaag de dag bestaat het document ASR uit 3 delen: deel lid, deel werkgever en deel werkloosheid. Alle delen komen apart binnen op de dienst uitkeringen. Dit zorgt voor een groot klassement. • papieren documenten kunnen verloren gaan. Welke voor- en nadelen biedt een elektronisch inlichtingsblad ten opzichte van een papieren? Waarom is het een voor- of nadeel? Voordelen: • een elektronisch inlichtingsblad zorgt voor minder klassement. • het elektronische circuit zorgt voor een gecentraliseerde opslag. Nadelen: • indien er zich netwerkproblemen voordoen, kan de dossierbeheerder niet meer verder werken. • het lid heeft geen zicht meer op de gegevens die de werkgever doorstuurt. Binnenkort gebeurt net hetzelfde met de werklozenkas.
- 141 -
Heeft de burger voldoende zicht op de juistheid van de gegevens die de werkgever en/of de uitbetalingsinstelling elektronisch doorstuurt? Verduidelijk uw antwoord. Vroeger kreeg de burger het volledige document “aangifte van een sociaal risico” thuisgestuurd. Hij/zij ging ermee langs bij zijn/haar werkgever en/of uitbetalingsinstelling. Het lid had toen de kans om de ingevulde gegevens te controleren. Vandaag de dag weet de verzekerde niet altijd wanneer de werkgever en/of uitbetalingsinstelling de documenten overmaakt aan de mutualiteit. Als het dossier berekend wordt, vertrekt er een brief naar de verzekerde met vermelding van het dagloon, de reglementen, … Pas dan heeft het lid zicht op zijn/haar dossier. Waarom denkt u dat de werkgever(s) zo weinig gebruik maken van het elektronische circuit? Hoewel de vertegenwoordigers van de werkgevers vragende partij waren voor het elektronische circuit, maken slechts 8% van de werkgevers hiervan gebruik. Dhr. Rik Demeurisse geeft hiervoor de volgende mogelijke oorzaken weer: • De werkgevers hebben onvoldoende kennis van het elektronische circuit. De nodige know-how ontbreekt. • De werkgevers staan wantrouwig t.o.v. het elektronische circuit. • Het invullen van papieren inlichtingsbladen verloopt waarschijnlijk sneller dan bij elektronische inlichtingsbladen. Welke verandering bracht het e-governmentproject met zich mee binnen de dienst uitkeringen? Zorgt het inderdaad voor een betere en snellere dienstverlening dan voordien? Het e-governmentproject bracht heel wat aanpassingen mee. Momenteel zorgen de veranderingen niet voor een betere en snellere dienstverlening. Hieronder volgt een opsomming: • onlangs werden enkele nieuwe hostschermen in het leven geroepen waardoor de personeelsleden van de dienst uitkeringen zich telkens opnieuw moeten omscholen. • doordat het merendeel van de leden, werkgevers en/of uitbetalingsinstellingen hun formulieren niet meer binnenbrengen bij het plaatselijk kantoor, maar rechtstreeks opsturen naar de dienst uitkeringen, verschuift de werkdruk van de buitendienst naar de binnendienst. • vroeger bracht het lid meestal het document ASR binnen in het loket, waar een kwaliteitscontrole volgde. Vandaag de dag worden de verschillende formulieren verspreid verstuurd naar de dienst uitkeringen. Indien een document niet correct is ingevuld, stuurt de dossierbeheerder dit naar het loket, het lid, de werkgever of de - 142 -
uitbetalingsinstelling. De documenten die toekomen op de dienst uitkeringen bevatten alles behalve kwaliteit. • vroeger kreeg het lid binnen de 1 à 2 werkdagen na aangifte van het sociaal risico de inlichtingsformulieren thuisgestuurd. Vandaag de dag duurt het ongeveer 1 week vooraleer de betrokken actoren de inlichtingsbladen ontvangen. • de regel van het RIZIV is: de gerechtigde dient binnen de 30 dagen na aangifte van de arbeidsongeschiktheid, uitkeringen te ontvangen. Op heden ontvangen slechts 70% van de leden hun uitkeringen binnen deze termijn, terwijl dit vroeger 80% was. Vraagt de verwerking van een elektronisch dossier minder tijd dan een papieren dossier? Wat doet u met de vrijgekomen tijd? Op dit ogenblik vraagt de verwerking van een elektronisch dossier evenveel tijd als bij een papieren dossier. Wat de toekomst ons brengt, brengt een groot vraagteken met zich mee. Het kan zijn dat de verwerking van een elektronisch dossier mettertijd minder tijd in beslag zal nemen dan een papieren, maar dit is nog afwachten geblazen. Vrijgekomen tijd is er momenteel niet, integendeel. Doordat de werkdruk is verschoven van de buitendienst naar de binnendienst, zorgt dit voor extra werk en stress binnen de dienst uitkeringen. 7.3.1.2.2 De primaire berekenaars Aan dhr. Kristof Wyffels, mevr. Wastyn Nancy, mevr. Goedefroo Lindsay, mevr. Scherpereel Nathalie, mevr. Noterdame Emilie, dhr. Geiregat Patrick, dhr. Boens Pieter en dhr. Gadeyne Mathieu stelde ik de volgende vragen: Vóór 1 januari 2006 kreeg de verzekerde bij arbeidsongeschiktheid het volledige document “aangifte van een sociaal risico” thuisgestuurd. Op heden wordt het inlichtingsblad rechtstreeks aan de werkgever(s) opgevraagd. Binnenkort gebeurt dit eveneens met de werklozenkas. Welk systeem (het vroegere of het huidige) verkiest u en waarom? Iedereen verkiest het vroegere systeem en dit om de volgende redenen: • het huidige systeem kent nog heel wat kinderziektes. Een voorbeeld: het inlichtingsblad wordt verstuurd naar de maatschappelijke hoofdzetel i.p.v. naar de dochteronderneming, waar het lid is tewerkgesteld. Nog een voorbeeld: vaak worden de inlichtingsbladen verstuurd naar vroegere werkgevers terwijl het lid daar al jaren niet meer werkt. • met het vroegere systeem stonden de verzekerbaarheidsgegevens altijd vermeld op het inlichtingsblad. Nu moeten de dossierbeheerders deze gegevens raadplegen bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid via het hostscherm U820. Bij een fout van de U820 moeten - 143 -
de primaire berekenaars toch nog bijkomende gegevens opvragen, hetzij aan de werkgever, het sociaal secretariaat of aan het plaatselijk kantoor. • meestal bracht het lid het volledige document ASR binnen in het plaatselijk kantoor waar de loketbedienden het aan een grondige controle onderwierpen. Met het huidige systeem valt deze controle weg. • het huidige systeem zorgt ervoor dat het volledige document ASR wordt onderverdeeld in 3 stukken: gerechtigde, werkgever en uitbetalingsinstelling. Dit maakt de kans dat een formulier verloren gaat groter. Bovendien brengt de nieuwe werkwijze extra klasseerwerk met zich mee. • in het vroegere systeem was de verzekerde verantwoordelijk voor het volledige document ASR. Zo werd er meer druk bij de werkgevers uitgeoefend omdat de betrokkene meestal op zijn papieren bleef wachten. Bovendien bereikten de inlichtingsbladen vlugger de dienst uitkeringen dan nu het geval is. Toch geloven bijna alle primaire berekenaars erin dat het huidige systeem na verloop van tijd zijn vruchten zal afwerpen. Waarom denkt u dat de werkgever(s) zo weinig gebruik maken van het elektronische circuit? De werkgevers zijn al jarenlang vertrouwd met de papieren inlichtingsbladen. De meesten hebben waarschijnlijk schrik voor het onbekende en angst voor de verandering. Bovendien zijn de werkgevers te weinig geïnformeerd over de werking, waardoor ze geen of nauwelijks vertrouwen hebben in het nieuwe systeem. Voor de werkgevers vergt het bovendien een financiële inspanning om alle computersystemen aan te passen en de personeelsleden op te leiden om ermee te werken. Werkgevers denken waarschijnlijk: waarom investeren in een nieuw systeem, als er nog steeds met het oude kan gewerkt worden. Heeft de burger voldoende zicht op de juistheid van de gegevens die de werkgever en/of de uitbetalingsinstelling elektronisch doorstuurt? Verduidelijk uw antwoord. Als het dossier berekend wordt, vertrekt er automatisch een brief naar de verzekerde met vermelding van het dagloon, de reglementen, … Bovendien kan de mutualiteit goede en duidelijke informatie over het dossier verstrekken aan het lid. Welke verandering bracht het e-governmentproject met zich mee binnen de dienst uitkeringen? Zorgt het inderdaad voor een betere en snellere dienstverlening dan voordien? Er werden onlangs een aantal nieuwe hostschermen in het leven geroepen. Dit brengt een hele aanpassing en een nieuwe werkwijze met zich mee binnen de dienst uitkeringen. Dit brengt natuurlijk enkele ongemakken met zich mee.
- 144 -
De verzekerbaarheidsgegevens kunnen nu opgevraagd worden bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid via de transactie U820. Ook de periodes van tijdelijke werkloosheid kunnen opgevraagd worden via het hostscherm UA37. Dit alles zorgt ervoor dat de dossierbeheerders aan de hand van deze gegevens het dossier kunnen behandelen zonder de gegevens op te vragen bij de gerechtigde. Daardoor wordt de tussenkomst van de verzekerde beperkt. Doordat het inlichtingsblad van de gerechtigde, de werkgever en/of de uitbetalingsinstelling apart binnenkomen, hebben de dossierbeheerders meer tijd nodig om alles te registreren en te klasseren. Wanneer alle gegevens dan eindelijk geregistreerd zijn, moet een dossier dan nog bij elkaar gepuzzeld worden. Dit vraagt meer tijd dan vroeger. Er zijn ook heel wat hangende dossiers, waarvan ofwel het inlichtingsblad van het lid, de werkgever en/of de werklozenkas ontbreekt. Een primair arbeidsongeschiktheidsdossier wordt niet sneller opgelost dan voordien, vermits de dossierbeheerders nog altijd afhankelijk zijn van de medewerking van de gerechtigde, de werkgever en/of de uitbetalingsinstelling. Eens het project goed loopt, zullen de dossierbeheerders op een meer efficiënte manier kunnen werken. Vraagt de verwerking van een elektronisch dossier minder tijd dan een papieren dossier? Wat doet u met de vrijgekomen tijd? Het project staat nog in zijn kinderschoenen en brengt voorlopig meer werk met zich mee. De verwerking van een elektronisch dossier vraagt vandaag de dag niet minder tijd dan een papieren versie. Een elektronisch inlichtingsblad wordt afgeprint. Het werken met een elektronisch formulier is helemaal anders dan een papieren inlichtingsblad, maar het is slechts een kwestie van gewoonte. Er zijn maar ongeveer 8% elektronische dossiers zodat er geen noemenswaardige vrije tijd bijkomt. Indien de uitbetalingsinstellingen en de werkgevers meer met elektronische inlichtingsbladen zouden werken, zullen de dossierbeheerders ook sneller vertrouwd raken met de nieuwe werkwijze. De verwerking van een elektronisch dossier zal mettertijd minder tijd vragen dan een papieren, omdat alle gegevens meer gecentraliseerd staan. Gezien de bedoeling van het project is om het papierwerk te verminderen en te evolueren naar een efficiënte manier van werken, moeten we dergelijke veranderingen alleen maar toejuichen, vooral als we daardoor een snellere dienstverlening kunnen aanbieden.
- 145 -
Welke voor- en nadelen biedt een papieren inlichtingsblad ten opzichte van een elektronisch? Waarom is het een voor- of nadeel? Voordelen: • een papieren inlichtingsblad vormt een tastbaar bewijsstuk. • een papieren document is overzichtelijker dan een elektronisch. • als je werkt met papieren documenten, zie je de stapels dossiers verminderen indien je er enkele oplost. Dit geeft de dossierbeheerder moed. • de werkgever kan meer gegevens vermelden op een papieren inlichtingsblad, zoals de reden van geen gewaarborgd loon, de reden waarom er meer dan 1 dag is tussen de aanvangsdatum van het risico en de laatst gewerkte dag, … Op een elektronisch inlichtingsblad is daar onvoldoende ruimte voor. • de dossierbeheerders zijn al jaren gewoon om enkel met papieren documenten te werken en het is dan ook routine geworden. Ze weten wat waar staat op het inlichtingsblad. Nadelen: • indien een lid via de telefoon uitleg vraagt over zijn dossier, dient de dossierbeheerder het dossier uit het klassement te halen. Terwijl je een elektronisch dossier kan raadplegen via de computer. • een papieren document kan verloren gaan zowel via de post als bij de mutualiteit (verkeerd geklasseerd). • indien het inlichtingsblad niet correct is ingevuld, moet de dossierbeheerder deze terugsturen via de post naar het loket, het lid, de werkgever of de uitbetalingsinstelling. Dit zorgt voor heel wat tijdverlies. • sommige mensen dragen geen zorg voor hun papieren documenten waardoor de dossierbeheerders ze terugkrijgen met stukken eruit, met een vies geurtje eraan of met vlekken erop. Welke voor- en nadelen biedt een elektronisch inlichtingsblad ten opzichte van een papieren? Waarom is het een voor- of nadeel? Voordelen: • een elektronisch inlichtingsblad kan niet verloren gaan. De werkgever krijgt een ontvangstbewijs bij het verzenden van een elektronisch inlichtingsblad en is zo zeker dat de mutualiteit het document heeft ontvangen. • de verzending van de gegevens verloopt vlug. • indien het lid om uitleg vraagt over zijn dossier, kan de dossierbeheerder de nodige gegevens via de computer consulteren en hoeft hij/zij het dossier niet uit het klassement te halen.
- 146 -
Nadelen: • op een elektronisch inlichtingsblad wordt teveel met codes gewerkt. Daardoor wordt het moeilijk om het te lezen en te begrijpen. • soms krijgt de mutualiteit elektronische aangiftes binnen, terwijl er bij ons geen aangifte werd gedaan van een sociaal risico. Dus deze inlichtingsbladen kunnen de dossierbeheerders niet registreren. • er is weinig ruimte voorzien voor vrije tekst (bijvoorbeeld: uitleg over de hervalling). • de dossierbeheerders printen het elektronische inlichtingsblad af waardoor opnieuw een papieren dossier wordt verkregen. 7.3.1.2.3 De andere medewerkers Aan mevr. Katrien Clevers, mevr. Saskia Knockaert, mevr. Inge Tubaert, mevr. Elisabeth Perquy, mevr. Emmy Nuytten, dhr. Patrick Dumont, mevr. Sylviane Duthois en mevr. Sabine Pollet stelde ik de volgende vragen: Bent u op de hoogte van het e-governmentproject? Alle medewerkers zijn op de hoogte van het e-governmentproject. Al is de ene al beter geïnformeerd dan de ander. In het kader van de Dmfa werden onlangs nieuwe transacties in het leven geroepen (cfr. 7.2.2). Het NVSM komt telkens elk nieuw hostscherm toelichten. Daarna krijgen alle medewerkers van de dienst uitkeringen de kans om het zelf in de praktijk uit te testen en hun bevindingen mee te delen aan dhr. Rik Demeurisse, diensthoofd uitkeringen, en/of aan de Landsbond. Alle medewerkers worden rechtstreeks geconfronteerd met het project. Allen dienen ze bepaalde gegevens bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid op te vragen om een dossier te kunnen behandelen zoals de verzekerbaarheidsgegevens en de gezinssamenstelling. Wanneer een lid telefonisch contact opneemt om te vragen of de inlichtingsbladen al binnen zijn van de werkgever en/of de uitbetalingsinstelling, dan kunnen de medewerkers daarop antwoorden door de hostschermen UTXT en UOPV (nieuwe transactie) te raadplegen. Vóór 1 januari 2006 kreeg de verzekerde bij arbeidsongeschiktheid het volledige document “aangifte van een sociaal risico” thuisgestuurd. Op heden wordt het inlichtingsblad rechtstreeks aan de werkgever(s) opgevraagd. Binnenkort gebeurt dit eveneens met de werklozenkas. Welk systeem (het vroegere of het huidige) verkiest u en waarom? 2 medewerkers verkiezen het vroegere systeem en dit om de volgende reden: Vroeger kreeg de verzekerde bij arbeidsongeschiktheid het volledige document “aangifte van een sociaal risico” thuisgestuurd. Het lid was toen verantwoordelijk voor zijn eigen dossier. Het lid had een zekere controle over zijn dossier. Hij/Zij wist wanneer de werkgever/uitbetalingsinstelling het document invulde en kende ook de - 147 -
inhoud ervan. Vandaag de dag is de dossierbeheerder afhankelijk van verschillende instanties (lid, werkgever en/of uitbetalingsinstelling). De dossierbeheerder moet vaak lang wachten om een dossier te kunnen behandelen omdat alle nodige inlichtingsbladen nog niet in zijn bezit zijn. Ook het lid moet daardoor langer wachten op zijn/haar uitkering met alle gevolgen vandien: telefoontjes van boze leden, mutaties of transfers, … De overige medewerkers verkiezen het huidige systeem. Indien alles optimaal zou verlopen, zal dit tijdswinst met zich meebrengen. Met de vrijgekomen tijd zullen de personeelsleden dan meer controle kunnen uitoefenen op bijvoorbeeld wijzigingen in de gezinssamenstelling, verbrekingsvergoedingen, … Momenteel worden deze controles nauwelijks uitgevoerd wegens tijdsgebrek. Doordat het inlichtingsblad rechtstreeks wordt verstuurd naar de werkgever en binnenkort naar de werklozenkas, heeft het lid minder heen en weer geloop (op voorwaarde dat het inlichtingsblad naar de juiste werkgever wordt gestuurd en deze ze snel invult). Welke voor- en nadelen biedt een papieren inlichtingsblad ten opzichte van een elektronisch? Waarom is het een voor- of nadeel? Voordelen: • een papieren inlichtingsblad biedt een beter overzicht dan een elektronisch (het lezen van een papieren inlichtingsblad is veel eenvoudiger dan het lezen van een elektronisch). Nadelen: • papieren documenten kunnen verloren gaan. • wanneer het inlichtingsblad met de hand wordt ingevuld, bestaat de kans dat de dossierbeheerder de gegevens verkeerd interpreteert. Welke voor- en nadelen biedt een elektronisch inlichtingsblad ten opzichte van een papieren? Waarom is het een voor- of nadeel? Voordelen: • het elektronische inlichtingsblad zal vlugger op zijn bestemming (werkgever en/of uitbetalingsinstelling) zijn dan een papieren formulier dat over de post wordt verstuurd. • vermits de werkgever/uitbetalingsinstelling de gegevens rechtstreeks haalt vanuit zijn computersysteem, zullen er minder fouten voorkomen dan wanneer ze de gegevens zelf moeten overtypen of overschrijven. • geen betwisting mogelijk van gegevens: een 0 is een 0, een 4 is een 4, … (duidelijker leesbaar dan een papieren inlichtingsblad). • het lid kan de gegevens vermeld op het elektronische inlichtingsblad niet wijzigen. Vóór 1 januari 2006 kreeg de gerechtigde het volledige document ASR thuisgestuurd. Hij/Zij ging daarmee naar zijn/haar werkgever en/of werklozenkas. Vooraleer hij/zij ze bezorgde aan de mutualiteit, kon hij/zij de gegevens aanpassen.
- 148 -
Nadelen: • sommige medewerkers hebben schrik dat het computersysteem van de mutualiteit kan gekraakt worden, waardoor alle elektronische documenten kunnen verloren gaan. Heeft de burger voldoende zicht op de juistheid van de gegevens die de werkgever en/of de uitbetalingsinstelling elektronisch doorstuurt? Verduidelijk uw antwoord. Alle bevraagde medewerkers antwoorden hierop als volgt: ”Aangezien het lid een leek is, begrijpt hij toch niets van wat de werkgever en/of uitbetalingsinstelling invult. Indien hij/zij uitleg wenst over de berekening van een primair arbeidsongeschiktheidsdossier, kan hij/zij contact opnemen met zijn/haar dossierbeheerder binnen de dienst uitkeringen. Bovendien ontvangt de verzekerde, nadat zijn dossier opgelost is, een brief van de mutualiteit waarop alle belangrijke gegevens (dagloon, carensperiode, …) vermeld staan. Ook wanneer hij/zij geen recht heeft op uitkeringen ten laste van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, wordt hij/zij hiervan op de hoogte gesteld.” 7.3.1.3 Dhr. Dominique Vanhonacker Naast de medewerkers van de Socialistische Mutualiteit onderwierp ik ook dhr. Dominique Vanhonacker, administratief directeur van Bond Moyson WestVlaanderen, aan een vragenronde. Bent u op de hoogte van het e-governmentproject? Dhr. Dominique Vanhonacker is inderdaad op de hoogte van het project. Door zijn functie is hij al van bij het begin betrokken bij het project. Telkens wanneer er zich veranderingen of nieuwigheden voordoen, organiseert het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten vergaderingen waarbij dhr. Dominique Vanhonacker aanwezig is. Er bestaan 2 types van vergaderingen: mededelingen en werkgroepen. Bij deze laatste wordt een actieve inbreng verwacht van de aanwezigen. Vóór 1 januari 2006 kreeg de verzekerde bij arbeidsongeschiktheid het volledige document “aangifte van een sociaal risico” thuisgestuurd. Op heden wordt het inlichtingsblad rechtstreeks aan de werkgever(s) opgevraagd. Binnenkort gebeurt dit eveneens met de werklozenkas. Welk systeem (het vroegere of het huidige) verkiest u en waarom? Vandaag de dag verkiest dhr. Dominique Vanhonacker het huidige systeem. Theoretisch gezien is het nieuwe systeem heel goed uitgewerkt en streeft het vereenvoudiging na. Toch wenst hij enkele aantekeningen te maken. Het huidige systeem vertoont helaas nog enkele kinderziektes, waardoor het niet optimaal functioneert.
- 149 -
Een voorbeeld van wat er kan verkeerd lopen: persoon X wordt tewerkgesteld bij werkgever Y, dochteronderneming van Z. In de dimona-aangifte staat Z vermeldt als werkgever. Wanneer persoon X arbeidsongeschikt wordt, wordt het inlichtingsblad van de werkgever verstuurd naar de maatschappelijke hoofdzetel Z. Deze vult het inlichtingsblad niet altijd in waardoor het dossier van persoon X heel wat vertraging oploopt en persoon X geruime tijd zonder loon of vervangingsinkomen komt te zitten. Waar ligt dan de fout? Bij de overheid of bij de werkgever? Volgens dhr. Dominique Vanhonacker werd het huidige systeem te vroeg in de praktijk gebracht. De testperiode mocht gerust nog wat langer duren. Nog een bedenking die hij maakt: slechts 8% van de werkgevers verstuurd de ASR via elektronische weg, dit terwijl het initieel opzet van de overheid vereenvoudiging nastreeft voor de werkgevers. Welke voor- en nadelen biedt een papieren inlichtingsblad ten opzichte van een elektronisch? Waarom is het een voor- of nadeel? Voordelen: • de verzekerde kreeg vroeger het volledige document ASR thuisgestuurd. Hij ging met deze papieren naar zijn werkgever en/of uitbetalingsinstelling. Eenmaal deze ingevuld waren, stuurde hij ze op naar Bond Moyson. De verzekerde had sociale controle van wat de werkgever en/of de uitbetalingsinstelling invulde. Nu worden de papieren van de werkgever rechtstreeks naar hem gestuurd, indien de identiteit gekend is. Binnenkort gebeurt dit ook met de uitbetalingsinstelling, waardoor de gerechtigde geen zicht meer heeft of deze formulieren op tijd en correct invuld worden. • de organisatorische werkwijze was beter toen alles via het papieren circuit verliep. Het lid ging met zijn ingevulde papieren naar het loket. Daar volgde een kwaliteitscontrole. Indien iets niet correct was ingevuld, kreeg het lid de papieren terug mee om deze te verbeteren. Tegenwoordig stuurt het lid zijn deel van de documenten op naar het hoofdkantoor van Bond Moyson of brengt deze binnen bij het loket. De werkgever en/of de uitbetalingsinstelling sturen de formulieren terug naar het hoofdkantoor waardoor deze een centrale opslagplaats wordt. Indien de formulieren niet correct zijn, stuurt de dossierbeheerder deze terug naar het loket, de gerechtigde, de werkgever en/of de uitbetalingsinstelling. Daardoor wordt kostbare tijd verloren en lopen de dossiers vertraging op. Nadelen: • het werken met papieren documenten zorgt voor een groot klassement waardoor de dienst uitkeringen een grote opslagruimte nodig heeft. • papieren formulieren en brieven hebben een groter risico op verlies door de gebruiker zelf, de dossierbeheerder of de post.
- 150 -
Welke voor- en nadelen biedt een elektronisch inlichtingsblad ten opzichte van een papieren? Waarom is het een voor- of nadeel? Indien het elektronische circuit vlot verloopt zal dit voor de volgende voor- en nadelen zorgen. Voordelen: • het verdwijnen van een uitgebreid klassement. • de gegevens zullen op diverse plaatsen consulteerbaar zijn: loket en hoofdkantoor. • indien de werkgever en/of de uitbetalingsinstelling het inlichtingsblad via het elektronische circuit doorsturen, zullen de gegevens sneller verwerkt worden, waardoor een dossier sneller kan behandeld worden. Dit zorgt voor tevreden leden. • elektronische documenten zijn duidelijker leesbaar dan papieren. Er kan zeker en vast geen twijfel bestaan bij de interpretatie van de gegevens. Nadelen: • indien er zich netwerkproblemen voordoen, kan de dossierbeheerder niet meer verder werken. Gelukkig komt dit niet vaak voor en is dit van tijdelijke aard. • er moet op toegezien worden, dat bij elektronische documenten niet enkel wordt gewerkt met codes. Dit kan ervoor zorgen dat de dossierbeheerder na verloop van tijd niet meer beseft waarmee hij bezig is en alleen nog praat over 0, 1, 2B, … Heeft de burger voldoende zicht op de juistheid van de gegevens die de werkgever en/of de uitbetalingsinstelling elektronisch doorstuurt? Verduidelijk uw antwoord. Cfr. vorige vragen. Waarom denkt u dat de werkgever(s) zo weinig gebruik maken van het elektronische circuit? Volgens dhr. Dominique Vanhonacker werden de werkgevers ingelicht door de overheid i.v.m. de elektronische ASR. Slechts 8 % werken reeds via het elektronische circuit. De meeste werkgevers staan waarschijnlijk wantrouwig t.o.v. de elektronische ASR en zijn onzeker over het kwalitatieve.
- 151 -
Welke verandering bracht het e-governmentproject met zich mee binnen de mutualiteit? Het e-governmentproject bracht heel wat veranderingen mee. Hieronder volgt een opsomming: • enkele nieuwe transacties (hostschermen) werden in het leven geroepen, waardoor het personeel telkens een gepaste opleiding moest krijgen. • doordat het merendeel van de leden, werkgevers en/of uitbetalingsinstellingen hun formulieren niet meer binnenbrengen bij het loket, maar rechtstreeks opsturen naar het hoofdkantoor van Bond Moyson West-Vlaanderen, verschuift de werkdruk van de buitendienst naar de binnendienst. • de invoering van het e-governmentproject zorgde ervoor dat talrijke documenten moesten vernieuwd en aangepast worden, waardoor de mutualiteit genoodzaakt was nieuwe drukmachines aan te schaffen. • doordat het volledige document “aangifte van een sociaal risico” niet meer wordt thuisgestuurd naar het lid, maar afzonderlijk een deel naar het lid en naar de werkgever, stijgen de portkosten. Vraagt de verwerking van een elektronisch dossier minder tijd dan een papieren dossier? Vandaag de dag vraagt de verwerking van een elektronisch dossier niet minder tijd dan een papieren. De dossierbeheerders moeten nog wennen aan de elektronische documenten. De omschakeling van papieren formulieren naar elektronische zorgt voor een grote aanpassing voor de medewerkers van de dienst uitkeringen. Na verloop van tijd, wanneer alles op punt staat, zal de verwerking van een elektronisch dossier inderdaad minder tijd in beslag nemen dan een papieren. Dit is voorlopig maar toekomstmuziek.
7.3.2 Andere verzekeringsinstellingen In het kader van mijn eindwerk vind ik het interessant om ook eens te peilen naar de ervaringen van andere mutualiteiten en een vergelijkende studie te maken met de Socialistische Mutualiteit. Ik stuurde een brief met een daarbij behorende vragenlijst naar de hoofdmaatschappelijke zetel van de volgende mutualiteiten: • • • •
Liberale Mutualiteit Vlaams en Neutraal Ziekenfonds Christelijke Mutualiteit Onafhankelijk Ziekenfonds
- 152 -
Helaas kan ik geen relevante vergelijking maken aangezien ik slechts van 1 ziekenfonds een reactie heb ontvangen. Hieronder geef ik een korte samenvatting van hun antwoord op mijn vragen. Deze mutualiteit opteert voor het elektronische circuit. De elektronische inlichtingsbladen worden automatisch geïntegreerd in het berekeningsprogramma waardoor geen manuele ingave meer dient te gebeuren van het dagloon. Dit zorgt uiteraard voor tijdswinst. Volgens dit ziekenfonds blijft de dienstverlening zoals voordien. De burger heeft voldoende zicht op de gegevens die vermeld staan op de elektronische aangiftes, want er wordt steeds een brief verstuurd naar de gerechtigde met daarop de berekening van de uitkeringen. Verificatie is dus mogelijk.
7.3.3 Uitbetalingsinstellingen Via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid kan het ziekenfonds in de meeste gevallen nagaan bij welke werkgever(s) de gerechtigde tewerkgesteld is en of hij/zij al dan niet een werkloosheidsuitkering ontvangt. Vermits de verzekeringsinstellingen niet weten bij welke werklozenkas de verzekerde is aangesloten, verloopt de uitwisseling van gegevens via de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. In het kader van de Dmfa (een luik van het e-governmentproject) wordt vanaf heden het inlichtingsblad rechtstreeks opgevraagd bij de werkgever. Dit gebeurt enkel indien het ziekenfonds de identiteit van de werkgever kent. De werkgever kan kiezen om het ingevulde inlichtingsblad via het elektronische of het papieren circuit te bezorgen. Binnenkort wordt er nagegaan of de gerechtigde al dan niet werkloos is. Als de betrokkene niet werkt of deeltijds werkt, dan wordt er vanuit de mutualiteit een vraag gestuurd naar de bevoegde uitbetalingsinstelling tot het bekomen van een inlichtingsblad via elektronische weg. De werklozenkas stuurt de ingevulde ASR elektronisch terug via de RVA, via de KSZ en via het NIC naar de verzekeringsinstelling waarbij de betrokkene is aangesloten. De mutualiteiten werken nauw samen met de uitbetalingsinstellingen. Daarom wou ik eens onderzoeken hoe goed de aangifte van een sociaal risico al bij hen geïntegreerd is. Ik verstuurde 112 brieven naar de volgende uitbetalingsinstellingen: • • • •
ABVV ACV ACLVB Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen
18 reageerden op mijn oproep. Dit betekent een respons van 16,07%. Bovendien had ik een gesprek met dhr. Danny Vandewalle, algemeen diensthoofd ABVV West-Vlaanderen. Aangezien zijn antwoorden nauw aanleunen bij die van zijn collega’s van de verschillende uitbetalingsinstellingen, heb ik beslist om de antwoorden samen te verwerken.
- 153 -
Hieronder volgt een overzicht van de gestelde vragen en de verkregen antwoorden. Welke voor- en nadelen biedt een papieren inlichtingsblad ten opzichte van een elektronisch? Waarom is het een voor- of nadeel? Voordelen: • de personeelsleden van de uitbetalingsinstellingen kennen het papieren inlichtingsblad en weten hoe het moet ingevuld worden. Het is nog altijd een macht der gewoonte, iets wat iedereen kent en mee vertrouwd is. • een papieren document is primitief, maar wel gebruiksvriendelijk. • een papieren inlichtingsblad is een tastbaar bewijsstuk. Nadelen: • een papieren inlichtingsblad wordt met de post verstuurd. Dit vraagt enige verzendingstijd en kost meer dan een elektronische versie. • papieren formulieren invullen is een arbeidsintensieve bezigheid. • papieren documenten kunnen verloren gaan via allerlei circuits (post, sociaal verzekerde, werkgever, uitbetalingsinstelling of verzekeringsinstelling). • er kan twijfel ontstaan bij de interpretatie van de gegevens bij een onleesbaar handschrift. Welke voor- en nadelen biedt een elektronisch inlichtingsblad ten opzichte van een papieren? Waarom is het een voor- of nadeel? Voordelen: • de elektronische werkwijze zal goed zijn voor de uitbetalingsinstellingen aangezien er momenteel heel wat werk kruipt in de manuele afhandeling van de inlichtingsbladen. Het invullen van een elektronisch inlichtingsblad betekent tijdswinst voor de dossierbeheerders van de uitbetalingingsinstellingen. • het zorgt voor een snellere verzending en een hogere verwerkingssnelheid. De ingevulde inlichtingsbladen worden onmiddellijk verstuurd naar de bevoegde verzekeringsinstelling. • de sociaal verzekerde hoeft zich niet meer te verplaatsen naar het plaatselijk kantoor. Dit betekent dat hij/zij zich niet meer hoeft aan te bieden aan het loket met zijn/haar papieren document. • doordat de dossierbeheerder de gegevens niet meer moet overschrijven vanuit de computer op het papieren document, zorgt dit voor minder fouten op het inlichtingsblad. Er worden correctere gegevens overgemaakt aan de verzekeringsinstellingen. • vanaf het ogenblik dat de arbeidsongeschiktheid wordt erkend, wordt er binnenkort een inlichtingsblad opgevraagd aan de werklozenkas via elektronische weg. Vermits de uitbetalingsinstellingen snel op de hoogte worden gebracht over een melding van een arbeidsongeschiktheid, worden de werkloosheidsuitkeringen stopgezet om zo sociale fraude tegen te gaan. - 154 -
Nadelen: • de sociaal verzekerde heeft geen controle of iedereen reeds zijn deel heeft ingevuld en doorgestuurd. • de invoering van een elektronisch inlichtingsblad vergt opleiding en aanpassing van de werkmethodes. • er wordt teveel gebruik gemaakt van codes op het elektronische formulier. • bij netwerkproblemen is geen dossierbehandeling meer mogelijk. Denkt u dat de overgang (van papier naar elektronisch) vlot zal verlopen of verwacht u eerder moeilijkheden om alles aan te passen? Overgangen zorgen altijd voor problemen. Er is al ongeveer 1 jaar sprake om via het elektronische circuit te werken, maar de ICT-medewerkers kunnen amper volgen om de programmatuur aan te passen en af te stemmen op de diverse aspecten van de multifunctionele aangifte. De overgang wordt steeds uitgesteld, waaruit blijkt dat het technisch vrij moeilijk is om de nodige aanpassingen te doen. De gegevens moeten op een uniforme manier worden beheerd en daar ligt het probleem. Het is niet eenvoudig om de verzekerings- en uitbetalingsinstellingen op 1 lijn te krijgen. Het ietwat ouder personeel ondervindt de meeste hinder van het elektronische circuit. Bij de overstap van papieren documenten naar elektronische ondervinden zij moeilijkheden, omdat alles wat abstracter is. Vandaag de dag bevindt de elektronische ASR zich in een testfase. De inlichtingsbladen in te vullen door de werklozenkas worden zowel op papier als elektronisch ingevuld. De elektronische versie wordt nog niet overgemaakt aan de verzekeringsinstellingen. Het wordt afgedrukt om te kunnen vergelijken met het papieren document. Beide formulieren worden dan naast elkaar gelegd om er de mogelijke fouten eruit te halen. Er zijn voldoende veiligheden ingebouwd in het systeem om alles correct te laten verlopen. Zal dit een verandering in de werkwijze met zich meebrengen? Het Dmfa-project bezorgt velen kopzorgen. Het is een nieuw medium, wat impliceert dat de interne werkmethodes en -processen grondig dienen aangepast te worden. Uiteraard brengt dit voor het personeel een andere manier van werken met zich mee. De meeste uitbetalingsinstellingen zijn ervan overtuigd dat het een positieve verandering in de werkwijze met zich zal meebrengen. De gegevens zullen sneller verwerkt worden en de afhandeling van de dossiers zal vlugger verlopen, waardoor de sociaal verzekerde niet lang moet wachten op zijn/haar uitkering. Bepaalde uitbetalingsinstellingen staan eens stil bij de impact van de computer op ons leven en onze werkwijze. Vroeger werkten de mensen alleen met papieren documenten. Vandaag de dag is de informatisering van de maatschappij een feit. De totale impact is enorm. Dit is een technische evolutie waarop we mogen trots zijn.
- 155 -
Vertrouwt u op het elektronische circuit? Heeft u geen schrik dat er zich eventueel netwerkproblemen kunnen voordoen (de documenten worden niet doorgestuurd naar de verzekeringsinstelling)? De voorbereidende testen zijn heel belangrijk. Die gebeuren in samenwerking met de mutualiteiten. We leven nu eenmaal in een wereld waar de computer niet meer weg te cijferen is en als er zich netwerkproblemen voordoen, dan zorgt dit overal voor problemen. Tijdens de testperiode gebeurt het wel eens dat de server van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid uitvalt. De opgevraagde gegevens worden dan tijdelijk bewaard in een wachtbestand. Indien de server terug werkt, worden deze gegevens vrijgegeven. Vermits de gegevens worden opgeslagen in een wachtbestand, hoeven de uitbetalingsinstellingen de data niet nogmaals aan te vragen. Bovendien zijn de gegevens van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid niet altijd correct, maar dit heeft te maken met de informatie die door de werkgevers wordt ingegeven. Het gebeurt regelmatig dat de instellingen de databank van de KSZ, voor het raadplegen van Dmfa-gegevens, niet kunnen raadplegen wegens technische problemen. De opgevraagde informatie bekom je normaalgezien na enkele seconden, soms kan dit wel eens enkele minuten tot uren in beslag nemen. Indien de voorkomende fouten snel worden gedetecteerd, dan kan er snel ingegrepen worden. Een snelle controle en goede afspraken i.v.m. foutoplossend werken zijn nodig. Er zal nog heel wat werk moeten verricht worden om van een elektronische gegevensuitwisseling een efficiënt werkinstrument te maken.
7.3.4 Werkgevers en sociaal secretariaten Melissa Declercq Leopold Sabbestraat 110 8930 LAUWE Fax 056 23 03 60
[email protected]
Geachte In het kader van mijn eindwerk ben ik op zoek naar de ervaringen van mensen uit het bedrijfsleven. Ik ben namelijk laatstejaarsstudente aan de Hogeschool WestVlaanderen, departement Hiepso. In mijn thesis spits ik mij toe op het egovernmentproject en bijgevolg ook op de aangifte van een sociaal risico, wat volledig in de lijn ligt van mijn opleiding tot maatschappelijk adviseur. Ik onderzoek onder andere in hoeverre het systeem al geïntegreerd is bij de lokale bedrijven.
- 156 -
Om de administratieve formaliteiten van de werkgever te vereenvoudigen, gebeuren er sinds kort ingrijpende veranderingen binnen de sociale zekerheid. De federale overheid is sinds 1 januari 2003 gestart met een e-governmentproject. Het doel van dit project is de gegevensstromen tussen de werkgevers en de instellingen van de sociale zekerheid sneller en efficiënter te laten verlopen. De bedoeling van het project is om de administratieve rompslomp te verminderen. Daardoor worden de papieren formulieren geleidelijk aan vereenvoudigd, afgeschaft of vervangen door elektronische. De aangifte van een sociaal risico behoort tot het e-governmentproject. Wanneer zich bij een werknemer een sociaal risico voordoet zoals ziekte of ongeval, moederschapsrust, … dan dient de werkgever daarvoor een inlichtingsblad in te vullen en deze over te maken aan het ziekenfonds. De werkgever kan kiezen om via het elektronische of papieren circuit te communiceren met de mutualiteit. Afhankelijk van zijn/haar keuze van communiceren, ontvangt hij/zij een elektronisch of papieren inlichtingsblad. Het is in verband met deze aangifte dat uw bijdrage mij enorm kan helpen. Ik zou het zeer op prijs stellen als u even tijd vrijmaakt om een antwoord te formuleren op mijn vragen of dat u deze bij tijdsgebrek door kunt geven aan een collega. Het zal mijn eindwerk zonder twijfel een grote meerwaarde geven. U mag het antwoord per e-mail, per fax of per post naar het adres sturen dat bovenaan deze brief vermeld staat. Zou het mogelijk zijn om mij het antwoord te bezorgen voor 23 april 2007 aub. De verwerking gebeurt volledig anoniem. Alvast hartelijk bedankt voor uw medewerking. Met vriendelijke groeten
Melissa Declercq Bovenstaande brief verstuurde ik naar 264 werkgevers en sociaal secretariaten. De brieven verstuurde ik zowel per post als elektronisch. De mutualiteit Bond Moyson West-Vlaanderen als werkgever bevroeg ik eveneens. De brieven vergezelde ik van een inlichtingsblad. De brieven verstuurde ik zowel naar werkgevers die via het papieren circuit werken als naar werkgevers die kiezen om via elektronische weg te communiceren. Van een medewerker van de dienst uitkeringen heb ik een lijst gekregen van werkgevers en sociaal secretariaten die hun aangiftes van een sociaal risico via elektronische weg versturen. De overige werkgevers en sociaal secretariaten selecteerde ik willekeurig aan de hand van de website www.top100000.be.
- 157 -
Ik heb 231 brieven gestuurd naar werkgevers. De mutualiteit weet dat 13 ervan met elektronische inlichtingsbladen werken. 33 brieven stuurde ik naar sociaal secretariaten. Volgens de mutualiteit werken er 3 via het elektronische circuit. Maar liefst 72 werkgevers en sociaal secretariaten reageerden op mijn oproep. Dit betekent een respons van 27,27%.
72 antwoorden
Geen antwoord
20
Werken met elektronische inlichtingsbladen
17
Werken met papieren inlichtingsbladen
35
3 sociaal secretariaten. De mutualiteit weet dat 2 ervan werken via elektronische weg. 14 werkgevers. De mutualiteit weet dat 10 ervan kiezen om via elektronische weg te communiceren. 5 sociaal secretariaten. 30 werkgevers.
18 werkgevers konden geen antwoord geven om mijn vragen. Hieronder volgen enkele verontschuldigingen: “Wij kunnen niet op je vragenlijst antwoorden omdat wij tot nu toe enkel manueel de formulieren invullen. Wij zijn echter van plan om ons op korte termijn in te werken in het e-government, maar momenteel kunnen wij daar niet veel inhoudelijks over zeggen.” “Spijtig genoeg kunnen wij u weinig informatie verschaffen aangezien wij het formulier laten invullen door ons sociaal secretariaat. Wij kunnen u dus van geen hulp zijn.” “De laatste jaren hebben wij slechts 2 aangiften moeten doen. Daarom gaan wij uw vragenlijst ook niet invullen, want onze ervaring is dan ook niet echt representatief.” “Wegens tijdsgebrek kunnen wij niet ingaan op uw verzoek.” Ik heb 17 brieven teruggekregen van werkgevers en sociaal secretariaten die werken met elektronische inlichtingsbladen en 35 die kiezen voor het papieren circuit. Dit zijn de vragen die ik aan de talrijke werkgevers en sociaal secretariaten voorschotelde.
- 158 -
Hebt u voldoende en duidelijke informatie gekregen van de overheid i.v.m. de elektronische aangifte van een sociaal risico? Volgens diegenen die kiezen voor het papieren circuit: Het merendeel van de werkgevers en sociaal secretariaten zegt dat ze veel te weinig informatie hebben gekregen van de overheid i.v.m. de elektronische aangifte van een sociaal risico. Bij de dimona-aangifte en de opstart van de Dmfa organiseerde de overheid talrijke voordrachten. Dit is jammer genoeg niet het geval bij de ASR in de sector uitkeringen. Sommige sociaal secretariaten zeggen dat er informatie-overdrachten worden georganiseerd via de Unie van Erkende Sociale Secretariaten (USS) waarbij de knelpunten van de ASR worden besproken. Bepaalde werkgevers en sociaal secretariaten zeggen dat de federale portaalsite (www.socialsecurity.be) uitgebreide informatie aanbiedt. Het verstrekt juridische, administratieve en technische informatie in de glossaria van de verschillende ASRscenario’s. Ook zijn ze tevreden over het contactcentrum Eranova, waar ze terecht kunnen met allerlei vragen over deze problematiek. Volgens diegenen die kiezen voor het elektronische circuit: Van de overheid hebben de werkgevers geen of weinig informatie gekregen. Sommige sociaal secretariaten informeerden hun opdrachtgevers over de elektronische aangifte van een sociaal risico. Bepaalde werkgevers kregen via hun sociaal secretariaat de nodige updates aangaande de elektronische ASR. De overheid organiseerde op bepaalde ogenblikken studiedagen i.v.m. de elektronische aangifte van een sociaal risico. Deze vormingsdagen werden georganiseerd in samenwerking met o.a. RIZIV, RVA, FBZ, … Alle genodigden kregen een syllabus over de werking en de doelstelling van de ASR en er kwamen verschillende sprekers aan bod om de vernieuwende werkwijze in het kader van de ASR toe te lichten. De werkgevers die daarop aanwezig waren, verklaren dat ze daar zeer duidelijke informatie hebben gekregen. Bepaalde werkgevers beweren dat ze werden uitgenodigd op de studiedag/workshop, maar dat slechts een bepaald aantal deelnemers welkom waren, waardoor velen te laat waren. Welke voor- en nadelen biedt een papieren inlichtingsblad ten opzichte van een elektronisch? Waarom is het een voor- of nadeel? Volgens diegenen die kiezen voor het papieren circuit: Voordelen: • vertrouwde werkwijze. De personeelsleden weten bijna blindelings welke gegevens waar moeten worden ingevuld.
- 159 -
• bij een foutieve ingave van gegevens, kan men deze nadien nog corrigeren. • een papieren document is een tastbaar bewijsstuk. • op het papieren inlichtingsblad is witruimte voorzien waar men verduidelijkende opmerkingen kan aan toevoegen. Nadelen: • er zijn portkosten verbonden voor de verzending van een papieren aangifte. • papierverspilling. Dit is jammer voor het milieu. • de basisgegevens, zoals bijvoorbeeld de identiteit van de werkgever, moeten steeds opnieuw worden ingevuld. • sommige personeelsleden hebben een moeilijk leesbaar handschrift, wat soms verwarring teweegbrengt bij de interpretatie van de gegevens bij de mutualiteit. Volgens diegenen die kiezen voor het elektronische circuit: Voordelen: • een papieren inlichtingsblad kan de werkgever voorleggen aan zijn/haar werknemer alvorens het over te maken aan de mutualiteit. Zo heeft de werknemer zicht op zijn/haar uurloon, periode van gewaarborgd loon, … • het invullen van een papieren inlichtingsblad (ongeveer 5 minuten) gaat sneller dan bij een elektronisch (ongeveer 15 minuten). Nadelen: • het duurt enkele dagen vooraleer de mutualiteit het papieren formulier ingevuld ontvangt. • de werkgever of het sociaal secretariaat moet alle nodige gegevens opzoeken en deze manueel invullen op het papieren inlichtingsblad waardoor er soms wel eens fouten gebeuren. • indien de werkgever een papieren inlichtingsblad verstuurt naar de mutualiteit, heeft hij daar geen ontvangstbewijs van. Volgens sommige werkgevers gebeurt het soms wel dat het ziekenfonds opbelt om te melden dat er nog steeds geen aangifte werd gedaan van het sociaal risico en dat het lid daarom ook geen uitkeringen geniet. Het is woord tegen woord.
- 160 -
Welke voor- en nadelen biedt een elektronisch inlichtingsblad ten opzichte van een papieren? Waarom is het een voor- of nadeel? Volgens diegenen die kiezen voor het papieren circuit: Voordelen: • een elektronische aangifte zorgt voor een snellere verwerking van gegevens. De uitbetaling van de uitkeringen aan de sociaal verzekerde kan via deze weg bespoedigd worden. • een elektronisch document kan niet verloren gaan. • overzichtelijk. • goedkope werkwijze (minder papierverspilling en geen verzendingskosten). Nadelen: • het invullen van een elektronische aangifte duurt veel langer dan het invullen van een papieren aangifte. Het vergt meer tijd. Het biedt zeker en vast geen tijdswinst. • soms zijn er wel eens netwerkproblemen, waardoor er geen aangiften kunnen gebeuren. • door de invoering van een elektronische aangifte, moeten de programma’s aangepast worden, wat een grote kostprijs met zich meebrengt. • voorheen was de werknemer actief betrokken bij de inzameling van de nodige gegevens (inlichtingsblad laten invullen door de werkgever). Nu ligt de verantwoordelijkheid volledig bij de werkgever. Door de reorganisatie van de processen, krijgen we een verschuiving van de verantwoordelijkheid. Volgens diegenen die kiezen voor het elektronische circuit: Voordelen: • een elektronische aangifte is duidelijk leesbaar. Er is geen verwarring mogelijk. • geen portkosten meer. • het zorgt voor administratieve vereenvoudiging (minder papiergebruik). • enkel de relevante informatie wordt opgevraagd. De vaste gegevens worden automatisch ingevuld zoals bijvoorbeeld de identiteit van de werkgever. Ook de RSZ-kwartaalgegevens worden automatisch aan de aangifte toegevoegd. • snellere verzending en hogere verwerkingssnelheid. Met een simpele klik op een toets, verstuurt men de nodige informatie naar de juiste instanties. Dit 7 dagen op 7. • na het versturen van de elektronische aangifte van een sociaal risico, ontvangt de werkgever een ontvangstbewijs en een elektronische kopie.
- 161 -
• beperkte tussenkomst van de werknemer. De werkgever is niet meer afhankelijk van de papieren die de werknemer binnenbrengt. Nadelen: • wanneer de aangifte werd verstuurd en men merkt pas later een fout op, dan moet de werkgever een nieuwe aangifte indienen. De reeds ingediende aangifte kan niet gewijzigd worden. • om een aangifte in te dienen via de portaalsite moet je soms veel geduld hebben. Het gebeurt soms dat je uit het systeem gegooid wordt. Indien u werkt met een papieren inlichtingsblad, waarom wordt er nog steeds gekozen voor de traditionele manier en zijn er plannen om de overschakeling te maken in de nabije toekomst? Volgens diegenen die kiezen voor het papieren circuit: Enkele sociaal secretariaten willen binnenkort via de elektronische weg werken. Maar doordat de technische kant nog niet klaar is, wordt er momenteel nog gewerkt met een papieren inlichtingsblad. De meeste werkgevers hebben nog geen concrete plannen om over te schakelen. Ze zullen pas overschakelen als ze daartoe verplicht worden. Aangezien een papieren inlichtingsblad nog steeds is toegelaten, gebruiken de werkgevers en sociaal secretariaten dit nog steeds. De portaalsite is niet zo overzichtelijk. Bovendien zijn er vaak netwerkproblemen. Enkele werkgevers zeggen ook openlijk dat ze er geen begin aan zien om over te schakelen naar het elektronische circuit. Ze zijn ervan overtuigd dat het toch geen tijdswinst met zich zal meebrengen. Ze opteren duidelijk voor de vertrouwde werkwijze. Denkt u dat de overgang vlot zal verlopen of verwacht u eerder moeilijkheden om alles aan te passen? Volgens diegenen die kiezen voor het papieren circuit: Enkele werkgevers en sociaal secretariaten verwachten moeilijkheden (onjuiste schermen, foutmeldingen, …). De afstemming van de verschillende databanken lijkt niet zo vanzelfsprekend. Velen verwachten dat de 3de stap in het e-governmentproject binnen de sociale zekerheid enkele opstartperikelen zal vertonen. Vanwege de omvang en complexiteit van juridische en technische instructies, verwachten velen een aantal onvolkomenheden. Ook is de conversie van de huidige programmatuur naar de elektronische versie voor velen zeer moeilijk. Bovendien zal er moeten gezorgd worden voor voldoende opslagruimte. Vroeger bewaarden de werkgevers een kopie van het papieren
- 162 -
inlichtingsblad bij het dossier van de arbeidsongeschikte werknemer. Binnenkort wanneer alles elektronisch zal verlopen, zullen alle dossiergegevens kunnen verzameld en opgeslagen worden op de computer. Dus zal er moeten geïnvesteerd worden in back-upsystemen. Slechts weinigen verwachten een vlotte overgang. Volgens diegenen die kiezen voor het elektronische circuit: De meeste werkgevers zeggen dat de overgang vrij vlot is verlopen. Uiteraard zorgde het in het begin voor wat aanpassingen. De personeelsleden moesten wennen aan de nieuwe werkwijze, de nieuwe programma’s en de nieuwe formulieren. Bovendien moest het personeel opgeleid worden. Net zoals alles vertoonde het systeem in de aanvangsfase enkele kinderziektes. De overheid mag gerust wat meer informatie verschaffen aan de werkgevers en sociaal secretariaten. Ook mogen ze enkele vormingsdagen organiseren waarop demoversies worden getoond. Zal dit een verandering in de werkwijze met zich meebrengen? Volgens diegenen die kiezen voor het papieren circuit: Normaal zou dit een snellere afhandeling voor de werkgever en sociaal secretariaten moeten betekenen. Bovendien hopen ze op een administratieve vereenvoudiging en een vermindering van papierverbruik. Velen verwachten dat de werkorganisatie volledig overhoop zal gehaald worden. Volgens diegenen die kiezen voor het elektronische circuit: De elektronische aangifte van een sociaal risico brengt volgens sommigen minder werk met zich mee. Voor de werkgevers is dit financieel interessant. Toch verklaren de meeste werkgevers en sociaal secretariaten dat het geen grote verandering in de werkwijze met zich meebracht. Er is nog altijd dezelfde werktijd nodig om de gegevens in te vullen als voordien. Het is niet meteen tijdbesparend.
- 163 -
Persoonlijk besluit
Toen ik mijn studie maatschappelijke advisering aanvatte, had ik nog nooit gehoord over het e-governmentproject. Toch heeft dit project een enorme impact op de overheid, de instellingen van de sociale zekerheid en de burgers. Bij het begin van mijn eindwerk had ik weinig inzicht in de complexiteit van dit thema. Mijn voorkennis was dan ook beperkt. Ik besefte dat het geen gemakkelijke opdracht zou worden, maar dit schrikte me zeker en vast niet af. Reeds enkele jaren doe ik een vakantiejob bij de dienst adviserend geneesheer van Bond Moyson West-Vlaanderen. Een van mijn opdrachten was, wanneer een lid arbeidsongeschikt werd erkend, het volledige document aangifte van een sociaal risico te versturen naar de sociaal verzekerde. Tijdens het schooljaar 2005-2006 liep ik stage bij de dienst uitkeringen van de Socialistische Mutualiteit. Ik verkende in 10 weken tijd de werkwijze van de 3 cellen: primaire arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en progressieve tewerkstelling en zelfstandigen. Bij de cel primaire arbeidsongeschiktheid, werd ik geconfronteerd met het document ASR. Tot mijn grote verbazing merkte ik dat de formulieren niet meer allemaal werden verstuurd naar de gerechtigde. Vanaf 1 januari 2006 wordt het inlichtingsblad rechtstreeks aan de werkgever opgevraagd. Dit gebeurt enkel indien het ziekenfonds de identiteit van de werkgever kent. De werkgever heeft de mogelijkheid om het inlichtingsblad via papieren of elektronische weg terug te sturen. Binnenkort gebeurt dit eveneens met de uitbetalingsinstellingen. Dit schooljaar liep ik daar terug stage, waar ik 15 weken lang zelfstandig primaire arbeidsongeschiktheidsdossiers beheerde. De stappen die verricht worden bij de behandeling van een dossier, heb ik uitvoerig besproken in hoofdstuk 6. Door mijn stage bij de dienst uitkeringen van de Socialistische Mutualiteit, kon ik de wijzigingen inzake de ASR goed opvolgen. Driemaal heb ik een opleiding meegevolgd inzake de nieuwe transacties U820, UOPV, ULIA, UDLI en ULIL. Door mijn ervaringen met de formulieren ASR, besefte ik dat zowel het papieren als het elektronisch inlichtingsblad zowel zijn voor- en nadelen had. Bij het invullen van een IB zijn enkele instanties betrokken zoals de gerechtigde, de uitbetalingsinstellingen en de werkgevers of sociaal secretariaten. Het leek me dan ook interessant om eens te peilen naar hun ervaringen en bevindingen over het inlichtingsblad. Ik stelde een vragenlijst op en stuurde die naar diverse actoren. Hun bevindingen heeft u reeds kunnen lezen in hoofdstuk 7. Vermits ik honderden mensen aan een vragenronde onderwierp, lijkt het mij interessant om ook eens mijn mening over het project mee te delen. Door mijn ervaringen, ook al zijn deze beperkt in vergelijking met die van mijn collega’s van de cel primaire arbeidsongeschiktheid, kan ik ook een uitspraak doen over de ASR.
- 164 -
Vroeger kreeg de gerechtigde bij arbeidsongeschiktheid het volledige document aangifte van een sociaal risico thuisgestuurd. Vanaf 1 januari 2006 werd dit aangepast. Het inlichtingsblad wordt rechtstreeks aan de werkgever opgevraagd indien de mutualiteit de identiteit van de werkgever kent. Binnenkort gebeurt dit eveneens met de uitbetalingsinstellingen. Zelf prefereer ik het systeem vóór 1 januari 2006. De gerechtigde ging meestal met het volledig ingevulde document naar het loket van Bond Moyson West-Vlaanderen. De loketbedienden onderwierpen de documenten aan een grondige controle. Pas daarna werd het overgemaakt aan de dienst uitkeringen. Op heden brengen nog veel leden hun deel binnen bij het loket. De werkgevers en de uitbetalingsinstellingen maken hun inlichtingsblad meestal rechtstreeks over aan de dienst uitkeringen. Deze documenten vertonen meestal fouten waardoor de dossierbeheerders ze terug moet sturen ter correctie. Het huidige systeem brengt zo zijn nadelen mee. Vandaag de dag bestaat het document ASR uit 3 delen: deel lid, deel werkgever en deel werkloosheid. Vroeger kreeg het lid binnen de 1 à 2 werkdagen na aangifte van het sociaal risico de inlichtingsformulieren thuisgestuurd. Vandaag de dag duurt het ongeveer 7 kalenderdagen vooraleer de betrokkenen de inlichtingsbladen ontvangen. Dit betekent dat de dossiers al meteen met een achterstand kampen. De dossierbeheerders moeten dan wachten tot zij over alle noodzakelijke gegevens bezitten om een dossier te kunnen oplossen. Met als gevolg dat de dienst uitkeringen beschikt over veel hangende dossiers (bepaalde gegevens ontbreken). Doordat het dossier niet in orde is, kan het niet worden opgelost, waardoor de sociaal verzekerde nog geen uitkeringen kan genieten. De dossierbeheerders van de dienst uitkeringen hebben meer werk dan voordien het geval was. Bovendien stijgt hun klassement aanzienlijk. Zoals ik eerder heb vermeld, kan de werkgever ervoor opteren om het inlichtingsblad via elektronische wijze in te dienen. Binnenkort zal dit ook gebeuren met de uitbetalingsinstellingen. Men hoopt zo op een snellere verzending en een hogere verwerkingssnelheid. Vandaag de dag wordt een elektronisch inlichtingsblad afgeprint. Daardoor verkrijgt men opnieuw een papieren document. Pas als meerdere instanties zullen werken via het elektronische circuit, zullen de dossierbeheerders van de dienst uitkeringen hun werkwijze grondig veranderen. De gegevens die elektronisch consulteerbaar zijn, zal men niet meer afprinten maar rechtstreeks via het scherm verwerken. Het werken met een elektronisch formulier is helemaal anders dan een papieren inlichtingsblad, maar het is slechts een kwestie van gewoonte. De doelstelling van het e-governmentproject is te streven naar administratieve vereenvoudiging voor de werkgevers. Dit stel ik toch wel in vraag. Vooral bij het invullen van het document aangifte van een sociaal risico in de sector uitkeringen, is er niet veel veranderd in vergelijking met voorheen. Men had eigenlijk gehoopt dat de mutualiteit de Dmfa-gegevens zou kunnen gebruiken voor de behandeling van de dossiers, maar dit is niet het geval. Omdat de elektronische RSZ-aangifte per kwartaal gebeurt, vervult zij toch niet alle behoeften. De mutualiteit dient voor het bepalen van het recht op uitkeringen en het bedrag ervan, te beschikken over de loon- en arbeidstijdgegevens op het ogenblik van de arbeidsongeschiktheid. Zo is het gemiddeld loon van de dag vóór de ongeschiktheid niet gekend. Daardoor is het noodzakelijk dat de werkgever bijkomende gegevens meedeelt. Hij wordt verzocht de loon- en arbeidstijdgegevens mee te delen voor de periode die voorafgaat aan het sociaal risico, want een
- 165 -
dergelijke aangifte is nog niet beschikbaar bij de RSZ (mini-Dmfa). In geval van uitzendarbeid, seizoensarbeid, … wordt aan de werkgever gevraagd om eveneens de loon- en arbeidstijdgegevens mee te delen van het kwartaal waarin het sociaal risico een aanvang nam. Aangezien het elektronische circuit niet verloopt zoals werd gehoopt, zal er nog heel wat werk moeten verricht worden om van de elektronische gegevensuitwisseling een doelmatig verwerkingsproces te maken.
- 166 -
Algemeen besluit
De bedoeling van mijn eindwerk was om een overzicht te geven van wat het e-governmentproject inhoudt en welke invloed het heeft op de burgers en de instellingen van de sociale zekerheid. Mijn aandacht ging vooral uit naar de aangifte van een sociaal risico in de sector uitkeringen. Om de ASR beter te begrijpen, moest ik de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, de dimona-aangifte en de Dmfa-aangifte bespreken. Ik vond het boeiend om dieper in te gaan op deze materie. In het kader van mijn eindwerk verstuurde ik honderden vragenlijsten naar diverse actoren: de verzekeringsinstellingen, de uitbetalingsinstellingen en de werkgevers en sociaal secretariaten. Hun antwoorden vertoonden vele gelijkenissen. Uit mijn onderzoek heb ik opgemerkt dat de 3 luiken van het e-governmentproject veel belangstelling krijgen van diverse actoren. Het begon allemaal met de oprichting van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. Op basis van machtigingen kunnen de diverse instellingen van sociale zekerheid via het netwerk informatie uit de verschillende gegevensbanken raadplegen. Hierdoor vermijdt men veelvuldige inzamelingen van identieke gegevens, bekomt men een vermindering van het aantal momenten waarop de werkgevers door de instellingen van de sociale zekerheid worden ondervraagd en is er een beperkte tussenkomst van de werknemer nodig. Op 1 januari 2003 is de overheid gestart met het e-governmentproject. Ook al is dit project in 2003 van start gegaan, toch vertoont het nog wat tekortkomingen. De mutualiteit is niet te spreken over de dimona-aangifte. Te weinig werkgevers verrichten een correcte aangifte met alle gevolgen vandien. Indien de mutualiteit de identiteit van de werkgever(s) kent, wordt het inlichtingsblad rechtstreeks bij hem/haar opgevraagd. Vaak gebeurt het dat het document ASR bij de hoofdmaatschappelijke zetel terechtkomt en niet bij de dochteronderneming waar de werknemer effectief is tewerkgesteld, of dat de werkgever een inlichtingsblad ontvangt, terwijl de werknemer reeds jaren uit dienst is. De Dmfa-aangifte is meestal correct. Al verloopt de opvraging van de trimestriële aangifte via de KSZ niet altijd even vlot. Het gebeurt wel eens dat de opgevraagde gegevens niet doorkomen of dat de server uitvalt. De aangifte van een sociaal risico in de sector uitkeringen is sinds 1 januari 2006 grondig veranderd. Een elektronische aangifte wordt aangemoedigd, een papieren aangifte blijft echter nog mogelijk. Het merendeel van de bevraagden verkiest duidelijk het oude systeem, waarbij de sociaal verzekerde het volledige document ASR thuisgestuurd kreeg.
- 167 -
De vraag om met elektronische inlichtingsbladen te werken kwam vanuit de vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties. Toch merken we dat slechts 8% van de werkgevers en sociaal secretariaten daarvan gebruik maken. Dit is te weinig. De meeste werkgevers leggen de schuld bij de overheid. Er werden indertijd enkele studiedagen georganiseerd, maar met beperkt aantal inschrijvingen, waardoor niet iedereen kon aanwezig zijn. Veel werkgevers hebben nog vragen i.v.m. de toepassing van de ASR. Het geven van studiedagen is een goed initiatief, omdat men zo de standpunten van dit project beter in kaart kan brengen. Doordat het niet verplicht is om enkel via elektronische aangiften te werken, verkiezen velen nog het papieren document. Waarom investeren in een nieuw systeem, als er nog steeds met het oude kan gewerkt worden?
- 168 -
Bijlagen
Bijlage 1: Getuigschrift van arbeidsongeschiktheid Bijlage 2: Inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde + erkenning van arbeidsongeschiktheid + kaartje van arbeidshervatting Bijlage 3: Inlichtingsblad in te vullen door de werkgever Bijlage 4: Inlichtingsblad in te vullen door de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen Bijlage 5: Inkomensverklaring formulier 225 Bijlage 6: Vakantieattest Bijlage 7: Formulier ongevalsaangifte Bijlage 8: Getuigschrift van werkstopping wegens ongeschikte arbeid bij zwangerschap of borstvoeding Bijlage 9: Attest met het oog op een uitkering voor borstvoedingspauze Bijlage 10: Aanvraag tot het bekomen van vaderschaps- of adoptieverlof Bijlage 11: Verklaring van arbeidsongeschiktheid Bijlage 12: Vragenlijst i.v.m. de zelfstandige beroepsactiviteit Bijlage 13: Inlichtingsblad uitkeringen nodig voor de berekening van de ziektevergoedingen Bijlage 14: Bericht van arbeidshervatting Bijlage 15: Aanvraag tot het bekomen van de forfaitaire uitkering in het kader van de moederschapsverzekering voor zelfstandigen
- 169 -
Bijlage 1 Getuigschrift van arbeidsongeschiktheid
- 170 -
Bijlage 2 Inlichtingsblad in te vullen door de gerechtigde + erkenning van arbeidsongeschiktheid + een nieuw medisch getuigschrift + kaartje van arbeidshervatting
- 172 -
Bijlage 3 Inlichtingsblad in te vullen door de werkgever
- 176 -
Bijlage 4 Inlichtingsblad in te vullen door de uitbetalingsinstelling van de werkloosheidsuitkeringen
- 178 -
Bijlage 5 Inkomensverklaring formulier 225
- 180 -
Bijlage 6 Vakantieattest
- 182 -
Bijlage 7 Formulier ongevalsaangifte
- 184 -
Bijlage 8 Getuigschrift van werkstopping wegens ongeschikte arbeid bij zwangerschap of borstvoeding
- 186 -
Bijlage 9 Attest met het oog op een uitkering voor borstvoedingspauze
- 188 -
Bijlage 10 Aanvraag tot het bekomen van vaderschaps- of adoptieverlof
- 190 -
Bijlage 11 Verklaring van arbeidsongeschiktheid
- 192 -
Bijlage 12 Vragenlijst i.v.m. de zelfstandige beroepsactiviteit
- 194 -
Bijlage 13 Inlichtingsblad uitkeringen nodig voor de berekening van de ziektevergoedingen
- 196 -
Bijlage 14 Bericht van arbeidshervatting
- 198 -
Bijlage 15 Aanvraag tot het bekomen van de forfaitaire uitkering in het kader van de moederschapsverzekering voor zelfstandigen
- 200 -
Literatuurlijst
Regelgeving • Wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid (BS 22 februari 1990,err., BS 2 oktober 1990). • De gecoördineerde wet van 14 juli 1994 van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (BS 27 augustus 1994). • Wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels (BS 1 augustus 1996). • Wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van de Ondernemingen (KBO), tot modernisering van het handelsregister en tot oprichting van erkende ondernemingsloketten (BS 5 februari 2003). • Koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid ten voordele van zelfstandigen (BS 7 augustus 1971). • Koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 (BS 31 juli 1996). • Koninklijk besluit van 10 juni 2001 tot eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid, met toepassing van artikel 39 van de wet 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels (BS 31 juli 2001). • Koninklijk besluit van 5 november 2002 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels (BS 20 november 2002). • Koninklijk besluit van 12 maart 2003 tot wijziging van sommige koninklijke besluiten in het kader van de eenvormige definiëring van begrippen met betrekking tot arbeidstijdgegevens ten behoeve van de sociale zekerheid (BS 2 april 2003).
- 202 -
Mededeling van Europa • Mededeling van 8 december 1999 over een initiatief van de Commissie voor de buitengewone Europese Raad van Lissabon op 23 en 24 maart 2000 (Niet verschenen in het Publicatieblad). • Mededeling van de Commissie van 28 mei 2002 aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's - Actieplan eEurope 2005: Een informatiemaatschappij voor iedereen (Niet verschenen in het Publicatieblad).
Statuten • Provinciale statuten 309 (versie 1 januari 2006).
Boeken • Braekmans, P. (2002). De sociale documenten: van personeelsregister tot dimona. Diegem: Ced.Samsom.
Artikelen • Belga (2006, 21 juni). Kruispuntbank gelauwerd door VN. De Tijd, p. 2. • Kluwer Documenta (2002). E-government in de sociale zekerheid. Sociale actualiteit, 20, p. 9-20. • Robben, F. e.a. (2004). De kruispuntbank van de sociale zekerheid anno 2004. Belgisch tijdschrift voor sociale zekerheid, 1, 46, p. 145176. • Schoels, E. (2002). Dimona: de nieuwe ontwikkelingen. Kijk uit, januari, 7, p. 9-12. • Snyders, K. e.a. (2003). De onmiddellijke aangifte van tewerkstelling: een sleutelrol voor e-government in de sociale zekerheid. Tijdschrift voor sociaal recht, 1, p. 73-106.
- 203 -
Brochures • Peeters, G. (2005). Socialistische Mutualiteiten. Grote en kleine risico’s voor zelfstandigen (brochure). Brussel. • Peeters, G. (2005). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs in uitkeringen (brochure). Brussel. • Peeters, G. (2007). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs voor en na de bevalling (brochure). Brussel. • Peeters, G. (2005). Socialistische Mutualiteiten. Wegwijs voor zelfstandigen (brochure). Brussel. • Snyders, K. (z.j.). Rijksdienst voor sociale zekerheid. E-government binnen de sociale zekerheid (brochure). Brussel.
Verslagen • Intern verslag Bond Moyson West-Vlaanderen (z.j.). • Intern verslag Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten (2001-2006). • Intern verslag Partena, Sociaal Secretariaat voor Ondernemingen (2003).
Websites • CORVE, E-government in Vlaanderen, http://www3.vlaanderen.be/egovernment. • Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging (2007), Over de DAV, http://www.kafka.be/showpage.php?iPageID=211&sLangCode=. • Europese Unie, eEurope - Een informatiemaatschappij voor iedereen, http://europa.eu/scadplus/leg/nl/lvb/l24226b.htm. • Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Gids van A tot Z, http://www.werk.belgie.be. • Federale Portaalsite, Over E-government, http://www.belgium.be/eportal/application?origin=navigationBanner.jsp& event=bea.portal.framework.internal.refresh&pageid=indexPage&navId =5449.
- 204 -
• Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (2007), De KSZ in het kort, http://www.ksz-bcss.fgov.be/nl/bcssenbref/bcssenbref_3.htm. • Portaal Sociale Zekerheid (2006), De onderneming, https://www.socialsecurity.be. • Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, E-government binnen de Sociale Zekerheid, http://www.onssrszlss.fgov.be/onssrsz/E-gov/nl/index.htm. • Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, De aangiften van het sociaal risico in de sector uitkeringen, http://www.riziv.be/information/nl/studies/study23/pdf/study23.pdf. • Smals (2007), Gotot IN, http://www.smalsmvm.be/site_nl/content/Realisations/smals_realisations_generic_0017. html. • Socialistische Mutualiteiten (2004 – 2006), Wat te doen bij, http://www.socmut.be. • Wikipedia De Vrije encyclopedie, Het doel van e-government, http://nl.wikipedia.org/wiki/E-government.
Persoonlijke contacten • Aneca, F., diensthoofd personeelsdienst Bond Moyson WestVlaanderen • Demeurisse, R., diensthoofd uitkeringen Bond Moyson WestVlaanderen • Koning, L. de, diensthoofd uitkeringen NVSM • Vandewalle, D., algemeen diensthoofd ABVV West-Vlaanderen • Vanhonacker, D., administratief directeur Bond Moyson WestVlaanderen • Wauters, R., medewerker dienst uitkeringen NVSM
- 205 -