MEI 2005
TradersBulletin een uitgave van Keyword Info Systems BV
Europa en zijn beurzen Beleggers waren de eerste burgers van Europa die te maken kregen met de euro. Alle beurzen in de eurozone gingen als eerste over op de nieuwe munteenheid, nog voordat de munt zelf in roulatie kwam. Hoewel nog even wennen in het begin, heb ik daar weinig beleggers over horen klagen. Ik heb nooit gehoord dat de euro als verklaring werd gegeven voor de bear-markt vanaf 2000. En ik ken ook geen beleggers die de koers van Akzo of Unilever nog omrekenen naar guldens. Toch heeft de euro niet geleid tot het doorbreken van de nationale scheidslijnen onder beleggers. Het blijkt dat Nederland-se particuliere beleggers nog steeds voor 90% beleggen in fondsen die op EuroNext Amsterdam worden verhandeld. Terwijl er toch echt prima mogelijkheden zijn op bijvoorbeeld EuroNext Parijs of EuroNext Brussel. Steeds meer professionals beklagen zich over de uitgeklede positie van Amsterdam binnen EuroNext. En over het gebrek aan flexibiliteit en de hoge kosten. Maar eigenlijk staan alle beurzen als handelscentrum onder druk. Feit is dat een goed georganiseerde beurs meestal garant staat voor een ordelijke en gereglementeerde handel. Maar of het een plek is waar u de beste prijs kunt krijgen voor uw aandelen, is steeds meer een punt van discussie. Elektronische netwerken als internet maken het mogelijk dat de ‘pools of liquidity’ niet meer gebonden zijn aan tijd en plaats. In Amerika zijn elektronische tradingplatforms als Instinet en Archipelago een steeds grotere bedreiging voor de traditionele beurzen NYSE en Nasdaq. Ook in Europa is het spel op de wagen. Hoe de overnamegevechten tussen London (LSE), Parijs (EuroNext) en Frankfurt (Eurex) ook aflopen, zeker is wel dat we aan de vooravond staan van belangrijke veranderingen. De vraag is niet of er – ondanks verschillende talen, culturen en grenzen – een paneuropese elektronische beurs zal komen, maar wanneer. Met of zonder Europese grondwet.
Rombout Kerstens.
Turbo: optie of poor man’s future? Het turbocertificaat van ABN Amro is de financiële innovatie van het afgelopen jaar. Waaraan dankt dit nieuwe product zijn populariteit, en is er ook werkelijk iets nieuws onder de zon voor de actieve belegger? Hoe werkt de turbo? De turbo is een financieel instrument met een sterke hefboomwerking. In dat opzicht is hij te vergelijken met een optie. Echter, in plaats van een uitoefenprijs kent de turbo een financieringsniveau. Het volgende voorbeeld zal dit verduidelijken: Stel, de AEX-index staat op een niveau van 330 punten. ABN Amro kan dan een turbo uitgeven met een financieringsniveau van 300 punten. De overige 30 punten betaalt u zelf. De turbo wordt echter uitgegeven met een ratio van 10. Dat betekent dat in dit geval de prijs van een turbo 30 : 10 = € 3 wordt. De belegger moet er dus tien kopen (investering: € 30) om de ontwikkeling van de AEX-index volledig te kunnen volgen. Overigens geldt dit voorbeeld voor longposities; er bestaan ook shortturbo’s. Ingebouwde stop-loss Als de index verder onderuitgaat, dreigt het gevaar dat de turbo een negatieve waarde krijgt. Daarom kent dit nieuwe financiële instrument een stop-loss die minimaal 2% boven het financieringsniveau ligt. Als de index beneden 306 (300 + 2%) zakt, wordt de turbo geliquideerd. De belegger krijgt dan voor zijn turbo nog maximaal € 0,60 uitgekeerd. In de prijs van de turbo is geen volatiliteitspremie opgenomen. Dat is een voordeel ten opzichte van opties. Om preciezer te zijn: het is een voordeel ten opzichte van at-the-money- of outof-the-money opties. De volatiliteitspremie in deze opties leidt ertoe dat
met het verstrijken van de looptijd premie verloren gaat. Bovendien lopen deze opties niet volledig mee met de ontwikkeling van de onderliggende waarde. De delta van een turbo is dus in tegenstelling tot opties altijd wel 1. Gedurende de looptijd kan er dus ook geen tijdswaarde verloren gaan. Turbo’s lijken vanwege het ontbreken van volatiliteitspremie, op het eerste gezicht veel aantrekkelijker dan opties. Toch is dit vaak schijn. Een deep-in-the-money optie, bijvoorbeeld de call 300 met een looptijd van zes maanden, heeft ook nauwelijks tijdswaarde. Deze optie biedt daarom dezelfde voordelen als ABN Amro’s turbocertificaat. Nadeel ten opzichte van opties Als de bank turbo’s uitgeeft met een hoog financieringsniveau van bijvoorbeeld 320 punten, bij een AEX-index van 330, dan is het financieringsniveau minder in-the-money. Het nadeel is dat bij dit financieringsniveau de stop-loss (circa 326 punten) snel kan worden bereikt, waardoor de turbo moet worden beëindigd. Een korte uitschieter door het stop-lossniveau veroorzaakt onverbiddelijk een beëindigde positie. Een ander punt van zorg is het automatisch oplopende financieringsniveau. De turbo heeft weliswaar geen tijdspremie, maar gedurende de looptijd stijgt het financieringsniveau met de financieringsrente. Met een gehanteerde rente van 5,5% stijgt dan in één maand tijd het financieringsniveau van 300 tot ongeveer 301,50. > 1
Het profit-lossprofiel van een FTI-contract met twee putjes eronder is identiek aan dat van een longturbo. De stop-loss van de turbo is de uitoefenprijs van de putoptie.
De stop-loss neemt dan eveneens met 1,50 toe en de waarde van de turbo neemt af met € 0,15. Officieel heeft de turbo volgens ABN Amro een onbeperkte looptijd, maar in een stabiele markt zorgt het oplopende stop-lossniveau ervoor dat de turbo uiteindelijk zichzelf liquideert. Overeenkomst met een future Het dividend van de AEX-index wordt verminderd op het financieringsniveau van de turbo en valt toe aan de belegger. Qua verrekening van rente en dividend lijkt de turbo dus precies op een future (en heeft ook een delta van 1). Maar er is wel degelijk een verschil: voor futures wordt de professionele rente gehanteerd, terwijl ABN Amro voor de turbo een commerciële rente berekent die daar beduidend boven ligt. Actief handelen met turbo’s Is de turbo ook geschikt om actief intradaybewegingen te verzilveren? Voor het antwoord op deze vraag moeten we terug naar het TradersBulletin van juli 2004 (nog steeds te downloaden op www.keyword.nl onder ‘Downloads’). Een instrument geschikt voor intradaytrading dient een H-factor te hebben van minimaal 20. Een turbo haalt amper een H-factor 7, terwijl een 2
FTI-future minimaal 40 scoort. Een AEX at-the-money optie haalt gemiddeld een factor 15-20. Hoewel dus minder geschikt voor intradayhandel, is het mooie van turbo’s wel dat er ook op bijvoorbeeld de DAX, Bund, Brent Oil, en goud turbo’s worden uitgegeven. Het short gaan op goud of olie komt nu dus ook serieus binnen het bereik van de particuliere belegger, tegen alleszins redelijke kosten en met beheersbare risico’s (stop-loss). Alternatieven voor de turbo In de intro stelde ik al de vraag: is er ook iets nieuws onder de zon? Nou nee, want als we kijken naar bijvoorbeeld de AEX, dan is het profit/lossprofiel van een turbo identiek aan dat van een FTIfuture met twee out-of-the-money putopties eronder geschoven. De uitoefenprijs van deze putoptie is gelijk aan het stop-lossniveau van een turbo. Het voordeel is nu wel dat u niet kunt worden uitgestopt. Deze ‘rich man’s turbo’ (het FTI-contract) heeft een verliesniveau dat vastligt, en blijft in stand als de index lager dan dit niveau noteert. Hiertegenover staat het nadeel van de marginverplichting van een FTIfuture. U gaat met één FTI minimaal voor tweehonderd keer met de index mee, tegenover minimaal eenmaal de
index met een turbo. U bent met een future en twee puts eronder qua kosten goedkoper uit en kunt ook intraday handelen. Maar hier staan wel minimale kapitaaleisen in de vorm van margin tegenover. Bedenk echter dat deze constructie een equivalent is van tweeduizend(!) turbo’s, die, afhankelijk van het financieringsniveau, ook geld kosten. Een ander alternatief is de aankoop van een AEX-tracker met een put eronder. Hier hebt u geen marginverplichting, maar dient u de volledige onderliggende waarde aan te schaffen. U hebt dus geen hefboomwerking. Intraday handelen met een tracker is ook nog eens even problematisch als met een turbo. Maar net als bij de futurevariant hebt u wel het voordeel dat u niet kunt worden uitgestopt. Conclusie Een turbo lijkt het meest op een futurecontract met een out-of-themoney put eronder. Hij is qua kostenstructuur wel iets duurder dan een future en u kunt plotseling worden uitgestopt. Verder is hij ook minder geschikt voor intradayhandel. Als voordeel staat hier wel tegenover dat ook met kleine bedragen long en short kan worden meegespeeld op diverse markten en instrumenten. ●
Hoe is het met...
Jerry de Leeuw? Nederlanders alles lijken weg te geven aan de Fransen en de Engelsen. Heel typerend!
Favoriete (technisch) beleggingsanalist? Persoonlijk kan ik erg goed opschieten met Adri Wischmann. Maar eigenlijk volg ik niet een bepaald iemand. Ik pik her en der wat informatie op, lees wat, maar maak uiteindelijk altijd mijn eigen afweging. Misschien is dit een teleurstellend antwoord, maar het is de realiteit. Qua technische analyse let ik speciaal op de Stochastics en het volume, uiteraard in samenhang met de koersniveaus.
Je hebt de switch gemaakt van vloerhandelaar in opties naar schermhandelaar. Wat zijn met jouw manier van handelen nu de grootste verschillen gebleken? Ik ben (gedwongen) overgestapt van de daghandel – verdiensten door arbitrage en bid-askspread – naar de positiehandel. Daardoor richt ik me thans op een iets langere termijn dan voorheen. Zo strekt mijn horizon zich tegenwoordig uit van een aantal dagen tot enkele weken in plaats van tot één dag, zoals eerst. Van welk soort strategieën maak je gebruik? Van alle mogelijke; van de eenvoudigste, zoals het kopen van een call of een put, tot de meer complexe, zoals butterflies, condors en ratiospreads. Maar ook ingewikkelde affaires als een dividendbox, kromme reversals of conversies en skew/volatilitytrades pas ik van tijd tot tijd toe. Wat is jouw mening over de EuroNextderivatenhandel, bijvoorbeeld vergeleken met die van de Eurex? Eurex is veel flexibeler dan Euronext met als gevolg dat Eurex meer luistert naar en meedenkt met marktpartijen. Ze zijn bovendien goedkoper. Een ander minpunt van Euronext vind ik dat de
Wie is als handelaar jouw voorbeeld? Nick Leeson. Dat klinkt vreemd. Maar ik neem hem graag als voorbeeld, omdat ik zijn gedachtegang tijdens de periode met de Baringsbank en de hoogmoed, of noem het tunnelvisie, ook heb herkend bij legio collega’s bij andere financiële instellingen gedurende de voorbije jaren. En van een negatief voorbeeld leer je vaak het meest. Favoriete beleggingsboek? Soros on Soros van George Soros. Terecht of niet, de man is gewoon een instituut. Heeft inmiddels zelfs iets mythisch. Van zo iemand moet je een boek hebben gelezen. Welke beleggingssoftware gebruik je? Als handelssoftware: AtomPro voor Euronext-producten. En daarnaast REDI van Goldman Sachs voor alle producten wereldwijd. Beide zijn niet geschikt voor particulieren. Voor technische analyse gebruik ik Wall Street Professional van Keyword. Wat voor computer gebruik je? Dat zijn er een aantal: - Dell Precision 450 Desktop, single xeon 2,4 GHz met twee 18"-schermen; - Dell Dimension 4550, 2,4 GHz, eveneens met twee 18"-schermen; - Dell Inspiron Laptop 1150 P4, 2,8 GHz, 15" XGA.
Voorts maak ik gebruik van: - het Reutersscherm; - het Octopus-systeem (informatiesysteem van Euronext).
Allereerste belegging? In de categorie ‘allerlei’: de aanschaf van postzegels, gevolgd door een pandbrief en later in de aandelensfeer, ING Dutch Fund. Maar dat klinkt niet erg vooruitstrevend, geloof ik. Beste trade ooit? Aankoop van Getronics op € 0,10. Er weer uit op € 3,20. Slechtste trade ooit? Misschien ook wel Getronics, recentelijk gekocht op € 1,60 (lacht, red.). De grootste fout is misschien wel datgene wat je soms achterwege laat. Dan doel ik in het bijzonder op het niet terugkopen van alle shortopties op € 0,05. Daar kan immers geen premie meer uitlopen, maar je loopt er wel risico mee en/of ze verminderen je kansen. Wat is je belangrijkste advies aan iemand die hetzelfde vak als jij wil gaan uitoefenen? Solliciteer bij een van de grote optiehuizen. Daar zul je een inhouseopleiding krijgen. Sinds de invoering van de schermhandel is het accent van het gezochte profiel verlegd van jezelf kunnen profileren in een mensenmassa, en natuurlijk kennis van opties, naar een meer wiskundige benadering. Dus wiskundigen en econometristen hebben nu een absolute pre! ●
Drs. Jerry de Leeuw (34) is een DSIgeregistreerde effectenhandelaar. Momenteel is hij als zelfstandig optiehandelaar actief, met als werkplek de voormalige beursvloer van Beursplein 5. Verder geeft hij bij het bedrijf Mercurious diverse (optie)cursussen. 3
Dividend en de waarde van opties In of rond de maand mei keren veel beursgenoteerde ondernemingen een deel van de winst uit aan hun aandeelhouders. Particulieren hebben vaak geen idee dat dit gevolgen heeft voor de waarde van hun opties. Stel, een aandeel noteert €50 en gaat morgen ex-dividend (à €1,50). U hebt een calloptie gekocht met als uitoefenprijs € 45 en het contract loopt volgende week af. De waarde van de optie zal gelijk zijn aan de intrinsieke waarde à €5 (pariteit). Maar hoe ontwikkelt die waarde zich op de dag dat de onderliggende waarde ‘ex gaat’? Theoretisch gezien opent het aandeel op €48,50, zijnde de notering van de vorige dag minus het dividend. De belegger in het aandeel is voor het verlies op zijn aandelenpositie volledig gecompenseerd door de dividendontvangst. Zijn vermogen wordt door deze exercitie niet aangetast. U als eigenaar van de calloptie krijgt echter te maken met een heel andere situatie. Houders van optiecontracten hebben immers geen recht op winstuitkering. Zij kunnen hier slechts aanspraak op maken, indien zij de call voortijdig uitoefenen. Er zijn opties van het type ‘Europese stijl’, waar uitoefenen slechts mogelijk is aan het einde van de looptijd, alsmede opties ‘Amerikaanse stijl’, waarbij tussentijds kan worden uitgeoefend. Opties European style worden meestal afgewikkeld in contanten (cashsettlement). Dit soort wordt veel gebruikt voor opties op indices. Opties American style worden vaak toegepast op aandelen. Dat laatste is essentieel, omdat op aandelen dividend wordt uitgekeerd. Bij indices is dit niet het geval. Indien u als eigenaar van de calloptie niets doet, zal de waarde van uw bezit afnemen. Het aandeel zal immers openen op €48,50 waardoor de call een waarde van €3,50 zal hebben of eventueel een fractie hoger. In de praktijk zal de optie op een iets hogere prijs dan €3,50 worden verhandeld, omdat er nog een beetje tijds- en verwachtingswaarde resteert (slechts enkele dagen). Het verlies voor u die de optie bezit, is echter duidelijk. De waarde is afgenomen van €5 tot circa €3,60 à €3,70. Dit kan afhankelijk van de volatiliteit meer of minder zijn. Er is geen enkele com4
pensatie. Dit wetende, kunt u dus beslissen om de opties uit te oefenen, of om ze te verkopen met de bedoeling ze de volgende dag weer terug te kopen. Beide alternatieven hebben nadelen. Aan uitoefenen zijn hoge (speciale exercise)kosten verbonden. Bovendien koopt u de aandelen en moet er dus voldoende geld op de plank liggen om een dergelijke transactie te financieren. Het alternatief van verkopen en later wederom aanschaffen gaat gepaard met tweemaal een (extra) kostenpost. Bovendien bestaat de kans dat de koers van het aandeel toevalligerwijs precies op die dag explosief hoger opent. Dan vist u alsnog naast het net. Professionele handelaren proberen van deze wetenschap gebruik te maken door te anticiperen op het feit dat Piet Particulier het uitoefenen van calls achterwege laat. De professionals nemen daarom veelal de volgende positie in: zij schrijven (deep-)in-themoney calls en kopen tegelijkertijd eenop-een aandelen. Stel dat ze dit doen met een grootte van duizend contracten. Zij schrijven dus duizend keer de call met bijvoorbeeld de uitoefenprijs 40 en kopen honderdduizend aandelen van het desbetreffende fonds – de contractgrootte is immers honderd aandelen voor één optiecontract. Tegenpartijen zijn er in twee categorieën: professionals en particulieren. Professionele bezitters van de desbetreffende calls zullen ze uitoefenen om zodoende het dividend op te strijken. Maar een (groot) deel van de particulieren zal niet van dit ‘early exercise’-recht gebruikmaken. Daarom zal de (professionele) schrijver van de calls voor een deel van zijn shortpositie niet worden aangewezen (via een ‘assignment’). Stel dat dit percentage 10% betreft van zijn totale geschreven positie. Dan zal hij negentigduizend aandelen kwijtraken (90%), omdat hij deze moet leveren. Er resteren echter tienduizend aandelen waarop evenzoveel keren het
dividend wordt verdiend, te weten €15.000. Niet slecht, dacht ik. Let wel, aan een dergelijke affaire zitten ook risico’s (bijvoorbeeld een grote koersval direct bij ‘ex gaan’), waarop ik nu helaas niet verder kan ingaan. Men dient zich hiervan echter wel bewust te zijn. N.B. (Jerry): Meestal is de futureprijs van de FTI hoger dan de spotprijs van het mandje aandelen waaruit de AEX-index is opgebouwd. Nu is er echter sprake van een omgekeerde situatie. Dit wordt ook wel ‘backwardation’ genoemd. De FTIfuture heeft de grootste ‘afslag’ in mei. Op het moment van schrijven van dit artikel (27 april) staat de future ruim drie punten onder de spotprijs. Dit heeft alles te maken met de uitkeringen die deze maand vrijvallen. De prijs van de future wordt in theorie gevormd door de spotprijs te verrekenen met de financieringskosten (futureprijs = spotprijs plus rente minus dividenden). Naarmate de dagen verstrijken en meer fondsen tot uitkering zijn overgegaan, zal de futureprijs richting de spotprijs tenderen.
Noot van de redactie: Als u met Wall Street en/of Option Street werkt, kunt u de dividenden invoeren/corrigeren met de functie: Onderhoud | Fonds | Dividenden. U kunt meerdere dividenddata invoeren. Ook voor de AEX-index kunt u de dividenduitkeringen invoeren. Eventueel kunt u de dividenden groeperen in gebundelde boekingen. Het is handig om bij een schatting het verschil tussen de FTIfutureprijs en de AEX-indexspotprijs te gebruiken. Drs. Jerry de Leeuw is optietrader op Euronext.Liffe en Financial Coach van www.mercurious.nl. E-mail:
[email protected]
Trend Intensity Index (TII) in Excel In deze Excel doe-het-zelfrubriek ditmaal aandacht voor de Trend Intensity Index (TII). De complete hieronder beschreven Excel Custom Design Indicator is ook te downloaden van de Wall Street Professional Internet Downloadpagina. De Trend Intensity Index (zie ook Beleggers Belangen TKA van oktober 2004) is een indicator die vaststelt of een trend zich blijft manifesteren of dat deze ten einde loopt. Deze indicator werd voor het eerst gepubliceerd in 2002 door M.H. Pee. Uitgangspunt van de TII als tradinginstrument is dat een trade in de richting van de trend zo lang mogelijk wordt vastgehouden en pas bij een duidelijk bewijs van een omslag wordt gesloten. Als Wall Street Excel-indicator is de TII een fraai voorbeeld van een indicator, waar net als bij de Aroon-indicator, die we in het vorige nummer bespraken, een telling moet worden uitgevoerd. In de TII moet worden geteld hoeveel slotkoersen de afgelopen dertig dagen onder of boven het 60-daags Voortschrijdend Gemiddelde (VG) liggen. De indicator meet dus door middel van deze telling de kracht van de trend.
SD+ = de som van alle positieve afwijkingen van het 60-daags VG SD- = de som van alle negatieve afwijkingen van het 60-daags VG TII(30) = SD+ / (SD+ + SD-)*100 In Excel lossen we dit als volgt op: Kolom Formule vanaf regel 60 e.v. H = O60 K = IF(AND(H59<80;H60>=80);1; IF(AND(H60<80;H59>=80);3; IF(AND(H59>20;H60<=20);2; IF(AND(H59<20;H60>=20);4;0)))) L = AVERAGE(E1:E60) M = IF(E60>=L60;1;0) N = IF(E60
slotkoers E60 groter dan of gelijk is aan de VG(60) in L60. In kolom N doen we het omgekeerde. Vervolgens voeren we de sommaties van de SD+ in kolom M als SUM(M31:M60) in de formule van kolom O. Met de SD- doen we hetzelfde. De entry- en exitsignalen worden in kolom K vanaf regel 60 e.v. ingevuld. Aardig detail is dat de TII-indicator op de AEX dagkoersen sinds 1995 goed scoort met een WS-index (rendement/ risico-index) van 30 en een winst van 396 punten over 33 trades.
Illustratie: De Trend Intensity Index (TII) scoort goed op AEX-dagkoersen. Vooral in opwaartse trends worden uitstekende signalen verkregen.
5
Keyword-nieuws Nieuwe bètaversie Wall Street Professional 2.17 Er is een nieuwe bètaversie beschikbaar op de Internet Downloadpagina van Wall Street Professional. De meest in het oog springende vernieuwingen zijn: Een nieuwe optieviewer in Option Street met de calls en puts op één regel naast elkaar. Keyword real-timeabonnees kunnnen nu ook direct vanuit de datafeed historische koersen van opties en futures inlezen. Ook in de Eris-datafeed kunnen koersen uit het verleden nu direct worden ingelezen, mits u de Eris 1.6 client gebruikt. Een nieuwe nuttige indicator is de Portefeuille Trades Indicator. Hiermee kunnen uw aan- en verkoopmomenten in een bepaalde portefeuille in de grafiek worden weergegeven. Update Weinstein-Strategie In diverse publicaties van Keyword is de zogenoemde Weinstein-strategie besproken. In het kort komt het erop neer dat op de laatste handelsdag van juli en op de eerste handelsdag van januari vier fondsen uit de AEX worden geselecteerd die a. beter hebben gepresteerd dan de AEX-index in het afgelopen jaar (positieve relatievesterkte), en b. waarvan de koers boven het 150-daags Simpel Voortschrijdend Gemiddelde (SVG) staat. Een selectie van fondsen die hieraan voldoet is met behulp van het programma TA Reporter eenvoudig te maken. Vanaf 30 juli 2004 waren de geselecteerde fondsen: ING, Koninklijke Olie, Numico en TPG. Vanaf 3 januari is Koninklijke Olie ingeruild voor Fortis. De outperformance ten opzichte van de
AEX van deze strategie was in 2004 +1% en in 2005 tot en met eind april +8%. Kwantitatieve Analyse AEX & AMX in Excel Patrick Witteveen is een enthousiaste aanhanger van de kwantitatieve analyse. Zelfs zo enthousiast dat hij zijn kwantitatieve visie op de AEX/AMX fondsen in een eigen Excel Spreadsheet heeft gegoten. En eerlijk is eerlijk: voor een doe-het-zelf product ziet het er best goed uit. Onlangs meldde hij ons dat er ook een DDE koppeling vanuit zijn sheet met Wall Street Professional koersen gereed is en op zijn site www.marktmeter.nl gratis te downloaden. Wij hebben het geprobeerd en het werkte heel aardig. Let er wel op dat u de MarktMeter Premium versie download. Tijdens de HCC gg Beleggen bijeenkomst in Culemborg zaterdag 21 mei kunt u hem bevragen over zijn methoden en technieken.
ATR Stochastic Deze indicator is een directe afgeleide van de gewone Stochastic indicator. Deze variant houdt echter rekening met de volatiliteit. Hierdoor ligt de oversold en overbought zone niet vast maar is afhankelijk van de ATR (Average True Range). Helptekst bij indicatoren De meeste indicatoren in het Indicator Pack hebben nu ook een bijbehorende helptekst. Als u in het parameterscherm op de Help knop drukt dan verschijnt de uitleg behorende bij de indicator.
Nieuwe indicatoren in Wall Street Indicator Pack Regelmatig wordt het Indicator Pack op de Internet Downloadpagina aangevuld met nieuwe indicatoren. Onlangs zijn de volgende indicatoren toegevoegd:
Triangular Moving Average De triangular moving average is feitelijk een moving average van een moving average. De term triangular duidt op het feit dat in deze indicator het middelste
Illustratie: Onder de Help-knop in het Indicator Parameterscherm bevindt zich meer uitleg over de werking van de (plug-in) indicator. TradersBulletin is een uitgave van Keyword Info Systems BV Postbus 677 2600 AR Delft T: 015-2624940 F: 015-2624998 E-mail :
[email protected] Website : www.keyword.nl
Illustratie: Outperformance Weinstein-strategie ten opzichte van de AEX-index over de afgelopen zes jaar.
Illustratie: Kwantitatieve Analyse met de Excelsheet van Patrick Witteveen en de koersen van Wall Street Professional. 6
deel van de koersen die meedoen met de berekening van de Moving Average het zwaarst wegen. Dit in tegenstelling tot de Gewogen en Exponentieel gewogen moving averages, waar juist de meest recente koersen het zwaarst meewegen.
Overname van artikelen is uitsluitend toegestaan met volledige bronvermelding. Wilt u reageren op artikelen in deze uitgave, mail dan naar
[email protected] met als onderwerp: TradersBulletin.