Een topervaring voor Kinderen, gidsen, ouders en leerkrachten!
1
Ouders: Wauw, een echte wilde orchidee, zelfs voor ons is dit een topervaring!
Zij die de schoonheid van de aarde diep ervaren zullen er hun leven lang kracht uit putten. - Rachel Carson -
Kinderen: zijn die kikkers wel echt?
In opdracht van: Tekst en foto’s: Leonie Wouters Publicatiejaar: Nijmegen 2014
2
Inleiding Mijn ouders hebben een rol gehad in mijn kijk op de natuur: afval scheiden, fietstochten maken, wandeltochten maken, zwemmen bij een plas, naar de kinderboerderij gaan, mogen paardrijden. In die zin heb ik geluk gehad. Ouders blijken ook de belangrijkste rol te spelen bij ervaringen in de natuur (Bulten, Sollart, van Koppen, Jansen, 2010). Daarna komt de invloed van school. Zelf herinner ik me de geur van het waterzuiveringbedrijf. Het zien van een bak vol ontlasting met wc-papier en die indringende geur. Gatver, wat vies! Ook een dag met een prikstok het zwerfafval ophalen in de buurt, we waren in groepjes verdeeld en ieder groepje liep met een vrijwilliger mee. Ik voelde me toen heel belangrijk, want ik deed iets goed voor de wereld. Met een spiegeltje het bos in en onder het kapje van een paddenstoel kijken om de sporen te zien. Het zijn korte fragmenten in mijn hoofd, maar voor mij zeer waardevol. Het heeft mijn kijk op de natuur veranderd1 (Chawla, 2006), me bewust gemaakt van afval, van wat er groeit en bloeit. Het waren voor mij topervaringen. Maar wat nu als je niet van die ouders hebt die je meenemen de natuur in? Wat nu als ook het programma van de school nauwelijks meer ruimte biedt om erop uit te gaan? Wat is eigenlijk die meerwaarde van een excursie en wordt die nog als zodanig ervaren? Naar wat voor een soort excursies kunnen we streven om zoveel mogelijk natuurervaringen en topervaringen te beleven? Wat maakt dat kinderen zich verbazen, de tijd vergeten en er meer van willen weten? Het Milieu Educatie Centrum in Nijmegen (MEC) is al jarenlang de verbindende factor tussen scholen en instanties en bedrijven, die excursies aanbieden op het gebied van Natuur- en MilieuEducatie (NME). Met mijn bril en die van mijn collega’s als leerkracht basisonderwijs, hun bril als natuurmensen en schakel tussen school en excursies, de bril van de gidsen die de excursies begeleiden en de bril van de ‘experts’ die de excursie beleven: de kinderen, zou dit een mooi platform zijn om een onderzoek te doen naar alle facetten die met die excursies te maken hebben en te achterhalen of er binnen de natuurervaring topervaringen zijn en zo niet hoe die dan mogelijk gemaakt kunnen worden. Het is voor mij een hele (top!)ervaring geweest om het veld in te gaan, excursies te bezoeken, het enthousiasme te zien van leerkrachten, gidsen en de kinderen. Ik heb me vooral opgesteld als extra handen om zo tussen neus en lippen door naar ervaringen te vragen.
1
3
Significant Live Expirience
Een valkuil hierbij was dat er niet altijd voldoende tijd was2 en dat ik er goed op moest letten dat ik op enig moment in contact kwam met de leerkracht. De grap was wel dat de meeste mensen enthousiast ongemerkt precies die informatie gaven waar ik naar op zoek was. Ik vond het lastig om de kinderen in hun beleving te storen met vragen, maar ook dit bleek vaak heel gemoedelijk te gaan en vaak helemaal niet storend te zijn. In de literatuur is er veel te vinden over topervaringen en vooral ook dat dit niet georganiseerd kan worden (Van den Born (2007), Louv (2007), Drenthen (2007). Toch zijn er wel degelijk lichtpuntjes te vinden die je kunt noemen als een topervaring en ook mogelijkheden om een excursie zo in te richten dat een topervaring mogelijk gemaakt kan worden. Of die er ook komt, is afhankelijk van de omstandigheden en de kinderen. Ik zou zeggen: Op naar een topervaring! Leonie Wouters
2
4
De tijd vergeten is een ding waaraan je een topervaring herkent.
Inhoudsopgave
Blz. Inleiding
3
Inhoudsopgave
5
Hoofdstuk 1: Hoofd- en deelvragen
6
Hoofdstuk 2: Onderzoeksopzet
7
Hoofdstuk 3: Omschrijving van de betreffende excursies
9
Hoofdstuk 4: Meetinstrumenten
10
Hoofdstuk 5: Hoe worden de excursies nu ervaren?
11
Hoofdstuk 6: Wat is een topervaring?
17
Hoofdstuk 7: Wat zijn de voorwaarden om een topervaring mogelijk te maken?
19
Hoofdstuk 8: Richtlijnen voor excursies
34
Conclusies
38
Handvaten
40
Bijlagen Quickscan Interviewvragen Enquête Observatieformulier
41 41 42 43 46
Literatuurlijst
47
Dankwoord
49
5
Hoofdstuk 1 Hoofd- en deelvragen Hoofdvraag: Welke richtlijnen heeft NME nodig om excursieactiviteiten zo aan te bieden dat het een topervaring wordt voor de leerlingen van de groepen 6/7/8 en de leerkracht? Deelvragen: 1) Om welke excursies gaat het? 2) Hoe ervaren leerkrachten, leerlingen en het NME-werkveld deze excursie nu? 3) Wat is een topervaring? 4) Wat zijn de voorwaarden om een topervaring mogelijk te maken? 5) Welke instrumenten kunnen we inzetten om deze ervaringen te meten? 6) Zijn er al richtlijnen voor excursies en zo ja: welke dan?
De verwachting is dat dit onderzoek handvatten biedt om activiteiten te verbeteren om zo de mogelijkheid te creëren of te versterken voor het meemaken van een topervaring.
6
Hoofdstuk 2 Onderzoeksopzet Dit onderzoek is in drie maanden opgezet en uitgevoerd: van mei tot en met midden juli 2014. Het bijschaven van het verslag en de puntjes op de i zetten, heeft nog in september plaatsgevonden. In de eerste gesprekken hebben we gestoeid met de vraagstelling, wat willen we precies weten, hoe specifiek moeten we zijn? We hebben geprobeerd de hoofdvraag zo klein mogelijk te maken. Vervolgens heb ik me vooral bezig gehouden met het vinden en lezen van literatuur. Wat zou bij dit onderzoek kunnen passen, wat heb ik niet nodig, waar kan ik het überhaupt vinden? Ook het maken van meetinstrumenten behoorde hiertoe. Voordat je het veld in gaat om daadwerkelijk te gaan onderzoeken, is het wel de bedoeling dat je weet wat je moet onderzoeken, dat je weet waar je naar wilt kijken, waar je op moet letten. Daarnaast was het van belang om te bekijken welke excursies in aanmerking kwamen voor een bezoek. We kozen voor excursies in de maand juni, zodoende had ik een maand voorbereidingstijd en twee weken verwerkingstijd. We kozen voor excursies die op de woensdagen en donderdagen werden gegeven. Hierdoor vielen al een hele hoop excursies af. We wilden zoveel mogelijk verschillende excursies om zo een divers mogelijk aanbod te kunnen beoordelen. We hebben ons beperkt tot de groepen 6, 7 en 8, omdat uit ervaring was gebleken dat het voor deze kinderen moeilijker was om een leuke en boeiende excursie aan te bieden. In totaal heb ik tien excursies benaderd, waarvan ik er negen heb bezocht, daarvan waren er twee voor een tweede keer, dus heb ik zeven verschillende excursies bekeken. Het contact met degenen die de excursies verzorgden en begeleiden was de volgende stap. Uiteindelijk bedachten we dat het ook wel handig was om de leerkrachten op de hoogte te stellen van onze komst en ons doel. Eén excursie heb ik daardoor af moeten zeggen. Sommige excursiebegeleiders/gidsen gaven meteen aan: er is weinig tijd voor een interview, ook leerkrachten gaven dit aan. Onze opzet was om zoveel mogelijk te beleven in de omgeving, mee te helpen waar nodig en zo ‘tussen neus en lippen door’ interviews te houden. Dit bleek een goede tactiek. Zowel gidsen als leerkrachten waren erg enthousiast en zonder veel moeite kwam ik aan de gegevens die ik wilde hebben. Er zijn acht leerkrachten geïnterviewd en zeven verschillende gidsen.
7
Overal werd ik warm en hartelijk ontvangen, extra handen zijn bij veel excursies erg welkom. Soms kon ik me op de achtergrond houden en speelde ik vooral de fotograaf en stelde ik her en der een vraag. Soms werd ik er actief bij betrokken en begeleidde ik een groepje of liep met een groepje mee. Op het moment dat ik merkte dat het bijna tijd was, drukte ik een paar kinderen de quickscan3 in de handen, of deed ik dit samen met een kind. In totaal zijn er 10 quickscans afgenomen. Ik heb verschillende kinderen een interviewvraag gesteld, dit kunnen andere kinderen zijn dan de kinderen die de quickscan hebben ingevuld. Ondertussen was er een enquête opgesteld en opgestuurd naar de contactpersonen. Hierop kwamen acht reacties, alle reacties kwamen van directe collega‘s van mij binnen het speciaal basisonderwijs. Terwijl er 47 mails de deur uit waren gegaan naar collega’s van het regulier onderwijs, met de vraag deze mail ook in het team te verspreiden. Het had er natuurlijk mee te maken dat de enquêtes aan het eind van het schooljaar waren verstuurd, veel leerkrachten hebben het dan zo druk dat zo’n enquête ergens onderop de stapel belandt. Vandaar dat we ervoor gekozen hebben om in september een herinnering te sturen. Na die herinneringsmail kwamen er gelukkig nog dertien enquêtes binnen. We hadden gehoopt op meer reacties, dan hadden we ook hardere conclusies kunnen trekken. Uiteindelijk heb je dan in een korte tijd een brei aan informatie die ik geprobeerd heb te bundelen en zo overzichtelijk mogelijk te rapporteren. Wat geresulteerd heeft in dit rapport.
3
8
Meetinstrument om de ervaringen en gebruikte vaardigheden van kinderen te kunnen meten
Hoofdstuk 3 Omschrijving van de betreffende excursies Om de excursies te kunnen kiezen, hebben we gebruik gemaakt van de volgende afbakeningen: excursies op woensdagen en donderdagen; groep: 6/7/8; zo breed mogelijk qua excursies. Liever elke activiteit één keer dan de diepte in door een activiteit vaker te doen. Waar mogelijk kan het wel goed vergelijkingsmateriaal zijn. De volgende excursies zijn in dit onderzoek meegenomen: * IVN Rijk van Nijmegen (Instituut Voor Natuureducatie en duurzaamheid): Excursie Weurtse Buitenlanden Onder leiding van natuurgidsen en ouders onderzoeken de kinderen met verrekijkers, vergrootglazen en andere hulpmiddelen de afwisselende natuur van de uiterwaarden. * Natuurtuin Goffert: Excursie Waterdierensafari De kinderen leren hoe waterdieren zijn aangepast aan het leven in het water. In de natuurtuin gaan ze zelf schepnetten en beestjes onderzoeken met vergrootglazen en binoculairs. *Heemtuin Malden: Boskist De kist bestaat uit opdrachten die zich richten op onderzoek van het bos. IVN Rijk van Nijmegen : Excursie Leven in en om het water Met behulp van netten, waterbakken en loeps onderzoeken de kinderen het dieren- en plantenleven in en bij het water. Natuurgidsen begeleiden hen. * Heemtuin Malden: Bijen Gezamenlijk en zelfstandig onderzoek naar bijen. De klas wordt verdeeld in drie groepen. Gidsen leiden de groepen langs drie verschillende locaties: heemhuis (bouw en functie van de bij), picknickbank (lege bijenkast en imkerspullen), bijenstal (kijken naar wat bijen doen, drachtplanten). De leerlingen leren het verschil tussen bijen, hommels en wespen, weten wat een imker is en wat deze doet en leren over het bijenvolk. * VNC (Vereniging Nederlands Cultuurlandschap): Das en Boom Excursie rondleiding Permanente tentoonstelling over het cultuurlandschap met planten en dieren en het bekijken van het Madurodam landschap, miniatuurtuinen. De das, boomkikker en het boerenslootleven zijn te zien. * DAN (Dieren Ambulance Nijmegen): Wat gebeurt er op de dierenambulance? De dierenambulance bekijken en verdere uitleg over hoe de DAN werkt. De bedoeling is om leerlingen te informeren over de Dierenambulance, zodat ze weten wat ze moeten doen als ze een gewond dier vinden.
9
Hoofdstuk 4 Meetinstrumenten voor het meten van deze ervaringen Meetinstrumenten zijn er in allerlei vormen en maten. De vraag is vooral: wat willen we nu meten? We willen meten: - Hoe betrokken kinderen zijn (en hoe zie je dat dan?). - Hoe kinderen, leerkrachten en gidsen/begeleiders het hebben ervaren? Volgens de site www.wij-leren.nl is het verstandig om een eigen meetinstrument te maken. Zodat je alleen meet, wat jij wilt weten. Bij het MEC waren al een aantal meetinstrumenten ontwikkeld en een enkele was in omloop. Eén daarvan is de quickscan. Deze vullen de leerlingen na afloop van een excursie in. Het doel van dit instrument is om op een snelle manier kinderen te laten aangeven wat ze geleerd of gedaan hebben op individuele ontwikkeling, de manier van werken en op sociale ontwikkeling. Een ander instrument dat ik tegen kwam is het observatieformulier buitenles. Op dit formulier kun je aangeven wat het gedrag van kinderen is tijdens een excursie. Daarnaast hebben we zelf een vragenlijst en interviewvragen ontwikkeld om de volgende deelvragen te kunnen beantwoorden: - Wat zijn de voorwaarden om een topervaring mogelijk te maken? - Hoe ervaren leerkrachten, leerlingen en de gidsen deze excursie nu? De gebruikte meetinstrumenten zijn terug te vinden in de bijlagen.
10
Hoofdstuk 5 Hoe worden de excursies nu ervaren? Om deze vraag te kunnen beantwoorden heb ik meegedaan met verschillende excursies, waarbij ik de kinderen heb geobserveerd. Tijdens die excursies heb ik leerkrachten, leerlingen en gidsen geïnterviewd. Dit kostte weinig moeite: iedereen genoot vaak met volle teugen en reageerde enthousiast. Sommige mensen gaven antwoord op de vragen zonder dat ik ze hoefde te stellen en vaak werd er ook meer verteld dan dat ik in het interview aan vragen had. Opmerkingen die ik belangrijk vond voor dit onderzoek, heb ik erbij gezet. Door de leerkrachten Hebben de leerkrachten deze excursie vaker gedaan? Drie ja, vijf nee. Wat is er anders dan voorgaande keren: meer vrijwilligers, dit werkt erg prettig; kleine dingen zijn veranderd, dit ervaart men als prettig. - een molensysteem (rouleren) bij het nabespreken; - plankjes om het blaadje op te doen.
5 4 3 2 1 0 Ja
Nee
Hebben de leerkrachten de excursie voorbereid? Zes ja, twee nee. Hoe is het voorbereid: door een project door vragen te bedenken past bij de methode gastles
6 4 2 0
Oorzaak niet voorbereid: tijdsdruk
11
Ja
Nee
Is de excursie waardevol voor de leerlingen? Acht ja: het past bij de belevingswereld van de kinderen; het is een mooie ervaring;. een ervaring en een beleving zegt meer dan een boek; de belevenis wordt niet meer vergeten.
8 6 4 2 0 Ja
Nee
Wat missen de leerkrachten nog bij de excursies, of wat kan er nog verbeterd worden? 5
Vijf niets, drie iets: meer afwisseling en sneller tempo in de gastles, de kinderen kunnen zich niet zo lang concentreren; PowerPoint van de gastles mag moderner, nu worden er oude foto’s gebruikt; linken die opgestuurd zijn, doen het niet.
4 3 2 1 0 Niets
Iets
Leerkrachten geven daarnaast aan dat excursies ook afhankelijk zijn van de gidsen. De ene gids is meer een verteller dan de andere. Ook zijn er gidsen die zich alleen op het onderwerp richten waar kinderen voor komen; leerkrachten ervaren het als prettig als gidsen ‘meebewegen’ met de beleving van de kinderen.
12
Door de gidsen Hoelang wordt de excursie al zo gegeven? 2 1 0 Een tijdje 20 jaar
5 jaar Een hele tijd
10 jaar
Wat zou je aan deze excursie willen veranderen? Materialen aanpassen: plattegrond kloppend maken, film maken, vernieuwen foto’s, Digiles maken, zodat leerkrachten minder hoeven voor te bereiden en wij verzekerd zijn van een voorbereiding, een introductiebrief maken.
8 6 4 2 0 Materiaal
Hoe merkt u dat leerlingen betrokken zijn? 5 4 3 2 1 0 Vragen Stellen Wat ze vertellen
13
Enthousiasme Wat ze laten zien
Wat geeft u voldoening? ze willen terug komen; ze komen erover vertellen; ze laten van alles aan me zien; enthousiasme; het ontmoeten van de hartelijkheid en de spontaniteit van kinderen; wanneer een leerling een grens (o.a. angst voor dieren) verlegt. Gidsen geven aan dat de groepen heel divers zijn. De ene leerkracht helpt mee met orde houden, de andere leerkracht laat het veel meer gebeuren. Het meehelpen met het bewaken van de orde en het helpen aandacht vragen voor wat de gids wil zeggen ervaren de gidsen als prettig. Ze zien zichzelf niet als leerkrachten en willen vaak ook niet deze taak op zich nemen. Een aantal gidsen komen oorspronkelijk uit het onderwijs, daar leeft dit minder. De ene groep is beter voorbereid dan de andere groep. De ervaring van de gidsen is, dat als de kinderen goed voorbereid zijn, dit scheelt in het gedrag en de motivatie van de kinderen. Ook geven een aantal gidsen aan dat het werken met werkbladen of de vragen van kinderen hun helpt om de excursie vorm te geven. Bij sommige excursies viel het me op dat er meerdere gidsen waren. Het was niet altijd duidelijk welke gids nu de leiding had. Dit kan verwarrend werken bij de kinderen en daardoor onrust veroorzaken.
14
Door de kinderen Wat vergeet je nooit meer? 8 6 4 2 0 Dieren
Vaardigheid
Zintuigen
Dieren Vaardigheid
: levende (gezien of gevangen) en dode dieren : het scheppen met een schepnet, het neuskruis bedienen om de hoogte van een boom te meten, de dikte van een boom meten Gebruik zintuigen : de stank van een dassenburcht (ruiken), brandnetels en distels die prikken (voelen), hars dat uit een boom komt (zien) Wat wist je al over deze excursie? 4
Anders: we gaan vissen vangen; die mevrouw heeft veel verteld; de verdiepingen in een bos; ik ben al een keertje bij een imker geweest.
3 2 1 0 Gedrag Niets
Zou je nog eens hiernaartoe willen komen?
Vragen bedacht Anders
Wat zou je hier dan willen doen?
6 5
5
4
4
3
3
2
2
1
1
0
0 Ja
15
Nee
Spelen
Hetzelfde
Het valt op dat de kinderen bij alle excursies betrokken zijn bij wat ze doen. Dit hoeft niet altijd dat te zijn waarvoor de excursie bedoeld is. Er is een verschil tussen jongens en meisjes opgevallen. Over het algemeen rennen jongens veel meer rond, meisjes zijn zorgvuldiger bezig met bijvoorbeeld het invullen van vragenlijsten. Quickscan: 40
30
20
10
0 Watersafari Dierenambulance
Boskist Bijen
Leven in en om het
Bij de quickscan zijn er in totaal 39 items om aan te kruisen. In de tabel ziet u hoeveel items de kinderen hebben aangekruist bij een excursie. Er is door de quickscan een duidelijk verschil te zien bij de meer ‘excursie’excursies4 en de meer ‘les’- excursies5. Er zijn beduidend meer items aangekruist bij de ‘excursie’- excursies. Ook in gedrag van de kinderen was een duidelijk verschil te merken. Bij de ‘les’excursies loopt de aandacht na gelang de tijd vordert af en ontstaat er meer probleemgedrag (duwen, trekken, met elkaar blijven praten, grapjes maken), bij de ‘excursie’- excursies blijven de kinderen de gehele tijd actief bezig met wat ze moeten doen of waar hun aandacht ligt. Opdrachten die ze moeten doen zijn niet altijd duidelijk. Er wordt van de kinderen verwacht dat ze goed lezen, maar dit gebeurd niet altijd. NB. De quickscan is niet bij de gehele groep afgenomen, maar steeds met individuen, dit kan natuurlijk een vertekend beeld geven. NB. De quickscan is niet bij elke excursie afgenomen, dit had te maken met slechte weersomstandigheden of met tijdgebrek.
4 5
Excursies waarbij de kinderen zelfstandig of in kleine groepen gaan ontdekken en experimenteren Excursies waarbij de kinderen vooral moeten kijken en luisteren
16
Hoofdstuk 6 Wat is een topervaring? Deze vraag beantwoorden bleek nog niet zo gemakkelijk te zijn. Voor iedereen is een ‘topervaring’ anders. Afhankelijk van je interesses, en hoe je op dat moment in het leven staat. Volgens het online woordenboek is een ervaring iets dat je meemaakt, iets dat je gedaan hebt. Het wordt ‘top’ betekent hoogste of opperste. Dus als je daarvan uitgaat is een topervaring iets dat je meemaakt of iets dat je doet wat je het gevoel geeft dat je het hoogste of opperste bereikt hebt. De psycholoog Maslow beschrijft een topervaring als een mystieke ervaring zonder dat het te maken heeft met religie of het bovennatuurlijke. Een soort volledig opgaan in iets, in diepe extase verkeren. Op dat moment vergeet men alles om zich heen. Topervaringen leren ons iets over onze verhouding tot de wereld. Het zijn ervaringen die ons in contact brengen met de kernwaarden van het bestaan en die ons helpen geestelijk te groeien. Wikipedia beschrijft het als een ‘Peak Experience’: een soort persoonlijke en extatische staat, met thema’s als euforie, harmonie en een connectie met je binnenste. Er is sprake van een essentie van mysterie en spiritualiteit. Verboom en De Vries (2006) geven in hun artikel aan dat er sprake is van drie soorten ervaringen. De piekervaring, de flowervaring en de Significant Life Experience (SLE). Onder piekervaring verstaan zij: een ervaring op het hoogste niveau van de behoeftehiërarchie6. Een piekervaring veronderstelt een geavanceerde ontwikkeling en een zekere rijpheid van een persoon. Het lijkt daarmee minder toepasbaar op kinderen.
6
17
Een Flowervaring7 is een ervaring van eenheid tussen ik en de omgeving. Een vervloeiend tijdsbesef, een gevoelsmatige en intellectuele aandacht en de intrinsieke motivatie die van de ervaring uitgaat. Het is anders dan een piekervaring niet gekoppeld aan het bereiken van een hoog niveau in de algemene persoonlijke ontwikkeling. Het gaat meer om het vinden van de balans tussen verveling en te grote gespannenheid. Een belangrijke voorwaarde is het afwezig zijn van storende prikkels. Kinderen weten deze balans spelenderwijs te vinden. Hoewel flowervaringen gelden als intrinsiek motiverend, staat de langdurige invloed minder centraal als bij een piekervaring. Uit deze twee soorten ervaringen halen zij de volgende elementen die van belang zijn voor een topervaring: de ervaring van de verbondenheid met de omgeving; het intrinsieke motiverende en verrijkende karakter van de ervaring; de condities waarin topervaringen worden beleefd zijn verschillend, afhankelijk van hun eerdere ervaringen en hun uitdagingen. Een Significant Live Experience (SLE) (Chawla 2001) zorgt ervoor dat je je bewust wordt van je omgeving, je wordt er gevoelig voor. Van daaruit ontstaat de aanleg om verantwoordelijkheid te nemen voor je omgeving, gebaseerd op de herinneringen van de ervaringen. Het hoeven geen extreme of uitzonderlijke ervaringen te zijn. De reeks aan ervaringen zorgt voor een groter bereik, steeds verbonden aan eerdere ervaringen. Als je volwassenen vraagt naar een omschrijving van het woord topervaring, dan noemen ze het volgende: Iets dat je nooit meer vergeet, waar je nog dagen over praat, wat nieuw is en een emotie oproept.
7
Csikszentmihalyi
18
Hoofdstuk 7 Wat zijn de voorwaarden om een topervaring mogelijk te maken? Volgens verschillende bronnen: Van den Born (2007), Louv (2007), Drenthen (2007), is een topervaring niet mogelijk binnen een excursie. Zij stellen dat een topervaring alleen mogelijk is al kinderen voor een langere tijd, in vrijheid, dus zonder toezicht van volwassenen in aanraking komen met de natuur. De natuur leert ons dan ‘mens zijn’. De topervaring ‘ontstaat’ door eigen interesses, ongebonden aan tijd en toezicht en wordt niet ‘in gang gezet’ door tijd en sturing van volwassenen. Drenthen (2007) stelt dat zodra je de natuur gaat organiseren naar een zogenaamde ‘topervaring’, je iets wezenlijks kwijt raakt. Zelfs het spreken over ‘natuurbelevenissen’ verleidt ons er al toe de natuur te veranderen in een maatschappelijke activiteit. Volgens Verboom en De Vries (2006) is men het erover eens dat het voor kinderen niet meer vanzelfsprekend is om in aanraking te komen met de natuur. Het is daarom belangrijk om dit wel te creëren. In dat zelfde artikel worden nog een aantal dingen gesteld, die ik belangrijk vind voor dit onderzoek: Uit onderzoek blijkt dat mensen van natuuronderwijs op de basisschool vooral de buitenactiviteiten herinneren. Voor invulling voor een topervaring in/met de natuur betekent dit dat het moet gaan om een eendaagse of meerdaagse activiteit in de natuur, bij voorkeur onder leiding van een expert. Als hoofd, hart en handen samen kunnen werken (zoals bij het doen van veldwerk, op excursie gaan, werken in een schooltuin) kan dit een effect hebben op de lange termijn voor kennis, houding en gedrag. Een bevlogen leerkracht of gids heeft grote invloed. De nadruk moet liggen op het zelf ervaren, ontdekken en de zintuiglijke beleving, dit beklijft beter dan leren uit een boekje. In diverse artikelen is terug te vinden dat het van belang is dat kinderen met de natuur in aanraking komen. Kinderen kunnen in de natuur hun zintuigen optimaal ontwikkelen, ze ontwikkelen hun creativiteit en kunnen beter leren. Het zou ook goed zijn voor hun fysieke en psychische gezondheid en het ontwikkelen van zelfvertrouwen (Louv 2007). Om deze vraag te kunnen beantwoorden vanuit het perspectief van de leerkracht, heb ik voor leerkrachten een enquête gemaakt. Er zijn 47 contactpersonen van het MEC benaderd met de vraag de lijst te verspreiden. Omdat ik zelf ook werkzaam was op een speciale basisschool heb ik binnen mijn eigen school de lijst verspreid onder mijn collega’s. In totaal hebben acht mensen de vragenlijst ingevuld vanuit het speciaal basisonderwijs en dertien mensen vanuit het regulier onderwijs. In totaal hebben er dus 21 mensen de enquête ingevuld. De volgende analyse komt uit de vragen lijst:
19
Geslacht Man
Meerkeuze vragen Geslacht: Drie mannen, achttien vrouwen Vrouw
Leeftijd Leeftijd: Twee in de leeftijd 56 tot 65 Vier in de leeftijd 46 tot 55 Zes in de leeftijd 36 tot 45 Negen in de leeftijd 25 tot 35
56 tot 65
jaar jaar jaar jaar
46 tot 55
25 tot 35
36 tot 45
Groep anders
Leerkracht van groep: Twee groep 1 of 2 Zes groep 3 of 4 Zes groep 5 of 6 Zeven groep 7 of 8 Twee anders: 1, 2 en 6 en alle groepen les (gymdocent)
7-8
1-2
3-4
5-6
Ervaringsjaren 31 tot 35 26 tot 30
Aantal ervaringsjaren: Een 0 tot 5 jaar Acht 6 tot 10 jaar Vier 11 tot 15 jaar Vijf 16 tot 20 jaar Eén 21 tot 25 jaar Eén 26 tot 30 jaar Eén 31 tot 35 jaar
20
0 tot 5
21 tot 25
6 tot 10 16 tot 20
11 tot 15
Omschrijving van een persoonlijke topervaring Bij deze vraag mochten de geënquêteerden meerdere antwoorden invullen. In totaal zijn er 33 antwoorden gegeven. 12 10 8 6 4 2 0 NE M
Vier Vijf Elf Vijf Acht
NE P NV M E
: een : een : een : een : een
P E
NV
nieuwe ervaring ervaring waar ik nog lang over praat ervaring die ik nooit meer vergeet ervaring waarbij ik mezelf kan zijn ervaring waarbij ik emoties voel
Het volgende werd bij deze vraag nog aangegeven: verwondering; ieder seizoen kent mooie kanten. Ik kan tot rust komen.
21
Voorwaarden voor een topervaring als leerkracht Bij deze vraag mochten de geënquêteerden meerdere antwoorden invullen. In totaal zijn er 43 antwoorden gegeven. 20 15 10 5 0 L Intrinsiek
Twee L Zes VM Eén G Negentien Intrinsiek Tien Intelligentie
VM Intelligentie
G
: de lesdoelen zijn behaald : ik verwonder mezelf : geen of minder gedragsproblemen : de kinderen zijn intrinsiek gemotiveerd : intelligentieverschillen vallen weg
Het volgende werd bij deze vraag nog aangegeven: Twee leerkrachten gaven aan geen voorbereiding nodig te hebben voor een topervaring. Een leerkracht gaf aan geen verwerking nodig te hebben voor een topervaring. ‘Lesdoelen zijn wel belangrijk, maar indien er iets voorvalt waardoor je van je lesdoel afwijkt vind ik dat geen probleem. Er moet dan wel iets anders bereikt zijn. Belangrijk om te benadrukken wat we tijdens de excursie kunnen leren of mee kennis gaan maken.’ Dat ik me samen met de kinderen kan verwonderen over onze belevingen. Veel kinderen zijn graag buiten. Zij genieten een soort vrijheid in gekaderd zijn. Mij valt op dat ze meer ruimte voor verschillen hebben bij elkaar.
22
Voorwaarden voor topervaringen bij kinderen Bij deze vraag mochten de geënquêteerden meerdere antwoorden invullen. In totaal zijn er 97 antwoorden gegeven. 20
15
10
5
0 E V
Twintig Zeventien Negentien Tien Vijf Zestien
E G I V P VG
G P
I VG
: de kinderen zijn enthousiast : de kinderen hebben iets geleerd : de kinderen zijn intrinsiek betrokken : de kinderen vergeten de tijd : ze hebben het er jaren later nog over : je ziet de verwondering op de gezichten
Het volgende werd bij deze vraag nog aangegeven: Eén leerkracht had ingevuld dat kinderen geen werkbladen hoeven te maken als voorwaarde voor een topervaring. Vier leerkrachten gaven aan dat kinderen voorbereid moeten zijn. De kinderen moeten een gerichte opdracht krijgen die ze zelf vorm mogen geven. Drie leerkrachten gaven aan dat er een vervolg in de klas nodig is Verwondering op diverse vlakken.
23
Stellingen De natuur biedt veel mogelijkheden om een topervaring te beleven. Oneens
Eens
95% Eens, 5% Oneens Volgens u kan iets heel kleins al een topervaring zijn.
Eens
100% Eens, 0% Oneens
Volgens u kan bij een topervaring ook emoties als angst en woede horen.
Oneens Eens
57% Eens, 43% Oneens Volgens u moeten er werkbladen gemaakt worden om ervoor te zorgen dat de ervaring beklijft. Eens
Oneens
5% Eens, 95% Oneens Volgens u is een topervaring altijd iets dat je nog niet eerder ervaren hebt. Eens
Oneens
14% Eens, 86% Oneens
24
Volgens u is het belangrijk dat kinderen in aanraking komen met de natuur door middel van excursies. Oneens
Eens
95% Eens, 5% Oneens Volgens u bieden excursies pas echt een topervaring aan als er veel zintuigen gebruikt moeten worden (horen-zien-ruiken-voelen-proeven). Oneens
Eens
71% Eens, 29% Oneens Volgens u kan een topervaring alleen ontstaan zonder tijdsdruk en zonder controle van volwassenen. Eens
Oneens
24% Eens, 76% Oneens
Open vragen Kunt u een topervaring van uzelf in de natuur omschrijven? Respondent 1: zon die door de bomen schijnt in de ochtend in het bos. Respondent 2: sloot water bekijken met een microscoop. Respondent 3: Angel's landing beklommen (berg in Zion National Park, USA). Respondent 4: kan zoveel zijn!! maar om iets te noemen: Een weekend Terschelling. Nauwelijks auto's, het voelen van de wind, zon, kou, regen. De wolken zien. De zee, het zand, de zonsondergangen.
25
Respondent 5: het ervaren van iets nieuws waarbij ik mezelf kan zijn maar ook iets geleerd heb wat ik mee kan nemen de rest van mijn leven. Het aanboren van een onderzoekende houding die vanuit mezelf komt maar wel met een gerichte opdracht vind ik belangrijk. Respondent 6: het ontdekken van alle kleine beestjes en insecten in de natuur toen ik op de basisschool zat Respondent 7: Respondent 8: de mist die 's ochtends in de polder hangt als ik naar mijn werk rijdt, de merel die een nestje maakte in het wc raampje zodat we de hele ontwikkeling hebben kunnen volgen. Respondent 9: wilde bevers spotten aan een rivier in Frankrijk Respondent 10: tijdens bergwandelingen heb ik ervaren hoe sterk en meedogenloos natuur(-geweld) kan zijn. Ik heb me nietig en klein gevoeld. Respondent 11: iedere week weer in het bos. Respondent 12: zondagmorgen in alle rust hardlopen in de bossen. Respondent 13: Respondent 14: verwondering, verbazing en leerzaam. Respondent 15: genieten in alle rust van ruimte en natuur. Respondent 16: sporen zoeken in het bos, nooit op zwijnen speurpad geweest, herten in het bos zien lopen. Respondent 17: een rondreis door Canada met een camper. Respondent 18: bij woest weer wandelen aan het strand, een onbekend deel van de natuur ervaren. Respondent 19: bezoek aan Grand Canyon. Respondent 20: Respondent 21: -
26
Is de beleving van een excursie voor jongens anders dan voor meisjes? En zo ja, wat is er dan anders? Respondent 1: jongens hebben meer behoefte aan beweging. Respondent 2: nee. Respondent 3: jongens willen soms meer doen, maar er zijn ook genoeg meiden die echt dingen willen doen. Respondent 4: volgens mij niet. Respondent 5: ja, ik denk dat beide behoefte hebben aan ondergaan en handelend bezig zijn, zeker in de natuur. Ik denk wel dat jongens soms dieper op een onderwerp ingaan omdat ze meer dingen aan durven raken en minder angsten hebben (sommige meisjes hebben dat natuurlijk ook). Respondent 6: het kan, maar hoeft niet. Het ligt aan het aanbod. Respondent 7: Respondent 8: de meeste jongens moeten meer kunnen bewegen, ervaren, voelen en misschien ook wel vies worden; de meeste meisjes observeren meer, praten erover Respondent 9: jongens willen meestal meer beweging en vrijheid. Gaan meer instinctief te werk. Respondent 10: dat hoeft niet per sé. Mogelijk letten jongens op andere dingen dan meisjes en in de uitvoering van opdrachten zit ook wel eens verschil. Respondent 11: nee. Respondent 12: niet altijd. Maar meisjes observeren meer en jongens willen meer doen. Respondent 13: Respondent 14: Respondent 15: de jongens zoeken het meer in grote dingen en bijna altijd doe dingen. Respondent 16: ligt aan het onderwerp Respondent 17: jongens zijn fysiek vaak meer aanwezig dan meisjes
27
Respondent 18: Respondent 19: Respondent 20: op de leeftijd van onze kinderen is naar mijn mening geen verschil. Respondent 21: Vier Drie
Geen verschil Afhankelijk van activiteit Zeven Jongens zijn beweeglijker
Geen
Beweeglijker
Afh. v. act.
(afhankelijk van activiteit)
Kunt u een voorbeeld geven van een topervaring van een leerling tijdens een excursie? Respondent 1: de eerste keer in een bos zijn. Respondent 2: het treffen van kudde runderen in de Millingerwaard. Respondent 3: leerling die wilde runderen tegenkwam in de Millingerwaard. Respondent 4: het spotten van koeien in de Ooijpolder. Maar ook het dwars struinen door het hoge gras en struiken. Het buiten zijn in de winter of de herfst: uitglijden en ervaren van de natte klei. Respondent 5: met de kleuters opzoek naar insecten in de grond en vervolgens in een potje met loep erop de beestjes nog beter bekijken, fantastisch! Respondent 6: Respondent 7: Respondent 8: verdwaald met de juf in de Millingerwaard en dan via hele kleine smalle paadjes de weg terug vinden en ook nog allemaal kleine padjes zien.
28
Respondent 9: verwondering over wat we gevonden hadden in de sloot: een visje waarvan ik de naam alweer vergeten ben... De pure betrokkenheid hierbij van alle kinderen die boven hun bakken hangen om iets te zoeken... Respondent 10: het zien van een hele grote paddenstoel. Het kind was helemaal verbaasd. Respondent 11: een teruggetrokken kind dat zich helemaal uitleeft. Respondent 12: bestuderen van diertjes onder een microscoop. Respondent 13: Respondent 14: Respondent 15: een wat zwakkere leerling (in de klas) wist antwoorden op de vragen van de begeleider. De leerling kreeg bewondering van zijn mededeleerling en kon daar gelukkig van genieten. Respondent 16: de verbazing en het enthousiasme van kinderen die eigenlijk bang zijn voor kleine beestjes en vervolgens volop geniet van het speuren en bestuderen ervan. Respondent 17: excursie naar het rijksmuseum vorig jaar: Gaan we nu al weer naar de bus? De blikken in de gezichten van de kinderen. Respondent 18: Respondent 19: insectenpad. Op onderzoek uit, beestjes onder het vergrootglas bekijken. Fantastisch. Respondent 20: een brandnetel kun je aaien… Er zijn heel veel verschillende vogels nu om je heen te zien…Met bijzondere namen. Respondent 21: -
29
Wat zou een excursie in de natuur echt in zich moeten hebben om de mogelijkheid van een topervaring te kunnen bieden? Respondent 1: per activiteit verschillend. Respondent 2: kinderen moeten hun omgeving vrij kunnen ervaren. Er moeten opdrachten en onderzoeksmateriaal voorhanden zijn voor als hier behoefte aan is. Hoe vrijer ze rondlopen hoe meer ruimte voor ervaringen. Respondent 3: kinderen worden actief gehouden en er is genoeg en goede begeleiding. Respondent 4: begeleiding met kennis van de natuur. Kinderen nieuwe dingen laten ervaren, en als begeleiding daarop inspelen. Dus niet een bepaald informatiepakket over willen brengen in een bepaalde tijd, maar op tocht met de kinderen, en aansluiten op hun beleving/ interesses. Als kinderen een vraag hebben is het van belang daar direct op in te spelen en wat te laten zien/ ervaren. Kinderen handelend bezig te laten zijn . Respondent 5: kinderen moeten een gerichte opdracht krijgen maar ook de mogelijkheid om deze zelf vorm te geven. Hierdoor leert elke leerling op zijn eigen manier. De ene leerling haalt er meer lering uit dan de ander. Daarnaast moeten kinderen vooral handelend bezig zijn daar leren ze het meeste van. Respondent 6: een excursie die qua afstand goed te overbruggen is, die uitdaging biedt voor verschillende leeftijden, geslacht en intelligenties. Het liefst een groot afgebakend gebied zodat kinderen de ruimte hebben om te ontdekken. Respondent 7: Respondent 8: ontdekken (schepnetjes, stokken, vergrootglas, insectenkijker), kennis (iemand die vertelt, wetenswaardigheden die dicht bij de kinderen blijven (een paard poept zoveel bijvoorbeeld), niet te ver van huis, dichtbij de kinderen blijven, dingen zien/ervaren die ze eerder gehoord/geleerd/op tv gezien hebben. Respondent 9: afhankelijk van de activiteit. Voor mij als leerkracht is het fijn als het onderwerp van de excursie aansluit bij de stof in de klas. Zo wordt het levendiger en leuker/interessanter voor de kinderen. Daarbij vind ik het interessant om te kijken wat kinderen kunnen leren/ beleven in de natuur in hun eigen wijk. Respondent 10: vooral de natuur in de nabije omgeving samen verkennen waar ook deskundigen op bepaalde dingen wijzen. Respondent 11: ruimte voor beweging, veiligheid, variatie in activiteiten. Respondent 12: -
30
Respondent 13: Respondent 14: Respondent 15: er mag wat geleerd worden van dingen/geschiedenis in de natuur, maar ook vrije loop momenten zijn erg belangrijk. Het gebruik van loepen/verrekijkers is ook altijd interessant. Werkbladen zijn wat onhandig. Respondent 16: materiaal voldoende voor alle kinderen, relatief veilig gebied waar de kinderen in kleine groepjes eventueel met gids mogen rondstruinen. Respondent 17: het moet kinderen boeien en in welke vorm en met welke materialen maakt niet zoveel uit denk ik. Respondent 18: speurtocht , kinderen moeten nadenken om verschillende mogelijkheden te onderzoeken, divers aanbod van vraagstelling. Tevens een enthousiaste leerkracht die de kinderen stimuleert. Afwisseling van doe- en denkopdrachten. Respondent 19: kinderen mogen op onderzoek uit, moeten zich kunnen bewegen, samen in groepjes werken. Respondent 20: een gids met veel kennis en enthousiasme en dit over kunnen brengen. Succeservaringen verzekeren als de kinderen iets zelf gaan doen…
31
Gerichte opdracht
Per activiteit verschillend
(Vrij) bewegen
Begeleiding
Materiaal
Drie Zes Vijf Vijf Een
Verschilt per activiteit Begeleiding Materiaal (Vrij) Bewegen Gerichte opdracht
Heeft u verder nog opmerkingen? Respondent 3: goede begeleiding van en door experts is noodzakelijk! Respondent 10: in de kleutergroepen hebben we al vaak het kabouterpad gehad wat erg leuk is, maar ik kan me voorstellen dat het ook mogelijk is een excursie te doen aan de Waal. Onze kinderen wonen daar in de buurt, zien de rivier vaak en daar vallen ook veel bijzondere dingen te zien lijkt me dan alleen het water. Dit kan hun horizon nog breder maken. Respondent 15: vraag 16 topervaring.
32
proeven en voelen zijn niet echt nodig voor een
Voorzichtige conclusies enquête leerkrachten: Er is geen connectie gevonden tussen de leeftijden van de respondenten en de ingevulde enquêtes. Over het verschil in visie tussen mannen en vrouwen valt niets te zeggen: er hebben te weinig mannen meegedaan De belangrijkste voorwaarde voor een persoonlijke topervaring is iets beleven dat je nooit meer vergeet. Leerkrachten vinden het vooral belangrijk dat kinderen intrinsiek gemotiveerd worden. Enthousiasme van de leerlingen wordt gezien als een must naast de intrinsieke motivatie voor een topervaring. Leerkrachten vinden het belangrijk dat kinderen ook wat leren tijdens het opdoen van ervaringen. Dat een topervaring ook de emotie angst of woede kan hebben, daar is niet iedereen het over eens. De meeste leerkrachten vinden werkbladen niet nodig. Leerkrachten vinden dat je dezelfde topervaring ook vaker kunt beleven en dat het dan weer een topervaring kan zijn. Alle leerkrachten vinden het belangrijk dat kinderen in aanraking komen met de natuur door middel van het doen van excursies. Of jongens een excursie anders beleven dan meisjes, daar is niet iedereen het over eens. Vier respondenten geven aan dat er geen verschil is, tien respondenten noemen wel verschillen. Als voorwaarden voor een excursie om een topervaring te kunnen zijn worden begeleiding, materiaal en het (vrij) kunnen bewegen het meest genoemd.
N.B. Als er meer enquêtes zouden zijn ingevuld kan de uitslag wellicht anders uitvallen. 21 respondenten zijn niet genoeg om definitieve conclusies te trekken.
33
Hoofdstuk 8 Richtlijnen voor excursies In opdracht van het ministerie van LNV is er een programmeringmodel ontworpen door Marjan Margadant (2000) om als hulpmiddel te dienen voor het ontwikkelen van educatieve programma’s. Het model werkt, stap voor stap, als volgt: 1. Kaderstelling kerndoelen, lesmethoden, schoolwerkplannen. Mogelijkheden van de omgeving van het veldstudiecentrum 2. Voorlopig ontwerp didactische lijnen Didactische lijn uitgestippeld waarin de nagestreefde sleutelbegrippen, vaardigheden en lesthema’s aan de hand van de leerdoelen geformuleerd worden. 3. Contact met scholen terugkoppeling naar de doelgroep (peiling van behoefte, inventarisatie wensen en wijzigingen schoolprogramma; relatie leggen met al gebruikte lesmethode en nagestreefde kerndoelen; inventarisatie doelgroepkennis en kennisniveau docenten; formuleren van realistische en haalbare doelen in samenspraak met school <er bestaan grote verschillen tussen scholen>). 4. Concretisering didactische lijn twee hoofdcriteria zijn van belang: Doelgerichtheid, Leerbaarheid (de gekozen inhoud moet representatief zijn voor de leerstof en de leerling). 5. Ontwerp lesmateriaal de docenten zullen het hoe en waarom van de didactische lijnen en werkvormen goed moeten weten om een constructieve bijdrage aan het leerproces te kunnen geven. 6. Training NME’ers en leerkrachten toelichting en verantwoording gekozen doelen, inhoud en werkvormen. Ook achtergrondkennis voor docenten en instructie over het gebruik van het lesmateriaal. 7. Toetsing in de praktijk op uitvoerbaarheid en leerbaarheid, controle leerstof. Eventueel door uitwerkingen en presentaties door de leerlingen. Het model is toegepast op veldwerkweken voor groepen uit de basisvorming. Bij het toepassen kwamen een aantal kwaliteiten en valkuilen naar boven: Er worden teveel doelen gesteld. De leerlingen hebben keuzevrijheid, dit heeft een positief effect op de motivatie en daardoor ook op het leerbaarheidgehalte. Dit is ook van belang in het leerproces op weg naar zelfstandig werken. Het programma en de veronderstellingen sluiten niet altijd aan bij de manier waarop de kinderen gewend zijn om te werken. Onderwijs is nog zo passief dat de leerlingen helemaal niet leren nadenken over wat ze zouden willen leren. Men moet dus rekening houden met de onderwijscultuur en het niveau van de huidige kinderen. Je komt verder als er inhoudelijke begeleiding is (onder andere door middel van vakdocenten). Het is moeilijk voor leerlingen om verwachtingen te hebben van iets dat ze niet kennen.
34
Bij het MEC maken ze gebruik van de GroenGelinkt Expertscore. Dit is de opvolger van de kwaliteitsmeter. Dit middel wordt gebruikt voor leskisten. Op de site zijn onder andere leskisten en activiteiten terug te vinden. Er staat een stukje informatie bij van de aanbieder en wat de leskist of activiteit te bieden heeft. Bij de activiteiten staan geen expertscores vermeld, maar je kunt als klant wel een waardering achterlaten, dit kan overigens ook bij de leskisten. De Expertscore bevat zeven onderdelen waarop gescoord wordt: Context, Evaluatie, Vormgeving, Doelstellingen, Organisatie, Didactiek en Leeractiviteiten. Elk onderdeel is weer in subonderdelen verdeeld. Voor bedrijven die excursies aanbieden zijn er op internet ook tips te vinden, deze zijn als richtlijn te gebruiken. Gebruikte tips zijn: zorg voor een warm welkom; maak variatie in gebruik van zintuigen: kijken, luisteren, proeven, ruiken, doen, voelen; pas je taalgebruik aan, zodat de kinderen je kunnen volgen; maak een indeling van de excursie (wanneer doe je wat). Van Weelie en Wals (1998) hanteren de volgende werkwijze om lesmateriaal te ontwikkelen bij natuur en milieu educatie. Ik heb deze vertaald naar wat mogelijk bruikbaar is voor de excursies: 1. Oriëntatie Wat is hier te zien, ruiken, proeven, doen, voelen? Hoeveel is er, is er genoeg? Wanneer is dat te zien, ruiken, proeven, doen, voelen? 2. Invalshoek welke algemene doelstelling past hierbij? Biologie en samenleving (aanbrengen van biologische kennis). De natuur en ik (persoonlijke natuurbeleving). Biodiversiteit en duurzaamheid (de lerende leert de samenhang binnen de natuur in relatie tot zichzelf en de wereld). 3. Formuleren leerdoelen Leerdoelen hebben een handelingscomponent, inhoudscomponent en een contextcomponent. Wat willen we hiermee bereiken? Waar moeten we beginnen? Hoe kunnen we het onderwijs geven? Met welke resultaten is het onderwijs gegeven? 4. Thematiseren vanuit welk thema gaan we werken? 5. Contextualiseren vanuit welk verhaal gaan we werken? 6. Waarden betekenis/waarde geven, wat betekend het/welke waarde heeft het voor jou, voor het kind, voor de leerkracht?
35
In het werkvormenboek van het IVN (1997) wordt een practicum als volgt beschreven, ik denk dat dit ook toepasbaar is bij excursies: Practicum Een werkvorm waarin de deelnemers zelf bezig zijn met concreet, al of niet levend materiaal. Verschillende vormen: Functie - illustratieve of ontdekkende practica De mate van inbreng of vrijheid van de deelnemers. Mate van inbreng of vrijheid - open of gestuurd practica Bij een open practicum bepalen de deelnemers wat ze bekijken, bedenken zelf een vraagstelling en een proefopzet voor een experiment met het aangeboden materiaal. Bij een gestuurd practicum bedenken de voorbereiders dit, de deelnemers volgen de gegeven aanwijzingen zo precies mogelijk op. Benaderingswijze van de objecten - beschrijvende of experimentele practica Hoe meer uitleg hoe meer gestuurd. De rol van de begeleider aanpassen aan het doel Een open practicum bevordert in het algemeen een open opstelling en het leert de groep improviseren. Gebruikswaarden: - natuur als uitgangspunt; - wat de deelnemer zelf beleeft blijft beter bij; - het doen van onderzoekjes is leuk; - oefenen in vaardigheden; - bevordert een gemoedelijke sfeer en samenwerking binnen de groep; - de begeleider hoeft geen groot spreker te zijn. Voorbereiding - het doel formuleren - plaats in het geheel (is er voorbereiding, nabespreking, meerdere practica noodzakelijk?) - Doelgroep
36
- Werkwijzen en materialen: hiermee hangt samen welke instructie de deelnemers krijgen. Bij instructie is het van belang om op de volgende punten te letten: op schrift of mondeling; goed omgaan met material; toetsen door middel van een vragenlijst of quiz; lijst van benodigdheden en wie haalt het waar. Aandachtspunten Inhoud: onderwerp; opbouw; inhoud veelzijdig genoeg. Werkwijze en stijl van begeleiding: is er een bepaalde stijl: open/sturend, illustratief/zelf ontdekkend? En is die consequent doorgevoerd en komt dit goed over? sluit de werkwijze aan bij het doel? is de begeleiding prettig? wordt er voor een goede nabespreking gezorgd? Ruimte voor deelnemers om zelf te doen, denken en ontdekken (ook afhankelijk van het soort practicum): zelf ontdekken door een vraag? aanzet geven tot zelf doen, denken en beleven (worden de juiste vragen gesteld?) het waarnemen en beleven ligt op verschillende vlakken (gebruik maken van verschillende zintuigen) Technische kant: opstelling in de ruimte; duidelijke uitleg; proeven en opdrachten uitvoerbaar. De eigen betrokkenheid en omgang met het onderwerp en de materialen. Organisatorische zaken bij een practicum: past het practicum in het geheel? worden deelnemers duidelijk geïnformeerd over doel, werkwijze, tijdsduur en vervolg van het practicum? alleen werken of in groepjes, met of zonder begeleiding, past dit bij het practicum, heeft iedereen iets te doen? zijn er genoeg materialen aanwezig?
37
Conclusies Voor dit onderzoek formuleren we dit als een topervaring: een moment waarop de tijd wegvalt; met een verbonden gevoel tussen jou en de omgeving; waarbij je een intrinsieke motivatie voelt om te ontdekken; zonder dat je last hebt van storende prikkels en waar je achteraf enthousiast over kunt vertellen. Ervaringen bij de excursies De excursies worden door iedereen enthousiast ontvangen of gegeven. Sommige gidsen hebben er wel moeite mee dat kinderen ergens anders op gericht zijn dan de bedoeling is, dit is voor hun dan erg frustrerend. Het doel van de excursie staat soms een topervaring in de weg. De waardering is groot: ‘een ervaring haal je nu eenmaal niet uit een boekje’, was een uitspraak die regelmatig terug kwam. Eenmaal gemaakt, past men de excursies weinig aan, maar dit blijkt ook niet nodig te zijn. Wel zijn soms kleine aanpassingen wenselijk. Gidsen waarderen een voorbereiding bij een excursie: de kinderen zijn dan al gericht op wat er gaat gebeuren, een nadeel van een ruime voorbereiding door leerkrachten is de tijd: die is er weinig. Daarnaast leggen kinderen niet altijd de link met de voorbereiding van de leerkracht en de excursie. Door de gidsen en instanties worden er naar mogelijkheden gezocht om leerkrachten te ontlasten bij de voorbereidingen door bijvoorbeeld lesbrieven of lessen te ontwerpen. Leerkrachten vinden het fijn als de gidsen meebewegen met de kinderen, als ze de aandacht volgen van de kinderen, zonder stug bij het excursie onderwerp te blijven. Aan de andere kant vinden de meeste gidsen het prettig als de leerkracht helpt om orde te houden en de aandacht van de kinderen te helpen richten op de excursie. Het enthousiasme, de hartelijkheid, onbevangenheid en spontaniteit van de kinderen ervaren de gidsen als motiverend Daarnaast is het voor hen van belang dat kinderen graag terug willen komen of weten wat ze moeten doen als ze in een bepaalde situatie terecht komen.
38
De kinderen vinden het sowieso al fijn dat ze niet op school hoeven te zijn. Ze zijn erg geïnteresseerd in dieren en in het opdoen van vaardigheden. Wat de zintuigen prikkelt wordt vaak genoemd als ‘dit vergeet ik niet meer’. Met name de zintuigen zien, ruiken en voelen. Kinderen houden het best hun aandacht bij de excursie als ze zelf mogen ontdekken, zelf mogen doen en ervaren. De aandacht verslapt als ze lang moeten luisteren. Voorwaarden en richtlijnen voor excursies Men is het er niet over eens dat topervaringen mogelijk zijn bij een excursie. Wel vindt men het belangrijk om kinderen in aanraking te laten komen met de natuur. Dit is onder andere mogelijk door een excursie te doen. Een bevlogen gids of leerkracht is een meerwaarde voor een excursie om zo de leerlingen te enthousiasmeren. Excursies waarbij kinderen kunnen doen en zelf kunnen ervaren zorgen voor een grotere betrokkenheid en intrinsieke motivatie. Vooral het stimuleren van de intrinsieke motivatie vinden leerkrachten belangrijk.. Het gebruik van zoveel mogelijk zintuigen heeft daarbij een grote meerwaarde. De instanties die de excursies verzorgen zijn afhankelijk van wat de omgeving te bieden heeft, wat de mogelijkheden (en beperkingen) zijn binnen deze omgeving en van de (vrijwillige!) gidsen. Het maken van didactische leerlijnen en leerdoelen, het lesmateriaal, een logische volgorde en de manier waarop de excursie uitgevoerd wordt (zoals bijvoorbeeld een excursie excursie of een lesexcursie) geven de gidsen een houvast om deze excursie te leiden en begeleiden. Om de excursie een begin te geven is een thema handig, dan weten de kinderen waar ze naar ‘moeten‘ kijken. Ook een afsluiting is essentieel, dit kan in de vorm van een toetsing of een moment van nabespreking. Leerkrachten geven aan dat het maken van werkbladen niet noodzakelijk is voor een topervaring bij een excursie. Zij vinden de ervaring belangrijker. Daarnaast is het mogelijk om contact op te nemen met scholen om op een school af te kunnen stemmen, vast regels door te geven voor het gedrag op locatie of inhoudelijk voorinformatie te geven in de vorm van een lesbrief of een gastles. Een warm welkom en gidsen/begeleiders die de taal aanpassen aan het taalniveau van de kinderen wordt erg op prijs gesteld. MET ANDERE WOORDEN: Een topervaring kun je niet organiseren, maar wel faciliteren.
39
Handvaten voor NME-excursies De hoofdvraag van dit onderzoek was: Welke richtlijnen heeft het NME-werkveld nodig om excursieactiviteiten zo aan te bieden dat het een topervaring wordt voor de leerlingen van de groepen 6/7/8 en de leerkracht? De bedoeling van de onderstaande tekst is niet wat er al gebeurt, maar wat er nog zou kunnen gebeuren om dit mogelijk te maken. Excursies worden al een tijd uitgevoerd op de manier waarop ze worden uitgevoerd. De doelen zijn duidelijk, het thema is duidelijk. Maar wat zouden excursies er nog meer aan kunnen doen om aan te sluiten bij de kinderen en ze zo een mogelijke topervaring te bezorgen? Dit is toepasbaar bij elke excursie, maar bij de ene excursie is het meer noodzakelijk dan bij de andere. Zorg voor een makkelijke voorbereiding voor de leerkracht. Denk bijvoorbeeld aan enkele linkjes naar filmpjes van Klokhuis of School-tv. Als je dit digitaal verstuurd: controleer of de linken het doen. Geef van te voren aan wat de regels zijn op locatie. De kinderen willen vooral zelf doen en ervaren. Probeer de zintuigen van de kinderen uit te dagen bij elk onderdeel van de excursie of bij de excursie als geheel. Bij gebruik van vragenlijsten: maak de vragen zo makkelijk mogelijk, gebruik zo min mogelijk tekst, richt de vragen zoveel mogelijk op het gebruik van de zintuigen (bijvoorbeeld: wat zie je, hoor je, voel je, ruik je, proef je… maar ook: noem 3 verschillen tussen plant x en plant y). Stel de ervaring centraal en niet het doel van de excursie. Pas de taal aan op de groep. Bij meerdere gidsen: zorg ervoor dat er één gids is die het voortouw neemt, de andere gidsen blijven dan dus op de achtergrond en hebben een ondersteunende functie.
40
Bijlagen Quickscan
IK WAS…, IK HEB…, IK BEN… Trek een cirkel om elk woord waarvan jij vindt dat het voor jou past bij de afgelopen les. Je mag zelf weten om hoeveel woorden je een cirkel trekt.
Vol Vertrouwen
Geconcentreerd
Overlegd
Vol aandacht
Nabespreken
Belangstellend
Iemand geholpen
Rustig geworden
Netjes gewerkt
Samen beslissen
Lekker alleen
Iets onderzocht
Samengewerkt
Doorgezet
Nauwkeurig gewerkt
Uitleg gegeven
Energie
Ontdekkingen gedaan
Goed geluisterd naar Iemand
Durf
Experiment uitgevoerd
Lekker moe
Uitleg gekregen Iets verzorgd
Opgeruimd Ruzie opgelost
Uitgedaagd
Gecontroleerd of alles goed ging
Volgehouden Probleem opgelost Enthousiast geworden Hard gewerkt
41
Goed gekeken hoe iets werkt
Me aangepast aan mijn groepje
Vragen gesteld
Iemand aangemoedigd
Als eerste begonnen
Me laten helpen
Interview Hoe ervaren leerkrachten, leerlingen en de NME-gidsen deze excursie nu? Interview leerkracht: 1) Heeft u deze excursie al eerder gedaan met een groep kinderen? Zo ja: - Zijn er verschillen met voorgaande keren (wat zijn die verschillen dan, oorzaak verschillen) 2) Hoe heeft u de kinderen voorbereid op deze excursie? 3) Vindt u deze excursie een waardevolle aanvulling op het schoolprogramma? 4) Wat maakt deze excursie tot een waardevolle/goede excursie voor de kinderen in uw klas, of juist niet? (Te denken valt aan: de ervaring zelf, materiaal, begeleiding, mogelijkheden voor de kinderen.) 5) Wat mist u nog bij deze excursie? (Te denken valt aan: materiaal, begeleiding, mogelijkheden voor de kinderen.)
Interview NME-gidsen: 1) Hoelang biedt u deze excursie op deze manier aan? <denk aan: inhoud, werkvormen, organisatie, lay-out>? 2) Zou u iets aan de excursie willen veranderen (wat dan en waarom)? (introductie, inhoudelijk, lay-out, organisatie) 3) Hoe merkt u dat de kinderen betrokken zijn bij deze excursie? 4) Wat geeft u de meeste voldoening bij het geven van deze excursie?
Interview kinderen: 1) Wat vergeet je nooit meer van deze excursie? 2) Wat wist je van tevoren al over deze excursie? 3) Zou je hier nog eens heen willen (en zo ja, wat zou je hier dan nog willen zien/doen/horen/voelen)
42
Enquête 1. Op wat voor een type school werkt u? Regulier basisonderwijs Speciaal basisonderwijs Jenaplan Montessori Vrije school Dalton Freinet Anders, namelijk: 2. Wat is uw geslacht? Man Vrouw 3. Wat is uw leeftijd? 24 jaar of jonger 25-35 36-45 46-55 55-65 65 of ouder 4. Welke groep geeft u dit jaar les? Groep 1 en/of 2 Groep 3 en/of 4 Groep 5 en/of 6 Groep 7 en/of 8 Anders namelijk: 5. Hoelang heeft u al ervaring in het onderwijs? 0 tot 5 jaar 6 tot 10 jaar 11 tot 15 jaar 16 tot 20 jaar 21 tot 25 jaar 26 tot 30 jaar 31 tot 35 jaar 36 tot 40 jaar 41 jaar of meer
43
6. Hoe zou u een topervaring in de natuur voor uzelf persoonlijk omschrijven? Een nieuwe ervaring Een ervaring waar ik nog lang over praat Een ervaring die ik nooit meer vergeet Een ervaring waarbij ik mezelf kan zijn Een ervaring waarbij ik emoties voel Anders namelijk: 7. Kunt u een topervaring in de natuur van uzelf omschrijven? 8. Waar moet een topervaring in de natuur aan voldoen voor uzelf als leerkracht? Geen voorbereiding nodig Ik verwonder mezelf De lesdoelen zijn behaald Geen of minder gedragsproblemen De leerlingen zijn intrinsiek gemotiveerd Geen verwerking nodig Intelligentieverschillen vallen weg Anders namelijk: 9. Waar moet een topervaring aan voldoen voor de kinderen uit uw klas of bij u op school? De kinderen zijn enthousiast De kinderen hebben iets geleerd De kinderen zijn intrinsiek betrokken De kinderen vergeten de tijd Ze hebben het er jaren later nog over De verwondering zie je op de het gezicht Ze hoeven geen werkbladen te maken De kinderen zijn voorbereid De ervaring heeft een vervolg in de klas Anders namelijk: 10. Stelling: De natuur biedt veel mogelijkheden om een topervaring te beleven. Eens Oneens 11. Stelling: Volgens u kan iets heel kleins al een topervaring zijn. Eens Oneens 12. Stelling: Volgens u kunnen bij een topervaring ook emoties als angst en woede horen. Eens Oneens
44
13. Stelling: Volgens u moeten er werkbladen gemaakt worden om ervoor te zorgen dat een topervaring beklijft bij kinderen. Eens Oneens 14. Stelling: Volgens u is een topervaring altijd iets dat je niet eerder ervaren hebt. Eens Oneens 15. Stelling: Volgens u is het belangrijk dat kinderen in aanraking komen met de natuur door middel van excursies. Eens Oneens 16. Stelling: Volgens u bieden excursies pas echt een topervaring als er veel zintuigen gebruikt moeten worden (horen-zien-ruiken-proeven-voelen) Eens Oneens 17. Stelling: Volgens u kan een topervaring alleen ontstaan zonder tijdsdruk en zonder controle van volwassenen Eens Oneens 18. Is de beleving van een excursie voor jongens anders dan voor meisjes? En zo ja: wat is dit verschil dan? 19. Kunt u een voorbeeld geven van een topervaring van een leerling tijdens een excursie? 20. Wat zouden de excursies in de natuur echt in zich moeten hebben om de mogelijkheid van een topervaring te kunnen bieden? (Denk bijvoorbeeld aan: materialen die gebruikt worden, het gebied waar de excursie is, de mate van vrijheid waarin de kinderen zich kunnen bewegen, soorten excursies, de mate waarin de zintuigen wel/niet gebruikt worden, etc.) 21. Heeft u verder nog opmerkingen?
45
Observatieformulier Buitenles A. Gedrag van leerling is gericht op opdracht Lln 1 1. Leerling voert opdracht uit 2. Leerling neemt initiatief 3. Leerling kijkt rond /wacht af
B. Ander gedrag van leerling 4. Spelen
5. Ruzie maken
6. Weigeren
7. Afzonderen
8. Uitrusten
9. Met veel tegenzin aan het werk
10. Pesten en plagen
11. Rondlopen
12. Niet met de opdracht bezig, maar wel met de natuur
Overige opmerkingen
46
Lln 2
Lln 3
Lln 4
Literatuurlijst Websites Topervaring: http://www.woorden-boek.nl http://www.over-maslow.com/topervaringen.htm http://www.piekervaringen.nl/ http://wij-leren.nl/observeren-leraar.php: http://knowledgeportal.pakteachers.org/sites/knowledgeportal.pakteachers.org/files /resources/Environment%20Education%20Research.pdf Kwalitatief onderzoek http://www.henw.org/archief/volledig/id2782-waarnemingsmethoden-in-kwalitatiefonderzoek.html http://www.hulpbijonderzoek.nl/kwantitatief-onderzoek/ www.thesistools.com Richtlijnen http://www.groengelinkt.nl/expertscore Voorwaarden topervaringen http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/archief/article/detail/1648628/2007/05/1 2/Spelen-in-de-natuur-is-geen-rsquo-topervaring-rsquo.dhtml http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/article/detail/1389736/2007/03/16/Vanden-Born-Ervaringen-in-de-natuur-kun-je-niet-organiseren-opinie.dhtml http://www.veldwerknederland.nl Leren in een levensloop
47
Boeken Veldwerk op NME centra - Een toetsing van het didactisch programmeringsmodel. Geschreven door: M. Margadant-van Arcken. April 2000. Het laatste kind in het bos - Hoe we onze kinderen weer in contact brengen met de natuur. Geschreven door: Richard Louv. 2007. Natuur- en Milieu-Educatie in Nijmegen - Onderwijsbrochure Schooljaar 2012-13 en 2013-14. Geschreven door: MEC Nijmegen 2012. Biodiversiteit als leergebied van natuur- en milieu-educatie. Werkwijze voor het ontwikkelen van leeractiviteiten in binnen- en buitenschoolse educatie Geschreven d or: D. van Weelie, A. Wals (1998). Handleiding voor natuur- en milieueducatieve activiteiten Werkvormenboek IVN, Amsterdam (1997). Artikelen Topervaringen van kinderen met de natuur Kinderen op de boerderij - Tips voor rondleidingen Gastlessen en Excursies - Hoe pak ik dat aan?
48
Dankwoord In het begin met wat terughoudendheid, uiteindelijk met veel plezier, staat hier nu een rapportage op papier waar ik trots op mag zijn. De nieuwsgierigheid, het hartverwarmende welkoms gevoel dat ik op meerdere plaatsen mocht beleven. Zijn allemaal pareltjes. Dit onderzoek leek als een rivier te gaan, een rivier stroomt van het ene punt naar het andere punt. Neemt steentjes en zand mee, laat her en der wat liggen, stroomt verder. Zo is het ook met dit onderzoek gegaan. Je pakt wat literatuur, bekijkt het, gebruikt wat je nodig vindt en gaat naar het volgende boek. Dan de contacten leggen, het veld in en alles verwerken. De rivier komt uit in de zee, de rapportage eindigt met het laatste hoofdstuk, dit hoofdstuk. De laatste punt onderaan deze bladzijde. Natuurlijk hoeft het hiermee niet op te houden. Zoals er in de zee stromingen zijn, kan men na deze rapportage ook weer verder onderzoeken en nieuwe stromingen ontdekken. Misschien is het een idee om in kaart te brengen welke instanties waar hulp bij nodig hebben, of beter waar ze hulp nodig bij denken te hebben. Het organiseren van workshops, bijvoorbeeld specifiek gericht op het aanbieden van materiaal dat verschillende zintuigen prikkelt. Een brainstormsessie. Maar ook: wat leeft er op school, hoe krijgen we leerkrachten met hun kinderen naar buiten de natuur in, hoe kunnen we directeuren stimuleren om hun leerkrachten het veld in te sturen? Wat ‘moet’ het ministerie veranderen om daar lucht aan te geven (moet het ministerie iets veranderen?)? Dan nu, het einde van deze rapportage, als laatste toevoeging voor dit onderzoek wil ik nog een aantal mensen specifiek bedanken, die me op weg geholpen hebben, die me tussentijds hebben bijgestuurd en die richting hebben gegeven aan dit onderzoek. Natuurlijk gaat mijn dank uit naar alle medewerkers van het MEC in Nijmegen, met in het bijzonder Marjon van de Steen die heeft meegeholpen en heeft meegedacht, die naar mijn verhalen heeft geluisterd en steeds met groot enthousiasme reageerde. Ook Fred van Santwijk die kritisch de rapportage heeft bekeken, meerdere keren heeft bijgestuurd en zijn netwerk heeft ingezet om de rapportage meer body te geven. Ook alle gidsen, leerkrachten en kinderen die de enquête hebben ingevuld en die ik in het veld mocht bevragen, waar ik foto’s van mocht maken en waarbij ik mee mocht genieten van de excursies, van de sfeer, van hun plezier, verwondering en nieuwsgierigheid en dan ook nog buiten en vaak lekker in de zon. Het mee mogen maken van die fijne sfeer is al een topervaring op zich. Een speciale dank voor Riyan van den Born, sociaal milieukundige aan de Radboud Universiteit, die me heeft geadviseerd over de enquête en René Munsters van Veldwerk Nederland voor het attenderen op een artikel dat een bijdrage heeft geleverd aan dit onderzoek. En verder bedank ik ieder die ik vergeten ben te bedanken.
.
Leonie 49