2. Hulploos Kind, heilig Kind, dat zo trouw zondaars mint, ook voor mij hebt Ge U rijkdom ontzegd, wordt Ge op stro en in doeken gelegd. Leer me U danken daarvoor. Leer me U danken daarvoor. 3. Stille nacht, heilige nacht! Vreed' en heil wordt gebracht aan een wereld, verloren in schuld; Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij eer! Amen, Gode zij eer! Uitzendingen en zegen (met gezongen amen) Orgelspel Allen zingen Gezang 134: 1 en 2
16
Een tijd van vrede Kerstavond 24 december 2015 om 22:00 in de Vloedschuur te Heteren
waarin de wereld wordt bewoond door uw gerechtigheid. Dan is uw heil aan ons geschied, u allen even na, – dan zingt de schepping weer dit lied tot in de gloria. Dankgebed, voorbeden, stil gebed en "Onze Vader" Collecte (waarbij de cantorij zingt) Transeamus. Laat ons naar Bethlehem gaan En het woord aanschouwen dat (mens) geworden is Maria en Jozef en het Kind, in een kribbe gelegd Laat ons gaan aanhoren de menigte van Hemelse Heerscharen die God loven Maria en Jozef en het Kind, in een kribbe gelegd Ere, Ere zij God in den Hoge Ere, Ere en vrede op aarde voor de mensen van goede wil, en vrede op aarde Laat ons gaan en zien wat gebeurd is
Voorganger: ds. Irene Builtjes-Faber M.m.v de Cantorij olv de heer B. Burghout Orgelspel 2
Slotlied 483
15
Mededelingen De Voorbereiding Stilte Staande: Intochtslied 466: 1, 2 en 5
2. De herders hebben het gezien in de geboortestal: daar was het vrede en sindsdien zingt elk dat overal. Daar was het leven argeloos, verlosten waren zij. Dor hout ging bloeien als een roos, woestijn werd tot een wei. 3: Gij morgenster en mensenzoon, breng ons de nieuwe tijd, 14
2. O kom, die Heer en meester zijt, verschijn ons toch in majesteit! Verlichte wolk en lopend vuur, zo waart Gij eens op aarde hier. O kom, o kom, Emmanuël! Verblijd uw volk, uw Israël! 5. Daag op, o grote dageraad, licht aan, wij zijn ten einde raad, verjaag de nacht van onze nood
3
en maak uw toekomst rozerood! O kom, o kom, Emmanuël! Verblijd uw volk, uw Israël! Groet (in beurtspraak) vg: Wij begroeten elkaar in Gods Naam allen: IN DE NAAM VAN DE VADER, VAN DE ZOON EN DE HEILIGE GEEST vg: Ons feest en ons leven wordt vervuld door een pasgeboren kind allen: JEZUS, DE ZOON VAN MARIA JEZUS, GEBOREN BIJ ONS MENSEN JEZUS, GEZONDEN DOOR GOD vg: en wij verwachten alles van Hem allen: ONZE HEER EN ONZE BROEDER, HALLELUJA!
en keert niet ijdel weder. Uw licht komt na de nacht! 3. O hemellichaam Jezus, dat ieder mens verlicht, wij staan in U te lezen, Gij zijt ons vergezicht. De dageraad breekt aan, uw komst is niet te keren, wil ons de eenvoud leren, leer ons uw toekomst aan! Dienst van het antwoord Een geloofsbelijdenis in de Kerstnacht
Bemoediging en drempeltekst We zingen lied 466: 6 en 7 6. Koning der volken, heers alom en, eerste van de aarde, kom! Gij hoeksteen, maak ons samen één, verzamel allen om U heen! O kom, o kom, Emmanuël! Verblijd uw volk, uw Israël! 7. Emmanuël, bewijs uw naam! wees uw belofte, neem ons aan, zegen het volk dat vrede wil, maak Israël gerust en stil. O kom, o kom, Emmanuël! Verblijd uw volk, uw Israël!
Zingen lied 496
We gaan daarna zitten 4
13
Vader en Zoon en Heilge Geest! Halleluja! Halleluja! Overdenking Zingen lied 452
Toelichting op het thema: EEN TIJD VAN VREDE Kyrie en Gloria Smeekgebed, na een korte inleiding zingen we “Hoor toch naar ons smeken” op de melodie van Nu zijt wellekome Cantorij Hoor toch naar ons smeken, Jesu, lieve Heer U kwam vanuit de hoge op aarde neer. Omdat U wilt delen al ons lief en al ons leed roepen wij om hulp voor wie iedereen vergeet: KYRIELEIS Allen
Hoor toch naar ons smeken, Jesu, lieve Heer U kwam vanuit de hoge op aarde neer. Omdat U wilt helen alle pijn en elk verdriet roepen wij tot U: Heer, vergeet uw mensen niet KYRIELEIS Hoor toch naar ons smeken, Jesu, lieve Heer U kwam vanuit de hoge op aarde neer. Omdat U wilt redden wie in schuld en angst vergaan roepen wij: o Heer, zie ons mensenkinderen aan KYRIELEIS Gloriatekst
2. Die lange nacht, die winter doorstaan wij met geduld; wij leven ongehinderd, de dagen zijn vervuld, Gij hebt het woord volbracht, dat feilloos staat geschreven 12
Glorialied 305 (Allen-Cantorij-Allen)
5
gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag. 17 Toen ze het kind zagen, vertelden ze wat hun over dat kind was gezegd. Allen die het hoorden stonden verbaasd over wat de herders tegen hen zeiden, maar Maria bewaarde al deze woorden in haar hart en bleef erover nadenken. 20 De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd. Zingen Psalm146c: 1, 3 en 7
2. Alle eer en alle glorie geldt de Zoon, de erfgenaam! Als genade die ons toekomt is Hij onze nieuwe naam. Licht uit licht, / vergezicht, steek ons met uw stralen aan! 3. Alle eer en alle glorie geldt de Geest die leven doet, die de eenheid in ons ademt, vlam, die ons vertrouwen voedt! Levenszon, / liefdesbron, maak de tongen los voorgoed!
Het Woord 6
1. Alles wat adem heeft love de Here, zinge de lof van Isrels God! Zolang ik hier in het licht mag verkeren, roem ik zijn liefde en prijs mijn lot. Die lijf en ziel geschapen heeft worde geloofd door al wat leeft. Halleluja! Halleluja! 3. Welgelukzalig is ieder te noemen, Die Jacobs God als helper heeft! Wat zou hem schaden, wie zou hem verdoemen, Die dag aan dag met Christus leeft? Wie met de Heer te rade gaat, Die staat Hij bij met raad en daad. Halleluja! Halleluja!
7. Roem dan, gij mensen, en lofzing tezamen Hem die zo grote dingen doet. Alles wat adem heeft roepe nu amen, zinge nu blijde: God is goed! Love dan ieder die Hem vreest
11
In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Deze eerste volkstelling vond plaats tijdens het bewind van Quirinius over Syrië. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Jozef ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde hem in een doek en legde hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad. Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door het stralende licht van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen, dat het hele volk met grote vreugde zal vervullen: vandaag is in de stad van David voor jullie een redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in een doek gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden:
Gebed Antifoon– lied 467a
Lezen Psalm 2: 1-7 Waartoe leidt het woeden van de volken, het rumoer van de naties? Tot niets. De koningen van de aarde komen in verzet, de wereldmachten spannen samen tegen de Eeuwige en zijn gezalfde: ‘Wij moeten hun juk afwerpen, ons van hun boeien bevrijden.’ Die in de hemel troont lacht, de Heer spot met hen. Dan spreekt hij tot hen in woede, en zijn toorn verbijstert hen: ‘Ikzelf heb mijn koning gezalfd, op de Sion, mijn heilige berg.’ Het besluit van de Eeuwige wil ik bekendmaken. Hij sprak tot mij: ‘Jij bent mijn zoon, ik heb je vandaag verwekt.’
Zingen: Lukas 2: 14 Ere zij God, in de hoge Vrede op aarde In de mensen een welbehagen Amen Antifoon – lied 467a Lezen: Lukas 2: 15-20 Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem 10
7
Lezen Prediker 3: 1-8 Voor alles wat gebeurt is er een uur, een tijd voor alles wat er is onder de hemel. Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om te rooien. Er is een tijd om te doden en een tijd om te helen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen. Er is een tijd om te huilen en een tijd om te lachten, een tijd om te rouwenen een tijd om te dansen. Er is een tijd om te ontvlammen en een tijd om te verkillen een tijd om te omhelzen en een tijd om af te weren Er is een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen een tijd om te bewaren en een tijd om weg te gooien Er is een tijd om te scheuren en een tijd om te herstellen, een tijd om te zwijgen en een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten. Er is een tijd voor oorlog en er is een tijd voor vrede. Zingen lied 845 1 en 3 (Cantorij en Allen) 8
3. Wie aan dit bestaan verloren nieuw begin heeft afgezworen wie het houdt bij wat hij heeft sterven zal hij ongeleefd. Tijd van leven om met velen brood en ademtocht te delen – wie niet geeft om zelfbehoud, leven vindt hij honderdvoud. Lezen: Lukas 2: 1-13 9