Een school is een plaats voor iedereen, het passioneel werken aan kansen staat dan ook op één!
Vele mensen zijn betrokken bij het schoolgebeuren, wees dus bereikbaar, aanspreekbaar en open de deuren.
Al kunnen leefwerelden wel eens verschillen, vooroordelen op de school zouden we niet willen.
Houd geldzaken duidelijk en rekeningen laag, wees discreet en flexibel, maar zeker niet vaag!
Eenvoudige informatie en communicatie zijn een must, dan voelt iedereen zich veilig en gerust.
Tot slot kan het geen kwaad het goede te benadrukken, zo heeft de toekomst des te meer kans om ook te lukken!
2
INHOUD INLEIDING .........................................................................................................................................................................5 1
2
GEZINSACHTERGROND .................................................................................................................................7 1.1
Samenstelling ..............................................................................................................................................7
1.2
Verblijfssituatie...........................................................................................................................................8
1.3
Verleden van ouders ..............................................................................................................................9
1.4
Opleiding ouders .................................................................................................................................... 10
1.5
Werksituatie ouders ............................................................................................................................. 11
1.6
Schoolloopbaan gezin......................................................................................................................... 12
1.7
Lichamelijke en psychische moeilijkheden ........................................................................ 12
1.8
Etnische/culturele achtergrond................................................................................................... 13
1.9
Opvoedingsklimaat ............................................................................................................................... 15
GEZIN EN SCHOOL ........................................................................................................................................ 19 2.1
Veelvuldig afwezig of te laat ......................................................................................................... 19
2.2
Frequente schoolwissel ..................................................................................................................... 20
2.3
Sociale integratie ................................................................................................................................... 21
2.4
Leerhouding ............................................................................................................................................... 23
2.5
Leerprestaties ........................................................................................................................................... 24
2.6
Taalvaardigheid ....................................................................................................................................... 25
2.7
Communicatie ouder(s) – school .............................................................................................. 26
2.8
Gedrag kind – school .......................................................................................................................... 28
2.9
Niet of laattijdig betalen................................................................................................................... 29
2.10 Schoolbetrokkenheid ........................................................................................................................... 31 2.11 Administratief ............................................................................................................................................ 34 3
FINANCIËLE DRAAGKRACHT .................................................................................................................. 35 3.1
Vervangingsinkomen .......................................................................................................................... 35
3.2
Budgethulp.................................................................................................................................................. 36
3.3
Vermoeden bedreiging sociale zekerheid ........................................................................... 37
3.4
Woonsituatie .............................................................................................................................................. 37
3.5
Noodzakelijk meubilair ...................................................................................................................... 38
3
4
5
6
GEZIN EN SAMENLEVING ......................................................................................................................... 39 4.1
Beperkt netwerk familie, wijk en buurt................................................................................ 39
4.2
Culturele participatie........................................................................................................................... 40
4.3
Structurering en besteding van tijd ........................................................................................ 41
4.4
Communicatievaardigheden.......................................................................................................... 43
4.5
Omgaan met problemen .................................................................................................................. 43
4.6
Leerling in plaats van ouders ....................................................................................................... 44
GEZONDHEID EN VERZORGING .......................................................................................................... 45 5.1
Lichamelijke en/of psychische klachten............................................................................... 45
5.2
Opvolgen van adviezen van (para)medische aard ...................................................... 46
5.3
Kleding, schoeisel, hygiëne ........................................................................................................... 47
5.4
Voeding.......................................................................................................................................................... 48
HULPVERLENING.............................................................................................................................................. 49 6.1
Hulpverleners ............................................................................................................................................ 49
6.2
Vertrouwensfiguren.............................................................................................................................. 50
CONTACTGEGEVENS .............................................................................................................................................. 51 ACTIEPLAN SIGNAALLIJST KANSARMOEDE ......................................................................................... 57
4
INLEIDING Welkom! In dit boekje vind je de signaallijst voor kansarmoede in de Balense scholen. Deze signaallijst werd samengesteld door zes studenten sociaal werk van de Katholieke Hogeschool Kempen en kwam tot stand in samenwerking met het OCMW van Balen.
Hoe ontstond de signaallijst? Samen met verschillende verenigingen en organisaties brachten onderzoekers van de Katholieke Hogeschool Kempen de Balense leefsituatie in kaart. Ook onderwijs maakte deel uit van dit onderzoek. Naar aanleiding hiervan werd besloten dat er iets zou moeten gebeuren in het Balense onderwijs om kansarmen nog beter te ondersteunen. In 2010 zijn zes studenten sociaal werk van de Katholieke Hogeschool Kempen te Geel begonnen met het ontwikkelen van een signaallijst. De bestaande signaallijst van Turnhout vormde hiervoor de basis. Aan de hand van een literatuuronderzoek, een gesprek met de doelgroep en een analyse van de Balense situatie werd de lijst verder aangepast.
Voor wie is ze bedoeld? De signaallijst wordt in de eerste plaats in scholen gebruikt. Leerkrachten en directie kunnen deze lijst als handleiding gebruiken om zowel op individueel als schoolniveau aan kansarmoede te werken. Ook ouders en hulpverleners kunnen de lijst gebruiken om na te gaan waar er zich problemen voordoen.
Wat is een signaallijst? Een signaallijst wordt gebruikt om kansarmoede en vele andere probleemsituaties te ontdekken en ook meteen aan te pakken. Ze wordt onderverdeeld in 6 thema‟s, namelijk: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Gezinsachtergrond Gezin en school Financiële draagkracht en huisvesting Gezin en samenleving Gezondheid en verzorging Hulpverlening
Hoe werk ik ermee? Naargelang het probleem dat zich voordoet, kan je een deel van de lijst raadplegen. Bij elk onderdeel staan enkele „signalen‟ opgesomd. Verder vind je er ook een „houding‟ die je best kan aannemen en een aantal mogelijke „acties‟. De contactgegevens van enkele interessante organisaties en een actieplan zijn helemaal achteraan weergegeven. De inhoudsopgave kan je helpen om elk deel sneller terug te vinden. Dit vergemakkelijkt het werken met de signaallijst. Tot slot nog dit: de vermelde signalen kunnen wijzen op kansarmoede. Het is echter zeker niet zo dat er sprake is van kansarmoede wanneer een beschreven situatie herkenbaar is. Sommige van de aangegeven acties zijn vooral interessant voor kinderen die in kansarmoede leven, andere komen ten goede aan alle kinderen.
5
6
1 GEZINSACHTERGROND 1.1
Samenstelling
Signalen Er is een alleenstaande ouder, nieuw samengesteld gezin, echtscheiding, andere inwonende personen. Houding
Probeer discreet en niet veroordelend om te gaan met elke gezinsvorm.
Acties School
Klas
Een huisbezoek kan nuttig zijn.
Bij een inschrijving of een oudercontact kan je informeren naar hoe het gezin benaderd wil worden. (bv. een aanspreekpunt, beide ouders contacteren).
De gezinssituatie kan zo verwerkt worden op het inschrijvingsformulier: naam gezinshoofd in plaats van naam vader/moeder, of: correspondentie sturen naar ouders/vader/moeder/andere.
Een dubbel oudercontact kan bij gescheiden ouders wenselijk zijn.
Je kan beide gescheiden ouders op de hoogte houden van de houding, schoolrekeningen, prestaties en moeilijkheden van hun kind, indien gewenst.
Op een grootouderfeest kan je ook vaders, moeders, tantes, ooms of zelfs een oudere broer toelaten als de leerling geen grootouders heeft of wanneer deze niet in België zijn. Misschien kan je het feest ook anders noemen.
Organiseer „zitdagen‟ op school waar ouders naartoe kunnen komen om te praten en vragen te stellen over hun kind en de school. Dit is een minder formele manier van contact met ouders wat eveneens drempelverlagend kan werken.
Het is een mooie kans om het klassieke rollenpatroon te doorbreken in verhalen of aangeboden lesmaterialen.
Nieuwjaarsbrieven en vaderdag knutselwerkjes voor twee papa‟s zijn niet meer vreemd.
Je kan rekening houden met het feit dat er leerlingen zijn die geen grootouders, mama of papa hebben (moeder-/vaderdag).
Laat ouders weten op welk moment je langer op school bent (bv. elke maandag een half uur langer).
Gebruik geen woorden zoals pleegmoeder of stiefvader. Dit kan kwetsend overkomen. Zeg gewoon moeder/mama of vader/papa.
7
Ouders
Anderen
1.2
Geef bijvoorbeeld op vrijdag geen huiswerk. (bv. omdat kinderen dan vaak naar de andere ouder gaan).
Spreek de leerkracht van je kind ook eens aan bij de schoolpoort.
Vraag een plaats en moment apart als je iets delicaats wil bespreken.
Je vertrouwelijke informatie kan de leerkracht echt wel helpen bij het begeleiden van je kind. Geef bij de inschrijving informatie over je gezinssituatie en eventuele problemen.
Geef wijzigingen in de gezinssituatie door aan de school, zodat men er rekening mee kan houden.
Informeer bij de school of ook anderen mogen meevieren op het grootouderfeest.
Als begeleider in een gezin kan je aanmoedigen om de samenstelling van het gezin aan de leerkracht mee te delen.
Medewerkers van het CLB kunnen bijvoorbeeld bij conflictsituaties huisbezoeken doen om de behoeften van de ouders naar de school toe in kaart te brengen.
Verblijfssituatie
Signalen De leerling verblijft niet thuis/in een instelling/in een pleeggezin/in een asielcentrum, wordt buiten het gezin opgevoed, is een kind in co-ouderschap. Houding
Je kan rekening houden met de verblijfssituatie van de leerling bij de planning van huiswerk, praktische afspraken, de ondertekening van een document. Spreek geen oordeel uit, wees alert voor vooroordelen.
Acties School
Klas
8
Ook vanzelfsprekende informatie vragen bij een inschrijving. (bv. woonplaats kind, bezoekregeling)
Als directie kan je een kopie van het vonnis vragen bij de bezoekregeling. Zo is er geen twijfel bij het afhalen van kinderen.
Een vast inschrijvingsteam kan dezelfde informatie bevragen.
De actuele verblijfssituatie van de leerling is van belang. Vraag ernaar en zorg voor een goede doorstroming van deze informatie naar de leerkrachten.
Je kan de vraag om een overleg te organiseren stellen aan de sociale dienst van het OCMW. Bv. met de betrokken diensten, opvoeders, instellingen en natuurlijke ouders en/of pleegouders.
Vraag naar een contactpersoon in instellingen.
Het klinkt wat vanzelfsprekend, maar een warm welkom doet deugd.
Geef het (pleeg)kind even tijd als het zijn beide (gescheiden) ouders
wil zien.
Ouders Anderen
1.3
Verschillende verblijfssituaties kunnen „toevallig‟ aan bod komen in lessen over „wonen‟ of „thuis‟.
Moedig het kind aan om te vertellen over zijn "andere" woonsituatie (bv. camping, asielcentrum), als het dat aankan.
Wees alert voor vooroordelen: jongeren uit instellingen zijn niet noodzakelijk probleemjongeren.
Geef bijvoorbeeld op vrijdag geen huiswerk. (bv. omdat kinderen dan vaak naar de andere ouder gaan).
Communiceer als ouder met de instelling, dienst, opvoeder of pleegouder.
Je kan als pleegouder, instelling, ... het initiatief nemen om de communicatie op gang te brengen.
Nodig de klas/school eens uit op een opendeurdag van je organisatie (internaat, camping, instelling).
Verleden van ouders
Signalen De ouders hebben een instellingsverleden, groeiden zelf op in (kans)armoede, hadden een problematische jeugd, zijn afkomstig uit een ander land. Houding
Vanzelfsprekendheden bestaan niet. Het verleden van de ouders mag de leerling niet schaden.
Acties School
Klas
Ouders Anderen
Vergeet niet dat de betrokkenheid van ouders kan verhogen mits inspanningen van beide partijen.
Verwacht niet te snel van ouders dat ze hun verleden uit de doeken gaan doen.
Let op met oefeningen of gesprekken over het beroep of verleden van de ouders: dit kan bedreigend of kwetsend overkomen.
Waak over pesterijen door medeleerlingen.
Geloof in de toekomst.
9
1.4
Opleiding ouders
Signalen Ongeschoolde of laaggeschoolde ouders, buitengewoon onderwijs, analfabetisme. Houding
Het is gezond om diverse onderwijsniveaus positief te benaderen.
Acties School
Klas
Ouders
Anderen
10
Vraag aan de leerkrachten om in brieven, uitnodigingen, nota's en rapporten eenvoudige taal te gebruiken. Wablieft-tips voor duidelijke taal kunnen hierbij een hulpmiddel zijn. (www.wablieft.be/tekstadvies)
Neem bij problemen telefonisch contact op met de ouders of nodig ze persoonlijk uit.
Deel duidelijk mee dat ouders altijd kunnen langskomen bij de directie wanneer zij iets niet begrijpen.
Voorzie de mogelijkheid om ouders Nederlands te laten leren, eventueel in de eigen school (bv. als invulling van GON en/of ATN uren), of verwijs hen door.
Kinderen zouden kunnen tolken bij gesprekken met ouders. Houd dan wel rekening met loyaliteiten of (on)bewust foute vertalingen.
Basiseducatie heeft een interessant aanbod voor ouders op de school van hun kind: "Gezinsleren: Het Klikt in de klas".
Leg alle leerlingen uit wat in een meegegeven brief staat en wat er van de ouders verlangd wordt. Van sommige ouders weet je immers niet of ze voldoende kunnen lezen of schrijven. (bv. zorg ervoor dat de leerling thuis kan navertellen hoeveel geld er wanneer nodig is).
Maak brieven of uitnodigingen makkelijk leesbaar.
Ieder kind moet thuis, ongeacht het opleidingsniveau van zijn ouders of de thuistaal, zelfstandig aan zijn huiswerk kunnen werken.
Vraag verduidelijking aan de leerkracht over de inhoud van brieven.
Vertel de directeur dat je moeite hebt met lezen of schrijven (op een oudercontact of inschrijvingsgesprek). Samen kan je een oplossing zoeken.
Als begeleider in een gezin kan je aanmoedigen een oplossing te zoeken bij problemen met brieven, huiswerk en dergelijke.
Basiseducatie heeft een interessant aanbod voor ouders op de school van hun kind: "Gezinsleren: Het Klikt in de klas".
Als Centrum voor Basiseducatie maak je je bekend in scholen, OCMW's, ... Ouders die bijscholing willen volgen, weten dan dat ze hier terecht kunnen.
1.5
Werksituatie ouders
Signalen De ouders zijn regelmatig of langdurig werkloos, zitten in een leerwerkplaats, hebben onregelmatige uren. Houding
De leerling is niet verantwoordelijk voor de situatie van zijn ouder(s).
Acties School
Klas
Ouders Anderen
Hou rekening met onregelmatige uren als er een oudercontact georganiseerd wordt.
Geef leerlingen het rapport mee voor het oudercontact. Voeg hierbij een document (eventueel met een aantal richtvragen) waarop ouders vragen en bemerkingen kunnen noteren. Op die manier hebben ze tijd om vragen te formuleren.
Geef de mogelijkheid aan de leerling om een gewijzigde opdracht uit te voeren (bv. interview je buurman over zijn beroep in plaats van je vader). Doe dit discreet. Plaats de leerling niet in een uitzonderingssituatie.
Elke job, zelfs geen job, verdient respect.
Spreek in de klas geen oordeel uit over werklozen of ouders die 's avonds nooit thuis zijn.
Probeer oudercontacten te verzetten/verlaten/vervroegen als deze niet verenigbaar zijn met de werkuren van ouders.
Vraag de school rekening te houden met jouw onregelmatige uren bij een bespreking over je kind.
Als begeleider in een gezin kan je de ouders aanmoedigen om hun werksituatie aan de leerkracht duidelijk te maken, zodat de school hier rekening mee kan houden.
11
1.6
Schoolloopbaan gezin
Signalen Ouders of broers/zussen volg(d)en buitengewoon onderwijs, hebben geen diploma (schooluitval). Houding
Bekijk elke leerling als individu. De mogelijkheden van een leerling mogen niet belemmerd worden door de schoolcarrière van broers, zussen of ouders.
Acties School
Klas Ouders Anderen
1.7
Je kan wel praten over broers en zussen, maar let er op dat je ze niet met elkaar gaat vergelijken, ook al is de leerling zelf sterker dan zijn/haar broer of zus.
Maak geen opmerkingen hierover tegenover een bepaalde leerling.
Werk samen met de school als je kind spijbelt.
Maak je als organisator van time-out projecten bekend.
Lichamelijke en psychische moeilijkheden
Signalen Er zijn lichamelijke en/of psychische moeilijkheden bij de leerling zelf, bij de ouders, zus of broer. Houding
Probeer er zorg voor te dragen dat de privacy van het gezin zo goed mogelijk bewaard wordt.
Acties School
Klas
12
Let op hulpvragen van de leerling of de ouder(s).
Stel een vertrouwensleerkracht aan waar de leerlingen en hun ouders terecht kunnen.
Hou rekening met leerstoornissen van leerlingen (ADHD, dyslexie, ...). Geef leerkrachten informatie en bespreek samen een strategie.
Organiseer voordrachten over leerstoornissen.
Denk aan een alternatief voor het vervoer van minder mobiele ouders bij evenementen op school.
Probeer een begeleiding van het kind door het CLB niet onder belangrijke lesuren te plannen.
Positief discriminerende boeken en houdingen kunnen bijdragen tot meer begrip. Gebruik boeken en materialen die vertellen over
lichamelijke of psychische problemen. Verwerk op een aantrekkelijke manier de thema's (ADHD, pesten, ...) in de lessen.
Ouders Anderen
1.8
Je kan rekening houden met het feit dat een ouder niet mobiel is en daarom niet tot op de school geraakt. Taken kunnen misschien later of op een andere manier in orde gebracht worden.
Reageer op signalen die een kind uitzendt. Schakel waar nodig een zorgcoördinator in.
Geef het kind de kans om zijn hart te luchten.
Licht de school in over problemen die het gedrag van je kind kunnen beïnvloeden.
Geef als deskundige organisatie vormingen aan scholen/leerkrachten over hoe om te gaan met dyslexie, ADHD, pesten, taalachterstand, ...
Etnische/culturele achtergrond
Signalen De ouders hebben een vreemde nationaliteit, zijn vluchtelingen, anderstalige nieuwkomers, migranten, hebben een andere sociale achtergrond. Houding
Houd er rekening mee dat in andere culturen en sociale groepen ook andere normen en waarden kunnen gelden.
Acties School
Breng begrip op voor de normen en waarden van ouders, ook al zijn het niet de jouwe.
Voorzichtig met broer of zus als tolk op een oudercontact. Het kan loyaliteitsproblemen of (bewust) verkeerde vertalingen opleveren.
Verlaag de drempel bij een oudercontact: een informele bijeenkomst, eventueel met een hapje en een drankje is minder bedreigend.
Deel duidelijk mee dat ouders zonder enig probleem kunnen langskomen bij bv. de directie wanneer ze iets niet begrijpen.
Anderstaligen kunnen moeite hebben met figuurlijke/ abstracte taal. Houd hier rekening mee.
Wanneer je een uitnodiging maakt, kan je die in het Nederlands opmaken (maak bijvoorbeeld gebruik van pictogrammen en gebruik geen te moeilijke taal). Pictogrammen kan je vinden en gratis gebruiken op www.sclera.be of www.deschoolbrug.be. Ga er niet steeds van uit dat ouders geen Nederlands kunnen. Een anderstalige brief kan soms kwetsend overkomen bij ouders die bv. Nederlandse lessen volgen. Je kan brieven laten vertalen voor ouders, maar probeer ze dan in twee talen op te stellen (in het Nederlands en bv. ook in het Turks).
Stel schoolbrieven in een verstaanbare taal op (bv. niet hoger dan het niveau van het derde leerjaar) en werk eventueel met
13
pictogrammen, dit zal ook voor anderstaligen meer verstaanbaar zijn.
Klas
Ouders
Anderen
14
Kinderen zouden kunnen tolken bij gesprekken met ouders. Wel moet men hier rekening houden met loyaliteiten of (on)bewust foute vertalingen.
Stel voor elk nieuw anderstalig gezin in de school een peter/meter (Nederlandstalige ouder) aan. Deze peter/meter kan het gezin helpen met de briefwisseling en dergelijke.
Zoek naar vrijwilligers of personeelsleden die een taal beheersen en willen tolken voor anderstalige ouders in de contacten met de school.
Deel duidelijk mee dat ouders zelf iemand kunnen meebrengen om te tolken tijdens de contacten met de school.
Let op met be/veroordelende uitspraken of algemeenheden over levenswijzen, sociale groepen.
Wat jij botte taal vindt, is misschien gewoon in het gezin van een leerling. Je kan rekening houden met dit cultuurverschil.
Hou rekening met de verschillende feesten waar leerlingen van de klas aan deelnemen.
Wanneer je onze feesten viert, kan je ook de gebruiken en feesten van andere culturen bespreken.
Dwing een leerling niet klassikaal over zijn etnische/culturele achtergrond te vertellen als hij dat niet wil.
Gebruik didactisch materiaal dat aansluit bij elke cultuur die je in huis hebt.
Gebruik net die leesboeken en gebruiksvoorwerpen waar leerlingen zich in kunnen terugvinden.
Bewaar boeken, tijdschriften en reclamefolders in je klas, wat het prenten zoeken vergemakkelijkt.
Reageer alert op (verdoken) racisme.
Geef informatie aan de school over jullie gebruiken en feesten.
Vraag aan de school of je een tolk mee mag brengen naar het oudercontact.
Als Sociaal Tolkendienst maak je je bekend bij scholen en andere diensten.
1.9
Opvoedingsklimaat
Signalen De ouders hebben onvoldoende pedagogische vaardigheden, geven te weinig stimuli, stellen geen consequent gedrag, geven een minieme ondersteuning en begeleiding. Houding
Een positieve evolutie kan groeien. Geloof er in. Begrip, geen afkeuring.
Acties School
Klas
Een visie op huiswerk brengt een lijn op school en zorgt voor duidelijkheid.
Werk met kalenders: elke leerling krijgt een kalender met een overzicht van taken en deadlines. Zo leren leerlingen zelf een planning maken.
Laat ruimte om kinderen aan huiswerk te laten werken in de klas als er nog tijd over is na een les.
Voorzie huiswerkbegeleiding na de schooluren (of naschoolse studie).
Zoek vrijwilligers die begeleiden bij het maken van huiswerk.
Geef informatie over diensten die aan opvoedingsondersteuning doen.
Basiseducatie heeft een interessant aanbod voor ouders op de school van hun kind: "Gezinsleren: Het Klikt in de klas".
Probeer een code op te stellen en een beleid te voeren rond schoolrekeningen, huisbezoeken, …
Weer dure dingen uit de school (GSM, walkman, …).
Zorg ervoor dat huistaken zelfstandig gemaakt kunnen worden.
Geef zinvolle taken mee (niet: meet de inhoud van het bad als niet iedereen een bad heeft, opzoekwerk als niet iedereen een woordenboek heeft of je vader interviewen over zijn beroep als je vader niet thuis woont of geen beroep heeft).
Geef een ruime opdracht (bv. kinderen met vader mogen ook hun buurman interviewen, opzoeken in een woordenboek kan ook in de klas).
Het kan gebeuren dat ouders andere zorgen hebben dan het begeleiden van het huiswerk (bv. als de deurwaarder is langs geweest). Heb er begrip voor.
Voorzie zelf het materiaal voor bepaalde lesopdrachten. Niet alle huishoudens hebben prenten, tijdschriften, eten, een vuilzak (over).
Sinterklaasspeelgoed blijft best thuis om geen afgunst te wekken.
Streef naar structuur, omdat zeker kwetsbare kinderen hier nood aan hebben.
15
Ouders Anderen
16
Vraag gerust informatie over diensten die je kunnen helpen bij de opvoeding van je kind.
Als opvoedingswinkel maak je je bekend.
Basiseducatie heeft een interessant aanbod voor ouders op de school van hun kind: "Gezinsleren: Het Klikt in de klas".
Deze tekening is gemaakt in het kader van het Prikkelpakket ontwikkeld door Turnhout.
17
18
2 GEZIN EN SCHOOL 2.1
Veelvuldig afwezig of te laat
Signalen Het kind is onregelmatig aanwezig op school, komt te laat op school, neemt niet deel aan betalende activiteiten of uitstappen. Houding
Blijf geloven in het goede van mensen.
Acties School
Klas
Ouders
Probeer contact te zoeken met de ouders.
Veel telefonische contacten met de ouder(s) helpen bij het opbouwen van een vertrouwensrelatie.
Een vertrouwenspersoon kan het gezin mee ondersteunen. Samen kan je er één zoeken.
Licht de gevolgen toe aan ouders als hun kind vaak niet in orde is, afwezig is of van school wisselt.
Een vorming voor ouders van kleuters van de 3e kleuterklas (bv. video) helpt ze inzien dat het belangrijk is om regelmatig op school te zijn.
Probeer netwerken op te zetten (gezinsbegeleider, dagcentra, CLB, kinderpsycholoog, school, ...) en wissel ervaringen uit.
Contacteer het CLB voor bemiddelingen.
Nodig ouders ook uit als het goed gaat.
Win vertrouwen, spreek de ouders niet alleen aan als er problemen zijn, ook als het goed gaat (“X voelt zich echt goed op school, ze heeft vele vrienden”).
Probeer de oorzaak te zoeken van problemen.
Informeer discreet (bij ouders of jongere zelf) waarom de leerling elke maandag te laat is of waarom de brief niet ingevuld wordt.
Elke leerling doet positieve dingen. Probeer de leerling daarin te bevestigen in plaats van het negatieve te benadrukken.
Laat de leerling zich welkom voelen, ook al is hij vaak te laat, afwezig of niet in orde.
Signaleer problemen of afwezigheden aan de directie of aan het CLB ter bespreking op multidisciplinair overleg (MDO).
Vertel waarom je kind te laat of afwezig is en zoek samen met de school een oplossing als je er zelf niet meer uit geraakt.
19
Anderen
2.2
Neem contact op met de school als deelnemer van een netwerk rond een gezin.
Als CLB kan je bemiddelen bij afwezigheden.
Frequente schoolwissel
Signalen Bij moeilijkheden halen ouders hun kinderen van school, de leerling heeft al vele scholen bezocht. Houding
Kinderen mogen niet het slachtoffer zijn van de beslissingen van hun ouders.
Acties School
Klas
Ouders
20
Probeer contact te zoeken met de ouders.
Neem contact op met de vorige scholen voor eventueel meer achtergrondinformatie.
(Telefonische) contacten met de ouder(s) helpen bij het opbouwen van een vertrouwensrelatie.
Een vertrouwenspersoon kan het gezin mee ondersteunen. Samen kan je er één zoeken.
Licht de gevolgen toe aan ouders als hun kind vaak niet in orde is, afwezig is of van school wisselt.
Probeer netwerken op te zetten (gezinsbegeleider, dagcentra, CLB, kinderpsycholoog, school, ...) en wissel ervaringen uit.
Nodig ouders ook eens uit als het goed gaat.
Win vertrouwen, spreek de ouders niet alleen aan als er problemen zijn, ook als het goed gaat (“X voelt zich echt goed op school, ze heeft vele vrienden”).
Zorg voor communicatie tussen de scholen (vroegere school – nieuwe school).
Hou ouders op de hoogte van het wel en wee (aanpassing, het verloop, maken van vriendjes, …) van het kind in de nieuwe school.
Geef nieuwe leerlingen het gevoel dat ze welkom zijn, vang ze op een positieve manier op.
Probeer de oorzaak te zoeken van problemen.
Elke leerling doet positieve dingen. Probeer de leerling daarin te bevestigen in plaats van het negatieve te benadrukken.
Laat de leerling zich welkom voelen, ook al is hij vaak te laat, afwezig of niet in orde.
Signaleer problemen aan je directie.
Schenk de school je vertrouwen.
Anderen
2.3
Stel vragen bij de werking van de school.
Vraag je vertrouwenspersoon mee naar (een activiteit op) school als je niet alleen durft te gaan of het gevoel hebt dat de school niet luistert. Heb je geen begeleider, vraag dan hulp aan het CLB.
Diensten zoals het CLB kunnen ouders begeleiden op de opendeurdag, de openklasdag, het oudercontact, …
Sociale integratie
Signalen Het kind wordt aak geplaagd of gepest, heeft weinig vrienden, voelt zich onzeker, angstig, kan moeilijk in groep spelen of samenwerken. Houding
Wees bewust van het grote effect van gepest te worden en zoek naar een nietbeschuldigende manier om pesters aan te pakken.
Acties School
Klas
Probeer contact te zoeken met de ouders.
Breng zowel de ouders van gepeste kinderen als de ouders van de pesters op de hoogte van de situatie zoals die zich voordoet.
(Telefonische) contacten met de ouder(s) helpen bij het opbouwen van een vertrouwensrelatie.
Werkpunten op een bepaalde termijn zijn bespreekbaar met sommige ouders.
Nodig ouders ook eens uit als het goed gaat.
Een vertrouwenspersoon kan het gezin mee ondersteunen. Samen kan je er één zoeken.
Probeer netwerken op te zetten (gezinsbegeleider, dagcentra, CLB, kinderpsycholoog, school, ...) en wissel ervaringen uit.
Stimuleer leerkrachten om samen een hecht schoolteam te vormen waar ze een gesprekspartner vinden.
Geef je leerkrachten informatie over pesten, ruzie, …
Stel een plan op om pesten tegen te gaan.
Leid laatstejaarsscholieren op tot vertrouwensleerlingen of laat hen meter of peter zijn van jongere kinderen.
Stuur de vrije tijd van kinderen. Voorzie activiteiten voor leerlingen tijdens de pauzes (bv. spelletjes op de speelplaats stimuleren, zoals trefbal, netbal, knikkeren, … en hier dan ook spelmateriaal voor voorzien).
Luister goed naar de kinderen.
Probeer de oorzaak te zoeken van problemen.
Elke leerling doet positieve dingen. Probeer de leerling daarin te
21
bevestigen in plaats van het negatieve te benadrukken.
Ouders
Anderen
22
Signaleer problemen aan je directie.
Informeer naar de oorzaak van het gedrag van het kind.
Bewaak de sociale positie van kansarme leerlingen in de groep.
Verwerk in het begin van het schooljaar in je vakken iets rond pesten, ruzie, …
Werk rond gevoelens: bij zichzelf, maar ook bij anderen leren herkennen, benoemen en onderscheiden (o.a. door gesprekken, poëzie, boeken, expressieactiviteiten), zich leren inleven in de anderen (o.a. via rollenspel), kringgesprekken kiezen over één partner voor een taak.
Tekeningen maken over het waarom van het pestgedrag en de gevoelens van de kinderen kan (zeker de jongere kinderen) helpen om pesten tegen te gaan.
Stel als leerkracht zelf groepen samen die kansen bieden op succesvolle interactie. Vermijd de situatie waarbij de samenstelling van groepen een populariteitstest is.
Zet kinderen die het nodig hebben extra in de bloemen om hun status in de groep te verbeteren. Wijs op wat ze goed kunnen.
Geef kinderen het gevoel dat ze er bij horen. Door ze bv. een verantwoordelijke taak te geven die ze aankunnen, door succeservaringen mogelijk te maken en door warmte en nabijheid te tonen.
Zoek meer informatie over de jeugdbeweging, een weerbaarheidstraining, pesten, …
Vertel gewoon aan de leerkracht wat het probleem is. Er komt meestal een oplossing.
Vraag je vertrouwenspersoon mee naar school als je niet alleen durft te gaan of het gevoel hebt dat de school niet naar je luistert.
Kies zorgvuldig de genodigden voor verjaardagfeestjes en zorg dat je uitsluiting tegen gaat.
Maak je aanbod (bv. CLB, JAC, …) bekend over pesten, ruzie, …
2.4
Leerhouding
Signalen De leerling is storend, onzeker, (faal)angstig, weinig zelfstandig, vaak afgeleid, vlug ontmoedigd, heeft concentratieproblemen, maakt lawaai, stelt geen vragen, verdraagt geen opmerkingen Houding
Probeer geen moeilijke leerlingen te zien, maar leerlingen die het moeilijk hebben. Genegenheid, tederheid, begrip en respect zijn begrippen die zeker voor een kansarm kind belangrijk zijn.
Acties School
Klas
Ouders Anderen
Bied leerlingen veiligheid en structuur. Dit is een voorwaarde om zich te ontplooien.
Bevestig eerder de successen dan de negatieve ervaringen.
Laat de leerling zich welkom voelen ondanks zijn schoolloopbaan.
Benoem de succeservaringen die leerlingen overtuigen dat ze wat kunnen.
Probeer samen met collega‟s, ouders of anderen de oorzaak te zoeken van problemen.
Probeer contact te zoeken met de ouders als er iets schort aan de werkhouding.
Laat de leerling zich welkom voelen ondanks zijn schoolloopbaan.
Welbevinden uit zich in leerlingen die zichzelf durven zijn, zich thuis voelen, genieten van het leven, vitaliteit uitstralen, zich emotioneel veilig voelen. Als leerkracht kan je dat nastreven door leerlingen aan hun trekken te laten komen, oog en oor te hebben voor hun leefomstandigheden en zich thuis te laten voelen.
Speel in op herkenbare activiteiten uit de leefwereld: timmeren, knutselen met wegwerp materialen, …
Zorg voor afwisseling tussen fysieke en/of mentale inspanning en ontspanning.
Betrek kinderen actief door afwisseling in leervormen: zelfstandig werken, groepswerk, zelfevaluatie. Ondersteun ze hier ook in.
Bied boeken aan waarin kinderen zich herkennen.
Houd rekening met de leefomstandigheden van de leerlingen: opstel over de vakantie, interview over het werk van de ouders, … Vermijd pijnlijke situaties.
Differentieer de lessen naar ieders interesses, kwaliteiten, …
Vertel aan de leerkracht wat je thuis ervaart met je kind en zoek samen naar oplossingen.
Het CLB kan met de leerling in gesprek gaan en door middel van
23
verschillende niet-diskwalificerende en niet-intensieve technieken (bv. concentratietest) de oorzaken van het gedrag proberen te achterhalen.
2.5
Het CLB kan leerkrachten tips geven om met verschillende leerhoudingen om te gaan.
Leerprestaties
Signalen De leerling heeft wisselvallige schoolprestaties, heeft een jaar overgedaan, leermoeilijkheden, een zwakke denktaal. Verwijzing naar buitengewoon onderwijs dreigt. Houding
Ondersteun de leerling zo goed mogelijk (geef indien mogelijk meer leertijd), maar weet dat het buitengewoon onderwijs voor sommige kinderen een zegen is omdat ze er aangepaste hulp krijgen.
Acties School
Klas
Ouders Anderen
24
Geef de kinderen voldoende tijd en vertrouwen. Kansarme leerlingen hebben namelijk vaak meer verwerkingstijd nodig dan andere leerlingen. Hun leefwereld is anders, niet alles is evident.
Probeer steeds de oorzaak te zoeken van problemen of (tijdelijk) verminderde prestaties.
Overleg met je collega's, CLB, directie, … en zoek naar mogelijke oplossingen.
Geef als leerkracht duidelijk aan dat een jaar overdoen of naar het buitengewoon onderwijs gaan geen ramp is: hier zal je immers aangepaste hulp krijgen.
Meld aan de school wat de oorzaken kunnen zijn van verminderde prestaties.
Maak je aanbod (JAC, Zorgcoördinator, …) bekend.
Het CLB kan samen met ouders en/of kinderen op zoek gaan naar oorzaken van verminderde prestaties.
2.6
Taalvaardigheid
Signalen Het kind heeft een kleinere woordenschat dan anderen, maakt geen complexe zinsconstructies, de taalachterstand wordt groter, het heeft een slechte articulatie, gebrekkige visuele/auditieve discriminatie, vertelt weinig omdat het de woorden niet kent, de thuistaal verschilt duidelijk van de schooltaal. Houding
School en thuis kunnen verschillen. Je kan rekening houden met deze cultuur- en taalverschillen.
Acties School
Klas
Hou rekening met taalverschillen: woorden kunnen een andere waarde hebben in andere milieus. Anderstaligen kunnen moeite hebben met figuurlijke/abstracte taal.
Wanneer je een uitnodiging maakt, kan je die in het Nederlands opmaken (maak bv. gebruik van pictogrammen en gebruik geen te moeilijke taal). Ga er niet steeds vanuit dat ouders geen Nederlands kunnen. Een anderstalige brief kan soms kwetsend overkomen bij ouders die bv. Nederlandse lessen volgen. Je kan brieven laten vertalen voor ouders, maar probeer ze dan in twee talen op te stellen (in het Nederlands en bv. ook in het Turks).
Zoek informatie over wat je kan doen aan taalachterstand.
Stel schoolbrieven in een verstaanbare taal op (bv. niet hoger dan het niveau van het derde leerjaar) en werk eventueel met pictogrammen, dit zal ook voor anderstaligen meer verstaanbaar zijn.
Stel voor elk nieuw anderstalig gezin in de school een peter/meter (Nederlandstalige ouder) aan. Deze peter/meter helpt het gezin met de briefwisseling en dergelijke.
Deel duidelijk mee dat ouders zonder enig probleem kunnen langskomen bij bv. de directie wanneer zij iets niet begrijpen.
Voorzie de mogelijkheid om ouders Nederlands te laten leren, eventueel in de eigen school.
Anderstaligen kunnen moeite hebben met figuurlijke/abstracte taal. Hou hier rekening mee.
Zoek naar vrijwilligers of personeelsleden die een taal beheersen en willen tolken voor anderstalige ouders in de contacten met de school.
Deel duidelijk mee dat ouders zelf iemand kunnen meebrengen om te tolken tijdens de contacten met de school.
Wat jij botte taal vindt, is misschien gewoon in het gezin van een leerling. Je kan rekening houden met dit cultuurverschil.
Kinderen zouden kunnen tolken bij gesprekken met ouders. Wel moet men hier rekening houden met loyaliteiten of (on)bewust foute vertalingen.
25
Ouders
Anderen
2.7
Laat weten aan de school of je hun taal verstaat. Geef vriendelijk je mening over wat ze meegeven, anders kan er niets veranderen.
Vertel alles zeer eenvoudig in de klas en wees zeer concreet.
Maak als dienst je aanbod betreffende taalstimulering bekend.
Communicatie ouder(s) – school
Signalen Ouders vermijden contact, komen niet op oudercontact, zoeken steeds impulsief contact. Houding
Benoem positief, werk opbouwend, heb een uitnodigende open houding. Als uitgangspunt nemen: ouders zijn geïnteresseerd in wat kinderen doen op school.
Acties School
26
Zet een welkomstbord bij de schoolpoort.
Probeer als directie regelmatig aanwezig te zijn op plaatsen waar ouders en leerlingen te vinden zijn: fietsenstalling, parking, ingang school, … Begroet de ouders en maak een praatje met ze. Op die manier groeien informele contacten.
Verlaag de drempel bij een oudercontact: een informele bijeenkomst, eventueel met een hapje en een drankje is minder bedreigend.
Maak de ouders duidelijk dat de school bijeenkomsten ziet als iets dat voor alle partijen nuttig kan zijn.
Vraag ouders om suggesties en commentaar. Geef een lijst met onderwerpen die ze kunnen bespreken (relaties thuis en op school, mening over de school, specifieke problemen, buitenschoolse activiteiten, …).
Probeer zelf contact te zoeken met de ouders.
Veel telefonische contacten helpen een vertrouwensrelatie op te bouwen.
Nodig ouders ook eens uit als het goed gaat.
Win vertrouwen, spreek de ouders niet alleen aan als er problemen zijn, ook als het goed gaat (“X voelt zich echt goed op school, ze heeft vele vrienden”).
Zorg voor kinderopvang op school tijdens een oudercontact, zeker voor eenoudergezinnen.
Schakel de ouderwerking in die kan helpen om de drempel te verlagen: mensen uitnodigen, aanspreken, benaderen, …
Maak de ouderwerking of de ouderraad aantrekkelijk door bijvoorbeeld bedankfeestjes.
Maak een aangepast rapportsysteem voor anderstaligen, zodat het
ook voor hen verstaanbaar is.
Klas
Ouders
Anderen
Stel aan anderstalige ouders de school voor aan de hand van foto's of eventueel een PowerPoint-presentatie.
Organiseer „zitdagen‟ op school waarnaar ouders kunnen komen om te praten en vragen te stellen over hun kind en de school. Dit is een minder formele manier van contact met ouders wat eveneens drempelverlagend kan werken.
Probeer op zoveel mogelijke manieren en geregeld aan alle ouders te laten weten dat ze terecht kunnen bij de vertrouwenspersoon. (bv. bij inschrijving, op een infoavond, op facturen, in de nieuwsbrief, op de website, in het schoolreglement,…)
Voorzie vormingen voor het personeel rond de leefwereld van mensen in armoede. Dit kan voor een meer begripvolle relatie en een betere communicatie zorgen.
Als de ouders akkoord zijn, kan je ook eens een oudercontact bij het gezin thuis doen of op neutraal terrein.
Een rode nota of een boze telefoon werkt averechts. Een persoonlijk gesprekje helpt beter.
Beschouw bijeenkomsten als ontmoetingen tussen gelijken. Stel je niet bevoogdend op.
Een heen en weerschrift kan sommige ouders dichterbij brengen. Een agenda heeft vaak te weinig plaats. Sommige ouders schrijven liever iets dan naar school te komen. Let er echter wel voor op dat er ook ouders zijn die deze methode te afstandelijk vinden.
Neem een rustige houding aan tijdens een ouderraad, zorg dat er geen storende elementen zijn (telefoon, binnenkomende collega, …).
Probeer naar achterliggende oorzaken te zoeken (bij een probleem), probeer je in te leven in de leefwereld van de kansarmen.
Herinner ouders aan vrije dagen, schoolfeesten, oudercontacten, … door middel van een kort eenvoudig briefje vlak voor de activiteit.
Voorzie voor elke leerling een persoonlijk kaftje met briefwisseling, tekeningen, gedichtjes, … zodat ouders een overzicht hebben.
Hecht veel belang aan persoonlijk contact. Hierdoor kan er een vertrouwensrelatie opgebouwd worden en durven ouders sneller praten over hun problemen.
Informeer de ouders over positieve evoluties van hun kind. Een positieve benadering kan wonderen doen.
Vraag iemand die je vertrouwt mee naar school.
Maak je als lid van de ouderraad zichtbaar voor andere ouders. Draag op een schoolfeest een herkenningsteken en neem initiatief om een ouder aan te spreken.
Het CLB kan samen met de school een instapmoment organiseren voor moeilijk bereikbare ouders.
Er zijn diensten (CLB, Kind en Gezin voor 2,5 jarigen) die ouders kunnen begeleiden naar school.
Zet als neutrale plaats je deuren open voor contacten tussen de
27
ouders en de school. Sommige ouders vinden dit een beter idee dan een huisbezoek.
2.8
Maak je als vertrouwenspersoon/zorgcoördinator bekend op school. Een kennismakingsgesprek in het begin van het jaar (zonder een directe aanleiding van problemen) kan veel doen.
Gedrag kind – school
Signalen Het gedrag van het kind is te gesloten, te uitdagend, te agressief, te impulsief, emotioneel wanordelijk, het kind verweert zich met harde taal of lichaamstaal. Houding
Probeer bij problematisch gedrag te kijken naar wat nog goed loopt.
Acties School Klas
Ouders Anderen
28
Informeer bij de ouders naar de oorzaak van onregelmatigheden.
Probeer de oorzaak te zoeken van problematisch gedrag.
Licht de gevolgen toe van het gedrag. Sanctionering: probeer niet te straffen maar eerder te belonen als het foute gedrag zich niet voordoet.
Spreek haalbare werkpunten af met de leerling.
Zoek hulp indien nodig.
Tekeningen maken over het waarom van het pestgedrag en de gevoelens van de kinderen kan (zeker bij jongere kinderen) helpen om pesten tegen te gaan.
Laat leerlingen zelf geen groepjes samenstellen, maar doe dat als leerkracht zelf.
Breng zowel de ouders van gepeste kinderen als de ouders van de pesters op de hoogte van de situatie zoals die zich voordoet.
Meld onregelmatigheden aan de school.
Deel ervaringen met de school.
2.9
Niet of laattijdig betalen
Signalen Rekeningen niet of te laat betalen, centen meebrengen gebeurt onregelmatig, sparen lukt niet goed. Houding
Onderwijs dat zo weinig mogelijk kost is het streefdoel. Om te zorgen voor gelijke onderwijskansen moet de school zich houden aan de maximumfactuur.
Acties School
Bewaak welke financiële inspanningen de school van ouders vraagt. Respecteer de maximumfactuur.
Haal zaken uit het basispakket (bv. tijdschrift).
Werk in overleg met de schoolraad een systeem uit voor betalingen. (bv. stel een kalender voor betalingen op, bepaal hoe de betalingen moeten gebeuren, …)
Plan betalingen best in het begin van de maand.
Laat ouders in kleinere hoeveelheden, maar frequenter betalen.
Volg zoveel mogelijk de kalender op waar betalingen vermeld staan en wijk er niet van af.
Zorg ervoor dat ouder tijdig op de hoogte worden gebracht van activiteiten die een betaling vereisen. Als je aan het einde van het schooljaar al weet welke materialen nodig zijn voor het volgende jaar, kan je die lijst al meegeven aan de ouders. Zo kunnen zij schoolspullen al tijdens de soldenperiode kopen.
Voorzie voor grotere uitgaven (bv. uitstappen, bos- en zeeklassen) in een spaarsysteem waarin enige tijd op voorhand geld kan worden opgespaard voor een latere activiteit.
Werk eventueel met drank- en soepkaarten.
Sommige scholen kiezen ervoor om geld (kleine bedragen) vooraf te laten meebrengen.
In plaats van cash geld te vragen voor activiteiten en dergelijke, kan je betalingen laten doen via bv. domiciliëring.
Houd er rekening mee dat sommigen geen zichtrekening meer mogen beheren; voorzie voor deze ouders de kans om contant of in kleine stukken te betalen.
Doe eens een telefoontje over een onbetaalde rekening of bespreek het met de begeleidingsdienst (als er die is).
Duw leerkrachten nooit in de rol van deurwaarder.
Ouders appreciëren het wanneer onbetaalde rekeningen met hen en niet met het kind worden besproken.
Bespreek met de ouderwerking de mogelijkheid van een sociaal fonds, waaruit de school kan putten als ouders financiële problemen
29
hebben.
Klas
Ouders
Anderen
30
Probeer extra kosten te drukken. Laat bijvoorbeeld een leerkracht of ouder mooie klasfoto‟s nemen.
Voeg bij achterstallige facturen een standaardbrief toe met informatie rond gespreide betaling, vertrouwenspersoon/ zorgcoördinator, …
Geef ouders vroeg duidelijkheid over de momenten waarop een betaling te verwachten is.
Geef ouders in het begin van het schooljaar een overzicht van welke betalingen er verwacht worden.
Plan geen onverwachte betalingen buiten diegene die afgesproken zijn.
Voorzie in een spaarsysteem waarin enige tijd op voorhand geld kan worden opgespaard voor een latere activiteit.
Bespreek geen aanmaningen met de leerling.
Je kan een leerling niet in volle klasgroep confronteren met onbetaalde rekeningen.
De lijst van wanbetalers hoort niet aan de muur, niet aan het bord en niet buiten aan de deur.
Voorzie zelf het materiaal voor bepaalde lesopdrachten. Niet alle huishoudens hebben prenten, tijdschriften, eten, een vuilzak (over).
Als dit niet te moeilijk ligt, probeer dan aan de leerkracht te vertellen dat je geholpen wordt door de dienst Bugethulp (bugdetbeheer, budgetbegeleiding of budgetonderneming) van het OCMW.
Laat aan de directeur weten wat je haalbaar vindt.
Zorg als OCMW voor een goede samenwerking met de school. Informeer de school over je werking.
Maak als organisatie (SOS schulden op school) je aanbod bekend.
Het CLB en SOS schulden op school kunnen samenwerken om scholen te sensibiliseren.
2.10
Schoolbetrokkenheid
Signalen Huiswerk is slordig of niet in orde, schoolgerief is niet in orde, ouders participeren niet aan activiteiten, er is wantrouwen tegenover de school. Houding
Met een open en niet-defensieve houding kom je ver.
Acties School
Plaats wegwijzers die duidelijk en uitnodigend zijn om de richting naar het bureel van de directie of een ouderlokaal te duiden.
Verwerk in de schoolgids voor ouders zaken zoals het schoolreglement, beleid, bezoekmogelijkheden, begeleiding, leerstof, activiteiten, rapport, … Doe dat op een begrijpelijke manier, eventueel gebruik makend van pictogrammen.
Stuur ouders een briefje of bel even voordat het schooljaar weer begint.
Schrijf op geregelde tijdstippen een nieuwsbrief voor ouders.
Maak je brieven gemakkelijk om te lezen, gebruik eventueel pictogrammen. Deze kan je vinden en gratis gebruiken op www.sclera.be of www.deschoolbrug.be.
Zet het logo van je school op elke boodschap naar huis, zodat ouders ze gaan herkennen en verwachten.
Kies een positieve schoolslogan en zet de leuze op alle correspondentie naar ouders.
Je kan een maandelijks tijdstip afspreken waarop ouders op school terecht kunnen voor een babbel met bv. leerkrachten, begeleiders, andere ouders (oudercafé), …
Gebruik het huiswerk als een gelegenheid voor communicatie met de ouders.
Verwacht niet dat één brief of één telefoongesprek voldoende is om alles te bespreken.
Vertel ouders dat je regelmatig contact zal opnemen en doe dat ook.
Spreek met je team af hoeveel positieve berichtjes je per maand aan ouders zal sturen.
Je kan vertrouwen winnen door eerst iets over jezelf te vertellen, te benadrukken dat je graag wil samenwerken, te vragen naar de interesses van het kind en/of te zeggen wanneer je beschikbaar bent voor een gesprek.
Een groot aanplakbord om schoolactiviteiten te promoten is een goede zet.
Peil tijdens een intakegesprek naar de eigenheid van ouders (beroep, hobby‟s, …) zodat je hier achteraf beroep op kan doen.
Maak gebruik van puzzelouders, kookouders, vertelouders, …
31
Klas
32
Schakel allochtone ouders in bij het bereiden van hapjes en drankjes voor het schoolfeest.
Doe huisbezoeken bij kansarmen en allochtonen om de werking van de school uit te leggen.
Organiseer op school een vrij podium waarbij ouders uitgenodigd worden om naar hun kind te komen kijken.
Organiseer ontmoetingsmomenten (bv. rommelmarkt, kerstdrink, herfstwandeling, boekenbeurs, week van de mama‟s en papa's, grootouderfeest, speelgoedbeurs, wandelzoektocht, …).
Stel indien mogelijk de sportzaal, bibliotheek of mediatheek open voor gezinnen na schooltijd.
Laat je als lid van een schoolteam ook eens zien op activiteiten in de buurt van je school.
Voorzie koffie voor ouders bij aanvang van de school.
Organiseer laagdrempelige infoavonden voor ouders.
Start indien mogelijk een PEFAL-project op in je school. Bijvoorbeeld „Het klikt op school‟. Dit project van basiseducatie focust op het samen leren van vaardigheden van ouders met hun kinderen. Ook de band tussen ouder en school kan hierdoor versterken.
Stel een vertrouwenspersoon binnen de school aan, die steeds bereid en beschikbaar is voor een gesprek met ouders.
Laat elke leerkracht zijn eigen rij tot aan de schoolpoort brengen zodat de ouders alle leerkrachten zien en ze eventueel kunnen aanspreken.
Laat aan ouders weten dat ze steeds een vertrouwenspersoon mee naar de school mogen brengen.
Peil met een vragenlijst naar de tevredenheid van ouders.
Zoek manieren om feedback te krijgen van de ouders. (bv. voorzie een suggestiebus of „dit kan anders prikkers‟: op bepaalde plaatsen op de school (ook waar ouders komen) komt een prikker waar blanco papier ophangt. Op deze manier kunnen kinderen en ouders op de papieren schrijven wat ze vinden van bv. het klimrek, de zandbak, de speelplaats, de fietsenstalling, …).
Denk samen met de ouders over verbetermogelijkheden. (bv. in de schoolraad of een „verbetergroep‟: een groep die tijdelijk samenkomt om de situatie te verbeteren. De aanleiding is een concreet probleem. De groep werkt samen aan de betekenis van het probleem en de oplossing.
Focus niet alleen op de verbeterpunten, maar ook op de sterke punten.
Geef ouders inspraak op een schoolraad.
Probeer op zoveel mogelijke manieren en geregeld aan alle ouders te laten weten dat ze terecht kunnen bij de vertrouwenspersoon. (bv. bij inschrijving, op een infoavond, op facturen, in de nieuwsbrief, op de website, in het schoolreglement,…)
Zorg voor een lage drempel: nodig ouders persoonlijk uit. Benader mensen zoals je zelf benaderd wil worden.
Ouders
Anderen
Zorg voor wat extra schoolgerei in je klas.
Bezorg ieder gezin een magneet zodat uitnodigingen en werkjes op de koelkastdeur thuis bevestigd kunnen worden.
Zorg telkens voor een bijdrage in de nieuwsbrief van de school. Zo laat je zien waar kinderen mee bezig zijn op school.
Neem zo vaak mogelijk foto's en laat de afdrukken zien.
Film enkele leuke momenten van de kinderen in je klas. Dit kan als lokmiddel voor ouders gebruikt worden bij een ouderavond.
Gebruik een mededelingenbord naast je klasdeur.
Neem ook eens ouders mee op uitstap. Veel ouders zagen nog nooit een museum, brandweerkazerne of fabriek van binnen.
Geef huiswerk aan ouders. Laat de kinderen een stelling (bv. rond het schoolfeest, de vulling van de automaten, afval op school, …) mee naar huis nemen om er met de ouders over te praten.
Bv. methodiek „Het groene enveloppenmoment‟: verstop op een afgesproken tijdstip een groene enveloppe met een stelling erin in de klas. De stelling kan handelen over het thema van het schoolfeest, de vulling van de drankautomaten, afval op school, … Eerst kan er over gepraat worden in de klas en daarna nemen de kinderen de enveloppe mee naar huis om de stelling met de ouders te bespreken.
Methodiek "de klaspop": geef op vrijdag de pop en het schriftje mee naar huis met een kind. De ouders schrijven of tekenen samen met het kind de gebeurtenissen van het weekend op. Op maandag vertelt het kind wat de pop allemaal gedaan heeft.
Gebruik een heen- en weerschriftje om af en toe met de ouders te communiceren.
Vertel de kinderen wat er in de brief staat die ze moeten afgeven aan hun ouders.
Laat kinderen zelf een uitnodiging van het schoolfeest, uitstap, ... maken voor hun ouders. Ouders gaan zich sneller aangesproken voelen.
Geef af en toe een vertelboek met de kinderen mee naar huis zodat ouders er ‟s avonds verder uit kunnen voorlezen.
Sommige moslimmoeders begeven zich niet in een gesloten ruimte samen met een mannelijke leerkracht, laat dus de deur best open.
Informeer de ouders over positieve evoluties van hun kind. Een positieve benadering kan wonderen doen.
Focus niet alleen op de verbeterpunten, maar ook op de sterke punten.
Geef suggesties over wat je wel of niet ziet zitten op school.
Zorg dat je als ouderwerking of schoolraad ook open staat voor kansarme ouders.
Sponsor als bedrijf eens een spaghettifeest op school, zodat de maaltijd gratis is voor ouders. Het schoolteam ziet op die manier misschien gezinnen die nog nooit kwamen.
Als buurtwerking kan je het buurthuis in de buurt van de school
33
openstellen voor ouders. Ouders zouden er terecht kunnen voor een babbel, informatie en ondersteuning. Misschien kunnen ze er ook gebruik maken van een computer, bibliotheek, …
2.11
Als bedrijf of dienst kan je overwegen te investeren in een buurtwerking met materialen of aanwezigheid.
Maak je als vertrouwenspersoon/zorgcoördinator bekend op school. Een kennismakingsgesprek in het begin van het jaar (zonder een directe aanleiding van problemen) kan veel doen.
Administratief
Signalen Ouders vullen brieven niet, onvolledig of laattijdig in, tekenen nota‟s niet, rapport worden niet of door de leerling zelf ondertekend. Houding
Iedereen verdient een volgende kans.
Acties School
Klas Ouders
Anderen
34
De eerste indruk is belangrijk. Als de contactpersoon waar ouders mee bellen of praten vriendelijk, respectvol en persoonlijk is, dan is de kans groter dat het contact tussen ouders en school vlot verloopt. De contactpersoon (vaak secretariaat) kan dan hulp bieden bij de administratie.
Wanneer je een uitnodiging maakt, kan je die in het Nederlands opmaken (maak bv. gebruik van pictogrammen en gebruik geen te moeilijke taal). Pictogrammen kan je vinden en gratis gebruiken op www.sclera.be of www.deschoolbrug.be. Ga er niet steeds vanuit dat ouders geen Nederlands kunnen. Een anderstalige brief kan soms kwetsend overkomen bij ouders die bv. Nederlandse lessen volgen. Je kan brieven laten vertalen voor ouders, maar probeer ze dan in twee talen op te stellen (in het Nederlands en bv. ook in het Turks).
Als leerkracht kan je ook best de inhoud van de brieven aan de leerlingen zelf uitleggen.
Zoek iemand die je vertrouwt op school als je niet weet wat je moet invullen of ondertekenen. Het is belangrijk voor je kind om in orde te zijn. Een document achterhouden is niet verstandig.
Als Centrum Basiseducatie kan je suggesties doen bij het leesbaar opstellen van brieven. Maak je aanbod bekend.
Wablieft-tips voor duidelijke taal kunnen een hulpmiddel zijn bij het opstellen van leesbare brieven. (www.wablieft.be/tekstadvies)
3 FINANCIËLE DRAAGKRACHT 3.1
Vervangingsinkomen
Signalen Ouders hebben een te laag gezinsinkomen, een leefloon, een werkloosheidsuitkering, een ziekte-uitkering, een tegemoetkoming voor gehandicapten. Houding
Betalende activiteiten zijn niet vanzelfsprekend voor alle ouders. Een leerling is niet verantwoordelijk voor de financiële situatie van zijn ouders. Let op met oordelen over de besteding van het gezinsinkomen. Bijvoorbeeld: ze kunnen de schoolreis niet betalen, maar kopen wel een dvd-speler.
Acties School
Houd er bij alles waaraan een betaling vasthangt rekening mee dat niet elk gezin over (even) veel financiële middelen beschikt.
Maak afspraken met het schoolteam. Betrek de schoolraad hierbij.
Plan betalingen best in het begin van de maand, na het toekomen van het inkomen.
Soms zijn alternatieven nodig. Een leerling die geen wandelschoenen heeft moet ook mee op tocht kunnen.
Je kan de ouderwerking stimuleren een deel van hun opbrengsten te reserveren voor mensen in financiële moeilijkheden.
Zet in het schoolreglement wat ouders kunnen doen die het financieel moeilijk hebben.
Op de tafel in de eetzaal kan gratis koud en warm water staan, zodat de drank niet op de schoolrekening moet.
Denk na over de uitstappen die je maakt. Educatieve reisjes zijn beter te verantwoorden. Misschien hebben de leerlingen zelf ook suggesties.
Als je dure uitstappen of buitenlandse reizen organiseert, zorg dan als school voor een aanvulling van het gezinsbudget.
Plan het ene jaar een goedkope schoolreis, het andere een duurdere.
Houd opgelegde turnkledij betaalbaar.
Zorg als school zoveel mogelijk zelf voor het te gebruiken materiaal.
Houd deze vragen in je achterhoofd: Is de activiteit verplicht? Waarom? Is er een alternatief?
Verplicht niet tot kopen in de schoolwinkel.
Probeer extra kosten te drukken. Laat bijvoorbeeld een leerkracht of ouder mooie klasfoto‟s nemen.
35
Klas
Ouders
Anderen
3.2
Sta toe dat bepaald materiaal van school mee naar huis genomen wordt.
Geef op voorhand een overzicht van de komende betalingen mee.
Als je als schoolteam een code rond betalingen hebt opgemaakt, pas ze dan ook toe.
Organiseer één keer per maand een verjaardagsfeest in plaats van afzonderlijke traktaties.
Spreek een vast bedrag af voor verjaardagstraktaties. Spreek bijvoorbeeld af dat een traktatie niet meer dan een bepaald bedrag per leerling mag kosten. Betrek de schoolraad hierbij.
Voorzie op regelmatige momenten koeken en/of drinken in de klas zodat ook de leerlingen die er geen (bij)hebben ook van een tussendoortje kunnen genieten. Voorzie ook versnaperingen voor kinderen van een andere cultuur en/of diabeten.
Spreek met de directeur over je moeilijkheden bij betalingen als er geen directe oplossing is. Samen kan je een oplossing zoeken.
Vraag naar een schatting van de kosten voor het komende jaar.
Het CLB kan een geschikte hulpverlener aanbieden.
Budgethulp
Signalen Ouders hebben een betalingsplan bij het OCMW, een betalingsplan op school. Houding
Benader mensen in budgethulp discreet.
Acties School
Klas
Ouders
Anderen
36
Stel voor om een individueel realistisch spaarplan voor grotere bedragen mee op te stellen.
Als ouders zelf zeggen dat ze in budgethulp zijn bij het OCMW, kan de directie de naam van de maatschappelijk assistent vragen.
De school mag niet handelen in naam van de ouders.
Leerlingen die niet deelnemen aan betalende activiteiten mogen niet gestraft worden en mogen hier ook geen toets over krijgen. Leg de verantwoordelijkheid niet bij de kinderen.
Durf vragen naar een afbetalingsplan op maat.
Breng schoolrekeningen naar je maatschappelijk assistent en wacht er niet te lang mee.
De maatschappelijk assistenten budgethulp van het OCMW kunnen de cliënt aanmoedigen de schoolrekeningen snel door te geven.
3.3
Streef als OCMW naar een samenwerking met de school.
Vermoeden bedreiging sociale zekerheid
Signalen Kindergeld/alimentatie komt onregelmatig of niet, het ziekenfonds is niet in orde. Houding
Niet alles heeft een directe oplossing of kan door de school verholpen worden. Kleine stappen (doen) zetten zijn realiteit.
Acties School
Klas Ouders Anderen
3.4
De school kan niet alles zelf opvolgen. Misschien kan het CLB of een andere dienst ingeschakeld worden bij doorverwijzing van problemen en de opvolging ervan.
Weet dat je niet alles zelf kan. Er zijn dingen waar je weinig aan kan doen, die je niet kan zien, weten of verhelpen.
Vertel aan de directie wat je probleem is als het gevolgen heeft voor de school.
Diensten kunnen streven naar een nog concretere samenwerking. De eerste dienst coördineert en blijft contactpersoon.
Als ziekenfonds kan je een informatiesessie geven in een school in plaats van in jouw vertrouwde omgeving.
Woonsituatie
Signalen Het kind woont in een bouwvallige, te kleine, niet veilige, ongezonde woning, woonwagen of instabiele woonsituatie. Houding
Niet elke leerling heeft de ruimte om zijn huistaken te maken of om op tijd en rustig te kunnen slapen. Wees daar bewust van. Let op voor vooroordelen: leven in een woonwagen staat niet noodzakelijk gelijk met gebrek aan hygiëne.
Acties School
Klas
Soms is het handig om de woonsituatie te kennen. Overweeg de mogelijkheid tot een huisbezoek.
Bespreek problemen met de ouders en zoek samen naar oplossingen.
Verschillende buurten, woonwijken en woonsituaties kunnen
37
„toevallig‟ aan bod komen in lessen over „wonen of „thuis‟.
Ouders Anderen
3.5
Moedig het kind aan om te vertellen over zijn „andere‟ woonsituatie als het dat aankan.
Probeer je schoolgaand kind structuur, voldoende slaap en genoeg hygiëne te geven.
De dienst gezinsbegeleiding van het OCMW kan hier een rol in opnemen.
Noodzakelijk meubilair
Signalen Ouders hebben andere prioriteiten, er is onvoldoende meubilair, geen plaats voor het maken van huiswerk. Houding
Ga van de basis uit.
Acties School
Klas
Ouders Anderen
38
Er moet mogelijkheid zijn tot computerwerk en internetgebruik op school als een taak verplicht met de computer te maken is.
Voorzie huiswerkbegeleiding na de schooluren (of naschoolse studie).
Een huiswerk dat inhoudelijk in orde is, maar minder fraai oogt omdat het niet op de computer gemaakt is, moet evenveel punten kunnen halen.
Laat ruimte om kinderen aan hun huiswerk te laten werken in de klas als er nog tijd over is na de les.
Geef je kind de nodige ruimte om zijn huistaken te maken.
Gezinsbegeleiding van het OCMW kan bij huisbezoeken meehelpen om meubilair te zoeken, bijvoorbeeld een tafel voor huiswerk.
De Kringwinkel van Balen heeft een aanbod tweedehandsmeubilair.
Gebruikers van digid@k, maak reclame voor digid@k, de gratis computerruimte in dienstencentrum „Den Travoo‟ in Balen. Ook zijn er drie pc‟s in het leescafé in Vrijetijdscentrum „De Kruierie‟.
Vrijwilligers zoeken die begeleiden bij het maken van huiswerk.
4 GEZIN EN SAMENLEVING 4.1
Beperkt netwerk familie, wijk en buurt
Signalen Het gezin leeft geïsoleerd, er zijn veel conflicten met medemensen, familieruzies, pesterijen. Houding
Toon begrip voor diverse achtergronden.
Acties School
Klas
Ouders
Anderen
Informatie over buurt- of familierelaties kunnen van nut zijn. Misschien is er op een inschrijvingsmoment tijd om dit te bevragen.
Je kan per schoolse activiteit moeite doen om één gezin te betrekken dat zich nog nooit liet zien, zodat hun netwerk vergroot.
Verbroken banden in gezinnen kunnen gevolgen hebben. Hou er rekening mee.
Beperk de invloed van familie en buurt op relaties tussen leerlingen onderling.
Creëer een hecht sociaal weefsel in je klas. Het vangt buitenschoolse gebrekkige relaties op.
Stimuleer buitenschoolse ontmoetingen tussen je leerlingen.
Een klasactiviteit kan doorgaan op een pleintje in een sociale woonwijk.
Betrek buurtbewoners, ouders, winkeliers bij je activiteiten.
Maak geen ruzie op school of aan de schoolpoort met andere ouders of familie.
Voorkom uitsluiting (verjaardagsfeestjes, uitnodigingen om te komen spelen, …).
Maak je als wijkwerking, jeugdbeweging, buurtwerking, ... bekend bij de doelgroep.
39
4.2
Culturele participatie
Signalen De leerling neemt weinig deel aan culturele activiteiten, is geen lid van een jeugdbeweging, sportclub of andere vereniging, werkt veel buiten schooltijd, heeft weinig hobby's, … Houding
Ga er niet te snel van uit dat alle leerlingen culturele bagage hebben.
Acties School
Klas
Ouders
Anderen
40
Voer een gezond cultuuraanmoedigend beleid.
Probeer als team het evenwicht te zoeken in het cultureel aanbod.
Je kan als school de keuze overwegen om het financiële aspect (voor sommige leerlingen) te compenseren.
Je kan overwegen om als school deel te nemen aan buitenschoolse sportactiviteiten of wedstrijden als je team dat kan dragen.
Je kan de vrijetijdscheque voor kwetsbare gezinnen promoten en aanvaarden.
Mensen met een vrijetijdspas betalen minder. Overweeg of de school bij eigen activiteiten ook een stukje bijpast.
Door gebruik te maken van de bibliotheek, vrijetijdscentra, theater, sportinfrastructuur en dergelijke toon je leerlingen waar ze moeten zijn.
Bouw culturele bagage op: breng woonstijlen, architectuur, toneel, poëzie, … in je klas.
Een atelier rond vrijetijdsbesteding kan een hulp zijn voor leerlingen. Misschien is er tijd om dat uit te werken.
Laat kinderen spreekbeurten geven over datgene wat ze graag doen. Zo kunnen andere kinderen nieuwe interesses ontdekken.
Vraag informatie over de vrijetijdscheque aan het OCMW van Balen.
Vraag waar de bibliotheek is en hoe ze werkt.
Hang zichtbaar reclame voor de vrijetijdspas.
Maak je als bibliotheek bekend en stel je reglement eenvoudig op. Voorzie begeleiding voor zwakke kinderen die moeilijkheden hebben met lezen.
Rekruteer ook vrijwilligers uit kwetsbare groepen. Begeleid ouders en kinderen bij het kiezen van speelgoed.
Promoot je jeugdbeweging, sportvereniging, …
Ziekenfonds: Voordelen kunnen aangevraagd worden bij de Ziekenkas waarbij je bent aangesloten:
4.3
o
CM en Onafhankelijk Ziekenfonds: Vrijetijd- en vakantievoordelen voor kinderen
o
Neutraal Ziekenfonds: sponsort kinderen die zich aansluiten bij een sport- of fitnessclub.
o
Socialistisch Ziekenfonds: culturele- en ontspanningsvoordelen voor kinderen
Promoot de vrijetijdscheque.
Structurering en besteding van tijd
Signalen Het kind leeft onregelmatig, hangt op straat en kijkt veel televisie Houding
Een structuurvolle, rustige houding van het schoolteam is van belang.
Acties School Klas
Ouders Anderen
Plan je welkomstmoment op maandagmorgen zo dat de kinderen het weekend achter zich kunnen laten.
Zorg voor een rustige hoek in je kleuterklas waar leerlingen kunnen bekomen van het weekend.
De begeleider van de voorschoolse opvang kan de leerlingen 's morgens laten rusten op een bedje of een zetel.
Bespreek de gevolgen van tijdsbestedingen en structuur op een individueel oudercontact.
Geef ruim de aandacht aan de thema's wereldoriëntatie rond tijdsbesef (dag en nacht), gezond leven, eten en slapen, …
Promoot educatieve tv-programma's.
Vertel na de grote vakantie over activiteiten in de onmiddellijke omgeving in plaats van over grote reizen.
Breng structuur in het leven van je kind of laat je daarbij helpen.
Als begeleider op de buitenschoolse kinderopvang kan je het kind tot rust laten komen na het weekend.
41
Deze tekening is gemaakt in het kader van het Prikkelpakket ontwikkeld door Turnhout.
42
4.4
Communicatievaardigheden
Signalen Het kind is communicatief zwak, durft niet uit te komen voor zijn/haar mening. Houding
Er zijn altijd communicatief zwakke ouders en kinderen. Hoor ook die stemmen of weet tenminste dat ze er zijn.
Acties School Klas
Ouders
Anderen
4.5
Zeg tegen ouders dat een vriendelijk briefje altijd kan.
Laat kinderen in groepjes werken om de communicatie te bevorderen.
Maak gebruik van spelletjes: stellingenspel, dialoogspel, …
Wijs de ideeënbus of een andere bus waar briefjes in kunnen en zeg waarvoor ze dient.
Methodiek „de klaspop‟: geef op vrijdag de pop en het schriftje mee naar huis met een kind. De ouders schrijven of tekenen samen met het kind de gebeurtenissen van het weekend op. Op maandag vertelt het kind wat de pop allemaal gedaan heeft.
Zet iets op papier als je het niet durft vertellen.
Maak bijvoorbeeld foto‟s in het weekend van activiteiten van je kinderen zodat zij er na het weekend over kunnen vertellen met beelden.
CLB, GON-begeleider, logopedist, jeugdbeweging, … kunnen een rol spelen in het stimuleren van sociale vaardigheden.
Omgaan met problemen
Signalen De leerling heeft moeite met grenzen, verdraagt geen opmerkingen, haakt vlug af, heeft moeite met het oplossen van conflicten, leerling revolteert, spijbelt, … Houding
Probeer begrip op te brengen voor de eigenheid van de leerling.
Acties School
Het loont om de leerling aan te moedigen om constructief om te gaan met problemen.
Oudere leerlingen kunnen tot meter of peter opgeleid worden en zo
43
fungeren als vertrouwenspersoon.
Klas
Ouders Anderen
4.6
Gebruik een heen- en weerschriftje om af en toe met de ouders te communiceren.
Stimuleer sociale vaardigheden. Oefen in de klas.
Schakel de zorgcoördinator in als er problemen zijn.
Bespreek het gedrag van de leerling op een multidisciplinair overleg (MDO) en op het oudercontact.
Probeer oorzaken van problemen te zoeken.
Zet iets op papier als je het niet durft vertellen.
Deel je informatie of werkwijze met de school.
Maak je aanbod als CLB, JAC, … bekend bij scholen, maar ook in de samenleving.
Leerling in plaats van ouders
Signalen De leerling neemt (verplicht) taken van de ouders op zich: rapport ophalen, tolken, zelf afspraken maken met de school. Houding
Heb oog voor overparentificatie (te veel verantwoordelijkheid te dragen door het kind).
Acties School
Klas
Ouders Anderen
44
Zeg duidelijk aan ouders wat er van hen verwacht wordt. Zij horen verantwoordelijkheid te nemen.
Je kan het rapport ook als een communicatiemiddel zien met de leerling. Licht het toe en stel het op in een begrijpelijke taal.
Geef de leerling mondelinge toelichting bij brieven aan ouders.
Het netwerk waarop de leerling steunt mag ook betrokken worden in de communicatie als dat met de ouders faalt. Dus eerst de ouders, maar daarna ook oudere broer, tante, …
Als ouder heb je de verantwoordelijkheid over je kind. Laat dat niet over aan anderen.
Opvoedingswinkel: informatie te verkrijgen over ouder- en kindrollen.
KOPP-kinderen Vlaanderen: informatie over overparentificatie.
5 GEZONDHEID EN VERZORGING 5.1
Lichamelijke en/of psychische klachten
Signalen De leerling is vaak ziek, bleek, vertoont tekenen van stress, heeft regelmatig verwondingen van kleine en/of grote aard, heeft vaak hoofdpijn, soms brandwonden, vaker dan anderen hoestbuien, een verkoudheid, koorts, diarree. Er zijn redenen voor een vermoeden van misbruik: fysisch, psychisch en/of seksueel. Houding
Een open en eerlijke houding tegenover ouders nodigt uit om verder te gaan met de oplossing van problemen. Neem lichamelijke klachten ernstig.
Acties School
Klas
Ouders
Anderen
Spreek de ouders aan. Dat brengt misschien al meer duidelijkheid of zelfs een oplossing.
Werk samen met het CLB, de vertrouwenarts en/of de sociale dienst van de politie.
Signaleer “verdachte” verwondingen, afwezigheden en zaken waar je je zorgen over maakt aan de directie.
Een positief gesprek met de leerling brengt misschien al meer informatie.
Werk aan een oplossing om pestgedrag te voorkomen.
Praat erover met een betrouwbare collega, de zorgcoördinator, de directie of een CLB-begeleider. Het is te zwaar om alleen te dragen.
Je mogelijke twijfels bij het opvoeden van je kind (straffen en belonen, slapen, regels volgen, …) kan je best vertellen aan iemand die je vertrouwt. Zoek hulp bij het OCMW, het CLB, het CGG, je dokter, de school of de opvoedingswinkel als je het alleen niet meer ziet zitten.
Doe als externe dienst (bv. vertrouwensarts) nazorg bij de leerkracht die een doorverwijzing deed.
45
5.2
Opvolgen van adviezen van (para)medische aard
Signalen Het duurt lange tijd vooraleer het kind op consultatie gaat, het krijgt onregelmatig medicatie, medisch advies wordt onvoldoende opgevolgd, dikwijls gaat men geen tweede keer terug op consultatie wanneer het toch nodig is, men gebruikt andere middeltjes vooraleer een gespecialiseerde persoon of dienst te raadplegen, geeft geen gevolg aan een verwijzing naar de tandarts, oogarts, orthopedist, … Houding
Oog hebben voor datgene dat men wel probeert en doet. Met een open en niet-defensieve houding kom je ver.
Acties School
Klas Ouders
Anderen
46
Probeer contact te zoeken met de ouders.
Licht de mogelijke gevolgen voor kinderen toe aan hun ouders als de adviezen van bv. de dokter niet opgevolgd (kunnen) worden.
Bij sessies over gezondheid: dergelijke zaken benadrukken en duidelijk weergeven.
Vraag hulp aan het CLB, een gezinsbegeleider, een vertrouwenspersoon, … bij de aanschaf van een bril, steunzolen, enz. als je het niet alleen kan of weet.
Het CLB kan activiteiten organiseren die inspelen op behoeften van ouders: een voedingsdeskundige die gezonde voeding mee komt klaarmaken, een tandarts die vertelt over goede tandverzorging, …
Informeer ouders en scholen over bv. voeding voor diabeten.
Houd informatiedagen om kennis te verspreiden.
5.3
Kleding, schoeisel, hygiëne
Signalen De kleding van de leerling wisselt zelden, is vuil en wordt niet vaak gewassen, past niet bij het seizoen, is ongestreken, de schoenen zijn te groot of te klein, een gebrekkige hygiëne laat zich opmerken doordat een leerling onverzorgd is, niet fris ruikt, soms luizen heeft, een onverzorgd uiterlijk heeft en/of geen tandhygiëne heeft Houding
Sta open voor afwijkende kledij, culturele en religieuze symbolen. Heb begrip voor de situatie en ondersteun waar mogelijk.
Acties School
Klas
Ouders
Anderen
Spreek hierover met de ouder(s), ook al is het een gevoelig onderwerp.
Voorzie reservekleding op school.
Neem initiatieven met de ouderwerking. Doe eerst navraag bij ouders of ze aanstoot nemen aan het schenken van kleding of schoeisel.
Pak het luizenprobleem grondig aan. Luizen wijzen niet op een gebrek aan hygiëne, geef niet de verkeerde boodschap.
Laat een (school)dokter op regelmatige tijdstippen de leerlingen controleren op luizen of schakel ouders hiervoor in.
Leer leerkrachten neten, luizen en teken herkennen en zorg ervoor dat ze geïnformeerd zijn over de behandelingswijze.
Sta bij lessen over gezondheid en hygiëne bijvoorbeeld stil bij het thema „luizen‟: wat zijn het, wat doen ze, wanneer krijg je ze, wat kan je er tegen doen, …
Informeer jezelf. Zoek hulp bij een vertrouwenspersoon van het CLB, CGG, je dokter, de school, de opvoedingswinkel, … als je het alleen niet meer ziet zitten.
Vertrouwenspersonen van het gezin kunnen een doorverwijzing doen naar het OCMW.
Verdeel als CLB je nieuwe kleurenfolder over de behandeling van luizen.
Doe beroep op de diensten van het OCMW, zoals gezinsbegeleiding en gezinszorg.
47
5.4
Voeding
Signalen De leerling eet weinig gezond voedsel, „vergeet‟ vaak boterhammen, eet (bijna) nooit bruin brood, een warme maaltijd wordt vaak overgeslagen, er is veelvuldig frituurbezoek, het komt vaak voor dat de leerling geen ontbijt heeft gehad, enkel zoet beleg bij heeft, chips, snoep of koffiekoeken, … als middagmaal bij heeft. Houding
Heb begrip voor de situatie en ondersteun waar mogelijk.
Acties School
Klas
Ouders Anderen
48
Je kan als schoolteam afspreken dat ongezond eten mee terug naar huis gaat (bv. bij afspraak droge koek of fruit tijdens de speeltijd, gaat de chocoladereep mee terug naar huis).
Je kan tijdens de speeltijd eenzelfde koek of drankje voor iedereen voorzien.
Je kan een noodlunch of wat extra soep voorzien voor wie geen eten bij heeft.
Water op de tafel in de eetzaal kost niet veel en is gezond.
Voorzie gezonde alternatieven in de automaat of schoolwinkel.
Zorg voor een gezond aanbod in het schoolrestaurant.
De automaat of schoolwinkel kan zorgen voor gezonde alternatieven.
Neem deel aan het project Tutti Frutti.
Kijk of je voorstellen van de ouder- of leerlingenraad kan inburgeren als het om gezond eten gaat.
Een keer samen ontbijten op school is plezierig en leerrijk tegelijk.
De lessen over gezonde voeding zouden verder moeten lopen dan een projectweek.
Als je klassikaal een verjaardagstraktatie maakt, promoot dan gezonde dingen.
Geef zelf het goede voorbeeld op een uitstap als je samen met de leerlingen eet.
Als je een traktatie meegeeft, hou ze dan gezond en/of maak ze zelf.
Neem eens een kijkje op de website van Tutti Frutti: www.fruit-opschool.be
6 HULPVERLENING 6.1
Hulpverleners
Signalen Welke hulp is al aanwezig in het gezin? Is er een professioneel netwerk aanwezig? Is er gespecialiseerde hulp nodig? Houding
Sta open voor samenwerking met hulpverleners. Wees open over contacten met hulpverleners en hanteer geen „verborgen agenda‟. Wees discreet. Heb oog voor de rol en de plaats van hulpverlening in het leven van mensen.
Acties School
Klas
Ouders Anderen
Zet op rekeningen: „Bezorg deze brief aan jouw maatschappelijk assistent als je in budgethulp bent‟.
Bevraag bij inschrijving aan de ouders waar de rekeningen moeten terecht komen.
Zorg ervoor dat er een sociale kaart van hulpverleners uit de regio beschikbaar is voor leerkrachten en ouders.
Probeer een beeld te krijgen van de hulpverleners die actief zijn in de gezinnen.
Informeer de leerkrachten over beschikbare hulpverleners.
Kijk welke taak je als school kan opnemen in samenwerkingsverbanden.
Schakel geen hulpverleners in zonder het met de ouders besproken te hebben.
Probeer een beeld te krijgen van hulpverleners die actief zijn in de gezinnen van leerlingen. Wees hierin discreet.
Kijk welke taak je als leerkracht kan opnemen in samenwerkingsverbanden.
Schakel geen hulpverleners in zonder het met de ouders besproken te hebben.
Meld welke hulpverleners in jouw gezin actief zijn, als het de schoolloopbaan van je kind ten goede komt.
Er is best contact tussen diensten die aan gezinsbegeleiding doen. Neem hier als hulpverlener initiatief in.
Denk aan nazorg, zodat de school daar niet naar moet vragen.
49
6.2
Geef als hulpverlener een overzicht van uw mogelijkheden aan elke leerkracht. Bespreek waarvoor en hoe ze beroep kunnen doen op uw dienst. Duidelijke informatie voorkomt misverstanden.
Hulpverleners kunnen functioneren als brugfiguur naar het gezin.
Het CLB zou een neutrale brug moeten zijn tussen school en ouders enerzijds en school en het sociaal netwerk anderzijds.
Een CLB met standplaats in de school bevordert netwerkvorming.
Als hulpverlener kan je eens naar de mensen stappen in plaats van de mensen naar jou. Organiseer ondersteuning op school in plaats van op jouw dienst.
Vertrouwensfiguren
Signalen Zijn er vertrouwensfiguren voor het gezin en de leerlingen? Bevinden die vertrouwensfiguren zich binnen of buiten de school? Houding
Wees discreet. Ga ervan uit dat iedereen de mogelijkheid moet hebben om in een vertrouwde omgeving zijn verhaal te doen.
Acties School
Klas
Ouders Anderen
50
Vertrouwensfiguren kunnen functioneren als brugfiguur.
Een (team van) vertrouwensleerkrachten is nodig op school.
Stel zorgleerkrachten aan die onder andere als vertrouwenspersoon fungeren voor leerlingen. Dit kan drempelverlagend werken voor kinderen.
Vertrouwensfiguren kunnen functioneren als brugfiguur.
Licht leerlingen in over het bestaan van het JAC en over de werking ervan.
Leeftijdsgenoten spelen een grote rol. Moedig leerlingen aan om steunpilaren te zijn voor elkaar.
Leid de laatstejaars op tot vertrouwensleerlingen. Een peter- en metersysteem waarbij oudere leerlingen de jongere leerlingen wegwijs maken en hun vertrouwenspersoon zijn.
Laat weten waar en wanneer je er bent voor je leerlingen.
Moedig leerlingen aan om een vertrouwensleerkracht te spreken bij te grote problemen.
Moedig uw kind aan om naar de vertrouwenspersoon te stappen wanneer het problemen heeft.
Er bestaan opleidingen van het JAC om leerlingen te steunen die "jeugdadviseur" willen worden. Promoot ze.
CONTACTGEGEVENS Bibliotheek
Centrum Basiseducatie Kempen
Adres: Alfons Dierckxstraat 11 2490 BALEN Tel: 014/81 37 30 Adres: Kollegestraat 21 2440 GEEL Tel: 014/59 26 50 E-mail:
[email protected] Website: www.basiseducatiezuiderkempen.be Voor het gemeenschapsonderwijs Adres: Smallestraat 11 2400 MOL
CLB-GO Kempen (vestiging Mol)
Tel: 014/ 31 18 19 Fax: 014/ 32 02 59 E-mail:
[email protected] Openingsuren: 8u30 – 12u00 en 13u00 – 16u30 Contact buiten openingsuren mogelijk na afspraak Voor vrije basisscholen van de grote regio Mol Adres: Edmond Van Hoofstraat 8 2400 MOL
CLB-Kempen (vestiging Mol)
Tel: 014/33 76 20 Fax: 014/33 76 29 E-mail:
[email protected] Website: www.clb-kempen.be/vestigingen/mol Openingsuren: Maandag tot en met vrijdag 9u00 - 12u00 en 13u00 - 16u30
51
’t Kruierke vzw Adres: Waterstraat 49 2490 BALEN Tel: 0496/99 24 68 E-mail:
[email protected] Website: www.kruierke.be Buurtwerk Jongeren Wezel Adres: Balen-Neetlaan 14 2490 BALEN Tel: 014/81 39 70 E-mail:
[email protected] Website: www.bwj.be Chiro ‘t Olmke Adres: Polderstraat 2491 BALEN-OLMEN Tel: 0499/20 13 40 E-mail:
[email protected]
Jeugd
Chiro Hulsen ‘t Ravotterke Adres: Hulsen 80 2490 BALEN Tel: 0494/93 67 41 E-mail:
[email protected] Website: www.chirohulsen.be Chiro Rosselaar Adres: Korenhoeve 2490 BALEN Tel: 0497/66 81 36 E-mail:
[email protected] Chiromeisjes Albatros Wezel Adres: Kortestraat 3 2490 BALEN Tel: 0497/13 72 21 E-mail:
[email protected] Chiromeisjes Balen Centrum Adres: St.-Andreasstraat 2 2490 BALEN E-mail:
[email protected]
52
Jeugd Rode Kruis Adres: Schoolstraat 13/3 2491 OLMEN Tel: 014/81 50 33 Jeugdcentrum Biesakker Adres: St.-Andreasstraat 2 2490 BALEN Tel: 014/81 29 07 E-mail:
[email protected] Website: www.jcbiesakker.tk KLJ Balen Adres: Sint-Andreasstraat 2 2490 BALEN Tel: 014/81 62 15 E-mail:
[email protected] Website: www.kljbalen.tk
Jeugd
KSA Balen Adres: St.-Andreasstraat 2 2490 BALEN Tel: 014/86 62 11 E-mail:
[email protected] Website: www.ksabalen.be KSJ ‘t Stotertke Adres: Stotert 2491 OLMEN-STOTERT E-mail:
[email protected] Speelpleinen Biesakker Balen vzw Adres: St.-Andreasstraat 2 2490 BALEN Tel: 014/81 29 07 E-mail:
[email protected] Website: www.speelpleinbiesakker.be Speelpleinen Olmen Malpertuus Adres: Bosstraat 22 2491 BALEN-OLMEN Tel: 0495/15 60 75 E-mail:
[email protected]
53
Consultatiebureau voor het jonge kind
Kind & Gezin
Adres: Gustaaf Wouterstraat 11 2490 BALEN Tel: 014/81 24 29 Adres: Veststraat 60 2490 BALEN Tel: 014/82 98 48
OCMW Balen
Praatpunt Mol
E-mail:
[email protected] http://www.ocmwbalen.be/ Openingsuren: Maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag: 9u00 – 11u30 Donderdag: 13u00 – 17u30 Je spreekt en begrijpt al een beetje Nederlands? Je wil graag je Nederlands verder oefenen in een kleine groep van mensen? Tel: 014/31 69 18 E-mail:
[email protected] Sportcomplex Bleukens Adres: Hoolsterberg 36 2490 BALEN Tel: 014/82 93 80 Sporthal GT Keiheuvel Adres: 17de Escadrille Lichtvliegwezenlaan 2 2490 BALEN
Sport
Tel: 014/81 20 30 Keiheuvel Bowling Adres: Gerheide 48 2490 BALEN Tel: 014/81 20 93 Overdekt zwembad Keiheuvel Adres: Kapelstraat 3 2490 BALEN Tel: 014/81 08 25
54
Vrijetijdscentrum De Kruierie Vrijetijdscheque
Wablieft
Wijkwerking Politie
Adres: Bevrijdingsstraat 1 2490 BALEN Tel: 014/82 92 30 Zie OCMW Balen Zie vrijetijdscentrum De Kruierie Tel: 015/44 65 12 E-mail:
[email protected] Website: www.wablieft.be Wablieft maakt deel uit van de vzw Vocvo, het Vlaams Ondersteuningscentrum voor het Volwassenenonderwijs. Website: www.vocvo.be Adres: Molenstraat 58 2490 BALEN Tel: 014/33 37 70
55
56
ACTIEPLAN SIGNAALLIJST KANSARMOEDE NAAM LEERLING:
……………………………………………………………….
KLAS LEERLING:
……………………………………………………………….
DATUM:
……………………………………………………………….
1. SIGNALEN KANSARMOEDE (duid aan welke signalen van toepassing zijn) a. GEZINSACHTERGROND samenstelling
opleiding ouders
lichamelijke/psychische moeilijkheden
verblijfssituatie
werksituatie ouders
etnische/culturele achtergrond
verleden ouders
schoolloopbaan ouders
opvoedingsklimaat
veelvuldig afwezig/te laat
leerprestaties
niet/laattijdig betalen
frequente schoolwissel
taalvaardigheid
schoolbetrokkenheid
sociale integratie
communicatie ouders - school
administratie
leerhouding
gedrag kind - school
b. GEZIN EN SCHOOL
c. FINANCIELE DRAAGKRACHT vervangingsinkomen
bedreiging sociale zekerheid
budgethulp
woonsituatie
noodzakelijk meubilair
d. GEZIN EN SAMENLEVING beperkt netwerk
structurering en besteding van tijd
omgaan met problemen
culturele participatie
communicatievaardigheid
leerling i.p.v. ouders
e. GEZONDHEID EN VERZORGING lichamelijke/psychische klachten
kleding, schoeisel, hygiëne
voeding
opvolgen (para)medische adviezen f.
HULPVERLENERS
hulpverleners
vertrouwensfiguren
57
2. OMSCHRIJVING SITUATIE EN OPGEMERKTE SIGNALEN ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
3. TE ONDERNEMEN EN/OF ONDERNOMEN ACTIES ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
4. EVALUATIE VAN DE ONDERNOMEN ACTIES (zijn de acties geslaagd? Waarom wel/niet?) ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
5. VERVOLGACTIES EN/OF BIJSTURING VAN DE ONDERNOMEN ACTIES ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………
58