Een op de drie
e
Feiten over film & literatuur in Nederland in de 20 eeuw. Hans van Driel (Universiteit van Tilburg)
[email protected] 1.
Inleiding
Elk nieuw medium ontwikkelt zich tot een vertellend medium of heeft in elk geval de mogelijkheden van verhalen vertellen onderzocht. Dat gold ook voor het nieuwe medium film dat in 1895 zijn intrede deed. Natuurlijk is de speelfilm originele scenario's gaan produceren, maar het medium is vele van zijn verhalen aan het theater en de roman blijven ontlenen, ook in Nederland. En literatuurverfilmingen blijken geen windeieren te leggen. Denk aan de Oscarnominaties. Nederland is een klein filmland met een filmproductie die jaarlijks het aantal van 20 speelfilms zelden overstijgt. Des te opmerkelijker is het, dat de Nederlandse speelfilm verschillende keren een rol heeft gespeeld bij de Oscar in de categorie "Foreign Language Film” die vanaf 1956 jaarlijks wordt uitgereikt. Tot nu toe werd zesmaal een Nederlandse film genomineerd in deze categorie en driemaal kreeg een Nederlandse film de Oscar daadwerkelijk uitgereikt. Jaar
Film
Regisseur
1959 1973 1986 1995 1997 2004
Dorp aan de rivier Turks Fruit De aanslag * Antonia * Karakter * De tweeling
Fons Rademakers (1920-) Paul Verhoeven (1938-) Fons Rademakers (1920-) Marleen Gorris (1952-) Mike van Diem (1959-) Ben Sombogaart (1947-)
* De genomineerd film won de oscar.
Figuur 1. Oscar-genomineerde Nederlandse films in de categorie “Foreign Language Film”. Alleen Antonia is gebaseerd op een origineel scenario. Het scenario van de overige vijf genomineerde films betreft de adaptatie van een Nederlandstalige roman. Blijkbaar slaan literatuurverfilmingen aan, als het gaat om Osar-nominaties van Nederlandse speelfilms. Natuurlijk kan dit toeval zijn, maar dan is het wel een opmerkelijk toeval. In deze bijdrage wil ik het verschijnsel ‘film & literatuur’ in Nederland bespreken. Ik vang aan rond 1911/1912, de periode waarin de eerste Nederlandse film van enige lengte wordt geproduceerd, namelijk De bannelingen, geregisseerd door Léon Boedels en gebaseerd op het toneelstuk Vera, or the Nihilists (1880) van Oscar Wilde (1854-1900). Ik eindig in 1999, het jaar waarin de 20e eeuw wordt afgesloten. Hierbij komen de volgende vier vragen aan bod: a. b. c. d. 2.
Wat verstaan we onder een Nederlandse film en hoeveel ervan zijn literatuurverfilmingen? Welke Nederlandstalige auteurs zijn vaak verfilmd? Welke regisseurs verfilmen met name Nederlandstalige literatuur? Hoe kunnen we het verschijnsel ‘film & literatuur’ verklaren? De Nederlandse film en de literatuurverfilming e
Om de verhouding tussen de totale Nederlandse filmproductie in de 20 eeuw en de films die zijn gebaseerd op Nederlandstalige literatuur te kunnen achterhalen, zijn twee overzichten nodig, namelijk een overzicht van de Nederlandse filmproductie en een overzicht van verfilmingen van Nederlandstalige literatuur.
1
Overzicht van Nederlandse filmproducties Het blijkt niet gemakkelijk om een overzicht van de totale Nederlandse filmproductie te verkrijgen. De belangrijkste oorzaak vormt de niet adequate filmarchivering aan het begin van de 20e eeuw. Hierdoor zijn vele films verloren gegaan alsook schriftelijke bronnen waaruit het bestaan van bepaalde films zou kunnen worden afgeleid. Anderzijds is ook niet altijd duidelijk wat we onder een Nederlandse filmproductie moeten verstaan. Wanneer in 1991 de film Prospero's Books van de Engelse regisseur Peter Greenaway (1942-) het Gouden Kalf wint voor de beste Nederlandse lange speelfilm op het Nederlands Film Festival (URL 1), bereikt de identiteitsdiscussie een climax. De producenten waren weliswaar Nederlanders, maar niet de regisseur en de hoofdrolspeler John Gielgud (1904-2000). De voorlopige uitkomst van de discussie is dat een film als een Nederlandse film wordt beschouwd, wanneer hij minimaal 14 punten scoort uit de volgende lijst van 16 aandachtspunten: a. Enige producent is Nederlands b. Zo nee, Nederlandse co-producent
4
c. Nederlandse regisseur d. Nederlandse scenarioschrijver
4
(2) 2
e. Nederlands gegeven f. Voor belangrijk deel Nederlands gesproken
2
g. Nederlandse componist h. Nederlandse hoofdrol
1
2 2
i.
Twee andere Nederlandse rollen
2
j.
Cameramna/vrouw is Nederlands
1
k. Geluid en/of mixage (idem) l. (Beeld)montage (idem)
1
m. Production Design (idem) n. Voor belangrijk deel in Nederland gedraaid
1
o. Laboratorium is in Nederland p. Realiseringsbijdrage van Cobo- of Stimuleringsfonds of Ned. Fonds v.d. Film
1
q. 50% van de financiering van de film is uit Nederland afkomstig r. Meer dan 3 leden van de ondersteunende crew zijn Nederlands
1 1 1 2 1 TOTAAL: 29
Figuur 2.
Een film moet 14 of meer scoren om als Nederlands te worden aangemerkt.
Zo lossen we identiteitsproblemen op. Uiteindelijk heb ik voor een overzicht van Nederlandse filmproducties gebruik gemaakt van twee bronnen, namelijk de filmografie van René van Dam (URL 2) en de Nederlandse Film Database, een initiatief van Filmmuseum, het Nederlands Film Festival, Holland Film en het Film Fonds (URL 3). Overzicht van literatuurverfilmingen Een overzicht van films die gebaseerd zijn op Nederlandstalige literatuur heb ik zelf samengesteld en bijgehouden (URL 4). Het overzicht is toegankelijk op boek (auteur, boektitel, jaar van publicatie) en op film (regisseur, filmtitel, jaar van vertoning). Als uitgangspunt voor de database fungeert de literatuur uit Nederland en Vlaanderen. Ook bevat ze gegevens over niet-Nederlandse en niet-Vlaamse filmproducties, mits deze zijn gebaseerd op Nederlandstalige literatuur. Speelfilms in relatie tot Nederlandstalige literatuur Vanaf 1912 tot en met 1999 zijn volgens het overzicht van René van Dam bijna 800 Nederlandse speelfilms geproduceerd. Hiervan zijn er ruim 290 gebaseerd op Nederlandstalige literatuur, hetgeen neerkomt op ongeveer 35 % van het totaal. Gebruik ik de Nederlandse Film Database, dan zouden 680 Nederlandse speelfilms zijn geproduceerd t/m 1999. Hiervan zijn er bijna 250 gebaseerd op een literair werk, hetgeen ook overeenkomt met circa 35 %.
2
Percentueel blijkt het dus weinig uit te maken van welk overzicht we gebruikmaken. We kunnen veilig stellen dat in de 20e eeuw ruim één op de drie Nederlandse speelfilms is gebaseerd op een Nederlandstalig literair werk (figuur 3).
30
numbers
25 20 total of Dutch films based on literature
15 10
1992
1984
1976
1968
1960
1952
1944
1936
1928
1920
0
1912
5
year Figuur 3.
Nederlandse filmproductie (1912-1999) gerelateerd aan het aantal literatuurverfilmingen.
In de periode 1927 - 1933 zien we een daling van Nederlandse filmproducties. De crisisjaren en de overgang naar de geluidsfilm zijn hier ongetwijfeld debet aan geweest. Vanaf 1934 bloeit de productie op, een periode die samenvalt met het begin van de geluidsfilm in Nederland. In 1934 werd de eerste avondvullende Nederlandse geluidsfilm vertoond, namelijk Willem van Oranje, geregisseerd door Jan Teunissen (1898-1975). Een tweede daling zien we vanaf 1940 wanneer in Nederland de Tweede Wereldoorlog plaatsvindt. De Nederlandse filmproductie blijft in aantal erg schommelen tot de jaren zeventig. Vanaf dan overstijgt de filmproductie in Nederland meestal de 10 titels. Overigens blijft de 1/3 - verhouding van literatuurverfilming/Nederlandse speelfilm gedurende de periode 1912-1999 vrijwel gelijk, al zien we een opleving in de jaren zeventig. In die periode bewerkt met name Paul Verhoeven boeken tot films die tot de meest bezochte ooit behoren (zie figuur 7). Overigens, vanaf het jaar 2000 t/m september 2004 zijn 43 speelfilms uitgebracht die e zijn gebaseerd op Nederlandstalige literatuur en zijn er ruim 40 in voorbereiding. Ook in de 21 eeuw blijkt de uitdaging om literatuur te verfilmen voort te bestaan. 3.
Feiten over 'Film & Literatuur in Nederland'
Het overzicht 'film & literatuur in Nederland' kan via twee invalshoeken worden geraadpleegd: vanuit de literatuur (we spreken dan van verfilmde literatuur) en vanuit de film (we hebben het over literatuurverfilmingen). Verfilmde literatuur In de periode 1912-1999 werd in binnen- en buitenland ruim 290 keer een werk van ongeveer 180 verschillende Nederlandstalige auteurs verfilmd. De top van verfilmde auteurs t/m 1999 ziet er als volgt uit:
3
Auteur
Aantal verfilmingen
Jan de Hartog (1914-2002) Anne Frank (1929-1945) Gerard Reve (1923-) Hugo Claus (1929-) Remco Campert (1929-) Heere Heeresma (1932-) W.F. Hermans (1921-1995) C. Joh. Kieviet (1858-1931) Simon Vestdijk (1898-1971) Jan Wolkers (1925-) Figuur 4.
8 7 7 6 5 5 5 5 5 5
Top van Nederlandstalige auteurs van wie t/m 1999 werken zijn verfilmd.
Hoe vroeger een auteur is geboren, des te meer werken zou hij op zijn naam hebben kunnen staan en des te meer zou hij in aanmerking kunnen komen om verfilmd te worden. Deze redenering verklaart gedeeltelijk waarom vele werken zijn verfilmd van auteurs die voor WO II zijn geboren. In deze reeks is C. Joh. Kieviet relatief onbekend. Hij is auteur van de Dik Tromboeken waarvan er vijf door één regisseur, namelijk Henk van der Linden, zijn verfilmd. Mariken van Nieumeghen en Elckerlyc zijn de oudste Nederlandse verhalen ooit verfilmd. Jos e Stelling verfilmde de Middeleeuwse vertellingen respectievelijk in 1974 en 1975. De 17 en e 18 eeuw hebben de Nederlandse filmmakers niet geïnspireerd. De Vlaming Hendrik Conscience (1812-1883) blijkt de eerste Nederlandstalige auteur van wie werken zijn verfilmd. De Leeuw van Vlaanderen uit 1838 was voor Hugo Claus in 1984 aanleiding voor e een verfilming. Conscience bevindt zich in het gezelschap van elf andere 19 eeuwse auteurs, onder wie Multatuli (1820-1887) van wie Max Havelaar uit 1859 door Fons Rademakers in 1976 als basis werd genomen voor een verfilming. Literatuurverfilmingen In Nederland en in het buitenland hebben bijna 180 verschillende regisseurs de verfilming van een Nederlandstalig boek of theaterstuk op hun naam staan. Tot en met 1999 regisseerden zij tezamen ruim 290 films die gebaseerd zijn op literaire werken. Hiervan zijn bijna 20 films niet afkomstig uit Nederland of België. Met name Jan de Hartog blijkt in het buitenland een populaire auteur te zijn geweest. In de jaren vijftig en zestig zijn acht titels van hem verfilmd, met name in de Verenigde Staten. In Nederland zelf is overigens niet één titel van hem verfilmd voor de bioscoop. Ook de dagboeken van Anne Frank zijn in het buitenland veelvuldig verfilmd – zeven zijn er mij bekend -, zowel voor de bioscoop als voor de televisie. De top van Nederlandse regisseurs die t/m 1999 boeken hebben verfilmd, ziet er als volgt uit: Regisseur
Aantal literatuurverfilmingen
Frans Weisz (1938-) Maurits Binger (1868-1923) Walter van der Kamp (1926-) Henk van der Linden (1925-) Fons Rademakers (1920-) Jos Stelling (1945-) Ronald Verhavert (1927-) Paul Verhoeven (1938-) Figuur 5.
12 11 6 6 6 5 5 5
Top van regisseurs die t/m 1999 Nederlandstalige werken hebben verfilmd.
Ook hier geldt dat een vroeg geboren filmregisseur meer literatuurverfilmingen op zijn naam zou kunnen hebben staan dan een jongere. Het behoeft derhalve nauwelijks te verbazen dat vrijwel alle regisseurs behoren tot de vooroorlogse generatie.
4
Regisseur Oscar Tourniaire (1880-1939) heeft de eerste verfilming van Nederlandse literatuur van enige lengte op zijn naam staan. In 1912 verfilmde hij Roze Kate, of het treurspel der smeden, een toneelstuk uit 1893 van Nestor de Tière (1856-1920). Toneelstukken waren in het begin van de filmgeschiedenis overigens erg in trek bij filmmakers. Van de eerste veertien literatuurverfilmingen in Nederland – we spreken dan over de periode 1912-1920 - waren er negen gebaseerd op een toneelstuk. Toppers waren Herman Heijermans (1864-1924) met Op hoop van zegen (1900) en Schakels (1903), en de inmiddels onbekende Adriaan van Riemsdijk (1878-1930) van wie drie titels tot de eerste veertien theaterverfilmingen behoren. Die populariteit van het theater is verklaarbaar. Het nieuwe medium film kon - zoals elk nieuw medium - in den beginne moeilijk anders dan uitingen van vertrouwde media imiteren (zie Van Driel, 2004). Natuurlijk kwam hiervoor de opvoeringkunst van het theater erg in aanmerking. Theater voert, zoals in film, een verhaal op met acteurs in een bepaalde ruimte gedurende een bepaalde tijd. Meestal zijn toneelstukken al onderverdeeld in bedrijven en scènes, en vele toneelstukken hebben hun succes reeds bewezen in het theater. Op p. 34 geef je aan dat de populariteit van het theater in de film verklaarbaar is. Mijn kanttekening daarbij is: o.k. maar dan wel vanaf de periode die je onderzoekt, d.w.z. vanaf 1911/12. Want voor de eerste jaren van de Nederlandse filmproductie focust men w.b. de fictiefilm op het variétéleven en nauwelijks op het officiële theater. Nederland wijkt daarmee niet af van het internationale aanbod. Pas rond 1909 verandert de zaak met film d'art-achtige films als De Greep. Zowel het film d'art-fenomeen, de steeds grotere nadruk op narratie i.p.v. attractie, de vestiging van vaste bioscopen met daarbinnen de hierarchisering in luxe bioscopen en buurtbioscopen, als de doorbraak van de lange speelfilm zorgen voor een "gentrification" van het medium, waarbij de inzet van zowel literatuur als basis en theateracteurs als trekkers een belangrijke rol spelen (Ivo Blom, mail van 03-12-2004) Dit laatste brengt mij ten slotte op de vraag hoe we het verschijnsel film & literatuur in Nederland kunnen verklaren. Waarom hebben zovele filmmakers een voorkeur om literatuur te verfilmen? 4.
De voorkeur om literatuur te verfilmen
Ruim eenderde van alle Nederlandse filmproducties zijn gebaseerd op Nederlandstalige literatuur. Voor deze voorkeur om Nederlandstalige literatuur te verfilmen zijn vier redenen te geven. Kwaliteitsgarantie De kwaliteitsgarantie van een scenario dat gebaseerd is op een literair werk, is meer gewaarborgd dan bij een oorspronkelijk scenario. Filmproducent Frans Rasker in de Volkskrant van 2 mei 1986 formuleert dit aldus: Voor een goede film heb je een goed verhaal nodig. Dat is moeilijk te verzinnen. Filmers kunnen dat niet, dat is hun vak niet. Het schrijven van een oorspronkelijk verhaal kost minstens een jaar. Daarna moet het meestal nog eens herschreven, bewerkt, dat kost opnieuw maanden. Zo'n investering in een scenarioschrijver is een groot risico, want je weet absoluut niet of het ten slotte een te verfilmen scenario oplevert. Het voordeel van een boek is dat er al een eindproduct is. Een origineel scenario is eigenlijk maar een halffabrikaat, het product is pas klaar als de film gedraaid is. Maar dan valt er niets meer aan te doen.
Ook filmproducent Rob Houwer (1937-) ziet voordelen aan het verfilmen van boeken. In dezelfde krant zegt hij: Een schrijver heeft zich zeer lang bezig gehouden met de karakters met de psychologie van de figuren. Scenarioschrijvers hebben daar geen tijd voor. Van een boek kun je als producent gecharmeerd raken, dan heb je meteen al iets in handen.
5
Stijging boekverkoop Uitgeverijen zijn om economische redenen gecharmeerd van literatuurverfilmingen. Uit een enquête die het inmiddels verdwenen Nederlandse filmtijdschrift SKOOP in 1983 (meer recente cijfers heb ik niet tot mijn beschikking) liet uitvoeren bleek dat 17 % van de bezoekers van een verfilming van Nederlandstalige literatuur na afloop van de filmvertoning het boek ging lezen. Een verfilming blijkt dus een positieve invloed te hebben op het lezen van het boek dat eraan ten grondslag ligt. Dat geldt ook voor de verkoop. Ik geef als voorbeeld de verkoopcijfers t/m 1987 van drie boeken voor en na de verfilming:
6
Auteur
Boek
Tot verfilming
Na verfilming
S. Vestdijk
Pastorale '43
1948-1978: 3.000
1978-1987: 30.000
W.F. Hermans
De donkere kamer van Damocles 1958-1963: 25.000
1963-1987: 60.000
M. 't Hart
Een vlucht regenwulpen
1981-1987: 350.000
Figuur 6.
1978-1981: 200.000
Verkoopcijfers t/m 1987 van drie boektitels voor en na de verfilming.
Ook de hedendaagse tendens bij uitgeverijen om boektitels na de verfilming opnieuw uit te brengen in een zogenaamde filmeditie ondersteunt de verklaring, dat een boekverfilming een positieve invloed kan hebben op de verkoop van het desbetreffende boek. Positieve invloed op filmbezoek Uit hetzelfde onderzoek van SKOOP bleek dat ruim eenderde van de bezoekers van een verfilming van Nederlandstalige literatuur speciaal de bioscoop bezocht had, omdat de film een boekverfilming betrof. Dat literatuur & film wat bezoekcijfers betreft iets met elkaar te maken hebben, blijkt ook uit de top 10 van de meest bezochte Nederlandse speelfilms (URL 5): zeven filmtitels zijn literatuurverfilmingen. Uitbreng Bezoek (x 1000) 1.* 2.* 3.* 4.* 5. 6. 7.* 8. 9.* 10.*
Turks Fruit (Paul Verhoeven) Fanfare (Bert Haanstra) Ciske de Rat (Wolfgang Staudte) Wat zien ik? (Paul Verhoeven) Blue Movie (Wim Verstappen) Flodder (Dick Maas) Keetje Tippel (Paul Verhoeven) Alleman (Bert Haanstra) Ciske de Rat (Guido Pieters) Soldaat van Oranje (Paul Verhoeven)
1972 1958 1955 1971 1971 1986 1975 1963 1984 1977
3.338 2.636 2.433 2.359 2.335 2.314 1.829 1.665 1.593 1.547
* film is gebaseerd op Nederlandstalige literatuur
Figuur 7.
Top 10 van de meest bezochte Nederlandse speelfilms
Regisseur Paul Verhoeven heeft vier literatuurverfilmingen in deze top 10 staan en het boek Ciske de Rat uit 1941 van Piet Bakker (1897-1960) is de basis geweest voor twee films. Weerstand tegen veramerikanisering Een laatste verklaring voor een voorkeur voor literatuurverfilmingen zouden we kunnen zoeken in het grote aandeel van buitenlandse, met name Amerikaanse films in Nederland. Literatuurverfilmingen zouden een tegenwicht kunnen bieden aan de veramerikanisering van de Europese samenleving. De Nederlandse Federatie voor de Cinematografie publiceert jaarlijks kerncijfers over de speelfilmsituatie in Nederland (URL 5). Ik geef enkele cijfers over de jaren 1997 en 2000.
7
filmtitels 1997 2000 Nederland Europa (incl. NL)
filmtitels in % (afgerond) 1997 2000
25 80
28 122
11 % 35 %
10 % 45 %
USA overig
130 17
116 34
57 % 8%
43% 12 %
Totaal
227
272
100 %
100 %
Figuur 8.
Het filmaanbod in Nederland gerelateerd aan herkomst.
Hoewel de afgelopen jaren het aandeel Europese films stijgt, blijft het marktaandeel Amerikaanse films aanzienlijk. Dat schommelt al jaren rond de 50 %. Een heel ander beeld verkrijgen we evenwel, wanneer we de bezoekersaantallen van Amerikaanse films vergelijken met die van Nederlandse en Europese films. bezoek (x 1000) 1997 2000 Nederland Europa (incl. NL)
1.168 3.732
4% 14 %
5% 17 %
USA overig
15.897 16.198 329 1.600
85 % 1%
75 % 8%
Totaal
18.934 21.530
100 %
Figuur 9.
704 2.708
bezoek in % (afgerond) 1997 2000
100 %
Filmbezoekers in Nederland
Hier constateren we dat de populariteit van Amerikaanse films enorm is. Bezoekers van Amerikaanse speelfilms vormen in Nederland rond de 80 % van het totale aantal bioscoopbezoekers. Anders gezegd, ruim 3 van de 4 bioscoopbezoekers in Nederland gaan naar Amerikaanse speelfilms (figuur 9) die ongeveer de helft van het bioscoopaanbod bepalen (figuur 8). De Europese Unie wil een buffer opwerpen tegen deze Amerikaanse overdaad. Ze kent speciale subsidiemogelijkheden om de Europese en nationale filmproductie te stimuleren. Mijn suggestie is dat ook de literatuurverfilming hier baat bij heeft. Immers, de verbeelding van het eigen culturele erfgoed zou een tegenwicht kunnen bieden aan de veramerikanisering van de Europese samenleving. Bibliografie Driel, Hans van (red.) (2004), Beeldcultuur. Amsterdam: Boom. URL 1 Nederlands Film Festival www.filmfestival.nl URL 2 René van Dam, Alle Nederlandse speelfilms 1895-nu http://www.geocities.com/Hollywood/Theater/2180/ URL 3 Nederlandse Film Database http://nfdb.akris.nl/
8
URL 4 Hans van Driel, Dutch Literature and Film http://let.uvt.nl/cgi-bin/filmlit/filmlit/ URL 5 Nederlandse Federatie voor de Cinematografie http://www.nfc.org
9