Een onderzoek naar Het Bewaren Waard Hoe Archief Eemland Het Bewaren Waard kan verbeteren en de deelname aan een virtuele archiefcommunity kan bevorderen
Mariam Heijne 100612850 Afstudeerstage VT4 Reinwardt Academie Begeleidende docente: Els van den Bent
Datum: 19 januari 2015 Studiejaar: 2014/2015 Stageverslag vierdejaarsstage Archief Eemland, Amersfoort0 Stagebegeleider: Georges Elissen
Inhoudsopgave Voorwoord
2
Samenvatting
3
1. Inleiding 1.1 Leeswijzer 1.2 Over Archief Eemland en het Eemhuis 1.3 Omschrijving stageproject Het Bewaren Waard 1.3.1 Over Het Bewaren Waard 1.3.2 Probleemstelling 1.3.3 Doelstellingen 1.3.4 Product 1.3.5 Onderzoeksmethoden 1.4 Het werken in een archiefinstelling
5 5 6 7 7 8 8 9 9 9
2. Onderzoek Het Bewaren Waard 2.1 Verloop project 2.2 Deel 1: Acquisitie door Archief Eemland en Het Bewaren Waard als acquisitiemiddel 2.2.1 Analyse van HBW 2.2.2 Vergelijking reguliere acquisitie en HBW als acquisitiemethode 2.2.3 Vergelijking tussen wat AE bewaard en wat HBW deelnemers bewaren 2.2.4 Feedback van archiefstudenten en AE medewerkers 2.2.5 Conclusie 2.2.6 Aanbevelingen 2.3 Deel 2: Motivatie en participatie binnen Het Bewaren Waard als virtuele community 2.3.1 Motivatie van de huidige deelnemers bestuderen 2.3.2 Het Bewaren Waard probleemanalyse 2.3.3 Het ontwikkelen van scenario’s voor HBW 2.3.4 Aanbevelingen voor extra HBW activiteiten en diensten 2.3.5 Conclusie
10 10 12 12 12 16 17 20 20 21 21 25 30 39 43
3. Het werken in een archiefinstelling
44
4. Conclusie
46
5. Bronnenlijst
48
6. Bijlagen Bijlage 1: Scenario’s voor Het Bewaren Waard Bijlage 2: Do’s & Don’ts bij Archiefprojecten Bijlage 3: Website aanwijzingen Bijlage 4: Publieksonderzoek Bijlage 5: Advies van Theo Meerenboer van Erfgoed 2.0 Bijlage 6: Urenverantwoording stage
53 53 55 56 61 69 72
1
Voorwoord Dit stageverslag is de afsluiting van mijn vierdejaarsstage bij Archief Eemland. Deze stage is een van de afsluitende onderdelen voor het behalen van het bachelordiploma Cultureel Erfgoed aan de Reinwardt Academie en het diploma Archivistiek B. Ten eerste wil ik natuurlijk Archief Eemland bedanken voor de prettige stagetijd en fijne stageomgeving. Dan wil ik Georges Elissen bedanken voor de fijne begeleiding op de stageplek. Ik had veel vrijheid in mijn onderzoek en de stage in het algemeen, maar kon altijd bij hem terecht voor advies en antwoorden op mijn vragen. Ik wil alle medewerkers van Archief Eemland bedanken voor hun belangstelling en gezelligheid. Ik wil publieksarchivarissen Saskia Stouten en Katinka Regtien bedanken voor de leuke en leerzame tijd in de publieksruimte. Inclusief Saskia en Katinka wil ik Vincent Robijn, Henk van Tilburg, Dirk Steenbeek, Gielje van Gulik, Sjoukje Straub, Tessa van Santen, Suzanne de Gunst, Esther Slijkerman, Sandra Hofman, William de Vries, Wim van den Hoonaard en directeur Alice van Diepen bedanken voor de leuke en nuttige gesprekken. Het stageproject was ook onderdeel van het Archief Atelier ‘Documenteren van de Samenleving’ (DS). Het Archief Atelier heeft bijgedragen aan veel input en feedback. Daarnaast heeft dit mij veel nieuwe contacten en ervaringen opgeleverd. Dus hierbij veel dank aan de Archief Atelier DS organisatoren Els van den Bent en Liane van der Linden en alle atelierdeelnemers. Naast Archief Atelier DS organisator was Els van den Bent ook mijn stagebegeleider. Ontzettend veel dank aan Els voor de altijd supersnelle en nuttige reacties op mijn vragen. Lastly I would like to thank my dearest Alexander for his support and love during this time, when we are together, but even when we’re 1500 kilometers apart.
Mariam Heijne
2
Samenvatting In dit verslag worden de resultaten gepresenteerd van het stageproject over de website en virtuele community ‘Het Bewaren Waard’ (hierna: HBW) en aansluitende werkzaamheden waaraan is gewerkt tijdens de vierdejaarsstage van Mariam Heijne bij Archief Eemland (hierna: AE) in Amersfoort van begin september 2014 tot in januari 2015. AE is in 2010 begonnen met de voorbereiding en de verhuizing naar het Eemhuis in Amersfoort. Het archief greep de nieuwbouw ook aan om een nieuwe weg in te slaan als een vernieuwende, interactieve en participatieve archiefdienst die midden in de Amersfoortse en Eemlandse samenleving staat. In het kader hiervan is de website HBW gemaakt. Op HBW kunnen particuliere deelnemers hun verhalen en bronnen delen met anderen in een online ‘schoenendoos’. De term ‘schoenendoos’ verwijst naar een doos vol met foto’s, brieven, diploma’s en krantenknipsels waar niets mee wordt gedaan. Mensen scannen de collectie om deze vervolgens te uploaden op de website. HBW krijgt positieve reacties, maar heeft zich niet ontwikkeld zoals verwacht en verlangd door AE. Daarom is er vraag naar onderzoek op het vlak van participatie en motivatie. Ook vraagt AE zich af of dit schoenendoosconcept breder is in te zetten voor acquisitieactiviteiten van AE. De hoofdvraag van het eerste deelonderzoek is: Op welke wijze verhoudt Het Bewaren Waard zich tot reguliere acquisitie en hoe zou Archief Eemland Het Bewaren Waard of de methoden en principes erachter in kunnen zetten bij acquisitie? Uit de vergelijking van wat AE als archiefbewaarplaats verzamelt en bewaart en wat de deelnemers van HBW bewaren is de conclusie getrokken dat alleen de foto’s van HBW deelnemers geschikt kunnen zijn om aan de collectie van AE toe te voegen. De rest van de documentatie van de deelnemers mist de procesgebondenheid die een archief juist een archief maakt. AE kan, degewenst, het huidige acquisitieprofiel bijwerken en een acquisitieplan opstellen voor het actief verzamelen van fotomateriaal via HBW. Het is namelijk mogelijk dat passieve acquisitie de representativiteit van de collectie in gevaar brengt. Ook kan het een positieve uitwerking op mensen hebben als duidelijk wordt gemaakt aan hen dat de kans bestaat dat hun materiaal op HBW écht in de beeldbank van AE wordt opgenomen. Dit zou per activiteit of evenement bij AE aan een thema gekoppeld kunnen worden. Het tweede deelonderzoek heeft de hoofdvraag: Op welke wijze kan Archief Eemland de deelname aan Het Bewaren Waard bevorderen? Om erachter te komen wat mensen motiveert om mee te doen is er publieksonderzoek uitgevoerd onder vijftigplussers en zijn huidige HBW gebruikers geobserveerd. Hieruit is gebleken dat mensen vooral meedoen om AE en andere mensen van dienst te zijn met hun materiaal en informatie, kort gezegd ze willen nuttig zijn. Ook zijn veel mensen aan de slag met de spullen van hun ouders en niet van zichzelf. Een verklaring voor deze vorm van onbaatzuchtigheid kan zijn, dat deze generatie collectivistisch is ingesteld. Jongeren denken vanuit het individu en kennen geen tijd meer zonder internet, terwijl de senioren (65 +) een collectievere manier van denken gewend zijn en met deze technologie pas op latere leeftijd kennis hebben gemaakt. Senioren hebben door hun achtergrond en leeftijd naar mijns inziens geen drang tot zelfdocumentatie op social media, zoals jongeren dat hebben. Gebruikers van HBW zien het als archiefdatabase en niet als community en zijn zich vaak niet bewust van de sociale functies op de website. Uit het publieksonderzoek is de belangrijke conclusie getrokken dat het digitaliseren en delen van oude foto’s en documenten voor veel mensen simpelweg geen prioriteit heeft. Mensen die wel enthousiast met HBW aan de gang zijn lijken een intrinsieke motivatie te hebben voor het delen van hun collectie. Dit betekent dat deze mensen vanuit zichzelf plezier halen uit het delen. Sommige mensen hebben dit niet van nature. Veel oudere mensen zijn bang dat hun foto’s ongevraagd gebruikt worden voor commerciële doeleinden of dat de andere personen op hun foto’s misschien niet op de website willen staan. Uit observatie is ook gebleken dat het gebruik van internet, computers en de website van HBW een drempel is voor senioren. 3
Veel mensen vinden HBW een goed idee, maar de meeste van hen missen het duwtje in de rug om het ook daadwerkelijk te gebruiken. Een hoop mensen hebben al een fysiek album gemaakt van hun foto’s (en mogelijk documenten), met de hand of met behulp van een foto- en albumdruk bedrijf. Deze mensen gaven op de evenementen ook aan dit voldoende te vinden en er niet meer tijd en moeite in te willen steken om er digitaal iets mee te doen. Met het uitgevoerde onderzoek en de hulp van Canadese archiefadviseur Laura Millar zijn knelpunten binnen HBW vastgesteld. Ten eerste blijkt dat HBW een onduidelijke boodschap geeft aan de mensen waardoor zij niet zeker weten wat zij wel of niet op de website kunnen plaatsen en wat nou precies de bedoeling is. Ten tweede is de website niet gebruikersvriendelijk genoeg voor de meeste gebruikers boven de vijftig. Ten derde wordt bewaring voor de toekomst gepromoot, terwijl dit niet het geval is. Mensen hebben dus verkeerde verwachtingen. En ten vierde mist HBW een doel of product waarnaartoe gewerkt kan worden. Na het benoemen van de knelpunten zijn er twee scenario’s ontworpen (zie bijlage 1) die de knelpunten weg moeten werken. AE heeft met HBW een sociaal doel (vorming van een community) en een marketing doel gehad. Daarom zijn de aanbevelingen in het onderzoek ook gericht op deze doelen. Het is de bedoeling geweest dat HBW een community wordt, geen archiefdatabase. Scenario A gaat over de ‘Digitale Archivaris’. Dit zal een medewerker van AE zijn met een extra zichtbaar account op de website van HBW die mensen complimenten, commentaar, tips en vragen kan geven bij hun foto of herinnering. Een product als een fysieke tentoonstelling, web-expositie of boek is het gezamenlijke doel om met zijn allen naartoe te werken. Dit zal mensen met elkaar verbinden en een community op de website van HBW scheppen. De Digitale Archivaris kan ook digitale medailles (of punten) als beloning uitreiken voor nuttige bijdragen of als mensen een grote collectie geupload hebben, wat dan ook publiekelijk te zien is op iemands profiel. Hier kunnen mensen trots op zijn en status aan ontlenen. Dit is waar Scenario B verder gaat. Hier geven de HBW deelnemers digitale medailles (of punten) als beloning aan elkaar voor hun bijdragen. De ontvangen medailles staan dan naast de foto’s en op ieders hoofdpagina. Om mensen steeds naar de site te laten terugkeren - ook als zij geen spullen meer hebben om te uploaden - kunnen er uit te delen medailles worden toegevoegd na bijvoorbeeld elke maand dat zij lid zijn van HBW. AE kan mensen daarnaast medailles uitreiken op de website voor het leveren van bijdragen in de vorm van uploads of een gesprek op de website. In videogames heet dit het behalen van achievements en dit is de kern van motivatie voor gamers. Ergens op de website kunnen mensen herinnerd worden aan de achievements die zij kunnen behalen. AE kan voor een mengvorm van de aanbevelingen kiezen, zolang de volgende kernpunten er maar in zitten: Gebruikersvriendelijkheid, transparantie, duidelijkheid, doel(en) stellen, belonen. Deze kernpunten zijn gevisualiseerd in een Do’s & Don’ts bij archiefprojecten en is te vinden in bijlage 2. Er zijn specifieke aanwijzingen ontwikkeld om de gebruikersvriendelijkheid van de website van HBW te bevorderen, zodat het toegankelijker is voor oudere gebruikers. Dit is te vinden in bijlage 3. Tot slot zijn er aanvullende aanbevelingen gedaan over wat AE kan doen met HBW op het vlak van activiteiten om mensen enthousiast te maken over HBW, aansluitend bij de gegeven scenario’s. De aanbeveling is dat AE zich meer moet focussen op activiteiten zoals een fysieke tentoonstelling of web-expositie gekoppeld aan HBW, een archiefversie van ‘Tussen Kunst & Kitsch’ of een fotowedstrijd die het heden met het verleden verbindt. Ook zou HBW goed passen in een educatief programma dat jong en oud samenbrengt. Er kunnen aanvullende diensten worden aangeboden bij HBW, zoals een automatisch vormgegeven downloadbaar album of filmpje van de uploads. Dan krijgen mensen altijd iets terug voor hun inzet. 4
1. Inleiding 1.1 Leeswijzer In dit verslag worden de resultaten gepresenteerd van het stageproject over de website en virtuele community ‘Het Bewaren Waard’ (hierna: HBW) en aansluitende werkzaamheden waaraan is gewerkt tijdens de vierdejaarsstage van Mariam Heijne bij Archief Eemland (hierna: AE) in Amersfoort van begin september 2014 tot in januari 2015. De verantwoording van mijn stage-uren is te vinden in bijlage 6. Het verslag begint met dit inleidende hoofdstuk waarin, na deze leeswijzer, de recente geschiedenis van AE kort wordt beschreven. Vervolgens is het stageproject omschreven met de daarbij behorende doelstellingen en probleemstellingen die aan het begin van de stage zijn geformuleerd. Naast het project heb ik ook andere werkzaamheden uitgevoerd bij AE, die aan het einde van het eerste hoofdstuk worden ingeleid. Na het verloop van het hele stage project, komt de inhoudelijke beschrijving van het stageproject aan bod. Dit is te lezen in hoofdstuk 2, die onderverdeeld is in twee onderdelen. Het eerste onderdeel gaat over acquisitie en HBW en het tweede onderdeel gaat over de deelnamebevordering van HBW. De twee onderdelen van hoofdstuk twee zijn naast dit verslag ook als twee afzonderlijke onderzoeksverslagen ingeleverd bij AE. De informatie in dit verslag komt dus gedeeltelijk overeen met die twee onderzoeksverslagen. De aanbevelingen worden aan het einde van elk onderdeel van hoofdstuk twee besproken. De eindproducten van het stageproject zijn in dit verslag te vinden in de bijlagen. Na de inhoudelijke beschrijving van het stageproject worden ook de overige werkzaamheden en leerervaringen bij AE beschreven in hoofdstuk 3. Afsluitend is er een conclusie waarin een refelcterende blik wordt geworpen op de resultaten van het stageproject.
5
1.2 Over Archief Eemland en het Eemhuis AE is het historisch informatiecentrum voor Amersfoort en de regio Eemland. Het archief bestaat uit ca. 5,5 kilometer aan archieven, een beeldcollectie van 45.000 foto's, een aanzienlijke kaartcollectie, een groeiende audiovisuele collectie, kranten en tijdschriften, bouwdossiers en een rijke historische bibliotheek. AE beheert de archieven van de gemeenten Amersfoort, Baarn, Bunschoten (op locatie in Bunschoten), Eemnes, Leusden, Renswoude, Soest (op locatie in Soest) en Woudenberg. AE beheert tevens de archieven van de Stichting Nationaal Monument Kamp Amersfoort.1 AE is in 2010 begonnen met de voorbereiding en de verhuizing naar een nieuw gebouw. Samen met Kunsthal KAdE, Scholen in de Kunst en de Bibliotheek Eemland zit AE nu in het Eemhuis in Amersfoort, een opmerkelijk gebouw dat ontworpen is door Neutelings Riedijk Architecten. Op 12 juni 2014 was de officiële opening van het Eemhuis.2 Het archief greep de nieuwbouw ook aan om een nieuwe weg in te slaan als een vernieuwende, interactieve en participatieve archiefdienst die midden in de Amersfoortse en Eemlandse samenleving staat.3
Afbeelding 1: Het Eemhuis in Amersfoort.
AE heeft in 2011 het meerjarenprogramma ‘Publieke Werken’ gestart met drie hoofdlijnen; versterken van de eigen producten, bouwen aan netwerken en 'zichtbaar en ontmoeting'.4 Er zijn een aantal vernieuwende producten en diensten gerealiseerd. Ten eerste is er de downloadbare app getiteld Publiek Geheim die ook als interactieve presentatie in het Eemhuis te zien is, waarin verhalen van belangrijke historische figuren uit Amersfoort te zien en te lezen zijn. Ten tweede is er de website ‘Het Bewaren Waard’ (hierna: HBW), waar iedereen zijn of haar ‘schoenendoos’ met herinneringen op de website van HBW kan delen. Ook is er een nieuw publieksconcept waarin alle lijnen samenkomen, waaronder de nieuwe publieksarchivaris die mensen persoonlijk adviseert en de inzet van publieksvrijwilligers.5 Met deze nieuwe koers streeft AE ernaar om de bekendheid van de archiefinstelling te vergoten.6 “Bij Archief Eemland hebben we één gemeenschappelijke passie: wij hebben ‘hart voor geschiedenis’. Vanuit die passie varen wij een nieuwe koers, waarin ons publiek meer dan ooit centraal staat.” 7 1
Archief Eemland, “Over ons”, geraadpleegd 27 december 2014, http://www.archiefeemland.nl/over-ons. Archief Eemland, “Openingsweek Eemhuis”, geraadpleegd 27 december 2014, http://www.archiefeemland.nl/actueel/nieuws/2014/feestelijke-openingsweek-eemhuis-(1). 3 Archief Eemland, “Over ons beleid”, geraapleegd 27 december 2014, http://www.archiefeemland.nl/over-ons/beleid. 4 Het beleidsplan spreekt over de jaren 2009-2013, maar door vertraging is het twee jaar later gestart. 5 Archief Eemland, “Over ons beleid”. 6 Alice van Diepen, Yvonne Tanke, Beleidsplan 2009-2013, Archief Eemland 2009, geraadpleegd 27 december 2014, http://www.archiefeemland.nl/beeld/Over_ons/Beleid/meerjarenbeleidsplan.pdf, P20. 7 Beleidsplan 2009-2013, P2. 2
6
1.3 Omschrijving stageproject Het Bewaren Waard 1.3.1 Over Het Bewaren Waard HBW is gestart met de volgende gedachten: “Iedere archiefinstelling moet regelmatig mensen teleurstellen die schoenendozen vol bronmateriaal aanbieden voor de archiefcollectie. Hun enthousiasme voor geschiedenis is waardevol en hun schoenendozen vaak ook, maar er is niet altijd een plaats voor deze bronnen bij een archiefinstelling.”8 “HBW is een website waarop deelnemers hun eigen bronnen kunnen uploaden en online kunnen zetten. Zo blijven foto's en andere waardevolle documenten niet op zolder liggen in een schoenendoos.”9 Het publiek neemt de rol van archivaris aan. HBW is Afbeelding 2: Het Bewaren Waard logo op 12 juni 2014 gelanceerd, samen met de opening van het Eemhuis.10 “De website is ontstaan uit de wens van AE om de relatie tussen het archief en de particulieren en de relatie tussen de particulieren onderling, te versterken. Niet alleen een archief, maar ook inwoners in de regio bewaren geschiedenis.”11 De makers van HBW zeggen te zorgen voor een rolverschuiving van het archief: “van acquireren naar faciliteren.”12 HBW is gestart door AE, maar staat in principe los van AE en Amersfoort. Samen met Picturae en Zicht Online is het concept opgeschaald tot een landelijk model waar andere archieven in Nederland aan mee kunnen doen.13 AE is de eerste deelnemende erfgoedinstelling aan HBW. Op HBW kunnen particuliere deelnemers hun verhalen en bronnen delen met anderen in een online ‘schoenendoos’. De term ‘schoenendoos’ verwijst naar een doos vol met foto’s, brieven, diploma’s en krantenknipsels waar niets mee wordt gedaan. Mensen scannen de collectie om deze vervolgens te uploaden. Met een betaald account kunnen mensen ook videofragmenten uploaden. Bezoekers kunnen tijdens openingstijden van AE gebruik maken van scanners. Aan deze bestanden kunnen beschrijvingen en trefwoorden worden toegevoegd. Het is mogelijk om beeldmateriaal te koppelen aan gerelateerd beeldmateriaal uit archiefcollecties, zoals een foto van het ouderlijk huis met een historische kaart van het archief van de buurt waar dat huis stond. Deelnemers aan HBW kunnen andermans ‘schoenendozen’ volgen, zoals bij social media. Ook kunnen deelnemers reacties plaatsen op elkaars digitale collectie en per e-mail afgeschermd contact opnemen met elkaar.14 HBW werkt met het Freemium model. Een basisaccount is gratis en door een klein bedrag per jaar te betalen krijgen mensen meer opties, zoals meer opslagruimte, de mogelijkheid om videofragmenten te uploaden en de toepassing om bronnen af te schermen, zodat het alleen met familie en/of vrienden te delen is.15 Nadat de deelnemers hun documenten op HBW hebben geplaatst kunnen zij ook overwegen de fysieke documenten in hun ‘schoenendoos’ veilig op te slaan in het depot van AE met een ‘fysieke schoenendoos op naam’.16 Bezoekers aan AE kunnen deze fysieke documenten dan ook raadplegen. 8
Picturae, Het Bewaren Waard, (2014), geraadpleegd 20 september 2014. https://picturae.com/nl/download/e0531f6b5306-d31a-6e5f-934303a40323. 9 Het Bewaren Waard, “Help”, geraadpleegd 20 september 2014, https://hetbewarenwaard.nl/about/2/help. 10 Archief Eemland, “Het Bewaren Waard in de agenda”, geraadpleegd 29 december 2014, http://www.archiefeemland.nl/actueel/agenda/2014/het-bewaren-waard-14-juni. 11 Picturae, Het Bewaren Waard, (2014). 12 Ibidem. 13 Archief Eemland, “Het Bewaren Waard”, geraadpleegd 20 september 2014, http://www.archiefeemland.nl/producten/het-bewaren-waard. 14 Ibidem. 15 Het Bewaren Waard, “Abonnementoverzicht”, geraadpleegd 20 september 2014, https://hetbewarenwaard.nl/about/10/abonnementoverzicht. 16 Archief Eemland, “Het Bewaren Waard”, geraadpleegd 20 september 2014, http://www.archiefeemland.nl/producten/het-bewaren-waard.
7
1.3.2 Probleemstelling HBW krijgt positieve reacties, maar heeft zich niet ontwikkeld zoals verwacht en verlangd door AE. Daarom is er vraag naar onderzoek op het vlak van participatie en motivatie. Ook vraagt AE zich af of dit schoenendoosconcept breder is in te zetten voor acquisitieactiviteiten.17 De volgende onderzoeksvragen zijn geformuleerd, die sinds het projectcontract nog zijn aangescherpt. Hoofdvraag 1: Op welke wijze verhoudt Het Bewaren Waard zich tot reguliere acquisitie en hoe zou Archief Eemland Het Bewaren Waard of de methoden en principes erachter in kunnen zetten bij acquisitie? Deelvragen: o 1a. Hoe verloopt reguliere acquisitie door Archief Eemland en hoe verhoudt dit zich tot de acquisitiemethode achter Het Bewaren Waard? o 1b. Wat documenteren en bewaren de deelnemers van Het Bewaren Waard en hoe verschilt dit van wat Archief Eemland bewaart? o 1c. Kan Archief Eemland Het Bewaren Waard of de methoden en principes erachter inzetten bij de reguliere acquisitie? Hoofdvraag 2: Op welke wijze kan Archief Eemland de deelname aan Het Bewaren Waard bevorderen? Deelvragen: o 2a. Wat is de motivatie van huidige deelnemers aan Het Bewaren Waard? o 2b. Wat weerhoudt de niet-deelnemers ervan om deel te nemen aan Het Bewaren Waard? o 2c. Wat zijn de vastgestelde knelpunten binnen Het Bewaren Waard? o 2d. Hoe kan Het Bewaren Waard verbeterd worden? o 2e. Welke methoden of concepten kan Archief Eemland het beste in te zetten ter bevordering van deelname aan Het Bewaren Waard? 1.3.3 Doelstellingen De verwachting was dat het misschien mogelijk zou zijn om de acquisitietechniek achter HBW ook op andere terreinen in de archiefinstelling in te zetten. Hierdoor is hoofdvraag 1 met bijbehorende deelvragen ontstaan. Door antwoorden te krijgen op vragen rond HBW, geformuleerd in hoofdvraag 2 met deelvragen, hoopt AE haar project en dienstverlening zo aan te kunnen passen dat de (potentiële) deelnemers gemotiveerder zijn en daardoor meer zullen participeren. Hierdoor hoopt AE ook meer deelnemers te werven voor HBW. Het doel is om de mensen in een actieve en gemotiveerde stand te zetten, zodat zij zelf aan de slag willen gaan met het ontsluiten van hun collectie op HBW. Het vooraf vastgestelde projectresultaat voor AE is een uitgewerkt onderzoeksverslag dat antwoorden of inzichten geeft op de hoofd- en deelvragen die zijn gesteld. Dit onderzoeksverslag bevat adviezen en aanbevelingen aan AE en het werkveld. Het is bij aanvang van de stage vastgesteld in een projectcontract dat het doel is om alle gestelde onderzoeksvragen te beantwoorden, maar dat de mate van diepte of lengte hiervan niet vooraf is vastgesteld. Hoofdvragen 1 en 2 zijn uiteindelijk apart uitgewerkt in twee onderzoeksverslagen voor AE. De informatie in deze verslagen is op een aantal punten gelijk aan de informatie in dit verslag.
17
Mariam Heijne, Projectcontract stage bij Archief Eemland, 17 september 2014.
8
1.3.4 Product Het product dat aan AE geleverd is, bestaat uit aanbevelingen voor de aanpassing en uitbreiding van HBW. Deze aanbevelingen bevatten geen instructies voor praktische uitvoering. Er is geen rekening gehouden met beschikbaar tijd en geld, omdat dit niet door AE werd gevraagd. De gegeven concepten kunnen wel op grote of kleine schaal door AE uitgevoerd worden, zolang de kernelementen in de aanbevelingen maar gebruikt worden. Er worden twee scenario’s gegeven. Dit zijn concepten die laten zien hoe de aanbevelingen in de praktijk vorm kunnen krijgen. Het product is te vinden in de bijlage 1, 2 en 3. 1.3.5 Onderzoeksmethoden Bij de start van het stageproject zijn de twee meest actieve HBW gebruikers geïnterviewd. Niet lang daarna zijn er 78 potentiële gebruikers van HBW ondervraagd op de evenementen Beleef3.nu in Amersfoort en de 50PlusBeurs in de Jaarbeurs Utrecht. Er zijn schriftelijke enquêtes uitgezet en hiervan zijn er 37 ingevuld. Op basis van deze informatie zijn de knelpunten, die een drempel vormen oor veel mensen om mee te doen, binnen HBW vastgesteld. Om een oplossing te vinden voor deze knelpunten is er naast literatuuronderzoek, advies gevraagd aan professionals. 1.4 Het werken in een archiefinstelling Naast of in combinatie met het stageproject zijn er ook andere werkzaamheden uitgevoerd en leerervaringen opgedaan. Om het diploma Archivistiek B te behalen is het belangrijk om een compleet beeld te krijgen van de werkzaamheden in een archiefinstelling. De volledige beschrijving van mijn werkzaamheden in het archief zijn te vinden in hoofdstuk 3.
9
2. Onderzoek Het Bewaren Waard 2.1 Verloop project Het stageproject rondom HBW is opgesplitst in twee deelonderzoeken met elk een hoofdvraag: 1. Op welke wijze verhoudt Het Bewaren Waard zich tot reguliere acquisitie en hoe zou Archief Eemland Het Bewaren Waard of de methoden en principes erachter in kunnen zetten bij acquisitie? 2. Op welke wijze kan Archief Eemland de deelname aan Het Bewaren Waard bevorderen?
Oriëntatie en planning Onderzoek 1: Acquisitie
Onderzoek 2: Deelname HBW Andere werkzaamheden
Afbeelding 3: Tijdlijn van de 17 stageweken, exclusief vakantieweken. (De uren in een stageweek kunnen variëren tussen 16 en 40 uur.)
In de beginfase (oranje/bovenste balk in afbeelding 3) was er vooral sprake van oriëntatie door een goed begrip te krijgen van HBW, de onderzoeksvragen te verfijnen, een tijdsplanning te maken en een onderzoeksplan met projectcontract te maken en bronnen te verzamelen. Gedurende deze beginfase werd er al meteen vaart gezet in het publieksonderzoek dat deel uitmaakt van het tweede deelonderzoek over de deelnamebevordering van HBW (blauw/derde balk in de tijdlijn). Bij de start van de stageperiode waren er twee bezoekers die actief bezig waren met HBW. Zij kwamen regelmatig op vrijdag langs, met als doel om al hun archiefmateriaal te scannen (één van hen is daarna vrijwilliger geworden bij AE). AE heeft gedurende de openingstijden altijd scanners beschikbaar voor wie deze thuis niet heeft. Daarnaast heeft AE elke vrijdag een inloop spreekuur over HBW van 10:00 tot 14:00 uur. Omdat het bij aanvang onzeker was hoe vaak zij nog kwamen, waren er in de eerste stageweek al interviews afgenomen met beide HBW deelnemers. In de tweede stageweek was er het 55+ evenement van Beleef3.nu in Amersfoort en in de derde stageweek was er de 50PlusBeurs in de Jaarbeurs Utrecht. HBW had ter promotie een standplaats op deze evenementen. Naast ondersteuning te bieden bij de promotie van het initiatief, kon hier ook publieksonderzoek worden uitgevoerd. Daarom gingen de voorbereidingen van het publieksonderzoek vrijwel meteen van start. Nadat het zojuist genoemde publieksonderzoek was uitgevoerd en ik een goed begrip had van HBW is het eerste deelonderzoek over acquisitie gestart (rood/tweede balk in de tijdlijn). Gedurende deze tijd kon de schriftelijke enquête lopen, die in de vijfde stageweek is uitgezet en vijf kalenderweken (overlapt ook vakantie, dus minder stageweken) in te vullen was door bezoekers van AE en het Eemhuis.
10
Het eerste deelonderzoek over acquisitie was een combinatie van literatuuronderzoek, bestudering van de ‘fysieke schoenendoos op naam’ en het analyseren van de acquisitiemethodes van AE door de beleidsstukken te lezen en gesprekken met Dirk Steenbeek, Adviseur Digitale Informatie bij AE en voormalig Collectiebeheerder bij AE, die het huidige acquisitiebeleid voor particuliere archieven heeft geschreven. Ook is er binnen AE tussentijds advies ingeschakeld van Fotoconservator Henk van Tilburg en Gemeentearchivaris Vincent Robijn. Buiten AE is Mirjam Schaap, medewerker Archief- en Collectiebeheer bij het Stadsarchief Amsterdam en de drie andere studentonderzoekers bij het Archief Atelier DS18 gevraagd feedback te geven: Lauren Romijn, Yente Christiaanse en Marieke Houtekamer. Op basis van alle verzamelde informatie is de eerste hoofdvraag ongeveer halverwege de stage beantwoord. Na het afronden van de eerste hoofdvraag was het tijd om te starten aan het onderzoeken van de tweede hoofdvraag over de deelnamebevordering aan HBW. De enquêtes die waren uitgezet in het Eemhuis werden stopgezet en opgehaald. Coördinator Publiek bij AE Georges Elissen had tussendoor nog 10 enquêtes in laten vullen bij het Stamboomcafé in Den Haag, waarmee het totaal aantal ingevulde enquêtes op 37 kwam te liggen. Aan de hand van de resultaten werden de knelpunten binnen HBW vastgesteld. Deze de term ‘knelpunten’ zou ook als ‘problemen’ of ‘drempels’ benoemd kunnen worden. In de tussentijd was er al een lijst samengesteld met mogelijk bruikbare bronnen. Deze bronnen zijn verzameld door middel van Google, Google.Scholar en de scriptiedatabanken van de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam en een overlappende scriptiedatabank. Aan de hand van literatuuronderzoek over motivatieredenen voor het participeren in een virtuele community, participatory archives, gebruikersvriendelijkheid van websites en social media gebruik onder verschillende leeftijdsgroepen en het advies van professionals zijn er oplossingen bedacht voor deze knelpunten. De professionals die zijn ingeschakeld zijn Creatief Consultant en oprichter van Erfgoed 2.0 Theo Meerenboer en Adviseur voor Digitaal Archiveren 2015 bij de Gemeente Amsterdam Elske de Bruin. Daarnaast heeft de Canadese Archiefconsultant Laura Millar haar inzicht gegeven op de vraagstukken. Ook is er regelmatig tussentijdse feedback ontvangen van medewerkers bij AE en de deelnemers van het Archief Atelier DS. Deze oplossingen zijn in de aanbevelingen benoemd als een aantal kernpunten die HBW op basis van het onderzoek moet hebben om ze op te lossen. Aansluitend hierop zijn er twee scenario’s ontwikkeld die deze kernpunten bevatten en die HBW mogelijk zou kunnen toepassen. Alle gemaakte keuzes zijn onderbouwd aan de hand van literatuur en gegeven adviezen. De aanbevelingen en scenario’s zijn te vinden in bijlage 1 en 2. De laatste die stageweken – na het afronden van het stageproject – zijn gebruikt om een goed begrip te krijgen van alle functies en werkzaamheden in een archiefinstelling.
18
Archief Ateliers, “Onderzoek Documenteren van de Samenleving”, geraadpleegd 12 januari 2015, http://www.archiefateliers.nl/onderzoek-ds/.
11
2.2 Deel 1: Acquisitie door Archief Eemland en Het Bewaren Waard als acquisitiemiddel 2.2.1 Analyse van HBW Om HBW van binnen en van buiten te begrijpen en dit ook uit te kunnen leggen aan anderen (voor onder andere het ontvangen van nuttige feedback) is er een volledige beschrijving van HBW gemaakt. Hiervoor is er gebruik gemaakt van de verschillende internetpagina’s over HBW op de websites van HBW, AE en Picturae. Ik vond hierbij een van de knelpunten die ook geldt voor de tweede hoofdvraag. HBW spreekt namelijk in het promotiemateriaal over “veilig bewaard voor de toekomst”19, terwijl dit niet echt zo blijkt te zijn. In de gebruikersvoorwaarden staat namelijk dat het account na zes maanden niet in te loggen verloopt en verwijderd kan worden. Mensen worden via de mail eraan herinnerd om in te loggen, maar de slogan “veilig bewaard voor de toekomst” die HBW gebruikt kan als misleidend ervaren worden. Vooral door de senioren die over het algemeen minder vertrouwd zijn met het gebruik van computers en internet krijgen er problemen mee. Collecties worden in feite niet gegarandeerd bewaard bij Het Bewaren Waard. Mensen krijgen verkeerde verwachtingen van wat er met hun collectie zal gebeuren. Bij de uitgave van dit stageverslag is verwijdering van een account echter nog niet voorgekomen. De vraag die tijdens gesprekken bij het Archief Atelier DS omhoog kwam, was of HBW er ook is om materiaal uit het heden te delen en te bewaren. AE is hier in de eerste instantie niet op uit, omdat HBW dan eigenlijk in een social media website veranderd is. Facebook kan daar namelijk al voor gebruikt worden (Facebook maakt al een ‘tijdlijn’ van de uploads). Er zijn op de website van HBW echter geen criteria gesteld voor de uploads en iedereen uit het hele land kan er in principe op zetten wat hij of zij wil. Er is ook geen exacte criteria gesteld voor hoe oud het materiaal moet zijn. Toch is er bij het afronden van dit onderzoek geen materiaal op HBW te bekennen dat jonger is dan 20 jaar. Mogelijk is dit omdat meeste mensen naar verwachting een archiefinstelling zullen associëren met geschiedenis. 2.2.2 Vergelijking reguliere acquisitie en HBW als acquisitiemethode Om te bepalen of HBW mogelijk tot nieuwe inzichten binnen acquisitie kan leiden, is het de vraag of het platform hetzelfde materiaal op dezelfde manier vergaart of niet en hoe dit verschilt. Hiervoor is een beschrijving en vergelijking gemaakt van de reguliere acquisitie van AE en de acquisitiemethode achter HBW. Dit geeft antwoord op de deelvraag: “Hoe verloopt reguliere acquisitie door Archief Eemland en hoe verhoudt dit zich tot de acquisitiemethode achter Het Bewaren Waard?” Er zijn argumenten om HBW helemaal niet als acquisitiemethode te zien. Maar er wordt toch bronmateriaal verzameld via het platform en daarom wordt het als zodanig in dit verslag aangeduid. Onder reguliere acquisitie binnen AE wordt hier verstaan: o de acquisitie (verkrijging of verwerving) van overheidsarchieven van de gemeenten Amersfoort, Baarn, Eemnes, Leusden, Renswoude en Woudenberg; o de acquisitie van particuliere archieven waarvan de werkingssfeer van de organisatie of personen binnen het grondgebied van de bij Archief Eemland aangesloten gemeenten valt (Amersfoort, Baarn, Eemnes, Leusden, Renswoude, Soest en Woudenberg).
20
19
Archief Eemland, “Het bewaren waard”, geraadpleegd 30 december 2014, http://www.archiefeemland.nl/producten/hetbewaren-waard. 20 Archief Eemland, SELECTIECRITERIA EN UITGANGSPUNTEN VOOR ACQUISITIE PARTICULIERE ARCHIEVEN_v1. (Amersfoort, 2010).
12
Overheidsarchieven Volgens de archiefwet uit 1995 zijn gemeenten en andere overheden verplicht archiefbescheiden die voor permanente bewaring in aanmerking komen en ouder zijn dan twintig jaar over te brengen naar een archiefbewaarplaats.21 Voor de gemeenten in de regio Eemland is dat de archiefbewaarplaats van AE te Amersfoort. Overbrenging vindt plaats voordat de archiefbescheiden dertig jaar oud zijn. Overbrenging vindt zo mogelijk plaats in blokken die een periode van tien jaar beslaan. Overgebrachte archiefbescheiden zijn in principe openbaar tenzij de archiefvormer voorwaarden stelt aan gedeeltelijke beperking van deze openbaarheid. Een besluit hierover wordt genomen door de zorgdrager vóór overbrenging naar de archiefbewaarplaats. Beperking van de openbaarheid kan alleen tijdelijk zijn.22 Particuliere archieven Het acquisitiebeleid van AE stelt dat de te acquireren archieven een toegevoegde informatiewaarde en/of kwalitatieve (bijv. artistieke) waarde hebben ten opzichte van de al aanwezige overheids- en particuliere archieven. De te acquireren archieven moeten politiek, economisch, cultureel, sociaal, maatschappelijk of topografisch relevant zijn voor een of meer van de bij AE aangesloten gemeenten. Het acquisitiebeleid stelt ook dat de informatie belangrijker is dan de drager. Dit betekent dat allerlei dragers binnengehaald kunnen worden, zoals papier, perkament, negatieven, films en digitale dragers.23 AE streeft naar een zo groot mogelijke zelfwerkzaamheid van de eigenaar en/of een zo groot mogelijke bijdrage in de kosten van het toegankelijk maken en/of materieel verzorgen. AE streeft ook naar schenking per direct, of als dat niet mogelijk is, schenking op termijn.24 Sjoukje Straub, Coördinator archieven en collecties bij AE, zegt dat reguliere acquisitie vooral gaat om organisaties (dus verenigingen, stichtingen, bedrijven, andere particuliere instellingen). Voor 99% van de personen zal gelden dat hun particuliere archief niet binnen de kaders van het huidige acquisitiebeleid valt. Onder de 1 % vallen personen met een bepaalde functie in het openbare leven zoals een wethouder (zo is er ca. 20 m. archief van Fons Asselbergs, wethouder gem. Amersfoort in de periode dat de wijk Kattenbroek ontwikkeld werd).25 Passieve en actieve acquisitie Het huidige acquisitiebeleid van AE is een vorm van passieve acquisitie. Van passieve acquisitie is sprake wanneer eigenaars van archieven deze op eigen initiatief aan de archiefinstelling aanbieden. Bij actieve acquisitie is het omgekeerde het geval: daarbij is het juist de archiefinstelling die het initiatief neemt en de eigenaar benadert met de bedoeling diens archief in bruikleen of als schenking te verwerven.26 Archivaris Caroline de Hart geeft in Archiefbeheer in de Praktijk aan dat de representativiteit van de collectie in gevaar komt door passieve acquisitie, oftewel de mate waarin de collectie de belangrijkste en meest kenmerkende historische ontwikkelingen in het werkgebied van de archiefdienst weerspiegelt. Sjoukje Straub, Coördinator archieven en collecties bij AE, zegt dat zij met de start van 2015 een nieuw en actief acquisitiebeleid aan het ontwikkelen is en dat dit mede komt doordat het Archief Atelier DS het belang hiervan benadrukt.27 21
Nationaal Archief, “Overbrenging, vervreemding en vernietiging”, geraadpleegd 30 december 2014, http://www.nationaalarchief.nl/onderwerpen/overbrenging-vervreemding/overbrenging-vervreemding-vernietiging. 22 Archief Eemland, PROCEDURE_OVERBRENGING_ARCHIEVEN_VAN_GEMEENTEN_NAAR_AE. (Amersfoort, 2014), http://www.archiefeemland.nl/files/PROCEDURE_OVERBRENGING_ARCHIEVEN_VAN_GEMEENTEN_NAAR_AE.pdf, geraadpleegd 14 september 2014. 23 Archief Eemland, SELECTIECRITERIA EN UITGANGSPUNTEN VOOR ACQUISITIE PARTICULIERE ARCHIEVEN_v1. (Amersfoort, 2010). 24 Ibidem. 25 Email van Sjoukje Straub (Collectiebeheerder Archief Eemland) aan Mariam Heijne, 2 oktober 2014. 26 Caroline de Hart, “Acquireren met beleid: het acquisitieprofiel” (2013) in: F. J. C. Ketelaar, Archiefbeheer in de praktijk, 6021–3/6021–4. 27 Sjoukje Straub, Coördinator archieven en collecties Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 5 januari 2014 in Archief Eemland.
13
De fysieke schoenendoos op naam De fysieke schoenendoos op naam is een extra fysiek element van het verder digitale HBW dat is ontwikkeld voor het publiek. De fysieke schoenendoos op naam is in werkelijkheid een fysieke archiefdoos in het depot van AE, met daarin de fysieke exemplaren van de gedigitaliseerde foto’s en documenten die een persoon op HBW heeft gezet. Het idee hierachter is dat mensen het een fijn idee vinden om hun collectie veilig op te slaan in het archiefdepot en dat andere mensen de stukken kunnen opvragen. Waarom zou iemand de stukken opvragen? Als iemand een stuk heeft met veel bladzijden, bijvoorbeeld een dagboek, kan die persoon ervoor kiezen maar een aantal bladzijden in te scannen en op de website van HBW te plaatsen en daarbij te verwijzen naar het stuk in het depot. Acquisitiemethode en criteria van de fysieke schoenendoos op naam Door een interview met Dirk Steenbeek, Adviseur digitale informatie bij AE en auteur van het huidige acquisitiebeleid, is de acquisitiemethode achter de fysieke schoenendoos op naam van HBW stapsgewijs uitgelegd: 1. Iemand heeft gehoord van HBW en is geïnteresseerd in een fysieke schoenendoos op naam. Een archivaris zal met de betreffende persoon in gesprek gaan; 2. De archivaris zal de persoon vragen om over de inhoud te vertellen. De archivaris geeft aanvullende informatie als deze kennis beschikbaar is; 3. De archivaris zal beoordelen of het materiaal interessant is binnen de geschiedenis van Amersfoort. Iemand komt in aanmerking voor een persoonlijke archiefdoos als het een goede aanvulling is op het bestaande archief; 4. Er zal uitleg gegeven worden over het HBW. Het scannen en uploaden wordt uitgelegd met de bijbehorende voorwaarden;28 5. Wanneer de tijdelijk in bewaring gegeven collectie voldoende interessant is voor AE, kan de eigenaar verzocht worden de betreffende collectie aan AE te schenken, inclusief de overdracht van rechten zoals auteursrecht en portretrecht. Er is dan sprake van reguliere acquisitie van een particuliere collectie.29 HBW deelnemers kunnen dus in aanmerking komen voor een persoonlijke archiefdoos. Net als voor de acquisitie van particuliere archieven, zijn hiervoor criteria en uitgangspunten opgesteld. Als de inhoud van de schoenendoos voldoet aan de criteria en uitgangspunten, wordt het als bruikleen opgenomen in de archiefbewaarplaats van AE. Mensen kunnen vanaf elke computer een online schoenendoos aanmaken (met een Facebook account of e-mailadres) zonder een persoonlijke archiefdoos in het depot te hebben. Vergelijking acquisitiemethoden Het valt op dat de criteria van de fysieke schoenendoos op naam sterk overeen komt met de criteria voor particuliere archieven. Zo staat er in de criteria van de fysieke schoenendoos op naam het volgende: “De voor HBW ingebrachte collectie (archivalia, audiovisueel materiaal, documentatiemateriaal, digitale dragers, etc.) moet (politiek, economisch, cultureel, sociaal, maatschappelijk of topografisch) relevant zijn voor één of meer van de bij AE aangesloten gemeenten (Amersfoort, Baarn, Eemnes, Leusden, Renswoude, Soest en Woudenberg).” Dit is exact hetzelfde als de criteria voor particuliere archieven.
28
Dirk Steenbeek, Adviseur digitale informatie Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 23 september 2014 in Archief Eemland. 29 Archief Eemland, CRITERIA EN UITGANGSPUNTEN PERSOONLIJKE ARCHIEFDOOS HBW_v1. (Amersfoort, 2014).
14
Dan zijn er nog een aantal praktische criteria zoals: “De in bewaring gegeven collectie moet in goede materiële toestand zijn” en “De in bewaring gegeven collectie past in ten hoogste twee standaard archiefdozen. Mocht deelnemer HBW meer dan één à twee archiefdozen willen, dan kan dit tegen betaling van de kostprijs.” 30 De in bewaring gegeven collecties zijn fysiek openbaar voor bezoekers van AE. Van de in bruikleen gegeven collecties wordt een simpele plaatsingslijst door AE gemaakt. Verder is de eigenaar is verantwoordelijk voor het digitaliseren van de collectie en op de website toegankelijk maken van zijn/haar collectie binnen één jaar na ondertekenen van de overeenkomst. Maar dit komt eigenlijk ook overeen met de criteria voor particuliere archieven, want daar staat: “AE streeft naar een zo groot mogelijke zelfwerkzaamheid van de eigenaar.” 31 Beide vormen moeten relevant zijn aan de gemeenten die onder het beheer van AE vallen, de ene vorm krijgt een inventaris, de andere vorm een plaatsingslijst, beide vormen hebben materiële eisen en beide vormen vereisen enige inzet van de schenker en HBW deelnemer. De enige verschillen lijken te zijn dat het bij HBW om persoonscollecties gaat en niet om bijvoorbeeld een bedrijfsarchief en dat de eerste een bruikleen is en de tweede (meestal) een schenking. Maar er staat ook in de fysieke schoenendoos op naam criterialijst dat “wanneer de tijdelijk in bewaring gegeven collectie voldoende interessant is voor AE, dit ter beoordeling van de gemeentearchivaris, kan de eigenaar verzocht worden de betreffende collectie aan AE te schenken, inclusief de overdracht van rechten zoals auteursrecht en portretrecht. Er is dan sprake van reguliere acquisitie.” Dus wanneer gaat AE over van bruikleen tot schenken? Waar ligt de grens? Zoals eerder genoemd stelde Sjoukje Straub, Collectiebeheerder bij AE, dat reguliere acquisitie vooral gaat om organisaties en bijna nooit om personen. Naar verwachting heeft AE veel aanbod van onder andere fotocollecties van families in Amersfoort die allemaal veel op elkaar lijken. Alleen de foto’s die écht speciaal zijn worden er dus uit gehaald voor schenking. Op de website van HBW zijn er geen criteria gesteld. Dan kunnen mensen zich afvragen: ‘waarom heeft niet iedereen zijn of haar collectie in het depot staan als zij dit willen of leuk vinden?’ De voornaamste reden hiervoor is volgens Georges Elissen, Coördinator Publiek bij AE, dat het niet de bedoeling is dat het archiefdepot de nieuwe zolder wordt van de mensen die met de schoenendozen komen. Het is de bedoeling dat bezoekers van AE de inhoud van de fysieke schoenendozen op kunnen vragen, wat niemand zal doen als het niet interessant genoeg is. Ook is het de bedoeling dat dit project uit zal groeien tot een landelijke samenwerking tussen erfgoedinstellingen en het publiek. Met dit in gedachte is het logisch dat de inhoud van de schoenendozen aan moet sluiten op de onderwerpen van AE, namelijk Amersfoort en de Eemland regio. Als andere erfgoedinstellingen eenmaal meedoen, kunnen mensen terecht bij de instelling waar hun collectie bij past.32 Gebruik en succes van de fysieke schoenendoos op naam Door Heine Pol, voormalig stagiair bij AE, is in januari 2013 een adviesrapport uitgebracht voor het ontwikkelen van HBW. De projectnaam was toen nog ‘Historisch Facebook’. Hierin is onderzoek gedaan naar de meningen van mensen over een fysieke schoenendoos op naam. Uit de interviews uitgevoerd door Heine Pol met mensen buiten AE is volgens hem gebleken dat het fysieke component van het project, de fysieke schoenendoos op naam, een sterk punt is van het schoenendoosconcept. Uit de enquêtes die door hem zijn uitgezet concludeert hij dat een groot deel, namelijk 39% van de ondervraagden, een schoenendoos in het depot zou willen bewaren. 42% had er geen behoefte aan. Heine Pol adviseerde om dit element van HBW niet achterwege te laten wegens het toch aanzienlijke percentage. Dit advies is gebaseerd op 33 ingevulde enquêtes en het is gebleken dat de resultaten niet betrouwbaar zijn. 33 30
Archief Eemland, CRITERIA EN UITGANGSPUNTEN PERSOONLIJKE ARCHIEFDOOS HBW_v1. (Amersfoort, 2014). Ibidem. 32 Georges Elissen,Coördinator Publiek Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 23 september 2014 in Archief Eemland. 33 Heine Pol, Adviesrapport Historisch Facebook, (Archief Eemland: Amersfoort, 2013). 28. 31
15
Want in de praktijk is gebleken dat het fysieke aspect toch niet zo geslaagd is. Op 23 september 2014 waren er zeven mensen met een fysieke schoenendoos op naam. Eén persoon heeft twee archiefdozen en een ander zelfs drie. De rest heeft elk één archiefdoos. Het zou gesteld kunnen worden dat dit een redelijk aantal aanmeldingen voor een archiefinstelling zijn. Maar bij de uitgave van dit verslag zijn er nog steeds geen plaatsingslijsten gemaakt door AE en geen enkele keer heeft een bezoeker fysieke stukken uit een schoenendoos op naam aangevraagd. Het heeft tot nu toe dus alleen als opslag gediend. Dit hoeft niet aan het concept te liggen, maar kan ook door het gebrek aan promotie en inzet van AE medewerkers komen. Zo wordt er op de website van HBW niet vermeld dat een stuk fysiek te bekijken is. Het is gebleken dat de fysieke schoenendoos in het depot in combinatie met de verder volledig digitale website zorgt voor enige verwarring. Hierover meer in hoofdstuk 2.3. 2.2.3 Vergelijking tussen wat AE bewaard en wat HBW deelnemers bewaren Om te bepalen of HBW mogelijk tot nieuwe inzichten binnen acquisitie kan leiden, is onderzocht wat de deelnemers van HBW bewaren en of dit aansluit bij wat AE als archiefinstelling bewaart. Dit geeft antwoord op de deelvraag: Wat documenteren en bewaren de deelnemers van Het Bewaren Waard en hoe verschilt dit van wat Archief Eemland bewaart? Hiervoor is een beschrijving en vergelijking gemaakt van de inhoud van de fysieke en digitale schoenendozen van HBW. Inhoud van de schoenendozen Door de inhoud van de fysieke schoenendozen op naam en de digitale schoenendozen op de website van HBW te bekijken, is geconcludeerd dat de inhoud van beide vrijwel geheel overeen komt. Dit komt ook doordat van de mensen met een fysieke schoenendoos wordt verwacht dat zij de stukken hebben gedigitaliseerd en gepubliceerd op de website. De enige verschillen zijn dat er: 1. op de website ook zaken staan die uit de rest van het land komen en niets met Amersfoort en omstreken te maken hoeven hebben; 2. op de website meer kleurenfoto’s staan. In de fysieke schoenendozen komen deze bijna niet voor. De volgende documentsoorten komen voor in de schoenendozen: Familiefoto’s (los of in albums) Posters/affiches van verenigingen Groepsfoto’s van verenigingen/scholen Diploma’s Persoonsbewijzen Huishoudboekjes Krantenknipsels Werk/Ontslag/Pensioen documenten Brieven Evenementfoto’s Prenten Ansichtkaarten Er zijn naast twee dimensionale stukken ook enkele opmerkelijke driedimensionale stukken bijgedragen aan HBW, zoals diploma’s in een koker en een stempel in een blokvorm. Deze waren ook te vinden in de fysieke schoenendozen.
16
Vergelijking met collectie Archief Eemland Een enkel stuk uit een fysieke schoenendoos op naam kan er zeker uitzien als een archiefstuk. Maar als er gekeken wordt naar de schoenendoos als geheel ziet het er niet uit als een archief. Er is namelijk één groot verschil: samenhang. Archiefstukken zijn gebonden aan de werkprocessen van de archiefvormer; zij worden dan ook als procesgebonden informatie aangeduid.34 In de archiefwereld wordt ook gesproken van een archival bond, dit duidt op de relatie tussen stukken onderling in een archief.35 Dit is wat juist mist bij de inhoud van de schoenendozen. Bij een bedrijfsarchief zou je met alle stukken het functioneren van het bedrijf moeten kunnen reconstrueren. Bij een (onbegeleid) familie- of persoonsarchief is dat veel moeilijker. Er wordt niet actief archief gevormd door de jaren heen, wat ook begrijpelijk is. In de praktijk leidt dit tot voornamelijk fotoalbums en minder andere vormen van documentatie. De foto’s in de schoenendozen verschillen niet zozeer van de fotocollectie van AE en kan beter als collectie dan als archief beschouwd worden. De foto’s in de schoenendozen zouden dus wel geschikt kunnen zijn voor opname in de fotocollectie (beeldbank) van AE. De beeldbank van AE bestaat echter wel al uit 45.000 foto’s. Daarom is er volgens Henk van Tilburg, Fotoconservator bij AE, een strenge selectiecriteria voor het acquireren van foto’s.36 De foto moet echt een aanvulling zijn op de huidige collectie of een onderwerp betreffen waar AE heel weinig materiaal van heeft. 2.2.4 Feedback van archiefstudenten en AE medewerkers De derde deelvraag luidt: Kan Archief Eemland Het Bewaren Waard of de methoden en principes erachter inzetten bij de reguliere acquisitie? HBW gebruiken als acquisitiemiddel voor foto’s Een van de eerste observaties was dat HBW een vorm van passieve acquisitie is, omdat AE de mensen naar hen toe laat komen. AE zou dit om kunnen zetten tot actieve acquisitie door op de website van HBW en in de nieuwsbrief oproepen te doen naar de thema’s waarvan zij materiaal willen werven. Om aanbevelingen te ontwikkelen of AE iets met HBW kan doen op het vlak van acquisitie is er feedback verzameld van professionals en de student-onderzoekers van het Archief Atelier DS.37 Deze feedback is meegenomen in de aanbevelingen, die te lezen zijn in hoofdstuk 2.2.6. AE Collectiebeheerder Sjoukje Straub zegt: “Als je ziet waar mensen voor HBW nu mee komen dan zijn dat toch vaak diploma’s, werkboekjes, lidmaatschapskaarten en dergelijke. De foto’s die zij hebben kunnen overigens weer wel interessant zijn. Foto’s bewaar je in een collectie waarin niet speciaal een samenhang hoeft te zijn. De belangrijkste voorwaarde voor opname is dat foto’s iets zeggen over het gebied dat AE bestrijkt.”38 Henk van Tilburg denkt als Fotoconservator bij AE dat het wel mogelijk is om de website voor acquisitie te gebruiken. “Ik kan me best voorstellen dat ik er soms een foto uit haal. Vooral over onderwerpen waar AE nog weinig materiaal van heeft, zoals Spakenburg. Die voegen we dan toe aan de beeldbank.” Na de vraag of dit al eens is gebeurt, reageerde hij: “Het opnemen van stukken via HBW is nog niet gebeurt, maar dit is vooral vanwege tijdgebrek.” 39 34
Koninklijke Vereniging voor Archivarissen Nederland, Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen. (’s-Gravenhage, 2007), http://www.kvan.nl/files/S@P/Archiefterminologie_2007.pdf, geraadpleegd 23 oktober 2014. Lemma 8. 35 Society of American Archivists, “Term Archival Bond”, geraadpleegd 22 oktober 2014. http://www2.archivists.org/glossary/terms/a/archival-bond. 36 Henk van Tilburg, Fotoconservator Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 20 oktober 2014 in Archief Eemland. 37 Een studentonderzoeker voert zelfstandig onderzoek uit in de vorm van een stage of scriptie. Dit onderzoek sluit aan bij het thema van het atelier en kan daardoor als casus gebruikt worden. 38 E-mail van Sjoukje Straub (Collectiebeheerder Archief Eemland) aan Mariam Heijne op 2 oktober 2014. 39 Henk van Tilburg, Fotoconservator Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 20 oktober 2014 in Archief Eemland.
17
Vincent Robijn, Gemeentearchivaris bij AE, denkt dat de website van HBW niet geschikt is voor het gebruik bij reguliere acquisitie. “Dat heeft vooral te maken met het feit dat het plaatsen van materiaal op de website direct ook een formele publicatie is. Dat betekent dat je te maken krijgt met auteursrechten en openbaarheidvraagstukken: niet elke foto kan zomaar zonder toestemming van de auteursrechthebbende openbaar op internet gepubliceerd worden. En sommige stukken bevatten privacygevoelige informatie die je niet online wilt publiceren. Je zou dat kunnen ondervangen door deze schoenendozen niet openbaar te maken, maar dan vervalt het hele idee van communityvorming.” 40 Acquisitie gebruiken als motivatie- en communicatiemiddel Een van de doelen van AE is om de mensen zelf in de ‘doe-stand’ te zetten bij HBW. Daarom wordt aan de feedbackgevers voorgelegd of zij denken dat het opnemen van foto’s van HBW in de beeldbank van AE de motivatie van HBW deelnemers mogelijk kan bevorderen. Henk van Tilburg, Fotoconservator bij AE, denkt dat het mensen wel kan motiveren om enthousiast met hun materiaal aan de slag te gaan als AE hen duidelijk maakt dat hun foto’s via HBW mogelijk in de beeldbank terecht kunnen komen. “Mensen kunnen het interessant vinden als er een fotoconservator over hun schouders meekijkt. Simpele familiekiekjes worden natuurlijk niet opgenomen. Een belangrijk criterium voor het materiaal is dat het iets toevoegt aan het verhaal van de stad.”41 Marieke Houtekamer, masterstudent aan de Universiteit Leiden en stagiaire bij Imagine IC in Amsterdam, zegt: “Het voordeel van deelname aan de beeldbank is dat mensen letterlijk het idee krijgen onderdeel te worden van de historische collectie van Amersfoort.”42 Lauren Romijn, medestudent aan Reinwardt Academie en stagiaire bij Streekarchief MiddenHolland in Gouda, vindt de toon waarin zoiets gebracht wordt erg belangrijk. “Geef de mensen zekerheid dat er iets gebeurt met hun materiaal of ideeën. En als je mensen de les gaat lezen dan raak je ze kwijt. Wees geïnteresseerd in wat de mensen willen en niet alleen in hun archief.”43 Saskia Stouten-Schrijer, Publieksarchivaris bij AE, denkt dat actieve acquisitie via HBW een mooie aanvulling kan zijn op bestaande activiteiten, zoals op de Collectiedag gedaan is. “Dit is per (actueel) onderwerp aan te geven, en tegelijk een mooi communicatiemiddel voor het archief.”44 Vincent Robijn, Gemeentearchivaris bij AE, is het hier echter niet mee eens. Als de foto's al via HBW online te bekijken zijn, vraagt hij zich af wat de meerwaarde is van opname in de beeldbank van AE. Sowieso heeft hij twijfels over de beeldbank: “Waarom zou AE een eigen beeldbank online houden als er diverse platforms zijn waar mensen historische foto's kunnen bekijken en zelf plaatsen (denk aan Flickr)? Wat biedt AE extra met de beeldbank?” 45 Het motiveren van HBW deelnemers valt meer onder het tweede deelonderzoek en zal daarom in hoofdstuk 2.3 vervolgd worden. Het is hier behandeld wegens de link met acquisitie.
40
E-mail van Vincent Robijn (Gemeentearchivaris Archief Eemland) aan Mariam Heijne op 7 oktober 2014. Henk van Tilburg, Fotoconservator Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 20 oktober 2014 in Archief Eemland. 42 E-mail van Marieke Houtekamer (student Universiteit van Leiden en stagiaire Imagine IC) aan Mariam Heijne op 3 oktober 2014. 43 E-mail van Lauren Romijn (student Reinwardt Academie en stagiare Streekarchief Midden-Holland) aan Mariam Heijne op 29 september 2014. 44 E-mail van Saskia Stouten-Schrijer (Publieksarchivaris Archief Eemland) aan Mariam Heijne op 7 oktober 2014. 45 E-mail van Vincent Robijn (Gemeentearchivaris Archief Eemland) aan Mariam Heijne op 7 oktober 2014. 41
18
Archiefvormers motiveren Archivaris Caroline de Hart geeft in Archiefbeheer in de Praktijk duidelijke uitleg over de lastige aspecten van particuliere archiefvorming: “Eigenaars van particuliere archieven hebben veel vrijheid, zelfs al is de cultuurhistorische waarde van het archief dat ze bezitten onomstreden. Hoewel ze niet zijn gebonden aan de Archiefwet, is overige archiefwetgeving, zoals een aantal artikelen uit het Burgerlijk Wetboek en de Algemene wet inzake rijksbelasting, indien van toepassing, van kracht voor alle particuliere archieven. Maar in die wetten is niet, zoals in de Archiefwet, een bepaling opgenomen die de archiefvormer verplicht archiefbescheiden die ouder zijn dan twintig jaar en niet voor vernietiging in aanmerking komen over te brengen naar een archiefbewaarplaats, of om ervoor te zorgen dat bij zijn archiefbescheiden na tenminste honderd jaar geen noemenswaardige achteruitgang is te constateren. Laat staan dat er, wanneer deze archiefvormer zou selecteren, de verplichting is te letten op de waarde van de archiefbescheiden voor het cultureel erfgoed of voor historisch onderzoek. De eigenaar van het archief is niet wettelijk verplicht het over te dragen en kan het naar eigen goeddunken vernietigen of verkopen. Dat particuliere archieven behouden blijven is vaak te danken aan het toeval of aan het belang dat de archiefvormer of eigenaar er zelf aan hecht. (…) Vanwege het gebrek aan wet- en regelgeving of tijd- en geldgebrek vindt acquisitie van particuliere archieven bij veel archiefdiensten voornamelijk passief plaats. (…) [Door] deze manier van acquisitie [komt de] representativiteit van de collectie in gevaar, oftewel de mate waarin de collectie de belangrijkste en meest kenmerkende historische ontwikkelingen in het werkgebied van de archiefdienst weerspiegelt.”46 Zo is er vanuit de archiefwereld de wens om particuliere archiefvormers te stimuleren zelf hun archief bij te houden en te ontsluiten. Net als AE was het Stadsarchief Amsterdam onderdeel van het Archief Atelier DS en het stadsarchief vroeg zich af hoe zij ervoor kunnen zorgen dat organisaties en personen hun (digitale) archief zodanig beheren dat hun archief (in de toekomst) zonder al te veel problemen aan de instelling kan worden overgedragen. Mirjam Schaap, Medewerker archief- en collectiebeheer en onderzoeker voor het Archief Atelier DS, zei hierover: “Een ongeordend analoog archief is doorgaans al een ramp, maar een ongeordend digitaal archief is onwerkbaar. (…) Een van de belangrijkste voorwaarden voor goed archiefbeheer door archiefvormers lijkt dat de vormers hier zelf belang bij hebben/het belang van inzien.”47 Zo was het idee ontstaan om te onderzoeken of de methoden achter HBW iets voor dit vraagstuk konden betekenen. Helaas is er in dit onderzoek geen advies ontwikkeld voor dit vraagstuk. In het tweede deelonderzoek is onderzocht hoe AE meer mensen naar HBW kan trekken. Hiervoor is geconstateerd dat AE eerder een sociale richting kiest voor HBW als een community dan als een archivistische website. Daarom is er ook na het afronden van het tweede deelonderzoek nog geen inbreng gevonden voor dit vraagstuk.
46
Caroline de Hart, “Acquireren met beleid: het acquisitieprofiel” (2013) in: F. J. C. Ketelaar, Archiefbeheer in de praktijk, 6021–3. 47 E-mail van Mirjam Schaap (Medewerker archief- en collectiebeheer Stadsarchief Amsterdam) aan Mariam Heijne op 7 oktober 2014.
19
2.2.5 Conclusie De hoofdvraag van dit deelonderzoek is: Op welke wijze verhoudt Het Bewaren Waard zich tot reguliere acquisitie en hoe zou Archief Eemland Het Bewaren Waard of de methoden en principes erachter in kunnen zetten bij acquisitie? Uit de vergelijking van wat AE als archiefbewaarplaats verzamelt en bewaart en wat de deelnemers van HBW bewaren is de conclusie getrokken dat alleen de foto’s van HBW deelnemers geschikt kunnen zijn om aan de collectie van AE toe te voegen. De rest van de documentatie van de deelnemers mist de procesgebondenheid die een archief juist een archief maakt. Met de feedback van medestudent-onderzoekers, archivarissen en archiefcollectiebeheerders en Archiefbeheer in de Praktijk zijn er aanbevelingen gevormd voor AE op het vlak van acquisitie. Deze aanbevelingen houden in dat AE op het gebied van foto’s om zou kunnen schakelen van passieve naar actieve acquisitie. Er wordt op HBW geen specifieke vraag gesteld naar het soort materiaal of het onderwerp van het materiaal. Daarmee hebben AE en HBW bij de uitgave van dit verslag allebei een passief acquisitiebeleid. AE kan het huidige acquisitieprofiel bijwerken en een acquisitieplan opstellen voor het actief verzamelen van fotomateriaal via HBW. Het is namelijk mogelijk dat passieve acquisitie de representativiteit van de collectie in gevaar brengt. Kort voor de uitgave van dit verslag is duidelijk geworden dat er gewerkt gaat worden aan een actief acquisitiebeleid voor AE. Het idee is ontstaan dat actieve acquisitie via HBW een positieve uitwerking kan hebben op mensen en de deelnamecijfers als duidelijk wordt gemaakt dat de kans bestaat dat foto’s op HBW in de beeldbank van AE worden opgenomen. Dit zal vervolgd worden in het tweede deelonderzoek over de deelnamebevordering van HBW deelnemers. Er is in dit eerste deelonderzoek voornamelijk gekeken naar wat AE uit HBW kan halen op acquisitiegebied en niet zozeer wat de deelnemers uit HBW kunnen halen. Helaas is er naast de opname van foto’s geen manier gevonden waarop de methoden of principes achter HBW verder ingezet kunnen worden bij de acquisitie door AE. De wens vanuit de archiefwereld om particuliere archiefvormers te stimuleren zelf hun archief bij te houden en te ontsluiten is daarmee nog niet beantwoord. 2.2.6 Aanbevelingen Particuliere archieven opnemen van gewone personen lijkt niet mogelijk te zijn. Er is geen samenhang tussen de documenten van mensen of families zoals je die tegenkomt bij een organisatie. Foto’s van HBW in de fotocollectie van AE opnemen lijkt echter wel goed mogelijk te zijn. Bij een collectie foto’s is samenhang namelijk geen kwestie. AE heeft al een acquisitieprofiel, maar nu nog een acquisitieplan.48 Een model voor het opstellen van een acquisitieprofiel is te vinden in het hoofdstuk Acquireren met beleid: het acquisitieprofiel in Archiefbeheer in de praktijk. Marieke Houtekamer, Henk van Tilburg en ikzelf denken dat het ook een positieve uitwerking op mensen kan hebben als duidelijk wordt gemaakt aan hen dat de kans bestaat dat hun materiaal op HBW écht in de beeldbank van AE wordt opgenomen. Dit zou per AE evenement aan een thema gekoppeld kunnen worden. Dit is een argument voor actieve acquisitie via HBW vanuit het perspectief van de deelnemers. De uitwerking van dit idee volgt in hoofdstuk 2.3.
48
Caroline de Hart, “Acquireren met beleid: het acquisitieprofiel” (2013), 6021–4. Toelichtend: Het acquisitieprofiel is een algemeen document, dat de uitgangspunten en criteria voor de acquisitie noemt, terwijl het acquisitieplan een specifieker document is, waarin concreet wordt beschreven op welke archieven of welke maatschappelijke sectoren de acquisitie zich met name gaat richten, vaak met een tijdsplanning en beschrijving van de uit te voeren activiteiten. Het acquisitieplan is meestal een onderdeel van het acquisitieprofiel. (Zelfde bron.)
20
2.3 Deel 2: Motivatie en participatie binnen Het Bewaren Waard als virtuele community 2.3.1 Motivatie van de huidige deelnemers bestuderen Om te bepalen hoe HBW verbeterd kan worden, is het de vraag waarom mensen wel of niet meedoen. Door de de motivatie van de huidige deelnemers te bestuderen kan er een antwoord worden gegeven op de deelvraag: “Wat is de motivatie van huidige deelnemers aan Het Bewaren Waard?” Deze vraag wordt beantwoord en geanalyseerd met behulp van publieksonderzoek en literatuuronderzoek. De actiefste deelnemers Meteen bij de aftrap van dit onderzoek in de start van september, is er gesproken met de twee meest actieve deelnemers aan HBW van dat moment (zie bijlage 4 voor de uitgewerkte interviews). Ruurd en Wilma (er is niet naar een achternaam gevraagd), allebei boven de leeftijd van 55 en afkomstig uit Amersfoort, zij kwamen bijna elke vrijdag naar de HBW scanmiddag in AE om – wegens gebrek aan computerkennis – begeleiding te krijgen bij het scannen en het vullen van hun online schoenendoos. Beide waren naar aanleiding van een oproep in de lokale krant naar AE gekomen. Uit deze interview is gebleken dat zij niet zozeer voor zichzelf meededen aan HBW, maar om de archiefinstelling en andere mensen van dienst te kunnen zijn met hun collectie en informatie. Ruurd denkt bij elke foto na of iemand er iets aan kan hebben. Zo niet, dan zal hij het ook niet uploaden. Hij heeft zijn eigen stukken altijd al als archiefstukken gezien, zegt hij. Allebei gingen aan de slag met het nagelaten materiaal van hun overleden ouders, niet met hun eigen materiaal. Zij hielden zich beide niet bezig met de sociale functies op de website, zoals het reageren op andermans ‘herinnering’. Nadat zij hiernaar gevraagd werden, bleek dat zij niet van deze mogelijkheid af wisten. Zij behandelden HBW echt als een archiefwebsite of – database waar je je spullen alleen beschikbaar stelt en dan klaar bent. Collectivisme versus individualisme Laura Millar, Canadese archivaris die al meer dan 30 jaar onafhankelijk en internationaal archief consultant is, gaf ons inzicht op deze constateringen tijdens haar bezoek aan Nederland: “This target audience you speak of (40+) - which I am a part of - doesn’t think of their own pictures and documents when you speak of a ‘shoebox in the attic’. We think you mean our grandparent’s stuff, not our own. We are still here! This group also thinks less of themselves, unlike the younger generation. We can think you might be interested in our collection, because it relates to a certain subject that you are interested in. We don’t think you might be interested in our collection, because it’s from or about us.”49 Een verklaring voor deze vorm van onbaatzuchtigheid kan zijn, dat deze generatie collectivistisch is ingesteld. Het collectivisme stelt de samenleving boven het individu.50 Tegenover deze opvatting staat die van het individualisme, een opvatting binnen de ethiek die het individu boven de gemeenschap stelt. Het individu is altijd het doel op zich, en de uiteindelijke rechtvaardiging van het handelen is gelegen in de alzijdige ontplooiing van de individuele persoonlijkheid. 51 Een samenleving of groep mensen is niet direct het één of het ander, maar vertoond ook mengvormen.
49
Laura Millar uit Canada, onafhankelijke en internationaal archief consultant voor meer dan 30 jaar gaf een Masterclass in het kader van Archief Atelier Documenteren van de Samenleving op 30 oktober 2014 in Streekarchief Midden-Holland in Gouda. Aantekeningen gemaakt door Mariam Heijne. 50 Woorden.org, “Collectivisme”, geraadpleegd 3 november 2014, http://www.woorden.org/woord/collectivisme. 51 Cultureel Woordenboek, “Individualisme”, geraadpleegd 3 november 2014, http://www.cultureelwoordenboek.nl/index.php?lem=3810.
21
Nederland heeft in de 20ste eeuw een verschuiving tussen de uitersten van het collectivisme en het individualisme meegemaakt. Arjan Dieleman, lector ‘Pedagogische kwaliteit van de leraar’ aan de Hogeschool Arnhem Nijmegen en universitair hoofddocent aan de Open Universiteit Nederland52, onderbouwt deze theorie in zijn artikel Individualisering en ambivalentie in het bestaan van jongeren in een uitgave van het vakblad Pedagogiek uit 2000: “De eerste decennia na de oorlog bezat Nederland een betrekkelijk stabiele arbeidsplaatsenstructuur. Die stabiliteit en vastigheid gold ook voor de arbeidsloopbaan. Door diverse oorzaken zijn er echter nieuwe verhoudingen ontstaan (Meijers, 1997). In de eerste plaats is de laatste decennia in alle geïndustrialiseerde landen de dienstensector in omvang toegenomen. Waar industriële arbeid verdwijnt, komt werk in de dienstensector ervoor in de plaats. De dienstensamenleving is vooral een realiteit voor jongeren. [De] dienstensamenleving [vraagt] om andere bekwaamheden en houdingen. In tegenstelling tot de industrie waarbij het gaat om de productie van goederen, om kennis en handvaardigheid, draait het bij de dienstverlening om contacten met mensen waarvoor sociale en communicatieve vaardigheden veel belangrijker zijn. (…) [Ook] het volledige kerngezin verliest gaandeweg steeds meer zijn monopoliepositie. Hoewel dit type gezin nog steeds de belangrijkste samenlevingsvorm is, daalt het relatieve aandeel volledige gezinshuishoudens gestaag, terwijl het aantal eenpersoonshuishoudens sterk toeneemt. (…) Ongeveer een derde van alle huwelijken wordt weer ontbonden (…) [en] veel jongeren blijven langer bij hun ouders wonen. (…) Tegenwoordig kunnen jongeren veel meer zelf kiezen hoe ze hun leven willen inrichten. Ze hebben daarbij niet alleen meer keuzevrijheid maar ook een grotere eigen verantwoordelijkheid.”53
Afbeelding 4: Gebruik sociale media in Nederland naar persoonskenmerken, 2012. Bron: CBS.
Jongeren zijn dus veel individualistischer ingesteld, terwijl senioren (65 +) meer vanuit het collectief denken. Dit individualisme gecombineerd met het feit dat tieners van nu zich geen wereld zonder internet kunnen voorstellen heeft een gigantisch gebruik van social media onder jongeren voortgebracht. Het merendeel van deze jongeren heeft geen enkel probleem om hun verhalen en foto’s op het internet in de openbaarheid te brengen. Senioren hebben door hun achtergrond naar mijn interpretatie geen drang tot ‘zelfdocumentatie’ op social media. Dit is duidelijk te zien in 52
Uitgeverij Coutinho, “De eigen wereld van het kind”, geraadpleegd 7 januari 2015, http://www.coutinho.nl/winkel/deeigen-wereld-van-het-kind-b-522.html. 53 A. Dieleman, “Individualisering en ambivalentie in het bestaan van jongeren”, geraadpleegd 3 november 2014, http://www.pedagogiek-online.nl/index.php/pedagogiek/article/view/23/22, uit Pedagogiek, jaargang 20 nr. 2, juni 2000, ISSN 1567-7109.
22
bovenstaande weergave (afbeelding 4) van het gebruik van social media in Nederland van het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS). Het gebruik van sociale media varieert volgens onderzoek van het CBS het sterkst naar leeftijd (zie afbeelding 4). Ongeveer negen op de tien jonge internetters maken gebruik van sociale media, van de oudere internetters twee à drie op de tien.54 Ook is het belangrijk te vermelden dat aangenomen kan worden dat jongeren, veertigers, vijftigers en senioren nu eenmaal anders in het leven staan wegens hun leeftijd. Ook dit zou een factor kunnen zijn in het verschillend omgaan met de eigen collectie en documentatie en het anders opvatten van een boodschap van een website als HBW. “Er verandert zoveel in een korte tijd, dat documenteren belangrijk is. Er is geen historisch besef onder jonge mensen. Door het te bewaren kunnen wij ze dat misschien bijbrengen.” – Wilma (geïnterviewde actieve deelnemer van HBW) Internetgebruik onder senioren Wel blijkt uit onderzoek van het CBS dat het internetgebruik onder senioren fors toegenomen (zie afbeelding 5): “Het aandeel 65- tot 75-jarige Nederlanders dat gebruikmaakt van internet is sinds 2005 ruim verdubbeld. Het internetgebruik in deze leeftijdsgroep is vrijwel nergens in de EU zo hoog als in Nederland.”55
Afbeelding 5: Internetgebruik 65- tot 75-jarigen. Bron: CBS.
“Steeds meer senioren bellen, winkelen en bankieren via het internet. In 2013 gaven acht op de tien 65- tot 75-jarigen aan wel eens gebruik te hebben gemaakt van het internet, ruim twee keer zo veel als in 2005. Het aandeel personen dat recent, in de afgelopen drie maanden, het internet heeft gebruikt, is op een vergelijkbare manier gestegen. Ruim de helft (55 procent) van de 65- tot 75jarigen internet vrijwel dagelijks. Dat is bijna vier keer zoveel als in 2005, toen nog maar 15 procent dat deed. Het aandeel 12- tot 65-jarigen dat elke dag internet gebruikt ligt met 87 procent overigens nog beduidend hoger.”56
54
CBS, Bevolkingstrends 2013: Gebruik en gebruikers van sociale media, (Den Haag, 2013), P10, http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/06A12225-495E-4620-80F6-F2A53E819957/0/20131001b15art.pdf, geraadpleegd 3 november 2013. 55 CBS, “Internetgebruik ouderen fors toegenomen”, geraadpleegd 18 november 2014, http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/vrije-tijd-cultuur/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-4005-wm.htm. 56 Ibidem.
23
“In 2012 – het meest recente jaar waarvoor Europese cijfers beschikbaar zijn – gaf 74 procent van de 65- tot 75-jarige Nederlanders aan al eens internet te hebben gebruikt. Dat aandeel is bijna twee zo hoog als gemiddeld in de EU. Nederland neemt daarmee samen met Luxemburg, Zweden en Denemarken een koppositie in met het internetgebruik door senioren. In andere West-Europese landen zoals Duitsland, België en Frankrijk hebben veel minder senioren ervaring met internet.”57 “Sinds 2012 ondervraagt het CBS ook de oudste leeftijdsgroep van 75 jaar en ouder. Het internetgebruik ligt in deze groep aanzienlijk lager dan onder 65- tot 75-jarigen. In 2013 gaf 39 procent van de 75-plussers aan het internet wel eens te hebben gebruikt, en 20 procent doet dit dagelijks. Dit is wel hoger dan in 2012, toen dit 34 en 16 procent was.”58 Redenen voor participatie Ruurd, de eerste geïnterviewde actieve HBW deelnemer, zei dat hij het zonde zou vinden om niets met zijn collectie te doen, laat staan het zomaar weg te gooien, omdat anderen er iets aan kunnen hebben. Wilma, de tweede geïnterviewde actieve HBW deelnemer, zei dat ze het ook leuk vindt om haar verhalen te delen. Hoe meer er wordt bewaard, hoe beter. Toen ik haar vroeg naar haar intenties, besefte ze dat ze het ook deed om haar vader te eren en herinneringen aan hem vast te leggen. Naast Ruurd en Wilma is er met veel andere potentiële deelnemers gesproken. In bijlage 4 zijn de volledige enquêteresultaten van van twee evenementen te lezen, 55+ evenement in Amersfoort van Beleef3.nu (12 september 2014) en de 50PlusBeurs in de Jaarbeurs Utrecht (16 september 2014). In totaal zijn er 78 mensen ondervraagd door mijzelf, waarvan 40 vrouwen en 38 mannen. De volgende vragen werden gesteld na een korte uitleg van HBW: 1. Had u er al eens over nagedacht om iets met uw schoenendoos vol oude foto’s en papieren te doen? 2. Wat doet u nu met deze schoenendoos? 3. Bent u van plan mee te doen aan Het Bewaren Waard? Waarom wel of niet? Mensen met een algemene interesse in geschiedenis en archieven hadden ook meer interesse in HBW. Een vrouw zei dat het haar een leuk project leek om met haar moeder te doen. Verder kwamen er een hoop “lijkt me wel leuk” opmerkingen, die nietszeggend zijn. Mensen lieten zich op de evenementen meer uit over waarom zij niet mee zouden willen doen, dan waarom zij wel mee zouden willen doen. De niet-redenen zullen in hoofdstuk 2.3.2 beschreven worden. Na gesproken te hebben met Ruurd en Wilma en de mensen op de evenementen, kon de lijst met motivatieredenen worden uitgebreid. Deze ja-/nee-redenen werden verwerkt in een multiple-choice enquête die is uitgezet in het Eemhuis (waar AE zich in bevindt, samen met de Bibliotheek, Kunsthal KAdE en Scholen in de kunst) gedurende oktober 2014. De rest van de vragen is hetzelfde als op de evenementen, zodat dit doorgevoerd kon worden in een gezamenlijk overzicht van resultaten. De enquêtes waren te vinden bij de entreebalie van het Eemhuis en de balie van AE en er werd op gewezen door de medewerkers. Ook zijn er enquêtes ingevuld tijdens het Stamboomcafé in Den Haag. In totaal hebben 37 mensen (allen boven de leeftijd van 40) een enquête ingevuld. Zie bijlage 4 voor de volledige enquêteresultaten. Mensen mochten op de derde vraag meerdere ja- of neeredenen aankruisen. Hieronder worden alleen de ja-redenen getoond.
57 58
CBS, “Internetgebruik ouderen fors toegenomen”. Ibidem.
24
23 13 14 6 6 2 1 1
Ik wil meedoen aan Het Bewaren Waard, want… Het lijkt me leuk om mijn foto’s, documenten en herinneringen te delen met anderen. Ik vind het belangrijk om mijn herinneringen te bewaren voor de toekomst. Ik denk dat anderen iets kunnen hebben aan mijn materiaal. Ik ben bang dat mijn foto’s en documenten anders vergaan. Anders, namelijk… Onze kinderen vinden de foto’s leuk om te laten zien hoe ze eruit zagen toen ze jong waren. Voorlopig blijven de spullen bij mij. Op den duur kan het zijn dat ik het hier heen breng. De ja resultaten van de 37 ingevulde enquêtes.
Veel mensen kruisten meerdere redenen aan, soms ook binnen ja én nee en ook daarbinnen meer dan één reden. Er is 23 keer ja aangekruist, 18 keer nee aangekruist en er is slechts twee keer weet ik niet aangekruist. Dit komt op een totaal van 43 antwoorden van 37 personen. Het bewaren van hun collectie voor de toekomst blijkt een grote motivatie te zijn, naast het aspect dat mensen er plezier uit kunnen halen om hun collectie met anderen te delen. Bij deze resultaten moet rekening worden gehouden met het feit dat veel mensen ja zeggen, maar vervolgens geen actie ondernemen. 2.3.2 Het Bewaren Waard probleemanalyse Om de knelpunten binnen HBW te constateren is de volgende deelvraag beantwoord: “Wat weerhoudt de niet-deelnemers om deel te nemen aan Het Bewaren Waard?” Publieksonderzoek en observaties In bijlage 4 zijn de volledige enquêteresultaten van twee evenementen te lezen, het 55+ evenement in Amersfoort van Beleef3.nu en de 50PlusBeurs in de Jaarbeurs Utrecht. In totaal zijn er 78 mensen ondervraagd door mijzelf, waarvan 40 vrouwen en 38 mannen. Van deze ondervraagden zeiden slechts 10 personen wel mee te willen doen aan HBW, 27 personen wisten het niet zeker en 41 personen zeiden niet mee te willen doen. De volgende uitspraken geven de verschillende nee-redenen weer: “Je moet er maar net zin in hebben. En ja, dan zet je het erop, dan laat je het aan anderen zien, dan zeggen ze ‘oh, leuk’ en dan is het klaar?” “Ik heb het al gedigitaliseerd en op een hardeschijf in de kast gezet. Nu ben ik er wel klaar mee.” “Het maakt me eigenlijk niet uit als het weg is. Ik hecht er geen waarde aan om het met anderen te delen. Dat vinden zij toch niet interessant.” “Mensen vinden altijd wel een manier om je foto’s te stelen. Ik zet het wel op een harde schijf en dan houd ik het voor mezelf.” “Ik heb fotoalbums gemaakt voor elk van mijn kinderen met honderden foto’s. Ik vind het wel goed zo.” “Die clouds vind ik maar niks. Privacy vind ik belangrijk. Ik zou het eerder op een harde schijf hebben.” “Als ik het zelf allemaal moet gaan digitaliseren, dan liever niet.” “Daar heb ik geen tijd voor.” “Ik doe het wel op mijn eigen manier.” “Ik wil niet dat de hele wereld mijn foto’s ziet.” “Ik houd het liever voor mijzelf.” “Het is zoveel werk om die zooi uit te zoeken.” Genoteerde nee resultaten bij evenementen Beleef3.nu en de 50PlusBeurs.
25
En hier zijn de resultaten van de de enquêtes in het Eemhuis en van het Stamboomcafé: 18 6 7 5 3 1 1 1 3 4 6 2 0 1 1
Ik wil niet meedoen aan Het Bewaren Waard, want... Ik vind het niet zo belangrijk om mijn foto’s en documenten te digitaliseren. Ik vind het niet zo belangrijk om mijn foto’s en documenten te delen met anderen. Ik denk dat mijn foto’s en documenten historisch niet interessant genoeg zijn. Het lijkt me te moeilijk, want… Mijn adres is “LA FRANCE”. Ik heb niets met internet. (= openbaar maken van eigen spullen.) Het bewaren is niet gegarandeerd, dus vergeefse moeite is niet uitgesloten. Ik vind mijn foto’s en documenten te persoonlijk om op internet te zetten. Ik vertrouw het internet niet. Ik heb al albums gemaakt van mijn foto’s en documenten en dat vind ik genoeg. Ik zou het alleen doen als het archief het scanwerk voor mij zou doen. Ik zou het op een andere website plaatsen, namelijk… Anders, namelijk… Ik heb het allemaal weggedaan. Geen prettige herinneringen. De nee resultaten van de 37 ingevulde enquêtes.
Een belangrijke conclusie die hieruit opgemaakt kan worden is dat het digitaliseren en delen van oude foto’s en documenten voor veel mensen simpelweg geen prioriteit heeft. Het meest opvallende hieraan is dat deze twee redenen in de enquêtes binnen de ja-redenen ook het meest gekozen zijn. Wat is hier de verklaring voor? Mogelijk hebben de ja-kiezers een intrinsieke motivatie voor het delen van hun collectie. Dit betekent dat deze mensen vanuit zichzelf plezier halen uit het delen. En sommige mensen hebben dit niet van nature. Het is dan aan de medewerkers van AE/HBW om deze mensen extrinsiek (van buitenaf) te motiveren. Tevens is het belangrijk om op te merken dat er uit het publieksonderzoek een wantrouwen blijkt te zijn naar het internet onder de oudere leeftijdsgroepen. Mensen zijn bang dat hun foto’s ongevraagd gebruikt worden voor bijvoorbeeld commerciële doeleinden. Of dat de andere personen op hun foto’s misschien niet op de website willen staan. Veel mensen zijn zó gesteld op hun privacy, dat het ook niet uitmaakt of iemand nog herkenbaar is op een foto of niet, bijvoorbeeld als klein kind. Een vermoeden is dat vervelende nieuwsberichten over internetbeveiliging en cloud storage (online data opslag) onervaren computer- en internetgebruikers bang maken. Het is echter in de schriftelijk enquêtes maar vier keer aangekruist (plus degenen die het zeiden op de evenementen), dus dit weegt niet dermate zwaar dat dit een groot probleem is. Naast het genoemde publieksonderzoek is er geobserveerd op de Collectiedag van Archief Eemland over de Eerste Wereldoorlog op 24 oktober 2014. Op deze dag konden mensen hun collectie uit de Eerste Wereldoorlog in laten scannen, delen op Het Bewaren Waard en advies of aanvullende informatie krijgen over hun collectie van de AE experts (Sjoukje Straub, de Collectiebeheerder van AE, en Henk van Tilburg, de Fotoconservator van AE). Mensen konden op deze dag overgaan tot schenken. Ik heb deze dag mensen geholpen bij het inloggen in hun account en het uploaden en beschrijven van hun collectie. Het digitaliseren werd op deze dag voor de mensen gedaan door andere medewerkers. Tijdens mijn observaties constateerde ik dat veel mensen Het Bewaren Waard erg leuk vonden, maar dat zij vooral ook naar de Collectiedag kwamen omdat er hulp geboden werd bij de computers. Vaak werd meteen al toegegeven dat ze “niet zo goed zijn met computers”. Deze mensen zouden het alleen thuis waarschijnlijk dus niet zo snel doen. De techniek is dus een drempel.
26
Documentatievormen onder leeftijdsgroepen Na met zoveel mensen gesproken te hebben, was een vermoeden dat senioren geen drijfveer of drang habben om hun leven te documenteren, anders dan jongeren (die dit doen via social media). Deze stelling is ook voorgelegd aan Laura Millar, Canadese archivaris die al meer dan 30 jaar onafhankelijk en internationaal archief consultant is. Haar reactie: “We do document and share our lives, but just differently from young people. We would rather show pictures to a friend in person or through email directly addressed, than to post it on a social media platform.” 59 Hieronder zijn de resultaten van het publieksonderzoek te zien op de vraag wat mensen nu met hun ‘schoenendoos’ doen.
31 18 6 1 2 5 15
Wat doet u nu met deze oude foto’s en familiedocumenten? Niets / zit in een doos. Album(s) van gemaakt. Elders op internet gezet. Weggegeven aan familie. Ik doe al mee aan Het Bewaren Waard. Geschonken aan een archief. Gedigitaliseerd en op pc of (externe) harde schijf staan. Antwoorden van de 78 ondervraagden op Beleef3.nu en de 50PlusBeurs.
22 16 2 5 0 1 2 2 1 1
Wat doet u nu met deze oude foto’s en familiedocumenten? Niets / zit in een doos. Album(s) van gemaakt. Elders op internet gezet. Weggegeven aan familie. Ik doe al mee aan Het Bewaren Waard. Geschonken aan een archief. Gedigitaliseerd en op pc of (externe) harde schijf staan. Anders, namelijk… Weggedaan. Eigen archief opgezet met familieleden. 52 Antwoorden van de 37 deelnemers aan de enquêtes in het Eemhuis en van het Stamboomcafé.
Een hoop mensen hadden al een fysiek album gemaakt van hun foto’s (en mogelijk documenten), met de hand of met behulp van een foto- en albumdruk bedrijf. Deze mensen gaven op de evenementen ook aan dit voldoende te vinden en er niet meer tijd en moeite in te willen steken om er digitaal nog iets mee te doen. De meeste mensen gaven toe inderdaad niks te doen met hun ‘schoenendoos’, zoals door AE werd verwacht bij het ontwikkelen van HBW. Jongeren van nu zijn eraan gewend om alles – na aanschaf van de camera of telefoon met ingebouwde camera – kosteloos vast te kunnen leggen en dit vervolgens ook digitaal op allerlei platforms te delen. Naar mijn observatie hebben senioren vaak weinig materiaal van vroeger, door het ontbreken van betaalbare technologie. Dit maakt hun collectie wel schaarser en daarom specialer of waardevoller. Bij de jongeren is er juist een overvloed aan foto’s en is er daarom minder waardering voor. Uit gewoonte zullen de meeste senioren (met uitzonderingen natuurlijk) niet in hun latere leven opeens veel foto’s gaan maken, ondanks dat die mogelijkheid er nu wel is. Het regelmatig delen van foto’s op internet is ook iets waar zij niet aan gewend zijn. 59
Laura Millar uit Canada, onafhankelijke en internationaal archief consultant voor meer dan 30 jaar gaf een Masterclass in het kader van Archief Atelier Documenteren van de Samenleving op 30 oktober 2014 in Streekarchief Midden-Holland in Gouda. Aantekeningen gemaakt door Mariam Heijne.
27
Resultaten van promotie 50PlusBeurs Op de 50PlusBeurs zijn er veel meer mensen aangesproken dan op het Beleef3.nu evenement. Beleef3.nu trok namelijk in 2013 2.400 bezoekers60, terwijl de 50PlusBeurs over zes dagen wel 100.000 bezoekers krijgt.61 De cijfers van de 50PlusBeurs in dit verslag komen allen voort uit de tweede dag van het evenement. Ook op de andere dagen heeft de HBW standplaats veel aandacht getrokken op de 50PlusBeurs en over het algemeen veel positieve reacties gehad. Toch heeft dit helaas niet voor veel nieuwe aanmeldingen gezorgd bij HBW. Drie weken na de start van de 50PlusBeurs waren er slechts zes nieuwe gevulde online schoenendozen op HBW bijgekomen. Hiermee wordt ook weer bevestigd dat veel mensen HBW een goed idee vinden, maar de meeste van hen het duwtje in de rug missen om de deelnemende stap te ondernemen. Vergelijking met intenties en verwachtingen HBW is gestart als online platform waar particulieren hun archief of collectie kunnen ontsluiten . Zo hoeven archiefinstellingen niet langer mensen af te wijzen die met hun schoenendozen naar de instelling komen. De houding is dat een collectie nog steeds waardevol kan zijn, ook al wordt het afgewezen voor opname door een instelling.62 Door HBW blijven deze foto's en andere waardevolle documenten niet op zolder liggen in een schoenendoos, maar kunnen ze door andere bekeken worden.63 De verwachting van de makers van het platform was dat veel mensen een account aan zouden maken, één foto zouden plaatsen en het daarbij zouden laten. De werkelijkheid is echter anders. Er is een tweedeling tussen het soort deelnemers aan HBW. Eén deel heeft een zeer gevulde schoenendoos. Deze mensen zijn serieus aan de slag gegaan met het project. Het andere deel heeft wel een account aangemaakt, maar heeft het daarbij gelaten. Het was de bedoeling dat mensen gebruik maakten van de sociale functies op de website, zoals het achterlaten van reacties en berichten op andermans herinneringen en schoenendozen. Helaas lijkt niemand van deze bedoelingen en functies op de hoogte te zijn. Er is dus vrijwel geen sociale activiteit op de website. Verder is er nog geen enkele keer ongepast materiaal op de website gezet. Het is mogelijk om beeldmateriaal te koppelen aan gerelateerd beeldmateriaal uit archiefcollecties, zoals een foto van het ouderlijk huis met een historische kaart van het archief van de buurt waar dat huis stond, of een foto van het jubileum van een voetbalclub met een historische foto van het clubgebouw.64 Maar ook deze functie lijkt niet bekend te zijn bij de deelnemers en er is nog geen gebruik van gemaakt. Archivaris Robert P. Spindler stelt het volgende in An Evaluation of Crowdsourcing and Participatory Archives Projects for Archival Description and Transcription uit 2014: “Perhaps the most basic assumption is that engaging visitors in contributing content has benefit. But in most cases, museums and designers have not articulated or assessed the actual benefit, identified who benefits (museum, current visitors, future visitors, contributors, or consumers), or articulated indicators of that benefit. Is the goal to increase learning (an educational goal) or to build community among current users (a social goal) or to entice new audiences (a marketing goal)?”65 Wat wilde AE dan eigenlijk bereiken met HBW? 60
Leerhotel Het Klooster, “Beleef3.nu 2014”, geraadpleegd 4 november 2014, http://www.leerhotelhetklooster.nl/overons/agenda/beleef3-11-12-september/. 61 50PlusBeurs, “Homepagina”, geraadpleegd 4 november 2014, http://www.50plusbeurs.nl/. 62 Picturae, Het Bewaren Waard, (2014), geraadpleegd 20 september 2014. https://picturae.com/nl/download/e0531f6b5306-d31a-6e5f-934303a40323. 63 Het Bewaren Waard, “Help”, geraadpleegd 20 september 2014, https://hetbewarenwaard.nl/about/2/help. 64 Picturae, Het Bewaren Waard, (2014). 65 Robert P. Spindler, An Evaluation of Crowdsourcing and Participatory Archives Projects for Archival Description and Transcription, Arizona State University Libraries 2014. Geraadpleegd 14 november 2014, http://repository.asu.edu/attachments/135630/content/Research%20Paper%20v3.pdf, P6.
28
De volgende informatie komt uit de subsidieaanvraag van het meerjarenprogramma Het Nieuwe Werken van AE, waar HBW een onderdeel van is: “AE innoveert vanuit een archiefconcept langs drie hoofdlijnen. De eerste lijn richt zich op het versterken van de eigen producten, de tweede op het bouwen aan netwerken en de derde lijn hebben we ‘zichtbaar en ontmoeting’ genoemd. Waar we in de eerste lijn al resultaten hebben geboekt, is het, op weg naar een nieuwe behuizing in , tijd voor de andere twee lijnen. We kiezen daarbij voor een programma-aanpak met vijf onderdelen onder de titel ‘Het Nieuwe Werken’. De essentie van het programma Het Nieuwe Werken is een nieuwe en vernieuwende, interactieve en participatieve archiefdienst die midden in de samenleving staat. Daarmee ontstaat een organisatie met een structuur en faciliteiten die generiek, breed toepasbaar zijn, waardoor we flexibel kunnen meebewegen met wat er om ons heen gebeurt. (…) Het Nieuwe Werken is geen doel op zich, maar zetten wij in om onze maatschappelijke positie te versterken en de betekenis van de collectie te vergroten. (...) Op welke manieren kunnen we betekenisvolle relaties aangaan met de samenleving; hoe slagen we erin zoveel mogelijk mensen aan ons te binden; kan het archiefdepot een extra betekenis krijgen; hoe stimuleren we het gebruik van de publieksruimte van een historisch archief; hoe bieden we een plek waar je elkaars interesse in geschiedenis deelt zodat er een ‘publieke vertrouwdheid’ ontstaat; hoe zorgen we voor een samenhangend aanbod van fysieke en digitale diensten en stimuleren we het gebruik er van? (...) We geloven dat we zo een traject ingaan dat het waard is om te delen met andere instellingen in de archiefbranche en wellicht in bredere erfgoedkring.”66 Uit de bovenstaande tekst uit de subsidieaanvraag kan er vastgesteld worden dat HBW een sociaal doel en een marketing doel heeft. Daarom zijn de adviezen in dit verslag ook gericht op het bijdragen aan deze doelen. Vastgestelde knelpunten Dus wat zijn de vastgestelde knelpunten binnen Het Bewaren Waard precies? Op basis van mijn onderzoek is dit te omschrijven in de volgende termen: onduidelijkheid, misleidendheid, gebruikersonvriendelijkheid, en het gebrek aan een doel of beloning. Deze zullen nu elk behandeld worden. Onduidelijke boodschap Uit de praktijkervaring blijkt dat senioren niet begrijpen wat “Zet je schoenendoos online” (de slogan die HBW gebruikt) betekent. Laura Millar gaf de verklaring dat deze senioren bij een schoenendoos op zolder denken aan de spullen van hun grootouders. Terwijl de gedachte van HBW was dat mensen ook de inhoud van hun eigen ‘schoenendoos’ online zetten.67 De oudere doelgroep begrijpt niet dat de website ook bedoeld is als een plek waar je gedachtes kunt uitwisselen, een plek waar mensen kunnen reageren op andermans collectie, waar mensen elkaars ‘schoenendoos’ volgen en elkaar berichten kunnen sturen. Na het uploaden van hun collectie hebben zij het gevoel er klaar mee te zijn. Mensen behandelen HBW dus niet als plek om herinneringen te delen, maar om materiaal en informatie te delen. HBW wordt gezien als historische website of een database waardoor mensen denken te uploaden voor de archiefinstelling en niet zozeer voor zichzelf. Hierdoor twijfelen mensen vaak of hun collectie wel historisch of interessant genoeg is, wat niet zou hoeven. Er is dus enige verwarring over wat er wel en niet op de website geplaatst kan worden.
66
Archief Eemland. Subsidieaanvraag Het Nieuwe Werken, 2010, P.2-3. Laura Millar uit Canada, onafhankelijke en internationaal archief consultant voor meer dan 30 jaar gaf een Masterclass in het kader van Archief Atelier Documenteren van de Samenleving op 30 oktober 2014 in Streekarchief Midden-Holland in Gouda. Aantekeningen gemaakt door Mariam Heijne. 67
29
De schoenendoos op naam – de fysieke archiefdoos in het depot – zorgt ook voor enige verwarring. Niet iedereen lijkt te begrijpen dat de schoenendoos in het depot slechts een bruikleen is en geen schenking. Gebruikersonvriendelijke website voor senioren Uit ervaring, observaties en klachten van deelnemers is gebleken dat de website als gebruikersonvriendelijk wordt ervaren door de oudere doelgroep. Met de constatering dat deelname aan HBW voor velen al geen prioriteit is, is dit een te grote drempel voor actieve deelname. De website maakt gebruik van technieken en icoontjes die logisch en begrijpelijk zijn voor jongeren – die opgegroeid zijn met deze technologie – maar niet voor senioren. Door alle twijfel en verwarring blijkt dat aanwijzingen en uitleg op de website zeer gewenst zijn. (On)veilige bewaring voor de toekomst In de huidige vorm van HBW kan het account – na zes maanden niet in te loggen op de website – verlopen en verwijderd worden. De slogan “Veilige bewaring voor de toekomst” die HBW gebruikt kan dan als misleidend ervaren worden, vooral door de senioren die over het algemeen minder vertrouwd zijn met het gebruik van computers en internet. Collecties worden namelijk in feite niet gegarandeerd bewaard bij Het Bewaren Waard. Mensen krijgen verkeerde verwachtingen van wat er met hun collectie zal gebeuren. Geen doel of beloning voor deelname Als HBW geen definitieve bewaring garandeert, is er (in de huidige vorm) weinig reden voor mensen om er zoveel tijd in te steken. Verwachting was dat er een behoefte was van mensen om hun collectie een plek te kunnen geven en dat mensen plezier halen uit het delen van collecties en herinneringen met anderen. Het is echter wel gebleken dat deze behoefte niet sterk aanwezig is en het is zo dat mensen hun collectie in principe overal kunnen delen en ook veel verschillende (andere) vormen. Moorman, Neijens en Smit stellen in The Effects of Program Involvement On Commercial Exposure And Recall in A Naturalistic Setting uit 2007 het volgende dat dit punt ondersteunt: “Involvement has no positive or negative value in itself, since consumers can get involved in something that gives them a positive as well as a negative feeling”.68 HBW mist naar mijn idee een product of doel waar naartoe gewerkt kan worden of een beloning die ontvangen wordt. HBW mist een duidelijke reden voor mensen om mee te doen en hierdoor missen mensen de drijfveer om actief te participeren. 2.3.3 Aanbevelingen en het ontwikkelen van scenario’s voor HBW Een sterk concept De vastgestelde knelpunten zijn dus: onduidelijkheid, gebruikersonvriendelijkheid, misleidendheid en het gebrek aan een doel of beloning. Hieruit is te concluderen dat het concept van HBW simpelweg niet sterk genoeg is. En uit het maken van een beschrijving van HBW is gebleken dat HBW niet in het kort uit te leggen is. Of er nu een commercieel product neergetzet wordt of een archiefgerelateerd project, het belangrijkste is om een sterk en gebruikersvriendelijk concept te creëren, dat makkelijk en kort uit te leggen is en dat geen vragen oproept. De aanbevelingen zijn daarom voornamelijk gericht op het versterken van het concept met behulp van de volgende kernpunten: Het antwoord is samen te vatten in vijf termen: Gebruikersvriendelijkheid, transparantie, duidelijkheid, doel(en) stellen, belonen. Deze kernpunten zijn gevisualiseerd in de Do’s & Don’ts bij archiefprojecten in bijlage 2. 68
Milou Elisabeth Turpijn, Virtual communities Relationship between motivation and participation, Universiteit van Amsterdam 2008, geraadpleegd 18 november 2014, http://dare.uva.nl/cgi/arno/show.cgi?fid=120515, P29. Master Thesis Communication science, Faculty of Social and Behavioural Sciences.
30
Een sociaal doel volgen De scenario’s in bijlage 1 zijn ontworpen met het soort doelen dat AE voor ogen had met HBW: een sociaal doel en een marketing doel. Om deze reden is ervoor gekozen om de social engagement te bevorderen en er geen participatory archive van te maken. AE heeft namelijk geen directe behoefte om meer beeldmateriaal te acquireren. Voor de duidelijkheid zijn hier definities van beide vormen gegeven door Amerikaanse archivaris en blogger Kate Theimer: o “In participatory archives people contribute knowledge and resources resulting in increased understanding about archival materials.” o “With social engagement people contribute opinions, feelings or artistic creations to have fun, derive personal satisfaction or increase awareness of archives.”69 Naar mijn mening staat HBW in de huidige vorm tussen beide definities in, omdat er wel serieus wordt omgegaan met het materiaal dat mensen bijdragen en er daardoor een toenemend begrip wordt gecreëerd over archiefmateriaal, maar mensen er ook vrij in zijn om hun meningen en gevoelens te uiten over het materiaal dat op de website staat. Als een van de gegeven scenario’s in dit verslag (of een middenweg hiertussen) uitgevoerd zou worden, kan volgens de Australische bibliothecaresse Rose Holley gesteld worden dat HBW volledig onder social engagement valt. Zij zegt namelijk: “Social engagement is about giving the public the ability to communicate with us and each other; to add value to existing library data by tagging, commenting, rating, reviewing, text correcting; and to create and upload content to add to our collections.”70 Ik wil graag benadrukken dat het niet negatief is als een project van een archiefinstelling geen participatory archive is. Kate Theimer stelt hierover het volgende: “The extent to which some of these examples achieve the larger goal of adding value to people’s lives by increasing their understanding and appreciation of the past is certainly open to question. But I think all of them, even the lightest and most casual ones, are part of a process of introducing archives into people’s lives, and making them open to learning more. They create an opportunity the archives can build on. And they may also add value to people’s lives in an intangible but important way.”71 Onduidelijkheid wegnemen Om de huidige onduidelijkheid over de schoenendozen en de inhoud ervan weg te nemen, moet de slogan “zet je schoenendoos online” veranderd worden. De senioren denken bij de term schoenendoos aan hun ouders of grootouders en niet aan zichzelf. In het eerste scenario is ervoor gekozen om de term archief te gebruiken. Deze term is misschien niet accuraat voor het materiaal van de deelnemers in het woordenboek van een echte archivaris, maar het gaat erom dat het duidelijk overkomt op het publiek. Deelnemers weten niet precies wat er van hen verwacht wordt. Rose Holley zegt hierover: “Be very clear about what, how and when things should be done (instructions, FAQ, policies).”72 In het geval van de huidige vorm van HBW weten mensen vaak niet hoe historisch hun materiaal mag of moet zijn. Een simpele oplossing kan zijn om letterlijk te vermelden uit welke tijdsperiode het materiaal mag komen. Een ondertitel op de website waar dit vermeld wordt, kan een hoop twijfel en onzekerheid wegnemen. Het is ook mogelijk om als ondertitel een exact punt in the geschiedenis te 69
Kate Theimer, “Participatory Archives: Something Old, Something New”, http://www.slideshare.net/ktheimer/theimerparticipatory-archives-mac-keynote, geraadpleegd 23 november 2014. 70 Robert P. Spindler, An Evaluation of Crowdsourcing and Participatory Archives Projects for Archival Description and Transcription, Arizona State University Libraries 2014. Geraadpleegd 14 november 2014, http://repository.asu.edu/attachments/135630/content/Research%20Paper%20v3.pdf, P3. 71 Kate Theimer, “The Future of Archives is Participatory”, http://www.archivesnext.com/?p=3700, geraadpleegd 23 november 2014. 72 An Evaluation of Crowdsourcing and Participatory Archives Projects. P12.
31
kiezen, bijvoorbeeld het jaar 2000. In het scenario is ervoor gekozen om voorbeelden te geven in de verwelkomingsmail en herinneringsmails. In deze mails kan AE aan mensen ook laten zien hoe leuk het kan zijn om mee te doen aan HBW. Creatief consultant en oprichter van Erfgoed 2.0 Theo Meerenboer heeft dit ook geadviseerd aan HBW. Hij zei dat je mensen niet moet vertellen hoe leuk jouw product is maar je het ze moet laten zien.73 Het is in ieder geval belangrijk duidelijk en precies te laten zien of te vermelden wat er van de mensen verwacht wordt. Doelgroep Ik raad aan om HBW af te stemmen op senioren (65+). HBW neerzetten als algemene herinneringensite zou voor meer doelgroepen – in principe iedereen – kunnen zijn, maar daarmee is het ook moeilijker om een website te maken die jong én oud aanspreekt. Jonge mensen hebben al veel verschillende social media websites en applicaties waar zij hun herinneringen op zetten, zoals Facebook en Instagram. De verwachting is dat HBW als herinneringensite hier niet tegenop zou kunnen voor jongeren. Daarentegen zijn er maar weinig websites speciaal ontworpen (en goed uitgevoerd) voor senioren, dus dit kan juist een gat in de markt zijn. Naar mijns inziens is HBW niet geschikt voor gebruik onder de veertigjarige leeftijd, tenzij de jongere mensen hun ouders of grootouders helpen. Als er wordt uitgegaan van de doelgroep 40 jaar en ouder (de initiële doelgroep van HBW), dan omvat dit 8.865.597 mensen in Nederland.74 Ondanks dat een groot percentage van deze leeftijdsgroep geen social media gebruikt (zie afbeelding 4), is het aantal mensen dat hier wel toe bereid is nog steeds aanzienlijk groot. Uit de gegevens in afbeelding 5 blijkt dat het gebruik van internet onder senioren aanzienlijk is toegenomen en waarschijnlijk alleen maar toe zal blijven nemen. Daarnaast kan het zijn dat meer oudere mensen – die normaal niet zoveel doen met computers – wel mee willen doen aan HBW als de gebruikersvriendelijkheid in instructies en navigatie op hun is afgesteld. In de praktijk is gebleken dat vooral mensen van 60 jaar en ouder ook werkelijk op HBW afkomen. Dit sluit aan op de Eindrapportage over de Kwaliteitsmonitor Dienstverlening Archieven uit 2013 van Bureau Advies Research Training voor Non-profit en Overheid. Hieruit blijkt dat het aandeel van 65+’ers is in vergelijking met 2011 iets toegenomen (van 36% naar 42%), ten koste van het aandeel bezoekers van 35 – 64 jaar. Net als in 2011 heeft meer dan de helft van de archiefbezoekers hoger onderwijs afgerond. Bezoekers van 35 – 49 jaar hebben in vergelijking met andere leeftijdsgroepen het vaakst hoger onderwijs afgerond.75 Ruim de helft (51%) van de bezoekers is gepensioneerd. Dat is nog iets meer dan in 2011 (toen was dit 45%).76 Het klopt dus dat veel bezoekers van archieven ouder en gepensioneerd zijn. Dit is dus ene bestaand publiek waar AE op in kan spelen. Een tegenargument voor de oudere doelgroep kan zijn dat senioren misschien een ‘serieuze database’ willen opbouwen en geen community willen. Of dat deze mensen vaak geen scanner hebben. Toch zijn het de senioren met de meeste vrije tijd, iets waar jonge mensen – of zelfs meeste veertigers en vijftigers – vaak een gebrek aan hebben. Daarnaast zijn het vaak de senioren met het meest interessante materiaal. Zolang het concept en de vormgeving goed aansluiten bij het doel, verwacht ik geen klachten van senioren over een ‘archiefwaardige database’. Op de 50PlusBeurs is wel gebleken dat er relatief veel mensen waren die hun collectie al gedigitaliseerd hadden. Als er dus genoeg informatie wordt gegeven over de middelen (waar kunnen mensen komen om te scannen of waar mensen een scanner kunnen aanschaffen), dan zullen zij deze deelnemende stap wel kunnen nemen. 73
Bijlage 5: Advies van Theo Meerenboer van Erfgoed 2.0. CBS, “Bevolking; kerncijfers”, geraadpleegd 11 november 2014, http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=37296ned&D1=a&D2=0,10,20,30,40,50,60,(l1),l&HD=130605-0924&HDR=G1&STB=T. 75 Peter van der Zant, Tijd voor kwaliteit: Eindrapportage over de Kwaliteitsmonitor Dienstverlening Archieven, Bureau Advies Research Training voor non-profit en overheid, 2013, geraadpleegd 18 november 2014, http://www.archiefbrain.nl/downloads/concepteindrapport_kwaliteitsmonitor.pdf, P2. 76 Tijd voor kwaliteit, P3. 74
32
E. Loos heeft in het afstudeeronderzoek voor de Universiteit van Amsterdam Een onderzoek naar het navigatiegedrag van SeniorWeb-leden uit 2009 het volgende positieve aspect gesteld: “Als er bij het design van een website rekening wordt gehouden met senioren en mensen met een functiebeperking dan beïnvloedt dit de gebruiksvriendelijkheid voor de overige gebruikers niet nadelig. In tegendeel, een dergelijke aanpak verhoogt de gebruiksvriendelijkheid ook voor andere gebruikers zoals jongeren en mensen zonder functiebeperking.”77 HBW zal dus nog steeds aantrekkelijk kunnen zijn voor mensen jonger van 65 jaar. Rol van de Digitale Archivaris In het eerste scenario in bijlage 1 draait het om de Digitale Archivaris. Uit ervaring op de 50+ evenementen en de Collectiedag lijken senioren een groot respect te hebben voor de expertise van archivarissen en archiefinstellingen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat zij deze expertise op prijs stellen. De Digitale Archivaris zou kunnen bepalen wat het bewaren waard is, een concept vergelijkbaar met het bekende programma Tussen Kunst & Kitsch.78 Dit lost het probleem van het ontbrekende product of doel op. Hetgeen wat mensen hier ontvangen is meer informatie over hun collectie. Ook helpen de deelnemers zo anderen weer doordat er meer (nuttige) informatie op de website staat, wat op de behoefte van senioren om behulpzaam te zijn inspeelt. Doordat de Digitale Archivaris actief is op de website door op collecties te commenten – het geven van meer informatie, mensen aanwijzingen geven of vragen stellen – kan hij ook het gesprek tussen anderen op gang brengen, wat het community aspect kan bevorderen. De Digitale Archivaris zou mensen directe aanwijzingen en vragen kunnen stellen. Naar mijn weten bestaat dit concept ook nog niet in de archiefwereld, wat het tot iets speciaals kan maken. Gebruikersvriendelijke website voor senioren HBW kan ongetwijfeld veel vooruitgang boeken als er een gebruikersvriendelijkere (versie van de) website komt. In de praktijk is gebleken dat dit een groot struikelblok is voor oudere gebruikers. Ook literatuur is bevestigend op dit vlak. Als afstudeeronderzoek bij Universiteit van Amsterdam is er in 2008 een onderzoek uitgegeven getiteld Communities of practice: informatief of gezellig? Een studie naar communities of practice, online ledenparticipatie en positieve beïnvloedingsfactoren door Remco Blaas, waarin staat: “Een community kan er nog zo mooi uitzien, zij moet het haar bezoekers wel gemakkelijk maken om haar te gebruiken, oftewel gebruiksvriendelijk zijn. Onderzoek van Preece, Nonnecke en Andrews toont aan dat een van de redenen dat lurkers (In het geval van HBW de mensen die wel een account hebben, maar geen actie hebben ondernomen) niet actief participeren is dat zij niet kunnen omgaan met de software van de community. (...) Uit onderzoek van onder meer Ferney en Marshall blijkt dat de waargenomen gebruiksvriendelijkheid (ook bekend als easeof-use) essentieel is voor de aantrekkelijkheid van een website. Ferney en Marshall suggereren ook dat er een sterke samenhang is tussen klanttevredenheid en de waargenomen gebruiksvriendelijkheid. Hall gaat zelfs een stap verder en veronderstelt dat de gebruiksvriendelijkheid van een online community een positieve invloed heeft op de ledenparticipatie. Er kan dus worden verondersteld dat hoe gebruiksvriendelijker een communitylid een community of practice ervaart, des te groter de kans is dat hij/zij zal participeren.79
77
E. Loos, Ouderen op zoek naar informatie op een website van een zorgverzekeraar: een onderzoek naar het navigatiegedrag van SeniorWeb-leden, Universiteit van Amsterdam 2009, geraadpleegd 18 november 2014, http://dare.uva.nl/document/2/90044, P31. Master These Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG), Amsterdam School of Communication Research (ASCoR). 78 AVROTROS. “Tussen Kunst en Kitsch”, geraadpleegd 17 december 2014, http://web.avrotros.nl/tussenkunstenkitsch/. 79 Remco Blaas, Communities of practice: informatief of gezellig? Een studie naar communities of practice, online ledenparticipatie en positieve beïnvloedingsfactoren, Vrije Universiteit Amsterdam 2008, geraadpleegd 18 november 2014, http://dare.uva.nl/cgi/arno/show.cgi?fid=113537, P9, Doctoraalscriptie Communicatiewetenschap.
33
E. Loos sluit in het afstudeeronderzoek voor de Universiteit van Amsterdam Een onderzoek naar het navigatiegedrag van SeniorWeb-leden uit 2009 hierop aan met het volgende: “Jonge designers gaan er volgens Pernice & Nielsen vanuit dat ouderen qua gezichtsvermogen, motoriek en geheugen probleemloos functioneren en alles over het Web weten. Zij beseffen niet dat oudere gebruikers daarom meer ‘usability problems’ hebben dan ouderen.”80 E. Loos heeft de volgende conclusies getrokken over het navigatiegedrag van ouderen en jongeren: “De overeenkomsten: 1. Bij veel ouderen én jongeren verliep het navigatiegedrag op een webpagina via het Fpatroon. 2. Kleine lettergrootte en grafische animaties worden door zowel jongeren als ouderen als afleidend beoordeeld. 3. Tekstformaat blijkt niet van invloed op de prestaties van noch ouderen noch jongeren. Wat betreft de verschillen kan gesteld worden dat ouderen: 1. langzamer navigeren. 2. meer fouten maken. 3. meer tekst lezen op een webpagina en doen dat zorgvuldiger; er is sprake van ‘cautious clicking’. 4. niet goed weten om te gaan met de zoekfunctie. 5. ook op tekst, tabellen en grafieken clicken waarop niet geclickt kan worden. 6. termen niet begrijpen die met het Web en techniek te maken hebben. 7. vaak niet weten waar ze zich bevinden op een website. Het kwam voor dat ze een link op een webpagina aanclickten waar op ze zich al bevonden. 8. groot tekstformaat prefereren en jongeren middelgroot tekstformaat. 9. minder tevreden zijn over websitegebruik. 10. de gebruiksvriendelijkheid van websites lager inschatten.”81 Op basis van deze informatie is een advies ontworpen met aanwijzingen voor verbeteringen en aanvullingen op de website (bijlage 3). Dit advies bevat geen praktische instructies voor uitvoering. Community creëren Het creëren van een community kan niet alleen heel lastig zijn, maar ook op veel verschillende manieren gedaan worden. Bij aanvang van dit onderzoek is overwogen om bestaande (historische) verenigingen enthousiast te krijgen en hen op die manier samen te voegen tot een HBW community, virtueel en misschien fysiek. Er zijn door AE al verenigingen benaderd, maar omdat HBW geen archivistisch correcte online archief database is – en zij dit zagen – was er geen interesse van hun kant. Wel is het mogelijk om dit nogmaals te proberen in een nieuwe verbeterde vorm van HBW, bijvoorbeeld met verenigingsaccounts. Milou Elisabeth Turpijn stelt in haar onderzoek Virtual communities Relationship between motivation and participation uit 2008 het volgende dat precies omschrijft hoe het probleem van HBW in elkaar zit: “In order to successfully develop and maintain a virtual community, a certain percentage of active members is required. For that reason, communities depend on content that is created by members of the community. Virtual communities that are facilitated by businesses and did not evolve from consumer’s interest, frequently fail to be successful due to the lack of contribution. Therefore, the biggest challenge for online communities in order to be profitable for consumers, as well as the facilitators of the community, is to have an active member base. As a result, empowering consumers to be active members in virtual communities is one of the challenges facing businesses today.”82 80 81
E. Loos, Ouderen op zoek naar informatie op een website van een zorgverzekeraar, P30. E. Loos, Ouderen op zoek naar informatie op een website van een zorgverzekeraar. P29.
34
Het typeert een online community dat het aantal actieve communityleden vaak beperkt blijft: een kleine minderheid is verantwoordelijk voor het overgrote deel van de online participatie.83 Belangrijk om op te merken is dat dit niet negatief hoeft te zijn, zolang er maar actieve leden zijn. Wanneer een project als wel of niet succesvol ervaren wordt, is afhankelijk van de doelen gesteld door de instelling. Deze zijn vaak afhankelijk van het type en de grootte van de instelling. Doelen stellen Met behulp van bestaand onderzoek onderbouw ik mijn keuze voor de aanpak van het creëren van een HBW community door middel van het stellen van een gezamenlijk doel en mensen de kans te geven zich nuttig te voelen. Amerikaanse archivaris Robert Spindler stelt iets heel interessants over het community aspect van een participatory archive (wat HBW beargumenteerdbaar toch ten dele is): “In a participatory archive, there is no predetermined consensual community. The ‘community’ is a sum of all individual structures, descriptions, orders, and viewpoints contributed by individual participating archive users whether they are users or contributors, archivists, researchers, administrators, labourers, or belong to marginalised communities or the majority.”84 Ik heb besloten om van dit standpunt uit te gaan bij het proberen te creëren van een community. Er kan beargumenteerd worden dat HBW een vorm van social engagement is en geen participatory archive, maar het thema van HBW is nog steeds archieven. Deze aanpak zou dus wel kunnen werken. Daarnaast wordt het stellen van doelen ook door anderen genoemd om motivatie te bevorderen. In het afstudeeronderzoek van Talip Kose getiteld Knowledge Sharing in Online Communities staat het volgende: “If we look at descriptions and success factors of online communities, we see that almost all researchers mention ‘purpose’. Purpose is the community’s shared focus on an interest, need, information, service or support that provides a reason for individual members to belong to the community. So actually the knowledge sharing in the online community occurs because of this shared purpose. Without knowledge sharing among members the shared purpose on a community will not be established and sustained. According to Preece the purpose of an online community is one of the main determinants for its success.”85 Op een informatieve pagina over motivatie van de website InfoNu.nl staat het volgende: “Motivatie kan beïnvloed worden door het stellen van doelen. Het stellen van doelen, mits op de juiste wijze gedaan, kan de focus van een persoon verhogen. Tevens vallen er nog meer voordelen uit het stellen van doelen te halen, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid tot het meten van de voortgang. Een goed gebruik bij het stellen van doelen is de gebruikmaking van een aantal regels, samengevat in SMART. Deze regels behelzen dat een doel moet voldoen aan de volgende eisen: Het doel moet specifiek zijn, meetbaar zijn, acceptabel zijn, realistisch zijn en een doel moet aan tijd gebonden zijn.”86 82
Milou Elisabeth Turpijn, Virtual communities Relationship between motivation and participation, Universiteit van Amsterdam 2008, geraadpleegd 18 november 2014, http://dare.uva.nl/cgi/arno/show.cgi?fid=120515, P6. Master Thesis Communication science, Faculty of Social and Behavioural Sciences. 83 Remco Blaas, Communities of practice: informatief of gezellig? Een studie naar communities of practice, online ledenparticipatie en positieve beïnvloedingsfactoren, Vrije Universiteit Amsterdam 2008, geraadpleegd 18 november 2014, http://dare.uva.nl/cgi/arno/show.cgi?fid=113537, P33, Doctoraalscriptie Communicatiewetenschap. 84 Robert P. Spindler, An Evaluation of Crowdsourcing and Participatory Archives Projects for Archival Description and Transcription, Arizona State University Libraries 2014. Geraadpleegd 14 november 2014, http://repository.asu.edu/attachments/135630/content/Research%20Paper%20v3.pdf, P7. 85 Talip Kose, Knowledge Sharing in Online Communities; The Role of Moderators, Personal Outcome Expectations, Reputation and Trust, Vrije Universiteit Amsterdam 2011, geraadpleegd 18 november 2014, http://www.ubvu.vu.nl/pub/fulltext/scripties/27_16132512.pdf, P.10. Master Thesis Business Administration, Specialization Information and Knowledge Management, Faculty of Economics and Business Administration. 86 InfoNu.nl, “Het beïnvloeden van motivatie”, geraadpleegd 14 november 2014, http://polkozic.infoteur.nl/specials/motivatie.html.
35
Wanneer er een doel voor HBW bepaald is, zou de community volgens o.a. Robert Spindler en Jennifer Preece vanzelf volgen. Uit het publieksonderzoek is eerder al gebleken dat de mensen die zich aangetrokken voelen tot het concept van HBW mee willen doen om de archiefinstelling en anderen van dienst te zijn, om nuttig te zijn. Veel mensen hebben deze intrinsieke motivatie dus al. Een doel zou dit nog verder kunnen motiveren. Callista Disselhoff maakt in haar onderzoek Crowdsourcing E-fulfillment; Influence of motivation and practical factors on participation intention crowdsourcing e-fulfillment uit 2013 de volgende constateringen die aansluiten bij de intrinsieke motivatie om nuttig te willen zijn: “In one of the first studies about online communities that was conducted by Waski and Faraj, the focus was to look for the reasons of people to participate in online communities and to help each other out within this community. According to this study the most important reason to participate was to give back to the community what they themselves have received from the community. According to Bandura people share information within a community because of the feeling of efficiency. People have the feeling that they can exercise influence to their environment. Wikipedia is a good example where participants get the feeling of having influence. When a financial reward is missing, gathering knowledge is a strong motivator.”87 Rose Holley zegt over het stellen van doelen het volgende: “Raising the bar and increasing the challenge/end goal [is an activity that can increase] the motivation of participants, [for example] identify all the galaxies in the universe; correct all the text in all newspapers; digitise every out of copyright book.”88 Dus wat kan dit gezamenlijke doel zijn? Er zou met de vergaarde collecties een fysieke tentoonstelling of web-expositie gemaakt kunnen worden. Ook kan er een boek samengesteld en uitgegeven worden. Om mensen zich nog nuttiger te laten voelen, zou er een onderzoeksdoel kunnen zijn dat HBW dient, maar dat is weer iets dat beter past bij een participatory archive. De psychologie achter ‘achievements’ De medailles die genoemd worden in de scenario’s in bijlage 1 zijn gebaseerd op de psychologie van achievements in videogames. De term achievement kan vertaald worden als ‘prestatie’ of ‘succes’, maar omdat deze woorden in het Nederlands de betekenis van het concept niet goed dekken wordt ook in de Nederlandse videogame-industrie de term achievement gebruikt. Er zijn talloze bronnen op internet over dit concept, maar het komt allemaal op hetzelfde neer. De website IGN Games left het concept als volgt uit: “Achievements cater to a natural human need, the desire for a feeling of accomplishment, no matter how arbitrary or superficial that accomplishment may be. As a species we like to set challenges for ourselves to overcome. It happens in sports, in business, even in our daily routines (incidentally, this weekend I'm really going to clear out the garage). We strive to excel in whatever we pursue, and gaming is not exempt from that rule. Ultimately, achievements supply a demand, and because of the way we're psychologically constructed, it's a demand that will never truly be fulfilled.”89
87
Callista Disselhoff, Crowdsourcing E-fulfillment. Influence of motivation and practical factors on participation intention crowdsourcing e-fulfillment, Vrije Universiteit Amsterdam 2013, geraadpleegd 14 november 2014, http://www.ubvu.vu.nl/pub/fulltext/scripties/27_25033771.pdf, P15. Master These Marketing. 88 Robert P. Spindler, An Evaluation of Crowdsourcing and Participatory Archives Projects for Archival Description and Transcription, Arizona State University Libraries 2014. Geraadpleegd 14 november 2014, http://repository.asu.edu/attachments/135630/content/Research%20Paper%20v3.pdf, P12. 89 IGN Games, “Why Are You Addicted To Achievements?”, Geraadpleegd 18 december 2014, http://www.ign.com/articles/2011/10/10/why-are-you-addicted-to-achievements.
36
Maar het concept van belonen (op een immateriële manier) komt natuurlijk niet alleen terug in videogames, het komt ook terug in het onderzoek van Talip Kose waarin verschillende onderzoekers genoemd worden die dit concept ondersteunen: “Rewards have been shown to be positively related to the frequency of knowledge contribution. Goodman and Darr identified rewards as an important element in the process of knowledge sharing and Weiss emphasized the need to align incentives and knowledge sharing. Rewards could range from positive feedback to praise, but also giving a member a higher status within the community might be possible.90 (…) We could conclude that reward and punishment behavior of moderators could stimulate the underlying conditions for knowledge sharing within the community. For example, by his or her rewards and punishments a moderator is able to influence the situation of order within a community, which in turn could be related to the perceived trust by a community user. Next to that, rewards given by a moderator could add to the reputation of a community user. Another example is that when a moderator gives rewards to a community member, he or she might experience a more kind environment in which contribution is respected and positive relations could be build, therefore increasing his or her personal outcome expectations. Although reputation and trust do not influence knowledge sharing behavior, it might be possible that other aspects of knowledge sharing are stimulated by these variables, or at least factors that are important for a succesfull community.”91 In plaats van medailles, kan er ook gebruik gemaakt worden van een level of ranking, zoals gebruikt wordt in het onderstaande voorbeeld van de website Newgrounds.92 Newgrounds is een creatief platform waar mensen hun zelfgemaakt kunst, muziek, videogames en (korte) films kunnen plaatsen. Iemands level is in dit geval afhankelijk van een bepaalde hoeveelheid uploads, populariteit en interactie met anderen door het beoordelen van hun werk. In het voorbeeld staat dat iemand Level 1 Artist is. Het werkt motiverend, omdat je dan graag naar het tweede level wilt komen.
Afbeelding 5: Gebruikersrang op de website Newgrounds.
Dit wordt ook weer bevestigd door Rose Holley: “Acknowledge the digital volunteers in various ways and reward high achieving digital volunteers.”93
90
Talip Kose, Knowledge Sharing in Online Communities; The Role of Moderators, Personal Outcome Expectations, Reputation and Trust, Vrije Universiteit Amsterdam 2011, geraadpleegd 18 november 2014, http://www.ubvu.vu.nl/pub/fulltext/scripties/27_16132512.pdf, P.17. Master Thesis Business Administration, Specialization Information and Knowledge Management, Faculty of Economics and Business Administration. 91 Talip Kose, Knowledge Sharing in Online Communities. P.31. 92 Newgrounds, “Homepagina”, geraadpleegd 18 december 2014, http://www.newgrounds.com/. 93 Robert P. Spindler, An Evaluation of Crowdsourcing and Participatory Archives Projects for Archival Description and Transcription, Arizona State University Libraries 2014. Geraadpleegd 14 november 2014, http://repository.asu.edu/attachments/135630/content/Research%20Paper%20v3.pdf, P12.
37
Nazorg De website is bedoeld als een community omgeving, dus als mensen hun digitale schoenendoos vullen en daarna nooit meer op de site komen, wordt het doel van de website gepasseerd en moet de dataopslag wel constant betaald worden. De keuze voor niet-permanente opslag is in de eerste plaats dus een financiële keuze. Toch moet HBW de uitspraak “velige bewaring voor de toekomst” wel waarmaken – of helemaal niet gebruiken. Uit gesprekken met vooral de oudsten onder de doelgroep blijkt dat zij vaak juist hun collectie online zetten omdat zij beseffen dat zij binnenkort kunnen overlijden en zij willen dat hun collectie ook na hun overlijden raadpleegbaar is. Maar wat als iemand overlijdt? Dan is er niemand om in te loggen. Dit is tegenstrijdig als product van een archiefinstelling, die andere zaken over het algemeen voor altijd zal bewaren.94 Het is naar mijn mening de ethische verantwoordelijkheid van AE om ook in de toekomst te zorgen voor wat HBW van deze mensen heeft verzameld – wanneer zij dit lijken te beloven. Ook Elske de Bruin, Adviseur voor programma Digitaal Archiveren 2015 Gemeente Amsterdam, en Laura Millar zijn van mening dat het voor altijd bewaard moet worden. “Alles wat je verzamelt, moet je ook bewaren.”95 – Elske de Bruin
“It should be kept forever!”96 – Laura Millar
Tijdens het Open Atelier van het Archief Atelier DS op 11 december 2014 in Archief Eemland legde ik het publiek de volgende stelling voor: “Wat een archief nu binnenhaalt, zal het voor altijd moeten bewaren.” Ten dele tegenstrijdig aan mijn eigen mening waren 12 van de 16 atelier-deelnemers tegen deze stelling. De conclusie van de discussie die volgde was dat het vooral heel belangrijk is om transparant en eerlijk te zijn tegenover de participanten over wat de instelling met de collectie gaat doen. AE hoeft de HBW collecties dus niet voor altijd te bewaren, maar zal zijn boodschap hierover heel duidelijk moeten vermelden en geen misleidende slogans gebruiken over definitieve bewaring. Er zijn verschillende mogelijkheden voor HBW om mensen toch te kunnen beloven dat het voor altijd bewaard wordt en website-archivering is er één van. De National Archives in het Verenigd Koninkrijk heeft na het sluiten van een online participatory archive genaamd Your Archives de website read-only gemaakt, zodat mensen niets meer toe kunnen voegen, maar mensen het wel kunnen blijven bekijken. Als iemand naar de website van Your Archives wil gaan, wordt die persoon doorgeschakeld naar het webarchive van de National Archives.97 Mocht HBW ooit ophouden met bestaan, kan het op deze manier gearchiveerd worden en wel beschikbaar blijven voor het publiek. Archivering van websites uit de bundel Archiefbeheer in de praktijk geeft de verschillende manieren en middelen voor websitearchivering weer.98
Afbeelding 6: Bericht op de homepagina van de gearchiveerde Your Archives website. 94
Met de term ‘altijd’ bedoel ik hier dat de HBW collectie hetzelfde behandeld wordt als elk ander archief dat geacquireerd wordt door AE. Deze archieven zullen mogelijk niet allemaal tot in de eeuwigheid bewaard worden, dus ‘altijd’ betekend in deze context eigenlijk ‘zo lang mogelijk’ of een variatie daarop. Ik gebruik de term ‘altijd’, omdat dit het beeld is dat mensen hebben van een archiefinstelling; dat deze archief en collecties bewaard tot in de eeuwigheid. 95 Elske de Bruin, Adviseur voor programma Digitaal Archiveren 2015 Gemeente Amsterdam, geïnterviewd door Mariam Heijne op 12 november 2014 in het Stadsarchief Amsterdam. 96 Laura Millar uit Canada, onafhankelijke en internationaal archief consultant voor meer dan 30 jaar gaf een Masterclass in het kader van Archief Atelier Documenteren van de Samenleving op 30 oktober 2014 in Streekarchief Midden-Holland in Gouda. Aantekeningen gemaakt door Mariam Heijne. 97 Webarchive National Archives UK, “Your Archives Read-Only”, geraadpleegd 18 november 2014, http://webarchive.nationalarchives.gov.uk/+/http://yourarchives.nationalarchives.gov.uk/index.php?title=Home_page. 98 René Voorburg, “Archivering van websites” (2011) in: F. J. C. Ketelaar, Archiefbeheer in de praktijk, P5780–1 - P5780–26.
38
Overwogen concepten Om te beslissen welke richting HBW het beste op kan gaan zijn er naast de genoemde visie verschillende concepten en variaties erop overwogen. Overwogen is om HBW helemaal los te koppelen van de functie van archiefbewaarplaats van AE en als landelijk platform neer te zetten waar mensen die oude documenten en foto's digitaal met elkaar delen. HBW is echter wel gestart om participatie en binding tussen de mensen en AE te creëren. Bij complete loskoppeling van archiefinstellingen wordt dit doel gepasseerd en staat HBW op zichzelf als product. Daarom is dit idee niet vervolgd. Een variatie hierop is bij loskoppeling HBW daarnaast neer te zetten als herinneringensite voor jong en oud, om herinneringen te plaatsen van alle tijden. Er is voor jongeren op dit veld al veel concurrentie, want in feite is Facebook ook een herinneringensite. En senioren lijken gewoon niet de juiste doelgroep te zijn voor deze vorm van social media. Daarom is dit niet vervolgd. Een ander idee was om HBW een soort voorportaal te maken voor schenking aan musea en archieven. Dat musea en archieven er iets uit kunnen kiezen was zij willen opnemen in de collectie. Dan wordt er geen definitieve bewaring gegarandeerd. Het probleem hierbij is alleen dat het op geen enkele manier de community engagement bevordert. Het gaat dan alleen om het materiaal en niet om contact. Daarnaast heeft AE al zoveel foto’s, daar is eigenlijk geen behoefte aan. 2.3.4 Aanbevelingen voor extra HBW activiteiten en diensten Naast het versterken van het HBW concept, kan AE activiteiten en diensten rondom HBW organiseren om deelnemers te verzamelen en het niveau van participatie te bevorderen. Focus op activiteiten Theo Meerenboer heeft aangeraden om de focus vooral te leggen op evenementen en activiteiten om meer actieve deelnemers te trekken en dit ook vooral ’s avonds te doen, zodat het mogelijk is voor iedereen om te komen. De Eerste Wereldoorlog Collectiedag was een geslaagde dag en zou vaker uitgevoerd kunnen worden, aansluitend op verschillende thema’s. Wel moet er bij zo een toekomstig evenement wel meer benadrukt worden dat de website sociale functies heeft. Want tijdens deze collectiedag waren er veel mensen gekomen die hun materiaal graag door iemand anders op de website van HBW wilde laten zetten, maar er vervolgens niet van plan waren nog naar terug te komen. Het gebruik van techniek was in hun geval vaak het struikelblok. Computer workshop Een workshop computervaardigheden zou kunnen helpen om de senioren zelfverzekerd en vaardig te maken om zelfstandig met HBW aan de gang te gaan. Ook Theo Meerenboer heeft ons dit advies gegeven. Uit een onderzoek door Z. Selda Eroglu getiteld Verhalen over technologie. Een kwalitatief onderzoek naar de ervaringen en belevenissen van ouderen over internet en het gebruik ervan uit 2013 blijkt ook dat een workshop als deze heel voordelig kan werken: “Ouderen zijn wat voorzichtiger dan jongeren in het leren van de nieuwe technologie en komen achter de menigte aan. Als technologie duidelijk wordt uitgelegd aan ouderen dan vinden ze het makkelijker om de technologie te gebruiken en zijn ze er ook minder tegen. Ook de onbekendheid met technologie en factoren als kosten, schaamte, faalangst en gezichtsverlies kunnen een rol spelen. Hierbij kunnen we denken aan de schaamte wanneer een verkeerde knop is ingedrukt of de faalangst om iets verkeerds te doen op het internet. Daardoor blijven ouderen achter in het gebruik van technologie. Ze leren de nieuwe technologie later dan andere mensen en daardoor is het moeilijker om met andere mensen mee te ontwikkelen. Opvallend is dat ouderen in de leeftijdscategorie van 55 tot 75 jaar zich goed informeren over het internet en het gebruik ervan. Als ouderen beschikken over internet en ze weten hoe ze met het internet moeten omgaan, dan maken ze ook daadwerkelijk gebruik van het 39
internet.99 (...) Om te voorkomen dat ouderen angstig worden over de toekomst en de ontwikkelingen rondom het internet dienen er voorlichtingen gegeven te worden. Dit kan gedaan worden door middel van voorlichtingen in buurthuizen over het gebruik van internet en wat er allemaal met het internet gaat komen. Hierbij is het dan geschikter dat de voorlichting gegeven wordt door een ouder persoon over de verwachtingen rondom het internet. Er is dan meer sociale vergelijking mogelijk tussen de voorlichter en de ouderen die luisteren. Op deze manier hoeven ouderen niet bang te zijn voor het internet en de ontwikkelingen die gaan plaatsvinden rondom het internet.”100 Tentoonstelling Een fysieke tentoonstelling of een web-expositie zou veel bezoekers naar AE kunnen trekken. Dit kan gekoppeld worden aan HBW door de tentoonstelling als gezamenlijk doel te stellen voor alle HBW deelnemers, zoals benoemd het eerste scenario. Mensen kunnen er dan trots op zijn als hun materiaal in een tentoonstelling gebruikt wordt. Fotowedstrijd Omdat HBW zich voornamelijk focust op historische foto’s en documenten, is een fotowedstrijd waarin mensen hun oude foto’s recreëren heel geschikt om uit te voeren. “Getting involved in a contest (…) could satisfy a participant’s desire to win a reward, gain reputation in an online community, or being recognized by the sponsor of the contest.”101 Dit concept bestaat al een tijd op het internet, waar mensen het vaak doen buiten wedstrijdverband. Sommigen zoeken naar de exacte plek waar een foto genomen is en geven zo weer hoe een plek veranderd is in die tijd. Veel mensen recreëren bijvoorbeeld foto’s uit hun kindertijd (zie afbeelding 7). Het is alleen niet onderzocht of senioren ook interesse zouden hebben in een initiatief als deze.
Afbeelding 7: Drie volwassenen hebben hun kinderfoto opnieuw gecreëerd (links: origineel | rechts: recreatie). 99
Z. Selda Eroglu, Verhalen over technologie. Een kwalitatief onderzoek naar de ervaringen en belevenissen van ouderen over internet en het gebruik ervan. Universiteit Twente 2013, geraadpleegd 18 november 2014, http://essay.utwente.nl/63202/1/Eroglu%2C_Z.S._-__s1010638_%28verslag%29.pdf, P10-11. Bachelor These Psychologie, Faculteit Gedragswetenschappen. 100 Z. Selda Eroglu, Verhalen over technologie. P43. 101 Callista Disselhoff, Crowdsourcing E-fulfillment. Influence of motivation and practical factors on participation intention crowdsourcing e-fulfillment, Vrije Universiteit Amsterdam 2013, geraadpleegd 14 november 2014, http://www.ubvu.vu.nl/pub/fulltext/scripties/27_25033771.pdf, P17. Master Thesis Marketing.
40
Tussen Kunst en Kitsch Vergelijkbaar met de Collectiedag waar mensen al advies kregen over hun stukken, kan het ‘Tussen Kunst & Kitsch’concept nog verder uitgewerkt worden voor een evenement. ‘Tussen Kunst en Kitsch’ is een programma van de AVROTROS waar objecten van mensen worden beoordeelt door experts op hun kunstwaarde. Naar mijn weten is dit nog niet uitgevoerd door een archiefinstelling. AE zou samen kunnen werken met andere archiefinstellingen om meer experts te vergaren. Net als bij het televisieprogramma zou er een video opname van gemaakt kunnen worden en op de AE website geplaatst worden. Dit concept zou heel goed aansluiten op het Digitale Archivaris concept dat in het eerste scenario in bijlage 1 beschreven is. Samenwerking tussen jong en oud Omdat de senioren goed hulp kunnen gebruiken bij de website van HBW en HBW goed in de geschiedenislessen van middelbare scholen zou passen, zou er een educatief programma ontworpen kunnen worden dat jong en oud samenbrengt bij HBW. De jongeren kunnen meer respect krijgen voor de senioren en hun geschiedenis en de senioren krijgen hulp bij het gebruik van de website en het ontsluiten van hun collectie op HBW. Het is gebleken dat veel deelnemers aan HBW weinig aandacht besteden aan de trefwoorden en dit is iets dat jonge gebruikers van Instagram en Twitter (onbewust) constant doen door het gebruik van ‘hashtags’.102 Ook Laura Millar adviseerde om jong en oud samen te brengen. Zij is van mening dat de archiefwereld jonge mensen moet leren wat archiefinstellingen doen en hoe je een archief bijhoudt, zodat zij hier al vroeg het belang van inzien en hier later zelf mee aan de slag kunnen gaan.103 Met deze visie heeft een jong en oud project niet alleen een sociaal doel of een marketing doel voor AE, maar ook een educatief doel en kan AE steun verwachten van andere instellingen of subsidie. Een initiatief als dit kan bijdragen aan het algemeen goed van de archiefwereld en beeldvorming van senioren door jongeren. Uit het onderzoek van Liese Taelemans getiteld Beeldvorming van jongeren (12 tot 18 jaar) over ouderen (55+) uit 2007 komt het volgende: “Het beeld over ouderen is positiever naarmate jonge mensen meer contact hebben met ouderen. Enerzijds educatie over ouderen en oud worden, op alle onderwijsniveaus, anderzijds het in contact brengen van jong met oud zouden het beeld kunnen verbeteren.”104 Met deze informatie en mijn eigen ervaring ga ik ervanuit dat jongeren niet voor een project met senioren te werven zijn in hun vrije tijd, maar zij het mogelijk wel als plezierig kunnen ervaren wanneer zij hiertoe door school gezet worden. Elske de Bruin, Adviseur voor het programma Digitaal Archiveren 2015 bij de Gemeente Amsterdam, raadt aan om een educatief programma te ontwikkelen dat niet eenmalig plaatsvindt maar jaarlijks terugkeert.105 Wanneer een school al een bestaand project heeft waarin archieven of archiefinstellingen voorkomen, zou AE hierbij aan kunnen sluiten met HBW.
102
Om een trefwoord toe te voegen aan een foto of een bericht op Twitter of Instagram, gebruik je het # teken gevolgd door het trefwoord. Bijvoorbeeld “#familiefoto”. 103 Laura Millar uit Canada, onafhankelijke en internationaal archief consultant voor meer dan 30 jaar gaf een Masterclass in het kader van Archief Atelier Documenteren van de Samenleving op 30 oktober 2014 in Streekarchief Midden-Holland in Gouda. Aantekeningen gemaakt door Mariam Heijne. 104 Liese Taelemans, Beeldvorming van jongeren (12 tot 18 jaar) over ouderen (55+), Vrije Universiteit Brussel 2007, geraadpleegd 18 december 2014, http://www.vub.ac.be/wetenschapswinkel/publicaties/20062007/thesis_LTaelemans_CGGZ.pdf, P.IV. Eindverhandeling tot licentiaat in de Sociale Agogiek. 105 Elske de Bruin, Adviseur voor programma Digitaal Archiveren 2015 Gemeente Amsterdam, geïnterviewd door Mariam Heijne op 12 november 2014 in het Stadsarchief Amsterdam.
41
Een project of programma waarin jong en oud samengebracht worden is niet een nieuw concept. Ik zal hier kort één praktijkvoorbeeld behandelen: “Terry Lee is an Associate Professor of English, with a specialization in journalism, at Christopher Newport University in Newport News, Virginia. With a background in journalism, as well as a Ph.D. in British literature, Terry developed a documentary studies class in which students spend the semester working with an elder throughout the semester, documenting his or her stories and life in video, photography or narrative prose. (…) In reflective statements written at the end of the course, some students thought that a few readings were too difficult and that they would like more workshops focused on video editing skills. All were otherwise enthusiastic: o “At first I was discouraged about finding people and documenting their life.... I met with them throughout the semester and every time I felt more connected to them. Just listening to their stories and spending time with them brought happiness not only to me, but to both of them as well. This project was so much fun and really taught me a lot as a person.” o “Looking back on it, I think that the most rewarding aspect was the relationship that I made with my subject, and knowing how excited she was about the whole process.”106 HBW zou dus geschikt kunnen zijn voor een educatief programma waarin jong en oud samenkomt. De uitwerking hiervan valt echter buiten de grenzen van dit stageproject. Ook zou dit onder de afdeling educatie vallen, wat bij AE zelfs drie jaar terug is wegbezuinigd.107 Het is dus maar de vraag of de AE wel deze richting op zou willen gaan. Extra diensten aanbieden Zoals eerder al is vermeld is het belangrijk om een doel of product te bieden bij deelname aan het project. Er moet een reden zijn voor mensen om mee te doen naast het kunnen hebben van plezier door sociaal contact. Onafhankelijk van de uitvoering van het nieuwe HBW concept kan het aanbieden van extra diensten helpen om mensen te motiveren deel te nemen aan HBW. In de subsidieaanvraag van AE voor het programma Het Nieuwe Werken is al gesteld dat er mogelijk projectmatig samengewerkt kan worden met studenten om mensen te helpen met scannen en uploaden.108 Ik denk dat het vooral kan helpen als er mensen ingezet kunnen worden voor het scannen, gezien niet iedereen een scanner thuis ter beschikking heeft. Mogelijk kan hier een klein bedrag tegenover staan. In de huidige vorm van HBW is er geen mogelijkheid een album of iets dergelijks te ontwikkelen van de uploads. In de subsidieaanvraag wordt iets dergelijks wel genoemd: “We bieden met formats voor boekwerkjes, handleidingen en cursussen een combinatie van online en offline ondersteuning om zelf publicaties en (web)exposities samen te stellen.”109 Dit lijken mij fantastische ideeën om aan HBW te koppelen. Aansluitend hierop zou er een downloadbare pdf versie kunnen zijn van de geuploade collectie dat door een gekoppeld programma direct en automatisch vormgegeven wordt. Ook zou er een automatisch vormgegeven filmpje – dat een compilatie van de collectie bevat – gedownload kunnen worden, zoals Facebook heeft gedaan.
106
Community Works Institute, Terry Lee, “Elder Documentaries: Student Initiative Means Community Connection at a Visceral & Emotional Level”, geraadpleegd 18 december 2014, http://www.communityworksinstitute.org/cwjonline/articles/aarticles-text/elders_terrylee.html. 107 Esther Slijkerman, Communicatiemedewerker bij Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 24 december 2014 in Archief Eemland. 108 Archief Eemland. Subsidieaanvraag Het Nieuwe Werken, 2010, P.2-3. 109 Ibidem.
42
2.3.5 Conclusie Met een combinatie van publieksonderzoek, literatuuronderzoek en hulp van experts is het gelukt om antwoord te geven op de hoofdvraag: Op welke wijze kan Archief Eemland de deelname aan Het Bewaren Waard bevorderen? Het antwoord is om boven alles het concept van HBW aan te scherpen. De belangrijkste aspecten hierin zijn samen te vatten in vijf termen: Gebruikersvriendelijkheid, transparantie, duidelijkheid, doel(en) stellen, belonen. Deze kernpunten zijn gevisualiseerd in de Do’s & Don’ts bij archiefprojecten in bijlage 2. Om een dienst of product aantrekkelijk te maken is het duidelijk geworden dat een aantal elementen goed uitgewerkt moeten zijn. Zo is het ten eerste belangrijk om een gebruikersvriendelijke website te hebben, zodat de techniek geen drempel kan vormen voor potentiële actieve deelnemers. Mijn aanbeveling is om de gebruikersvriendelijkheid te richten op senioren. De jongere deelnemers ervaren dit namelijk niet als nadelig. Aanvullende computer workshops kunnen gegeven worden om senioren het zelfvertrouwen te geven om er zelfstandig mee aan de slag te gaan. Ten tweede mogen de deelnemers geen foute verwachting hebben dat AE het voor altijd voor hen zal bewaren als dit niet het geval is. Of het nu definitief bewaard wordt of niet, wees hierover heel transparant naar de deelnemers. Ten derde is het belangrijk duidelijkheid te geven door verwachtingen te scheppen voor de deelnemers. Zij moeten weten wat zij precies moeten doen en waarvoor zij dit doen. Hiervoor moet AE een sterkere versie van het HBW concept neerzetten dat geen vragen oproept. Ten vierde moet HBW een groter doel stellen om mensen bij elkaar te brengen. Dit doel zou een product kunnen zijn als een fysieke tentoonstelling, een webexpositie of een boek. Mensen kunnen trots zijn als zij een plekje krijgen in het eindproduct. Het is gebleken dat de mensen die zich nu aangetrokken voelen tot HBW graag de archiefinstelling en andere mensen van dienst willen zijn – een verlangen van nuttig te willen zijn dat wordt bevredigd. In Scenario A is uitgewerkt hoe een AE werknemer op de website komt als de Digitale Archivaris. Deze geeft aanvullende informatie, complimenten, aanwijzingen en stelt vragen. Zo wordt interactie op de website bevorderd en wordt er ook steeds nuttige informatie toegevoegd aan de verhalen en foto’s van mensen, wat de behoeftes van beide de deelnemers en AE vervult. Daarnaast kunnen hieraan aanvullende activiteiten in AE gelinkt worden, waardoor mensen ook fysiek bij elkaar komen, zoals een archiefversie van ‘Tussen Kunst en Kitsch’. Ten vijfde is het belangrijk voor de motivatie om actieve deelnemers te belonen. In Scenario B is uitgewerkt hoe mensen beloond kunnen worden en elkaar kunnen belonen door middel van medailles. Hier kunnen zij status en plezier aan ontlenen, maar vooral de motivatie van krijgen om actief te zijn op de website – en meer medailles krijgen. Omdat AE met HBW geen acquisitiedoeleinden, maar eerder een sociaal doel en een marketing doel heeft, is dit bij het ontwerpen van de twee scenario’s ook voor ogen gehouden. De scenario’s zijn ontworpen naar een visie op een archiefgerelateerde website als een online community, niet als die van een archivistisch correcte database. “It appears that a minimum level of staff and technology support, as well as willingness to identify an interested audience and create (a) targeted marketing (strategy) is necessary to establish a successful project.”110 – Robert Spindler
110
Robert P. Spindler, An Evaluation of Crowdsourcing and Participatory Archives Projects for Archival Description and Transcription, Arizona State University Libraries 2014. Geraadpleegd 14 november 2014, http://repository.asu.edu/attachments/135630/content/Research%20Paper%20v3.pdf, P25.
43
3. Het werken in een archiefinstelling Werken in de publieksruimte en studeerkamer In de laatste drie weken van de stage heb ik ondersteuning geboden aan de publieksarchivarissen in de publieksruimte van AE. Zo heb ik bezoekers geholpen met het zoeken, bekijken en scannen van bouwtekeningen op microfiches. Ook ben ik zelfstandig toezichthouder en aanspreekpunt geweest de studeerkamer, waar de originele stukken worden bekeken. Hiervoor had ik een aantal instructiedocumenten gelezen en kreeg ik instructies van de publieksarchivarissen. Tussendoor heb ik enkele keren de presentatie afdeling geholpen met bijvoorbeeld het in elkaar zetten van promotiemateriaal. Aan het einde van 2014 heb een uitgebreid werkoverleg bijgewoond met alle medewerkers van AE. Ondersteuning activiteiten Tijdens het onderzoek voor HBW heb ik veel kunnen zien van de publieke kant van een archiefinstelling, zoals het organiseren van activiteiten rondom HBW. Ik combineerde dit met het uitvoeren van een deel van het publieksonderzoek. Zo heb ik ondersteuning geboden bij de Collectiedag over de Eerste Wereldoorlog bij AE, waar ik bezoekers hielp met de website van HBW. Ook heb ik HBW gepromoot door het uit te leggen aan geïnteresseerden bij de standplaatsen van HBW op het 55+ evenement Beleef3.nu en de 50Plusbeurs. Onderzoek naar de verschillende functies in een archiefinstelling Ik ben op eigen initiatief met alle medewerkers van AE gaan praten over hun functie om een compleet beeld te krijgen van het werken in een archiefinstelling. De volledige interviews zijn niet opgenomen in de bijlagen van dit verslag, wegens de lengte ervan en omdat het stageproject toch het belangrijkst is. Ik vond het ontzettend leerzaam om met alle AE medewerkers te spreken over de exacte uitvoering van ieders functie. Aansluitend op de interviews heb ik documenten gelezen zoals het depotreglement, adviesnota voor overdracht van gemeentearchieven, acquisitiecriteria voor particuliere archieven, calamiteitenplan en meer. Hierdoor heb ik een compleet beeld gekregen van alle werkzaamheden in een archiefinstelling. Er volgt nu een samenvatting van de interviews. In de publieksruimte sprak ik met Katinka Regtien over haar (en Saskia Stouten) functie als publieksarchivaris. Naast alle zichtbare functies, zoals het helpen van mensen en het beantwoorden van e-mails, bleken zij soms archiefonderzoek uit te voeren voor bezoekers (die hiervoor dan moeten betalen. Ook hebben Katinka en Saskia samen een cursus archiefonderzoek opgezet en geleid in oktober van 2014.111 Zij verzorgen elke maand ook een spreekuur gericht op genealogie. Ik sprak met Esther Slijkerman (Medewerker communicatie en educatie) en Suzanne de Gunst (Medewerker presentatie) over de communicatie en presentatie van AE. Zij werken veel samen en hun taken komen in bijna alle aspecten van de archiefinstelling terug. Suzanne houdt zich voornamelijk bezig met het opzetten van activiteiten. Hierbij houdt zij ook de agenda op de website bij en dat soort zaken. Esther heeft het communicatiebeleid gemaakt en uitgezet. Zij zegt hierover: “Dit is onderdeel van het totaalbeleid van de directie. Het nieuwe AE is dienstverlenend en meer publieksgericht. Voorheen was het heel kortaf. De klant komt, de vraag wordt afgerond en hij gaat weer weg. De service was altijd wel in orde, maar AE moet zelf op het publiek afstappen en niet afwachten. Niemand wist namelijk dat AE bestond. Nu moet AE een moderne uitstraling tot uiting brengen en zich laagdrempeliger profileren. Ik zorg ervoor dat het beleid via allerlei kanalen doorstroomd.”
111
Katinka Regtien, Publieksarchivaris bij AE, geïnterviewd door Mariam Heijne op 23 december 2014 in Archief Eemland.
44
Ik sprak met Gielje van Gulik over haar functie Bedrijfsvoering & Secretariaat: “Eigenlijk voer ik ondersteuning uit in alles, dat gebeurt heel snel in een organisatie als deze.” Zij is ook de assistent van directeur Alice van Diepen en houdt haar agenda bij. Gielje vertelde mij ook over de werkzaamheden van Alice: “Bij haar aanstelling heeft zij de taak gekregen om met de andere partners in het Eemhuis rond de tafel te zitten en het archief te hervormen naar een moderner archief. Dit zijn de grote pijlers waarop ze het afgelopen jaar heeft gewerkt.”112 Ik sprak met William de Vries (depotmedewerker), Wim van den Hoonaard (Medewerker archieven en collecties), Sandra Hofman (Assistent medewerker archieven en collecties), Henk van Tilburg (Fotoconservator) en Sjoukje Straub (Collectiebeheerder) over de zaken die met het werkelijke archiefmateriaal te maken hebben. Zo houden zij zich allemaal bezig met het onsluiten van gemeentearchieven, maar dit is een keer in de tien jaar. William haalt en brengt stukken voor bezoekers, Sandra houdt de historische bibliotheek bij, Wim ontsluit onder andere particuliere archieven en Henk is (met zijn vrijwilligers) verantwoordelijk voor het beeldmateriaal. Sjoukje is de hoofdbeheerder van het programma Mais Flexis en zij is het aanspreekpunt voor Sandra, Wim en William. Zij werkt vanaf de start van 2015 aan een nieuw en actief acquisitieplan voor AE. Dirk Steenbeek (Adviseur digitale informatie) houdt zich bezig met het digitale archief. “Inmiddels worden er standaarden ontwikkeld voor allerlei randvoorwaardelijke zaken als metadatering en digitale vervanging en zijn overal in het land initiatieven gestart om die standaarden en theorieën aan de praktijk te toetsen, zoals de overbrenging van digitale informatie naar een e-depot. Dit zorgt natuurlijk voor heel veel vragen bij de mensen die hiermee aan de slag moeten, de DIV-afdelingen van de overheidsorganisaties.”113 Het is dan aan Dirk om die afdelingen te adviseren en op de hoogte zijn en blijven van alle ontwikkelingen op dit terrein. Tessa van Santen (ICT adviseur/coördinator) zegt dat toen zij bij AE kwam er heel veel verschillende applicaties waren. Dit is niet efficiënt. Dat probeert zij om te zetten tot zo weinig mogelijk verschillende applicaties.“Dan heb je onder andere te maken met conversies. Het gaat vooral om keuzes maken, welk systeem is het beste voor wat? Hiervoor maak je dan een informatiebeleidsplan.”114 Ook heeft zij een groot aandeel in digitaliseringprojecten. Hierover zegt Tessa: “Wat doe je met CD’s en DVD’s? We komen het nu al wel eens tegen dat een DVD uit het depot niet meer goed werkt, omdat het te oud is. Hoe zet je dat dan om? En is dat een kopie of is dat vervanging?” 115 Tessa is daarnaast voor de ICT eigenlijk bij elk project van AE aanwezig. Ik sprak ook met Gemeentearchivaris Vincent Robijn over zijn werkzaamheden. Via mijn opleiding wist ik in principe wel wat een gemeentearchivaris doet, maar ik wist niet precies hoe dit in de praktijk werkt. Vincent vertelde over zijn functie onder andere: “Ik bemoei mij gevraagd en ongevraagd met informatiebeheer bij de gemeente. Ik werk nu bij Archief Eemland, maar ik ben ook een soort onafhankelijke inspecteur en adviseur. (...) Mijn taak is eigenlijk om op de werkplek van de gemeente al te controleren of alles op orde is. In de papieren tijd kwam de gemeentearchivaris dan langs en keek hij in alle kasten. (...) Hoe werkt dat dan in de praktijk? Er kan bij een nieuw plan nieuwe archiefvorming plaatsvinden. Van wie zijn die dossiers dan? Dat is dan meestal nog niet bepaald. Ik vertel ze dat ze er iets aan moeten doen en ik geef ze richtlijnen hoe ze dit moeten doen. Als er een verandering plaatsvindt bij de gemeente, moeten zij mij hierover berichten. Dat doen zij lang niet altijd, dus dan kom ik zelf met die vraag.”116 112
Gielje van Gulik, Management Assistent bij AE, geïnterviewd door Mariam Heijne op 22 december 2014 in Archief Eemland. 113 Dirk Steenbeek, Adviseur digitale informatie bij Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 18 december 2014 in Archief Eemland. 114 Tessa van Santen, ICT adviseur/coördinator bij Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 24 december 2014 in Archief Eemland. 115 Ibidem. 116 Vincent Robijn, Gemeentearchivaris bij Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 23 december 2014 in Archief Eemland.
45
4. Conclusie De hoofdvraag van het eerste deelonderzoek is: Op welke wijze verhoudt Het Bewaren Waard zich tot reguliere acquisitie en hoe zou Archief Eemland Het Bewaren Waard of de methoden en principes erachter in kunnen zetten bij acquisitie? Uit de vergelijking van wat AE als archiefbewaarplaats verzamelt en bewaart en wat de deelnemers van HBW bewaren is de conclusie getrokken dat alleen de foto’s van HBW deelnemers geschikt kunnen zijn om aan de collectie van AE toe te voegen. De rest van de documentatie van de deelnemers mist de procesgebondenheid die een archief juist een archief maakt. Het antwoord op de hoofdvraag is dus dat AE het huidige acquisitieprofiel bij kan werken en een acquisitieplan kan opstellen voor het actief verzamelen van fotomateriaal via HBW. Het is namelijk mogelijk dat passieve acquisitie de representativiteit van de collectie in gevaar brengt. Ook kan het een positieve uitwerking op mensen hebben als duidelijk wordt gemaakt aan hen dat de kans bestaat dat hun materiaal op HBW écht in de beeldbank van AE wordt opgenomen. Dit zou per AE evenement aan een thema gekoppeld kunnen worden. Het tweede deelonderzoek heeft de hoofdvraag: Op welke wijze kan Archief Eemland de deelname aan Het Bewaren Waard bevorderen? Om erachter te komen wat mensen motiveert om mee te doen is er publieksonderzoek uitgevoerd onder vijftigplussers en zijn huidige HBW gebruikers geobserveerd. Met het uitgevoerde onderzoek en de hulp van professionals zijn knelpunten binnen HBW vastgesteld. Ten eerste blijkt dat HBW een onduidelijke boodschap geeft aan de mensen waardoor zij niet zeker weten wat zij wel of niet op de website kunnen plaatsen en wat nou precies de bedoeling is. Ten tweede is de website niet gebruikersvriendelijk genoeg voor de meeste gebruikers boven de vijftig. Ten derde wordt bewaring voor de toekomst gepromoot, terwijl dit niet het geval is. Mensen hebben dus verkeerde verwachtingen. En ten vierde mist HBW een doel of product waarnaartoe gewerkt kan worden. Het antwoord op de hoodvraag is dus dat HBW eerst het concept aan moet scherpen met behulp van de volgende kernpunten: Gebruikersvriendelijkheid, transparantie, duidelijkheid, doel(en) stellen, belonen. Wanneer het concept is aangescherpt zullen er naar mijns inziens al veel meer mensen geïnteresseerd zijn in deelname. Daarna kan AE aanvullende activiteiten organiseren om mensen nog enthousiaster te maken. Bij de aanbevelingen in dit verslag is er geen rekening gehouden met geld en tijd die AE hierin kan en zou moeten steken. Hier is echter ook niet naar gevraagd bij het vaststellen van de projectgrenzen. Dit komt ook doordat AE zelf nog niet zeker is van de richting die HBW op zal gaan. Aanbevelingen en scenario’s zijn uitgewerkt tot een ontwerp-niveau en bevatten geen plan voor uitwerking. De aanbevelingen zijn zo vormgegeven dat AE een mengvorm kan kiezen tussen de scenario’s en nieuwe ideeën die nog kunnen volgen. Zolang de vijf kernpunten of de Do’s & Don’ts bij archiefprojecten (bijlage 2) maar in het nieuwe concept worden gebruikt. Deze Do’s & Dont’s kunnen overigens voor het hele archiefwerkveld nuttig zijn. Dit product komt naar mijns inziens geheel overeen met het vooraf vastgestelde doel van het stageproject. Ook kan AE de verzamelde theorie over participatie en motivatie gebruiken om zelf met nieuwe ideeën te komen. De knelpunten vastgesteld met behulp van publieksonderzoek en de inzichten van professionals en de vijf kernpunten in de aanbevelingen zijn onderbouwd met bestaand onderzoek in voornamelijk universitaire scripties en andere bestaande literatuur over deze vijf onderwerpen. Wel is het belangrijk te benoemen dat een relatief groot deel van dit onderzoek uitgevoerd is met kwalitatieve onderzoeksmethoden, namelijk interviews, enquêtes en observaties. Het waarnemingsvermogen van de onderzoeker kan bij dit type onderzoek altijd beïnvloed worden door omstandigheden en 46
leiden tot generalisering en mogelijk verkeerde interpretaties. Toch leek deze onderzoeksmethode wel het meest geschikt voor het benoemen van de knelpunten binnen HBW, omdat het om de ervaringen van de gebruikers gaat. En vaak ondersteunde de literatuur wel de bevindingen uit interviews en enquêtes. De mondelinge en schriftelijke enquêtes komen samen op een deelnemersaantal van 115, wat relatief veel is. Maar de betrouwbaarheid van publieksonderzoek is bijna altijd betwistbaar. Het is wel gebleken uit dit onderzoek dat bij het ontwerpen van een initiatief of product eerst heel goed onderzocht worden of er een sterke behoefte naar is. Dit moet op zo een manier worden uitgevoerd dat het betrouwbaar is. Veel mensen zeggen bij een vooronderzoek al snel “lijkt mij leuk” en gaan er vervolgens niets mee doen, zoals te zien is uit het vooronderzoek gedaan door Heine Pol en ook bij dit onderzoek naar voren is gekomen. Het is wel zo dat het bij meeste projecten achteraf altijd blijkt dat er zaken beter gekund hadden. En gelukkig kunnen projecten ook weer aangepast worden naar nieuwe inzichten. De drijfveren van mensen om te documenteren of dit te delen lijken per leeftijdsgroep sterk te verschillen. In dit onderzoek is er een redelijk duidelijk beeld gevonden van de jongeren en de senioren op dit vlak. Maar hier zit een groot grijs vlak tussen waarbij dit niet geheel duidelijk is. Hoe zit het met bijvoorbeeld de veertigers? Dit zou nog verder onderzocht moeten worden. Ik verwacht dat er voor elke leeftijdsgroep (of ander soort groepen) weer een andere aanpak vereist is. Het onderzoeken of HBW echt geschikt zou zijn voor een educatief programma waarin jong en oud samenkomt en hoe dit vorm zou moeten krijgen valt buiten de grenzen van dit stageproject. Als AE besluit om meer aandacht te geven aan educatie, zou dit verder onderzocht kunnen worden. Het is ook mogelijk dat andere erfgoedinstellingen in Nederland HBW gebruiken voor een edcuatief project of programma. Sommige mensen vragen zich af of een project als deze (met een sociaal doel en een marketing doel) wel iets is waar een archiefinstelling zich mee bezig moet houden. Maar in principe zou HBW, in de termen van Laura Millar, een bruikbare ‘tool’ kunnen worden waarmee archiefvormers zelf aan de slag kunnen. Archiefinstellingen moeten naar mijn mening niet afwachten totdat een tool perfect is, maar moeten samen deze tool in de praktijk verder ontwikkelen om de ‘digitale boot niet te missen’. Ik raad dus alle archief- en erfgoedinstellingen in Nederland aan om zich aan te sluiten bij HBW, nu of in de verbeterde vorm. Het kan een sociaal doel hebben, maar ook een educatief doel of een acquisitie doel hebben. In de nieuwe en verbeterde vorm zou HBW echt een middel kunnen zijn om – in de woorden van het Archief Atelier DS – de samenleving mee te documenteren. En omdat HBW al bestaat hoeven andere archiefinstellingen niet opnieuw het wiel uit te vinden. Instellingen kunnen zo aanschuiven. “It is noteworthy to mention that success of an online community means different things to different people. The success of an online community will differ with the perspective involved in the judgment of this success.”117 – Talip Kose
117
Talip Kose, Knowledge Sharing in Online Communities; The Role of Moderators, Personal Outcome Expectations, Reputation and Trust, Vrije Universiteit Amsterdam 2011, geraadpleegd 18 november 2014, http://www.ubvu.vu.nl/pub/fulltext/scripties/27_16132512.pdf, P.10. Master Thesis Business Administration, Specialization Information and Knowledge Management, Faculty of Economics and Business Administration.
47
5. Bronnenlijst Interviews o De Bruin, E., Adviseur voor programma Digitaal Archiveren 2015 Gemeente Amsterdam, geïnterviewd door Mariam Heijne op 12 november 2014 in het Stadsarchief Amsterdam. o Elissen, E.,Coördinator Publiek Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 23 september 2014 in Archief Eemland. o Van Gulik, G., Management Assistent bij AE, geïnterviewd door Mariam Heijne op 22 december 2014 in Archief Eemland. o Regtien, K., Publieksarchivaris bij AE, geïnterviewd door Mariam Heijne op 23 december 2014 in Archief Eemland. o Robijn, V., Gemeentearchivaris bij Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 23 december 2014 in Archief Eemland. o Van Santen, T., ICT adviseur/coördinator bij Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 24 december 2014 in Archief Eemland. o Steenbeek, D., Adviseur digitale informatie Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 23 september 2014 en 18 december 2014 in Archief Eemland. o Straub, S., Coördinator archieven en collecties Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 5 januari 2014 in Archief Eemland. o Meerenboer, T., Creatief consultant en oprichter van Erfgoed 2.0, geïnterviewd door Mariam Heijne, Georges Elissen en Vera Weterings op 21 oktober 2014 in het Gemeentemuseum Weesp. [Bijlage 5] o Millar, L., Canadese onafhankelijke en internationaal archief consultant voor meer dan 30 jaar gaf een Masterclass in het kader van Archief Atelier Documenteren van de Samenleving op 30 oktober 2014 in Streekarchief Midden-Holland in Gouda. Aantekeningen gemaakt door Mariam Heijne. o Slijkerman, E., Communicatiemedewerker bij Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 24 december 2014 in Archief Eemland. o Van Tilburg, H., Fotoconservator Archief Eemland, geïnterviewd door Mariam Heijne op 20 oktober 2014 in Archief Eemland. o Ruurd [achternaam onbekend], actieve deelnemer aan HBW, geïnterviewd door Mariam Heijne op 5 september 2014. [Bijlage 3] o Wilma [achternaam onbekend], actieve deelnemer aan HBW, geïnterviewd door Mariam Heijne op 5 september 2014. [Bijlage 3] o Totaal 28 ondervraagden waarvan 14 vrouwen en 14 mannen op 55+ evenement Beleef3.nu, geïnterviewd door Mariam Heijne op 12 september 2014 in Leerhotel Het Klooster in Amersfoort. [Bijlage 3] o Totaal 50 ondervraagden waarvan 26 vrouwen en 24 mannen op de tweede dag van de 50PlusBeurs, geïnterviewd door Mariam Heijne op 16 september 2014 in de Jaarbeurs Utrecht. [Bijlage 3] Enquêtes o 27 Enquêtes ingevuld bij de AE balie en entree balie in het Eemhuis Amersfoort. Periode: 1 t/m 17 oktober 2014. Enquêteformulier gemaakt en uitgezet door Mariam Heijne en Georges Elissen. Verwerkt door Mariam Heijne. [Bijlage 3] o 10 Enquêtes ingevuld bij evenement Stamboomcafé in Den Haag, meegenomen door Georges Elissen. Verwerkt door Mariam Heijne. [Bijlage 3]
48
E-mails o E-mail van Marieke Houtekamer (student Universiteit van Leiden en stagiaire Imagine IC) aan Mariam Heijne op 3 oktober 2014. o E-mail van Vincent Robijn (Gemeentearchivaris Archief Eemland) aan Mariam Heijne op 7 oktober 2014. o E-mail van Lauren Romijn (student Reinwardt Academie en stagiare Streekarchief MiddenHolland) aan Mariam Heijne op 29 september 2014. o E-mail van Mirjam Schaap (Medewerker archief- en collectiebeheer Stadsarchief Amsterdam) aan Mariam Heijne op 7 oktober 2014. o E-mail van Saskia Stouten-Schrijer (Publieksarchivaris Archief Eemland) aan Mariam Heijne op 7 oktober 2014. o Email van Sjoukje Straub (Collectiebeheerder Archief Eemland) aan Mariam Heijne, 2 oktober 2014. Pdf documenten o Remco Blaas, Communities of practice: informatief of gezellig? Een studie naar communities of practice, online ledenparticipatie en positieve beïnvloedingsfactoren, Vrije Universiteit Amsterdam 2008, http://dare.uva.nl/cgi/arno/show.cgi?fid=113537, P9,33, Doctoraalscriptie Communicatiewetenschap. o CBS, Bevolkingstrends 2013: Gebruik en gebruikers van sociale media, (Den Haag, 2013), P10, http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/06A12225-495E-4620-80F6F2A53E819957/0/20131001b15art.pdf. o Alice van Diepen, Yvonne Tanke, Beleidsplan 2009-2013, Archief Eemland 2009, http://www.archiefeemland.nl/beeld/Over_ons/Beleid/meerjarenbeleidsplan.pdf, P20. o Callista Disselhoff, Crowdsourcing E-fulfillment. Influence of motivation and practical factors on participation intention crowdsourcing e-fulfillment, Vrije Universiteit Amsterdam 2013, http://www.ubvu.vu.nl/pub/fulltext/scripties/27_25033771.pdf, P15,17. Master These Marketing. o Z. Selda Eroglu, Verhalen over technologie. Een kwalitatief onderzoek naar de ervaringen en belevenissen van ouderen over internet en het gebruik ervan. Universiteit Twente 2013, http://essay.utwente.nl/63202/1/Eroglu%2C_Z.S._-__s1010638_%28verslag%29.pdf, P1011,43. Bachelor These Psychologie, Faculteit Gedragswetenschappen. o Talip Kose, Knowledge Sharing in Online Communities; The Role of Moderators, Personal Outcome Expectations, Reputation and Trust, Vrije Universiteit Amsterdam 2011, http://www.ubvu.vu.nl/pub/fulltext/scripties/27_16132512.pdf, P.10,17,31. Master Thesis Business Administration, Specialization Information and Knowledge Management, Faculty of Economics and Business Administration. o Koninklijke Vereniging voor Archivarissen Nederland, Archiefterminologie voor Nederland en Vlaanderen. (’s-Gravenhage, 2007), http://www.kvan.nl/files/S@P/Archiefterminologie_2007.pdf, Lemma 8. o E. Loos, Ouderen op zoek naar informatie op een website van een zorgverzekeraar: een onderzoek naar het navigatiegedrag van SeniorWeb-leden, Universiteit van Amsterdam 2009, http://dare.uva.nl/document/2/90044, P29-31. Master These Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG), Amsterdam School of Communication Research (ASCoR). o Robert P. Spindler, An Evaluation of Crowdsourcing and Participatory Archives Projects for Archival Description and Transcription, Arizona State University Libraries 2014. http://repository.asu.edu/attachments/135630/content/Research%20Paper%20v3.pdf, P3,6,7,12,25. o Liese Taelemans, Beeldvorming van jongeren (12 tot 18 jaar) over ouderen (55+), Vrije Universiteit Brussel 2007, http://www.vub.ac.be/wetenschapswinkel/publicaties/20062007/thesis_LTaelemans_CGGZ.pdf, P.IV. Eindverhandeling tot licentiaat in de Sociale Agogiek. 49
o
o
Milou Elisabeth Turpijn, Virtual communities Relationship between motivation and participation, Universiteit van Amsterdam 2008, http://dare.uva.nl/cgi/arno/show.cgi?fid=120515, P3,6,29. Master Thesis Communication science, Faculty of Social and Behavioural Sciences. Peter van der Zant, Tijd voor kwaliteit: Eindrapportage over de Kwaliteitsmonitor Dienstverlening Archieven, Bureau Advies Research Training voor non-profit en overheid, 2013, http://www.archiefbrain.nl/downloads/concepteindrapport_kwaliteitsmonitor.pdf, P2.
Artikelen uit bundel o Caroline de Hart, “Acquireren met beleid: het acquisitieprofiel” (2013) in: F. J. C. Ketelaar, Archiefbeheer in de praktijk, 6021–3/6021–4. o René Voorburg, “Archivering van websites” (2011) in: F. J. C. Ketelaar, Archiefbeheer in de praktijk, P5780–1 - P5780–26. AE intern o Archief Eemland, CRITERIA EN UITGANGSPUNTEN PERSOONLIJKE ARCHIEFDOOS HBW_v1. (Amersfoort, 2014). o Archief Eemland, SELECTIECRITERIA EN UITGANGSPUNTEN VOOR ACQUISITIE PARTICULIERE ARCHIEVEN_v1. (Amersfoort, 2010). o Archief Eemland. Subsidieaanvraag Het Nieuwe Werken, 2010, P.2-3. o Archief Eemland, PROCEDURE_OVERBRENGING_ARCHIEVEN_VAN_GEMEENTEN_NAAR_AE. (Amersfoort, 2014), http://www.archiefeemland.nl/files/PROCEDURE_OVERBRENGING_ARCHIEVEN_VAN_GE MEENTEN_NAAR_AE.pdf. o Mariam Heijne, Projectcontract stage bij Archief Eemland, 17 september 2014. o Pol, Heine., Adviesrapport Historisch Facebook, (Archief Eemland: Amersfoort, 2013). P28. Internetpagina’s o Het Bewaren Waard, “Abonnementoverzicht”, https://hetbewarenwaard.nl/about/10/abonnementoverzicht. o Archief Ateliers, “Onderzoek Documenteren van de Samenleving”, http://www.archiefateliers.nl/onderzoek-ds/. o AVROTROS. “Tussen Kunst en Kitsch”, http://web.avrotros.nl/tussenkunstenkitsch/. o Archief Eemland, “Openingsweek Eemhuis”, http://www.archiefeemland.nl/actueel/nieuws/2014/feestelijke-openingsweek-eemhuis-(1). o Archief Eemland, “Over ons”, http://www.archiefeemland.nl/over-ons. o Archief Eemland, “Over ons beleid”, http://www.archiefeemland.nl/over-ons/beleid. o Archief Eemland, “Het Bewaren Waard in de agenda”, http://www.archiefeemland.nl/actueel/agenda/2014/het-bewaren-waard-14-juni. o Archief Eemland, “Het Bewaren Waard”, http://www.archiefeemland.nl/producten/hetbewaren-waard. o Uitgeverij Coutinho, “De eigen wereld van het kind”, http://www.coutinho.nl/winkel/deeigen-wereld-van-het-kind-b-522.html. o Cultureel Woordenboek, “Individualisme”, http://www.cultureelwoordenboek.nl/index.php?lem=3810. o CBS, “Bevolking; kerncijfers”, http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=37296ned&D1=a&D2=0, 10,20,30,40,50,60,(l-1),l&HD=130605-0924&HDR=G1&STB=T. o CBS, Bevolkingstrends 2013: Gebruik en gebruikers van sociale media, (Den Haag, 2013), P10, http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/06A12225-495E-4620-80F6F2A53E819957/0/20131001b15art.pdf, 50
o o
o o o
o o o
o o o o o
o o o o o o o o
o o
CBS, “Internetgebruik ouderen fors toegenomen”, http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/vrije-tijd-cultuur/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-4005-wm.htm. Community Works Institute, Terry Lee, “Elder Documentaries: Student Initiative Means Community Connection at a Visceral & Emotional Level”, http://www.communityworksinstitute.org/cwjonline/articles/aarticlestext/elders_terrylee.html. Concept7, “Psychologie van het overtuigen: autoriteit”, http://www.concept7.nl/psychologie-van-het-overtuigen-autoriteit/. Cultureel Woordenboek, “Individualisme”, http://www.cultureelwoordenboek.nl/index.php?lem=3810. A. Dieleman, “Individualisering en ambivalentie in het bestaan van jongeren”, http://www.pedagogiek-online.nl/index.php/pedagogiek/article/view/23/22, uit Pedagogiek, jaargang 20 nr. 2, juni 2000, ISSN 1567-7109. Geheugen van Oost, “Homepagina”, http://www.geheugenvanoost.nl/. IGN Games, “Why Are You Addicted To Achievements?”, http://www.ign.com/articles/2011/10/10/why-are-you-addicted-to-achievements. InfoNu.nl, “Equity theory; hoe gelijkheid motivatie beïnvloed”, http://mens-ensamenleving.infonu.nl/psychologie/89853-equity-theory-hoe-gelijkheid-motivatiebeinvloed.html. InfoNu.nl, “Het beïnvloeden van motivatie”, http://polkozic.infoteur.nl/specials/motivatie.html. Kate Theimer, “Participatory Archives: Something Old, Something New”, http://www.slideshare.net/ktheimer/theimer-participatory-archives-mac-keynote, Kate Theimer, “The Future of Archives is Participatory”, http://www.archivesnext.com/?p=3700, Leerhotel Het Klooster, “Beleef3.nu 2014”, http://www.leerhotelhetklooster.nl/overons/agenda/beleef3-11-12-september/. Nationaal Archief, “Overbrenging, vervreemding en vernietiging”, http://www.nationaalarchief.nl/onderwerpen/overbrenging-vervreemding/overbrengingvervreemding-vernietiging. NYPL Map Warper, “Homepagina”, http://maps.nypl.org/warper/. Newgrounds, “Homepagina”, http://www.newgrounds.com/. Picturae, Het Bewaren Waard, (2014), https://picturae.com/nl/download/e0531f6b-5306d31a-6e5f-934303a40323. Picturae, “Rolverschuiving”, https://picturae.com/nl/cultuurblog/3259-rolverschuiving. Rijksmuseum, “Homepagina”, https://www.rijksmuseum.nl/. Society of American Archivists, “Term Archival Bond”, http://www2.archivists.org/glossary/terms/a/archival-bond. 50PlusBeurs, “Homepagina”, http://www.50plusbeurs.nl/. Webarchive National Archives UK, “Your Archives Read-Only”, http://webarchive.nationalarchives.gov.uk/+/http://yourarchives.nationalarchives.gov.uk/ind ex.php?title=Home_page. What’s on the menu?, “Homepagina”, http://menus.nypl.org/. Woorden.org, “Collectivisme”, http://www.woorden.org/woord/collectivisme.
51
Afbeeldingen en illustraties o Voorkant verslag: Het Bewaren Waard Facebook pagina, Mariam Heijne helpt bezoeker met HBW op Collectiedag, Archief Eemland 24 oktober 2014, https://www.facebook.com/hetbewarenwaard/photos/a.967169856633405.1073741836.6173 02301620164/969099786440412/?type=3&theater. o Afbeelding 1: Het Eemhuis, Mike Bink 28 mei 2014, http://www.archiefeemland.nl/actueel/nieuws/2014/feestelijke-openingsweek-eemhuis-(1). o Afbeelding 2: Het Bewaren Waard logo, https://pbs.twimg.com/profile_images/484671825842950145/qI8rj-h7_400x400.png. o Afbeelding 3: Tijdlijn van de 17 stageweken, exclusief vakantieweken. Door Mariam Heijne, gemaakt op 3 januari 2015. o Afbeelding 4: Gebruik sociale media in Nederland naar persoonskenmerken, 2012. Uit: CBS, Bevolkingstrends 2013: Gebruik en gebruikers van sociale media, (Den Haag, 2013), P7, http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/06A12225-495E-4620-80F6F2A53E819957/0/20131001b15art.pdf. o Afbeelding 5: Gebruikersrang op de website Newgrounds. Newgrounds, “User”, http://mimsart.newgrounds.com/. o Afbeelding 6: Bericht op de homepagina van de gearchiveerde Your Archives website. Webarchive National Archives UK, “Your Archives Read-Only”, http://webarchive.nationalarchives.gov.uk/+/http://yourarchives.nationalarchives.gov.uk/ind ex.php?title=Home_page. o Afbeelding 7: Drie volwassenen hebben hun kinderfoto opnieuw gecreëerd (links: origineel | rechts: recreatie). Imgur, “Recreated childhood picture”, http://i.imgur.com/kkHcrBs.jpg.
52
6. Bijlagen Bijlage 1: Scenario’s voor Het Bewaren Waard Scenario A voor nieuw concept: Digitale archivaris Dit is slechts één van de velen manieren waarop de genoemde theorie en bevindingen omgezet kunnen worden in een nieuw concept voor HBW. Het belangrijkste is om de achterliggende methoden te gebruiken om activiteit op de website te bevorderen.
Mijn eerste scenario voor een nieuw concept voor HBW is als volgt: HBW als een zeer gebruikersvriendelijke website en online community gericht op senioren uit Nederland, maar toegankelijk voor elke leeftijd, waar mensen hun oude foto’s en documenten kunnen delen en hierop tips en aanvullende informatie kunnen krijgen van de Digitale Archivaris in de vorm van een reactie (zie afbeelding hieronder). De Digitale Archivaris (een AE werknemer) geeft complimenten, commentaar en tips om het verhaal en de trefwoorden bij de foto te verbeteren. Om gesprek en interactie te bevorderen kan de Digitale Archivaris eindigen met een vraag waar de eigenaar van de foto – en mogelijk ook anderen – vervolgens op kunnen reageren.
Wat een prachtige foto van uw grootouders. Om ervoor te zorgen dat anderen uw foto kunnen vinden kunt u de trefwoorden uitbreiden met bijvoorbeeld de namen van de personen op de foto. U heeft geen herinnering beschreven aan uw familie, kunt u mij daar iets meer over vertellen?
Afbeelding 3: Fictieve reactie door de Digitale Archivaris. Door Mariam Heijne.
“Deel uw archief online op Het Bewaren Waard en krijg advies van de digitale archivaris.” “Digitale archivaris” “Adviserende Archivaris” “Online Archivaris” In plaats van te spreken over hun schoenendozen, kan er gesproken worden over hun archief. Ook kunnen mensen een automatisch vormgegeven digitaal album downloaden van hun collectie, als zij hun collectie online hebben gezet en beschreven hebben op HBW. Het account zal behouden worden totdat de website mogelijk ophoudt met bestaan, dan kan de website gearchiveerd worden en onder het beheer van AE zijn. Uiteindelijk zullen de collecties op HBW gebruikt worden in een fysieke tentoonstelling, web-expositie of boek. Dit product is het gezamenlijke doel om met zijn allen naartoe te werken. Dit zal mensen met elkaar verbinden en een HBW community scheppen. Inactieve deelnemers worden na een maand van inactiviteit gemaild met daarin getoond wat voor leuke activiteiten er op de website gaande zijn, om ze zo weer te herinneren aan HBW en ze weer op de website te krijgen. Ook in de verwelkomingsmail van nieuwe leden worden visuele voorbeelden gegeven van wat er op website gezet en gedaan kan worden om te laten zien hoe leuk het is! De digitale archivaris kan mogelijk ook beloningen als digitale medailles uitreiken voor nuttige bijdragen of als mensen een grote collectie geupload hebben, wat dan ook publiekelijk te zien is op iemands profiel. Hier kunnen mensen trots op zijn en status aan ontlenen. Dit medaille concept is uitgewerkt in Advies B voor nieuw concept op de volgende pagina.
53
Scenario B nieuw concept: Bepalen wat het bewaren waard is met medailles In het eerdergenoemde scenario ga ik uit van de theorie van autoriteit. 118 De archivaris wordt neergezet als de expert en zal beslissen over de collecties van mensen. Een andere benadering is de equity theorie119 die stelt dat gelijkheid tussen mensen juist motivatie geeft voor participatie. Als deze theorie gevolgd wordt, zou de archivaris juist niet neergezet moeten worden als de expert. Dan zouden de mensen zelf moeten bepalen wat het bewaren waard is. Dit is wat mensen in principe nu doen op HBW, maar het is het bewaren waard, dus moet het ook bewaard worden of na afloop uitgegeven worden in een boek. Dit advies geldt alleen ter vervanging of aanvulling op de Digitale Archivaris. De rest van het eerste scenario, zoals gebruikersvriendelijkheid en duidelijkheid, zal nog steeds gezamenlijk met het volgende uitgevoerd moeten worden voor een sterk concept. Om te bepalen wat het bewaren waard is kunnen HBW deelnemers medailles aan elkaar uitreiken. De ontvanger krijgt een notificatie van wie deze medaille is ontvangen. Om communicatie en gesprek op de website te bevorderen, kan er een tekstbalonnetje in beeld komen (zie afbeelding rechts) waardoor de ontvanger eraan herinnerd wordt dat hij of zij de gever van de medaille kan bedanken in een berichtje (dit zou meteen klikbaar moeten zijn naar het schrijven van het bericht). De ontvangen medailles staan naast de foto’s en op ieders hoofdpagina. Het aantal medailles dat iemand uit mag reiken aan anderen kan afhankelijk zijn van het aantal uploads dat zij zelf gemaakt hebben. Bijvoorbeeld één upload staat gelijk aan één uit te reiken medaille. Herinner mensen elke keer meteen na het inloggen hoeveel medailles zij hebben om uit te reiken (zie afbeelding hieronder). Doe dit ook op – in ieder geval de eerst bezochte – pagina met een foto of album (zie afbeelding hiernaast). Om mensen steeds naar de site te laten terugkeren - ook als zij geen spullen meer hebben om te uploaden kunnen er uit te reiken medailles worden toegevoegd na bijvoorbeeld elke maand dat zij lid zijn van HBW. Via e-mail kunnen zij dan gemeld worden dat zij deze kunnen uitreiken als zij terugkeren naar de site. AE kan mensen ook medailles uitreiken op de website voor het maken van bijdragen en de tijd dat ze lid zijn. In videogames heet dit het behalen van achievements en dit is de kern van motivatie voor gamers. Deze zullen er anders uit moeten zien dan de medailles die de leden aan elkaar uitreiken. Ergens op een pagina kunnen mensen herinnerd worden aan de achievements die zij kunnen behalen. “Het Bewaren Waard: Het digitale archief van Nederland door Nederlanders.” “Ga in de schoenen van de archivaris staan en beslis wat het bewaren waard is.”
Afbeeldingengroep 4: Medaille concept. Door Mariam Heijne. 118
Concept7, “Psychologie van het overtuigen: autoriteit”, geraadpleegd 19 november 2014, http://www.concept7.nl/psychologie-van-het-overtuigen-autoriteit/. 119 InfoNu.nl, “Equity theory; hoe gelijkheid motivatie beïnvloed”, geraadpleegd 12 december 2014, http://mens-ensamenleving.infonu.nl/psychologie/89853-equity-theory-hoe-gelijkheid-motivatie-beinvloed.html.
54
Bijlage 2: Kernelementen van aanbevelingen voor Het Bewaren Waard
55
Bijlage 3: Website aanwijzingen Website aanwijzingen In dit advies worden aanwijzingen gegeven voor aanpassingen aan de website van HBW, gebaseerd op de bevindingen in dit verslag en de aanwijzingen gegeven in onderzoeksverslagen over het gebruik van internet door senioren. Er wordt gebruik gemaakt van voorbeelden van bestaande vergelijkbare websites en er zijn screenshots van HBW bewerkt om aanwijzingen te visualiseren. E. Loos heeft in het afstudeeronderzoek voor de Universiteit van Amsterdam Een onderzoek naar het navigatiegedrag van SeniorWeb-leden uit 2009 de volgende lijst samengesteld waar bij het herontwerpen van een website gericht op senioiren rekening mee gehouden kan worden: 1. Beperk de totale hoeveelheid informatie per webpagina, plaats er alleen relevante tekst op en doe dat zo beknopt mogelijk. Ouderen hebben namelijk de neiging relatief veel ‘content’ te bekijken op een webpagina. 2. Probeer te achterhalen welk soort informatie ouderen interesseert en plaats die op de website. Overweeg een website die door ouderen wordt bezocht in te richten aan de hand van voor hen relevante ‘life events’. 3. Maak duidelijk wat voor mogelijkheden ouderen hebben in de ‘navigation areas’. 4. Gebruik werkwoorden bij links om duidelijk te maken wat er gebeurt als er van gebruik wordt gemaakt. 5. Gebruik minimaal .12 als lettergrootte en biedt de gebruiker de mogelijkheid deze zelf te wijzigen. 6. Gebruik alledaagse - niet technische - termen. 7. Maak duidelijk onderscheid tussen tekst voor links en tekst voor kopjes. 8. Wijzig de kleur als een link bezocht is. 9. Geef duidelijk aan waar de gebruiker haar of zijn zoekvraag kan invoeren. 10. Maak navigatie simpel om ouderen die motorisch niet meer zo vaardig zijn te helpen. 11. Maak zo min mogelijk gebruik van ‘secondary windows’, ouderen kunnen vaak de weg terug niet meer vinden.120 Maak duidelijk aan de websitebezoeker wat van hem of haar verlangd wordt door dit direct op de homepagina te zetten. Onderstaand voorbeeld is van “What’s on the menu?”121 (menus.nypl.org), waar deze tekst groot zichtbaar is op de homepagina.
Afbeelding 1: What’s on the Menu? homepagina tekst. 120
E. Loos, Ouderen op zoek naar informatie op een website van een zorgverzekeraar: een onderzoek naar het navigatiegedrag van SeniorWeb-leden, Universiteit van Amsterdam 2009, geraadpleegd 18 november 2014, http://dare.uva.nl/document/2/90044, P30-31. Master These Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG), Amsterdam School of Communication Research (ASCoR). 121 What’s on the menu?, “Homepagina”, geraadpleegd 17 november 2014, http://menus.nypl.org/.
56
Geheugen van Oost122 (geheugenvanoost.nl) geeft duidelijke uitleg over de website en aanwijzingen voor navigatie op de homepagina. Hierin zijn punten 3, 4, 5, 6 en 7 gegeven door E. Loos ook terug te zien.
Afbeelding 2: Geheugen van Oost homepagina tekst.
Geheugen van Oost haakt ook aan bij actuele onderwerpen zoals feestdagen (bijv. Sinterklaas). HBW doet dit ook al door op de Facebook pagina van HBW een oproep te doen naar materiaal over Sinterklaas, maar plaatst dit niet op de website zelf. Omdat veel HBW deelnemers geen Facebook hebben, kan het wellicht beter zijn om deze mensen te mailen met een oproep materiaal te plaatsen over het onderwerp. Het Rijksmuseum123 (rijksmuseum.nl) met het initiatief Rijksstudio heeft een heldere vormgeving met een duidelijk lettertype en lettergrootte. Onder het subkopje ‘Gebruikersvriendelijke website voor senioren’ onder het kopje ‘Onderbouwing van keuzes in adviezen’ in dit verslag was al te lezen dat een kleine lettergrootte en grafische animaties door zowel jongeren als senioren als afleidend worden beoordeeld. Ook in punt 5 gegeven door E. Loos wordt aangeraden een lettergrootte van ten minste .12 te gebruiken om de leesbaarheid te bevorderen.
Afbeelding 3: Rijksmuseum homepagina menu deels uitgeklapt.
122 123
Geheugen van Oost, “Homepagina”, geraadpleegd 17 november 2014, http://www.geheugenvanoost.nl/. Rijksmuseum, “Homepagina”, geraadpleegd 17 november 2014, https://www.rijksmuseum.nl/.
57
Op de homepagina van NYPL Map Warper124 (maps.nypl.org/warper) staat de kolom linksonder groot op de homepagina aangegeven. Er staat al een schriftelijke handleiding op de website van HBW, maar visuele ondersteuning bij een handleiding kan erg helpen bij het begrijpen ervan. AE heeft naast een onderzoeksverslag een storyline ontvangen van Mariam Heijne om als voorbeeld te gebruiken bij het maken van een instructiefilmje als deze. De kolom rechtsonder geeft weer hoe de instructievideo op de website van HBW eruit zou kunnen zien.
Afbeelding 4: Instructiefilmpje. Links onbewerkt NYPL Map Warper. Rechts bewerkt door Mariam Heijne.
Om verwarring te bestrijden is het beter om bij de Prikbord Oproepjes alle klikbare links onder elkaar te zetten (zoals in het voorbeeld hieronder) in plaats van het huidige wisselende vlak dat alleen te navigeren is door door te wachten of op de stipjes te klikken, wat geen duidelijke boodschap is voor onervaren internetgebruikers. Punten 3, 4, 7, 8 en 10 van E. Loos zijn in de bewerkte versie aanwezig.
124
NYPL Map Warper, “Homepagina”, geraadpleegd 17 november 2014, http://maps.nypl.org/warper/.
58
Afbeelding 5: Prikbord oproepjes. Links onbewerkt, rechts bewerkt HBW screenshot door Mariam Heijne.
Het kan mensen helpen om aanwijzingen te krijgen bij het invullen van bepaalde informatie. Zo weet ik uit ervaring met mensen helpen bij het schrijven van hun verhaal dat zij niet altijd weten wat zij hier in moeten vullen. Zo kan HBW een mooi verhaal mislopen! Een oplossing hiervoor is om hen direct vragen te stellen of aanwijzingen te geven, zoals hieronder aangegeven.
Afbeelding 6: Hulp verhaal schrijven. Bewerkt HBW screenshot door Mariam Heijne.
Ik raad aan om dit soort instructie- of tipwolkjes op alle plaatsen te gebruiken waar mensen mogelijk vraagtekens bij kunnen hebben. Zo kan het heel nuttig zijn voor de vindbaarheid van materiaal op de website om instructies te geven bij het invullen van de trefwoorden, omdat dit nog wel eens mis gaat bij onervaren website gebruikers. Omdat het doel is om sociale interactie op de website te bevorderen, zouden mensen op alle mogelijke manieren hieraan herinnerd moeten worden: wanneer zij zelf iets geupload hebben (zoals in het voorbeeld hieronder), wanneer zij op iemands pagina zijn, overal! Wijs mensen erop dat zij reacties kunnen achterlaten en mensen ook een persoonlijk bericht kunnen sturen (en maak duidelijk dat er een verschil is). Als iemand op andermans pagina is, wijs ze er dan ook op dat je iemand kunt volgen.
59
Afbeelding 7: Reactie Herinnering. Bewerkt HBW screenshot door Mariam Heijne.
60
Ook moet de reageerbox bij een foto niet buiten het eerste beeld liggen, zoals in de huidige vorm. Veel mensen zullen niet eens naar beneden scrollen, dus dan worden zij er ook niet visueel aan herinnerd om een reactie te plaatsen. Plaats eerst het verhaal en de daaronderde de reactiebox direct naast de foto en plaats de rest van de informatie eronder (zoals in hieronder aangegeven).
Afbeelding 8: Indeling objectpagina op HBW. Door Mariam Heijne.
Het ontwerp van de website zou er alles aan moeten doen om interactie tussen de deelnemers te bevorderen. Zorg er dus voor dat de interactie-aspecten altijd meteen in beeld zijn. Herinner mensen aan de sociale functies van HBW en geef hen praktische aanwijzingen door middel van tekstwolkjes. Gebruik geen te kleine icoontjes om een actie te suggereren, maar maak gebruik van opvallend gekleurde links en knoppen. Geef mensen niet de kans om ook maar ergens te twijfelen bij het navigeren van de website en HBW kan een van de meest gebruikersvriendelijke websites worden die er zijn. Afbeeldingenlijst van deze bijlage: o Afbeelding 1: What’s on the Menu? homepagina tekst. What’s on the menu?, “Homepagina”, geraadpleegd 17 november 2014, http://menus.nypl.org/. o Afbeelding 2: Geheugen van Oost homepagina tekst. Geheugen van Oost, “Homepagina”, geraadpleegd 17 november 2014, http://www.geheugenvanoost.nl/. o Afbeelding 3: Rijksmuseum homepagina menu deels uitgeklapt. Rijksmuseum, “Homepagina”, geraadpleegd 17 november 2014, https://www.rijksmuseum.nl/. o Afbeelding 4: Instructiefilmpje. Links onbewerkt NYPL Map Warper. Rechts bewerkt door Mariam Heijne. Gemaakt op 16 december 2014. Gebruik gemaakt van: NYPL Map Warper, “Homepagina”, geraadpleegd 17 november 2014, http://maps.nypl.org/warper/. Youtube play icon, geraadpleegd 17 december 2014, http://www.vingarbutt.com/assets/images/youtube_play_icon.png. o Afbeelding 5: Prikbord oproepjes. Links onbewerkt, rechts bewerkt HBW screenshot door Mariam Heijne. Gemaakt op 16 december 2014. Gebruik gemaakt van: Het Bewaren Waard, “Homepagina”, geraadpleegd 17 december 2014, https://hetbewarenwaard.nl/. o Afbeelding 6: Hulp verhaal schrijven. Bewerkt HBW screenshot door Mariam Heijne. Gemaakt op 16 december 2014. Gebruik gemaakt van: Het Bewaren Waard, “Homepagina”, geraadpleegd 17 december 2014, https://hetbewarenwaard.nl/. o Afbeelding 7: Reactie Herinnering. Bewerkt HBW screenshot door Mariam Heijne. Gemaakt op 16 december 2014. Gebruik gemaakt van: Het Bewaren Waard, “Homepagina”, geraadpleegd 17 december 2014, https://hetbewarenwaard.nl/. o Afbeelding 8: Indeling objectpagina op HBW. Door Mariam Heijne. Gemaakt op 17 december 2014.
61
Bijlage 4: Publieksonderzoek Interview met actieve HBW deelnemer Ruurd Ruurd is een deelnemer die velen vrijdagen langs is gekomen bij Archief Eemland om scanhulp te krijgen. Interview afgenomen op 5 september 2014 door Mariam Heijne. 1. Is dit uw eerste keer hier? Nee. 2. Komt u uit Amersfoort? Ja, al drie generaties van mijn familie hebben in hetzelfde huis gewoond. 3. Hoe wist u af van Het Bewaren Waard? Via de lokale krant. 4. Wat trekt uit eraan aan? Wat vind u zo leuk? Ik bewaarde maar. En toen ik over dit project las dacht ik dat dit een goede manier was om er iets mee te doen. Het is zonde om er niks mee te doen of weg te gooien. Ook heb ik er door omstandigheden nu meer tijd voor. Daarnaast is het Archief Eemland nu een stuk toegankelijker op deze locatie en in dit gebouw. 5. Zou u zeggen dat u dit voor uzelf, voor het archief of voor iemand anders doet? Sommige stukken zijn openbaar en andere rechten wil ik graag voor mezelf houden, dus dat stel ik ook zo in. Dan mogen ze het alleen inzien. Maar ik doe het voor het archief en voor anderen. Zodat zij er iets aan hebben. 6. Heeft u vrienden of familie die hier ook mee bezig zijn of bent u hier alleen mee bezig? Mijn zoon houdt wel van geschiedenis. Misschien neem ik hem een keer mee. Maar verder ben ik hier alleen mee bezig. 7. Zou u het leuker vinden als u deze bezigheid met uw vrienden en familie kon delen? Ja, zou wel leuk zijn, maar hoeft niet perse. 8. Wilt u uw archief ook op internet gaan delen op andere sites dan Het Bewaren Waard, bijvoorbeeld Facebook? Nou, nee, ik heb geen Facebook. Ik kan zelf helemaal niet goed met computers en internet omgaan. 9. Wat zou u ervan vinden als uw schoenendoos deel uitmaakt van een kleine tentoonstelling, hier op deze etage, met uw verhalen en spullen? Leuk! En zolang ik een waardevolle bijdrage kan leveren, zou dat zeker kunnen. 10. Is er iets wat u mist aan dit project? Een verbeterpunt? Ik ben over het algemeen heel tevreden, maar de website is wel moeilijk. 11. Heeft u de gratis of betaalde versie op de website? De gratis versie. 12. Heeft u een schoenendoos op naam, hier in het archief? Of zou u dit willen? Eerst wil ik het thuis verder uitzoeken en dan kan ik misschien kijken wat het archief zou willen hebben. 13. Vind u de begeleiding hier op de scanplekken fijn? Ja, zeker. 14. Ziet u uw eigen stukken die u inscand nu ook als archiefstukken? Ja, zeker weten. Altijd al zo gezien. Meer opmerkingen bij Ruurd: Als niemand er iets aan heeft, twijfelt hij of hij het moet uploaden. Hij heeft een grote interesse in de Eerste Wereldoorlog. Hij heeft zelf geen verstand van computers en komt daarom naar de scanvrijdag. Hij was heel enthousiast om de verhalen bij zijn foto’s te vertellen aan ons. Veel van de foto’s waren gemaakt door zijn vader. Het archief is veel toegankelijker nu, vind hij. Hij pakt het serieus aan. Het Archief Eemland mag hebben van zijn collectie wat het wil.
62
Interview met actieve HBW deelnemer Wilma Wilma is een deelnemer die velen vrijdagen langs is gekomen bij Archief Eemland om scanhulp te krijgen. Later is zij ook vrijwilliger geworden bij AE. Interview afgenomen op 5 september 2014 door Mariam Heijne. 1. Is dit uw eerste keer hier? Nee. 2. Komt u uit Amersfoort? Ja. 3. Hoe wist u af van Het Bewaren Waard? Het begon ruim een jaar geleden al. Ik vond een hoop spullen en foto’s van de spoorwegen. Toen heb ik op internet gezocht en ook gebeld met Archief Eemland. Toen kreeg ik Ineke van het fotoarchief aan de telefoon. Zij vertelde mij over Het Bewaren Waard. Toen ben ik al begonnen met de zaak wat te ordenen. Ook overleed mijn moeder, dat zette wat vaart in de zaak. Toen had ik over de open dag gelezen in de lokale krant en ben ik daar meteen langsgegaan. Ze hebben ook van alles al aangenomen hier. 4. Wat trekt uit eraan aan? Wat vind u zo leuk? Er wordt iets mee gedaan. Alles word gedigitaliseerd. Er verandert zoveel in een korte tijd, dat documenteren belangrijk is. Er is geen historisch besef onder kinderen en jonge mensen. Door het te bewaren kunnen we ze dat misschien bijbrengen. 5. Zou u zeggen dat u dit voor uzelf, voor het archief of voor iemand anders doet? Vooral voor het archief en voor anderen. Maar ook om mijn vader te herinneren. 6. Heeft u vrienden of familie die hier ook mee bezig zijn of bent u hier alleen mee bezig? Nee, helemaal niet. Ik heb ook vrijwel geen familie meer. 7. Zou u het leuker vinden als u deze bezigheid met uw vrienden en familie kon delen? Ja, natuurlijk, het is leuk om verhalen te delen. Hoe meer je bewaart hoe beter. Het is leuk om mensen als Ruurd te horen kletsen en soms kom je tegen dat je dingen, mensen of plaatsen met elkaar in gemeen hebt. 8. Wilt u uw archief ook op internet gaan delen op andere sites dan Het Bewaren Waard, bijvoorbeeld Facebook? Nou, ik ben erg op mijn privacy gesteld. Ik ben alleen een gluurder op Facebook. Ik heb wel een account, maar ben mijn wachtwoord ervoor al heel lang kwijt. Dus nee, ik ben het niet van plan te delen, behalve hier. 9. Wat zou u ervan vinden als uw schoenendoos deel uitmaakt van een kleine tentoonstelling, hier op deze etage, met uw verhalen en spullen? Ja, hartstikke leuk! Maar mijn spullen zijn naar het Museum Flehite gegaan. Dus ik heb alleen foto’s en documenten. 10. Is er iets wat u mist aan dit project? Een verbeterpunt? Het stoort me heel erg dat ik de volgorde van de afbeeldingen niet kan veranderen zonder ze er opnieuw op te zetten. 11. Heeft u de gratis of betaalde versie op de website? De gratis versie. 12. Heeft u een schoenendoos op naam, hier in het archief? Of zou u dit willen? Ja, een deel van deze scans liggen ook hier in het archief. 13. Vind u de begeleiding hier op de scanplekken fijn? Zeker. Het is fijn dat er iemand zoals als jij is die veel handiger is met de site. 14. Ziet u uw eigen stukken die u inscand nu ook als archiefstukken? Ja, zeker. Meer opmerkingen bij Wilma: De papieren zijn naar Archief Eemland gegaan en de spullen naar Museum Flehite. Ik heb opgelet bij de ID kaart van mijn vader. Toen heb ik besloten niet de voorkant ervan te uploaden, maar wel de achterkant. Die is ook interessant. Automatisch opslaan zou veel beter zijn, want ze heb steeds dat ze iets fout doe waardoor het niet opslaat. Ze vond het leuk om haar verhalen te vertellen aan mij. Ze heeft hele technische kinderen en kon zelf ook aardig snel typen, maar ze had wel wat klachten over de website. Ze vond het ook lastig bij te houden wat ze nou wel en niet had geupload, maar daar hebben we toen samen naar gekeken.
63
Resultaten enquête AE balie en entree balie in het Eemhuis Schriftelijke multiple-choice enquêtes zijn neergelegd bij de AE balie en de entreebalie van het Eemhuis in Amersfoort. Mensen werden hierop gewezen door medewerkers. Deze resultaten betreffen de periode 1 t/m 17 oktober 2014. Aantal ingevulde enquêtes: 27. Soms lieten de deelnemers vragen open. Veel mensen kruistten bij vraag 5 meerdere redenen aan, soms ook binnen ja én nee en ook daarbinnen meer dan één reden. Er zijn dus meer ja’s en nee’s dan deelnemers. 1. Kruis aan tot welke leeftijdscategorie u behoort. 0 20 – 30 0 30 – 40 2 40 – 50 5 50 – 60 9 60 – 70 8 70 – 80 3 80 + 2. Heeft u oude foto’s en familiedocumenten thuis? 23 Ja. 4 Nee, want… 1 Ben import. 1 … 1 Familie problemen. 1 In verband met 1940. 3. Heeft u er al eens over nagedacht wat u hiermee wil doen? 12 Ja. 14 Nee. 4. Wat doet u nu met deze oude foto’s en familiedocumenten? 17 Niets / zit in een doos. 12 Album(s) van gemaakt. 1 Elders op internet gezet, namelijk op… 1 … 3 Weggegeven aan familie. 0 Ik doe al mee aan Het Bewaren Waard. 0 Geschonken aan een archief. 4 Anders, namelijk… 1 Weggedaan. Geen prettige herinneringen. 1 Oude foto’s gaan naar kinderen. 1 Staan op mijn pc. 1 Zal dit eens met de andere familieleden bespreken.
64
5. Zou u mee willen doen aan Het Bewaren Waard? 16 Ja, want… 9 Het lijkt me leuk om mijn foto’s, documenten en herinneringen te delen met anderen. 8 Ik vind het belangrijk om mijn herinneringen te bewaren voor de toekomst. 3 Ik denk dat anderen iets kunnen hebben aan mijn materiaal. 3 Ik ben bang dat mijn foto’s en documenten anders vergaan. 4 Anders, namelijk… 1 Wil eerst een beeld krijgen van hoe de website eruitziet. Zijn onderschriften mogelijk? 1 Onze kinderen vinden de foto’s leuk om te laten zien hoe ze eruit zagen toen ze jong waren. 1 Ik denk er nog over na. 1 Voorlopig blijven de spullen bij mij. Op den duur kan het zijn dat ik het hier heen breng. 1
Weet ik niet.
14 5 5 5 2 1
Nee, … Ik vind het niet zo belangrijk om mijn foto’s en documenten te digitaliseren. Ik vind het niet zo belangrijk om mijn foto’s en documenten te delen met anderen. Ik denk dat mijn foto’s en documenten historisch niet interessant genoeg zijn. Het lijkt me te moeilijk, want… Mijn adres is “LA FRANCE”. Ik heb niets met internet. (= openbaar maken van eigen spullen.) Ik vind mijn foto’s en documenten te persoonlijk om op internet te zetten. Ik vertrouw het internet niet. Ik heb al albums gemaakt van mijn foto’s en documenten en dat vind ik genoeg. Ik zou het alleen doen als het archief het scanwerk voor mij zou doen. Ik zou het op een andere website plaatsen, namelijk… Anders, namelijk… Ik heb het allemaal weggedaan. Geen prettige herinneringen.
2 1 4 0 0 1 1
Resultaten Stamboomcafé Den Haag Georges Elissen heeft op 28 oktober 2014 schriftelijke enquêtes meegenomen naar het Stamboomcafé in Den Haag, waar hij een presentatie gaf over HBW. Aantal ingevulde enquêtes: 10. 1. Kruis aan tot welke leeftijdscategorie u behoort. 0 20 – 30 0 30 – 40 0 40 – 50 1 50 – 60 7 60 – 70 1 70 – 80 1 80 +
65
2. Heeft u oude foto’s en familiedocumenten thuis? 10 Ja. 0 Nee, want… 3. Heeft u er al eens over nagedacht wat u hiermee wil doen? 7 Ja. 3 Nee. 4. Wat doet u nu met deze oude foto’s en familiedocumenten? 5 Niets / zit in een doos. 4 Album(s) van gemaakt. 1 Elders op internet gezet, namelijk op… 1 Website. 1 Weggegeven aan familie. 0 Ik doe al mee aan Het Bewaren Waard. 0 Geschonken aan een archief. 3 Anders, namelijk… 1 Eigen PC iPhoto. 1 Foto albums gedeponeerd bij K.B. met (ISBN) 1 Eigen archief opgezet met familieleden. 5. Zou u mee willen doen aan Het Bewaren Waard? 7 Ja, want… 4 Het lijkt me leuk om mijn foto’s, documenten en herinneringen te delen met anderen. 6 Ik vind het belangrijk om mijn herinneringen te bewaren voor de toekomst. 3 Ik denk dat anderen iets kunnen hebben aan mijn materiaal. 3 Ik ben bang dat mijn foto’s en documenten anders vergaan. 0 Anders, namelijk… 1
Weet ik niet.
4 1 2 0 1 1 1 3 2 2 0 0
Nee, … Ik vind het niet zo belangrijk om mijn foto’s en documenten te digitaliseren. Ik vind het niet zo belangrijk om mijn foto’s en documenten te delen met anderen. Ik denk dat mijn foto’s en documenten historisch niet interessant genoeg zijn. Het lijkt me te moeilijk, want… Het bewaren is niet gegarandeerd, dus vergeefse moeite is niet uitgesloten. Ik vind mijn foto’s en documenten te persoonlijk om op internet te zetten. Ik vertrouw het internet niet. Ik heb al albums gemaakt van mijn foto’s en documenten en dat vind ik genoeg. Ik zou het alleen doen als het archief het scanwerk voor mij zou doen. Ik zou het op een andere website plaatsen, namelijk… Anders, namelijk…
66
Resultaten Beleef3.nu en 50PlusBeurs gecombineerd Totaal 78 ondervraagden waarvan 40 vrouwen en 38 mannen. Na kort te hebben uitgelegd wat Het Bewaren Waard inhoudt, werden de volgende vragen gesteld: Voordat u ik u net over dit project heb verteld, had u er al eens over nagedacht om iets met uw schoenendoos vol oude foto’s en papieren te doen? o (62) Ja o (16) Nee Wat doet u nu met deze schoenendoos? o (31) Niks o (18) Album(s) van gemaakt o (6) Elders op internet gezet o (1) Weggegeven aan familie o (2) Ik doe al mee aan Het Bewaren Waard o (5) Geschonken aan een archief o (15) Gedigitaliseerd en op (externe) harde schijf staan. Ben je van plan mee te doen aan Het Bewaren Waard? Zo ja, want vind je er leuk aan? Zo nee, wanneer zou je het wel doen/waarom niet? o (10) Ja. o (27) Weet ik niet/Misschien. o (41) Nee.
55+ evenement Beleef3.nu in Leerhotel Het Klooster in Amersfoort Totaal 28 ondervraagden door Mariam Heijne waarvan 14 vrouwen en 14 mannen. Met deze mensen kwam ik tot het einde van een gesprek. Hiernaast heeft Mariam nog circa 15 mensen aangesproken, maar deze hadden geen interesse om een gesprek voort te zetten. 12:00-17:00 / 12 september 2014. Ben je van plan mee te doen aan Het Bewaren Waard? Zo ja, want vind je er leuk aan? Zo nee, wanneer zou je het wel doen/waarom niet? o (3) Ja, … “Ik doe al mee aan Het Bewaren Waard!” “Ik heb een grote collectie aan genealogische documenten. Die zou ik hier op kunnen zetten.” “Ik heb een grote interesse in geschiedenis en heb wat collectie waar het archief misschien wel iets mee kan. En het lijkt me leuk! Ik ga hier thuis nog eens goed naar kijken.” o (10) Weet ik niet. o (15) Nee, … “Ik heb alles al gedigitaliseerd.” “Ik doe er andere dingen mee.” “Ik heb er al albums van gemaakt voor mijn kinderen.” “Ik houd het liever voor mijzelf.” “Daar heb ik geen tijd voor.” “Het is geen prioriteit.” “Als ik het zelf allemaal moet gaan digitaliseren, dan liever niet.”
67
Wat als er een community of vriendenclub zou zijn rondom Het Bewaren Waard om uw herinneringen mee te delen? o (1) Zou ik leuk vinden. “Ik probeer mensen altijd aan te sporen om iets met hun herinneringen te doen.” “Niet voor mijzelf, maar het kan heel goed zijn voor mensen die eenzaam zijn.” o (18) Maakt niet uit. “Ik heb zelf al genoeg vrienden om het in persoon mee te delen.” “Ik kom niet uit Amersfoort.” o (9) Weet ik niet.
50PlusBeurs in de Jaarbeurs Utrecht Totaal 50 ondervraagden door Mariam Heijne waarvan 26 vrouwen en 24 mannen. Met deze mensen kwam het tot een afgerond gesprek. Hiernaast heeft Mariam nog circa 30 mensen aangesproken, maar deze hadden geen interesse om een gesprek voort te zetten. 10:00-17:30 / 16 september 2014 (2de dag). Na kort te hebben uitgelegd wat Het Bewaren Waard inhoudt, werden de volgende vragen gesteld: Ben je van plan mee te doen aan Het Bewaren Waard? Zo ja, want vind je er leuk aan? Zo nee, wanneer zou je het wel doen/waarom niet? o (7) Ja, … “We hadden eerst van die dikke albums. Toen hebben we met Albelli van die hele dunne albums laten makken. Dus misschien moeten we dat ook maar digitaliseren. Het Bewaren Waard lijkt me een leuk project om samen met mijn moeder te doen.” “Lijkt me leuk. Ik heb al veel op usb-sticks staan. En op papier moet ik alles eerst maar even uitzoeken.” “Digitaliseren is wat lastig, maar ik heb geen foto’s waar ik me voor zou moeten schamen. En die rechten en privacy... het lijkt me eigenlijk niet zo gevaarlijk.” “Lijkt me een heel leuk project!” “Ik doe al mee aan Het Bewaren Waard!” o (17) Weet ik niet/Misschien. “Het is inderdaad zonde om er niks mee te doen, maar ik weet niet of ik mee ga doen aan Het Bewaren Waard. We denken er wel over na.” “Negatieven bewaren, bewerken, digitaliseren, mijn man (die niet op de beurs was) bewaart alles. Dit is misschien iets voor hem. Ik help hem er vooral mee, bijvoorbeeld als zijn geheugen hem in de steek laat. Als het niet teveel van mijn tijd kost, wil ik hem hiermee ook wel helpen.” “Het is zoveel werk, he. Oh, alle mappen die ik heb. Maarja, het is ook wel leuk.” “Ik heb zoveel schoenendozen vol en nu ben ik op een leeftijd om er wel iets mee te doen.” “Ik vind dat als je iets online zet, dat er geen restricties moeten zijn. Het is dan voor de gemeenschap. Dus ja, je moet daar wel eerst over nadenken voordat je iets plaatst. Maar het lijkt me interessant, ik ga er zeker over nadenken.” “Je moet er goed bij stilstaan ‘waarom zet ik dit erop?’, ook wegens de rechten. Ik kan mijn verhalen ook in persoon aan mensen vertellen. Maar ik vind dit initiatief wel heel leuk.” “Het is wel waar dat die foto’s dan vergelen enzo... Ik ga er eens met mijn dochter goed voor zitten. Kijken of dit wat is.”
68
o
(26)
Nee, … “Je moet er maar net zin in hebben. En ja, dan zet je het erop, dan laat je het aan andere zien, dan zeggen ze ‘oh, leuk’ en dan is het klaar? Ik ging er 5 jaar terug na een reünie meer over nadenken om iets met mijn oude spullen te doen. Het is ook zo dat je die herinneringen moet bewaren, kinderen weten niet wat ze ermee moeten. Maar ik heb al veel van mijn interessante foto’s geschonken aan de archieven waar ze thuishoren (bij de betreffende gemeente).” “Nee, hoor, dan wordt het nog een grotere chaos!” “Die clouds vind ik maar niks. Privacy vind ik belangrijk. Ik zou het eerder op een harde schijf hebben.” “Wij hebben eigenlijk niet zoveel foto’s. Wij vergaten altijd ons fototoestel. Dan zagen we dat anderen altijd hun fototoestel meenamen. Dat deden wij eigenlijk nooit.” “Ik heb het al gedigitaliseerd en op een hardeschijf in de kast gezet. Nu ben ik er wel klaar mee.” “Het maakt me eigenlijk niet uit als het weg is. Ik hecht er geen waarde aan om het met anderen te delen. Dat vinden hun toch neit interessant.” “Het is zoveel werk om die zooi uit te zoeken.” “Met mijn verhalen denken ze dat ik gek ben! Dus ik houd het liever voor mijzelf. Ik heb er nooit echt aan gedacht om er iets mee te doen. Ik heb vooral veel dia’s.” “Ik heb hele oude foto’s, maar daar heb ik ook al opmerkingen bij gezet. De hele wereld hoeft dat niet te zien.” “Ik doe het wel op mijn eigen manier.” “Ik vind het niet belangrijk genoeg als kennisoverdracht niet het doel is.” “Ik zet het wel op een DVD en dan ben ik er klaar mee.” “Ik heb met mijn oude foto’s al persoonlijke projecten gemaakt. Ik heb een kunstopleiding gedaan. Ook heb ik alles op dia’s gezet, maar dat is alweer 30 jaar geleden.” “Privacy is zeker belangrijk. Dan staan er mensen op je foto’s die misschien niet op zo’n site willen staan. En dan houd ik het toch liever voor mezelf.” “Ik hoef niet dat de hele wereld mijn foto’s ziet.” “Mensen vinden altijd wel een manier om je foto’s te stelen. Ik zet het wel op een harde schijf en dan houd ik het voor mezelf.” “Ik heb fotoalbums gemaakt voor elk van mijn kinderen met honderden foto’s. Ik vind het wel goed zo.”
Omdat er op het Beleef3.nu evenement weinig nuttige antwoorden kwamen op het community of vriendenclub idee, is deze vraag voor dit evenement geschrapt. Vaak haalden mensen alleen maar hun schouders op. Dit wordt op een andere manier onderzocht.
69
Bijlage 5: Advies van Theo Meerenboer van Erfgoed 2.0 Bespreking tussen Mariam Heijne, Theo Meerenboer, Vera Weterings en Georges Elissen op 21 oktober 2014 in het Gemeentemuseum Weesp. Alles hieronder is gezegd door Theo Meerenboer tenzij anders vermeld. Aantekeningen zijn gemaakt en verwerkt door Mariam Heijne. De actiefste 1 % Theo moet af en toe met scherpe opmerkingen komen om dingen op te schudden in een social media groep. Als hij niet actief is, verwaterd de activiteit van anderen ook. Wij als Archief Eemland zijn de 1 % die nu voor de meeste activiteit zorgen op Het Bewaren Waard. Oneindig Noord-Holland was ook ‘trekken-trekken-trekken’. En 90% van de activiteit komt bij de redactie vandaan. Ook bij Vele Handen gaat het om de actiefste 1 %. Tijd en effort “We willen het niet met iedereen delen” is de houding van veel mensen en “Er staat te weinig op” is de kritiek van mogelijke gebruikers. Dit is de grote botsing. Maar het kan een kwestie van tijd zijn om te groeien. We zijn de snelheid gewend van een app downloaden in minder dan 10 minuten, maar zo werkt het niet de andere kant op. Het kan zijn dat je gewoon twee jaar moet volhouden. Dat wij een vooruitstrevend beeld hebben van een archief, betekend niet dat mensen dat beeld delen. Veel archieven zijn ook nog bezig om zaken voor zichzelf op orde te krijgen, of ze geven er gewoon niet om. Soms is een volle werkweek aan social media en andere promotie wat nodig is. Community Er zijn ook mensen die wel willen digitaliseren en geen spullen hebben. Er zijn ook mensen die niet willen digitaliseren en wel de spullen hebben. Je zou die mensen samen kunnen brengen. Dat ze elkaar kunnen helpen. Op die manier kan je ook een sociaal aspect faciliteren. Theo vraagt zich wel af waarom het zou lonen als er een community ontstaat. Historische verenigingen zien er misschien nú het nut niet van in, omdat het niets toevoegt aan wat ze al doen. Maar dit kan natuurlijk nog veranderen. Activiteit op de site Georges: Gaat het ooit leven als platform? Theo: Europeana leeft ook niet. Tot er iemand komt als Retronaut die zomaar dingen eruit pikt met een zoekterm en dan blijkt het opeens heel er aan te slaan. Hij koppelt het vooral aan thema’s. Als je zo’n thema neemt als de Eerste Wereldoorlog (zoals op de Collectiedag) is er ook een soort urgentie, je bent alweer een aantal generaties verder. Samenwerking De kunst is om je platform zo te bouwen dat deze goed met andere platformen kan communiceren, zonder dat je ervan afhankelijk bent. Je moet misschien een link hebben met een genealogie site, waarmee mensen dan misschien verloren familieleden kunnen vinden. Je platform moet dan wel geschikt zijn om die zoekingangen te hebben. Misschien met Verborgen Verleden samenwerken? Dataopslag Dataopslag is duur, zeker voor langer dan een jaar, dat is een blijvend probleem. Flickr heeft dit probleem ook gehad. Je kan dus zeggen: ons verdienmodel klopt niet, het is geen goed businessmodel.
70
Motivatie van mensen Ze willen eerst zien wat ermee gebeurt, wat er kan. Dan pas gaan ze er wat mee doen. Ik keek in 2007 maar vreemd naar Twitter. Ik wist niet wat ik ermee moest, moest ik updaten? Pas toen ik er de voordelen van inzag, ging ik het gebruiken en ook contact leggen met mensen die ik niet kende. Hetzelfde geldt voor de mensen bij Het Bewaren Waard. Je weet niet wat je moet doen, je weet niet dat je het kan. Dit moet ze duidelijk gemaakt worden. Voor een deel is het ook gewoon een “who cares” attitude, van mensen en andere instellingen, waar je weinig aan kan doen. Ik ervaar het niet als een probleem heb door een doos met spullen (op zolder) te hebben liggen. Mensen bereiken Theo: Ik krijg wekelijks herinneringen via e-mail dat ik op sites niet actief ben geweest. Dan zie ik dat en ga ik er toch weer kijken. Ik gebruik Pinterest dan opeens weer omdat iemand mij aanleiding gaf om het weer te gebruiken. Er zijn Facebookpagina’s als “Je bent een Amersfoorter als…”. Zoiets kan je ook doen met de pareltjes van Het Bewaren Waard. Dan moet je meer denken als een tijdschrift: wat is mijn thematiek, wat ga ik plaatsen, wanneer etc. Goede redactie is belangrijk! Het is misschien beter om jonge mensen of zelfs scholen en kinderen te benaderen die dan hun ouders of grootouders gaan helpen of aansporen om er iets mee te doen. De vraag is belangrijker dan het antwoord. We vroegen een keer “Wat is dit voor een machientje?” met een foto erbij. Dit gaf veel reacties en werd vaak geretweet, maar toen het antwoord bekend was leek niemand daarom te geven! Geen tweets meer. Misschien minder mensen overhalen om te scannen en meer mensen laten zien wat de pareltjes zijn, wat er interessant aan is. Mensen laten leren Mariam: Het probleem is nog steeds dat de doelgroep niet om kan gaan met computers en zeker 70 % of meer van hen zal geen Facebook hebben. Theo: Mensen moeten eerst de vaardigheid leren. Als mensen nog nooit geknutseld hebben en je ze dan een gereedschapskist geeft, dan weten ze ook niet wat ze ermee moeten doen. Misschien kan je een avond organiseren waarin Facebook en HBW uitgelegd worden. Mensen willen zich ook niet dom voelen! Dit is ook de reden waarom veel mensen het Stedelijk Museum niet bezoeken, omdat veel mensen moderne kunst niet begrijpen. Koppelen aan thema’s Misschien organiseer je een dia-avond waar iemand verteld over zijn reis uit zijn jeugd naar een ver land en de dia’s laat zien aan anderen. Misschien samenwerken met een filmhuis. Na het uploaden Na het uploaden van je content moet het juist niet klaar zijn. Dus misschien moet er toch een albumdienst na komen. Of dat er een filmpje van gemaakt wordt. Advies Ik zou me nu vooral gaan richten op het organiseren van de avonden. En je moet mensen niet oproepen, je moet het aan ze laten zien! En blijf je boodschap herhalen! Maar blijf niet alleen roepen dat het leuk is. Denk veel meer vanuit waar mensen werkelijk mee bezig zijn. Zoek uit waar ze nieuwsgierig van worden. Dat is een drijfveer die nooit ophoud. Niet denken vanuit het archiveren of vanuit de schoenendozen. Probeer een relatie op te bouwen met mensen. Het gaat niet om de spullen. Het gaat om iets leren, mensen ontmoeten, een gezellige sfeer. Ik denk dat je het altijd op relaties moet zoeken: Tussen mensen en hun buurt, tussen mensen onderling etc. En kijk hoe die relatie verstevigd wordt. Dan ben je aan het inspelen op een proces van mensen waar ze altijd mee bezig kunnen zijn. Dan heb je een motor voor je project. Veel beter dan als je op dat digitale gaat zitten. 71
Bijlage 6:
Dit is een gescand document.
72
73 73
7474
75 75
76 76
77 77