Een muzikale rit doorheen de jaren van de ‘drooglegging’ in Amerika Swing, Rhythm & Blues, Jump & Jive, Boogie Woogie
Educatieve Bijlage voor het Secundaire Onderwijs 2011-2012 Swing, Rhythm & Blues, Jump & Jive, Boogie Woogie: ze zijn weer helemaal terug van weggeweest. De dansscholen zullen het geweten hebben. De vraag naar Lindyhop, Boogie, Swing- en Rock & Roll-lessen is in de laatste twee, drie jaar zowat verdubbeld. The Smoky Midnight Gangsters zijn in dit genre door de wol geverfd. Al jaren interpreteren en bezingen ze de jaren ’30, ’40 en begin ’50. De periode waarin ‘mobsters’ à la ‘Capone’ hoogtij vierden en rijk werden door illegale handel in alcohol. Door de ‘drooglegging’ trokken Amerikanen massaal naar creepjoints en dance halls of zelfs naar het buitenland om eens naar behoren ‘in de drank te vliegen’. Alcohol was iets exotisch, iets speciaals, een taboe zelfs. Het werd meer bezongen dan de liefde, zelfs jaren nadat de drooglegging voorbij was. Nog steeds merkt men in de V.S. de gevolgen van hun tweeslachtige houding tegenover alcohol. Whiskey, gin, beer and wine… deze godendranken deden de muzikale pennen vloeien en inspireerden ook onze ‘gangsters’. “LOADED” werd dan ook hun nieuwe tour / cd-project. Duik samen met ‘the Smoky Midnight Gang’ in het ruige nachtleven van deze woelige tijden. Het is een reis doorheen de tijd and ‘a ride that makes your head spin’. U zult er geen kater aan overhouden,… hoogstens een muzikaal ‘delirium’!
1
1. HIstory of “ The Smoky Midnight Gang” In 1994 liet Big Smile Tony (Hans Verhelle) zich als zanger-saxofonist omringen door een aantal gehaaide muzikanten. Voor repertoire gingen ze op zoek naar de “roots of rock’n roll”, de boogie woogie en swing van het interbellum maar voornamelijk de originele Rhythm & Blues van kort na WO II. Een nieuwe formatie zag het levenslicht in de spirit en de stijl van de jumpbands uit die tijd: The Smoky Midnight Gang. Jarenlang waren de gangsters vaste waarden in de jazzkelders van Parijs. Ze toerden door België, Nederland, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland. The Smoky Midnight Gang heeft sinds kort weer een gitarist in zijn midden; dus weer met zijn zevenen zoals voorheen: een stevige rhythmsectie (contrabas, drums, piano, gitaar) en een solide blazerssectie (twee saxen en trompet). Scheurende sax- en trompetsolo’s wisselen af met ophitsend gitaarwerk en een stuwende piano. Een meeslepende evenwichtsoefening tussen jump, blues, boogie en jazz ondersteunt de bluesshouter in de stijl van Roy Brown en Wynonie Harris. Wat een swingfeel, wat een humor, wat een performance! Een stevige live-act, een sterk repertoire en vooral “a bunch of good musicians” Maak kennis met de gekste muzikale familie .
De muzikanten: Zang, alt- en baritonsaxofoon : Big Smile Tony (Hans Verhelle) Tenor saxofoon : Jumpin’ Gerry (Geert Polfliet) Trompet: Blowin’ Bossman (Hans Bossuyt) Gitaar: Low Down Phil (Filip Verneert) Piano: Sonny Steinway (Stijn Wauters) of Piano Postman (Wouter Debode) Contrabas: Slappin’ Slim (Selim Meiresonne) Drums: Handy Heinz (Karlheinz Chambaere)
2
2. De Drooglegging van Amerika ( vrij naar wikipedia) Een mislukt experiment in sociale controle door de overheid: het alcoholverbod (1919-1933) Van 1920 tot 1933 bestond in de Verenigde Staten een totaal verbod op de productie van en handel in alcoholische dranken. Zelden heeft een poging om de samenleving te disciplineren vervelender bijeffecten gehad, en dat terwijl ook zonder deze vergaande maatregel de Amerikanen al veel minder waren gaan drinken onder invloed van de anti-drank beweging. De Amerikaanse strijd tegen de drank heeft een lange geschiedenis. Als snel na de onafhankelijkheidsstrijd steeg het drankgebruik in de Verenigde Staten in hoog tempo, vooral door de enorme toename van de whiskyproductie. Een reden daarvoor was onder meer dat graan gemakkelijker te vervoeren was in gedistilleerde vorm dan in natura. Rond 1830 werd bijna vijftien liter pure alcohol per hoofd van de bevolking geconsumeerd. In dezelfde periode verplaatste het drinken zich buitenshuis, naar de saloon, waardoor het sneller tot excessen kwam. De maatschappelijke gevolgen waren goed merkbaar in de vorm van ongevallen, toenemend huiselijk geweld en een duidelijk vast te stellen verslechterde fysieke toestand van de bevolking. In de periode tussen 1825 en 1855 ontstond een landelijke anti-alcoholbeweging die niet alleen de werkgevers mobiliseerde omdat die gebaat waren bij zelfbeheersing van hun werknemers, maar ook arbeiders zelf. De drankbestrijders zochten hun aanhang vooral onder kerkleden en vrouwen. Hun methode was om mensen een gelofte af te laten leggen, eerst tot matiging, later tot geheelonthouding. Tegen de tijd dat de Amerikaanse soldaten uit Europa terugkeerden van WO I (the Great War) moesten die verbaasd vaststellen dat er nog nauwelijks alcoholische dranken te verkrijgen waren. De meeste Amerikaanse Staten hadden beslist om de saloons definitief te sluiten. Op deze wijze hoopte men om corruptie en misdaad te verminderen, de algemene
3
gezondheid te verbeteren, sociale problemen op te lossen en ook de zware kosten van gevangenissen en armenhuizen terug te schroeven. Een nieuwe wet daaromtrent stond op het punt om ingevoerd te worden en tegen 1919 werd de ‘Prohibition Act’, het zogenaamde ‘nobele experiment’, goedgekeurd. De wet werd officieel in 1920. Aanvankelijk waren de meeste Amerikanen eigenlijk voorstander van die wet. Maar algauw begon men zich eraan te ergeren en ertegen te ageren. Het dragen van ‘heupfles’ met ‘bootleg’-whiskey werd een heel gewoon zicht. Iedere wijk had zijn ‘speakeasies’ waar men ingevoerde of zelfgestookte alcohol serveerde. Moonlight werd die drank vaak genoemd omdat hij ’s nacht onder het licht van de maan werd gestookt. De geheime saloons deden gouden zaken. Vele duizenden rumrunners (dranksmokkelaars), bootleggers (geheime stokers) en bierbaronnen zorgden voor de bevoorrading en waren aldus ook verplicht om buiten de wet te werken. De handel leidde ook al te vaak tot hoogoplaaiende ruzies tussen concurrenten. En deze eindigden soms in vuurgevechten en regelrechte moordpartijen. De nieuwe wapens die de oorlog had geproduceerd vonden hun weg naar de Amerikaanse steden. Men schuwde het gebruik niet van handgranaten en machinegeweren en de nieuwe snelle wagen werden uitstekende vluchtauto’s. Stilaan evolueerde de drankhandel in georganiseerde misdaad onder de leiding van topgangsters die we tot de dag van vandaag nog steeds kennen. Alphonse ‘Scarface’ Capone was één van de meest beruchte. Zijn organisatie controleerde tegen het einde van de jaren ’20 alle drankhandel en speakeasies van Canada tot in Florida. In Chicago alleen al waren er 10 000 speakeasies. In één jaar tijd verdiende hij 60 miljoen dollar aan drankhandel alleen. En dit alles kwam tegen een zeer zware tol aan doden en gewonden. In ’33 sloot Franklin D. Roosevelt zijn ‘New Deal’ waarmee hij de drooglegging officieel beëindigde. Tegen die tijd had de maffia reeds lang geïnvesteerd in talloze andere zaken, zowel legaal als illegaal. Maar de drooglegging had ook voor een ander fenomeen gezorgd: het ontstaan van befaamde dance halls en music clubs zoals de ‘Cotton Club’ waar talentrijke zwarte muzikanten avond na avond optraden en de kans kregen om een enorme reputatie op te bouwen. Hun bekendheid deinde met hun jazzmuziek over de hele wereld uit.
4
3. Rhythm and Blues Rhythm and Blues was een van de voorgangers van de Rock-‘n-Roll. R&B bevat veel invloeden uit zowel de jazz ,
jumpblues en de gospel. Op zijn beurt beinvloedde de R&B ook de jazz-wereld. Veel muzikanten maakten jazz en Rhythm and blues zoals onder andere de swingbands van Jay McShann , Tiny Bradshaw en Johnny Otis. Ook Count Basie (foto) had wekelijks een Rhythm and Blues live uitzending. De meeste Rhythm and Blues muzikanten waren jazzmuzikanten. De jaren 50 De periode in de jaren 50 was het begin van de overgang van Rhythm and Blues naar Rock’n Roll De alom bekende Chuck Berry was een van deze Rhythm and Blues gitaristen. Overlappend met andere genres als jazz en rock‘nroll ontwikkelde Rhythm and Blues regionale specialisaties. Een sterke stroming langs de ‘blues-kant’ kwam van New Orleans en was gebaseerd op een vloeiend piano-spel gelanceerd door Professor Longhair (foto). Aan het begin van de jaren 60 nam R&B steeds meer en meer invloeden over van de gospel met artiesten zoals Ray Charles , Sam Coocke , James Brown en Aretha Franklin deze combinatie kreeg de naam SOUL mee.
5
4. Boogie Woogie Boogie Woogie kunnen we omschrijven als een pianospeelstijl die ontstaan is aan het einde van de 19e eeuw in de Verenigde Staten. Het is een opwindende ritmische pianoblues waarbij de linkerhand een strak ritme speelt en de rechterhand allerlei bluesloopjes in verschillende maatvoering mag spelen.
De pianisten die de boogie woogie beheersten waren niet alleen geliefd omwille van hun spelen maar ook omwille van de verhalen die ze vertelden, de nieuwtjes die ze doorgaven en vooral de volksliedjes die ze zongen. Hierdoor waren ze deels gevrijwaard van het geweld en konden ze zonder problemen rondreizen. (Schiet niet op de pianist) De boogie woogie optredens waren meestal in goedkope kroegen, barrelhouses of anders genaamd Juke Joints.
6
5. Swing Met Swing wordt er een tijdperiode in de geschiedenis van de Jazz aangeduid van de vroege jaren 30 tot en met de jaren 40. In de Amerikaanse traditie wordt swing meestal geassocieerd met de muziek van onder andere Count Basie (foto), Duke Ellington, Glenn Miller en Benny Goodman. In de Europese traditie wordt swing meestal geassocieerd met de Gipsy Jazzmuziek van onder andere Django Reinhardt , Stéphane Grappelli en hun kwintet bij Hot Club de France. Kenmerken swing: • •
•
Gebruik van swing ritme Tempo vaak medium of up tempo met accent op tweede en vierde tel van de vierkwartsmaat. Stevige ritme sectie met meestal contrabas en drums.
6. Rockabilly: een vervolg De term “rockabilly” is een samentrekking van de muziekstijlen rock and roll en hillbilly, en werd voor het eerst in de media gebruikt in een Billboard-bespreking van de Ruckus Tyler-plaat “Rock Town Rock” in 1956. Verder gaat nog het verhaal, dat eerder dan 1956 is gedateerd, dat de broers Dorsey en Johnny Burnette (foto) allebei een zoon kregen, genaamd Billy en Rocky. Door deze twee namen te combineren kwam er Rockybilly uit. Omdat deze benaming niet lekker in de mond lag, is de term aangepast naar Rockabilly.
7
De muziek Rockabilly is de voorloper of zelfs wegbereider van de rock-’n-roll, en is ontstaan in de vroege jaren ‘50, misschien wel eind jaren ‘40. De bekendste rockabillyperformer is zonder enige twijfel Elvis Presley (foto), die met zijn allereerste opnames bij Sun Records in 1955 de stijl eigenhandig transformeerde tot een muziekstroming die aansloeg bij een breed en jeugdig publiek. De term rockabilly was goed gekozen, want het betreft hier een stijl die inderdaad de rock-’n-roll combineert met hillbilly (of countrymuziek): zwarte ritmiek met blanke melodieën dus. In de jaren ‘50 werd de term echter niet intens gebruikt; het viel toen allemaal onder de noemer rock-’n-roll. Ondertussen wordt het onderscheid wél gemaakt, en doelt rock-’n-roll op de meer commerciële, en meer als Rhythm and Blues klinkende muziek, waar rockabilly duidelijk een grotere country & western (en dus blanke) invloed heeft, en zich meer in de obscuriteit verstopt. Belangrijkste kenmerken van de rockabilly zijn het fingerpickinggitaarspel en de “dubbele slap” op de contrabas. De songstructuur baseert zich voornamelijk op het standaard 12 maten-bluesschema. Oorspronkelijk bevatte deze muziek geen drums, en gaf de contrabas het ritme aan. Maar tegen 1956 waren drums al algemeen aanvaard.
8