Een meespeelverhaal voor kleuters, over leven, geboren worden en het ontdekken van de wereld
tekst: Kees van Loenen
© SKVR, 2009
1 van 16
p. 03
Introductie en voorbereiding
p. 04
Brief van mevrouw Anders
p. 05
Achtergrond
p. 05
Korte inhoud
p. 06
Vervolgactiviteiten:
p. 06
Taalbegrip
p. 06
Filosofie
p. 06
Zintuiglijke ontwikkeling / stimuleren van verbeelding
p. 07
Tekenen en handvaardigheid
p. 07
Beweging
p. 08
Muzieklijst
p. 08
Literatuurlijst
p. 09
Tekstfragmenten Dag, dag hier ben ik
p. 12
Colofon / medewerkers
2 van 16
Beste leerkrachten van groep 1-2,
Binnenkort komt het meespeelverhaal Dag, dag hier ben ik bij u op school. Ter voorbereiding op dit verhaal, en ter verwerking, sturen wij u met veel plezier deze lesbrief. Wij verzoeken u vriendelijk in ieder geval de 'Brief van mevrouw Anders' (zie volgende pagina) van tevoren voor te lezen aan uw groep. De brief bereidt de kinderen alvast voor op het meespeelverhaal en de ontdekkingsreis die ze straks met u en mevrouw Anders gaan maken. Voor ons als spelers/vertellers is het prettig als de kinderen een naamkaartje dragen, of, als u tijd heeft, een band om het hoofd waarop middenvoor met viltstift hun naam staat geschreven. De kinderen heten in de voorstelling 'sterrenkinderen'; het is dus extra leuk als de kinderen vooraf de band rondom hun naam, of het naamkaartje, versieren met sterren. Voor de band kunt u het beste stevig tekenpapier of dun karton gebruiken. Aangezien de kinderen in het spel ook op de grond zitten is het belangrijk dat ze niet met hun buitenschoenen in de spelruimte komen; graag op blote voeten of gympen. Bij binnenkomst zit mevrouw Anders verstopt in haar jurk, als in een ei (hierover niets zeggen tegen de kinderen, dit is een verrassing!), en kan zij de klas dus niet bij de deur ontvangen. Wilt u voordat u naar binnen komt duidelijk op de deur kloppen en dan vijf tellen wachten. Hoort u niets dan is alles helemaal gereed en kunt u naar binnen. Als iedereen zit en stil is, geeft u met de volgende vraag het startsein: “Zijn we er klaar voor?” Door deze vraag weet mevrouw Anders dat ze langzaam tevoorschijn kan komen.
Tot ziens bij Dag, dag hier ben ik!
SKVR Theater
3 van 16
Dag, dag sterrenkinderen van groep 1/2,
Straks [vanmiddag / morgen] gaan jullie in het speellokaal toneelspelen met juf Esther of juf Anne. Juf Esther of juf Anne speelt dat ze mevrouw Anders is. En jullie mogen spelen dat jullie 'sterrenkinderen' zijn. Samen met mevrouw Anders gaan jullie op ontdekkingsreis. Eerst kunnen jullie gewoon lekker kijken en luisteren en mag je gewoon op de bank blijven zitten. Als je dan heel stil blijft zitten, komt Anders vanzelf tevoorschijn, dat vindt ze heel spannend. Als Anders een beetje begrijpt waar ze is, vindt ze het fijn als jullie met haar meegaan op ontdekkingsreis. Meestal vraagt ze of je met haar mee gaat, en soms wil Anders dat je alleen maar naar haar kijkt. Als je goed oplet, kun je zien hoe Anders zich voelt: bang, vrolijk, verdrietig, boos of blij. Kom straks [vanmiddag / morgen] maar lekker kijken, luisteren en meespelen. Dag, dag, sterrenkinderen,
Groeten van mevrouw Anders. En dus ook van juf Esther.
O ja, dat zou ik bijna vergeten! Willen jullie voordat jullie komen naar de WC gaan? Als we eenmaal op reis zijn, kan dat natuurlijk niet meer... Dag, dag… tot straks!
4 van 16
Kees van Loenen (1958) studeerde in 1982 af aan de Pedagogische Academie De Klokkenberg in Nijmegen. Daarna besloot hij te gaan acteren, bij diverse theatergroepen, waaronder sinds 1996 Jeugdtheatergezelschap Het Waterhuis in Rotterdam. Hier ontwikkelde hij zich ook als schrijver en regisseur. Momenteel werkt hij als trainingsacteur/co-trainer. Voor jongerentheatergroep Rotterdams LEF schreef hij in 2006 zijn eerste theatertekst Kwaad Bloed, over de moord op scholiere Maja Braderiç. In opdracht van de SKVR schrijft hij nu zijn eerste tekst voor kleuters: Dag, dag hier ben ik, vanaf het najaar van 2008 als meespeelvoorstelling te zien op basisscholen in Rotterdam.
Dag, dag hier ben ik vertelt het verhaal van mevrouw Anders, die van 'niets' ineens 'iets' wordt. Kortom: ze wordt geboren, kruipt uit het ei. Vervolgens gaat ze leven. Ze zweeft door de lucht en rust uit. Ze ontdekt de wereld: de dieren, de aarde, de zee, de bossen, de bergen. Ze ontdekt zichzelf, haar lichaam, haar zintuigen, haar ademhaling. Aan het einde van de dag is ze moe en gaat ze even liggen. Ze sluit haar ogen en rust uit. De volgende dag gaat het avontuur gewoon weer verder. Ze ontdekt kleuren en geluiden, ze ontdekt emoties. Het leven is een groot avontuur, waarin je kunt rennen, springen, hopsen en dansen. Waarin je cadeautjes kunt geven aan jezelf. En aan het einde van iedere dag begint er altijd weer een nieuwe dag.
5 van 16
“Hè hè, ik ben er...!” Het thema van Dag, dag hier ben ik is 'geboren worden', van 'niets' 'iets' worden: “Hè, hè, wat een klus, geboren worden. Maar het is me gelukt. Nu ben ik er!” Vervolgens verkent de 'ik' de wereld om haar heen. Ze ziet en beleeft alles voor de eerste keer. Dit gegeven biedt vele mogelijkheden voor activiteiten na afloop van de voorstelling.
In de voorstellingen is voortdurend sprake van tegenstellingen: hier en daar (niet hier, maar daar, en nu weer hier...) hoog en laag (“ik vlieg te hoog!”) groot en klein licht en zwaar (zo licht als een veertje, zo zwaar als een ...) ik en jij (“ik zie jou en jij ziet mij, ik ben ik en jij bent jij”) U kunt deze tegenstellingen in grote of kleine kring met de kinderen nog eens doornemen. Misschien kunnen ze zelf nog meer verzinnen (dik en dun, lang en kort, enzovoort...). (5 à 10 minuten)
De voorstelling leent zich heel goed om het met kinderen te hebben over geboren worden, over van 'niets' ineens 'iets' worden. Veel kinderen maken mee dat ze een broertje of zusje krijgen, of een neefje of nichtje. Ze kunnen hierover vertellen. En ze kunnen nadenken over wat dat precies is: geboren worden... Waar kom je vandaan? Waar was je voordat je geboren werd? (5 tot 15 minuten, afhankelijk van wat er uit de groep komt)
6 van 16
In de voorstelling is sprake van 'kijken met je ogen dicht': “Daar komen ze, de kleuren!” U kunt dit met de kinderen ook proberen. “Doe allemaal je ogen dicht en wacht maar af, of ze komen, de kleuren. Nee, rood moet wachten, rood wil altijd eerst, maar nu moet rood wachten.” Laat kinderen een voor een vertellen welke kleuren ze 'zien'. U kunt allerlei vervolgvragen over de kleuren stellen, zoals: is je kleur een ding, of alleen maar kleur? kun je erin zwemmen, in jouw kleur? kun je hem eten? kun je ermee dansen? U kunt hetzelfde doen met geluiden: horen met je oren dicht, horen zonder dat je iets hoort (“Ik hoor een... ja, ik hoor een vogel zingen. Wat hoor jij?”) En ook: ruiken met je neus dicht, ruiken zonder dat je iets ruikt (“Ik ruik een appel... En jij?”). Voelen zonder dat je iets voelt (“Oh, wat zacht! Mmmm... Wat is dit? Een wollen doek... Au! Een hete kachel! Wat voel jij?”).
Van alle indrukken uit de voorstelling en de gesprekken na afloop kunnen de kinderen een tekening maken. Met veel kleur natuurlijk. “Kun je tekenen wat je allemaal gezien en meegemaakt hebt?” U zult zien dat ieder kind weer zijn eigen specifieke onderdeel van de voorstelling onthouden heeft. De kinderen kunnen een collage maken op een groot vel zwart papier waarop ze allerlei gekleurde stukjes papier plakken, die ze kunnen uitscheuren in de vorm van dieren, dingen en andere vormen. U kunt met de kinderen van lapjes stof en stiften e.d. ook vingerpopjes of handpoppen maken, in allerlei vormen en kleuren. Van dik papier of karton kunt u versierde (sterren)doosjes maken, zonder bodem, waar u de vingerpopjes in tevoorschijn kunt laten komen en weer in kunt laten verdwijnen. U kunt met deze popjes ook weer de gesprekjes hebben over de tegenstellingen (hier/daar etc.).
In het speellokaal kunt u met de kinderen alle bewegingen uit de voorstelling nog een keer nadoen. Laat de kinderen bedenken welke bewegingen ze nog kennen. Eén kind doet het dan voor en de rest doet na. Ze kunnen daarna ook zelf nieuwe bewegingen bedenken.
7 van 16
Ook erg leuk is het om de kinderen een geleide fantasie te laten beleven, een ontdekkingstocht te laten maken door een fantasiewereld. Laat ze beginnen met zich zo klein mogelijk te maken op de grond. Langzaam gaan ze 'open' en worden ze geboren (“hè hè, ik ben er!”). Ze kijken om zich heen en gaan op weg, geleid door wat u ze vertelt. Ze mogen hierbij natuurlijk niet praten, alleen beleven. U kunt ze door een vlakte laten lopen, over een berg laten klimmen, door het gras laten lopen, bloemen laten plukken, enzovoort. U kunt ze laten bewegen als dieren, van kleine mieren tot grote olifanten, van vlinders tot een grote ooievaar. U kunt voor deze fantasie ook stukjes tekst gebruiken uit de voorstelling. Aan het eind van deze lesbrief vindt u enkele tekstfragmenten die zich hiervoor goed lenen.
In de voorstelling is onder meer gebruik gemaakt van de volgende muziek(fragmenten): • Bij de scène 'Beweging van een veertje': Cradle song van de cd Dreamland, Putumayo Worldmusic •
Bij de scène 'Op ontdekkingsreis': Fallahi Saaidi van de cd Tim Garside
•
Bij het stampen: Comtine d'un autre été van de cd Amélie, Yann Tiersen
•
Bij het hopsen: Dikh Mo Vast van de cd Goran Bregovic’s Karmen
•
Bij de 'lieve zachte woordjes': Paradise van de cd Highlights Chris Hinze
•
Bij het vliegen: A ouai van de cd Amélie, Yann Tiersen
8 van 16
© Kees van Loenen, 2008
Ik ben er hier ik ben hier niet daar daar ben ik niet nu wel nu ben ik wel daar en niet meer hier nu is daar hier en hier is daar nog een keer maar dan omgekeerd ik ben er hier ik ben hier niet daar daar ben ik niet nu weer wel nu ben ik daar
9 van 16
en niet meer hier nu is daar hier en hier weer daar
Zo licht als een veertje ik vlieg door de lucht als een veertje te hoog om jou te zien ik zie jou niet ik vlieg te hoog jij ziet mij niet ik ben te klein ik vlieg te hoog ik vlieg ik vlieg
de dieren! kijk de dieren! die ken ik wel ik ben de dieren de ogen de bek de snor de haren
10 van 16
de oren dat snap ik wel de staart! kijk een staart! dat snap ik heus wel dieren aaien kruipen slingeren klapperen wieken snorren zoemen waggelen knabbelen wroeten graven in de aarde over de grond
kun je lekker luisteren naar de zee stil zijn heel stil dan kan je hem horen dat is de zee zegt de zon tegen mij de zee is vrienden met de maan daar kan ik ook mee praten met de maan en naar de zee kan ik luisteren simpel hoor maar
11 van 16
hèhè wat een dag de eerste dag wat een dag was dat ik ga even liggen even niks meer
vandaag ben ik oud kijk maar ik ben zo krom als een banaan zo oud als nu ben ik nog nooit geweest ik ben wel duizend en ik wel een miljoen zegt de boom en ik wel duizend miljoen en ik wel ontelbaar duizend miljoen au! nu val ik weer au! nu val ik weer au! vallen is leuk kijk maar
12 van 16
maar opstaan is nog leuker kijk nu blijf ik staan nu loop ik als een stokoud mannetje vrouwtje dag boom bedankt vandaag gaan we verder op reis
eerst over de vlakte door het lange groene gras door de planten en de struiken ik wou dat ik er was dan door de modder en het water geklieder en geklater vroeger is niet later ik wou dat ik er was hèhè even rusten
nu ben ik bij de berg hij is behoorlijk tamelijk hoog maar toch moet ik er boven op
13 van 16
mag ik jouw vleugels lenen? gooi ze maar omlaag dan vlieg ik omhoog goed? mooi dat is dan geregeld au die was raak zo nu dit en dat en zus en zo de riemen vast de veren netjes in de plooi en hopla vliegen maar kijk ik heb een staart eindelijk een staart heerlijk ik ben er al zo hoog ben ik nog nooit geweest
14 van 16
hèhè het was een fijne lange dag de laatste dag wat een dag was dat even een kaarsje branden hoor en mijn kleren weer netjes mijn haren kammen tanden poetsen en een fotootje erbij één van jou en één van mij even gapen hoor pyjama aan? o ja een buiging nog voor deze dag de laatste dag dag volgende dag tot morgen
15 van 16
Projectleiding:
Yvonne van der Haven
Spel:
Anne Contant, Esther de Jong
Spelcoaching:
Chantal Oomen, Yvonne van der Haven
Tekst:
Kees van Loenen
Kostuums:
Hanneke Piederiet
Decor:
Anne Contant
Tekst lesbrief:
Richard Stuivenberg
16 van 16