Een kruisweg voor Dokkum van de hand van pater Titus Brandsma O.Carm.
2
INLEIDING Eén van de grote ijveraars voor de kapel waar U nu op bezoek bent, was de zalige pater Titus Brandsma O. Carm. Hij werd in 1881 geboren in Oegeklooster vlakbij Bolsward. Als geboren Fries had hij een grote liefde voor de bedevaartplaats Dokkum. In 1924 nam hij deel aan de eerste pelgrimage van Friese priesters naar de plaats waar de heilige Bonifatius de marteldood onderging. In het jaar 1925 behoorde pater Titus tot de oprichters van de Broederschap van de H.H. Bonifatius en Gezellen. Dit gezelschap zette zich in voor de bevordering van bedevaarten naar Dokkum en wilde komen tot een permanent heiligdom nabij de Bonifatiusbron. In het jaar 1934 was het zover en konden in augustus de Bonifatiuskapel en het Bonifatiuspark worden ingewijd. In het park vindt u 14 kruiswegstaties waarvan de omlijsting in kleine kapelachtige bouwsels bestaat uit stenen afkomstig van de middeleeuwse kloosters die Friesland tot 1580 rijk was. De afbeeldingen in terracotta van de verschillende taferelen is van de hand van de kunstenaar Jacq. Maris uit Malden en stammen uit het jaar 1949. Bijzondere aandacht vragen we voor de twaalfde statie. Daarin is een gedenkplaat opgenomen voor de zalige pater Titus Brandsma. Op de plaat staat een strofe van een vers dat hij schreef tijdens zijn gevangenschap in Scheveningen waar hij in de Tweede Wereldoorlog door de nazi’s werd vastgehouden. Titus stierf op 26 juli 1942 in het concentratie kamp van Dachau. Op 27 juli herdenkt de kerk deze zalige martelaar. Speciaal voor Dokkum schreef pater Titus een kruisweg die uit de strafgevangenis werd gesmokkeld. Taalgebruik en spelling zijn intact gebleven. We wensen u een goede devotie bij uw gang langs de lijdensweg van onze Verlosser Jezus Christus.
3
Eerste statie: Jezus wordt veroordeeld tot de Kruisdood. 0, Jezus, wat een ondank en miskenning dat het volk, onder hetwelk Gij weldoende rondging, Uw liefde beloont met de eis: aan het kruis met Hem. Maar nog zwaarder moet Gij hebben gevoeld dat Pilatus onder schijn van rechtspraak op de eis, ondanks de verklaring geen schuld in U te vinden, U veroordeelt tot de wreedste en de schandelijkste Kruisdood. Maar Gij lijdt het en zwijgt. 0, Maria, wat moet die woeste kreet van het volk en dat onrechtvaardig vonnis van Pilatus U als een zwaard van droefheid het hart hebben doorboord. Maar ook Gij lijdt en zwijgt als Jezus, Uw Zoon. 0, Heilige Bonifatius, hoe moeten de woeste kreten der op U en Uw Gezellen aanstormende Friezen, wier geluk Gij beoogd, U herinnerd hebben aan de eis tegen Uw Goddelijk Voorbeeld en Gij daarin de moed de kracht hebt gevonden U met Jezus te verenigen in het verdragen van de ondank en de onbillijke bejegening door Uw evenmens. Hoe moeilijk valt het ons een onbillijk oordeel te verdragen. 0, Jezus, zachtmoedig en nederig van harte, maak ons hart gelijkvormig aan Uw Hart.
4
Tweede statie: Jezus neemt het Kruis op Zijn schouders. 0; Jezus,wat een lijdensmoed schuilt er in Uw omhelzing van het Kruis, dat U wreed op de schouder wordt gelegd,om U er straks aan vast te spijkeren en te doen sterven. Gij neemt het op U uit liefde tot mij om mijn zonden uit te boeten, mijn lijden te verlichten. 0, Maria, hoe moet Uw hart ineengekrompen zijn, toen dat zware onheilspellende Kruis Uw Zoon op de schouder werd gelegd. 0, Heilige Bonifatius, hoe moet de omhelzing van het Kruis door Uw Goddelijk Voorbeeld U hebben gesterkt om moedig en fier de op U met bijlen en speren aanvallende Friezen tegemoet te treden, bereid om voor hun geluk te sterven. Hoe laf zijn wij om iets voor een ander te lijden en te delen in het offer, dat God en Zijn Heiligen brachten voor Hun evenmens. 0, Jezus, zachtmoedig en nederig van harte, maak ons hart gelijkvormig aan Uw Hart.
5
Derde statie: Jezus valt onder liet Kruis. 0., Jezus, die ons, als wij onder de rampen,die ons treffen, menen te bezwijken een voorbeeld hebt willen zijn ter bemoediging,wat moet het voor U, God van hemel en aard, een vernedering zijn geweest, uw Kruis niet fier en krachtig te kunnen dragen, maar daarbij neer te vallen. 0, Maria, wat een pijn moet het voor U zijn geweest Uw Zoon zo vernederd te zien, dat Hij onder Zijn Kruis bezweek, wat moet Gij er onder hebben geleden dat men Hem niet hielp, integendeel, Hem met geweld weer opjoeg om Zijn Kruis weer op te nemen. 0, Heilige Bonifatius, hoe moet de val van Jezus onder het Kruis in U de huivering hebben doen overwinnen, die in U opkwam, toen Gij de Friezen op U aan zaagt stormen en de natuurlijke zucht tot behoud van Uw leven U voor de dood deed huiveren. Wat zal het voorbeeld van Jezus U een moeden kracht over die zwakte der natuur hebben ingestort. 0, Jezus, zachtmoedig en nederig van harte, maak ons hart gelijkvormig aan Uw Hart.
6
Vierde statie: Jezus ontmoet Zijn Heilige Moeder. 0, Jezus, wat een nieuw en ontzettend leed moet het voor U zijn geweest, verplicht te zijn, Uw lieve Moeder te doen delen in het lijden, dat Gij voor ons op U had genomen, hoe gaarne zoudt Gij Haar voor dit lijden hebben behoed, maar het moest strekken tot Haar heiligingen verheerlijking,het moest Johannes en ons terugvoeren naar hun Goddelijk voorbeeld. 0, Maria, hoe zwaar het U viel, Uw liefde dreef U naar de weg, waarlangs Uw Zoon Zijn Kruisdood tegemoet ging, en Uw liefde nam Johannes mee en ons. Aan Uw hand gaan wij na onze ontvluchting van het lijden naar Jezus terug. 0, Heilige Bonifatius, het voorbeeld van Uw Heilige Moeder Maria heeft U met moed de lijdensweg opgedreven om er Jezus te ontmoeten en verder te vergezellen. Uw liefde en geestdrift sleepte Uw Gezellen mee en geeft ook ons weer moed en sterkte om Jezus te volgen. 0, Jezus, zachtmoedig en nederig van harte, maak ons hart gelijkvormig aan Uw Hart.
7
Vijfde statie: Simon van Cyrene helpt Jezus Zijn Kruis dragen. 0, Jezus, wat een leed en vernedering, dat een vreemde moet gedwongen worden U te helpen en niemand zich aanbiedt om Uw Kruis voor U te dragen, terwijl zij, die U liefhebben als Johannes, die Uw Kruis zeker voor U had willen dragen, van U worden teruggestoten. Op wien gelijk ik, op Simon of op Johannes? 0., Maria, wat moet het U een pijn hebben gedaan, dat de soldaten om Uw Zoon levend aan het Kruis te zien, geen hulp van Zijn leerling wilden, maar een vreemde moesten dwingen Hem te helpen. 0., Heilige Bonifatius, wat een vreugde voor U, verkoren te worden, met Jezus het Kruis op U te nemen en voor Hem en met Hem te sterven. Gij behoefde niet te worden gedwongen. Moge ik Uw voorbeeld volgen en als God mij lijden overzendt, het met evenveel liefde aanvaarden als Gij de wreedste dood tegemoet zijt gegaan, zonder dat iemand U kwam helpen. 0., Jezus, zachtmoedig en nederig van harte, maak ons hart gelijkvormig aan Uw Hart.
8
Zesde statie: Veronica droogt het aangezicht van Jezus af. O; Jezus, wat een goedheid op Uw lijdensweg om Uw Goddelijk aanschijn, als een aandenken aan Uw lijden af te drukken in de doek, waarmede een vrome vrouw Uw Heilige Gelaat reinigde. Moge die afbeelding diep in mijn geheugen gegrift blijven, opdat ik steeds Uw lijden als een voorbeeld voor mij zie. 0, Maria, wat een schat moet voor U die heilige doek zijn geweest, met hoeveel medelijden hebt Gij die beschouwd en welk een moed en sterkte moet die heerlijke herinnering aan het lijden van Uw Zoon U hebben ingestort. 0, Heilige Bonifatius, waaruit anders dan uit de herinnering aan het lijdend Gelaat des Heren hebt Gij de moed geput om de wrede dood van de aanstormende Friezen te ontvangen. Het Goddelijk Voorbeeld was Uw kracht. Hoog droeg Gij het Heilig Evangelieboek als een teken, waarin Gij hoopte te overwinnen. 0, Jezus, zachtmoedig en nederig van harte, maak ons hart gelijkvormig aan Uw Hart.
9
Zevende statie: Jezus valt voor de tweede maal onder Zijn Kruis. 0; Jezus, het was u niet genoeg, eenmaal onder Uw Kruis te bezwijken om Uw vijanden zich te laten verlustigen in Uw onmacht. Andermaal zien wij U, terwijl men U helpt Uw Kruis te dragen, ook nu nog bezwijken om ons te tonen, dat ook die hulp U nog een zo zware last op Uw schouders liet, dat Gij er onder hebt willen bezwijken. 0, Maria, wat een leed over het ontoereikende van de hulp aan Uw lieve Zoon gegeven, wat moet Gij hebben rondgezien of men de zware last niet geheel van Zijn schouders nam en Simon hebben gesmeekt het Kruis geheel over te nemen. 0, Heilige Bonifatius, wat moet het voorbeeld van Jezus, die voor de tweede maal neerviel onder Zijn Kruis, U opnieuw hebben versterkt in ogenblikken van huivering voor het leed U en de Uwen aangedaan. Moge dat voorbeeld ook ons telkens weer bemoedigen in ogenblikken van zwakte en vlucht van het lijden. 0, Jezus, zachtmoedig en nederig van harte, maak ons hart gelijkvormig aan Uw Hart.
10
Achtste statie: Jezus troost de wenende vrouwen. 0, Jezus, Gij hebt met slechts aan de vrouwen, die langs Uw Kruisweg U haar deelneming betuigen, maar door haar ook tot mij gezegd:
Weent niet over Mij, maar ook over u zelve en over uwe kinderen, want indien aldus geschiedt met het “groene” hout, wat zal dan met het dorre geschieden? " Ik herinner mij Uw andere woorden:
Niet zij die Heer, Heer, roepen, zullen ingaan in het rijk der Hemelen, maar die de wil doen van Mijn Vader, die in de hemel is". Het is niet voldoende, dat ik medelijden betuig met Uw Heilig Lijden, maar mijn wil gelijkvormig maak aan de Uwe en met een offervaardig hart het leed en de beproeving, welke Gij mij overzendt, uit Uw hand aanvaard en draag in vereniging met U. Gij zijt de wijnstok, wij zijn de ranken, die als zij niet met U verbonden blijven, verdorren en worden weggeworpen. 0, Maria, Gij hebt niet slechts Uw medelijden betoond, maar Gij zijt met Uw Zoon de Kruisweg gegaan, neemt Gij mij met U mede. 0, Heilige Bonifatius, Gij zijt niet langs de Kruisweg blijven staan, maar hebt, verenigd met Uw Heiland en Voorbeeld, uit Zijn hand lijden en dood aanvaard. Maak mij sterk door Uw voorbeeld. 0, Jezus, zachtmoedig en nederig van harte, maak ons hart gelijkvormig aan Uw Hart.
11
Negende statie: Jezus valt voor de derde maal onder het Kruis. 0., Jezus, Gij hebt de drievoudige verloochening van Uw zich sterk wanende apostel en ons herhaald vallen in de zonde door Uw drievoudige val onder het Kruis willen uitboeten en ons willen tonen, dat Gij Uw laatste krachten hebt ingespannen om de top van de lijdensweg te bereiken. Gij leert ons in kruis' en lijden, dat Gij ons overzendt, ook onze krachten tot 't uiterste in te spannen om standvastig te zijn in het volbrengen van de taak door Uw Voorzienigheid op onze schouders gelegd en bij moedeloosheid en zwakte naar Uw vallen onder het Kruis op te zien en daaruit de nodige kracht te putten. 0, Maria, die de inspanning van de laatste krachten van Uw Zoon met bewondering en moederlijk medeleven hebt aanschouwd, help ons, met U daarnaar op te zien, als het volbrengen van mijn levenstaak mij te zwaar wordt. 0, Heilige Bonifatius, in de drievoudige val van Uw Goddelijk Voorbeeld lag voor U de kracht om tot het einde toe standvastig te blijven, alle vrees en aarzeling voor de dood te overwinnen en uw aanvallers tegemoet te gaan. Moge Uw voorbeeld ons even standvastig onze levenstaak op ons doen nemen en vervullen. 0, Jezus, zachtmoedig en nederig van harte, maak ons hart gelijkvormig aan uw Hart.
12
Tiende statie: Jezus wordt van zijn klederen beroofd en met gal en azijn gelaafd 0, Jezus, hoe hebt Gij de kelk des lijdens tot de bodem willen drinken door naakt en onbeschermd met Uw doorwonde leden op het harde kruishout te willen genageld worden en de bedwelmende drank, die men U ter verlichting van Uw Pijnen aanbood af te wijzen. ' 0, Maria, hoe moet Uw hart vervuld zijn geweest van nieuwe kracht tot medelijden, toen Gij Uw Zoon van alles wat Hem beschutte ontdaan, de drank, waarmede men Zijn gevoeligheid voor de pijnen wilde verminderen zaagt afwijzen en heeft Zijn voorbeeld U gesterkt om met Hem sterk te zijn in Uw beproeving. 0, Heilige Bonifatius, hoe moet het voorbeeld van Uw ontkleden en alle verlichting afwijzende Jezus U gesterkt hebben om U alles te doen ontnemen en fier en onverschrokken uw vijanden tegemoet te gaan met geen andere beschutting dan het Heilig Evangelieboek, dat hun zwaard nog doorstak. Leer mij moedig zijn in de aanvaarding van het leed, door God mij overzonden. O. Jezus. zachtmoedig en nederig van harte. maak ons hart gelijkvormig aan uw Hart.
13
Elfde statie: Jezus wordt aan het kruis genageld 0; Jezus, hoe vreselijk moet het voor U zijn geweest, met plompe nagelen aan de beide kruisbalken te worden vastgespijkerd om in die wonden hangend, langzaam van pijn en uitputting te sterven. 0, Maria, het zwaard van droefheid door Simeon U voorspeld moet wel vooral Uw hart hebben doorboord, toen Gij de wrede hamerslagen hoorde, waarmede de beulen de handen en voeten van Uw Goddelijke Zoon doorboorden en aan het kruishout vastsloegen. 0, Heilige Bonifatius, Gij moet wel uit de herinnering aan de kruisiging van Uw Goddelijk Voorbeeld de kracht hebben geput om met moed en offervaardigheid te doorstaan, dat de heidense Friezen Uw Gezellen met zwaarden en lansen doorstaken en tenslotte ook U zelve hun wapenen in het lichaam dreven en U dodelijk verwondden. Verkrijg voor mij dat ik de slagen, waarmede God mij treft, met gelijke moed en offervaardigheid ontvange en drage. 0, Jezus, zachtmoedig en nederig van harte, maak ons hart gelijkvormig aan uw Hart.
14
Twaalfde statie: Jezus sterft aan het kruis. 0, Jezus, het is voor mij een onbegrijpelijk geheim, hoe Gij tenslotte voor, ons hebt willen sterven, het rijk des doods hebt willen ingaan, alsof heel Uw zending was mislukt, alsof heel Uw leven nutteloos was geweest, zodat Uw vijanden schijnbaar triomfeerden. 0, Maria, wat moet het voor U zijn geweest, dit einde te zien van de zending van Uw Goddelijke Zoon; Hem voor Uw ogen de wreedste en schandelijkste dood te zien sterven, al zeide U Uw geloof dat Hij juist aldus ons het leven wilde terugschenken. 0, Heilige Bonifatius, wat geleek uw dood het sterven van Uw Goddelijk Voorbeeld; hoe scheen ook Uw derde en laatste poging Friesland te bekeren en tot God te brengen mislukt, toen zij U en Uw Gezellen de wreedste dood deden ondergaan en al Uw werk vernielden. Leer ons met U ons spiegelen in Uw Goddelijk Voorbeeld, gedachtig hoe slechts het lijden ter overwinning voert. 0, Jezus, zachtmoedig en nederig van harte, maak ons hart gelijkvormig aan uw Hart.
15
Dertiende statie: Het lichaam van Jezus wordt in de schoot van Maria gelegd 0, Jezus, welk een voorrecht hebt Gij na Uw dood, aan Uw Heilige Moeder geschonken door Uw gestorven lichaam te doen neerleggen in haar schoot. Wel vermeerderde het haar smarten en deed het haar nog inniger medelijden met Uw lijden en pijnen, maar tegelijk moet Gij haar vervuld hebben met Uw kracht om haar aldus te kronen tot Koningin,der Martelaren. 0, Maria, Moeder van Smarten, wie de Kerk, als zij U beschouwt met het lichaam van Jezus op haar schoot, de woorden in de mond legt:
"Gij, die hier voorbijgaat, zie of er een smart is gelijk aan de mijne", leer mij met U het lichaam van Uw Goddelijke Zoon beschouwen om daardoor met U alle tijden te doorstaan. 0, Heilige Bonifatius, hoe dikwijls moet Gij met Maria de wonden van Uw gestorven Heiland hebben aanschouwd; in de Heilige Mis de herinnering aan Jezus' Kruisdood hebben verlevendigd, om met Uw gestorven Heiland voor ogen, gesterkt door de Koningin der Martelaren de dood in te gaan. Leer mij met U Jezus' lijden beschouwen om met U sterk te zijn in lijden en in dood. 0, Jezus. zachtmoedig en nederig!! van harte, maak ons hart gelijkvorming aan uw Hart.
16
Veertiende statie: Jezus wordt in een nieuw graf gelegd O, Jezus, nauwelijks gestorven, bezielt Gij reeds Nicodemus en Jozef van Arimathea tot de moed om Uw lichaam aan Pilatus te gaan vragen en Het neer te leggen in een nieuw graf. Nu vreesden zij niet meer, maar toonden door hun liefdedaad, hoe zij U erkenden en waardeerden. Onbewust vervulden zij de, profetie dat Uw graf heerlijk zou zijn. 0, Maria, Gij, die de Schriften kende, wist ook dat dit het begin was van de verheerlijking van Uw Zoon. Welk een troost werd U hiermede door deze mannen bereid. 0, Heilige Bonifatius, in Uw moedige belijdenis van Christus' Godheid en in Uw onverschrokken prediking, hebt Gij geen vijand gevreesd, ofschoon toch ook Gij Uw donkere uren zult hebben gekend. Maar toen Gij voor Christus en met hem waart gestorven, zijn andere mannen gekomen en hebben gezorgd, dat ook Uw grafheerlijk zou zijn. Bid voor ons met Uw Gezellen, opdat ook wij nimmer bevreesd mogen zijn, waar het geldt zijn Heilige Naam te belijden en dat wij volhouden tot in het uur van onze dood. Amen. Jezus- zachtmoedig en nederig van harte maak ons hart gelijkvorming aan uw Hart.
17
Gebed van Titus Brandsma, door hem geschreven in de strafgevangenis van Scheveningen, februari 1942.
Als ik U aanschouw 0, Jezus, als ik U aanschouw, Dan leeft weer, dat ik van U hou En dat ook Uw hart mij bemint, Nog wel als Uw bijzondren vriend. Al vraagt mij dat meer lijdensmoed, Och, alle lijden is mij goed, Omdat ik daardoor U gelijk En dit de weg is naar Uw Rijk. Ik ben gelukkig in mijn leed, Omdat ik het geen leed meer weet, maar 't alleruitverkorenst lot, Dat mij vereent met U, 0 God. 0, laat mij hier maar stil alleen, Het kil en koud zijn om mij heen, En laat geen mensen bij mij toe: 't Alleen zijn word ik hier niet moe.
Want, Gij, 0 Jezus, zijt bij mij, Ik was U nimmer zo nabij. Blijf bij mij, bij mij, Jezus zoet. Uw bijzijn maakt mij alles goed. 18