38 Herenhuis | januari/februari 2011
De Tindalvilla in Bussum
Een ideale locatie
voor kamermuziek
De sloopplannen voor deze in eclectische stijl gebouwde villa met koetshuis lagen in 1984 al klaar. Door samentrekking met het terrein van een afgebrande en aanpalende villa konden wel dertig appartementen worden gerealiseerd, stelde een projectontwikkelaar handenwrijvend vast. De verkopende partij verkoos echter een ander plan. Tekst | Tjako Fennema Fotografie | Otto Kalkhoven
40 Herenhuis | januari/februari 2011
De massieve Chantilly parketvloer bestaat uit in motief gelegde stroken
V
Van 1934 tot 1964 herbergde de Tindalvilla een
Lanenplan
pensionaat voor meisjes van goeden huize en daarna een
De met originele grindpaden, perken, borders en bomen
architectenbureau. De verkopende partij negeerde in 1984 het
omzoomde villa, in 1901 in opdracht van baron Louis Adrianus
hogere bod van de projectontwikkelaar en besloot met bassist
Tindal gebouwd, staat op een weids gelegen plek in de wijk
Hans Roelofsen en zijn vrouw, de sopraan Reina Boelens, in
Het Spiegel. Even verderop aan dezelfde weg was vroeger de
zee te gaan. ‘Ik zag in de villa de ideale kamermuzieklocatie.
kolonie Walden van Frederik van Eeden. Wie in de omgeving
Ik vond gelukkig al snel een partner voor het koetshuis, dat
rondwandelt ziet de ene in baksteen gestapelde droom na
met duizend vierkante meters aan eigen grond van het totaal
de andere. Nadat ´t Gooi in 1874 door de Oosterspoorlijn
(tweeënveertighonderd vierkante meters) werd afgesplitst.
was ontsloten, grepen welvarende Amsterdammers de kans
Achteraf gezien hebben we er een onwaarschijnlijk laag bedrag
om voor weinig geld een stuk grond te kopen in Bussum,
voor neergelegd, maar er moest natuurlijk ook heel wat
Hilversum of Baarn. Voor Amsterdammers, gewend aan
gebeuren.’
onderheien, was het bouwen op de Gooise zandgronden
Boven links | In het trappenhuis zijn de oorspronkelijke kleuren teruggebracht. De glas-in-lood vensters boven de lambrisering zijn inpandig. Boven rechts | Doorkijk vanuit de grote salon naar de serre; de schuifdeur verdwijnt in de spouwmuur. Het glas-in-lood is gebrandschilderd en visueel rustig gehouden.
januari/februari 2011 | Herenhuis 41
De salon is in no time omgetoverd in een intieme concertzaal 42 Herenhuis | januari/februari 2011
relatief goedkoop. Ondernemer J.H. Biegel beschreef in 1878 aan het gemeentebestuur zijn droom: ‘Een Spiegelpark met smaakvol gebouwde villa’s met in sierlijke stijl aangelegde tuinen en lanen, dat vele gegoede burgers naar Bussum zal trekken.’ In navolging van het Engelse landschapspark van
Kamermuziek
Zocher werd een lanenplan opgesteld, waar uitbundige villa’s, veelal in eclectische stijl verrezen, met de Tindalvilla als opvallend hoogtepunt. Dit jaar werd de villa nog uitgeroepen tot het mooiste huis van Bussum - en dat bij stevige competitie.
Hoofdbrekens De architect van het pand is onbekend. Kruisweg & Van der Goot gooien hoge ogen; zij bouwden meerdere villa’s in deze wijk. Wie om het huis loopt raakt niet uitgekeken op de vele fraaie details die in gevels, goten en dakbedekking zijn uitgewerkt. De zuidgevel met serre, bordessen en pergola op de eerste verdieping verdient qua sfeer een plek langs de Amalfitaanse kust, terwijl de houten gevel- en nokbekledingen, de dakgoten, in breed overstek rustend op korbelen, naar Zwitserland verwijzen. De stoepen, de treden naar de bordessen en gevelplaten zijn in Arduinse steen afgewerkt. Hans: ‘We hebben er lang over gedaan om het ingangshek opnieuw gestalte te geven. Nu willen we de pergola op het vijftien meter lange balkon terugbrengen.’ Hoofdbrekens kostte het terughalen van de originele speken rollagen, de wenkbrauwen boven de raampartijen en de roodstenen ornamenteringen in de witgepleisterde gevels. Deze waren namelijk allemaal overgeschilderd. Ook het verfwerk van de veertig blinden bij alle boograampartijen was een giga-klus. Het Jugendstil siersmeedwerk langs de voortuin, de bordessen en balkons werd opnieuw gezandstraald, gecoat en geschilderd. Wat ontbrak kon aan de hand van foto’s worden nagemaakt door een ambitieuze jonge smid.
Formele indeling
Baron Tindal had een muzikale dochter die in 1914 afstudeerde
Terwijl in ‘t Gooi landhuizen en vogue waren, is de Tindalvilla
aan het conservatorium. Op dezelfde plek in de erker waar haar
meer klassiek van opzet, met een formele indeling van bel-
Bechstein vleugel stond, staat nu een Steinway, geflankeerd
etage met kamers en suite, een riante serre, herenkamer,
door een contrabas. Honderd opklapstoelen kunnen in no
eetkamer en keuken op de begane grond, slaapvertrekken
time uit de garderobe worden gehaald om de salon om te
op de eerste verdieping en meidenkamers op de tweede.
toveren in een intieme concertzaal. Hans is oprichter van de
Bij de enorme entree met pilasters, dubbele glazen deuren
Tindalstichting die inmiddels vierentwintig jaar bestaat. Dankzij
met Jugendstil hangwerk, vestibule en centrale hal met
de vele contacten in het internationale muziekleven weet een
trappenhuis, houdt de argeloze bezoeker zijn adem in. Het
keur aan internationaal bekende musici de Tindalvilla te vinden.
interieur daarentegen is, kennelijk uit overtuiging, minder
Een vliegende start werd in juni 1987 gemaakt met Mozarts
gekunsteld afgewerkt. Toch zijn alle bovenlichten voorzien van
opera Die Zauberflöte. Inmiddels is de stichting meer dan
gebrandschilderd glas-in-lood naar motieven uit de oudheid en
tweehonderd kamermuziekuitvoeringen, muziektheaterproducties
afgestemd op de functie van de kamers.
en openluchtconcerten verder. Het vijfentwintigste seizoen zal putten uit een rijk verleden. Musici als Janine Jansen, Ronald Brautigam, Pieter Wispelwey, die in hun beginjaren in
Links en rechts | Waar ooit de violoncello van de freule stond,
de Tindalvilla optraden, zullen nu waarschijnlijk hogere gages
staat nu de contrabas van huisheer Hans Roelofsen. Zijn vrouw,
verlangen. www.tindal.nl
de sopraan Reina Boelens, rangschikt de bloemen op de grote Steinway concertvleugel.
De grand salon en suite met indrukwekkende kroonlijsten boven de deuren heeft een majestueuze erker. Via glazen schuifdeuren komt men uit op de serre die op zijn beurt omkranst wordt door twee overdekte bordessen op het zuiden.
De miasmatheorie Reina: ‘Al die openslaande deuren en ramen hebben te maken met de toen populaire miasmatheorie: uitwaseming van rottende stoffen veroorzaakt ziekten. Cholera en epidemieën waren de aanleiding dat welgestelden de stad verlieten. Op hogere gronden op het droge zand was het gezond leven. Bij mooi weer heb je met al die open ramen en deuren de illusie in de natuur te wonen.’ Hans en Reina zijn apetrots op de massieve Chantilly parketvloer in de salon met de in motief gelegde stroken en omkadering. Die ontdekten ze onder lagen donkerbruine was en tapijt. Wand en vloeren van de hal en vestibule zijn verder afgewerkt met bianco carrara marmerplaten van drie vierkante meter elk. De voormalige eetkamer is het pronkstuk van het huis, met houten lambrisering, ingebouwde servieskasten, schitterende deurpartijen met houten bekroning, balkenplafond en open haardpartij met een oorspronkelijke wandschildering in cartouche. De eetkamer was via een uitserveerkeuken (pantry) met de keuken verbonden. Aparte vermelding verdient het prachtige, in geelkoper (messing) uitgevoerde hang- en sluitwerk in heel de woning.
Aankleding ‘Het was niet eenvoudig om meubelstukken te vinden die aansluiten bij het huis,’ vertelt Hans. ‘Een meubel dat bij de antiquair levensgroot lijkt kan hier tot nietige proporties vervallen. We hebben geluk gehad met de Venetiaanse rookglazen kroonluchter die Reina indertijd voor weinig geld op de kop kon tikken. Toen ik op concertreis Venetië aandeed en daar precies dezelfde kroonluchter zag, hing er een prijskaartje van dertigduizend gulden aan! Ook een gietijzeren open haardje uit de belle époque dat we in Maastricht vonden bleek perfect te passen in een van de schoorsteenmantels.’ Toen Hans en Reina het huis betrokken was het binnenschilderwerk nog donkergroen. Uit kleuronderzoek bleek dat oorspronkelijk een eikenhoutimitatie op Amerikaans grenenhout was toegepast. Twee schilders zijn twee maanden in de weer geweest om het houtwerk van de grote hal en trappenhuis schoon te krabben en in de grondverf te zetten. Daarna voorzag een bejaarde meesterschilder het van de oorspronkelijke kleur en afdeklaag. De grand salon werd in geel, de serre in blauw, de achterkamer in lichtgroen en de eetkamer - nu slaapkamer - in ossenbloed uitgevoerd. Hans: ‘Nu na vierentwintig jaar is het restauratieproces grotendeels voltooid, maar het onderhoud zal natuurlijk altijd doorgaan…’
Rechts | In verhouding tot de immens-grote villa is de keuken klein: een echte dienstbodenkeuken. Pronkstuk is het door Hans en Reina aangeschafte fornuis dat van olie op gas werd omgebouwd. De oorspronkelijke tegelwand kon worden gespaard. 44 Herenhuis | januari/februari 2011