Een goede politicus …. Tijdens het project “Meeting Development” werden door Nederlandse studenten, die de gelegenheid hadden om naar Ghana en Kirgizië te reizen, films gemaakt. Ze hebben naar hun opvattingen over tal van onderwerpen gevraagd. Een van deze vragen ging over politici. Opdracht 1 Deze opdracht maak je individueel. a. Hieronder vind je eigenschappen, waarover een politicus kan beschikken. Welke eigenschappen vind jij daarvan belangrijk, welke minder belangrijk? Rangschik de eigenschappen in de “diamant” hieronder. De eigenschap, die je het meest belangrijk vindt komt bovenaan te staan en de eigenschap die je het minst belangrijk vindt komt onderaan te staan.
doorzettingsvermogen hebben
goed met media om kunnen gaan
een toekomstvisie hebben
emoties tonen
gelovig zijn
over veel kennis beschikken
eerlijk zijn
betrouwbaar zijn
beschaafd zijn
Uwe Krause & Martin de Wolf – Fontys Lerarenopleiding Tilburg
1
b. Schrijf redenen op, waarom je de eigenschappen op deze manier hebt geordend.
Opdracht 2 Deze opdracht maak je met je klas of je groep. Nu bereken je de gemiddelde eigenschappen van een goede politicus voor de hele klas of je hele groep. Dat doe je, door punten toe te kennen aan elke kaart op de volgende manier:
5 4 3
4 3
2
3 2
1 Vervolgens tel je voor elke eigenschap de punten op en deel je dat aantal door het aantal leerlingen. Voorbeeld: bij eerlijk zijn heft één leerling een 5, de ander een 3, een ander een 2 en de laatste twee leerlingen hebben een 1. (5+3+2+1+1=12) Het resultaat deel je dan door vijf (12:5= 2,4). Vervolgens komt de eigenschap met het hoogste gemiddelde in de top, en de eigenschap met het laagste gemiddelde onderaan. Je hebt nu het diamand van je groep of klas.
Uwe Krause & Martin de Wolf – Fontys Lerarenopleiding Tilburg
2
Opdracht 3 Deze opdracht maak je eerst individueel en dan met je klas of je groep. a. Vergelijk je eigen diamant met die van je klas of je groep. Op welke plek komt “gelovig zijn” in beide diamanten?
b. Hoe zou je de plek van “gelovig zijn” kunnen verklaren?
c. Bespreek je antwoorden van a. en b. in je klas of groep. Opdracht 4 Deze opdracht maak je individueel. Lees de volgende interviews en vul dan het schema onderaan in. Je kunt de interviews ook bekijken op de website www.atlasofeuropeanvalues.eu Meeting Development religie. Tomas uit Nederland God is in die zin belangrijk voor mijn leven, dat een groot deel van de Nederlandse moraal haar fundamenten heeft in de christelijke traditie. Daarnaast vind ik het ook heel belangrijk om inhoud te geven aan je leven in een religieuze zin. Niet binnen één geloof zoals het christendom of de Islam, maar het idee van God vind ik wel heel belangrijk. Ik vind dat politici, die niet in God geloven net zo geschikt zijn voor een openbaar ambt als politici die wel in God geloven. Maar ik vind wel, dat alle politici ervoor moeten zorgen, dat het verschil niet te belangrijk wordt. Hellen uit Nederland Ja, ik geloof niet in God, maar ik geloof in mensen. Ik ben de laatste tijd veel bezig met mensen, die problemen hebben, en daaruit heb ik het idee gekregen, dat mensen zelf hun geluk kunnen bepalen. Voor sommige mensen kan zich dat uiten in het geloof, in een religie en voor mij uit zich dat in de controle, die ik heb over mijn leven, de dingen die ik kies. Dat betekent voor mij eigenlijk geloven. Ik geloof niet, dat ongelovige politici ongeschikt zijn voor een openbaar ambt. Ik denk, dat een politicus gekozen moet worden op basis van zijn kwaliteiten. Natuurlijk zijn er in een volk verschillende religies, dus in die zin moeten ze het volk wel vertegenwoordigen. Maar een politicus moet wel gekozen worden op basis van zijn kwaliteiten en niet welke religie hij aanhangt. Jarkynai uit Kirgizië Ik denk dat als je in iets beters gelooft, dat dan ook uitkomt. God is belangrijk in mijn leven. Als je ergens in gelooft en hoop en vertrouwen hebt, dan komen de dingen, waaraan ik denk uit. Ongelovige politici zijn net zo geschikt om een openbaar ambt het hebben, want het maakt niet uit of je in God gelooft of welke religie je hebt. Religieuze leiders zijn alleen in de dorpen belangrijk, niet in de grote steden. Dat komt omdat in de dorpen de hele bevolking Kirgizisch is. Zij zijn allemaal moslim. Azizbek uit Kigizië Ik kan niet zeggen, dat mensen, die niet in God geloven niet geschikt zijn voor een openbaar ambt. In ons land zijn functies niet afhankelijk van religie, die iemand heeft. Iedereen kan zo’n functie vervullen, of hij nou gelovig is of niet.
Uwe Krause & Martin de Wolf – Fontys Lerarenopleiding Tilburg
3
Solomon uit Ghana God is erg belangrijk in mijn leven, omdat ik denk, dat we alles te danken hebben aan God. Hij heeft alles om ons heen geschapen. Als ik succesvol of geschikt voor iets wil zijn, dan moet het van God komen. Hij helpt mij om een beter mens te zijn en zo dus de maatschappij te ontwikkelen. Dus daarom is God zeer belangrijk in mijn leven. Politici die niet in God geloven, of ze nu geschikt zijn of niet, vind ik persoonlijk niet geschikt. Ze nemen beslissingen over mensen God geschapen zijn en weken met dingen die door God gemaakt zijn, dus moeten ze ook in God geloven. En daarom zijn ongelovigen niet geschikt. Abenah uit Ghana God is het belangrijkste deel in mijn leven. Want hier in Ghana word je in een Christelijk gezin geboren en je wordt christelijk opgevoed. Je leert God steeds beter kennen en groeit steeds dichter naar God toe. En naarmate je hem aanbidt wordt hij heel belangrijk in je leven. Je hebt geleerd, dat hij diegene is, die je geschapen heeft, die voor je zorgt, die alles voor je doet. En dan is zo iemand heel belangrijk voor je. Ik denk niet, dat ongelovige politici niet geschikt zijn voor een openbaar ambt. We hebben allemaal verschillende religies. Als iemand ervoor kiest om niet te geloven, dan is dat zijn keus. Maar als hij de vaardigheden heeft om iets voor het land te doen, dan is hij geschikt voor een publieke functie. Hij denkt misschien iets anders, hij denkt misschien dat er geen God is, maar hij heeft de capaciteiten om het land te ontwikkelen. Dus, ik denk dat zij geschikt zijn voor een openbaar ambt. Wie zegt: “Politici moeten gelovig zijn”?
Wie zegt: “Politici hoeven niet gelovig te zijn”?
Naam
Naam
Is hij of zij zelf gelovig?
Waarom vindt hij of zij dat politici gelovig moeten zijn?
Uwe Krause & Martin de Wolf – Fontys Lerarenopleiding Tilburg
Is hij of zij zelf gelovig?
Waarom vindt hij of zij dat politici gelovig moeten zijn?
4
Opdracht 5 Deze opdracht maak je individueel. Bekijk de kaart hieronder en beantwoord de vraag.
a. Welke jongere wijkt het meest af van het gemiddelde resultaat voor zijn of haar land?
b. Welke jongeren komen het meest overeen met het gemiddelde resultaat voor hun land?
Uwe Krause & Martin de Wolf – Fontys Lerarenopleiding Tilburg
5
Opdracht 6 Deze opdracht maak je individueel. Bekijk de kaart hieronder en beantwoord de vragen.
a. Welk patroon is herkenbaar op de kaart?
b. Hoe zou je dit patroon kunnen verklaren? Lees nog een keer het interview met Hellen uit opdracht 4. Haar antwoord zou je op het spoor kunnen zetten
c. Een uitzondering op het patroon in de kaart vormt in zekere zin Noord-Amerika. Waarom? Denk aan de manier hoe “Amerika” is ontstaan.
Opdracht 6 Deze opdracht maak je in je groep of klas. a. Bespreek de opdrachten 4, 5 en 6.. b. Bediscussieer de volgende stelling: Religie en politiek moeten van elkaar gescheiden zijn.
Uwe Krause & Martin de Wolf – Fontys Lerarenopleiding Tilburg
6
Docenteninformatie Deze lesbrief is ontstaan in het kader van het project “Meeting Development”. Het doel is, leerlingen na te laten denken over het begrip “ontwikkeling” en de verschillende facetten ervan. Deze opdracht behandelt het vraagstuk, of een goede politicus gelovig moet zijn. Een vraag stuk, dat zeker ook voor de Nederlandse situatie actueel is, al zouden sommigen de vraag anders formuleren, namelijk “mag een politicus gelovig/moslim zijn?”. De doelgroep is klas 3 havo/vwo. De opdracht sluit aan bij kerndoel 36 “Meningsvorming”, kerndoel 44 “Politiek”, en kerndoel 46 “Arm en Rijk” van de kerndoelen onderbouw Mens en Maatschappij. Het is ook te relateren aan domein C “Parlementaire democratie” en E “Pluriforme samenleving” van maatschappijleer havo/vwo gemeenschappelijk deel, domein H “Ontwikkelingssamenwerking” van het programma maatschappijwetenschappen havo/vwo, Kerndeel 4 “Cultuur en socialisatie” van maatschappijleer I vmbo en kerndeel 4 “Politiek en beleid”en kerndeel 6 “De multiculturele samenleving” van maatschappijleer II vmbo.. Bij elke opdracht staat aangegeven, of het om een individuele of groeps-/klassikale opdracht gaat. Achtergrondinformatie Je zou secularisering kunnen zien als individualisering op het gebied van religie. Er is een discussie tussen Amerikaanse sociologen van religie en die van Europa over het secularisatieproces. Veel Amerikaanse sociologen zijn van mening dat de secularisatie thesis niet juist is en dat Europa de uitzondering in de wereld is: immers Europa is seculier vergeleken met USA. Europese sociologen van religie zeggen dat Amerika de uitzondering op de moderniserings- en secularisatiethesis is: USA als meest moderne land is niet seculier. Verschillende verklaringen worden aangedragen: historisch: immigranten wilden ergens bijhoren en vonden gelijkgezinden in hun religie (KatholiekProtestant-Joods etc); derde en nu vierde generaties immigranten willen terug naar hun roots en dus hun religie; rational choice en religieus pluralisme: er zijn veel verschillende religies/kerkgenootschappen op lokaal niveau die elkaar als het ware beconcurreren. Dat zou gelovigheid stimuleren want de gelovigen willen ergens bij horen/kiezen bewust zelf ergens voor. Kerken willen duidelijk zijn in hun boodschap om zoveel mogelijk zielen te binnen hun muren te krijgen en houden. Deze onderlinge competitie maakt dat gelovigheid hoog blijft. Interne secularisatie: kerken zijn zelf geseculariseerd blijkend o.a. uit het minder moreel voorschrijven van hoe het hoort en wat er moet. Meer informatie hierover: Jose Casanova (2001). Religion, the new millennium, and globalization. Sociology of Religion 62: 415-441. P. Berger, 2001. Reflections on the sociology of religion. Sociology of Religion 62: 443-454. R. Stark & R. Finke, 2000. Acts of Faith: explaining the Human Side of Religion. Berkely: University of California Press. Beckford, J. 2000. Start together and finish together. Shifts in paradigms underlying the scientific study of religion. Journal for the Scientific Study of Religion 39: 481-496.
Uwe Krause & Martin de Wolf – Fontys Lerarenopleiding Tilburg
7
Antwoorden Opdracht 1 a. individueel antwoordmodel b. individuele antwoorden; belangrijk is, dat de leerlingen hun rangschikking goed kunnen beargumenteren bij opdracht 3. Een voorbeeld kan zijn: ik vind zet betrouwbaarheid op plek 1 omdat ik merk, dat politici hun beloftes vaak niet na komen. Opdracht 2 Deze opdracht maak je met je klas of je groep. Het voordeel om de ze opdracht klassikaal te maken, is, dat er bij opdracht 3 een waardevolle discussie kan ontstaan. Het turven gaat sneller, als je per stelling vingers laat opsteken, en dan in de volgorde van de punten: eerst iedereen, die 5 punten heeft gegeven, dan iedereen, die 4 punten heeft gegeven enz. Opdracht 3 Deze opdracht maak je eerst individueel en dan met je klas of je groep. a. Vergelijk je eigen diamant met dat van je klas of je groep. Op welke plek komt “gelovig zijn” in beide diamanten? Afhankelijk van beide diamanten. b. Hoe zou je de plek van “gelovig zijn” kunnen verklaren? Dit zal te maken hebben met de eigen religiositeit en die van de omgeving. Op een christelijke of islamitische school zal dit een ander resultaat opleveren dan op een openbare school met weinig kinderen uit gelovige gezinnen. c. Bespreek je antwoorden van a. en b. in je klas of groep. Hier kan de docent ervoor kiezen, om de discussie breed te voeren (over welke eigenschappen moet een goede politicus beschikken) of als snel te focussen op het aspect “gelovig zijn”. Beide keren kan de actualiteit hierbij betrokken worden. Opdracht 4 Er kan voor de webversie gekozen worden, waarbij de film bekeken wordt (www.atlasofeuropeanvalues.eu Meeting Development religie), of voor de tekstversie, waarbij de interviews ook getranscribeerd zijn. Wie zegt: “Politici moeten gelovig zijn”?
Wie zegt: “Politici hoeven niet gelovig te zijn”?
Naam
Is hij of zij zelf gelovig?
Waarom vindt hij of zij dat politici gelovig moeten zijn?
Naam
Solomon
ja
ongelovigen mogen Tomas zich niet met schepping bemoeien Hellen
Is hij of zij zelf gelovig?
Waarom vindt hij of zij dat politici gelovig moeten zijn?
niet helder
geen reden
niet in God
kwaliteiten belangrijjker
Jarkynai
ja
geen reden
Azizbek
geen antwoord
iedereen kan het
Abenah ja
Uwe Krause & Martin de Wolf – Fontys Lerarenopleiding Tilburg
geschiktheid belangrijker
8
Opdracht 5 a. Abenah, want in Ghana vindt een groot deel van de bevolking, dat een politicus gelovig moet zijn. Zij is zelf gelovig, maar vertegenwoordigt toch een ander standpunt. b. De Nederlandse jongeren vinden beiden, dat het geloof van een politicus er niet toe doet. Opdracht 6 a. Europa is lichter gekleurd dan de rest van de wereld, het geloof in “God” is minder belangrijk. b. Hellen zegt: “Voor sommige mensen kan zich dat uiten in het geloof, in een religie en voor mij uit zich dat in de controle, die ik heb over mijn leven, de dingen die ik kies.” De reden is dus het individualiseringsproces als onderdeel van het moderniseringsproces. Een hogere materiële welvaart leidt tot zelfverwerkelijking en minder acceptatie van autoriteit. De behoeftepiramide van Maslow kan hier (nog eens) besproken worden. c. Een uitzondering op het patroon in de kaart vormt in zekere zin Noord-Amerika. Waarom? Hier wordt gericht naar de historische verklaring gevraagd. In een gesprek kan misschien ook op het tweede aspect worden ingegaan. historisch: immigranten wilden ergens bijhoren en vonden gelijkgezinden in hun religie (KatholiekProtestant-Joods etc); derde en nu vierde generaties immigranten willen terug naar hun roots en dus hun religie; rational choice en religieus pluralisme: er zijn veel verschillende religies/kerkgenootschappen op lokaal niveau die elkaar als het ware beconcurreren. Dat zou gelovigheid stimuleren want de gelovigen willen ergens bij horen/kiezen bewust zelf ergens voor. Kerken willen duidelijk zijn in hun boodschap om zoveel mogelijk zielen te binnen hun muren te krijgen en houden. Deze onderlinge competitie maakt dat gelovigheid hoog blijft.
Opdracht 6 a. Bespreking in de klas/groep. b. Bediscussieer de volgende stelling: Religie en politiek moeten van elkaar gescheiden zijn. Als deze discussie klassikaal gevoerd word, dan zou bijv. met een meningslijn gewerkt kunnen worden. Langs een touw gaan de leerlingen staan, al naar gelang wat hun opvatting is. Vervolgens kunnen de leerlingen hun meningen toelichten.
Deze vorm is bijzonder geschikt, als men verwacht, dat de emoties hoog oplopen en er van een echte discussie weinig terecht komt. Maar elke andere discussievorm is hier geschikt.
Uwe Krause & Martin de Wolf – Fontys Lerarenopleiding Tilburg
9