PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING CSS07 -
EEN GOEDE LUCHTKWALITEIT VERZEKEREN Verontreinigende stoffen vermijden en zorgen voor voldoende luchtverversing om de luchtkwaliteit te garanderen
PRINCIPES BENADERING De luchtkwaliteit in gebouwen is vaak slechter dan de kwaliteit van de buitenlucht. Er zijn twee redenen voor deze vaststelling: o De personen in het gebouw en hun activiteiten zijn een bron van water, CO2 en andere polluenten. Dit geldt ook voor het gebouw zelf, de bekleding, de meubels en de planten. o In een gesloten ruimte kunnen verontreinigende stoffen zich gemakkelijker opstapelen. De Wereldgezondheidsorganisatie bepaalt de specifieke concentratiedrempels van polluenten om gezondheidsrisico's voor de gebruikers van het gebouw te beperken. Deze drempels worden vaak uitgedrukt in ppm (deeltjes per miljoen), mg of µg/m³ voor fysisch-chemische polluenten (formaldehyde, tolueen, ...). Voor stoom worden de drempels uitgedrukt in een percentage relatieve vochtigheid. Radioactieve stoffen worden uitgedrukt in becquerel per m³ lucht.
Bron: La ventilation et l’énergie - guide pratique pour architectes
In deze fiche wile de algemene luchtkwaliteit binnenshuis behandelen. Naast deze fiche zijn er fiches met een beschrijving van de verschillende soorten verontreinigende stoffen en ventilatietechnieken (gebruik de links aan het einde van deze fiche). De instrumenten PEST (binnenhuisvervuiling) en de verslagen van RCIB (groene ambulance) van Leefmilieu Brussel BLZ. 1 VAN 8 – GOEDE LUCHTKWALITEIT GARANDEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING CSS07 -
BIM zijn zeer nuttig om het probleem van de luchtkwaliteit en de gevolgen voor de gezondheid te begrijpen. Deze fiches gaan dieper in op deze onderwerpen. DOELSTELLINGEN
Minimum o
Vermijd vanaf het ontwerp of vanaf het begin van het renovatieproject bronnen van binnenhuisvervuiling. Hiervoor wordt verwezen naar de fiches over fysisch-chemische polluenten, elektromagnetische polluenten en bio-contaminanten (allergenen).
o
Vermijd vanaf het ontwerp of het plan voor de renovatie het risico op het verspreiden van polluenten als resultaat van een onvolledige verbranding in verwarmingstoestellen.
o
Verwijder de verontreinigende stoffen die zich opstapelen in ruimtes ten gevolge van het gebruik van deze ruimtes en zorg voor luchtverversing door aangepaste ventilatie, met specifieke technieken (volgens norm NBN D50-001) in het geval van nieuwbouw of ingrijpende renovatie of door een goed beheer van de openingen als deze technieken niet toegepast kunnen worden (zie fiche CSS14 over "manuele ventilatie").
Aangeraden o
Vermijd infiltratie van verontreinigende stoffen van buiten het gebouw door, vanaf het ontwerp van de nieuwbouw of de renovatie, te zorgen voor een doeltreffende fitratie.
o
Goed ontworpen ventilatie zorgt ervoor dat uw energieverbruik kan dalen. Hiervoor wordt verwezen naar de fiches: "Energie-efficiënte luchtverversingssystemen" en "Manuele ventilatie". Het is weliswaar nodig om voor de luchtkwaliteit te zorgen maar dit moet op de meest intelligente en milieuvriendelijke manier gebeuren.
KEUZES TECHNISCHE ASPECTEN De luchtkwaliteit in de omgeving hangt af van een aantal keuzes. > De materialen Het kiezen voor materialen zonder of met een lage dosis verontreinigende stoffen of voor materialen die de luchtvervuiling beperken, is van doorslaggevend belang voor de leefbaarheid van de habitat op lange termijn. Fysisch-chemische polluenten: o De materialen zelf kunnen stoffen voortbrengen die schadelijk zijn voor de gezondheid. Er zijn organische solventen aanwezig in lijm, hars, formaldehyde en andere behandelingsstoffen of bewaarmiddelen van materiaal. Bio-contaminanten (stof, schimmels, paddestoelen, …): o De nodige maatregelen om deze soort vervuiling te vermijden, worden in een aparte fiche besproken. Het is van het grootste belang materialen te vermijden die moeilijk te onderhouden zijn en waarop stof zich gemakkelijk kan opstapelen (zoals kamerbreed tapijt). o Wanneer er bij een bepaalde activiteit veel stof vrijkomt, zoals bij de inrichtingswerken van een kamer, moeten de ramen opengezet worden om de ruimte goed te verluchten. o Condensatie van waterdamp op specifieke plaatsen kan ervoor zorgen dat er schimmels ontstaan. Die kunnen een bron van verontreinigende stoffen worden die de luchtkwaliteit aantasten. Om condensatie en de ontwikkeling van schimmels te vermijden, kan men gebruik maken van het opslorpende effect van de materialen. Bepaalde materialen kunnen door hun vochtaantrekkende eigenschappen snel grote hoeveelheden vocht opnemen (leem, pleisterlagen met kalk, gipsplaten, enz.) wanneer ze in contact komen met een vochtige omgeving. Hierdoor verminderen ze de plaatsen BLZ. 2 VAN 8 – GOEDE LUCHTKWALITEIT GARANDEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING CSS07 -
waar waterdamp geproduceerd wordt en geven ze die damp weer af aan de omgeving wanneer de ruimte weer droger is. Ze hebben aldus een regulerende werking. > Bouwwijzen Bio-contaminanten: o De keuze en het plaatsen van een dampscherm, samen met de isolatie, de behandeling van koudebruggen en de ventilatie van een ruimte, beïnvloeden de eventuele vorming van condensatie en daardoor ook de aanwezigheid van schimmels. Fysisch-chemische polluenten: o Er zijn manieren om bronnen van chemische verontreiniging, zoals lijm en solvent, te vermijden door te kiezen voor mechanische in plaats van chemische sluitingen. De fiches over de keuze van de materialen en de bronnen van verontreiniging, fysischchemische verontreiniging, elektromagnetische verontreiniging of bio-contaminanten, geven een indicatie van de keuze die moet worden gemaakt. De fiche over de beperking van koudebruggen bespreekt een gepast gebruik van de materialen. > Warmteproductie Een verstandige keuze in het systeem voor warmteproductie zal het risico op polluenten, zoals koolstofmonoxide CO, NOx, koolstofdioxide CO2 enz. beperken. Door toestellen met gesloten verbranding te kiezen, kan elk contact tussen de omgeving en de verbrandingsproducten worden vermeden. Het is bijvoorbeeld beter te kiezen voor een ketel met luchtgat dan voor een atmosferische ketel. Deze ketels moeten regelmatig onderhouden worden. Ook is het belangrijk oude installaties na te kijken om vast te stellen of ze vervangen moeten worden. Bij open haarden moet de schoorsteen elk jaar worden schoongemaakt. Let er ook op dat het ventilatiesysteem de goede werking van de verbrandingstoestellen niet hindert (bijvoorbeeld terugstroom van gas of rook), ongeacht de toegepaste techniek. Als het toestel geen schoorsteen heeft, moet de lucht aangevoerd worden van boven de brandhaard. Als er een schoorsteen aanwezig is, moet er een terugslagklep toegevoegd worden en de eventuele gastoevoer moet worden onderbroken wanneer het ventilatiesysteem ophoudt met werken. In geval van intoxicatie moet de ruimte intensief verlucht worden en moeten de hulpdiensten worden opgeroepen. > Ventilatie De keuze van de ventilatie is uiterst belangrijk om de concentratie te verminderen van polluenten die voortkomen uit het gebruiken van de ruimtes en eventueel uit het materiaal. Het beginsel van hygiënische, doeltreffende ventilatie is, volgens norm NBN D50-001, om frisse lucht in "droge" ruimtes (kamers, woonkamers, kantoren) te laten stromen door middel van roosters in de ramen of met een mechanisch systeem. Deze lucht kan dan verder het gebouw in stromen, vaak door de deuren, en dan wegstromen langs de "natte" ruimtes (keuken, toilet, badkamer) via natuurlijke schoorstenen of ventilatoren. Een goed afgemeten ventilatie volstaat om de meeste verontreinigende stoffen te verwijderen, zoals: o
Koolstofdioxide CO2: door ruimtes hygiënisch te ventileren kan het CO2-niveau op een aanvaardbaar niveau gehouden worden, als er voldoende debiet is. De mens in rust verbruikt ongeveer 0,5 m³ lucht per uur om te ademen. Afhankelijk van de activiteit kan dit niveau stijgen tot 5 m³ per uur. Dit debiet is niet voldoende om de luchtkwaliteit te garanderen. Meer informatie over het toegelaten concentratieniveau vindt men op de technische fiche over de vermindering van fysisch-chemische verontreinigende stoffen.
BLZ. 3 VAN 8 – GOEDE LUCHTKWALITEIT GARANDEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING CSS07 -
Bron: La ventilation et l’énergie - guide pratique pour architectes
o
o
Waterdamp: door hygiënische ventilatie kan het grootste deel van de waterdamp weggevoerd worden. Eventueel intensief verluchten, door de ramen open te zetten of de dampkap in de keuken aan te zetten, kan een tijdelijk teveel aan waterdamp verwijderen. Radioactieve stoffen: als radon natuurlijk aanwezig is in de bodem, wat niet het geval is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, moeten de ruimtes goed geventileerd worden. Een andere preventieve maatregel die bij ons toegepast kan worden, is het vermijden van materialen die natuurlijk radioactief zijn. Specifieke informatie hierover vindt men aan het einde van deze fiche.
Als in een bestaand gebouw geen mechanisch of natuurlijk ventilatiesysteem voorzien is, moet de verluchting gebeuren door de ramen op gepaste tijdstippen open te zetten. Dit onderwerp wordt behandeld in een aparte fiche (zie de lijst aan het einde van deze fiche). > Fitratie Door te kiezen voor doeltreffende fitratie, kan het risico op het indringen van externe verontreinigende stoffen, zoals stof en pollen, in de habitat vermeden worden. Toch is het niet helemaal te voorkomen dat deze stoffen bij het openen van ramen en deuren binnendringen. Voor een mechanisch ventilatienetwerk is een fijne filter, vanaf 60% OPA, voldoende. Deze filters moeten natuurlijk op regelmatige tijdstippen vervangen worden. Wanneer er geen mechanische ventilatie is, kan men ook werken met een interne filter die met hercirculering werkt, maar regelmatige schoonmaak in het gebouw is de beste manier om verontreinigende stoffen te verwijderen (stofzuigen, schoonmaken met een vochtige doek).
Bron:La ventilation et l’énergie - guide pratique pour architectes
BLZ. 4 VAN 8 – GOEDE LUCHTKWALITEIT GARANDEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING CSS07 -
SOCIALE EN CULTURELE ASPECTEN > Gevolgen voor de gezondheid Het is duidelijk dat verontreinigende stoffen die aanwezig zijn door een ondoordachte keuze van materialen of door het gebruik ervan in warmte-installaties, een invloed op de gezondheid kunnen hebben. Dit kan gaan van een eenvoudig verminderd comfort tot een ernstige en zelfs dodelijke vergiftiging. Het is dus beter hier van tevoren bij stil te staan. Door een goede organisatie van de ventilatie kunnen verontreinigende stoffen die ontstaan door het gebruiken van de ruimtes, probleemloos worden verwijderd. Hiervoor wordt verwezen naar de verschillende fiches over het beperken van de polluenten. Deze fiches geven ook een overzicht van de ziektes die voortkomen uit een langere blootstelling of een blootstelling aan hoge dosis gevaarlijke polluenten. > Zones voor rokers en niet-rokers Het Koninklijk Besluit van 13 december 2005 over het verbod om te roken op openbare plaatsen, is in werking getreden op 1 januari 2006. De bepalingen voor de horeca-sector zijn van kracht geworden op 1 januari 2007. Deze bepalingen betreffen: o cafetaria's en kantines van sportinstellingen: totaal rookverbod. o restaurants, banketbakkerijen en tea-rooms: totaal rookverbod (behalve in een aparte rokersruimte waar alleen drank verbruikt mag worden - deze ruimte mag niet groter zijn dan 25% van de totale oppervlakte van de zaak). o cafés en brasseries: hier mag gerookt worden als er een rookafzuiginstallatie (15m³/uur/m²) aanwezig is en als minstens de helft van de totale oppervlakte van de zaak bestaat uit een duidelijk afgebakende rookvrije zone. Om de luchtkwaliteit te garanderen, moet de ventilatie aangepast worden of moet hiermee rekening gehouden worden tijdens het ontwerp van de nieuwbouw of het renovatieproject.
IN DE PRAKTIJK In de verschillende fases van de ontwikkeling en uitvoering van het project moeten maatregelen worden genomen: PLANNING o
Bepaal hoe de ruimtes gebruikt zullen worden en wat de vereiste luchtkwaliteit is. Leid daaruit af hoeveel lucht ververst moet worden.
SCHETS Denk er van bij de schets aan om het gebouw te beschermen tegen verontreinigende stoffen van buiten: o Als de hygiënische ventilatie met een mechanisch systeem gebeurt, plaats dan de toevoerkanalen van de ventilatielucht aan de kant van het gebouw die het minst blootgesteld is aan verontreinigende stoffen van buiten (verkeer, schoorstenen van naburige gebouwen, bepaalde plantengroei, enz.). o Als de hygiënische ventilatie op natuurlijke wijze gebeurt, plaats dan de bewoonde kamers het best aan een kant van het gebouw die het minst blootgesteld is aan verontreinigende stoffen van buiten. Als het mogelijk is, kan deze vereiste worden gecombineerd met de beste oriëntatie van het gebouw op het gebied van warmte (zie aparte fiche hierover). VOORONTWERP Vermijd bronnen van verontreinigende stoffen binnenshuis: o Kies een gesloten verwarmingsketel of open haard, zodat er geen contact mogelijk is tussen de omgeving en de verbrandingslucht (boilers met luchtgat, luchtdichte ketels, enz.). Controleer bij een renovatie de kwaliteit van de bestaande uitrusting en vervang deze indien nodig.
BLZ. 5 VAN 8 – GOEDE LUCHTKWALITEIT GARANDEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING CSS07 -
o
Pas de functie van de ruimtes in bestaande gebouwen of bij een lichte renovatie aan de kwaliteit van de lucht aan. Probeer bijvoorbeeld verontreinigende activiteiten (badkamer, keuken) te groeperen in ruimtes die doeltreffend verlucht kunnen worden.
Vermijd externe bronnen van verontreiniging: o Bij het kiezen van planten voor in de tuin, kan men rekening houden met het risico op allergieën (zie de fiche over stoffen die allergieën kunnen veroorzaken). Pak de verontreinigende stoffen binnenshuis aan: o Zorg in een nieuwe woning voor een hygiënisch ventilatiesysteem volgens de norm NBND50-001. o Zorg in andere ruimtes voor een hygiënisch ventilatiesysteem op basis van een voldoende debiet. De tekening hieronder geeft het vermoedelijke percentage van ontevreden personen (PPD) in functie van het debiet van de ventilatie. Men merkt dat boven 30 m³/uur/persoon, de tevredenheid niet langer veel toeneemt. Als ijkpunt legt het ARAB de grens op minstens 30 m³/uur/persoon met een minimaal volume van 10 m³ per persoon. De Europese Norm EN13779, die in november 2004 is omgezet in Belgische wetgeving, vraagt minstens 36 m³/uur/persoon voor een gemiddelde luchtkwaliteit en 54 m³/uur/persoon voor een uitstekende luchtkwaliteit.
Verband tussen het debiet van de ventilatie en het comfortgevoel van de gebruikers Bron: Energie+
o o
o o
Koppel bij een zware renovatie de isolatiewerkzaamheden aan het zorgen voor een kwalitatief goede en hygiënische ventilatie. Zorg ervoor dat het ventilatiesysteem geen tocht of thermisch of akoestisch ongemak veroorzaakt opdat de bewoners het systeem niet zouden uitschakelen in de winter. Daartoe kunnen de openingen voor luchttoevoer zo dicht mogelijk tegen het plafond aangebracht worden, zodat de koude en warme lucht goed gemengd worden. Kies voor een zelfregelende ventilator die het debiet vermindert bij wind. Plaats de openingen voor luchttoevoer achter een verwarmingstoestel of kies voor een dubbel systeem met een warmtewisselaar. Op die manier wordt de lucht voorverwarmd en verdwijnen koude luchtstromen. Plaats fijne filters op het ventilatiesysteem (60% OPA). Zorg in elke ruimte voor intensieve ventilatie door de ramen te openen of door de dampkap aan te zetten.
UITVOERINGSONTWERP, DOSSIER VOOR DE BOUWVERGUNNING Vermijd bronnen van verontreinigende stoffen binnenshuis: o Kies het materiaal en de werkwijze zo uit dat er geen verontreinigende stoffen binnenshuis door kunnen ontstaan. Kijk daarvoor op de fiches "Materialen" en "Gezondheid" van deze gids (zie verder). o Vermijd koudebruggen, bronnen van condensatie en de ontwikkeling van mogelijk schadelijke schimmels.
BLZ. 6 VAN 8 – GOEDE LUCHTKWALITEIT GARANDEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING CSS07 -
TOEZICHT OP DE WERKZAAMHEDEN Let op de volgende elementen: o het gebruik van het materiaal moet zonder lijm maar met mechanische hechtingen gebeuren o kies voor gezonde materialen o controleer de kwaliteit van de uitvoering van de ventilatie (regeling van aanzuigmonden, goed verticale schoorstenen, enz.) OPLEVERING EN INGEBRUIKNAME Pak de verontreinigende stoffen binnenshuis aan: o Breng de gebruiker op de hoogte van het belang van hygiënische ventilatie. o Leer een aantal reflexen aan, zoals het enkele minuten lang verluchten van een ruimte na een "verontreinigende" activiteit, zoals een douche, koken, enz. ONDERHOUD Vermijd bronnen van verontreinigende stoffen binnenshuis: o Maak de ruimtes regelmatig schoon. o Onderhoud de filters en de ventilatiekanalen. o Maak de schoorsteen elk jaar schoon, onderhoud de boilers en de verschillende branders.
AANVULLENDE INFORMATIE ANDERE AANDACHTSPUNTEN Hier volgt een lijst met onderwerpen die ook voor de luchtkwaliteit van belang zijn: o CSS00 - Comfort en gezondheid van de bewoner – Algemeen o ENE09 - Koudebruggen beperken o ENE23 - Energie-efficiënte luchtverversingsystemen o CSS08 - De binnenhuisverontreiniging beperken : fysische en chemische verontreiniging o CSS11 - De binnenhuisverontreiniging beperken : biocontaminanten o CSS12 - De binnenhuisverontreiniging beperken : de magnetische verontreiniging o CSS14 - De gebruikers informeren hoe de manuele ventilatie te gebruiken Hier een lijst met fiches over de keuze van bouwmaterialen: o MAT00 - Materialen in bouw en renovatie o MAT06 - De bekleding van binnenmuren en plafonds: gezonde en ecologische materialen kiezen o MAT07 - De vloerbekleding: gezonde materialen met een gunstige milieubalans kiezen o MAT10 - Niet-dragende muren en tussenwanden: gezonde materialen met een gunstige milieubalans kiezen o MAT08 - Een houtsoort kiezen volgens de aard en de toepassing o CSS09 - Lijm en verf: aandacht schenken aan hun invloed op gezondheid en milieu
BIBLIOGRAFIE Algemene informatie over luchtkwaliteit: o F.Simon, JM.Hauglustaine, "La ventilation et l’énergie - guide pratique pour les architectes", Ministerie van het Waalse Gewest, 2001 o Energie+: http://energie.wallonie.be/energieplus/entree.htm
BLZ. 7 VAN 8 – GOEDE LUCHTKWALITEIT GARANDEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING CSS07 -
Algemene informaie over gezondheid en habitat: o C.A.Roulet, "Santé et qualité de l’environnement intérieur dans les bâtiments", Presses Polytechniques et Universitaires Romandes, Lausanne, 2004 o S. en P.Déoux, "Le guide de l’habitat sain", uitg. Medieco, Andorra, 2004 o Inter-Environnement Wallonie, "La santé dans la maison": www.santeenvironnement.be o G.Tilborghs, D.Wildemeersch en K.De Schrijver, Wonen et gezondheid, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 2005 o Le réseau Eco-consommation: www.ecoconso.be o PEST, Leefmilieu Brussel BIM, www.leefmilieubrussel.be Informatie over radioactieve stoffen: o WTCB, "TV 211 – Voorkomen en bestrijden van radon in woningen", maart 1999 Van belang in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: o Na een medische diagnose: RCIB (Regionale Binnenluchtvervuiling), via de diensten van www.leefmilieubrussel.be
Cel de
voor Interventie bij Groene Ambulance:
Koninklijk Besluit van 13 december 2005 over het rookverbod op bepaalde plaatsen: o De website https://portal.health.fgov.be/ geeft een duidelijk overzicht.
BLZ. 8 VAN 8 – GOEDE LUCHTKWALITEIT GARANDEREN – FEBRUARI 2007 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING CSS07 -