een goede nalatenschapsplanning nuttige tips en adviezen
1
Tekst: Bureau Schrijfwerk Aan deze pocket werkten mee: Notariskantoor Timmers, Lisse Ontwerp en lay-out: De Commandos, Leiden Uitgever: Luiken Karstens Custom Media Postbus 147 2300 AC Leiden Telefoon: 071-523 52 53 www.luikenkarstens.nl Eerste druk, maart 2012 © Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of gepubliceerd d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaand schriftelijke toestemming van de uitgever: Luiken Karstens Custom Media. De uitgever aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enig handelen op basis van in deze brochure weergegeven standpunten dan wel eventuele (druk)fouten en onvolledigheden. Alle tarieven in dit boekje gelden voor 2012.
© 2012 Luiken Karstens Custom Media
2
Voorwoord Vrijwel dagelijks spreken wij klanten met vragen over schenken, erven en nalaten. Wat is er sinds 1 januari 2010 precies veranderd? Welke gevolgen heeft dat voor mij? Hoe kan ik nu en straks voordelig vermogen overdragen naar mijn (klein)kinderen? Hoeveel belasting moeten mijn erfgenamen straks betalen over de erfenis? Welke oplossingen zijn er om geld te besparen? Kan ik mijn woning alvast overdragen en er toch blijven wonen? Hoeveel kan ik sparen voor mijn (klein)kinderen? Schenk- en erfbelasting is geen eenvoudige materie. Daar komt bij dat de Successiewet met ingang van 1 januari 2010 op veel punten is aangepast. Met dit boekje willen we u globaal wegwijs maken in het woud van regels voor schenken en erven en de belangrijkste wijzigingen in de Successiewet toelichten. We pretenderen niet dat al uw vragen na het lezen van dit boekje beantwoord zullen zijn. Ook kunnen er tussentijds altijd zaken veranderd zijn, door jurisprudentie, aangepaste wetgeving of andere factoren. We kunnen u wel beloven dat u, als u dit boekje uit heeft, redelijk inzicht heeft in wat er speelt en dat u weet waar u op moet letten en welke vragen u moet stellen. Wij helpen u graag die vragen te beantwoorden. Aarzelt u niet om contact met ons op te nemen. Wij kunnen u bijvoorbeeld informeren over mogelijkheden om nu al fiscaalvriendelijk vermogen over te dragen naar uw (klein) kinderen.
3
4
Inhoudsopgave 1
Inleiding: Nalatenschapsplanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
2
De Successiewet vanaf 1 januari 2010 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
3 Schenken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 4
Schenken en de fiscus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
5
Het erfrecht sinds 2003 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
6
Erven en de fiscus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
7
Schenken, erven en uw onderneming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
8
Schenken, erven en uw eigen woning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
9
De notaris
a
Wat de notaris doet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47
b
Het testament . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49
10 Tips en adviezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 Begrippenlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Nuttige (web)adressen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Trefwoordenregister . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Inhoudsopgave
5
6
1 Inleiding: Nalatenschapsplanning Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw heeft Nederland een enorme economische groei en welvaartsgroei doorgemaakt. We hebben met zijn allen veel meer te besteden dan eerdere generaties. Na de vaste lasten en variabele uitgaven houden we vaak genoeg over om een vermogen op te bouwen, bijvoorbeeld in de vorm van aandelen of een eigen woning. U kunt natuurlijk zo proberen te leven dat uw geld op is wanneer u overlijdt. Maar misschien wilt u ook wel iets nalaten voor uw kinderen en kleinkinderen. Als u niets regelt, dan heeft u weinig invloed op wat er na uw dood met uw vermogen gebeurt. Zo kan uw kind bijvoorbeeld bij een scheiding de helft van zijn erfdeel kwijtraken. Het erfrecht geeft een aantal standaardregels voor wie de erfgenamen zijn en wat hun wettelijk erfdeel is. Daarnaast kan er belasting geheven worden over de verkrijging uit een nalatenschap. Deze belasting heette vroeger successierecht en sinds 1 januari 2010 erfbelasting. U kunt zelf veel doen om te bepalen wat er met uw nalatenschap gebeurt. U zit niet vast aan de standaardregels. U kunt bijvoorbeeld een testament laten opmaken om uw bezittingen toe te kennen aan wie u dat wilt. Daarnaast kunt u terwijl u nog leeft al een deel van uw vermogen overbrengen naar bijvoorbeeld uw kinderen of kleinkinderen door middel van een schenking. Door slim gebruik te maken van fiscale vrijstellingen, voorkomt u dat uw erfgenamen na uw overlijden veel belasting moeten betalen.
Nalatenschapsplanning
7
Deze planning noemen we ‘estate planning’ of nalatenschapsplanning. Het doel hiervan is om een opgebouwd vermogen fiscaal zo voordelig mogelijk over te dragen aan erfgenamen. Estate planning omvat de advisering en juridische en fiscale begeleiding bij de overgang en instandhouding van (familie)vermogens en heeft tot doel de eventuele verschuldigde belastingen te beperken.
In de toekomst kijken Estate planning is een onderdeel van financiële planning. Dit heeft te maken met vermogensbeheer, uw pensioenregeling en het inkomen dat u op lange termijn wenst. Om een goede keuze te maken, moet u een afweging maken tussen de voor- en nadelen van overheveling van vermogen. Hoeveel heeft u nodig om comfortabel te kunnen leven? Hoeveel wilt u schenken aan uw kinderen en kleinkinderen? Wilt u nu al overdragen, of later? En onder welke voorwaarden? U moet in de toekomst kijken; beslissingen die u nu neemt, hebben waarschijnlijk pas na jaren gevolgen. In de tussentijd kan er veel veranderen. Bij estate planning heeft u te maken met (het vermijden van) schenkbelasting en erfbelasting. Het heffen van schenkbelasting gebeurt als u tijdens uw leven vermogen overdraagt. Erfbelasting wordt geheven bij de vererving van de nalatenschap. De tarieven voor schenkbelasting en erfbelasting zijn gelijk. De vrijstellingen verschillen. Zo geldt voor kinderen voor de erfbelasting een vrijstelling van € 19.114 en voor de schenkbelasting een jaarlijkse vrijstelling van € 5.030. We komen later terug op de vrijstellingen. De meeste mensen hebben als uitgangspunt dat de overblijvende partner goed verzorgd achterblijft als ze overlijden. De langstlevende moet kunnen voortleven zoals hij of zij dat tijdens het leven van de andere partner gewend was.
8
Nalatenschapsplanning
Emoties Nalatenschapsplanning is een ingewikkeld traject. U krijgt te maken met verschillende soorten wetgeving, maar vaak ook met emotionele aspecten. De dood schrikt ons af. Wie denkt er nu graag na over wat er na zijn overlijden moet gebeuren? En wie moet er wel en niet meeprofiteren van de erfenis? Ook dat is vaak een lastige vraag. Als u niets regelt of de dingen op zijn beloop laat, loopt u het risico dat uw erfgenamen onnodig veel belasting moeten betalen. Of dat uw kinderen belasting moeten betalen over een erfdeel waarover ze niet kunnen beschikken. Met de meest recente wijzigingen zijn de meeste tarieven wel verlaagd. Maar afgeschaft zijn ze nog niet; de staat kan de inkomsten uit deze belastingen simpelweg niet missen, ook al worden ze door veel mensen als onrechtvaardig ervaren. Erf- en schenkingsrecht is ingewikkelde materie. Maar het is zeker de moeite waard om u te verdiepen in het onderwerp. Dit boekje geeft u een inleiding. Als u meer wilt weten, doet u er goed aan om met ons in gesprek te gaan. Begin in ieder geval op tijd met uw estate planning. Dan heeft u de meeste mogelijkheden om uw zaken goed te regelen.
Nalatenschapsplanning
9
10
Schenken
2 De Successiewet vanaf 1 januari 2010 Door achtereenvolgende aanpassingen en ingewikkelde tariefstellingen was de Successiewet (oorspronkelijk uit 1956) een bijzonder ingewikkeld geheel geworden. Zo waren er maar liefst 28 verschillende tarieven! Bovendien kon de erfbelasting met toptarieven van 68 procent op weinig begrip rekenen van de bevolking. Er was immers al belasting over betaald, zo redeneerde men. Waarom moet de overheid dan ook bij schenken of erven nog mee-eten? Diezelfde overheid verdedigde zich met het argument dat mensen bij schenken en erven geld in de schoot geworpen krijgen waar ze niets voor hoeven te doen, en dat het toch niet zo gek is dat de staat daar iets van afhaalt. Bovendien is de circa 2 miljard euro die de overheid op deze manier jaarlijks binnenhaalt een aardige aanvulling voor de schatkist. Tegelijk probeerden veel vermogende Nederlanders belasting te vermijden met constructies waarbij ze bijvoorbeeld vermogen onderbrachten in buitenlandse trusts en op zwarte spaarrekeningen of door in het buitenland te gaan wonen. De Nederlandse staat liep daardoor vele miljoenen aan belastinginkomsten mis. Voormalig staatssecretaris De Jager besloot tot een ingrijpende herziening van de Successiewet. De vernieuwde wet gaat meer uit van de ontvanger van de erfenis, terwijl in het oude systeem de erflater centraal stond.
Minder tarieven Eén van de meest opvallende aanpassingen is de reductie van het aantal tarieven van 28 naar 4, of eigenlijk 6. Het tarief voor partners en kinderen is verlaagd naar 10 procent en 20 procent en voor andere verkrijgers naar 30 procent en 40 procent. Voor (achter)kleinkinderen gelden tarieven van 18 procent en 36 procent. Bij de erfbelasting is de
Successiewet 2010
11
vrijstelling voor partners verhoogd naar € 603.600 en voor kinderen en kleinkinderen naar € 19.114. Voor de ouders van de overledene geldt een vrijstelling van € 45.270. Andere verkrijgers krijgen een vrijstelling van € 2.012. Dankzij de wijzigingen betalen minder mensen erfbelasting. In totaal zullen niet meer dan 500 partners per jaar deze belasting hoeven te betalen, verwacht de staatssecretaris. Bovendien neemt het aantal kinderen dat erfbelasting betaalt met een kwart af.
Partnerbegrip In de nieuwe Successiewet is het partnerbegrip aangepast. Twee personen zijn elkaars partner wanneer: •
ze gehuwd zijn en niet gescheiden van tafel en bed1
of wanneer ze • • • •
meerderjarig zijn, én een gezamenlijke huishouding voeren, én ze een wederzijdse zorgverplichting hebben laten vastleggen bij een notaris, én geen bloedverwanten zijn in de rechte lijn (bijvoorbeeld ouder en kind)
Bij overlijden geldt voor de gezamenlijke huishouding een termijn van zes maanden, bij schenken moeten de twee personen minstens twee jaar elkaars partner zijn. Deze termijnen gelden niet bij een huwelijk.
Bedrijfsopvolging Een andere belangrijke verandering is de belasting bij bedrijfsopvolging door schenking of erven. Onder het oude systeem kon het voortbestaan van een onderneming soms in gevaar komen doordat de erfgenamen 1
Een uitzondering geldt voor partners die onvrijwillig van elkaar worden gescheiden, bijvoorbeeld wanneer één van de partners moet worden opgenomen in een verpleeghuis.
12
Successiewet 2010
met een forse belastingschuld bleven zitten. De vrijstellingen zijn fors verruimd en de tarieven zijn verlaagd, mits de erfgenamen het bedrijf voortzetten (zie hoofdstuk 7).
Vermogen in het buitenland Sommige vermogende Nederlanders hebben een deel van hun vermogen ondergebracht in een zogeheten ‘afgezonderd particulier vermogen’ (APV). Dit is een constructie waarbij iemand geld afstaat aan een aparte entiteit, zodat hij daar formeel geen eigenaar meer van is. Maar de persoon geniet wel de uiteindelijke opbrengsten van het vermogen of krijgt het vermogen terug. Ondertussen is er niemand aan te spreken voor de belastingheffing. Een trust is hiervan het bekendste voorbeeld, veelal in een belastingparadijs. Maar er zijn ook andere constructies. Het ministerie van Financiën heeft de afgelopen jaren van alles gedaan om deze constructies tegen te gaan. Sinds 1 januari 2010 worden APV’s belastingtechnisch behandeld alsof ze behoren tot het vermogen. Bij overlijden ziet de Belastingdienst een APV als deel van de erfenis. Hiervoor gelden de regels van de erfbelasting. Het ministerie wil met een hardere aanpak van deze constructies meer belastinggeld binnenhalen. Dat compenseert voor een deel de derving van belastinginkomsten door de lagere tarieven in de erf- en schenkbelasting.
Successiewet 2010
13
14
Schenken en de fiscus
3 Schenken Erf- en schenkbelasting uitstellen en vermijden U kunt natuurlijk wachten met het overdragen van bezittingen tot u overlijdt. Maar u kunt ook tijdens uw leven al schenkingen doen. Het voordeel hiervan is - behalve dat u familieleden tijdens uw leven een plezier kunt doen - dat de schenkingen tot een bepaald bedrag vrij zijn van schenkbelasting. Zo kunt u uw bezit fiscaalvriendelijk alvast gedeeltelijk daadwerkelijk overbrengen naar uw erfgenamen. Ze zitten dan nu iets ruimer in het geld en als ze straks de erfenis krijgen, hoeven ze daarover minder erfbelasting te betalen. Daarnaast zijn er mogelijkheden om te schenken zonder dat het geld uw vermogen verlaat.
Wat is een schenking? De Belastingdienst spreekt van een schenking “als de ene partij, de schenker, ten koste van zijn eigen vermogen de andere partij, de begiftigde, uit vrijgevigheid verrijkt”. U kunt iemand ‘verrijken’ door geld of goederen te geven, maar ook op andere manieren. U kunt bijvoorbeeld uw woning verkopen voor minder dan de marktwaarde. U geeft dan als het ware een deel van uw huis voor niets weg. Een ander voorbeeld is dat u een lening verstrekt zonder of met een lage rente. De schenking is dan de rente die de ontvanger niet hoeft te betalen.
Schenkbelasting Bij een schenking zijn altijd minimaal twee partijen betrokken: de gever en de ontvanger. Als ontvanger kunt u te maken krijgen met schenkbelasting. De Belastingdienst eist dan een deel van de gift op. Dit is het geval wanneer u van iemand in één kalenderjaar meer dan € 2.012 krijgt. Komt de schenking van uw ouders, dan is de vrijstelling hoger, namelijk € 5.030. Bent u tussen de 18 en de 35 jaar oud, dan mogen uw ouders u eenmalig € 24.144 belastingvrij schenken
Schenken
15
(‘jubelschenking’). Is deze schenking bestemd om een woning te kopen of om de kosten van een studie te dekken, dan geldt zelfs een eenmalige extra vrijstelling van € 26.156. De totale eenmalige vrijstelling is dan € 50.300. De vrijstelling geldt ook als de extra schenking plaatsvindt in een ander jaar dan de jubelschenking. Is uw kind ouder dan 35, dan geldt de vrijstelling niet meer, tenzij de partner van uw kind wel jonger is dan 35. Stel dat uw zoon 40 is en zijn partner 33, dan kunt u dus toch eenmalig belastingvrij schenken aan uw zoon.
Schenking op papier De meest voorkomende schenking is die van ouders aan hun kind(eren). Soms willen ouders een deel van hun vermogen overdragen aan hun kinderen, terwijl ze er nog wel over willen kunnen beschikken. U kunt dan bij notariële akte schenken en het bedrag vervolgens teruglenen. Ieder jaar mag u € 5.030 schenken zonder dat uw kind schenkbelasting hoeft te betalen. U leent het bedrag terug en betaalt jaarlijks rente aan uw kind. De rente is vanaf 2010 minimaal 6 procent. U kunt de groeiende schuld aftrekken van uw vermogen in box 3, zodat u minder vermogensrendementsheffing betaalt. Bij de kinderen verschijnt de schuld als vordering in box 3. Ze betalen pas belasting als hun vermogen meer is dan een bepaald bedrag. Dat is € 20.661 per persoon. Per minderjarig en inwonend kind geldt een extra vrijstelling van € 2.762. Wanneer u overlijdt, kunnen uw kinderen de schuld opeisen en verrekenen met de erfenis. Het bedrag dat zij erven is daardoor lager, en dus betalen ze minder erfbelasting. Deze constructie blijft aantrekkelijk onder de nieuwe tariefstructuur. Schenkingen boven € 5.030 vallen in het 10 procenttarief of 20 procenttarief. Voor kleinkinderen is de schenkbelasting gestegen naar 18 of 36 procent. Maar u kunt nog altijd 10 procent belasting besparen. Wij kunnen u meer vertellen over deze constructie en de fiscale gevolgen.
16
Schenken
Lenen en schenken Het kan interessant zijn om een lening voor de aankoop van een woning te combineren met een schenking op papier. Stel dat u € 100.000 leent aan uw kind. Als u een rentevaste periode hanteert van minimaal een jaar, mag u een rente hanteren die overeenkomt met de marktrente. Laten we zeggen 3 procent. Uw kind mag die rente (€ 3.000) aftrekken. Als uw kind in de laagste tariefschaal zit, betekent dit een teruggaaf van ongeveer € 1.000. Tegelijkertijd kunt u bij notariële akte een schenking op papier doen van € 50.000 en dit bedrag direct teruglenen. U betaalt hiervoor aan uw kind 6 procent rente, ofwel € 3.000. Op deze manier kost het u als ouder niets; u ontvangt € 3.000 rente en u betaalt € 3.000 rente. Tegelijkertijd heeft uw kind een belastingvoordeel van € 1.000 en houdt u de beschikking over de schenking.
Woning overdragen Vaak willen ouders het huis overdragen aan hun kinderen, maar er wel zelf blijven wonen. Als ouder moet u de woning tegen een reële prijs verkopen. Verkoopt u tegen een prijs onder de marktprijs, dan geldt het ‘voordeel’ als schenking. Het is wel mogelijk dat uw kind de koopsom schuldig blijft. U kunt het bedrag dan kwijtschelden in jaarlijkse termijnen die gelijk zijn aan het vrijgestelde bedrag van € 5.030. U kunt ook gebruik maken van de eenmalige vrijstelling van € 24.144 voor kinderen tussen de 18 en 35 jaar. De extra vrijstelling van € 26.156 blijft buiten beeld; die is alleen van toepassing als uw kind een huis koopt en daar zélf gaat wonen. Wilt u uw woning overdragen aan uw kind(eren), dan kunt u het beste contact met ons opnemen. Wij kunnen u vertellen hoe u één en ander het beste kunt regelen en wat de gevolgen zijn voor inkomstenbelasting, overdrachtsbelasting, schenkbelasting en eventueel erfbelasting. In hoofdstuk 8 gaan we uitgebreider in op de eigen woning.
Schenken
17
Schenkingen aftrekken Schenkingen aan bepaalde instellingen kunt u onder voorwaarden aftrekken van de inkomstenbelasting. De Belastingdienst maakt onderscheid tussen gewone (eenmalige) giften en periodieke giften. In de oude Successiewet was sprake van giften aan “kerkelijke, levensbeschouwelijke, liefdadige, culturele en wetenschappelijke instellingen en instellingen die het algemeen nut beogen”, of kortweg algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s). De criteria voor deze ANBI’s zijn in de nieuwe wet aangescherpt. Daarnaast is er een nieuwe categorie gekomen, de sociaal belang behartigende instelling (SBBI). Schenkingen aan een SBBI kunt u niet aftrekken, maar de instellingen hoeven er geen belasting over te betalen. Meer hierover leest u in hoofdstuk 4.
Periodieke gift Van een periodieke gift is sprake wanneer u minimaal vijf jaar achter elkaar een gift doet. Het moet gaan om vaste en gelijke uitkeringen en u moet de schenking vastleggen bij de notaris. Hierbij geldt dat ook giften aan SBBI’s aftrekbaar zijn. Ze moeten wel aan enkele voorwaarden voldoen. Zo moeten ze onder andere meer dan 25 leden hebben en vrijgesteld zijn van vennootschapsbelasting. Voor deze schenkingen geldt geen drempel en geen maximum.
180-dagenregeling Schenkingen kunnen gevolg hebben voor de nalatenschap. Immers, wat iemand nu weggeeft, maakt straks geen deel meer uit van de erfenis. Toch is het voor het erfrecht niet altijd verdwenen. Wanneer u binnen 180 dagen na een schenking komt te overlijden, wordt deze schenking voor de erfbelasting gezien als verkrijging uit nalatenschap. De schenking wordt betrokken bij de verdeling van de erfenis (zie ook hoofdstuk 5). De schenkbelasting die de ontvanger heeft betaald, kan hij meestal verrekenen met de erfbelasting. Uitzonderingen Niet alle schenkingen worden fiscaal gezien als verkrijgingen uit de nalatenschap.
18
Schenken
Uitzonderingen zijn: • schenkingen door een ouder aan een kind, waarbij een beroep is gedaan op de voor één kalenderjaar verhoogde vrijstelling (de ‘jubelschenking’). • giften waarover bij de verkrijger inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, loon- of dividendbelasting wordt geheven.
Tip Het is misschien niet het eerste waar u aan denkt, maar als u op uw sterfbed een jubelschenking doet, verlaagt u de erfbelasting voor uw kinderen.
Schriftelijk vastleggen Wanneer u iets wilt schenken, moet u bepaalde regels in acht nemen, anders kan de schenking ongeldig zijn. In sommige gevallen moet u hierbij een notaris inschakelen. Dit is onder meer verplicht bij schenking van onroerende zaken en wanneer de schenking pas na het overlijden van de schenker effect heeft. In de meeste andere situaties bent u niet verplicht om de notaris erbij te betrekken. Het is echter wel verstandig om een schenking schriftelijk vast te leggen. Dan kunt u bijvoorbeeld een uitsluitingsclausule opnemen. Daarnaast kunt u later bewijzen dat de schenking werkelijk heeft plaatsgevonden.
Toestemming van partner Als u getrouwd bent en u gaat schenken, moet er toestemming zijn van de echtgenoot. Anders kan de echtgenoot de schenking vernietigen. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij een tweede huwelijk of partnerschap wanneer één van de partners iets wil schenken aan een kind uit een eerdere verbintenis. De toestemmingseis geldt niet voor een kleine of ‘gebruikelijke schenking’. Het maakt hierbij niet uit of u gehuwd bent in gemeenschap van goederen of op huwelijkse voorwaarden.
Schenken
19
20
Het erfrecht sinds 2003 Schenken
4 Schenken en de fiscus Als ontvanger van een schenking betaalt u alleen schenkbelasting als de schenker in Nederland woont. De fiscus vat dit breed op: Nederlanders die binnen tien jaar na hun vertrek uit Nederland een schenking doen of een erfenis nalaten, worden voor de belasting geacht nog in Nederland te wonen. Wonen uw ouders minder dan tien jaar in dat dorpje in Zuid-Frankrijk, dan moet u over schenkingen boven € 5.030 gewoon schenkbelasting betalen. Ze kunnen dan misschien beter nog even wachten met hun vrijgevigheid. Is de schenker een buitenlander die in Nederland heeft gewoond, dan moet hij ten minste een jaar geleden vertrokken zijn om vrijgesteld te zijn van erf- en schenkbelasting. Als de schenker of de verkrijger in het buitenland woont, is het verstandig om voor nadere informatie eerst contact met ons op te nemen.
Extra vrijstellingen Er zijn verschillende situaties waarin de ontvanger geen schenkbelasting hoeft te betalen. Bijvoorbeeld wanneer de schenker geld geeft waarmee de ontvanger zijn schulden kan betalen. Voorwaarde is dan wel dat de ontvanger niet zelf de middelen had om zijn schulden af te lossen. Als de schenking komt van een kerkelijke, levensbeschouwelijke, liefdadige, culturele of wetenschappelijke instelling, (een zogeheten algemeen nut beogende instelling of ANBI) is de ontvanger ook vrijgesteld. De ontvanger mag niet de schenker zijn. De voorwaarden waaraan een ANBI moet voldoen zijn in de nieuwe wet aangescherpt. Zo moet de ANBI zich voor ten minste 90 procent inzetten voor het goede doel. In de oude wet was het voldoende als de meeste activiteiten het algemeen belang dienden.
Schenken en de fiscus
21
Afhankelijk van waarde De schenkbelasting die u moet betalen, hangt af van de waarde van de schenking. Als het om een geldbedrag gaat, is het geen probleem om de waarde vast te stellen. Bij goederen kan dat ingewikkelder zijn. De Belastingdienst kijkt naar wat u zou krijgen van de hoogste bieder. U kunt de zaken hiervoor laten taxeren, maar dat is niet verplicht. Nog lastiger wordt het als het gaat om vruchtgebruik, verkoop van een woning beneden de marktwaarde of leningen tegen een lage rente. De notaris kan u hierbij adviseren. Overigens heeft de nieuwe wet hierin wel meer duidelijkheid geschapen. Woningen worden in beginsel gewaardeerd tegen de WOZ-waarde. Bij een overlijden of bij een schenking kunt u een nieuwe WOZ-beschikking vragen en daar eventueel bezwaar tegen aantekenen. Bij direct opeisbare of renteloze leningen gaat de wet uit van een tarief van 6 procent, ongeacht de hoogte van de marktrente. Leent u iemand een bedrag tegen 4 procent rente, dan wordt de resterende 2 procent gezien als een schenking. Is er een rentevaste periode van minimaal een jaar, dan wordt gekeken naar de marktrente.
Wederdiensten Soms verplicht de schenker de ontvanger tot bepaalde wederdiensten. De ontvanger moet dan een deel van de schenking op een voorgeschreven manier gebruiken. Voor de schenkbelasting geldt dan de nettoverkrijging. Dat is de schenking met aftrek van de kosten die de ontvanger moet maken om aan de verplichtingen te voldoen. Als u bijvoorbeeld een woning schenkt onder de verplichting de hypotheekschuld te voldoen, dan moet de ontvanger schenkbelasting betalen over de waarde van de woning minus het hypotheekbedrag.
Onroerende zaak Wanneer u uw huis wilt schenken aan uw kinderen, krijgen zij te maken met twee regelingen. Ze moeten 6 procent overdrachtsbelasting betalen, en ze moeten schenkbelasting betalen voor het bedrag boven de vrijstelling. In dit geval kunnen zij een beroep doen op de zogeheten samenloopregeling. Deze houdt in dat u het aan
22
Schenken en de fiscus
de schenking toe te rekenen deel van de overdrachtsbelasting mag aftrekken (zie ook p. 43). Bij schenking van een woning of andere onroerende zaak is overdrachtsbelasting én schenkbelasting verschuldigd. Uw kind mag de overdrachtsbelasting (tarief 6%) die is betaald over het bedrag waarover ook schenkbelasting (tarief 10% of 20%) is betaald, in mindering brengen op de schenkbelasting. Als u uw woning verkoopt tegen een prijs die lager is dan de WOZ-waarde, dan moet de koper zowel overdrachtsbelasting als schenkbelasting betalen. Waarbij de betaalde overdrachtsbelasting op de hiervoor vermelde wijze in mindering komt op de verschuldigde schenkbelasting.
Afhankelijk van relatie De te betalen schenkbelasting wordt naast de waarde van de schenking bepaald door de relatie van de ontvanger tot de gever: Kind of pleegkind Kinderen van de schenker zijn ook de kinderen die: • uit een eerder huwelijk van de partner komen • door de schenker zijn geadopteerd • door de schenker zijn erkend Kinderen van een partner met wie de overledene samenwoonde, worden voor de nieuwe erfbelasting gelijkgesteld met de eigen kinderen, mits de partner voldoet aan de partnerdefinitie (zie hoofdstuk 2). Voor kinderen geldt per kalenderjaar een vrijstelling van € 5.030. Voor kinderen tussen de 18 en 35 jaar mag u het bedrag één keer aanvullen tot € 24.144. Is de schenking bestemd voor de bekostiging van een studie of voor de aankoop van een woning, dan mag u daarboven eenmalig € 26.156 schenken. Dat moet dan wel in hetzelfde jaar zijn. U moet dan in de aangifte een beroep doen op de eenmalige vrijstelling. Schenkingen die hoger zijn, worden belast: 10 procent tot € 115.708 en 20 procent daarboven. U kunt de eenmalige vrijstelling ook nog benutten als uw kind ouder is dan 35 jaar,
Schenken en de fiscus
23
maar alleen als de partner van het betreffende kind tussen de 18 en 35 jaar is. Pleegkinderen zijn kinderen die de schenker minstens vijf jaar voor hun 21ste jaar heeft onderhouden en opgevoed. Is het kind voor zijn 21ste getrouwd? Dan moet de pleegouder het kind vóór de huwelijksdatum minstens vijf jaar hebben onderhouden en opgevoed. Ook kinderen uit een eerdere relatie van de partner (stiefkinderen) gelden voor de erfbelasting als kinderen. Voorwaarde is dan wel dat de tweede relatie door overlijden eindigt.
Let op Er is een verschil tussen erfrecht en de erfbelastingregels. Het erfrecht gaat uit van bloedverwantschap. Als twee partners samenwonen en er zijn kinderen uit een eerder huwelijk, dan erven die niets als de stiefouder overlijdt, tenzij er een testament is (zie hoofdstuk 5).
Schenken aan goede doelen De schenkingen aan zogenoemde algemeen nut beogende instellingen of ANBI’s zijn vrijgesteld van schenkbelasting. Bovendien mag u deze schenkingen aftrekken voor de inkomstenbelasting. Er geldt wel een drempelbedrag van 1 procent van het verzamelinkomen met een minimum van € 60. Daarnaast mag er geen tegenprestatie zijn. Als u de giften aftrekt, moet u wel schriftelijk kunnen aantonen dat u de giften ook werkelijk heeft gedaan. De criteria voor ANBI’s zijn in de nieuwe wet verscherpt. Vóór 1 januari 2010 was het voldoende als het merendeel van de activiteiten van een organisatie gericht waren op een goed doel. Na die datum moet het minimaal 90 procent zijn. De Belastingdienst heeft op zijn website een lijst met alle erkende ANBI’s http://www.belastingdienst.nl/reken/ANBI/ ANBI.html).
24
Schenken en de fiscus
Naast de ANBI’s is sinds 1 januari 2010 een andere categorie in het leven geroepen: de sociaal belang behartigende instelling (SBBI). Dit zijn organisaties die een particulier belang dienen en tegelijk een sociaal belang behartigen. SBBI’s hoeven over schenkingen geen schenkbelasting te betalen. Uit de regelgeving van de organisatie moet blijken dat ze inderdaad het sociaal belang behartigt en dat moet ook blijken uit de feitelijke activiteiten. Daarnaast moet de instelling vrijgesteld zijn van winstbelasting. Anderen dan kinderen en liefdadigheid Voor schenkingen aan andere personen en partijen dan kinderen en de hierboven genoemde instellingen, geldt een vrijstelling van € 2.012 per kalenderjaar. Zijn de schenkingen hoger, dan is over het meerdere schenkbelasting verschuldigd. Echtgenoten en partners In de nieuwe Successiewet is het partnerbegrip aangepast (zie hoofdstuk 2). Partners en kinderen betalen 10 procent over de eerste € 115.708. Kinderen hebben een vrijstelling van € 5.030 per jaar. Is de schenking hoger dan € 115.708, dan geldt voor het meerdere een tarief van 20 procent (zie tabel). Gedeelte van de
Partner of kind
belaste verkrijging
Kleinkind of
Overigen
achterkleinkind
€ 0 en € 115.708
10%
18%
30%
> € 115.708
20%
36%
40%
(Achter)kleinkinderen Schenkt u aan uw kleinkinderen of achterkleinkinderen, dan wordt de schenking belast volgens de tweede kolom in de tabel, met een opslag van 80 procent. Dat komt dus neer op een tarief van 18 procent voor het bedrag tot € 115.708 (met een vrijstelling van € 2.012) en 36 procent voor het meerdere (zie derde kolom).
Schenken en de fiscus
25
Belastingvrij schenken Als schenker kunt u ook ‘vrij van recht’ schenken. U neemt dan zelf de schenkbelasting voor uw rekening die de verkrijger zou moeten betalen. In feite verhoogt u dan de schenking met de schenkbelasting. De totale schenking bestaat dan uit de waarde die u wilt geven plus de waarde van de schenkbelasting die over die schenking is verschuldigd. De schenkbelasting wordt geheven over de totale schenking.
Aangifte doen en betalen De ontvanger van een schenking moet zelf aangifte doen. Dat is alleen nodig als de schenking groter is dan de vrijstelling of als de Belastingdienst een aangifteformulier heeft uitgereikt. Dat kan ook gelden voor de schenker. Bij gebruik van de eenmalige vrijstelling voor schenkingen aan kinderen moet u altijd aangifte doen en een beroep doen op de vrijstelling. De Belastingdienst adviseert schenker en ontvanger om samen aangifte te doen, zodat de aangifte als één geheel verwerkt kan worden. U kunt gebruik maken van een officieel aangiftebiljet, maar dat is niet verplicht. U kunt ook zelf een aangifte opstellen met alle gegevens die relevant zijn. U kunt de aangifte zelf doen, maar u kunt ook de hulp van een notaris of belastingadviseur inroepen. De aangifte moet u indienen bij het belastingkantoor waaronder de schenker valt. Het aangiftebiljet moet in het bezit van de Belastingdienst zijn vóór 1 maart van het jaar volgend op het jaar waarin de schenkingen zijn gedaan.
26
Schenken en de fiscus
5 Het erfrecht sinds 2003 Het erfrecht regelt de overgang van vermogen van een overledene, of ‘erflater’, naar zijn erfgenamen. De Successiewet stamt uit 1956 en is in de loop der jaren verschillende malen aangepast. De laatste keer, voordat voormalig staatssecretaris De Jager er zijn tanden in zette, was dat in 2003. Bij die wijziging is vooral de positie van de achterblijvende huwelijkspartner verbeterd, de ‘langstlevende echtgenoot’. Dit ging ten koste van de positie van de kinderen.
Standaardregels Het erfrecht kent standaardregels voor wie de erfgenamen zijn. Deze standaardregels gelden wanneer de erflater geen testament heeft laten opmaken. Met een testament kan iemand afwijken van de standaardregels. Er gelden echter wel regels voor wat wel en niet mag in een testament. Ook als er een oud of vergeten testament is – dat komt soms voor – gaat dat boven de standaardregels. Als u twijfelt, is het verstandig om een nieuw testament te laten opmaken.
Vier groepen De wet heeft de bloedverwanten van een erflater verdeeld in vier groepen. De lagere groep sluit de hogere groep uit van de erfopvolging. Groep 1 bestaat uit de partner en de kinderen. Kleinkinderen erven als hun vader of moeder eerder is overleden dan de erflater. Dit wordt plaatsvervulling genoemd. Groep 2 zijn de ouders, (half )broers en (half )zussen. Zij erven wanneer er geen echtgenoot of geregistreerde partner en kinderen zijn. Ouders krijgen elk minimaal een kwart. Wanneer broers of zussen al zijn overleden, komen hun kinderen in aanmerking voor de erfenis. Ook halfbroers en halfzusters komen in aanmerking om te erven
Het erfrecht sinds 2003
27
(onder halfbroer of -zus wordt verstaan: een kind van een ouder van de overledene, geboren uit een relatie van die ouder met een andere partner). Halfbroers en -zussen krijgen de helft van wat een volle broer of zus krijgt. De grootouders en overgrootouders zijn respectievelijk groep 3 en 4. Zij komen in beeld als er geen erfgenamen zijn in groep 1 en 2. Ook hier geldt het beginsel van plaatsvervulling door afstammelingen. De erfopvolging gaat tot en met de zesde graad. Verwanten verder dan de zesde graad kunnen geen aanspraak maken op de erfenis. In dat geval vervalt de erfenis aan de staat. Wanneer iemand overlijdt zonder testament kunnen alleen de partner en de bloedverwanten erven. Bloedverwanten zijn ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen, broers, zusters, kinderen van broers of zusters, enzovoort. Mensen die via een huwelijk familie van de erflater zijn (zoals stiefkinderen, schoondochters, zwagers, enzovoort) zijn geen bloedverwanten. Zij zijn aanverwanten en kunnen alleen van de overledene erven als zij in een testament benoemd worden.
De langstlevende echtgenoot Volgens het heersende erfrecht krijgt de langstlevende echtgenoot/ geregistreerde partner de nalatenschap. Als er geen testament is en de overledene was in gemeenschap van goederen getrouwd, dan is de helft van het gemeenschappelijke bezit eigendom van de langstlevende echtgenoot. De andere helft is de nalatenschap. De echtgenoot en de kinderen krijgen hiervan ieder een gelijk deel. Bij huwelijkse voorwaarden hangt de omvang van de nalatenschap af van de inhoud van de huwelijkse voorwaarden. In de huwelijkse voorwaarden kunnen partners bijvoorbeeld een ‘finaal verrekenbeding’ opnemen. Ze spreken dan af dat bij overlijden de nalatenschap wordt vastgesteld alsof ze in gemeenschap van goederen getrouwd waren.
28
Het erfrecht sinds 2003
Wettelijke verdeling Als er een langstlevende echtgenoot is, krijgen de kinderen hun erfdeel niet in handen. Het wordt omgerekend in geld, en ze krijgen het pas als hun langstlevende ouder overlijdt. De kinderen hebben daarmee een ‘niet-opeisbare vordering’ op de overblijvende ouder. Dankzij deze ‘wettelijke verdeling’ kan de langstlevende partner verder leven zonder dat de kinderen het huis onder zijn handen vandaan verkopen. De langstlevende partner is eigenaar van de erfenis en kan zelf bepalen wat hij ermee doet. De kinderen moeten wel erfbelasting betalen over hun erfdeel. In het testament kunt u hiervoor uitstel regelen.
Huwelijkse voorwaarden Is de overledene getrouwd geweest op huwelijkse voorwaarden, dan wordt de nalatenschap gevormd door het privébezit van de overledene. Het kan ook zijn dat de echtgenoten zowel privébezit als gezamenlijke eigendommen hadden.
Testament In een testament kunt u de wettelijke verdeling aanpassen of zelfs helemaal uitsluiten. U kunt ook een stiefkind tot erfgenaam benoemen en betrekken bij de wettelijke verdeling. Uw stiefkind krijgt dan dezelfde positie als uw eigen kind(eren) (zie ook hoofdstuk 9).
Kinderen Als er geen testament is, gaan alle goederen van de nalatenschap naar de langstlevende echtgenoot. Als deze overlijdt, erven zijn eigen kinderen. Soms zijn dit kinderen uit een eerder huwelijk, zodat goederen via de stiefouder bij de stieffamilie terechtkomt. Als er stieffamilie is, kunnen de kinderen van de erflater hun eigen positie versterken via een ‘wilsrecht’.
Wilsrecht Als een kind een wilsrecht inroept, krijgt het de eigendom van goederen ter waarde van de vordering op de langstlevende echtgenoot. Het kind is nu eigenaar, maar de echtgenoot mag de goederen wel blijven gebruiken.
Het erfrecht sinds 2003
29
Hij heeft het ‘vruchtgebruik’. In een testament kunt u de wilsrechten van kinderen beperken of uitbreiden.
Onterven Echtgenoot - U kunt uw echtgenoot onterven. Om te voorkomen dat de langstlevende echtgenoot dan aan de bedelstaf geraakt, kan de onterfde wel aanspraak maken op een ‘passend verzorgingsniveau’. Hij mag bijvoorbeeld gedurende zes maanden in de echtelijke woning blijven wonen, ook al is die niet van hem. Afhankelijk van de omstandigheden kan de langstlevende echtgenoot ook het vruchtgebruik van de woning en de inboedel claimen. Kinderen - U kunt ook uw kinderen bij testament onterven. Zij kunnen dan echter een beroep doen op hun ‘legitieme portie’, waardoor zij een vordering krijgen op de erfgenamen. Een kind heeft altijd recht op de helft van de waarde van het erfdeel dat het zou hebben gekregen volgens het versterferfrecht. Het legitieme erfdeel is pas opeisbaar wanneer de langstlevende echtgenoot overlijdt. Wanneer u een kind wilt onterven, kunt u tijdens uw leven alle bezittingen al aan anderen schenken. Dit is echter geen oplossing. Om het wettelijk erfdeel te berekenen, worden de schenkingen die u tijdens uw leven heeft gedaan, meegeteld.
Verblijvingsbeding Als u samenwoont, kunt u met uw partner afspreken dat die de gemeenschappelijke bezittingen krijgt wanneer u overlijdt. Tegen een vergoeding van de waarde of voor niets. Dit heet een verblijvingsbeding. Veel mensen hebben zo’n afspraak opgenomen in een samenlevingscontract. Woont u wel samen, maar heeft u geen verblijvingsbeding gesloten, dan kunt u bij de notaris een samenlevingsovereenkomst aangaan en een testament laten opmaken. Dan weet u zeker dat uw partner goed verzorgd achterblijft. Het is sowieso verstandig om wanneer u samen-woont een testament op te stellen. Dan kunt u ook privébezittingen nalaten aan uw partner. Zijn er kinderen, dan kunt u eigenlijk niet zonder een testament.
30
Het erfrecht sinds 2003
Aanvaarden of verwerpen Als erfgenaam kunt u een nalatenschap aanvaarden of verwerpen. Als u aanvaardt, dan neemt u ook de schulden in de nalatenschap op u. Ook als die hoger zijn dan de waarde van de bezittingen. U kunt wel ‘beneficiair aanvaarden’. U aanvaardt dan de erfenis alleen voor zover die positief is.
Beneficiair aanvaarden Wanneer u een erfenis beneficiair aanvaardt, maakt u een voorbehoud. U aanvaardt de erfenis en de verplichtingen die erbij horen, maar alleen als er na het voldoen aan de verplichtingen nog geld overblijft. Door beneficiair te aanvaarden voorkomt u dat u zelf met uw privévermogen aansprakelijk bent op het moment dat er onaangename verrassingen tevoorschijn komen die de verwachtte meevaller veranderen in een vervelende tegenvaller. Wanneer u een erfenis verwerpt of beneficiair aanvaardt, moet u een verklaring afleggen bij de griffie van de rechtbank. In de praktijk volstaat een volmacht die u ondertekent bij de notaris. De leges hiervoor bedragen ongeveer € 110.
Afwikkeling en verdeling Na het overlijden moeten uitstaande schulden worden betaald en de erfenis verdeeld. De erfgenamen kunnen dit doen, maar de erflater kan in zijn testament ook iemand aanwijzen om de nalatenschap af te wikkelen: de executeur. Als de overledene in het testament geen executeur aanwijst, kunnen de erfgenamen één van hen of een buitenstaander een volmacht verstrekken. Die krijgt dan een ‘boedelvolmacht’ en kan namens de erfgenamen de nalatenschap afwikkelen.
Verklaring van erfrecht/verklaring van executele Wanneer iemand is overleden, stelt de notaris een verklaring van erfrecht op. Hierin staat wie de erfgenamen zijn. Met de verklaring van erfrecht kunnen de erfgenamen bijvoorbeeld bij de bank
Het erfrecht sinds 2003
31
laten zien dat ze recht hebben op het banktegoed van de overledene. Wanneer u in uw testament een executeur benoemt, hoeft de notaris de uitslag van het erfgenamenonderzoek niet af te wachten. Hij kan veel sneller de verklaring van executele afgeven, zodat de executeur aan de slag kan.
Executeur Het is altijd verstandig om een executeur te benoemen. Niet alleen kan de notaris dan sneller een verklaring van executele afgeven, u voorkomt ook dat er onenigheid tussen de erfgenamen ontstaat over de vraag wie de executeur moet zijn. De executeur beheert de nalatenschap en voldoet de schulden uit de nalatenschap. Verder maakt hij een boedelbeschrijving op. Als de executeur alle schulden heeft voldaan, zit zijn taak er meestal op. Afhankelijk van de verleende bevoegdheden kan de executeur ook goederen uit de nalatenschap te gelde maken. Hij gaat niet over de verdeling van de erfenis. Als u wilt dat de executeur de nalatenschap ook afwikkelt, moet u hem ook benoemen als afwikkelingsbewindvoerder. In dat geval mag hij de nalatenschap verdelen. U kunt bijvoorbeeld uw partner benoemen als afwikkelingsbewindvoerder.
Onder bewind stellen U kunt een erfdeel onder bewind stellen, bijvoorbeeld wanneer de erfgenamen jong zijn. Een bewindvoerder beheert dan de erfenis tot de erfgenamen de leeftijd bereikt hebben die u in uw testament noemt. De rechtbank kan in bepaalde gevallen het bewind eerder beëindigen. In de meeste gevallen fungeert de bewindvoerder als financieel coach van de onder bewind gestelde. Zijn aanwezigheid heeft als gevolg dat de erfgenaam goed na moet denken alvorens geld uit te geven. Een ander aspect is dat de erfenis buiten het faillissement blijft bij een eventueel faillissement van de erfgenaam. Er kan dus geen beslag gelegd worden op het erfdeel.
32
Het erfrecht sinds 2003
6 Erven en de fiscus Bij een erfenis is vaak erfbelasting verschuldigd. Dankzij voormalig staatssecretaris De Jager zijn de tarieven in de meeste gevallen weliswaar een stuk lager dan ze waren, maar nog altijd kan van een deel van een erfenis 40 procent in de staatskas verdwijnen. Hoeveel de ontvangers moeten betalen, hangt af van de waarde van de erfenis en de relatie tot de overledene.
Alleen in Nederland Onder de huidige wetgeving betaalt u alleen erfbelasting als de overledene op het moment van overlijden in Nederland woonde. Voor de erfbelasting woonde een overledene met de Nederlandse nationaliteit ook in Nederland als hij minder dan tien jaar in het buitenland woonde. Iemand met een andere nationaliteit wordt geacht in Nederland te wonen tot een jaar na zijn vertrek naar het buitenland.
Waardebepaling Om de waarde van de nalatenschap te bepalen, moet een overzicht worden gemaakt van alle bezittingen en schulden. De waarde is het bedrag dat de zaken zouden opbrengen bij verkoop aan de meest biedende. Als u niet weet wat de waarde is, kunt u ze laten taxeren. De gemachtigde of de notaris kan hiervoor opdracht geven. Taxatie is verplicht als er onder de erfgenamen minderjarigen zijn of personen die niet het vrije beheer over hun vermogen hebben. De taxatiekosten zijn niet aftrekbaar van de nalatenschap. Over de waarde van sommige zaken kunt u een ‘vaststellingsovereenkomst’ sluiten met de Belastingdienst, zoals bij schepen, incourante effecten en kunstvoorwerpen. In het verleden werd hiervoor de term ‘minnelijke waardering’ gebruikt. Bij een woning wordt de WOZ-waarde in het kalenderjaar van de verkrijging als uitgangspunt genomen.
Erven en de fiscus
33
Fictieve verkrijging Na een overlijden kan een nabestaande iets verkrijgen, zonder dat dit volgens het erfrecht een verkrijging is. We spreken dan van een ‘fictieve verkrijging’. Hierover is erfbelasting verschuldigd. Het kan dan onder meer gaan om: • een uitkering van een levensverzekering • de verkoop van het huis onder voorbehoud van het recht van gebruik en bewoning danwel vruchtgebruik • verkrijging van een vermogensbestanddeel, terwijl de erflater het genot daarvan behield • alles wat de overledene binnen 180 dagen voor het overlijden heeft geschonken (met enkele uitzonderingen, zoals de ‘jubelschenking’)
Schulden Van de waarde van de bezittingen moet de waarde van de schulden worden afgetrokken. Het kan hierbij gaan om (hypothecaire) leningen, maar ook om nog niet betaalde belastingen. Als de schulden zo groot zijn, dat de totale waarde van de nalatenschap negatief is, hebben erfgenamen de mogelijkheid om de erfenis te verwerpen. Ze kunnen de nalatenschap ook onder voorwaarden (beneficiair) aanvaarden (zie ook hoofdstuk 5).
Vrijstelling Een vrijstelling betekent dat u over een deel van de erfenis geen erfbelasting hoeft te betalen. De grootte van de vrijstelling hangt af van de relatie van de erfgenaam tot de erflater. U hoeft sowieso geen erfbelasting te betalen over een nabestaandenpensioen op grond van een pensioenregeling. De vrijstelling wordt dan wel lager. De helft van de waarde van de aanspraken als gevolg van een pensioenregeling worden in mindering gebracht op de vrijstelling van € 603.600. Dit heet imputeren. De vrijstelling kan niet minder worden dan € 155.930.
34
Erven en de fiscus
Vaak wordt na het overlijden aan de nabestaanden nog loon van de overledene uitbetaald. Deze bedragen zijn vrij van erfbelasting tot maximaal driemaal het laatst verdiende maandloon.
Erfbelasting De hoogte van het erfbelasting is afhankelijk van de relatie tot de overledene. Partner - Voor de partner van de overledene geldt een vrijstelling van € 603.600. Over het meerdere geldt een tarief van 10 procent over de eerste € 115.708 en 20 procent over de rest. Kind - Voor kinderen geldt een vrijstelling van € 19.114. Het meerdere is belast met 10 procent (tot € 115.708) of 20 procent (boven € 115.708). Voor zieke of gehandicapte kinderen geldt een vrijstelling van € 57.342. Het criterium hierbij is dat het kind grotendeels op kosten van de overledene werd onderhouden en door ziekte of gebreken de komende drie jaar waarschijnlijk niet een eigen arbeidsinkomen kan verwerven. Ouder - Voor de ouders van de overledene geldt een vrijstelling van € 45.270. Het meerdere is belast volgens de vierde kolom, dus met 30 procent of 40 procent. Broer/zus - Als broer of zus van de overledene heeft u een vrijstelling van € 2.012 Is de erfenis meer, dan is het meerdere belast met 30 procent (tot € 115.708) of 40 procent (boven € 115.708). Kleinkind/achterkleinkind - Kleinkinderen zijn voor € 19.114 vrijgesteld van erfbelasting, achterkleinkinderen hebben een vrijstelling van € 2.012. Is de erfenis groter, dan is het meerdere belast met 18 procent (tot € 115.708) of 36 procent (> € 115.708).
Erven en de fiscus
35
Overige erfgenamen - Voor overige erfgenamen bestaat een vrijstelling van € 2.012. Over het meerdere betalen zijn 30 procent (tot € 115.708) of 40 procent erfbelasting. Tarieven erfbelasting Gedeelte van de
Partner of kind
belaste verkrijging
Kleinkind of
Overigen
achterkleinkind
€ 0 en € 115.708
10%
18%
30%
> € 115.708
20%
36%
40%
Nalaten aan goede doelen U kunt in uw testament ook organisaties opnemen, zoals kerken en goede doelen. Algemeen nut beogende instellingen (ANBI’s) zijn volledig vrijgesteld van erfbelasting, mits u aan het legaat geen voorwaarden stelt die het voor de organisatie onmogelijk maken er het algemeen belang mee te dienen. Als u bijvoorbeeld opneemt dat zij de helft van een legaat moeten schenken aan een derde, dan is dat deel niet vrijgesteld. In de nieuwe Successiewet zijn de criteria voor ANBI’s aangescherpt. Onder het oude systeem was het voldoende als de organisatie de helft van haar activiteiten richtte op het algemeen nut. Sinds 1 januari 2010 moet dat minimaal 90 procent zijn. Een overzicht van erkende ANBI’s vindt u op de website van de Belastingdienst: http://www.belastingdienst.nl/reken/ANBI/ANBI.html. Met de nieuwe wet is ook een nieuwe categorie organisaties benoemd: de sociaal belang beogende instelling of SBBI. Dit zijn bijvoorbeeld de lokale volleybalvereniging of de toneelclub. Deze organisaties hoeven geen schenk- of erfbelasting te betalen.
36
Erven en de fiscus
Aangifte doen en betalen Wanneer u iets erft, moet u in beginsel aangifte doen. Meestal verstuurt de Belastingdienst zelf een aangiftebiljet aan één van de erfgenamen, wanneer men vermoedt dat er erfbelasting te halen valt. Maar ook als u geen aangiftebiljet ontvangt, moet u aangifte doen als u kunt vermoeden dat u erfbelasting moet betalen. De verkrijgers kunnen de aangifte zelf doen, maar ze kunnen ook iemand machtigen om het namens hen te doen, bijvoorbeeld een notaris. De verkrijgers van een nalatenschap kunnen elk apart of samen aangifte doen. Het is verstandig om samen aangifte te doen. De Belastingdienst kan de aangifte dan eenduidig afwikkelen. Zo voorkomt u problemen. U moet aangifte doen binnen acht maanden na het overlijden. U kunt de Belastingdienst schriftelijk om uitstel vragen zolang de datum van indiening nog niet is verstreken. Daarbij moet u de Belastingdienst een aantal gegevens verstrekken. De Belastingdienst kan, bij uitstel van indiening of wanneer het niet mogelijk is snel een aanslag op te leggen, één of meerdere voorlopige aanslag(en) opleggen.
Erven en de fiscus
37
38
Schenken, Schenkenerven en uw eigen woning
7 Schenken, erven en uw onderneming Als u door een erfenis of schenking geld of (onroerende) zaken krijgt, moet u over de waarde daarvan erfbelasting of schenkbelasting betalen. Dat is ook het geval als u een onderneming erft of geschonken krijgt. Wilt u deze onderneming voortzetten, dan geldt een aantal speciale regelingen om het voortbestaan van het bedrijf niet in gevaar te brengen. Bij de herziening van de Successiewet zijn deze regelingen verruimd. U kunt bijvoorbeeld uitstel van betaling krijgen en onder voorwaarden gehele of gedeeltelijke vrijstelling van erf- of schenkbelasting.
Aangifte doen Wanneer u een bedrijf krijgt als onderdeel van een erfenis, moet u binnen acht maanden na het overlijden aangifte doen. Gaat het om een schenking, dan moet u dat voor 1 maart van het volgende jaar doen. De hoogte van het bedrag dat u verschuldigd bent, hangt net als bij andere erfenissen en schenkingen af van uw relatie tot de erflater of schenker en de waarde van de onderneming (zie hoofdstukken 4 en 6).
Waardering De waardering van een onderneming is meestal lastig. U zult hiervoor waarschijnlijk een accountant moeten inschakelen. Voor de belasting moet u het ondernemingsvermogen in principe waarderen op voortzettingsbasis of ‘going concern’. Dit is inclusief de goodwill. Het kan zijn dat de waarde welke hier uit komt, lager is dan de liquidatiewaarde (dit is wat u krijgt als u het bedrijf stopt en de onderdelen ervan verkoopt). In dat geval mag u voor de belastingheffing uitgaan van de laagste waarde.
Schenken, erven en uw onderneming
39
Voorwaardelijke vrijstelling Als u als erfgenaam of ontvanger van de schenking de onderneming voortzet, dan kunt u een voorwaardelijke vrijstelling en uitstel krijgen van betaling van erf- of schenkbelasting. Dit kan ook als u een deel van de onderneming verkrijgt en dat als zelfstandige onderneming voortzet. U kunt ook in aanmerking komen voor voorwaardelijke vrijstelling en uitstel van betaling als u aandelen verkrijgt die bij de erflater of schenker een aanmerkelijk belang vormden. Er is sprake van een aanmerkelijk belang als een aandeelhouder meer dan 5 procent van het aandelenbezit in een BV of NV heeft. Wilt u voorwaardelijke vrijstelling en uitstel krijgen van betaling van erfbelasting of schenkbelasting, dan moet u de onderneming wel minstens vijf jaar voortzetten of de aandelen in uw bezit houden. De voorwaardelijke vrijstelling is volledig als de waarde van de onderneming niet hoger is dan € 1.006.000. Is het bedrijf meer waard, dan geldt voor het meerdere een voorwaardelijke vrijstelling van 83 procent. U betaalt dan belasting over 17 procent van de waarde boven € 1.006.000. En voor die belasting kunt u in aanmerking komen voor maximaal tien jaar uitstel van betaling. De Belastingdienst berekent dan wel de gebruikelijke invorderingsrente.
Aanvullende voorwaarden Voor de bedrijfsopvolgingsfaciliteit gelden de volgende aanvullende voorwaarden: • De schenker moet de verkregen onderneming voorafgaand aan de schenking minimaal vijf jaar zelf hebben gedreven. Bij de schenking van aandelen moeten deze minstens vijf jaar tot het aanmerkelijk belang van de schenker hebben behoord. Gaat het om een erfenis, dan geldt voor de erflater een termijn van één jaar. • In de oude wet stond de bepaling dat de schenker op het moment van de schenking 55 jaar of ouder moest zijn, of voor meer dan 45 procent arbeidsongeschikt. Deze voorwaarde is vervallen onder de herziene wet.
40
Schenken, erven en uw onderneming
Als de voortzettingswaarde (‘going concern’) van de onderneming lager is dan de liquidatiewaarde, geldt een voorwaardelijke vrijstelling die gelijk is aan het verschil tussen de liquidatiewaarde en de lagere voortzettingswaarde. U krijgt vijf jaar renteloos uitstel van betaling, en wanneer u na die vijf jaar het bedrijf nog altijd voortzet of de aandelen in uw bezit heeft, vervalt de aanslag. Maar stapt u voor die tijd uit de onderneming, dan komt de Belastingdienst alsnog afrekenen.
Uitstel van betaling Als u het bedrijf voortzet, kan het zijn dat de erfbelasting of schenkingsrecht dat u wél verschuldigd bent, toch nog een zware last is. U mag het bedrag dan uitsmeren over tien jaar. U kunt ook uitstel van betaling krijgen, met een maximum van tien jaar. Als u uitstel vraagt en krijgt, moet u het geld na die tien jaar wel in één keer betalen, inclusief de invorderingsrente over die periode. Dat geldt ook als het bedrijf tussentijds wordt gestaakt of failliet gaat. Het percentage van de heffings- en invorderingsrente wordt ieder kalenderkwartaal opnieuw vastgesteld. Houd er rekening mee dat het totaal te betalen bedrag met de rente aardig kan oplopen. U kunt ook uitstel van betaling krijgen als er meerdere erfgenamen of ontvangers zijn. Het kan dan zijn dat degene die het bedrijf voortzet, meer verkrijgt dan de andere gerechtigden. Er ontstaat dan een ‘overbedelingsvordering’ op degene die de onderneming voortzet. Voor de erf- of schenkbelasting dat hiermee samenhangt, kunt u voor een periode van tien jaar uitstel van betaling aanvragen. Ook hier geldt dat u uiteindelijk zult moeten betalen, inclusief de invorderingsrente. Zie voorbeeld op volgende pagina.
Schenken, erven en uw onderneming
41
Voorbeeld: Een zoon, enig kind, erft alle bezittingen van zijn overleden vader. Zijn vader was eigenaar van een melkveehouderij. De zoon zet het bedrijf voort. De erfenis bestaat zowel uit ondernemingsvermogen (onder andere een bedrijfspand, grond, bedrijfsvoorraden en een melkquotum) als uit privévermogen (een privéwoning en een bedrag op de bank). Het ondernemingsvermogen heeft een voortzettingswaarde van € 600.000 en een liquidatiewaarde van € 1.000.000. Het privévermogen vertegenwoordigt een waarde van € 800.000. Er is sprake van een totale verkrijging van € 1.800.000. Zonder gebruik te maken van de regelingen voor bedrijfsopvolging, zou de zoon over deze verkrijging erfbelasting moeten betalen. Dat zou, uitgaande van de nieuwe vrijstellingen en tarieven, neerkomen op € 344.6052 . Het verschil tussen de liquidatiewaarde en de voortzettingswaarde is € 400.000. Het ondernemingsvermogen is € 600.000. Dit is minder dan € 1.006.000 en valt daarom geheel onder de voorwaardelijke vrijstelling. Staakt de zoon binnen vijf jaar het bedrijf, dan moet hij alsnog de conserverende aanslag voldoen die hij van de Belastingdienst heeft ontvangen bij het bericht van uitstel. Over het privévermogen van € 800.000 geldt een vrijstelling van € 19.114. Over de volgende € 115.708 is het tarief 10 procent, ofwel € 11.570. Voor de resterende € 665.178 geldt het tarief van 20 procent, wat neerkomt op € 133.035. De totale aanslag is dan € 144.605. 2 Vrijstelling over € 19.114, 10 procent over € 115.708 (= € 11.570) en 20 procent over de resterende € 1.665.178 (= € 333.035).
Objectieve onderneming Bij de vaststelling van de waarde van de onderneming en het bepalen van de vrijstelling kijkt de Belastingdienst naar de ‘objectieve onderneming’ of ‘materiële onderneming’. Alleen bedrijfsmiddelen en onroerende zaken die echt nodig zijn voor het bedrijf, tellen mee. Vermogen dat bestaat uit beleggingspanden of overtollige gelden zijn uitgesloten van de voorwaardelijke vrijstelling.
42
Schenken, erven en uw onderneming
8 Schenken, erven en uw eigen woning De eigen woning is voor veel mensen het belangrijkste vermogensbestanddeel. Zeker als de hypotheek (gedeeltelijk) is afgelost en de waarde van de woning flink is gestegen. Wanneer u de eigendom van de woning tijdig overdraagt aan uw kinderen, kunt u voorkomen dat zij straks veel erfbelasting moeten betalen. Tegen de tijd dat u overlijdt, kan de woning flink in waarde gestegen zijn. Over die waardestijging zouden ze dan ook erfbelasting moeten afdragen.
Schenken Wanneer u de woning schenkt, kunt u voorwaarden stellen. Bijvoorbeeld dat de woning buiten eventuele gemeenschap van goederen blijft bij uw kinderen (uitsluitingsclausule). Als uw dochter dan bijvoorbeeld gaat scheiden, kan uw schoonzoon geen aanspraak maken op (een deel van) de woning. In de meeste gevallen blijft de schenker in de woning wonen zonder daarvoor te betalen. We spreken dan van vruchtgebruik. De waarde van de ‘blote eigendom’ is dan van belang voor de belasting. De blote eigendom is de waarde van de woning minus de waarde van het vruchtgebruik. De waarde van het vruchtgebruik hangt af van de leeftijd van de vruchtgebruiker(s). Als die jonger zijn, zullen ze naar verwachting langer in de woning blijven wonen. Daarmee stijgt de waarde van het vruchtgebruik en slinkt dus de waarde van de blote eigendom. De gezondheid van de vruchtgebruiker(s) (en dus de levensverwachting) speelt geen rol. Wanneer u uw huis schenkt, krijgt uw kind te maken met twee regelingen. Hij moet 6 procent overdrachtsbelasting betalen, en hij moet schenkbelasting betalen. In dit geval kan uw kind een beroep doen op de zogeheten samenloopregeling; hij mag dan de overdrachtsbelasting die hij heeft betaald over het bedrag van
Schenken, erven en uw eigen woning
43
de schenkbelasting aftrekken. In het verleden gold bij samenloop van schenkbelasting en overdrachtsbelasting een vrijstelling van overdrachtsbelasting, maar dat is per 1 januari 2010 gewijzigd. Het schenken van een woning is mede hierdoor onder de nieuwe Successiewet minder aantrekkelijk geworden. Wanneer het vruchtgebruik eindigt bij overlijden, wordt bovendien de volledige waarde van de woning op dat moment betrokken in de belastingheffing. De ontvanger betaalt dan dus ook belasting over een eventuele waardestijging.
Verkopen U kunt de woning ook verkopen aan uw kinderen. Dat lijkt weinig zin te hebben, omdat u dan geen vermogen naar hen overdraagt. Dat kunt u echter daarna doen, door de aankoopsom geheel of gedeeltelijk kwijt te schelden. Die kwijtschelding kan verschillende vormen aannemen. U kunt de aankoopsom in termijnen kwijtschelden. U kunt dan bijvoorbeeld kiezen voor een jaarlijkse kwijtschelding die even hoog is als de jaarlijkse vrijstelling van € 5.030. Daarmee kan het echter nog wel een tijd duren voordat u het volledige bedrag heeft overgeheveld. U kunt ook jaarlijks een hoger bedrag kwijtschelden, bijvoorbeeld tot het maximum in het eerste tarief van 10 procent. In dat geval kunt u tot € 115.708 schenken. U kunt bij de overdracht ook al direct een deel van de aankoopsom kwijtschelden. Wij kunnen u helpen om het optimale bedrag dat u kunt kwijtschelden te berekenen.
44
Schenken, erven en uw eigen woning
Voorbeeld: U verkoopt uw woning aan uw zoon voor € 250.000. De overdrachtsbelasting bedraagt 6 procent van de koopsom, dus € 15.000. Tegelijk scheldt u uw zoon € 100.000 kwijt. U schenkt dus dit bedrag. Hierover moet uw zoon € 9.497 schenkbelasting betalen. Volgens de samenloopregeling mag uw zoon dit bedrag verminderen met de overdrachtsbelasting die hij al heeft betaald over die € 100.000, vermindert met de vrijstelling van € 5.030. Deze overdrachtsbelasting is 6 procent van € 94.970, ofwel € 5.698. Over de schenking betaalt hij dan € 9.497 – € 5.698 = € 3.799 belasting. In totaal incasseert de Belastingdienst dus € 18.799 (€ 15.000 overdrachtsbelasting en € 3.799 schenkingsrecht). Het restant van de koopsom, € 150.000 kunt u in jaarlijkse termijnen kwijtschelden (zie p. 44). NB Om zelf de schenkbelasting uit te rekenen kunt u gebruik maken van de rekenhulp op de website van de Belastingdienst.
Na de overdracht Er zijn verschillende varianten om de woning over te dragen aan uw kinderen: • overdracht met vruchtgebruik of recht van bewoning • overdracht in volle eigendom met huurrecht Overdracht met vruchtgebruik U schenkt of verkoopt de woning aan uw kinderen en u blijft erin wonen zonder dat u hen daarvoor iets betaalt. Uw kinderen hebben dan de ‘blote eigendom’ van de woning: de woning is wel van hen, maar ze kunnen er niet in wonen. Meestal wordt afgesproken dat de ouders alle kosten van onderhoud en belastingen voor hun rekening nemen. Als u verhuist naar een verzorgingshuis en afstand doet van het vruchtgebruik, moeten de kinderen schenkingsrecht betalen over de resterende waarde van het vruchtgebruik. U kunt dit voorkomen door een ‘metterwoon-clausule’ op te nemen. Die stelt dat het vruchtgebruik eindigt bij het verlaten van de woning. De waarde van
Schenken, erven en uw eigen woning
45
het vruchtgebruik wordt hierdoor 25 procent lager (en de waarde van de blote eigendom 25 procent hoger). Over de resterende waarde moeten uw kinderen ook overdrachtsbelasting betalen. Eventuele waardestijging wordt hierin meegenomen. Overdracht in volle eigendom Als u van uw kinderen gaat huren, moet de huurprijs zakelijk (ten minste 6% van de WOZ-waarde) worden bepaald. Is de huur te hoog of te laag, dan gaat de fiscus uit van een schenking, en is er toch schenkbelasting verschuldigd. Door aan de bovenkant van de maximum redelijke huur te gaan zitten, kunt u wel vermogen overdragen zonder dat hierover belasting wordt geheven. De ontvangen huur is vrij van belasting. Maar de kinderen kunnen eventuele onderhoudskosten aan de woning ook niet aftrekken. Bovendien wordt de woning voor de kinderen in de inkomstenbelasting betrokken in de berekening van het ‘box 3-vermogen’ (vermogensrendementsheffing). Beide varianten hebben hun voor- en nadelen. In de huurvariant kunnen de woonlasten van de ouders flink hoger zijn dan voor de overdracht, zeker als de hypotheek al grotendeels was afgelost. Maar die hogere woonlasten moeten gezien worden als het overdragen van vermogen naar de volgende generatie. Het voordeel van een zakelijke huur is dat u over de waardestijging van de woning geen belasting hoeft te betalen. Wij kunnen u meer vertellen over welke keuze het best aansluit bij uw wensen en situatie.
46
Schenken, erven en uw eigen woning
9 De notaris 9a Wat de notaris doet Authentieke akten Een notaris is een persoon die bevoegd is om zogeheten ‘authentieke akten’ op te maken in de gevallen waarin de wet die bevoegdheid aan hem toekent en een partij dit van hem verlangt. Notarissen zijn lid van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie en staan onder tuchtrechtelijk toezicht van de Kamer van Toezicht en onder financieel toezicht van het Bureau Financieel Toezicht. De wet heeft de notaris de bevoegdheid gegeven authentieke akten op te maken. Een authentieke akte biedt, in vergelijking met een onderhandse akte, meer zekerheid dat het document echt is, dat niemand er achteraf iets aan veranderd heeft en dat de personen van wie de namen onder het document staan werkelijk degenen zijn geweest die het hebben ondertekend. Het gaat om akten op het gebied van: • het personen- en familierecht (het opmaken van huwelijksvoorwaarden, testamenten, scheidingsakten, verklaringen van erfrecht, notariële schenking op papier, et cetera) • het onroerende zakenrecht (het opmaken van akten van levering, hypotheekakten, akten in het kader van een openbare veiling, et cetera) • het rechtspersonenrecht (het opmaken van akten van oprichting van bijvoorbeeld stichtingen, BV’s en NV’s, statutenwijzigingen en dergelijke)
De notaris
47
Onafhankelijk en onpartijdig De wet schrijft de tussenkomst van de notaris voor bij het opmaken van een akte, als de notariële vorm vereist is voor de geldigheid van die akte. Dit vloeit voort uit de wijze waarop de notaris zijn werkzaamheden dient te verrichten en de waarborgen die de notaris daarbij biedt. Het gaat hierbij om: • de adviserende taak en specifieke kennis van de notaris • de onafhankelijkheid waarin de notaris zijn functie kan vervullen (vergelijkbaar met de rechterlijke macht) • de onpartijdigheid van de notaris • de verplichting van de notaris om partijen gedegen voor te lichten over de gevolgen van de door hen te verrichten rechtshandelingen • de verplichtingen van de notaris voor de wijze van opstellen, registreren en bewaren van de akten
Grotere rechtszekerheid De notariële akte is vooral bedoeld om een grote rechtszekerheid te hebben. In het bewijsrecht heeft de notariële akte dan ook een aanzienlijk sterkere positie dan een niet-notariële akte (een onderhandse akte). Ook in gevallen waarin de wet niet de tussenkomst van de notaris verplicht, kan het nuttig zijn om een notaris in te schakelen. Indien twee partijen een overeenkomst hebben bereikt, bijvoorbeeld over de betaling van een geldsom, dan kan deze overeenkomst notarieel worden vastgelegd. Het grote voordeel hiervan is de ‘executoriale kracht’ van de notariële akte: komt één van beide partijen de overeenkomst niet na, dan kan de andere partij direct (executoriaal) beslag leggen op de goederen van de partij die in gebreke blijft. Hij hoeft dus niet eerst een procedure te starten bij de rechter.
Ambtenaar en ondernemer Volgens de wet is de notaris zowel openbaar ambtenaar als ondernemer. Enerzijds dient de notaris te handelen in het publieke belang. Dit uit zich onder andere in de verplichting van de notaris
48
De notaris
om op verzoek van partijen een akte op te maken (de zogeheten ministerieplicht). Anders gezegd: als een cliënt van de notaris verlangt dat hij voor hem een testament opstelt, dan moet de notaris aan dat verzoek gehoor geven; hij mag niet zonder reden weigeren. Anderzijds moet de notaris als ondernemer de commerciële belangen van zijn kantoor in de gaten houden. Hij is dan wel openbaar ambtenaar met een publieke taak, maar hij moet zelf zorgen voor zijn inkomsten. Die ontvangt hij doordat hij de cliënten een honorarium in rekening brengt. De hoogte van het honorarium is sinds enkele jaren vrij. De notaris mag zelf de hoogte van zijn honorarium vaststellen.
Lange opleiding Notaris word je niet zomaar. In Nederland duurt de universitaire opleiding van de studie Notarieel Recht vier jaar. Aan zes Nederlandse universiteiten is het mogelijk notarieel recht te studeren. Om tot notaris benoemd te kunnen worden moet een kandidaat-notaris een drie jaar durende post-doctorale opleiding hebben afgerond en minimaal zes jaar werkervaring in het notariaat hebben.
9b Het testament Ook onder de nieuwe Successiewet is het in veel gevallen verstandig om een testament op te maken. In een testament kunt u vastleggen wat er moet gebeuren met uw eigendommen na uw overlijden en welke persoon de afwikkeling van de nalatenschap op zich neemt. Het testament geeft u de mogelijkheid om af te wijken van de regels van het versterferfrecht. U moet het testament bij de notaris opmaken. U kunt het testament later altijd veranderen. Een testament kan onder andere erfstellingen en legaten bevatten. Met een erfstelling wijst u aan wie de erfgenamen zijn en voor welk gedeelte. Met een legaat kunt u geld of bepaalde goederen aan iemand nalaten.
De notaris
49
Deze persoon of organisatie heet legataris. In uw testament kunt u zaken nalaten aan mensen of instellingen die anders buiten de erfenis zouden vallen, zoals niet-familieleden, de persoon met wie u samenwoont en die (nog) niet voldoet aan de partnerdefinitie en stichtingen of verenigingen. Als er geen testament is, regelt de wet wie de erfgenamen zijn (zie hoofdstuk 5). Via het testament kunt u ook anderen laten delen in de erfenis. In uw testament kunt u ook regelen dat mensen meer of minder krijgen dan volgens de wettelijke regels. U kunt bijvoorbeeld bepalen dat uw partner meer krijgt. U kunt er ook voor zorgen dat een erfgenaam niet of minder erft. De wet stelt hierbij wel beperkingen als het gaat om echtgenoot en kinderen. U kunt in uw testament ook niet-stoffelijke zaken regelen. U kunt bijvoorbeeld een voogd en een bewindvoerder aanwijzen voor minderjarige kinderen en een executeur benoemen om uw testament uit te voeren. Verder kunt u een uitsluitingsclausule opnemen in uw testament, zodat een erfgenaam de verkrijging na een scheiding niet hoeft te delen met een partner.
Codicil Met een codicil kunt u zonder tussenkomst van de notaris sommige zaken regelen. De mogelijkheden zijn echter beperkt. Zo mag u geen geld of onroerende zaken toewijzen via een codicil. U kunt wel bepalen hoe de uitvaart eruitziet en wie welke inboedelgoederen krijgt, bijvoorbeeld sieraden, kunstwerken, de oude staartklok, enzovoort. U moet het codicil met de hand schrijven, van een datum voorzien en ondertekenen. Bovendien dienen de goederen duidelijk omschreven te zijn. Als u wilt weten of een overledene een testament heeft gemaakt, kunt u dit schriftelijk navragen bij het Centraal Testamentregister, Postbus 19398, 2500 CJ Den Haag. U moet een kopie meesturen van de akte van overlijden. Bij het Centraal Testamentregister staat geregistreerd of iemand een testament heeft gemaakt en welke notaris dat bewaart. Meer informatie vindt u op: www.centraaltestamentenregister.nl.
50
De notaris
10 Tips en adviezen Neem in ieder geval elke vijf jaar, maar liever nog elke drie jaar uw testament opnieuw onder de loep De ontwikkelingen gaan snel. Zowel in uw eigen leven als in de samenleving. Regelgeving verandert en ook uw persoonlijke situatie blijft niet hetzelfde. Neem bijvoorbeeld de meest recente aanpassing van de Successiewet. Met de nieuwe vrijstellingen en tarieven is het misschien slim om voor een andere verdeling te kiezen of nu al op een andere manier vermogen over te dragen. Als uw testament is opgemaakt vóór 2003, is het sowieso verstandig om het opnieuw te bekijken. Voor de herziening van 2003 werd de langstlevende echtgenoot vaak als enige erfgenaam benoemd om te voorkomen dat kinderen hun wettelijk erfdeel zouden opeisen. Sinds 2003 kunnen de kinderen hun wettelijk erfdeel niet meer opeisen. Ze kunnen alleen een niet-opeisbare vordering hebben op de langstlevende partner. Maar wanneer een ouder vóór 2003 in het testament heeft laten zetten dat de langstlevende alles erft, zijn de kinderen wettelijk gezien onterfd, ook al was dat niet de bedoeling van de ouder. Benoem in uw testament een executeur De executeur is verantwoordelijk voor de afwikkeling van de erfenis. Dit kan één van de erfgenamen zijn, maar het kan ook een buitenstaander zijn. De rechten en de plichten van de executeur beschrijft u in het testament. De executeur krijgt het beheer over de bezittingen van de overledene en moet de erfenis zo goed mogelijk afwikkelen. U kunt een executeur benoemen die alleen de nalatenschap inventariseert en financiële verplichtingen afhandelt. U kunt hem ook de verdeling van de erfenis laten doen. Als er een executeur is, kan de notaris sneller een verklaring van executele afgeven. De executeur kan dan aan de slag met de afwikkeling van de nalatenschap. De erfgenamen krijgen zo toegang tot de tegoeden van de overledene. Benoemt u geen executeur in uw testament, dan
Tips en adviezen
51
kunnen de erfgenamen een boedelgevolmachtigde aanwijzen. Dan moet de notaris een erfgenamenonderzoek doen waarna alle kinderen moeten meewerken. Dit kan extra tijd kosten. Als de erfgenamen het niet eens kunnen worden over de boedelgevolmachtigde, kan de afhandeling stil komen te liggen. Dit wil overigens niet zeggen dat de afhandeling met een in het testament benoemde executeur per definitie probleemloos zal verlopen. Meestal worden de werkzaamheden van de executeur met argusogen gevolgd. Als één van de erfgenamen is benoemd tot executeur, dan kan dit bij de andere erfgenamen scheve ogen geven. Voorkom dat uw kinderen te veel belasting moeten betalen over een erfdeel dat zij niet krijgen uitgekeerd In een zogeheten langstlevendetestament bepaalt de erflater dat zijn partner als langstlevende na zijn overlijden over het totale vermogen mag beschikken. De kinderen krijgen hun erfenis dan niet uitgekeerd, maar houden een niet-opeisbare vordering. De kinderen zijn hierover echter wel successiebelasting verschuldigd, welke in de praktijk vaak door de langstlevende wordt voorgeschoten. Ze hebben een vrijstelling van € 19.114. U kunt de te betalen belasting verminderen. U kunt bijvoorbeeld met een legaat aan de kleinkinderen € 19.114 per kleinkind per grootouder buiten de heffing houden. Een andere mogelijkheid is een ‘ik-vader’ of ‘ik-moeder’ legaat. Hiermee benut u de vrijstelling van de langstlevende optimaal. De kinderen moeten dan wel na het overlijden van de tweede ouder veel belasting betalen, maar dan kunnen ze bezittingen te gelde maken, zoals de woning. Uw notaris kan u meer vertellen over deze constructie. Sluit een overlijdensrisicoverzekering af om erfbelasting te betalen Als u een vermogen nalaat dat is ‘gestold’, in bijvoorbeeld een mooi woonhuis of een kunstverzameling, kunnen de nabestaanden in de problemen komen als ze erfbelasting moeten betalen. Bij een erfdeel ter waarde van € 1.000.000 moet de achterblijvende partner
52
Tips en adviezen
€ 67.708 erfbelasting betalen, en een kind € 184.605. Is dat geld niet aanwezig, dan bestaat de kans dat het huis of de verzameling verkocht moet worden of als onderpand gebruikt moet worden voor een lening. Een andere optie is een successieclaimverzekering. Die wordt afgesloten op het leven van de erflater en keert uit als deze overlijdt. De nabestaande kan het geld gebruiken om erfbelasting te betalen. De hoogte van het uit te keren bedrag (en daarmee de hoogte van de premie) kunt u afstemmen op het verwachte erfbelasting over de erfenis. Het is dan wel zaak dat de polis zelf buiten de nalatenschap blijft. De uitkering is belastingvrij als het kind zowel verzekeringnemer als begunstigde is. Gebruik een uitsluitingsclausule Als uw kind in gemeenschap van goederen is getrouwd, is alles wat van haar is, ook van hem. Schenkt u een bedrag aan uw kind, of erft uw kind een deel van uw vermogen, dan is dat voor de helft eigendom van de huwelijkspartner. U kunt echter ook ‘onder uitsluiting’ schenken of vererven. Dit betekent dat uw schenking buiten de gezamenlijke bezittingen blijft. Komt het tot een scheiding, dan kan uw schoonzoon of –dochter geen aanspraak maken op een deel van de schenking. Het is verstandig om de uitsluitingsclausule schriftelijk vast te leggen. Wanneer u dit laat doen door een notaris, weet u zeker dat het stuk bewaard blijft en dat uw kind het kan opvragen als dat nodig mocht zijn. Ga iets leuks doen met uw kinderen en kleinkinderen Met de verhoging van de schenkbelasting op schenkingen aan uw kinderen en kleinkinderen en de hoge rente van 6 procent die berekend wordt bij een schenking op papier, is het duurder geworden om aan uw kinderen en kleinkinderen te schenken. Er staat u echter een andere weg open: trakteer uw nageslacht van tijd tot tijd op een leuke vakantie of ga eens met ze uit eten. Daarmee bespaart u voor hen kosten, ze hebben plezier en het versterkt de familieband.
Tips en adviezen
53
54
Schenken
Begrippenlijst 180-dagenregeling Wanneer de gever binnen 180 dagen na het doen van een schenking overlijdt, wordt de schenking voor de erfbelasting gezien als een verkrijging uit nalatenschap. De schenking wordt dan betrokken bij de verdeling van de erfenis. Aanvaarden Het accepteren van een erfdeel, inclusief de schulden. Hierdoor wordt iemand erfgenaam. Beneficiair aanvaarden Dit is een bijzondere manier van accepteren van een erfdeel. De erfgenaam aanvaardt de nalatenschap voor zover die positief is. Als er niet voldoende bezittingen zijn om de schulden te betalen, hoeft de erfgenaam het tekort niet zelf bij te passen. De erfgenaam moet hiervoor een verklaring overleggen bij de griffie van de rechtbank. In de praktijk kan dit via de notaris. Hieraan zijn ongeveer € 110 griffierechten verbonden. Bewind Periode waarin het erfdeel wordt beheerd door iemand anders (de bewindvoerder). Een erfgenaam kan dan niet zelfstandig beschikken over de geërfde goederen (vaak gebonden aan een leeftijdsgrens). Codicil Een wilsbeschikking die niet door de notaris wordt opgemaakt. Het moet een zelf geschreven en ondertekend document zijn. Het codicil is geschikt voor het vermaken van bepaalde kledingstukken, sieraden of inboedelgoederen.
Begrippenlijst
55
Erfbelasting Belasting die de overheid oplegt over geld en goederen verkregen uit een erfenis. Vroeger bekend als successierecht. In de volksmond ook wel ‘sterftax’ genoemd. Erfdeel Dat deel van de nalatenschap waar een erfgenaam recht op heeft. Erfenis Dit is geen juridische term, maar een term die vaak wordt gebruikt voor het erfdeel waar iemand recht op heeft. De term wordt ook gebruikt als een ander woord voor nalatenschap. Erfgenaam Degene die recht heeft op (een deel van) de nalatenschap van de erflater. Erflater De overledene die geld, goederen en/of schulden nalaat. Erfrecht Het geheel van rechtsregels en wetsbepalingen dat de overgang van de nalatenschap op de erfgenamen regelt. Executeur Degene die door de erflater is aangewezen om de nalatenschap af te wikkelen. Geldvordering Het recht om op termijn van een ander geld te krijgen. Dit is het geval bij een langstlevendetestament waarbij goederen naar de langstlevende partner gaan, als ook bij de wettelijke verdeling. De kinderen krijgen dan een geldvordering welke pas wordt uitgekeerd wanneer de langstlevende overlijdt.
56
Begrippenlijst
Goederen Alle bezittingen inclusief geld. Langstlevende echtgenoot De huwelijkspartner die zijn echtgenoot overleeft. Legaat Een specifiek onderdeel van de nalatenschap voor een specifieke persoon (=legataris) bedoeld (bijvoorbeeld geld, sieraad, auto, meubelen, et cetera). Legitieme portie Dat deel van de nalatenschap waarop (klein)kinderen minimaal recht hebben. Nalatenschap Het totaal aan bezittingen en schulden dat iemand na zijn overlijden achterlaat. Partner In de nieuwe Successiewet is het partnerbegrip aangepast. Twee personen zijn elkaars partner wanneer: • ze gehuwd zijn en niet gescheiden van tafel en bed of wanneer ze • meerderjarig zijn, én • een gezamenlijke huishouding voeren, én • ze een wederzijdse zorgverplichting hebben laten vastleggen bij een notaris, én • geen bloedverwanten zijn in de rechte lijn (bijvoorbeeld ouder en kind).
Begrippenlijst
57
Samenloopregeling Soms krijgt u te maken met twee soorten belasting tegelijkertijd. Dit kan het geval zijn wanneer uw ouders u hun woning schenken. Het aan de schenking toe te rekenen deel van de overdrachtsbelasting mag u dan aftrekken. Schenkbelasting Belasting die de overheid oplegt wanneer iemand een schenking van geld of goederen krijgt. Dit geldt niet voor schenkingen met een waarde beneden € 2.012. Testament Een notarieel vastgelegd document dat wordt opgesteld om af te wijken van het versterferfrecht. Iedereen van 16 jaar en ouder mag een testament laten opmaken. Ook wel uiterste wil genoemd. Testamentair erfrecht De regels die gelden als iemand een testament heeft gemaakt. Verblijvingsbeding Een overeenkomst tussen twee partijen waarin ze afspreken dat als de één overlijdt, de gezamenlijke goederen eigendom worden van de ander. Vereffenaar De persoon die door de rechter wordt aangewezen om de nalatenschap af te wikkelen, als de erfgenamen niet gevonden kunnen worden. Soms kan ook een erfgenaam vereffenaar zijn, in geval van beneficiaire aanvaarding. Verklaring van erfrecht Verklaring waarin staat wie de erfgenamen zijn en wie namens de erfgenamen bevoegd is, afgegeven door een notaris.
58
Begrippenlijst
Versterferfrecht Erfrecht dat geldt als iemand geen testament heeft gemaakt. Hiervoor wordt ook de term wettelijk erfrecht gebruikt. Verwerpen Het niet accepteren van een erfdeel, er afstand van doen. Dit gebeurt met een verklaring aan de griffie van de rechtbank. Dit kan in de praktijk via de notaris. De griffierechten bedragen ongeveer € 110. Vruchtgebruik Het recht om goederen van een ander te gebruiken. Wettelijke verdeling De langstlevende echtgenoot krijgt eigendom van de nalatenschap. De kinderen krijgen een geldvordering ter grootte van hun erfdeel. Deze geldvordering is onder meer opeisbaar bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot. Wilsbeschikking Een regeling die iemand maakt om te bepalen wat er na zijn overlijden moet gebeuren (ook wel uiterste wilsbeschikking of testament genoemd). Wilsrecht Het recht dat een kind heeft goederen uit een nalatenschap in eigendom te krijgen wanneer er sprake is van stieffamilie.
Begrippenlijst
59
Nuttige (web)adressen Postbus 51 Infolijn Telefoon: 0800 - 8051 (gratis) maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 20.00 uur Internet: www.postbus51.nl Centraal Testamenten Register Postbus 19398 2500 CJ Den Haag Telefoon: 0900 - 114 41 14 www.centraaltestamentenregister.nl Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie Postbus 16020 2500 BA Den Haag Telefoon: 0900 – 346 93 93 maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 14.00 uur www.notaris.nl Belastingdienst Belastingtelefoon: 0800-0543 (gratis) maandag tot en met donderdag van 8.00 tot 20.00 uur vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur www.belastingdienst.nl
60
Nuttige (web)adressen
Trefwoordenregister 180-dagenregeling
blz. 18, 55
A aangifte doen aanvaarden Authentieke akten
blz. 26, 37, 39 blz. 31, 34, 55 blz. 47
B Belastingdienst blz. 15, 18, 22, 24, 26, 33, 36, 37, 39, 40, 41, 42, 45, 60 Beneficiair aanvaarden blz. 31, 34, 55 Bewindvoerder blz. 32, 50, 55 Blote eigendom blz. 43, 45, 46 Boedelvolmacht blz. 31
C Codicil
blz. 50, 55
E Erfbelasting blz. 3, 7, 8, 11, 12, 13, 15, 16, 17, 18, 19, 23, 24, 29, 33, 34, 35, 36, 37, 39, 40, 41, 42, 43, 52, 53, 55, 56 Erfdeel blz. 7, 9, 28, 29, 30, 32, 51, 52, 55, 56, 59 Erfopvolging blz. 27, 28
Notities
Trefwoordenregister
61
Erfrecht blz. 3, 5, 7, 9, 18, 24, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 34, 47, 49, 56, 58, 59 Executeur blz. 31, 32, 50, 51, 52, 56
F Fictieve verkrijging
blz. 34
G Geregistreerde partner
blz. 27, 28
H Huwelijkse voorwaarden
blz. 19, 28, 29
J Jubelschenking
blz. 16, 19, 34
K Kwijtschelding
blz. 44
L Langstlevende echtgenoot blz. 27, 28, 29, 30, 51, 57, 59 Legaat blz. 36, 49, 52, 57 Legataris blz. 50, 57
62
Trefwoordenregister
N Nalatenschapsplanning blz. 5, 7, 8, 9 Notaris blz. 5, 12, 18, 19, 22, 26, 30, 31, 32, 33, 37, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 55, 57, 58, 59, 60
O Onder bewind stellen Onderhandse akte Onderneming Onterven Overdrachtsbelasting
blz. 32 blz. 47, 48 blz. 5, 12, 39, 40, 41, 42 blz. 30 blz. 17, 22, 23, 43, 44, 45, 46, 58
P Periodieke giften Pleegkind
blz. 18 blz. 23
S Samenloopregeling blz. 22, 43, 45, 58 Schenkbelasting blz. 8, 13, 15, 16, 17, 18, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 39, 40, 41, 43, 45, 46, 53, 58 Schulden blz. 21, 31, 32, 33, 34, 55, 56, 57 Standaardregels blz. 7, 27 Stiefkind blz. 23, 28, 29 Successiewet blz. 3, 5, 11, 12, 13, 18, 25, 27, 36, 39, 44, 49, 51, 57
Trefwoordenregister
63
T Testament blz. 5, 7, 24, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 36, 47, 49, 50, 51, 52, 56, 58, 59, 60
U Uitsluitingsclausule
blz. 19, 43, 50, 53
V Verblijvingsbeding blz. 30, 58 Verklaring van erfrecht blz. 31, 58 Verklaring van executele blz. 31, 32, 51 Voogd blz. 50 Voorwaardelijke vrijstelling blz. 40, 41, 42 ‘Vrij van recht’ schenken blz. 26 Vrijstelling blz. 7, 8, 11, 12, 15, 16, 17, 19, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 34, 35, 36, 39, 40, 41, 42, 44, 45, 51, 52 Vruchtgebruik blz. 22, 29, 30, 43, 44, 45, 46, 59
W Waardebepaling blz. 33 Wettelijke verdeling blz. 28, 29, 56, 59 Wilsrecht blz. 29, 59 Woning blz. 3, 5, 7, 15, 16, 17, 22, 23, 24, 30, 33, 34, 42, 43, 44, 45, 46, 52, 58
64
Trefwoordenregister
Bezoekadres Heereweg 21 Postbus 160, 2160 AD LISSE t 0252 - 414 008 f 0252 - 417 880 e
[email protected]
Kantoortijden: 8.30 - 17.30 uur Ook buiten deze tijden zijn afspraken mogelijk.
www.notaristimmers.nl
65