Een gestoord-nuchter glucose Inleiding Deze brochure bevat informatie over gestoord-nuchter glucose. Daarnaast wordt aangegeven welke maatregelen u zelf kunt nemen om hier zo goed mogelijk mee om te gaan. Wat is een gestoord-nuchter glucose We spreken van een gestoord-nuchter glucose als uw nuchtere bloedglucosewaarde tussen de 6,1 en 6,9 mmol/l ligt. Boven de 6.9 mmol/l spreken we van diabetes mellitus (suikerziekte). Bij een gestoord-nuchter glucose kan het glucose-gehalte in het bloed moeilijker op peil gehouden worden. Met een gestoord-nuchter glucose heeft u een vergrote kans op het krijgen van diabetes mellitus. Glucose is afkomstig van koolhydraten in de voeding. In de darmen worden koolhydraten omgezet in glucose en via de darmwand in het bloed opgenomen. Het bloed vervoert glucose naar alle lichaamscellen. Daar dient glucose als energiebron en is dus noodzakelijk voor het lichaam. Kort samengevat: Koolhydraten uit de voeding
Glucose in het bloed
Energie voor het lichaam
Om glucose vanuit het bloed de cellen binnen te laten gaan is insuline nodig. Insuline is een hormoon dat in de alvleesklier (pancreas) wordt gemaakt. Een gestoord-nuchter glucose ontstaat door een relatief tekort aan insuline of door het niet goed werken van de beschikbare insuline. In beide gevallen kan glucose de cel niet in en blijft het in het bloed. De nieren zullen dan een deel van de glucose uit het bloed halen en met de urine uitscheiden. Een deel blijft echter in het bloed. Koolhydraten Voedsel bestaat onder andere uit eiwitten, vetten en koolhydraten. Koolhydraten vormen de belangrijkste energiebron voor het lichaam. Er bestaan verschillende soorten koolhydraten zoals zetmeel, vruchtensuiker, melksuiker en gewone suiker. Zetmeel komt onder andere voor in: brood, aardappelen, rijst, deegwaren, bruine en witte bonen, groente, koek en gebak. Vruchtensuiker komt voor in: vers fruit en (ongezoete) vruchtensappen. Melksuiker komt voor in: melk, karnemelk, kwark, yoghurt, pap, vla en pudding. Gewone suiker komt voor in: vla, pudding, vruchtendrank, snoep, koek, gebak, zoet broodbeleg, frisdrank en ijs.
Pagina 1 van 6
Maatregelen bij een gestoord-nuchter glucose 1. Voeding Bij een gestoord-nuchter glucose is het van belang de hoeveelheid glucose in het bloed zo normaal mogelijk te laten zijn. Gestreefd wordt naar een bloedglucose tussen de 4 en de 10 mmol/l gedurende de dag. Dit kan onder andere door voeding worden beïnvloed. Omdat een maaltijd koolhydraten bevat, moet er voldoende insuline aanwezig zijn. Het basisprincipe hierbij is een spreiding van koolhydraten over de dag. Dit wordt bereikt door meerdere maaltijden per dag te gebruiken. Door op min of meer vaste tijden verspreid over de dag te eten, komt de glucose geleidelijk in het bloed. Het bloedglucosegehalte blijft binnen de grenzen, de verhouding insuline en glucose blijft in balans. De schijf van vijf Gezonde voeding vormt ook bij een gestoord-nuchter glucose de basis. Voedingsmiddelen bestaan uit een combinatie van voedingsstoffen. Er bestaat niet één voedingsmiddel dat alle voedingsstoffen tegelijk levert. Daarom is een voedingsmiddel ook nooit gezond of ongezond; een totale voeding is gezond als zij bestaat uit voedingsmiddelen die samen alle voedingsstoffen bevatten die u nodig heeft. De schijf van vijf bestaat uit 5 vakken.
Eet gevarieerd, kies elke dag uit ieder vak: In de Schijf van Vijf staan groepen voedingsmiddelen die samen de basis vormen voor een gezonde voeding. De vijf vakken geven aan hoe u variatie aan kunt brengen in de voeding. 1. Brood, (ontbijt)granen, aardappelen, rijst, deegwaren of peulvruchten 2. Groente en fruit 3. Zuivel, vlees(waren), vis, ei of vleesvervangers 4. Halvarine, margarine en olie 5. Drinken (vocht); vrij te gebruiken dranken zijn: thee, koffie, bouillon, (bron)water; met mate te gebruiken: light frisdrank Niet te veel Een goed dagmenu bestaat uit 3 hoofdmaaltijden en niet vaker dan 4 keer iets tussendoor. Sla geen ontbijt, lunch en warme maaltijd over, de kans bestaat dat u dan meer extra's tussendoor gaat eten. Pagina 2 van 6
Veel groente, fruit en brood Van groente, fruit en brood kunt u ruime hoeveel-heden eten. Ze bevatten veel voedingsstoffen en ze geven een verzadigd gevoel. Voedingsvezels bevorderen de stoelgang. Een ruime consumptie van groente en fruit verlaagd het risico op chronische ziekten. Wat heeft u dagelijks nodig Gemiddeld aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen per dag vanaf 12 jaar: Basisvoeding Brood Aardappelen (of rijst of deegwaren) Groente Fruit Zuivel Vlees(waren), vis, kip, ei of vleesvervangers Halvarine, margarine, bak- en braadproducten Drinken (vocht)
Hoeveelheid 4 – 7 sneetjes 3 – 5 aardappelen (150 – 250 gram) 3 – 4 groentelepels (150 – 200 gram) 2 stuks 2 – 3 glazen melk(-producten) (400 – 550 ml) en 20 gram kaas (1 plak) 100 – 120 gram vleeswaren en bereid vlees samen 1 – 2 keer per week (vette) vis 20 – 35 gram Minimaal 1½ liter
Wees matig met vet en vetrijke producten In de voeding bij diabetes speelt de hoeveelheid vet een belangrijke rol. Bij diabetes is er een groter risico op hart en vaatziekten. Om dit te voorkomen, is het verstandig niet te veel vet te eten. Van groter belang is het soort vet. Verzadigd vet verhoogt het risico op hart- en vaatziekten, terwijl onverzadigd vet juist verlagend werkt. Verzadigd vet komt zowel voor in voedingsmiddelen van dierlijke herkomst, zoals vlees, melk en kaas als sommige plantaardige voedingsmiddelen zoals kokos en cacao. Kies bij voorkeur de magere vleessoorten, magere of halfvolle melkproducten en minder vette kaas. Koek, gebak en chocolade bevat veel verzadigd vet. Onverzadigd vet komt voor in olie, dieethalvarine (en halvarineproducten met minder dan 16 gram verzadigd vet per 100 gram product), dieetmargarine (en vergelijkbare producten met minder dan 20 gram verzadigd vet per 100 gram product), (vette) vis en noten. Aanbevolen wordt om minstens 1 à 2 maal per week (vette) vis te eten. Kies voor op brood en voor bakken en braden en frituren de zachte of vloeibare vetsoorten. Praktische tips Enkele voorbeelden van minder vette voedingsmiddelen: Kaas 20+ kaas, 20+ smeerkaas, 30+ kaas, cottage cheese Vleeswaren rauwe of gekookte ham, fricandeau, kip/kalkoen-filet, rookvlees, rosbief, magere rollade, casselerrib, filet americain Overig broodbeleg fruit, groentespread, (halva)jam, honing, (appel)stroop, vruchtenhagel Melk en melkproducten magere of halfvolle melk, karnemelk, magere (Bulgaarse) of halfvolle yoghurt, magere chocolade melk, magere vruchtenyoghurt, magere kwark, magere vla
Pagina 3 van 6
Vlees en gevogelte bieflappen, tartaar, haaskarbonade, hamlappen, magere varkenslappen, ongepaneerde schnitzel, rundervink, kipfilet, kalkoenfilet, kip zonder vel Aardappelen aardappelvervangingen zoals (zilvervlies)rijst, (volkoren)macaroni, peulvruchten Dranken (mineraal)water, koffie of thee zonder suiker (eventueel met zoetstof), tomatensap, vetarme bouillon, light frisdranken Suiker Teveel suiker is voor niemand goed. Behalve energie levert het geen waardevolle voedingsstoffen voor het lichaam zoals vitamines en mineralen. Alle soorten suiker en honing leveren evenveel koolhydraten als gewone suiker. Zoetstoffen Zoetstoffen dienen ter vervanging van de zoete smaak van suiker en zijn in verschillende soorten verkrijgbaar. Er zijn zoetstoffen die geen energie leveren en zoetstoffen die wel energie leveren. Zoetstoffen die geen energie leveren (acesulfaam-K, aspartaam, cyclamaat en saccharine) bevatten geen koolhydraten. Ze worden veel gebruikt in producten zoals light-frisdrank, “zoetjes” en vloeibare zoetstof. Zoetstoffen die wel energie leveren (sorbitol, mannitol, xylitol, isomalt, maltitol en lactitol) hebben weinig invloed op het bloedglucosegehalte, maar helpen niet om af te vallen. Ze worden vaak gebruikt in suikervrije snoepjes, chocolade en gebak. Deze met zoetstof gezoete producten kunnen toch koolhydraten bevatten. Daarnaast bevatten ze vaak veel verzadigd vet en zijn ze meestal duur. Dranken Een aantal dranken bevat geen koolhydraten. Dit zijn thee en koffie zonder suiker, water uit de kraan, bron- en mineraalwater, bouillon of magere, ongebonden, heldere soep. Deze dranken kunt u vrij gebruiken. Light-frisdranken met mate gebruiken. Vruchtensappen met het opschrift „ongezoet of light‟ bevatten wel koolhydraten in de vorm van vruchtensuiker. Alcoholische dranken Beperk het gebruik tot maximaal 1 (voor vrouwen) à 2 (voor mannen) consumpties per dag en drink het liefst niet iedere dag. Alcoholvrij-bier veroorzaakt door een grote hoeveelheid koolhydraten een flinke stijging van het bloedglucosegehalte. 2. Rookgedrag Van roken staat onomstotelijk vast dat het de belangrijkste risicofactor is op het krijgen van hart- en vaatziekten. Mensen met gestoord-nuchter glucose hebben een extra groot risico voor het krijgen van hart- en vaatziekten. Stoppen met roken is dus altijd de moeite waard, al is het niet zo eenvoudig. Mocht u wat aankomen, troost u dan met de gedachte dat overgewicht aanzienlijk minder schadelijk is dan roken. Het aankomen wordt veroorzaakt door de stofwisseling die verandert als u stopt met roken. Daarnaast gaan mensen vaak meer eten omdat de sigaret een „leegte‟ achterlaat. Tot slot gaan mensen die stoppen beter ruiken en proeven: Het eten wordt lekkerder en dus eten ze meer.
Pagina 4 van 6
3. Gewicht Is uw gewicht op peil, probeer dit dan zo te houden. Bent u te zwaar, probeer dan af te vallen. Door een te hoog lichaamsgewicht kan insuline namelijk niet goed werken.Er wordt dus minder glucose opgenomen in de cellen en dat heeft natuurlijk een nog ernstiger effect als het lichaam al minder insuline produceert of de insuline niet helemaal voldoende werkt, zoals bij iemand met een gestoord-nuchter glucose het geval is. Daardoor blijft het bloedglucosegehalte te hoog. Het verlies van enkele kilo‟s kan het bloedglucosegehalte al verbeteren. 4. Lichaamsbeweging Meer lichaamsbeweging stimuleert het afvallen en bevordert de werking van de insuline in het lichaam. Dit helpt mee om het bloedglucosegehalte te verlagen. Probeer dagelijks een half uur extra te bewegen. Kies een vorm van bewegen die u leuk vindt (fietsen, zwemmen, wandelen, aerobics etc.).Daarbij is het van belang dat er polsversnelling ontstaat. 5. Bloeddruk Van een hoge bloeddruk merkt u zelf meestal niets. Wel is het zo dat een gestoord-nuchter glucose vaak samengaat met een hogere bloeddruk. Als u bloeddruk verhoogd is, is dit een risicofactor: het maakt de kans groter dat u problemen krijgt met uw ogen, nieren hart en bloedvaten. Door de hoge bloeddruk kunnen beschadigingen in de vaatwanden ontstaan. Hierop zetten zich gemakkelijk vetten en cholesterol af (atherosclerose of aderverkalking). Hierdoor kunnen de bloedvaten langzaam nauwer worden. De weerstand in de bloedvaten neemt toe, waardoor het hart steeds harder moet werken om het bloed rond te pompen. Bepaalde leef- en eetgewoonten hebben een nadelige invloed op de bloeddruk zoals roken en overgewicht, te weinig lichaamsbeweging, overmatig alcoholgebruik en veel stress. Het is dus belangrijk dat u minstens een keer per jaar u bloeddruk laat meten en de eventuele medicatie die u krijgt voorgeschreven goed inneemt. Tot slot Indien u nog vragen heeft na het lezen van deze folder kunt u hiervoor altijd terecht bij uw huisarts of praktijkondersteuner. Evaluatie voorlichting Bent u van mening dat in deze brochure bepaalde informatie ontbreekt, onduidelijk of onjuist is, dan vernemen wij dit graag. U kunt uw opmerking, suggestie of aanvulling mondeling kenbaar maken bij uw huisarts of praktijkondersteuner.
Deze folder is een gezamenlijke uitgave met Roos Knijnenburg en Quartz.
Pagina 5 van 6
Telefoonnummers en adressen Patiëntenvoorlichting T: 0492 – 59 51 02 E:
[email protected] Elkerliek ziekenhuis www.elkerliek.nl
[email protected] Locatie Helmond Wesselmanlaan 25 5707 HA Helmond Locatie Deurne Dunantweg 16 5751 CB Deurne Locatie Gemert Julianastraat 2 5421 DB Gemert model 35965 ag 0711
Pagina 6 van 6