Universiteit Antwerpen Politieke en Sociale Wetenschappen
EEN EVALUATIEONDERZOEK NAAR DE COMMUNICATIESTRATEGIE VAN DE STEDELIJKE JEUGDDIENST ANTWERPEN
Voorbereidend rapport
Dimitri Mortelmans Nathalie De Reyt
Maart 2002
Inhoudsopgave 1
INLEIDING.............................................................................................. 3
2
PROBLEEMSTELLING .............................................................................. 3
3
STEEKPROEF ........................................................................................... 4
4
3.1
WIE WORDT BEVRAAGD?............................................................................... 4
3.2
VERANTWOORDING VAN DE STEEKPROEFMETHODE................................................ 4
3.3
STEEKPROEFGROOTTE .................................................................................. 5
3.4
CONCRETE UITWERKING VAN DE STEEKPROEF VOOR HET ONDERZOEK ........................ 7
3.5
IMPLICATIES VAN HET STEEKPROEFKADER VOOR DE STEEKPROEF ............................ 10
3.6
VOORLOPIGE ANALYSE VAN DE VOOROPGESTELDE STEEKPROEF .............................. 12
ONDERZOEKSMETHODE ....................................................................... 12 4.1
WIJZE VAN BEVRAGING ............................................................................... 12
4.2
INCENTIVE VOOR DE JONGEREN EN DE DIRECTIE ................................................ 14
4.3
INHOUD VAN DE VRAGENLIJST ...................................................................... 14
4.3.1 Introductiepagina ........................................................................... 14 4.3.2 Eerste deel van de vragenlijst: Evaluatie foto, brochure of gadget ..... 14 4.3.2.1 Bevraging foto......................................................................... 14 4.3.2.2 Bevraging brochure ................................................................. 15 4.3.2.3 Bevraging gadget .................................................................... 15 4.3.3 Tweede deel van de vragenlijst ....................................................... 16 4.3.3.1 Achtergrondvragen .................................................................. 16 4.3.3.2 Evaluatie Jeugddienst .............................................................. 16 4.3.3.3 Inspraak ................................................................................. 17 4.3.3.4 Mediabezit- en gebruik............................................................. 17 4.3.3.5 Informatiegedrag..................................................................... 17 4.3.3.6 Bereikbaarheid van jongeren .................................................... 17 5
BIJLAGEN.............................................................................................. 19 5.1
BIJLAGE 1: GESELECTEERDE SCHOLEN EN KLASSEN VOOR DE BEVRAGING .................. 19
5.2
BIJLAGE 2: SCHOLEN DIE IN DE STEEKPROEF ZIJN OPGENOMEN .............................. 36
5.3
BIJLAGE 3: MODELBRIEF NAAR DIRECTIE ......................................................... 39
5.4
BIJLAGE 4: VRAGENLIJST ............................................................................ 41
5.5
BIJLAGE 5 : FOTO’S JEUGDDIENSTEN.............................................................. 73
5.6
BIJLAGE 6: FOTO’S BROCHURES .................................................................... 75
5.7
BIJLAGE 7: FOTO’S GADGETS ....................................................................... 81
2
3 1
Inleiding
Voorliggend rapport brengt verslag uit van de eerste stappen in het kader van het onderzoek: ‘Communiceren en jongeren’. Dit onderzoek wordt in de loop van 2002 uitgevoerd door licentiestudenten van de Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de UIA. Opdrachtgever is de Stedelijke Jeugddienst Antwerpen. In dit startrapport wordt het kader geschetst waarbinnen het onderzoek zal plaatsvinden. In een eerste paragraaf lichten we de probleemstelling toe. Vanuit welke bekommernis is dit onderzoek gegroeid? Wat zijn de basisonderzoeksvragen? In een tweede paragraaf beschrijven we de zoektocht naar de meeste geschikte wijze van steekproeftrekking. Welke leeftijdscategorie wensen we te bevragen? Hoeveel jongeren nemen we op in de steekproef? Kiezen we voor een random- dan wel voor een gestratificeerde steekproef? In een derde paragraaf bespreken we ten slotte hoe de bevraging zal verlopen, welke incentive er aan jongeren wordt geboden en hoe de vragenlijst is opgebouwd. 2
Probleemstelling
Wil de Jeugddienst Antwerpen op een efficiënte en effectieve manier communiceren en informeren dient men eerst zicht te krijgen op het communicatiegedrag van jongeren. We gaan op zoek naar een antwoord op volgende vragen. Welke media gebruiken ze? Op welke manier communiceren ze? Hoe willen jongeren aangesproken worden? Via welke mediakanalen moet dit gebeuren? Daarnaast zullen de producten van de Jeugddienst Antwerpen aan een grondige evaluatie onderworpen worden. Welke diensten biedt de Jeugddienst aan? Kennen de Antwerpse jongeren deze producten? Hoe beoordelen ze deze? Zijn de diensten toegankelijk voor alle jongeren? Hoe kan men over deze diensten op een efficiënte en effectieve manier communiceren? Bovendien willen we ook inzicht verwerven in datgene wat de Antwerpse jongeren bezighoudt. Wat ervaren zij als problemen in hun wijk en de stad? Wat kan er aan gedaan worden en zijn ze ook bereid om zelf een steentje bij te dragen? Dit onderzoek zal resulteren in een aantal aanbevelingen om te komen tot een eenduidige visie op de manier van communiceren met de Antwerpse jongeren. Zulke visie is van belang wil men tot een ‘inclusief en integraal’ communicatiebeleid komen. Om een antwoord te bieden op bovenstaande onderzoeksvragen zal een grootschalige kwantitatieve enquête worden opgezet naar schoolgaande jongeren tussen 12 en 18 jaar. We vertrekken van een vragenlijst die een wijd scala aan vragen bevat, gaande van communicatiepatronen, mediagebruik, vrijetijdsbesteding en informatiegedrag. Het vernieuwde decreet op het lokaal jeugdwerk pleit eens te meer voor een jeugdbeleid gebaseerd op een degelijke analyse van de lokale realiteit 1. Met dit 1
Zie o.m. de Memorie van toelichting bij het Ontwerp van decreet tot wijziging van het zojuist vernoemde decreet van 19 juni 1993. Volgens deze memorie van toelichting bevat een
4 onderzoek wensen we tegemoet te komen aan deze verzuchting. Vanuit dit onderzoek hopen we stedelijke ‘jeugdbeleidsmakers’ gegevens te kunnen aanreiken om hun beleid resp. hun werking te evalueren en beter af te stemmen in termen van effectiviteit en efficiëntie 3
Steekproef
3.1 Wie wordt bevraagd? Het is duidelijk dat er binnen het kader van dit onderzoek moet gezocht worden naar een haalbare en wenselijke leeftijdsmarge voor de steekproef. Reeds bij aanvang van het onderzoek was het duidelijk dat leerlingen uit het middelbaar onderwijs zouden bevraagd worden. Ook al zijn we ons bewust van het grote verschil tussen 12- en 18 jarigen, toch lijkt het ons mogelijk om voor deze leeftijdsgroep één enkele enquête op te stellen. 3.2 Verantwoording van de steekproefmethode Vermits we 12- tot 18-jarigen bevragen, zijn de scholen de meest aangewezen manier om jongeren te bereiken. In andere leeronderzoeken werd deze methode trouwens reeds met succes toegepast 2. Toch is uit deze onderzoeken gebleken dat het werken met scholen niet zonder nadelen is. In de eerste plaats is er de respons van scholen. Het bevragen van scholen verloopt in eerste instantie via de directie. Die moet haar fiat geven over het al dan niet bevragen van de leerlingen. Wanneer dit fiat er echter niet komt, vallen alle leerlingen die in deze school geselecteerd werden, onmiddellijk weg. De hoogte van de respons kan met andere woorden sterk bepaald worden door enkele sleutelfiguren. Een tweede probleem is het vinden van vrije lesuren bij leerkrachten in deze school. Leeronderzoeken voeren hun bevraging doorgaans uit in de loop van de maanden maart, april en mei. In maart krijgen we daarbij vaak problemen met examens en studenten die niet in de school aanwezig zijn. Na de paasvakantie situeert het probleem zich vooral bij de technische en beroepsscholen omdat leerlingen er dan op stage gaan. Ze zijn dan zelden op school en wanneer zij op school zijn, is de tijd dermate beperkt dat doorgaans geen toestemming bekomen wordt om te enquêteren. Het alternatief om deze problemen op te vangen is het meegeven van de enquêtes met de leerlingen en het nadien ophalen van de ingevulde boekjes. Toch opteren we liever niet voor deze manier van bevragen, daar het de licentiestudenten weinig praktijkervaring bijbrengt. We kiezen er dan ook voor om de bevraging te houden via de scholen en tijdens de lesuren.
2
jeugdwerkbeleidsplan idealiter een objectieve beschrijving van de voorzieningen voor kinderen en jongeren in de gemeente, een analyse van de demografische of wijkgebonden eigenaardigheden en een beschrijvende inventaris van de lokale actoren met betrekking tot het jeugd(werk)beleid in de gemeente. Zie: Bursens, P., Mortelmans, D., Van Hove, E. (2000) ‘Werken over de grens?!’, Acco: Leuven. Zie:Ceulemans, C. Degeeter, D., Hermans, G., Mortelmans, D. (2001) ‘Behoeften aan opvang / Opvang van behoeften’, Antwerpen: Universiteit Antwerpen. Zie: Mortelmans, D., Ottoy, W., Van Assche V. (2002) ‘Jongeren en vrije tijd in Antwerpen’, Antwerpen: Universiteit Antwerpen.
5 3.3 Steekproefgrootte Hoe groot moet onze steekproef zijn om representativiteit te garanderen? Representativiteit houdt verband met verhoudingen binnen de steekproef van de meest belangrijke variabelen. Als de steekproef goed getrokken is (bv. enkelvoudig aselect) en de non response is beperkt, dan zullen de gegevens wel representatief zijn. De omvang van de steekproef is moeilijker vast te stellen. Vaak wordt gedacht dat er een wiskundige regel bestaat die exact de juiste steekproefomvang geeft, afhankelijk van een aantal kenmerken van de populatie. Dat is niet zo. Er bestaan regels en formules voor de steekproefomvang maar die hebben meestal slechts te maken met de betrouwbaarheid van de uitspraken en gaan voorbij aan een reeks andere elementen die de steekproefomvang bepalen. We zetten eerst alle criteria op een rij om vervolgens de grootte van de steekproef voor dit onderzoek te bespreken. We kunnen een zevental criteria voor het bepalen van een steekproefgrootte onderscheiden: 1. Heterogeniteit van de populatie Hoe heterogener de populatie, hoe groter de steekproef moet zijn. Wanneer het onderzoek met een toevallige steekproef werkt en geïnteresseerd is in een voldoende vertegenwoordiging van marginale groepen uit de populatie, dan is een grotere steekproef nodig dan wanneer een algemeen beeld van de hele populatie nagestreefd wordt. 2. Deelpopulaties Het uitvoeren van een gestratificeerde steekproef wijst op de bezorgdheid van de onderzoeker om bepaalde deelpopulaties in zijn steekproef zeker vertegenwoordigd te hebben. Wanneer men immers over deze deelpopulaties uitspraken wil doen, moeten deze in voldoende mate vertegenwoordigd zijn in de steekproef. Stel dat de onderzoeker in zijn studie een uitspraak wil doen over geslacht (2 categorieën), leeftijd (in 4 categorieën) en inkomen (in 3 categorieën). Dit impliceert dat hij voor zijn deelpopulaties zeker 2x4x3=24 cellen goed gevuld moet krijgen. Over hoe groot elke cel moet zijn, lopen de meningen uiteen. ‘t Hart en andere (1998) spreken van minimaal 50 gevallen per cel, Baarda (1997) houdt het op 25 respondenten per cel. Dat betekent voor het voorbeeld in het eerste geval een steekproef van 1200 respondenten, in het tweede geval 600 respondenten. De te verwachten non respons De steekproefgrootte komt niet overeen met de omvang van de uiteindelijke datamatrix. Niet alle respondenten die aangeschreven, opgebeld of bezocht worden, zijn bereid om aan het onderzoek deel te nemen. Het is uiteindelijk de respons die bepaalt of men betrouwbare en nauwkeurige uitspraken kan doen. Wanneer men bij een postenquête vreest dat men slechts een respons van 30 percent mag verwachten, dan is het verstandig om de steekproefgrootte drie maal zo groot te nemen dan de benodigde grootte voor de analyse. Als men dan inderdaad slechts 30 percent respons haalt, dan kan men nog steeds betrouwbare uitspraken doen. Gewenste kans op een verkeerde beslissing (vb. 95 % betrouwbaarheidsinterval)
6 Wanneer het onderzoek exacte en (levens)belangrijke vragen moet oplossen, is het belangrijk om de betrouwbaarheid van de uitspraken na te gaan. Omdat een steekproef nooit een exacte afspiegeling is van de populatie, zullen er steeds afwijkingen zitten op de gevonden resultaten. Hoe belangrijker deze afwijkingen zijn voor het onderzoek, hoe kleiner de zogenaamde betrouwbaarheidsintervallen moeten zijn (en hoe groter de steekproef). Opiniepeilingen publiceren bijvoorbeeld regelmatig “een overwicht van 55 % voor kandidaat x”. Als het betrouwbaarheidsinterval echter loopt van 45 tot 65 % dan is het verre van zeker dat kandidaat x verkozen wordt. Gewenste zekerheid De gewenste zekerheid van het onderzoek bepaalt met welke graad van zekerheid de onderzoeker zijn uitspraken wil doen. Hoe ‘zekerder’ hij moet kunnen zijn van zijn uitspraken, hoe groter de steekproef. Helemaal zeker dat de resultaten in het onderzoek gelijk zijn aan de resultaten van de populatie, zal hij nooit zijn. In dat geval zal hij immers de hele populatie moeten ondervragen. In veel onderzoeken wordt gestreefd naar 90 of 95 % zekerheid. Dat wil zeggen dat in 90 van 100 gevallen hij dezelfde resultaten zal krijgen. In 10 % kunnen zijn resultaten afwijken van wat hij nu gevonden heeft. Minima voor statistische technieken Een minder belangrijk criterium wordt gevormd door de analysetechnieken die de onderzoeker wenst te gebruiken. Voor de meeste multivariate analysetechnieken is een absoluut minimum van 100 gevallen vereist om de techniek op een betrouwbare wijze te gebruiken. Wanneer de onderzoeker grotere modellen wenst te schatten, zal dit minimum nog oplopen. Algemene steekproefgroottes zijn hier niet te geven omdat deze verschillen van techniek tot techniek. Doorgaans is de grootte afhankelijk van het aantal variabelen dat men in één bepaalde techniek tegelijk wil analyseren. Kosten - baten Wanneer een bepaalde opdrachtgever aan de onderzoeker vraagt om een onderzoek te doen waar de nauwkeurigheid 1 percent is en de betrouwbaarheid 99 percent dan geeft de onderzoeker als antwoord dat er een steekproef vereist is van 16750 eenheden. Wanneer de onderzoeker op basis daarvan de kosten berekent, zal de opdrachtgever waarschijnlijk even nadenken en zijn eisen verlagen. Elk onderzoek is afhankelijk van beschikbare tijd, mankracht en financiële middelen. De steekproef die getrokken wordt, is dus niet alleen een functie van hoe nauwkeurig worden de resultaten, maar ook van hoeveel het onderzoek mag kosten en hoeveel tijd een onderzoeker krijgt om het onderzoek uit te voeren. Het verhogen van de steekproefgrootte, verhoogt ook de variabele kosten van het onderzoek: drukkosten, verzendingskosten, interviewkosten, invoerkosten, enzovoort. Voor de bevraging via scholen geldt in belangrijke mate het tweede, het derde en het zevende criterium. De andere zijn van minder belang. De populatie van jongeren veronderstellen we redelijk homogeen te zijn naar leeftijd, geslacht en woonplaats. Dat wil niet zeggen dat elke categorie noodzakelijk in gelijke mate moet voorkomen. In Bezali 3 wonen verhoudingsgewijs veel minder mensen dan in Antwerpen Centrum. De populatie jongeren uit deze districten zal dan ook in verhouding zijn. Een grote 3
Afkorting voor de gemeenten Berendrecht, Zandvliet en Lillo.
7 nauwkeurigheid en betrouwbaarheid zijn niet van het allergrootste belang voor deze studie. De resultaten moeten betrouwbaar zijn en in de mate van het mogelijk representatief voor de hele stad. Toch lijkt het ons van ondergeschikt belang of nu 20.1 of 20.2 percent lid is van een jeugdvereniging. Wat statistische technieken betreft, lijken er ook weinig problemen te zijn. Zodra een steekproef boven de 500 respondenten uitkomt, kan men nagenoeg alle technieken (met de nodige voorzichtigheid) gebruiken. Het tweede criterium vraagt aandacht voor deelpopulaties. Een enkelvoudige random steekproef selecteert mensen op volledig toevallige basis. Zonder dat de onderzoeker ingrijpt in het selectieproces worden er mensen gekozen. Toch lijkt het voor dit onderzoek aangewezen om een bijkomende selectie in te bouwen ten einde een aantal achtergrondvariabelen onder controle te houden. Zoals verder wordt aangegeven, denken we hierbij aan een evenredige verdeling over district en over graad in het middelbaar onderwijs. Een verdeling naar scholingsniveau zou ook aangewezen zijn. De gegevens om dergelijke selecties uit te voeren ontbreken echter. Het derde criterium is de verwachte non respons. De weigering van de directies om mee te doen, ligt hier aan de basis. Voortbouwend op de ervaring uit voorgaande onderzoeken en op het beschikbare budget, denken we dat een steekproef van ongeveer 5000 eenheden moet volstaan om een voldoende respons te halen en om representatief te zijn naar de twee strata die we eerder hebben onderscheiden (district en leeftijdscategorie). 3.4 Concrete uitwerking van de steekproef voor het onderzoek Om de steekproef op te stellen, werd contact opgenomen met het Ministerie van Onderwijs, meer bepaald met Ines Depoorter. Zijn stelde ons een database ter beschikking met gegevens van de Antwerpse middelbare schoolpopulatie. Deze database vormt het steekproefkader waarop de te bevragen scholen gekozen zullen worden. Volgende gegevens werden ons ter beschikking gesteld: de naam van de school, het onderwijsnet, de vestigingsplaats en het adres (adres, postcode, gemeente en district), de graad, leerjaar, geboortejaar en geslacht van de leerlingen, alsook het aantal leerlingen per leerjaar. Elke klas in de database was opgesplitst naar geboortejaar en geslacht. Hoewel de gegevens alle informatie bevatten die we nodig hebben voor het onderzoek, moest eerst aan de vorm van de database gesleuteld worden. Zo werd in eerste instantie de opdeling tussen jongens en meisjes weggewerkt. De variabele geslacht werd opgesplitst in een variabele “Aantal jongens” en “Aantal meisjes”. In een tweede stap werden ook de geboortejaren samengevoegd. Deze informatie was immers niet relevant voor het trekken van de steekproef. De uiteindelijke gegevensbank waarmee we verder werkten, had één leerjaar als eenheid. Per leerjaar beschikten we nu over het totale aantal leerlingen in dat jaar, alsook de opgesplitst gegevens hiervan naar geslacht. Op basis van deze gegevens werd uit de leerlingenpopulatie een gestratificeerde enkelvoudige toevalssteekproef (simple random sample) getrokken. De
8 steekproefeenheden zijn leerlingen tussen 12 en 18 jaar 4. De steekproef is gestratificeerd omdat twee strata in het onderzoek zorgen voor een minimale representativiteit binnen beide strata. We vertrekken voor de stratificatie van de proportionele verdeling van de schoolbevolking over de districten 5. Dat betekent dat de leerlingen in de steekproef een zelfde proportionele verdeling zullen vertonen als in de populatie. Tabel 1 geeft een overzicht van de absolute en percentuele verdeling van de leerlingen over de dertien districten. Tabel 1 Verdeling van het aantal leerlingen in de populatie 12-18 jarige leerlingen in GrootAntwerpen naar district
District
Aantal lln Antwerpen-Kiel 2856 Antwerpen-Linkeroever 854 Antwerpen-Noord 1973 Antwerpen-Zuid 5174 Antwerpen Centrum 7094 Berchem 1719 Bezali 55 Borgerhout 1422 Deurne 2508 Ekeren 1972 Hoboken 2128 Merksem 5508 Wilrijk 608 33871
% 8% 3% 6% 15 % 21 % 5% 0% 4% 7% 6% 6% 16 % 2% 100 %
Steekproef (Theorie) 422 126 291 764 1047 254 8 210 370 291 314 813 90 5000
Uit deze verdeling blijkt een duidelijk overwicht van het district Antwerpen Centrum. Hier bevinden zich verschillende stedelijke en vrije middelbare scholen. Deze scholen hebben een aantrekkingskracht tot ver buiten de stad zodat verwacht kan worden dat er niet alleen Antwerpse jongeren in de steekproef zullen belanden. Het tweede stratum dat we in de steekproef hanteren is het onderwijsniveau. Het geboortejaar van de kinderen biedt geen praktische manier van werken. Jongeren van eenzelfde geboortejaar kunnen immers in een ander leerjaar zitten. Vandaar de optie om met graden te werken. Omdat een volledig representatieve verdeling naar alle leerjaren praktisch niet haalbaar is, werd besloten om clustering van leerjaren in graden te gebruiken. De eerste graad bevat het eerste en tweede middelbaar, de tweede graad het derde en vierde en de derde graad zijn de laatste twee of drie jaren dat in Groot-Antwerpen middelbare school volgt.
4 5
Hierbij wordt abstractie gemaakt van de zittenblijvende leerlingen die ouder dan 18 geworden zijn. Antwerpen-Zuid 2018, Antwerpen-Centrum 2000, Antwerpen-Kiel 2020, Antwerpen-Noord 2060 en 2030, Antwerpen Linkeroever 2050, Bezali 2040, Borgerhout 2140, Deurne 2100, Ekeren 2180, Hoboken 2660, Merksem 2170, Wilrijk 2610, Berchem 2600 en Hemiksem 2620.
9 Tabel 2 geeft een overzicht van de toevoeging van het tweede stratum. Per combinatie van beide strata beschikken we nu over de proportionele verdeling van het aantal leerlingen dat in Groot-Antwerpen de middelbare school volgt Tabel 2 Verdeling van het aantal leerlingen in de populatie 3-12 jarige leerlingen in GrootAntwerpen naar district en niveauclusters.
District
Graad
Antwerpen-Kiel 1 Antwerpen-Kiel 2 Antwerpen-Kiel 3 Antwerpen-Linkeroever 1 Antwerpen-Linkeroever 2 Antwerpen-Linkeroever 3 Antwerpen-Noord 1 Antwerpen-Noord 2 Antwerpen-Noord 3 Antwerpen-Zuid 1 Antwerpen-Zuid 2 Antwerpen-Zuid 3 Antwerpen Centrum 1 Antwerpen Centrum 2 Antwerpen Centrum 3 Berchem 1 Berchem 2 Berchem 3 Bezali 1 Bezali 2 Borgerhout 1 Borgerhout 2 Borgerhout 3 Deurne 1 Deurne 2 Deurne 3 Ekeren 1 Ekeren 2 Ekeren 3 Hoboken 1 Hoboken 2 Hoboken 3 Merksem 1 Merksem 2 Merksem 3 Wilrijk 1 Wilrijk 2 Wilrijk 3
Aantal lln. 975 993 888 400 225 229 674 480 819 1427 1809 1938 1754 2262 3078 540 533 646 48 7 586 463 373 1003 764 741 790 606 576 673 738 717 1614 1895 1999 188 236 184
% 2.9 2.9 2.6 1.2 0.7 0.7 2.0 1.4 2.4 4.2 5.3 5.7 5.2 6.7 9.1 1.6 1.6 1.9 0.1 0.0 1.7 1.4 1.1 3.0 2.3 2.2 2.3 1.8 1.7 2.0 2.2 2.1 4.8 5.6 5.9 0.6 0.7 0.5
% % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % %
Steekproef (Theorie) 144 147 131 59 33 34 99 71 121 211 267 286 259 334 454 80 79 95 7 1 87 68 55 148 113 109 117 89 85 99 109 106 238 280 295 28 35 27
10 Totaal
33871
100 %
5000
3.5 Implicaties van het steekproefkader voor de steekproef Voor elke cel in bovenstaande tabellen wordt in een laatste kolom de percentuele verdeling gegeven van het aantal leerlingen dat verhoudingsgewijs voor deze categorie in de steekproef (van 5000 eenheden) zou moeten belanden. We selecteren binnen de twee strata at random een aantal leerjaren uit een bepaalde school. Bij dergelijke at random steekproef heeft elke elementaire eenheid van de populatie een zelfde kans om in de steekproef opgenomen te worden. ‘Dit wordt gerealiseerd door op basis van een uitputtend steekproefkader (lijst met alle eenheden) met behulp van toevalsgetallen de eenheden te selecteren’ 6. Op deze manier bekomen we een steekproef die binnen de districten representatief is naar de leeftijdsverdeling van de schoolbevolking. Het probleem met de vorming van de steekproef is dat we niet kunnen selecteren op leerling-niveau. De gegevens zijn zelfs niet op klas-niveau maar op leerjaarniveau. Dat betekent dat we voor een bepaalde school enkel het volledige leerjaar kunnen selecteren. Deze beperking van het steekproefkader maakt dat de vooropgestelde cijfers in de vorige paragraaf niet in die mate praktisch in de steekproef vertaald konden worden. De concrete steekproef die voor het onderzoek tot stand is gekomen, wijkt af van de theoretische steekproef die we vooropstelden en die proportioneel van het leerlingenaantal was afgeleid. Tabel 3 geeft een overzicht van de vooropgestelde percentages en de uiteindelijke aantallen en percentages in de steekproef. Wat hierbij onmiddellijk opvalt, is dat de uiteindelijke steekproef geen 5000 maar 6950 leerlingen zal bevatten. Het selecteren van hele leerjaren maakt het niet mogelijk om een fijnere indeling te maken. Vermits gekozen werd om minstens voor het vooropgestelde aantal te gaan, is de steekproef in zijn geheel sterk uitgebreid. Dit lijkt ons geen probleem te zijn daar de nauwkeurigheid van de steekproef er alleen maar op vooruitgaat (uiteraard indien dit gepaard gaat met een hogere respons op de enquête). Tabel 3 Vergelijking van populatie met vooropgestelde steekproef
District Antwerpen-Kiel
Antwerpen-Kiel Antwerpen-Kiel
AntwerpenLinkeroever AntwerpenLinkeroever Antwerpen6
Graad
Populatie Steekproef 182 153 149 120
% Populatie 2.9 % 2.9 % 2.6 % 1.2 %
% Steekproef 2.6 % 2.2 % 2.1 % 1.7 %
1 2 3 1
975 993 888 400
2
225
95
0.7 %
1.4 %
3
229
114
0.7 %
1.6 %
Billiet, J.B., (1990) Methoden van het Sociaal-Wetenschappelijk Onderzoek: ontwerp en dataverzameling, Leuven / Amersfoort, Acco, 131.
11 Linkeroever Antwerpen-Noord Antwerpen-Noord Antwerpen-Noord Antwerpen-Zuid Antwerpen-Zuid Antwerpen-Zuid Antwerpen Centrum Antwerpen Centrum Antwerpen Centrum Berchem Berchem Berchem Bezali Bezali Borgerhout Borgerhout Borgerhout Deurne Deurne Deurne Ekeren Ekeren Ekeren Hoboken Hoboken Hoboken Merksem Merksem Merksem Wilrijk Wilrijk Wilrijk TOTAAL
1 2 3 1 2 3 1
674 480 819 1427 1809 1938 1754
119 117 131 259 254 356 290
2.0 1.4 2.4 4.2 5.3 5.7 5.2
% % % % % % %
1.7 1.7 1.9 3.7 3.7 5.1 4.2
% % % % % % %
2
2262
410
6.7 %
5.9 %
3
3078
485
9.1 %
7.0 %
1 2 3 1 2 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3
540 533 646 48 7 586 463 373 1003 764 741 790 606 576 673 738 717 1614 1895 1999 188 236 184 33871
155 120 133 19 6 151 170 125 188 138 123 140 155 160 155 278 205 326 267 419 95 108 80 6950
1.6 % 1.6 % 1.9 % 0.1 % 0.0 % 1.7 % 1.4 % 1.1 % 3.0 % 2.3 % 2.2 % 2.3 % 1.8 % 1.7 % 2.0 % 2.2 % 2.1 % 4.8 % 5.6 % 5.9 % 0.6 % 0.7 % 0.5 % 100 %
2.2 % 1.7 % 1.9 % 0.3 % 0.1 % 2.2 % 2.4 % 1.8 % 2.7 % 2.0 % 1.8 % 2.0 % 2.2 % 2.3 % 2.2 % 4.0 % 2.9 % 4.7 % 3.8 % 6.0 % 1.4 % 1.6 % 1.2 % 100 %
12
3.6 Voorlopige analyse van de vooropgestelde steekproef Tot slot van deze paragraaf willen we enkele algemene vergelijkende tabellen weergeven met betrekking tot criteria die niet expliciet in de steekproeftrekking zijn opgenomen maar waar we wel gegevens over hebben in de database die door het Ministerie ter beschikking is gesteld. Meer concreet gaat het over een vergelijking naar onderwijsnet en naar geslacht. De gegevens die gepresenteerd worden zijn steeds gegevens over de algemene populatie én over de uiteindelijke steekproef. Wanneer we kijken naar het onderwijsnet zien we dat de grootste groep leerlingen in het ARGO-net zit (61 %). Deze groep wordt lichtjes oververtegenwoordigd in de steekproef (66 %). De verhouding populatie-steekproef voor het Gemeente onderwijs kent slechts een kleine afwijking (27 % tov 24 %). Hetzelfde geldt voor het Vrij Onderwijs (12 % tov 10 %). Tabel 4 Vergelijking van Antwerpse onderwijspopulatie en steekproef naar onderwijsnet
ARGO Gemeente Vrij
Populatie 20679 9140 4193 34102
Steekproef 4582 1667 701 6950
% Populatie 61 % 27 % 12 % 100 %
% Steekproef 66 % 24 % 10 % 100 %
Naar geslacht merken we een kleine afwijking tussen steekproef en populatie. Verhoudingsgewijs zitten er meer jongens in de steekproef dan in de populatie (52 % tov 47 %). Omgekeerd zitten in de populatie meer meisjes dan in de steekproef (53 % tov 48 %). Tabel 5 Vergelijking van Antwerpse onderwijspopulatie en steekproef naar geslacht
Jongens Meisjes Totaal
Populatie 15932 18170 34102
Steekproef 3616 3334 6950
% Populatie 47 % 53 % 100 %
% Steekproef 52 % 48 % 100 %
Ondanks het feit dat er niet op onderwijsnet, noch op geslacht geselecteerd werd, toont de gestratificeerde enkelvoudige steekproef dat de verhoudingen naar andere variabelen gelijklopend zijn in steekproef en populatie. Uiteraard blijft dit slechts een uitgangspunt en zal de analyse van de gerealiseerde respons moeten uitmaken of er geen systematische afwijkingen zijn in de bereidheid om mee te werken. 4
Onderzoeksmethode
4.1 Wijze van bevraging
13 De bevraging bestaat uit twee grote delen. Enerzijds moet elke respondent in het eerste deel van de bevraging een brochure, gadget of foto van de Jeugddienst evalueren. Vervolgens moet iedereen een anonieme, kwantitatieve vragenlijst invullen. De werkwijze die hierbij gevolgd zal worden, kunnen we opdelen in drie stappen. In een eerste stap zullen de studenten die aan het leeronderzoek deelnemen de vragenlijst (zie bijlage) uittesten op enkele jongeren (3) uit hun omgeving. Daarbij zal gevraagd worden om iemand te kiezen uit de eerste, tweede en derde graad. Deze eerste stap geldt als een beperkte pilootstudie. Het doel van deze eerste ronde is een zicht te krijgen op de problemen die de vragenlijst met zich meebrengt. De ervaring leert immers dat er in elke vragenlijst vragen zijn die niet werken of die verkeerd (of zelfs helemaal niet) begrepen worden. Om hier enigszins aan tegemoet te komen, wordt een test ingelast. Van de studenten zal gevraagd worden een kort verslag te schrijven over de reacties van hun respondenten. Deze verslagen zullen, samen met de reacties van de stuurgroep van het onderzoek op de vragenlijst verwerkt worden en aanleiding geven tot een definitieve vragenlijst. De tweede stap bestaat uit de toestemming verkrijgen om in de verschillende scholen te enquêteren. Deze toestemming wordt in eerste instantie gevraagd aan de directie. Hiervoor wordt door de onderzoekers een brief verstuurd naar alle geselecteerde directies met de vraag om toestemming te verlenen aan de studenten om de enquêtes in de school af te nemen. Een tot twee weken na het versturen van de brief zullen de studenten contact opnemen met de scholen om, indien toestemming werd verleend, contact op te nemen met de betrokken leerkrachten en afspraken te maken voor de bevraging. Het doel is om de vragenlijst dermate beperkt te houden dat zij in één lesuur ingevuld kan worden. De testronde zal moeten uitmaken in welke mate aan dit doel beantwoord werd. De derde stap in de bevraging is de eigenlijke afname van de enquêtes in de klassen. Het opzet is om de enquête klassikaal te laten invullen, onder toezicht van twee studenten. Uit voorgaande onderzoeken weten we dat niet elke leerkracht bereid is om lesuren voor een onderzoek af te staan. De druk om het programma afgewerkt te hebben, is bij velen zo groot dat elk verlies aan lesuren zo veel mogelijk vermeden wordt. Bij deze leerkrachten wordt geprobeerd om een ophaalsysteem te organiseren. De leerlingen krijgen dan een boekje mee naar huis en ze worden gevraagd om het enkele dagen later terug mee te brengen. Dit systeem verlaagt de respons, maar het is in dit geval de enige manier om toch medewerking te verkrijgen van de leerkracht in kwestie.
14
4.2 Incentive voor de jongeren en de directie Om de jongeren te belonen voor het invullen van de vragenlijst, zouden de onderzoekers een of andere incentive willen koppelen aan hun medewerking. Het probleem is dat het onderzoek niet de financiële middelen heeft om alle 6950 te contacteren leerlingen iets te geven. De enig haalbare formule was het aankopen van een aantal film-duotickets. Er moet nog een systeem ontwikkeld worden om deze tickets te verdelen over de deelnemende scholen. De directie wordt zoals gezegd op voorhand gecontacteerd per brief (zie bijlage3). Hierin wordt hen niet alleen de doelstelling van het onderzoek duidelijk gemaakt. Ook wordt aan de directie een samenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten beloofd. De onderzoekers verbinden zich er dan ook toe dergelijke samenvatting af te leveren bij het einde van het onderzoek. 4.3 Inhoud van de vragenlijst We beperken ons in deze paragraaf tot een korte beschrijving van de verschillende onderdelen van de vragenlijst. 4.3.1 Introductiepagina De introductiepagina geeft kort weer welke vragen er in het onderzoek gesteld zullen worden en wat de standaardwijze van invullen is. Dit is noodzakelijk omdat niet alle leerlingen vertrouwd zullen zijn met het invullen van een vragenlijst. Met behulp van een eenvoudig humoristisch voorbeeldje worden zij hierin geholpen. 4.3.2 Eerste deel van de vragenlijst Het eerste deel van de vragenlijst bestaat uit drie modules. Elke respondent moet ofwel een foto van een jeugddienst ofwel een brochure ofwel een gadget van de jeugddienst beoordelen. Elke module is analoog qua opbouw. Eerst moet men aangeven of men al dan niet akkoord gaat met een aantal uitspraken. Daarna moet men een score geven op een aantal vormelijke, visuele en/of inhoudelijke kenmerken. 4.3.2.1 Bevraging foto Daar het om praktische redenen niet mogelijk was om van elke jeugddienst in GrootAntwerpen een foto in het onderzoek op te nemen, werden we genoodzaakt een selectie te maken. Op advies van de medewerkers van het Stedelijk Jeugdcentrum Ter Lo, werd geopteerd om de jeugddiensten van Borgerhout, Hoboken, Deurne en Merksem te bevragen en dit op basis van een specifiek kenmerk. Zo is de jeugddienst van Hoboken een laag prefabgebouw. De jeugddienst van Borgerhout onderscheidt zich door de aanwezigheid van het Stedelijk Jeugdcentrum De Branderij. De jeugddienst Merksem bevindt zich in een klein rijhuis, die van Deurne
15 in een half open bebouwing. De foto’s die in de bevraging gebruikt werden vindt men terug in bijlage 5. De leerlingen krijgen in de klas een foto te zien van één van de jeugddiensten. Zij reageren door middel van schaalitems. De schaal die we hier gebruiken, is een variant op de Emotional Quotient Scale van Wells 7 uit 1964. De schaal bestaat uit twee delen: een EQ-schaal met 12 Likert-items en een Reactieprofiel bestaande uit 12 items die opgesteld zijn volgens de methode van de semantische differentiaal. De Likert-items meten drie typen reacties: aantrekkelijkheid, toegankelijkheid en informatieaanbod. De leerlingen moeten aangeven met welke uitspraken ze het (on)eens zijn. De semantische differentiaal-items meten de aantrekkelijkheid en toegankelijkheid van de jeugddienst op de foto. Hier werken we met scores van nul tot tien. 4.3.2.2 Bevraging brochure Elke leerling krijgt één brochure van de jeugddienst die men moet beoordelen aan de hand van een schaal met 18 Likert-items. We gebruiken hier een variant op een schaal die ontwikkeld werd door prof. De Pelsmacker 8 om de cognitieve en affectieve attitudecomponenten in reclameboodschappen te beoordelen. Een aantal uitspraken werden aangepast zodat deze gebruikt kunnen worden om een brochure te beoordelen. De items in deze schaal meten drie typen reacties: aantrekkelijkheid, duidelijkheid en de informatieve waarde van de brochures. De leerlingen moeten aangeven met welke uitspraken ze het (on)eens zijn. Er worden vier brochures bevraagd: Stedelijke Jeugddienst, partner in vrije tijd en inspraak Speelstraat Swapkrant Projectsubsidie Daarnaast worden ook een aantal vormelijke kenmerken (formaat, lettertype, illustraties, …) beoordeeld aan de hand van een schaal gaande van “zeer goed” tot “slecht”. Een overzicht en foto van de brochures vindt men in bijlage 6. 4.3.2.3 Bevraging gadget Net zoals bij de bevraging van de brochures werd ook hier met een variant op de schaal van prof. De Pelsmacker gewerkt. Wel wordt de schaal gereduceerd van 18 naar 16 items. Deze items meten drie reacties: aantrekkelijkheid, duidelijkheid en nuttigheid van het gadget. De leerlingen moeten aangeven met welke uitspraken ze het (on)eens zijn. Elke leerling moet één van de volgende gadgets beoordelen: Puzzel met het logo van de jeugddienst Fluostiften het logo van de jeugddienst 7
Bearden, W.O., Netemeyer, R.G. (1990) Handbook of marketing scales: Multi-item measures for marketing and consumer behaviour research, London, Sage Publications, 537.
8
De Pelsmacker, P., Decock, B. (1999) Likeability: Wat maakt tv-spots aantrekkelijk? Diegem, Kluwer Business Press, 83.
16 Paarse sleutelhanger het logo van de jeugddienst Sleutelhanger met lichtje en het logo van de jeugddienst Bladwijzer met een verwijzing naar de website van de jeugddienst Meetlatje met een verwijzing naar de website van de jeugddienst Daarna worden, net zoals bij de brochures, een aantal van de vormelijke kenmerken van de gadget beoordeeld aan de hand van een schaal gaande van “zeer goed” tot “slecht”. Een overzicht en foto van de gadgets vindt men in bijlage 7. 4.3.3 Tweede deel van de vragenlijst Het tweede deel van de vragenlijst kan worden onderverdeeld in zes subdelen. 4.3.3.1 Achtergrondvragen Deze module peilt naar de achtergrond van de respondent. Vermits het om nietvolwassenen gaat, doen burgerlijke stand, gezinssamenstelling en arbeidssituatie niet ter zake. Wel wordt ingegaan op het geslacht, de woonplaats en de nationaliteit. Om het verschil te kunnen maken tussen autochtonen en allochtonen wordt niet gevraagd naar de nationaliteit van de ouders maar wel naar de taal die thuis gesproken wordt. Wat de ouders betreft, wordt enkel informatie gevraagd over hun opleidingsniveau en hun huidige beroepssituatie. Daarnaast wordt ook naar de gezinssamenstelling gevraagd. Deze vraag bevat zeer veel antwoordcategorieën omwille van de uiteenlopende gezinsvormen die momenteel terug te vinden zijn. Naast de hoeveelheid geld via vakantiejob of zakgeld, worden er ook enkele vragen naar hun vrijetijdsbesteding gesteld. Een niet onaanzienlijk deel van de jongeren is op een of andere manier lid van een vereniging. In deze module proberen we een zicht te krijgen op deze lidmaatschappen. De twee grootste vormen van verenigingsleven: sportverenigingen en jeugdbewegingen, worden apart bevraagd. Naast deze twee vormen van jeugdwerk, wordt aan de jongeren ook een lijst voorgelegd van andere mogelijke verenigingen waar zij lid van zouden kunnen zijn met de vraag om aan te geven hoe vaak zij deelnemen aan de activiteiten. Tot slot van de module proberen we met een viertal vragen inzicht te krijgen in de favoriete vrijetijdsbestedingen van jongeren, de belangrijkste ontmoetingsplaats en de manier waarop ze me elkaar afspreken. 4.3.3.2 Evaluatie Jeugddienst Deze module start met een belangrijke vraag: Wie van de respondenten kent de jeugddienst? Aan de hand van deze vraag kunnen we direct de naambekendheid. Ook willen we weten waar jongeren hun informatie halen over het bestaan en/of werking van de jeugddienst. In deze vraag wordt een duidelijke opsplitsing gemaakt naar persoonlijke bronnen (vrienden, familie, …) en de verschillende mediakanalen (tv, radio, …). Daarnaast wordt ook de website onder de loep genomen. Hoe vaak surfen jongeren naar de website? Wat is hun mening over deze site en wat hoort er thuis op een website van de jeugddienst? Ook volgen er een aantal korte vraagjes over de deelname aan de Grabbelpas, SWAP-pas, … . Bovendien vragen we hen
17 waar jongeren met hun problemen met betrekking tot drugs, vakantiewerk en/of seksualiteit terecht kunnen en of ze hiervoor al eens bij een JIP hebben aangeklopt. Tot slot volgen er enkele vragen over de inhoud van en de medewerking van jongeren aan een jongerenradio. 4.3.3.3 Inspraak In deze module willen we aan de hand van een zestal vragen inzicht verkrijgen in datgene wat de jongeren van vandaag bezig houdt. Vinden jongeren dat hun mening meetelt? Hebben ze iets te zeggen over het beleid in Antwerpen? Welke thema’s vinden jongeren belangrijk? Ook wensen we te weten te komen wat jongeren als probleem in hun directe woonomgeving en/of in de stad Antwerpen beschouwen. En willen ze aan die problemen ook daadwerkelijk iets doen? Wie van hen heeft al deelgenomen aan de jeugdraad? 4.3.3.4 Mediabezit- en gebruik Deze korte module peilt enerzijds naar de mediabezittingen. Er wordt een lijstje voorgeschoteld van uiteenlopende objecten die ofwel in persoonlijk bezit ofwel in het gezin aanwezig zijn. Anderzijds peilen we naar het surfgedrag van jongeren. We vragen hen een top drie te geven van hun meest bezochte websites. We vragen hen ook om aan te geven of ze al dan niet over een persoonlijk e-mail adres beschikken. 4.3.3.5 Informatiegedrag In deze module proberen we twee dingen te weten te komen. Vooreerst via welke kanalen komen jongeren iets meer te weten over de actualiteit. Ze moeten op deze vraag een antwoord geven aan de hand van een top drie. Daarnaast willen we weten naar welke actuele onderwerpen hun voorkeur uitgaat en waarom dit zo is. 4.3.3.6 Bereikbaarheid van jongeren De eerste vraag in deze module maakt gebruik van een projectieve techniek. De respondent moet zich inleven in een situatie waarin hij samen met enkele vrienden een fuif organiseert. We vragen hem om uit een lijst van verschillende communicatiekanalen juist die uit te kiezen die volgens hem de opkomst het meest ten goede zou komen. Ze hoeven zich niet aan een bepaald budget te houden. Het gebruik van dergelijke projectieve techniek komt regelmatig voor in sociaal wetenschappelijk onderzoek. De uitkomst is moeilijk te voorspellen en hangt een beetje af van de betrokkenheid en de creativiteit van de respondenten. Toch zijn we van mening dat deze vraag, indien ze werkt, een uitstekend zicht kan geven op welke mediakanalen er door de jeugddienst dienen gebruikt te worden om zoveel mogelijk jongeren op de hoogte te brengen van hun activiteiten. De drie andere vragen in deze module lijken sterk op elkaar. Alledrie wensen ze een antwoord te geven op de vraag hoe een organisatie het best “reclame” kan maken voor haar producten of diensten. Enig verschil is wel dat het bij de eerste twee gaat om activiteiten en evenementen van de jeugddienst, terwijl het bij de laatste vraag
18 om muziekspektakel van een commerciële muziekzender gaat. We maken dit onderscheid omdat we verwachten dat de perceptie van jongeren ten opzicht van commerciële reclame verschilt tav. niet-commerciële reclame.
19 5
Bijlagen
5.1 Bijlage 1: Geselecteerde scholen en klassen voor de bevraging DISTRICT Antwerpen-Centrum GRAAD 1 50
Sint-Ludgardis Middenschool Belpaire
Maarschalk Gérards Postnummer: 2000 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 117 AANTAL JONGENS 23 MEISJES 94 62
Sint-Lievenscollege Middenschool
Kasteelpleinstraat LEERJAAR 1 MEISJES 67
Postnummer: AANTAL LLN 173
2000 AANTAL JONGENS 10
AANTAL
AANTAL
6
Reserve 110 Sint-Norbertusinstituut Amerikalei Postnummer: 2000 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 111 AANTAL JONGENS MEISJES 51 Reserve 125 Instituut Dames v.h. Christelijk Onderw. Lange Nieuwstraat Postnummer: 2000 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 74 AANTAL JONGENS MEISJES 62 Reserve 194 Sint-Jan Berchmanscollege Meir Postnummer: 2000 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 43 AANTAL JONGENS MEISJES 10 Reserve 237 Onze-Lieve-Vrouwecollege Frankrijklei Postnummer: 2000 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 138 AANTAL JONGENS MEISJES 47 GRAAD 2 18
60
AANTAL
12
AANTAL
33
AANTAL
91
AANTAL
2000 AANTAL JONGENS 39
AANTAL
Postnummer: 2000 2 AANTAL LLN 123 AANTAL JONGENS 46
AANTAL
Secundaire Handelsschool Sint-Lodewijk
Lombardenvest LEERJAAR 1 MEISJES 22 18
Amerikalei LEERJAAR MEISJES 77 56
Volkstraat LEERJAAR MEISJES 23 71
Sint-Norbertusinstituut
Hiberniaschool
Postnummer: 2000 1 AANTAL LLN 45 AANTAL JONGENS 22
Sint-Lievenscollege
Kasteelpleinstraat LEERJAAR 1 MEISJES 96 Reserve
Postnummer: AANTAL LLN 61
77
Postnummer: AANTAL LLN 181
Sint-Norbertusinstituut
2000 AANTAL JONGENS 85
AANTAL
AANTAL
20 Amerikalei Postnummer: 2000 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 110 AANTAL JONGENS MEISJES 70 Reserve 130 Instituut Dames v.h. Christelijk Onderw. Lange Nieuwstraat Postnummer: 2000 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 58 AANTAL JONGENS MEISJES 52 Reserve 185 Sted. Inst. voor Handel en Ambachten Eikenstraat Postnummer: 2000 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 77 AANTAL JONGENS MEISJES 25 Reserve 186 Sint-Jan Berchmanscollege Meir Postnummer: 2000 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 42 AANTAL JONGENS MEISJES 8 Reserve 213 Onze-Lieve-Vrouwecollege Frankrijklei Postnummer: 2000 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 120 AANTAL JONGENS MEISJES 45 GRAAD 3 6
Italielei LEERJAAR MEISJES 85 29
40
AANTAL
6
AANTAL
52
AANTAL
34
AANTAL
75
AANTAL
Postnummer: 2000 3 AANTAL LLN 105 AANTAL JONGENS 20
AANTAL
Van Celstinstituut TSO
Sint-Lievenscollege
Kasteelpleinstraat LEERJAAR 2 MEISJES 79 32
Frankrijklei LEERJAAR MEISJES 32 40
Italielei LEERJAAR MEISJES 72 54
Postnummer: AANTAL LLN 168
2000 AANTAL JONGENS 89
AANTAL
Postnummer: 2000 AANTAL JONGENS 62 1 AANTAL LLN 94
AANTAL
Onze-Lieve-Vrouwecollege
Van Celstinstituut TSO
Postnummer: 2000 2 AANTAL LLN 93 AANTAL JONGENS 21
AANTAL
Hiberniaschool
Volkstraat Postnummer: 2000 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 25 AANTAL JONGENS 9 MEISJES 16 Reserve 65 Instituut Dames v.h. Christelijk Onderw. Lange Nieuwstraat Postnummer: 2000 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 72 AANTAL JONGENS 6 MEISJES 66 Reserve 140 Stedelijk Instituut voor Ballet Maria Pijpelincxst Postnummer: 2000 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 23 AANTAL JONGENS 10 MEISJES 13
AANTAL
AANTAL
AANTAL
21 Reserve 155 Stedelijk Lyceum Paardenmarkt Postnummer: 2000 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 81 AANTAL JONGENS 71 MEISJES 10 Reserve 191 Secundaire Handelsschool Sint-Lodewijk Lombardenvest Postnummer: 2000 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 126 AANTAL JONGENS 84 MEISJES 42 Reserve 209 Sted. Inst. voor Handel en Ambachten Eikenstraat Postnummer: 2000 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 154 AANTAL JONGENS 10 MEISJES 49
AANTAL
AANTAL
AANTAL
5
DISTRICT Antwerpen-Kiel GRAAD 1 33
S.I.T.O. nr. 5
VIIde-Olympiadelaa Postnummer: LEERJAAR 0 AANTAL LLN 44 MEISJES 16 124
Stedelijk Polytechnisch Instituut
August Leyweg LEERJAAR 2 MEISJES 11 163
Postnummer: AANTAL LLN 84
2020 AANTAL JONGENS 28
AANTAL
2020 AANTAL JONGENS 73
AANTAL
Stedelijk Polytechnisch Instituut
August Leyweg Postnummer: 2020 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 54 AANTAL JONGENS 43 MEISJES 11 Reserve 164 S.I.T.O. nr. 5 VIIde-Olympiadelaa Postnummer: 2020 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 98 AANTAL JONGENS 38 MEISJES 60 Reserve 245 Stedelijke Middenschool nr. 9 Boomsesteenweg Postnummer: 2020 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 137 AANTAL JONGENS AANTAL MEISJES 75 GRAAD 2 88
S.I.T.O. nr. 5
VIIde-Olympiadelaa Postnummer: LEERJAAR 1 AANTAL LLN 153 MEISJES 12
2020 AANTAL JONGENS 33
AANTAL
AANTAL
62
AANTAL
0
Reserve 117 Stedelijk Instituut voor Secundair Ond. Jan de Voslei Postnummer: 2020 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 101 AANTAL JONGENS 31 MEISJES 70 Reserve 175 Stedelijk Instituut voor Secundair Ond. Jan de Voslei Postnummer: 2020 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 71 AANTAL JONGENS 29 MEISJES 42
AANTAL
AANTAL
22 GRAAD 3 4
Stedelijk Polytechnisch Instituut
August Leyweg LEERJAAR 3 MEISJES 22
Stedelijk Polytechnisch Instituut
August Leyweg LEERJAAR 1 MEISJES 12 255
Postnummer: AANTAL LLN 16 Postnummer: AANTAL LLN 69
2020 AANTAL JONGENS 16
AANTAL
2020 AANTAL JONGENS 57
AANTAL
Stedelijk Instituut voor Secundair Ond.
Jan de Voslei Postnummer: 2020 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 64 AANTAL JONGENS 31 MEISJES 33 Reserve 324 S.I.T.O. nr. 5 VIIde-Olympiadelaa Postnummer: 2020 LEERJAAR 3 AANTAL LLN 58 AANTAL JONGENS 4 MEISJES 54 Reserve 326 H. Pius X-instituut - Bovenbouw VIIde-Olympiadelaa Postnummer: 2020 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 207 AANTAL JONGENS 91 MEISJES 11 6
AANTAL
AANTAL
AANTAL
23 DISTRICT Antwerpen-Linkeroeve GRAAD 1 838
Gloriantlaan LEERJAAR MEISJES 56 Reserve Gloriantlaan LEERJAAR MEISJES 42 GRAAD 2 196
Stedelijke Middenschool nr. 10
Postnummer: 2050 1 AANTAL LLN 120 AANTAL JONGENS 64
AANTAL
981 Stedelijke Middenschool nr. 10 Postnummer: 2050 2 AANTAL LLN 88 AANTAL JONGENS 46
AANTAL
Sint-Annacollege
Oscar De Gruyterla Postnummer: LEERJAAR 1 AANTAL LLN 95 MEISJES 57 Reserve 732 Sint-Annacollege Oscar De Gruyterla Postnummer: LEERJAAR 2 AANTAL LLN 130 MEISJES 73 GRAAD 3 501
Sint-Annacollege
Oscar De Gruyterla Postnummer: LEERJAAR 1 AANTAL LLN 114 MEISJES 59 Reserve 753 Sint-Annacollege Oscar De Gruyterla Postnummer: LEERJAAR 2 AANTAL LLN 115 MEISJES 70 DISTRICT Antwerpen-Noord GRAAD 1 141
2050 AANTAL JONGENS 38
AANTAL
2050 AANTAL JONGENS 57
AANTAL
2050 AANTAL JONGENS 55
AANTAL
2050 AANTAL JONGENS 45
AANTAL
AANTAL JONGENS 62
AANTAL
2060 AANTAL JONGENS 10
AANTAL
2060 AANTAL JONGENS 16
AANTAL
2060 AANTAL JONGENS 23
AANTAL
M.S.G.O. I Antwerpen
Pijlstraat Postnummer: 2060 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 119 MEISJES 57 Reserve 162 K.A. I Antwerpen Fr. Rooseveltplaat Postnummer: LEERJAAR 2 AANTAL LLN 23 MEISJES 13 Reserve 268 S.I.T.O. nr. 1 Offerandestraat Postnummer: LEERJAAR 0 AANTAL LLN 25 MEISJES 9 Reserve 292 K.A. I Antwerpen Fr. Rooseveltplaat Postnummer: LEERJAAR 1 AANTAL LLN 32 MEISJES 9 Reserve 293 K.A. I Antwerpen
24 Fr. Rooseveltplaat Postnummer: LEERJAAR 0 AANTAL LLN 64 MEISJES 27
2060 AANTAL JONGENS 37
AANTAL
25 GRAAD 2 38
Sint-Eligiusinstituut -Secundaire School
Van Helmontstraat Postnummer: LEERJAAR 1 AANTAL LLN 55 MEISJES 30 118
Instituut Sint-Maria
Sint-Willibrorduss LEERJAAR 1 MEISJES 44
Reserve 277 Van Helmontstraat LEERJAAR 2 MEISJES 16 Reserve 279 Offerandestraat LEERJAAR 1 MEISJES 29 GRAAD 3 44
Postnummer: AANTAL LLN 32
Postnummer: AANTAL LLN 96
AANTAL
2060 AANTAL JONGENS 42
AANTAL
2060 AANTAL JONGENS 3
AANTAL
2060 AANTAL JONGENS 25
AANTAL
Sint-Eligiusinstituut -Secundaire School
2060 AANTAL JONGENS 22
AANTAL
2060 AANTAL JONGENS 25
AANTAL
2060 AANTAL JONGENS 4
AANTAL
2060 AANTAL JONGENS 11
AANTAL
Israelitische Middenschool Jesode-H-B-J
L. Van Ruusbroecst Postnummer: LEERJAAR 2 AANTAL LLN 81 MEISJES 54 106
2060 AANTAL JONGENS 18
S.I.T.O. nr. 1
Van Helmontstraat Postnummer: LEERJAAR 3 AANTAL LLN 35 MEISJES 13 Reserve 106 K.A. I Antwerpen Fr. Rooseveltplaat Postnummer: LEERJAAR 2 AANTAL LLN 65 MEISJES 40 Reserve 478 S.I.T.O. nr. 1 Offerandestraat Postnummer: LEERJAAR 1 AANTAL LLN 18 MEISJES 14 Reserve 487 S.I.T.O. nr. 1 Offerandestraat Postnummer: LEERJAAR 2 AANTAL LLN 40 MEISJES 29 DISTRICT Antwerpen-Zuid GRAAD 1 92
AANTAL
Sint-Eligiusinstituut -Secundaire School
Postnummer: AANTAL LLN 58
Instituut Sint-Maria
Sint-Willibrorduss LEERJAAR 2 MEISJES 71 67
Postnummer: AANTAL LLN 62
2060 AANTAL JONGENS 25
2018 AANTAL JONGENS 27
Stedelijke Middenschool nr. 1
Quellinstraat Postnummer: 2018 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 90 AANTAL JONGENS 52 MEISJES 38 113
AANTAL
Israelitische Middenschool Jesode-H-B-J
AANTAL
26 L. Van Ruusbroecst Postnummer: 2018 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 88 AANTAL JONGENS 34 MEISJES 54 Reserve 137 K.A. II Antwerpen Hertoginstraat Postnummer: 2018 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 124 AANTAL JONGENS 55 MEISJES 69 Reserve 226 Provinciaal Instituut Sint-Godelieve Brialmontlei Postnummer: 2018 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 181 AANTAL JONGENS 56 MEISJES 12
AANTAL
AANTAL
AANTAL
5
GRAAD 2 5
Provinciaal Instituut Sint-Godelieve
Brialmontlei Postnummer: 2018 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 197 AANTAL JONGENS 66 MEISJES 13 1
35
Sint-Lucas Kunstsecundair
Sint-Jozefstraat LEERJAAR 1 MEISJES 36 Reserve 78 Hertoginstraat LEERJAAR 2 MEISJES 50 Reserve 111 Lange Leemstraat LEERJAAR 2 MEISJES 16 Reserve 115 Lange Leemstraat LEERJAAR 1 MEISJES 21 Reserve 142 Hertoginstraat LEERJAAR 1 MEISJES 60 GRAAD 3 72
Postnummer: AANTAL LLN 57
2018 AANTAL JONGENS 21
AANTAL
2018 AANTAL JONGENS 52
AANTAL
2018 AANTAL JONGENS 15
AANTAL
2018 AANTAL JONGENS 19
AANTAL
2018 AANTAL JONGENS 60
AANTAL
K.A. II Antwerpen
Postnummer: AANTAL LLN 102 Tachkemoni Atheneum
Postnummer: AANTAL LLN 31 Tachkemoni Atheneum
Postnummer: AANTAL LLN 40 K.A. II Antwerpen
Postnummer: AANTAL LLN 120
Sted. Inst. Handel en Administratie nr 1
Durletstraat Postnummer: 2018 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 84 AANTAL JONGENS 51 MEISJES 33 125
Desguinlei LEERJAAR MEISJES 25 179
AANTAL
AANTAL
Provinciaal Instituut PIVA
Postnummer: 2018 3 AANTAL LLN 88 AANTAL JONGENS 63
Sted. Inst. Handel en Administratie nr 1
Durletstraat Postnummer:
2018
AANTAL
27 LEERJAAR MEISJES 27 252
Desguinlei LEERJAAR MEISJES 32 Reserve Desguinlei LEERJAAR MEISJES 41
2
AANTAL LLN 57
AANTAL JONGENS 30
AANTAL
Postnummer: 2018 2 AANTAL LLN 127 AANTAL JONGENS 95
AANTAL
289 Provinciaal Instituut PIVA Postnummer: 2018 1 AANTAL LLN 150 AANTAL JONGENS 10
AANTAL
Provinciaal Instituut PIVA
9
Reserve 293 Provinciaal Instituut Sint-Godelieve Brialmontlei Postnummer: 2018 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 175 AANTAL JONGENS 44 MEISJES 13 1
AANTAL
28 DISTRICT Berchem GRAAD 1 46
Sint-Willebrord-H.Familie 1e graad
F. de Merodestraat Postnummer: LEERJAAR 1 AANTAL LLN 71 MEISJES 49 264
Sint-Willebrord-H.Familie 1e graad
F. de Merodestraat LEERJAAR 2 MEISJES 62 Reserve 296 Grotesteenweg LEERJAAR 1 MEISJES 67 GRAAD 2 23
Postnummer: AANTAL LLN 109
Postnummer: AANTAL LLN 59
Sint-Willebrord-H.Familie
F. de Merodestraat LEERJAAR 1 MEISJES 38 Reserve 205 Grotesteenweg LEERJAAR 1 MEISJES 79 GRAAD 3
AANTAL
2600 AANTAL JONGENS 22
AANTAL
2600 AANTAL JONGENS 42
AANTAL
2600 AANTAL JONGENS 28
AANTAL
2600 AANTAL JONGENS 23
AANTAL
2600 AANTAL JONGENS 31
AANTAL
Onze-Lieve-Vrouwinstituut
K.A. Berchem
Uitbreidingstraat LEERJAAR 1 MEISJES 31 154
Postnummer: AANTAL LLN 84
2600 AANTAL JONGENS 22
Postnummer: AANTAL LLN 61 Onze-Lieve-Vrouwinstituut
Postnummer: AANTAL LLN 110
53
Sec. Ond. Schoonheidszorgen D. Gresiac
64
K.A. Berchem
Koninklijkelaan LEERJAAR 1 83
Uitbreidingstraat LEERJAAR 2 MEISJES 24
Reserve 162 Koninklijkelaan LEERJAAR 2 82 Reserve 299 Koninklijkelaan LEERJAAR 3 17
Postnummer: AANTAL LLN 83 Postnummer: AANTAL LLN 50
2600 AANTAL JONGENS AANTAL MEISJES 2600 AANTAL JONGENS 26
AANTAL
Sec. Ond. Schoonheidszorgen D. Gresiac
Postnummer: AANTAL LLN 82
2600 AANTAL JONGENS AANTAL MEISJES
Sec. Ond. Schoonheidszorgen D. Gresiac
Postnummer: AANTAL LLN 17
2600 AANTAL JONGENS AANTAL MEISJES
29 DISTRICT Bezali GRAAD 1 272
Stedelijke Middenschool nr. 12
Kleine Bredestraat LEERJAAR 1 MEISJES 9 Reserve 1004 Kleine Bredestraat LEERJAAR 2 MEISJES 14 GRAAD 2
Postnummer: AANTAL LLN 19
2040 AANTAL JONGENS 10
AANTAL
Stedelijke Middenschool nr. 12
Postnummer: AANTAL LLN 29
459
Stedelijke Middenschool nr. 12
366
Instituut Maris Stella - Sint-Agnes
2040 AANTAL JONGENS 15
AANTAL
Kleine Bredestraat Postnummer: 2040 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 6 AANTAL JONGENS AANTAL MEISJES 6 Reserve 1879 Stedelijke Middenschool nr. 12 Kleine Bredestraat Postnummer: 2040 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 1 AANTAL JONGENS 1 AANTAL MEISJES DISTRICT Borgerhout GRAAD 1 Turnhoutsebaan LEERJAAR 0 MEISJES 37 449
Postnummer: AANTAL LLN 58
2140 AANTAL JONGENS 21
Instituut Maris Stella - Sint-Agnes
Turnhoutsebaan Postnummer: 2140 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 93 AANTAL JONGENS 16 MEISJES 77 Reserve 608 Instituut Maris Stella - Sint-Agnes Turnhoutsebaan Postnummer: 2140 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 81 AANTAL JONGENS 4 MEISJES 77 Reserve 840 Xaveriuscollege Collegelaan Postnummer: 2140 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 157 AANTAL JONGENS 95 MEISJES 62 GRAAD 2 18
AANTAL
AANTAL
AANTAL
AANTAL
Xaveriuscollege
Collegelaan Postnummer: 2140 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 170 AANTAL JONGENS 10 MEISJES 64
AANTAL
Reserve 682 Xaveriuscollege Collegelaan Postnummer: 2140 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 114 AANTAL JONGENS 71 MEISJES 43 GRAAD 3
AANTAL
6
294
Xaveriuscollege
30 Collegelaan Postnummer: 2140 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 125 AANTAL JONGENS 69 MEISJES 56 Reserve 1118 Xaveriuscollege Collegelaan Postnummer: 2140 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 96 AANTAL JONGENS 50 MEISJES 46 DISTRICT Deurne GRAAD 1 64
Postnummer: AANTAL LLN 91
2100 AANTAL JONGENS 76
79
175
AANTAL
AANTAL
AANTAL
Stedelijk Instituut voor Sec. Ond. nr II
Postnummer: 2100 AANTAL JONGENS 24 2 AANTAL LLN 69
AANTAL
K.T.A. Ruggeveld Deurne-Borgerhout
Ruggeveldlaan LEERJAAR 2 MEISJES 1
Reserve 191 Ruggeveldlaan LEERJAAR 1 MEISJES 15 Reserve 609 Pieter De Ridderst LEERJAAR 2 MEISJES 40 GRAAD 3 59
AANTAL
K.A. Deurne
Fr. Craeybeckxlaan Postnummer: 2100 AANTAL JONGENS 53 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 97 MEISJES 44 Reserve 142 Stedelijk Instituut voor Sec. Ond. nr II Confortalei Postnummer: 2100 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 98 AANTAL JONGENS 45 MEISJES 53 Reserve 151 Sancta Maria Middenschool Pieter De Ridderst Postnummer: 2100 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 100 AANTAL JONGENS 27 MEISJES 73 GRAAD 2 Confortalei LEERJAAR MEISJES 45
AANTAL
K.T.A. Ruggeveld Deurne-Borgerhout
Ruggeveldlaan LEERJAAR 2 MEISJES 15 137
AANTAL
Postnummer: AANTAL LLN 69
2100 AANTAL JONGENS 68
AANTAL
K.T.A. Ruggeveld Deurne-Borgerhout
Postnummer: AANTAL LLN 79
2100 AANTAL JONGENS 64
AANTAL
2100 AANTAL JONGENS 24
AANTAL
Sancta Maria
Postnummer: AANTAL LLN 64
Sancta Maria
Pieter De Ridderst Postnummer:
2100
31 LEERJAAR MEISJES 62 152
1
AANTAL LLN 76
AANTAL JONGENS 14
K.A. Deurne
Fr. Craeybeckxlaan Postnummer: 2100 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 47 AANTAL JONGENS 29 MEISJES 18 Reserve 209 Sancta Maria Pieter De Ridderst Postnummer: 2100 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 77 AANTAL JONGENS 15 MEISJES 62 Reserve 235 Stedelijk Instituut vr Sec. Ond. nr. III Waterbaan Postnummer: 2100 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 81 AANTAL JONGENS 22 MEISJES 59 DISTRICT Ekeren GRAAD 1 99
AANTAL
AANTAL
AANTAL
AANTAL
Sint-Lambertusinstituut - Middenschool
Oorderseweg Postnummer: 2180 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 140 AANTAL JONGENS 71 MEISJES 69 Reserve 194 M.S.G.O. Ekeren Pastoor De Vosstra Postnummer: 2180 AANTAL JONGENS 41 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 97 MEISJES 56 Reserve 396 Instituut Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes Kloosterstraat Postnummer: 2180 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 179 AANTAL JONGENS 54 MEISJES 12
AANTAL
AANTAL
AANTAL
5
GRAAD 2 78
K.A. Ekeren
Pastoor De Vosstra Postnummer: LEERJAAR 1 AANTAL LLN 62 MEISJES 34 107
2180 AANTAL JONGENS 28
Sint-Lambertusinstituut
Oorderseweg Postnummer: 2180 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 93 AANTAL JONGENS 37 MEISJES 56 Reserve 157 K.A. Ekeren Pastoor De Vosstra Postnummer: 2180 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 68 AANTAL JONGENS 34 MEISJES 34 Reserve 374 Onze-Lieve-Vrouw van Lourdesinstituut Kloosterstraat Postnummer: 2180 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 139 AANTAL JONGENS 33 MEISJES 10 6
GRAAD 3 370
AANTAL
K.A. Ekeren
AANTAL
AANTAL
AANTAL
32 Pastoor De Vosstra Postnummer: LEERJAAR 2 AANTAL LLN 39 MEISJES 22 398
2180 AANTAL JONGENS 17
AANTAL
Sint-Lambertusinstituut
Oorderseweg Postnummer: 2180 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 121 AANTAL JONGENS 36 MEISJES 85 Reserve 419 Onze-Lieve-Vrouw van Lourdesinstituut Kloosterstraat Postnummer: 2180 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 152 AANTAL JONGENS 48 MEISJES 10
AANTAL
AANTAL
4
DISTRICT Hoboken GRAAD 1 305
Don Bosco Technisch Instituut
Salesianenlaan LEERJAAR 1 MEISJES 2
Postnummer: AANTAL LLN 155
2660 AANTAL JONGENS 15
AANTAL
2660 AANTAL JONGENS 35
AANTAL
2660 AANTAL JONGENS 24
AANTAL
2660 AANTAL JONGENS 20
AANTAL
2660 AANTAL JONGENS 11
AANTAL
2660 AANTAL JONGENS 28
AANTAL
2660 AANTAL JONGENS 19
AANTAL
2660 AANTAL JONGENS 1
AANTAL
3
Reserve 387 Sint-Agnesinstituut MS Dokter Coenstraat Postnummer: LEERJAAR 2 AANTAL LLN 107 MEISJES 72 GRAAD 2 102
K.A. Hoboken
Distelvinklaan LEERJAAR 1 MEISJES 44 107
Postnummer: AANTAL LLN 68
Don Bosco Technisch Instituut
Salesianenlaan LEERJAAR 2 MEISJES 4
Postnummer: AANTAL LLN 210
Reserve 215 Distelvinklaan LEERJAAR 2 MEISJES 38 Reserve 216 Kloosterstraat LEERJAAR 1 MEISJES 57 GRAAD 3
K.A. Hoboken
6
14
Postnummer: AANTAL LLN 49 Sint-Agnesinstituut
Postnummer: AANTAL LLN 85
Don Bosco Technisch Instituut
Salesianenlaan LEERJAAR 2 MEISJES 8
Postnummer: AANTAL LLN 205
Reserve 16 Distelvinklaan LEERJAAR 3 MEISJES 10
K.A. Hoboken
7
Postnummer: AANTAL LLN 11
33 Reserve 314 Salesianenlaan LEERJAAR 3 MEISJES Reserve 334 Salesianenlaan LEERJAAR 1 MEISJES 8
Don Bosco Technisch Instituut
Postnummer: AANTAL LLN 60
2660 AANTAL JONGENS 60
AANTAL
Don Bosco Technisch Instituut
Postnummer: AANTAL LLN 235
2660 AANTAL JONGENS 22
AANTAL
2170 AANTAL JONGENS 80
AANTAL
2170 AANTAL JONGENS 45
AANTAL
7
DISTRICT Merksem GRAAD 1 3
Groenendaalcollege
Gagelveldenstraat Postnummer: LEERJAAR 2 AANTAL LLN 127 MEISJES 47 5
Katholiek Scholencentrum JOMA
Maantjessteenweg Postnummer: LEERJAAR 1 AANTAL LLN 97 MEISJES 52 19
Stedelijk Handelsinstituut
Vuurkruisenlaan Postnummer: 2170 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 102 AANTAL JONGENS 81 MEISJES 21 Reserve 20 Stella Marisinstituut Stella Marisstraat Postnummer: 2170 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 117 AANTAL JONGENS 54 MEISJES 63 Reserve 133 Technicum Noord-Antwerpen Middenschool Rerum Novarumlaan Postnummer: 2170 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 93 AANTAL JONGENS 91 MEISJES 2 Reserve 254 Katholiek Scholencentrum JOMA Maantjessteenweg Postnummer: 2170 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 118 AANTAL JONGENS 48 MEISJES 70 GRAAD 2 100
Katholiek Scholencentrum JOMA
Maantjessteenweg Postnummer: LEERJAAR 1 AANTAL LLN 147 MEISJES 10 6
115
2170 AANTAL JONGENS 41
AANTAL
AANTAL
AANTAL
AANTAL
AANTAL
Stedelijk Handelsinstituut
Vuurkruisenlaan Postnummer: 2170 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 120 AANTAL JONGENS 90 MEISJES 30 Reserve 199 Technicum Noord-Antwerpen Bovenbouw Rerum Novarumlaan Postnummer: 2170 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 164 AANTAL JONGENS 15 MEISJES 11
AANTAL
AANTAL
34 3
Reserve 224 Stella Marisstraat LEERJAAR 1 MEISJES 59 GRAAD 3 60
Postnummer: AANTAL LLN 118
Stedelijk Handelsinstituut
Vuurkruisenlaan LEERJAAR 1 MEISJES 24 95
Stella Marisinstituut
Postnummer: AANTAL LLN 104
Katholiek Scholencentrum JOMA
Maantjessteenweg Postnummer: LEERJAAR 2 AANTAL LLN 156 MEISJES 90 153
2170 AANTAL JONGENS 59
AANTAL
2170 AANTAL JONGENS 80
AANTAL
2170 AANTAL JONGENS 66
AANTAL
Technicum Noord-Antwerpen Bovenbouw
Rerum Novarumlaan Postnummer: 2170 LEERJAAR 2 AANTAL LLN 159 AANTAL JONGENS 13 MEISJES 23
AANTAL
6
Reserve 181 Stella Marisinstituut Stella Marisstraat Postnummer: 2170 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 155 AANTAL JONGENS 88 MEISJES 67 Reserve 182 Vrij Katholiek Secundair Onderwijs Ridder van Parijss Postnummer: 2170 LEERJAAR 3 AANTAL LLN 20 AANTAL JONGENS 1 MEISJES 19 Reserve 185 Technicum Noord-Antwerpen Bovenbouw Rerum Novarumlaan Postnummer: 2170 LEERJAAR 1 AANTAL LLN 149 AANTAL JONGENS 12 MEISJES 21
AANTAL
AANTAL
AANTAL
8
DISTRICT Wilrijk GRAAD 1 243
Sint-Ursula Middenschool
Sint-Bavostraat LEERJAAR 1 MEISJES 67 Reserve 411 Sint-Bavostraat LEERJAAR 2 MEISJES 59 GRAAD 2 330
Postnummer: AANTAL LLN 95
2610 AANTAL JONGENS 28
AANTAL
2610 AANTAL JONGENS 34
AANTAL
2610 AANTAL JONGENS 28
AANTAL
Sint-Ursula Middenschool
Postnummer: AANTAL LLN 93
Sint-Ursula-instituut
Sint-Bavostraat Postnummer: LEERJAAR 2 AANTAL LLN 108 MEISJES 80 Reserve 1297 Sint-Ursula-instituut Sint-Bavostraat Postnummer:
2610
35 LEERJAAR MEISJES 94 GRAAD 3 262
1
AANTAL LLN 128
Sint-Ursula-instituut
Sint-Bavostraat LEERJAAR 2 MEISJES 66 Reserve 562 Sint-Bavostraat LEERJAAR 1 MEISJES 61
Postnummer: AANTAL LLN 80
AANTAL JONGENS 34
AANTAL
2610 AANTAL JONGENS 14
AANTAL
2610 AANTAL JONGENS 18
AANTAL
Sint-Ursula-instituut
Postnummer: AANTAL LLN 79
36 5.2 Bijlage 2: Scholen die in de steekproef zijn opgenomen School Sint-Ludgardis Middenschool Belpaire Sint-Lievenscollege Middenschool Hiberniaschool Secundaire Handelsschool Sint-Lodewijk Sint-Lievenscollege Sint-Norbertusinstituut Onze-Lieve-Vrouwecollege Van Celstinstituut TSO Hiberniaschool Sint-Lievenscollege Van Celstinstituut TSO S.I.T.O. nr. 5 Stedelijk Polytechnisch Instituut Stedelijk Polytechnisch Instituut S.I.T.O. nr. 5 Stedelijk Instituut voor Secundair Ond. Stedelijk Polytechnisch Instituut Stedelijk Polytechnisch Instituut Stedelijke Middenschool nr. 10 Sint-Annacollege Sint-Annacollege M.S.G.O. I Antwerpen Instituut Sint-Maria Sint-Eligiusinstituut -Secundaire School Instituut Sint-Maria Sint-Eligiusinstituut -Secundaire School
Adres Maarschalk Gérards 18 Kasteelpleinstraat 31 Volkstraat 40 Lombardenvest 52 Kasteelpleinstraat 31 Amerikalei 47 Frankrijklei 91 Italielei 86 Volkstraat 40 Kasteelpleinstraat 31 Italielei 86 VIIde-Olympiadelaa 2 August Leyweg 3 August Leyweg 3 VIIde-Olympiadelaan 2 Jan de Voslei 6 August Leyweg 3 August Leyweg 3 Gloriantlaan 60 Oscar De Gruyterlaan 4 Oscar De Gruyterlaan 4 Pijlstraat 2 Sint-Willibrordusstraat 39 Van Helmontstraat 29 Sint-Willibrordusstraat Van Helmontstraat 29
Postnr 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2000 2020 2020 2020 2020 2020 2020 2020 2050 2050 2050 2060 2060 2060 2060 2060
District Net LLn Antwerpen-Centrum Vrij 117 Antwerpen-Centrum Vrij 173 Antwerpen-Centrum Vrij 45 Antwerpen-Centrum Vrij 61 Antwerpen-Centrum Vrij 181 Antwerpen-Centrum Vrij 123 Antwerpen-Centrum Vrij 94 Antwerpen-Centrum Vrij 93 Antwerpen-Centrum Vrij 25 Antwerpen-Centrum Vrij 168 Antwerpen-Centrum Vrij 105 Antwerpen-Kiel ARGO 44 Antwerpen-Kiel ARGO 54 Antwerpen-Kiel ARGO 84 Antwerpen-Kiel ARGO 153 Antwerpen-Kiel ARGO 64 Antwerpen-Kiel ARGO 69 Antwerpen-Kiel ARGO 16 Antwerpen-Linkeroever ARGO 120 Antwerpen-Linkeroever Vrij 95 Antwerpen-Linkeroever Vrij 114 Antwerpen-Noord Gemeente 119 Antwerpen-Noord Vrij 62 Antwerpen-Noord Vrij 55 Antwerpen-Noord Vrij 96 Antwerpen-Noord Vrij 35
Jongens Meisjes 23 94 106 67 22 23 39 22 85 96 46 77 62 32 21 72 9 16 89 79 20 85 28 16 43 11 73 11 33 120 31 33 57 12 16 0 64 56 38 57 55 59 62 57 18 44 25 30 25 71 22 13
37 Israelitische Middenschool Jesode-H-B-J Stedelijke Middenschool nr. 1 Israelitische Middenschool Jesode-H-B-J Provinciaal Instituut Sint-Godelieve Sint-Lucas Kunstsecundair Sted. Inst. Handel en Administratie nr 1 Sted. Inst. Handel en Administratie nr 1 Provinciaal Instituut PIVA Provinciaal Instituut PIVA Sint-Willebrord-H.Familie 1e graad Sint-Willebrord-H.Familie 1e graad K.A. Berchem Sint-Willebrord-H.Familie Sec. Ond. Schoonheidszorgen D. Gresiac K.A. Berchem Stedelijke Middenschool nr. 12 Stedelijke Middenschool nr. 12 Instituut Maris Stella - Sint-Agnes Instituut Maris Stella - Sint-Agnes Xaveriuscollege Xaveriuscollege K.A. Deurne K.T.A. Ruggeveld Deurne-Borgerhout K.T.A. Ruggeveld Deurne-Borgerhout Stedelijk Instituut voor Sec. Ond. nr II Sancta Maria K.A. Deurne Sint-Lambertusinstituut - Middenschool K.A. Ekeren
L. Van Ruusbroecst 12-34 2018 Quellinstraat 31 2018 L. Van Ruusbroecst 12-34 2018 Brialmontlei 45 2018 Sint-Jozefstraat 35 2018 Durletstraat 8 2018 Durletstraat 8 2018 Desguinlei 244 2018 Desguinlei 244 2018 F. de Merodestraat 34 2600 F. de Merodestraat 34 2600 Uitbreidingstraat 246 2600 F. de Merodestraat 34 2600 Koninklijkelaan 9 2600 Uitbreidingstraat 246 2600 Kleine Bredestraat 2A 2040 Kleine Bredestraat 2A 2040 Turnhoutsebaan 226 2140 Turnhoutsebaan 226 2140 Collegelaan 36 2140 Collegelaan 36 2140 Fr. Craeybeckxlaan 22/24 2100 Ruggeveldlaan 496 2100 Ruggeveldlaan 496 2100 Confortalei 173 2100 Pieter De Ridderstraat 5 2100 Fr. Craeybeckxlaan 22/24 2100 Oorderseweg 8 2180 Pastoor De Vosstra 19 2180
Antwerpen-Zuid Antwerpen-Zuid Antwerpen-Zuid Antwerpen-Zuid Antwerpen-Zuid Antwerpen-Zuid Antwerpen-Zuid Antwerpen-Zuid Antwerpen-Zuid Berchem Berchem Berchem Berchem Berchem Berchem Bezali Bezali Borgerhout Borgerhout Borgerhout Borgerhout Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Deurne Ekeren Ekeren
Vrij 88 ARGO 90 Vrij 81 ARGO 197 Vrij 57 ARGO 84 ARGO 57 ARGO 127 ARGO 88 Vrij 71 Vrij 84 Gemeente 59 Vrij 61 Vrij 83 Gemeente 50 ARGO 19 ARGO 6 Vrij 58 Vrij 93 Vrij 170 Vrij 125 Gemeente 97 Gemeente 91 Gemeente 69 ARGO 69 Vrij 76 Gemeente 47 Vrij 140 Gemeente 62
34 52 27 66 21 51 30 95 63 22 22 28 23 26 10 21 16 106 69 53 76 68 24 14 29 71 28
54 38 54 131 36 33 27 32 25 49 62 31 38 83 24 9 6 37 77 64 56 44 15 1 45 62 18 69 34
38 Sint-Lambertusinstituut Oorderseweg 8 Sint-Lambertusinstituut Oorderseweg 8 K.A. Ekeren Pastoor De Vosstraat 19 Don Bosco Technisch Instituut Salesianenlaan 1 K.A. Hoboken Distelvinklaan 22 Don Bosco Technisch Instituut Salesianenlaan 1 Don Bosco Technisch Instituut Salesianenlaan 1 Katholiek Scholencentrum JOMA Maantjessteenweg 130 Stedelijk Handelsinstituut Vuurkruisenlaan 16 Groenendaalcollege Gagelveldenstraat 71 Stedelijk Handelsinstituut Vuurkruisenlaan 16 Katholiek Scholencentrum JOMA Maantjessteenweg130 Stedelijk Handelsinstituut Vuurkruisenlaan 16 Katholiek Scholencentrum JOMA Maantjessteenweg 130 Technicum Noord-Antwerpen Bovenbouw Rerum Novarumlaan Sint-Ursula Middenschool Sint-Bavostraat 41-51 Sint-Ursula-instituut Sint-Bavostraat 41-51 Sint-Ursula-instituut Sint-Bavostraat 41-51
2180 2180 2180 2660 2660 2660 2660 2170 2170 2170 2170 2170 2170 2170 2170 2610 2610 2610
Ekeren Ekeren Ekeren Hoboken Hoboken Hoboken Hoboken Merksem Merksem Merksem Merksem Merksem Merksem Merksem Merksem Wilrijk Wilrijk Wilrijk
Vrij 93 Vrij 121 Gemeente 39 Vrij 155 Gemeente 68 Vrij 210 Vrij 205 Vrij 97 ARGO 102 Vrij 127 ARGO 120 Vrij 147 ARGO 104 Vrij 156 Vrij 159 Vrij 95 Vrij 108 Vrij 80
37 36 17 153 24 206 197 45 81 80 90 41 80 66 136 28 28 14
56 85 22 2 44 4 8 52 21 47 30 106 24 90 23 67 80 66
5.3 Bijlage 3: Modelbrief naar directie 20 februari 2002 Geachte mevrouw, mijnheer directeur, Aan de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen startte men in februari met een grootschalig onderzoek “communiceren met jongeren”. Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de Jeugddienst van de stad Antwerpen. De Jeugddienst wil met dit onderzoek het communicatiegedrag van jongeren beter leren kennen om zo haar extern communicatiebeleid te optimaliseren. Het gaat hier om een vervolgonderzoek op “jong zijn in de stad” waarin het vrijetijdspatroon van jongeren grondig werd bestudeerd. Indien u daar vorig jaar heeft aan meegewerkt, ontvangt u binnenkort het eindrapport. Vijfduizend jongeren uit middelbare scholen zullen een vragenlijst voorgelegd krijgen over diverse aspecten gaande van hun manier van communiceren tot een evaluatie van de Stedelijke Jeugddienst. De verdeling van de vragenlijsten verloopt via de scholen. Er werd door de onderzoekers gestreefd naar een evenredige vertegenwoordiging over de verschillende Antwerpse districten en over de verschillende graden (1e, 2e en 3e graad). Daarom hebben ze een toevalssteekproef getrokken van leerjaren binnen de Antwerpse scholen. In het totaal werden zo 80 scholen geselecteerd. Ook uw school behoort daartoe. Concreet betekent dit dat de onderzoekers graag in één of meerdere leerjaren van uw school de enquête klassikaal zouden willen afnemen. We hopen in uw school de betrokken leerkrachten bereid te vinden om aan dit onderzoek mee te werken. Uiteraard krijgt u bij afloop van het onderzoek een samenvatting van de belangrijkste resultaten. De afname zal ongeveer een lesuur duren. Binnen enkele dagen zal u gecontacteerd worden door één van onze studenten. Deze zal u meer uitleg geven over het onderzoek en een antwoord geven op uw eventuele vragen. De student zal u ook meedelen welk(e) leerja(a)r(en) uit uw school geselecteerd werd(en). Vervolgens zal hij met de betrokken leerkrachten verdere afspraken maken. Tussen maart en mei zouden de studenten dan in de geselecteerde klassen de enquête afnemen. Dit alles gebeurt volledig anoniem. De onderzoekers voorzien een kleine beloning onder de vorm van een wedstrijd waarbij zij voor drie klassen die deelnemen duo-tickets weggeven voor een film naar keuze en dit voor alle leerlingen uit de winnende klassen. De vragenlijsten worden nadien verwerkt door de studenten en monden uit in een onderzoeksrapport dat eind februari 2003 aan de Jeugddienst wordt bezorgd. Dit onderzoek zal aan de basis liggen van concrete beleidsinitiatieven en van een verbeterd jeugdbeleid in de stad. We hopen dan ook ten zeerste dat uw school aan dit onderzoek zal meewerken. Als u nog vragen hebt, kan u steeds contact opnemen met Dimitri Mortelmans (03/820.28.53,
[email protected]), onderzoeker aan de faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen. 39
Wij danken u alvast voor uw bereidwillige medewerking. Met vriendelijke groet,
vanwege de Jeugddienst, Schepen Kathy Lindekens
vanwege de Universiteit van Wetenschappen, dr. Dimitri Mortelmans (promotor).
Antwerpen,
40
faculteit
Politieke
en
Sociale
5.4 Bijlage 4: Vragenlijst DEEL 1 : Dit deel wordt klassikaal bevraagd 1. Bevraging foto
CODE FOTO: _ _
Je krijgt enkele foto’s te zien van een jeugddienst ergens in Antwerpen. Lees eerst de vraag en omcirkel daarna het antwoord dat het best weergeeft wat jij vindt. Helemaal niet eens De jeugddienst ziet er langs buiten heel 1 mooi uit Ik zou zeker naar binnen gaan 1 Deze jeugddienst spreekt me wel aan 1 Deze jeugddienst geeft me een goed 1 gevoel Ik ken de jeugddienst op de foto 1 De jeugddienst lijkt me verouderd 1 De jeugddienst lijkt me stom 1 Dit is een beeld dat je snel vergeet 1 Deze foto laat me koud 1 Ik vind deze jeugddienst lelijk 1 Je kan duidelijk zien dat het hier om een 1 jeugddienst gaat Deze foto maakt me nieuwsgierig naar de 1 jeugddienst
41
Niet eens 2
Eens 3
Helemaal eens 4
2 2 2
3 3 3
4 4 4
2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4
2
3
4
We hebben het nog steeds over de jeugddienst van op de foto’s. Je mag nu zelf punten geven op deze jeugddienst. Geef een punt van 0 tot 10, waarbij 0 op 10 staat voor “heel slecht” en 10 op 10 voor “heel goed”. Om het eenvoudig te houden kan je enkel even punten toekennen, dus 0, 2, 4, 6, 8 of 10. Hou bij het invullen van de vraag steeds dit zinnetje in je achterhoofd: “Ik vind de jeugddienst op de foto …” Lelijk Onaangenaam Saai Niet uitnodigend Ouderwets Licht In slechte staat Stom Onopvallend Niet interessant Droevig Niet origineel
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
42
8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8
10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10 10
Mooi Aangenaam Leuk Uitnodigend Modern Donker In goede staat Cool Opvallend Interessant Vrolijk Origineel
2. Bevraging brochure __
CODE BROCHURE:
Geef je mening over deze brochure. Omcirkel het antwoord dat het best weergeeft wat je denkt. Niet eens
Eens
De brochure spreekt me aan De brochure geeft nuttige informatie De brochure is interessant
Helemaal niet eens 1 1 1
2 2 2
3 3 3
Helemaal eens 4 4 4
De brochure is mooi De brochure is geloofwaardig De brochure trekt de aandacht
1 1 1
2 2 2
3 3 3
4 4 4
De brochure vertelt me iets nieuws De brochure past bij de jeugddienst De brochure is saai
1 1 1
2 2 2
3 3 3
4 4 4
Ik vind de brochure goed gemaakt De tekst is goed te begrijpen Ik vind de brochure origineel
1 1 1
2 2 2
3 3 3
4 4 4
Het is duidelijk wat de brochure wil 1 zeggen Het is duidelijk van waar de brochure 1 komt De brochure is opvallend 1
2
3
4
2
3
4
2
3
4
De brochure is verwarrend 1 Bij het kijken naar deze brochure krijg 1 ik een positieve indruk van de jeugddienst Na een keer doornemen, begrijp je de 1 boodschap van de brochure
2 2
3 3
4 4
2
3
4
We hebben het nog steeds over dezelfde brochure. Wat we nu graag zouden willen weten, is jouw mening over de opmaak van de brochure. Omcirkel het antwoord dat het best jouw mening weergeeft.
Zeer goed Formaat Papierkwaliteit Grootte van de letters Illustraties en foto’s Het lettertype De algemene vormgeving De taal
1 1 1 1 1 1 1
Goed
2 2 2 2 2 2 2
Minder goed Slecht 3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4
3. Bevraging gadget GADGET: _ _
CODE
Geef je mening over dit gadget. Omcirkel het antwoord dat het best weergeeft wat je denkt.
Niet eens
Eens Helemaa l eens
eens 1 1 de 1
2 2 2
3 3 3
4 4 4
Ik ga dit gadget zeker nog gebruiken Dit gadget past bij de jeugddienst Dit gadget is kinderachtig
1 1 1
2 2 2
3 3 3
4 4 4
Ik begrijp de boodschap van dit gadget Dit gadget is stom Dit gadget is opvallend
1 1 1
2 2 2
3 3 3
4 4 4
Dit gadget trekt de aandacht Ik zou dit gadget direct weggooien Ik vind dit gadget origineel
1 1 1
2 2 2
3 3 3
4 4 4
Dit gadget is vernieuwend Dit gadget is tof
1 1
2 2
3 3
4 4
Je ziet onmiddellijk dat het om een gadget van 1 de jeugddienst gaat Bij het kijken naar dit gadget krijg ik een 1 positieve indruk van de jeugddienst
2
3
4
2
3
4
Helemaal niet
Dit gadget spreekt me aan Dit gadget is handig Dit gadget verwijst duidelijk jeugddienst
naar
We hebben het nog steeds over hetzelfde gadget. Omcirkel het antwoord dat het best jouw mening weergeeft. Wat vindt jij van …?
Het formaat Het materiaal Het nut De kleur
Zeer goed 1 1 1 1
Goed
2 2 2 2
Minder goed Slecht 3 4 3 4 3 4 3 4
DEEL 2 : Dit deel mag je zelf invullen, als het eerste deel afgelopen is Ben je een ... 1. 2.
Jongen Meisje
In welk jaar ben je geboren? Jaar 19 _ _ a) Wat is de postcode van de gemeente waarin je woont? Postcode : .............................................. b) Woon je: 1. 2. 3. 4.
In een alleenstaand huis of villa Een half open bebouwing of een huis in de rij In een appartementsgebouw In een andere woonst Welke : ……………………………………………………………
c) Heb je thuis een kamer voor jou alleen? 1. 2.
Ja Nee
In welke school en richting zit je nu? Naam school : ...................................................................................................................... Gemeente van de school : .............................................................................................…… Ik zit in het ........... e middelbaar Type (omcirkel het type dat je volgt): ASO / TSO / BSO / KSO Richting: .................................................................................................................…………… a) Welke nationaliteit heb je? .................................................................... b) Welke taal wordt er bij jou thuis gesproken? Meerdere antwoorden zijn mogelijk. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Nederlands Frans Engels Turks Berbers Arabisch Andere : ....................................................................
45
a) Wat is het hoogste opleidingsniveau of diploma dat je vader (of de persoon die je als vader beschouwt) heeft behaald? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Geen Lager onderwijs Middelbaar onderwijs, maar hij heeft het niet afgewerkt Middelbaar onderwijs (voltooid) Hogeschool / Universiteit (voltooid) Mijn vader is overleden Andere: ...........................................................................................
b) Wat is het hoogste opleidingsniveau of diploma dat je moeder (of de persoon die je als moeder beschouwt) heeft behaald? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Geen Lager onderwijs Middelbaar onderwijs, maar zij heeft het niet afgewerkt Middelbaar onderwijs (voltooid) Hogeschool / Universiteit (voltooid) Mijn moeder is overleden Andere: ...........................................................................................
a) Werkt je vader (of persoon die je als je vader beschouwt) op dit moment? 1. Nee
Waarom niet?
Ik weet het niet Hij is werkloos Hij is gepensioneerd Hij is ziek/invalide Hij is huisman Andere reden 2. Ja
Welke?…………………………………………
Beroep van je vader (omschrijf dit een beetje)
……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… 3. Ik weet het niet b) Werkt je moeder (of persoon die je als je moeder beschouwt) op dit moment? 1. Nee
Waarom niet?
2. Ja
Beroep van je moeder (omschrijf dit een beetje)
Ik weet het niet Ze is werkloos Ze is gepensioneerd Ze is ziek/invalide Ze is huisvrouw Andere reden Welke? …………..…………………………………… ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… 3. Ik weet het niet 46
Kan je aangeven wat je situatie thuis is? Lees eerst alle mogelijkheden vooraleer te antwoorden. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Ik woon samen met mijn vader en moeder Ik woon bij mijn moeder Ik woon samen met mijn moeder en haar partner Ik woon bij mijn vader Ik woon samen met mijn vader en zijn partner Ik woon bij mijn voogd Ik woon alleen Ik verblijf momenteel in een instelling (Let op: hiermee bedoelen we niet dat je in de week op internaat zit) 16. Ik woon samen met mijn partner 17. Andere: ……………………………………………………………………
Heb je een lief? 10. Ja 11. Nee a) Hoeveel (stief) broers heb je? .............................................. b) Hoeveel (stief) zussen heb je? ..............................................
a) Krijg je zakgeld? 12. Ja 13. Nee, maar ik krijg geld als ik het vraag 14. Nee, ik krijg geen zakgeld (Ga naar vraag 12) b) Hoeveel is dit gemiddeld per week? .................................... euro a) Verdien je zelf geld bij? (tijdens het schooljaar en/of in de vakantie) 15. Ja (Vul 12b en 12c in) 16. Nee (Ga naar vraag 13) b) In de vakantie Hoeveel verdien je dan in totaal over de hele vakantie? .................................... euro
of
...................................fr.
c) Tijdens het schooljaar Hoeveel verdien je gemiddeld per week? .................................... euro
of
...................................fr.
47
a) Doe je aan sport? 17. Ja (Vul 13b en13c in) 18. Nee (Ga naar vraag 14) b) Kan je aangeven welke sport je doet en of dit alleen is of in clubverband? Soort sport 1. 2. 3. 4. 5.
Omcirkel het juiste antwoord niet-club niet-club niet-club niet-club niet-club
club club club club club
c) Hoe vaak heb je het afgelopen jaar aan sport gedaan? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Dagelijks Meerdere keren per week Wekelijks Een keer om de twee weken Een keer in de maand Minder dan een keer per maand
a) Ben je lid van een jeugdbeweging? 19. Ja (Vul 14b en 14c in) 20. Nee (Ga naar vraag 15) b) Kan je aangeven welke jeugdbeweging? 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Scouts Chiro KSJ-KSA-VKSJ KAJ/VKAJ Rode Valken Andere: ..................................................................................................
c) Sta je zelf in leiding? 1. 2.
Ja Nee
48
Hoe vaak heb je het afgelopen jaar deelgenomen aan activiteiten van de hiernavolgende verenigingen? Zet een kruisje in de gepaste kolom
Nooit
Een keer Minder Meer dan per jaar dan 10 10 keer keer per per jaar jaar
Een jeugdhuis Een speelplein Een tienerwerking / jongerenwerking Een culturele vereniging (vb. muziekschool, toneelclub, ...) Een jongerenafdeling van een politieke partij Een moskeevereniging en/of een zelforganisatie Een jeugdatelier Een milieuvereniging Een hobbyvereniging (vb. knutselclub, schaakclub ...) Vrijwilligerswerk (vb.gehandicapten, bejaarden, ...) Een religieuze vereniging (bv. kring 13) Een vredesorganisatie, mensenrechtenorganisatie, antiracistische organisatie, een derdewereldorganisatie Andere: …………………………………………………………………………………… Ben jij binnen één van bovenstaande verenigingen of clubs zelf verantwoordelijk voor een groep kinderen of jongeren? (bv. trainer van een jeugdploeg, verantwoordelijke binnen een jeugdhuis) 21. Ja 22. Nee Als je GEEN lid bent van een vereniging of jeugdbeweging, waarom is dat dan? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
Ik ken er geen Het zegt me niets Ik mag niet van thuis
23. Dat kost te veel geld
Van mijn vrienden zit er niemand in een vereniging of jeugdbeweging Ik wil daar niet aan vasthangen Ik heb er geen tijd voor Andere: ………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………… Wat doe je het liefst in je vrije tijd? Maak je top 5. (waarbij 1 staat voor “het allerliefst”)
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… 49
24. ……………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………… Wat zijn de twee zaken die jou het meest interesseren of bezighouden?
………………………………………………………………………………………………………………………… ………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… ………………… Waar ontmoet jij je vrienden het meest? Je mag slechts één kruisje zetten.
Op straat, op het plein, in het park In cafés, in disco’s of op fuiven Bij mij thuis Bij vrienden thuis Op school In de sportclub In de jeugdbeweging Andere: ................................................................ Hoe spreek jij af met je vrienden? Maak je top 3. Waarbij 1 staat voor je “eerste keuze”, 2 voor je “tweede keuze” en 3 voor je “derde keuze”. JE MAG DUS SLECHTS DRIE ANTWOORDEN AANDUIDEN!
Ik bel hen op met de telefoon Ik bel hen op met mijn GSM Ik stuur enkele SMS-jes rond Ik stuur een e-mail Ik spreek dit persoonlijk af (face-to-face) Ik stuur een brief Andere:….............................................. .
……… ……… ……… ……… ……… ……… ………
50
a) Ken je de jeugddienst? 25. Ja (Vul 22b in) 26. Nee (Vul 22c in) b) Voor welke diensten/activiteiten ben je ZELF al in contact gekomen met de jeugddienst? 1. 2. 3.
………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………
c) Voor welke diensten kan men volgens jou bij de jeugddienst terecht? (ook al ken je de jeugddienst niet) 1. 2. 3.
………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………
a) Wie van volgende personen heeft je al iets verteld over de jeugddienst? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. 27. 28. 29. 30. 31. 32.
Vrienden Familie Mensen op school Leden van de jeugdvereniging Niemand vertelde me ooit iets over de jeugddienst Andere: ………………………………………………………………
b) Via welke kanalen heb jij al iets gehoord van de jeugddienst? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Affiches Radio Televisie Tijdschrift Krant Website Jeugddienst Antwerpen Andere websites Terloops (nieuwsbrief van de Jeugddienst) Folders/ brochures JIP (Jeugd Informatie Punt) De Antwerpenaar Digitale nieuwsbrief Antwerpen Ik heb nog nooit via deze kanalen iets over de jeugddienst gehoord Andere: ………………………………………………………….
Ben je al in één van volgende jeugddiensten binnen geweest? Zet een kruisje in de juiste kolom.
Nooit Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen Berchem
Centrum Linkeroever Noord Zuid 51
Al eens een keer
Maandelijks Wekelijks
Berendrecht, Zandvliet, Lillo Borgerhout (De Branderij) Deurne Deurne- Zuid Ekeren Hoboken Merksem Wilrijk Jeugdcentrum Ter Lo Geef je waardering over de jeugddienst waar je het meest komt. Doe dit aan de hand van een punt van 0 tot 10, waarbij 0 op 10 staat voor “heel slecht” en 10 op 10 voor “heel goed”. Om het eenvoudig te houden kan je enkel even punten toekennen, dus 0, 2, 4, 6, 8 of 10. Wat vond jij van …?
Indien je nog nooit bij een jeugddienst bent langs geweest, ga dan naar de volgende vraag (vraag 25). De manier waarop je ontvangen werd De mensen die er werken De manier waarop het is ingericht De informatie die je er kan vinden De bereikbaarheid (vervoer) De openingsuren
0
2
4
6
8
10
0 0 0 0 0
2 2 2 2 2
4 4 4 4 4
6 6 6 6 6
8 8 8 8 8
10 10 10 10 10
a) Ken je de website van de jeugddienst Antwerpen (www.jeugd.antwerpen.be)? 33. Ja (Vul 26b en 26c in) 34. Nee (Ga naar vraag 27) b) Hoe vaak surf jij naar de site van de jeugddienst? Omcirkel het juiste antwoord. 1. 2. 3. 4.
Nooit Al eens een keer Wekelijks Maandelijks
c) Wat vond je van deze site? Geef een punt van 0 tot 10, waarbij 0 op 10 staat voor “heel slecht” en 10 op 10 voor “heel goed”. Om het eenvoudig te houden kan je enkel even punten toekennen, dus 0, 2, 4, 6, 8 of 10.
Wat vond je van de aangeboden informatie? Wat vond je van het uitzicht van de site? Wat vond je van de verwijzingen om verder te surfen? Wat vond je van de wedstrijden op deze site?
0 0 0
2 2 2
4 4 4
6 6 6
8 8 8
10 10 10
0
2
4
6
8
10
Wat hoort er op een site van de jeugddienst thuis? Zet een kruisje. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
Informatie over de jeugddienst 52
Activiteitenkalender Concertkalender Moppenboek Chatbox Klachtenbord voor jongeren Gratis reclame voor jouw activiteiten Plaats waar je berichten naar de burgemeester / schepen kan sturen Nuttige adressen Andere: ………………………………………………
Hoe ziet er volgens jou een ideale website voor jongeren uit? Geef aan wat jij belangrijk vindt door een punt te geven tussen 0 en 10.
Weinig tekst Weinig beelden Weinig links Weinig kleur Weinig animatie Vaste inhoud
0 0 0 0 0 0
2 2 2 2 2 2
4 4 4 4 4 4
6 6 6 6 6 6
8 8 8 8 8 8
10 10 10 10 10 10
Slecht één thema Serieus Zonder downloads Zonder reclame Alleen voor jongeren
0 0 0 0 0
2 2 2 2 2
4 4 4 4 4
6 6 6 6 6
8 8 8 8 8
10 10 10 10 10
53
Veel tekst Veel beelden Veel links Veel kleur Veel animatie Snel wisselende inhoud Verschillende thema’s Grappig Met downloads Met reclame Voor iedereen
Ken je de Talentenbank? 35. Ja 36. Nee
Heb je al deelgenomen aan de Grabbelpas? 37. Ja 38. Nee
Heb je al deelgenomen aan de SWAP-pas? 39. Ja 40. Nee
Heb je al deelgenomen aan een Speelstraat? 41. Ja 42. Nee
a) Ken je WHAM!? 43. Ja 44. Nee (Ga naar vraag 34) b) Heb je zelf aan WHAM! deelgenomen? 1. Ja 2. Nee c) Hoe ben je hier iets over te weten gekomen? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… a) Ken je het JIP (Jongeren Informatie Punt)? 45. Ja (Vul 34b, 34c en 34d in) 46. Nee (Ga naar vraag 35) b) Ben jij al eens langs geweest bij één van volgende JIP’s? Zet een kruisje bij het antwoord dat voor jou van toepassing is.
Nooit JIP in Deurne JIP in Ekeren JIP in Hof ter Lo
Al eens keer
54
een Maandelijks
Wekelijks
c) Waarom ben je daar naar toe gegaan? Zet een kruisje. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
Geldzaken Rechten/plichten van jongeren Drugs Huisvesting Gezondheid Relaties Seks
Vrije tijd Cultuur Opleiding Problemen op school Vakantiewerk Hulp/opvang Andere: ………………………………
d) Ben je toen goed geholpen? 1. 2.
Ja Nee, waarom niet? ………………………………………………………………………………………………………
Waar vind je een antwoord als je vragen hebt over bijvoorbeeld drugs, vakantiewerk of seksualiteit? Zet een kruisje. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. Drugs
Vakantiewerk
Seksualiteit
Bij mijn vrienden Bij mijn ouders Bij mijn broer(s)/zus(sen) Bij mijn leerkracht(en) Bij het JAC In de bibliotheek Van de televisie Van de radio Uit kranten Uit tijdschriften Van het internet Andere: ………………………………………………………
Stel: De jeugddienst wil een tijdschrift speciaal voor jongeren maken. a) Zou jij dit tijdschrift lezen? 47. Ja 48. Nee b) Wat hoort er volgens jou thuis in zo’n tijdschrift? Zet een kruisje. Je mag meerdere kruisjes zetten.
Informatie over de jeugddienst Activiteitenkalender Achtergrondartikels rond een thema Interviews Lezersbrieven
bepaal
55
Stukjes door jongeren geschreven Wedstrijden Nuttige adressen Andere: ………………………………………………………….
Stel: Er komt een nieuwe radiozender speciaal voor en door jongeren. a) Zou jij naar deze radiozender luisteren? 49. Ja 50. Nee
b) Welke rubrieken/ programma’s horen er volgens jou thuis op zo’n zender? Zet een kruisje. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
Nieuwsuitzending Een Top 30 of Top 50 programma
Programma waar je liedjes kan aanvragen Programma waarin jongeren aan het woord worden gelaten Sportprogramma Programma met Antwerpse weetjes Debatten over jongeren
Debatten over de actualiteit Lifestyle-programma Activiteitenkalender (ook activiteiten die door jongeren worden georganiseerd) Weerbericht Interviews Wedstrijden Reclame Andere: …………………………………………………………
56
c) Stel dat er op deze radiozender een jongerenjournaal zou worden gebracht. Welke onderwerpen horen thuis in zo’n journaal? Zet een kruisje. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. Internationale onderwerpen Nationale onderwerpen Nieuws uit de provincie Antwerpen Onderwerpen die jongeren aanbelangen Nieuws van het koningshuis Popnieuws Filmnieuws Concertnieuws Andere: …………………………………………………………
d) Welke muziekstijlen wil je zeker horen op deze radio? …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….. e) Wie zou deze programma’s moeten presenteren? 1. 2. 3.
Jongeren Volwassenen Beiden
f) Zou je zelf willen presenteren op deze radio? 1. 2.
Ja Nee
g) Zou je zelf in de jongerenredactie van deze radio willen zitten? 1. 2.
Ja Nee
h) Zou je als technieker willen meewerken aan deze radio? 1. 2.
Ja Nee
a) Ken je de jeugdraad? 51. Ja (Vul 38b in) 52. Nee (Ga naar vraag 40) b) Heb je al deelgenomen aan een jeugdraad? 1. 2.
Nee (Ga naar vraag 40) Ja Zo ja, in welk district? Zet een kruisje.
Antwerpen Antwerpen Antwerpen Antwerpen Berchem
Centrum Linkeroever Noord Zuid
Borgerhout Deurne Ekeren Hoboken Wilrijk 57
Berendrecht, Zandvliet, Lillo
Merksem
Vind je het belangrijk dat jouw mening meetelt in de stad? 1. 2.
Ja Nee
a) Wil jij iets te zeggen hebben over het beleid in Antwerpen? 1. 2.
Ja (Vul 40b in) Nee Waarom niet? …………………………………………………………………………………………….. (Ga naar vraag 41)
b) Hoe wil jij iets meer te zeggen hebben? Omcirkel ja of nee. Er zijn meerdere antwoorden mogelijk. Langs een kinderraad (tot 12 jaar)
Langs een tienerraad (12 – 16 jaar) Langs een jeugdraad (vanaf 16 jaar) Langs een leerlingenraad op school Via een stadsradio voor jongeren Via een website Via een enquête Via een postkaartenactie Een luisteruurtje bij een schepen Een chatsessie met een schepen Een luisteruurtje bij de burgemeester Een chatsessie met de burgemeester Andere: …………………………………………………………
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Stel: Je krijgt de kans om in jouw gemeente mee te beslissen over dingen die jongeren aanbelangen. Welke thema’s vind jij belangrijk. Geef een score van 1 tot 5, waarbij 1 staat voor “helemaal niet belangrijk” en 5 voor “heel belangrijk”.
Helemaal niet belangrijk 1 2 Gratis internettoegang jongeren Sportruimte Repetitielokalen Speelpleintjes en parken Plaatsen om rond hangen Veilig verkeer Gratis openbaar vervoer Voorzien van een fuifzaal Cultuur Jeugdbeleid
Heel belangrijk 3
4
5
voor 1
2
3
4
5
1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5 5 5 5
58
Andere: 1 ……………………………………………… …
2
3
4
5
Wat vind jij voor jongeren het belangrijkste probleem, in jouw buurt?
………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………
59
Wat vind jij voor jongeren het belangrijkste probleem in de hele stad Antwerpen?
………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………… Zou jij zelf iets aan deze problemen willen doen? 1.
Ja
Waarom?
………………………………………………………………………………………………………………………………………
Wat zou je doen? ………………………………………………………………………………………………………………………………… Hoe zou de stad Antwerpen en de jeugddienst je daarbij kunnen helpen? …………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………… 2.
Nee Waarom niet?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………… a) Kan je aangeven welk van de volgende dingen je zelf hebt of die in je gezin aanwezig zijn. Zet een kruisje.
In jouw bezit Telefoon Tv Computer Internetaansluiting GSM Muziekinstallatie Abonnement op een krant Abonnement op een tijdschrift
In gezin aanwezig
b) Welk van deze dingen zou je het meest missen als het er niet meer zou zijn?
……………………………………………………………………………………………………………… c) Wat heb je zelf niet en zou je graag krijgen of kopen?
……………………………………………………………………………………………………………… a) Surf jij wel eens op internet? 1. 2.
Ja (Vul 46b en 46c) Nee (Ga naar vraag 47)
b) Welke sites bezoek je het meest? Geef je top 3?
(Je hoeft niet het adres te geven, enkel de naam van de site volstaat) 60
1. 2. 3.
…………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………
c) Heb je een persoonlijk e-mail adres? 1. 2.
Ja nee
Hoe kom jij meer te weten over de actualiteit? Maak je top 3. Waarbij 1 staat voor je “eerste keuze”, 2 voor je “tweede keuze” en 3 voor je “derde keuze”. JE MAG DUS SLECHTS DRIE ANTWOORDEN AANDUIDEN! Radio Televisie Kranten Tijdschriften Internet Mijn ouders Mijn broers/zussen Mijn Vrienden Bibliotheek Andere: ……………………………………………………...
………. ………. ………. ………. ………. ………. ………. ………. ………. ……….
Stel: Je wilt iets MEER weten over een onderwerp uit de actualiteit. Waar ga jij informatie zoeken over dit onderwerp? Maak je top 3. Waarbij 1 staat voor je “eerste keuze”, 2 voor je “tweede keuze” en 3 voor je “derde keuze”. JE MAG DUS SLECHTS DRIE ANTWOORDEN AANDUIDEN! In tijdschriften In kranten Op het internet In de bibliotheek Ik ga ten rade bij mijn leerkracht Ik ga ten rade bij mijn ouders Ik ga ten rade bij mijn vrienden Andere: ……………………………………………………...
………. ………. ………. ………. ………. ………. ………. ……….
61
Heb jij interesse voor bepaalde onderwerpen uit de actualiteit? 1.
Ja Zo ja, voor welke onderwerpen? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
2.
Nee Zo nee, waarom interesseert het je niet? ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Stel: Je organiseert samen met enkele vrienden een fuif. Hoe zorgen jullie ervoor dat er zoveel mogelijk mensen komen? Welke middelen gebruik je en waarom?
Mond-aan-mond reclame
Ja
Nee
Affiches
Ja
Nee
Uitdelen flyers
Ja
Nee
Persoonlijke uitnodiging
Ja
Nee
SMS-berichtjes
Ja
Nee
E-mail berichtjes
Ja
Nee
Eigen website
Ja
Nee
Vermelding op een website
Ja
Nee
Radiospotje
Ja
Nee
Uitdelen gadgets
Ja
Nee
62
Waarom?
Vermelding in een plaatselijk Ja tijdschrift
Nee
Vermelding in de krant
Ja
Nee
Vermelding in een wijkkrant
Ja
Nee
Andere:………………………………… Ja .
Nee
a) De jeugddienst organiseert in de vakantieperiodes verschillende activiteiten voor jongeren (vb. Speelstraat). Wil jij hiervan op de hoogte gebracht worden? 1. 2.
Ja (Vul 51b in) Nee (Ga naar vraag 52)
b) Hoe wil jij hiervan op de hoogte gebracht worden
SMS-bericht E-mail Folder Affiches Website Flyer Persoonlijke uitnodiging Activiteitenkalender op jongerenradio Een extra jongerenpagina in Antwerpenaar Regionale televisie (vb. ATV) Andere: …………………………
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja de Ja
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Ja Ja
Nee Nee
a) De jeugddienst organiseert jaarlijks een aantal grote evenementen (vb. filmspektakel). Wil jij hiervan op de hoogte gebracht worden? 1. 2.
Ja (Vul vraag 52b in) Nee (Ga naar vraag 53)
b) Hoe wil jij hiervan op de hoogte gebracht worden?
SMS-bericht E-mail Folder Affiches Website
Ja Ja Ja Ja Ja 63
Nee Nee Nee Nee Nee
Flyer Persoonlijke uitnodiging Activiteitenkalender op jongerenradio Een extra jongerenpagina in Antwerpenaar Regionale televisie (vb. ATV) Andere: …………………………
Ja Ja Ja de Ja
Nee Nee Nee Nee
Ja Ja
Nee Nee
a) Stel: Een muziekzender organiseert een muziekspektakel in het Sportpaleis. Wil jij hiervan op de hoogte gebracht worden? 1. 2.
Ja (Vul 53b in) Nee
b) Hoe wil je hiervan op de hoogte gebracht worden?
SMS-bericht E-mail Folder Affiches Website Flyer Activiteitenkalender op jongerenradio Reclamespot op televisie Reclamespot op radio Persoonlijke uitnodiging Andere: …………………………
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Als afsluiter: Wil je nog iets kwijt? Wil je ons nog iets vertellen waar je mee bezig bent? Wil je iets vertellen over jongeren dat de burgemeester of de andere politici zouden moeten weten?
…………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………..…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
64
73
5.5 Bijlage 5: Foto’s jeugddiensten Borgerhout (De Branderij)
73
74
74
75
Jeugddienst Deurne
75
76
Jeugddienst Hoboken
76
77
77
78
Jeugddienst Merksem
78
79
79
80
Bijlage 6: Foto’s brochures Stedelijke Jeugddienst, Partner in vrije tijd en inspraak
Speelstraat
Swapkrant
Projectsubsidie
80
81 5.6 Bijlage 7: Foto’s gadgets Puzzel logo
Fluostiften
Paarse sleutelhanger
Sleutel met lichtje
81
82 Bladwijzer
Meetlatje
82
83 .
ISBN - 978-90-5728-188-4 Copyright (2002)
Centrum voor Longitudinaal en Levensloop Onderzoek (CELLO) Sint Jacobstraat 2 – B- 2000 Antwerpen – België T: +32 (0)3 265 55 35 - F: +32 (0)3 265 57 93
[email protected] http://www.ua.ac.be/cello
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this report may be reproduced in any form, by mimeograph, film or any other means, without permission in writing from the publisher.
83