Een eerste inzicht in het budget voor de Wmo 2015 1.
Inleiding
Het wetsvoorstel Wmo 2015 is op 14 januari 2014 aan de Tweede Kamer aangeboden. De inwerkingtreding van het wetsvoorstel is voorzien op 1 januari 2015 en zal de huidige Wmo vervangen. In de brief ‘Hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg’1 van 25 april 2013 zijn de contouren van de hervorming van de langdurige zorg geschetst. Op 6 november heeft de staatssecretaris van VWS de nadere uitwerking van deze contouren naar de Tweede Kamer gestuurd, waarin de Tweede Kamer ondermeer is geïnformeerd over de gevolgen van de hervorming voor een aantal specifieke groepen, de besluitvorming over de langdurige geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en de positionering van de huidige extramurale AWBZ-functie persoonlijke verzorging2. In dit internetbericht wordt een eerste inzicht geboden in het budget dat gemeenten voor 2015 ter beschikking krijgen voor de taken en verantwoordelijkheden die voortvloeien uit het wetsvoorstel (§2) en de voorlopige verdeling van het macrobudget in 2015 per gemeente (§3). Op basis van de realisatiecijfers 2013 zal in de meicirculaire 2014 een definitief inzicht worden geboden. Er dient te worden opgemerkt dat geen één op één vergelijking mogelijk is tussen het totaalbedrag voor de nieuwe taken per gemeente uit dit internetbericht en de beleidsinformatie die in juni vorig jaar per gemeente is verstrekt. De beleidsinformatie - geleverd door Vektis, het CIZ en het CAK bevat informatie over het aantal mensen dat nu voor AWBZ-zorg geïndiceerd is. Ook bevat deze beleidsinformatie de AWBZ-zorg die geconsumeerd wordt en de omvang van deze consumptie per postcodegebied, aanbieder en op geanonimiseerd verzekerdenniveau. In de beleidsinformatie en dit internetbericht worden verschillende peiljaren gebruikt en de beleidsinformatie is niet gecorrigeerd voor maatregelen. Binnenkort zal een update van de beleidsinformatie over de huidige AWBZ cliënten t/m 1 juli 2013 worden geleverd. Het Transitiebureau Wmo zal hierbij een uitgebreide toelichting geven die gemeenten ondersteunen bij het interpreteren, analyseren en toepassen van de gegevens. 2.
De voorlopige berekening van het macrobudget voor de Wmo 2015
Het macrobudget voor de Wmo 2015 is berekend aan de hand van de meest actuele gegevens die op het moment van publiceren van dit internetbericht beschikbaar zijn. De belangrijkste factoren waardoor nog wijzigingen kunnen optreden in het macrobudget en de bijbehorende verdeling zijn: het macrobudget is onder voorbehoud van aanvullende budgettaire besluitvorming en wordt nog bestuurlijk met de VNG besproken; het voorlopig macrobudget is gebaseerd op gerealiseerde uitgaven in 2012 en zal definitief worden bepaald aan de hand van de realisatiecijfers 2013. Deze gegevens worden in februari 2014 verwacht en zullen worden verwerkt in de definitieve raming van het macrobudget in de meicirculaire; de Algemene Rekenkamer is door VWS en VNG gevraagd het macrobudget - voor wat betreft de berekeningswijze - te toetsen; het macrobudget kan nog wijzigingen als gevolg van de parlementaire behandeling van o.a. het wetsvoorstel Wmo 2015.
1 2
TK 2012-2013, 30 597, nr. 296 TK 2013–2014, 30 597, nr. 380
Tabel 1. Het beschikbare budget
nieuw
2015 1
2
Over te hevelen budget: gerealiseerde uitgaven in 2012 voor AWBZ functies begeleiding, kortdurend verblijf (incl. bijbehorende vervoer), inloopfunctie GGZ, beschermd wonen (ZZP-C), cliëntondersteuning en 5% van de functie persoonlijke verzorging, inclusief de te realiseren korting, compensatie voor demografische ontwikkelingen en effecten van het beleid om langer thuis te wonen. (excl. nominale bijstelling voor loon- en prijsontwikkeling) Budget na afschaffing Wtcg en CER
3
Budget sociale wijkteams
10
4
Budget ondersteuning en waardering mantelzorgers
70
5
Budget doventolk
6
Aanvullend uitvoeringsbudget
reeds beschikbaar
7
Aanvullend budget voor een zorgvuldige overgang van cliënten en een zorgvuldige transitie door aanbieders naar de Wmo 2015 8a Reeds beschikbaar budget huishoudelijke verzorging (integratie-uitkering Wmo, gecorrigeerd voor korting, incl. volumegroei en effecten van het beleid om langer thuis te wonen (excl. nominale bijstelling voor loonen prijsontwikkeling) 8b Reeds beschikbaar budget subsidieregelingen AWBZ en specifieke uitkeringen WVG, integratie-uitkering Wmo 8c Reeds beschikbaar budget uitvoeringskosten huishoudelijke verzorging, integratie-uitkering Wmo 9 Reeds beschikbaar budget in het gemeentefonds (cluster Maatschappelijke Zorg en Jeugd, raming 2015), incl. OZB en excl. overige eigen middelen en beperking uitgaven hulpmiddelen) 10 Reeds beschikbaar budget decentralisatie-uitkeringen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang Totaal beschikbaar budget (x 1 mrd.)
3.314
216
7 42 200 951
133 135 3.344 405 8.828
Op grond van een voorlopige raming is voor gemeenten in 2015 ruim € 8,8 miljard beschikbaar voor de uitvoering van hun taken op grond van de Wmo 2015. Gemeenten hebben binnen de wettelijke kaders beleids- en bestedingsvrijheid. Dit betekent dat tabel 1 alleen laat zien op welke wijze het macrobudget is opgebouwd. Gemeenten kunnen bij de uiteindelijke inzet eigen keuzes maken en accenten leggen bij de uitvoering van de Wmo 2015. 1. Aanvullend budget als gevolg van nieuwe taken door overheveling uit de AWBZ Gemeenten worden op grond van de Wmo 2015 verantwoordelijk voor de ondersteuning van mensen bij hun participatie en zelfredzaamheid, en het bieden van beschermd wonen. Er is sprake van een overheveling van budget vanuit de huidige AWBZ zodat gemeenten in grote beleidsvrijheid op grond van de Wmo 2015 ondersteuning op maat kunnen organiseren. Hierbij moet worden benadrukt dat geen sprake is van een overheveling van rijkstaken of het uitvoeren van dezelfde taken op grond van de huidige AWBZ. De budgetten3 die gemoeid waren met de AWBZ-functies begeleiding, kortdurend verblijf en het bijbehorende vervoer, de inloopfunctie GGZ en cliëntondersteuning worden overgeheveld naar het Gemeentefonds. Op grond van de nadere uitwerking van de contouren van de hervorming van de langdurige zorg wordt ook 5% van het budget dat gemoeid is met extramurale persoonlijke verzorging en alle middelen voor beschermd wonen voor GGZ cliënten (de zogenaamde GGZ Cpakketten) naar het Gemeentefonds overgeheveld. Gemeenten ontvangen hiertoe in 2015, in aanvulling op het reeds beschikbare budget voor de Wmo in het Gemeentefonds, een budget dat voorlopig is geraamd op € 3,3 miljard waarbij rekening is gehouden met de effecten van extramuralisering van lage zzp’s, waardoor mensen langer blijven thuiswonen. De taakstellende korting van € 0,7 miljard in 2015 is hier op in mindering gebracht. De belangrijkste aannames die zijn gehanteerd bij de berekening van dit voorlopige budget zijn: de raming is gebaseerd op gerealiseerde AWBZ uitgaven in 2012 (opgave NZa). In de definitieve raming in de meicirculaire worden de gerealiseerde AWBZ uitgaven in 2013 gebruikt; 3
Voor personen van 18 jaar en ouder.
de raming is gebaseerd op een representatief databestand voor de uitgaven aan pgb’s in 2012 (opgaven CVZ); de effecten van extramuralisering zijn gebaseerd op gegevens over 2011 en geactualiseerd op basis van realisatiecijfers over 2012. Mede op verzoek van de Tweede Kamer zal onderzoek worden gedaan naar recente informatie die hier betrekking op heeft. Het gaat om een analyse van de zorgtezwaartepakketten en een overzicht van de huidige intramurale capaciteit. De resultaten van deze onderzoeken zullen in april aan de Tweede Kamer worden gestuurd en zullen worden benut voor de actualisering van de effecten van extramuralisering ; naar de regeling zorginfrastructuur wordt momenteel aanvullend onderzoek gedaan. Dit kan gevolgen hebben voor de positionering van deze middelen en daarmee voor het macrobudget Wmo 2015; het budget moet nog worden gecorrigeerd voor het aandeel eigen bijdragen voor het budget dat wordt overgeheveld vanuit de huidige AWBZ; aanpassingen als gevolg van loon- en prijsbijstelling moeten nog in de raming worden verwerkt. 2. Aanvullend budget na afschaffing Wtcg en CER De regering is voornemens de Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten (Wtcg) en Compensatie Eigen Risico (CER) per 2014 af te schaffen. In de Begrotingsafspraken 2014 is besloten om de huidige landelijke fiscale regeling voor aftrek van uitgaven voor specifieke zorgkosten, inclusief de Tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten, per 2014 in aangepaste vorm te handhaven. Gemeenten ontvangen daarnaast aanvullende financiële middelen (structureel vanaf 2017 € 268 miljoen) om gericht maatwerk te bieden aan mensen met een chronische ziekte en/of beperking via de Wmo, bijzondere bijstand of ander lokaal beleid. In 2015 gaat het om een bedrag van € 216 miljoen. 3. Budget sociale wijkteams De gemeenten ontvangen structureel vanaf 2017 € 50 miljoen ten behoeve van het opzetten van sociale wijkteams binnen gemeenten. Sociale wijkteams zijn interdisciplinaire, ambulante en proactief opererende teams van beroepskrachten vanuit onder meer gemeente, politie, opbouwwerk, woningcorporaties, maatschappelijke dienstverlening en zorg, die op wijk- en huishoudensniveau (multi)problematiek signaleren en zorgen dat kwetsbare bewoners op een passende manier geholpen worden. In 2015 gaat het om een bedrag van € 10 miljoen. 4. Budget ondersteuning en waardering mantelzorgers Per 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor de ondersteuning en waardering van mantelzorgers. In de Begrotingsafspraken 2014 is voor de ondersteuning en waardering van mantelzorgers aanvullend structureel € 11 miljoen extra beschikbaar gesteld. Het bedrag dat structureel beschikbaar wordt gesteld voor de ondersteuning en waardering van de mantelzorgers wordt hierdoor € 100 miljoen. In 2015 zal dit bedrag lager liggen omdat er nabetalingen plaatsvinden over voorgaande jaren voor het mantelzorgcompliment. Voorlopig wordt ervan uitgegaan dat in 2015 een budget van € 70 miljoen beschikbaar is voor gemeenten. 5. Budget uitgaven doventolk Gemeenten ontvangen voor uitgaven die samenhangen met het bieden van ondersteuning door een doventolk vanaf 2015 € 7 miljoen structureel. 6. Aanvullend uitvoeringsbudget Voor de (structurele) uitvoeringskosten van de nieuwe Wmo stelt het kabinet -aanvullend op het reeds beschikbare uitvoeringsbudget in het Gemeentefonds- € 42 miljoen beschikbaar vanaf 2015. 7. Aanvullend budget voor een zorgvuldige overgang van cliënten en een zorgvuldige transitie door aanbieders naar de Wmo 2015 Op 12 december 2013 zijn met het bestuur van de VNG afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder de decentralisatie van langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning naar gemeenten kan plaatsvinden.
Voor het mogelijk maken van een zorgvuldige overgang van cliënten en een zorgvuldige transitie door aanbieders naar de Wmo 2015, ontvangen gemeenten € 200 miljoen aanvullend budget in 2015. Dit vermindert het financiële risico voor gemeenten en aanbieders omdat het ruimte biedt voor een meer geleidelijke omslag naar een nieuwe manier van denken en werken. Ook voor de arbeidsmarkt leiden de extra middelen tot een positief effect in 2015. Vanaf 2016 wordt structureel € 200 miljoen extra aan het macrobudget toegevoegd, zodat gemeenten vernieuwende ondersteuningsarrangementen kunnen ontwikkelen op het snijvlak van maatschappelijke ondersteuning, welzijn, werk en inkomen, wonen, jeugdzorg en onderwijs, met slimme verbindingen tussen formele en informele zorg. Eén van die vernieuwingen is de samenhang tussen het sociale en het medische domein, met de wijkverpleegkundige als spil. Innovatieve werkwijzen, zoals sociale wijkteams en buurtgericht werken, kunnen verder worden ontwikkeld en breder worden ingezet en zodanig worden ingericht dat het samenwerking tussen zorgverzekeraars, zorgaanbieders en gemeenten stimuleert en substitutie van zwaardere vormen van zorg door lichtere vormen van zorg en ondersteuning plaatsvindt. 8. Reeds beschikbaar budget integratie-uitkering huishoudelijke verzorging De voorgenomen korting per 2015 op het budget voor huishoudelijke verzorging wordt structureel met € 530 miljoen verzacht ten opzichte van het Regeerakkoord. De korting bedraagt hiermee in 2015 € 465 miljoen en het budget waarover gemeenten in 2015 de beschikking houden voor de uitvoering van het wetsvoorstel Wmo 2015 bedraagt hierdoor € 951 miljoen. 9-10. Reeds beschikbare budgetten in het Gemeentefonds Het Gemeentefonds wordt structureel vanaf 2017 taakstellend verlaagd met € 50 miljoen in verband met de besparing in het kader van hergebruik van hulpmiddelen. De verlaging in 2015 bedraagt € 15 miljoen. De budgetten die gemeenten gebruiken voor het uitvoeren van de huidige wet blijven –behoudens de maatregelen op huishoudelijk hulp en hulpmiddelen- beschikbaar voor de uitvoering van het wetsvoorstel Wmo 2015. Voor de volledigheid zijn deze budgetten opgenomen in tabel 1. Voor het budget dat reeds beschikbaar is in het cluster maatschappelijke zorg van de algemene uitkering van het Gemeentefonds (post 9) is een inschatting gemaakt. Het genoemde reeds beschikbare budget voor de decentralisatie-uitkeringen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang (post 10) betreft het budget 2013 zoals gecommuniceerd in de septembercirculaire 2013. 3. De voorlopige verdeling van het macrobudget voor de Wmo 2015 Voor het aanvullend budget (post 1) als gevolg van nieuwe taken door overheveling uit de AWBZ is een historisch verdeelmodel ontwikkeld op basis van feitelijke uitgaven in de AWBZ in de eerdere jaren. De verdeling van het bedrag voor cliëntondersteuning wat aan het Gemeentefonds wordt toegevoegd zal plaatsvinden volgens een historische verdeelsleutel van het budget per MEEorganisatie dat over de gemeenten per werkgebied van de MEE-organisaties wordt verdeeld op basis van inwoners (20%) en cliënten (80%) met als peiljaar 2012. Het budget dat gemoeid gaat met beschermd wonen en het budget dat samenhangt met opvang zal over de centrumgemeenten worden verdeeld. Voor een aantal taken (posten 2 t/m 5) wordt met de verdeling voor 2015 aangesloten bij het objectieve verdeelmodel van de integratie-uitkering Wmo/huishoudelijke verzorging. Het aanvullend uitvoeringsbudget (post 6) wordt in 2015 verdeeld via een vast bedrag (25%) en via een bedrag per inwoner (75%). Het aanvullend budget voor een zorgvuldige overgang van cliënten en een zorgvuldige transitie door aanbieders naar de Wmo 2015 (post 7) wordt in 2015 verdeeld via de historische verdeling van de feitelijke uitgaven voor begeleiding (€ 200 miljoen).
De bijlage van dit bericht bevat een voorlopig totaalbudget per gemeente met daarin een onderverdeling voor: 1. het totaalbudget voor nieuwe taken voor alle gemeenten (posten 1 t/m 7); 2. het totaalbudget voor nieuwe taken voor centrumgemeenten (beschermd wonen en het budget dat samenhangt met opvang, post 1); 3. het totaalbudget voor bestaande taken integratie-uitkering Wmo/huishoudelijke verzorging voor alle gemeenten (post 8). De meicirculaire 2014 zal een actualisatie van het macrobudget voor 2015 bevatten aan de hand van de genoemde factoren onder paragraaf 2 en zal daarmee van invloed zijn op de hoogte van het budget per gemeente. De meicirculaire 2014 zal daarnaast informatie bevatten over de geleidelijke ingroei naar een objectieve verdeling vanaf 2016. Voor het bedrag dat gemeenten ontvangen vanuit het cluster Maatschappelijke Zorg en Jeugd (post 9) wordt hierbij geen totaalbedrag per gemeente gegeven gezien dit bedrag onderdeel uitmaakt van de algemene uitkering van het Gemeentefonds. Voor de bedragen uit de decentralisatie-uitkeringen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang (post 10) geldt dat gemeenten hierover zijn geïnformeerd middels de septembercirculaire 2013. Over de wijzigingen van de verdeling van decentralisatie-uitkeringen maatschappelijke opvang en vrouwenopvang zullen gemeenten worden geïnformeerd in de meicirculaire 2014. Over de aanpassing van het verdeelmodel vrouwenopvang en de gevolgen daarvan ontvangen de centrumgemeenten in januari 2014 een separate brief.