bulletin NVZ nederlandse vereniging van zangpedagogen
nummer 16• februari 2010
www.zangpedagogen.nl
Een actief jaar Elena Vink, voorzitter
Op het moment van schrijven is het nieuwe jaar nog vers en daarom alsnog de beste wensen. Als het Bulletin op de deurmat valt is iedereen natuurlijk al weer druk aan het werk en lijkt kerst lang geleden. Het schitterende winterweer helpt wel om het kerstgevoel langer vast te houden, ondanks de ongemakken die het ook brengt. Het lijkt ook alsof het doemscenario van een opwarmende aarde niet waar is, zo’n winter hebben we lang niet gehad. Er gaat iets geruststellends van uit. Maar goed, dit is een vakblad voor zangpedagogen en niet het verenigingsblad van een milieubeweging, dus genoeg hierover.
bij deze wil ik de mensen die ons te woord hebben gestaan hartelijk bedanken voor hun openheid en constructieve commentaar. Zo kwam uit de belronde het idee naar voren om te leren werken met minder validen - een aantal leden heeft namelijk te maken met leerlingen met een visuele of andere lichamelijke handicap. Zeker de moeite waard om een keer onder de loep te nemen. Wat echter vooral duidelijk werd uit de gesprekken was de behoefte aan workshops die op de praktijk gericht zijn. Het bestuur is inmiddels druk doende om voor de ALV op 6 maart een zeer praktijk gerichte werkmiddag te organiseren – zie de aankondiging elders in dit Bulletin.
Het bestuur heeft na het vorige symposium een aantal bezoekers gebeld om een indruk te krijgen van wat men ervan vond, welke zaken beter moeten, waar men tevreden over was en waar behoefte aan is. We hebben een aardig beeld gekregen en
Ook voor het symposium in oktober hebben we een mooi thema, ‘de ouder wordende stem’, een logisch vervolg op ‘de kinderstem’. Zoals ik in een eerder voorwoord al een keer schreef heb je als zangdocent in je privépraktijk veel te maken met mannen en vrouwen van middelbare leeftijd. Een bijzondere groep leerlingen. Zij hebben door omstandigheden vaak niet voor een professionele zangopleiding kunnen of mogen kiezen en zingen in een koor, of solistisch als ‘semi-professional’. Zij hebben een heel eigen stemtechnische problematiek, zoals problemen in de passages of een te groot vibrato. Maar niet alleen voor je leerlingen, ook voor jezelf als ouder wordende docent kan dit onderwerp interessant zijn: hoe kun je op hoog niveau blijven zingen? Een fascinerend onderwerp om met elkaar in te duiken. Ik verwacht dan ook veel belangstelling van de leden en hoop iedereen bij de ALV en het symposium weer te ontmoeten! -
Algemene Ledenvergadering & werkdag zaterdag 6 maart 2010 tussen 10.00 – 16.00 uur Ineke van Doorn Warming up voor zangers
Van de redactie…
Als zangdocent met een privépraktijk ontkom je er bijna niet aan: public relations, oftewel ‘reclame maken voor jezelf’. Voor sommigen een vervelende bijkomstigheid, voor anderen een gelegenheid om de creativiteit de vrije loop te laten. Wellicht brengt het artikel over PR en de lespraktijk u op ideeën. Zoals beloofd ook het tweede deel van het verslag van het ICTV in Parijs en een verslag van het ochtendprogramma van het symposium in oktober. Ook aandacht voor het gebruik van de term ‘kopstem’ en voor het verschijnsel ‘aangezongen zijn’. En verder: de methode Tomatis, wat is dit precies?
[email protected].
10.00 uur 10.30 uur 12.00 uur 13.00-15.00 uur 15.00 -16.00 uur 16.00 uur
Hetty Gehring Maarten Rienks Adem stroomt Lichtenberger Methode
ontvangst met koffie/thee aanvang Algemene Ledenvergadering (alleen voor leden) lunch workshops ‘Aan het werk’ door Ineke van Doorn, Hetty Gehring en Maarten Rienks paneldiscussie einde
Kosten bijwonen workshops: NVZ leden gratis (incl. lunch), studenten € 15, niet-leden € 30 Locatie: Utrechts Conservatorium, K en W, Mariaplaats 27, 3511 LL Utrecht (5 minuten lopen van Utrecht CS) Opgeven via
[email protected]
1
verslag ICVT Parijs 1 Masterclass Popular Music door Sarah Sanders
personage goed neerzet, maar “hoe zit het met zijn hoofd?” Dat domineert bij deze persoon. “Zing dit stuk nu eens minder vanuit de emotie, maar meer vanuit ambitie, zonder dat je nu besluit of die ambitie goed of slecht is.” Gareth transformeert op een of andere manier. Zijn gezicht ziet er tijdens het zingen ineens totaal anders uit, en hoewel hij nog steeds zeer veel loze gebaartjes maakt, is de uitvoering een stuk gelaagder en minder eendimensionaal.
door Ineke van Doorn Het bestuur van de NVZ nodigde mij uit om als redactielid van het Bulletin het International Congres of Voice Teachers in Parijs bij te wonen. In het vorige Bulletin besprak ik al enkele van de interessante lezingen en masterclasses, in dit Bulletin volgen nog enkele verslagen. Masterclass Popular Music Sarah Sanders is zangdocente, vocal coach, zangeres en actrice en heeft een ruime ervaring in het theater. Ze gaat in op het begrip ‘musique actuelle’: wat is dat? Het is moeilijk te zeggen, het is eigenlijk dat wat men meeneemt naar de les. En als pedagoog weet je dus nooit van te voren wat dat zal zijn. Studenten zingen repertoire van zeer verschillende, soms onbekende, componisten en veel studenten zingen ook hun eigen repertoire. Je moet als docent dus heel flexibel zijn. Ze kent, op één zangeres na, niemand van de deelnemers aan de masterclass. Op de vraag die ze zichzelf stelt, ‘wat te doen met een student die ik niet ken’, concludeert ze dat de student de les zelf moeten maken: “het gaat om hen, niet om mij”.
Sarah onvoldoende dat Julia tegen iemand spreekt: “Dat moet je altijd doen wanneer je optreedt”. “Richt je meer op tegen wie je dit wilt zingen en waarom je dat wilt.” Sarah vraagt Julia het stuk nu direct voor Gareth, ook deelnemer aan deze masterclass, te zingen. Halverwege moet Julia in tranen stoppen: “Ik ga nu ineens naar binnen, terwijl ik niet eens speciaal aan één iemand denk.”
en Sarah vraagt waarom dat is. Maartje concludeert dat degene die het stuk zingt een ander probeert te overtuigen. Sarah vraagt Maartje het betreffende deel nogmaals te zingen om te kijken of deze conclusie haar iets brengt. Het is een onderzoek, benadrukt Sarah. Deze benadering heeft duidelijk effect. “Now take your time and do the whole song again”. Ditmaal overtreft Maartje zichzelf. Sarah concludeert: “We zijn bang om onze emoties aan te spreken en bang om te lijden. Maar het publiek ‘wants to eat you’. Het is als in een circus: ‘the audience wants you on the ground’.”
Maartje Waanders De Nederlandse Maartje Waanders zingt een gepassioneerd ‘Have a little faith in me’ van John Hiatt en neemt hiermee de hele zaal overtuigend voor zich in. Sarah complimenteert haar: “Je hebt een mooie stem en weet hoe je deze moet gebruiken.” Ook zij krijgt vervolgens de vraag waarom ze deze song zingt. Maartje zegt vooral voor de tekst gevallen te zijn, waarop ze deze samen bespreken. “Waarom moet je zo vaak ‘Have a little faith in me’ zingen, wat is de functie daarvan? Er moet ergens in de tekst een belangrijke zin staan, die de clue vormt voor de emotie. Deze zin moet je zien te vinden zodat je je er bewust van bent.” In dit geval staat de gezochte zin aan het einde van het stuk
Stanislavski oefening De Finse Aili Ikonen zingt ‘You must believe in spring’ van Michel Legrand met daarin een wonderschone improvisatie. Ook aan haar vraagt Sarah het stuk nogmaals te zingen, en dit keer de tekst naar iemand toe te zingen (ze zet iemand naast de piano). Ze legt uit dat dit een typische Stanislavski oefening is. Het is namelijk erg moeilijk: “a real torture”. Deze oefening kan goed werken wanneer je vindt dat een student té technisch bezig is. Aili beaamt dat ze nu inderdaad moeite moet doen om niet te huilen. Een andere manier kan zijn om in dit stuk de student het woord ‘you’ te laten veranderen in ‘I’. In het algemeen adviseert Sarah om een song op verschillende manieren te benaderen. De eerste keer zing je de song bijvoorbeeld voor iemand die je aankijkt, en de tweede keer voor iemand die jou de rug toekeert. Dit is gewoon een manier om te oefenen, het gaat er om dat je van binnen beweegt. Aili zingt nu het hele stuk nogmaals en het klinkt werkelijk schitterend.
Sarah Sanders
In tranen Ze begint met Julia Orcet. Julia studeerde songwriting en treedt af en toe op in kleine Parijse clubs. Het stuk dat ze zingt is van de Franse Zazie. Julia heeft een heel lage stem. Ze beweegt veel tijdens het zingen en heeft daarbij haar stem niet helemaal onder controle. Ze brengt het stuk wel met overtuiging. Op de vraag van Sarah Sanders waarom ze dit stuk heeft gekozen vertelt ze dat ze het stuk zo mooi vond dat ze er graag zelf iets mee wilde doen. Sarah vindt dat ze het stuk nog dichter bij zichzelf kan brengen. “Wat wil je er mee zeggen?” Ook voelt
Jekyll & Hyde Gareth Nash (Wales) zingt ‘This Is The Moment’ uit de musical Jekyll & Hyde. Hij zingt buitengewoon luid en met veel pathos. Sarah vraagt hem wat het verschil is tussen het zingen van pop en musical. Volgens Gareth hoef je als je pop zingt geen verhaal
Maartje Waanders
2
Meer dan tekstinterpretatie? In eerste instantie maakt Sarah Sanders op mij de indruk dat ze vooral bezig is met tekstinterpretatie. Wat staat er in de tekst en wat wordt daarmee bedoeld? Ik vind het echter opvallend hoeveel resultaat ze boekt door het stellen van schijnbaar eenvoudige vragen. Ook bij de zangers die hun stuk de eerste keer al prachtig zingen, blijkt er nóg meer in te zitten. Deze veranderingen ontstaan bovendien vrij snel, en bijna als vanzelf. Ik had niet de indruk dat de zangers zich ongemakkelijk voelden, of zichzelf forceerden. Intrigerend! Misschien is haar geheim dat ze onderzoekt, en ook snel aanvoelt welke woorden voor iemand
Aili Ikonen
te vertellen. Sarah verbetert hem en zegt dat wanneer je een popsong zingt je wel degelijk een verhaal vertelt, maar dat je dit niet als personage binnen het verhaal doet. Als popzanger ben je dus veel vrijer in je interpretatie. Sarah vraag Gareth zijn personage te beschrijven. Uit zijn beschrijving pikt ze het woord ‘ambitie’. “Wat betekent dit woord voor jou, is het positief?” Gareth weet het niet. Sarah zegt dat hij wel de lichamelijke en emotionele kracht van het
Gareth Nash
een bijzondere betekenis hebben en dus als katalysator kunnen dienen. Hierbij vormen (een deel van) de tekst, dan wel haar vragen de sleutel tot die innerlijke beweging die ze zo belangrijk vindt. Een innerlijke beweging die voor ons als luisteraars in elk geval ook duidelijk hoorbaar is.-
verslag ICVT Parijs 2
De Accentmethode van Svend Smith door Ineke van Doorn Van Janice Chapman (een van de oprichters van de British Voice Association) verscheen in 2006 het boek ‘Singing and Teaching Singing’. Er werkten aan het boek ook anderen mee: het hoofdstuk over adem en ademsteun schreef ze samen met logopedist Ron Morris. Het hoofdstuk beschrijft de zogenaamde SPLAT methode, een ademmethode voor zangers gebaseerd op de Accent Methode van Svend Smith. Tijdens het ICTV in Parijs werd deze methode door Ron Morris, in bijzijn van Janice Chapman, tijdens een workshop gedemonstreerd. Inleiding Voor Ron Morris met zijn student aan het werk gaat legt hij uit dat adem en ademsteun nogal omstreden onderwerpen zijn en dat er veel misverstanden over bestaan. Er moet nog veel onderzocht en beschreven worden. Adem en ademsteun vormen ook de moeilijkste aspecten bij het trainen van zangstudenten. Vanaf 1920 vindt er onderzoek plaats op het gebied van fysiologie en anatomie, meestal door fysiotherapeuten en logopedisten. Thomas Hixon deed in 1980 inmiddels klassiek geworden onderzoek
naar ademsteun bij zangers. En er is meer recent onderzoek (2001) o.a. van Thorpe, Cala, Chapman en Davis. Volgens Morris moet een goede ademcontrole (‘breath management’) bij zangers voorzien in: • een bewuste ademcontrole die resulteert in een onbewust (adem)systeem dat gedreven wordt door muziek, tekst en emotie; • ademsteun en een gebalanceerde ademstroom;
3
• een flexibel en efficiënt gebruik van de ademfysiologie; • een bijdrage tot een goede lichaamshouding; • het bewustzijn van de natuurlijke functie van de in- en uitademing. Svend Smith ontwikkelde in 1930 de Accentmethode. Deze methode maakt gebruik van buik-middenrifademhaling en ontwikkelt alle vaardigheden die een zanger in training voor een goedwerkend ademsysteem nodig heeft. Het voorziet in oefeningen die toe-
werken naar een sterk en flexibel ademsysteem. Ron Morris heeft het systeem voor zangers iets aangepast en demonstreert nu een aantal oefeningen met student Dennis. Oefeningen De oefeningen worden in drie stappen onderverdeeld: 1. Het correct inzetten van de juiste spieren bij de in- en uitademing. 2. Het oefenen van de uitademing door middel van een actieve aanspanning van het abdominale gebied. 3. Het oefenen van een snelle inademing (de zogenaamde SPLAT) voor het zingen. Morris vraagt Dennis op zijn rug te gaan liggen. Hij ligt nu op de grond, zijn knieën zijn opgetrokken, zijn handen liggen op zijn buik en zijn hoofd ligt iets hoger op enkele boeken. Deze houding bevordert een geschikte lichaamshouding en een regelmatig ademhaling (‘tidal breathing’). Als de student in deze positie niet in staat is laag te ademen, is er serieus iets mis en moet je hem naar een dokter verwijzen. Het is de bedoeling dat de student later ook in andere houdingen (zitten, staan) deze regelmatige ademhaling kan volhouden. Stap één is nu om bewuste controle over de adem te krijgen. Hij laat Dennis uitademen op ‘sss’, en op ‘fff’ . Daarna volgt een uitademing op een lange ‘aa’ en op een lange ‘oo’. Vervolgens vraagt hij Dennis op zijn zij te gaan liggen. In deze houding is er meer ruimte om actief uit te ademen. De klassieke Accentmethode heeft het over ‘airflow’, maar een zanger moet ook snel uit kunnen ademen. Om die reden ‘forceert men de uitademing’ (stap 2). Hij gaat nu verder met allerlei oefeningen op ‘vv-vv-vv’. Voordat er wordt ingeademd wordt er even gewacht. Dus eerst helemaal uitademen, dan even vasthouden en daarna weer snel inademen.
Workshop Accentmethode
Dit is wat hij SPLAT noemt (stap 3).
neer deze druk afneemt spannen de intercostale spieren zich en zetten de ribben uit.
Als Ron Morris met een groep werkt doet hij deze oefeningen een aantal weken achter elkaar en hierbij gebruikt hij ook bewegingen. Bij de Accentmethode is het de bedoeling dat de student thuis de oefeningen herhaalt. De oefeningen bouwen op in moeilijkheidsgraad en iedere oefening bouwt voort op het voorafgaande.
Onderzoek naar de methode Ron Morris en Janice Chapman deden recentelijk onderzoek met zangers van de Guildhall School of Music in Londen. Er werden twee groepen van 15 zangers geformeerd. Een groep kreeg gedurende 10 weken les volgens de Accentmethode (één uur per week privéles), de andere groep niet. Van alle zangers werd zowel voor als na het onderzoek een fonetogram gemaakt. Uit deze metingen bleek dat na 10 weken het dynamisch bereik bij de groep die de Accentmethode volgde enorm was toegenomen: ze konden zowel luider als zachter zingen. De andere groep, die de methode niet volgde, was ook vooruit gegaan, maar lang niet zo veel.
Bij een volgende oefening houden Dennis en Janice elkaars handen gekruist vast. Door beurtelings rechts en links aan elkaars armen te trekken ontstaat er een ritmische beweging waarbij ze naar voren en naar achteren wiegen. Op het ritme van deze beweging worden er nu klanken voor- en nagedaan, waarbij soms de tong naar buiten moet worden gehouden.
Derek eindigt met een stuk uit ‘Le Nozze di Figaro’. Hij haalt inderdaad snel en gemakkelijk adem, ondanks dat hij zeer luid en emotioneel zingt. Op vragen uit de zaal antwoordt hij dat hij tijdens het zingen helemaal niet aan de adem, of aan het inademen denkt. Door de Accentmethode krijg je een ‘bouncing belly’. Je hoeft er tijdens het zingen niet over na te denken, het gaat van zelf. Het lijf volgt de tekst en de interpretatie.
Waarom werkt deze methode? Veel zangers blokkeren halverwege hun uitademing. Vooral heel lange mensen ademen vaak omgekeerd (‘reverse abdominal breathing’). Ook hun tong en kaak zijn vaak stijf. Bij mensen die van nature omgekeerd ademen beweegt bijvoorbeeld tijdens het kuchen de buik naar buiten. Morris onderscheidt vier spierknooppunten die uiterst actief zijn. Zij blijven tijdens het ademen steeds op hun plek. Twee knooppunten bevinden zich links en rechts aan de zijkant van het lichaam, ter hoogte van de taille. Één knooppunt zit ter hoogte van het sternum, en één vlak boven het schaambeen. Het gebied tussen deze knooppunten in blijft flexibel. Door de Accentmethode verkrijg je bewust controle over deze knooppunten, hetgeen voor zangers belangrijk is.
De zaal is na deze workshop zeer enthousiast. Zelf ben ik na afloop verrast. Ik realiseer me namelijk dat de ademmethode die ik in mijn boek beschrijf, en die gebaseerd is op de manier waarop ik zelf de afgelopen 20 jaar met zangstudenten aan hun adem en aan de koppeling tussen adem en stem werkte, veel overeenkomsten vertoont met het hier getoonde. Na afloop van de workshop hoor ik hoe ook een andere collega aan Ron Morris vertelt, dat ze al jaren op deze manier werkt zonder ooit van de Accentmethode gehoord te hebben. Opmerkelijk. -
Uiteraard zijn er ook andere ademsystemen. Hij noemt er een aantal (rib reserve, belly out, claviculair breathing, dorsal breathing). Over flankenademhaling zegt hij dat deze veel spanning in het larynxgebied geeft, omdat je de uitademingsspieren inzet voor de inademing. Aan het eind van de workshop licht Janice Chapman deze uitspraak nog toe. Ze legt uit dat de intercostale spieren (tussenribspieren) niet zoveel doen, ze hebben geen grote rol in het openhouden van de longen maar ondersteunen vooral de lichaamshouding. Ze bevatten geen willekeurige zenuwen maar wel drukreceptoren. Deze reageren op de druk in de longen: wan-
column
verslag ICVT Parijs 3 Het Franse chanson
door Ank Reinders
Kalamazoo, 1975
Dominique Desmons door Ineke van Doorn Dominique Desmons is een zanger die zowel een carrière heeft als klassiek zanger, als een carrière als zanger van het Franse chanson. Tijdens het ICTV in Parijs, waarvan u in dit Bulletin meer verslagen leest, gaf hij een lezing over de geschiedenis van het Franse chanson vanaf de middeleeuwen. Het was tijdens dit congres een van de meest onderhoudende lezingen die ik bijwoonde. Desmons is namelijk niet alleen een goed verteller, hij kent ook meer dan 1000 chansons (vanaf het eind van de 19de eeuw tot recent repertoire) en illustreerde zijn lezing live terwijl hij zichzelf aan de piano begeleidde. Ook vroeg hij een aantal ‘young professionals’ één of twee chansons in te studeren. Van te voren nodigde hij hen een middag bij hem thuis uit, om ze bij hun voorbereiding te helpen. De lezing werd dus regelmatig afgewisseld door live gezongen voorbeelden. Daarbij viel op dat de buitenlandse zangers (waaronder de Nederlandse Maartje Waanders) het er opvallend goed vanaf brachten. Ze zongen hun chansons muzikaal, met overtuiging én met een mooie Franse uitspraak. Aangezien Desmons zelf een voorkeur heeft voor zeer virtuoze Franse chansons die vol zitten met taalgrapjes, vloog deze presentatie voorbij en werd er heel wat gelachen. Het was voor mij onmogelijk deze virtuoze en zeer informatieve lezing inhoudelijk te verslaan. Maar
In de periode dat ik in Michigan werkte (ik was er regelmatig tussen 1973 en 1986), zaten de kerken en zalen altijd vol. In dat gebied hadden zich namelijk na de Tweede Wereldoorlog veel Nederlandse immigranten gevestigd. Zij kwamen graag luisteren naar een sopraan “van thuis”… Maar er werd gefronst bij Purcells coloraturen. En zong ik Latijn dan ruiste het met een Gronings accent: Wàsingsenou? Geïnspireerd door het weer van januari j.l., moest ik denken aan die keer dat ik een class en een concert zou geven in Kalamazoo, zo’n 80 kilometer van Grand Rapids waar ik gast was aan het beroemde Calvin College. Van-
op de website van de Nats zijn van enkele ICTV lezingen samenvattingen te downloaden. Ook de lezing van Dominique Desmons vind je daar vrijwel in zijn geheel, alleen wél in het Frans! Op YouTube.com is Desmons te beluisteren met een uitvoering van ‘La chanson des Ananas’, een stuk dat hij ook tijdens zijn lezing met veel succes uitvoerde. http://www.nats.org/index php?option+com_content&view=article&id =125<emid=81 http://www.youtube.com/ watch?v=C0IiiLLmzeA. -
Tijdens de terugweg die nacht, ditmaal wél in die heel grote luxe Dodge van de Dutch Immigrant Society, met het hele DIS-bestuur, zagen we een passerende auto uitglijden en over de kop slaan. Vreemd uitziende, woeste mannen kropen er schreeuwend uit. “Wegwezen”, riep de voorzitter van de DIS, Jan Witte geheten, in onvervalst Nederlands, ”potverdikke! wèg, voor d’r sores van komt!” Om vervolgens weer als John Owiddie in het Amerikaans verder te schelden. Tijdens de class die ik die middag in Kalamazoo had gegeven, ontstond de eerste oefening van mijn latere ‘Atlas van de zangkunst’. Dit naar aanleiding van de vraag “Wat doet u met de stem als het zó koud is?” Een rustige oefening, beginnend op een ‘m’, die zich langzaam uitbreidt tot een ‘lojolojo’ en ‘lililili’. Aan zwaardere oefeningen dan ‘lililili’ en ‘lojolojo’ binnen een kwintje ben ik, gezien de luie tongen in het bevroren Kalamazoo, niet toegekomen. -
Dominique Desmons
4
wege bittere kou en een heftige, ijzige blizzard werd ik per kolossale landbouwtractor vervoerd naar Kalamazoo Western University. . We zaten in een verwarmde cabine zo groot als een kamer. Tijdens de oogst zit een landbouwer namelijk de hele dag op zo’n voertuig, en als een blizzard dreigt, mogelijk nog langer. Hij heeft er tv, een constante radioverbinding en een toilet. Keert zo’n tractor na een oogstdag naar huis, en moet hij de weg opdraaien, dan verspert hij de breedste straat, en krijgt hij politiegeleide. Binnen was het te warm, buiten was het te koud. Zat ik maar in de luxe Dodge die er achteraan reed. Die slipte echter en tolde rond. Tot schrik en verbazing van de organisatoren die meereisden, neuriede ik soms wat. Waar zou mijn stem straks zitten?
5
verslag ICVT Parijs 4
Het programma tussen de schuifdeuren door Petronella Palm Zoals u in het vorige Bulletin hebt kunnen lezen, was de bijeenkomst van het International Congress of Voice Teachers in Parijs afgelopen juli een interessante gebeurtenis. Met name de combinatie van klassieke en niet-klassieke zangkunst en het daarin geïntegreerde Young Professional Program, gesubsidieerd door het Leonardofonds van de EU, was zeer succesvol. Naast het intensieve programma van zes tot zeven lezingen per dag, waren er ook iedere dag vergaderingen gepland tijdens de lunchpauze! Aangezien deze plaatsvonden op het Conservatoire Nadia et Lily Boulanger - vijftien minuten lopen vanaf de Folies Bergère waar het congres zich afspeelde -, spoedden Elena Vink en ik ons meerdere keren per dag met een broodje in de hand van de ene naar de andere locatie om toch maar vooral niets te missen… 15 juli De eerste dag begon met een drie uur durende jaarvergadering van de European Voice Teachers Association. Op Hongarije na waren alle EVTA-landen vertegenwoordigd. (Voor informatie over de EVTA en welke Europese landen lid zijn, kunt u de website www.evta-online.org raadplegen.) Als gasten waren vertegenwoordigers aanwezig uit de Verenigde Staten, Israel, Roemenië en België. In de openingswoorden werden wij erover geïnformeerd dat Engels de werktaal zou zijn, hoewel de officiële taal van EVTA het Duits is. Daarna verliep de vergadering volgens het gebruikelijke protocol. Het financiële rapport en de voorgestelde aanpassingen van de EVTA-constitutie werden gepresenteerd en unaniem aangenomen (ook deze kunt u vinden op de eerder genoemde website). Het hoofdonderwerp van de vergadering was een evaluatie van de EVTA-projecten die mogelijk worden gemaakt door het EULeonardoprogramma, waarover we uitgebreid verslag hebben gedaan in het vorige Bulletin. Daarom werden tijdens de tweede helft van de vergadering de aanwezigen opgedeeld in twee groepen: de partners van het eerste Leonardoproject, waaronder Nederland, en de partners van het tweede Leonardoproject, hierna te noemen Leo I en Leo II. Het Leonardoprogramma is voor de EVTA en onze eigen organisatie echt een “work in progress”: veel mogelijkheden en werkwijzen moeten nog worden onderzocht en gestroomlijnd. Onze partners in Leo I zijn de coördinerende partner Frankrijk en verder Denemarken, Oostenrijk, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. De Leo II-landen zijn Duitsland, Kroatië, Finland, IJsland, Italië, Letland, Noorwegen, Polen en Slovenië. De oorspronkelijke bedoeling was dat genoemde landen medio 2010 een nieuwe aanvraag
16 juli De volgende dag werd de lunchpauze gewijd aan een vergadering van de ICVT, dat het overkoepelende orgaan is van de internationale organisaties van zangpedagogen. De vergadering werd voorgezeten door Marvin Keenze, coördinator van de National Association of Voice Teachers uit de Verenigde Staten. Nederland is als lid van de EVTA ook bij de ICVT aangesloten. Behalve de deelnemers van de voorgaande dag waren nu ook onze collega’s uit Australië aanwezig. Na een korte introductie en een update van de activiteiten van elk land, ging het in deze vergadering voornamelijk om de opgelopen financiële tekorten van het evenement in Parijs, en over het eerstvolgende ICVT-congres. Overeengekomen werd dat, zoals vermeld staat in de Joint Agreement van de ICVT, de tekorten van het huidige congres, een totaal van € 11.000,- , zullen worden opgevangen door de lidorganisaties, naar rato van het aantal leden van elke organisatie. Dat betekent dat de NATS uit de Verenigde Staten met haar 6300 leden het grootste deel van deze schuld op zich zal nemen. Duitsland is tweede in ledental. Naar verwachting zal Nederland zo’n € 300,- bijdragen. Over het eerstvolgende ICVT-congres wachtte ons een enthousiasmerende presentatie door de Australiër Scott Harrison die ons probeerde te verleiden toch vooral in te stemmen met het voorstel het volgende congres, in 2013, in Brisbane te houden. Daarmee inspireerde hij vele leden zich te verheugen op een mogelijk bezoek naar down under, het land van de outback en de kangoeroe. En eerlijk gezegd, ik kreeg er zelf ook wel zin in…
bij de EU zouden indienen voor project Leo II, en dat de begunstigden van de Leo I-subsidies een nieuwe aanvraag zouden doen voor een daarop volgend project: Leo III. Dat is inmiddels veranderd, daarover in een volgend verslag meer. In de Leo I-vergadering, bijgewoond door EVTA-bestuursleden Norma Enns (voorzitter) en Sebastian Bielicke (penningmeester), werd voornamelijk gesproken over de financiën. De deelnemende partners werd gevraagd of zij bereid zouden zijn het resterende bedrag van de ontvangen Leo-subsidie te doneren aan het hoofdorgaan van de EVTA, het ‘Executive Commitee’ dat officieel in Hannover zetelt. Hier hadden met name de vertegenwoordigers van het Verenigd Koninkrijk wat moeite mee. Ook werd gesproken over het aanvullen van de tekorten van de Leo-projecten in Stockholm en Marlborough. Vervolgens ontstond er een discussie over de inhoud van de derde EPV (European Vocal Pedagogy)-week die in maart dit jaar wordt gehouden in Marlborough, Engeland. Al met al waren tegen het einde van deze bijeenkomst de gemoederen van onze doorgaans onverstoorbare Britse collega’s enigszins verhit. Er werd besloten de vergadering voort te zetten tijdens de lunchpauze op de laatste dag van de conferentie. Bij de Leo II-groep werden voornamelijk praktische onderwerpen behandeld, zoals de vraag hoe subsidies en reisgelden moeten worden aangevraagd. Ook werd het onderwerp voor Leo II vastgesteld, namelijk ‘Developing Teaching Techniques for the 21st Century’. Voorts werd overeengekomen dat Italië de coördinerende partner zou zijn voor de aanvraag van Leo II, en dat de voorbereidende vervolgbesprekingen voor Leo II medio januari 2010 zouden plaatsvinden in Rome.
Wij stellen u voor.....
tingw op het lunchprogramma. In deze meeting werd ingegaan op het uitwisselen van interessante artikelen in de bulletins en bladen van de lidorganisaties van EVTA. Vragen over vertalen en het omgaan met copyright kwamen aan de orde.
Tijdens de Algemene Ledenvergadering op 6 maart a.s. zullen Margo van Biezen en Mariska Wessel door het bestuur worden voorgedragen als respectievelijk nieuwe secretaris en bestuurslid belast met de Public Relations. U kunt hieronder alvast kennis maken met Margo en Mariska.
18 juli De vervolgvergadering van de Leo II-partners op de laatste dag stond in het teken van de planning van de European Vocal Pedagogy-week in Marlborough in maart. Een voorstel van onze Britse collega’s leidde tot een verhitte discussie. EVTA-bestuursleden behoren volgens de Britten geen voorkeurspositie te krijgen als cursusleiders bij de EVP’s; tijdens zulke pedagogische weken moet de meerderheid van de hoofddocenten bestaan uit vooraanstaande zangdocenten uit het gastland zelf. Uiteindelijk stemde de overgrote meerderheid van de deelnemers hiermee in.
Margo van Biezen woont en werkt in Driebergen en is moeder van vier zonen. Ze heeft zang gestudeerd bij Lucienne Bouwman en Cilly Dorhout. Vooral Cilly Dorhout heeft haar enorm gestimuleerd in het lesgeven. Margo heeft ook EVTS I en II en een introductieweekend CVT gevolgd. In 2005 heeft zij de applicatieopleiding koordirectie afgerond. Sindsdien is zij steeds meer gaan dirigeren. Ook geeft zij zang- en koorworkshops. Sinds 2007 organiseert en dirigeert zij cantatediensten in Driebergen. In de zomer geeft zij sinds een aantal jaar mede leiding aan een zangweek op Burg Feistritz in Oostenrijk. Als sopraansolist is zij regelmatig te horen bij oratoria van de Stichting Meezingconcerten. “Ik draag de NVZ (eerst nog het Genootschap) al jarenlang een warm hart toe en bezoek zo vaak mogelijk de bijeenkomsten. Ik vind het leuk en een uitdaging om als secretaris van het bestuur (nu nog ad interim) aan de slag te gaan. Helaas leeft Cilly Dorhout niet meer, want zij heeft mij indertijd geadviseerd lid te worden en ik meen dat zij zelf de eerste secretaris van het Genootschap was! Een bijzonder gevoel. Ik heb al ervaren dat er heel hard gewerkt wordt door bestuursleden en de redactie van het bulletin. Ik hoop daar mijn steentje aan bij te dragen en geïnspireerd te worden door de samenwerking met andere zangpedagogen.”
Dat was het einde van de pauzebesprekingen van een vermoeiend doch leerzaam congres, in de julihitte van het charmante, doch bedompte Folies Bergère en het Conservatoire Nadia et Lily Boulanger te Parijs. -
17 juli Op de derde dag stond er een editors mee-
6
Margo van Biezen
7
Mariska Wessel
Voordat Mariska Wessel (mezzosopraan) aan haar zangopleiding begon, studeerde ze Cultuurbeleid en -management aan de U.v.A. Na haar studie werkte ze onder andere bij het Concertgebouw en het cd-label Philips Classics. Geinspireerd door al die muziek besloot ze uiteindelijk haar eigen stem te volgen. Zij voltooide de zangopleiding aan ArtEZ bij Elena Vink en studeert nu bij de alt Sylvia Schlüter. Mariska geeft recitals met pianist Peter Bark en zingt regelmatig als soliste in Bachcantates. Ze heeft onlangs de rol van Dido gezongen. Naast haar uitvoerend werk geeft ze les op de koorschool Midden-Gelderland en heeft ze haar praktijk Villa SteMWerk te Bennekom. Ook verzorgt ze zang- en communicatieworkshops met dirigent Bart van den Goorbergh. Daarnaast verzorgt ze de PR voor een aantal muziekgezelschappen, waaronder het AlexanderConsort . -
Heesheid bij tienermeisjes door Lonneke Kruisbergen In mijn nog korte loopbaan als zangcoach heb ik zangles gegeven aan meisjes tussen de 12 en 18 jaar, zowel individueel als in duo-vorm. Het viel me op dat veel meisjes in deze leeftijdscategorie hoog ademhalen en hees zijn. Aangezien ik over dit onderwerp veel vragen had en weinig antwoorden kon vinden, koos ik dit thema als onderwerp voor mijn afstudeerscriptie. In juni 2009 studeerde ik met mijn scriptie “Heesheid bij meisjes in de puberteit” af aan Fontys Rockacademie te Tilburg.Tijdens het NVZ-symposium in oktober jl. heb ik mijn scriptie gepresenteerd. In dit artikel nog eens een overzicht van de belangrijkste bevindingen van mijn scriptie. Oorsprong heesheid Wat betreft de oorsprong van heesheid bij een tienermeisje maak ik een driedeling : Heesheid die is ontstaan in de kinderjaren bij een aangeboren afwijking. Bij zuigelingen kan heesheid al opvallen. Dit mag niet worden opgevat als een normaal verschijnsel. Observatie en onderzoek zijn van groot belang. Meisjes in de puberteit die hun kinderheesheid hebben meegenomen tot na de stembreuk. Zij hadden eigenlijk voor de stembreuk al actie moeten ondernemen. Meisjes die als kind niet hees waren maar in de puberteit hees worden. Stembandknobbeltjes kunnen worden ontwikkeld waardoor een stemstoornis ontstaat. De stembandknobbeltjes kunnen echter ook door de groei worden opgenomen in de stemplooi waardoor de heesheid van voorbijgaande aard is. Oorzaken van heesheid De oorzaken van heesheid zijn zeer uiteenlopend. Soms zijn er meerdere oorzaken. Stemstoornissen kunnen van organische of functionele (niet-organische) aard zijn. Bij organische stemstoornissen treedt de stemstoornis op ten gevolge van organische larynxaandoeningen of afwijkingen die objectief kunnen worden vastgesteld. Veel organische stemstoornissen zoals een cyste of poliep op de stemplooi zullen chirurgisch behandeld moeten worden. We noemen stemstoornissen functioneel, wanneer er geen organische afwijking aanwezig is. Deze stemstoornissen kunnen verschillende oorzaken hebben. Denk bijvoorbeeld aan verkeerd stemgebruik, overbelasting, psychische factoren, auditieve discriminatie, imitatie van negatief stemconcept en reflux . Al deze factoren kunnen de oorzaak maar ook de instandhoudende factor zijn.
Het komt vaak voor dat de larynx bij meisjes met heesheid in aanleg niet optimaal is. Er zijn natuurlijk miljoenen kinderen die krijsen, schreeuwen en brullen maar nooit problemen hebben met hun stem. Maar hese meisjes zijn snel hun stem kwijt na een sportdag, schoolreisje, discoavond of wat dan ook. Dat zegt dus vaak iets over de sluiting van de ware stemplooien en de vochtigheid van het hyaluron. Hyaluron komt van nature voor in het menselijk lichaam. Hyaluronzuur is belangrijk voor de stembanden. Bij sommige vrouwen is dit minder aanwezig waardoor de stembanden minder belastbaar zijn. De maandelijkse cyclus (menstruatie) kan de stem ook kwetsbaard maken. De stembeheersing kan tijdens de menstruatie ook minder goed zijn. Ook hormoonpreparaten, verwerkt in medicijnen of een anticonceptiepil, kunnen de stem negatief beïnvloeden.
verschillen in hun stem nog niet zo invoelen en begrijpen, en proberen bijvoorbeeld steeds dezelfde soepelheid en kracht te handhaven. En ze spiegelen zich nog wel eens aan volwassen zangeressen. Er is jammer genoeg geen literatuur over de invloed van hormonale schommelingen op de stembelastbaarheid, ik zeg dit meer op basis van wat ik merk bij jonge meisjes, en weet over de invloed van de menstruele cyclus op de stem. Het lastige is, dat deze gevoeligheid per individu anders is. Je kan dus geen algemene lijn trekken.” Spreekstem versus zangstem Als je als zangdocent heesheid wil aanpakken moet je technisch goed onderlegd zijn en affiniteit hebben met logopedie. Er is niet één standaard-methodiek die je daarvoor moet gebruiken maar de methodiek moet effectief zijn. Natuurlijk zijn er verschillen tussen zangles en logopedie. In de zangles worden meer luisteroefeningen gebruikt dan bij logopedie. Met zangles werk je aan een groter gebied van de stem en ligt de nadruk meer op klankkleur. Verder werk je aan subtiliteit, dynamiek en omvang van de stem. Ook de borst- en kopstem komen in zang veel duidelijker aan bod. De kopstem trainen is erg goed voor de totale flexibiliteit van de stem. Met zangles werk je ook aan muzikaliteit, expressiviteit en uiting. Je bent op een meer “speelse” manier bezig. Let wel, als de spreekstem niet goed is dan is er vaak wat aan de hand en dan moet je zo’n meisje altijd doorverwijzen. Vervolgens kun je in overleg met logopedist en/of kno-arts bespreken of zangles een goede aanvullende factor kan zijn. Goede zangstemoefeningen (luisteroefeningen) kunnen de spreekstem positief beïnvloeden naast het feit dat zingen gewoon een heerlijke manier is om je te uiten. Heesheid is zorgwekkend als er na een aan-
Stembelastbaarheid in de puberteit Sandra Roosenburg, logopediste en stemtherapeute van het Ikazia Ziekenhuis te Rotterdam, is een van de professionals die ik heb geïnterviewd. Zij zei er het volgende over: “Bij meisjes in de puberteit is er hormonaal veel gaande waardoor ze periodiek lichamelijk minder belastbaar kunnen zijn en het dus nauwer luistert voor zangpedagogen om goed te blijven kijken naar wat ze aankunnen. Het is in ieder geval bekend dat sommige vrouwen net vóór en tijdens de menstruatie echt gevoeliger zijn voor blessures. In de pubertijd zijn de hormonale schommelingen nog niet in balans, en kunnen we dus aannemen dat meisjes hierin ook kwetsbaarder kunnen zijn voor overbelasting. Sommige foniaters houden zelfs met opereren rekening met de hormonale cyclus. Er zijn meisjes die intensief uren aan het zingen zijn zowel ‘s avonds als in het weekend. Ze kunnen de
8
tal lessen geen verbetering in zit. Op het moment dat de klank echt even wegvalt als de leerling een lijn omhoog zingt, is het niet goed. Ook is het geen goed teken als een leerling alleen maar hard kan zingen. Of de hoogte alleen kan halen met het borstregister. In de adolescentie vinden leerlingen het vaak nog moeilijk om die breuk te snappen.
PR en de lespraktijk door Ineke van Doorn Brainstormend over mogelijke onderwerpen voor het volgende Bulletin filosofeerden we als redactie over het feit dat veel NVZ-leden een eigen lespraktijk hebben. Eén van dingen die we ons afvroegen was: hoe promoten onze leden deze lespraktijk? Hebben ze een eigen website, maken ze een folder, doen ze helemaal niets, adverteren ze, of schrijven ze net als collega Lils Mackintosh een eigen boekje over zang?
Wat te doen? Heesheid bij meisjes in de puberteit kan van voorbijgaande aard zijn. Conclusie is echter dat je dat van tevoren nooit kunt bepalen. Dat houdt dus in dat je het meisje moet doorsturen als je aanhoudende heesheid tegenkomt. In de meeste gevallen is logopedie en stemhygiëne voldoende. Er zullen ook gevallen zijn waarbij een zwakke larynx wordt geconstateerd. Bij een zwakke larynx kun je ook met logopedie en stemhygiëne vooruitgang boeken maar moet het meisje leren omgaan met haar stem en hoeveel deze aankan. Er moet een bewustzijn worden ontwikkeld. Dan kun je ermee functioneren. Het is echter wel zo dat het voor mensen met een zwakke larynx heel moeilijk zal zijn om op professionele basis te zingen omdat hun stem weinig belasting aankan.
Graag besteden we ook in het volgende Bulletin aandacht aan dit onderwerp. Aan u daarom het verzoek ons te informeren over hoe u uw lespraktijk bij mogelijk geïnteresseerden onder de aandacht brengt. Het is interessant als u daarbij bijvoorbeeld ook links naar uw website en/of folders aan ons mailt of stuurt. Lils Mackintosh Als opwarmer bespreek ik hierbij het boekje “Iedereen kan zingen alleen niet allemaal even mooi” dat Lils Mackintosh in eigen beheer uitbracht. Lils schreef het boekje omdat potentiële leerlingen haar regelmatig vroegen hoe haar masterclasses verlopen. Ze ontwierp het boekje zelf en koos voor een bijzondere vormgeving: als je het boekje in het midden openslaat heeft het de vorm van een vlinder. Een vlinder symboliseert voor haar een nieuw begin. Het boekje heeft 32 pagina’s en bestaat uit drie delen. In het eerste deel staat Lils zelf centraal, vervolgens komen leerlingen aan het woord en als laatste de pers.
Zangles in combinatie met logopedie? Zangles in combinatie met logopedie en/of kno-behandeling is mogelijk. Het is belangrijk dat je als zangdocent contact opneemt met de betreffende logopedist en/of knoarts om te weten wat er aan de hand is. Check vervolgens ook wat zij aanbevelen. In sommige gevallen is zangles misschien nog helemaal niet verstandig. Gespecialiseerd in zangstemmen Als je een zangleerling hebt die je moet doorverwijzen is het verstandig om deze door te sturen naar een logopedist of kno-arts die gespecialiseerd is in zangstemmen. Zeker als iemand aspiraties heeft om op professionele wijze met de stem te gaan werken. -
Lils vertelt in het eerste deel hoe ze zelf een nieuw liedje instudeert, beantwoordt enkele veel gestelde vragen en beschrijft onder andere haar eigen eerste zangles. Daarna legt ze uit hoe een zangles bij haar ongeveer verloopt. Vervolgens komen er een aantal leerlingen aan het woord die iets zeggen over haar stijl van lesgeven en wat ze van haar geleerd hebben. Ook geven ze enkele voorbeelden van oefeningen die ze kregen. Als laatste volgen een aantal recensies van workshops die Lils gaf. Het boekje ademt een enthousiaste, open sfeer, en bevat een aantal zinnige tips en aanwijzingen. Het is een uitstekend visitekaartje: het geeft namelijk niet alleen een
9
goede indruk van Lils als persoon maar ook van haar visie en werkwijze als zangdocente. Daarnaast ziet het er prachtig uit. Als u nieuwsgierig geworden bent kunt u het boekje via haar website (www.lilsmackintosh.nl) bestellen. Het kost 15 euro inclusief verzendkosten. -
Gelezen
KOPSTEM????????
Onderstaand artikel, geschreven door Susanne Lammers, heeft in december jl. in het Leidsch Dagblad gestaan, naar aanleiding van het verschijnen van het boekje ‘Nannerl’ van Ank Reinders.
door Ank Reinders Kopstem is een van de meest omstreden en onbegrepen termen in de zangkunst en in de zangliteratuur. Maja Schermerhorn richt in het voorgaande Bulletin terecht een snedige opmerking aan de diverse schrijvers die nog steeds dit begrip fout hanteren. Maar wat wil je? We zijn er allemaal mee door de zangles gekomen en tot op dit moment worden er congressen georganiseerd om tot een goede en vooral eensluidende terminologie te komen. Ik streef naar ‘zwaar’of ’modaal’ en ‘falset’. Het was al de vroege zangleraar P.F. Tosi die in zijn boek van 1743 schreef dat ´kopstem´ niet de juiste term was voor het bedoelde stemgebruik maar dat hij ook geen beter voorstel had. Ook hij wist al dat er geen ´resonanties´ in de kop mogelijk zijn. Wel sensaties, die voor de toonproductie geen functie hebben. Ik zeg wel eens: “Ik hoor niet wat jij voelt”. Resoneren kan alleen in een holle, liefst hard-wandige ruimte: de monden neusholte, de hele pharynx. Laat je de larynx zakken, dan krijg je meer ruimte, dus meer resonantie en draagkracht. De aloude, klassieke zangkunst gebruikt deze wetenschap vrijwel onbewust. Ten eerste moet nadrukkelijk vastgesteld worden dat met de term ´kopstem’ meestal ´falset´ bedoeld wordt. Laat ons proberen vast te stellen, wat dan het falset wel is. Er is een enorme diversiteit in falsetkleuren. Luister naar professionele alti als Andreas Scholl of Philippe Jariuski in de klassieke muziek en vraag You Tube om falset en men weet waar ik op doel. Technische verklaring: tijdens het zingen door welke stem dan ook, wordt geluid geproduceerd door de min of meer vast tegen elkaar aan trillende stemplooien. De hier geproduceerde energie wordt in de mondholte, de keelholte (pharynx), de neusholte en nergens anders, tot geluid gebracht. Die trillingen van het geluid kunnen ook wel in de botstructuren van hoofd en gelaat gevoeld worden maar wat men voelt is louter sensatie van de zanger, het is niet functioneel. De holtes in de schedel zijn (hopelijk) gevuld met de hersenmassa, de holtetjes in het voorhoofd zijn te klein om méé te resoneren en staan niet in verbinding met de wel bruikbare eerder genoemde holtes: neusgangen, pharynx en mond (herhaal, herhaal, herhaal dit). Dáár ontstaat de klank, de resonantie. De vocalen die men vormt dragen bij aan de draagkracht van
de toon, afhankelijk van de harmonischen en formanten waaruit ze zijn samengesteld. Vocalen vormt men door de articulatoren – lippen en tong – te manipuleren. De stemplooi1 bestaat uit drie laagjes waarvan het bovenste rimpelt als water en het belangrijkst is voor de ‘touch’ met de andere stemplooi. Ze trillen sneller tegen elkaar als ze dunner en meer gerekt worden, ze produceren dan een hoger geluid. Begrijpelijkerwijze is er een einde aan de mogelijkheid tot sneller trillen ofwel hoger zingen. Stel je voor: duizend stemplooisluitinkjes (= sluitingscyclussen) per seconde als de sopraan de hoge c3 zingt. Dat redden die stemplooien niet. Ze sluiten niet of nauwelijks. Dan zingt de sopraan allang in falset; zij zingt de hoogte met minimale stemplooisluiting. Zo ook de falsettist. De man met de ‘kopstem’.......... Afhankelijk van de bouw van het strottenhoofd en dus van de lengte en dikte van de stemplooien, is er een andere hoogte waarop in het stembereik de overgang van gewoon, modaal zingen naar falset optreedt. De doorsnee stem, mannen- en vrouwenstem, ondervindt ergens rondom e1 (en dat ´ergens´ biedt wel een octaaf speelruimte, zo tussen g klein octaaf en g1) de toonhoogte (frequentie) waar de stemplooisluiting niet meer lukt; daar zingt men, omhoog zingend, met veel minder vast sluitende stemplooien. Zoals ik elders (Atlas) heb geschreven: er is dan weinig sluiting meer. De opening van de glottis (stemspleet) is elliptisch, niet Vvormig. Zingen met de aldus open glottis is men falset gaan noemen, een benaming die men in 1560 al vindt bij Maffei 2 en waarvan niemand de herkomst weet. Van het Franse ‘fausse’??, het Italiaanse ‘falso’?? Het falset is in de mannenstem goed te scholen, ik wijs nogmaals op onze professionele alti. Dus NIET ‘kopstem’. Hoewel de term ´kopstem´ eigenlijk, hoe gek ook, wel mooi is en
suggestief gebruikt wordt, wanneer men het heeft over de mannenstem die helemaal aan het eind van z´n modale (= zware) registratie zachtjes kan zingen. Speciaal bij baritons lukt dat rond fis1, g 1. Over de ‘breuk’: om te ontdekken wáár voor iemand de registratiewijziging optreedt, laat men hem, en ook haar, op de open A zo´n anderhalf octaaf luid naar boven zingen, te beginnen op een nog zingbare lage toon. Dan komt snel de aap uit de mouw, ofwel de registratiewisseling te voorschijn. 1: M en kan de falsetregistratie zacht zingend - bij voorkeur op ‘oe’- best naar heel laag volhouden . 2: M en kan de zware registratie luid zingend - bij voorkeur op een open ‘a’ - ook naar boven zingend een paar tonen boven de verwachte register-wisselplek volhouden. Rond e1 is voor de doorsnee vrouwenstem het breekpunt bereikt, voor de mannenstem een octaaf lager, de tenor zingt immers een octaaf lager dan de sopraan. En de bas ‘breekt’ wel een kwart lager. Bedenk wel: uitzonderingen daargelaten, goede scholing bereikt heel veel.
luchtverbruik geminimaliseerd. Lees de ‘voix mixte’ nog eens na in de ‘Atlas van de zangkunst’ 4e druk, pag.114-115
Om een technisch aspect uit te leggen, laat ze even haar stem horen. Als een warm glanzend aureool danst de toon om het hoofd van Ank Reinders. Sopraan. Nog steeds, maar niet meer zó hoog.
noten: 1 Dr. Coen Waar heeft mij ooit geleerd: stel je de stemplooi voor als een dikke, vooruitgestoken onderlip, - maar verticaal gezien - het is geen ‘bandje’. 2 Maffei zegt in zijn ‘Discorso della voce’ , 1562, dat een bas zonodig een sopraan kan vervangen; dat komt door het sneller bewegen van de lucht, en het heet ‘falsetto’.
Haar eerste solo was een tenorpartij. ,,Ik zong in het Leids Studenten Zangkoor onder Henk Berghout,’’ vertelt de in 1950 als studente Frans aangekomen Ank Reinders. ,,Ik weet het nog als de dag van gisteren, nou ja: eergisteren. Toen Berghout ontdekte dat ik aardig van blad zong, vroeg hij mij om de tenorsolo uit ‘La fuite en Egypte’ van Berlioz te zingen. Zo is het begonnen. Ik heb eigenlijk nooit gekozen; ik ben gedaan.’’ Ank Reinders is goed in ontnuchteren: ,,Een sopraan zingt falset,’’ preciseert ze de hoge vrouwenstem. Maar ook in prachtige verhalen. In haar Weense jaren, ze zong bij de Kammeroper, zat ze eens in een tram waarin iemand pardoes Mozarts ‘Requiem’ inzette. ,,De hele tram zong ineens mee, ik wist niet wat er gebeurde! Het was zijn laatste rit, hij ging voorgoed naar de remise. Requiem voor een tram!’’ Haar studie Frans maakte ze niet af. In plaats daarvan werd Ank Reinders een in binnenen buitenland gewaardeerde zangeres, en vervolgens – tot de dag van vandaag – internationaal befaamde zangpedagoge. De rector van haar gymnasium adviseerde haar bij Theodora Versteegh te gaan studeren. Ze deed Staatsexamen, en doceerde uiteindelijk aan het Conservatorium Twente. Daar begon ook Reinders’ fascinatie voor de fysieke aspecten van het zingen: ,,Pas toen ik ophield met zingen, léérde ik over zingen.’’ Samen met de foniaters Harm Schutte en Coen Waar hielp ze veel mythes en fabels over zingen naar de andere wereld. ,,Rond 1980 kwam het onderzoek op gang, de techniek maakte het mogelijk eindelijk te zién wat er in een zangerskeel gebeurt. Een cameraatje door je neus naar binnen, tot boven de stemplooien. Hoe wèrkt het eigenlijk?’’ Die kennis van de ‘anatomie van de strot’, gecombineerd met een immense praktijkervaring, resulteerde
Mengen van modale registratie en falset is niet mogelijk. Een deur kan ook niet tegelijkertijd open en dicht zijn. Een klein beetje open is goed mogelijk, maar een klein beetje dicht bestaat niet. Die hierboven genoemde héél zachte, modale toon waar baritons zo trots op zijn is géén falset maar modaal, een zogenaamd ‘zacht modaal’. Het is het resultaat van adembeheersing en van combinaties van formanten en harmonischen (zie Wim Ritzerfeld: ‘Klassieke zangtechniek’ 2008). Ongeschoold falset verbruikt veel lucht. Door training, zowel van de klassieke - als popzanger, wordt het
10
11
onder meer in de ‘Atlas van de Zangkunst’, waarin al die aspecten helder uit de doeken worden gedaan. Een gesprek met Ank Reinders meandert van zingen, haar carrière, haar leerlingen, naar haar helden; van sprankelende anekdotes en bespiegelingen naar keiharde feitenkennis. Over het lied (,,de kern van mijn zangcarrière’’), over componist Léon Orthel (,,hij leerde me mijn eigen stem kennen’’), over haar begeleider Geza Frid (‘’hij leerde me een liedprogramma opbouwen’’) en over stemtypes (,,ik weet eigenlijk het meest van tenoren’’). Een terugkerend thema is Mozart – en zijn zusje Nannerl, van wie ze recent een biografietje publiceerde. Een rehabilitatie eigenlijk, want waarom is Wolfgang Mozart met de eer gaan strijken, en is zijn zusje min of meer vergeten? Reinders schetst haar als een briljant pianiste. Geïnteresseerd in filosofie, mode en reizen, de gewaardeerde dochter van een vader die niet zijn zoon pushte en zijn dochter wegdrukte, maar trots zijn dochter opvoedde naar de toenmalige normen van de hogere stand. Reinders baseert zich voornamelijk op de verzamelde brieven van de familie Mozart. ,,Dat zijn er zo’n 1400, en ik citeer alleen maar. Ik verzin niets!’’ Dat leidde tot een boekje vol kleurrijke details en anecdotes waarin ‘het genie’ beslist niet ontbreekt, maar toch vooral het leven van een begaafde jonge vrouw beschreven wordt en de lezer de ruimte krijgt zelf te speculeren. Ank Reinders: Nannerl Mozart, De zus van een genie. Aspekt, 79 blz. E 12,95
Aangezongen zijn: Hoe komt het, hoe erg is het en wat kunnen we er aan doen? door Cora Peeters We hebben allemaal wel eens meegemaakt dat we na een repetitie, concert, zangles of na het studeren aangezongen zijn. De stem is wat hees, de keel voelt een beetje rauw. Er zijn zangdocenten die van mening zijn dat dit niet zo erg is mits het na een aantal uren weer over is, in ieder geval toch de volgende dag. De vergelijking met topsport wordt nogal eens gemaakt. Topsporters hebben na trainingsarbeid ook spierpijn en moeten om beter te worden hun grenzen telkens verleggen. Anderen zijn van mening dat dit absoluut niet goed is en dat het wijst op verkeerd stemgebruik. Wat is aangezongen zijn? Aangezongen zijn is een tijdelijke reactie van de stem op overbelasting. Het kan zijn dat de stemplooien niet helemaal goed meer sluiten of dat het trillen van de stemplooien niet meer zo soepel gaat doordat het slijmvlies een tikje gezwollen is. Ook kunnen de stemplooien er wat rood uit zien. Meestal doet dit fenomeen zich voor wanneer er gezongen wordt met een te hoge subglottische druk (dat wil zeggen ademdruk onder de glottis), er is teveel actie van de spieren van het ophangmechanisme en de achterkeelwand, waardoor het model van de stemweg gewijzigd wordt. Kan het kwaad? Een keertje aangezongen zijn hoeft niet zo’n probleem te zijn, maar wanneer dit frequent voorkomt kan het duiden op een constante overbelasting of een verkeerde techniek. Dit kan leiden tot serieuzere stemproblemen zoals poliepen en knobbeltjes. Hoe erg aangezongen zijn is, hangt ook af van de larynx. Een zanger met een zwakkere larynx zal eerder last krijgen van stemproblemen. De ene larynx is daardoor meer te belasten dan de andere. Dr. P.G.C. Kooijman Over dit onderwerp schreef dr. P.G.C. Kooijman, logopedist en onderzoeker verbonden aan het Radboudziekenhuis, vorig jaar in de ‘Ken je stem’-krant ¹: “Mensen reageren individueel op verschillende situaties en factoren die ze tegenkomen. Toch zijn er een aantal algemene risicofactoren in de fysieke en sociale omgeving van een individu die negatief werken op de stem. Bekend zijn stress (denk aan planken-
klachten van een droge keel na het praten, een branderig gevoel, het regelmatig kuchen tijdens of voor het spreken, af en toe een lichte heesheid na het spreken of zingen, vermoeidheid, pijn etc. Als deze klachten een keer voorkomen na een feest, een eenmalige belasting, is dat niet direct een probleem. Komt dat steeds vaker en wellicht op een gegeven moment constant voor, dan moet het signaal niet meer genegeerd worden.”
koorts), prikkelende stoffen (verf, lijm, rook, alcohol), slechte lichamelijke conditie en verkeerde houding, overmatige stembelasting (disco), slechte akoestische eigenschappen van ruimten en temperatuur/luchtvochtigheid van ruimten. Een individu kan zichzelf beschermen tegen risico’s door risicovolle situaties in zijn fysieke of sociale omgeving te vermijden.” Hoe ‘weet’ je dat je over een grens gaat? Kooijman: “Stemgeven wordt als vanzelfsprekend ervaren. Toch zijn de structuren die zorgen voor de stemproductie zeer fragiel en kwetsbaar. Bij het uitvoeren van taken, zoals het spreken voor de klas of op vergaderingen, zingen in een koor, merkt de spreker of zanger(es) mogelijk wel wat spanning in het lichaam, nek of keel, maar beoordeelt hij dat niet als problematisch. Men blijft dan doorgaan met waar men mee bezig is. Beetje bij beetje verdwijnen de signalen die het lichaam geeft uit het bewustzijn. Ongemerkt raakt men gewend aan de overmaat aan spanning. De zintuiglijke waarneming wordt minder betrouwbaar. Pas als men dan hees wordt, of keelpijn krijgt na het praten, merkt men dat de grens van het toelaatbare is overschreden. Kleine signalen in de verandering van de stem moeten direct serieus genomen worden. Een eenmalige overbelasting zal zich normalerwijs in een paar dagen volledig herstellen. Chronische overbelasting brengt een stem echt in de problemen.”
Geduld… Als zangdocenten hebben wij de ervaring dat veel studenten het geduld niet hebben om hun stem voldoende op te warmen. Wanneer men rustig warming-up oefeningen doet, raken de spieren beter doorbloed en kan men de technische moeilijkheden van een stuk beter aan. Wat we daarentegen vaker zien is dat zangers niet-opgewarmd meteen het uiterste van de stemplooien vragen, geïrriteerd raken door het feit dat iets niet lukt en dit vervolgens blijven herhalen waardoor er overbelasting en dus heesheid ontstaat. Ook na het zingen is geduld nodig. Dit geldt bijvoorbeeld voor klassieke zangeressen die lange tijd in het falset gezongen hebben en moeilijkheden ondervinden om daarna weer het modale register aan te spreken. De stemplooien hebben als het ware moeite om weer in de ‘spreekstand’ te komen. Goede training Natuurlijk kan een verkeerde techniek zorgen voor aangezongen zijn. Een beginnend student zal zeker niet alles goed doen. Daarom is het zaak dat de zangdocent de student zo instrueert dat deze niet het verkeerde traint
Wat zijn de eerste signalen die kunnen wijzen op stemklachten? Kooijman: “Er is een grote hoeveelheid aan symptomen die kunnen wijzen op het ontstaan van stemklachten. Toenemende
12
plooien zijn meestal wat gezwollen en kunnen geen extra druk gebruiken. De zachte massage van enkele zachte toonladders zal de stemplooien helpen om de zwelling te verminderen. Als je niets doet aan een aangezongen toestand zal deze niet zomaar weggaan, maar erger worden. De zwelling en spanning zullen niet verminderen met een nachtje slapen. Je moet je lichaam stretchen voor je naar bed gaat en ook kan een warme douche helpen. Wat je moet onthouden is dat je je spieren moet ontspannen voor je ze weer kunt opwarmen. Hoe langer je wacht des te hardnekkiger de spanning zal worden. Wanneer je ontwaakt na een avond flink zingen, kun je een slijmlaag in je larynx ontwaren. Dit is een beschermende laag die het lichaam heeft aangebracht in reactie op de schok van het zingen. Gorgelen met warm, zout water is de beste manier om dit te verwijderen. Zoals geldt voor het opwarmen is er geen speciale routine voor de warmingdown. Als je spreekstem oké is na het zingen kun je ervan uitgaan dat een warming-down niet nodig is. Het is een teken dat je manier van zingen niet al te veel schade toebrengt. En soms heeft de conditie van je stemplooien niets te maken met je manier van zingen, maar meer met het feestje nadien.”
maar zich bewust wordt van hoe het wel moet. Het almaar overdoen en dus eigenlijk herhalen van de fout heeft niet alleen geen zin, maar kan ook schade aan de stem veroorzaken. Ook moet de conditie van de stem opgebouwd worden. Wanneer je iedere dag hooguit een half uur oefent, en je gaat dan ineens vier uur achter elkaar zingen kun je verwachten dat de stem gaat protesteren. Cooling-down Zoals sporters na een prestatie ook uitlopen om hun spieren weer in een normale staat te brengen en om opgehoopte afvalstoffen sneller af te voeren, zo wordt in diverse literatuur over pop, jazz en musical ook aandacht geschonken aan een cooling-down voor zangers. In de klassieke zangpraktijk is een cooling-down niet gebruikelijk, terwijl het op zich best logisch is. Mark Baxter zegt hierover in zijn ‘Rock-nRoll Singers Survival Manual’ het volgende (hij noemt een cooling-down overigens een warming-down): “Een warming-down is belangrijk voor de gezondheid van je stem op lange termijn. Iedereen kan één keer per maand zingen en zijn stem verliezen en deze weer hervinden. Dit is niet het geval wanneer je vaker zingt. De stress van het zingen wordt verder opgebouwd en zal dagen aanhouden en zal zich aandienen ieder moment wanneer je gaat zingen. De realiteit is dat je omvang en flexibiliteit verloren gaan. Als je hiermee doorgaat zal er permanente schade aan de stem ontstaan. Het doel van een warming-down is om de stem weer naar het normale uitgangspunt te brengen. Een goede graadmeter is je spraak, die niet-geknepen en helder moet zijn. Denk aan een marathonloper die uitloopt na een race om kramp in zijn benen te voorkomen. Zoals voor ieder deel van het lichaam, is teruggaan van een maximale belasting naar een absolute stop, een schok voor de stemplooien. Na een optreden of repetitie moet je achter de coulissen blijven zingen en de intensiteit langzaam terugbrengen. Dit hoeft maar enkele minuten te duren. Vraag je af hoe de klank is. Is hij rasperig of met lucht? Is je stemomvang kleiner geworden? Doet het pijn om te zingen? Wanneer dit zo is moet je vocaliseren op het laagste volume dat je kunt produceren. Begin met toonladders van een kleine omvang op de klinker ‘ie’ vanuit je falset en werk naar beneden. Forceer de helderheid niet, de stem-
Nog meer tips Ook Ineke van Doorn besteedt in haar boek ‘Professioneel zingen voor iedereen’ aandacht aan het in conditie houden van de stem. Een paar van de tips die zij geeft: - Uitgerust aan een optreden beginnen, geen lange repetitie of soundcheck vooraf. - Van tevoren een warming-up doen. - Een goede afwisseling tussen moeilijke en minder moeilijke stukken, tussen hoge en lage stukken, harde en zachte stukken, zodat je niet te vroeg al je energie hebt verbruikt. - Tussen de sets in en na afloop niet te enthousiast met iedereen praten terwijl de muziek nog hard staat, dit kan net te veel belasting voor je stem zijn. - Veel drinken, water is altijd goed. - Alcohol kan je wat losser maken, maar kan je ook de controle doen verliezen. - Na het optreden niet onbeschermd van de warme zaal de kou in lopen. - Net zoals na het sporten een cooling-down doen. Dit om stijfheid te voorkomen. Neurie wat, glij een paar keer met je stem naar boven en naar beneden, zing een paar lange
13
tonen en doe eventueel wat oefeningen. Dit kan ook op de terugweg in de auto. Weinig bekend Baxter spreekt in het hierboven gebruikte citaat over ernstiger vormen van aangezongen zijn. Over het ‘gewone’ aangezongen zijn, dat wil zeggen een lichte heesheid die na enkele uren over is en die niet gepaard gaat met pijn, is weinig bekend, aangezien een zanger hiermee niet snel naar de foniater zal gaan. Het is immers een verschijnsel dat zich alleen voordoet direct na het zingen. Ank Reinders zegt hierover desgevraagd: “Aangezongen zijn kan wijzen op een verkeerde manier van zingen. Dit is lastig, want wát is nou precies ‘verkeerd’? Te lang te luid zingen? Ook constant luid inademen brengt schade toe door de koude luchtstroom langs de stemplooien. Maar het kan er ook op wijzen dat je gewoon te lang hebt gezongen, dat de stemplooien vermoeid zijn en dan niet meer sluiten zoals het moet. Het komt veel voor, het kan iedereen overkomen, ikzelf had het ook wel eens.” Net als de hierboven genoemde warming-downs bestaat ook de warming-down van Ank vooral uit zacht en ontspannen zoemen: begin in de laagte zacht op ‘m’, en als de kaak open wil naarmate je hoger zingt ga je naar ‘n’, en tenslotte naar ‘ng’. En wat ook wil helpen: een lekkere kop thee erbij! -
Uit: Zes vragen over stemproblemen, gepubliceerd in de ‘Ken je stem’-krant, uitgegeven ter gelegenheid van de Werelddag van de stem op 16 april 2008
Zangles aan jongeren door Jolande Geven en José Lieshout Zangles aan jongeren: hoe werkt dat? Vergt dat speciale didactische kwaliteiten van de docent? Kun je als klassiek geschoold docent jongeren die niet nou bepaald aan Mozart denken als ze het over zingen hebben, wel lesgeven? Twee doorgewinterde muziekschooldocenten (beiden afgestudeerd als klassiek zangeres), Liesbeth Offerijns en Hilde van Kuijeren, vertellen hoe zij hiermee omgaan. Welke problemen komen jullie vaak tegen bij beginnende jongeren? Liesbeth: “Het hangt er vanaf aan wat voor problemen je denkt? Stemtechnisch? Over het algemeen kom ik geen ‘problemen’ tegen. Bij jongere kinderen, van 6 tot 9 jaar, zit er nog wel eens een ‘brommer’ tussen. Mijn ervaring bij deze leeftijd is dat kinderen waarbij na intensief oefenen geen verbetering optreedt, vaak uit zichzelf overstappen naar bijvoorbeeld een instrument. Jongeren vanaf 12 jaar kiezen vaak heel bewust voor zang en blijven ook langer dan één jaar les houden. Hier ben ik tot nu toe geen grote stemproblemen tegen gekomen. Over het algemeen is alles terug te voeren op het aanleren van een juiste basistechniek. Er zitten ook regelmatig jongeren tussen die uit zichzelf al verrassend goed zingen.” Hilde: “Bij jongeren vanaf 12 jaar zie ik vooral dat ze veel in de borststem zingen, vanaf
f’ vinden ze het dan vaak al hoog. Het is met dit bereik wel lastig om geschikt repertoire te vinden. Vaak gebruik ik Disney-liedjes, of ‘The Rose’ van Bette Midler, dat spreekt hen erg aan. Ondertussen probeer ik met behulp van roep-oefeningen de keel open te krijgen. Zonder dat ik het zo duidelijk benoem, voelen ze dan het contact met het middenrif.”
wust - gebruik van lucht op de stem gebaseerd is op een onjuiste techniek.” Hilde: “Heesheid bij zulke meisjes wordt meestal veroorzaakt door externe factoren, zoals druk praten, boven de muziek uit proberen te komen, schreeuwen langs de lijn van het sportveld, roken, te laat naar bed. Ik praat hier altijd over met hen, en ik probeer hen duidelijk te maken dat als ze hun stem gezond willen houden, ze hun gedrag zullen moeten aanpassen. Soms is het zelfs nodig dat je de ouders hierover aanspreekt. Helaas zien echter niet alle ouders het belang in van stemhygiëne, dat is ontzettend jammer.”
Wat is jullie ervaring met heesheid bij tienermeisjes? Liesbeth: “Ook hier zie je dat het meestal te maken heeft met te hoog ademen waardoor de stembanden niet goed aangesproken worden. Met een juiste techniek is hier veel te verhelpen. Doordat jongeren veelvuldig luisteren naar popnummers zie je wel dat ze denken dat lucht op de stem normaal is. Wat ik laat zien is dat je dit bewust kunt gebruiken, ten behoeve van de interpretatie van een song, maar dat een voortdurend - onbe-
Zit er wel eens een leerling tussen waar je te weinig mee kunt? Liesbeth: “Hier is de uiteindelijke vraag ‘wat is het doel van de les’. Ik geef altijd eerst een gratis proefles en ga naar aanleiding daarvan in gesprek met de leerling. Is dit wat je
een hierin gespecialiseerde docent gaan. En dat is dan weer het voordeel van een grote muziekschool, ze kunnen hun pad gewoon vervolgen, maar dan een kamer verder.”
zoekt? Wat verwacht je van de lessen? Wat wil je leren? Omgekeerd geef ik aan hoe mijn lessen globaal in elkaar steken en ik vertel direct waar ik denk dat aandachtspunten liggen om aan te werken. Met jongeren zoek ik altijd de combi tussen de muziek die zij graag willen zingen en of ik dat technisch haalbaar vind. Daar ben ik ook eerlijk in, maar meestal hebben ze het zelf wel in de gaten als het nog te hoog gegrepen is. Een nummer kan getransponeerd worden maar dan vinden ze het zelf niet altijd meer interessant, het klinkt dan te anders dan hoe zij het kennen. Eén keer had ik een meisje dat alleen pop/rock wilde zingen, na een proefles heb ik haar doorverwezen naar de Jacobiberg, een popcentrum in Arnhem.” Hilde: “Inmiddels heb ik zoveel ervaring dat ik bij iedereen wel een ingang vind om op een zinnige manier aan de stem te kunnen werken. Ik vind het juist een uitdaging om iedereen te leren zingen. Ik heb een keer een jongen op les gehad die absoluut geen toon kon houden. We hebben toen yoga-oefeningen gedaan om hem dichter bij zichzelf te laten komen. Na verloop van tijd was het probleem opgelost. Sowieso speelt lichaamsbewustzijn een grote rol tijdens mijn lessen. Ik merk gewoon vaak dat het lichaamsbewustzijn onderontwikkeld is bij jongeren. Het is dan natuurlijk ook niet gek als ze moeilijk contact krijgen met de onderkant van hun lijf.”
Liesbeth Offerijns heeft zang gestudeerd in Amsterdam bij Judith Mok en haar studie afgerond in Den Haag bij Ank Reinders. Sinds 2000 werkt zij als zangdocent bij het Kunstbedrijf in Arnhem. De laatste jaren is zij zich steeds meer gaan richten op de ontwikkeling van zang bij kinderen en jongeren. Inmiddels is er een doorgaande leerlijn ontstaan waarbij naast zangtechniek, adem en houding gewerkt wordt aan solfège en notenleer. Door de repertoire keuze mee te laten groeien met de leeftijd en ontwikkeling van de kinderen is er een constante groep van leerlingen ontstaan die al van jongs af aan les bij haar hebben. Hilde van Kuijeren heeft aan het Alkmaars Conservatorium piano gestudeerd bij Harry Vooren en vervolgens klassiek zang bij Maartje Kliffen. Zij is afgestudeerd in 1981. Daarna heeft zij in Den Haag nog oude muziek gestudeerd bij Herman Woltman, Marius van Altena en Rebecca Stewart. Hilde is sinds 1980 verbonden aan Scholen in de Kunst, afdeling Muziekschool, in Amersfoort, aanvankelijk als pianodocent maar al heel snel ook als zangdocent.
Tot welk stadium vind je dat je leerlingen die pop, jazz & musical willen doen, kan blijven lesgeven? Liesbeth: “Meestal zo rond de 15 à 16 jaar beginnen ze echt een uitgesproken mening hierover te krijgen. Basis is dat ze verschillende stijlen hebben meegekregen waardoor ze überhaupt een keuze kunnen maken. Leerlingen krijgen in mijn lessen een goede basistechniek voor stem- en ademgebruik en daarnaast leer ik ze de verschillen tussen stemgebruik bij klassiek repertoire en bij poprepertoire. Als ik het gevoel heb dat een leerling zijn horizon moet verbreden raad ik ze altijd aan om proeflessen te nemen om te zien wat er nog meer is op het gebied van zang.” Hilde: “In technisch opzicht kan ik iedereen het eerste jaar goed helpen. Hoewel ik zelf ook veel pop, jazz en musical heb gezongen, vind ik het toch beter dat leerlingen die vervolgens echt rock of jazz willen doen, naar
14
15
leden in het land
Ingezonden
door José Lieshout
Welke mensen schuilen toch achter al die namen op de ledenlijst van de NVZ? Sommige leden kom je wel eens tegen in het vak of op bijeenkomsten van de NVZ, maar wie op enige afstand van het ‘midden des lands’ woont zal niet altijd ‘acte de présence’ kunnen geven op de NVZ-bijeenkomsten. In deze rubriek zijn eerder leden aan het woord geweest uit Groningen, Limburg, Zeeland en de Zaanstreek. Dit keer prikten we een naam uit de Achterhoek.
Waarde collegae, Graag maak ik van de gelegenheid gebruik een aantekening te plaatsen bij het verslag van Elena Vink over het 7e ICVT te Parijs (zie vorig Bulletin). Vooropgesteld dat ik slechts kan reageren op het verslag, niet op de lezing zèlf....
Monique Boland Wie: Monique Boland Waar: Gaanderen (6 km ten zuidoosten van Doetinchem, 10 km van de Duitse grens) Leeftijd: 36 NVZ-lid sinds: augustus 2007 Website: www.moniqueboland.nl
Collegiaal contact heb ik met onder anderen Bernadette Dorhout, Ingrid Kappelle, Valentin Jar, Han Louis Meijer, Piet Vansichen, Fenny van Hemmen, collega`s van Opera Zuid enz. Het is belangrijk om goed contact met collega`s te hebben. In de opera speel je dan makkelijker met elkaar. Als zangdocent blijf je op die manier bij en kun je reflecteren op de dingen die je doet en tegenkomt. Netwerken is van belang, maar ik ben allergisch voor ‘slijmen’, wat ik nogal eens om me heen zie. Misschien heeft dit ook te maken met mijn nuchtere Achterhoekse mentaliteit.
Ik ben een lyrische/dramatische sopraan, met rollen als Mimi (La Bohème), Donna Anna (Don Giovanni), Fiordiligi (Mozart) en Saffi (Der Zigeunerbaron). Bij Opera Zuid en in België bij Alderbiesen zing ik regelmatig in het koor, in het ensemble en soms kleine rolletjes. Maar ik doe ook wel eens iets heel anders, zoals de Mattheus Passion met Pieter Jan Leusink. En recentelijk heb ik nog een groot soloconcert in theater Amphion in Doetinchem gegeven, compleet met regie, decor en licht!
Over de NVZ: Een goed initiatief! Je bent met elkaar op deze manier verbonden, omdat je dezelfde passie hebt voor het vak en deze met elkaar wilt delen.
Verder geef ik zangles aan mensen tussen de veertien en de vijftig jaar. Klassiek en musical. Ik besteed veel aandacht aan techniek en interpretatie. Maar zingen is meer dan dat; zingen heeft met je innerlijk te maken. Zingen is jezelf leren kennen en ook vaak jezelf blijven. Als zangdocent moet je dus goed kijken welke persoon je voor je hebt en welke aanpak op dat moment het beste bij hem/haar past. Ik help ook regelmatig met het voorbereiden van audities. Daarnaast geef ik (muziek-/zang-)les aan kinderen. Als ik aan jonge kinderen les geef, maak ik lessen met veel beweging en zorg ik voor veel vari-
Over het Bulletin: Het blad is vaak verfrissend en het blijft interessant om te lezen. Je blijft op de hoogte van allerlei methoden, zangtechnieken en verrassende nieuwe visies op het gebied van zang en zangles.
“
“
Ik ben geboren in het Oosten van Nederland. Na de middelbare school was het hier gebruikelijk om een “degelijk vak” te kiezen. Je moest niet te veel opvallen en vooral zorgen dat je financieel onafhankelijk werd. Daarom heb ik eerst in Doetinchem de opleiding Leraar Basisonderwijs gedaan, gevolgd door de tweejarige opleiding Leraar Muziek Primair Onderwijs (de vernieuwde Gehrelscursus). Ik ben dus ook bevoegd om AMV-lessen te geven. Ik ben gaan lesgeven als (muziek) leerkracht op een basisschool. Mijn innerlijke drive om met zang verder te gaan, was echter groter dan wat dan ook. Ik verhuisde naar het Westen omdat ik dacht dat daar het geluk in de muziek te vinden was. Daar ben ik solozang gaan studeren aan de Schumann Akademie (= parttime conservatorium) waar ik in juni 2006 afstudeerde. Toen ik steeds meer professioneel ging zingen heb ik mijn werk als leerkracht afgebouwd. Nu ben ik terug in het Oosten. Reizen moet je toch wel voor dit vak. Zangles heb ik gehad van Paula de Wit, Bernadette Dorhout (en Cilly Dorhout) en bij Ingrid Kappelle. Daarnaast heb ik diverse masterclasses gevolgd, onder anderen bij Jeanne Companjen en Lieuwe Visscher. Bij Willy Verkuil heb ik lessen fysieke theatertraining gevolgd, bij David Prins regielessen. Verder zijn voor mij belangrijk geweest José Peeters (alexandertechniek), Han Louis Meijer (coaching), Thèrèse de Goede (stijlkenmerken barok) en Cora Peeters (methodiek).
Het gaat mij om de opmerkingen van Agnès Mellon over het zingen van barokmuziek. Over het algemeen is de teneur van de lezing te onderschrijven; echter, mijn aandacht werd getrokken door de opmerking dat er geen ‘lange lijn’ gezongen dient te worden ‘zoals later’. Allereerst is die lange lijn van vroeger stammend uit de lange traditie van middeleeuwen en renaissance. Daar werd volop gebruik gemaakt van lange melodische lijnen. Uiteraard was ook het woord belangrijk, edoch ondergeschikt aan de architectuur van de compositie. Dit laatste overigens ook afhankelijk van de tijd en plaats waar het werk geschreven werd en met welk doel. Het woord werd steeds belangrijker, getuige het ontstaan van bijvoorbeeld het ‘vers mesuré’. De belangrijke cadans van de antieke versvoeten bepaalden de maat en het ritme van de gezongen tekst. Vanaf, zeg maar, 1600 (ook weer afhankelijk van plaats) veranderde in met name Italië het gebruik van het woord. Door het toepassen van ornamenten en speciale harmonieën kon de woordbetekenis van groter gewicht worden. De affectenleer was van grote betekenis. Uiteraard waren er golfbewegingen in veel of weinig gebruik van ornamenten en de soort van versieringen (melodisch, ritmisch of harmonisch). Wat echter als een paal boven water staat is dat in de gehele barokperiode, overal en altijd (I) de retoriek nummer 1 was en bleef, de leer van de welsprekendheid dus. Het kan niet zo zijn dat ‘losse’ woorden bepalen wat er in de zin of in het gedicht gebeurt, dat is een karikatuur van madrigalisme. In de Franse barok (lees: Charpentier en tijdgenoten) is het gebruik van ornamentiek zeer veelvuldig toegepast en zelfs voorgeschreven. Maar ook Charpentier wilde vooral iets zeggen met zijn muziek en daarom moet altijd gekeken worden naar
atie. Ook herhaal ik vaak dingen. Kinderen vinden het meestal heerlijk om serieus les te krijgen en serieus genomen te worden. Mijn ervaring is dat ze dan prima geconcentreerd aan een stuk kunnen werken. Als ik veel uitvoerend aan het werk ben, is het een beetje schipperen met de zanglessen. Omdat het reizen veel tijd kost, krijgen mijn leerlingen in zo’n periode soms wat minder les, maar ze waarderen ook de praktijkervaring die je op dat moment opdoet.
16
17
het grotere verband in de compositie en niet in eerste instantie naar het detail, al wil mijn lieve collega Agnès Mellon (met wie ik redelijk vaak heb gezongen) u dat voorspiegelen. Uiteraard is het woord heilig; dat was het al en dat zal zo blijven. Maar wel graag in de context van de hele compositie. Overigens is het voor een stem die geen groot volume kan ontwikkelen lastig om fijnzinnige versieringen te maken met meer geluid. Als de stem echter vrij is/klinkt kan ook in later muziek behoorlijk virtuoos gemusiceerd worden; met versieringen als dat moet. Dit laatste slechts terzijde. Kortom, wanneer Agnès deze woorden met de genoteerde bedoeling heeft uitgesproken vind ik dat U als lezer (en vooral ook: docent) recht hebt op enige aanvulling mijnerzijds. Harry van Berne Reactie van Elena Vink: “Harry van Berne heeft veel kennis van de ‘oude’ muziekinterpretatie. Ik stel zijn aanvullingen dan ook erg op prijs. Met name zijn opmerking dat er in de barok juist weer wel lange lijnen werden gezongen is voor mij nieuw. Er wordt - terecht - bij het lesgeven heel veel gebruik gemaakt van de ‘Arie Antiche’, het zou heel inspirerend zijn om de uitvoeringspraktijk van bijvoorbeeld deze stukken eens te behandelen. Een goed idee voor een werkdag!” -
Symposium NVZ deel 2
‘De kinderstem’ door Hanny van Lankeren
In het vorige Bulletin hebt u een verslag kunnen lezen van het middagprogramma (verzorgd door Sylvère van Lieshout en Marijke van Klaveren) van het NVZ-symposium over ‘de Kinderstem’ dat plaatsvond op 3 oktober jl. Het ochtendprogramma bestond voor een groot deel uit een lezing van dr. Ida van Wijck met als titel ‘Mutatie en andere specifieke stemproblemen bij kinderen’. Op verzoek van de redactie heeft Hanny van Lankeren een samenvatting van de lezing gemaakt. Dr. Ida van Wijck is kinderfoniater te Nijmegen waar ze samenwerkt met onder anderen de KNO-arts Felix de Jong. Zij houdt zich bezig met de fysiologie en de pathologie van de stem, met slikken, nasaliteit en de luchtwegen. In Maastricht werkte ze mee aan onderzoek naar zogenaamde “slechte” stemmen en aan de ontwikkeling van een protocol dat tegenwoordig wordt meegenomen in de toelatingsprocedure voor een zangopleiding aan het conservatorium. In Veghel heeft ze samengewerkt met KNOarts/onderzoeker Philip de Jonckere. Later was ze in Utrecht verbonden aan het Wilhelminakinderziekenhuis.
klaarblijkelijk een voorspellende waarde. Daar kunnen zangers in jongenskoren hun voordeel mee doen... Bij meisjes groeit de larynx uit tussen 12 en 14 jaar. Er zijn dan nog geen veranderingen te zien aan de stembanden. Optreden van diplofonie (veranderend trillingspatroon) in het slijmvlies dat de stemplooien bedekt (mucosa) kan een tijdelijke heesheid teweeg brengen. Eigenlijk is dit een gebrek aan controle. Aansturing van de stem moet opnieuw aangeleerd worden. Stoornissen in de mutatie Deze komen voor bij jongens én meisjes. Incomplete mutatie, een aandoening waarbij de stem na de pubertijd een hoog en kinderlijk karakter houdt, is vrij zeldzaam. Meestal is er sprake van dat de patiënt de nieuwe, lagere stem die om een lagere strottenhoofdstand vraagt niet kan vinden. Vaak helpt het om met behulp van een scoop de uitgegroeide stemplooien aan het werk te zien. Therapie is vrijwel altijd gericht op het veranderen van gedrag. Meestal zijn een paar sessies voldoende om iemand van zijn/ haar probleem af te helpen. Als gedragstherapie geen effect heeft dan kan larynxmassage, bijvoorbeeld de Gutsmann-greep worden toegepast. Daarbij wordt de larynx handmatig naar beneden gebracht. Soms is een operatie nodig. Vroegtijdige behandeling geeft het meeste resultaat.
Van kind naar adolescent Bij jonge kinderen is de larynxstand extreem hoog om de kans op verslikken in de (moeder)melk zo klein mogelijk te houden. Dit is bij jongens en meisjes hetzelfde, vandaar dat er vóór de pubertijd geen verschillen zijn tussen jongens- en meisjesstemmen. Als kinderen beginnen te puberen, zo’n 12 jaar oud, dan ontwikkelen zich ook de voorhoofdsholten en neusholten tot hun volle omvang (bij baby’s nauwelijks aanwezig). De larynx daalt naar een lagere positie en groeit uit van stembanden met een lengte van minder dan 1 cm tot anderhalf keer deze lengte bij meisjes en twee keer deze lengte bij jongens. Jongens krijgen er qua stemomvang een octaaf in de laagte bij.
Kloof In haar spreekkamer constateert ze dat er een kloof bestaat tussen wat artsen noemen een pathologische heesheid en wat beroepszangers verstaan onder ziek zijn. Een wereld van verschil in ernst van de aandoening. Vaak klaagt de professional over problemen terwijl er op het oog geen afwijkingen aan het stemorgaan kunnen worden waargenomen. Ida zou graag met zangpedagogen uitwisselen wat ze te zien krijgt in haar spreekkamer willen. Enkele wetenswaardigheden De ‘mucosal wave’ ofwel slijmvliesgolf verloopt soepel in een gezonde stem. Deze trilling is in slow motion (stroboscopie) goed te volgen. De uiteindelijke sluiting van de stemplooien wordt bepaald door deze slijmvliesgolf. Er is een asymmetrie in de stemplooien die zich uit in een hoogteverschil vanaf de voorkant (aanhechting aan het schildkraakbeen) naar de achterkant waar zich de aanhechtingsplaatsen aan de bekerkraakbeentjes
KNO-onderzoek bij kinderen Uit welke onderdelen kan een KNO-onderzoek bij kinderen bestaan? - Gebruik van een glasvezelscoop door de neus met een diameter van 2 mm. Dit geeft een grofkorrelig beeld met weinig detail. Stroboscopie geeft een veel beter beeld maar vraagt om een lichtsterkere camera met een grotere diameter en die kan daardoor niet ingebracht worden bij kleine kinderen. Een starre scoop wordt ook wel gebruikt, uitsluitend oraal omdat hij niet flexibel is. - Doornemen van de anamnese (ziekteverleden). - Bestudering van eventuele oude opnames van de stemplooien. - Logopedisch onderzoek. - Aanvullend onderzoek zoals een allergietest.
bij volwassenen omdat het strottenklepje meer dicht zit en de larynx bij kinderen in een hogere stand staat. Daarnaast zijn de afmetingen van de larynx veel kleiner (lengte stembanden minder dan 1 cm). Verdoven is dan noodzakelijk maar dit bemoeilijkt weer de stemgeving. Chirurgie aan kinderstemmen is niet aan te raden. Het effect van therapie is ook betrekkelijk want kinderen luisteren niet naar zichzelf en horen dus niet wat ze fout doen.
bevinden. Bij vrouwen, ook in normale, goede stemmen, is het driehoekje tussen de bekerkraakbeentjes vaak niet helemaal gesloten. Dan zit er een beetje ruis op de (spreek)stem. De pil heeft geen invloed op de stem, de menstruele cyclus wel. Dit is vooral het gevolg van vocht vasthouden en dus ook meer vochtophoping in de stemplooien. Een kind is geen mini-volwassene In de keel kijken bij kinderen is lastiger dan
18
Transseksuelen Mannen die transseksueel zijn, hebben een omgekeerd probleem en willen een mutatie naar een hogere spreekfrequentie. Dit gebeurt operatief door het schildkraakbeen in een naar voren gekantelde positie te fixeren met een paar hechtingen. De patiënt die bij kennis blijft onder plaatselijke verdoving kan zelf aangeven in welke stand en dus bij welke gewenste spreektoonhoogte het schildkraakbeen moet worden vastgezet. Behalve de hogere spreektoon verandert de stemkwaliteit naar falset. Laag spreken in modaal register is dan niet meer mogelijk.
Veranderingen tijdens de stemmutatie Te onderscheiden stadia zijn: - Premutatie: start van de groei, nog geen hoorbare stemveranderingen. - Mutatie: de stem heeft het moeilijk; kwaliteit vermindert. - Postmutatie: stabilisatie van de larynx, dan weer een opwaartse lijn in stemkwaliteit. De mutatie verloopt bij jongens en meisjes verschillend. Bij jongens begint de larynx te groeien met 13-15 jaar. Vaak verschijnen er knobbels op de stembanden die later weer vanzelf verdwijnen. Felix de Jong registreerde het testosterongehalte in bloed van puberende jongens en vond een verband tussen hoogte van de waarde en initiatie van de mutatie. Het testosterongehalte heeft
Specifieke stemproblemen Bij kinderen hebben stemproblemen voornamelijk te maken met heesheid. Aangeboren (organische) heesheid komt voor. Daarnaast bestaat er functionele (verworven) heesheid die te maken heeft met verkeerd stemgebruik. Ook kan er bijvoorbeeld sprake zijn
19
van een chronische sinusitus. Andere oorzaken kunnen zijn: schildklierpathologie of aspecifieke hyperactiviteit die weer kan samenhangen met allergische reacties op bijvoorbeeld parfums, resulterend in histamine-geïnduceerde zwellingen. Zoals hierboven reeds aangegeven, is behandeling van stemproblemen bij kinderen slechts beperkt mogelijk. -
Beter luisteren = beter zingen door José Lieshout Van Maria Callas en Luciano Pavarotti wordt gezegd dat ook zij het hebben gedaan: een luistertraining volgens de Tomatismethode. Hoewel niet duidelijk is in hoeverre deze luistertraining heeft bijgedragen aan hun buitengewoon boventoonrijke klank, is het toch opvallend dat de Tomatis-methode in Nederland tot nu toe weinig wordt toegepast bij zangers. De Franse KNO-arts Alfred Tomatis (19202001) heeft zich vanaf de jaren ’50 van de vorige eeuw intensief beziggehouden met de relatie tussen het oor en de stem. Als zoon van een zanger die verbonden was aan de ‘Opéra de Paris’, was hij goed thuis in de zangerswereld. Hij had veel zangers met stemproblemen onder zijn patiënten. Bijzonder was dat hij de oorzaken van de problemen niet bij de stem zocht maar bij het gehoor. Hij ontdekte dat de stemproblemen vaak het gevolg zijn van een gestoorde waarneming door het oor: frequenties die de zangers niet kunnen horen, blijken zij ook niet te kunnen produceren. Dit verschijnsel wordt sindsdien het ‘Tomatis-effect’ genoemd. Elektronisch oor Een volgende logische stap was dat dr. Tomatis het gehoor van de zangers ging corrigeren. Dit deed hij door middel van een speciaal hiertoe ontwikkeld apparaat, het zogenaamde ‘elektronisch oor’. Dit is een apparaat dat bepaalde frequenties kan filteren. Terwijl de zanger spreekt of zingt, krijgt
hij via een koptelefoon zijn bewerkte stemgeluid terug. Deze koptelefoon bestaat behalve uit twee gewone oorschelpen ook uit een botgeleider. Eerst wordt het oor via botgeleiding ‘gewaarschuwd’ dat er geluisterd moet worden. De spiertjes in het middenoor die het trommelvlies aan- en ontspannen, worden zo geactiveerd. Het geluid, waarvan bepaalde frequenties zijn versterkt of juist uitgefilterd, zal vervolgens beter worden opgenomen. Het ‘wakker maken’ van het oor is dus een belangrijk onderdeel van de therapie. Blijvende verandering Als deze akoestische stimulatie gedurende een bepaalde tijd (vier tot zes sessies van twee uur per week, gedurende een aantal weken) wordt herhaald, wordt een blijvende verbetering van het gehoor en daarmee van de stem tot stand gebracht. De lichaamshouding tijdens de stimulaties is van groot belang. Het is de bedoeling dat de ooghoeken ter hoogte van de ingang van het oor zijn, in een horizontale lijn. Met gestrekte
Tomatis-luistertraining met elektronisch oor
20
nek dus, maar de kin niet helemaal op de borst. Het strottenhoofd moet steun vinden bij de ruggengraat. Het speelt dezelfde rol als het kleine stukje hout in de viool dat de ‘ziel’genoemd wordt. Door dit stukje hout gaat de achterkant van het instrument en vervolgens het hele instrument vibreren. Bij goede zangers zingt dus als het ware het hele skelet. Een goede houding en vooral een goede stand van het hoofd is daarom van groot belang. Auditieve lateraliteit Bij een goed functionerend gehoor is het rechteroor licht dominant. Dit is het controlerende oor tijdens het stemgeven. Wanneer het linkeroor dominant is, zou verlies van timbre en zelfs aritmie kunnen optreden. Daarom wordt bij een intake voor de therapie ook de auditieve lateraliteit getest. Nederland In Oostenrijk, Duitsland, Zwitserland en Frankrijk wordt de Tomatis-methode regelmatig ingezet bij problemen die verband houden met gehoor en stem. In Nederland is de methode minder gangbaar. Er zijn vier erkende Tomatis-centra, in Goes, Groningen, Doorn en IJmuiden. Monique Blok, logopediste en officieel Tomatis-consulent in IJmuiden, wijt de relatieve onbekendheid van Tomatis onder zangers aan het feit dat de Tomatis-centra in Nederland alle vanuit een andere beroepsachtergrond werken (zoals orthopedagogie en muziektherapie) en de therapie vooral inzetten op hun eigen vakgebied. Behalve als therapie bij stemproblemen wordt de Tomatis-methode namelijk ook toegepast bij de behandeling van leeren gedragsstoornissen als dyslexie, ADHD en ADD. Vanwege de enorme impact die het goed leren luisteren op de psyche heeft, wordt de methode ook veel gebruikt bij trainingen op het gebied van persoonlijke ontwikkeling.
Speciaal voor zangers Monique: “Er is een onderdeel in de training, de audio-vocale training, die speciaal is gericht op de driehoek stem-houding-luisteren. Dit is dus zeker interessant voor zangers. Je kunt hiervoor naar een Tomatis-centrum in Parijs gaan, maar wanneer er voldoende Nederlandse deelnemers zijn, is het ook mogelijk om voor zo’n groep een specialist naar Nederland te halen. Voordat je een audiovocale training kunt volgen, moet je overigens wel eens een intensieve luistertraining hebben gevolgd.”
de methode kan echter geen echte slechthorendheid of ouderdomsslechthorendheid worden verbeterd of voorkomen. De spiertjes in het middenoor moeten in beginsel wel gezond en dus ‘trainbaar’ zijn.” Lichtenberger Het ontwikkelen van het gehoor als middel om de stem beter te gebruiken zien we ook terug bij de Lichtenberger methode (zie Bulletin juni 2007). Toch zijn er ook belangrijke verschillen. In het volgende Bulletin zullen wij dieper ingaan op deze overeenkomsten en verschillen.
En daarna? Wat zijn de verbeteringen die een professioneel zanger mag verwachten na het volgen van een audio-vocale training? “De stem wordt voller en rijker, het zingen kost veel minder moeite. Het bereik wordt groter, en het geeft meer energie.”
Hebt u ervaring met de Tomatis-methode? Of kent u iemand die een training gevolgd heeft? Graag een e-mail naar
[email protected] !
‘Gat’ in de stem Is het probleem van het ‘gat in de stem’ dan ook een kwestie van beter leren luisteren? “Ja, tezamen met het normaliseren van spierspanningen rondom het stemapparaat. Dus ook hier weer de driehoek stem, houding, luisteren.” Een uitkomst voor ‘brommers’? “Het ‘brommen’ blijft een lastig probleem. Het is echter wel mogelijk dit te verbeteren. Het ligt eraan wat de oorzaak is van het brommen: wanneer dit komt doordat iemand niet gewend is goed te luisteren of zich emotioneel afsluit voor klank, kan de Tomatis-methode wel tot resultaten leiden. Met
21
Het gehoororgaan bestaat uit twee zeer nauw met elkaar verbonden systemen die zich samen in het rotsbeen bevinden. Het slakkenhuis (cochlea) heeft als taak de geluidsgolven te analyseren en verder te leiden naar de hersenen als elektrische impulsen. Het evenwichtsorgaan (vestibulum) is verbonden met alle spieren van het lichaam en stuurt behalve ons evenwicht ook onze lichaamshouding en motoriek. Het is tevens verantwoordelijk voor het lichaamsbeeld, het lichaamsbewustzijn en onze oriëntatie in de ruimte. Alle willekeurige en onwillekeurige bewegingen, spiertonus, spanning in het lichaam, verkramping of ontspanning, grove en fijne motoriek: alles wordt door het oor geregistreerd, gereguleerd en gecoördineerd. Het oor is het orgaan met de meeste zenuwverbindingen in het lichaam.
22
Bi©e (Trix van Vugt), Utrecht
23
...................................................................
Handtekening:
NB Dit formulier invullen en opsturen naar de ledenadministratie NVZ. Als werkend lid dient u een kopie bij te voegen van het document waaruit uw bevoegdheid blijkt.
Overige relevante opleidingen........................................................................................................................
Multicopy Apeldoorn
vormgeving Bulletin
lichte muziek
Gespecialiseerd in: klassieke muziek
drukkerij
Afstudeerdatum ................................................................... Onderwijsbevoegdheid: ja / nee
Samenstelling van de redactie: Cora Peeters, José Lieshout (eindred.), Ineke van Doorn, Margreet Witsen Elias, Jolande Geven
[email protected]
A B D M UM 1e fase 2e fase Bachelor Master
Cora Canne Meijer Margreet Witsen Elias Ank Reinders Maria Rondèl Kay Jensma
Afstudeerniveau:
s.v.p. omcirkelen:
ereleden
Opleidingsinstituut:............................................................................................................................................
Mariska Wessel (ad interim)
E-mail: .................................................................................................................................................................
Diane Hidding
[email protected]
06 ............................................................................
Telefoon: ...................................................................
lid/website
Postcode/plaats: .............................................................................................................................................
Cora Peeters
[email protected]
...................................................................
Adres: ................................................................................................................................................................
lid/Bulletin
Datum:
Petronella Palm
[email protected]
Geboortedatum: ..............................................................................................................................................
Marseille (Frankrijk) De 9de PEVOC Conferentie in 2011 vindt plaats in Marseille, van woensdag 31 augustus t/m zaterdag 3 september 2011. www.pevoc.org
Titel: ....................................................................................................................................................................
T I P Den Haag De Kinderkoor Academie Nederland beschikt over professionals die thuis zijn op alle terreinen van de kinderkoorzang. Op de site o.a. opleidingen en koren voor kinderen en opleidingen voor dirigenten voor kinderkoren. www.kinderkooracademie.nl
lid/ledenadministratie/EVTA
Voornaam: ..........................................................................................................................................................
Terborg Het 18de Euregio Vocalistenconcours wordt gehouden op vrijdag 12 november en zaterdag 13 november. www.euregio-vocalistenconcours.nl
Roland Hangelbroek
[email protected]
Naam: ................................................................................................................................................................. m/v
lid/PR
O Ik kom graag in aanmerking voor een jaarlijkse korting van € 5,- op mijn bijdrage en machtig hierbij tot wederopzegging de NVZ tot automatische incasso van de contributie van bank- /gironummer:..............................................................
Westland Tonen2000, in het Westland, het enige internationale koorfestival voor klassieke kamerkoren in Nederland. De 6de editie is op 24, 25 en 26 september. Het concours is voor Gemengde kamerkoren (tot 36 leden), Vrouwenkoren en Mannenkoren tot 24 leden. www.tonen2000.nl
penningmeester
O gediplomeerd zangdocent, € 45,- per jaar O volgt opleiding tot zangdocent, € 25,- per jaar O steunt NVZ met ten minste, € 45,- per jaar
Zwolle Festival Zwart van donderdag 24 t/m zondag 27 juni. Tijdens het festival zijn er iedere dag meer dan 60 kleinere en grotere voorstellingen op bijzondere en spannende locaties in de binnenstad van Zwolle. De voorstellingen zijn speciaal voor het festival gemaakt door
Elena Vink
[email protected] secretaris Margo van Biezen (ad interim)
[email protected]
Werkend lid Student/lid Begunstiger
Middelburg De SummerSchool Utrecht organiseert dit jaar in Middelburg de Kurt Thomas Cursus 2010. Deze koordirigentencursus geeft je de mogelijkheid om je in korte tijd te ontwikkelen en praktische ervaring op te doen in het vak. De cursus biedt koordirectietraining aan op alle niveaus. De audities zijn op vrijdag 16 april te Utrecht, zaterdag 17 april en vrijdag 23 april te Middelburg. Aanmelden kan tot 28-02-2010! Hospitanten hoeven geen auditie te doen, zij zingen mee. www.utrechtsummerschool.nl
Het lidmaatschap wordt aangegaan voor onbepaalde duur, afmeldingen uitsluitend schriftelijk bij de ledenadministratie vóór 1 december. Ledenadministratie: NVZ/ Petronella Palm, Jaap ter Haarsingel 12, 2652 GK Berkel en Rodenrijs, 010 5190255,
[email protected]
Bijscholing Hogeschool Utrecht afdeling logopedie Deze cursussen zijn ook voor zangpedagogen. - Voiceworks method: the total singer, vrijdag 16 april, 9.30-16.30u. - De fysieke stem, Utrecht, woensdag 10 maart; Heerlen, maandag 15 november. www.cursussen.hu.nl/TotaalAanbod/Gezondheidszorg/cursussen
voorzitter
Arnhem Het Nederlands Koor Festival is hét nationale festival voor alle koren en hét landelijk podium van actieve koorzangers. Halve finales in Musis Sacrum te Arnhem op zaterdag 29 mei 2010 (Kinderkoor, Jeugdkoor, Gemengd koor groot klassiek, Mannenkoor klassiek en Seniorenkoor.), op zaterdag 5 juni 2010 (Vrouwenkoor lichte muziek en Vrouwenkoor klassiek) en op zaterdag 19 juni 2010 (Gemengd koor klein lichte muziek, Gemengd koor groot lichte muziek, Gemengd Koor klein klassiek en Overige koren). Finale van het NKF op zaterdag 27 november 2010 in Musis Sacrum te Arnhem. www.nederlandskoorfestival.nl
Hierbij geef ik mij op als
Marlborough (Engeland) European Voice Teachers Association 3rd EVTA Vocal Pedagogy Week, van 21-28 maart in Marlborough, England www.evta-online.org
Samenstelling van het bestuur:
AANMELDINGSFORMULIER
Den Haag Studiedag Lichtenberger methode op 21 maart door Maarten Rienks. www.stemklank.tk
kunstenaars onder leiding van inspirerende meesters. www.festivalzwart.nl
nederlandse vereniging van zangpedagogen
Amsterdam Cursus ‘Zen & Zang’ op 13 en 14 maart en 27 en 28 maart. ‘Zen en Zang II’ is op 24 en 25 april en 8 en 9 mei. Docenten: Mark Brookhuis (zen) en Elsina Jansen (regie). www.vierentwee.nl www.elsinajansen.nl
colofon
NVZ
berichten
welkom/wijzigingen Als nieuwe leden heten wij welkom
Gewijzigde e-mailadressen
Cobien Nieuwpoort Maluslaan 21 9741 LK Groningen
In verband met de enorme hoeveelheid spam die dagelijks wordt ontvangen via de e-mailadressen
[email protected] en
[email protected] , zijn deze met ingang van 15 februari gewijzigd. De nieuwe e-mailadressen zijn nu:
Gertie Savelkout-van Oyen Julianalaan 10 6721 EG Bennekom
contributie
De contributie van de Nederlandse Vereniging van Zangpedagogen bedraagt € 45,00 per jaar voor werkende leden en vrienden, en € 25,00 voor studenten. Aanmelding via de website www.zangpedagogen.nl of via de ledenadministratie. Het verenigingsjaar loopt gelijk met het kalenderjaar. Het lidmaatschap wordt aangegaan voor onbepaalde duur; afmeldingen vóór 1 december, uitsluitend schriftelijk bij de ledenadministratie.
[email protected] en
[email protected].
Hilde van Kuijeren Eemnesserweg 48 3741 GB Baarn
kopij Kopij voor het volgende Bulletin (eind september) moet uiterlijk 15 mei 2010 per email gestuurd zijn naar:
[email protected].
Herhaalde oproep
Foto’s ter illustratie (min. 300 dpi) worden op prijs gesteld. Over plaatsing van een ingezonden bijdrage beslist de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen te corrigeren en/of te redigeren. De NVZ aanvaardt geen aansprakelijkheid voor de inhoud van in het Bulletin geplaatste artikelen.
Na vier intensieve jaren de taak van penningmeester van de NVZ te hebben vervuld, heeft Roland Hangelbroek besloten zijn bestuurstaak met ingang van de komende Algemene Ledenvergadering in februari 2010, neer te leggen. Het bestuur is daarom op zoek naar een nieuwe penningmeester. De penningmeester • beheert de financiële administratie van de vereniging (inning van de contributies, beheer van debiteuren- en crediteurenbestand, het verrichten van betalingen namens de vereniging). • overlegt aan de A.L.V. een afrekening van het af te sluiten bestuursjaar, maakt een begroting voor het komende bestuursjaar. • maakt voorafgaand aan de A.L.V. een afspraak met de kascommissie om de boeken te laten controleren. Laat de kascommissie bij goedkeuring een schriftelijke verklaring hiervan ondertekenen. • zorgt voor een volledige en zorgvuldige overdracht van alle administratie aan zijn/haar opvolger.
© 2010 auteursrechten voorbehouden, overname van artikelen slechts met toestemming van het bestuur van de NVZ.
NVZ-symposium
Precisie en netheid in geschrifte, een goede beheersing van een recent Word- en Excellprogramma, en enige boekhoudkundige kennis (of de bereidheid zich dit op korte termijn eigen te maken) zijn hierbij onontbeerlijk. Reacties heel graag naar de voorzitter Elena Vink,
[email protected]
Datum: zaterdag 2 oktober 2010 Locatie: Utrecht Thema: 'De ouder wordende stem'. Details worden nog nader bekend gemaakt. Houdt u de website in de gaten.
24