Een
21e
eeuwse
democraat
Eerst
was
hij
KGB’er,
toen
ambtenaar,
daarna
eventjes
premier,
toen
president,
tegenwoordig
weer
premier.
Vladimir
Vladimirovitsch
Putin
(1952)
is
deze
maand
10
jaar
aan
de
macht
in
Rusland.
Hij
begon
in
1999
als
premier,
volgde
eind
van
dat
jaar
Boris
Jeltsin
op
als
president
en
ruilde
in
2008
zijn
baan
weer
in
het
voor
het
premierschap.
De
speculaties
over
een
nieuwe
periode
als
president
zijn
al
begonnen.
Ook
dit
jaar
werd
het
publiek
in
de
zomer
weer
getracteerd
op
fotos
van
een
vakantievierende
Putin,
met
de
brede
borst
ontbloot
op
een
paard
of
hengelend
in
een
wilde
stroom.
De
actieman
ten
voeten
uit:
als
hij
geen
krachtige
politieke
besluiten
neemt,
gaat
hij
de
elementen
te
lijf.
De
voormalige
Sovjet‐bureacraat
legde
een
lange
weg
af
voor
hij
dit
effectieve
imago
verwierf.
Hij
schakelde
ettelijke
PR
bedrijven
in,
die
hem
uit
zijn
paars‐rode
double
breasted
pakken
hielpen
en
aan
de
titel
‘Time’s
man
of
the
year’.
Putin
lijkt
in
Rusland
populairder
dan
ooit.
Sociale
stabiliteit,
economische
groei
en
internationaal
aanzien
zijn
de
sleutelwoorden.
Althans
aan
de
oppervlakte.
De
groei
die
de
Russische
economie
doormaakte
is
aan
gestegen
olieprijzen
te
danken,
niet
aan
innovatie
of
investeringen.
Door
de
crisis
dondert
nu
dan
ook
de
ene
fabriek
na
de
andere
in.
In
de
Russische
grote
steden
groeit
wel
iets
wat
op
een
middenklasse
lijkt.
Maar
dat
is
eerder
ondanks
dan
dankzij
Putin’s
bestuur.
Dit
doet
niet
veel
om
het
leven
van
mensen
in
het
midden‐
en
klein
bedrijf,
in
onderwijsinstellingen
of
in
de
lokale
dienstverlening
dragelijker
te
maken.
De
corruptie
viert
er
hoogtij.
Putin’s
buitenlands
beleid
doet
aan
als
een
fiasco.
Na
de
topontmoetingen
waar
ruzies
over
een
gepland
Amerikaans
raketschild
en
de
uitbreiding
van
de
Navo
heetten
te
worden
bijgelegd,
liet
de
Amerikaanse
vice‐president
Joe
Biden
zich
onlangs
onbekommerd
negatief
uit
over
Rusland.
Hij
sprak
van
een
wegkwijnend
land
met
een
verouderde
economie
en
dito
bestuurssysteem.
Exit
van
de
door
Obama
en
Clinton
bepleitte
‘reset’
van
de
relaties.
Het
Russische
leger
won
een
vorig
jaar
een
oorlog
met
Georgië.
Maar
tot
ieders
verbazing
bleek
de
fel
anti
Russische
Georgische
president
Saakashivili
met
pattex
aan
zijn
stoel
gekleefd.
Resultaat
was
dat
Rusland
sindsdien
twee
extra
‘landjes’
heeft
om
zich
zorgen
over
te
maken,
Abchazië
en
Zuid
Ossetië.
Ook
de
buurlanden
Oekraïne
en
Wit
Rusland
keren
zich
op
dit
moment
van
Putin
af.
Hij
plaagt
ze
te
veel
in
de
politiek‐ economische
strijd
om
eerste
levensbehoeften
als
gas,
melk
en
vlees.
Er
lijkt
maar
één
conclusie
mogelijk.
Putin
heeft
Rusland
geen
vrienden
bezorgd.
Geen
vrienden?
Twee
mannen
lieten
zich
de
afgelopen
maanden
positief
uit
over
Putin.
En
dat
zijn
precies
de
mannen
die
iets
meer
duidelijk
maken
over
zijn
populariteit.
Berlusconi
en
Ahmedinejad.
De
Italiaanse
premier
laat
zich
graag
voorstaan
op
zijn
goede
band
met
de
Russische
premier.
En
Rusland
was
de
eerste
om
de
Iraanse
president
na
zijn
dubieuze
verkiezingsoverwinning
te
ontvangen.
Het
zijn
mannen
die
de
democratie
een
eigen
draai
geven.
Ze
hebben
een
afkeer
van
het
parlement.
Dat
is
niet
snel
of
slagvaardig.
Dat
let
niet
op
het
belang
van
de
gewone
man.
Misschien
wel
het
belangrijkste
van
alles,
het
vertegenwoordigt
geen
nationale
waarden.
En
deze
leiders
doen
dat
wel,
menen
ze
zelf.
Je
ziet
het
Berlusconi
denken:
Is
niet
iedere
goede
Italiaan
een
tikje
corrupt
en
dol
op
mooie
vrouwen?
Democratie
prima,
zegt
ook
Putin.
Maar
dan
geënt
op
Russische
waarden.
Spreiding
van
macht
en
competitie
tussen
partijen
zijn
wat
hem
betreft
Westerse
ideeën.
De
Russische
regering
noemt
haar
alternatief
een
‘soevereine
democratie’.
Soeverein
betekent
vooral:
onafhankelijk
ten
opzichte
van
het
Westen,
cultureel,
militair,
economisch.
Centraal
staan
een
elite
die
haar
verantwoordelijkheid
voor
het
volk
neemt,
een
uitgesproken
nationaal
zelfbewustzijn
en
een
duidelijke
rol
voor
de
Orthodoxe
kerk.
Neem
de
interventie
begin
juli
door
kerkvader
Kirill.
Rusland
had
net
het
Sociale
Charter
van
de
Raad
van
Europa
geratificeerd.
De
baas
van
de
Orthodoxe
kerk
ontdekte
dat
dit
de
verplichting
opleverde
om
seksuele
voorlichting
op
scholen
te
geven.
Geen
luxe
in
een
land
met
1
miljoen
hiv
geïnfecteerden.
Maar
Kirill
vindt
seksuele
voorlichting
hoguit
een
werkje
voor
ouders.
Hij
klopte
aan
bij
het
Kremlin
en
kwam
terug
met
de
toezegging
dat
de
kerk
voortaan
over
alle
relevante
wetgeving
geconsulteeerd
zou
worden.
Illustratief
is
ook
de
afkeer
van
allerlei
‘supranationale’
clubs,
of
het
nu
om
de
OVSE
met
zijn
zijn
verkiezingswaarnemers
gaat,
om
de
financiele
controle
van
het
IMF,
of
om
de
constante
bemoeienis
van
het
Europese
hof
voor
de
Mensenrechten.
De
nationale
staat
zorgt
voor
haar
burgers
en
verder
niemand.
Nagenoeg
alle
cruciale
ondernemingen
in
Rusland
zijn
dan
ook
sinds
het
aantreden
van
Putin
(weer)
onder
direct
of
indirect
staatstoezicht
gebracht.
Olie,
media,
financiën,
auto’s
–
de
staat
heeft
de
aandelen
of
zit
in
het
bestuur
van
de
ondernemingen.
Verkiezingen
zijn
in
dit
conservatieve
raamwerk
wel
degelijk
nodig.
Maar
ze
dienen
niet
om
de
leiders
te
vervangen.
Ze
dienen
om
vast
te
stellen
dat
leiders
en
volk
één
zijn,
dat
de
leider
de
waarden
van
het
volk
vertegenwoordigt
en
dat
het
volk
dit
ziet.
Rusland
heeft
volgens
Putin
en
zijn
kleine
schare
medebestuurders
geen
behoefte
aan
elkaar
in
hoog
tempo
opvolgende
praatjesmakers.
Wel
aan
eerlijke
mannen,
die
kritisch
zijn
ten
opzichte
van
het
Westen
en
trots
op
Rusland.
Die
boodschap
mag
hypocriet
zijn.
Het
regime
gebruikt
westerse
PR‐ bureaus
en
de
elite
gaat
zich
opgewekt
aan
overdadige
consumptie
van
luxe
goederen
te
buiten.
Maar
hij
gaat
er
in
als
koek,
sinds
de
bevolking
eind
vorige
eeuw
zag
hoe
onder
leiding
van
instituten
als
het
Internationaal
Monetair
Fonds
het
Sovjet‐communisme
vervangen
werd
door
roofkapitalisme
van
het
zuiverste
water.
Putin
zette
vanaf
1999
alle
denkbare
middelen
in
om
snel
extreem
rijk
geworden
mannen
als
Berezovksi
en
Chodorkovski
buiten
spel
te
zetten.
De
ene
miljardair
vluchtte
naar
Engeland,
de
ander
zit
in
de
gevangenis
en
de
rest
houdt
nu
zijn
mond.
Het
idee
overheerst
dat
Putin
een
einde
maakte
aan
de
puinhoop
die
Rusland
in
de
jaren
negentig
kenmerkte.
Hij
heeft
het
land
weer
een
eigen
gezicht
gegeven,
nadat
Gorbatsjov
en
Jeltsin
de
Amerikanen
de
vrije
hand
gaven.
Een
land
waar
internationaal
rekening
mee
gehouden
wordt.
De
huidige
spanningen
met
buurlanden
als
Georgië
en
Oekraïne
zien
Russen
dan
ook
overwegend
in
dit
perspectief:
je
moet
niet
over
je
laten
lopen.
Door
een
bescheiden,
maar
stoere
levenstijl
uit
te
dragen
heeft
Putin
zich
een
profiel
van
eigenheid
verworven
waar
veel
Russen
van
houden.
Geen
patser
maar
een
doener,
vol
gezins‐
en
vaderlandsliefde.
De
kritiek
op
zijn
autocratische
stijl
komt,
bij
gebrek
aan
binnenlandse
oppositie,
overwegend
uit
de
mond
van
buitenlanders,
journalisten,
activisten,
politici,
academici.
Het
zijn
vooral
Amerikanen
die
op
hem
mopperen.
Anders
dan
bijvoorbeeld
met
China
heeft
Amerika
weinig
economische
banden
met
Rusland,
minder
dan
Nederland
althans.
Het
zijn
kremlinwatchers
die
zich
in
Amerika
met
Rusland
bezighouden,
weinig
zakenlui.
Het
zit
in
hun
bloed
om
politieke
kwesties
op
te
roepen,
ze
kunnen
nauwelijks
anders.
De
westerse
weerzin
versterkt
het
beeld
dat
Putin
een
echte
Rus
is.
Onder
het
motto
‘als
dat
jouw
vijanden
zijn,
willen
wij
graag
je
vriend
zijn’
vergroot
het
zijn
steun.
Putins
aanhangers
haasten
zich
regelmatig
om
te
benadrukken
dat
de
premier
een
stuk
liberaler
denkt
dan
zijn
bevolking
.
Dat‐ie
de
jonge
democratie
inperkte
was
nooit
omdat
hij
tegen
democratie
was.
Maar
het
land
moest
op
orde,
en
daarvoor
was
slagkracht
nodig.
Eerst
snoeide
Putin
de
invloed
van
het
parlement
terug,
vervolgens
die
van
de
regionale
gouverneurs
en
daarna
die
van
de
burgemeesters.
En
passant
nationaliseerde
hij
alle
grote
media.
Waar
het
eindigt
blijft
speculatie.
Soms
steekt
Medvedev
een
liberale
hand
uit
naar
de
kritische
oppositie.
Hij
zegde
dit
jaar
versoepeling
toe
van
de
bizarre
regelgeving
die
politieke
partijen
en
non
gouvernementele
organisaties
hindert.
Maar
in
2009
werden
tot
nu
toe
zes
mensenrechten
activisten
vermoord.
De
regering
liet
het
bij
uitspreken
van
medeleven.
Het
kan
zijn
dat
Putin
en
zijn
regime
binnenkort
wankelen.
De
crisis
houdt
huis
in
Rusland.
Wie
weet
of
dan
niet
geput
wordt
uit
een
van
die
ándere
beroemde
Russische
tradities:
de
boerenopstanden
uit
de
17e
en
18e
eeuw,
het
liberalisme
uit
de
19e
eeuw,
de
volkse
revoluties
van
de
20e
eeuw.
Alleen,
het
protest
is
nog
dun
en
het
aanbod
van
alternatieve
politici
nihil.
En
het
is
niet
zo
dat
de
Russische
maatschappij
stil
staat.
Het
gros
van
de
mensen
vindt
wegen
om
een
leven
zonder
de
overheid
te
leiden.
Als
ze
het
geld
hebben,
gaan
ze
op
reis,
op
internet,
op
de
disco.
Voor
een
levendige
oppositie
is
het
funest,
maar
van
de
maan
af
gezien
is
dat
een
intellectuele
zorg.
Putin
is
geen
dictator.
Hij
ziet
geen
noodzaak
om
het
sociale
en
economische
leven
van
de
bevolking
te
controleren
zoals
20e
eeuwse
dictators
dat
wilden.
Hij
controleert
de
toegang
tot
het
bestuur,
de
toegang
tot
de
grote
media
en
de
toegang
tot
de
cruciale
industrie.
Wie
het
gezag
met
rust
laat,
mag
doen
wat‐ie
wil.
Putin
noemt
zich
zichzelf
wanneer
het
uitkomt
met
een
gerust
hart
democraat,
net
zoals
Ahmedinejad
of
Berlusconi.
Via
televisiezenders
georienteerd
op
een
internationaal
publiek
creëren
ze
een
eigen
politiek
‘discours’,
het
verhaal
dat
representatieve
democratie
maar
één
vorm
van
democratie
is,
en
dat
zij
een
eigen,
nationale
variant
hebben.
Via
Russia
Today,
het
Iraanse
Press
TV
en
Berlusconi’s
zenders
kan
de
hele
wereld
ontmoetingen
tussen
leider
en
volk
zien.
Dat
die
tot
op
de
seconde
geregisseerd
zijn,
doet
minder
ter
zake
dan
dat
dialoog
zichtbaar
is:
hoezo
geen
democratie?
we
zijn
gekozen
en
we
praten
met
onze
kiezers!
Om
daar
een
oordeel
over
te
vellen
moet
je
eerst
vast
stellen
dat
het
niet
overdreven
is
om
over
een
mondiale
crisis
in
de
democratie
te
spreken.
Tien,
twintig
jaar
geleden
leefde
de
overtuiging
sterk
dat
economische
groei,
maar
ook
bijvoorbeeld
het
internet
veelbelovende
stimulansen
voor
democratisering
waren
in
ex
communistische
landen.
Veel
marktwerking,
veel
dialoog
en
dan
komt
de
transparantie
vanzelf.
Het
pakte
lang
niet
overal
zo
uit.
Tegenwoordig
claimt
zelfs
China
aan
democratie
te
werken.
De
gevestigde
‘westerse’
parlementen
doen
het
ook
niet
goed.
Niet
alleen
het
Italiaanse,
dat
Berlusconi
zijn
gang
laat
gaan.
Denk
aan
het
Amerikaanse
congres
dat
in
slaap
gewiegd
werd
met
verzonnen
vernietigingswapens
in
Irak.
Of
aan
het
Nederlandse
parlement,
verscheurd
tussen
populisten
en
technocraten.
Onbekookt
nationalisme
is
allang
geen
Russisch
voorrecht
meer.
Om
over
het
Europese
parlement
met
zijn
lage
status
maar
te
zwijgen.
Waarmee
niet
gezegd
is
dat
een
directe
vergelijking
tussen
een
willekeurige
westerse
democratie
en
Rusland
relevant
is.
Wel
dat
gezaghebbende
inspiratie
bij
het
vormgeven
van
inspraak
ver
te
zoeken
is.
Vernieuwing
is
nodig
maar
uit
welke
hoek
die
gaat
komen,
is
nog
onduidelijk.
Het
makkelijke
oordeel
is
Putin
afdoen
als
de
man
die
Rusland
weer
naar
de
19e
eeuw
bracht,
als
een
ouderwetse
tsaar.
Een
lastiger
conclusie
zou
kunnen
zijn
dat
Putin
die
dingen
vertegenwoordigt
waar
ook
westerse
politici
en
burgers
van
allerlei
snit
naar
verlangen.
Niet
alleen
stabiliteit,
maar
vooral
ook
culturele
eigenheid,
duidelijke
grenzen
en
een
uitweg
uit
de
kluwen
aan
internationale
verbanden
met
al
hun
verplichtingen.
In
plaats
van
het
vage
gedoe
van
de
Europese
Unie.
Dan
blijkt
hij
straks
een
van
de
eerste
vertegenwoordigers
van
de
21
eeuwse
democratie.