Educatief project: Tijdgrijpers Inhoud en didactisch concept educatief product Doelgroep: onderbouw kunstvak beeldend, CKV leerlingen en bovenbouw kunstvak beeldend Het projectTijdgrijpers wordt ontwikkeld in het kader van de internationale expositie Slow Burn, die van 30 maart tot en met 1 juli 2013 zal plaatsvinden in de Spoorzone van Tilburg. In dit product staan de didactische concepten Imaginative, embodied learning en creativiteit centraal. Doelstelling Doel is leerlingen gedegen inzicht laten verkrijgen in de kunst en cultuur van het heden (actuele internationale, beeldende kunst) en het verleden (erfgoed ). Er wordt naar gestreefd leerlingen kennis te laten maken met de werken en het discours van de internationale, professionele beeldende kunst in ste de context van de 21 eeuw. Zoals beschreven ligt bij de ontwikkeling van de kunsteducatieve projecten van Fundament het accent op activerende werkvormen met veel inbreng door leerlingen zelf. Authentiek leren dat gericht is op leren door en over professionele kunst en op creativiteitsontwikkeling. Authentiek leren vraagt om complexe contexten die levensecht zijn. Via directe ervaringen met hedendaagse kunst (op erfgoedlocaties in hun eigen omgeving) leren leerlingen optimaal hun verbeeldingsvermogen te ontwikkelen. Imaginative, embodied cognition & creativiteit ontwikkelen Met betrekking tot Tijdgrijpers worden de didactische concepten: Imaginative, embodied learning en creativiteit centraal gesteld. Imagination of verbeeldingsvermogen is de handeling of het vermogen om mentale beelden te vormen van datgene wat niet aanwezig is of wat nog niet eerder ervaren werd (Efland, 2004). Embodied cognition gaat over de wisselwerking tussen lichaam en geest in leerprocessen; abstracte concepten en de rede of ratio zijn gebaseerd op lichamelijke, emotionele en zintuiglijke ervaringen (Immordino-Yang & Damasio, 2007). Creativiteit is de interactie tussen vaardigheid, proces en omgeving waardoor een individu of groep een waarneembaar product kan maken dat als nieuw en als nuttig beschouwd kan worden in een bepaalde sociale context (Plucker, Beghetto & Dow, 2004). The time machine in our head: verbeeldingskracht ontwikkelen In het artikel 'the time machine in our head' stelt Stocker (2012), dat wij mensen in staat zijn denkbeeldig te reizen in de tijd. Taal onthult dit verbeeldingsmechanisme volgens Stocker (2012), maar beelden zoals foto's kunnen dit verbeeldingsvermogen eveneens onthullen. Via deze tijdmachine die in ons hoofd aanwezig is, ons voorstellings- of verbeeldingsvermogen, kunnen we niet alleen mentale beelden vormen van dingen die we zelf meegemaakt hebben in het verleden, we kunnen zelfs mentale beelden vormen van dingen die nog niet gebeurd zijn of die we nog niet ervaren hebben: Stel je voor wat je overmorgen zult vinden van datgene, waaraan je gisterenochtend dacht toen je opstond. Daarbij kun je denken aan: -Visualiseren van tijd - beelden van tijd construeren: het visualiseren van het begrip tijd of het voorstellen van ervaringen in de toekomstige tijd, gericht op de innerlijke tijdsbeleving - Denkbeeldig observeren en voorspellen: het kijken naar tijd, naar het passeren van de tijd en van daaruit voorspellen wat er zou kunnen plaatsvinden - Vooruitblikken en fantaseren: mentaal reizen door de tijd, zoals verplichte mentale tijdreizen (denk aan: vooruitblikken; inplannen) of vrijwillige mentale tijdreizen (dagdromen); - Tijdreizen naar verleden en toekomst: terugreizen naar een ver verleden of vooruitreizen naar de toekomst; - Tijdsbeleving, tijdsbesef, gevoel van tijd: het zien of fysiek ervaren of voelen van tijd. Al deze mogelijkheden van tijdreizen behoren tot de menselijke verbeelding. Tijd is tegelijkertijd een abstract begrip: hoe visualiseer je het begrip tijd of het verstrijken van de tijd of hoe kun je tijd en ruimte op een originele manier in beeld brengen? Dit uitgangspunt van het op een originele manier visualiseren van tijd staat centraal in het project Tijdgrijpers. Leerlingen worden in dit project gestimuleerd hun voorstellingsvermogen te ontwikkelen door het visualiseren van het begrip tijd. Ze werken in het project Tijdgrijpers als het ware als archeologen van de toekomst.
Tijdgrijpers & Kunst, mediacultuur en fototechniek, filmtechniek Bij Tijdgrijpers wordt er tijdens de lessen ingegaan op het abstracte begrip tijd en hoe leerlingen dat op een originele manier kunnen visualiseren met behulp van media als fotografie, film en nieuwe media-technieken (van analoge lomografie tot instagram en hipstamatic). Voorbeelden uit de kunst en mediacultuur worden tijdens de lessen getoond en besproken met leerlingen. In het project Tijdgrijpers wordt het begrip tijd dus verbonden aan time-based vormen van kunst (fotografie-sequenties en film) en worden foto- en filmgeschiedenis (beelden uit het verleden) weer verbonden aan de nieuwe digitale media. Media en met name nieuwe, digitale foto- en filmtechnieken bieden juist veel mogelijkheden tot visualiseren van dingen die er nog niet zijn of nooit zijn geweest (creatieve toepassingen; suggestieve beelden; evocatieve beelden). In de lessen wordt over time-based vormen van kunst en media gediscussieerd met leerlingen, zodat zij aan de hand van discussies met elkaar een meer verdiepend inzicht in en kritische blik op de verschillende aspecten van media leren ontwikkelen (media-educatie, mediacultuur in relatie tot professionele beeldende kunst, mediacultuur in de hedendaagse, 21ste eeuwse maatschappij). In Tijdgrijpers worden op een laagdrempelige manier kunst, wetenschap en techniek met elkaar verbonden door het ontwikkelen van technische en beeldende vaardigheden in fotografie en film met behulp van digitale media, maar ook analoge fotografie, zoals lomografie en eventueel augmented reality. Creatieve proces Greep leren krijgen op je eigen creatieve proces en inzicht daarin ontwikkelen staat centraal. Bij Tijdgrijpers wordt het creatieve proces via time-lapse versneld in beeld gebracht en door het observeren van elkaars proces en het bespreken van verschillende creatieve processen, ontwikkelen leerlingen inzicht in het eigen creatieve proces en waarin dat verschilt van anderen (observerend leren, Groenendijk, 2012). Leerlingen genereren ideeen voor uitwerkingen van het concept en experimenteren en brainstormen totdat zij hun eigen onderzoeksvraag hebben gevonden. Kritische evaluatie van eigen proces en product Leerlingen leren eveneens werken met een beoordelingsmatrix, waardoor zij hun eigen vorderingen in het creatieve proces en de kwaliteit van het creatieve product kunnen peilen. Peerfeedback en docentenfeedback wordt gegeven aan de hand van deze beoordelingsmatrix. Op deze manier worden leerlingen in staat gesteld om hun eigen proces beter bij te sturen, gericht op een zo hoog mogelijke kwaliteit van proces en product. Pilot met leerlingen uit 5 vwo van het Theresialyceum De pilot met leerlingen van het Theresialyceum is uitgewerkt tot een product. Het product wordt toegankelijk gemaakt voor andere middelbare scholen, kunstonderwijs en andere geïnteresseerden en is gratis te downloaden van de website van Fundament. www.fundamentfoundation.nl/educatie. Lesmateriaal Tijdgrijpers beschikbaar voor andere scholen Bij Tijdgrijpers bestaat het lesmateriaal, dat gebruikt kan worden door andere scholen uit concrete praktijkopdrachten voor leerlingen, die gericht zijn op het fotograferen en op het filmen van het eigen creatieve proces m.b.v. timelapse. Door timelapse wordt het creatieve proces via montage versneld zichtbaar gemaakt, zodat typerende aspecten van het proces extra goed zichtbaar worden. In het lesmateriaal zal informatie aangereikt worden over een aantal deelnemend kunstenaars uit Slow Burn die als inspiratie kunnen dienen voor het eigen creatieve proces. Leerlingen leren aan de hand van opdrachten hun eigen beeldende onderzoeksvraag te formuleren (problem finding, van belang voor het maken van originele producten). In de docentenhandleiding zal een suggestie gedaan worden voor een inhoudelijke lesstructuur voor ca. 15 lesuren van 50 minuten. Het project kan ook in verkorte vorm uitgevoerd worden door andere scholen. Docenten kunnen de planning desgewenst zelf aanpassen.
PLANNING TIJDGRIJPERS Les lokaal
1
2
3
4
5
Lesopdrachten en huiswerk.
leslolaal
Les 1: inleiding thema Tijdgrijpers. Huiswerk ( = het huiswerk voor de volgende les): Procesverslag maken (brainstormen). Kunstanalyse 1 maken volgens ILO UvA model, inclusief begrippen. 1 x A4, alle onderdelen ongeveer evenveel info. Juiste begrippen gebruikt. 1 afbeelding bijgevoegd van het besproken werk + naam kunstenaar, titel, jaartal werk. Inleveren in les 4 (tussentijds) Leslokaal + Les 2: Les oefening fotografie (INTO PHOTOGRAPHY). camera mee Let op: zorg dat je zelf de foto's volgende les meeneemt, neem ook een USB stick mee en eventueel een kabeltje voor de computer als je met een eigen mobieltje werkt. Huiswerk: Procesverslag maken (brainstormen). Computerlokaal Les 3: Fotoserie 1, opslaan, bekijken en analyseren: verder brainstormen hoe nu verder te gaan? Wat zou de beeldende onderzoeksvraag kunnen zijn die voortvloeit uit deze fotoserie? Procesverslag bijhouden en evt. opslaan. Huiswerk: Procesverslag maken (brainstormen). Volgende les onderzoeksvraag (in opzet) meenemen + procesverslag tot nu toe: alle ideeën die je hebt bedacht moet je volgende les uitgeprint meebrengen. leslokaal les 4: Kunstanalyse 1 meenemen, (in de les kort bespreken met 1 andere leerling) In de les kunstanalyse 2 maken, thuis verder uitwerken. Huiswerk: Camera meenemen + evt. lampjes/licht, materialen om te fotograferen. Procesverslag maken, plan maken voor de fotoles van volgende week, camera meebrengen - je mag thuis nu ook foto's maken (brainstormen). Kunstanalyse 2 afmaken. Leslokaal Les 5: leslokaal + camera mee Camera mee Fotografieles 2. Foto's maken zonder flits in donkere ruimte met extra licht. Huiswerk: Camera meenemen + definitieve onderzoeksvraag op papier meenemen.
6
Leslokaal Camera mee
Procesverslag maken, plan maken voor de fotoles voor het eindwerk van volgende les, camera meebrengen. Kunstanalyse 3 maken. Kunstanalyse 2 meebrengen en inleveren.
Les 6: Fotografieles 3: werken aan eindwerk. Huiswerk:
3 foto's uitgeprint op 1 x A4 meebrengen (in de les krijg je daarvoor geen tijd!), inclusief concept beschrijving, techniek/vormgeving beschrijving en 1 x A4 procesverslag. K unstanalyse 3 maken.
7
Leslokaal
Les 10: Tussentijdse evaluatie: 3 foto's uitgeprint op 1 x A4 meebrengen inclusief concept beschrijving, techniek/vormgeving beschrijving en 1 x A4 procesverslag. Eindwerk uitwerken, procesverslag maken.
LET OP: we gaan nu de laatste lesweken in. Hou alles zo bij dat je bijna alles nu af hebt en alles opgeslagen hebt op je eigen USB stick. Neem die voor les 10 mee: dan moet alles af zijn en heb je in de les alleen nog tijd voor de kleine puntjes op de i.
8
9
10
Computerlokaal Camera mee
Les 8: Foto's maken of foto's bewerken, proces verslag maken/uitwerken. Huiswerk: Volgende les moet je alles nu af hebben en inleveren en je moet alles opgeslagen hebben op de schoolcomputer, neem je USB stick mee en zorg dat je alles wat je al uit kunt printen uitgeprint hebt in de loop van de komende week. In de les heb je alleen nog tijd voor de kleine puntjes op de i. Computerlokaal Les 9: Eindwerk moet af zijn aan het eind van deze les, en ingeleverd worden (uitgeprint). NB LEES DIT GOED EN WERK DIT HEEL ZORGVULDIG UIT: Word documenten zijn altijd opgeslagen met nummer (opdracht), achternaam[spatie]voornaam. Word documenten zijn in lettertype calibri 11, regelafstand 1,15. Elk document begint bovenaan met naam leerling, klas, en opdracht. 1: word document: met daarin de serie met de drie foto's. 2a, b, c: JPG's: van de originele foto's van de eindserie 3: word document 1 x A4 met concept beschrijving en beschrijving van techniek/vormgeving 4 a,b: filmpje: (WMV EN MP 4 bestanden) van het procesverslag - time-lapse 5: word document: de kern van het procesverslag op 1 x A4 samengevat 6: word document: alle 3 de uitgewerkte kunstanalyses achter elkaar gezet in 1 document NB: Daarnaast moet je alles ook uitgeprint inleveren aan het eind van deze les: dus 1 tot en met 6 in 1 mapje met je naam en klas erop samenvoegen. Leslokaal Les 10: leslokaal: eindpresentatie
Eindwerk in de les presenteren aan de anderen
Geraadpleegde literatuur voor het didactisch concept voor Tijdgrijpers en Mix Up The Mess - De Certeau, M. (1984). The practice of everyday life. California, university of California Press. - Driessen, C., & Van Mierlo, H. (2011). Raw stardust. Excursions in contemporary sculpture II. Tilburg, Fundament Foundation. - Efland, A.D. (2004). Art education as imaginative cognition. In Eisner,E.W. (ed.) Handbook of Research and Policy in Art Education.(pp.751-774). London, Routledge. - Groenendijk, T. (2012). Observe and explore: empirical studies about learning in creative writing and the visual arts. Proefschrift. - Hattie, J. (2009). Visible Learning. A synthesis of over 800 meta-analyses relating to achievement. London, Routledge. - Immordino-Yang, M.H., Damasio, A. (2007). We Feel, Therefore We Learn: The Relevance of Affective and Social Neuroscience to Education. Mind, brain, and education, 1. - Immordino-Yang, M.H. (2009). Our bodies, Our minds and Ourselves. Presentatie. The Future of Learning, Harvard Graduate School of Education, Augustus 2009. - Onderwijsraad, Raad voor Cultuur. (2012). Cultuureducatie: leren, creëren, inspireren! Advies Cultuureducatie, uitgebracht aan de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Geraadpleegd op woensdag 19 september 2012 http://www.onderwijsraad.nl/upload/publicaties/688/documenten/cultuureducatie.pdf - Plucker, J., Beghetto, R. A., & Dow, G. (2004). Why isn’t creativity more important to educational psychologists? Potential, pitfalls, and future directions in creativity research. Educational Psychologist, 39, 83 – 96. - Rose, G. (2012). Visual methodologies. An introduction to researching with visual materials. (3rd ed.). London, Sage publications. - Runco, M. A. (2010). Divergent thinking, creativity and ideation. In Kaufman, J.C., Sternberg, & R.J., The Cambridge handbook of creativity, (pp. 413- 446). N.Y.: Cambridge University Press. - Sawyer, R. K. (2012). Explaining creativity. The science of human innovation. (2nd ed.). Oxford: Oxford University press. - Sullivan, G. (2010). Art practice as research. Inquiry in visual arts. (2nd ed.). London, Sage publications. - Stocker, K. (2012). The time machine in our mind. Cognitive Science, 36, 385–420. - Van de Kamp, M.T. (2010). Beoordelen van creatieve beeldende producten en processen van leerlingen in het voortgezet onderwijs. Te downloaden via http://www.kunstcontext.com/ckv/litozbpr.pdf. - Van de Kamp, M.T. (2011). Hybride kunsteducatie. Kunstzone, 10 (juni), 11-15. te downloaden via: : http://kunstzone.nl/magazines/kunstzone-2010/kunstzone_juni_2010/downloadKunstzone - Van de Kamp, M. T., Admiraal, W., Rijlaarsdam, G. (2012). Creativiteit bevorderen bij de kunstvakken. Waarom is creativiteit belangrijk? Kunstzone, 8 (februari/maart), 6-9. - Van de Kamp, M.T., Admiraal, W.F, Rijlaarsdam, G. C. W., & Van Drie, J.P. (2012). Metacognitie en divergent denken bij de kunstvakken. Onderzoekspresentatie tijdens het symposium: Onderzoek naar betekenisvol leren in erfgoed, media- en kunsteducatie o.l.v. Prof. dr. C. van Boxtel. Conferentie onderzoek naar cultuureducatie, Cultuurnetwerk Nederland, juni 2012. - Van de Vall, R. (2008). At the edges of vision. A phenomenological aesthetics of contemporary spectatorship. England, Hampshire.