Educatief basisdossier Sylvain De Bleeckere Marina
-
Educatief basisdossier
-
1 Sylvain De Bleeckere
© KDF, Brussel en Sylvain De Bleeckere, Hasselt, 2013 Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of enige wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Alleen voor strik pedagogische en didactische redenen mogen scholen en leerkrachten kopieën van de tekst maken mits bronvermelding.
2 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Inhoud 0 Inleiding 4 1 Synopsis 5 2 Filmische basisgegevens 6
Productie
6
Regisseur
6
Vertolking 7 Rocco Granata 8 De evergreen Marina 12 De film Marina van Stijn Coninx en Rocco Granata
14
Locaties
21
Filmfiche
24
3 Filmesthetische signatuur
25
Genre 25 Beeld 25 Klank 27
4 Verhaallijn
30
Structuur 30
Personages 30 Montage
40
5 Betekeniswereld
41
Tijdgeest
41
Culturen: rijkdom en beperktheid
44
Gezin en talent
47
Het collectieve geheugen
48
6 Essay: Het mirakel van Marina
50
7 Pedagogische verwerking met werkbladen
53
Onderwijs: doelpublieken
53
VOET-en
54
De voorstelling van de werkbladen
55
De werkbladen 58 8 Bronnen
Marina
-
Educatief basisdossier
-
57
Sylvain De Bleeckere
3
0 Inleiding Er gaat geen week voorbij of ergens in de media komt het fenomeen van de migratie onder de aandacht. Dat kan gaan over wat er in België gebeurt, het kan ook een gebeurtenis of een ontwikkeling die zich veraf voordoet. In Vlaanderen spreken we al een tijdje over ‘allochtonen’ en ‘autochtonen’. Er zijn ook al stemmen opgegaan om die woorden niet meer te gebruiken omdat ze niet meer zouden beantwoorden aan de reële situatie in de samenleving. De nieuwe film van Stijn Coninx brengt het fenomeen migratie in België op een eigen, originele en positieve manier ter sprake. Zijn speelfilm Marina is meer dan een zoveelste bioscoopfilm. Hij brengt immers het verhaal in beeld van de eerste grote periode van migratie in België. De film wekt het collectieve geheugen op en zet de toeschouwer aan het denken over een wenselijke toekomst. De film reikt aan de wereld van het onderwijs een interessante impuls aan om school- en leerprojecten voor ‘autochtone en allochtone’ jongeren die vandaag samen opgroeien in een multiculturele samenleving. Bovendien brengt de film een ode aan de muzische kracht van de mens in het boeiende portret van de jonge Italiaans-Limburgse Rocco Granata. In het kader van de muzische vorming in het onderwijs schept de film tal van mogelijkheden. Het educatieve dossier heet ‘basisdossier’ omdat het de leerkrachten de onmisbare informatie biedt op basis waarvan ze hun eigen leerprojecten kunnen uitwerken. Het dossier bevat ook unieke informatie uit eerste hand, samen met een uitgebreide filmanalyse. Die bestaat uit dat een drieluik: audiovisuele techniek, verhaallijn en betekeniswereld. Die aanpak steunt op het filmanalytische schema dat de auteur heeft uitgewerkt. Het schema kan worden geraadpleegd op http://www. menstis.be/blog/index.html. Bronverwijzingen worden in de tekst kort weergegeven. In de bronnen vindt de lezer de volledige referentie. Het dossier biedt de leerkracht ook enkele belangrijke filmpedagogische suggesties en een aantal didactische werkbladen. De auteur schreef het korte essay Het mirakel van Marina; de leerkrachte kan het als leerdocument in de klas gebruiken. Het concept, de tekst en de lay-out van het dossier zijn van dr. Sylvain De Bleeckere, cultuurfilosoof. Hij doceert cultuurwetenschappen en doet aan onderzoek aan de faculteit architectuur en kunst van de UHasselt. Hij publiceerde in het verleden heel wat filmanalyses in het Vlaamse studietijdschrift CineMagie. Hij schreef voorheen educatieve dossiers over o.a. Hotel Rwanda, The New World, BEN X, LOS, Recht in de ogen, Turquaze, En waar de sterre bleef stille staan, Quichote’s Eiland, Tot Altijd. Hij is ook de auteur van Leren Leven Met Beelden (16 edities) en de recente Men(S)tis’ Studies waarin hij thema’s uitwerkt aan de hand van een aantal recente kwaliteitsfilms die ook voor onderwijs en vorming van belang kunnen zijn; zie hierover zijn website: www.menstis.be. De auteur dankt de volgende personen en instanties voor hun professionele en tevens bereidwillige ondersteuning tijdens de voorbereiding van het dossier: Stephanie Maussen en Nicky De Bleser van de filmdistributeur KFD, Nathalie Schelvergem van het productiehuis Eyeworks die het fotomateriaal, stills en setfoto’s, bezorgde, Granata Music Editions en uitgeverij Lannoo voor het beschikbaar stellen van de autobiografie en het nalezen van de betreffende bladzijden van het dossier. De auteur dankt heel in het bijzonder regisseur Stijn Coninx. Hij was bereid de auteur te ondersteunen met belangrijke achtergrondinformatie en het hele dossier kritisch na te lezen. Sylvain De Bleeckere
4 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
1 Synopsis 1948. Kort na de Tweede Wereldoorlog likt het kapotgeschoten Europa zijn wonden. Geleidelijk slaat het de weg in van een transnationale verbondenheid. Dat ervaart het jonge gezin van Salvatore en Ida Granata. Ze wonen samen met hun twee kinderen, Rocco en Wanda, in de streek van het ZuidItaliaanse Calabria. De jonge vader koestert de droom om een eigen smederij te beginnen. Wanneer hem het nieuws bereikt, dat België Italiaanse arbeiders zoekt om in de mijnen van Wallonië en Limburg te komen werken, waagt Salvatore zijn kans. Hij deelt zijn gezin mee dat hij voor drie jaar naar België vertrekt om er als mijnwerker goed geld te verdienen. Na een jaar laat hij zijn vrouw en kinderen overkomen naar het land van zijn werkgever. Daar begint het verhaal van zijn oudste jongen, Rocco. Van de ene dag op de andere is hij een vreemdeling geworden. Hij is diep ontgoocheld wanneer hij ontdekt dat er geen terugkeer naar Italië meer komt. Zijn vader spoort hem echter aan een eigen droom in het leven te koesteren. Wanneer Rocco naar het hoger secundair onderwijs wil gaan, is dat onmogelijk om hij nog steeds als ‘een vreemdeling’ wordt gezien. Hij moet volgens de Belgische regelgeving in de voetsporen van zijn vader treden. Maar Rocco weigert dat. Hij wil zijn eigen droom volgen en waarmaken. Hij wil muziek spelen en componeren. Zelf speelt hij accordeon en hij heeft aan band, Il Quintetto Internazionale. Hij wint eerst de muziekwedstrijd van impresario Tony Bruno. Rocco’s enige tegenstander is zijn vader. Hij vreest dat zijn zoon op het verdorven pad zal terechtkomen.Bovendien wordt Rocco nog verliefd op een Vlaams meisje, wat helemaal indruist tegen de wil van zijn vader. Ondanks de verzoeningspogingen van moeder Ida, escaleert het conflict tussen vader en zoon. Het onverwachte succes van Marina brengt de uiteindelijke verzoening. Rocco dankt vanuit de Carnegie Hall in New York life via de radio zijn vader persoonlijk voor alles.
5 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
2 Filmische basisgegevens productie
De film Marina is een Belgisch-Italiaanse productie onder leiding van het Vlaamse productiehuis Eyeworks Film & TV Drama: www.eyeworksfilm.be Voor het productiehuis nam Peter Bouckaert het productiewerk op zich. Eyeworks Film & TV Drama is de belangrijkste speler op de jonge, maar snel groeiende markt van de film- en televisiehuizen in Vlaanderen. Op het palmares van Eyeworks staan onder andere de belangrijke Vlaamse langspeelfilms Crazy Love en Wait until Spring Bandini (Dominique Deruddere), De Zaak Alzheimer (Eric Van Looy), Ben X en Tot Altijd (Nic Balhazar), Los, Dossier K en Het Vonnis (Jan Verheyen), Hector, Koko Flanel en Soeur Sourire (Stijn Coninx), Rundskop (Michaël R. Roskam). Eyeworks produceerde ook de Vlaamse televisieseries Windkracht 10, Oud België, Het goddelijke monster. Marina is de tweede langspeelfilm van Stijn Coninx die door Eyeworks wordt gerealiseerd. Peter Bouckaert, producer voor Eyeworks, en regisseur Stijn Coninx schrijven samen in de rubriek Intro van het Persdossier het volgende over de nieuwe film:
MARINA is een Belgisch/Italiaanse coproductie in de volle zin van het woord. Belgisch omdat wij met de gebroeders Dardenne een echte en hechte samenwerking zijn aangegaan waarbij zowel uit Vlaanderen als uit de Franstalige Gemeenschap financiering en creatief talent is aangebracht. Een coproductie met Italië omdat ook Italië niet alleen zal schitteren onder de vorm van de fantastische acteurs die aan deze film meewerken, maar ook omwille van de financiële en inhoudelijke bijdrage. Wij willen de vele financiers en partners bedanken die zich achter onze film schaarden: het VAF, de Provincie Limburg, Stad Genk, VRT, Kinepolis Film Distribution, de tax shelter investeerders, Wallimages, RTBF, het Italiaanse filmfonds en het filmfonds van Puglia.
6
regisseur
Marina is de zevende langspeelfilm van Stijn Coninx. Naast een aantal kortfilms — onder andere Raoul Servais (1980), een kortfilm over de Belgische animatiefilmer, alsook de educatieve en historische kortfilm Abdij Ten Duinen (2003)— een documen taire over triatleet Marc Herremans, To Walk Again (2008) en de televisieseries De Kavijaks (VTM) en Het Peulengaleis (VRT), staan de volgende langspeelfilms op zijn naam: Hector (1987), Koko Flanel (1990), Daens (1992), Licht (1997), Verder dan de maan (2003) en Soeur Sourire (2008). De eerste twee zijn duidelijke komedies gebouwd rond de Vlaamse humorist Urbanus. De film Koko Flanel bleef 19 jaar lang de best bezochte Belgische film ooit. Met het historische Regisseur Stijn Coninx, foto Cinevox drama Daens kreeg Coninx internationale erkenning: een Oscarsnominatie voor beste buitenlandse film, een speciale vermelding van de Internationale OCIC-Jury op het Filmfestival van Venetië en de Gulden Spoor op het Festival van Gent.
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Marina vormt met Coninx’ vorige film Soeur Sourire een tweeluik. Beide films zijn historische films die over een Belgische zanger/zangeres handelen die eind jaren vijftig-begin jaren zestig van vorige eeuw uit het niets een wereldhit scoorden. Soeur Sourire zoomt in op Jeannine, de jonge Belgische vrouw die in 1961 als kloosterzuster een wereldster werd met haar hit Dominique, nique, nique. De film is op het leven van Jeannine gebaseerd. De filmtitel Marina verwijst naar de wereldhit die de Belgische Rocco Granata scoorde in 1959. Het script van de film is vrij geïnspireerd op de jeugdherinneringen van Rocco Granata. In beide films besteedt de regisseur veel aandacht aan een waarheidsgetrouwe evocatie van de tijdgeest van The Sixties, ook nog The Swinging Sixties genoemd. Beide Belgische figuren, Soeur Sourire en Rocco Granata, situeren zich aan het begin van de doorbraak van The Sixties in België. Stijn Coninx is sinds 2002 bestuurslid van de Belgische Vereniging van Auteurs, Componisten en Uitgevers (SABAM). Hij is tevens hoogleraar aan het RITS (Erasmus hogeschool) en aan het Institut National Supérieur des Arts du Spectacle et Techniques de Diffusion (INSAS) te Brussel.
vertolking
De kracht van de productie uit zich in het bijzonder in de zeer originele casting. Die stond in België onder de leiding van Sara De Vries, Lauren Müller en Gunther Schmid. Voor de Italiaanse casting werd beroep gedaan op het gerenommeerde castingbureau Studio t in Rome, onder leiding van Lilia Trapani Hartmann. De film valt op door de bijzondere geëngageerde vertolking van de Limburger Matteo Simoni. Met Marina debuteert Simoni als hoofdvertolker in een langspeelfilm. Hij studeerde aan het Herman Teirlinck Instituut (Antwerpen). Hij werd de medeoprichter van het al dikwijls geprezen theatergezelschap FC Bergman. Hij vertolkte ook een aantal rollen in televisieseries en hij was al te zien in de langspeelfilms Zot van A (Jan Verheyen) en Weekend aan zee (Ilse Somers). In Marina stijgt hij echter uit boven zichzelf. Hij heeft zich bijzonder intens voorbereid op de hoofdrol. Hij wilde dolgraag de hoofdrol en geen inspanning was hem teveel om ze te verdienen. Hij moest onder andere accordeon leren spelen, Italiaans leren en zich het typische hese Italo-Genkse accent van Rocco Granata eigen maken. Eerst reisde hij een maand naar Italië, om Italiaans te leren, om daarna een maand in Calabria te gaan wonen om het dialect uit Rocco Granata’s geboortestreek onder de knie te krijgen. In zes maanden leerde hij inderdaad accordeon spelen. Urenlang praatte hij met Rocco Granata en luisterde hij naar opnames van de zanger om zich diens typische stem eigen te maken. Het is hem wonderlijk gelukt. Stijn Coninx met Matteo Simoni op de set van Marina.
In een uitgebreid interview met journalist Geert Zagers drukt de 25jarige Matteo Simoni het zelf zo uit: “Ik heb me nog nooit zo lang en hard in een personage kunnen vastbijten.” (Knack Focus nr. 26, 26 juni-2 juli 2013, p. 10-17). Zagers introduceert het interview met Simoni als volgt: “De Vlaamse film heeft er een leading man bij, eentje met Italiaanse charme en de wil om volledig voor een rol te gaan.”. Terecht. De performance van Matteo Simoni die met hart en ziel de jonge Rocco Granata vertolkt, is er een die bijblijft, vooral door de bijzondere soepele manier waarop hij met zijn hele lichaam beweegt en door zijn unieke manier van spreken.
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
7
Daarnaast munt de film ook uit door de selecte Italiaanse cast, gekozen door het casting bureau van Lilia Trapani. Dat bureau heeft gewerkt voor Gangs of New York van Scorcese. Het koos voor Luigi Lo Cascio en Donatella Finocchiaro voor de vertolking van Rocco’s ouders. Luigi Lo Cascio verwierf internationale waardering voor zijn rol als een van de broers in de Italiaanse familiekroniek La meglio gioventὺ.
rocco granata
De film is gebaseerd op een scenario dat Rik D’hiet en Stijn Coninx samen schreven op basis van intense gesprekken met Rocco Granata over zijn kinder- en jeugdjaren. Officieel luidt dit als volgt: “Marina, een film van Stijn Coninx gebaseerd op de jeugd van Rocco Granata”. De film is een bewerking van de kinder- en jeugdherinneringen van de Limburgs-Italiaanse zanger en componist. Wie is Rocco Granata wiens belevenissen de bestaansreden van de film vormen? Het antwoord op die vraag krijgt input vanuit drie bronnen: 1) De eigen website van Rocco Granata — http://www.roccogranata.be/nl/index.html — met een rubriek ‘Biografie’.
2) De autobiografie: Rocco Granata, Mijn leven. Tielt, Uitgeverij Lannoo nv, en Rocco Granata, 2013. Hierna verwijst de auteur naar de autobiografie via de code [R: x-x], waarbij x -x de betreffende bladzijde(n) van het boek aanduiden. Het idee van een autobiografie is ontstaan uit de gesprekken tussen Stijn Coninx en Rocco Granata als eerste aanzet tot de film Marina. De vele gesprekken versterkten bij Coninx het idee van de film en ze stimuleerden ook Rocco om werk te maken van zijn autobiografie. Het lijvige boek opent met de herinnering van de treinreis die Rocco samen met zijn moeder en zijn zusje Wanda naar België bracht, en eindigt met een reflectie over de opnames van de film Marina. Tussen het begin en het einde van het boek vertelt Rocco Granata vanuit zijn hart met heel veel bezieling over zijn geboortestreek Calabrië, zijn grote Italiaanse familie, en vooral, zijn rijke muzikale carrière die een ononderbroken internationaal parcours heeft gevolgd, zijn positieve en negatieve ervaringen in showbusiness, zijn huwelijk met Rosie Roeland uit het Oost-Vlaamse Aaigem, hun twee kinderen, Sam en Jessica, zijn voorliefde voor eetculturen, in het bijzonder de Italiaanse, en zijn beoefening van tennis en golf. In de ondertoon van het succesverhaal dat zijn leven is, weerklinkt in de autobiografie een loflied op de muziek, een diep familie- en gezinsgevoel én een blijvende nostalgie naar het Italië van zijn zorgeloze kindertijd. De rode draad waarmee Rocco al zijn herinneringen met elkaar verbindt, vormt zijn wereldliedje Marina. De autobiografie bevat ook enkele katernen met historische foto’s en een bijlage met authentieke documenten vooral gerelateerd aan de wereldwijde impact van Marina.
8
Marina
3) Het Wikipedialemma ‘Rocco Granata’: http://nl.wikipedia.org/wiki/Rocco_Granata.
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
In de eerste 99 van 288 bladzijden van Mijn leven die Granata wijdt aan zijn kinderjaren tot en met zijn eerste plaatje met op de B-kant Marina, tekenen zich twee grote krachtlijnen af: het opgroeien in een migratiegezin en de passie voor de muziek. Die twee dragen ook de film Marina.
Rocco Granata is als zoon van Italiaanse ouders geboren op 16 augustus 1938. Op het ogenblik dat de film Marina in wereldpremière is gegaan tijdens het Wereldfestival van Montreal (22 augustus-2 september 2013), was Rocco Granata net 75 jaar geworden. Hij groeide op in het Zuid-Italiaanse Calabrië, in Figline Vegliaturo; Rocco noemt het “paisellu mia” (“mijn dorpje”). [R:22-23] Daar bracht Rocco zijn eerste tien levensjaren door. Aan dat ‘decor van zijn jeugd’ is Rocco gans zijn leven blijven denken als aan zijn aards paradijs: “Het is een beetje mijn ‘aards paradijs’. [R: 27] Het dorp en Calabrië hebben hem tijdens zijn lange muziekcarrière als een blijvende muze begeleid. Hij schrijft in Mijn leven daarover het volgende: “Mijn mooie Calabrië, het verborgen Italië, tussen de Tyrreense en de Ionische Zee. Het gebied van ‘Magna Graecia’, Groot Griekenland, een streek die 2500 jaar geleden door de Grieken werd gekoloniseerd…De streek zo vaak in mijn liedjes bezongen.” [R 8-9.13]
Op zijn tiende veranderde het leven van de kleine Rocco ingrijpend. Zijn vader die al eerder was geëmigreerd naar de Belgisch-Limburgse mijnstreek liet zijn vrouw en zijn twee kinderen, Rocco en Wanda, overkomen. Zo kwam de jonge Rocco terecht in een hem volkomen vreemde wereld. De film brengt dat duidelijk in beeld. Rocco’s belangrijkste hefboom om zich boven de moeilijke omstandigheden te heffen, was de muziek. Hij kon zijn vader overtuigen hem als kind een accordeon te geven. Van dan af werd de muziek Rocco’s beste vriend. De muziek werd de taal waarin hij zijn echte gevoelens kon uitdrukken. Hij stelde een jongensorkest samen Il Quintetto Internazionale en op zijn twintigste componeerde hij het liedje Marina. Dat werd voor Rocco zijn tweede geboorte want het succes dat hij met ‘het plaatje’ boekte, katapulteerde Rocco meteen tot een wereldster. De film Marina eindigt immers met de verwijzing naar het eerste optreden van de jonge ster Rocco Granata in de beroemde New Yorkse Carnegie Hall op zondagavond 22 november 1959. Gezin Granata aan de kerk van Zwartberg (www.roccogranata.be)
9 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Van dan af stond het leven van Rocco Granata volledig in het teken van de muziek. “Ik was muzikaal en van jongs af aan bezeten door muziek.” (R: 29] Reeds in 1960 verscheen Marina, de West-Duitse speelfilm, een musical in zwart-wit, van Paul Martin, in de Duitse bioscopen. De jonge Rocco Granata speelt er zichzelf. De film vormde de start van Rocco’s nog steeds voortdurende succesvolle carrière in Duitsland dat hij “mijn tweede thuis” noemt (R: 120). “Mijn thuisbasis was in die tijd [1959-1963] eigenlijk Duitsland.” [R: 132] In 1961 had Rocco Granata een eveneens succesvol optreden tijdens het San Remo Festival (Italië) dat toen de grootste Europese zangwedstrijd was, door de RAI in mondovisie, wereldwijd uitgezonden via de radio en als tv-show. Rocco Granata is nog steeds professioneel actief in de muziekbusiness. Hij treedt ook nog op met nieuwe songs zoals met El Murguero, zijn bijdrage tot het live televisieprogramma Eén-Vlaanderen Muziekland, Zomerhit 2013 [http://www.een.be/programmas/vlaanderen-muziekland/roccogranata-el-murguero]. In de Canvas-reeks Belpop 2013-2014 wordt een uitzending aan Rocco gewijd. Rocco Granata heeft ook zijn eigen actieve en bloeiende muziekmaatschappijen: Cardinal Records en Granata Records. Als muziekproducer heeft hij ook een succesvolle carrière uitgebouwd. Dat komt in de film Marina van Coninx niet voor omdat de film eindigt met de internationale doorbraak van het liedje Marina, de hoeksteen waarop Rocco Granata zijn even uniek als succesrijk muziekleven heeft uitgebouwd. Dat vanaf het succes van Marina het leven en de muziek van Rocco Granata in elkaar overvloeiden, bevestigt hij zelf tot driemaal toe: “De meeste van mijn liedjes zijn autobiografisch of erg met mijn leven verweven…“ [R: 27, zie ook 152 en 224]. En: “Met mijn instrument kon ik zo goed al mijn gevoelens uitdrukken.” [R: 64]
10
Rocco Granata op de set van Marina van Stijn Coninx
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Rocco Granata heeft ook een bijzonder relatie met het medium film. Hierboven is al verwezen naar de eerste film Marina, waarin hij een groot aandeel in heeft als acteur en zanger. Het Duitse genre werkte met een eigen format: een aantal zangers uit de hitparades en enkele populaire acteurs/ actrices werden bij elkaar gebracht in een flinterdun verhaaltje dat enkel als opstap diende voor het zingen van liedjes. We zouden het nu een aaneenschakeling van videoclips kunnen noemen, Rocco Granata zelf noemt die films ‘jukeboxfilms’ [R: 114]. Het genre was in het naoorlogse Duitssprekende landen (Duistland, Oostenrijk, Zwitserland) razend populair. Rocco Granata zong in de film diverse liedjes, natuurlijk ook Marina. In België werd de film door Rocco zelf voorgesteld in Cinema Star in Waterschei, waar de foto van Rocco tussen die van Sofia Loren en Gina Lollobridiga hing [R: 114]. De hele Italiaanse mijngemeenschap was uitgedost present. “Iedereen voelde zich een beetje deelgenoot aan dit succes. Iedereen was dolblij. Het was een complete euforie.” [R: 117]. Nadien werkte Rocco Granata nog mee aan een tiental dergelijke films in Duitsland. Toen hij er genoeg van had, kreeg Rocco de uitnodiging van theater-, tv- en filmacteur en quizmaster/televisiepresentator Wies Andersen om de muziek te schrijven voor zijn eerste film Jonny & Jessy (1972), en er zelf een rol te spelen van het hoofd van een bende. De film ontving de Grote Prijs voor de beste Vlaamse film van het Casino van Knokke. Het was in Vlaanderen de start van films die niet langer verfilmingen waren van romans die zich afspeelden in het agrarische Vlaanderen van de dorpen en de boerderijen. Marina van Stijn Coninx voegt zich in die ondertussen al vele films tellende traditie in.
11
Rocco Granata als acteur in de rol van de muziekhandelaar Fiocchi in Marina van Stijn Coninx
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Een bijzonder aspect van Granata’s relatie tot de film, is verbonden met de grote en uiterst creatieve, naoorlogse Duitse filmregisseur Rainer Werner Fassbinder, wier films op internationale filmfestivals de grote prijzen wegkaapten. Dat geldt ook voor zijn film Händler der vier Jahreszeiten (1972). Het scenario is gebouwd rond het lied Buona notte bambino van Rocco Granata. Fassbinder gebruikte ook de uitvoering van Rocco en in de film werkt het lied als een leidmotief [R: 160]. Vele jaren later, in 1983, kreeg Rocco Granata een aanbod om onder vast contract te komen werken als componist van filmmuziek voor de Hollywoodstudio Paramount Pictures. Hij is naar Los Angeles gereisd maar hij heeft het aanbod uiteindelijk niet aangenomen. Hij wilde zijn thuis in Vlaanderen noch zijn eigen zelfstandigheid opgeven. En 1993 vormt het voorlopig eindpunt van de carrière van Rocco Granata als acteur. Net zoals in de eerste film Marina, treedt hij ook op in de film Marina van Stijn Coninx. Hij vertolkt er de rol van de Brusselse, muziekhandelaar Fiocchi die de jonge Rocco de prachtige Stradella-accordeon op afbetaling verkoopt, een van de hoogtepunten van de film. Met dat instrument zou Rocco later Marina opnemen in de studio.
de evergreen marina
“Ik ben Rocco Granata van ‘Marina’.” [B: 177] Zo introduceerde Rocco zichzelf in situaties waar men hem niet direct herkende, waarna de deuren voor hem opengingen. Het hoofdpersonage van de film heet Marina, tevens de titel van de film. Nochtans is Marina geen meisje, geen vrouw van vlees en bloed, maar de titel van het liedje waarmee Rocco Granata als zanger en componist debuteerde. Niemand dan Rocco Granata zelf kan beter beschrijven hoe Marina is ontstaan. Het gebeurde in de danszaal Het Berkenhof in Molenstede, Diest. Daar hadden Rocco en zijn band al een vast contract. Om het uur kregen de muzikanten van de eigenaar vijf minuten plaspauze. In een van die pauzes gebeurde het, aldus Rocco Granata:
De muzikanten stapten van het podium af, en zo had ik het podium voor mij alleen. Ik zong verder, enkel ‘ik en mijn accordeon’. Ik zong liedjes die niet bestonden waarop ik in het Italiaans improviseerde. Ik speelde en zong met gevoel naar een climax toe. De mensen zaten te luisteren als bij luistermuziek en applaudisseerden oorverdovend. Ik hoor het nog steeds…Zo is ‘Marina’ geboren. Soms deed ik bij het optreden mijn ogen dicht — ik doe dat nu nog vaak — en toen ik ze dan weer opende, keek ik het publiek niet aan, maar keek ik naar de donkere ramen of de muren. Zo zag ik op die bewuste dag een reclamepaneel voor Marina-sigaretten met de afbeelding van een heel mooi meisje. Het paneel hing rechts boven de toog en ik zong en improviseerde ‘Marina, Marina, Marina…’ Het publiek applaudisseerde wild en de muzikanten kwamen terug op het podium. [R: 72]
12 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Nadien moest Rocco nog een Italiaanse tekst schrijven bij de muziek. De uiteindelijke tekst is deze: Mio sono innamorato di Marina Una ragazza mora ma carina Ma lei non vuol saperne del mio amore Cosa farò per conquistarle il suo cuor. Un giorno l’ho incontrata sola sola Il cuore mi batteva mille all’ora Quando le dissi che la volevo amare Mi diede un bacio e l’amor sbocciò. Marina, Marina, Marina, Ti voglio al più presto sposar Marina, Marina, Marina, Ti voglio al più presto sposar O mia bella mora No non mi lasciare Non mi devi rovinare O no no no no no © 1959 by Granata Music Editions NV B-2950 Kapellen
De tekst neemt het standpunt in van een jongen die verliefd is op de donkerharige Marina. Hij wil haar hart (“il suo cuor”) veroveren. Op een dag ziet hij haar helemaal alleen, verklaart hij haar zijn liefde, volgt er een eerste kus (“un baccio”)en de liefde begint te bloeien. In het refrein spreekt de verliefde jongen Marina rechtstreeks aan en vraagt hij haar ten huwelijk (“sposar”). Die situatie is ook herkenbaar in de film Marina van Coninx in de uitwerking van de personages Rocco en Helena. Toch was Marina niet Rocco’s eerste compositie. Dat was E primavera dat hij schreef voor een optreden op het Italiaans muziekfestival La Rondinella d’Oro te Seraing. Daar moesten de artiesten elk een nieuw liedje zingen. Dat stimuleerde de jonge Rocco om zelf te gaan schrijven en componeren. Met zijn liedje won Rocco ex aequo de finale. Toen hij als winnaar opnieuw op het podium moest komen om een nummer te spelen, koos hij niet voor het winnende E Primavera, maar voor…Marina. Daar in La Rondinella d’Oro in Seraing zong ik dus voor de eerste maal de onafgewerkte ‘Marina’. We moesten drie bisnummers geven, terwijl ik telkens een beetje improviseerde want de tekst was nog niet definitief klaar, maar het refrein was er al. [R: 75]
De volgende stap in het ontstaan van Marina was de opname van het plaatje. Jules Nijs, de schoonzoon van de eigenares van de danszaal De Witte Molen te Aarschot waar Rocco en zijn orkest een optreden hadden, was uitbater van jukeboxen. Zo had hij contacten in de platenindustrie. Via die weg kon Rocco met zijn band een plaatje opnemen in de Brusselse Studio Decca. Op ieder vijfenveertigplaatje moesten er twee liedjes staan: de A-kant en de B-kant. Voor de A-kant koos Rocco het oudItaliaans liedje Manuela. En dan moest Rocco een beslissing nemen: Voor de B-kant zocht ik een tijdje in de liedjes van het Italiaanse repertoire dat we brachten, maar toen dacht ik: Wat zit ik hier te zoeken? Het is maar de B-kant, ik zet er gewoon ‘Marina’ op. Ondertussen had ik nog wat aan de tekst gesleuteld en was die min of meer klaar…Ik zag hem [de technicus Palmans] heel ongeduldig en eigenlijk een beetje kwaad worden, omdat de tekst van ‘Marina’ toch nog niet volledig klaar was en hij daardoor af en toe eens moest stoppen. Ik had dus geen tijd meer om de tekst volledig af te werken en eindigde dan maar met ‘oh no non o no…’ [B: 78]
De hele opname duurde niet langer dan twee uur en koste 1 800 Belgische frank of 45 EUR. Rocco vond echter geen enkele maatschappij om het plaatje uit te brengen op de muziekmarkt. “Ze vonden het een minderwaardig product. Minderwaardig, minderwaardig.” [R:79]. Rocco nam daarop de beslissing zelf in eigen beheer het plaatje te laten persen op 300 exemplaren, samen met Jules Nijs, onder het label Delahaye, met een drukfout op de hoes: ‘Roco’ met één c, maar wel in gouden letters.
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
13
Met zijn vespa en geholpen door zijn vrienden verdeelde Rocco de plaatjes over de Limburgse platenwinkels. De eerste 25 plaatjes verkocht hij aan de plantenwinkel van Betty in de Vennestraat in Winterslag. Hiermee was de start gegeven van een snel succes dat Rocco Granata in de kortste keren naar New York bracht. Daarna steeg week na week Marina in de Amerikaanse top-100 hitlijsten (Cashbox) en steeg tot nummer 12. [B: 87] Sindsdien is Marina uitgegroeid tot een evergreen. Het liedje hoort tot het wereldrepertoire. Na zes maanden van de release werd Marina al opgenomen door 49 ander artiesten of bands. Nadien volgden er nog honderden covers. [R: 133] Het liedje drong ook door tot in de keuken van het Witte Huis in Washington. In zijn autobiografie noteert Rocco Granata over president John F. Kennedy: “Toen Kennedy in de keuken van het Witte Huis kwam, floot hij volgens die kok vaak het liedje ‘Marina’.” [R: 134] En nog dit. Op 30 april 2013 werd de nieuwe Nederlandse koning Willem-Alexander geïnstalleerd. De feestelijke dag werd afgesloten in Amsterdam met het André Rieu Kroningsconcert op het Museumplein te Amsterdam dat live op televisie werd uitgezonden. Rieu moest van het publiek diverse bisnummers spelen, maar het publiek wilde niet naar huis. Toch moest het concert eindigen. Als allerlaatste bisnummer en als afsluiting van de hele feestelijke Kroningsdag, speelde hij zijn instrumentale bewerking van…Marina! Rocco zelf nam in 1989 een new beat-versie van de song op: Ma Ma Ma Marina. Ook nu weer wilde niemand de plaat uitbrengen en deed Rocco Granata het terug in eigen beheer. Deze keer op 3 000 exemplaren die hij zelf aan de man bracht via dj’s van Antwerpen en omgeving. Het resultaat? Soms gebeurt een mirakel tweemaal. Dertig jaar later, hetzelfde lied, dezelfde zanger, hetzelfde accordeonspel: dit is wellicht een vermelding in het Guiness Book of Records waard. Opnieuw stond ‘Marina’ op nummer één, ditmaal in de discohitparade. [B: 205]
En met de film Marina van Stijn Coninx krijgt Marina ook als filmtitel een tweede leven.
14
de film marina van stijn coninx en rocco granata
Stijn Coninx en Rooco Granata, foto site Belang van Limburg
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
In tegenstelling met de Duitse film Marina (1959) vertrekt het scenario van de nieuwe Marina van de jeugdherinneringen van de echte Rocco Granata, de muzikale vader van Marina. Wie de film ziet, vraagt zich spontaan af in welke mate de film echt biografisch is. Op de love story tussen Rocco en Helena na, volgt het filmverhaal vrij getrouw de belevenissen van de kleine en jonge Rocco Granata. Hierna volgen enkele belangrijke biografische data die hun weg naar het scenario hebben gevonden. De elementen zijn chronologisch geordend en krijgen een passend lemma. met vader in de bergen. In de openingsscène kamperen de kleine Rocco en zijn vader in de heuvels. Dat verwijst, zij het indirect, naar de sterke herinneringen van Rocco. Als kind trok nam zijn vader hem iedere zomer mee in de bergachtige streek La Sila. Daar kocht de vader ieder jaar een partij bomen om er houtskool van de maken dat hij aan de dorpelingen kon verkopen als brandstof tijdens de koude winters. Tijdens het werk bleven Rocco en zijn vader samen wonen in een zelfgebouwde hut. Rocco schrijft: “De weken samen met vader in La Silla behoren tot mijn beste jeugdherinneringen.” [R: 13]. De film Marina begint met die sterke band tussen vader en kind die samen eten op de hoogvlakte, ver weg van de bewoonde wereld. In de Italiaanse proloog komen nog narratieve details voor die direct zijn geënt op de belevenissen van Rocco als kind in Figline Vegliaturo en die doorspelen in het grote deel in de Limburgse mijnstreek: gezin granata. In de proloog maken we kennis met het jonge gezin Granata: vader Salvatore, moeder Ida, hun eerste kind, de jongen Rocco, en hun tweede kind, het meisje Wanda. Op de dag van zijn geboorte ging in het dorp de processie uit ter ere van een van de drie patroonheiligen van het dorp: Santo Rocco. [R: 8] Vandaar de keuze van de ouders voor de naam Rocco voor hun eerstgeborene. Zowel in de proloog als in het grote Belgische deel staat het gezin Granata centraal. muzieklessen. Zijn eerst muzieklessen bij de dirigent van de plaatselijke fanfare en het te laat komen in de les met een klap in zijn gezicht als resultaat [R: 29]. In het echte leven stopte Rocco daarna zijn muzieklessen en stelde hij zijn eigen kinderfanfare samen. druiven. In en rond het dorp werd er natuurlijk ook wijn geproduceerd onder andere door de plaatselijke dokter, Don Amadeo. Die spande de kinderen in om met hun voeten in de kuipen de druiven te pletten. De kinderen plasten echter in de grote wijnfust waarin ze aan het trappelen waren: “…dacht ik: mocht de goede dokter eens weten hoeveel keer wij allemaal op zijn druiven hebben geplast…” [B: 31] Een pittig detail dat de sfeer oproept van het leven van de kinderen in het dorp dat ook in de film voorkomt. oom vincenzo. In de proloog komt oom Vincenzo voor. Rocco noemt hem “de artistieke broer van vader” [B:18] en “een avonturier en muzikant die nooit wilde werken” [R: 20]. In België gebruiken de ouders het negatieve voorbeeld van Vincenzo als argument om Rocco van de muziek zeker niet zijn beroep te maken. In de film wordt de biografische referentie naar oom Vincenzo gebruikt om de zuiderse sfeer in het dorp weer te geven, een blijde sfeer, gedragen door muziek en dans; die sfeer heeft zeker de kleine en muzikaal aangelegde de Italiaanse ziel van Rocco sterk gevormd. De vader van Rocco speelde speelde gitaar en hield van muziek. Rocco schreef er zelfs ooit een liedje over met als titel ‘Mijn vader speelt gitaar’. smederij. Rocco’s vader Salvatore spreekt veel over het beginnen van een eigen smederij. Dat verwijst naar de talrijke smederijen in het dorp. Het tweede deel van de naam van het dorp, Vegliaturo, betekent eigenlijk ‘wekker’ (zie het Franse ‘reveille’). Het gehamer in de smederijen ’s morgens vroeg werkte als een wekker in het dorp. Rocco schrijft: “Mijn vader was smid in de smederij van mijn grootvader van moeders zijde.” [R: 10] De vader van Rocco’s moeder bezat verschillende smederijen. Rocco’s vader droomde van een eigen smederij en die droom motiveerde hem om goed te gaan verdiepen in de Belgische mijnen en daarna terug te keren om zijn smederij te beginnen. In het scenario speelt dat gegeven een belangrijke rol. In de film komen geen beelden voor van een smederij.
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
15
katholiek. In het dorp was iedereen katholiek. Vooral zijn moeder Ida was een zeer vrome vrouw. Het Mariabeeld kreeg een centrale plaats op de schouw van de woonkamer. In de film draait ze het Mariabeeld bij het begin van een vrijscène met haar man. Rocco Granata schrijft in zijn autobiografie naar aanleiding van de laatste levensjaren van zijn vader die aan Alzheimer leed en tot aan zijn overlijden in 1989 in een rusthuis werd verzorgd, waar iedere dag zijn moeder hem mee hielp verzorgen: “Ze werd het nonnetje dat ze zo graag had willen zijn.” [R: 206] Hiermee zinspeelt Rocco naar de jeugd van zijn moeder waar ze op zeker ogenblik samen met een ander meisje van het dorp als novice is ingetreden in een klooster in Noord-Italië. Toen echter de moeder-overste van het klooster ontdekte dat dat andere meisje een relatie had met de pastoor van Figline Vegliaturo stuurde ze de twee meisjes terug van waar ze gekomen waren. De film Marina suggereert de vroomheid van de moeder van Rocco vooral via het Mariabeeld op de schouw. jaloerse vader. In de proloog in Italië vraagt Salvatore die op het punt staat naar België te vertrekken aan zijn zoon, nog een kind, tijdens zijn afwezigheid op zijn moeder te letten. Hij vertrouwt duidelijk zijn broer Vincenzo niet in dat verband. Vader duldt niet dat welke andere man ook maar in de buurt zou komen van zijn Ida. Dat stemt overeen met de realiteit. Over de houding van zijn vader Salvatore ten aanzien van zijn vrouw, schrijft Rocco Granata: “Vader was uitermate jaloers en deze jaloersheid heeft moeders leven erg droevig gemaakt… Ik kan mij bijna geen dag herinneren dat vader thuis geen ruzie maakte. In die sfeer zijn mijn zus en ik opgegroeid.” [R: 56-57, zie ook 21, 54] In de film blijft dit gegeven herkenbaar zonder dat het echter wordt in de verf gezet. In het grote deel in België, komen er twee taferelen voor waarin de jaloersheid van de vader duidelijk aan de oppervlakte komt: dat met de vader die de kleine Rocco betaalt om in plaats van naar school te gaan zijn moeder te bespioneren, en dat met de vader die zich vragen stelt bij het feit dat tijdens de kermis de mannen in het voorbijwandelen zijn vrouw groeten. Het eerste tafereel is biografisch [R: 56-57]; het tweede ook, behalve de locatie: het gebeurde niet op de kermis, maar op de dag dat het gezin naar de film ging in Cinema Casino van Waterschei. Een man kwam voorbij en zei: “Ciao Salvatore, ciao Ida!” [B: 57] naar belgië. Het einde van de Italiaanse kindertijd komt wanneer Ida de brief en de documenten krijgt van haar man om eveneens naar België af te reizen. Dat gebeurde in februari 1949: “Mijn leven veranderde toen papa ons in februari 1949 treinbiljetten stuurde om naar ‘il Belgio’ te komen.” [R: 43]
16
Salvatore Granata droomt van een beter leven voor hem en zijn gezin door enkele jaren in België te gaan werken in de mijn. Die enkele jaren duurden een heel leven.
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
In het grootste deel van de film dat zich afspeelt in de Limburgse mijnstreek, zitten er heel wat biografische data verwerkt. aankomst in belgië. De hereniging van het gezin in België is gefilmd op het perron. Dat is biografisch getrouw. Daarin speelt een belangrijk detail een rol waarover Rocco Granata zelf het volgende schrijft: “Toen de trein helemaal stilstond, trok hij [de vader] de deur open, deed hij zijn armen open en ik sprong er recht in. Ik vroeg me toen af waarom hij niet als eerste moeder vastpakte. Maar ik wist het antwoord wel, ik was zijn lieveling.” [R: 7] Dat dit een belangrijk detail is in het leven van Rocco Granata – en in de film – blijkt uit het feit dat hij zijn autobiografie opent met dat detail uit het verhaal van de hereniging van het gezin op het perron. wonen. De productie besteedt terecht veel aandacht aan de reconstructie van het wonen. Daarin zijn er twee fasen. Het verblijf in de barakken [R: 36] en nadien in een eigen woonhuis in de tuinwijk van Waterschei [R: 58-59]. Tussen beiden bestaat er een enorm contrast. In overeenstemming met Rocco’s respectievelijke negatieve en positieve herinneringen reconstrueert de film dat belangrijk gegeven voor het gezin op een authentieke manier. fysieke gelijkenis. Van de jonge Rocco en beginnend muzikant zijn er historische foto’s. Naar die beelden is de verschijning van de jonge acteur Simoni gestileerd. De filmpersonage Rocco gelijkt aldus zeer sterk op de historische, jonge Rocco die de weg vindt naar zichzelf als de componist en de zanger van Marina.
Links: De jonge Rocco Granata met vespa, (foto site www.roccogranata.be) naar wie de hoofdacteur Matteo Simoni (rechts) is ‘gestilleerd.
werken in de mijn. In zijn autobiografie noemt Rocco het werk van zijn vader en diens collega’s in de mijn “slavenwerk”. [R: 36]. In de film komen er opnames voor van de vader die aan het werk is in de mijnschacht. De productie typeert de vader ook als de vertegenwoordiger van alle mijnwerkers en hun lot. Dat is sterk verbonden met het ziektefenomeen van de stoflong en dagelijkse arbeidsongevallen. In het filmportret van de vader is dat verwerkt. Hij hoest en kucht voortdurend en hij ademt soms moeilijk. De echte Salvatore Granata leed echter niet aan een stoflong en is daar trouwens ook niet aan gestorven. Wat echter wel biografisch getrouw is, is het ongeval en de gevolgen ervan. In het jaar dat Rocco Marina opnam, 1959, kreeg zijn vader een ernstig werkongeval in de mijn; zijn been raakte geklemd tussen twee steenkoolwagentjes. De gevolgen: werkonbekwaam maar ook barstende hoofdpijn en onophoudelijk gefluit in zijn hoofd als gevolg van de toenmalige narcose tijdens de operatie, en het verlies van het recht op een huurhuis van de mijn. Die biografische data zijn in de film uitgewerkt. Een apart gegeven in relatie tot de mijn vormt Rocco en de mijn. In zijn biografie schrijft Rocco Granata: “Onder geen enkele voorwaarde wilde mijn vader dat ik in de mijn zou werken. Om mij daarvan te overtuigen nam hij me op een dag mee naar de mijn. Niet in de
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
17
mijn zelf maar bovengronds. Hij wilde dat ik de plaats waar de mijnwerkerslampen geladen werden en de smerige douches zou zien, en me daardoor zou realiseren wat een hondenleven een mijnwerker leidt.” [R: 60] Rocco heeft dus ook nooit in de mijn gewerkt, ook niet één dag. In de film wordt dit biografisch gegeven uitvergroot waardoor de ervaring die Rocco in zijn autobiografie weergeeft, ook via de beelden wordt geëvoceerd. In de film neemt de vader Rocco wel mee in de mijn zelf en komt er een sterke dialoog voor tussen beiden in de mijn, een hevige confrontatie die past in de dramatische uitwerking die eigen is aan het medium film. Een andere biografisch gegeven dat in de film historisch authentiek is verbeeld, is de weigering van de Belgische Staat om aan Rocco een beroepskaart als muzikant te verlenen met het argument dat de zoon van een Italiaanse mijnwerker niets anders mag doen dan zelf ook in de mijn gaan werken. accordeon. Als de jonge en volwassen Rocco tot aan de eerste kennismaking met zijn toekomstige vrouw Rosie Roeland op de dag voor zijn 27ste verjaardag (1965) één vaste relatie had, was dat met zijn accordeon. “Ik ben een accordeonfanaat.” [R: 65] De film licht dat gegeven terecht uit in verschillende treffende scènes. Een van de meest treffende is wel die in Brussel in de winkel van Fiocchi waar de jonge Rocco zijn eerste Stradella heeft gekocht. Dat is een biografische scène waar de echte Rocco de rol van Fiocchi speelt. Ook het feit dat Rocco’s vader voor zijn zoon een eerste accordeon heeft gekocht, een Hohner, is biografisch correct [R: 50] Nochtans zag Salvatore Granata het niet zitten dat zijn zoon een muzikant zou worden. [R:60] Dat verklaart waarom ook in de film de vader van Rocco een haat-liefde houding aanneemt tegenover de accordeon van Rocco. Dat is in de film mooi weergegeven in de avondscène waarin in de gietende regen de vader de accordeon van Rocco buiten het huis in de regen zet, terwijl hij dan in het mooie slottafereel, eveneens ’s avonds, fier de radio naar buiten draagt waar live Rocco’s uitvoering van Marina vanuit New York is te beluisteren. De vader wil dat de hele buurt het hoort. Dat laatste vat heel goed het biografische gegeven samen dat zijn ouders, ook zijn vader, heel fier waren met het grote succes van Rocco als mu-
18 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
zikant, zanger en componist. Rocco Granata heeft trouwens dankzij zijn succes zijn ouders, na het mijnaccident, financieel kunnen ondersteunen. Met het gegeven van de accordeon heeft ook de moeder van Rocco een bijzondere band. Zij heeft namelijk buiten het weten van haar echtgenoot haar zoon geholpen met het afbetalen van zijn nieuwe accordeon door wat bij te verdienen: ze deed de was en de strijk voor de mijnwerkers die vrijgezel waren. [R: 54] In de film komt de vader dat echter te weten, wat leidt tot een serieuze confrontatie, dramatisch verantwoord daar daarin ook het biografisch gegeven van de jaloezie van de vader mee is opgenomen. Ook de filmscène waarin Rocco fier vertelt dat hij aan zijn vader met zijn accordeon zijn eerste 300 frank (7,5 EUR) heeft verdiend, is historisch juist. [B: 53] Uiteraard hangt ook aan de accordeon van Rocco ook zijn eigen combo Il Quintetto Internationale vast. Dat is historisch. meisjes en vaste relatie. In film worden de fictieve personages van Helena Somers en Renaat Cliquot opgevoerd waardoor er in zekere zin een relationele driehoeksrelatie ontstaat tussen Rocco, Renaat en Helena. Dit is een dramatische vrijheid die de film heeft moeten nemen om binnen het tijdsbestek van een film een dramatisch coherent verhaal te vertellen. De driehoeksrelatie dient immers de eigen betekeniswereld van de film (zie verder). In het echte leven had Rocco geen tijd voor een vaste relatie. Rocco Granata noteert daarover het volgende: “Een echte serieuze relatie had ik in mijn leven niet gehad. Ik was altijd bezig en onderweg: zeven, acht jaar aan één stuk tournees, festivals, films, firma’s stichten, liedjes schrijven, produceren, televisieopnamen in verschillende landen. Mijn leven was een wervelwind waar geen plaats was voor een vaste relatie.” [R: 146] Daar zou verandering in komen, vanaf de zomer 1965 met de eerste kennismaking met zijn toekomstige Oost-Vlaamse vrouw.
19 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
ondersteunende figuren. In de film komen enkele nevenpersonages voor die ook voortkomen uit een dramatische bewerking van enkele biografisch belangrijke personen. Een sleutelfiguur is de garagist Hans Kumberger. Rocco schrijft daarover: “Overdag werkte ik in de garage en kon er goed opschieten met mijn baas, Hans Kumberger, een Joegoslaaf, zijn vrouw Mia en met Renzo, de chef-mecanicien, een Italiaan die specialist was in vespa-scooters. Korte tijd later liet Hans Kumberger een nieuwe garage bouwen in Hoevezavel en er kwam nog een andere jongen werken op leercontract. Tony Greco. Tony, mijn Italiaanse voetbalvriend.” [B: 61] In de film Marina speelt de garage Kumberger een belangrijke rol. Daar situeert zich ook het accident waarbij Rocco zich vergist bij het verversen van de olie van een Volkswagen [B: 63] met als gevolg een kapotte motor. Een ander biografisch gegeven dat ook in de film is opgenomen in het kader van de garagescènes, is het “schrijven van muziek op de faiencetegeltjes van de smeerput”. [R: 64] In de film wordt dit gegeven gelinkt aan het componeren van Marina. De naam Tony Greco klinkt na in het fictieve filmpersonage Tony Bruno die in de film de eerste impresario van Rocco wordt.
Rocco, Greco, Bruno, rijmende namen. Een ander ondersteunend personage heet Jacky. Hij is een Limburgse jongen die voor zijn moeder tijdschriften gaat halen, maar onderweg houden Italiaanse jongeren hem tegen en nemen hem enkele bladen af, onder andere het striptijdschrift Robbedoes. Dat is een gegeven waar Rocco Granata ook in zijn autobiografie naar verwijst, alleen was hij het zelf die de Limburgse jongen — “een beetje een sulletje” [B: 50]) — tegenhield. In de film is het personage Rocco eerder degene die Jacky beschermt tegen de kleine, Italiaanse pesterijen. In de film groeit het personage Jacky uit tot Rocco’s hevigste fan. Daarin steekt in het filmpersonage Jacky ook veel van het biografische personage Jefke Vliegen, een Limburgse jongen die Rocco in zijn autobiografie “mijn goede vriend” noemt [R: 51]. Hij werd de stichter van een club van vespa-liefhebbers waar Rocco ook lid van werd. Die vriendenclub van Vlamingen en Italianen, de Vespisten, volgden Rocco en zijn kwintet overal waar ze optraden. En Rocco schrijft: “Bij het succes van ‘Marina’ besloot Jefke meteen een fanclub op te richten.” [B: 68] Jefke is voorzitter van de fanclub gebleven tot 1966. Het gegeven van de beginnende fanclub is mede verwerkt in het filmpersonage Jacky. In zekere zin geldt dat ook voor het fictieve personage Helena. Zij vertegenwoordigt in de film ook de vele vrouwelijke fans van Rocco. Biografisch verwijst Helena ook indirect naar het volgende biografische voorval: “Op mijn zeventiende was er een meisje dat iedere keer naar mijn optreden kwam en met grote verliefde ogen naar mij zat te kijken. Mijn moeder werd daarvan vlug op de hoogte gebracht door een vriend muzikant die op een goed blaadje bij haar wilde staan.” [B: 67] In de film heet de vriend muzikant Jos. Hij is de gitarist van het kwintet. Nog een ander biografisch voorval speelt hier mee: “Op een keer zat het meisje voor het podium en gaf me een ring. Moeder had dat gezien, stoof naar voren, trok voor het volledige publiek de ring van mijn vinger en gaf hem aan het meisje terug. Ik schaamde me dood.” [R: 68] Dergelijke herinneringen voeden de filmbeelden met de jonge Rocco en Helena die aan de dramatische opbouw van het filmverhaal een eigen kleur geven.
20
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
locaties
De buitenopnames in het inleidende deel van de film situeren zich in het dorp waar het jonge gezin Granata woont. Om de juiste locatie te kunnen vinden bezochten Rocco Granata en Stijn Coninx eerst het geboortedorp van Rocco, Figline Vegliaturo in Calabrië. Daarna werd in overleg met de productie gezocht naar een streek en dorp die beantwoordt aan de herinneringen van Rocco, en waar het tegelijkertijd logistiek en productioneel realistisch was om te filmen. Aldus zijn de opnames zijn gemaakt in het Zuid-Italiaanse dorp Bovino in de regio Apulië. Het eigenlijke verhaal speelt zich af in de Belgische provincie Limburg. De buitenopnames in de mijnstreek van Limburg vonden plaats op diverse locaties. De draaiperiode omvatte 34 dagen in de periode tussen 17 september en 8 november 2012. De concrete locaties zijn de volgende: Beringen
Garage Willems, de Hasseltsesteenweg 59, Beringen, werd omgebouwd tot garage Kumberger voor de scènes met de jonge Rocco op leercontract en waar hij ook voor het eerst repeteerde met zijn eigen band. In de garage komt het ook tot een dramatische confrontatie tussen de jonge Rocco en zijn rivaal in de liefde. De historische garage lag in Waterschei maar die is verdwenen.
Mijn Beringen, Koolmijnlaan 201, Beringen-Mijn, meer bepaald in de vroegere kleedruimte, de lampenzaal en de bezettingszaal waarin het werk werd verdeeld, is de plaats waar de jonge Rocco oog in oog komt te staan met de werksituatie van zijn vader, de mijnwerker. In het mijngebouw werd ook het decor gebouwd voor het ministerie van Economie met de bijeenkomst van de Raad bevoegd voor de beroepskaarten voor vreemdelingen. Het Kioskplein, Beringen is de plaats waar Rocco de Belgische jongen Jack ontmoet die “zijn grootste fan” zal worden. Het Kioskplein 16, Beringen is de plaats waar de buitenopnames werden gedraaid voor de tijdschriften- en platenwinkel van Betty die een belangrijke rol speelt in de eerste verkoop van de 300 plaatjes van Rocco.
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
21
De tribune van FC Beringen, Koolmijnenlaan z/n, Beringen-Mijn is de plaats waar Rocco en Helena in het geheim afspreken en waar ook de enige confrontatie plaatsvindt tussen de vaders van beide jongeren. Eeuwfeestplein en Rode Dreef (Sint-Theodardusplein), Beringen-Mijn dient als locatie van de mooie historische dreef te Waterschei waar de tieners Rocco en Helena elkaar treffen bij het bord van de Tony Bruno’s muziekwedstrijd. Zaal Stella, Dorp 27, Beverlo, Beringen vormt het decor voor de Centrum van de Italiaanse gemeenschap waar Rocco voor het eerst zijn plaatje in de jukebox laat spelen. Diezelfde zaal werd ook gebruikt als locatie voor de historische danszaal Het Berkenhof, Molenstede, Diest. Het is de historische plaats waar Rocco Granata en zijn combo een vast contract hadden om te spelen. In de pauzes voor de muzikanten bleef Rocco op het podium staan en improviseerde en zo heeft hij de melodie van Marina gecomponeerd. In de film wordt dit belangrijk historisch moment gereconstrueerd. Eisden-Tuinwijk (ook: Eisden-Mijn), deelgemeente van Maasmechelen
Het Kerkplein werd de plaats waar de mijnwerkers verzamelen na het nieuws over de mijnramp in Wallonië.
Het Museum van de Mijnwerkerswoning, Marie Joséstraat 3, Eisden-Mijn, diende als locatie voor buiten- en binnenopnames met het gezin Granata. Historisch woonden de Granata’s in Kwikstraatstraat te Waterschei (Genk). Voor de scènes in de huiskamer is het bestaande interieur gebruikt van het Museum. Het wandtapijt met het hert in de bossen bijvoorbeeld hangt effectief in de huiskamer van het museum. Voor de opnames zijn slechts enkele voorwerpen uit het Museum tijdelijk weggenomen. Waterschei (Genk)
22
Mijn Waterschei, André Dumontlaan 67, Waterschei, is de locatie waar het decor werd gebouwd voor de binnenopnames van Betty’s tijdschriften- en platenwinkel (de echte Rocco verkocht ooit in de winkel van Betty in de Vennestraat te Winterslag, zijn eerste 25 plaatjes die ze onmiddellijk verkocht en die Rocco Granata zelf opzocht om nog meer plaatjes te verkopen. In het mijngebouw diende ook als decor van de aankomst van het gezin Granata op de grote trappen van het station van Milaan. Het gebouw deed eveneens dienst als het lokaal van de muziekschool waar Rocco accordeonles volgt; tevens werd er het decor van de persoonlijke meisjeskamer van Helena gebouwd,
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Oud Station, Stadionplein z/n, Waterschei. Het oude, verlaten station van Waterschei werd van binnen omgebouwd tot het decor van het interieur van de winkel De Welvaart van mijnheer Somers. Het historische station ligt vlakbij het huidige voetbalstadion van Racing Genk. Kerkeweg 2, Waterschei diende voor de buitenopnames van het Casino waar Rocco met zijn kwintet optreedt. Genk
Oud Klooster Regina Mundi, Kloosterhof z/n, Genk vormde de locatie voor de scènes in het hospitaal met de vader van Rocco na zijn mijnongeval en het politiekantoor met de politiecel waar Rocco terechtkomt na de valse beschuldiging door mijnheer Somers, wat de bedoeling was van Renaat. Het Oud Klooster bood ook onderdak aan de studio waar de scènes binnen in de barakken werden gedraaid. Café Meng, Grotestraat 2, Genk dient in de film als plaats voor het historische Café Smets, Vennestraat, Winterslag waar het filmpersonage Rocco op de kermis van Waterschei voor het eerst alleen met zijn accordeon optreedt en geld verdient. As
Schutterswei (hoek Zevenhuizestraat), As, een open ruimte gelegen nabij de mijnterril van Waterschei. Hier werden voor de buitenopnames de barakken nagebouwd op basis van historische foto’s.
23 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Kolenspoor vzw, Stationstraat z/n, As was de locatie voor het treinperron waar het gezin Granata weer wordt verenigd. Historisch gebeurde dit op het perron van het station Waterschei. Lommel
Blauwe Kei z/n, Lommel, aan de ijzeren brug waar het Kanaal Bochelt-Herentals en de aftakking het Kanaal van Beverlo in elkaar vloeien. Dat is de plaats waar Rocco eerst alleen en nadien samen met Helena in het water springt. Daar situeert zich ook de bootscène waaruit de affiche met de twee naakte tieners is genomen.
Verviers La Botte Rouge, Rue d’Hodimont 81, Verviers vormt het decor voor de Muziekwinkel van Fiocchi. De historische scène speelde zich in de werkelijkheid af in de Blaasstraat in Brussel. Grand-Théâtre de Verviers, Rue des Artistes 2, Verviers levert het decor voor de scènes in Carnegie Hall, New York.
filmfiche
België / 2013 / 110’ / regie: Stijn Coninx / scenario: Rik D’hiet, Stijn Coninx / productie: Peter Bouckaert voor Eyeworks Film & TV Drama / fotografie: Lou Berghmans / montage: Philippe Ravoet / art designer: Hubert Pouille / muziek: Michel Bisceglia / sound design: Henri Morelle / vertolking: Rocco (10 jaar) (Christian Campagna), Rocco (Matteo Simoni), Salvatore Granata (Luigi Lo Cascio), Ida (Donatello Finocchiaro), Wanda (5jaar) (Federica Marinó), Wanda (Maite Redal), Helena La Ragazza Somers (11 jaar) (Marte Bosmans), Helena La Ragazza Somers (Evelien Bosmans), Mijnheer Somers (Warre Borgmans), Tony Bruno (Chris Van den Durpel), Hans Kumberger (Jobst Schnibbe), veldwachter (Marc De Corte), Jacky (Flor Decleir), Renaat Cliquot (11 jaar) (Landerik Boie), Renaat Cliquot (Mattias Van De Vijver), Jos (Pieter-Jan De Wyngaert), Horst (David Broeders), Madame Cliquot (Fabienne Loriaux), Signor Fiocchi (Rocco Granata), Luchino (Michel Schillaci), accordeonleraar (Wim Willaert), agent mijndirectie (Jappe Claes). Stijn Coninx en figuranten op de set in Beringen Mijn.
24 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
3 Filmesthetische signatuur genre
De film behoort niet tot een eenduidig genre. De producent en de regisseur zelf schrijven daarover in hun Intro tot het persdossier: Hoewel het verhaal is geïnspireerd op het leven van Rocco Granata, is dit geen biopic. Marina is in eerste instantie het meeslepende verhaal van de talloze Italiaanse migranten die in de jaren ’50 hun geboortestreek verlieten om een beter bestaan voor hun gezin te zoeken. Een verhaal over immigratie dat nog steeds universeel en in de context van de Europese crisis meer dan ooit actueel is… Het is ook een coming of age-verhaal, rond een vader/zoon conflict. Een vader die met zijn beperkte mogelijkheden vecht voor een beter bestaan voor zijn kinderen, een zoon die geleidelijk aan vaststelt dat de wereld anders is dan zijn vader hem voorhoudt en die zijn eigen weg wil gaan… op zoek naar zichzelf en de liefde.
Hieruit blijkt dat de producent en de regisseur willen vermijden dat de film wordt voorgesteld als een biopic, de geijkte afkorting van ‘biopicture’, in dit geval: een filmbiografie over Rocco Granata. Marina is inderdaad geen biopic. De film handelt niet over de levenslijn van een historisch personage, in casu de componist en zanger van de evergreen Marina. Toch blijkt uit het vorige punt De Coninx’ film Marina en Rocco Granata, dat er heel wat biografische data in de film zijn verwerkt. Als het een biopic kan worden genoemd, dan is dat niet een biopic over Rocco Granata, maar de biopic van het lied Marina. Hiermee past de film op een eigenzinnige wijze in het genre van de muziekfilm. ‘Die eigenzinnige wijze’ heeft betrekking op de historische en humane invulling van het genre. De productie heeft heel veel aandacht besteed aan de reconstructie van het eind van de jaren vijftig, in het bijzonder van de toenmalige tijdgeest in de Limburgse mijnstreek, de aanzet tot de doorbraak van The Sixties in Vlaanderen/België. Tegelijkertijd zoomt het scenario in op een sterk portret van een kind dat zich ontpopt tot een talentrijke jonge musicus die in de context van een migratiegezin een mentale strijd levert om de mens te worden die hij wil zijn. In zekere zin past dit in het subgenre van de coming of age-films. Dus: een originele biopic van een evergreen met de subgenres historische film en coming of age-film.
beeld
statische camera. De film is globaal opgenomen met een eerder statische camera. Dat betekent geenszins dat de camera niet zou bewegen. Die beweging is echter zeer beheerst. In die zin oogt de film klassiek en flirt hij niet met de hedendaagse trend van postmoderne flitsende bewegingen. De statische camera laat de figuren zelf bewegen. Dat blijkt bijvoorbeeld zeer mooi in de aankomst van de moeder en de twee kinderen in het grote, Belgische eindstation. Een sterk beeld waarbij de camera de aandacht niet op zichzelf wil trekken maar op de personages. In het verlengde hiervan kunnen we stellen dat de regisseur via het gebruik van de statische camera vooral waardering en respect wil tonen voor de personages en hun verhaal. Dat respect brengt de regisseur via die cameravoering over op de toeschouwer. beeldperspectieven. Uiteraard wendt de regisseur het kikvorsperspectief aan voor de talrijke scènes met Rocco die met zijn accordeon optreedt. Is het perspectief van de toeschouwer-luisteraar die naar het podium kijkt waar de muzikant aan het spelen is. In het garagetafereel komt er echter een sterke scène voor met afwissend een sterk vogel- en een kikvorsperspectief. In de scène staat Rocco in de smeerput. Dat evoceert krachtig de hautaine blik van Renaat, de rijke ingenieurszoon, die neerkijkt op de Italiaanse immigrant. Soms gebruikt de regisseur een heel licht vogelperspectief. Twee sterke voorbeelden. Het eerste: in de scène met de terneergedrukte Rocco op de trappen van de kiosk en even geen uitweg ziet uit de situatie die is ontstaan na het arbeidsongeval van zijn vader. Het tweede: mijnheer Somers die blij én bedroefd tegelijk naar het live optreden van Rocco luistert, helemaal alleen in de nacht. Dat beide scènes met het lichte vogelperspectief
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
25
allebei met verdriet te maken hebben, is wellicht geen toeval. De mijnsequenties met Rocco en zijn vader eindigen met een scène in vogelperspectief: allebei staan ze onder de douche terwijl ze elk voor zich uit staren. Ook hier overheerst een gevoel van verdriet over het oplopende conflict tussen beiden. Er is tevens één tafereel met een zeer groot vogelperspectief dat in het teken van het collectieve verdriet staat. Het betreft de scène met de massa op het groot plein waar de mijnwerkers en hun familie zwijgend en ingetogen zijn samengekomen na het nieuwsbericht op de radio te hebben gehoord over het grote ongeluk in de Belgische mijn van Marcinelle. Dat is echter niet meer het geval in het eindbeeld: een beperkt vogelperspectief van een long shot van de vader met de radio die Marina in de straat laat weerklinken. Toch zijn de meeste scènes in beeld gebracht via een medium-shot. Dat ondersteunt de statische camera en dient de verschijning van de personages. Het medium-shot kadert hier in de respectvolle aandacht voor de personages. De camera houdt enerzijds voldoende afstand maar zorgt er tevens voor dat die afstand nooit afstandelijk wordt; er is een grote nabijheid bij wat de personages meemaken. Mooie voorbeelden hiervan zijn de talrijke beelden van het gezin in de huiskamer. close-up. De film opent met een sterke close-up. Het betreft het beeld van de kaas pecorino die de vader aan het snijden is voor hem en zijn zoon. Voorts maakt de regisseur ook veel gebruik van de close-up om de gezichten in beeld te brengen op dramatische momenten. Dat geldt bijvoorbeeld voor de passage met de vader die voor het eerst zijn groot verdriet wenend uitspreekt, alsook voor het beeld in het slottafereel met de wenende Helena. Ook hier dient de close-up de centrale focus die de regisseur richt op de personages. In termen van beeldperspectief evolueert de film van een extreme close-up (openingsbeeld) naar een groot long shot (eindbeeld), van extreem klein naar heel groot, van detail naar het geheel. kleur. De wereld van het licht toont zich in kleuren. Het basislicht van de film oogt zonnig en warm met heldere, volle kleuren. Dat stemt overeen met het zuiderse levensgevoel waarmee de film via de proloog opent in Zuid-Italië. Het gezin brengt dat basisgevoel naar Belgisch Limburg mee. Dat betekent geenszins dat in het Belgische deel de heldere, sterke kleuren altijd de beelden sieren. Er zijn sterke contrasten. Om te beginnen zijn er de sequenties van de aankomst van het gezin. Die baden in een grijs en donker schaduwlicht: het station, in de trein terwijl het buiten koud is en sneeuwt, de donkere barakken zonder ramen.
26 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
De film laat zien hoe geleidelijk aan de zuiderse warmte toch weer doorbreekt in die noordelijke donkerte via de wilskracht en het talent van Rocco met zijn accordeon. In de sequenties met de tiener-muzikant Rocco schijnt er altijd een helder licht. Alsof hij de zon aantrekt. De film werkt binnen de lichtwereld van Rocco nog met de contrastbeelden van de vader en de mijn. Daar heerst de donkerte zoals blijkt uit de sequenties waarin de vader zijn zoon Rocco meeneemt in de mijn. Een component die de film sterk bepaalt, is de evolutie van de stemmingen die in zekere zin ook met kleuren zijn verbonden. Een stemming varieert op een schaal van licht en zonnig naar donker. De evolutie van de stemmingen in Marina verloopt via twee verhaallijnen waarin telkens het hoofdpersonage Rocco centraal staat: die van zoon (Rocco) – vader (Salvatore) en die van Rocco – Helena. Beide stemmingslijnen eindigen donker: de vader – zoon lijn kleurt progressief donker, de relationele afstand tussen vader en zoon neemt toe omdat de zoon weigert zijn muzikale ambities op te geven, terwijl de vader zich in toenemende mate ergert aan de muzikale carrière van zijn zoon. Bij die ontwikkeling kleurt ook het beeld in tal van sequenties donker; een aantal sequenties spelen zich af in het avonddonker onder andere die waarin de vader de accordeon van Rocco in de gietende reden letterlijk buiten zet. De mijnsequenties vooral die met Rocco en zijn vader in de mijn situeren zich in het donker dat perfect de negatieve stemming weerspiegelt. De lijn Rocco – Helena kleurt in toenemende mate zonnig, ook al ligt er altijd een schaduw over de zonnige scènes. Dat komt door het conflict tussen Rocco en Renaat, een conflict dat uitgroeit in het tafereel op de boot. Aan de ene kant is er de gele gloed van het liefdestafereel dat zich binnen in de kajuit afspeelt, maar dit is slechts een warme vlek midden in een donker vlak. De duisternis dreigt, niet alleen letterlijk door het avondlijke donker, maar vooral door de dreigende aanwezigheid van Renaat die zich verschuilt in het donker. Na de dramatische gebeurtenis die erna volgt, kleurt de stemmingslijn Rocco – Helena helemaal donker. Helena verschijnt nu helemaal gekleed in het zwart en uiteindelijk verdwijnt ze helemaal uit het beeld. Ze vertrekt naar familie in Amerika. Haar zwart kleed is dat van de rouw, de donkere kleur van een groot verdriet. Uiteindelijke evolueren de stemmingslijnen toch naar een lichtpunt. In het slottafereel overheerst het licht van het New Yorkse podium, het licht van het succes, het licht van het mirakel van Marina. Maar dat licht blijft zijn schaduw werpen: Rocco staat in het licht van de schijnwerper, hij is een lichtvlek in een volledige duisternis. Er is het verdriet van Helena die als toeschouwer het concert bijwoont en weent, en er is de vader die in de donkerte van de nacht de radio buitendraagt met het live concert van Rocco. Er is licht; dat van zijn wit onderlijf; hij gedraagt zich nu als iemand die uit de dood is opgestaan. Zijn mentale dood, zijn wanhoop, zijn diep gevoel mislukt te zijn, zijn mentale dood als vader. Opgestaan in de nacht, gewekt door de radiostem van zijn zingende zoon, kijkt hij als een fiere vader met opgeheven hoofd omhoog. De ‘kleur’ van de nacht roept de herinnering op van het verdriet dat onderweg is opgebouwd. Een apart aspect van het beeld is het sporadisch gebruik van een volledig zwart beeld waarmee de regisseur een reeks taferelen afsluit. Dat is het geval met het tafereel van de groep mensen die op het plein zijn samengekomen bij het nieuws van de ramp in Marcinelle. Dat mondt gepast uit in een volledig donker beeld. Eerder maakte de regisseur de overgang van het kind Rocco naar de tiener Rocco ook via een zwart beeld. In beide gevallen dient het zwarte beeld als een onderbreking waardoor het verhaal zelf een sprong kan maken in de tijd.
klank
taal. Het personage Dino introduceert de pas aangekomen Rocco in zijn nieuwe leefwereld. Dino is wat ouder dan Rocco en heeft als Italiaanse immigrant al wat ervaring opgedaan in zijn nieuwe, Belgisch-Limburgse omgeving. Een van de eerste dingen die Dino Rocco duidelijk maakt, betreft de taal: “La lingua qui non è semplice, ma, se vuoi cavartela, te la devi imparare.” (“De taal is niet gemakkelijk, maar, als je ze onder de knie wil krijgen, moet je ze leren.”) Dino maakt Rocco duidelijk dat “zij” erop staan dat “wij” de taal leren. Het bijzondere karakter van de film heeft te maken met de consequente manier waarop de personages hun eigen taal spreken: de Italianen het Italiaans en de Vlamingen het Nederlands. Dat geeft aan de film een eigen klankkleur. De toeschouwers komen zo dichter bij de reële situ-
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
27
atie die de personages ervaren. Twee verschillende culturen worden van de ene dag op de andere met elkaar geconfronteerd en samen moeten ze een nieuwe weg vinden om elkaar te verstaan en met elkaar om te gaan. Het is Rocco die op dat punt zich bijzonder snel aanpast. Hij beheerst snel het Nederlands. Hij leert niet alleen Nederlands op school, maar ook thuis werkt hij aan zijn Nederlands via het striptijdschrift Robbedoes dat hij via Dino leert kennen. Later weet Rocco zijn moeder te overtuigen om ook Nederlands te leren via het striptijdschrift. In tal van situaties moet Rocco optreden als tolk; ook zijn zusje Wanda beheerst het Nederlands goed en ook zij speelt soms tolk voor haar moeder of vader. De film gaat het probleem van de migratie en de taal niet uit de weg, maar integreert het perfect in het verhaal. In die zin is de film een Europese film en geen Hollywoodfilm waarin bijvoorbeeld Duitsers of Italianen alleen maar Engels spreken. Het gebruik van de moedertaal voor de Italiaanse personages bepaalt ook klankpoëzie in de film. Die vormt uiteindelijk de bakermat voor Rocco die zich als een Italiaanse chansonnier ontpopt. Vanuit de Italiaanse cultuurtaal schept Rocco zijn grote compositie Marina. Zonder de aanwezigheid van de Italiaanse taal in de film zou het ontstaan van Marina niet authentiek overkomen. En die authenticiteit is nu wel gewaarborgd. geluid. Naast het functionele gebruik van de klankband — beeld en geluid lopen synchroon — wendt de regisseur ook enkele keren de off-stem of off-geluid aan. In het garagetafereel is er de ontplofte motor van de auto van Renaat die enkel via de klankband is te horen en voor de rest speelt het voorval zich buitenbeeld af. Het bezoek van de politie aan het huis van de Granata’s verloopt bijna volledig in off-stem. Het gesprek met Rocco en de politieman aan de deur wordt gevolgd aan de keukentafel door de rest van het gezin waarbij de vader aan Wanda vraagt om te vertalen wat ze hoort. Een bijzonder aspect van het geluid is het gebruik van de radiostem. Dat is bijvoorbeeld het geval in het nieuwsbericht over de mijnramp van Marcinelle. De life-radio-stem bij de ramp van Marcinelle gaat echter over in een voice-over — de radio zelf is niet meer zichtbaar — om de tijdsprongen te maken. Een belangrijk deel van de klankband is echter de muziek. muziek. Er is vooreerst de filmmuziek gecomponeerd door Michel Bisceglia (°1970). Hij is Belgisch jazzpianist, componist van klassieke muziek en filmmuziek. Hij heeft zijn eigen orkest. Wat wel een bijzondere link vormt met Marina, is het feit dat hij in Genk is geboren en hij, zoals Rocco, eveneens geboren is in een Italiaans migratiegezin. Bisceglia’s compositie is symfonisch met een belangrijke rol voor de piano, de klarinet en de violen. De Main Title bijvoorbeeld is rustig maar melodieus blij; de piano en de violen klinken als zingende stemmen die op een ingetogen wijze hun vreugde vertolken. De partituur is zeker niet uitbundig want zeker wanneer de piano en de klarinet op het voorplan treden, krijgt de muziekscore zelfs een weemoedig karakter. Dat is zeker het geval in de stukken Farewell Italy (het afscheid van het Italiaanse geboortedorp) en La promessa (de belofte van de vader van de terugkeer naar Italië). Het stuk Padre e figlio (Vader en zoon) roept de spanning op tussen beiden, maar tegelijkertijd ook hun wederkerige band die niettegenstaande alles standhoudt. Het is duidelijk dat de componist alle onnodige dramatiek vermijdt en de nadruk legt op de creatie van een sfeervolle, ingetogen sfeer die de beelden ondersteunt en nooit wegspeelt. Ook waar de muziek dramatische sequenties begeleidt, zoals die van het vader-zoon conflict in de regen of die van de arrestatie van Rocco, gevolgd door een kort verblijf in de gevangenis, weerklinkt de muziek ingehouden. Ook dan voorkomt de compositie dat de beelden door de muziek ondersneeuwen.
28
In de muziekfilm Marina krijgt natuurlijk de scènische muziek van Rocco Granata het grote podium. De toeschouwer ziet en hoort Rocco accordeon spelen, eerst als kind die zijn eerste les krijgt van zijn vader, nadien als tiener die bij zijn Vlaamse accordeonmeester in de leer gaat. Een eerste beweging laat Rocco evolueren via zijn eerste optreden op de kermis van Waterschei naar Tony Bruno’s Talentenjacht waar hij als winnaar van de finale met de eerste prijs gaat lopen. Daarna volgt de tweede beweging richting Marina. Dat gebeurt via de oprichting van Rocco’s eigen combo Il Quintetto Internazionale waarmee hij optreedt in danszalen, het spelen van kusjesdansen over het componeren van een eigen nummer: Marina. De film zelf eindigt met Rocco die Marina speelt op het podium van de New Yorkse Carnegie Hall. De Rocco Granata-composities Marina en Rocco Cha Cha worden uitgevoerd door hoofdvertolker Matteo Simoni. Manuela wordt eveneens door hem gespeeld en gezongen; dat is een compositie van Fusco/Bonagura. In de film speelt vooral in
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
de relatie Rocco-Helena de bekende song Buena Sera van Carl Sigman een belangrijke rol. De song wordt in de film gezongen door Dean Martin die ermee een wereldhit had, maar wordt ook door Matteo ‘Rocco’ Simoni nagezongen. Via het radiotoestel in de keuken van het gezin Granata weerklinken ook liedjes van de Vlaamse charmezanger Ray Franky die in de jaren vijftig succesrijk was: The Dansant, Zing Signorita en een Walsmedley met Wals o wals, Droom mooie dromen, Jij bent alles voor mij. Het lied Thé Dansant weerklinkt in de scène waarin voor het eerst de radio speelt in de keuken van het gezin Granata.
29 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
4 Verhaallijn
structuur
De film heeft een tweeledige hoofdstructuur. Er is de relatief lange proloog in Italië en het hoofddeel dat zich in het Belgische Limburg situeert. Het eerste deel staat in het teken van het vertrek van de vader en nadien van het gezin naar de Belgische mijnstreek. Er is een kort overgangsdeel tussen het Italiaanse en het Belgische deel met de generiek: de aankomst van de moeder met de twee kinderen op de trappen van het grote station in Milaan, de medische controle, de trein naar Limburg en aankomst op het perron waar de vader zijn gezin staat op te wachten en de aankomst van het gezin in de barakken. Bij het beeld van de barakken eindigt ook de generiek. Het structuur van het Belgische deel kent twee stukken: dat met Rocco als kind (de eerste 25’) en dat met Rocco als tiener. Via dramatische keerpunten ontwikkelt de verhaallijn zich chronologisch naar de climax toe: het slot met het optreden van Rocco in New York en de ouders en zus die thuis het concert live via de radio meevolgen. De opbouw ervan gebeurt via dramatische keerpunten die kunnen worden gezien als de weeënvan de geboorte van de song Marina: die vormt de in crescendo lopende hoofdlijn. Die lijn krijgt reliëf via twee deellijnen: de vader-zoon lijn en de Rocco-Helena lijn. De kleurschakering in het schema geeft de ontwikkeling aan van die twee deellijnen. Daarbij valt op dat de vader-zoon lijn progressief donker kleurt, terwijl de Rocco-Helena lijn lichter kleurt tot die plots dramatisch afbreekt. In het podiumlicht te New York, het slottafereel, lossen beide lijnen zich uiteindelijk in een positieve zin op. De film kent enkele onopvallende inclusies die ook structurerende beeld- en klankrijmen vormen. Een ervan is die van de eerste radio van het gezin. De vader heeft die gekocht. Fier zet hij die in de keuken en Thé Dansant van de toenmalige de Nederlandse charmezanger Ray Franky weerklinkt. Waar op dat ogenblik het gezin luistert naar de Vlaamse zanger luistert, zal op het einde datzelfde gezin ook weer naar de radio luisteren maar nu om er Marina van en door Rocco te beluisteren. Er tevens een inclusie Rocco-Helena. In het deel met het kind Rocco vraagt de jongen aan de dochter van winkelier Somers hoe ze heet. Ze ontwijkt de vraag, ze zegt haar naam niet. Het antwoord zal ze pas veel later geven op het ogenblik dat Rocco en zijzelf al grote tieners zijn geworden en elkaar, na al die jaren, regelmatig terugzien en zich beiden tot elkaar aangetrokken voelen. De tweede scène met de naam speelt zich af in de dreef met de fiets. Rocco wil Helena voor het eerst kussen nu hij haar naam kent. Dat verwijst tevens naar de eerdere scène met de kusjesdans. Helena zelf had Rocco in de danszaal uitgenodigd om te komen meedansen. Op het ogenblik dat hij haar dan voor het eerst wilde kussen, kwam de politie binnen de pret bederven. Rocco moest de benen nemen want hij beschikte niet over de verplichte beroepskaart. Later, in de dreef waar Helena voor het eerst haar naam aan Rocco meedeelt, volgt dan de eerste kus. Dat belangrijke tafereel maakt dus een dubbele inclusie: naar de winkel met de kinderen Rocco en Helena, en naar de dansvloer met de tieners Rocco en Helena.
personages
De film kent diverse personages. Het hoofdpersonage is Rocco Granata. Rondom hem bewegen zich diverse belangrijke nevenpersonages: zijn ouders, Salvatore en Ida, zijn zusje Wanda, het meisje Helena, haar vriend Renaat, de vrienden van Rocco: Jacky en Jos. Het filmische portret van die personages verloopt via de dramatische verhaallijn die uitmondt in de geboorte van de wereldster Rocco, de schrijver en zanger van de instant wereldhit Marina.
30
rocco. Het filmpersonage verschijnt in twee verschillende gedaanten: als kind en als tiener, allebei door een verschillende acteur gespeeld. Dat tweeledige filmportret werkt met een spiegeling.
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
In de sequenties met het kind Rocco die de vrij lange Italiaanse proloog en de periode van de barakken in de Belgische mijnstreek omvatten, tekenen zich al de krachtlijnen af van de tiener Rocco. Dat geldt in de eerste plaats voor de rol van het gezin. Het personage Rocco bestaat niet los van het gezin dat wanneer het kind tien jaar is, emigreert naar België. De lotgevallen van het kind Rocco zijn bijzonder sterk verweven met zijn Italiaanse ouders. Het personage van het kind krijgt zijn filmische profiel via de relatie tot de vader en de moeder.
De relatie vader-zoon primeert. Dat tonen de openingsbeelden. De vader en de zoon kamperen in de heuvels. De vader zet meteen de toon: “Ora sei tu il padrone di case.” De vader stelt zijn zoontje die op dat ogenblik nog geen tien jaar oud is, aan als hoofd van het gezin (“padrone di case”). Hij deelt zijn vertrek naar België eerst mee aan zijn zoon. Dat de vader het meent blijkt dat hij ook op de dag van zijn vertrek opnieuw Rocco vraagt om op zijn moeder te letten én op zijn oom Vincenzo. Dat is een losbol en vader Salvatore vertrouwt zijn broer niet die hem heeft aangeboden om op Ida te letten tijdens zijn afwezigheid. Uit de inclusie van de verantwoordelijkheid die de vader op de tere schouders van zijn kind legt, blijkt de heel bijzondere band tussen beiden. Dat gegeven krijgt nog eens zijn bevestiging in de scène van de aankomst van het gezin in België. Vader Salvatore staat vol ongeduld zijn gezin op het perron op te wachten. De eerste die hij begroet, is niet zijn vrouw Ida, maar zijn zoontje Rocco. De jongen springt in de armen van zijn papa. In het portret van het kind Rocco in relatie tot zijn vader speelt er nog een element mee dat zich sterk spiegelt in het deel met Rocco als tiener. Dat is het element van de accordeon. Op de dag van het vertrek vraagt Rocco zijn vader of die ook wil gaan werken in België om dan voor hem een accordeon te kunnen kopen. De vader, zo blijkt, bespeelt zelf accordeon en neemt blijkbaar zijn instrument mee naar België. Dat blijkt immers uit de sequenties die zich in de mijnbarakken situeren.
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
31
Rocco dringt daar bij zijn vader sterk aan om accordeon te kunnen spelen net zoals zijn vader. Maar die heeft zijn accordeon verkocht om de reis van zijn gezin naar België te kunnen bekostigen. Toch koopt de vader de accordeon terug en geeft dan zijn instrument door aan Rocco. Die krijgt zijn eerste aanwijzingen van zijn vader. Dat vormt het laatste beeld van Rocco als kind. In de eerste sequenties met Rocco als tiener staat opnieuw de accordeon centraal. De vader komt met de fiets thuis van de mijn, Rocco oefent zijn accordeonles. In de volgende scène rijdt hij met de fiets en de accordeon naar de muziekles en ziet hij voor het eerst de affiche van Tony Bruno’s Talentenjacht. Hiermee is een dramatische ontwikkeling in gang gezet waarbij Rocco en de vader in toenemende mate tegenover elkaar komen te staan en waarbij de accordeon de afstand tussen hen beiden vergroot. Dat gebeurt echter niet rechtlijnig. Rocco vecht ook met zijn botsende gevoelens: zijn grote band met zijn vader die hij bewondert en zijn eigen sterke wil om muzikant te worden. Wat die sterke wil betreft, verlegt Rocco voortdurend de grenzen. Zijn vader zelf heeft Rocco zijn accordeon gekocht op voorwaarde dat Rocco muziek alleen als hobby zou beoefenen en dat hij voorrang zou geven aan de school en het leren van een beroep. Het is pas als tiener op het ogenblik dat “geen school hem toelaat omdat hij in de mijn moet gaan werken”, dat het conflict tussen de opgroeiende zoon en vader escaleert. Rocco ziet in de ruimte die hij vrij krijgt, de kans om zich als muzikant te ontplooien, terwijl zijn vader dat net niet ziet zitten. Hij gelooft niet dat Rocco ooit zijn brood op de plank kan verdienen door muziek te spelen. Hij denkt daarbij aan het negatieve voorbeeld van zijn broer Vincenzo. Na de hevige uitbarsting van het conflict op de avond dat Rocco de muziekwedstrijd heeft gewonnen, waarbij de vader de gloednieuwe accordeon van Rocco in de gietende regen buiten zet, komt Rocco zijn vader tegemoet en gaat hij in de garage Kumberger op leercontract. Zijn vader komt zelf naar de garage zich vergewissen dat zijn zoon zich voorbeeldig gedraagt. Hij is blij dat zijn zoon een stiel leert zodoende dat hij niet in de mijn zal moeten gaan werken.
32 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Maar Rocco’s wil om muziek te spelen, maakt hem vindingrijk. Hij vervolgt zijn eigen pad en organiseert, buiten het weten van zijn vader, een eigen combo dat in de garage samenkomt om te oefenen. Het kwintet gaat ook optreden in danszalen. Rocco voelt zich in zijn element want het jonge publiek waardeert de optredens. Wanneer op een dag de politie aan de deur aanbelt om de boete die Rocco heeft opgelopen door als muzikant op te treden zonder beroepskaart, weet ook de vader wat er achter zijn rug is gebeurd. Opnieuw botsen vader en zoon hevig met elkaar. Het tragische daarbij is dat ze allebei van elkaar houden en het goed met elkaar voor hebben. Rocco zegt uitdrukkelijk dat hij zijn vader waardeert omdat hij hard werkt in de mijn om zijn gezin te onderhouden en vooruit te helpen. De vader laat de tiener zien dat hij in Brussel sokken gaat opkopen die hij met wat winst hier verkoopt en zo een extra inkomen verwerft. De vader eist echter dat Rocco wat hij verdient in de garage van nu af thuis afgeeft. Rocco gebruikt zijn beperkt inkomen om te investeren in zijn muziekcarrière. Dus weigert hij in te gaan op het bevel van zijn vader: “La paga mia? No! Manco morto!” (Mijn loon? Ik val nog liever dood.) En Rocco weigert te zwijgen zelfs niet als zijn moeder het vraagt: “Sì, ma questa è la mia vita. Non voglio gettarla così, solo perché lui non ha potuto fare quello che voleva!” (Juist, het is mijn leven. Ik wil het niet vergooien omdat hij niet heeft kunnen realiseren wat hij wilde.) Wanneer Rocco bovendien nog laat weten dat hij zelf zijn werk in de garage heeft opgegeven, ontploft zijn vader en het komt tot een handgemeen waarbij Rocco zijn vader op de grond duwt. Hij gaat weg en verlaat het huis. Rocco zet door. Hij vraagt in Brussel een beroepskaart aan bij de Raad voor Economisch Onderzoek inzake Vreemdelingen. Zijn aanvraag wordt geweigerd. Het helpt niet dat hij ter verdediging aanvoert: “Ik heb veel gestudeerd. Ik heb een muziekdiploma. Ik ben een goeie muzikant.” De weigering ontmoedigt hem niet. Zijn reactie tegenover de Raad is al even heftig als tegenover zijn vader: “Mijnheer, ik heb 80 frank fiscale zegels betaald om hier te komen. Ik mag toch weten waarom ik die…waarom ik die onnozele kaart niet krijg?” De voorzitter herinnert Rocco eraan dat hij als zoon van een Italiaanse mijnwerker in België zelf in de mijn moet gaan werken. Als hij dat niet wilt, moet zijn vader maar voor zijn zoon een nieuwe aanvraag indienen voor een beroepskaart als muzikant. Rocco weet dat hij niet terug kan naar zijn vader om die te smeken voor hem een nieuwe aanvraag te doen. Daarom koopt Rocco op de zwarte markt een beroepskaart. Nu kan hij voluit gaan. Hij treedt op met zijn combo en oogst succes. Dat motiveert hem om een stap voorwaarts te zetten. Niet alleen maar muziek spelen om de jongeren te laten dansen. In het reële leven, zo schrijft Rocco Granata in zijn autobiografie, haatte Rocco na verloop van tijd het spelen van de kusjesdans [R: 72]. Rocco wil nu zijn eigen muziek en liedjes componeren. Het publiek reageert immers positief op de bestaande Italiaanse liedjes die hij zingt. Hij wil dus zijn eigen weg gaan als de componist van zijn eigen songs. Marina is het resultaat. De respons is enorm en Tony Bruno stelt onmiddellijk voor om een plaatje op te nemen. Wanneer de leden van het combo hem ’s anderendaags vroeg komen ophalen, blijkt dat Rocco nog thuis woont waar hij voor zijn kamer betaalt, maar ook dat hij nog aan het schrijven is aan Marina. Dan volgt de opname: eerst Manuela, dan Marina als B-kant. Maar opnieuw slaat het lot toe en wel twee keren. De eerste mokerslag van het lot: Rocco wordt vals beschuldigd van verkrachting van Helena, de dader is zijn rivaal Renaat, en Rocco wordt opgepakt en komt in de cel terecht zonder dat hij eigenlijk weet wat er is gebeurd. Wanneer Rocco dankzij het getuigenis van Jacky opnieuw een vrij mens is en thuiskomt, ziet hij hoe zijn moeder de rug van zijn vader wast terwijl die in de zinken kuip zit die als badkuip dienst doet. Rocco begrijpt hoe beschaamd zijn vader zich moet voelen na het incident. Zijn vader werd immers zelf ook ondervraagd door de politie. Rocco wil een en ander uitleggen aan zijn vader. Hij wil zelfs de handdoek aan zijn vader geven, maar die weigert, draait zich om, kijkt naar Rocco en zegt: “Tu per me non sei più niente.” (Je betekent niets meer voor mij.) Ook de euforie over het eerste plaatje waait weg wanneer kort nadien Tony Bruno Rocco laat weten dat de muziekbusiness geen markt ziet voor “een jongen met een accordeon”. Rocco besluit zelf: “Zo moet er echt een mirakel gaan gebeuren, hé.” Bruno zet Rocco met zijn twee voeten op de grond door te zeggen dat er geen mirakels bestaan. Hij raakt de 300 exemplaren van het plaatje aan de straatstenen niet kwijt. Opnieuw is die tegenslag een motivatie voor Rocco om door te zetten. Hij zelf en zijn vrienden brengen de 300 plaatjes zelf aan de man.
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
33
Maar dan komt de tweede mokerslag van het lot hard aan: het arbeidsongeval van de vader met zijn invaliditeit als gevolg. Het gezin krijgt nog zes maanden loon uitbetaald en mag nog zes maanden in het huis blijven wonen, maar dan loopt alles af. Rocco is er getuige van hoe zijn vader bij het horen van dat nieuws helemaal in elkaar stort. Die wil terugkeren naar Italië maar het is Wanda die hem duidelijk maakt dat haar thuis “hier in Limburg” is. Daarop stelt de vader zijn beslissing om naar België te emigreren met zijn gezin radicaal in vraag. Hij voelt zich een mislukkeling, ook en vooral tegenover zijn gezin. Salvatore vraagt aan zijn vrouw Ida de valiezen te pakken. Rocco’s blijvende band met zijn vader en het gezin stuurt hem en hij deelt mee dat hij in plaats van zijn vader in de mijn zal gaan werken. Rocco verpandt zijn accordeon aan Kumberger voor 28 000 Bef. Dat brengt hij direct naar zijn moeder om een paar maanden extra huur mee te kunnen betalen. En dan gaat Rocco zelf treuren op de trappen van de kiosk op het plein. Helemaal alleen. Het is de eerste keer dat hij geen uitweg meer ziet en hij beseft dat zijn droom om een eigen muziekcarrière uit te bouwen, als een spiegel aan scherven ligt. Zijn eigen ijzersterke wil is nu verlamd. Voor de eerste keer. Het is dan dat het mirakel zich voltrekt: Marina is de naam van het mirakel en Rocco’s Vlaamse vriend Jacky is de boodschapper. De 300 plaatjes zijn allemaal verkocht en de bestellingen volgen elkaar op. Bruno begroet Rocco met: “Ze willen het overal. Uw mirakel is aan het gebeuren.” Coninx onderlijnt de betekenis van dat gebeuren via het beeldmotief van de in het licht badende trap. Rocco verneemt van Bruno het goede nieuws dat “de hele wereld” Marina wilt, terwijl hij de trap komt opgelopen. Via Marina stapt Rocco letterlijk naar boven; het is het einde van de lange, moeizame weg opwaarts die hij is moeten gaan. Dat lichtende beeld op de trap contrasteert met het beeldmotief van de trap in het huis van de Granata’s. Daar is het motief van de trap helemaal gelinkt aan de vader. Verschillende keren stapt hij de trap op naar boven, naar de slaapkamer. Maar dat gaat bij hem gepaard met een neerwaartse stemming. Zelfs als hij voor het eerst thuis op de radio Marina hoort, zet hij de radio af en trekt hij moedeloos en verzwakt naar zijn slaapkamer, de trap op. Het motief van de trap, verbonden met het beeld van de vader, drukt de mislukking uit van diens wil om zijn gezin via de migratie uit Italië de weg opwaarts naar een betere toekomst te laten gaan. Dat opwaarts gaan valt hem steeds zwaarder en zwaarder. Hij hoest voortdurend en krijgt moeilijk adem wegens het mijnstof. De regisseur wendt het beeldmotief van de trap aan voor de uitwerking van het contrast tussen de opwaartse weg van de vader en die van Rocco.
34 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Het mirakel van Marina brengt uiteindelijk de lange wrijving tussen Rocco en zijn vader tot het punt van de definitieve verzoening. Van de kant van Rocco gebeurt dat vanuit New York. Voor hij zijn optreden begint met Marina, richt hij zich rechtstreeks via de radio tot zijn vader. In het Italiaans laat hij zijn vader weten dat hij op dat podium staat dankzij hem en dat hij van hem houdt. “Grazie, papà. Grazie per tutto. Non è stato inutile!.” (Dank je papa. Dank voor alles. Het was niet nutteloos!) Daarop zegt de vader tegen de afwezige Rocco: “Ce l’hai fatta! Bravo.” (Je hebt het gemaakt! Bravo) Het filmportret van Rocco toont een migrantenjongen die in een liefdevol gezin opgroeit dat zich leert aanpassan aan de nieuwe omgeving en cultuur, en die tevens zijn muzikaal talent wilt ontplooien. Hij beschikt over een sterke wil om de talrijke moeilijkheden op zijn weg aan te pakken en te overwinnen. Hierdoor komt hij in een tragiek terecht. Hij zet zijn wil door om zijn levensdroom te realiseren en komt daardoor tegenover zijn vader te staan, de mens die hem het dierbaarste is. salvatore. Het belangrijkste nevenpersonage is de vader van Rocco, Salvatore. Hij neemt de grote beslissing om te emigreren naar de Belgische mijnstreek in Limburg. Hij laat zijn gezin overkomen. Hij koestert immers een droom: zo snel mogelijk zelfstandig worden door een eigen smederij in zijn geboortedorp in Calabrië te beginnen. Dat lukt hem niet. Het succes van zijn muzikale zoon zal hem uiteindelijk verzoenen met het feit dat zijn droom is mislukt, maar dat dankzij de emigratie zijn zoon en via hem het hele gezin uiteindelijk is geslaagd. In het filmportret van Salvatore springen er twee karakterelementen in het oog. Het eerste is zijn bijzonder sterke jaloezie ten aanzien van zijn vrouw. Hij duldt geenszins dat zijn vrouw ook maar in de buurt komt van andere mannen. Het sterkste voorval is wel te zien in het tafereel met Rocco in het deel dat zich afspeelt in de barakken. De vader houdt zijn zoontje op weg naar de school tegen en betaalt hem om zijn moeder te bespioneren. Dat voorval eindigt echter op een eerste serieus conflict tussen hem en zijn jongen. Die chanteert zijn vader; hij dreigt ermee zijn moeder in te lichten over de verplichte spionage. Hij wil van zijn vader namelijk een accordeon afdwingen. Wanneer de kleine Rocco in het bijzijn van zijn moeder zijn vader een leugenaar noemt, krijgt hij een klap in zijn gezicht van zijn vader. Wanneer Rocco daarop zijn vader een verrader noemt omdat hij de schuld is “dat we hier in de koude en de regen zitten en niet naar huis kunnen”, krijgt hij ook nog eens van zijn moeder een klap in zijn gezicht.
35 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Het tweede karakterelement van de vader is zijn schaamtegevoel, sterk verbonden met zijn groot eergevoel. Geboren en getogen in zijn Italiaans geboortedorp is Salvatore zeer gevoelig aan sociale controle. Wellicht komt dit door de slechte naam die zijn broer, de muzikant Vincenzo, heeft gekregen in het dorp. Salvatore wil absoluut dat hij en zijn gezin een goede naam hebben. Hij wil bijvoorbeeld absoluut geen schulden hebben. Hij voedt zijn kinderen ook in die geest op: zijn zoon moet een goede stiel leren om later goed zijn kost te kunnen verdienen. Dat zijn zoon uitgerekend droomt van een carrière als muzikant, is voor Salvatore een nachtmerrie. Wanneer hij door zijn zoon met de politie wordt geconfronteerd — eerst aan de voordeur van zijn huis, nadien in zijn eigen huis waar de politie hem van zijn bed ligt en meeneemt naar het politiekantoor — is dat voor Salvatore het absolute dieptepunt in zijn bestaan. Van zijn grote bezorgdheid voor de goede naam van zijn gezin schiet niets meer over. Daarom is het slotbeeld zo relevant: na het succes van Marina en de rechtstreekse uitzending ervan vanuit New York met Rocco die hem direct toespreekt, stapt de vader in de nacht met de spelende radio naar buiten zodat de hele buurt het kan horen. Met dat gebaar herwint hij zijn eergevoel en drukt hij zijn fierheid ten aanzien van zijn zoon uit. Zijn schaamte over Rocco is definitief veranderd in fierheid. Er is één sequentie die een bijzonder licht werpt op de vaderfiguur Salvatore. Het betreft de eenmalige ontmoeting tussen Salvatore en mijnheer Somers. Dat gebeurt bij de tribunes van het voetbalstadion van Thor Waterschei op de dag van de kermis. Mijnheer Somers komt zijn dochter weghalen van bij Rocco. Ze hadden zich samen teruggetrokken bij de lege tribunes, weg van het volk. Vader Somers bedreigt Rocco want hij gaat ervan uit dat die zijn dochter Helena “lastig valt”. Rocco blijft kalm, maar dat is niet het geval met Salvatore die erbij komt en die via Rocco verneemt dat mijnheer Somers hen profiteurs noemt en dat hij hen terug naar Italië kan laten sturen. Salvatore is woest en loopt al vloekend en dreigend naar mijnheer Somers, maar Rocco slaagt erin zijn vader te kalmeren en tegen te houden. Uit dat voorval blijkt hoe Salvatore zelf ook een sterk karakter heeft, wat hij wellicht heeft doorgegeven aan zijn zoon. Maar door de situatie als immigrant heeft hij geleerd onderdanig en gehoorzaam te zijn. Maar de maat is vol wanneer er wordt gedreigd met het terugsturen naar Italië. Daarom zal Salvatore aan de verliefde Rocco duidelijk maken dat hij zijn zinnen niet moet zetten op een Vlaams meisje. Hij wijst erop dat je tradities niet kunt veranderen en met nadruk vraagt hij Rocco hem dat niet aan te doen. Rocco stoort zich daar echter niet aan, maar wanneer Salvatore wordt geconfronteerd met de, zij het valse, beschuldiging aan het adres van Rocco als verkrachter van Helena, weet hij zich gesterkt in zijn gelijk en is hij de wanhoop nabij. Zijn hele wereld stort in. Zijn reactie: nog harder werken in de mijn, een dubbele shift lopen tot hij een ongeval krijgt. Salvatores gevoel mislukt te zijn, bereikt hiermee zijn climax. Alleen het succes van zijn zoon Rocco zal hem, weliswaar na enige aarzeling — wanneer hij voor het eerst Marina op de radio hoort, draait hij nog de knop van het toestel uit — er weer bovenop helpen. Het is immer Rocco zelf die voor een internationaal publiek hulde brengt aan zijn vader als mijnwerker. Dat doet ook de regisseur zelf. Hij besluit de film Marina niet met een fade out van de zingende Rocco, wat logisch zou schijnen. Nee, hij kiest voor het slotbeeld met de vader. Dit is een groot filmische eerbetuiging aan de vader-mijnwerker en via hem aan alle gewezen Belgische mijnwerkers. ida. De moederfiguur is allereerst de gelovige, katholieke huismoeder die voor haar man en haar kinderen zorgt. Maar ze is meer dan dat. Dat blijkt uit twee gedragshoudingen. De eerste betreft de stilzwijgende steun aan Rocco en zijn muziek. Niettegenstaande ze Rocco vraagt om zijn vader te ontzien en niet in danszalen met “vrouwen en wijn” te spelen, maar enkel thuis en op feestjes, luistert ze toch naar het argument van Rocco dat “wij niet voor altijd vreemdelingen kunnen blijven”. Nog meer: ze helpt Rocco buiten het weten van haar man om zijn nieuwe, dure accordeon af te betalen door de was en de strijk te doen voor ongehuwde Italiaanse mijnwerkers. Ze blijft echter waken over Rocco door aan Jos, een van de muzikanten van het combo, te vragen voor haar een oogje in het zeil te houden.
36 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Een tweede opvallende gedragshouding van de moeder is haar wil om te integreren. In tegenstelling met haar man die slechts enkele woorden Nederlands kan spreken en alleen enkel Italiaans spreekt en verstaat, wil zij op aansporen van Rocco Nederlands leren. Ze begint ook het striptijdschrift Robbedoes te lezen en in de Welvaart spreekt ze Nederlands met mijnheer Somers. helena. Dat is de naam van het fictieve personage dat ook sterk is uitgewerkt. Zij is het belangrijkste vrouwelijke personage. Maar in de eerste plaats is zij een spiegelpersonage van Rocco. Zoals Rocco zich gedraagt in zijn situatie, zo stelt Helena zich sterk en zelfstandig op tegenover haar vader-weduwnaar, mijnheer Somers. Haar moeder is vroeg gestorven en ze woont alleen met haar vader-winkelier die haar, zo blijkt uit de eerst sequentie met haar, inschakelt in de winkel wanneer ze van school thuiskomt. Ze leert voor het eerst Rocco kennen die in De Welvaart op verkenning gaat. Dan blijkt dat ze, ofschoon nog een kind, al de kassa bedient. In die winkelsequenties valt het op dat Helena met passie luistert naar de radio waar Dean Martin zijn hit Buona Sera zingt. De kleine Helena zingt mee. Ze vertelt aan Rocco die nog geen Nederlands spreekt of verstaat dat haar moeder graag luisterde naar die muziek. Later zal ze er nog aan toevoegen dat haar vader die muziek maar ‘gesjengel’ vindt. Rocco koopt voor haar een lekstok. Ze noemt hem “Italiaantje” en weigert Rocco haar naam te geven.
37 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Wanneer ze tiener is geworden, stelt ze zich nog meer zelfstandig op tegenover haar vader. Terwijl haar vader erg ingenomen is tegenover ‘de vreemdelingen’, de Italianen, leert zij Italiaans en ze leest in een tijdschrift over de Italiaanse actrice Sofia Loren die een internationale filmster is geworden. Helena kleedt zich ook als een Sofia Loren om zo uitgedost naar de muziekwedstrijd te gaan. Ze houdt van muziek en dansen. Tijdens de uitreiking van de prijs aan Rocco vertaalt Helena het Nederlands van de voorzitter voor de vader van Rocco naar het Italiaans. Ze zoekt zelf toenadering tot Rocco: ze nodigt hem uit voor de kusjesdans niettegenstaande Renaat haar officiële vriend is, en nadien laat ze toe dat Rocco haar kust en met haar vrijt, waarna Renaat wraak op haar neemt. Met haar bewuste keuze voor Rocco, tevens een duidelijke keuze voor de hitparademuziek en de dans, verzet Helena zich tegen haar vader die haar wil koppelen aan Renaat, de zoon van een rijke Franstalige mijningenieur. Uiteindelijk zal Renaat haar verkrachten. Daarna verdwijnt ze uit beeld om in de slotsequenties terug te verschijnen in de tribune van de Carnegie Hall. In het verhaal van Rocco en Granata verwerkt de regisseur het Romeo and Julia-motief. Rocco en Helena behoren tot twee verschillende kampen die vijandig tegenover elkaar staan; dat laatste blijkt sterk uit de bijna-confrontatie tussen de twee vaders. Rocco en Helena moeten hun liefde in het geheim beleven: “Ze mogen ons niet samen zien hé”. Uiteindelijk breken derden hun liefde af. Na de verkrachting waarvoor de dader ongestraft wordt gelaten, wordt Helena naar een tante in de VS gestuurd. In de film krijgt het personage van Helena nog een bijzondere scène. Die situeert zich direct na een gemiste afspraak. Helena was op tijd, Rocco ook maar hij twijfelt, waarna Helena verdwenen is. Hij gaat haar zoeken en vindt ze aan het kanaal. Daar staat ze, mooi aangekleed, boven op de reling, kijkend naar de diepte. Ze heeft net de platen van Dean Martin en Frank Sinatra die ze had meegebracht voor Rocco, in het water gegooid. Rocco aarzelt niet en haalt de platen uit het water voor haar. Ze vertelt dat haar vader niet van dat ‘getjengel’ houdt, terwijl het haar moeders lievelingsmuziek was. Ze bekent Rocco dat ze haar moeder mist. Rocco vraagt haar of ze op punt stond om te springen. Ze antwoordt niet op die vraag. In ieder geval suggereert de scène dat ze de dood van haar moeder nog niet heeft verwerkt, dat ze geen goede verstandhouding heeft met haar vader en dat ze een suïcidale neiging heeft. Tegelijkertijd leert de scène dat Rocco haar in figuurlijke en mentale zin ‘uit het water’ haalt en haar terug zin in het leven geeft want hij zegt haar: “Gij zijt zo mooi.” renaat. Het fictieve personage van Renaat heeft een katalyserende rol. Hij belicht op een eigen manier de personages van Rocco en Helena. Allereerst Rocco. Reeds in het eerste deel van de kindertijd is er een confrontatie tussen Renaat en Rocco. Renaat komt Helena uithalen om samen te gaan tennissen. Hij keert zich tegen Rocco. Renaat: Hé, zigeuner, maak dat je wegkomt. Rocco: Ik niet zigeuner. Io Italiano. Renaat: Jij bent juist niks, jong, jij.
Wanneer Renaat, Rocco en Helena tieners zijn geworden, leidt een en ander tot de grote confrontatie in de garage Kumberger. Rocco is zo bezig met zijn muziek dat hij in de smeerput van de garage op de tegels aan het componeren is. Hij maakt daardoor een technische fout bij het onderhoud van de sportwagen van Renaat. Die vertrekt met zijn auto zonder olie met het desastreuze gevolg van dien. Dan volgt de confrontatie tussen beide jonge mannen. Renaat roept niet alleen Rocco maar ook de garagist zelf ter verantwoording: “In die auto zat toevallig mijn meest kostbare bezit.” Zijn Nederlands is niet zo goed want thuis spreken ze Frans. Zijn moeder spreekt trouwens alleen maar Frans. Rocco verontschuldigt zich en de garagist beschermt zijn leerling (“gebrek aan ervaring”). Maar voor Renaat volstaat dat niet. Ook Helena die getuige is van het gebeuren, probeert Renaat tot andere gedachten te brengen, wat niet lukt. Dan neemt Rocco het initiatief en zegt:
38
Weet je wat jij moet doen? Doe je broek open, pak je ballen eruit, leg je ballen op de grond, ik zet mij op mijn knieën en ik lek zo...Ik lek zo aan je ballen. Is het goed? Ma vaffanculo! (Het Italiaans equivalent
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
van ‘fuck you’)
Renaat laat Kumberger verstaan dat hij Rocco moet ontslaan. Hij chanteert de garagist als volgt: Dit gaat over vertrouwen, Kumberger. Als ik mijn auto bij u breng, dan verwacht ik dat ik die perfect in orde terugkrijg. Mon papa verwacht dat en ook al onze vrienden van het dorp en van de mijn. Als u de verantwoordelijkheid over uw personeel niet opneemt, kunnen wij u niet meer vertrouwen.
Kumberger die op het punt staat om Rocco een vast contract te bezorgen, buigt onder de dreiging van Renaat. Daarop neemt Rocco zelf ontslag met de woorden: Als jij wilt kruipen voor die slijmballen, doe maar. Ik niet. Ciao.
Uit die twee confrontaties tussen Renaat en Rocco komende de sociale machtsverhoudingen naar boven. De Franstalige fils à papa, Renaat, gedraagt zich hautain en stelt zich racistisch op. Die hautaine houding manifesteert zich ook tegenover Helena. Hij gedraagt zich alsof hij automatisch recht heeft op haar omdat hij de zoon is van de ingenieur van de mijn en ze thuis rijk zijn. Dat moet voor hem volstaan om Helena te claimen. Die houding brengt hem ertoe om wanneer Helena haar eigen wil en weg volgt in de richting van de ‘immigrant’ Rocco, als een brute macho haar te laten voelen wie de baas is. Hij is de verkrachter, maar gaat als fils à papa vrijuit. En met de valse beschuldiging aan het adres van Rocco komt hij ook weg. Wanneer Rocco zelf de toedracht te weten komt, confronteert die de politie met haar houding. De politieman van dienst verwijst naar mijnheer Somers, de vader van Helena, die als kroongetuige optreedt. Hij had al eerder laten verstaan dat Rocco zijn dochter moest “gerust laten”; hij stuurde zijn dochter trouwens in de richting van de rijke Renaat. De politieman zegt
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
39
aan Rocco: “Iedereen geloofde haar vader. Dat is normaal, hè, Rocco. Je bent een Italiaan.” Rocco stelt dan vanuit zijn verontwaardiging de vraag: “Jij weet wie dat gedaan heeft en je laat die gewoon lopen?” Via het spiegelcontrast tussen Rocco en Renaat verbeeldt de regisseur niet alleen de sociale vooroordelen van de Belgen tegenover de migranten, maar misschien nog meer de warme en tedere manier waarop Rocco omgaat met Helena en de macho-houding van Renaat. In dat contrast tegenover de vrouw Helena verschijnen er twee totaal verschillende menselijke werelden.
montage
De montage ondersteunt de chronologische opbouw van het filmverhaal. Voor de montage heeft Coninx beroep gedaan op Philippe Ravoet met wie hij al eerder heeft gewerkt. Daarover spreekt hij in een interview dat te zien is op de website van Cinevox: http://www.cinevox.be/nl/?videos=stijn-coninx-monteert-marina In de film zijn er twee belangrijke overgangen: die van Italië naar België en die van de kindertijd naar de tienertijd. De eerste overgang zet in met de bezorgde blikken van Rocco en Wanda die juist vernomen hebben dat ze met hun moeder hun vader in België gaan vervoegen. In het volgende beeld zien we de aankomst van de drie in het grote Belgische station. De twee taferelen zijn met elkaar verbonden via de klankband: er is de verbindende filmmuziek die tevens de generiek begeleidt tot aan het beeld van de barakken. De tweede overgang, die van kind naar tiener, gebeurt via een zwart beeld en via de accordeonmuziek. In het laatste beeld met het kind Rocco speelt de jongen accordeon en die muziek weerklinkt ook in het eerste tafereel met de tiener Rocco: hij is aan het oefenen, net zoals in het laatste beeld met het kind Rocco; nu zit de tiener Rocco in de keuken te oefenen wanneer zijn vader van zijn werk thuiskomt. De kracht van de montage spreekt, zoals in het vorige al bleek, uit het gebruik op de klankband van de voice-over. Het geluid van de ontplofte motor in het garagetafereel vervangt de visuele uitbeelding van het accident. Ook het hoesten van de vader gebeurt dikwijls via de voice-over. Ook de radiostem wordt op dezelfde manier op de klankband gemonteerd. Dat is het geval met de nieuwsberichten, maar ook met de stem en de muziek van Rocco in het slottaferelen van New York en het huis in Waterschei. Regisseur Stijn Coninx bereidt de opname voor van de laatste scène van het deel met de kleine Rocco voor.
40 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
5 Betekeniswereld De film oogt op het eerste zicht als een vlot verteld filmverhaal. Bij nader toezien echter blijkt dat de kracht van de film steekt in een rijk geschakeerde betekeniswereld waarvan de exploratie uitnodigt tot een tweede en derde visie.
tijdgeest
De film opent met de situering in de tijd: Zuid-Italië 1948. En de film eindigt met het historische optreden van Rocco Granata in New York op 22 november 1959, tevens het geboortejaar van Marina. Hiermee overspant de film de naoorlogse periode, in het bijzonder de jaren vijftig van vorige eeuw. In die periode situeert zich de grote Italiaanse migratie naar de Belgische mijnen. Het gezin Granata uit het Zuid-Italiaanse Calabrië vertegenwoordigt dan ook in de eerste plaats de duizenden Italiaanse gezinnen die naar Luik en in het bijzonder naar Limburg zijn gemigreerd. Net zoals in zijn vorige film Soeur Sourire die zich ook gedeeltelijk in de jaren vijftig en daarna in de jaren zestig van vorige eeuw afspeelt, besteedt Stijn Coninx bijzonder veel aandacht aan de authentieke reconstructie van de doorbraak van een nieuwe tijdgeest in België. Die tijdgeest wordt gedragen door de eerste naoorlogse generatie jongeren in de Verenigde Staten waarvan de welvaartscultuur via het Amerikaanse leger en het Marshallplan na de Tweede Wereldoorlog was meegekomen. In Marina verteenwoordigt de winkel van mijnheir Somers, De Welvaart, de opkomende economische groei die het fundament legde voor de huidige consumptiemaatschappij. Het is zeker geen toeval dat de kleine Rocco in De Welvaart voor het eerst op de radio de Amerikaanse hitparademuziek, Dean Martins Buona Sera, hoort. De vader van Rocco koopt op zeker ogenblik een radio voor zijn gezin, wat als een teken van vooruitgang wordt beleefd. Nauw verbonden met het fenomeen van de radio is ook dat van het grammofoonplaat met de twee formaten: het kleine 45-toerenplaatje en de grote 78-toerenplaat. Rocco neemt zijn eerste 45-toerenplaatje op met Manuela als A-kant Manuela en Marina als B-kant. In de kanaalscène ‘redt’ hij de 78-toerenplaten van Helena uit het water. Zeer sterk verbonden met de productie van grammofoonplaten was dat van de jukebox. Dit is het toestel dat mits de inworp van een muntstuk een gewenst plaatje laat afspelen. De toestellen werden opgesteld in cafés en horecazaken. De 45-toeren jukebox kende zijn hoogtepunt in de jaren vijftig en speelde, zoals blijkt uit de film Marina, een belangrijke rol in de lancering van het succes van het plaatje Manuela-Marina. In het licht gezien van het zo snelle succes van Marina in de westerse wereld duiden de media van de radio en de grammofoonplatenindustrie op de geleidelijke doorbraak van een mondiale cultuur die vandaag gemakkelijk de multiculturele samenleving wordt genoemd. De aanwezigheid van die media maakten het mogelijk dat een Italiaanse migrant van Belgisch Limburg met een Italiaans liedje op het podium van Carnagie Hall, New York, kon gaan staan. De grote wereld werd in zekere zin kleiner. Later zou mediadeskundige McLuhan zeggen dat de wereld een groot dorp was geworden. Het zal wellicht puur toeval zijn dat hij uitgerekend in het geboortejaar van Marina de term global village introduceerde (Eric McLuhan, The source of the term ‘global village’, in: McLuhan Studies 2, 2008, p. 12-30). Dat dit in de film Marina ook zichtbaar wordt, blijkt uit de samenstelling van het combo door Rocco. Dat gegeven is trouwens biografisch gefundeerd. Het combo waarmee Rocco zijn eerste stappen in de muziekwereld zet, heet niet toevallig: Il Quintetto Internazionale. De Italiaanse migrant Rocco neemt de leiding van een combo dat zelf is samengesteld uit diverse nationaliteiten. In zijn autobiografie schrijft Rocco Granata daarover: “Er was een Hongaar als bassist, een Duitser als drummer, nog een Duitser als saxofoon, een Vlaming als gitarist en ik als accordeonist en af en toe als zanger.” [R: 63] In de film Marina komt het orkest van Rocco over als een band waarvan de voorman een Italiaan is. Dus de omgekeerde wereld als in de samenleving waar de Italiaanse migrant onderaan de Vlaamse samenleving dient te staan. Concreet vormde Il Quintetto Internazionale al een ‘miniglobal village’. De film Marina brengt dat sterk over via het ondernemende personage van Rocco. Behalve Jos kregen de andere muzikanten in de film de originele buitenlandse namen zoals Gabor en Horst.
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
41
De film roept ook via schijnbaar onopvallende gegevens de tijdgeest op. Een ervan is de doorbraak van de vespa. De sympathieke, naoorlogse scooter, geproduceerd in Italië (Genua), is nog steeds in Italië zeer populair. Met de Italiaanse migranten verscheen ook de vespa in het Belgische straatbeeld. De Italiaanse scooter geniet heden een vernieuwde belangstelling via de hedendaagse vintage-revival. In de film Marina adviseert Rocco Jacky een vespa aan te schaffen (“Je moet tegen de papa zeggen dat hij een grote machine moet kopen. Een vespa.”). Jacky rijdt namelijk met een toenmalige vrij populaire bromfiets, de mobylette, een ietwat ongemakkelijk product van Franse makelij dat het wel eens durfde laten afweten. Later in de film rijdt Jacky net zoals Rocco met een vespa.
De vespa van Rocco met een volle doos exemplaren van diens eerste plaatje.
Een ander schijnbaar onopvallende maar betekenisvolle referentie naar de tijdgeest is het stripweekblad Robbedoes dat in de naoorlogse periode 1945 - 1960 zijn gouden periode beleefde. In de film komt het blad in beeld via de personages Jacky, Rocco en Ida. Rocco en vooral zijn moeder leert Nederlands via het stripblad.
42
Daarnaast evoceert Marina ook enkele maatschappelijk fenomenen die doorbreken in de jaren vijftig en die zich doorzetten in de jaren zestig van vorige eeuw. Dat betreft bijvoorbeeld het fenomeen van de zangwedstrijden, de danszalen, soms ook balzalen genoemd, en dat van de ‘thé dansant’. Rocco neemt voor het eerst deel aan Tony Bruno’s Talentenjacht en start ermee zijn muzikale carrière. Er ontstonden tot in de kleinste dorpen danszalen waar volwassenen dansten op de tonen van een life orkest dat populaire muziek speelde. De accordeon speelde daarbij een belangrijke rol of in vele gevallen zelfs de hoofdrol, zoals in het kwintet van Rocco Granata. Via het circuit van de danszalen ontstond er een markt voor jonge orkesten, dus ook voor Rocco’s band. Ook het fenomeen van de ‘thé dansant’ droeg daar toe bij. Het oorspronkelijk Frans-Marokkaanse fenomeen van het einde van de 19de eeuw waaide in de 20ste eeuw over naar Engeland en de VS om na de Tweede Wereldoorlog ook in Vlaanderen populair te worden. Bij zijn oorsprong was het een dansfeest voor jongeren dat
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
al vroeg in de late namiddag of vroege avond begon. De Franse naam ‘thé dansant’ herinnert eraan dat er thee werd gedronken. In Vlaanderen was de ‘thé dansant’ in de jaren vijftig en zestig van vorige eeuw een samenkomst van jongeren die elkaar wilden ontmoeten en samen dansen op actuele populaire muziek. Geleidelijk ruimde de naam ‘thé dansant’ in Vlaanderen plaats voor de naam ‘jongerenfuif’ of tout court ‘fuif’. Ook de term ‘dancing’ herinnert nog aan ‘thé dansant’. Het liedje Marina van Rocco Granata weerspiegelt perfect de tijdgeest die zich in het populaire fenomeen van de danszaal en ‘thé dansants’ uitte. Jonge mensen zochten elkaar op om in een ontspannen en vrolijke sfeer elkaar te ontmoeten op de tonen van blije, populaire muziek. Koppels werden gevormd. Er ging altijd wel een sfeer van verliefdheid in de lucht. De tekst van Marina over een verliefde jongen die zijn liefde wil uitspreken tegenover Marina die hem eerst niet ziet staan maar nadien toch ingaat op zijn avances, weerspiegelt de zo herkenbare situatie in de ontelbare danszalen van toen. En dikwijls zorgde de muziek ervoor dat de verliefde tieners hun schroom bij de eerste toenadering overwonnen. Marina is niet alleen ontstaan uit die tijdgeest, maar het lied wist tevens op een sublieme manier die tijdgeest te versterken tot vreugde van ontelbare opgroeiende jongeren en volwassenen die al dansend op de tonen van Marina hun tweede jeugd konden beleven. De film Marina capteert perfect die toenmalige tijdgeest, voedingsbodem voor Rocco Granata’s muzikale inspiratie en talent. In de film Marina krijgt de tijdgeest nog een muzikale verschijning via enkele muziekcitaten uit de populaire zangcultuur in Vlaanderen. Het betreft onder andere enkele fragmenten van de toenmalige zeer populaire charmezanger Ray Franky. Zijn liedjes staken in alle jukeboxen. Hij had een hoge, bijna vrouwelijke stem en deed zijn uiterste best om in een zeer ‘beschaafd algemeen Nederlands’ te zingen, wat enigszins kunstmatig klonk. Zijn liedjes hadden een zeer dansbaar, meestal walsritme. Oh Heideroosje is daar een sterk voorbeeld van. Zo weerklinkt in de scène van de komst van de radio in het gezin Granada het lied Thé dansant van Ray Franky. De jonge Rocco Granata vormde weldra de nieuwe, jonge generatie van populaire zangers, met dat verschil dat hij door het succes van zijn eerste plaatje al meteen op het podium van New York stond te spelen. Hij zong in zijn moedertaal, het Italiaans, en legde heel zijn ziel in zijn liedjes die hierdoor een spontane en levendige uitstraling kregen. Tot slot, de film vertelt eigenlijk de geboorte van een wereldlied, ontstaan uit het huwelijk van twee culturen: de Italiaanse cultuur, vertegenwoordigd door Rocco Granata en de Vlaamse cultuur, vertegenwoordigd door Helena. Op het ogenblik dat Rocco de eerste noten van Marina uit zijn accordeon tovert, kijkt hij met zijn hart en geest naar zijn Vlaamse muze van wie hij op dat ogenblik nog de naam niet kent. Via de montage van de slotbeelden toont de film dat Rocco in New York Marina speelt voor zijn Italiaanse vader én zijn Vlaamse vriendin. De film Marina laat ook, steeds via het prisma van het leven van Rocco Granata, zien hoe op het einde van de jaren vijftig de revolutionaire The Sixties aan het doorbreken waren. Met de film bevinden we ons op de drempel van die Sixties. De geest ervan is door niemand minder dan Bob Dylan verklankt in zijn protestsong The Times They Are a-Changin’ (1964). In de vierde strofe evoceert hij de nieuwe ‘veranderende tijden’ die door de jongere generatie worden uitgedragen en die daarbij botsten met de oudere generatie. Come mothers and fathers Throughout the land And don’t criticize What you can’t understand Your sons and your daughters Are beyond your command
Wat dàt in de huiskamers concreet betekende, laat Coninx zien in zowel Soeur Sourire als in Marina. Hier blijkt dat het conflict tussen vader en zoon Granata verder reikt dan alleen maar de huiskamermuren van het gezin. Er is meer aan de hand. Een cultuur is aan het veranderen, onomkeerbaar en noodzakelijk. Ook het protest van de jonge Italiaanse migrant Rocco tegenover de arrogantie van de fils à papa Renaat kadert in diezelfde tijdgeest. Rocco weigert lijdzaam het machtsmisbruik dat steunt
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
43
op oude tradities, te ondergaan. Hij verzet zich en protesteert. Dat geldt ook voor zijn protest tegen de voorzitter van de Raad die de beroepskaarten moet behandelen, en tegen de politie die de schuldige Renaat ongemoeid laat wegens diens ‘hogere’ connecties. Ook de zelfstandige opstelling van Helena tegenover haar vader en tegenover Renaat met zijn rijke ouders getuigt van die ‘veranderende tijden’. De komende vrouwenemancipatie zet hier in en in die zin neemt Coninx in het fictieve personage Helena nog iets mee van het historische personage Jeannine Deckers uit zijn vorige film Soeur Sourire. De jonge vrouw en ‘Zuster Glimlach’ kwam in opstand tegen haar dominante moeder en tegen alle hiërarchische systemen zoals de Kerk en de Staat; ze eiste haar zelfstandigheid als vrouw op. Ze was op haar eentje een Belgische feministe avant la lettre. Daarvan vormt het personage Helena in Marina een filmische echo. Dat geldt vooral op het punt van ‘de straf’. In die periode moest vrouwenemancipatie nog via strijd worden verworven; die strijd werd niet altijd gewonnen. Jeannine Deckers heeft uiteindelijk die strijd verloren na tegenkanting van haar ouders en ‘het systeem’, en ook Helena betaalt een zware fysieke en emotionele prijs voor haar emancipatorisch gedrag.
culturen: rijkdom en beperktheid
De film brengt op een interessante en authentieke manier het wonder van de culturen in beeld. Iedere menselijke cultuur op de planeet is uniek, wat zich manifesteert in de eigen taal, muziek en gewoonten of tradities. Marina brengt in zekere zin een ode aan de rijkdom van de culturen. Het begint al met de eerste beelden waar het eten centraal staat. De vader snijdt de pecorino aan, een van de typische Italiaanse kazen van schaapsmelk (‘pecora’ betekent ‘schaap’). Ook in de scènes met de moeder Ida in De Welvaart staat de eetcultuur centraal. Dat leidt tot grappige situaties. Ze bestelt pecorino, maar mijnheer Somers verstaat het eigenlijk niet. Hij hoort ‘pecorini’ en legt al gauw de link
44 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
naar ‘pepperoni’. De moeder geeft het uiteindelijk op en bestelt “1 kilo witloof” in het Nederlands. Iedere cultuur heeft zijn eigen keuken. En het is duidelijk dat wanneer culturen elkaar ontmoeten, de rijkdom van eetculturen worden uitgewisseld. Zo heeft mijnheer Somers zich al aangepast. Hij heeft weliswaar nog geen ‘pecorino’, maar wel al “gedroogde tomatos”. Die verrijking door uitwisselende culturen gebeurt ook via de muziek, daarvan levert Marina het levende bewijs. De rijkdom van elke cultuur heeft ook een schaduwzijde. Ieder cultuur kent haar beperktheid. Culturen verrijken niet alleen elkaar, ze botsen ook met elkaar, vooral dan op het niveau van sociale omgang. Daar spelen vooroordelen een hoofdrol. Dat blijkt in Marina vooral uit de neerbuigende houding van Renaat en mijnheer Somers tegenover ‘de vreemdelingen’ die ze toch maar als tweedeof derderangsburgers beschouwen. Die bevinden zich onderaan de maatschappelijke ladder. In de film wordt dat een beeldspraak: Salvatore werkt in “de put”, letterlijk onder de grond, en ook Rocco die op leercontract werkt in de garage, staat letterlijk in de smeerput, terwijl de hautaine Renaat op hem neerkijkt. Rocco’s vader, Salvatore, ervaart de vooroordelen tegenover ‘de vreemdelingen’ op zijn manier heel sterk na zijn ongeval. Hij voelt dat hij niets waard meer is. In zijn wanhoop wil hij terug naar zijn Italiaans geboortedorp. Voorheen had hij trouwens al aan Rocco duidelijk gemaakt dat hij zich geen illusies moest maken in verband met een mogelijke relatie met de Vlaamse Helena: “Wij hebben onze manier van doen. We hebben onze tradities en onze taal. De mensen zijn hier anders, niet zoals wij.” Voor de vader van Rocco, maar ook voor mijnheer Somers en Renaat zijn tradities een zwaartekracht waaraan niet te ontkomen valt, iets statisch dat niet verandert. Soms worden die tradities ook in wetten gegoten waardoor ze nog statischer worden, wat blijkt uit de confrontatie van Rocco met de Raad van de beroepskaarten en zijn confrontaties met de politie. Voor Rocco, maar ook voor Helena is dat anders: gewoonten en tradities kunnen wijzigen. Zij willen die in beweging brengen, maar, zo ervaren ze, dat loopt helemaal niet van een leien dakje. Culturen kennen immers vooroordelen die vooral in de omgang met vreemden gemakkelijk als vastgeroeste ideeën optreden. Dat komt, zoals blijkt uit de film, vooral aan het licht wanneer een lokale, autochtone bevolking plots en onvoorbereid wordt geconfronteerd met een grote groep van immigranten. Die kunnen de cultuur van hun land zomaar niet achterlaten, zij brengen die mee: hun taal, hun eetgewoonten, hun muziek, hun religie enzovoort. De migratie van de Italianen naar de Belgische mijnstreken is niet de eerste in de geschiedenis. Culturen zijn geen vaste substanties, het zijn bewegende gehelen. Een van de belangrijkste factoren waardoor culturen evolueren, is de migratie. Ze is zo oud als de mensheid zelf. De Europese culturen zijn immers het resultaat van verschillende grote migraties. Dat is vandaag niet anders. Na de Tweede Wereldoorlog vormt de migratie een belangrijke, economische stuwkracht. De Belgische regering had veel arbeidskrachten nodig om de mijnen te ontginnen en vond in eigen rangen geen arbeiders. Zo zijn de Italianen hier mee de welvaart van de Belgische burgers komen opbouwen. Wanneer de toestroom van Italiaanse arbeiders stopte, werden de arbeiders uit Turkije en Marokkko aangetrokken. De film Marina bekijkt het fenomeen van de migratie niet vanuit statistische of zuiver theoretische hoek. De film kiest voor het perspectief van een kind dat van vandaag op morgen in een andere wereld terechtkomt. Waar hij de ene dag speelt in zijn vertrouwde omgeving waar hij wordt gewaardeerd, bevindt hij zich ’s anderendaags in een omgeving waar hij niets herkent, waar hij met zijn moedertaal niets kan aanvangen en waar hij, zoals blijkt uit de scènes op school en in De Welvaart, als een vreemdeling wordt vernederd of als “een zigeuner” (Renaat) wordt aanzien of als “Italiaantje” (Helena) wordt aangesproken. Het verhaal van Marina is een cultuurverhaal met de migratie als hefboom die heel wat vertrouwde dingen in beweging brengt, zowel voor de ‘allochtone’ Italianen als voor de ‘autochtone’ Vlamingen. In dit perspectief evoceert de film een succesverhaal. In Belgisch Limburg is de uiteindelijke integratie van ‘de Italiaanse gastarbeiders’, zoals ze eerst werden genoemd, uiteindelijk organisch verlopen. De kleine schermutselingen die zich in de eerste jaren voordeden en zoals ze in de film Marina ook voorkomen, bleken kinderziekten te zijn. Beide groepen leerden met elkaar opschieten, respecteren en ondersteunen. Daarvan getuigt de film Marina. Het personage van Rocco leert te laveren tussen de verschillende moeilijkheden en hij vindt zijn weg door zich enerzijds aan te passen en anderzijds trouw te blijven aan zijn eigen levensdroom. Rocco overtuigt zijn moeder om zijn voorbeeld te volgen: zich te integreren in de nieuwe situatie en niet meer in België te doen alsof ze toch nog in
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
45
hun geboortedorp wonen. Rocco’s moeder wil Nederlands leren en spreken. In een belangrijk gesprek tussen Rocco en zijn moeder wanneer hij in de nacht thuiskomt na een van zijn optredens, zitten beiden eerst nog tegenover elkaar. Ook in de beelden blijven ze afzonderlijk, ze zijn via de bekende techniek shot-tegenshot — ook nog genoemd: shot reverse shot of shot/countershot — gefilmd maar op het einde van het gesprek zijn Rocco en zijn moeder samen in één shot te zien. Dat wijst op de verstandhouding die beiden op het einde verenigt. Rocco weet zijn moeder te overtuigen met zijn argumentatie: Hier zijn we vreemdelingen. Je weet hoe dat is wanneer je gaat winkelen en iets wil kopen. Het is alsof niemand je ziet en je niet bestaat. Wanneer ik op het podium sta, (hij lacht) dan zien ze mij, dan voel ik me belangrijk. Moeder, we kunnen niet voor altijd vreemdelingen blijven. We kunnen niet... (Moeder glimlacht instemmend)
De moeder zet belangrijke stappen: ze gaat winkelen en spreekt Nederlands; ze bestelt ook witloof. En zelfs mijnheer Somers zet de eerste stappen naar het Italiaans. Hij wil Italiaanse producten in zijn winkel verkopen. En op het einde, na de hele situatie met de verkrachting van Helena door de Belg Renaat, ziet hij ook wel in dat hij onterecht vanuit zijn vooroordelen tegenover Rocco heeft gehandeld. Hij is dan ook bereid het plaatje van Rocco in zijn winkel te verkopen en een gesigneerd exemplaar naar Helena in de VS te zenden. Hij blijkt ook mee te leven met het succes van Rocco want ook hij luistert naar de rechtstreekse uitzending vanuit New York. Het filmportret van mijnheer Somers verbeeldt de geleidelijke evolutie van de Limburgse autochtonen naar een positieve samenleving met de Italiaanse allochtonen. In zijn autobiografie herinnert Rocco Granata zich in die zin het volgende nadat hij noteert dat “zijn moeder alleen Italiaans” sprak. “Het was ook niet nodig de taal te leren, alle Belgische winkeliers spraken toen Italiaans.” [R: 58] Via het filmportret van de moeder die Nederlands spreekt met mijnheer Somers en vooral van Rocco en Helena die elkaars taal leren, herinnert de film aan de bijna organische samenleving die is ontstaan tussen de allochtonen en autochtonen in de Limburgse mijnstreek. En het unieke Nederlands dat Rocco Granata spreekt en dat door Matteo Simoni perfect is geassimileerd, is daarvan nog het meest sprekende bewijs. De unieke mix van Italiaanse en Nederlandse klanken, woorden en zinnen maken van Rocco’s eigen taal een unieke muziek en poëzie. Dat geeft aan de film een heel eigen zonnige en tevens sympathieke klankkleur. De film laat ook duidelijk zien dat de huisvestigingspolitiek in die intigratiebeweging een hoofdrol heeft gespeeld. Weliswaar belandt het gezin Granata eerst in de barakken. Maar Coninx situeert betekenisvol de overgang van de kindertijd naar de tienertijd van Rocco uitgerekend via de verandering in woonst. Bij de verschijning van de tiener Rocco woont het gezin niet meer in de barakken, maar in een mooie burgerwoning. Op deze beeldende manier verwijst Coninx terecht naar het unieke Limburgse huisvestigingsconcept van de tuinwijken, geïnspireerd op het Engelse model van Ebenezer Howard die in 1898 het concept van de tuinstad en tuinwijk ontwikkelde als antwoord op de ongezonde en slechte woonsituatie van de industriële arbeiders. Howard zelf werd geïnspireerd door het in 1887 gestarte project Port Sunlight in het Engelse Merseyside, Cheshire. (Lucey, 1973) De zeepproducenten Lever Brothers wilden dat hun arbeiders humaan konden wonen. Ze vonden dat dit ook in hun voordeel was: de arbeiders werden minder ziek en voelden zich meer verbonden met het bedrijf. William Lever bewaakte zelf de planning en de uitvoering van het tuindorp, tevens een modeldorp, voor zijn arbeiders. Daarbij werden sommige huizen trouwens in Vlaamse stijl gebouwd met uit België geïmporteerde bakstenen. Het argument van de positieve binding van de arbeiders aan het bedrijf waar ze werken via de huisvestiging motiveerde ook de mijndirectie in Limburg om voor het model van de tuinwijk te kiezen. In zijn autobiografie verwoordt Rocco Granata zijn positieve herinneringen aan de ouderlijke woning in de Kwikstaartstraat 6 in de tuinwijk te Waterschei als volgt: Toen wij in de tuinwijk van Genk gingen wonen, kon deze zich zeker meten met Port Sunlight. Ik was trots op de buurt en in mijn herinnering bleven de huisjes zoals ze waren toen wij er woonden. Maar helaas, niemand heeft erop toegezien dat het mooie ontwerp bewaard bleef toen de huisjes later door de mijn verkocht werden. Het is een ramp om te zien wat daar nu nog van geworden is. [B: 60]
46
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
gezin en talent
In de film Marina staat het gezin centraal: van het openingsbeeld met de vader en de zoon, en het slotbeeld, ook met de vader en de zoon. Daarbij evolueert het hoofdpersonage van een kind van acht à tien jaar tot een tiener van 16 à 19 jaar. Op het eerste zicht oogt Marina als een coming of age-film. Het Engelse ‘coming of age’ duidt op de overgangsperiode van de kindertijd naar de volwassenheid, wat klassiek ook nog ‘de puberteit’ wordt genoemd. De klassieker van filmverhalen in het coming of age-genre is Stand by me (1986) van Rob Reiner naar het boek The Body van Stephen King. De recente film Mud (2012) van Jeff Nichols, vertoond in de zomer 2013 in een aantal Belgische bioscopen, is eveneens een duidelijk coming of age-drama. In beide gevallen gaat het telkens over een voorval waardoor opgroeiende tieners met ‘het leven zoals het is’ en dus met zichzelf worden geconfronteerd. Hierdoor overschrijden ze dan voor het eerst de drempel die hen op weg zet naar de volwassenheid. In Marina is dat enigszins anders. Reeds in de eerste sequenties zet vader Salvatore zijn zoon, nog een kind, op de drempel van de volwassenheid. Hij stelt hem aan tot het hoofd van het gezin die in het bijzonder op zijn moeder moet letten. Het voorval van de plotse migratie naar het Belgische mijngebied versterkt bij de kleine Rocco nog eens het besef van te moeten participeren in de wereld van de volwassenen. Hij ontdekt in de barakken dat zijn vader hem heeft voorgelogen over de voorziene terugkeer naar hun geboortedorp in Italië. Hij komt te weten dat die terugkeer nooit zal doorgaan. Eens hij dat inzicht heeft aanvaard, besluit hij zijn eigen weg te volgen, die van de accordeon. De uitvalbasis van de weg die Rocco volgt, is die van het gezin. Zijn vader en zijn moeder vormen de bakens van zijn weg. Zij omringen hem met liefde en zorg. Rocco heeft een bijzonder sterke band met zijn ouders en die blijft ook ongeschonden. Dat gegeven is atypisch voor een coming of age-story. Daar verdwijnen de ouders meestal van het podium. Hier niet. In de uitwerking van het verhaal blijkt dat het gezin voor Rocco niet enkel als een geborgen nest werkt. Het gezin is ook de plaats van de strijd van de kinderen om hun eigen positie te veroveren. Rocco beweegt ten aanzien van zijn ouders voortdurend op de grens tussen liefde en begrip enerzijds en conflict en strijd anderzijds. De veerkracht van het gezin toont zich in de ruimte die wordt geschapen waarbij de ouders van Rocco en Rocco zelf samen een weg afleggen die ze vooraf zelf niet kunnen plannen. Ze bevinden zich immers in een omgeving waarop ze zelf geen vat hebben. Ze zijn immers samen Italiaanse migranten en moeten samen hun weg vinden. Daarbij stippelt de vader een duidelijk parcours uit voor zijn tiener Rocco: absoluut geen mijnwerker worden (“tu non entrerai mai in una miniera”), maar een stiel leren. Rocco gaat daar uit liefde voor zijn ouders gedeeltelijk in mee, maar ook niet helemaal.
47 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Marina gaat inderdaad veel verder dan een coming of age-verhaal. De film brengt immers een verhaal van een sterke persoonlijkheid die al van kleins af aan de weg volgt van zijn muzikaal talent. Zijn vader verzet zich daar niet tegen, in tegendeel: de vader koopt Rocco’s geliefde instrument, de accordeon en Rocco mag zonder problemen muzieklessen volgen. Het conflict draait alleen over een carrière als muzikant of muziek als hobby, een surplus in de vrije tijd (“un passatempo”). De vader bedoelt het goed: hij wil dat zijn zoon Rocco een verzekerd inkomen heeft waarop hij zijn toekomst kan bouwen. In dat conflict botsen geld en talent met elkaar. Na de eerste confrontatie met de politie die de boete voor Rocco komt afgeven aan de voordeur, discussiëren Rocco en zijn vader over geld verdienen. Op zeker ogenblik zegt Rocco tegen zijn vader: “Ma perché dobbiamo sempre parlare di soldi? I soldi non sono tutto.”(Waarom spreekt je altijd over geld? Geld is niet alles). Het is een leidmotief niet alleen van het filmpersonage Rocco, maar ook van de echte Rocco Granata. In het recente Humo-interview zegt hij: “Ik weet niet hoeveel geld ik ooit verdiend heb…Ik heb geen enkele kijk op mijn geld. Geld betekent niets, kameraad. Liefde, gezondheid, goede vrienden, mijn kinderen, dat is alles voor mij.” (Humo, p. 135) Marina brengt filmisch een ode aan de waarde van het talent als het kostbaarste bezit waarmee een mens een eigen en unieke persoonlijkheid verwerft. Door de kracht van zijn talent en het geloof erin weet Rocco zijn vader die hij bijzonder liefheeft, toch te trotseren zonder een definitieve breuk te veroorzaken. In het einde van de film monden die twee krachten, de liefdevolle verbondenheid met het gezin en de ontplooiing van het eigen talent, uit in een bevochten synthese. De verzoening is geen geschenk dat uit de hemel komt gevallen, maar het resultaat van een intense dubbele strijd: de strijd tegenover elkaar en de innerlijke strijd, het gevecht met zichzelf. De verzoening op het einde vormt geen goedkoop happy end. Daarvan getuigt de traan van Helena: een traan van verdriet én geluk tegelijkertijd over de afgelegde weg.
het collectieve geheugen
Marina is een hoogst belangrijke film omdat die vormt geeft aan een zeer belangrijk hoofdstuk van het recente Belgische mijnverleden in het algemeen en dat van de Provincie Limburg in het bijzonder. Het is de eerste langspeelfilm die dat verleden terug tot leven wekt en dat op een artistiek verantwoorde, maar ook historisch authentieke wijze. Dat blijkt uit de volgende elementen die ieder op zich de aandacht waard zijn. Sommige punten zijn al eerder aangeraakt. Een eerste element betreft de authentieke filmlocaties in de mijnstreek van Limburg (zie daarover p. 21-23). Bijzonder is onder andere de beeldende verwijzing naar de historische tuinwijken met de locatie van de authentieke mijnwoning waar de opnames met het gezin zijn gedraaid.
48 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Een tweede element is de historische verankering van het filmverhaal in het Italiaanse mijnwerkersgezin Granata. Het is immers een bijzonder biografisch verhaal dat in grote mate representatief is voor de duizenden Italiaanse mijnwerkers en hun gezinnen in de jaren vijftig van vorige eeuw. Die representativiteit werd trouwens al eerder belicht. Dat gebeurde namelijk in de internationale tentoonstelling Manifesta 9 (The Deep of the Modern), The European Biennal of Centemporary Art (2 juni-30 september 2012). Deze prestigieuze tentoonstelling vond plaats in het oude, monumentale mijngebouw te Waterschei (André Dumontlaan), ook één van de authentieke Marina-locaties. De sectie van de tentoonstelling met de titel ’17 Ton’ vormde het erfgoedluik. Via documentaires, installaties en documenten allerhande werd onder andere getoond hoe “de herinnering aan de mijnbouw opduikt in diverse vormen van cultuur, inclusief de mode en muziek” (zie: http://manifesta9.org/media/uploads/files/Manifesta9_Newspaper_Download.pdf). Nummer XII van die sectie stond helemaal in het teken van Rocco Granata. De officiële toelichting vermeldt: “Installatie met jukebox, vespa, accordeon, archieffoto’s, documenten, LP’s.” (zie: idem). De digitale catalogus bevat een kort beeldinterview met Rocco Granata over de compositie van Marina (zie: http://catalog.manifesta9.org/en). De film Marina breidt die installatie in de erfgoedsectie van Manifesta 9 uit, brengt ze tot leven en maakt ze toegankelijk voor ontelbare toeschouwers in het heden en de toekomst. Een derde element is de historische verankering in de naoorlogse mijngeschiedenis van België. Dat gebeurt vooral in de scènes met de vertegenwoordigers van de staat of de mijndirectie zoals in het deel met de barakken, de sequenties met de politie, die rond de beroepskaart en die rond het mijnongeval van de vader. Daarnaast last Coninx via de radio de herinnering in aan de historische mijnramp van Marcinelle, de grootste uit de Belgische geschiedenis en een van de grootste uit de Europese mijngeschiedenis. De ramp gebeurde op 8 augustus 1956 in de kolenmijn Le Bois du Cazier bij Marcinelle, ten zuiden van Charleroi. De Limburgse mijnwerkersgezinnen, ook de Granata’s, vernemen het nieuws via de radio: “Er zijn 262 mensen gestorven, 136 Italianen en 95 Belgen.” Na het nieuws verzamelt iedereen uit de buurt op het plein aan de mijn. Ook mijnheer Somers en zijn dochter Helena. Dat tafereel, gefilmd in een hoog vogelperspectief, groeit uit tot een stille wake waarin de gedachtenis aan de slachtoffers, niet alleen van Maricinelle, maar van alle grote en kleine mijnongevallen, centraal staat. Hier wordt de film voor een ogenblik een in memoriam. Door het grote aantal figuranten die voor dat tafereel zijn opgeroepen, kan de toeschouwer zich ook direct een menselijke voorstelling vormen van het aantal slachtoffers in Marcinelle. Anders verdwijnen de slachtoffers achter cijfers. Ook via de radio verwerkt Coninx het volgende historische feit: “De emigratie van de Italiaanse gastarbeiders is gestopt op 8 augustus 1956 tot er meer duidelijkheid komt over de veiligheidssituatie.“ Dat is niet onbelangrijk want na dat ongeval kwam de Italiaanse emigratie naar België tot stilstand en doofde uit; daardoor moedigde de Belgische regering de emigratie uit Turkije en Marokko aan, waarvan de gevolgen dagelijks merkbaar zijn in de centrumsteden van Vlaanderen, Brussel en Wallonië. Ook in de scholen van vooral de centrumsteden zijn de gevolgen van die nieuwe emigratie die toen is ingezet, voor iedereen zichtbaar. Zo spreekt men over witte en zwarte scholen. In Nederland noemt men een school zwart als 70 % van de leerlingen van allochtonen origine zijn.
6 Essay
49 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Het mirakel van marina
Eerst Rocco en dan Tony Bruno nemen het woord mirakel in de mond. Het slaat telkens op het eerste plaatje van Rocco met A-kant Manuela en B-kant Marina. Wat houdt dat mirakel van Marina in? Meer dan het succes dat ermee gepaard gaat, meer dan op het eerste zich lijkt. Het is Jacky die in de film de boodschapper is van het mirakel. Op het ogenblik dat Rocco zelf geen andere uitkomst meer ziet dan zelf in de mijn te gaan werken na het arbeidsongeval van zijn vader Salvatore, op het ogenblik dat hij voor het eerst echt ‘in de put’ zit, komt Jacky hem het goede nieuws melden dat de eerste 300 exemplaren van Manuela-Marina de deur uit zijn. Het onverhoopte begin van Rocco’s succesrijke start. Het mirakel van Marina is inderdaad echt gebeurd. Voor de negentienjarige Rocco Granata realiseerde Marina in 1959 zijn “American Dream” waarvan hij nooit zelf had durven dromen. Hij zou al blij geweest zijn met een contract als muzikant en componist, dat hem een inkomen kon bezorgen voor hemzelf, zijn ouders en zijn zusje Wanda. Maar Marina bezorgde Rocco meer dan dat; het plaatste hem op slag op het wereldpodium en lanceerde zijn muziekcarrière als zanger-componist en muziekproducent. Een carrière die, nu Rocco Granata vijfenzeventig is geworden, nog steeds voortduurt. Een dergelijke vliegende start komt maar zelden voor in de geschiedenis van de internationale muziekindustrie. Het mirakel van Marina had niet alleen betrekking op Rocco Granata persoonlijk. De reikwijdte ervan strekte zich ook uit op het vlak van de sociale beeldvorming. Alles speelde zich af op het einde van de jaren vijftig van vorige eeuw. Vandaag lijkt het moeilijk voorstelbaar dat de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog toen nog zeer voelbaar waren in Europa. Er waren immers de winnaars en de verliezers. De Duitsers waren de verliezers. Na de oorlog waren zij niet erg ingenomen met de Italianen ofschoon net zoals in de Belgische mijnstreken ook in de West-Duitse industriegebieden heel wat Italiaanse ‘gastarbeiders’ aan het werk waren. De Duitsers keken neer op de Italianen als ‘verraders’. Dat vooroordeel smolt geleidelijk weg als sneeuw voor de zon door de impact van de Italiaanse zangers in de Duitse hitparades. In zijn autobiografie Mijn leven vertelt Rocco Granata over wat een wetenschappelijk artikel schreef over de vooroordelen van de Duitsers tegenover de Italianen. In het algemeen moest de Duitse bevolking al niets hebben van Italianen. Ze noemden hen verraders omdat ze zich in de oorlog, nadat Mussolini eerst het Duitse kamp gekozen had, onder Badoglio in 1943 bij de geallieerden aansloten. Men noemde hen Badoglio-verraders. De meesten van hen wisten niet wie Badoglio was. Ik trouwens ook niet. Maar volgens een sociaalwetenschappelijk artikel kwam ‘aan dat vooroordeel een einde en het beeld dat men had van de Italianen werd vervangen door een romantisch beeld belichaamd door Vico Torriani, Caterina Valente en Rocco Granata. Zij waren de populairste artiesten in Duitsland en door hen pasten de Duitsers hun beeld van de Italianen aan. Later ontdekten de Duitsers Italië als favoriet vakantieland en waren alle vooroordelen definitief van de baan.’
En Rocco Granata besluit: “Wat een eer voor mij.” [B: 41-42]
De vaststelling waar Rocco Granata hier zelf naar verwijst, kunnen we in zekere zin het mirakel van Europa noemen. Nog eerder dan de politici, sloopte de muziek de muren, gebouwd met stenen van vooroordelen, die de Europese volkeren van elkaar scheidden. Marina was een van die grote hamers waarmee de muren werden gesloopt; met zijn muziek hielp Rocco Granata mee de hoeksteen leggen van het moeizaam op te bouwen huis van het eengemaakte Europa. Dat mirakel leert dat niet zozeer politici de bouwers van een aangemaakt Europa zijn, maar dat het evenzeer muziekmensen zijn zoals Rocco Granata. Zij zijn onmisbaar om de weg te effenen voor de politici.
50
Helemaal in diezelfde lijn bracht het mirakel van Marina ook de Italiaanse ‘gastarbeiders’ in Limburg en via Rocco ook Limburg zelf op het internationale voorplan. Wat Rocco al op zijn eentje had gedaan, namelijk ‘allochtonen’ en ‘autochtonen’ samenbrengen in zijn kwartet Il Quintetto Internazionale, deed Marina nog op een grotere schaal. Het liedje en het succes ervan brachten beide bevolkingsgroepen dichter bij elkaar. Dat laat de film zelf trouwens goed zien. Het fictieve personage
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
mijnheer Somers vertegenwoordigt de doorsnee Vlaamse ‘autochtoon’. In het begin moet hij niets weten van ‘de Italianen’ ook al zijn het goede klanten in zijn kruidenierswinkel. Hij dreigt zelfs Rocco af omdat die “zijn dochter lastig valt”. Maar hij evolueert. Hij wil mee de eerste plaatjes van Rocco helpen verkopen en op het einde volgt hij ontroerd op de radio het live concert van Rocco in New York. Het succes van Marina hielp mijnheer Somers en met hem ontelbare reële Limburgers en andere Vlamingen fier te zijn over hun ‘vreemdelingen’. Die werden nu een van hen. Anno 1959 hielp Marina in grote mate het zelfrespect van de Limburgers in het algemeen opkrikken. De provincie Limburg werd toen in België immers gezien als ‘de vergeten provincie’ waar de andere Vlaamse provincies op neerkeken. Mentaal beschouwden ze Limburg als ‘het buitenland’. Het mirakel van Marina onthult iets wat gemakkelijk wordt over het hoofd gezien. We doelen hier op de cultuur als onmisbare positieve, constructieve kracht in de ontwikkeling van een humane samenleving. Economie is zeer belangrijk. Geen maatschappij waarvan de bewoners niet willen werken, maar wel goed willen leven, kan overleven. Maar anderzijds vertolkt Rocco in de film een belangrijke gedachte tegenover zijn vader Salvatore. “Geld is niet alles.” Zijn vader wil immers dat Rocco een stiel leert waarmee hij later goed zijn brood zal kunnen verdienen. Salvatore gelooft niet dat zijn zoon met zijn accordeon ooit voor een goed inkomen zal kunnen zorgen. Hij is terecht een bezorgde vader die keihard in de gevaarlijke mijn afdaalt tot zo’n 1100 meter onder de grond om zijn gezin te kunnen onderhouden en ervoor te zorgen dat zijn kinderen het later beter zal hebben dan hijzelf. Rocco drukt tot tweemaal toe in de film uit hoezeer hij het werk van zijn vader in de mijn waardeert. Dat gebeurt bijvoorbeeld in het slottafereel. Tegelijkertijd relativeert Rocco het standpunt van zijn vader en volgt ook trouw de weg van zijn muzikaal talent. Geen enkele inspanning schrikt hem af. Hij past zich als kind direct aan aan zijn nieuwe omgeving, hij leert Nederlands spreken en zoekt contact met de plaatselijke bevolking ook al loopt dat al eens verkeerd af, maar hij zet altijd door en spant zich in om zijn instrument beter en beter te bespelen. Uit die onbreekbare wil wordt zijn Marina geboren. Bij Rocco staat de cultuur centraal. Dat is de populaire wereld van de muziek die de schoonheid in de kleine dingen en gebeurtenissen bezingt. Die cultuur brengt mensen samen, maakt hen blij en breekt de schotten tussen hen af. Dat creatieve werk van de cultuur verzoent mensen. De film laat dat zien in zijn prachtige finale. Het mirakel van Marina is veelzijdig. Het heeft vele kanten, maar de belangrijkste is misschien wel de algemeen-menselijke. De humane kant, of beter de humaniserende kant. De film van Coninx toont hoe de muziek van mensen betere mensen maakt. Ze tovert een glimlach op hun gezichten. Rocco kan zich kwaad maken, hij kan tegenover onrecht protesteren en zijn mannetje staan. Maar in vergelijking met iemand als Renaat die muziek haat en zijn sportwagen zijn belangrijkste bezit noemt, gaat Rocco wel beschaafd en teder om met Helena. En Helena zelf voelt zich door Rocco’s muziek geïnspireerd om als jonge vrouw te groeien en te evolueren. Eerst noemt ze Rocco vanuit de hoogte ‘Italiaantje’, maar geleidelijk beschouwt ze hem als haar beste vriend. Ze delen immers samen de liefde voor de muziek, bron van creativiteit en hierdoor van positieve, menselijke energie, onmisbaar cement om een maatschappij mee op te bouwen waarin het voor alle burgers goed is om te wonen en te werken. Dàt is het echte mirakel van Marina.
51 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
52 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
7 Pedagogische verwerking met werkbladen Uit de voorgaande hoofdstukken moge duidelijk geworden zijn dat de film Marina in menig opzicht meer dan de moeite waard is om in te zetten in opvoeding en vorming. Dat kan gebeuren in scholen, maar het kan ook in groepen van volwassenen, van ouderen die willen reflecteren over hun eigen collectieve verleden. Voor al wie met jongeren de film willen bekijken, beleven en nadien verwerken in het kader van een les- en of schoolproject, noteren we hier enkele mogelijkheden. Die suggesties hier dienen als inspiratiebron om eventueel nog andere positieve mogelijkheden te ontdekken om de film te integreren in het leer- en vormingstraject dat iemand als leerkracht of dat een team van leerkrachten wil realiseren. Ter ondersteuning van de educatieve inzet van de film in het leer- en vormingsproces van jongeren en volwassenen, bevat het educatieve dossier in de eerste plaats de nodige informatie en het achtergrondmateriaal voor de school en haar leerkrachten, alsook voor vormingswerkers die hun doelpubliek willen begeleiden in het bekijken en verwerken van de film. Met het dossier zijn ze toegerust om de filmvertoning voor te bereiden op maat van het eigen publiek en in relatie tot de beoogde doelstellingen. In het onderwijs kunnen die doelstellingen slaan op een vakoverschrijdend project of een afzonderlijke les. In de vormingssector kunnen die doelstellingen slaan op een eenmalig project met een vertoning en een nabespreking of op een gefaseerd project.
onderwijs: doelpublieken
Marina is een toegankelijke speelfilm die rechtlijnig een verhaal over een opgroeiende migrantenjongen in beeld en klank brengt. Dat betekent dat de film zeker voor alle graden van het algemeen en technisch secundair, het kunstsecundair en het beroepssecundair onderwijs geschikt is. De identificatie met de hoofdpersonages heeft wegens het coming of age-aspect een lage drempel en de leerlingen van de diverse graden zullen eigen aanknopingspunten vinden. Iedereen zal zeker met eigen ogen de relatie en de spanning tussen het hoofdpersonage Rocco en zijn vader met aandacht volgen. Bovendien worden alle leerlingen met het fenomeen van de multiculturele samenleving geconfronteerd, direct en/of indirect. Tegelijkertijd kan de prominente aanwezigheid van de muziek heel wat jongeren aanspreken. Het hoofdpersonage kan voor hen ook als een rolmodel werken. Het technisch en beroepssecundair onderwijs kunnen aanknopingspunten vinden in het feit dat het hoofdpersonage ‘op leercontract’ gaat werken in een garage, terwijl het kunstsecundair onderwijs met bijzondere interesse het hoofdpersonage volgen van de muziekles tot het optreden. In de optiek van het algemeen secundair onderwijs zijn de aspecten cultuur en taal op een boeiende manier verwerkt in het verhaal.
voet-en
Vakoverschrijdende leerprojecten met de film Marina in een hoofdrol situeren zich binnen de VOET-en — zie het beleidsdocument: Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV), VOET@2010. Nieuwe vakoverschrijdende eindtermen voor het secundair onderwijs. Brussel: 2009. Dat kan verantwoord gebeuren in het licht van drie van de zeven voorziene contexten in het genoemde beleidsdocument. Het betreft: Sociorelationele ontwikkeling Publiek-juridische samenleving Socioculturele samenleving Deze contexten zijn niet graadgebonden. Marina biedt een forum om binnen die drie contexten de volgende accenten te leggen en uit te werken. Het zijn: Emigratie en integratie Omgaan met vooroordelen De sociale waarde van vriendschap
Marina
-
Educatief basisdossier
53 -
Sylvain De Bleeckere
Democratische wetten en rechtvaardigheid De muzische cultuur Het collectieve geheugen Mondialisering
Daarnaast bezit de film ook een meerwaarde in het kader van wat het genoemde beleidsdocument de gemeenschappelijke stam van de VOET-en noemt. Daaronder verstaat het beleid eindtermen die toepasbaar zijn in alle opvoedings- en onderwijsactiviteiten van de school. Tot die gemeenschappelijke stam horen een aantal basiscompetenties. Enkele daarvan zijn bijzonder relevant in het licht van de film. Het zijn: communicatief vermogen (de taal) creativiteit (de muziek) empathie (zich inleven in andere culturen) esthetische bekwaamheid (muziekinstrument bespelen, componeren) verantwoordelijkheid (de vader) zelfbeeld (de vader, de zoon, de autochonen, de allochtonen) samenwerken (het kwintet) initiatief (Rocco) De film en de verwerking van de film in een educatieve schoolcontext onderbouwt deze competenties door: Door het portret van het hoofdpersonage dat communiceert via diverse media. De aandacht voor de communicatieve en emotionele betekenis van taal. De tekening van het gezin als bakermat voor de existentiële ontwikkeling van de persoonlijkheid van het kind en de tiener. De analyse van de werking van vooroordelen die werkzaam aanwezig zijn in culturen. De authentieke evocatie van een belangrijk hoofdstuk van het collectieve geheugen. De integratie van kunst (vooral muziek) in het portret van het hoofdpersonage. De geloofwaardige uitwerking van een blijvend inspirerend model van een multiculturele samenleving. De gedegen uitwerking van de ethische thema’s verantwoordelijkheid en rechtvaardigheid.
54
muzische vorming
De film Marina reikt tevens een sterke impuls aan in het kader van de muzische vorming in het secundair onderwijs. De auteur Guy Verzele heeft in zijn boek Geen school zonder Muze. Muzische creatieve vorming in het secundair onderwijs (2005) uitvoerig de kansen voor muzische vorming voorgesteld vanuit de leerplannen van de tweede en de derde graad van alle geledingen van het secundair onderwijs. Daarbij vormt een van de rode draden ‘het leren kritisch en begrijpend omgaan met beelden, van plastische kunsten, tot fotografie en film’. Marina is door zijn even eenvoudige als professionele cinematografie ideaal voor een introductie in de beeldtaal van de film. Dit educatief dossier gaat daar uitvoerig op in. Daarnaast biedt de film Marina heel specifiek een ideale impuls voor een van de specifieke doelstellingen van de muzikale opvoeding. Het leerplan muzikale opvoeding tweede graad ASO voorziet als doel “de productie en reproductie van muziek binnen een technische, markteconomische context kritisch onderzoeken”. Marina handelt vanuit het concrete historische voorbeeld van Rocco Granata over de reproductie van populaire muziek in de jaren vijftig en zestig van vorige eeuw, de periode waarin de populaire muziek reproduceerbaar en toegankelijk werd voor iedereen. Daarbij kan het boeiend zijn om de productieomstandigheden van het lied Marina als wereldhit anno 1959 te vergelijken met de productieomstandigheden van populaire muziek vandaag, in het bijzonder met de digitale reproductiemogelijkheden via youtube, sociale media enzovoort.
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
collectieve geheugen
De film biedt heel in het bijzonder een ideale impuls om het collectieve geheugen omtrent het fenomeen migratie in relatie tot de uitbouw van de huidige, Belgische welvaartssamenleving uit te diepen. Die uitdieping kan verder reiken dan alleen maar de vertoning van de film en de verwerking ervan in de school en de lessen. De film kan namelijk de opstap vormen voor een outdoor schoolproject met de klemtoon op de exploratie van het boeiende Limburgse mijnerfgoed. Zie pp. 2123 én de website www.mijnerfgoed.be . De film is immers opgenomen op diverse belangrijke mijnlocaties zoals die van Beringen-Mijn en Genk-Waterschei. In een dergelijke eendaagse studiereis kan zeker het Museum van de Mijnwerkerswoning worden bezocht waar de opnames gebeurden met het gezin Granata. Ook het bezoek aan de permanente tentoonstelling The Sixties in het Domein Bokrijk past perfect in een dergelijk outdoor project. Aan de hand van zeventien thema’s kunnen de leerlingen ervaren hoe de Vlaamse gezinnen (hun grootouders) tijdens de jaren zestig leefden: gastronomie, mode, muziek, sport…: http://bokrijk.be/nl/de-sixties/de-sixties.aspx. Dergelijk outdoor project is niet alleen zinvol voor scholen van de provincie Limburg, maar zeker ook voor die van andere provincies voor wie het mijnerfgoed een blinde vlek in het collectieve geheugen is. Op het niveau van de individuele vakken en lessen kan de film zinvol worden geïntegreerd als leerimpuls in vakken die taal, geschiedenis, burgerzin, ethische vorming, muzische vorming, levensbeschouwing en zingeving, op de agenda hebben staan.
de voorstelling van de werkbladen
De tweezijdige en niet genummerde werkbladen zijn afzonderlijke units waaruit iedere leerkracht zelf een keuze kan maken in functie van de concrete doelstellingen van het project, de lessenreeks of de afzonderlijke les. Men kan de werkbladen recto verso uitprinten en naar eigen wens en inzichten opnemen in de eigen lesvoorbereiding. Ook een eigen combinatie van de werkbladen is mogelijk. Inhoudelijk behandelen de werkbladen telkens één aspect van de film in de vorm van opdrachten. Het educatief basisdossier bevat voor de begeleiding van opdrachten al het nodige materiaal. Het essay Het mirakel van Marina (zie pp. 50-51) kan in principe in ieder verwerkingsmoment van de film binnen een leerproject worden geïntegreerd. Het is in de lay-out zo geschikt dat het gemakkelijk op zich recto verso kan worden gecopieerd. De werkbladen zelf hebben geen nummer. De volgorde is willekeurig, omdat ze als afzonderlijke units zijn opgebouwd. Daarom heeft ieder werkblad een eigen titel. Vormelijk is ieder werkblad drieledig. Er is altijd eerst de rubriek ‘film’. Die rubriek sluit direct aan bij de film zelf, meestal via één of twee foto’s. Het beeldmateriaal vormt de leidraad voor de bespreking van een bepaald aspect van de film. De tweede rubriek ‘document’ behandelt een bepaald facet van het onderwerp aan de hand van een document. Dat kan een citaat, een foto of een website zijn. Het document staat direct of indirect in verband met het onderwerp van het werkblad. De derde rubriek ‘link’ biedt een invalshoek voor de uitdieping van het onderwerp. Het woord ‘link’ betekent hier ‘iets wat in verband staat met’. Soms is het een website, soms ook niet. De werkbladen voorzien witruimte waarin de leerlingen zelf nota’s kunnen nemen of de synthese kunnen noteren van de inzichten van het leergesprek. De zeven werkbladen zijn:
de barakken
Dit werkblad biedt de mogelijkheid om de specifieke situatie van de eerste grote Italiaanse migratie naar de Belgische mijnen uit te diepen. De diverse verwijzingen ernaar die in Marina voorkomen, kunnen hier worden behandeld. (zie pp. 21-23)
the sixties
Dit werkblad focust op de tijdgeest zoals die in de film is weergegeven. (zie pp. 41-43)
Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
55
rocco en salvatore
Dit werkblad zoomt in op de analyse van de twee mannelijke hoofdpersonages en de evolutie van hun onderlinge relatie. (zie pp. 30-36)
rocco en helena
Dit werkblad blijft staan bij de personages Rocco en Helena. Tussen beiden in staat het perso nage van Renaat. (zie pp. 36-39)
rocco granata
Het werkblad behandelt de verwijzing naar de figuur van Rocco Granata en de song Marina. (zie pp. 8-20)
het mirakel van marina
Hier krijgt de betekenis van de muziek in relatie tot cultuur en samenleving alle aandacht. (zie pp. 50-51)
de werkbladen
Zie de bladzijden vanaf p. 58.
56 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
8 Bronnen geschreven bronnen
Rocco Granata, (2013). Mijn leven. Tielt, Lannoo en Rocco Granata. Wilfried Hendrickx, (2013). Rocco Granata. Het lieve leven en hoe het te lijden. Interview, in: Humo , 3807/34 (23-29 augustus 2013), pp. 132-137. In dit interview geeft Rocco Granata een heel korte samenvatting van zijn autobiografie. Het interview verscheen naar aanleiding van de wereldpremière van Marina in Montréal op 23 augustus 2013.
Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV), VOET@2010. PDF, zie onder voor de website waar het document beschikbaar is. Norman Lucey, (1973). The Effect of Sir Ebenezer Howard and the Garden City Movement on Twentieth Century Town Planning. Norman Lucey, Rickmansworth, Hertfordshire. Guy Verzele (2005). Geen school zonder Muze. Muzische creatieve vorming in het secundair onderwijs. Tielt, Uitgeverij Lannoo nv.
Digitale bronnen: websites
http://www.marinafilm.be http://www.granata.be/nl/index.html https://www.facebook.com/MarinaDeFilm http://manifesta9.org/media/uploads/files/Manifesta9_Newspaper_Download.pdf http://catalog.manifesta9.org/en/ http://mijnerfgoed.be http://www.ond.vlaanderen.be/curriculum/publicaties/voet/voet2010.pdf http://bokrijk.be/nl/de-sixties/de-sixties.aspx.
57 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
De barrakken film
Deze still komt uit een keerpunt in de film. Hoe de personages zich voelen is af te lezen van hun gezichten. Verwoord de gevoelens van de verschillende personages en brengt die in verband met de huisvesting. Gebruik daarbij termen van contrast door te verduidelijken waarin precies het contrast bestaat tussen dit moment en wat eraan vooraf is gegaan.
58 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
document Dit is een setfoto van het nagebouwde decor van de barakken, de eerste woonst van het gezin Granata bij hun aankomst in de Limburgse mijnstreek. Het decor is gebouwd op basis van historische foto’s. Bespreek de evolutie van de familie Granata via het fenomeen van de huisvesting. Beschrijf de evolutie ervan. Bedenk daarbij dat de opnames van de woning die de Granata’s na verloop van tijd betrekken, is gefilmd in Het Museum van de Mijnwerkerswoning, Eisden-Mijn.
link Vandaag gaat er geen week, soms geen dag voorbij, of de media berichten over vluchtelingenkampen voor mensen die onderweg zijn en geen uitzicht hebben over een mogelijke terugkeer naar hun thuis. Vergelijk deze hedendaagse fenomenen met de geschiedenis van de Italiaanse emigranten zoals het gezin Granata in de film Marina. Wat zijn de gelijkenissen, wat zijn de verschillen?
59 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
The Sixties film
Marina eindigt in het jaar 1959, de drempel naar The Sixties. Rocco Granata’s wereldhit Marina heeft meegebouwd aan die drempel. Bekijk de film vanuit het perspectief van de tijdgeest en ga na hoe Stijn Coninx de opkomende tijdgeest van The Sixties in de film heeft verwerkt. Vertrek daarbij van de still uit de film.
document
Dit is een setfoto met de vespa van het personage Rocco. De vespa maakte deel uit van de nieuwe tijdgeest die zich aankondigde. De scooter deed via de Italiaanse migranten zijn intrede in België. Welke elementen brengen de Italiaanse migrantengemeenschap nog mee naar hun nieuwe thuisland? Som ze op en verwijs naar de scènes waarin ze te zien zijn.
60 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
link In het jaar dat Marina in de filmzalen werd uitgebracht, 2013, werd eind augustus in de Verenigde Staten en overal in de media de 50ste verjaardag herdacht van de beroemde, vreedzame Mars op Washington van de Civil Rights Movement. Bij de afsluiting van de mars sprak dr. Martin Luther King zijn beroemde speech I Have A Dream uit (foto). Dat was een van de belangrijkste gebeurtenissen die de tijdgeest vanThe Sixties hebben bepaald. Zoek via Google informatie over de historische Mars en de Dream-speech van dr. Martin Luther King. Denk in de spiegel ervan even na over de film Marina en verwoord hoe erin het element van de maatschappelijke droom ook een grote rol speelt.
61 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Salvatore en Rocco film
Vertrek van deze still om de evolutie van de relatie tussen vader Salvatore en zoon Rocco in kaart te brengen via een aantal sleutelscènes.
62 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
document
Situeer dit beeld in de film. Verklaar vervolgens de rol van moeder Ida in de ontwikkeling van de relatie tussen de vader en de zoon.
link Leg vanuit de film een link met de relatie binnen het gezin Granata — vader-moeder, ouders-kinderen — en vergelijk dit met hedendaagse gezinrelaties. Betrek in het gesprek hierover ook de relatie tussen mijnheer Somers en zijn dochter Helena.
63 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Rocco en Helena film
De relatie tussen de personages Helena en Rocco is een fictioneel gegeven, het enige in de film dat niet teruggaat op de jeugdherinneringen van Rocco Granata. Via die relatie werkt Stijn Coninx een aantal interessante thema’s uit die de relatie tussen de autochtone en de allochtone cultuur schetsen. Verwoord die in eigen woorden vanuit verschillende scènes.
document Welk contrast werkt Stijn Coninx uit in de bijzondere driehoeksrelatie tussen Renaat - Helena - Rocco?
64 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
link
Stijn Coninx heeft in het verhaal van Rocco en Helena ook het motief van Romeo and Julia verwerkt naar het beroemde theaterstuk Romeo and Juliet van William Shakespeare (zwart-wit foto). Onderzoek wat dit motief betekent en op welke creatieve manier het in Marina is verwerkt.
65 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Rocco Granata film Marina, de film, handelt niet alleen over Rocco Granata. De zanger, componist en muziekproducer speelt ook een bijrol in de film. In deze historisch getrouwe scène zijn er twee Rocco’s te zien. Verklaar dit nader en vertrek van deze gegevens om ‘het lot’ van de accordeon van Rocco te verwoorden.
document Bekijk via youtube het interview met Rocco Granata over de verschijning van zijn autobiografie Mijn leven. Het schrijven van het boek kwam voort uit de vele gesprekken die de zanger heeft gevoerd met Stijn Coninx. Koppel na het beluisteren van dit gesprek de gegevens terug naar de film zelf. http:// www.youtube.com/watch?v=M1Y3AusVZYI (gemakkelijk te vinden: youtube, zozke: Rocco Granata Mijn leven (het boek)
66 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
link
Bezoek de website www.roccogranata.be. Ga naar de rubriek Biografie. Bekijk daar de familiefoto’s en leg vanuit die beelden een link naar de film Marina. Ook de teksten helpen om die link te maken.
67 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
Het mirakel van Marina film
Deze still komt uit een scène die cruciaal is in de carrière van Rocco. Ze vormt het begin van ‘het mirakel van Marina’. Tot twee keren toe is er in de film sprake van dat mirakel. Situeer de bovenstaande scène in de film alsook de twee keren dat er over ‘een mirakel’ wordt gesproken.
document “Ik zag hem [de technicus Palmans] heel ongeduldig en eigenlijk een beetje kwaad worden, omdat de tekst van ‘Marina’ toch nog niet volledig klaar was en hij daardoor af en toe eens moest stoppen. Ik had dus geen tijd meer om de tekst volledig af te werken en eindigde dan maar met ‘oh no non o no…’ “ Aan het woord is Rocco Granata in zijn autobiografie [Mijn Leven, Tielt, Lannoo, p.99] Vind je deze gegevens terug in de voorstelling van het ontstaan van Rocco’s wereldhit in de film Marina?
68 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere
link Welke gelijkenissen zijn er tussen het succes van Rocco Granata eind jaren vijftig en The Sixties van vorige eeuw en het huidige succes van Stromae (Paul Van Haver)?
69 Marina
-
Educatief basisdossier
-
Sylvain De Bleeckere