De Zeven Scharnieren
Aile namen, karakters en andere items met be trekking tot dit boek zijn het copyright van Edizioni Piemme S.p.A. en vallen onder de exclusieve licentie van Atlantyca S.p.A voor de originele Italiaanse versie. De vertaling of aangepaste versie zijn het eigendom van Atlantyca S.p.A. Alle rechten voorbehouden.
Oorspronkelijke tite!" I Sette Cardini Tekst: Miki Monticelli Cover en illustraties: Silvia Fusetti en Silvia Bigolin Graphics: Laura Zuccotti en Gioia Giunchi Eindredactie oorspronkelijke editie: Elastico Vertaling: Versis Opmaak: Crius Group © 2009 - Edizioni Piemme S.p.A., Via Tiziano 32 - 20145 Milano - Halia
© Internationale rechten: Atlantyca S.p.A., Via Leopardi 8 - 20123 Milano, Italia -
[email protected] - www.atlantyca.com © 2011 - Nederlandstalige uitgave: Baeckens Books NY, Mechelen, Belgie
Uitgegeven in Belgie bij Bakermat www.bakermat.be Aile rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zander voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISBN: 978-90-5461-684-9 NUR 282/283 0/201116186/07
Miki Monticelli
De Zeven Scharnieren Illustraties door
Silvia Fusetti en Silvia Bigolin
W AARSCHUWING Iedereen die het verhaal van Cornelia al kent, namelijk wat er met haar gebeurde toen ze haar feeenmagie verloor, die mag deze inleiding overslaan: ik wens je veelleesplezier! Voor degenen die haar verhaal nog niet kennen: dit is een verhaal van raadsels, magie en een onontwarbare warboel in een Unieke Wereld die in werkelijkheid een geheel is van verschillende werelden. Toen Cornelia verhuisde naar een andere stad, kon ze immers nooit vermoeden dat ze zou ontdekken hoe speciaal en uniek deze plaats wei was. Een stad, die op mysterieuze wijze verbonden was met de Verborgen Vailei, waar heel lang geleden aile betoverde wezens zich hadden teruggetrokken, op de vlucht voor de mensen. Wat Cornelia zich evenmin ooit kon voorstellen, was dat zij zelf een van die wezens was. Weliswaar op haar eigen speciale manier, omdat ze een mens is enfee tegelijk, iets wat eigenlijk nog nooit eerder was voorgevallen. En wat ze nog veel minder had kunnen weten, was dat ze het zou moeten opnemen tegen een verdorven Boosdoener die de magie en de krachten van de Zwarte Steen voor zichzelf wilde hebben: een oude magische constructie waarmee hij zowel over de Wereld van de Mensen als over de Betoverde Wereld zou kunnen regeren. Met al haar moed bijeen geraapt, slaagde Cornelia erin om te leren wat het betekende om de magie van de feeen en
de tovenaars te hebben. Zo kon ze de confrontatie aangaan met haar lot, de Boosdoener en de Zwarte Steen. Maar dat kostte haar weI haar bUitengewone krachten, die ze zo moeizaam had leren beheersen. Zoals ik al zei, gaat dit verhaal over wat er daarna met haar gebeurde, en hoe de Wereld van de Mensen en de Betoverde Wereld, die tegelijkertijd ver van elkaar en toch dichtbij waren, opnieuw werden verenigd, zoals in het verleden. Als je nu denkt dat dit boek over kleine, vliegende wezentjes gaat omdat we overfeeen spreken, dan vergis je je wei ... Hier zul je over knikkerventjes lezen, sl~jmerige wezens uit de duisternis, mysterien, verraderlijke verslindende nevelen en ontelbare andere dingen die je je misschien niet eens kunt voorstellen. Als het idee je niet aanstaat, dan moetje niet wrokkig doen tegen mij hoor. Ik zal me zeker niet beledigd voelen. Integendeel, tot de volgende keer!
PROLOOG
it de hemel viel een dieht regengordijn neer. Een regen zander begin of einde, die uit lang vervlogen tijden was gekomen, en met alleen af en toe een kleine onderbreking, eeuwig verder zou duren. De wolken bolden op, een grijze Nevel brulde en rekte zich dik en olieaehtig uit. Als een grote, onrustige slang bewoog hij zieh rond de Vallei. Eerst had hij de Grenzen opgeslokt, en niemand had het opgemerkt. Hij had de Oude Pas genomen, en niemand had iets gedaan. Hij had de ollde Molen van de Mensen opgeslorpt, en nog steeds was er niemand die ingreep. Alleen de bewoners die zich aan de verste rand van de Vallei bevonden, hadden zieh teruggetrokken. Ze hadden zieh verwijderd van de Grenzen en van de Nevelen, zoals bange dieren op de vlucht slaan voor een brand. En
~
~~
P_l_{_O_I_.JO_O_(_}
~
~~
zo bleef het maar verdeI' gaan. Na verloop van eeuwen hadden de Nevelen langzaamaan dorpen en grotten opgeslokt, en door bosnimfen bewoonde bomen. Ze hadden de beekjes van de waternimfen, stenen en velden met gele margrieten verslonden. Ze waren breder geworden, in dunne spiralen strekten ze zich ondertussen over alles uit, ze leken wei tralies van een gevangenis. Een gevangenis in een tijdloze pauze. De oude Malachia had hulp gevraagd, maar niemand had zijn oproep beantwoord. Hij had niemand uit de betoverde stad OonkerLicht kunnen bereiken, geen enkele van de oude Tovenaars, geen enkele Fee ... Maar misschien wist zelfs de Raad van de IIogerangs niet wat ze moest doen. En dat was niet zo verwonderlijk, als je bedacht wat er de laatste tijd allemaal gebeurde. Malachia was een aude Dorpsmagier. Hij kon maar weinig weerstand bieden tegen dat onstuitbare kwaad dat de Vallei verslond. Toch had hij besloten om het te proberen. Vergezeld van zijn volgeling bereikte hij de Grens. Hij tilde zijn magische lantaarn op en keek over de grens. Toen ze dit licht opmerkten, begonnen de Nevelen dreigenel te kolken. Achter zijn rug bewoog iets. Een figuur met een kap op kwam uit het groen tevoorschijn, drijfnat van de regen. Malachia wist wie het was. - Ik had je gezegd om mij niet te volgen! Om in het Dorp te blijven! - berispte hij. - ]e hebt mijn hulp nodig! - antwoordde de druipende figuur.
~
~~
P_"_R_O_L_O_O_G
~
~~
- Het Dorp heeft jouw hulp nodig! Ga nu, keer terug vaor het te laat is! - probeerde hij nog te zeggen. Maar hij kon zijn zin niet afmaken. Er was een geklapwiek, een verre knal in de buik van de Nevel. Als enorme klauwen schoten lange draderige structuren door de lucht, wierpen homen en struiken omver, en daarna ook Malachia en zijn volgeling. De lantaarn vie! op de grond. Met een schreeuw verdwenen ze heiden in het niets. De drijfnatte schim werd op de groncl geworpen. De gedaante keek achterom, wantrouwig naar die afschuwelijke Nevelen. Toen yond hij de kracht om op te staan en vluchtte. Terwijl hij naar het Dorp liep, knalclen de bliksemflitsen. Donderslagen dreunden op de grond en op de bomen, en deden de hergen daveren. Maar de Nevel volgde hem niet. Het leek alsof de Nevel leefde, en wist dat oak dit wezen vroeg of laat van hem zou zijn. Zoals al de rest. Hij golfde nu onzeker en besluiteloos rond de magische lantaarn, en trok zich terug, als een kind dat zijn hand gelegcl had op vuur am dan pas te beseffen dat het brandde. Een knal weerklonk. Een kleine paarse flits lichtte op: het glas van de lantaarn versplinterde.
1
DE DINGEN ZIJN VERANDERD
omelia deed de deur dieht en rende als een bliksemsehicht de trap op. Ze was verschrikkelijk laat! Ze kon zich al voorstellen hoe ze weer op haar nummer ZOll worden gezet door Maan, met een van haar gebruikelijke verwijten. Maar toen ze in de tussenverdieping opdook, was het de stilte die haar trof. Verbaasd trok ze haar muts van haar hoofd. Ze stapte hijgend naar de tafel, om achter de wankele stapels oude boeken te gluren, die overal opgestapeld lagen. - Ik ben er! - kondigde ze ten slotte aan. Ze zette haar rollerblades onder een stoel. Tussen de stoffige bergen boeken en de piramides dozen met snuisterijen die de hele kamer bedekten, begon ze te zoeken. - Is er iemand? De stilte werd verbroken door een rau we kreet en het jachtige geklapwiek van vleugels. Cornelia keerde zieh naar her vensrer. Ze zag Ander, die op de ruglellning
~
~~
I_I_O_O_F_~]_)_S_T_{_T_I_(_];_~E_~_2"\_"
~
~~.
van een stoel zat. Hij had de vorm van een Sperwer aangenomen en keek haar koud en doordringend aan. Met een steek van ongenoegen bedacht ze dat ze weer eens vergeten was dat het die dag nieuwe maan was, en dat de jongen bij nieuwe maan zijn raofvogelvorm aannam. Veren. pluimen, klauwen ... hij was weer de Sperwer die hij altijd had willen zijn. - Hallo! Waar is iedereen? - vroeg ze hem. Hij klapwiekte opnieuw en stootte een korte kreet uit. Cornelia zuehtte. Een paar maanden geleclen had ze zijn antwoord nog exact kunnen begrijpen ... maar nu was ze dover dan een steen. Vanuit magisch standpunt, natuurlijk. Vandaag wilde ze zieh echter niet door weemoed laten meeslepen. Ze wierp haar jas, sjaal en muts op een stoel, en masseerde haar verkleumde handen terwijl ze de massa's boeken gadesloeg, die waehtten om weer op hun plaats te worden gezet. - .Ie zou me betel' iets te doen geven! - kondigcle ze aan. Ander wendde enkel zijn kop af. Cornelia blies het stof weg van een paar dikke boekdelen. Met tranende ogen wierp ze een blik op de verkleurde titels. Ze vond het punt waar ze moesten worden teruggezet, en zette het meehanisme van de roterende rekken in gang. Het vloeiende geluid van de goed geoliede mechanismen die over elkaar liepen, vulde de kamer terwijl grate zuilen met boeken om hun as clraaiden als enorme schoepen. Cornelia zette het ingewikkelde mechanisme stil. Met een t1uwelen dock veegde ze het stof af van de boeken, en liet ze op hun plaats glijden.
DE DINGEN ZIJN VEHAKDERD
Die kamer met zijn pompeuze naam "Vesperzaal" was voor haar een ware verrassing geweest. En dat niet alleen vanwege de indrukwekkende roterende rekken waarmee de kamer was uitgerust. Net zoals haar J1Uis, was ook Corrado's huis, de Toren van de Thebalden, een toevlucht geweest voor de Bewakers van de Grens. En ook daar bestond een geheime kamer. Maar in tegenstelling tot die van de Toren van de Vlaamse Gaai, was deze kamer ongelooflijk ruim en mooi, ook al was hij een beetje luguber. Terwijl in de Rode Kamer al het meubilair, de tapijten en ieder voorwerp een donkerrode tint hadden, was alles hier zwart. Dit was namelijk de kleur van het wapenschild van de Thebalden: een zwart schild met geel afgeboord, en met de afbeelding van een klauwende ade!aar erop. Die adelaar stand oak overal waar je maar keek op het meubilair van de kamer: de rekken, de tafe! en de stoelen waren versierd met koppen van een adelaar, je zag hem gewoon overell. Maar de kamer \vas vooral onmetelijk groat: hij besloeg een hele verdieping van het huis. De gebogen rekken in ebbenhout kwamen tot aan het plafond, en te midden van dit zwart, bedekt met stof en spinnenwebben, prijkte een enorm raam met drie bogen als een gigantisch gobelin, dat uitzicht gaf op de Verborgen Vallei. Op zonnige dagen konden de kleuren zo levendig zijn, dat het leek alsof je buiten was. Maar op deze ijzige februaridag gaven de lampen die aan waren en het grijze licht van de hemel het geheel eerder een aanblik van een begrafenis.
~
'3~
I_I_O_O_F_~J_)_S_T_l_T_I_{_E_~E_~_~_T
~
tVy
Ondanks de buitengewoon ruime afmetingen, was iedere centimeter van de kamer henut: stapels met hoeken en hundels papier, hakken, vergrendelde kluizen, wankele destilleerkolven en vreemde vooIVverpen lagen overal op elkaar gepakt. Dat kwam omdat de hele inhoud (of hijna helemaal) van het Geheime Paviljoen naar hier was verhuisd. Ze hadden de hele zenner, herfst en bijna de hele winter daarvoor nodig gehad ... en nu waren ze nog niet klaar! Gelukkig slokte de kamer langzaamaan al het materiaal op. Het enige echte prohleem was om alles goed in te delen, en daarna nog te weten waar dit alles was opgeborgen. Corrado had een eenvoudig, doeltreffend archiveringssysteem hedacht. Terwijl hij enkele van de defecte rekken herstelde en de kamer opnieuw inrichtte, had hij de kinderen aan het werk gezet. Na zijn treffen in de ondergrondse gangen onder de stad met de Gracco, het bloeddorstige wezen van steen dat hem bijna gedood had, was zijn arm nooit helemaal genezen. Daarom waren veel dingen voor hem moeilijk, zowel het hanteren van zijn zware boog in taxushout, als het optillen van zware boeken. De kinderen hielpen hem dan ook maar wat graag. Tenminste, in het begin. Cornelia had een hekel aan opruimen. Haar eigen slaapkamer was daar een mooi hewijs van. Maar ze moest toegeven dat de boeken van het Paviljoen haar troost hadden geschonken voor het feit dat ze geen magie meer had: ze had ontdekt dat de hoeken niet aileen over magie en betove-
~ D]1~ DING]1~N ZI.JN VERANDERD ~ J
•
•
~
ringen gingen, maar ook over geschiedenis, avonturen, legendes en verhalen. Net zoals in een gewone bibliotheek. Corrado had haar voorgesteld om enkele van deze verhalen te lezen. Algauw was Cornelia een verwoede lezer geworden. Zo kwam het dat ze telkens weer hoopte iets nieuws te ontdekken wanneer ze een van die boeken opnam. Ondertussen waren ze bijna klaar met het werk. Het nieuwe Hoofdkwartier van de Bewakers van de Grens zou binnen enkele weken klaar zijn. Terwijl ze twee boeken van de dichtstbijzijnde stapel nam, vroeg ze zich af hoe ze zich daarna zou kunnen bezighouden. Op dat ogenblik hoorde ze het knarsen van het hout, dat het openen van de doorgang aankondigde, en de stappen van iemand die eraan kwam. Ander kraste opnieuw, maar de stem van Maan kwam er schel boven uit. Ze leek kwaad. - ... het is koud, het waait, en het is vrijdagavond! - protesteerde ze, terwijl ze een grote tas meesleurde met daarin de gebruikelijke lading boeken. - Halla! - zei Cornelia. Geen reactie. - En dan? - Pijl volgde haar op de voet. Zijn gezicht was bloedrood, door het beklimmen van de vele trappen, maar ook door het gekibbel van zijn vriendin. - Hoe bedoeI je, 'En dan?' - ging Maan kijvend verder. Cornelia bleef in een hoek staan, verstijfd door die toon. De zoveelste discussie was losgebroken. Ze wenste dat ze weer kon verdwijnen door te versmelten met de muur achter zich. Maar oak dat kon ze nu niet meer, dus ging ze gewoon maar
~
';5~
I_IO_O_F_D_S_'"r_I~_I_TK_~_E_'_E_N_T
~
~1:'
achter een stapel boeken staan. - Hoe denk jij je te kunnen permitteren om dit te zeggen, ja, om zelfs maar 'En dan?' te durven denken? - raasde Maan verder. - Heb je soms een afspraakje? - repliceerde Pijl droogjes. Maan kreeg een grappig kleurtje en brulde: - WeI, misschien zou ik een afspraak kunnen hebben, als ik een leven zou hebben buiten deze dooie boel vol schimmel hier! Maar in ieder geval is er het probleem dat ik niet kan gaan, dat ik hier moet zijn! Om hopen boeken hierheen te zeulen die een ton wegen, en ... en al maanden doe ik niets anders meer! Maanden! - brieste ze uitzinnig. Met een dramatisch gebaar zwierde ze de tas op de grond. De piramide met boeken aan haar linkerkant wankelde vervaarlijk, Cornelia was bang dat er meteen een lawine van boeken zou volgen. - Och, hOll toch op met klagen! - snauwde Pijl terug. Hij zette zijn tas op tafel en begon die leeg te maken. - Het meeste is gedaan. Aileen nag het laatste boekenrek. We zouden nag een keer kunnen gaan vanavond, dan zijn we sneller klaar ... Hallo, Cornelia, hoe gaat het hier? - vroeg hij, toen hij haar opmerkte. Hij hoopte de discussie met Maan te kunnen afsluiten. Cornelia kuchte. - Het gaat - haastte ze zich te antwoorden. Ze glimlachte zwakjes. Natuurlijk negeerde Maan haar apnieuw. - Ha! Nog een keer t Maar dan niet met mij! Het is al de derde keer vandaag. Nou is het genoeg. Genoeg! Genoeg! - brulde ze. - He, komaan! Zoals mijn grootmoeder altijd zegt: van-
DE
DI~G}1JN
ZI.JN VERANDERD
daag een meer is morgen een minder! - hield Pijl vol. Natuurlijk werkte de wijsheid van zijn grootmoeder aileen maar als Maan haar citeerde, want nu stampte Maan bij deze woorden met haar voet op de grond. - Weet je wat ik je zeg? Laat haar jou maar helpen! - Verontwaardigd streek ze haar haren met een theatraal gebaar naar achteren. Ze veegde de boeken van een stoel en plofte erop neer. - Hoe gaat het met het laatste boekenrek ... ? - probeerde Cornelia opnieuw, in een poging om van onderwerp te veranderen. Maar als Maan kwaad was, slaagde ze erin om de aandacht van iedereen op zich gevestigd te houden. - En de jacht op de aardmannetjes ... ? - mopperde ze. - Denk daar eens aan ... hal Niks geen avonturen meer, na die barimbo! Ze zijn ge-vaar-lijk! ]e weet maar nooir! Pijl draaide met zijn ogen. Hij besloot om maar te doen alsof hij haar niet hoorde. - We zijn bijna klaar - sprak hij bedaard. - Ik denk met nag een paar keer op en af te gaan dat we ... - '" en boeken! - kwam Maan tussenbeide. - Altijd maar verschrikkelijk muffe, stoffige boeken! Wat mij betreft kunnen ze naar de verdoemenis gaan! Waarom ze daar niet mogen blijven, waar ze al eeuwen hebben gestaan, dat begrijp ik niet! Mijn arme benen kunnen niet meer ... Waarom moeten we ze allemaal hierheen brengen? Ik yael mijn armen niet meer! - Ze bleef maar doordrammen. - En waarom moet ik dat eigenlijk doen?
~.
HOO:F'DSTrK
E]£~
017'-<>--------------------<::>-0«. ."J
•
Dat laatste zorgde ervoor dat Pijl's oeverloze geduld afknapte. - Je bent niet de enige he. We zijn al maandenlang samen bezig, en we cloen allcmaal wat we klmnen - berispte hij haar nijdig. - Ha, hal - herbegon Maan triomfantelijk. - En, vertel eens, waar zijn ze 'allemaal'? - Cornelia is hier, lijkt me! - Pij! was rood aangelopen. Hij wees naar Cornelia. Ze probeercle opnieuw een zwak glimlachje, maar Maan bekeck haar niet eens. "Dankjewel", dacht Cornelia. Ze probeerde weer aan het werk te gaan zonder er aandacht aan te schenken. Maar de schreeuw van Maan was zo hard clat ze maar net kon beletten dat een stapel stoffige boeken omver viel. - En Corrado? En dat onuitstaanbaar stuk roofvogel? - schreeuwcle ze opgezweept. - En waarom moest ik weer naar buiten, terwijl zij hier lekker warmpjes binnen zit? 001dat ze altijd graag verdwijnt wanneer er een vervelende klus gedaan moet worden! Daarom! Wi! je naar buiten om nag een wandelingetje te maken om boeken te halen? Nou, je gaat maar aileen! Ik-ga-niet-mee! - voegde ze eraan toe. Strijdlustig kruiste ze haar armen. Cornelia kende Maan en haar wispelturige karakter maar al te goed, maar toch voelde ze zich beledigd. Ze wou zich net in de cliscussie mengen, toen een bliksemflits de heme! buiten verlichtte. Het witte licht dat door het raam binnenviel, vulde de kamer met vrecmde schaduwen. Het gezicht van Maan veranderde in een irritant spook. De dander kwam
D}1~ DI~GE~
"'"
ZI.JX VERANDERD
0H'-e>-------------------_:>-~
cJ
•
kort daarna aangerold, samen met een hevige, zware regen. In de stilte die daarop volgde, weerklonk een stem: - Weldra zal het ook hier regenen. Volgens mij is het beter dat jullie vanavond wat rusten. Cornelia draaide zich met een ruk om naar de deuropening. In de lichtbakens van de lampen onderscheidde ze de verlichte gestalte van Corrado. Niemand had hem horen binnenkomen. Maan werd bleek en klemde haar lippen op elkaar. - Wat jouw hysterische aanval betreft - ging hij verder daar zie ik geen enkele reden toe. - Ik ben helemaal niet hysterisch - antwoordde ze tussen haar tanden. - Dan is er geen reden om zo te schreeuwen - merkte Corrado op. - Ik begrijp best dat het ordenen van boeken en het wegnemen van stof en spinnenwebben uit die oude boekenwinkel niet direct een ontspannende bezigheid is, maar aan de andere kant is het mijn schuld niet dat er, na de laatste gebeurtenissen die de Zwarte Steen - en hier woog hij zorgvuldig zijn woordkeuze af - onschadelUk hebben gemaakt, zoveel minder aardmannetjes in de stacl te vinclen zijn. De Steen trok ze als een magneet aan. In iecler geval zou je cleze boeken dankbaar moeten zijn. Het is dankzij hen clat het jullie telkens weer gelukt is, in het verleden. - Precies wat je zegt. In het verleden - mopperde ze. - Wel, blijkbaar heb je dan toch niet zo genoten van je ontmoeting met die boekenluizen, eergisteren ... - zinspeelde hij. Vlug wisselden Pijl en Cornelia gniffe1end een blik met
~
'3~
H_O_O_}1-'_D_S_'T __{_TK_Y_}1_·.~_E_N_T
~
~~.
elkaar. Maan hield haar armen stijf gekruist, ze was diep beledigd. - Maar dat waren maar luizen! Versehrikkelijk vieze gele luizen! - antwoordde ze. - Cimex Chamaleon of Kameleon-luis - knikte Corrado - bijzonder verzot op magisehe inkt, de reden waarom hij de kleur aanneemt van de inkt die hij opeet. Ze hebben tijdens al die jaren vooral het merendeel van de titels op de kaften in het Paviljoen opgegeten. Maar tach blijven hct sehepsels van de Vallei, nietwaar? - voegde hij eraan toe, terwijl hij zijn kop thee neerzette op het cnige vrije hoekje van de tafe!' - Nou, wat mij betreft ... ik ben weg, ik ga muntthee zetten. Ander bevond zieb eehter bij het raam, en door het hondenweer van deze namiddag vcrkoos hij daarom om maar weer terug te keren. Trouwens, ik denk niet dat hij het prettig vindt am hier naar jouw gegil te moeten luisteren. De Spelwer sehudde zijn veren op en stootte een rauwe kreet uit, die Cornelia ook zander magie duidelijk begreep. Corrado ging verder, deze keel' op strengere toon: - Wat jouw uitstapjes van de voorbije dagen betreft, ik geloof dat jijzelf nog geen twee weken geleden alles op alles heht gezet om van beurtrol te mogen veranderen met Cornelia, omdat je absoluut samen met Pijl naar het Paviljoen wou gaan in plaats van met Ander, waar je dan wei in geslaagcl hent. Bovendien zijn de zakken waarin jullie de hocken vervoeren gemaakt uit Hefwecfsel, ik ben er zeker van clat jouw armen niet eeht uitgeput zijn ... Maan sloeg stampvoetend haar ogen neer. - Maar ik blijf
DE DINGEN ZI.JN
Vl<~HAXDEHD
erbij dat ik niet begrijp waarom we alles hierheen moesten brengen. Ik hield van het Paviljoen. Ik was eraan gehecht ... en er was zeer zeker meer plaats! Deze kamer hier is zo luguber, het lijkt net een kerkhof - mopperde ze verder. Ze beklemtoonde haar woorden alsof ze de toetsen van een piano indrukte. Corrado keek haar lang aan met zijn grijze ogen die zoveel op die van Cornelia leken. Hij zuchtte. - We hebben het er al over gehad. Behoorlijk wat boeven weten het Paviljoen te vinden en ik kon daar niet al mijn tijd doorbrengen om door wie weet wat aangevallen te worden. Hier zijn de boeken veiliger, en gemakkelijker te raadplegen. Bovendien riskeren we zo niet dat we in de problemen komen als we in het weekend stiekem de bibliotheek binnendringen. Grogo zal jullie hier zo vaak binnenlaten als jullie maar willen. - Maar het was leuk - wierp Maan op. Ze trok een gezicht. - En verboden - voegde Pijl eraan toe. - Alsof jou dat wat kan schelen ... we zijn al sincls juni boeken hierheen aan het brengen en op hun plaats aan het zetten ... - klaagde ze. Ze wierp Corrado een rade!oze blik toe. - En we zullen ze hierheen brengen tot ze er allemaal zijn - bevestigde hij streng. - Om ze met zorg in te delen. Het werk van de Bevvakers is zeer zwaar, maar het kent ook vee! kalme momenten. Als je die rol wilt behouden, Maan, moet je leren dat het jouw taak is om die momenten niet onbenut voorbij te laten gaan. Het meisje werd purperrood cn proestte: - Al goed, al
~
'5~
I_f_O_O_I<_'D_8_T_(_T_I_{_E_'~_8_N
~
~~
goed! Maar in hoeverre kun je mij iets meer vertellen over de Poort van de Vallei? Die zouden we openen, niet? En ze is nog altijd dicht! Vergrendeld! En wij doen niks om ... Corrado liet haar niet uitspreken. - Ik heb jullie toch gezegd, dat het een zaak van lange adem zou worden. - Tot in het oneindige! - jammerde ze. - Wie heeft daar nou wat aan, als het (ms pas zal lukken als we stokoud zijn om ... De ogen van Corrado fonkelden hoos: - Om wat ... ? Maan besloot om naar waarheid te antwoorden. - Om van het spektakel te kunnen genieten. Och, eigenlijk ... ik droom er altijcl al van om de hetoverde wereld te zien! Het is 20 ontmoedigend dat we er niet heen kunnen! Corrado knikte. Zijn ogen leken donkerder en dieper te worden. - Ik weet precies wat je hedoelt, maar je zult nog een beetje meer geduld moeten opbrengen. Ook dat is een gave die een Bewaker moet hebben. De werking van de Poort is 20 goed als vergeten, het is niet zo gemakkelijk om daarover iets te vinden. Maar de oplossing zit in de boeken die jullie van het Paviljoen hierheen brengen. De geschiedenis van de schepping van de Grens en van de Poort heeft haar wortels in een ver verleden. Er is ook sprake van speciale scharniereno De scharnieren die het eenvoudig openmaken van de Poort regelden werden vernietigd, deze speciale scharnieren lijken echter anders te zijn. Maar ik heb nog geen details teruggevonden. We zullen nog een beetje geduld moeten hebben, vrees ik.
DE DINGEN ZI.JN VERANDERD
- Maar daar zal een eeuwigheid voor nodig zijn! - zuchtte Maan verslagen. - We zouden een beetje goeie, gezonde magie kunnen gebruiken, dat is wat we noc!ig hebben ... - mompelde ze. Ze kreeg een elleboogstoot van Piji. Dan pas besefte ze wat ze had gezegd, en sloeg haar hand voor haar mond. Ze keek naar Cornelia, maar gelukkig leek het of haar vriendin niet eens geluisterd had. Afwezig keek Cornelia door het raam. Om blijk te geven dat ze haar gewoontes niet verleerd was, gaf Maan een elleboogstoot terug en stak haar tong uit naar Piji. - Zullen we dan nu wat aan de slag gaan? Ik heb de indruk dat het (ms vanavond niet aan werk zal ontbreken - zei Corrado. Hij nam een slok thee en wierp een bezorgde knipoog naar Cornelia. Ze sprongen allemaal op, ook Cornelia, en verdwenen tussen de stapels boeken en andere spullen. Ander ging hooghartig op de kroonluchter zitten. Hij keek naar buiten, zijn ogen op de Vallei gefixeerd. Die nacht kon Cornelia de slaap niet vatten. Haar hoofd tolc!e van de gedachten. Rusteloos lag ze in haar bed te woelen. Dat gebeurde de laatste tijd wei vaker. Ze miste het gefluister van de Maquis, het knetterende geronk van de Magische Stromen, het warme, knetterende gevoel van het Magische Vuur in haar hand ... het was alsof ze een steek in haar hart had, die maar niet heelde. Die dag dat ze besliste om naar de Crypte van de Spiegels te gaan om er zich te meten met de krachten van de Zwarte
-4@~
~
H_(_)(_)_F_]_)_S_T_l_Y_'I_{_E_'E_~_N_T
~
~y
Steen, wist ze dat de mogelijkheid bestond dat ze haar magie zou verliezen. Maar ze had tegen zichzelf gezegd dat ze jarenlang geleefd had zonder magie, zonder ook maar te weten dat ze magische krachten had, en dat dit niet veeI verschil zou maken. Maar de dingen waren nooit zoals ze leken, zei haar vader. Nu was het inderdaad niet gemakkelijk om te doen alsof er niets aan de hand was. Vooral omdat iedereen zich tegenover haar vreemd gedroeg sinds ze weer een gewoon meisje was geworden. Maan en Pijl behandelden haar anders dan gewoonlijk. Corrado had geprobeerd haar te laten praten, maar er viel niet zoveel te zeggen. Aileen het gedrag van Ander was weinig veranderd, maar dat was misschien omdat hij haar nooit had vertrouwd. Het was ondertussen al zes maanden geleden sinds de dag dat ze in de Crypte was gegaan om aile krachten van de Zwarte Steen teniet te doen. Ze was de laatste tijd flink bezig geweest, om maar niet te hoeven nadenken: ze had bergen boeken weggesleurd en op hun plaats gezet, ze had een paar keer geholpen om aardmannetjes te vangen, en die barimbo die het Park onveilig maakte ... Ze had een poosje gedacht dat ze het brandende gevoel van die niet-aflatende magie zou kunnen vergeten. Maar nu, hier in haar bed, hoorde ze de waterdruppels op de luiken, op de bladeren en or de takken van de bomen in het Park. En wanneer ze proheerde te luisteren, hoorde ze enkel de koude februari-regen. De regen, en niets anders.
DE DINGEN ZIJN VERANDERD
De nacht werd donkerder en dieper. De deur van de kamer van Corrado ging met een ruk open. Een haastige stap die de kamer doorkruiste, als de wind die tussen de bladeren ritselde, wekte zijn jarenlang aangescherpte instinct, resultaat van lange maanden doorgebracht in de buitenlucht, opgejaagd en bedreigd door naamloze vijanden. In het duister, dat doorsneden werd door de weerspiegeJingen van de straatlamp zag hij iets op zich afkomen. Instinctief reageerde hij. Hij sprong naar voren en hieJd zijn beJager tegen. Met een snelle greep draaide hij z'n ann op z'n rug. Hij hoorde een zachte kreun. Pas toen herkende hij die stem, en besefte hij dat hij veiJig was, in zijn nieuwe huis. Hij liet onmiddellijk los en brieste, verward en beschaamd over zijn reactie. - Wat doe jij hier? Hoe bat is het? - Het is half vijf - antwoardde Ander. De jongen had weer zijn menseJijke gedaante aangenomen bij het ondergaan van de nieuwe maan. Nu keek hij Corrado aan met zijn onrustwekkende roofvogeJogen. - Je zou moeten slapen - wees Corrado hem terecht, terwijl hij met zijn hand over zijn gezicht wreef. Toen begreep hij het apeens. - Wat gebeurt er? - vroeg hij. - De VaJJei - antwoordde de jongen - ... ze staat in brand! Corrado schrok op en haastte zich naar de Vesperzaal.
2
REKENKUNDEEN OUDE GESCHIEDENIS
e volgende ochtend werd Cornelia wakker, badend in het zweet. Ze had's nachts zo onrustig gedroomd dat ze als een mummie in haar dekens vastzat. Toen ze erin slaagde am zich los te wurmen, plofte ze met haar gezicht op de grand naast haar bed. En toen pas besefte ze dat het verschrikkelijk laat was! Ze kleedde zich vliegensvlug aan en nam haar schooltas. In haar haast struikelde ze en viel van de trap. Met een doffe pIof belandden Cornelia en haar schoolboeken op de grand. Meteen kwam haar moeder toegesneld om te zien of ze zich geen pijn had gedaan. Gniffelend liep ]uliaan haar voorbij en ging langzaam naar de keuken. - Ben je nog heel? - vroeg haar moeder. - 0, maak je maar geen zorgen, ze voIgt een cursus om te leren vliegen met haar voeten, maar er is nog wat werk aan de winkel, is het niet, m'n sufferdje?
~
~G'"'
H_O_O_F_I_)8_--'_T_l_~_K_T_'_V_E_E
~
~y
Cornelia stond op en wreef over haar pijnlijke billen. - En jij? Ga jij nog eens een cursus beleefdheid volgen? - barstte ze woedend uit. Haar moeder begon te lachen en knipoogde naar haar. Ben je er zeker van dat alles in orde is? - lk ben gevallen .,. - mopperde ze. - Waarom lach je? - ]e hebt je trui achterstevoren aan - lachte haar moeder geamllseerd. Cornelia keek: ze had gelijk. Cornelia was zo slecht geluimd dat ze nallwelijks haar ontbijt aanraakte. Tijdens de rekenles begon ze na te denken over die vreemde nachtmerrie die haar die nacht gekweld had. - ... en als Cornelia zo goed zou willen zijn om weer met haar gedachten bij ons terug te keren, zou ze ons een praktische demonstratie kunnen geven van wat ik jullie zojuist heb uitgelegd. Kom maar aan het bord voor deze oefening! - kraste mevrouw Castelein. Maan gaf Cornelia een schop tegen haar achterwerk. Cornelia sprong op. - Welkom ... misschien is deze les te vervelend voor jou? - siste de lerares met ijzige stem. Cornelia voelde de grond onder haar voeten wegzakken. - Neem me niet kwalijk - stamelde ze. Ze werd gered door de bel, maar de jllf gaf haar toch extra taken mee voordat ze de klas uitging. - De volgende keel', meisje, zou je wei eens mindel' geluk kunnen hebben - voegde ze er daarna nog aan toe, terwijl ze haar spullen pakte en opstond. - ]e ZOll betel' wat aandachtiger zijn in de klas.
REKENK{'XDE EN OCDE ...
Cornelia verontschuldigde zich nogmaals. Terwijl iedereen naar buiten ging voor de pauze, plofte ze ontmoedigd op haar bank neer. - Weet je, ik dacht een moment dat ze je een oplawaai zou verkopen! - grinnikte Maan, terwijl ze naast haar op de bank ging zitten. - Inderdaad - zuchtte Cornelia. Ze rommelde wat in haar tas. - ]e bent er niet zo sIecht van afgekomen! - Behalve dan die extra huiswerktaken, bedoeI je? - vroeg ze futloos. Toen begon ze de inhoud van haar tas op de bank uit te spreiden. Maan kruiste haar annen. - Mag ik vragen wat je aan het doen bent? - Dat ontbrak er nog aant Ik heb mijn tussendoortje thuis laten liggen - kIaagde ze. Haar maag knorde. Maan brak haar koek in tweeen en reikte haar glimIachend een helft aan. - Ik heb toch te veel. Maar ik zou weI eens willen weten wat er door je hoofd spookt - zei ze. Cornelia knipperde verrast met haar ogen. - He? - Kom nou! Ik heb je niet meer zo afwezig gezien sinds we die andere kleine probleempjes aan ons hoofd hadden vorig jaar, weet je nog? - r1uisterde Maan knipogend. Cornelia zuchtte. Toen ze ontdekt had dat ze dit jaar opnieuw samen met Maan in de klas zat, was ze tevreden geweest, maar toch niet helemaal. Maan was haar beste vriendin, dat was waar, maar ze Het haar geen moment met rust. - Er is tach
geen nieuws? Gaat het soms om krachten die terugkeren? - vroeg ze breed glimlachend. Kijk. Weer in de aanval, dacht Cornelia. 2e schudde haar hoofd en nam het stuk koek met een zo vriendelijk mogelijke glimlach aan. - Euh, ik heb aileen cen vreemde droom gehad. De ogen van Maan vonkten metcen. - Nachtmerric? Cornelia knikte. - Ik was op een vrcemde plaats, het regende onophoudelijk en alles leek troosteloos en grijs. Het moet vroeger een mooie plaats geweest zijn ... Maar nu lag alles in puin, er was rook en een ondraaglijke bijtencle geur van roet ... - He! Niet te geloven! .Ie hebt een geur geclroomd! Ik heb nog nooit een geur geclroomd! - riep Maan extatisch uit. Cornelia nam een hap en slikte die moeizaam door. 2e ging verder: - Er hing een stank die ik liever niet zou willen ruiken. In ieder geval was ik claar, en opeens kwam een kind van een jaar of vijf of zes op mij toegelopen. Het schreeuwcle 'Stop!' terwijl het verder liep. Maan slikte. - En waar mocht je niet naartoe? Cornelia haalde haar schouders op. - Het kind had het niet tegen mij. Het zag mij niet, en meer zelfs, het is ... dwars door me heen gelopen. De ogen van Maan waren opengesperd, haar mond hing half open. - Wauw! - riep ze uit. - 20als van een spook? Cornelia dacht een ogenblikje na, en knikte toen. - Het
~__ R_E_,""K_E_"N_T_K_L_T_N_D_E_E_N_O_l_J_D_E_o_o _ ~ _0
';3~
~¥
was wals plakken in het slijm van een slak ... - probeerde ze uit te leggen. - Jakkes! - lachte Maan. Cornelia moest nu ook lachen om haar vriendin, en voegele er toen aan toe: - Inderdaad ... het kind was zo bang dat ik me omdraaide om te kijken. - En ... ? - vroeg Maan vol verwachting. - En niets. Er was aileen Nevel. Ik hoorde hoe het kind nag altijd schreeuwde, en toen vulde de Nevel alles en ik ... ik ben toen wakker geworden - besloot ze. In werkelijkheid had de Nevel haar aangevallen als een levend schepsel. Net alsof ze onder water zat, ze had geen lucht meer gekregen. Ze had gevoeld hoe ze weggesleept werd, en toen was ze drijfnat wakker geworden in haar bed. Maar het was beter am dit niet aan Maan te vertellen. Die zou er aileen maar een hele gebeurtenis van maken, zoals gewoonlijk. Al met al was het maar een stomme nachtmerrie. - Nee. - Waarom niet? Corrado antwoordde ontwijkend, hij was uitgeblust. - Ze zouden ... we zouden niets kunnen doen. Ander wendde zijn blik af naar het grote raam. Hij zweeg. Hij was helemaal niet overtuigd, oak al was het overduidelijk dat de Verborgen Vallei even veraf was nu de Poort gesloten was als een van de overzeese continenten waarover Corrado had verteld tijdens een van zijn lessen. De wereld
van de mensen was enorm groot en verborg spectaculaire, fascinerende plaatsen. Toch was de enige plaats die hem echt interesseerde de Verborgen VaJlei. - Als het cms niet aangaat, waarom ben je dan dat ding daar aan het monteren? - vroeg hij. - Ik heb nooit gezegd dat het ons niets aangaat - antwoordde Corrado wat bruusk. Toen zuchtte hij. - Het feit dat de vlammen zich niet verspreid hebben naar de rest van het bos, de kleur van het vuur en de manier waarop die strook grond zwartgeblakerd is, vertellen cms dat het een tovenaarsvuur is. Ik kan niet ze!f gaan rondneuzen, maar ik wil proberen te begrijpen hoe dat gebeurd is. Zodoende zullen we misschien een aanwijzing ontdekken over wat er voorbij de Grens aan het gebeuren is. Ander keek naar de handen van Corrado, waarmee hij de verrekijker regelde. Toen ging hij weer naar het raam en keek in de richting van de zwarte vlek die de brand had achtergelaten. Ondertussen was er in het ochtendgrijs bijna niets meer te zien. Aileen een dunne rookpluim die naar de hemel steeg, en op het punt stond te verchvijnen. - De houten lens alsjeblieft - vroeg Corrado. De jongen zocht in de doos op tafe! en haalde er een dunne, ronde lens uit, vervaardigd uit hout. Corrado liet die in een spleet bovenaan het instrument glijden. Hij draaide lichtjes, en met een klik gleed de lens mooi op haar plaats. Toen bracht hij de verrekijker bij zijn gezicht en keek. - Hoe kun je nou door hout heen kijken? - vroeg Ander.
REKENKUNDE EN OUDE ...
Hij schudde achterdochtig zijn hoofd. Er schemerde een glimlach door op het gezicht van Corrado. - ]e hebt het probleem begrepen. Daarbuiten is een heleboel hout. De plaats die ons interesseert is middenin een dicht bos, zelfs de ogen van een Sperwer zouden niet in staat zijn om daar doorheen te kijken ... Ander trok zijn wenkbrauwen op. Corrado draaide aan een bronzen ring en ging verder: - Volgens een aantal magische principes die zelfs ik niet goed begrijp, sluit deze lens alle houten voorwerpen uit die zich tussen mij en die plaats bevinden, tot op een afstand die ik kan instellen aan de hand van dit wieltje zie je? Het is een beetje zoals een reeks schuifdeuren openen een voor een. - Waarom heb jij zo'n voorwerp? - Ik ben geen Magier en ik ben ook geen Tovenaar, als het dat is wat je denkt - antwoordde Corrado. Hij draaide verder aan de onderverdelingen van de eigenaardige verrekijker en aan het wieltje. - Het is een erfstuk van de familie van de Bewakers die voor ons in deze Toren woonden. - Een erfstuk? - Ander keek hem onderzoekend aan. Met sommige woorden was hij nog niet zo goed vertrouwd, dus legde Corrado het uit: - Een oud en kostbaar voorwerp. De Bewakers van de Grens bezaten magische voorwerpen, zoals dit hier. Ook mijn vader had er verschillende, die hij angstvallig voor zichzelf hield. Pieter Thebald kocht deze verrekijker rond de zeventiende eeuw in een winkel in de stad DonkerLicht.
~ .~
H_O_O_F_D_S_T_l_JK_T_._"_TE_"E
~ ~y-
- De stad van de Tovenaars ... - zei Ander. - Hoe weet je dat? - Dat staat hier - antwoordde Corrado. Hij draaide de doos met lenzen ondersteboven en toonde een etiket dat helemaal volgeschreven aan de onderkant van de doos geplakt was. De laatste naam die erop stond was Corrado Griffioen. - Zie je? Ieder betoverd voorwerp krijgt een persoonlijk karakter wanneer het van eigenaar verandert ... Lex Magica, ingesteld door de Raad, zeer vooruitziend. Nu weten we dat dit aangekocht werd in de winkel van Filemon Estragon, een zeer beroemde ambachtsman uit de tijd van Pieter Thebald. Daarna is het vele generaties lang overgegaan van de ene Thebald op de andere ... en nu is het van mij - legde hij uit. Ander zweeg en staarde weer naar buiten. - Wat zie je voorhij die homen daar? Corrado keek hem tersluiks aan. Hij had een vraag verwacht over de stad DonkerLicht, of over de winkels, maar hij vergat altijd dat Ander geen jongen was zoals de andere. - Er moet een klein dorpje zijn ... ronde stenen huizen, waarschijnlijk wonen daar Astrucs. Gelukkig lijken ze zich te hebhen gered toen de hrand uitbrak. Arme mensen - mompelde hij. - Waarom wil iemand een dergelijke plaats vernietigen? vroeg Ander. - Laten we eens zien of we wat dieper kunnen kijken. Wil je mij de lens van steen aangeven? - Ander gehoorzaamde. Onder Corrado's ogen werden de stenen waaruit de huizen waren gemaakt zo dun, dat hij erdoorheen kon kijken.
,",'
o~-<>-
cJ
REKENKl:'NDE EN aCDE '"
--<:>--«
•
Terwijl hij langzaam aan het wieltje draaide om de afstand in te stellen, bestudeerde hij aandachtig het hele dorp, dat niet meer dan vijftien stenen Imizen telde, allemaal met een ronde plattegrond. - Hmm ... - zei hij toen hij een vreemde metalen vlek ontdekte in een van de hutjes die nu half verwoest was en geen dak meer had. - Het lijkt erop dat ze een Magier of een Heks hadden. De vlammen hehhen de ketel doen smelten ... - Denk je dat ze hem hehben willen doden? - vroeg Ander. - Het zou ook kunnen dat het een ongeval is geweest Op het eerste gezicht zou ik zeggen dat de vlam hier is hegonnen De huizen van Heksen en Tovenaars zijn goed beschermd, en niets dat van huitenaf komt is in staat om een ketel zo te doen smelten: ze zijn gemaakt om hestand te zijn tegen de hoogste temperaturen - antwoordde Corrado. Hij liet de verrekijker wat zakken. - Maar waarom haalt een Magier het in zijn hoofd om Drakentongen op te roepen als hij weet welke risico's hij daarbij loopt? - Risico's? - vroeg Ander nu ongerust. Hij schudde zijn hoofd. De stem van Grogo gaf commentaar vanuit een van de doorgangsstenen die hem toelieten door het huis te lopen: - Het is duidelijk dat de situatie in de Vallei verslechterd is. Corrado schrok op: soms werd hij nag steeds verrast door de onverwachte verschijningen van de stenen butler. - Het eten is klaar - kondigde Grogo aan. Ander keek Corrado opnieuw aan: - Wat hetekent dat, 'de
HOOFDS'rCH: 'l"\VEE
situatie is verslechterd? Corrado klemde zijn lippen op elkaar, alsof hij niet happig was om daarop te antwoorden. - Voordat de Poort zich sloot, waren er problemen in de Vallei. Ernstige problemen. De Raad had het aantal Tovenaars teruggebracht tot drie, en er werd gevreesd voor een oorlog tussen de magische wezens. Ander vertrok geen spier. - Dus je denkt dat er een oot'log aan de gang is? Corrado keek naar de Vallei vanuit het raam van de Vesperkamer. Alles leek nu zo stil en rustig ... - Ik heb er geen flauw idee van - gaf hij toe. - Maar wat zou je ervan zeggen als we eerst eens iets gaan eten? Ik heb echt hunger! - zei hij. Hij stond op en probeerde te glimlachen. Ander wierp een laatste blik door het raam en volgde hem toen. - Ik haat de geur van stof, schimmel. saffraan en uien in dit huis ... hoe speel je dat klaar om het hier zo te laten stinken? - zei Maan terwijl ze het huis van Corrado binnenging. - Uien? - vroeg Cornelia. - Die zullen ze misschien vanmiddag gegeten hebben merkte Pijl op terwijl hij de geur opsnoof. - Niemand 11Ceft vandaag uien klaargemaakt - legde Grogo diplomatisch uit, tervvijl hij de dem achter hen weer dichtdeed. - En er is hier geen schimmel of stof. In ieder geval, jullie worden boven vcrwacht. - Dankjewel, we gaan er onmiddellijk naartoe - ant-
~__ R_F_~I_{:_E_"}'.;_T_K_TL_T_N_T_D_E_"_E_N_. T_O_l_TD_E_._ . ._~
~~
~;r
woordde Cornelia. Ze ving nog net de blik op van Pij1. Gelukkig kon ze die onberispelijke butler die de vorm had van een deurklopper nog steeds horen praten, ook zonder haar magie. - Ik ruik hier in ieder geval niets, hoor ... - fluisterde Pijl terwijl hij de lucht weer opsnoof. - Ik ook niet - gaf Cornelia toe. - Dan hebben jullie geen fijne neus! Ik zeg zelfs meer ... het is gewoon ondraaglijk '" bah! - deed Maan misnoegd. - Geen fijne neus? - Pijl barstte in lachen uit. Cornelia greep de kandelaar beet die de vorm had van een adelaar. Ze liet hem ronddraaien, waardoor de geheime doorgang in de houten wand openging. Voor hen opende zich een kleine, ronde deur. Maan trok een grimas. - En hier is het nog erger ... ! - Misschien is het een of ander drankje - merkte Cornelia op terwijl ze de trap opgingen. - Inderdaad, waarschijnlijk zullen de buren wei geen beschimmelde uien met saffraan klaarmaken! - grapte Pijl. - Aangenomen dat er buren zouden zijn - bedacht Maan. Want naast de Toren, die Corrado had vernieuwd, waren aile aanpalende huizen leeg en afgesloten. Dezelfde straat waar ze lang geleden de Griffioen voor de eerste keer hadden ontmoet, was ook de straat waar zich de binnenplaats beyond, die Cornelia slechts een keer hac! gezien en die daarna de plaats bleek te zijn die uitzicht bood op de Poort van de Vallei. Niemand was er nadien nog naartoe gegaan, en Corrado had er ook niet meer op gezinspeeld.
~
":3~
H_O_O __ F_D_S_'T_l_TK_"_.r_\'_T_E_E
~
Vy
- Inderdaad, in feite heb ik hier nog nooit een levend wezen gezien .,. - beaamde Piji. - Misschien is het maar heter zo ... anders zou iemand vroeg of laat nog Grogo hmnen horen praten - lachte Cornelia. Ze kwam hij de tafel, haar hlik kruiste die van Ander. Hij had een hlik in zijn ogen die haar alle lust am grappen te maken ontnam. Corrado zette echter het hlad dat hij in zijn handen had weer op tafei. Op vrolijke toon zei hij: - Grogo? Hij heeft strikte orders gekregen. Hij zal zeker geen vragen van de postbode heantwoorden. In ieder geval komen de mensen hier niet uit vrije wi! wonen: de stenen waarmee deze huizen zijn gebouwd, zijn erg verschillend van andere stenen, heb je dat al opgemerkt? Ze zijn donker okerkleurig, en komen uit een trollengraeve in de bergen. - En is ook Grago ... ? - Maan wees met haar duim over haarschouder. - Zeker, alleen is hij ook iets meer. Hij kan spreken en heeft een eigen persoonlijkheid. Het merendeel van de stenen uit die groeve zijn alleen maar stenen die een magisch geheugen hebben. - Een wat? - vroeg Piji. Cornelia was even stomverbaasd als haar vrienden. Ze wist dat ook stenen speciaal konden zijn, maar ze had nooit gedacht dat er hele huizen mee konden worden gebouwd. - Kijk, in feite bevindt de Poort naar de vallei zich hier. Deze straat kun je weI omschrijven als de meest magische straat van de hele stad. Ook al zijn de mensen niet in staat
REKENKUNDE EN
OUDF~
...
om de magie te voelen, ze hebben allemaal weI eens gehoord dat er hier nogal rare dingen gebeuren. Goit deed het gerucht de ronde dat er spoken rondwaarden ... - Daarom noemt men deze wijk hier de Doele Stegen! riep Maan uit - Niet vanwege het ouele kerkhof! Corrado knikte. - ]ullie moeten nog flink wat over ele geschiedenis van ele stad leren! Aangezien eleze plaats zo dichtbij de Poort is, was dit ooit een weg die open was voor ieelereen. Het was een behoorlijk drukke weg. Maar er is een voUedige wijk op een andere plaats, nabij de Hoofelstraat, die de Gude Markt wordt genoemd. Die werd vroeger bijna uitsluitenel door magische wezens bewoond, en nu is die wijk verboden gebied voor iedereen, magische wezens of niet. - Zoals het plein van de Poort? - vroeg Cornelia. Corrado knikte opnieuw. - Maar in die straat waren winkels en herbergen voor ele reizigers van ele Vallei. Plaatsen die na verloop van tijd verdachte plaatsen werden, die dikwijls door vreemde lieelen werden bezocht '" - En waarom? - yroeg PijI. - Laten we het zo steUen: er waren magische wezens elie het hier goed haelden, en er waren magische wezens yoor wie het goed uitkwam - antwoordde Corrado. Hij trok een wenkbrauw op, hij was duidelijk in de stemming om te Yertellen. - Oat betekent? - vroeg Maan. - Vroeger deed men gouden zaken in de stad door handel te drijven met de mensen, maar ook eloor dingen te smokkelen, die het daglicht niet konden verdragen. Voorwerpen
~
:J~
l-_I_O_(_)_F_I_)S_'T_L_)K_T_\'_T_E_E_~
~
~Y-.
of vondsten die in deze winkels gekocht waren, konden ook voor de mensen nuttig zijn: bepaalde mottenbaUen, bijvoorbeeld, of muizenvaUen, middeltjes tegen een verkoudheid, en nog vee! meer van zulk sooft spul. Maar het gebeurde ook dat er tussen de magische wezens handel werd gedreven in dingen waarvan de verkoop verboden was, aan deze kant en aan de andere kant van de Grens. Extreem gevaarlijke dingen. De bizarre pestepidemie die de stad in 1612 trof, de Groene Pest, heeft zich verspreid door een toverdrank die in verkeerde handen terecht was gekomen ... en aUe inwoners van de stad zouden in muizen veranderd zijn, ais de Bewakers er niet waren geweest. In die tijd moesten ze van aUes in het oog houden ... met inbegrip van de Markt en de winkels, om te vermijden dat gewetenioze criminelen gevaarlijke goederen verhandelden, zoals Drakenstaarten, bloed van de Mandragora, harten van de Chimaera's en tongen van Boslynxen ... men verkocht zelfs Strigi als huisdieren! Maan trok cen grimas. Pijl merkte op: - Kortom, cen soort vrijhaven. - Zoals aUe plaatsen die aan een grens liggen ... en behoorlijk gevaarlijk - zei Corrado. Cornelia probeerde zich voor te stell en hoe de stad er in die tijd uitgezien had, met bezoekers uit verre landen en magische wezens die langs dezeIfde straat Iiepen als de menselijke wezens. Geen wonder dat de geschiedenis van de stad gewoon vol was van vreemde legendes. Ze vroeg zich ook af of de stad weer zo zou worden als de Poort naar de Vallei weer open zou zijn.
REJ{ENH:r~DE E~ ()1~DE
.,.
- En hoe deden de Bewakers dat, alles contraleren? vraeg Pijl. Cornelia ontwaakte uit haar dramerij over vroeger en stond plotseling weer met beide benen op de grand. - De Waakogen! - zei Cornelia onmiddellijk. - Ook. Maar vooral door de verdachte figuren in de gaten te houden - ging Corrado verdeI' - en met de Magische Stromen. Maar het onderzoek was het belangrijkste deeI van het werk. Alles hing af van samenwerking en geheimhouding. Niemand wist wie de Bewakers waren, be halve de Bewakers zelf. En sommige magische voorwerpen waren in staat om hen te helpen als ze iets verdachts hadden opgemerkt. - ZoaIs de verrekijker - zei Ander. Zijn stem kwam zo onverwachts over dat iedereen opsprang. Maan Iiet een stapel boeken vallen, en een oude, versleten map gleed op de grand. De hele inhoud verspreidde zich over de zwarte, blinkende vIoer. Iedere verdere uitleg verdween en werd vergeten. Het hoofd van Cornelia werd leeg, de stemmen van de anderen echoden als in een lege kamer. Op de vIaeI' voor hen lag een geheel van schetsen en oude tekeningen van de stad, van de Poort en van de Grens.
3 DE SCHARNIEREN
e maand maart brak aan, en veegde de regen weg met een aangenaam zonnetje dat de lente aankondigde. Maar Corrado was zo verdiept in zijn studie van de stadsplattegronden, dat hij het nauwelijks merkte. De Vallei was nog steeds gehuld in dikke grijze wolken. Het gouden zonlicht boorde zich met moeite door het Vesperraam tot op zijn tafel, die vol lag met berekeningen en stapels boeken. Ais hij de Maquis bestudeerd zou hebben zoals de Sperwer deed, zou hij zich misschien zorgen hebben gemaakt over het feit dat de stad baadde in het zonlicht en dat het mooie seizoen in de Vallei nog zo veraf leek. Maar zijn geest werd te veel in beslag genomen. Qok Maan en Pijl hadden het druk. Ze brachten hele namiddagen aan zijn zijde door, om hem te helpen met het ontcijferen en kopieren van pagina's en tekeningen. Alleen Cornelia hield zich tot haar eigen
verbazing verder bezig met de boeken van het Paviljoen, met de stille hulp van Ander. De tekeningen die per toeval uit een map waren gegleden, bleken de oude ontwerpen van de Poort te zijn. Met wat moeite hadden ze er feiten uit geieerd over de stad, haar positie en haar fundament die Corrado zelf nooit had gekend. Feiten die waarschijnlijk zelfs zijn vader nooit had geweten. De stad was gebouwd op een uitloper van een rots die immuun was voor magie. Precies vanwege deze bijzonderheid, hadden de magische wezens deze plaats uitgekozen om er de Poort naar de Vallei te maken. Ze moesten lang gezocht hebben naar een plaats waar de magie sterk genoeg was om het openen van een Stabiele Doorgang te verdragen, waarin de Stromen zich in elkaar vervlochten met zoveel intensiteit, maar ook waar die kracht zou kllnnen worden gekanaliseerd en beinvloed. De oude stad had al deze eigenschappen. Ze beyond zich dichtbij een krachtig knooppunt van Magische Stromen, en de rots waarop ze was gebouwd en waaruit het merendeel van de hllizen en de torens waren opgetrokken, maakte er een eiland van, immUlln voor de effecten van de Stromen. Maar om van de stad te maken wat ze nu nog was, daar hadden de magische wezens lang aan gewerkt .,. Ze hadden kleine wijken toegevoegd, gebouwd met stenen die de magie doorlieten, goed afwegend wat de invloed daarvan zou kunnen zijn. Ze hadden deelgenomen aan de bouw van de stadsmuren, door de stad zo uit te balanceren dat de magie
~
'3~
D_E_'_S_'(_;_H_A_R_N_IE __ I~_E_N_'T
~
~.
die haar zo uniek maakte haar niet zou kunnen vernietigen. En uit vrees dat de mensen nog nieuwsgieriger zouden worden dan ze al waren, werd de Vallei nag meer beschermd. Om deze reden waren de Stromen samengebracht en gekanaliseerd in zorgvuldig uitgegraven gangen onder de stad. Nu, bijna duizend jaar later, liepen ze daar nog altijd, daar was Corrado zeker van. Als oude kabels. voor een doe1 dat haast ongelooflijk leek. De stad omdraaien! Dit maakte Corrado eerst van streek en vervulde hem daarna met immense trots. Alleen de betoverde wezens zouden kunnen slagen in die knotsgekke bedoeling zonder dat er ook maar iemand iets in de gaten had. Ze moesten er jarenlang aan hebben gewerkt ... Eerst werden de Grenzen van de Vallei onoverkomelijk gemaakt dankzij de barrieres van de vervlochten Stromen en de wortels van de Paladijnbomen, of wat men na verloop van tijd gewoonweg 'de Grens' was gaan noemen. En zo was de Vallei enkel nag met de Wereld van de Mensen verbonden via de Poort, die geopend of gesloten kon worden door de zeven Scharnieren correct te plaatsen. Het was onvoorstelbaar! Zelfs al zou hij er ooit in slagen am de deurpanelen van de Poort te openen, dan zou hij nog niet tegenover de brug komen te staan die naar de Vallei leidde '" Want alleen door de Stromen via de Scharnieren te bewegen, kon men die 'magische kabels' laten lopen onder de stad, am haar rond haar eigen as te doen draaien als een enorme jojo. Bovendien waren de twee werelden alleen met
-4@J"' ~
H_(_)_O_F_"_D_S_'T __l_'I_{_D_R_IE
~
~y
elkaar verbonden als de Poort van de Vallei en die van de stad op een lijn stonden. Maar nu al sinds bijna twaalf jaar waren de Vallei en haar bewoners ge'isoleerd van de rest van de wereld, ge'isoleerd en gevangen in hun eigen toevluchtsoord. Door de zeven Scharnieren die de rotatie van de stad regelden terug te vinden, zouden ze er misschien in slagen om de Poem weer te openen. Daarop had Corrado zich geconcentreercl in die dagen, zonder aan iets anders te kunnen denken. Hij had enkele schrijt1)orden geplaatst, die nu vol stonden met tekeningen, schetsen en nota's. Op de houten rand prijkten punaises met bladen, schema's en miniaturen die ze in de meest vreemde boeken hadden ontdekt. De lage tafel lag overvol met bladen en aantekeningen. Op de grond lagen opengevouwen stadsplattegronden uit verschillende historische periodes, waarop Maan en Pijl gekleurde stickertjes aanbrachten en er moeizaam wijs uit probeerden te worden. Dag na dag stond Corrado te midden van al dat papier, zonder aan iets anders te kunnen denken dan aan de Vallei en hoe ze de Poort louden kunnen openen. Hij had wallen onder zijn ogen van vermoeidheid, en een gespannen uitdrukking op zijn gezicht als van een schaakspeler tijdens zijn zet tegen een gevreesde tegenstancler. Aileen Cornelia leek alles vanaf een afstand te bekijken. Alsof het haar niet aanging. Precies zoals Ander. Terwijl hij Cornelia die namiddag gadesloeg, besefte Cor-
~
'3~
D_lt_S_'_(_'H __ A_R_N_I_E_"R_}1J_~_J
~
~~.
rado eindelijk dat er iets niet lekker zat bij haar. Het was alsof ze met haar gedachten elders was: ze nam een boek en legcle het meteen daarna terug. Haar blik dwaalcle veri oren door de kamer over de dekenkisten, de rekken, de opgestapelde koffers. Haar ogen en de uitclrukking van haar gezieht waren uitgedoofcl en mat, alsof het stof van al die boeken haar omwikkeld had. Toen hij haar zo zag, vroeg Corrado zieh voor de eerste keer af of het openen van de Poort wel voldoencle zou zijn am mensen en magische wezens weer samen te brengen. - Missehien ga ik nu vervelend klinken - verklaarde Maan met een afgematte ZlIeht - maar ik begrijp nog steecls niet hoe het roteren van de stad de Poort doet openen en sluiten. Sorry hoar, maar ik begrijp het echt niet ... en clan: hoe doet een stad dat, am haar as clraaien? - voegele ze er clroog aan toe. - Het is niet vreemder dan dat wij erop uit trekken, op jaeht naar aarclmannetjes - merkte Pijl op. Hij gaf niet cle indruk zich al te veel zorgen te maken over de details van de zaak. - Maar ik vroeg mij af ... als ze nu zou draaien, wat zou er dan gebeuren? Alle straten zouden onherstelbaar overhoop gehaald moeten zijn, of niet? Maan knikte een paar keer, tevreden dat einclelijk iemand het probleem begreep. Ze kruiste haar armen. - In feite slaag ik er zelfs niet in om mij voor te stellen dat de stad om haar eigen as clraait '" en vooral niet dat er niemand is die er iets van merkt - voegde Cornelia eraan toe. Nieuwsgierig kwam ze bij de tafel staan.
~
~~
H_O_(_)_F_D_·_S_T_I_T_h.__D_I_~_I_E Y
~
~~
Maan bestudeerde Corrado met haar onaangename blik en eiste. - Inderdaad! Jij hebt gezegd dat, toen de Luchtster die door de Boosdoener hier gekweekt was ontkiemde, de schok van de magie zo groot was dat de Stromen wegschoten, de stad ronddraaide en de Poort gesloten werd .,. maar hoe kan het nou dat er niemand iets gemerkt heeft van die draaiing? Pijl knikte. - Uit wat we begrepen hebben uit al deze papieren hier, moet er een halve catastrofe zijn geweest, is het niet? Bij het woord 'cata.strofe' schrok Corrado op; hij richtte zijn blik afwisselend op Cornelia en op de beide anderen. Eindelijk keerde hij terug uit zijn gedachten naar de werkelijkheid. - Ze noemden het de 'Nacht van de honderd donderslagen'. Er was een aardbeving en de elektrische stroom viel uit. Er gebeurde iets. - Hij kuchte, terwijl hij aan een van zijn slapen krabde. - Inderdaad, de donderslagen moeten de Magische Stromen geweest zijn, die knalden ... - zei Cornelia. Ze ging zitten, bovenop een oude koffer bij de tafel. - Corrado knikte. - En de aardbeving was te wijten aan de rotatie, de draaiing van de stad, die op al haar fundamenten schudde. Ik denk dat, doordat je de magie van de Luchtster absorbeerde, je vermeden hebt dat het ergste zou gebeuren. Bei'nvloed door die zweepslag van magie, hadden de Stromen alles kunnen docn instorten. Het had een echte tragedie kunnen worden - voegde hij er met een zucht aan toe. - Maar wat de overhoop gehaalde straten betreft, de oude poorten in de stadsmuren zijn voorzien van een betovering
~~
"S~
D_E_S_'_C_H_A_R_N_I_E_~R_E_N_T
~
~Y·
voor verplaatsing. - Zoals voor de trappen van dit huis? - vroeg Maan. - lnderdaad. Zoals hier. Wat gebeurt er als jullie proberen om van de tweede naar de derde verdieping te gaan zonder de geheime gang te gebruiken? - zei Corrado. - We zitten meteen op de vierde verdieping - wist FijI. - Zodat niemand door heeft dat je net een verdieping van het huis hebt overgeslagen. Met de pOOlten van de stad gebeurt hetzelfde. De betovering is zo kraehtig door de magisehe doorlaatbaarheid van de stenen waarmee de poorten werden opgetrokken. Daardoor had niemand de true door. Men liep door de poort, en men was waar men daeht te moeten uitkomen. Hier ga je de trappen op, en je denkt dat je op de derde verdieping bent. Niets doet jullie vermoeden dat je op de viercle verclieping bent, tenminste niet als je de waarheid niet weet. - Eigenlijk is het absurd te denken dat een hele verdieping is verdwenen! - grinnikte PijI. - Als je natuurlijk weet waar je moet kijken, merk je wei iets vreemcls, maar taen ik deze ontwerpen nog niet kende, had zelfs ik nooit iets door - legde Corrado uit. - Dus zijn de muren een soort '" rand - zei Cornelia. - Een rand waarvan? - vroeg Maan. - Van de Roterende Stad- kwam Ander met duistere stem tussenbeide. Tot nu toe was hij in de sehaduw gebleven in zijn hoek bij het raam, ze waren hem allemaal een beetje vergeten. Oat gebeurde wel vaker, maar de jongen leek er
~
;J~
H_O_(_)_l<_"I_)_S_':r_L_'_h_r_D_I_~_I_E
~
~y
niet op te letten. Hij legde het boek dat hij in zijn handen had neer, en stond op. Hij keek vcelbetekenend naar Corrado, die knikte. Maan sputterde tegen. - Daar gaan we weer. Niemand van jullie kan het 26 uitleggen. dat oak een onnozele gans als ik begrijp, hoe dat hele ... ()nbegr~jpelUke ... systeem van katrollen, tandwielen en knutselwerkjes nou precies werkt. Ze gebaarde heftig am haar vraag kracht bij te zetten. Corrado schoot in een lach en nam de uitdaging aan. Hij keek om zich heen, nam een sinaasappel en sneed die in tweeen. - Eens kijken of het mij lukt! Laten we zeggen dat onze stad de helft is van dele sinaasappel en de Verborgen Vallei de andere helft - begon hij. De heerlijke geur van de citrusvrucht verspreidde zich in de kamer. Enkele druppeltjes sap vielen op het blad dat volgekrabbeld was met zijn aantekeningen, maar daar trok Corrado zich niets van aan. Hij nam twee spelden uit het gekleurde speldenkussen en plantte die in het wit van de schil, een in elke helft. - En wat betekenen die spelden? - vroeg Pijl ge'interesseerd. - Oat zijn ... de Poorten - waagde Cornelia, terwijl haar ogen eindelijk wat oplichtten door een sprankje nieuwsgierigheid. - Maar er is er maar een! Geen twee' - wierp Maan op. Corrado knipoogde naar haar en glimlachte. - Niet 20 streng zijn, hoor. Beeld je eens in dat je in de Vallei bent en
~
~.~
D_E_,-,_S_'(_;_H_A_R_N_TI_F_~_R_E_,-,N
~
~~
door de Poort kijkt. Van daaruit zou je de stad zien en vanuit de stad de Vallei ... laten we zeggen dat deze spelden de drempel zijn van de Poort. Bevalt het je lo beter? Niemand protesteerde. Hij schikte de twee helften sinaasappel op de tafel naast elkaar, met de twee spelden tegenover elkaar. De vrienden knikten aandachtig. - In werkelijkheid zijn de twee drempels niet zo dichtbij, net lOals de Vallei en de stad niet lo dichtbij zijn. De oversteek lijkt meer op een brug, maar laten we het daar nou maar niet over hebben. Oke veronderstel dat de Vallei die met de rode speld is en de stad die met de blauwe speld. Wat zou er gebeuren als de stad om een of andere reden zou draaien? - De sinaasapppel zou draaien - siste Maan vaag. - En de blauwe speld? - vroeg Corrado terwijl hij haar in het oog hield. - Die lOU ook draaien! - zei Pijl, en strekte zijn hand uit om de sinaasappel te doen draaien. De glimlach op het gezicht van Corrado werd breder. - Precies! - bevestigde hij. - En wat zou er gebeuren in de Vallei? - Nou, de poort zou ook daar draaien, is het niet? - antwoordde Maan. Ander trok een ernstig en strak gezicht. Dat zette hij altijd op wanneer hij op het punt stond om iets te zeggen waarover hij lang had nagedacht. Hij merkte op: - Maar de hele Vallei zou zich moeten verplaatsen, en de Vallei beweegt niet ...
~
';5~
I_I_O_O_:F_'D_ . _S_T_l_J_I(_D_R_I_E
~
~y
- ]uist - knikte Corrado. Een zwakke glimlach flitste over het gezicht van Ander. Cornelia hedacht dat dit een vreemd effect had op dat gezicht dat altijd ernstig was, maar Corrado onderbrak haar gedachten ... - De Vallei is onheweeglijk, en dus hlijft de rode speld waar ze is! - Dus kan je niet passeren - hesloot Pijl. Maan bekeek de sinaasappels en de spelden alsof ze die met haar hlik wilde laten smelten. Toen schudde ze heftig haar hoofd. - Kijk, dat is het nou net wat ik niet kan hegrijpen! Het is een magische poort, niet? Van hier ga je naar hier. Het is magie, he? - Helemaal niet! Niets is zo helangrijk en duidelijk in de magie - zei Corrado. - Dit systeem werd hedacht om de Vallei te beschermen tegen de mensen, dus bestond de Poort am een eenvoudige reden: in geval van gevaar kon die gesloten worden. Probeer je de Vallei voor te stellen als een soort fort, met een systeem zoals een ophaalhrug. Een eenvoudig werkstuk, en tegelijk verrukkelijk ingewikkeld. De Vallei kon altijd met de buitenwereld worden verbonden, maar als de mensen van de buitenwereld een ernstige bedreiging zouden vormen, kon de Poort tijdelijk door de Bewakers worden gesloten. En opnieuw worden geopend wanneer het gevaar geweken was. Dat was tenminste het oorspronkelijke ontwerp, maar daarna vergat iedereen hoe de Poort werkte. En op het moment dat dit het meest onwaarschijnlijk leek ... gebeurde er iets onverwachts. - De Boosdoener - zei Ander op duistere toon.
~
~~
D_J_~_S_'_(,_I_-IA __R_· T_I_F_~R_E_~_T N_'
~
~~
Corrado knikte. - Precies - beaamde hij. - In feite ... was het een magier die de magische wezens en de mensen in gevaar bracht. In de lange stilte die volgde, keek Cornelia afwezig door het grote raam dat uitkeek op de Vallei. Om beurten keken haar vrienden haar bezorgd aan. Wanneer er over de 15oosdoener werd gesproken, kwamen alle boze herinneringen bij haar weer boven. - Maar hoe hebben eenvoudige bloemetjes heel deze chaos kunnen veroorzaken? En am de sinaasappel. .. sorry ... de stad te laten draaien? - vroeg Maan opnieuw. Corrado kruiste z'n annen. - De Luclltster is een zeer zeldzame plant ... Men beweert dat, toen in de oude tijden een van zijn aren biocide, er hevige regenval en stormen van magie uitbraken ... Dus heeft haar bloei in de lunden van de Boosdoener met alle waarschijnlijkheid storingen in de Stromen veroorzaakt. Zeer intense trillingen - voegde hij eraan toe, terwijl hij Cornelia bled aankijken. Ze keek terug. Cornelia knikte. Ze hadden een tijdje geleden al over dit onderwerp gesproken, en waarschijnlijk zouden ze steeds nieuwe veronderstellingen erop los moeten laten. - En vormden de Stromen het meest delicate punt van deze ontwerpen? - vroeg het meisje. - Daar lijkt het op - gaf Corrado toe. - Ze moesten ieder jaar gecontroleerd en bijgeregeld worden, omdat de raderwerken die de Poort regelden, werkten als een hor!oge. Maar het ziet ernaar uit dat de Stromen en de Poem vergeten werden
4@~
"3"~
I_I_O_(_)_F_"I_)_S_r:I_'I_.~_h._T_D_I_{_I_E
~
~y
met het verstrijken van de jaren ... Toen ik klein was, vertdde mijn vader me dat de Poort er altijd zou zijn, zo oud was ze en zo sterk was de magie waaruit ze was gemaakt. Oat verklaart alles - voegde hij er bitter aan toe. Toen zuchtte hij. Hij strekte zijn hand uit naar de halve sinaasappel elie de stad voorstelde. - Waarschijnlijk zou ook mindel' moeite voleloende zijn geweest om her wankel geworden evenwicht van de Stromen te veraneleren. De Stromen die weg konelen springen als uitzinnige elastieken en die de stad plotseling konelen laten elraaien. Dus als we nu de Poort willen openen, zullen we de stad opnieuw moeten laten elraaien - voegele hij eraan toe. Voorzichtig nam hij de sinaasappel en liet die om z'n eigen as draaien, zodat de rode speld en de blauwe speld weer tegenover elkaar kwamen te liggen. - Alleen op die manier zullen de twee drempels \veer op elkaar passen - knikte Maan uiteindelijk. - En de vensters? Hoe werken de vensters? - vroeg Ander opeens. Iedereen draaide zich om. Cornelia vroeg zich af waarom zij elaar niet aan gedacht had. - Oat is waar ... - riep ze ongelovig uit, terwijl ze een snelle blik wierp op haar vrienden. - Zouden we niet de vensters kunnen gebruiken in plaats van de Poort? - Hoe komt het dat we claar niet cercler aan hebben gedacht? - barstte Pijl in !achen uit. Hij was meteen enthousiast over het idee. - Omdat dat niet gaat - onderbrak Maan hem. Iedereen
~
~~
D_E_j_S_'C_'_H_A_R_N_T_IE_",_R_E_N_.T
~
~.
bekoelde meteen. - Heeft nog niemand van juIlie gemerkt dat de vensters hier en in de Rode Kamer geen handvat hebben? Volgens mij zijn het geen gewone vensters - besloot ze. Pijl verweerde zich slapjes. - We zouden misschien het glas kunnen breken ... - stelde hij voor. Corrado legde zijn hand op Anders schouder, en schudde zijn hoofd. - Jammer genoeg heeft Maan gelijk. De vensters van de Bewakers hebben geen handvat, en het glas breken zou geen enkel nut hebben, want het zijn geen echte vensters. Het zijn betoverde spiegels waardoor men een deeI van de VaIlei kan zien. Pijl raakte nu nog meer ontmoedigd. Hij wisselde een bezorgde blik met Cornelia. - Spijtig. Maar dat zou weI gemakkelijk geweest zijn, vind je oak niet? Cornelia schoot in een smakelijke lach, en zei: - Nou, dan zullen we de Poort maar gaan openen! - Maar leggen deze papieren hier uit hoe we dat moeten doen? - vroeg Ander, terwijl hij de tekeningen en de bladen bekeek, de berekeningen op de borden en de plattegronden die over de vloer verspreid lagen. Corrado streek met zijn hand door zijn haar. - Ja en nee. - Wat wi! dat zeggen? - vroeg Maan. - Naar wat ik begrepen heb, zullen we de raderwerken opnieuw moeten instellen door de Scharnieren te laten bewegen. Zoals ik al zei, hier lopen de stromen doorheen, die toelaten dat de stad gaat draaien. Dus moeten we die eerst en vooral weten te vinden. AIle zeven - voegde hij eraan
~
'3~
H_O_O_F_-'_D_s_'~_r_l_TI_{_D I_~_IE_",
~
~y
toe. Hij wees naar de schrijfborden. Daarop had hij een van de Scharnieren gekopieerd, of toch tenminste zoals hij die op basis van de schetsen in hun oorspronkelijke vorm had teruggebracht: een soort halve pilaar met zeven zijden, onderverdeeld in schijven die konden draaien en waar bovenop een koperen moer gemonteerd was, versierd met takken en bladeren, met in het midden iets dat uitstak en dat Corrado had aangeduid met de naam 'Parel". - In orde. Dus moeten we zeven scharnieren van deze soort hier zien te vinden? - begon NIaan. - Oat lijkt me niet 2O'n moeilijke opdracht. Een tWijfelachtige uitdrukking verscheen op het ronde gezicht van PijI. - Maar ik herinner me niet dat ik ooit ergens zo'n scharnier heb gezien. - Inderdaad. Ik ook niet - zei Cornelia. - We zullen ze vinden - verklaarde Ander. Corrado zuchtte. - Maar daar zal tijd voor nodig zijn. En flink wat berekeningen .,. uitgaand van de veronderstelling dat ik begrepen heb hoe ik die moet maken. Al met al zullen jullie geduld moeten hebben ... ik ben nooit een echt Iicht geweest als magisch ontwerper - bekende hij verlegen. Er speelde een zwakke glimlach om zijn lippen. - Het is alweer verschrikkelijk laat, ook deze avond! mopperde PijI toen ze de Toren verlieten en op weg naar huis gingen. De lucht was inktzwart, een snijdende kou deed hen huiveren. - Mijn grootmoeder vermoordt mij!
~
~~
D_E_1~_S_'(_'_H_A_·R_N_TI_E_·"_R_E_N_'
~
~1:
- Denk je? - grapte Maan. - Haar lievelingskleinzoon!? - Dat is een goeie, ik ben we! haar enige kleinzoon hoor! - Vooruit ... in het ergste geval zal ze je volstoppen met een dubbele dosis gehaktballetjes ... - Weet je weI hoe leuk het wordt! - protesteerde hi;. - Na het avondeten moet ik studeren, maandag heb ik een toets van aardrijkskunde, en die gehaktballetjes ... - Aardrijkskunde? Bah! Ik ben niet jaloers, hoor - huiverde Maan. Ze moest aan haar eigen laatste toets denken, die niet al te schitterend was geweest. Ze draaide zich om naar Cornelia, verwachtend dat ze commentaar zou krijgen, maar toen merkte ze dat haar vriendin compleet afwezig was. Tenminste, met haar gedachten. Haar gezicht had een uitdrukking, die ze altijd tevoorschijn toverde wanneer ze aan magie dacht, of dat dacht Maan ... - Ik ben ook niet jaloers op mezelf - zei Pijl. Toen voegde hij er opeens aan toe: - Maar ... wat zeggen jullie van de Scharnieren en van de rest? Maan wierp een blik in de richting van Cornelia. Zelfs het woord 'Scharnieren' had geen enkel effect. Ze slofte verder, haar gedachten verbleven in verre oorden. Maan begon kwaad te worden. Ze had haar zelfs kunnen opbiechten dat ze een zwak had voor Pierre van klas lIB. Cornelia zou waarschijnlijk niet eens luisteren. Bovendien kon het haar blijkbaar geen barst schelen waar Maan allemaal mee bezig was. Welke vriendin gedroeg zich nou zo? - Wat denk je van die twee? - vroeg Maan gc'irriteerd.
~
;J~
H_O_O_:F'_D_S_T_L_~K_D_._R_I_E_~
~
~~
- Die twee? - herhaalde Pijl vragend. - Heb je hen gehoord voordat we weggingen? Ander en ik zullen aandachtig de ontwerpen bestuderen, en we zuBen verdergaan met de berekeningen .. , - deed ze Corrado na. Wat een oplichterij, potverdorie! - Wat ... ? - vroeg Cornelia, die ineens wakker leek te worden uit haar overpeinzingen. Maan wierp haar een giftige blik toe. - Zeker, wij die een geniaal brein hebben zuBen aBe berekeningen en al het speurwerk we! doen ... pfft! Heb je die toon gehoord? En de blik van de Sperwer gezien? NOli, wij hebben ook hersenen hoor! Wij willen ook weI de Poort vinden! - protesteerde Maan. Pijl werd somber. - la, maar zij hebben meer tijd dan wij ... geen school, geen dreigende grootmoeders - murmelde hij stilletjes. De enige die bij zijn woorden moest glimlachen. was Cornelia. - Sinds wanneer houd jij van rekensommen? - zei ze vrolijk tot haar vriendin. - En daarbij, het is toch normaal dat Ander weer naar huis wi!? Pijl knikte instemmend, maar Maan bleef zuur tegensputteren: - Inderdaad. Een huis dat hij zich niet eens herinnert, en waar niemand zich hem nog zal herinneren. - Oat is zijn schuld niet - zei Cornelia bedachtzaam. - Maar oak de mijne niet! Potverdorie, Cornelia! Wat heb jij toch met die antipathieke venti - Maan stampvoette, haar ogen vlamden. - Met zijn hoaghartige air, hij doet altijd alsof wij er niet zijn!
~
~~
I_)_E_'_S_'(_1H_.<_\_R_N_T_I_E_R_E_N_T
~
~
- Oke, ook tegenover mij gedraagt hij zich niet echt sympathiek, maar hij is wei ervaren en kent de Maquis beter dan wie ook! - wierp Cornelia tegen. - In feite is hij niet de winnaar van het festival van de sympathie - moest Pijl toegeven. Cornelia schuclde ongelovig haar hoofd. - Goed dan, maar ... hij is een Bewaker, net als wij! - onderstreepte ze. - Oat is het nou juist! - verklaarde Maan, die steeds zekerder van zichzelf werd. - We moeten allemaal anze opleiding krijgen, en hij niet alleen! Alleen omdat hij niet iedere dag naar school moet, hoeft hij nog niet alles beter te weten dan wij - hernam ze. - Dat hij de toverdranken kan gebruiken, bijvoorbeeld ... - Of dat hij die betoverde dolk heeft - vieI Pijl haar bij. - Precies, hij is zo andel'S dan "Yij ... - mopperde Maan. Cornelia wilde zich net gaan verweren, toen een droog geluicl uit een steeg die uitkwam op de straat hun onverwachts het zwijgen oplegde. Het straatje leek op slag verlaten en weinig verlicht. - Wat was dat? - fluisterde Piji. Cornelia draaide zich om en zag bet bleke gezicbt van Ander uit de scbaduw van de steeg opduiken. Uit de uitdrukking op zijn gezicht kon ze niet opmaken boeveel bij van de cliscussie had gehoord, en nog minder hoeveel het hem kon schelen, maar ze badden zeker niet zachtjes gepraat. Verschrikt sprong ze op. De Sperwer keek hen koud aan, en bleef precies staan waar het licbt van de straatlantaarn zijn
~
~~
H_O_()_F_~'_D_s_'rr_'_l_TI_{_l_)_R_II_~
~
~¥
strakke silhouet weergaf. Gelukkig yond Pijl zijn spraak terug. - Heb-hehhen we ... iets vergeten? - vroeg hij, zo rood als een pioen. Ander bewoog onmerkhaar zijn hoofd, maar zoals gewoonlijk liet zijn hlik Cornelia niet los. - Ik moest naar buiten voor mijn controleroute over de Maquis, en Corrado heeft me gezegd am aan jou te vragen of je de Orienteerder wilt gaan zoeken die zijn vader in de Rode Kamer bijhield - zei hij, terwijl hij haar reeht aankeek. - Euh ... ? - zei ze onzeker. - De orient-wat - vroeg Maan. Maar Ander wierp haar een blik toe die haar meteen het zwijgen oplegde. - Een soort mctalen staaf. Die dient om de Seharnieren te doen draaien, Corrado zegt dat hij die eens in de Rode Kamer heeft zien liggen - legde de Sperwer uit, met een kalmte die Maan verschrikkelijk irritant yond. - Oke. Ik zal hem gaan zoeken - verzekerde Cornelia hem. Ander knikte en zei niets meer. Hij deed een pas aehteruit, en verdween. De vrienden hoorden enkele stappen, en toen niets meer. Cornelia hoog haar hoofd en schaamde zieh diep. - Aaargh! Ik krijg wat van die gast! Ik kan hem niet uitstaan! - mopperde Maan. - Wat zijn dat nou voor manieren? Zomaar ons gesprek onderbreken ... ' - Moeten we niet onszelf kritiek geven, deze keer ... ? - mompelde Pijl aangedaan. Hij stak zijn handen in z'n zakken, terwijl hij tersluiks naar Cornelia keek. Ze zuehtte en keek in de riehting van Corrado's huis. Maan
~
~~
D_E_S_'_C_H_A_'_R_N_I_h_'R_'_I£_.N_T
~
~~
had gelijk. Ander was anders. Maar daar was niets verkeerd aan. Ze began weer te stappen. Achter haar aarzelde haar schaduw. Hij rekte zich uit onder de straatlantaarn, alsof hij onzeker was wat hij zou doen. Toen sprong hij achter haar aan, en verdween huppelend over de ongelijke plaveisels van de straatjes.
4
DE BIBLIOTHEEKMUIS
ikke stofwolken dreven door de Rode Kamer, terndjl de regen onophoudelijk tegen het venster kletterde en de Verborgen Vallei onder een grijs, dampend gordijn liet verdrinken. Het was echt vreemd: het volstond om de trap op te gaan, om vanuit bet raam een hemel vol steffen te zien, terwijl het daar, in de Vallei, al dagenlang goot van de regen. Een hevige flits deed het venster fel oplichten. Cornelia zette een paar dozen op de grand en ging naar het venster am naar buiten te kijken. Achter haar eigen weerspiegeling in de ruit kon ze de bomen van de Vallei zien, die blonken onder het trammelen van de regen. Een nieuwe flits doorkliefde de Jucht. Cornelia schrok op en trok zich terug. Oak al was het niet echt een raam, tach waren die flitsen angstaanjagend. Ze liet zich achteruit glijden, op de vloer. Ze vleide haar hoofd neer op een van de kussens waar de kamer vol mee
lag, en zuchtte. Urenlang was ze al up zoek naar de Orienteerder, sinds iedereen was gaan slapen en ze rustig naar beneden kon gaan, via de doorgang in de schouw van de open haard, naar de Rode Kamer. Maar het was raar om hier te zijn, nu ze de magie niet meer kon voelen. Misschien was ze er juist daarom vorige zomer zo weinig naartoe gegaan. Telkens als ze in de Rode Kamer was, werd ze door een gevoel van melancholie overvallen. Ook nu, bijvoorbeeld, wist ze heel goed dat ze met een beetje magie dat ding (wat het ook mocht zijn) in een oogwenk gevonden zou hebben. Maar nu moest ze centimeter voor centimeter afzoeken. Ze had immers geen keuze .. , Haar ogen dwaalden naar het haast onbereikbare plafond van de kamer. In een zoveelste poging probeerde ze zich te concentreren tot haar wenkbrauwen pijn deden. Maar ze were! niets gewaar. De magie vrijlaten die in de Zwarte Steen vast zat, was vrijwillig geweest, en heel mooi. Ze was erin geslaagd, alleen maar omdat ze niet bang was geweest om haar eigen magie te verliezen, en ze was niet dood omdat ze geen wezen was dat aIleen maar uit magie bestone!. Maar ze had niet gedacht aan 'daarna'. Ze had zichzelf wijsgemaakt dat ze er vroeg of laat wel niet meer op zou letten. Ze had op enkele aardmannetjes gejaagd, en bergen boeken op hun plaats geschikt. Ze had er flink wat gelezen oak. Ondertussen was ze twee centime-
__D_E_B_I_B_I_-,I_O_T __ H_E_E_K_~_I_{_JI_S_'_ _~
4@~ ~
~~.
ter gegraeid, en haar gezicht was wat scherper geworden, waardoor ze nog meer op haar vader was gaan lijken. Maar Cornelia had de indruk dat die enkele centimeters die ze was gegraeid, ook haar hart hadclen samengeknepen. Ze voelde zich ongelooflijk eenzaam, zelfs al haclden haar vrienden haar helemaal niet in de steek gelaten. Maar daar moest ze nu niet aan clenken, berispte ze zichzelf. Ze was nu helemaal geen Fee meer. Ze was een Bewaakster, en had een helehoel clingen te doen, beclacht ze terwijl cle slaap haar overviel. Ze keerde zich om, duwcle haar hoofd in het kussen en voelde zich wegglijden terwijl een traan over haar slaap ralde. De traan gleed naar heneden, rolde over het kussen en ... Tik tik tikketikkkk! Rolde een beetje doelloos over de vloer, om clan te verclwijnen in een voeg tussen de stenen, klein, rand en stevig als een zilveren pareltje. Die nacht sliep Cornelia diep. Toen ze de volgende ochtencl wakker werd, kon ze zich niets meer herinneren. Ze hacl de inclruk clat ze lang gewandeld hacl, en was helemaal afgekoeld cloor het slapen op cle grancl zander zelfs een deken over zich heen. Met verstijfcle voeten en verkleumde hanclen merkte ze dat hoven de Vallei de zon opkwam achter de grijze, opengescheurde wolken. Het was opgehouclen met regenen. Misschien kwam het wel daardoor clat ze zich veel heter leek te voelen. Dus stond ze op en legcle haar hanclen tegen
4@~
~
H_(_)_O_F_I_)_s_,rr_"'L_~_I_{_'_TI_E_~R
~
~T
het raam, om naar de bomen te kijken die leken te wuiven in de wind. Alles leek ongelooflijk helder en mooi. Haar maag rammelde luid. Cornelia besloot dat het nu niet het moment was voor overpeinzingen. Ze had hanger als een leeuw, alsof ze eeht de hele naeht gewandeld had. Snel seharrelde ze de spullen bij elkaar die ze de avond ervoor op de vloer had uitgespreid en snelde naar haar kamer. Gelukkig was het zondag, ze zou vanmiddag verder kunnen zoeken, ook al was ze dan aileen. Maan had een tante op bezoek, en Pijl moest zijn grootmoeder helpen en daarna moest hij studeren voor zijn toets van maandag. In ieder geval zou ze een poosje aileen zijn, missehien wei het beste dat haar in maanden was overkomen. bedaeht ze. Maan zou geen dingen zeggen over de magie waar ze zo'n spijt van had, Pijl zou zieh niet verplieht voelen om haar te laten laehen. Corrado zou haar niet de hele tijd aanstaren alsof hij graag haar gedaehten wilde lezen. Gesterkt door de slaap rekte ze zieh uit en opende het venster, om te genieten van de heldere, frisse ochtendlueht. Een verre gil deed haar huiveren. Ze keek even naar buiten, voorbij de dikke massa van bomen en bladerloze takken, en ging vervolgens zingend naar beneden. naar de keuken om te ontbijten. Langs het westelijk uiteinde van de Grens kraakten de bomen meer dan andel'S. Het was niet de eerste keel' dat dit gebeurde, preeies daarom ging Ander er de laatste tijd vaker heen tijdens zijn controletocht in de Maquis. Hij had het er
DE BIBLIOTHEEKl\l1JIS
met Corrado over gehad, die was er zelf meer dan eens naartoe geweest om persoonlijk te gaan kijken. Hij had monsters genomen van aarde, takken en bladeren en daarop enkele experimenten uitgevoerd, maar hij was er niet in geslaagd om te begrijpen wat er nll precies aan de hand was. Het waren geen aardmannetjes, de bomen waren ook niet onderworpen aan betoveringen of een of andere vloek, er waren geen dllistere wezens, en zelfs de scherpe ogen van Ander konden niets ongewoons onderscheiden. En toch was hij er zeker van dat er op die plaats iets vreemds aan de hand was. Wanneer hij er voorbijkwam, had hij soms de indruk dat hij werd gadegeslagen. Zijn haren gingen bij die gedachte als pluimen rechtop staan op zijn hoofd. Het was alsof iets om hem heen sloop, maar hij kon geen enkel gelllid opvangen. Hoe hij ook keek, hij zag niets vreemds, behalve dan de bomen. Hij had al meer dan eens de indruk gehad dat ze zich bewogen, ook als er geen wind was. Die ochtend hoorde hij ze plots knarsen als oude zeilschepen midden in een zware storm. Ook al was er geen regen of wind. Maar misschien was hij te dicht bij de Rand '" Een siddering trok door de Maquis. Klagend verliet een llil zijn tak, een velTe gil echode tussen de bladerloze takken. De Nevel kolkte. ledere spier in het lichaam van Ander was gespannen, klaar om los te schieten. Een nevelsliert golfde naar voren, als een tentakel probeerde die zich aan een tak vast te grijpen. Toen loste hij op en de rust keerde terug. De Sperwerjongen kneep zijn ogen samen.
~. 6,»e. . « . ~.
) /
.1;
4@~ "'g~
H_O_O_F_~D_s_rr_l_'_K_~_\_TI_F_~R
~ ~Y-
.
Hij vergiste zich niel. Die plek ademde gevaar uil. Voorzichtig kon hij de takken benaderen, die door de Nevel waren beroerd. De lichte straling die hem omringde verdween nog voor hij ze kon aanraken. Vastbesloten om te ontdekken wat het was, trok Ander zijn betoverde dolk en sneed een takje af. Het leek of het hout gekristalliseerd was, enkele glinsterende fragmenten vielen op de grand. In de verte hoorde hij opnieuw die klagende gil. Ander wierp een laatste blik op de Grens, en haastte zich toen snel naar huis. - Ze zijn allemaal gek aan het worden! - Moeder zag er weinig uitgeslapen uit, ze had haar wenkbrauwen opgetrakken in een grappig geergerde uitdrukking. - Gek? Wie? - vroeg Cornelia, en groette haar ouders met een geeuw. - Goedemorgen .,. - Goed geslapen? - vroeg haar moeder. Cornelia knikte. Ze bedacht hoe raar dit was, dat ze zo opgewekt wakker was geworden na een nachtje slapen in de kou op een stenen vloer. Ze ging aan tafel zitten en bestudeerde haar vader, die met de krant voor z'n neus zat te lezen. - Wie is er gek geworden? - drong ze aan, terwijl ze een beschuitje nam. - Komaan, je gaat toch niet he\\'eren dat er niet over gepraat wordt op school? Wat raar ... ze spreken er iedere dag over - mompelde haar vader terwijl hij verder las. Cornelia zuchtte. Ze was de laatste tijd zo verstrooid dat er voor haar
DE
BIBLIOTHEEJ{~ICIS
neus een groene kat voorbij kon komen zonder dat ze het merkte. - Wat? - vroeg ze kauwend. - Het spook! Wat anders? - antwoordde haar moeder. Cornelia knipperde verbouwereerd met haar oogleden. In feite had ze helemaal niet over een spook horen spreken, dacht ze, terwijl ze een nieuwe geeuw onderdrukte. Maar waarschijnlijk was het een aardmannetje, ze zou het er eens over hebben met de anderen. Haar moeder keek haar stomverbaasd aan. - Ben je hier nog? ]e geeuwt ... ? - Wat zou ik moeten doen? Haar vader grinnikte. -]e moeder zou overal haar neus in gaan steken, vooral vandaag, nu de specialisten van de televisie komen om een kleine documentaire te maken ... ze zou daar gelijk gebruik van maken om aan de hele wereld te bewijzen dat er helemaal geen spook is. - Daar mag je zeker van zijn. En ik zou de televisiemakers verhincleren om over een van die absurcle verzinsels een doeumentaire te maken. waarin de mensen sehaduwen zien en onbestaand geknars kunnen horen - knikte haar moeder heftig. - Spoken! Stel je voor! Cornelia smeerde een beetje boter op haar boterham, en sehoot in de laeh. - Mag ik clan tenminste weten over wat voor soort spook het gaat? Haar vader liet samenzweerderig zijn krant zakken. - Ze noemen hem het Kindspook. De legende wi! clat in een clonkere en stormaehtige nacht in 1647, in cle tijd van de Oorlogen
~
~
I_I_O_O_F_I_)_S_T_l_.~_h_r_'_TI_E_~I_~
~
~¥
van het Lot, een verkleumd kind op een van de poorten van de stad klopte en om gastvrijheid vroeg. Het was een of ander boerenkind uit de streek hier. Het was zo koud, dat de soldaat die de wacht hield medelijden kreeg. Hij keek buiten de stadsmuren en zag niemand, behalve het kind, dus opende hij de poort. Maar een pijl trof hem vol in de borst, en uit de struiken kwamen troepen soldaten van de Graaf van de Astoldi, die zich claar schuilhielden, tevoorschijn. Zo eindigde de belegering van de stad, die minstens drie jaar had geduurd. De soldaten kwamen binnen de stadsmuren, ze staken de stad in brand en vernietigden zo goed als alles op hun weg. En onze Vrije Stad stierf. - En het kind? - vroeg Cornelia. - Het schijnt dat die boosaardige soldaten van de Graaf hem gedwongen hadden om te vragen de poorten te openen. Maar zodra het had gehoorzaamd, probeerde het alarm te slaan, en toen werd het kind op barbaarse wijze door diezelfde soldatcn vcrmoord ... - antwoordde haar moeder theatraal. Haar vader ging verder: - En zijn geest zou vandaag nog bngs de muren dwalen om de stad te bewaken, en er de klokken te luiclen om de hevolking te waarschuwen als er gevaar dreigt .. , Cornelia hield op met kauv,'en. Ze keek haar vader aan. Een huivering liep over haar rug. - En hoe doet een geest dat, cen klok luiden? - kwam Juliaan tussenbeicle. Hij verscheen in de deuropening met een
DE
BIBLIOTHEEI{~lUIS
nog zuurder gezicht dan gewoonlijk. Moeder klapte verrukt in haar handen. - Kijk, zie je wei? Allebei mijn kinderen hebben voldoende gezond verstand om die onnozele verhalen niet te geloyen! - riep ze uit. - Toch zeggen ze dat men vanuit de kiosk onder de stadsmuren de klokken heeft horen luiden op bepaalde nevelige dagen v66r het bombardement van 1944, en ook v66r de aardbeving van twaalf jaar geleden ... - wierp haar vader op, terwijl hij met zijn vingers op het artikel trommelde dat hij net gelezen had. - En ook de bloemist die hier vlakbij woont, zegt dat. - Och, de mensen zeggen van alles om maar in het nieuws te komen ... - bromde moeder. - Wei, de laatste tijd zijn er best veel mensen die zeggen dat ze de klok hebben horen luiden ... - antwoordde hij. Hij keek haar geamuseerd aan. - Het zal een stomme grap geweest zijn! - plaagde ze hem verder. - Stel je eens voor dat een lichaamloos ding, een en al lakens en verroeste kettingen, erin kan slagen om een klok te luiden! - vieI ]uliaan haar bij. - Goed gezegd jongen! Als er daarboven tenminste een klok is ... - knikte vader knipogend naar Cornelia. Hij grinnikte. - Dus niemand van jullie gaat eens een kijkje nemen? - Ik weet het niet. Misschien zullen de anderen eens willen gaan kijken - was het vage antwoord van ]uliaan. Moeder zuchtte. - Ongelooflijk. Iedereen wi! zich laten
~
~
I_H_)_O_F_D_s_'r_r_{_~I_{_Y_I_E_R
~
~~
filmen door een camera. Het lijkt wel een ziekte! - En jij? - vroeg vadcr aan Cornelia. - Ik wed dat Maan voor geen geld ter wereld het spcktakel zal willen missen! Cornelia nam een hap uit haar boterham. Ze zou zeker gaan controleren of het spook aIleen maar een legende was, ofwel of er een aardmannetje in het spel was, maar zeker niet wanneer er een televisieploeg rondhing. - Ik moet echt mijn kamer eens opruimen, cn ik heb ook nog een boek dat uit moet - voegde ze eraan toc. Iedereen was verbluft. Vader sperde zijn ogen wijd open, en moeder morste bijna haar koffie die ze net naar haar lippen bracht. - Sinds wanneer ben jij 20 netjes geworden, m'n sufferdje? - vroeg haar braer haar treiterend. Cornelia trok een stuurs gezicht. - Ik heb tenminste af cn toe een beetje orde in m'n kamer. Niet zoals anderen, die dingen kwijt raken en dan de schuld aan een ander geven - verklaarde ze. Haar ogen bliksemden vuur naar haar braer. - Ach, als die personen nou eens zouden ophouden met dingen van anderen weg te nemen zonder iets te zeggen ... - antwoordde ]uliaan. Zoals gewoonlijk begonnen ze te ruzien. Hun ouders wisselden een gelaten blik. Als er nou iets was dat als een paal boven water stond, dan was het wei het zondagmorgen-geruzie van die twee. Cornelia klapte de deur achter zich dicht. Eerst gaf ze haar
~
~~
D_E_!J_B_I_B_.L_IO_T_H_E_E_'K_r_l\_I_r_I_S_'__~
~
kamer een vluchtige schoonmaakbeurt, toen opende ze de doorgang en stapte in de open haard, recht naar de Rode Kamer. Haar broer kon echt hatelijk doen, dacht ze terwijl ze de trappen af marcheerde. Met een ruk deed ze de deur open en slaakte een onderdrukte kreet: er was al iemand. De indringer keerde zich rustig om, stond op en zei: - Ik heb op je gewacht. - H-hoe ben je hie I' binnengekomen? - hakkelde Cornelia. Met een snijdende blik keek ze Ander aan. Zoals gewoonlijk reageerde de jongen niet op de uitdrukking van haar gezicht. Met irriterende kalmte zei hij: - De doorgang is nog open. Cornelia beet op haar lippen. Toen ze die doorgang maanden geleden hadden ontdekt, had het zelfs haar absurd geleken. Het leidde van het berghok van het huis van de Verbrugghens naar de Rode kamer. Gelukkig had aileen Merlijn, de kat van de buurvrouw, die doorgang gebruikt om wat door de Toren te zwerven als er niemand thuis was. - Vind jij dat normaal om zomaar in het huis van iemand andel's binnen te dringen? - merkte ze giftig op. De jongen keek haar zwijgend aan. Cornelia ging verder: - En als de buurvrouw jou had gezien? Heb je daar niet aan gedacht? ]e zou mooi in nesten zitten! Zeker weten! Ze denkt nu al dat je een soort vandaal bent ... We zouden haar kreten in onze keuken hebben kunnen horen: "Huisvredebreuk!" - aapte Cornelia de buurvrouw na, terwijl ze haar neus opkrulde. - Ze had het dakraam opengelaten - zei de Sperwer onverstoorbaar. Cornelia keek hem een ogenblik aan. Ze was
~
~~
I_I_(_)O_}1_'D_S_T_I_~_h.._~_'_TI_E_'R
~
~y
er niet zeker of ze weI wilde weten hoe hij op het dak was gekomen, en in hoeverre hij daar een gewoonte van had gemaakt. Zijn valkenaard maakte hem hijzonder lenig en sterk; hij had geen hoogtevrees, maar toch ... - Heh je het gevonden? - vroeg hij. - Nee - riep Cornelia uit. Toen hesefte ze dat ze nog niet had gevraagd waarom hij daar precies was. Precies op dat moment, alsof hij haar gedachten kon lezen, zei Ander: - Dan heb je dit hier nodig - en legde een bundeltje op tafel. - Wat is dat? - vroeg ze. Meteen had ze spijt van de toon die ze had opgezet. In de ogen van Ander brandde een onrustbarendlicht, maar toch antwoordde hij. - Dat is een Bibliotheekmuis - zei hij. - Een muis? - herhaalde ze verbluft. - Corrado heeft gezegd dat het jou zou helpen, omdat hij zich niet meer herinnert waar hij de Orienteerder de laatste keer heeft gezien - beperkte hij zijn uitleg, z'n toon klonk ijzig. Toen maakte hij aanstalten om weg te gaan. Cornelia sprong naar voren om hem tegen te houden. - Wacht .,. sorry - zei ze. - Ik heb daarnet ruzie gehad met dat stuk ongeluk van een hroer van mij, en ik ben verschrikkelijk uit mijn humeur. Ik wou niet gemeen doen tegen jou. - Ze krabde aan haar kin. Haar ogen hleven rusten op het bundeltje, ze besefte dat ze geen idee had hoe ze dat ding moest gebruiken. - Weet jij hoe het werkt? - De instructies zitten erbij - antwoordde hij. Hij bleef half naar haar toegekeerd staan.
4@~
D_E_~_B_I_B_L_I_O_T_H_E_E_I_{~_'l_L_J_I_S_ _~
~~
~~
Cornelia ging naar het bundeltje toe en opende het voorzichtig. Ze was weinig verrast toen ze een blinkend metalen muisje yond met een sleutel op zijn rug en een gleuf bovenaan zijn kop. - Een muis om op te winden? - glimlachte ze. - Er was een tijd dat de Magiers mechanische toestellen maakten die magisch werden opgeladen. Min of meer zoals - ... de Wekker - maakte Cornelia zijn zin af. Ze draaide de muis om. Ander kwam bij haar staan, hij had klaarblijkelijk besloten om te blijven. Op de onderkant stonden de instructies.
1. 2. 3.
Schr~if
op een stukje papier loatje zoekt Steek het stukje papier tussen de oren van de muis Opwinden met minstens drie draaien aan de magische veer 4. Zet de zoekmuis op de grand neer 5. Wacht totje gepiep hoort Gefeliciteerd!.Je heht gevonden watje zocht.
Cornelia keek liefdevol naar de muis. - Wat leuk, dat mocten we nu dan maar eens uitproberen - zei ze. Ander bleef bij haar staan. Ze nam papier en pen, en schreef: Orienteerder. Toen scheurde ze het blaadje af, stak het tussen de oren van de muis en draa ide drie keer aan de schroefsleutel. Met een zucht en een krak begonnen de pootjes over haar hand te krassen. Het blaadje verdween in een
~~
~
H_(_)_O_r_<]_)_S_r.I_-'{_T_J{_'_!I_E_I_.~
~
V~
geeI rookpluimpje. Ander zei: - Waar wacht je op? Zet hem op de grond. Cornelia gehoorzaamde. Een ogenblik later was de muis verdwenen tussen de rekken en snuisterijen, knarsend en puffend als een minuscule stoomtrein. Ondertussen hielp Ander Cornelia om een paar dozen weer op hun plaats te zetten op de bank onder het venster. Hij keek door het magische venster. Afstandelijk merkte hij op: - .Iij ziet een ander dee! van de Vallei dan ik. Cornelia knikte. - Corrado zegt dat zijn moeder afkomstig is van die berg claar ... Precies op dat moment begun de bibliotheekmuis te piepen.
5
DENEVELEN
aarom zou ik niet? - vroeg het meisje bruusk. Onder de brede schaduw van haar hoed weerklonk haar stem bijzonder koud en vastbesloten. - De Nevelen ... ze doden iedereen' - antwoordde een schelle, c100rdringencle stem. Ze grinnikte bitter, en de lange hoed gleed over haar neus. De bomen ritselden. Ze began opnieuw naar de Mist te wandelen. - Heb je het over mij of over jezelf, Floor? - Niemand is ooit teruggekeercl! - antwoordde de stem grimmig. - En waarop moet ik dan weI wachten? Hulp die niet komt? Zelfs de Drakentongen zijn er niet in geslaagd hen tegen te houden ... \X;'at maakt het nu uit of ik wacht tot de Nevelen mij opslokken, of dat ik ze nu zelf ga opzoeken? Ik ben een Heks. Ik kan niet toelaten dat die dingen aUes verslinden! Iedereen denkt dat
~~
~~
I_l(_)_O_}<_"_D_S_'T_l_TI_,"·_\_'_I._J}<_~
~
~~.
het volstaat om in zijn eigen hoi verstopt te blijven zitten ... je hebt ze gehoord '" nou, ik dus niet' - Wi! je mij dan tenminste zeggen wat je van plan bent? - brornde de stem onder de hoed. Een kleine witte vlieg vloog rond de oren van de Heks en ging op haar schouder zitten. - [k hen er zeker van dat de mensen achter elit alles zitten. Ze hebhen ons hier opgesloten, gevangen gezet in de Vallei. Vanaf dat moment zijn de oorlogen hegonnen .. , Er is maar een oplossing. De Zwarte Steen. - War? - klonk ele geschrokken stem van de kleine vlieg. - Waarom dcnk je dat de Hoge Raad die heeft verstopt? Omdat niemand in staat is om de Steen te controleren! - Maar nu hebben we hem nodig, of we gaan er allemaal aan. [s het niet genoeg dat je alles verloren heht voordat je het begrijpt? Zelfs de Raad is niet in staat om iets te doen. De Vallei is stervende! De vlieg zweeg lange tijd, alsof ze een strategie zocht. - Goed dan ... maar zelfs al zou je gelijk hebhen, waar denk je hem te zoeken? Niemand weet waar ele Steen is! Hij werd eeuwen geleden verborgen! - Malachia was ervan overtuigd dat ze hem huiten de Grens hebben gebracht! - verklaarde de Heks. - Dus wil je echt over de Grens gaan? - zei Floor. - Als ik gelijk heb, zal er niets ergs gebeuren. We zullen de rivier volgen. Die moet aan de andere kant uitkomen. - Maar denk toch eens na: de rivier wordt door de Nevel
~
D_E_;';_N_E_\_TE_,._L_E_N_T
~~
~
~y
opgeslokt, we zouden kunnen sterven nog voor we twee stappen voorbij de grens hebben gedaan! - Ben je missehien bang om met mij mee te gaan? - glimlaehte de Heks minaehtend, waardoor Floor van ongenoegen begon te ronken. - Ongehoord! Het is een feit dat jouw plan nog knotsgekker is dan ik daeht. Jij wilt helemaal niet de Zwarte Steen vinden om de Vallei te besehermen! Je wilt haar hebben, uit ... - ... wraak! - onderbrak ze. - Ik wil wraak nemen, ja - mompelde de Heks. - De dood van Malaehia zal niet voor niets zijn geweest. De mensen zullen ervoor boeten! Voor alles! - Malaehia zou nooit gewild hebben dat jij ... - begon Floor. - Leugens! - huilde ze. - Ik zal de mensen vernietigen en daarna alles wat er overblijft van de Orde en van hun dwaasheid! Ik zal ze een voor een zoeken, en hen allemaal vernietigen. Zo zullen de oorlogen ophouden en zal de Vallei eindelijk vrij zijn! - siste de Heks. - Als je niet met me mee wilt komen, dan begrijp ik dat. Maar ik moet nu gaan. Floor bled bij haar tot aan de randen van de muur van Mist waar de Grens begon. De Nevelen kolkten dreigend, maar boven de rivier waren ze dunner, alsof ze er niet in slaagden om hun grip op het zilveren water vast te houden. Terwijl ze toekeken bij dit afsehrikwekkende, maar tach ook weer mooie tafereel, hoorden ze een liehte pions. Toen ze zieh omdraaiden weerklonk er een oorverdovende, sehelle
..m:f79~
~')Y
~
'3'~
I_IO_O_};_'D __s_'rl_'_e_I_{_'_'I_._JF
~
~~
en doordringende gil. lets bewoog zich in het water van de rivier, de golven kronkelden samen en schoten overal weg. Terwijl de gil gedempt werd en vervaagde, verrees een onduidelijke grate gedaante uit het water en gleed naar de Nevelen terwijl zij de rivier volgde. - Wat is dat ... ? - huiverde Floor, terwijl ze zich aan de tuniek van de Heks vastgreep. Ze keek in het water van de rivier, waar een dikke massa kronkels heftig bewoog als een boog van veranderlijke, vervlochten takjes. Ze zuchtte. - Een Licodont ... ecn Waterdraak. Zie je? Ook hij kan voorbij ... En jij? Wat wi! je docn? Nu moet je beslissen - zei ze cluister. - Wij zijn met elkaar verbonden, Petra. In goede en in kwade dagen - zuchtte Floor lijdzaam. - Ik ben jouw familielid. Ik zal met je meegaan - De Heks knikte. De witte vlieg vervolgde op snijdende toon: - En daarhij, wic weet wat je allemaal zou uitspoken zonder mij ... De Orienteerder was helemaal niet op een speciale plaats verstopt. Ander hield het houten trapje vast terwijl Cornelia hem van een rek haalde, onder een berg versleten stoffen vol mottenballen vandaan. De fluwelen wikkel waarin hij verpakt zat, viel in haar handen uit elkaar toen ze het cling op het bureau neerlegde. De eenvouclige metalen staaf kwam tevoorschijn; hij had hoekige omtrekken. Er waren geen versieringen en geen opschriften op aangebracht.
~
~~
D _ _E_71_N_TE_'_V_E_~L_E_71_N_T
~
~~
De Sperwer keek ernaar met zijn ondoorgrondelijke gezicht. Cornelia hoorde zichzelf zeggen: - Hij lijkt tenminste nog heel, en het is aan jou te danken dat we hem zo snel gevonden hebben ... Hij gunde haar nauwelijks een blik waardig. Cornelia nam een oude mantel en wikkelde de Orienteerder erin voordat ze die aan hem gaf. - Je was toch hiervoor gekomen, niet? Over zijn gezicht trok een zweem van schuldgevoel, zijn hand gleed in zijn zakken. Hij haalde er een ander bundeltje uit en legde het in haar handen. - Eigenlijk ook hiervoor - zei hij. - Wat is dat? - vroeg ze onzeker. - Dat wil ik nou juist weten - antwoordde Ander. Cornelia wierp hem een vreemde blik toe. Ze opende het bundeltje en knipperde met haar ogen. - Het lijkt weI een takje, maar het is bedekt met ... fragmenten van glas of kristal ... waar heb je dit gevonden? - Aan de rand van de Grens - antwoordde hij. Cornelia zuchtte. Ze fronste haar voorhoofd terwijl ze hem het bundeltje teruggaf. - Het spijt me, maar meer kan ik je niet vertellen. Sinds ik mijn magie heb verloren ... - ze kon haar zin niet afmaken. Het gezicht van Ander werd streng. - remand van de Orde houdt nooit op met een Eersterangs te zijn. Zolang hij leeft - zei hij droog. Hij nam het gekristalliseerde takje terug en wikkelde het weer in een bundeltje. - Nou, - zei ze beledigd - toch ben ik het niet meer' - Maar je hebt dingen geleerd die anderen nooit wilen
~
;;~
H_O_O_F_D_S_T_l_n_{_,_r_I_.J_F
~
~y
weten. Ben je ze soms vergeten? - zei hij op zijn gebruikelijke, droge toon. Cornelia had hem eigenlijk lik op stuk willen geven, maar ze hield zich in. In plaats daarvan vroeg ze wat er aan de Grens aan het gebeuren was. - Ik heb de indruk dat de Mist dichterbij aan het komen is, vooral nabij de rivier - was het enige antwoord dat ze kreeg. - Wat?! - Cornelia schreeuwde het bijna uit en sprong meteen op. Ze kreeg opnieuw een minachtende blik, en haastte zich te zeggen: - Maar we hebben opnieuw Paladijnbomen geplant ... de Grens zou nu stabiel moeten zijn! - Op dit moment is het niet meer dan een indruk van mij - verklaarde hij zich nader. - Weet Corrado het? Ander gaf geen antwoord, hij bleef haar gewoon aankijken. Natuurlijk wist hij het ... Cornelia beet op haar lip en ging bij het venster staan. - Weet jij wat er precies zou gebeuren als de Grens zich zou uitbreiden? - vroeg de Sperwer. Ze schudde haar hoofd terwijl ze op haar onderlip bleef bijten. - Ik denk niet dat dat een goede zaak zou zijn. Wat zegt Corrado? - Hij weet het niet. Maar volgens die ontwerpen zou de Mist er niet moeten zijn - antwoordde Ander. De ogen van Cornelia werden dof en donker. Ander ging verder: - Misschien was het niet de Boosdoener die de uitbreiding van de mist veroorzaakte, misschien hangt het van iets anders af. Cornelia knikte. - Het zouden de Stromen kunnen zijn:
~
~~
D_E_'_N_E_~,_r_E_L_E_'_N_T
~
~1;
misschien heeft het bevrijden van de Zwarte Steen het evenwicht verbraken en hen met energie geladen. Misschien zal het terugdraaien van de stad ook de Mist doen verdwijnen. Ook de Oude Eik had gezegd dat er een evenwicht moest worden hersteld. Misschien was het dit, wat hij bedoeIde zei ze nadenkend. - En dat takje? Denk je dat de begraeiing zo wordt in de Nevelen? Ander trok zijn schouders op. Die namiddag ging Cornelia vroeg op pad om naar de Toren van de Thehalden te gaan. Haar gesprek met Ander die ochtend over de Grens had haar hezorgd gemaakt. - Nee, zelfs hier staat er niet vee I over geschreven - zei Corrado. in antwoord op de stille vraag van Ander, die hem over de tafel aanstaarde. - Ze noemen het Rijp ... ofwel magische rijmplekken. Er is een grote hoeveelheid magie nodig am het te vormen, magie in zuivere vorm en met een zeer sterke magische spanning ... dat is het enige wat men eraver zegt. Ander schudde zijn hoofd. - Vrije magie? - zei hij. - Misschien is het de magie die uit de Steen werd hevrijd, of misschien leeft er een wezen van pure magie in de Maquis - mompelde Cornelia, terwijl ze terugdacht aan een van haar vroegere leraren, een afschuwelijk aardmannetje van de familie van de lenu-lres. - Of simpelweg een magische bel - zuchtte Corrado. - Een hel? - vroeg Ander, terwijl zijn lippen opkrulden.
~
'3~
H_O_O_I<_'I_)_fo;_'~r_{_~_I_{_'_TI_.J_F_C'l
~
~y
Corrado legde het boek neer en gebaarde met zijn handen in een poging om het uit te leggen. - Soms produceren Stromen die bijzonder opgeladen zijn bellen wanneer ze over elkaar wrijven. Binnenin de bellen is niets, terwijl aan de buitenkant de magie geconcentreerd is in een zeer dun en heel intens vlies, zoals bij zeepbellen. Ze bestaan slechts heel kort voordat ze openspatten, maar iets vergelijkbaars zou dit veroorzaakt kunnen hebben - zei hij, en wees op het gekristalliseerde takje. - Dus ik stel voor om niet in paniek te raken, nu niet. Het enige \Vat we kunnen doen is de Grens in de gaten houden. - Maar we zouden ons kunnen haasten met de Scharnieren - zei Cornelia. - Ik bedoel ... als de Mist ontstaan is door iets wat niet goed zit in de Stromen, zou alles ,veer in orde moeten komen als we de Scharnieren weer up hun plaats brengen. - Misschien - gaf Corrado toe. - Maar het zou wei eens niet zo simpel kunnen zijn - voegde hij er op gedempte toon aan toe. - Hoe wel'kt de Orienteerder? Waarvoor dient die? - vroeg Ander nu. Corrado klapte in zijn handen en glimlachte, als een kind dat een vool'stel kreeg om te gaan spelen. - Zien jullie de Scharniercn? - zie hij, terwijl hij opstond. Hij wees met zijn lange 'lingers naar het bord waal' hij er een stuk van had getekend. - Iedere sectie van het Scharnier heeft gaten, waar de Stromen door glijden, zodat men ze goed kan doen lopen
~
~~
D_E_"_N_TE_~·_V_E_L_E_~_N_T
~
~~
door de secties te draaien. Welnu ... volgens de schetsen lopen er Stromen door aile gaten '" door allemaal, behalve door een. Die bovenaan. Op de eerste sectie. Door de moer te bestuderen die de top van het Scharnier bedekt, besefte ik dat dit gat was bedoeld om als draaipunt van de rotatie, de draaiing te dienen, en zo begreep ik wat de andere tekeningen betekenden ... - voegde hij eraan toe. oit een berg papier trok hij enkele bladen die hij aan de kinderen toonde. Cornelia en Ander keken elkaar aan. Corrado ging verder: Ik herinnerde me dat ik zoiets al eerder had gezien, en toen heb ik het verband gelegd. Deze metalen staaf is niets anders dan een 'sleutel'. Als hij eenmaal in het gat bovenaan in het Scharnier zit, werkt dit als een hendel om de hoofdsectie te bewegen, door de stang te bewegen als een trekstang. Dit zal de interne rota ties van het Scharnier in beweging zetten, en via het trekvermogen van de Stromen die als kabels werken, de stad doen draaien ... - Het lijkt erg ingewikkeld ... - zei Cornelia, die halverwege de uiteenzetting de draad kwijt was geraakt. - Dat is het ook, maar aileen voor wie het heeft ontwikkeld. In werkelijkheid is het uiterst simpel te gebruiken. Het volstaat om de hendel in de kolom te steken, en vooruit of achteruit te duwen totdat de Parel schittert - glimlachte Corrado. - En heb je de Scharnieren gevonden? - vroeg Ander. Hij kuchte. - Eentje. Tot op dit moment nog maar een, maar ik ben redelijk tevreden. Ik heb een heleboel magische, kruisende Hjnen moeten berekenen en ...
~
'3~
H_O_O_F_I_)_s_,rI_~l_~_'I_{_,_rI_.J_~_'
~
~y
- ... en waar is dat seharnier? - vroeg Cornelia met een ongemakkelijk lachje. Corrado glimlachte terug en hie!d op met praten over dingen die kinderen toeh niet hegrepen. Hij zei aIleen: - In het kasteel. Ik denk eeht dat het in het kasteel is. - Niet te geloven! - schreeuwde Maan de volgende dag. Ze stampvoette. Na schooltijd waren ze op weg gegaan naar het huis van Corrado. - We mogen jou geen moment aIleen laten, of je profiteert ervan om er een feestje van te maken! Cornelia had dit moment afgewaeht om haa1' te ve1'teUen over het Seharnier, omdat 7,e wist dat haar vriendin uitzinnig zou reageren. Maar dit had ze niet verwacht. - We!k feestje? - vroeg ze gealarmeercl. - Wei, juUie cloen aUes met zijn tweetjes! - hakkelcle ze 1'azend. - De Mist, de hendel. .. het Scharnier '" en wij? Ben je ons soms vergeten? - Gisteren waren jullie niet vrij en ik ... - hegon Cornelia. Maar Pijl beduidde haar dat ze heter niet kon proberen om die woorclenstroom in al zijn geweld tegen te houden. Maan negeerde iedereen, zoals altijd. - En ik wat? Je hebt ons niet eens opgebeld! Heh je je niet afgev1'aagd of we nieuwsgierig zouden zijn en er ook we! bij haclden willen zijn? Cornelia vOelde zieh zo schuldig dat ze niet meteen wist wat ze moest antwoorden. - Jullie ... jullie hadden belangrijkere dingen te doen - stamelcle ze. - Bcgrijpe!ijk ... de testen van Pijl en de stomme vertelsels
~ ~~
I_)_E_~_~E_~'_·T_E_I_ . . E_N_.
~ ~~
..
van mijn tante! Potjandorie! - mopperde Maan. Ze kruiste strijdvaardig haar annen. Cornelia dacht aan het verhaal van het Kinclspook en probeerde dat te gebruiken om Maan af te leiden. - V66r ik het vergeet, hebben jullie over het spook gehoord? - Wat denk je dat mijn tante is komen eloen? Als er nu eens iemanel hij mij thuis was met hersens in zijn hoofcl '" maar nee. Moeder gelooft dat ze in de toekomst kan kijken, mijn tante gelooft dat ze spoken ziet! Komt de pers? Hup, daar is mevrouw, om zich overal mee te hemoeien ... en ik moest nog met haar mee ook! - Nou, dan heh je toch tenminste ele pers gezien? - zei PijI. - Denk je? Ze heeft me ele hele dag als een sukkel overal mee naartoe gesleept, terwijl ze aan iedereen verklaarde dat ze gevoelig is voor paranormale fenomenen. Maar kijk, gisteren heeft ze helemaal niks niemenelal gezien! - besloot Maan, driftig schuddend met haar overdadige krullenboI. - Mijn grootmoeder houdt ook vol dat er iets vreemcls gaande is, hij de ommuring - merkte Pijl op. Maan vuurde een woedende blik op hem af. Haastig nam Cornelia de gelegenheid te baat: - Misschien is er helemaal geen spook '" - Precies - brulde Maan. - Ik hedoel '" als er nu eens een aardmannetje zou zijn? - vervolgde Cornelia. Maan was even van haar stuk gehracht, ze voelde zich een kort ogenhlik erg stom. Toen schudde ze het idee van
~
F_IO_()_F_"D_S_'T_"l_J_K_~_\_TI_.J_·F_"'
~
~
~y
zich af. - Nee! Er was daar aileen stank van kattenpis! Niets raars - hesloot ze. Omdat zelfs over aardmannetjes spreken het slechte humeur van haar vriendin niet kon verjagen, proheerde Cornelia nu om met Pijl een gesprek aan te knopen. - En hoe is jouw toets geweest vandaag? - vroeg ze. Pijl kromp verslagen ineen. - Heb je geen reservevraag voor me? Cornelia kon haar tong wei afl)ijten. Ze koos voor een onderwerp dat nog nooit tot jammerklachten had geleid. - Wat zouden jullie ervan vinden als ik op een ijsje trakteer? I-Iaar voorstel werd enthousiast onthaald. Een tijdje later wandelden de drie vrienden naar het huis van Corrado met elk een groot ijsje in hun hand. Het was nog koucl, maar toch was het ijs heellekker. Ze stopten bij het Park en gingen zitten op een hankje om wat van de zon te genieten terwijl een oudvmuw~ededu~envoe~e.
- Dus een van de Scharnieren zou in het kasteel zijn? - vroeg Pijl, toen hij aan de koek van het hoorntje begon. Cornelia knikte. - Ahum ... dat zal zoeken worden naar een spe1d in een hooiberg ... Er zijn verschrikkelijk veel kamers in het kasteel - merkte Maan op terwijl ze de chocolade van haar bovenlip proheerde weg re vegen. - En ik dacht nog weI dar het idee je zou bevallen! - zuchtte Cornelia. - Natuurlijk bevalt het mij! - gaf ze toe. Een tevreden glim-
~~
~
T
D_E_,-,_N_TE_"_V_E_I_-,E_N_
~
~y
lach kwam op haar gezicht. - Maar dat betekent nog niet dat het een wandelingetje wordt. - Als we nict gesnapt willen worden, zullen we een goed plan moeten hebben - beaamde PijI. Maar daar had Corrado al aan gedacht. - Jullie gaan in het geheim naar binnen - legde hij hen kart daarna uit. Hij zat in zijn lievelingsfauteuil in de woonkamer van zijn huis. - Het kasteel is open voor het publiek op maandagochtend en op donderdagochtend, en op zaterdag en zondag de hele dag. rk stet voor om te profiteren van een van die momenten dat er geen volk is - ging Corrado rustig verder. - Er zijn dan alleen een paar bewakers, en die zijn niet gevaarlijk. Cornelia keek haar oom onthutst aan. - Niet gevaarlijk? Corrado kon zijn glimlach nauwelijks onderdrukken. - Ze zijn traag, ongemotivcerd, en de oude Aldemar is zo blind als een mol. - En claarna .. .? - vroeg PijI. - Tja ... het kasteel is te groot om op zoek te gaan naar het Scharnier zonder precies te weten waar het zich bevindt ... - mopperde Maan. - Dat weten we - zei Ander. Hij kreeg meteen een hatelijke blik van Maan. Corrado ging verder: - Volgens mijn berekeningen bevindt het Scharnier zich in de Wapenzaal. - En er zal wei geen naamkaartje aan hangen, he? - glimlachte PijI.
~
~
H_(_)_O_F_D_R_'T_l_TK_\_r_I._Jl<_'
~
~~.
Cornelia had de indruk dat hij er nog iets aan wilde toevoegen, maar Ander kwam op afgemeten toon tussenbeide. - We weten hoe hij is gemaakt - zei hij. - Ik bedoe! maar ... - zei Pijl hakkelend - dat hij goed verstopt zal zitten. - Ik zou zeggen van wei - zei Corrado met een diepe zueht. - In ieder geval, ik ben deze oehtend een kijkje gaan nemen. Op het eerste gezieht is er geen Seharnier te zien. - Zal er ... magie voor nodig zijn? - kon Cornelia nog uitbrengen. Haar stem verstomde in een get1uister. Het idee maakte haar misselijk. Terwijl ze op antwoord waehtte, sloeg ze haar ogcn ncer en halde stiekem haar vuisten. - Niet om het Seharnier te bewegen - antwoordde Corrado langzaam. - De Parel op de top is de garantie dat het Scharnier werkt, en ook het keerelement van het hele systeem. Eigenlijk heeft de Parel geen welbepaalde kleur, tenminste niet zolang de Stromen die zij bestuurt niet gerieht zijn op de exacte positie voor het openen van de Poort. Jullie hoeven niets andel's te doen dan de Orienteerder inbrengen en het Scharnier draaien totdat de Parel schittert in een van de kleuren van de zeven Vuren van magie. De Parel zorgt voor alles wat magisch is in het mechanisme door haar eigen magie, zodat de Seharnieren altijcl kunnen werken. - NOll, dat lijkt me kinderspel - zei Maan opgewonden. - Inderdaacl, zo lijkt het, preeies wat je zegt - grinnikte Pijl. Ze stonden op het punt om niet zomaar iets te cloen: ze stonden op het punt een stad te laten draaien l
~
D_F_J_N_T_]1~_\_r:F_J_L_E_,.N
~~
~
~;r.
- Dus, wat zeggen jullie? Zijn jullie er klaar voor? Dit is de eerste belangrijke opdracht als Bewakers van de Grens, die jullie moeten uitvoeren. ]ullie zullen een sterke en goed op elkaar afgestemde groep moeten zijn. - 0, maar dat zijn we toch? Toch genoeg om de boel draaiende te houden! - zei Maan vrolijk lachend. Maar Corrado lachte niet. - De opdracht niet onderschatten, jongens. De Stromen bewegen is veel gevaarlijker dan alles wat jullie tot nu toe ooit hebben gedaan. Cornelia en Ander weten goed genoeg waarover ik het heb. Het lijkt me een goede zaak als jullie tweeen in dit geval hun aanwijzingen volgen. Maan en Pijl wisselden een blik met elkaar. De andere twee cleclen hetzelfcle. - Zekerrr - siste Maan met een klak van haar tong. - Zeker wei! In werkelijkheid lopen er door de Scharnieren gevlochten kabels die gemaakt zijn uit minuscule vezels van de Stromen. die kunnen dus behoorlijk meer weerstand bieden en snijdend zijn dan een afzonderlijke Stroom ... - hernam Corrado op duistere toon. - En als een enkele Stroom je snijdt, zou je met zo'n kabel wei eens in een oogwenk je heIe hand kwijt kunnen raken! - Of je hoofd - vulde Ander aan, op strenge en afgemeten toon. Zelfs Cornelia huiverde nu. Maan bracht met een dramatisch gebaar haar hand naar haar keel. Pijl schuifelde ongemakkelijk op zijn stoel. - ]a, ja, al goed, maar jullic moeten haar nu niet de stuipen op
~91~ ft/
~.
~~
~
I_l(_)_O_I_i'_D_s_,r_r_l_n_(_,_.r_IJ_·_~"'
~
~¥
het lijf jagen ... - probeerde hij dit onderwerp wat mindel' indrukwekkend te maken. Maan gaf hem cen sehop onder de tafel, en ze begonnen te l'llzien. Maar Cornelia sehonk weinig aandaeht aan haar kibbelende vrienden. De grapjes buiten besehollwing gelaten, was het een ernstig probleem. Zonder magic zou ze de Stromen niet kunnen zien om haar vrienden te besehel'men. Ze bestudeerde Ander, in de hoop wat steun bij hem te vinden, maar hij stond weer bij het venstel' naar buiten te kijken. Ze was aIleen. Opniellw. Meel' dan ze ooit was geweest. ZeIfs meel' dan toen ze voor de Zwarte Steen stond. Op dat moment kwam Corrado \veer tussenbeide: - Het is waar dat juIlie de Stromen moeten kunnen zien, andel'S kunnen jllIlie er niet op letten. Daarom zal ik jullie SproeistllifmeeJ meegeven. We hebben er een flinke voorraad van. Het volstaat om er wat van in de lueht te verspreiden. De Stromen zuIlen dan duidelijk ziehtbaar worden, al zal het weI van korte duur zijn. Voor juIlie allemaal - voegde hij er met een knipoogje naar Maan aan toe. Sne! keek hij naar Cornelia. Zij hoopte dat dit zou volstaan. De week die daarop volgde, verliep zeer onaangenaam. Maan hield maar niet op met zinspelingen te maken over hocveel c1ingen Cornelia en Ander meer wisten dan zij en PijI. Cornelia had de hele week ruzie met haar broer over allerJei kleine c1ingen. Bovendien sliep ze sleeht en werd ze telkens met een sehok wakker door een pijnlijk en aanhou-
~
'3~
]_)_E_~_N_'E_;_'_TE_'I_",_F_~N_T
~
'Q)¥
dend gefluit dat haar hersenen als het ware doorboorde. En soms had ze het gevoel alsof er een ballon in haar maag zat en ze boven haar beel zweefele, met elekens en a!. Maar als ze haar ogen opende, leek alles doodnormaa1. Het enige dat niet overging, was het gevoel dat er doppen in haar oren zaten, dat eluurde wei tot het einde van de voormieldag. Het was als op die dag dat ze in de bergen een uitstapje maakten, en zij en haar broer een wedstrijd hadden gehouden terwijl ze door de tunnels reden, wie het vaakst zijn oren kon bedekken. Dat was leuk, taen. Maar de dingen waren al een tijdje helemaal niet zo leuk meer, en haar broer al zeker nict. Misschien had hij ruzie gehad met zijn vriendinnetje, tenminste, als hij er eentje gevonden had elat hem kon verdragen. Aan de andere kant, Juliaan was al onuitstaanbaar sinels zijn geboortc ... Bij die gedachte schoot Cornelia rechtop in haar bed. Met een onderdrukte kreet besefte ze ineens dat ze iets vergeten was! Ze was de verjaardag van haar broer helemaal vergeten!
6
DROMENEN WERKELIJKHEID
e volgende dag deed moeder haar een voorstel voor een cadeau voor ]uliaan. Na schooltijd ging Cornelia meteen naar de boekenwinkel. Ze had er de vorige dag nog net op tijd aan gedacht" maar daardoor voelde ze zich niet minder schuldig. Was het mogelijk dat het enigc waar ze nog aan kon denken, de magie was? Was het mogelijk dat ze zich zo verloren voelde, dat ze aUes en iedereen vergat? Ze moest er niet meer aan denken, berispte ze zichzelf voor de zoveelste keer, terwijl haar ogen over de rekken gleden, die vol waren met boeken. Ze yond het boek dat moeder had voorgesteld, en zuchtte opgelucht. - Is het yoor ]uliaan? - yroeg een stem achter haar. De stem verraste haar compleet. Cornelia schrok op. Haar grootyader barstte in lachen uit. - Sorry hoor, ik wilde je niet laten schrikken! - zei hij. - Wat doe jij hier? - zei ze glimlachend, in een
~
~
I_I_(_)_O_F_'D_s_,rr_l_.'_I_<'_Z_-,_E_S_'
~
~y
poging om van de schrik te bekomen. Grinnikend toonde haar grootvader twee boeken die hij bij zich had, en zei: Het ziet ernaar uit dat we hetzelfde idee hadden ... "Als je niet weet wat je moet geven, is een boek altijd de beste oplossing", zei jouw grootmoeder altijd! Hmm, als jij dat boek neemt, dan neem ik clit hier. Denk je dat die knorrepot van een broer van jOLi wel blij zal zijn hiermee? Cornelia had er geen flauw idee van, maar al met al gaat toch nooit iemand klagen als hij een cadeautje krijgt, dus knikte ze. Samen met haar grootvacler ging ze naar de toonbank om hun boek te laten inpakken. - Een ogenblikje, zou u zo goed willen zijn om clit tussen de blaclzijclen te leggen? - vroeg hij aan de verkoopster. Cornelia zag hoe hij uit zijn wollen jas een lange veer haalde. De verkoopster bekeek hem met een zweem van afkeuring op haar graatmagere gezicht. - Zoals LI wilt, wij hebben hier ook bladwijzers ... - stelde ze met haar neusstemmetje voor. Ze maakte een haastig gebaar. Maar grootvader wees haar voorstel af. De verkoopster haalde haar schouders op en stak de veer tussen de bladzijden. - Een veer van een adelaar? - vroeg Cornelia. Ze knipperde met haar oogleden en wreef haar ogen uit, die wazig waren geworden. - Precies - antwoordde haar grootvacler opgewekt - maar hij heeft echt speciale kleuren. In het zonlicht lijkt de veer wei van goud ... - ging hij verdeI'. - Een mooie bladwijzer, vind je ook niet?
DHOl\IEN EN \VEHKELI.JKHEID
Cornelia knikte. Ze kwam wat dichterbij om ernaar te kijken. De veer gleed uit het boek. De verkoopster moest hem oprapen, puffend stak ze de veer weer op zijn plaats. Daarna maakte ze er een pakje van en schoof het met een nurks gebaar naar Cornelia's grootvader. - Ais u wilt dat iemand een van uw bladwijzers koopt, - zei hij bedaard terwijl hij zijn pakje nam - dan zult u er een paar mooiere bij moeten doen, denkt u niet? Het gezicht van de verkoopster kreeg een ge'irriteerd kleurtje. Cornelia moest heel hard haar best doen om haar lach te onderdrukken taen ze de winkel verlieten. Die nacht had Cornelia opnieuw een droom. Ze beyond zich in een stad met smalle, kronkelige straatjes die zich langs hele rijen stenen huizen leken te vlechten. Niettemin stonden de straten vol met kraampjes en karretjes met allerlei koopwaar. Aan de ramen hingen vreemde lantaarns die een zacht licht verspreidden, en grappige mensen met rare kleren aan liepen heen en weer, helemaal in beslag genomen door hun heslommeringen. Een bolle maan in de lucht verlichtte het tafereel. Omdat iedereen wat raar gekleed rondliep, maakte Cornelia zich er geen zorgen over dat ze in pyjama rondliep. Hoewei ze wist dat het koud was en ze geen schoenen droeg, wandelde ze rustig rond, en keek om zich heen aJsof ze op de winterkermis was. Zoals vaak gebeurt in een droom, was er niemand die op
~
:J~
I_I_O_O_·_F_D_s_'_rr_l_n_{_Z_E_S_'
~
~y
haar lette. Zo begon ze te neuzen tussen de kraampjes met kruiden, houten speelgoecl, borden en bekers, harige beesten met c1roevige ogen die in roestige kooitjes opgesloten zaten, die de mensen zelfs geen blik waardig keurden. Ze kwam dichterbij en stak haar hand uit naar een van de kooitjes. Het beest blies. De ogen die uit de ruige, harige, grijze massa staken, gingen wijd open en een gekweld gepiep steeg op uit de kooi. Cornelia trok zich terug. Iemand botste tegen haar op. Toen ze zich omdraaide om zich te excuseren, werd ze van kop tot teen opgenomen door een paar rimpelige, samengeknepen ogen van iets, dat eruit zag als een Tovenaar. Cornelia deed een stap achteruit. Dc kakkerlak-ogen volgden iedere stap die ze deed. Toen hief de Tovenaar zijn hand omhoog, en schreeuwde iets. In zijn mond ontbrak de helft van zijn tanden. ledereen draaide zich nu naar haar om, alsof ze zich onverwachts bewust waren geworden van haar aanwezigheid. Haar hart ging als een razende tekeer, en ze deed nog een voorzichtige stap achteruit. Ze passeerde het kraampje, de kooitjes en de harige diertjes. Opnieuw voelde ze zich alsof ze door het slijmerige spoor van een slak was gelopen, en de menigte schreeuwde uitzinnig van angst. Sommigen vluchtten, anderen begonnen vervloekingen en bezweringen te roepen. Haar hoofd gonsde van de vragen, haar oren bonkten van het koortsachtige geschreeuw. Cornelia draaide zich om en zette het op een lopen. Bezweringen, vervloekingen en toverspreuken van alle soorten achtervoIgden haar als een glinsterende regen in het maanlicht. Cornelia
~.
o~-<:
.,J
DROl\fEN
E~
W'"ERKELI.JI{I-IEID::>--«
•
passeerde stenen muren, mensen, bomen ... ze Hep tot ze buiten de stad was, en liep nog verder, bevend als een rietje. Achter haar weerklonk het geluid van vele stappen die haar volgden, en woedende stemmen. Ze sprong tussen de bomen in de hoop zich te ktmnen verbergen. En opeens stond ze sti!. Yoor haar was de Mist. Achter haar werd het donkere groen verlicht door de weerspiegeling van fakkels en lichten. Cornelia besefte dat ze geen keuze had. Ze haalde diep adem en stortte zich in de Mist. Ze voelde hoe het ijs op haar huid kristalliseerde. Ze moest haar ogen dichtdoen. Terwijl ze probeerde om zich te orienteren en op de tast verder liep in die eentonige omgeving, werd ze bij haar pyjama vastgegrepen. Ze gilde. Wankelend deed ze een stap achteruit. De grond onder haar voeten gaapte open en slokte haar op ... Cornelia opende haar ogen en besefte dat ze echt aan het gillen was. Haar stem stokte in haar keel. Hijgend zat ze neergehurkt aan het voeteneinde van haar bed, drijfnat van het zweet en verkleumd tot op het bot. Het licht van de volle maan verlichtte haar kamer, haar enkellaarzen en het tapijt. Ze was thuis. De droom was voorbij. Toen ze de volgende ochtend opstond, voelde Cornelia zich nog vermoeider dan toen ze ging slapen. Nog onder de indruk van haar nachtmerrie strompelde ze naar de keuken. Daar stond haar moeder vol energie te zingen, ze maakte
~
'3~
H__ O_(_)_F'_D_s_,r_I'_l_1J_(_Z_E_S_'
~
~~
het middagmaal klaar voor de verjaardag van haar broer. Het was later dan gewoonlijk. Het beloofde een schitterende dag te worden, met een koninklijke maaltijd in het vooruitzicht. Misschien zou alles goed gaan. Als die nachtmerrie er maar niet was geweest .. , Maar misschien, besloot ze, was het de gedachte om die namiddag de Stromen aan te pakken die haar zo nerveus maakte. Misschien had ze moeten denken aan iets dat baar kalmeerde ... ze dacht aan de Wekker. Hoe had ze die kunnen vergeten? Ze zou hem meenemen. Ze moest hem nog ergens bebben, Uonenstaak had hem nooit teruggenomen. Ook al was de Wckker misschien niet meer opgeladen en zou hij misschien nergens toe dienen, of misschien zou hij haar niet meer gehoorzamen, nu ze geen Eersterangs meer was ... ze blies een haarlok uit haar gezicht en wreef geeuwend baar ogen uit. - Kijk eens, wie we daar bebben! - kondigde haar vader aan, die in de deuropening verscheen met zijn krant onder zijn arm. - Te oordelen naar je haren is jouw bumeur deze ochtend niet zo best he? Cornelia keek hem grinnikend aan. - Hoe kan je het zo raden! Haar moeder LIchte stilletjes. Het baar van haar vader piekte altijd hopeloos aile kanten uit. - Goed, maar mijn haren zijn tenminste kort. Leg me eens uit wat je doet om jOuw lange haren altijd zo perfect in de war te krijgen? - Misschien beeft ze haar vingers in het stopcontact gesto-
DRO:MEN EN
'VERJ{}1~LI.JKHEID
ken - mompelele Juliaan, die ook de keuken binnenkwam. Cornelia stak haar tong naar hem uit. Ze deed alsof het haar niet kon sehelen en zei : - Ik heb geen zin om deze oehtend ruzie te maken! - Huhum! - kuehte hij. - Heb je goeel geslapen? - vroeg moeder hem. - Geslapen? Hoe kan ik nou slapen terwijl mijn zus in haar bed ligt te woelen en jammert als een varken dat gekeeld wordt? - antwoordde hij. Hij ging aan tafel zitten en goot wat ontbijtgranen in zijn kom. - Ik durf te wedden dat ze weer een naehtmerrie heeft gehad ... missehien kwam er een mummie uit de kast deze keer! - grijnsde hij sarcastisch. - En naar de dreun op de vloer te oordelen, zou ik zelfs zeggen dat ze uit hed is gevallen! - wil je weI eens ophouden? - bromde ze blozend. - Oat is niet de eerste keer ,., Moeten we ons zorgen maken over jouw naehtmerries? - vroeg haar moeder. Ze hield op met een soepkom af te drogen, en keek haar perplex aan. Cornelia voelele zieh kwaad worden, Ze wierp haar broer een vernietigende hlik toe, maar beet op haar tong. Het was tenslotte zijn verjaardag, en bovendien had ze helemaal geen zin om ruzie te maken. - Het was maar een nachtmerrie! Ik kan het me zelfs niet meer herinneren - loog ze glimlachend. - Zeg eens, is het niet zo dat jc niet kan slapen omclat je cen dagje oueler wordt? - Moet je haar eens horen. - mompelde haar vader - een dagje oueler .,.
~-",:-:;~
I_I_(_)_()_F_'I_)_8_,rl_'_r_I_{_Z_~_E_S_'
~ ~1;.
Moeder grinnikte . .Tuliaan knikte. - .Ta, binnenkort zal ik een stok nodig hebben om te lopen -- beaamde hij terwijl hij melk inschonk. Toen grijnsde hij en voegde eraan toe: - Verdorie, hoe moet ik nou eten? Mijn gebi! ligt nog op m'n nachtkastje! Cornelia keek hem verbaasd aan en barstte toen in lachen uit. Eindelijk begonnen de schaduwen van de vorige nacht op te lossen. Corrado was nog vom het ochtendgloren opgestaan. Hij had besloten om naar buiten te gaan, in de hoop dat een beetje verse lucht zijn gedachten zou verlichten. Ander was opnieuw bij de Grens. De jongen deed hem ongelooflijk veeI aan zichzelf den ken op die leeftijd ... Ook hij was als jongen weggerukt van zijn leven in het bos. Hij wilde niet dat Ander hetzelfde moest meemaken, maar hij begon zich zorgen te maken. Hoelang zou het nog duren voordat de Sperwer zou besluiten om voor altijd naar dar leven terug te keren? Hij ging zitten op de rand van de fonrein van de Wolven, en zllchtte. Hij moest toegeven dat Ander snel leerde lezen en schrijven, en ook snel leerde om zieh als een mens te gedragen. Ook al zou hij wei altijd iets extravagants hehben in zijn houding. De rol van Bewaker van de Grens leek hem op het lijf geschreven, misschien wei meer dan bij de anderen het geval was. 1'och was het misschien wei precies daarom dat het zo'n zware taak was om hem dee I te laten uitmaken van de groep. Cornelia, Pijl en Maan waren vrienden en vertrollwden elkaar. Maar Ander?
DROl\IE~
EX vVERKELIJKHEID
Hij zou het weliswaar wei voor hen opnemen, maar misschien alleen uit plichtsbesef, zeker niet omdat hij hen vertrouwde. En dat voelden de anderen. Het probleem was dus: hoeveel van hen zouden een risico nemen voor Ander? Maan was bang voor hem. Pijl had geprobeerd om vriendschap te sluiten, maar met zo weinig resultaat dat hij het had opgegeven, en nu zelfs bijna jaloers leek op de jongen. Wat Cornelia betrof ... wei, ze leek de enige die in staat was om met Ander te praten en iets van hem gedaan te krijgen. Maar misschien kwam dat enkel door die oude verbintenis die de Sperwers met de Hogerangs verbond. In ieder geval, sinds ze haar magie had opgebruikt, had ze zich in zichzelf opgesloten. Er bestond geen twijfel over, dat het bedrog van Bonenstaak zijn sporen had achtergelaten. Cornelia voelde zich nu eenzamer dan ooit, ze had problemen om iemand te geloven en te vertrouwen, maar het ergste was dat ze zich niet wilde laten helpen. Voor haar kon dat gevaarlijk zijn. Er waren ondertussen maanden voorbijgegaan, en ze was hard gegroeid. Toch was haar teint matter geworden, haar stem klonk minder opgewekt, haar ogen fonkelden niet meer. Het leek er echt op alsof de magie haar had verlaten, maar dat had niet veel zin. Meer nog, hoe meer hij eraver nadacht, hoe absurder het was. De magie verliet Feeen en Tovenaars niet, als ze niet op het punt staan te sterven ... Ais hij het niet zelf onder zijn neus had zien gebeuren, zou hij zelfs gezegd hebben dat het onmogelijk was!
~
;;~
I_I_()_()_F_D_S_r:I_'l_~_'h_T_Z_~E_~_S
~
~y
Cornelia verliet haar l1Llis na het middageten met het idee dat het spijtig was dat er geen andere verjaardagen te vieren waren voordat het haar beurt was. Zingend nam ze de weg naar de Toren van de Thebalden, genietend van de wind en de stralende dag. De stad was nog leeg en sti!. Terwijl ze met kleine pasjes verder liep, genoot ze volop van de brede plassen zonlicht die zich hier en daar tussen de huizen aftekenden. Eindelijk voelde ze de laatste steken van de kou wegebben, die haar die nacht omringd had. Ze begon net te denken dat er geen reden was om zich al te veeI zorgen te maken over het Scharnier, toen een windvlaag haar aanviel, heviger en kouder dan de andere. Het was alsof iets onzichtbaar ijzigs door haar heen was gegaan, alsof de lucht tot onder haar kleren was doorgedrongen, tot in haar botten. Ze wankelde en sloeg haar armen om zich heen om zich te warmen. Maar de kou leek van onder haar huid te komen. -- Meisje ... gaat het? - hoorde ze de stem van een man vragen. Op dat moment ging het gevoel over. De man die wat dichterbij was gekomen, keek haar verbijsterd aan, alsof hij helemaal niets had gevoeld. Cornelia schrok op. - Ja hoor, dankuwel ... - glimlachte ze, en wandelde weer rustig verder. Toch bleef een gevoel van latent gevaar in haar hoofd zitten. Misschien moest ze er met Corrado over spreken, dacht ze, toen ze bij de dem van zijn huis kwam. Maar de stem van Grogo verraste haar nog v66r ze een woord tot hem had gericht. - Het spijt me, jongedame. De her-en zijn nog niet teruggekeerd - zei hij, terwijl hij haar aankeek met zijn grappige uitdrukking
* ~
.
DRO~lEN EN 'VERK}1JLI.JKHEID~
.
~
van versteende butler. Cornelia voelde hoe ze glimlachte. - Mijn schuld. Ik ben te vroeg ... mag ik weten waar ze naartoe zijn? - vroeg ze, toen ze bedacht dat ze weI naar hen toe kon gaan. - Ik zou het niet weten. Maar ze zullen weI gauw terug zijn. Ais u wilt, mag u binnenkomen om op hen te wachten ... - ging hij verder, en deed beleefd de deur open. - Doe maar alsof u hier thuis bent. Ik verkies dat de heren mij er niet van kunnen beschuldigen dat u zo verkleumd bent. - Dankuwel, maar het is niet zo koud - antwaordde Cornelia. Behalve dan die wind daarnet, bedacht ze tWijfelend. - Te oordelen naar de rijp op uw kleren zou men het tegengestelde zeggen - protesteerde Grogo. Pas nu keek Cornelia naar haar jas. Ze was verbijsterd: ap haar schouders lag sneeuw en de punten van haar enkellaarzen waren nat en vertoonden korsten ijs. Ze keek op, en merkte dat aan de gebogen houder van de lantaarns een oneindig lange sliert bevroren druppels bengelde. Ze kreeg opnieuw een angstig gevoel maar probeerde het opnieuw van zich af te schudden. Misschien was het echt weI kouder dan het leek. - Goed dan, bedankt. En, Grogo ... - de last vie! van haar schouders taen ze naar binnenging. - la, mevrouw? - Zou je mij bij mijn naam willen noemen? - Zeker, met plezier, mevrouw Cornelia - antwoordde hij, terwijl hij de deur achter haar dichtdeed. Cornelia schoat in
~
'3~
I_I_O_O_F_D_S_"_r:l-'_~_~K_z_r_E_S_'
~
~y
een lach. Ze deed haar jas uit en ging naar de woonkamer. Daar keek ze door het raam naar buiten. De tuin leek in dat seizoen weI veranderd in steen. Het was alsof ze een ongewone afheelding in zwart-wit bekeek, waar de bomen van het Park een soort omlijsting van verwrongen tralies vormden. Het vreemde was dat er hier geen spoor was van rijm of ijs. Terwijl ze daarover nadacht, kwamen Corrado en Ander samen door het tuinhek. Glimlachend groette ze hen. Bijna als een antwoord huilde de wind fel in de schoorsteen en wierp zich op de takken van de bomen. Hij sloeg tegen de ramen en vieI het huis met loved kracht aan dat ze gedwongen waren om haastig naar binnen te komen. - Verdorie, misschien is er een storm op komst - zei Cornelia terwijl ze door het raam van de keuken gluurde. Daar leek het of de grijze hemel helemaal dichtzat. Maar Ander schudde zijn hoofd. - Vandaag niet - zei hij met lage stem. Ze keek nog eens naar buiten, want ze wist dat de Sperwer zich nooit vergiste als het om zulk soort zaken ging. Ze probeerde er niet aan te den ken dat ook zij zich vroeger niet zou hebben vergist. Pijl verliet de piepkleine winkel Horloges en Pendules (sinds 1823). Met een brede glimlach op zijn gezicht liet hij de klcine radio van zijn grootmoeder in z'n zak glijden. Cornelia, Maan en Ander wachtten op hem bngs de drukke straat. Behalve een paar windvlagen die af en toe opstaken, was het schitterend mooi weer. Er waren veel mensen naar
DHOl\fEN EN 'VERI(ELI.JIU-IEID
buiten gekomen om te genieten van dat onzekere zonnetje. - Repareren ze die ook bij de horlogewinkels? - vroeg Ander, terwijl hij het uithangbord las. - Nee, dat niet, maar meneer Dejonghe is al jarenlang een vriend van mijn grootmoeder. Hij weet dat dit radiootje bijna een relikwie voor haar is, en hij weet ook dat ze er erg op gesteld is. Niemand andel's zou daar zijn tijd mee verprutsen, maar hij repareert het telkens weer als hij het niet meer doet - legde Pijl uit terwijl ze de straat af liepen, in de richting van het kasteel. - Ik geloof dat hij geleidelijk aan aile onderdelen al heeft vervangen - voegde hij er lachend aan toe. - Misschien is het nu al wei nieuwer dan een nieuwe radio' Terwijl de vrienden tussen de vele mensen verdeI' liepen, stokte het gesprek na enkele tijd. - Laten we tel' zake komen! - riep Maan opeens uit. - Tel' zake? - vroeg Cornelia. - Het Scharnier! Het zal goed verstopt zijn, als zelfs Corrado het niet heeft gezien, heh je daar niet aan gedacht? - merkte Maan hetweterig op. Pijl krulde zijn lippen. - Waarom zeg je niet gewoon wat je wilt zeggen? - zei hij. Maan zuchtte luid. - Misschien is het omgeven door een magisch veld of zo ... - gaf ze hezorgd toe. - Jullie kunnen er niet aan gedacht hebben. Op 'magisch' gehied - voegde ze er gedempt aan toe - ben ik zo hlind als een mol. En als Pijl iets wi! zien moet hij zijn ogen altijd samenknijpen als een bijziend vogelbekdier, en clan nog slaagt hij er niet altijcl in ...
~
~
H_O_O_F_D_S_'f'_I'_l_TI_(_Z_":.._E_S_'
~
Q)~
- He! - protesteerde hij. Maar zijn vriendin ging onverstoorbaar verder: - En wat Cornelia betreft, zoals ze nu is, is ze niet veel beter dan ik! - Dat is waar - gaf Cornelia toe. glimlaehend om het vogelbekdier. De lage, duistere stem van Ander weerklonk aehter haar: - Maar jij weet weI vee!' En juIlie hebben het Sproeistuifmeel - voegde hij eraan toe. Hoofdsehuddend ging Cornelia wat langzamer lopen. - Nou ja, we zouden kunnen gaan kijken waar de Stromen zijn, maar ... - "waartoe dient hert' \vilde ze net vragen, toen ze eensklaps stil bleef staan. Ander had haar net weer een van zijn snijdende blikken toegeworpen, zoals gewoonlijk, maar hocwel ze een beetje geergerd was, begon ze nu na te denken over de dingen die ze had geleerd tijdens haar opleiding als Fee. Als het stuifmeel door de Stromen aangetrokkcn were!, kon het missehien een aanwijzing gcven waar het Seharnier zieh beyond, omclat aIle Stromen crdoorhecn moesten lopen ... Hoe was het mogelijk dat ze claar niet eerder aan had gedaeht? De magisehe velden konden her zieht en de andere zinruigen wei misleiden, maar de Stromen zeer zeker niet: het zou volstaan om ze re volgen, zo konden ze het Seharnier vinden! Toen ze stomverhaasd weer uit haar gedaehtengang terugkeerde naar het hier en nu, merkte ze dat ze hij het kasteel waren aangekomen. Die zonnige dag maakte het kasteel wat minder luguher en streng. Ze hereikten cle kleine poort met
~.
DRO~fEN
o~-<>-
.,.I
EN 'VERKEL.. I.JKH}1~ID
::>-~
•
bronzen deurgrendels aan de achterkant, en gingen naar binnen met de sleutel die Corrado hun gegeven had. Niemand had hen gezien. - We zijn er - mompelde Cornelia. Onderzoekend speurde ze de lugubere gangen af. Door Cornelia's vlakke stem hield Maan op met haar gebabbel en beperkte ze zich nu tot het volgen van de anderen, af en toe zuchtend en steunend. Zonder veel moeilijkheden kwamen ze bij de Wapenzaal. Het was een rechthoekige zaal die ruim en goed verlicht was. De muren waren met hout betimmerd. Het bepleisterde deel hing vol met portretten, en aan de wanden hingen rekken met wapens, terwijl vier met zorg opgepoetste harnassen de wacht hielden in de hoeken van de Wapenzaal. Een gigantisch zwaard lag op een van de tafels aan de zijkant van de zaal. Zoals aile toeristen kwam Pijl in de ver1eiding om het zwaard op te tHIen, maar hij wankelde onder het gewicht van het wapen, wat algemeen gelach opwekte. Grote, gesloten vitrinekasten toonden de verschillende soorten oude wapens. De wapenschilden van de Vier Bewakers die aan de wanden hingen, vertelden een verhaal dat geen enkele gids ooit had kunnen dromen. De vrienden keken om zich heen en zuchtten, overweJdigd door a1 dit moois. Waar het Scharnier ook mocht zijn, het was goed verstopt. Het zou een lange zoektocht worden.
7
DE W APENZAAL
omelia keek am zich heen en liep naar de ramen. De grote, rechthoekige kamer ademde vervlogen tijden. Velen vaal' hen hadden over deze vloeren gelopen en door deze ramen gekeken. Hun echo weerklonk nog door het kasteel. Het geluid van een ambulance buiten maakte de stilte binnen nog onwerkelijker. De stem van Maan deed haar opschrikken. - Zijn we er echt zeker van dat het hier is? - vroeg ze. - Het is hier - zei Ander, op een toon alsof hij geen tegenspraak duldde. Maan schudde haar hoofd en joeg hem meteen op stang. Ze vroeg: - Hoe ben je daar zo zeker van? - Volgens Corrado is het hier - zei PijI. - En als hij zich nu heeft vergist met zijn berekeningen? - wierp Maan sarcastisch tegen. - Nu je het zegt, het is waar dat ik geen barrieres zie - mompelde hij terwijl hij zijn ogen samenkneep
om iets te kunnen onderscheiden. - Horen jullie dat geronk? - vroeg Ander. Zijn stem weergalmde cloor de Wapenzaal als cen gong. Maan zuchtte. Ze legde er zich bij neer en probeerde haar oren te spitsen gedurende een paar lange. stille ogenblikken. - Ik hoor niets '" maar ik vind wei dat het hier verbrand ruikt - verklaarde ze. - Verbrand? - jammerde Pijl gealarmeerd. - ]a, het ruikt hier naar te lang gebakken biefstuk, om precies te zijn. - zei ze, terwijl ze opnieuw met gespannen gezicht de lucht opsnoof. - Volgens mij is er iets mis met jouw neus - mopperde Pijl terwijl hij Cornelia gadesloeg. Ze leek opnieuw vel' weg met haar gedachten. Ook Ander keek haar aan met zijn doordringende ogen. Maar Cornelia bleef zwijgen, ze staarde leeg voor zich uit. Toen schudde ze haar hoofd. - Zelfs ik voel niets .. , maar de Stromen ronken en .. , - begon ze. Maan onderbrak haar. - Inderdaad! Als het Scharnier hier is, hoe kan het dan zo zijn dat het al die jaren onopgemerkt kon blijven, zander een barriere of iets dergelijks? - bromde ze. Niemand antwoorclde. Ander wierp een blik door de grote ramen, de frons op zijn gezicht tekende zich duidelijker af. Buiten was de lucht sereen, maar toch hing er een vreemde energie in de lucht, dat voelde hij gewoon ... In die kamer was veel magie aanwezig ... en iets dat niet was zoals het had moeten zijn.
~
~~
l_)_E_\'_;._~_P_}1_CN_,T_Z_"_\._A_I_~
~
~~
- Nu is het jouw beurt - zei hij tegen Cornelia, en legde zijn hand op haar arm. - Het Sproeistuifmeel - knikte ze - je hebr gelijk. - Ze rommekie wat in haar rugzak en haalde er een leren zakje uit. - Hoe werkt het precies? - vroeg PijI. - Als het wordt aangetrokken door de Stromen, zoals Corrado heeft gezegd, zal dit ons bevesrigen of zijn berekeningen kloppen of niet - legde Cornelia vasrbesloten uit. Voorzichtig openele ze her zakje en goot een beetje stuifmeel in de palm van haar hand. Het leek licht en ongrijpbaar als poedersneeuw. Bij het contact met de lucht begon het te trillen en blauw op te lichren. Cornelia sloot haar vingers, een paar korrelrjes schoren weg in kleine fonkelende kringen. - In ieder geval - ging Ander verder - zal het ons ele weg kunnen wijzen. Cornelia knikte en wierp de stofjes in de lucht. In een brede waaier verspreidde het stuifmeel zich door de lucht, alsof het kleine zandkorreltjes waren. In een fractie van een seconde was de Wapenzaal in een indrukwekkende grijze wolk gehuld. Ze hielden allemaal vol verwachting hun adem in, alsof er iers grandioos stond te gebeuren. Maar de korreltjes trHelen aIleen maar wat terwijl ze door de zaal golfden, en gaven af en toe minuscule vonkjes. - En nu? - vroeg Maan. Ze had het nog maar net gevraagd, of luide knallen begonnen de grijze sluier te doordringen, als kleine blauwe sterretjes. De korreltjes schoten omhoog, botsten tegen het plafond en bleven er platgedrukt aan hangen,
~.~
~~
H_(_)_O_F_"_D_s_'_rr_l_'_I'{_Z_E_",'_~_E_::'ii_T
~
V~
als een borrelende wolk van fonkelingen, Cornelia trok zich wat terug. Haar ogen brandden, nietsbegrijpend schudde ze haar hoofd. - En wat mag dit betekenen? - vroeg Pijl. - De verdieping hierboven? - stelde Maan voor. - Nee. Het plafond - zei Ander. Cornelia knipperde met haar oogleden om het Sproeistuifmeel uit haar ogen te krijgen. Pas nu merkte ze tussen haar tranen door het plafond op. Her bestond niet uit hout en bakstenen zoals de andere pIafonds in het kasteel. De witte en okerkleurige stenen die het plafond bekleedden waren een wemelende vlakte geworden van blauwachtig verlicht stof. - Corrado heeft gezegd dat het Sproeistuifmeel zou oplichten als er Stromen waren, dus moeten ze hier zijn ,.. - mompelde ze verblind. - la, maar waar? - begon Pijl opnieuw. - In het plafond - herhaalde Ander zonder een millimeter van zijn plaats te komen. Hij speurde zoekend om zich heen, om een manier te vinden hoe hij erbij kon komen. - Maar natuurlijk! Hoe komt het dat wij daar niet direct aan hebben gedacht .. ' - begon Maan. Ze leek ge'irriteerd, Ander wierp haar een vernietigende blik toe, maar voordat hij iets kon uitbrengen, slaakte Pijl een verbaasde kreet: - Op het plafond! Hij heeft gelijk! Op het plafond is een barriere ". heel klein, maar erg duidelijk! Nu zie ik het! Cornelia knikte: stenen die ondoordringbaar en door-
~
~~
D_E_'_'_T"_\_P_E_<..:"l_T_Z_£_\_A_J_-,
~
clringbaar waren voor magie, clacht ze. Dit was wat ze zochten, oak al zag ze helemaal geen barriere! Corrado had het duidelijk uitgelegd. De magische wezens haclden de bouwers van de stad naar hun hand gezet, waarcloor in de structuur van de stad stenen waren geplaatst die op magie reageerden, en die in staat waren om de magie vast te houden, daar waar dat nodig was. Vlakbij een Scharnier moest er heel veel magie zijn! Ze sloeg haar blik weer neer en wreef haar ogen uit om de Wapenzaal opnieuw wat beter te kunnen bekijken. Een ogenblik verdween haar troebele blik en kon ze het ook heel even zien. - Geweldig! Dus we zouden moeten ... vliegen? - opperde Maan. - Dat lijkt niet erg logiseh. Niet alle magisehe wezens kunnen dat, is het wei? - zei Pijl, alsof hij daar niet zo zeker van was. - Neen - gaf Ander hem gelijk. Alsof ze helemaal niet naar hen had geluistercl, sprong Cornelia op dat moment op en liep naar een hoek van de zaal. - Wat krijgen we nu? - vroeg Maan, terwijl ze haar aehterna holde. - Wat heb je gezien? Cornelia clraaicle zieh om en wees naar de versierde zui! die cen van de hoeken van de zaal ondersteunde. - De magisehe stenen, die moeten de sleutel zijn van alles! - De magische stenen? - herhaalcle Pijl. Kijk! - antwoordde ze enthousiast. Ze sloeg met haar
hand op het ingekerfde oppe1'vlak van de zuil. - Gele stenen en witte stenen. Herinne1'en jullie je wat Corrado heeft gezegd? De witte zijn ondoo1'd1'ingbaar voor magie en de gele poreus .,. dit betekent dat ze hetoveringen en bezweringen opgeslorpt kunnen hehben! - Beweer je nou dat een van de stenen van die zuil zich naar het plafond zou kunnen hewegen? - siste Maan. Ze keek perplex naar de zui! en daarna naar het plafond, waar het Sproeistuifmeel zich in onregelmatige, fonkelende strengen aan het verdelen was, op de plaats waar c1e Stromen moesten lopeno Cornelia knikte. - Zo ongeveer. Ik weet niet hoe het werkt, maar als het de oude Bewakers waren c1ie de Poort moesten openen en sluiten via deze Scharnieren, clan moest er weI een manier zijn om dit te doen zander dat clit gebaseerd was op directe magie. De Bewakers zijn nooit Magiers en ook geen Tovenaars geweest ... - zei ze, tastend over de geometrische versieringen die op de gele stenen waren aangebracht. Toen ze een lichte klik voelcle, maakte haar hart een sprongetje van vreugcle. Ze drukte wat harder op het uiteinde van het stenen vierkant. Dit bleek een blok te zijn dat om zijn eigen as kon draaien. Ren onderdrukt gesis kwam uit het plafond dat klaterde van het Sproeistuifmeel. Ander maakte zich los van het groepje en ging naa1' de zuil die het clichtst bij was. Zijn ervaren ogen, die met de precisie van een roofvogel de hoeken en kanten onderzochten, ontdekten nog sneller dan Cornelia de juiste steen. Hij clraaide
~
':3'~
I_)_E_j_'_Y_A_I_:>_E_N_'_Z_A_i_\_I_"
~
~~
eraan: een nieuw brommend gesiclcler kwam uit het plafond. Het Sproeistuifmeel golfde dreigend en begon door de okerkleurige stenen te filteren. - De andere! Snell - schreeuwde Maan. Al haar tWijfel was verdwenen, ze leek even opgewonden £lIs wanneer ze op het punt stond om haar kerstcadeau te openen. Maan en Pijl liepen naar de andere twee wilen, duwden op de stenen knoppen en in een symfonie van geknars leek het plafond in beweging te komen. Verlichte blauwe lijnen verschenen voor hun ogen terwijl de okerkleurige stenen over elkaar rolden £lIs in een gigantisch dominospel, helemaal volgens hun oude magische werking. Plotles en aanhoudend geknars weerklonken. In het midden van de zaal opende de barriere zich. Uit een kleine koepel zakte het Scharnier naar heneden, in een wolk van verpulverde steen. Hij was volkomen gelijk aan de schets van Corrado, behalve dan dat hij op z'n kop stond. De Stromen liepen erdoorheen £lIs dikke kabels. Het Sproeistuifmeel werd hierdoor aangetrokken, met droge knalletjes en lichtgevende vonkjes. Terwijl het Scharnier hijna tot aan de vloer naar beneden kwam, vormden de kabels aigauw een kolossaal spinnenweb dat zich uitstrekte van het plafond van de Wapenzaal tot in het midden van de vioer. Cornelia voelcle zich machteloos. De Stromen die ze gewend was te zien en waar ze mee om kon gaan, \varen veel dunner dan deze. Ze vroeg zich af hoeveel Tovenaars en hoeveel Feeen hieraan hadden gewerkt, om die stevige magische kabels te vlechten.
~
'3~
H_(_)_()_~_C1D_S_''I_1{_.~_ih_r_Z_~E_ . . '_T_E_N
~
~~.
Met een oorverdovende kiap schoot het Scharnier in zijn uiteindelijke stand. Nu pas begrepen ze wat de reden was dat Ander geronk had gehoord. Oat kwam niet van de Stromen. Het was het Scharnier! De steen was versleten en aangevreten ais hout. Ander had in de Maquis al soortgelijke dingen gezien. Nog net op tijd kon hij roepen: - Steekmuggen! - Een zwerm kieine aardmannetjes stortte zich in de zaal. Het stof van het Sproeistuifmeel verdween fladderend in knallende, blauwgeaderde kringen. Cornelia besefte dat ze zonder haar magie enkel zag wat ieder ander menselijk wezen altijd zag. Zo goed als niets! Boven haar hoofd golfde het Sproeistuifmeel en opende zich in een waaier van minuscule plofjes. Ander schreeuwde van bij zijn zui!: - Bukken! Cornelia boog zich met een ruk voorover, bevend van woede en onmacht. Ze voelde hoe haar geprikkelde ogen zich vulden met tranen. Toen had ze het ineens door. Ander had gelijk. Ze zag niet meer dan een gewoon mens, maar ze wist wei meer dan een gewoon mens kon weten. Ze wist wat de steekmuggen in werkelijkheid waren: minuscule brandende aardmannetjes. En er was het Sproeistuifmeel, dacht ze toen. Een ogenblik had ze niet alleen de Stromen kunnen zien, maar ook de aardmannetjes! Met een snelle beweging van haar hoofd kon ze de strepen van de ontploffingen zien flitsen tussen de Stromen. Om een nieuwe aanval te vermijden, vluchtte ze tot bij een oud harnas. In haar haast botste zc ertegenop, waardoor het zwaard
~....
~~
D_E_",,_'_'_TA_P_I~_N_T_Z_A_j_\. L
~
~y
kletterend op de grond viel. Aangetrokken door de onverwachte beweging storrren de steekmuggen zich opnieuw op haar. Cornelia wist dat, als ze hun het hoofd wilde bieden, ze ervoor moest zorgen dat ze hen eerst kon zien. Maar het effect van het Sproeistuifmeelliep ten einde. Ze stak haar hand in haar zak en met een snelle beweging van haar pols strooide ze nog een keer de stofjes in de lucht. Voor haar was er een vel\vard geknerrer. Ze zag een fonkelende zwerm minuscule wezentjes die op libellen leken. Ze verdrongen zich om haar hand. Cornelia voelde een stekende pijn die in haar vingers beet, ze kon een gesmoorde kreet niet onderdrukken. - Cornelia! - brulde Pijl. Hij sprong naar voren om haar te helpen, maar Ander, die bij hem was komen staan, hield hem tegen. Hij drukte Pijl tegen de muUf. Nu probeerde Maan zich te bewegen. - Hoe meer jullie bewegen, hoe meer ze jUllie zullen aanvallen! Neem dit en zorg voor Maan! - voegde hij eraan toe. Hij stopte hem zijn zware jas toe. Toen trok hij de kap van zijn sweater over zijn hoofd en snelde naar Cornelia. Ze was op de grond neergezakt met haar pijnlijke arm om haar middel geslagen, en probeerde zich zo stil mogelijk te houden. Toen Ander voorbijkwam, golfde het Sproeistuifmeel. Het verbreedde zich als een grote sluier en de steekmuggen werden nu ook voor Maan en Pijl zichtbaar. Ze namen ze waar als snelle en woeste minuscule lichtjes, die zich wierpen op alles wat bewoog. Maan had geprobeerd onder een vitrinekast
~
'3~
1_I(_)_(_H_'_D_8_-'r_l1_1_~K_T_Z_E_\_T_E_~_T
~
~~
te scbuilen, nu was ze er belemaal mee bedekt. Ze gilde uitzinnig, en probeerde zicb als cen razende te verdedigen. Piji schoot op haar toe, hij schreeuvvde dat ze zich moest stilhouden. Ondertussen lanceerde hij pujfs om de aardmannetjes te verlammen. Het werkte niet, want ze waren te klein om geraakt te kunnen worden. Het geronk vulde de zaal. Aileen door hettig te zwaaien met de jas van Ander kon Piji zijn vriendin redden. Maar in een mum van tijd was hij omringd en aangevallen door het hongerige krijsende volkje. Het gegil weerklonk zo sterk dat het oorverdovene! were!. Cornelia voelde hoe iets haar omhuide. Het gezoem van de steekmuggen verminderde. Ze draaide met haar hoofd. De gillende stem van Maan bereikte haar oren. Ze probeerde op te staan, maar de knokige hand van Ander dwong haar om stil te blijven zitten. - Gaat het? - vroeg zijn stem haar, ongelooflijk dichtbij onder de beschermende deken. Cornelia voelde haar hand branden, en haar zicht was wazig, maar ze knikte. - ]a. Wat is er gebeurd? - mompeide ze. Ze raakte het doek aan dat haar omhulde. - Een jagerszak - antwoordde Ander droog. - Maar het zal niet zo lang stanclhouden. - Wat doen we nu? - vroeg ze. De schreeuw van Pijl onelerbrak hen. Ze keken naar buiten, het was voor beiden overeluidelijk wat ze moesten eloen.
-4@~
~
D_E_7'_'_V_A_P_}1J_N_Z_~_l\_A_I_-,
~
~y
- Erop af! - beval de Sperwer. Samen stonden ze op en lie pen naar Pijl, terwijl ze onder de zak bleven. Ze vermeden de zwermen aardmannetjes. Gpeens besefte Cornelia wat er aan de hand was: Ander kon hen perfect zien! Zonder aan de pijn te denken van de brandwonden op haar hand, greep Cornelia haar jagerszak beet en scheurde die langs de naden open. Met een vloeiende beweging nam de jongen die llit haar handen aan en sprong llit de mantel naar Pijl, om de aardmannetjes te verjagen en de vlammen te doyen die aan zijn mantel lekten. Samen rolden ze op de grond. Cornelia slaakte een zllcht van verlichting. Precies op dat moment kraakte er iets vlak naast haar. Het was een warm, gedempt geluid, als een knal die in een open haard ontplofte. Het \vas zo andel'S dan het harde geronk van de aardmannetjes, dat ze zich omdraaide. Alles leek tergend langzaam te gebeuren. Een hoekstuk van gele plafondstenen, dat door de steekmuggen zwaar aangetast was, kwam los en stortte naar beneden. In zijn val raakte hij een Stroom, en viel verbrokkeld op de grond. Dit was voldoende. Als een levend wezen lichtte de Stroom op en leek samen te trekken. Toen maakte een streng zich als een uitzinnig stuk elastiek los van de hoofdstroom. Een blauwe golf verbreedde zich zwiepend in de lucht, de streng doorkruiste de zaal en kwam op haar af. Cornelia deed een stap achteruit. Ze merkte hoe de steekmuggen zich verwijderden om de
"",.
HOO];'DSTlTK Zl£Vl£N
O~-<:_-----------------_:::>-oE<
J
•
zweepslag te vermijden. Ze hoorde hoe het andere uiteinde van de Stroom tegen een van de harnassen sloeg. Iemand gilde achter haar, maar ze wist niet wie. Het snijdende blauwe licht fIitste in haar ogen en .. , trof haar voluit. Het stuifmeel ontlaadde zich. Er vloeide een straal met bloed, een verschrikkeIijke klap als van een verre donderslag vulde haar oren en overstemde al het andere. Een kort ogenblik had Cornelia de indruk dat ze de magie overal rondom zich voelde ontploffen. Langzaam zakte ze in elkaar. Ze dacht dat ze dood was. Tocn kwam de pijn, intens en stekend. Dit wekte haar opnieuw tot volle bewustzijn. Ze opende haar ogen. Uitgeput lag ze op de grond. Haar wang en haar linkerzij stonden in brand, de Stromen hingen nog boven haar in een onduidelijk grijpgebaar. Ze wreef met haar hand over haar ogen. Met moeite kon ze oak de steekmuggen onderscheiden. Ze stonden echter allemaal stil, onbeweeglijk, onnatuurlijk ... alsof de tijd stiistond. Ze probeerde te gaan zitten, opnieuw stak de pijn in haar arm en haar wang. Ais het zoveel pijn deed, dan kon ze niet dood zijn, sprak ze tot zichzelf. Ze haalde de Wekker uit haar zak, die ze puur toevallig bij zich had. Een grote dankbaarheid weide in haar op. Toen bewoog iets, voor haar gezicht verscheen de strak afgelijnde contour van Ander. De jongen keek haar duister en bedroefd aan. Hij zei enke!: - Leef je nog? Nogal verbijsterd knikte ze. Ze voelde haar hoofd bonzen.
~
~
D_E_~_,_rA_p_E_N_TZ_~-'_i\_A_I_-,
~
~¥
- Deksels. Natuurlijk leeft ze! - antwoordde de Wekker hooghartig in haar hand. Ze huiverde van geluk toen ze die stem hoorde. - Dankuwel ... ik ben geen Fee meer, ik dacht niet dat '" - Ze was zo in de war dat ze haar zin niet kon afmaken. - Ahum. Laten we het erop houden dat ik gehandeld heb op een impuls van het moment. ,. ter ere van de goeie ouwe tijd! ]e zult geen Fee meer zijn, maar er is iets ongewoon kriebelends in jou, mijn meisje - repliceerde de Wekker, en toen begon hij te niezen. - 0, dat ... Dat ben ik niet. Het is het stuifmeel dat kriebelt ... Sproeistuifmeel - mompelde ze. Angstvallig bedacht ze wat haar moeder weI zou zeggen als ze haar kleren zou zien. De snee op haar wang brandde pijnlijk, haar haren vie1en als een gordijn tot halverwege haar gezicht, kort en helemaal in de war. De Wekker ging verder. - In feite verheug ik mij erover dat je, hoewel je geen greintje magie meer in je hebt, er toch aan hebt gedacht om mij mee te nemen. De Stromen zijn gevaarlijk, en nog weI het meest die verstrengelde Stromen, als niemand zich gedurende al die lange jaren over hen heeft bekommerd. Ik zou het niet leuk vinden om jou zo gereduceerd terug te vinden als je kleren op dit moment zijn '" - merkte hij op. Cornelia moest ondanks alles glimlachen. Ander raapte haar vlecht op, het enige wat de Stromen hadden kunnen wegsnijden, samen met het oude harnas dat in stukken lag
0l7':<:-------------------<:>-~
aan de andere kant van de zaal. - Of jouw mooie haren. Wei, gelukkig hangt er al een tijdje genoeg magie in de lucht om mij in gang te zetten. Het had slechter af kunnen lopen! - ging de Wekker verder. - Maar ik zou jullie aanraden om wat haast te maken met wat jullie moeten doen, wat dat ook moge zijn. Want de tijd zal niet eeuwig stilstaan, en die Stroom daar in de lucht is nog altijd een gevaar ... - Cornelia knikte. Ze liet de Sperwer haar helpen om op te staan. Toen zag ze hoe hij de Sica, zijn betoverde dolk, uithaalde en er de streng van de Stroom mee afsneed, die naar haar uitgerafeld was. Cornelia wou naar Maan en Pijl toegaan, maar Ander hield haar tegen. - Als je hen deblokkeert, riskeer je aileen maar dat ze zich pijn zullen doen - verklaarde hij gebiedend. - Vooruit, laten we ons haasten. - Maar ... - probeerde ze op te werpen. - Die antipathieke daar heef!: gelijk, jongedame - zei de Wekker. - En ik voel mij verplicht je erop te wijzen dat je geen enkele toverkracht hebt, dus jouw aanraking zou toch niets uithalen! Bovendien: als eenmaal de tijdelijke onderbrekingsbel zal ophouden, zullen de steekmuggen die aangetrokken werden door de magische kracht van die Parel opnieuw beginnen met jullie te prikken en te steken. Aangezien ze zich voeden met de magie in deze zaal, zijn ze zo goed als onoverwinnelijk. Om ze tegen te houden, zouden jullie een manier moeten vinden om ze te betoveren, maar zonder magie ...
~
'3~
D_E_"_'~_\_P_]_~~_~_Z_-,~_\_A_J_ ..
~
~¥-
Cornelia kreunde geergerd. Zunder magie ... dacht ze woedend. Toen herhaalde ze: - Ze betoveren? - .la. en het ziet er niet naar uit dat jullie instrumenten hebben zoals t1uiten of citers, bat staan dat jullie weten hoe die te gebruiken ... - merkte de Wekker gealarmeerd op. Cornelia barstte in lachen uit. - \'Vacht - mompelde ze tegen de Sperwer. Ze vloog op Pijl af en doorzocht de zakken van zijn jas. - Het hecft geen zin dat we alles weer op z'n plaats zetten als de aardmannetjes niet ophouden met ons aan te vallen! We hebben muziek nodig! - En denk je die te vinden in zijn zakken? - vroeg hij. - .la! - antwoordde Cornelia. Eindelijk haalde ze het radiootje van zijn grootmoeder tevoorschijn. Het leek in goede staat. Cornelia zette het toestelletje aan. Door de zaal weerklonk een noot, die meteen ten prooi viel aan de tijdsbel en wegebde als het geluid van een gong. - Goed zoo En nu moeten we opschieten - bromde Ander. Hij stapte op het Scharnier af en haalde de Orienteerder uit zijn wikkeldoek. Cornelia hvam bij hem staan en proheerde het stof en het overige vuil weg te vegen. De korsten kwamen gemakkelijk los, maar toen ze de Parel wilde afstoffen, leek het of ze iets gloeiends aanraakte dat haar wegdmvde Ze \doog achteruit. Perplex keek Ander haar aan. Toen boog hij voorover naar de spleet \vaar de metalen staaf moest worden ingebracht. Hij stak de staaf up zijn plaats. Boven hen gromden de Stromen duister, maar ze bewogen niet. Cornelia veegde het bloed van haar wang. Ze zuchtte.
- Laten we hopen dat ze het ons niet al te kwalijk zullen nemen - zei ze, terwijl ze een hlik van spijt wierp op Maan en Pijl, die nog steeds onbe\veeglijk waren. Ander keek haar opnieuw met cen van zijn typische uitdrukkingen aan. Hij vroeg: - Waarom zouden ze? - Omdat we het alleen hehben gedaan ... - Onzin. Het was toch jouw schule! niet - zei hij vergoelijkend. Hij glimlachte bijna. Toen staken ze samen hun hane! uit naar de metal en staaf, en begonnen te duwen. Het leek net als tegen de stroom in zwemmen. Een bijtende kou drong door in de vingers van Cornelia. Toen hoorde ze een klik, het geluid van tandwielen die draaiden en in elkaar grepen. Ten slotte hewoog de metalen staaf, en samen met de staaf ook de Parel aan de top van het Scharnier. De secties eronder knarsten, stof en fragmenten schoten los en zetten zich in heweging. Boven hun hoofden begonnen de Stromen te dansen: ze gIeden van de ene kant van de zaaI naar de andere, onderling perfect in elkaar gehaakt. Verder gebeurde er niets vreemds. Uiteindelijk was er een nieuwe klik te horen. De PareJ die op het Scharnier vastzat kleurde plotseJing schitterend goudgeel, alsof ze door een intern warm vuur werd aangewakkerd. Hijgend keken ze elkaar aan. De vIoer trilde Iichtjes. EnkeIe fragmenten van het plafond viden op de grond in stukken uit elkaar. Het licht van de Parel flitste opnieuw goudgeeJ. Ander trok de Orienteerder uit de houder. Een geluid dat
~
"3~
I_)E_~_'_'_'A_P_·_E_~_'Z_c.._A_A_I_.J.
~
~~
leek op het gespin van een kat deed de vloer van de Wapenzaal schokken, het Scharnier begon weer naar boven te gaan in het plafond, de magische stenen sloten de ollde bergplaats weer af en de onbeweeglijke tijdbel, die ondertussen herleid was tot een ondoorzichtig vlies, spatte als een zeepbel uit elkaar, opengescheurd door de beweging van de Stromen. Op datzelfde moment klonk het Iievelingsnummer van de favoriete rockband van Cornelia's broer loeihard in de Wapenzaal. De schreellw van Maan, die de Wekker had afgebroken, stokte in een gesmoord gerochel onder de zware jas van Ander vandaan. Verward zakte Pijl ineen op de grond. - Heb '" heb je soms de tijd stilgezet? - mompelde hij hoofclschuddend. - 0 nee, hoe kon je! - was het enige \vat Maan kon uitbrengen. Cornelia wierp vluchtig een schuldbewuste glimlach in de richting van de Sperwer. Op zijn gebruikelijke barse toon gebood hij: - Voorllit! We moeten de steekmllggen vangen.
8 STROMEN
e broeierige warmte sneed de adem af. Het leek of alle natuurwetten binnenin de Nevelen niet langer bestonden. De Heks had geprobeerd om de rivier te volgen, maar de dijk was opeens onbegaanbaar geworden. Zonder dat ze er erg in hadden, was de dijk verdwenen, opgeslokt door de Nevelen. En nu waren ze verdwaald. De kou van de Vallei was verdwenen. De heme! was verdwenen, de regen ook, en zelfs de bodem kon ze enkel nog raden, tussen de grijze kronkels van de Mist. Tijd en ruimte !eken vastgelopen. Alles leek op elkaar. Zelfs de Heks was nu bang geworden. Ze stopte en deed haar mantel uit. In de hoop weer wat op adem te komen, ging ze op de grond zitten. - Wat ben je van plan? - vroeg de witte vlieg op haar schouder bezorgd. De Heks knarsetandcle onheilspellend. - Wil je soms
~
~
I_-I_O_O_F_D_S_'_T_L_T_I{_ _ A_C_I_-I_T_._ _~
~y
zeggen ilk had het je nag z6 gezegd'? - Haar lange blonde haren vielen over haar gezicht en bleven als een sluier aan haar huid kleven. - Eigenlijk, als ik het jou had willen zeggen, dan zou dit wei het moment ervoor zijn - bromde haar familielid minachtend. - Maar ik ben niet van plan dat te doen. Of je het nu gelooft of niet, het geeft niet echt voldoening, en het lost zeker onze problemen niet op! - Problemen waarin ik ons beiden heb gestort - mopperde ze. - Problemen zijn problemen. Maar, in plaats van jezelf te beklagen, heb je soms een voorstel? Een bittere glimlach splcet de mond van de Heks open. - Geen enkel ander voorstel dan een tijdje gel eden. We zijn hier nu, en we blijven hier. - Het lijkt cr niet op dat de Nevelen (ms zullen laten gaan - gaf de vlieg toe. Petra knikte. - Maar we zijn nag niet dood. Al met al klopt de legende niet. Men sterft niet als men door de Wilde Nevelen van de Grens loopt - merkte ze sarcastisch op. - Hmm. Wat betekent het dan volgens jou am hier te verdwalen? - snoof Floor. Vroeg of laat lOU de Mist ons tach hebben opgeslokt! - zei de Heks met luide stem. Met moeite stand ze weer op. Floor rolde van haar schoudel' en viel in een plooi van haar mantel. - Maar wat kan je nOLI beginnen, als je hier vastzit en de magic werkt nier? - Verwoed sloeg ze met haar vleugels, in
~
~~
S_1:_'I_~_O_l\_I_E_';\_T
~
~~
een wanhopige strijd met de plooien van Petra's mantel, Op dat moment bewoog er iets in de Nevelcn, Er ,vas een koude windvlaag, Bevend hield haar meesteres halt. Floor slaagde erin op haar hand te klauteren, Verstijfd keek ze am zich heen. Een plans deed hen omdraaien. De krankeJige contouren van de Mist bewogen, toen werd alles weer rustig. De Heks haalde weer adem. Ze \vist niet waarheen, maar ze had de indruk dat het misschien betel' was in beweging te blijven op die plek vol valstrikken, dan stil te staan. Er was iets ... iets dat leefde in die Nevelen. Wat het ook mocht zijn, ze mocht niet riskeren am ermee geconfranteerd te worden zonder magie. Op minstens een punt had Floor geJijk: hierbinnen werkte er niets van wat ze geleerd had. Ous begon ze opnieuw te lopen door die warboel van grijze lahyrinten, die haar leken tegen te houden. Een huivcring trok door de grond waarop ze tiep. - Wat was dat? - vraeg Floor. Petra boog voorover. Ze legcle haar hand onder die laag Nevel, door die ijzige kou heen voelde ze het opniellw. Zoals geheurd was met Malachia, trok een harde gil door de Mist. Een hevige lllchtverplaatsing omhulde hen, en \vierp hen op de grand. Achter haar hoorde ze een geblllder llit de diepten van de Nevelen kamen, een gebulder dat naclerhij rolde als een golf. Petra stand snel weer op en zette het op een lopen, in de tegenovergestelde richting, zander te weten waar naartoe. Achter haar hoorde ze knallen en geknars, een ijzingwekkende
o ~ - c > - -
.,.I
HOOFDSTl ~K ACHT
- < = - ~
•
wind bewoog een ogenblik de grijze mistslierten, waardoor een straal van fonkelingen ontstond. Petra rende verder, met de wanhopige kracht van een opgejaagd dier. Ze had iets gezien, voor haar. lets dat leek op een enorme muur van steen, waar zwart mos uit sijpelde. Wat het ook mocht zijn, het was het enige dat ze hadden gezien sinds '" dagen, maanden' De Mist wierp zich op haar, en probeerde haar vast te grijpen. Maar Petra bleef verder lopen tot ze tegen de hoge muur botste. Ze klampte zich eraan vast als aan een anker en barstte in een wild gelach uit. - Heb je het gezien? Het is ons gelukt! We zijn aan de andere kant! - Maar waar is de Poort? - vroeg Floor. Met haar facetogen speurde ze de omgeving onderzoekend af. Petra strompelde verder langs de muur, tot ze een opening in de stenen vond. Ze wllrmde zich erdoor. Voorbij de spleet opende zich een vreemde tuin met een onregelmatige vorm. In het midden verlichtte een oranje licht alles, het doorboorde de Nevelen en duwde ze weg. - Magie! - juichte Petra. NIisschien waren ze gered. Cornelia zat op de verste hoek van de tafe!' Ze hield haar handen gekruist op haar schoot terwijl Maan praatte. Haar stem leek een onstuitbare waterval terwijl ze compleet opgewonclen het verhaal deed van wat er in het kasteel was gebeurcl. Pijl onderbrak steeds weer het verhaal met zijn opmerkingen, waarop Maan hem dan goedhartig uitfoeterde,
~
~~
S_T_R_O_~_I_F_~~_~
~
~~
zoals ze altijd deed wanneer ze goedgeluimd was. Terwijl Corrado hen verzorgde, luisterde hij zonder met z'n ogen te knipperen. Eerst leek het haar of hij bezorgd keek, toen kwaad, en daarna bang, maar nu kon Cornelia in de verste verte niet raden wat hij dacht. Zijn gezicht deed bij momenten nog denken aan de trotse, ondoorgrondelijke uitdrukking van de Griffioen die hij zo lange tijd was geweest. Naast haar op tafe! waren enkele Kleermakersspinnen druk in de weer am de sneden en brandplekken op hun kleren te herstellen. Toen Corrado dichterbij kwam om de snee op haar jukbeen te verzorgen, probeerde Cornelia de haren die door de Stromen waren afgesneden achter haar oren te schikken, maar ze vie!en steeds weer terug op haar neus. Corrado hield ze vast en deed \vat genezende lotion op de wond. Een hevige tinteling deed haar de ogen sluiten en op haar lippen bijten. - Pijn? - Haar 0001 keek haar liefdevol aan met zijn grijze ogen. Ze schudde haar hoofd. - Het prikt - zei Ze enke!' - Oat betekent dat het werkt - glimlachte hij. Toen voegde hij eraan toe: - Dat was een goed idee van jou om de Wekker mee te nemen. - am eerlijk te zijn: ik clacht niet dat hij zou werken - mompelde ze. Ze hield de dot warten vast terwijl Corrado de andere kant verzorgde, die vol brandwonden van de steekmuggen zat. - Oat was enkel uit voorzorg '" - voegde ze er nadenkend aan toe.
~~
~
H_(_)O_};--'_I_::>_S_T_L_~_l(_A_(_'F_I_~[,
~
~y
- Hij beeft we! jouw leven gered - zei Ander, en keek baar streng aan. - Inderdaad, bet lijkt absurd - bvam lVlaan nu tussenbeide - maar die Stromen bebben zelfs een van de oude barnassen als bater doormidden gesneden! Corrado knikte. - Ik vind dat ik het jullie vaak genoeg heb gezegd. .Ie zal een klein litteken overhouden, oak al zal bet enke! voor magische wezens zichtbaar zijn - voegde hij eraan toe, terwijl hij de wattenprop wegnam en haar haren weer over haar gezicbt liet vallt~n. - Maar er zijn er niet veel die het kunnen navertellen dat ze door een Stroom werden gesneden en tach heel zijn gebleven - merkte hij op. - En haar vlecht? Kan die weer .. , eraan worden gezet? - vroeg Pijl, die tot dan toe met de haren van Cornelia had zitten spelen. - Nee. Maar we zullen de snit wat bijwerken, zodat jouw moeder niet zal gillen van afschuw als ze je weer ziet opduiken, oke? Nu lijkt het eerder alsof je door een vleesmolen bent gedraaid - glimlachte Corrado. - Dus had ik gelijk, we hadden die vlecht oak onderweg weg kunnen gooien - zei Maan, en rukte de vlecht uit de handen van baar vriend - in plaats van die verschrikkelijke verbrande geur met (ms mee te brengen. - 0 nee, jullie hebben er goed aan gedaan am haar mel' te brengen - riep Corrado uit. - Haren slorpen ve!e dingen op, van geuren tot vervuiling, en ik ben benieuwd te weten te komen of deze haren de magie hebben opgeslorpt van de
~
~~
S_'T_I_~_O_~_I_E_~l"_~
~
~~
Stromen die hen hebben afgesneden - voegde hij er ernstig aan toe. - Dus zouden haar haren nu magisch kunnen zijn ... ? - vroeg Maan. Cornelia sperde haar ogen wijd open. Een glimlachje gleed over het gezicht van Corrado. - Hmm. We zullen zien. Ander, zou je het Iicht even uit willen doen? Met zijn gebruikelijke vlotheid kwam Ander in beweging en drukte op de schakelaar. De kamer we I'd in duisternis gehuld. AIleen het zwakke licht van buiten drong de keuken binnen en zorgde ervoor dat je nog net de omtrekken van de meubels en het schaarse huisraad kon onderscheiden. Cornelia knipperde met haar ogen. In het donker kon ze een zwakke blauwe lichtvlek zien in de vorm van een vlecht. - He! Ze geeft licht! - gilde Maan. - Hoe komt het dat we Iicht zien? - vroeg Pijl. - Omdat de ontlading die ze gekregen hebben zeer krachtig was - antwoordde Corrado rustig. - Maar ... het is vreemd dat de haren op het hoofd van Cornelia enkel aan de uiteinden fonkelen. - Verdorie! - riep ze uit, terwijl ze de warrige streng betastte die over haar oren en haar voorhoofd viel. Het licht ging weer aan. Cornelia merkte dat iedereen haar met opengesperde ogen aankeek. - Hoe kan ik nou zo rondlopen? - Het effect is al aan het uitdoven. Met een goede snit in je haar zal niemand nog iets ervan merken als je straks naar huis gaat - zei Corrado. Toen haalde hij een betoverde schaar
~ '3~
I-_H_)_O_F_D __ S_T_l_Jl_~_A_'_C_I_IT
~ ~~.
uit een lade tevoorschijn, en gaf die opdracht om haar haren bij te werken. Cornelia kreeg hier rillingen van, maar Maan vond het juist uiterst grappig. - Je hebt er gelukkig weI aan gedacht om aan de radio te denken om de steekmuggen te betoveren - prees Pijl haar. - Anders had het weI eens de kortste missie van ons leven kunnen worden ... - voegde hij er blozend aan toe. Maan knikte met een zweem van ongeduld. Terwijl de betoverde schaar rond haar hoofd danste, ging Cornelia verder: - Wat de steekmuggen betreft ... we hebben de Wapenzaal nogal rommelig achtergelaten, en ... - Maak je daar maar geen zorgen over - suste Corrado haar met zijn annen gekruist, terwijl hij verder bevelen gaf aan de schaar. - Deze avond zullen Ander en ik ons daar weI over ontfermen. Morgenochtend zal niemand nog iets merken. Oat beloof ik je, - En wij? - begon Maan. - Moeten we jullie niet helpen daarbij? - Morgenochtend moeten jullie naar school - wees Corrado haar terecht. - School ... wat een feest! - mompelde PijI. Ondertussen was de schaar klaar met haar werk. Maan slaakte een zachte kreet. - Wauw! Je ziet er fantastisch uit! - riep ze uit. - Volledig mee akkoord! - zei Corrado met een tevreden uitdrukking op zijn gezicht toen hij de schaar terugnam om haar op te bergen,
~
;J~
s_rr_1R_O_~_1_E_~
~
(V~
- Inderdaad. Veel beter dan ervoor! - knikte FijI. Maan vroeg zich af of ze ook niet om zo'n 'betoverd' kapsel zou vragen. Cornelia keek in de spiegel: het beviel haar weI. Maar toen dacht ze aan haar moeder. - Ze zal me levend villen verzuchtte ze. - Ach '" Rosemie heeft altijd al een zwak gehad voor lange haren, maar ik denk dat dit kapsel haar ook weI zal bevallen - fluisterde Corrado haar toe. Maan beaamde opzichtig. - Je kan haar zeggen dat mijn moeder je haar heeft geknipt. Ze is vroeger nog kapster geweest, weet je? Cornelia bedacht dat ze niet veel keus had. Dankbaar nam ze het voorstel aan. - Denk je dat er nog andere effecten zullen zijn, behalve deze vreemde verlichting? - vroeg ze een beetje bezorgd aan Corrado. Corrado antwoordde: - Je haar zal een paar dagen iets meer last hebben van statische elektriciteit. Misschien zul je een paar intensere dromen hebben, maar niets meer dan dat, geloof ik. - Wat ga je nou doen met die vlecht? - vroeg Maan. - Ik wil haar eerst eens onderzoeken en daarna zal ik weI zien - zei Corrado. - Nu weet ik waarom de kamers van de Bewakers altijd vol prullen liggen '" - began Maan. Maar een trage, donker brommende aardbeving onderbrak haar. De vloer danste en de tafel daverde. Het leek alsof het hele huis kreunde. De lepels tinkelden in de lades en de
~
:5~
H__O_O_~-'_D_8_~'_rr_l_n_{_A_(_'I_I_r"}-'
~
~~
glazen op het rek in de keuken tikten tegen elkaar aan. Ook het licht aan het plafond knipperde. - He, wat geheurt er? - jammerde Pijl. Hij was nog bleker dan anders. Corrado fronste zijn voorhoofd cn wisselcle snel een bezorgde blik met hem uit. - Een aarclbeving? De schok stopte. De stilte die claarop volgcle cleed ieclereen huiveren. - Het is voorbij - zuchtte Maan. - Ik kan maar beter naar huis gaan, mijn grootmoeder zal doodsbang zijn: ze haat aardbevingen - zuchtte PijI. Hij ging naar cle tafel en nam zijn jas. - I-lela! - riep hij uit. - Deze spinnen hebben uitstekend werk verricht! Er is zelfs geen gaatje meer .. , Ik wed clat mijn grootmoecler niets zal merken. - Wacht op mij, ik ga ook! - zei Maan. - Mijn moeder zal de schok wei niet eens hebben gemerkt, maar het wordt al laat en ik krijg hanger - verklaarde ze. Met afschuw verjoeg ze de spinnen van de mouw van haar groene jack. - Kom je ook mee, Cornelia? Corrado tilde Cornelia's kin op om haar wang wat beter te bekijken. Hij zuchtte. - De snee van de Stroom moet nog wat hijgewerkt worclen ... vinci je het niet erg om hier nog even te blijven? - Geen probleem - zei ze. - We zien elkaar morgen op school, niet? - glimlachte ze naar haar vrienden. Daarna ging ze mee tot aan de voordeur om hen uit te laten. Toen ze aileen waren, keek Ander Corrado aan. - Zou het een effect kunnen zijn van de verplaatsing van het eerste
~
'3~
s_~'r_I'_R_O_~_l_E_::,,_r
~
~y
Scharnier? Corrado krabde wat op de rug van een spinnetje dat vlijtig aan het werk was aan het jasje van Cornelia. Hij zuchtte. - Ik heb er geen idee van. Voordat de stad kan bewegen, moeten eerst aile zeven Scharnieren worden verplaatst. Maar als dit Scharnier niet het enige is dat door de tijd en de aardmannetjes is aangetast, zouden we nog heel wat problemen kunnen krijgen. Voor zover ik weet, zou de aardbeving een effect kunnen zijn van het uitlijnen van het scharnier ... rk weet nu even niet wat ik ervan moet denken - voegde hij eraan toe. Cornelia leek te ontwaken uit haar gedachten. Ze wierp een blik door het Vesperraam. - Denk je dat we vandaag problemen hebben veroorzaakt, door het Scharnier te verplaatsen? Ik bedoel ... zou het kunnen dat de aardbeving onze schuld is? - vroeg ze. Ook zij dacht aan die mogelijkheid. - Maak je maar geen zorgen. Het kan toch ook echt een aardbeving zijn geweest, nietwaar? - glimlachte Corrado. Hij deed zijn uiterste best om rustig over te komen. Binnen een uur waren de spinnetjes klaar met hun werk. Cornelia en Ander zetten ze terug in hun kooitjes. Corrado opende de voorraadkast, haalde er een papieren zakje uit en goot wat gedroogde motten in hun kleine spinnenwebben, als dank voor het nuttige werk dat ze hadden verricht. Cornelia moest een glimlach onderdrukken. Ze hield niet van spinnen, maar deze spinnetjes hadden haar lievelingsjack weer als nieuw gemaakt, hun weefsels hadden levendige, schreeuwerige kleuren en ze leken erg gedwee. Nu voelde
~
~~
H_(_)_(_)I_'~_D_S_'_rr_"r_T_h_r_A_(_'_J_F_P
~
~y
ze sympathie voor die beestjes. Terwijl ze zich op de motten stortten alsof ze in geen maand hadden gegeten, deed Cornelia haar jack aan, groette de anderen en ging op weg naar lmis. Het geluid van haar voetstappen was nog maar net weggestorven, of kleine ijskristallen bedekten de straat opnieuw, en vormden een knarsende verlichte strook. Vreemd genoeg was er thuis niemand die vragen stelde over haar nieuwe kapsel, noch over de vage geur van verbrand haar, die Maan zo verafschuwde. Integendeel, ze merkten het pas nadat ze over de aardbeving haelden gesproken. Nog vreemder was het, dat haar moeder haar omhelsde en haar met tranen in haar ogen een heleboel complimentjes gaf. Eaar vader beperkte zich lOt een aangedane zucht, en zei dat ze groot werd. ]uliaan proestte, hij begon haar te plagen en zei dat ze op een paddenstoel leek. Gelukkig gaf haar hoofd geen licht meer. Toen ze weer op haar kamer was, bedacht Cornelia dat ze door de zweepslag van magie die ze had gekregen misschien opnieuw het betoverde vuur zou kunnen oproepen, en de Theoria Naturalis Patae zou kunnen openen, en weer met haar ouele leermeesters zou kunnen spreken. AI was het maar voor even. Ze sloat haar ogen en probeerde het vuur van de magie op te roepen. Ze probeerde het uit alle macht, maar geen enkel vlammetje antwoordde, er was geen enkele fonkeling. Integendeel, er ontstond een vreemd gevoel in haar maag, alsof er iets onaangenaams stonel te gebeuren. Die nacht had
~
'3~
s_rr_I_~_(_)::\_1_E_~_N_T
~
V~
ze zelfs niet eens nare dromen. Maar toen ze de volgende ochtend voorhij de spiegel kwam, slaakte ze een gil van afschuw. Haar haren waren groen geworden! Wankelend sloot Cornelia haar ogen, en opende ze toen opnieuw om nog eens in de spiegel te kijken. Er was niets veranderd. Haar haren waren beslist bleekgroen geworden, en niet alleen dat: ook haar wimpers en haar wenkbrauwen '" Ze voelde hoe ze rood werd. Het was hijna zeven uur 's morgens. 20 kon ze niet naar school gaan, en haar moeder zou een hartstilstand krijgen. Wat kon ze doen? Terwijl haar hersenen op duizend toeren draaiden, hoOt"de ze hoe haar moeder naar haar kamer kwam en de deur opendeed. In een wip was ze terug onder de dekens. - Het is tijd om op te staan - zei haar moeder. - Ja! Ik kom eraan! - ant\voordde ze. Moeder klopte aan bij Juliaan, en ging toen de trap af. In de keuken begon ze aan het ontbijt. Pas toen durfde Cornelia onder de de kens vandaan te komen. Ze ging terug naar de spiegel, en hekeek zichzelf onthutst. En nu? Er zat maar een ding op. In allerijl kleedde ze zich aan, deed haar jas aan en zette de eerste cle heste muts op die ze in de kast kon vinden. Ze drukte die nog eens stevig op haar hoofd zodat zij niet weg zou hmnen waaien. Toen nam ze haar boekentas en stormde de trap af. - Ik ben weg! - riep ze, in de hoop onopgemerkt te kunnen verdwijncn.
~,",
~~
I_I_O_(_)_~'_D_s_'_rr_l_Jl_<:_A_(_~H_T
~
~y
- Wat? Nll al? En je ontbijt dan? - riep moeder. - Ik was vergeten dat ik vandaag vroeger moet zijn, ik ben al verschrikkelijk laat! - klaagde ze. Maar haar moeder hield haar tegen met een appel en een boterham, die ze haar in haar handen dllwde. Ze glimlachte. - Niet zonder ontbijt. Opeten hoor! Begrepen? - Dankuwel - zei Cornelia, terwijl ze haastig verdween. Ze holde de verlaten straat op in de vroege ochtend. Haar hart bonsde heftig. Een beetje overdonderd keek haar moeder haar na in de deuropening. - Wat was dat voor een tornado? - brabbelde Jllliaan, die de laatste traptreden afdaalde. Zijn ogen stonden nog slaperig. - Naar het schijnt moest jouw zus vandaag vroeg op school zijn - antwoordde z'n moeder, terwijl ze aan haar hoofd krabde. - Ik heb niet goed begrepen waarom ... Juliaan haalde zijn schouders op. - Vannacht - geeuwde hij met een van zijn grijnzen - heb ik een rare droom gehad - Oh jar - Zijn moeder trok haar wenkbrauwen op. - Wat dan wei? - Oat ems sufferdje een aardmannetje was. Ze had zelfs groen haar! - zei hij. Toen barstte hij in een vrolijke lach uit. Cornelia viel de kellken van Corrado binnen. Haar wangen zagen rood en haar ogen blonken van wanhoop en van het harde lopeno Er was geen betere manier om het te zeggen. Ze trok gewoon haar muts van haar hoofd, en jammerde: - Wat gebeurt er?
~
~~
S_T_R_O_J\_:{_E_,_~_T
~
~~.
Ander keek haar aan, terwijl hij verder kauwde. - Hoezo? - vroeg hij. Ze voelde zich compleet in de steek gelaten. - Ik heb groene haren! - brulde ze buiten zichzelf. - Misschien vind jij dat niet vreemd, maar hier zijn niet veel mensen met zulk haar. Hoe moet ik nu naar school? Om mijn moeder niet de stuipen op het lijf te jagen, ben ik weggelopen voordat ze me goed en weI kon bekijken, maar ... Corrado trok zijn wenkbrauwen op. Hij zette de koffiekan terug op tafel. Ander hield ap met kauwen, maar alleen om twijfelend op te merken: - Groen ... ? - Het moet een neveneffect zijn van jouw confrontatie met de Stromen ... - mompelde haar oom. - Oak al is het eerder ongewoon - voegde hij eraan toe. Hij kwam dichterbij en strekte zijn hand uit om haar haren aan te raken. - Wat doe ik nu? - Ik weet het niet, maar je kan beginnen met te kalmeren - verkondigde Ander. Cornelia keek hem strak aan, haar ogen wijd opengesperd. - Hoe kan ik nou kalmeren? - brulcle ze met overslaande stem. - Ze zijn helemaal niet groen - besloat de jongen. Cornelia schrok op en keek hem streng aan. Maar ze had de inclruk dat de Sperwer niet loog. Ze snelde naar de hal van het grote huis en keek in de spiegel. Corrado volgde haar. Het sprankje hoop cloofde meteen weer. - Ze zijn groen! Zie je weI? - jammerde ze, terwijl ze naar
haar spiegelbeeld wees. - Wei, am eerlijk te zijn ... niet precies - Corrado kuchte, hij legde zijn hand op haar schouders. - Wat? - hijgde ze. Ze draaicle zich am, om hem aan te kijken. - Nu niet flippen, ook ik zie dat ze groen zijn in de spiegel, maar ze zijn niet groen op jouw hoofc\. Ik bedoe!: alleen in de spiegel zijn ze groen. - Maar wat ... hoc ... ? - begon ze stamelend. - De magische energie die ze hebben opgeslorpt, reflecteert zich waarschijnlijk in de spiegel, en verandert de reflectie van wat men ziet ... je bent grappig met je groene haren, weet je? Je lijkt wel een aardmannetje! - legde hij geamuseerd uit. Cornelia keek nog eens. Ze schaamde zich verschrikkelijk toen Ander hooghartig achter haa1' opdook. - Ik ben ervandoor - kondigde hij aan, terwijl hij zijn jas aandeed. Zander te wachten ve1'trok hij. Cornelia bedacht dat Maan gelijk had: de Sperwe1' was het meest antipathieke wezen van het hele universum. Maar ze probeerde om zich niet beledigd te voelen. - Waar gaat hij heen? - vroeg ze. - Hij controlee1't de Grens met Corvina. 's Ochtends is het beste moment .. , - antwoordde Corrado. Hij nipte aan zijn kotHe. De kraai Corvina, die Ander vaak gezelschap had gehouden tijdens zijn avonturen toen hij nog eenzaam in de Maquis leefde, had zich niet kunnen aanpassen aan het leven ten huize van Corrado. Nu vergezelde ze hem nag aileen af
~
~~
S_'T_l_~_O_~_l_E_",l"_Y
~
~~
en toe tijdens zijn lange omzwervingen. Cornelia knikte, en zuchtte. Toen wees ze naar de spiegel. - Zal het overgaan? - mopperde ze stuurs. - Ik zou zeggen van wei - glimlachte Corrado. - V60r half negen? - vroeg ze. Corrado zuchtte. - Waarschijnlijk niet, maar het belangrijkste is dat niemand jouw weerspiegeling ziet in een spiegel - merkte hij op. Zijn blik kruiste de hare. Het gezicht van Cornelia klaarde hoopvol op. Het zou volstaan om niet naar het toilet te gaan. Toen dacht ze aan wat ze geleerd had over magische ref1ecties, en schudde haar hoofd. Er klopte iets niet. De ref1ecties betroffen bijna altijd water, geen spiegels. Dus hield ze vol: - Maar ik weet dat magie de eigen kleur alleen kan veranderen wanneer men zich spiegelt in vlaeibare staffen en ... Corrado knikte. - Daarom bouwden veel Tovenaars hun huizen vlakbij watervallen of waterlopen. Ook Donkerlicht, de stad van de Raad, was vol water. En een spiegel is niets anders clan een stuk glas dat op een gepolijst blacl metaal wordt gelegcl ... - Precies. Er is geen water ... - merkte ze op. - Maar glas is een vloeistof - glimlachte haar oom. - Wat?! - riep Cornelia uit. Corrado moest smakelijk lac hen om haar verblufte gezicht. Hij legde uit: - Het is een vloeistof die zo traag beweegt dat het een vaste stof lijkt. Misschien zien we claarom jouw haren groen ...
~
'3~
H_O_'_O_F_ClI_)_S_'~r_{_~_K_""_A_(_'H_'l_"
~
~y
Cornelia keek terug in de ogen van haar eigen spiegelbeeld in de spiegel. - Maar dan moet ik ook ver uit de buurt van ramen blijven. Iemand zou mijn weerspiegeling kunnen zien en ... - Ze huiverde, en kon haar zin niet afmaken. - Ja, maar wees gerust. Wie kijkt er nu naar de weerspiegelingen in de ruiten? - merkte Corrado op. Ze zuchtte, en gaf toen toe. Eindelijk was ze wat rustiger. - Toen ik mezelf zag deze ochtend, dacht ik dat ik in een nachtmerrie was beland .. , - mompelde ze. - Sorry dat ik hier zomaar ben komen binnenvallen ... - Ben je gek? - suste Corrado haar. Hij troonde haar mee naar de keuken en schonk haar een kop melk in. - Je hebt er goed aan gedaan om direct naar mij toe te kamen. Eet nu maar iets, want ik wed dat je niet ontbeten hebt. Ze gluurde door het raam en ging toen aan tafel zitten. In haar hoofd speelde de gedachte aan wat er was gebeurd, en aan de Sperwer. Het was vreemd. Ze was blij dat hij was weggegaan, maar ze voelde zich ook wat ontgoocheld door zijn gehrek aan interesse. Ze waren toch vrienden, of niet? In feite, misschien niet. l'vlisschien waren ze alleen maar Bewakers van de Grens.
9 LUPUS IN FABULA
et duurde bijna een maand voordat Cornelia's haren weer toonbaar waren voor de buitenwereld. Ondertussen had maart plaats gemaakt voor een grillige aprilmaand. Na het repareren van het eerste Scharnier had Corrado geprobeerd om de plaats van de andere Scharnieren te berekenen. Maar daarvoor had hij moedwillig veeI meer tijd gebruikt dan nodig was, omdat hij ook de veranderingen van de stad, van de Vallei en van de kinderen wilde bestuderen. De stad baarde hem nog het minste zorgen. HoeweI het nu bijna zeker was dat de aardbeving die de stad had opgeschrikt van magische oorsprong was, had die geen noemenswaardige schade aangericht. Tenminste, niet in de zones die gewoonlijk het meest werden getroffen. Op zijn zwerftochten langs de Verboden Huizen en het Plein van de Poort had hij echter gemerkt dat er in de wijken waar voor de bouw magische
~.
0H--<>---------------------<:>-« .,J
•
stenen waren gebrllikt, schellren waren ontstaan, zelfs in de muren nabij de oude stadspoorten. De Vallei baarde hem wat meer zorgen, evenals de Grens. Was de magische brand die hij en Ander hadden gezien een uitzondering geweest? En wat te den ken van het hevige onweer dat steeds maar losbarstte in de bergen? De veronderstelling dat de kracht van bepaalde bliksemflitsen te wijten was aan de verplaatsing van een Scharnier bood geen afdoende verklaring. De Vallei lag in het midden van een zeer ingewikkeld netwerk van Magische Stromen. De krachten die haar scheidclen van de Wereld van de Mensen waren veel sterker dan de Vallei zelf. Maar hij was niet zozeer bezorgd over deze krachten. Het waren de inwoners zelf die hem zorgen baarden. Hij kende hen Hij kon zich hen maar al te goed herinneren. Zolang de mensen iets te vrezen hadden, haelden ze altijd een front gevormd. Maar sinds bijna twaalf jaar waren ze aileen met zichzelf bezig ... en de gedachte aan een mogelijke magische oor!og deed hem huiveren. Misschien was dit wel de reelen van de ongewone activiteit bij de Grens? Van de Nevelen, die zich leken uit te strekken voorbij de Paladijnbomen en van de magie die zich in golven kristalliseerde, als een melkachtige rijp? Of was cr iets dat de Grens overstak, zoals Ander veronderstelde? En in dat geval: waarom? Maar waar hij zich het meestc zorgen over maakte, dat waren de kinderen. Vol goede wil en veel te overmoedig, maar zo ver verwijderd van wat echte Bewakers moesten
~
~
L_{_TI_~_{_TS_'_I_l'\;_T_l<_'i_\.B_·_{_TJ_-,_A
~
~y
zijn. Vooral omdat er iets tussen ben was dat niet klikte. Het was vreemd, want ze maakten zelfs geen ruzie, maar langzamerband werd bet steeds duidelijker. Maan was altijd op zoek naar goedkeuring. Pijl vergeleek zicb met Ander en voelde zicb nutteloos. Ander daarentegen slaagde er maar niet in om de anderen te vert1'Ouwen. En dan \vas er Cornelia. Dat meisje was een waar mysterie. Door de manier waarop de magie zicb in baar geneste!d bad kort na baar geboorte, tot de manier waarop de magie baar had verlaten. Als bet tenminste waar was dat de magie baar had verla ten '" Ondertussen was er al genoeg tijd verstreken am een dee! van baar magie te berwinnen. En tocb leek bet alsof de bron was opged1'Oogd. Ze \vas in staat geweest de Wekker te gebruiken, maar datzeIfcle uurwerk bad geen twijfel laten bestaan over het feit dat ze helemaal geen magie meer bad. En dan waren er die vreemde capriolen met baar baren die door de Stromen afgesneden waren ... Corrado bad boeken geraadpleegd, experimenten uitgevoerd, maar de magie die bij er bad aangetroffen was onberkenbaar! Als bet tenminste magie was ... Om maar niet te spreken over de kleine gekristalliseerde korreltjes die bij op tafel bad gevonden naclat bij de spinnetjes de kleren van de kinderen had doen berstellen. Grogo bad geopperd dat bet hetzeIfde materiaal kon zijn als wat Ander aan de Grens had gevonden. Maar ze hadden een andere kleur, een andere structuur, ze !eken scherp en snijdend als zilveren messen. En opnieuw was het Grogo die verklaarde net zulke korrels te hebben gezien op de schouders van Cornelia.
Niets van wat er allemaal gebeurde, leek veel zin te hebben. Maar misschien was iecler bizar voorval een puzzelstukje van een groot denkbeeldig moza'iek, waarmee je in dit stadium nog geen duidelijk en definitief beeld kon vormen, bedacht Corrado die ochtend, toen hij even bled staan voor de fontein van de Wolven. IIij keek naar de vier grommende koppen. Het leek alsof ze ieder moment uit de ruwe steen tevoorschijn zouden springen. Het was een trollen-beelclhoLlwwerk, waarop de tijcl zijn sporen had achtergelaten. Het vertoonde barstjes, en was door de vele rcgenval afgesleten. Het groene mos bengelde als een groene haarcl aan de scherpe muilen van de wolven, de uitgeholde ogen !eken je van overal dreigend aan te staren. Toch leek er verdeI' geen gevaar te zijn. In ieder geval was hieI' het tweede Scharnier verborgen, dus bestudeerde Corrado het geheel wat preciezer. Zijn hand gleed over de steen, hij kwam dichterbij om in de muilen te kijken, hij rook aan het water dat eruit kwam, en wachtte tot de steen hem op die manier alles van de troll en zou vertellen. Het ontsluierde hetgeen het verborgen hield. Een vochtige holte, duisternis, kou en ... - Hydra's ... hoe bestaat het ... kleine Hydra's ... - mompelde hij. Hij keek naar het water, dat in mooie brede cirkels uitrolde in de kuip van de fontein. Het leek erop dat, net zoals de Steekmuggen het Scharnier van het kasteel hadden gekoloniseerd, de Hydra's hetzelfde hadden gedaan met dit Scharnier. - Goed, goed, goed - zei hij. Hij wenclde zijn gezicht naar
~
'3~
L_I_~P_I_TS_T_I_N_T_li-'_A_B_._1_TL_~_A
~
~~.
de zon en knipperde met zijn ogen vanwege het felle zonlicht. Het moment was gekomen om aan de kinderen te verklappen waar het tweede Scharnier was. En hen op de proef te stellen. Ais er iets was dat moest worden opgehelderd, dan was het beter om dat nu te doen, voordat het te laat was. Voordat de Poort geopend zou worden. Als de Vallei echt een vreselijke periode doormaakte, dan moest ze kunnen rekenen op vier Bewakers die samenwerkten en klaarstonden om als een blok in dezelfde geest te handelen. Net zoals vroeger. Er passeerde hier haast nooit iemand, maar om te vermijden dat er iemand kwam neuzen op het verkeerde moment, had Corrado richtingat1eiders geplaatst bij de toegang van de steeg die naar de fontein leidde. Zodra ze van school kwamen, moesten ze gewoon langsgaan bij de Toren om daar hun boekentassen achter te laten. Ze deden hun beschermmantels om en gingen op weg. Cornelia had gemengde gevoelens bij deze opdracht voor de Bewakers. Maan was opgewonden, Pijl beefde bij het idee van het avontuur. Ander had alles tot drie keer toe gecontroleerd voordat hij vertrokken was, maar Cornelia was bang. Toen ze het eerste Scharnier terug hadden gezet, was het voor haar heel duidelijk geworden dat ze geen magie meer had. De gewaarwording van de Magische Stroom die haar op de grand had geworpen en haar had verwond, zonder dat ze ook maar iets kon doen, bleef in haar hoofd rondspoken. Maar niemand leek zich daarom te bekommeren, zelfs haar vrienden niet.
~
~
H _ _O_O_F_D_S_~_"'{_f_K_r_N_}i_~_G_}i_~N
~
~y
Het was een namiddag zoals zoveel andere namiddagen in de stad. Mensen kwamen en gingen, de zon tekende een gouden horizon op de muren van de huizen en de planten kregen al nieuwe kiemen. Maar voor haar leek de lucht ongelooflijk koud, alsof de zon haar niet kon verwarmen. Ze verjoeg die gedachte, en stelde vast dat ze zich misselijk voelde. Ze draaide op haar hielen rond om terug te gaan. Maar Pijl nam haar bij haar arm, en draaide haar terug. - Waar ga je naartoe? - vroeg hij haar vriendelijk. Cornelia knipperde met haar ogen. Ze keek hem aan. - Naar de fontein, waarom? - Toen besefte ze wat ze had gedaan. Nerveus lachte ze. - Oeps .. , ik denk dat de richtingafleider ook op mij werkt ... Maan schoot in een lach, en vroeg : - Hoe komt het dat hij op mij geen effect ... mmm ... ! -- voegde ze er daarna hoofdschuddend aan toe. Ze deed haar best om zich niet om te draaien. - Had ik beter niet kunnen zeggen '" - Wankelend greep Cornelia zich aan de mum vast. Ze was echt misselijk. - Inderdaad - glimlachte ze. - Her is helemaal niet aangenaam. - Laten we opschieren - drong Ander aan. Cornelia hersrelde zich. Ze deed haar best om de vreemde gewaarwording te overwinnen, en Maan deed herzelfde. Ze greep zich vast aan de arm van Pijl, en was wat releurgesteld omdat hij blijkbaar immuun was voor zo'n liefdevol gebaar. Toen ze de hoek eenmaal voorbij waren, verdween gelukkig ook de misselijkheid bij Cornelia. Samen vervolgden
~...
~
L_"(_JP_"(_JS_'_I_N_F_A_·_B_"(_JL_A
~
~~
ze hun weg naar de fontein. Maan drong aan om onmiddellijk de correctheid van haar theorie uit te proberen. Met een schreeuw - Ik doe het! Ik heb meer Hydra-verdrijvers dan jullie meegenomen! - stak ze haar blote hand in de mond van een van de wolven. Blindelings onderzocht ze de holte, op zoek naar een hendel of een knop. Ze rook een walgelijke geur van verrotting en stank die uit de stenen muilen opsteeg, alsof de beeldhouwwerken last hadden van een slechte adem. Toen haar hand een glibberige massa raakte die wegglipte, sprong ze achteruit. - Aaa! - gilde ze, terwijl ze haar hand eruit trok. - Heb je iets gevonden? - vroeg Ander onbewogen. Maan schudde heftig haar hand heen en weer om een glibberige vorm die zich daaraan vastklampte los te krijgen en hijgde: - la, de Hydra's ... - Het lijkt alsof de verdrijver werkt - gekscheerde Cornelia, terwijl de Hydra losliet en zich in de kuip van de fontein liet vallen. Maar niemand lachte. Pijl vroeg: - Maar is er niets andel'S? Maan mopperde: - Verdorie, momentje he ... het is allemaal een glibberige boel daarbinnen, oke? Maar ik ben er zeker van dat er toch ergens een hendel moet zijn! - Met een grijns stak ze opnieuw haar hand in de muil van de stenen wolf. Tastend onderzocht ze de wanden van de holte en vond iets wat op een vochtig touw leek, zacht en glibberig. - Ik heb wat! - juichte ze - Het is een koord! - Waar wacht je op? Trek eraan! - spoorde Pijl haar aan. Maan klemde haar lippen op elkaar van inspanning om het glibberige koord stevig beet te pakken, en trok. Ze hoorden
~
;5~
H_O_O_F_"D_S_T_L_~_I_{_N_~E_G_E_1-'.N_'~
~
~y
een klik en een diep gerommel. Cornelia voelde hoe de grond onder haar voeten verdween. - Aeh! - riep ze uit. Ze sprong meteen een stap aehteruit. De vrienden verplaatsten zieh, voor hun ogen ontsloot zieh een donkere, druipende opening. Het zonlieht seheen op hoge, steile treden, waardoor ze op een weg van parelmoer leken, die neerdaalde in de buik van de stad. - We zijn er. Het moet daar beneden zijn - zei Cornelia. - Wat een walgelijke lueht - zei Maan. Ze trok haar neus op. - Ik ga als eerste - voegde Pijl eraan toe, terwijl hij de meisjes onzeker aankeek. - Het zou ... eh ... gevaarlijk kunnen zijn - stamelde hij. Toen ging hij naar de opening en keek ongerust naar beneden. - Waeht - zei Cornelia, die dichterbij kwam om een kijkje te nemen. - Neem deze zaklamp mee .,. - voegde ze er toen aan toe. Ze boog voorover om een handgreep Sproeistuifmeel uit te strooien. Pijl glimlaehte dankbaar terug. Hij knipte de zaklamp aan, nam die tussen zijn tanden en greep toen de pujJc;. Langzaam ging hij naar beneden, tree na tree, tot hij bij een verdieping kwam. Er seheen wat zonlieht door enkele gaten in het plafond naar binnen, samen met beekjes water van de fontein. Het Sproeistuifmeel was hem vooruit gegaan. Knetterend in de lucht had het de Stromen bereikt die fonkelden onder een traliewerk, dat vol bing met zwart mos. Het water stroomde boven en onder het Seharnier. De vochtige walm van de kamer omhulde alles. Pijl liet de zaklamp am zich heen schijnen. Het licht viel
~
~
L_(_~P_(_~S_'_I_N_~_};_'i_\B_l_n_ . ~_A
~
"Q)~
op de lage tongewelven waar vochtige, verroue slierten bungelden. - Alles in orde? - vroeg Ander van boven. - .Ta, jullie kunnen naar beneden komen! - antwoordde hij, telwijl hij naar voren stapte. Ander was de eerste die bij hem kwam, de meisjes volgden kort daarna. - Het is schitterend~ - hijgde Cornelia verbluft. Ze bedacht dat geen enkel Scharnier gelijk mocht zijn aan een ander. Maan jammerde. - Afschuwelijk. zou ik zeggen ... ik kan hie I' zelfs niet ademen! - Ga dan naar buiten! - stelde de Sperwer haar voor. Gewoon om tegendraads te zijn, deed Maan een stap naar voren. Haar voet was meteen ondergedompeld in een glibberige brij van Hydra's. Met een gilletje trok ze haar voet terug. - Hydra's ... er zijn er vvel een rniljoen, hier beneden! - huiverde Cornelia tervvijl ze Ander volgde. - Het mos trekt hen aan - mompelde de Sperwer. Pijl knikte. Geboeid keek hij naar de Stromen, die fonkelden onder een fijn traliewerk, dat prachtig bewerkt was met motieven van bladeren en bloemen. Ondanks alles bleef Maan achter, en kneep haar neus clicht. - Het lijkt weI een catacombe - zei Pijl rillend. Zelfs cle Parel deed aan een schecle! denken cloor de ondoorzichtige zwarte waslaag die erop lag. - Wat doen we nu? - vroeg hij toen. Met afgrijzen keek hij naar die minuscule kruipende beestjes, die op kwallen leken. Ze wemelden rond hun schoenen. Maan kreunde en trok zich terug. Ze ging warempel weer de grate ladder van steen op achter hen, maar bleef
~
~~
H_(_)_(_)_F_D_S_r:I_'l_.~_h_r_N_~_E_(_}_E_N_:T
~
~~
wel dicht genoeg bij om alles te kunnen zien. Ander haalde de Orienteerder tevoorschijn. Hij ging sneller dan de anderen naar voren, op het traliewerk af, waarop het water van de fontein van de Wolven viel, zeker van zichzelf alsof hij nog nooit iets andel's had gedaan in zijn leven. - We c1raaien het Scharnier - zei hij. Het water gutste over hem heen, hij was meteen doornat. Toen stak hij de stang in de opening. Samen met Pijl en Cornelia duwde hij uit aile macht. Gehoorzaam en zacht, alsof het pas geolied was, kwam het Scharnier in beweging. Een fel gwen Iicht verlichtte de kerker, waar zwart mos zich op aile wanden het vastgezet, en flitste door de kamer. De wanden lichtten op, en toonden het netwerk van gaten en leidingen waardoor de Stromen konden lopen als koorden door ringen. Het Scharnier klikte. Cornelia zuchtte, ze was ongelooflijk opgelucht. Het was hun gelukt, en niemand had zich pijn gedaan deze keer. Ten prooi aan misselijkheid klauterde Maan snel terug naar boven en sprong naar buiten. Ze was nog maar net boven, of de anderen hoorden haar hartverscheurend gillen. De wolf gromde zachtjes. Maan stond als aan de grond genageid, verlamd van schrik. Het water van de fontein droop nog uit zijn vuiigrijze yacht, en vermengde zich met het schuim dat klevend uit zijn opengesperde bek kwam. Van pure schrik kon ze zelfs niet eens meer nadenken. - Vraatwolven? Hier? - fluisterde Cornelia. Ze snelde met-
L CPCS IN }<"'ABCLA
een op haar vriendin af, nog voordat de anderen er waren. De wolf gromde boosaardig, hij toonde zijn lange tanden die zo scherp als messen waren. Zijn grote gele ogen schitterden als metalen vonken op zijn grijze, harige lijf. Cornelia wierp een blik op de fontein: een van de wolvenkoppen ontbrak. Ze klemde haar tanden op elkaar. Alles was goed gegaan Waarom stond die Vraatwolf van de fontein nu naar hen te grommen? Het had geen enkele zin. Maar het krachtige gegrom van het beest veegde die gedachte meteen weg. Volgens hetgeen ze zich herinnerde, hielden Vraatwolven niet van te snelle bewegingen. Zachtjes legde ze haar hand op de schouder van haar vriendin om haar te kalmeren. ook al had ze zelf geen idee wat ze precies moest doen. - Stilstaan' - was het enige wat in haar opkwam. Maar nog voor ze was uitgesproken, trok Maan twee puffs uit haar zak en lanceerde die naar de wolf. Ze trof hem. Een wolk van rook omhulde het beest .,. gedurende een ogenblik hoopte Cornelia dat het zou werken. Maar nog vonr de rook optrok, vervloog haar hoop. De wolf sprong naar voren, zijn zwarte vorm doorboorde de rook van de puff. Met een schreeuw kon Cornelia nog vlug Maan opzij duwen, en ging op haar plaats staan. Ze vertrouwde erop dat de Wekker die in haar zak zat, ZOll openspringen om hen te redden. Maar er gebeurde helemaal niets. Een kristallen geronk woelde door haar haren. Zich voorbereidend op het effect hiervan, sloot Cornelia haar ogen en hield haar adem in. Toen hoorde ze een vreemd
~
~~
I_IO_(_)F_~_D_S_'T_~_l_TK_r_N_TF_G(_}_E_GN_·
~
~~
geluid. Een tinkeling. Het beest jankte rochelend. Hij was nu bijna bovenop haar. Een daverend gedreun weerklonk en toen viel de wolf in stukken Hit elkaar op de grond. Dc steenbrokken gooiden Cornelia omver, het leek alsof ze onder een hagelbui terecht was gekomen. Toen ze haar ogen weer opende, besefte ze wat er was gebeurd. Ander had zijn Sica gegooid, recht op de wolf, en had zo haar leven gered. Maar ze kreeg niet eens de kans om hem te bedanken. De hitsigc stem van Maan trof haar als een hamerslag. Ze hield baar bloedende neus vast, en scbrecuwde woest: - Moest je mij nu ecbt op de grond gooien? - Sorry ... - begon ze, terwijl ze het steengruis van haar gezicht veegde. - He, rustig! Ze beeft jou wet gered hoorl - probeerde Pijl haar te kalmeren. - Dacht je? Ze heeft me bijna vermoord! - brulde Maan, die op het punt stond in huilen uit te barsten. - Jij mij ookl Ik had je gezegd om sti! te blijven staan! verweerde Cornelia zich, toen ze bedacht dat Maan haar raad in de wind had geslagen. - Die wolf bad (ms aUemaal kunnen doden! - Nou, ik heb tenminste geprobeerd om iets te doen in plaats van bevelen te geven! - brulde Maan jammerend. Cornelia voelde zicb opeens verschrikkelijk kwaad worden op haar vriendin. - Ik wilde je geen pijn doen! Het spijt me, oke? - schreeuwde ze, terwijl ze weer opstond. Maar de
~
~~
L_l_n_~_l_~S_'_I_N_T_:F'_A_B_·_l_TI_.. _A
~
~1;.
toon waarop ze dit zei was niet bepaald verontschuldigend! Maan was al een tijdje gewoon onuitstaanbaar. Zij, Cornelia, kon het nu gewoon niet meer verdragen! - Maar het \vas een wolf van steen, de p14/~ werken niet op steen! - En dat wist jij natuurlijk! - beet Maan haar toe. - Als je had gewacht ... - En als jij het ons nou eens had gezegd ... - protesteerde Piji. Cornelia klemde haar lippen op elkaar. Nu keek ze ook Pijl gekwetst aan. - Hoe kon ik nOll van tevoren weten dat hij ons zou aanvallen? - Ik weet het niet, maar het lijkt erop dat je een heleboel dingen wel weet! - antwoordcle Maan. - En die houd je allemaal voor jezelf, is het niet? - Ik wist niet clat ze behekst waren! - schreeuwde Cornelia wanhopig. - Ik kan de magie niet meer zien! - En dan? Wij hebben de magie nag nooit kunnen zien! - merkte Maan hard op. - Wat is er? Vind je het afschuwelijk om te zijn zoals wij? Nou, het is tach heus zo hoor, nu ben je normaai. .Ie kan maar beter niet zo verwaand cloen - besloot ze giftig. Cornelia was compleet van haar stLlk en verstijfde. - Als ik dan zo verwaand ben - verklaarde ze - kan je evengoed weI zonder mij verder! - Zeker! Oat is precies wat ik van plan ben! Met plezier! - brulde Maan haar toe. Ze clraaicle zich am en marcheerde woedend weg.
~
~
H_O_O_F_D _ _S_T_'L_;_I_{_N_]_~_G_E_"N_.
~
~y
Piji keek Cornelia aan. Hij schudde zijn hoofd, alsof hij ontgoocheld en verbijsterd was. - Moest dat nu echt zo? vroeg hij. - Och, waarom niet? Heb jij me soms ook iets in te peperen? - vieI ze hem geprikkeld aan. Piji beet op zijn lip. - Nou, ais je het echt wilt weten! Wat is er vom de drommel met jou gebeurd? Je bent niet meer dezelfde! Je bent ongenaakbaar, net zoals Maan, en zelfs nog meer! - zei hij. Hoofdschuddend ging hij ervandoor. Cornelia stand op het punt in huilen uit te barsten, maar hield zich in. - Jullie zijn oak niet meer dezelfde! - schreeuwde ze hen na. Toen draaide ze zich om en Iiep weg. Ander bleef aIleen op het pleintje achter. Hij keek naar de Wolven, die nu nog met z'n drieen waren. Terwijl hij naar de heldere Iucht keek, waar hij het liefst naartoe had willen vliegen, Iegde hij de Orienteerder over zijn schouder en nam de weg naar huis terug. De volgende ochtend werd Cornelia wakker met de misselijke gedachte aan een ruzie die ze Hever niet zou hebben gehad. Ze wist dat ze overdreven had gereageerd, maar oak haar vrienden hadden onrechtvaardig over haar geoordeeld. Maan hac! veel meer grootheiclswaan dan zij. Continuo En het was niet waar dat ze bevelen gaf ... Oat was toch niet haar bedoeHng geweest! Dat was nooit 20 geweest of tach ... ze had nooit beseft dat het 20 leek. Ze dacht eraan dat ze de Sper-
~
~~
L_L_T_P_L_T_S_I_N_F_"_A_B_{_T_I_ .u_\
~
~~
weI' niet eens had bedankt omdat hij hun leven had gered. Nu vroeg ze zieh af of hij missehien oak koueler en afstanelelijker leek dan hij in werkelijkheiel was. Missehien was ze veranelerd. Maar ze had haar best gedaan am niemanel tot last te zijn, en am zieh nuttig te maken. In ieeler geval waren oak Maan en Pijl veranderel! En ze was helemaal niet ongenaakbaar! Ze zuehtte geergerd. Met haar benen gekruist ging ze op haar beel zitten. la, eigenlijk was ze ele laatste tijd niet eeht het zonnetje van het gezelsehap geweest, maar haar vrienelen zouden haar wei moeten begrijpen ... maar wat dan begrijpen, als zijzelf niet eens wist wat haar overkwam? Ze rekte zich uit, stak haar voeten buiten bed en slofte naar de kast. Cornelia deed haar kleren aan, en keek even in de spiegel. Het litteken op haar wang was nu nag maar een Iiehtrooel streepje. Ze begon ook gewend te raken aan haar korte haren. Opeens had ze de indruk dat ze oak eeht was veranderd, zander dat ze er erg in had gehad. - Cornelia! ]e komt zo te laat hoor! - riep haar moeder van beneden. - Ik komi - sehreeuwde ze, terwijl ze zieh bukte am haar boekentas op te pakken. Met een ruk stand ze weer reeht en keek opnieuw in de spiegel. Een gedachte flitste door haar hoofd: het Htteken ... ? Was het niet zo dat aileen magisehe wezens die konden zien? Ze fronste haar voorhoofd. In gedachten verzonken strekte ze haar hand uit naar de spiegel en raakte het glas aan,
alsof ze er zeker van wilde zijn dat wat ze zag we! eeht was. Bij haar aanraking versplinterde de spiegel. Toen ze die namiddag in de Vesperzaal aankwam, was de lueht boven de Vallei grijs en nevelig, telwijl de stad baadde in het zonlieht. In de kamer was het verschrikkelijk sril. Corrado zat in zijn fauteuil een broodje te eten. 20 onverschillig mogelijk vroeg Cornelia: - Is er nog niemand? Corrado schudde zijn hoofd, zonder zijn ogen van zijn boek te halen waarin hij aan het lezen was. - Ik denk niet dat ze zullen komen. Ander heeft me verteld over het .,. meningsverschil - legde hij onbevangen uit. 2e knikte. Ongemakkelijk wreef ze met haar voeten over de zwarte vloer heen en weer. - Dat gebeurt soms onder vrienden. Wi! je erover praten? - vroeg hij. Cornelia schudde eerst haar hoofd, maar nam even later toeh de moeite om te antwoorden: - We hehben elkaar het een en ander naar het hoofd geslingerd. Ander zal het je we! verteld hebben .. , - mompelde ze. Terwijl ze eraan terug dacht, voelde ze een steek van bitterheid. Corrado glimlachte. - Hij heeft zich beperkt tot de mededeling dat jullie een meningsversehil hadden . .Ie weet hoe hij is, he? Hij heeft geen verdere bijzonderheden gegeven. - Hij kruiste zijn vingers, en deed alsof het onderwerp hem niet al te zeer interesseerde. - Hii moet gedacht hebben dat we gek waren geworden
~
~~
L_l_T_P_l_T_S_I_N_}_"_A_B_l_1_I_~._~\
~
~~
- mompelde ze. - 0, dat gebeurt als er een meningsverschil is. Er worden dingen gezegd waaraan men niet denkt, samen met andere dingen waaraan men weI denkt. Maar het belangrijkste is om nadien niet te doen alsof er niets gebeurd is ... - Corrado legde uit: - Eigenlijk, als er bepaalde gevoeligheden naar boven komen, moet men wel de moed hebben om die van a tot z uit te praten. Cornelia ging met een zucht zitten. - Het is alleen dat ik de laatste tijd zo slecht gehumeurd ben - probeerde ze uit te leggen. - Maan voelt zich snel beledigd, en ook Pijl is kwaad geworden, en nu ... - Nu ... ? - vroeg Corrado haar. - Nu spreken we niet meer met elkaar ... of liever: zij spreken niet met mij - mompelde ze. Met spijt stelde ze vast dat ze nog behoorlijk kwaad was, want ze was er eigenlijk echt niet zo rouwig om. - Eigenlijk was het dat niet wat ik bedoelde met de dingen onder ogen zien '" maar het is zonder twijfel iets waar we het over moeten hebben - wierp Corrado op. Hij glimlachte vol begrip. - Zeg eens, waarom ben je zo slecht geluimd? Cornelia antwoordde, nog vaar ze erover had nagedacht. - Ze verwachten te veel van mij. Ze kijken me steeds aan alsof ze verwachten dat ... 0, verdorie! Maan houdt maar niet op met mij te vragen of mijn magie soms nog niet is teruggekomen ... Pijl zou willen dat ik een of ander geheim over de Verborgen Vallei verklap, en ik denk zelf dat ik niet meer
~~ ~
H_(_)_O_F_;'_D_s__'r_r_L._~I_{_~_N_E_"C_}_E_N_T
~ ~~
..
over de Vallei weet dan zij! En wanneer we op aardmannetjes jagen ... dan is het alsof ze verwachten dat er een Fee met hen op pad is, die aile problemen kan oplossen! - protesteerde ze met gefronste wenkbrauwen. Meteen voelde ze zich leeg en moe, alsof ze aIle frustraties van maanden en maanden opgedist had. - Denk je dat ze kwaad zijn op jou? - vroeg Corrado. - Ja .,. Nee. Ik weet het niet. Ze doen niets anders dan mij behandelen alsof ik een breekbaar voorwerp ben ... Ze stoppen met praten over een bepaald onderwerp wanneer ik plotseling hinnenkom, ofwel ... bah, ik weet het niet. - Je hebt gclijk - lachtc Corrado - maar dat cloen ze niet omdat zc het slecht mcnen. Jij wilt niet praten over wat er gebeurd is, dus praten zij er onder elkaar over. Waarschijnlijk dacht Maan dat jullie vriendschap sterker zou zijn op het moment dat je je krachten niet meer terugkreeg, en nu voelt ze zich er niet goed bij omdat ze beseft dat je haar niet in vertrouwen wilt nemen. - Maar er is niets om baar toe te vertrouwen ... - protesteerde Cornelia verbluft. Corrado wierp haar een nieuwsgierige blik toe. Hij ging verder: - Pijl daarentegen voelt zich een beetje ontgoocheld, denk ik. Je hebr je de laarste Hjd erg in jezelf teruggetrokken, weer je? - zei hij vriendelijk. - Je moer eraan denken dar hij erg onder de indruk was van jOllw magische krachten, terwijl Maan er tegen haar wiI in een beetje jaloers op was. En hoe clenk je over Ander? - vroeg hij haar.
~~
'3'~
I_-,_L_TP_L_TS_'_I_N_T_.F_'A_B_{_;r_-,._\
~
~
Ze haalde haar schouders op. - 0, hij denkt dat ik een onbekwame kluns ben. Corrado keek haar verbijsterd aan. - Heeft hij jou dat gezegd? - Dat is niet nodig - antwoordde Cornelia. - Hij blijft me maar scheef aankijken, en ... Corrado schoot in een lach. Hij was zo grappig dat Cornelia hem een beetje beledigd aankeek. - Maar Ander bekijkt alles op die manier '" dat is zijn manier om de omgeving te bestuderen. Denk eraan dat hij een roofvogelaard heeft '" ook hij voelt zich ongemakkelijk in zijn mensengedaante. Eerst beschouwde hij het als een last. Nu begint hij de mensen te begrijpen, maar voor hem is de wereld nog steeds onderverdeeld in prooien en jagers. Hij kijkt naar jou, en weet niet wat hij van je moet denken. Eerst was je een bedreiging, daarna were! je een bone!genoot, en nu ... wie weet. Ik denk dat jullie tweeen in feite veel op elkaar lijken. - Veel op elkaar lijken? - Bezorgd herhaalde ze zijn woorden. - Heb je er nooit aan gedacht dat hij meer dan de anderen kan begrijpen wat het betekent om een gemis te voelen van iets ... speciaals? Tegen haar wil bloosde Cornelia. Corrado ging verder. - Vertel me eens. Heeft hij zich gemengd in jullie woordenwisseling? Cornelia schudde haar hoofd. - Kijk. Dat stemt me tot nadenken. Net zoals het feit dat
lIOO~~DSTl~l{
NEGEN
0H--:-<:--------------------<:::>-+(
jij niet wilt praten over wat er met jou gebeurt. Met niemand. Cornelia werd somber. - Er valt niet veeI te zeggen - herhaalde ze. De blik van Corrado werd duister. - Misschien, maar je hebt een tijel lang het VLlur van de Tovenaars in handen gehad, Cornelia. ]e hebt buitengewone dingen gezien en gevoeld. Ik kan niet geloven dat je dit gemis zo gemakkelijk kunt aanvaarden - drong hij aan. Cornelia beet op haar lip. - Ik ben weer net zoals vroeger - antwoordde ze. Het gezicht van haar oom werel droevig. - Men worelt nooit meer net zoals vroeger! Nooit ... De dingen veranderen voortdurend. Ook de Grens ontwikkelt zich ... En als je het echt wilt weten: het is niet normaal dat je niet opnieuw een beetje magie begint op te slaan en te produceren. Cornelia sperde haar ogen wijd open. - Denk je dat ik dat zou moeten? Corrado haalde zijn schouders op. Hij zei: - Ik kan niet vergelijken. Behalve de Zwarte Fee, heeft niemand ooit een Menselijke Fee gekend, weet je nog? Cornelia fronste haar voorhoofd, in een poging zich te concentreren op de vreemde dingen die ze beleefd had: de dromen, de gebroken spiegel, het litteken dat ze die ochtend in de spiegel kon zien. Ze vertelde alles. Toen zuchtte ze. - Heb je enig idee waarom mij clit overkomt, als het geen magie is? - vroeg ze. Het gezicht van Corrado betrok.
10 lETS ORANJE
e weken die volgden waren voor Cornelia een opluchting en een kwelling tegelijk. Op school vermeed Maan haar op alle mogelijke manieren. Ze deed zo haar best dat Cornelia zich nu pas echt geergerd began te voelen. Ze besloot am haar niet te laten merken dat ze zich door haar schuld mistroostig en depressief voelde. Al met al had ze heel veel werk te doen. Ze bracht haar tijd door met het lezen van avonturenverhalen over de Vallei. De namiddagen was ze in de Toren, bij Corrado en Ander, om te leren begrijpen wat er met haar aan de hand was, en wat er met de Grens aan de hand was. Het meest ergerde het haar nog dat ook Pijl niet langer naar de bijeenkomsten in de Toren kwam, en dat hij nooit tijd had om met haar te praten. Ze vierde haar verjaardag zoncler vrienclen. Het was al eind april toen Cornelia na schooltijd de blik
~ ':3.~
I_E_T_S_O _ _R_I_\._N_.J_E_,J
~ ~y
Maan liet haar zelfs niet uitspreken. - En waarom zou ik dat moeten doen? - snauwde ze. - We hebben belangrijke dingen te doen - antwoordde Cornelia. - Maar jij bent zo flink, je kunt het wei alleen aan. En daarbij, je kan aan je vriendje vragen of hij je wi! helpen, nietwaar? - kwetterde ze misprijzend, terwijl ze naar buiten wees. Cornelia keek in de richting die Maan aanwees. Ze zag Ander staan, lichtjes voorovergebogen, leunend tegen de hekken van de schoolomheining. Hij keek nog grimmiger dan anders. - Wat is er, zijn jullie nu verloofd? Komt hij je afhalen na school? Maar natuurlijk, hij is de enige die je nog hebt, he? - grinnikte Maan uiterst venijnig. Cornelia keek haar recht in de ogen, ze voelde zich heel verdrietig. Toen zei ze droog: - Neem me niet kwalijk dat ik je stoorde, het ziet ernaar uit dat je nu belangrijker dingen te doen hebt. Laat maar zitten '" - Ze drukte het boek tegen zich aan en draaide zich om. Bij iedere stap die ze deed in de richting van Ander, leek het alsof ze door mul zand liep. - Je had hier eerder aan moeten denken, voordat je je enige vriendin slecht behandelde - riep Maan haar triomfantelijk na. De stappen van Cornelia werden vloeiender. Hoe kon Maan nu zoiets zeggen? En hoe kon zijzelf z6 erg een vriendin missen die z6 onuitstaanbaar was? Pijl schikte zijn rugzak op z'n rug terwijl hij de scene op een afstandje had aangezien. Hij zag hoe Cornelia verstijfde. Maan moest iets pijnlijks hebben gezegd, zoals gewoonlijk
~
~
I_I_O_O_F_7'\I_)_S_T_{_T_K_~_T_I_E_"N_T
~
~~.
als ze kwaad was. Hij kon die storm, die al aan de gang was sinds die dag bij de fontein. gewoon niet verdragen. Nu wilde hij dat de lucht tussen hen weer opklaarde. Hij maakte aanstalten om haar te volgen, maar toen zag hij Ander, en stopte. Met haar armen gekruist kwam Maan voor hem staan. Ze siste: - Ik heb het je toch gezegd: die twee hebben ons niet nodig. Pijl klemde zijn lippen op elkaar en schudde zijn hoofd. - Hcm op! - gromde hij. Nadenkend vertrok hij naar huis, in z'n eentje. Maan lachte triomfantelijk. Toen zag ze het gezicht van Cornelia verblcken. Hoewel zc het niet wilde toegeven, voelde ze zich verschrikkelijk nieuwsgierig, verschrikkelijk ongelukkig en ook .. , verschrikkelijk stom. - Wat doe jij hier? Wat is er gebeurd? - vroeg Cornelia. De ogen van Ander spraken hoekdelen. De jongen had een diepe schram op zijn voorhoofd. - Ik heb het gezien - zei hij stil. Cornelia verbleekte. - Wie? - vroeg ze. - Of ... wat? Ondanks de warme zon van die dag, was de mouw van zijn jas bedekt met ijskristallen. Hij hield zijn arm in een onnatuurlijke houding. - Er is echt iets dat leeft en zich op de Grens beweegt ... - antwoordde hij, met van spanning verstijfde kaken. Verbijsterd sperde Cornelia haar ogen wijd open. - .Ie had niet aileen moeten gaan om de strijd aan te binden! Het had je kunnen doden! - riep ze bezorgd uit. Toen schudde ze haar hoofd. Terwijl de laatste leerlingen de school verlieten, kon ze
v.~
'3~
I_E_T_S_O_R_A_N_.J_E
~
~y
zich ineens niet meer inhouden: - Hoe heb je het gevonden? - Ik heb het niet gevonden. Het viel mij aan in de rug. Het heeft mij verrast, alsof het op mij wachtte - zei hij. Cornelia was totaal verbluft. Ze had nooit gedacht dat iets in staat was om Ander te kunnen verrassen. - Hoe was het? - Zelfs dat weet ik niet eens, - mompelde hij - ik zag aIleen een grijze, kolkende wolk ... maar het had klauwen en een stekelige, ijzige pels. Ik was me nergens van bewust, tot het mij aanviel. Cornelia knikte, alsof ze over iets belangrijks nadacht. Onderzoekend keek Ander haar aan: - Wat denk je? - vroeg hij gespannen. Somber antwoordde ze: - Het is het beste als we nu naar Corrado gaan. Mag ik weten waarom je niet onmiddellijk naar hem toe bent gegaan in plaats van hie l' op mij te wachten? De Sperwer keek haar ijzig aan, zoals altijd. - Ik stond niet op jou te wachten. Ik werd bij de Grens aangevallen, we hebben gevochten en opeens was ik hier bij de waterput op de binnenplaats van jouw school- zei hij moeizaam. Cornelia zuchtte. Ze kon haar tong weI inslikken. Toch was ze hem dankhaar, omdat hij haar had afgeleid van haar gesprek met Maan. Omdat hij erg veel pijn leek te hebben, hood ze hem haar hulp aan. Toen ze bij de Toren aankwamen, was Cornelia nog steeds aan het piekeren over wat Ander haar beschreven had: een grijze, kolkende wolk, die zich zo snel als de wind kon verplaatsen. Hoewel ze het idee steeds weer verdrong, kon ze
~~
~
H_(_)_O_F_~1_)_S_1_'11_T_1_(_r:I_'I_E_"l";_' T
~
~y
maar aan een iets denken ... Een wezen waarover ze gelezen had in een van de boeken van Corrado. Een legendarisch schepsel, zelfs voor magische wezens. - Grogo, doe open! - riep ze, zodra ze vour de deur stcmden. - Ander is gewond! - Deksels, wat is er met jullie gebeurd? Ik waarschuw onmiddellijk de heer des huizes - antwoordde hij, terwijl hij de deur van de Toren wagenwijd vour hen opende. Corrado kwam er meteen aan, gehed buiten adem. - Lieve hemel, jongen, wat is er gebeurd? - vroeg hij, terwijI hij Ander ondersteunde om hem naar de woonkamer te begeleiden. Tijdens het korte stukje lopen van de school naar de Toren was de toestand van Ander 20 snd achteruit gegaan, dat Cornelia eraan had getwijfeld of het haar wei zou lukken om hem heelhuids naar huis te brengen. Hijgend bled ze in de deuropening staan, ze was complect ovcrstuur. Grogo boog samenzweerderig naar haar toe. - Wat is er gebeurd, juffrouw Cornelia, weet u het? - Ik denk .,. een Grim - mompelde ze. Grogo slaakte een kreet van afschuw. Maar ze kregen de kans niet am verder te praten, want Corrado snelde de trappen op terwijl hij haar toeschreeuwde: - In plaats van daar stokstijf te blijven staan, haal een paar dekens. Vooruit. We hebben geen tijd te verliezen; ik moet een Gloeistecn destilleren. Grogo! Steek het vuur aan en maak de warmwaterkruiken klaar! Cornelia gooide haar rugzak in een hoek en voIgde hem. - Een gloeisteen? Wat is dart Wat geheurt err
~-,",
~~
I_E_T_S_O_R_A_N_.J_E
~
~1;
- We moeten Ander verwarmen - zei Corrado, nu haastig de trappen af snellend. - Wat is er met hem gebeurd? Cornelia schudde haar hoofd. - Ik weet het niet precies. lets heeft hem bij de Grens aangevallen ... Zijn arm zat vol Rijp, zoals dat takje ... - zei ze. Ze voelde hoe haar ogen zich met tranen vulden. - En als het nu eens een Grim is, die zich in de Nevelen schuilhoudt? - vraeg ze toen. Corrado schrak op. Onderzoekend keek hij haar aan. - Wat? WeI, we zullen zien '" breng hem ondertussen dekens, en kom mij dan een handje helpen. Ik heb nog maar een keer in mijn leven zo'n magische bevriezing gezien ... en deze keer moet ik op tijd zijn! Cornelia klemde haar lippen op elkaar. Gehaast ging ze dekens halen. - Waaram denk je aan een Grim? - vraeg Corrado een paar uur later. Hij stond aandachtig te raeren in een grate beker. Over de rand kwam een grote rookpluim, hoewel er geen vuur was. In de lucht hing de doordringende, aangename geur van sinaasappel en citroen, een teken dat het drankje bijna klaar was. Even aarzelde Cornelia. - In het hoek dat ik aan het lezen ben ... - mompelde ze. - Ik begrijp het al. Je bent het verhaal van Fal Farra aan het lezen. Ze knikte. - Ik weet dat het niet echt is, maar de heschrijving die Ander heeft gegeven van het ding dat hem heeft
HOOFDSTUK TIEN
aangevallen, lijkt helemaal op die van een Grim, en ... - En je bent bezorgd, omdat je weet dat niemand die ooit een Grim heeft gezien, het heeft overleefd - besloot hij. Zijn scherpe gezicht stond donker vertrokken. - Doe eens de zaden erhij - zei hij toen. - Hij zou de eerste kunnen zijn - zei Cornelia, terwijl ze het metalen doosje opende. Aandachtig hekeek ze de zaden die erin zaten. Ze roken naar Iuciferstokjes. Ze herinnerde zich nog goed dat ze die geur al eens eerder had geroken, in de Rode Kamer toen ze een van de lades had geopend. - Wat zijn dat? - Zaden van de Granaatboom, een plant die vlakbij de Gloeiende Rotsen groeit. Ze dienen om mijn kruidenaftreksel doeltreffender te maken. Doe er maar een paar hij. Cornelia gehoorzaamde. Met een rokerige knal die haar deed opschrikken, vatte de vloeistof binnenin vlam. Er was niet een vuurtongetje te zien op het oppervlak, maar eronder leken er krachtige, ploffende ontbrandingen te zijn. Corrado glimlachte vluchtig. - Klaar. Breng het naar heneden en laat het hem direct opdrinken. Alles. rk kom dadelijk. Je zou gelijk kunnen hehben, maar ik wil, v66r bepaalde veronderstellingen te maken, eerst horen wat hij te vertellen heeft. Let op dat je je niet aan de heker verhrandt - zei hij ernstig. Bezorgd legde hij zijn hand op haar schouder. De beker was gloeiend heet, de vloeistof fonkelde nog steeds met rode en gele flitsen, net als het vuur in de open haard toen ze de woonkamer hinnenkwam. - Pas op dat je
4@~
IE_~_T_S_'_O_R_·_A_N_T_J_E
~
~
~~.
niet morst ... ik weet niet wat er zou gebeuren - zei ze, en gal' de beker aan de Sperwer. Stevig ingepakt onder de berg plaids die hem bedekten, dronk Ander moeizaam het kruidenmengsel op. Hij beefde van kop tot teen. Verbijsterd keek Cornelia hem aan. Zijn hand was niet aileen ijskoud, maar was ook stijf en blauw. Zijn gezicht was lijkbleek. Een ogenblik kruisten zijn matte ogen de hare. Het was vreemd om hem zo kwetsbaar te zien, dacht Cornelia, en ging op het tapijt voor de sofa zitten. Ze hoopte snel een teken van beterschap op zijn gezieht te zien. Gpeens vie1 de lege beker uit zijn hand. Met een spastisehe beweging nam de jongen zijn pijnlijk verkrampte arm beet. Een straaltje zweet gleed langs zijn voorhoofd, rook steeg op vanuit zijn haarpunten. Door de kamer dreef een lieht verbrande geur. Ten slotte Het de Sperwer zieh weer aehterover vallen op de sofa, en bleef uitgeput en stil liggen. - Ander ... ? - vroeg Cornelia twijfelend. Zijn ogen fonkelden koortsig. Hij knikte, en probeerde om met veel inspanning zijn stem vast te doen klinken: - Het gaat goed met mij. Cornelia had de indruk dat dit zijn manier was om haar te bedanken, ook al wist ze niet goed waarvoor. Warm glimlaehte ze naar hem terug. Hij voelde het bloed kloppen in zijn slapen, en over de hele reehterkant van zijn liehaam voelde hij nog steken branden. Maar het was zwakker dan in het begin, toen iedere beweging, zelfs ademhalen, leek alsof hij zieh tussen ijspegels
~7~
~~
voortsleepte. Cornelia zat nog steeds naast de sofa op de grond, ham gezicht was gesloten en afstandelijk. Zoals altijd sinds ze haar krachten volledig had opgebruikt, zag ze er mat en stug uit, maar op de een of andere manier was ze dat daarnet niet geweest, toen ze naar hem glimlachte. Er was iets dat schitterde in die blik. Misschien opluchting. De Sperwer vroeg zich af of dit vaal' hem was. Hij fronste zijn voorhoofd, metcen voelde hij een steek waar de schram pijnlijk klopte. Op dat moment kwam Corrado de kamer binnen. Hij ging zitten in een fauteuil dichtbij Ander, zijn gezicht zag er streng en moe uit. Ander had nooit kunnen rckencn op wat de mensen 'familie' noemden. Hij vroeg zich af of het dit kon zijn, die mensen die hem hie I' nll omringden. - Gaat het al wat beter? - vroeg Corrado. Ander knikte. Een flauwe glimlach gleed om zijn lippen. De mensen, dacht hij, glimlachten op verschillende manieren voor verschillende dingen. Deze keel' leek het gezicht van Corrado oever!oos bitter. - .Ie moet mij verontschuldigen dat 'ik je niet met rust laat, maar ik moct .,. we moeten weten wat er precies is gebeurd. Ben je in de Nevelen gegaan? - vroeg hij rustig, maar streng. Ander dacht terug aan wat er gebeurd was. - Het heeft er mij een stuk in meegesleept, dat '" ding - zei hij. Corrado verbleekte. - Maar niemand kan door de Nevelen gaan zonder tc ver-
~
~~
I_E_rl_1S_'_(_)_R_~_'\._N_._J_E
~
~y
dwalen - wierp Cornelia op. - De Nevelen waren destijds juist in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat niemand er voorbij kon komen. - Ieder probleem, ook het moeilijkste, heeft een oplossing. Ook de Boosdoener is er ooit doorheen gegaan, maar hij Ileschouwde het als een ongelooflijk gelukkig toeval dat hij er levend uit is gekomen - herinnerde Corrado zich. Ander schudde zijn hoofd. Een sterke dreun echode tussen zijn slapen. - Nee, - zei hij - dat ding is in staat om naar belieyen te komen en te gaan. Ik vloog over de Maquis en ik zag iets bewegen ... Ik ging naar beneden tussen de takken, om langzaam dichterbij te komen ... enkel am te kijken. Opeens hoorde ik de takken heen en weer gaan, zander dat er een zuchtje wind was ... Ik draaide me am en het ding was daar al. Het heeft mij aangevallen. Ik kon nog vluchten. maar het kwam mij achterna en heeft me ingehaald. We viclen op de grond. Ik voelde dat het klauwen had, zo scherp als mcssen en ruwe haren ... Het heeft mij in de Nevelen gesleept. Toen ik me los kon worstelen, was er een pIof en ik zat in de struiken van de school. Ik kon niet meer vliegen - voegde hij eraan toe, terwijl hij zijn bevroren arm betastte. - Toen ging de nieuwe maan onder en werd ik weer za - besloot hij, terwijl hij Cornelia aankeek. Vanaf de schoorsteenmantel kwam de stem van Grogo. - 20u hij een Doorgang hebben gebruikt? - suggereerde hij gewichtig. Cornelia voelde zich verbleken, maar ze knikte. - Wie weet, al5 we de weinige informatie die we hebben, samenvoegen '"
~
~~
H_O_O_F_D_S_'T_l_T_K_~_T_I_E_ . . N_T
~
~y
- zei ze - kan dit ding de Stromen gehruiken zonder ze te heschadigen ... - .. , waar het voorbij komt, kristalliseert magie ... - ging Grogo verder. - .. , en het ziet ernaar uit dat het vrieshezweringen kan opleggen - besloot Corrado. Hij wreef door zijn haren. - Wat eigenaarclig ... - Waarom? - vroeg Cornelia. Ander heefde nog steeds, maar zijn stem klonk vast en beslist toen hij antwoordde: - ]ullie hebben het nu over verrichtingen die alleen een Hogerangs kan doen. - Of een Grim - vulde Cornelia effen aan. Ze voelde hoe de ogen van Ander verbijsterd en moe op haar bleven rusten. - De Grim is slechts een legende - merkte hij op. Maar zelfs hij klonk niet bijster overtuigd toen hij die woorden uitsprak. Eigenlijk had hij zich gemeten met een wezen van rook ... maar onder die rook had iets gezeten dat hem had verwond, iets wat uit materie, klauwen en een gruwelijke pels bestond. - Ik hen het met de jongen eens. Ik vind dat het idee van mevrouw Cornelia enerzijds vanzelfsprekend, maar anderzijds ongeloofwaardig is. Het is vee! waarschijnlijker dat een Hogerangs van de Vallei een manier heeft gevonden om voorbij de Grens te komen - merkte Grogo op. - Maar waarom clan Ander aanvallen? - ging Cornelia in de tegenaanval. Corrado stond op en ging bij het raam staan. Zijn blik
~
~~
I_E_T_._S_O_R_l_\._N_T.J_E_~
~
~~
gleed langs de weg, waar de lentezon uitbundig scheen en daar een schril contrast vormde met het haardvuur in de woonkamer. - In een magische oorlog gebeurt er veel zonder een duidelijke reden - mompelde hij duister. Cornelia en Ander keken elkaar aan. De volgende dag wachtte Cornelia vol ongeduld op de pauze om in de tuin weg te glippen. Witte wolken dreven door de lucht, ze pakten zich samen in een eigenaardige, dichte massa boven het Park, alsof ze erin waren geslaagd uit de Vallei te ontsnappen om nu ook de stad te bedreigen. Misschien had Corrado gelijk, en woedde er nu een oorlog in de Vallei. Dat zou veel zaken verklaren: de brand die het dorp Astruc had vernietigd, de grijze hemel die als een stolp boven de Vallei gespannen stond, de aanhoudende regen en bliksem. Maar de gedachte aan een oorlog was niet aIleen op zich al gruwelijk, het was nog meer angstaanjagend als je eraan dacht dat het een magische oorlog zou zijn. Was het echt weI zo voorzichtig om de Poort te openen, als de gevolgen van die oorlog zich op de stad konden richten? En als ze het niet zouden doen, wat zou er dan in de Vallei gebeuren, welk onheil zou haar onschuldige bewoners dan boven het hoofd hangen? Op zoek naar sporen van de mysterieuze vijand die Ander had aangevallen, verchveen Cornelia tussen de oleanclerstruiken die in de tuin van de school stonden. Ze bereikte de oude waterput, waar haar vriend teruggekeerd
~
';5~
I_-I_(_)_O_F_"D_·_8_rj1_L_J_K_T_I_E_N_T
~
~y
was in zijn mensengedaante. Vanzelfsprekend was de put dicht. Dat was al zo sinds het oude klooster een school was geworden, maar de oude struetum was er nog. Cornelia boog voorover om het gras en de struiken eromheen beter te kunnen bestuderen. Ze vond aIleen wat bloed op enkele stenen, waarschijnlijk van Ander. Verder was er niets interessants te vinden, aangenomen dat ze het kon zien, natuurlijk. Terwijl ze de omgeving verder onderzoeht, merkte ze dat enkele klassen net gym hadden. Om te vermijden dat de leerkrachten haar zouden zien, besloot ze dat ze maar beter kon terugkeren. Precies op dat moment drong een gepiep tot haar door. Het geluid leek uit de gesloten waterput te komen. lets sloeg tegen het metalen dekse!. Cornelia schrok op. Met een ruk draaide ze zich om. Twee gigantisch grote ogen met een roodgouden schittering kruisten haar blik. Het schepsel bleef een ogenblik hangen, haar hoge hoed die drupte van de regen van de voorbije dagen hing scheef over haar gezicht. Cornelia's mond viel open van verbazing. Toen kwam iets tussen de oleanders vanda~lO op haar aangevlogen en trof haar vol op haar hoofd. Ze viel languit op de grond. Er klonk een vervormd gesis, er verscheen wat rook, en een flits met oranje weerkaatsingen. De figuur verdween ritselend tussen de oleanders zoals ze gekomen was. Het geluid van voetstappen kwam op haar af. Kwaad probeerde Cornelia weer rechtop te gaan staan. De bal die haar
~~
~
I_E_~T_S_'_O_H_J:_\_N_.J_E_,",
~
~y
had getroffen, had het schepsel op de vlucht gejaagd. Het gezicht van Pijl dook op tussen de planten. Bedremmeld bleef Cornelia staan. - Wat doe jij hier in de struiken? - vroeg hij, taen hij haar opmerkte. Hij leek bijna blij om haar hier te ontmoeten. Cornelia knipperde met haar ogen en klopte het stof van haar broek. - Zocht je clit hier? - vroeg ze toen, en reikte hem de bal aan. - We hebben je toch niet geraakt, hoop ik? - mompelde hij een beetje bezorgd. - Eigenlijk wei, maar dat geeft niet hoor - begon ze te lachen. Toen besloot ze om van clit vreemde toeval gebruik te maken. - Waarom kom je niet meer naar de Toren? - vroeg ze. Pijl wierp haar een vreemde blik toe. De anderen begonnen zijn naam te roepen. - Moet dat? - bracht hij uit, terwijl hij de hal aannam. Hij bestierf het haast omdat hij zo graag weer naar zijn vrienden wilde gaan, maar toch hoorde hij zichzelf zeggen: - De laatste tijd was ik toch aileen maar een lastpak voor je. Ik ben er zeker van dat jullie het uitstekencl redden samen. De flits van verdriet op het gezicht van zijn vriendin was zo hevig, dat hij meteen spijt had van zijn woorden. - He verclorie, Pijl, wat hebben jullie toch, vertel eens? Willen jullie soms een mcdaille? Er zijn een heleboel dingen gebeurd, en alle Bewakers zouden moeten '" - begon het meisje.
~
~~
H_O_O_F'_D_S_'r.I_'_l_TK_T_IE_~~_N
~
-vy
Maar hij sehudde zijn hoofd: Cornelia had over Bewakers gesproken, niet over vrienden. En hij had geen zin om Maan volledig in de steek te laten, ook al wist hij dat dit haar verdiende loon zou zijn. Hij hoorde dat zijn vrienden hem opnieuw riepen. - Sorry, ik moet ervandoor - zei hij, wegrennend. Ze bled alleen aehter. Terwijl Pijl zieh naar de anderen haastte, bedaeht hij dat hij stom was geweest. Misschien waren er problemen. Missehien kon hij beter teruggaan. Missehien hadden ze hem nodig ... Maar de dingen zouden moeten veranderen. Eigenlijk was hij nooit een Bewaker geweest zoals Ander was. Of zoals Cornelia ... Het verhaal van wat er op het sehoolplein was gebeurd, maakte Corrado, Grogo en Ander erg ongerust. De dagen daarop verliepen verward en koortsig: iedereen was op zoek naar sporen van het vreemde schepsel. Ook Cornelia kon aan niets anders meer denken dan aan die onrustwekkende roodgouden ogen. Corrado had gezegd dat het een Heks kon zijn, vanwege de kleren en wat Cornelia had gezien. Maar wat deed die daar? Hoe sterk moest ze weI zijn, als ze heen en terug over de Grens kon komen? Was zij het misschien die de Sperwer had aangevallen, of had ze een Grim als familielid? Cornelia wilde wanhopig graag met een van haar leermeesters in het Boek van de Feeen praten! Ze had naar hun mening en hun raadgevingen wil\en IUisteren. Ze had gepro-
~
~~
I_E_1r_T_S_._O_I_~_A_l\J_T_.J_F_. .
~
~;r
beerd het boek te openen, maar tot nu toe was het haar nog niet gelukt. Ze voelde zich alleen. En ze was bang. - Ik zou eeht willen dat ik nooit ontdekt had dat ik een Fee was! - mompelde ze aangedaan. Uit haar vensterraam leek aUes versehrikkelijk veraf: de Maquis, de bomen, de mysteries. Ze leunde met haar voorhoofd tegen het glas. Haar ogen kruisten de ogen van haar spiegelbeeld. Toen liet ze haar blik in de vcrte glijden. Ze merkte dat er wat beroering was in de bewolkte lueht boven de bomen. Liehtflitsen sehudden de wolken door elkaar. Ze bewogen in een geveeht, de ene tegen de andere, en hadden aUemaal oranje rouwranden. Nog voor Cornelia er erg in had, kregen de boomtoppen een vreemde gloed, uit veel boomknoppen ontsproot lieht als kleine zonnetjes van rood goud. De bladeren die al waren uitgelopen, versehrompelden en vielen als sneeuw op e1e grand, terwijl de bomen hun takken bewogen, gegcseld door een wind die er niet was. Cornelia opende haar mond am te sehreeuwen, maar de magisehe lawine overviel haar en snoerde haar de mond. Ze opende het raam. Het lieht verdween, alsof het door de aarde opgeslorpt werd. AUeen de takken bewogen nog, ze kraakten als zwarte slangen in de windstille lueht. Cornelia huiverde. Met haar hart bonzend in haar keel snelde ze naar beneden. Ze greep haar jas en verliet het huis. Het boek viel en bleef onbeweeglijk op de grond liggen. De Heks had iets gedaan '" iets wat een magisehe lawine had veroorzaakt.
"",.
o~-<::
eJ
-<:>-~
•
Tijdens haar stage was het haar ook een keer overkomen. Ze had eens geprobeerd om een york te betoveren, zodat het zelf in het vlees zou prikken, maar ze verloor de controIe over de betovering, waardoor de york was gesmolten. Er was alleen een klontje metaal overgebleven. Hetzelfde was gebeurd met al het overige bestek in huis. Het was niet eenvoudig geweest om alles weer in orde te brengen! Dit waren de magie-Iawines: verlies van de controle. Terwiji ze naar de Maquis rende, besefte ze dat de Heks iets had gedaan dat veel erger was dan vorken doen smelten. Halverwege het Park leek het of de lente met een borstel was weggeveegd. Alsof de winter was teruggekeerd, een winter waaruit de bomen nooit wakker zouden worden ... Zwarte, dode takken trotseerden de hemel ais verwrongen vingers. Een koude, donkere regen, olieachtig en striemend, begon uit de wolken naar beneden te vallen. In de war liep Cornelia snel door de Maquis. Ze hield niet op met Iopen tot ze buiten adem was. Uiteindelijk wierp ze zich tegen een boomstronk die nu dood was, en omhelsde die. Ze barstte in tranen uit. Ze huilde zolang er tranen bleyen vloeien. Toen ze geen tranen meer voelde komen, ging ze tussen de verbrande bladeren op de grond zitten. Ze hield haar ogen strak op de Maquis gericht. Nu begreep ze dat ze geen keuze had. Magie of niet, krachten of geen krachten, zij maakte deeI uit van die wereld. En ze zou die wereld redden.
11
DE ZIELSERVARING
et werd al laat, die avond. Cornelia zou zelfs vergeten zijn om naar huis terug te keren, als de Sperwer haar niet had gevonden. Corvina had hem gewaarschuwd, nu liep hij met haar mee naar de Toren. Ze namen afscheid zonder een woord met elkaar te spreken. Cornelia ging naar boven, naar haar kamer. Ze was nat tot op het bot, haar hart lag in scherven. De volgende twee dagen moest ze thuis blijven met koorts. Maan en Pijl vroegen zich af of ze het nieuws moesten geloven over de plotse parasieten-epidemie, die de bomen van het Park aantastte. Cornelia gleed van de ene droom in de andere, zonder dat ze er erg in had. Ze zag opnieuw de Nevelen en de Vallei, de stad Donkerlicht, zoals die in verschillende verhalen beschreven werd in Corrado's boeken. Ze zag de roodgouden ogen, hoorde gehinnik en verwarde kreten. Opeens werd alles duidelijker. Met dezelfde
~~
~
I_I_O_O_:F'_I_)8_'r:I_'_l_~I_{_E_L_F_"
~
~y-
gewaarwording die ze vaak had tijdens haar dromen, beyond Cornelia zich aan de voet van de grote toren die ze kon zien uit het raam van de Rode Kamer. Die toren verhief zich als een bewaker bij de toegang tot de Vallei, zoals die in de rots van de bergen was uitgehold. Het geruis van de verre watervallen waarachter de stad Donkerlicht oprees, bereikte haar oren als een dof gedreun. Achter haar was er de Mist, aan de andere kant het donkere, kolkende water van de rivier. De nevel draaide zich rond haar enkels, haar henen, haar knieen. Ze hoorde opnieuw een schel, oorverdovend gegil. lets bewoog in het water. Cornelia deed een stap achteruit, toen nog een. Opeens kolkte de neve! en slokte haar op. Nog maar eens. Het ijs op haar gezicht begon een heetje te smelten. Het was niet de eerste keer dat Cornelia zich op een grijze plaats beyond die leek te dobberen. Maar deze keer was ze niet aIleen. Vom haar stond haar hroer Juliaan, in pyjama. Hij keek haar stomverbaasd aan. - Wi! je wei eens ophouden met steeds maar in mijn dromen op te duiken, pestkop? - wees hij haar terecht op zijn gebruikelijke, vervelende toontje. - Jij zit in m'ijn droom! - antwoordde ze stums. Ze veegde met haar hand over haar gezicht om de ijskristallen weg te vegen, en sloeg haar armen om haar lichaam. lets streek rond haar voeten en deed Cornelia opschrikken. - Wat ... ?! - Het is oke! Het is dat rotbeest maar ... het ziet ernaar uit dat hij jou wei leuk vindt! - voegde Juliaan eraan toe. Hij
~~
~
D_E_Z_-"I_E_L_S_E_"I_~_V_A_R_I_N_T(_l
~
~
haalde zijn wenkbrauwen op. - Over welk beest heb je het? - vroeg ze, ondertussen ervan overtuigd dat deze droom eompleet onzinnig was. - Stap eens naar buiten en kom eruit '" - zei haar broer op bevelende toon. De Nevel die zich rond de benen van Cornelia wikkelde sprong op. Een knetterend, lijzig geluid dat op een gegrom leek trok hun aandaeht. Cornelia zag niets. Ze zocht de arm van haar broer, die in laehen uitbarstte. - Sinds wanneer ben jij bang voor katten? - treiterde hij haar. - Akkoord, doe maar wat je wilt - zei ]uliaan tot de neve!. Een klaterend gegorgel weerklonk als antwoord. Hij trok zijn schouders op. - Hij heeft een rotkarakter, hij heeft zelfs geprobeerd om mij te krabben, maar hij is niet sleeht, hoor. - Nou. Goed dan - knikte ze, zonder zijn arm los te laten. - Eh, sorry hoor, maar als dit jouw droom is: waar zijn we hier ergens? - vroeg ze. - Geen idee ... - antwoordde hij kalm. De donderslag die hem onderbrak, deed hem toch ook verbleken. Cornelia volgde zijn gouden blik. Ze zag een oranje golf die met flitsen de Nevelen verliehtte, en die bengelende vertakkingen en kristallen knopen omlijnde van wat wei Magisehe Stromen leken te zijn. De omgeving werd precies een gigantische jungle die oranje fonkelde. Cornelia probeerde zich ervan te overtuigen dat dit echt maar een droom was. Achter de lichtgevende Iianen verscheen de bosrand met
4@~ ~
H_._O_O_F_D_S_"T __L_;I_{_E_~_L_}1_"
~
~y
bomen en bladeren, een heetje vaag, alsof ze vel' en ongenaakhaar waren. - Kijk, clit bevalt me helemaal niet ... Zie jij ook wat ik zie, zus? - vroeg ]uliaan baar. Met een oorverdovende klap verspreidde zicb een gerommel in de Nevel. waardoor aUes ging golven. Cornelia trok aan de mouw van haar broer, met al5 gevolg dat de mouw een t1inke scheur opliep. - Kom gauw, we moeten vluchten! - schreeuwde ze. ]uliaan Het het zich geen twee keel' zeggen. Hij deed enkele stappen acbteruit, toen zette hij het op een lopen door de Nevelen. meegetrokken aan de hand van zijn zus. Ze sprongen in die jungle van onzichthare takken en oranje lianen. Cornelia liep zo hard ze kon. Ze vaelde zich verloren. De Heks was daar ... maar hoe had die dat gedaan? Dit was haar droom ... precies nu, dacht ze, zou ze graag wakker willen worden. En precies op dat moment werd ze ook wakker. Maar het was helemaal niet leuk om wakker te worden. Ze voelde zich alsof het vlees van haar botten was gerukt. Buiten was bet nog nacht. Ze zat op de vloer van haar slaapkamer, tegen de kast geleund. alsof ze er net doorheen was gelopen. Alles deed pijn. Met troebele blik en buiten adem merkte ze dat de viGer drijfnat en hevroren was. Het duurde een tijdje voor ze zich haar broer herinnerde. Bij die levendige gedachte aan de droom moest ze diep zuchten. Ze schudde haar hoofd, in een poging om de mist uit haar hersenen te vcrdrijven. Het leek haar toe of ze gouden ogen had gezien in plaats van zijn kastanjebruine ogen. Maar dat was vast een
DE ZIELSERVAIUNCi
van de gekheden die nu eenmaal gebeurden in een droom. En het was geen gewone droom geweest, de Rijp op haar kleren bewees dar. Helemaal verkleumd stond ze op. Ze sloeg een plaid om zich heen en deed de kamerdeur open. Groot was haar verbazing toen ze Juliaan op de overloop yond. Oak hij keek haar verbaasd aan. - Wat doe jij hier op dit uur? - bromde hij. Cornelia besloot om vaag te blijven. - Nachtmerrie - mompelde ze. - En jij? Juliaan grinnikte. - Ik ook - zei hij. Toen voegde hij eraan toe: - Ik heb over jou gedroomd. - Bij die woorden bleef ze als versteend staan. Ze sloeg haar arm wat steviger am de plaid. Met cen steek in haar hart merkte ze dat zijn mouw ook ccht gescheurd was. Ineens wist ze wat cr gebeurd was. Zij en ]uliaan haelden zojuist een Zielservaring beleefd. - Wat denk je dat een zielservaringsdroom is? Het is hoogst ongewoon - zei Corrado. Hij glimlachte naar haar, maar zijn ogen blonken onzeker. Cornelia knikte overtuigd. - Ik weet her. Maar in de droom heb ik zijn mouw gescheurel, en de mouw van zijn pyjama was ook echt gescheurd! - zei ze, terwijl ze nerveus haar haren achter haar oor schikte. Corrado stond op en draaide enkele rekken om de afdeling van de bibliotheek te verkennen waar de boeken over
~~
~~
H_O_(_)_F_D_S_'T_L_TI_{_E_L_F_~
~
~y
dromen standen. Hij haalde een paar hoeken uit de rekken en keerde naar de tafel terug. - En toch hegrijp ik het niet ... Ik dacht dat voor Zielservaringen magie nodig was ... veel magie! - vervolgde Cornelia haar verhaal. - Er is veel rondzwervende magie sinds je de magie heht vrijgelaten die in de Steen gevangen zat - kwam Ander tussenbeide. Hij schoof op zijn stoel heen en weer. Een ogenblik wist Cornelia niet wat ze moest zeggen. Toen mompelde ze: - Daarom was de magische lawine zo bijzonder hevig! Maar natuurlijk l Stom dat ik daar niet meteen aan heh gedacht! - Ik vraag mij eerder af hoe je dat heht kunnen zien ... - zei Corrado. Hij keek haar aandachtig onderzoekend aan. Cornelia schudde haar hook!. - Ik heb geen idee. Ik weet alleen dat ik bet gezien heb ... Ik was door bet raam aan het kijken en ... - stamelde ze. Ander kneep zijn indringende ogen samen om haar aan te kijken. Maar Corrado stak zijn yinger omhoog am hem te beletten te zeggen wat hij op het punt stond te zeggen. De jongen sloat zijn mond weer. Cornelia glimlachte gelaten. - la. Ik heb er oak aan gedacht, taen ik met koorts in bed lag. Maar ik heb niet opnieuw magie. Ik kon zelfs het Boek niet meer openen ... maar dat is nu niet echt belangrijk. Maar het is weI belangrijk dat we erin slagen om de kwestie op te lossen - besloot ze. Ander trok zijn wenkhrauw omhoog: hij begreep het niet.
DE ZIELSERVARING
Corrado glimlachte. - Dus er was genoeg vrije magie zodat jouw droom en die van jouw broer met elkaar konden versmelten. Misschien is het dit, dat ervoor zorgde dat de droom zo echt was dat je zijn mouw kon scheuren - zei hij. - Er is bovendien de band die jullie verbindt, en die behoorlijk sterk moet zijn. Zo lijkt het tach. Cornelia knikte blozend. Hoewel ze constant kibbelden, mocht ze haar broer weI erg graag. - Toch is er nog een voorwaarde niet vervuld om tot het optreden van een Zielservaring te komen - voegde Corrado eraan toe. - En dat is? - vroeg Ander. - Dat de twee dromen allebei magisch zijn, of afkomstig zijn van magische wezens. Dus: ofwel heeft iemand juUie droom betoverd, of we moeten ervan uitgaan dat jullie allebei magische krachten hebben. - Maar dat is onmogelijk! - besloot Cornelia. De grijze ogen van Corrado lachten fonkelend. - Inderdaad, daar lijkt het op - zei hij. Ander en Cornelia hadden de indruk dat zijn 'inderdaad' niet zomaar Cornelia's conclusie bevestigde. - Ik heb mijn krachten verloren, en wat ]uliaan betreft ... nou, dat zou gewoon belachelijk zijn - zei ze glimlachend terwijl ze haar hoofd schudde. - Wat betekent: daar lijkt het op? - vroeg de Sperwer. - Dat er een andere uitleg zou kunnen zijn. - Hoezo? - vroeg Ander. Cornelia keek hem aan. Ze voelde zich gelukkig dat zijn stem niet zo scherp was als anders.
~
'3~
H_O_(_)_]1~_I_)s __'_rp_(_TI_{_E_,",,_L_F
~
~y
- Ik denk dat we ons te vee! geconcentreerd hebben op wat we wisten, en helemaal niet op wat we niet wisten! - antwoordde Corrado ontwijkend. - Wat bedoeI je? - vroeg Cornelia verward. - Oat we misschien zijn uitgegaan van verkeerde veronderstellingen - probeerde Corrado het ongemakkelijk weg te wimpelen. - We zijn er steeds van uitgegaan dat jouw magie was opgebruikt na de confrontatie met de Steen. Maar een Fee verzamelt niet gewoon magie, ze genereert magie. Haar hele leven lang. Dus moest je weer beginnen te fonkelen Omdat we de fonkeling niet zien, hebben we gedacht dat er geen magie was, maar misschien is die er toch weI. Cornelia fronste haar voorhoofd. - Maar dat houdt toch geen steek! Geloof me, ik heb weI duizendmaal geprobeerd om ook maar een minuscuul vlammetje magie op te wekken, en het is me niet gelukt! - wierp ze op. Corrado knikte. - Ik ben geen specialist op dit gebied, maar ik ben geneigd te geloven dat de Magische Stroom jou niet aileen gespaard heeft omwille van de Wekker, maar ook door een of andere uiting van jouw magische reactie. Net zoals die vreemde effecten die er waren toen je voor de spiegel stond ... en volgens wat je mij vertelde, heb je de magische lawine gezien door een ruit, maar toen je het raam opende, heb je enkel de effecten ervan gczien ... Cornelia bleef verbijsterd voor zich uit staren. - Hoe kunnen we weten of je gelijk hebt? - vroeg Ander. - Geen idee. Tenminste niet tot twee dagen geleden, toen
DE ZIELSERVARING
me een kunstmatige methode te binnen schoot, die de magische wezens in lang vervlogen tijden gebruikten om te weten te komen of pasgeboren baby's over magie beschikten, of niet ... - En als ze geen magie hadden? - vroeg Cornelia. - WeI ... er wordt beweerd dat ze dan naar de mensen werden gestuurd - Corrado kuchte. - Maar daar gaat het nu niet om. - Waarover dan weI? - vroeg Ander met afgrijzen. - Feit is dat ze de baby aan de Magische Vlam voorstelden. Als het kind magisch was, fonkelde het, en als het niet magisch was, gebeurde er helemaal niets ... maar er kon zich ook iets andel'S voordoen. - En dat is? - vroeg Cornelia nieuwsgierig. - Als het vuur uitging, verbanden de magische wezens het kind omdat het een Averechtse was ... - mompelde Corrado. Toen zuchtte hij. - Beweer je nu dat Cornelia een Averechtse is? - mompelde Ander. Het leek alsof het idee hem helemaal niet aanstond. Corrado knikte. - Dat is een mogelijkheid waarmee we rekening moeten houden. Als de Steen jouw magie veranderd zou hebben, Cornelia, zou dat ook de dromen en de andere vreemde dingen die jou de laatste tijd overkomen kunnen verklaren. Cornelia zag lijkbleek. Bijna fluisterend vroeg ze: - Maar dat zou geen goeie zaak zijn, is het weI? - Men zegt dat de Averechtsen voorbestemd zijn om door
~
~~
I_I_O_O_F_"D_~_S_T_l_T_)I_{_E_~I_. _ .F
~
~~y
hun eigen magie te worden vernietigd - antwoordde de Sperwer harel. - Maar niemanel weet precies wat er met hen gebeurt voegele Corraelo er haastig aan toc. Zijn ogen vulden zich met verdriet, woeele en hoop. - Maar nu zou het wei van pas kunnen komen ... voor de Grens, de oorlog ... - zei ze kalm. Toen hedacht ze: - En Juliaan? - Misschien heeft hij een betoverd voolwerp in zijn kamer liggen ... - overpeinsde Corrado. Ze knikte, daar had ze nog niet aan gedacht. Ze knipperde met haar ogen, en vroeg: - En hoe kunnen we weten of ik nou een Averechtse ben of niet? - Daarvoor hebben we een Magische Vlam nodig. Maar niemand van (lOS is in staat er cen op te roepen. Daarvoor hebben we minstens cen Magier nodig. of cen lemur ... Cornelia dacht terug aan het Boek elat ze niet kon openen, en aan een van haar leermeesters. Masker was een lemur. een vrije en oorspronkelijke magische vorm. Een levende magie die zo oud was dat ze zonder enige moeite een betoverde viam kon oproepen, of zelf een vlam kon worden. Opeens kreeg ze een idee. Er waren veel aardmannetjes die denkbeeldig of ongenaakbaar leken, en elie op het eerste gezicht gemakkelijk voor spoken konden worden gehouden. Volgcns wat ze geleerd had, hadden ze allemaal toch een vaste vorm. Maar ook de lemurs, die uit pure magische energie bestonelen, zouden weI eens kunnen verschijnen zoals
~
~~
D_F_.~_Z_I_E_I_~_S_E_'R_·_'_'A_R __I_N_T(_j
~
~~
spoken, en zelfs nog veel realistischer ... HoeweJ ze het meer hoopte dan dacht dat het waar zou zijn, glimlachte ze en zei: - En als het Kindspook nu eens een lemur was? Corrado zuchtte. - Dat is een mogelijkheid zoals een andere. Het zou om het even welk soort rondzwevend aardmannetje kunnen zijn, een appalooi, een vervaging ... maar hoewel ik toegeef dat het een grote meevaller zou zijn, omdat we zo een Magisch Vuur ter beschikking kunnen krijgen, toch zal het verschrikkelijk moeilijk zijn voor jullie om hem met z'n tweetjes te vangen. Een lemur kan heel gevaarlijk en ongrijpbaar zijn ... je kan hem niet vangen met netten of kooien. In ieder geval, wat het Kindspook ook is, jullie zullen hem toch tegenkomen. Want het blijkt dat een van de andere Scharnieren zich in de Zonnetoren bevindt. - Dan zullen we het snel ontdekken ... - zei Cornelia. - Waar ik me het meest zorgen over maak, is dat ik jullie er alleen naartoe moet sturen - zei Corrado. Ander gromele. - De eerste twee keren hebben we toch ook alles aIleen gedaan - merkte hij op. Cornelia voelde haar maag ineenkrimpen. Met een piepklein hartje voegde ze eraan toe: - In ieder geval ziet het ernaar uit dat Maan en Pijl vastbesloten ziin. Toen Cornelia de volgende ochtend wakker werd, dacht ze voor de eerste keer sinds hun ruzie niet aan haar vrienden. Ze voelde zich vreemd, bang en opgewonden tegelijk. Ze probeerde zich te herinneren of ze ongewone dromen had
~
~~
H_·_O_O_~_"l_)_S_T_l_T_l_{_E_q_.~_~-'
~
~y
gehad, maar aangezien ze zich niet koud voelde en er geen Rijp op haar kleren lag, leidde ze daaruit af dat ze een gewone nacht had gehad. Ze stond op en keek cloor het raam terwijl ze zich lui uitrekte. Het was een hewolkte, clonkere ochtend. Het was zeven uur, precies het tijdstip waarop ze naar school ging. Alleen: nu was het zonclag, en ze had een afspraak in het Park. Verstrooid opende ze haar rechterhand en keek ernaar. Misschien had ze nog magie, ook al was het dan Averechtse Magie (wat dat ook mocht hetekenen). Het idee gaf haar een steek in haar hart. Ze deed haar kleren aan. Ongerust daalde ze de trap af om te ontbijten. - Zo vroeg uit de veren? - vroeg haar moeder. - He mam! Juliaan is de slaapkop hier in huis hoor, niet ik - zei Cornelia, terwijl ze haar rollerblades op de stoel legde en haar tanden zette in een chocoladekoek. - Ga je naar je vrienden, met dit weer? - vroeg moeder. Cornelia knikte aileen maar, ze kon niet zo goed liegen. - En dan te bedenken dat het bijna mei is ... De lucht is zo grijs en verstikkend dat het wei november lijkt! Cornelia grinnikte. - .Ie lijkt gwotvader weI. Nu ga je zeggen dat er geen seizoenen meer zijn! Moeder keek haar ernstig aan. Uit bet lood geslagen door baar docbter, knikte ze. - Het is waar. Net zoals ze de huishoudelijke toestellen niet meer maken zoals vroeger .,. de toaster is al weer stuk.
~~
'3~
I_)_E_Z_'~. ._I_E_I_ . . S_'E_j_R_,_.r_~A_.R__ I_N_(_.j.
~
~y
Kort daarna sehaatste Cornelia met haar roJlerblades over de straten van de stad, die er half verlaten bij lag op deze zondagoehtend. Haar moeder had gelijk, dacht ze toen ze het Park in ging, het leek weI november. En de bomen die door de magisehe golf waren verbrand, leken er ook niet best bij te staan. Cornelia kwam hij het bruggetje. Ze leunde tegen de balustrade am naar beneden te kijken. Het beekje stroomde kahn onder het bruggetje door, en leek haar donkere gedachten met zieh mee te nemen. Opeens gleed er een sehaduw onder het oppervlak van het water voorbij. Haar blik vertroebeJde. Cornelia had de indruk dat er iets stonel te gebeuren. Precies op dat moment deed een stem haar opschrikken. - Ben je klaar? - vroeg Aneler achter haar. Cornelia voelde hoe ze als het ware werel teruggesmeten op de brug, alsof de ruimte haar weer omringde. Haar vingers omkneJden de stenen reling. De vorm in her vvater verdween. Ze schudde haar hoofd, en probeerele te kalmeren. - Ja, ik ben klaar. En jij? - Heb je dat gezien? - vroeg Floor. De Heks grijnsde. - Een Mens? Ze zou het nag niet zien, zelfs niet als het vlak onder haar neus zou staan dansen. - Maar ze trekt op met diczelfde Sperwer die in de Maquis werd aangevaJlen ... - ToevaJ. - En wat deed ze daar op die open pIck bij dat gebouw vol kinderen?
-4@/'~
H_(_)_(_)F_~~_D_S_'_rl_'l_j_h_., _]i._"]_.""_F
~
~y
- Ik weet het niet. Maar ik ben er zeker van dat ze geen magie ziet. Het is een Mens! Ze bleven allebei lang en aandachtig kijken naar de rivier, terwijl de twee vrienden weg wandelden. - Toch zou ik zweren dat ze het een moment gezien heeft ... - zoemde Floor. Ze ging zitten op de rand van haar hoed. - Zeg liever, die heeft zich tenminste weten te redden. Maar wat doet een Sperwer hier in het gezelschap van een mens ... ? Is hij hier gekomen zoals wij tweeen hier ook gekomen zijn? En welke contacten onderhoudt hij met haar? - onderbrak Petra haar nadenkend. - Ik kan hen volgen ... - stelde Floor voor. De Heks zweeg. - Ja, volg hen maar. Een Sperwer zou een kostbare hondgenoot kunnen zijn in ons plan - zei ze. Tussen haar vingers knelde ze een schitterende, ronde Parel. Floor tladderde met baar witte vleugels en steeg op. - Tot uw orders! - zei ze. - Maar jij haalt ondertussen geen andere streken uit met de Zwarte Steen hoor: je hebt gezien wat er met de bomen is geheurd na je laatste poging! Petra wuifde baar geergerd weg: - Och, alsjeblieft, ga weg! - En claar ging de heks. De Zonnetoren was zo goed als verlaten. Je kon er komen via de oude rondgang die hersteld was. Soms werden er kleine tentoonstellingen gehouden, maar nu hing er geen enkel schilderij aan de muren. Naar alle waarschijnlijkheid zou er op dit moment niemand hierboven op
DE ZIELSEHVAHING
verkenning komen. Snel gingen ze de trappen op. Op de rondgang hing een doodse stilte. Cornelia bedacht dat Maan en Pijl nu vast een paar flauwe grappen gemaakt zouden hebben om de sfeer wat te verlichten. Daar was Ander het type niet voor. Met een zucht begon ze gelaten over de gang te lopen. Bij momenten lukte het de zon om de wolken aan flarden te scheuren. Het zonlicht vie! in regelmatige strepen door de schietgaten, en tekende op de vloer uitgerekte vensters met grappig gevormde tralies die dienden om de vensters te beschermen. Haastig bereikten ze het binnenhek en liepen erdoor. Toen stopte Cornelia en wierp een handvol Sproeistuifmee! vom zich uit. Zoals gewoonlijk tekende zich een blauwe streep af in de lucht, knetterend en sputterend. Nu kwamen ze wat langzamer vooruit. Cornelia voelde het koude licht van de ochtend op haar gezicht drukken. De opwinding van wat ze aan het doen waren, trof haar als speldenprikken. Ze waren zo goed mogelijk bewapend vertrokken, om aIle mogelijke aardmannetjes het hoofd te kunnen bieden. Maar almet ai, dacht ze, terwijl Ander zelfverzekerd en rustig verder stapte, hadden ze ook een spook kunnen vinden. Bij die gedachte liep een koude rilling over haar rug.
12
DE A VERECHTSE
e Toren waar zich volgens Corrado het derde Scharnier moest hevinden, was nog veraf toen Ander opeens stopte, en Cornelia deed opschrikken. - Wat? - tluisterde ze. Ze sperde haar ogen wijd open. De Sperwer heduidde aIleen dat ze moest luisteren. De rondgang leek oneindig lang. Cornelia twijfelde of ze iets kon horen, maar toch proheerde ze het. Ze spitste haar oren: het lichte gegorgel dat ze kon waarnemen, deed haar huiveren. Ze fronste haar voorhoofd. Halsstarrig keek ze voor zich uit, in een poging om een eventuele bedreiging op te vangen: en taen pas merkte ze dat er iets van de stenen droop. Het leek een etterige suhstantie, alsof de rotsblokken waaruit de muren opgetrokken waren aan het rotten waren ... Het druppelde gorgelend langs de wand. Hoewel Cornelia diep in haar hart er vurig naar verlangde om hals over kop
~~
~~
H_O_O_F_D_S_'T_r_.I_{_rl'_'_'_T._:\_A_I_~F_"_ _~
~~
weg te lopen, raapte ze tach haar moed bijeen en deed samen met Ander een stap naar voren. Het Sproeistuifmeel, dat alles een blauwe liehtschijn gaf, golfde en verspreidde zich. Uit de zwetende materie kwam iets naar voren. Een kleine, vage gedaante kreeg vorm. - Daar is hij - mompelde de Sperwer. Cornelia knikte, gebiologeerd door de verschijning. Het was niet te verwonderen dat de mensen die hem als liehtvlekken hadden gezien, hem voor een spook hadden gehouden. Hoewel ze er zeker van was dat ze hem maar gedeeltelijk zag, besefte ze weI dat hij een kind leek van een jaar of zes - zeYen. Hij was vreemd gekleed, en had wilde krullen. Zijn ogen vlamden. ]e kon zander moeite door hem heen kijken. liij keek berouwvol, het was alsof hij wist dat hij gesnapt was en dat het geen zin had om zieh nu nog tussen de stenen te verbergen. - Zijn jullie hier om mij mee te nemen? - vroeg hij. Zijn stem klonk als een samenraapse1 van verward get1uister. - Wi! je weg? - vroeg Ander. Cornelia knipperde met haar ogen. Ze keek haar vriend aan. Waarom was die vraag nooit bij haar opgekomen? Ze hadden veel aardmannetjes gevangen, maar nooit hadden ze hun goedkeuring gevraagd. Ze hadden ze gevangen en daarmee uit. Zeker, vaak spraken ze er zelfs niet over, en daarbij: ze hadden ze altijd in de kraag gevat am hun eigen bestwil, voor het welzijn van de stad en met de bedoeling om ze weer vrij te laten als de Poort weer open was. Maar Cornelia's verwarring nam niet af na deze overweging!
Het Spook antwoordde niet. - Het is goed, hierboven - zei hij daarentegen. - De stenen hebben een lange geschiedenis, en niemand luistert naar ze - zei hij toen. Telkens als het Kinclspook sprak, voelde Cornelia een ijzige windvlaag, maar ze trok zich niet terug. Aarzelend vroeg ze: - Ben je een lemur? Het Spook knikte. Mechanisch knikte Cornelia terug. - We zijn hier voor het Scharnier. Kan jij je die ook herinneren? De ogen van de lemur laaiden op als soepele vlammen. Kou omringde Cornelia. Enkele zilveren kristallen vormclen zich op haar haren, als ijs. - Ik wist dat er iemand zou komen, vroeg of laat - ritselde het Spook. - De stenen klaagden al een tijdje. Ze knarsten en jammerden gealarmeerd. Ze vreesden dat ze vergeten zouden worden. Cornelia en Ander keken elkaar aan. De Sperwer bleef haar aanstaren toen hij merkte hoe witte t1itsen rond het meisje knalden. Het was alsof het licht nu door haar werd opgeslorpt in plaats van voor haar weg te vluchten. - Kun je (ms vertellen waar het is? - vroeg ze zonder iets te merken. Het Spook bleef een ogenblik onbeweeglijk. Een vreemde, kolkende gestalte met haveloze omtrekken. - De Toren is altijd al het zwakke punt geweest '" het bovenste Scharnier ... maar van hierboven kun je vel' zien, daarom bevalt het mij zo - zei hij. - Is het hier, in de Toren? - voeg Ander kahn. Hij keek de lemur aan.
~~
~~
I_I(_)_O_F_I_)_S_Y_r_l_TI_{_rI_~'_'_'A_·_A_L_F
~
~y
- Maar een Averechtse zal het niet kunnen zien - zei het Kindspook. - Wat? - schrok Cornelia. - In de steen zit de Stem verborgen. AIleen die kan de steen openen, maar een Averechtse zal die niet kunnen vinden - herhaalde het Kindspook. - Hoe weet je dat ik een Averechtse ben? - fluisterde Cornelia. Steels keek ze opzij, naar Ander. De lemur zei: - Kijk naar jou ... - Hij stak zijn hand uit om een 10k van haar haren beet te pakken, maar stopte toen een matte golf door de lucht rondom haar deinde. Cornelia schrok. Ze streek met haar hand over de kristallen die op haar lagen, waardoor ze met een zacht gerinkel op de grand vielen. Ze besefte dat de kou die ze voelde uit haarzelf kwam. Een ogenblik tastte haar geest in het duister. Toen haalde ze diep adem en sloeg haar ogen op. - Het geeft niet. Jij bent er nog - sprak ze tot Ander. Ze glimlachte tlauwtjes naar hem. Onvelwachts draaide ze zich om naar de lemur. Ze voelde zich erg zeker over wat er nu moest gebeuren. - En jij ook. Jij weet waar het is, je zou ons kunnen helpen, is het niet? - zei ze. De vurige ogen van de lemur spoten opnieuw licht, hij opende zijn kleine mond. - Laat me hier en ik zal de Stem voor jullie oproepen. De muren hebben iemand nodig die vertelt. De stenen hebben iemand nodig die zich alles herinnert - zei het Kindspook. Om een of andere onbegrijpelijke reden deed zijn ern-
4@~ ~
I_)_E_"_A_'_TE_,,_R_E_~(_;_H_'I_~_S_E
~
~~
stige, duistere gezicht haar aan Ander denken. Zonder erbij na te denken, zei ze: - Oke. - Weet je het zeker? - vroeg de Sperwer. Cornelia slaakte een zucht. - .Ie mag blijven, op voorwaarde dat je niemand kwaad doet. Anders zullen we terugkeren om jou te komen halen - zei ze. Het ernstige gezichtje leek op te klaren. Zijn ogen hie!den op met gloeien, en de kou ebde weg. - Op de top van de toren - zei hij. - Kom. Aangedaan stond Maan op de drempel van de ingang, met grote moeite slaagde ze erin om haar telefoon bij haar oar te houden. De schok was nog maar net over. Pijl nam op bij de vijfde toon. - Heb je het gevoeld? - vie! ze met de deur in huis, zonder zich voor te stellen. - Ook goeiemorgen - antwoordde hij bruusk. - .Ie was bij hen, he Wat schee!t eraan, ben je bang om het mij te zeggen? - brulde ze met overslaande stem. - Als ik thuis de telefoon opneem, denk je dan dat ik bij hen kan zijn? - mopperde hij. Hij leek even wrokkig als zij. Maan beet op haar lip. Afgemat ZlIchtte ze. - Ze hebben het echt alleen gedaan! Wat een vrienden, he? Ze zijn het ons niet eens komen vragen, om ... Zijn wij nu nog Bewakers, of niet? Pijl aarzelde. - Ik weet het niet. We gaan niet meer naar de Toren. We weten nergens meer iets van af ... Of ga jij er nu naartoe?
4@..... '3~
H_O_O_F_"D_S_'T_l_T_I_{_T_'_'_TA_A_L_F_"_ _~ ~~.
- Nee .. , nee - antwoordde ze stil. Pijl gaf de indruk alsof hij het helemaal niet leuk yond. Maan ging verder: - Ze heeft mij zelfs niet eens haar excuses aangehoden! - Ik dUff te wedden dat jij dat ook niet hebt gedaan, aangezien je steeds met Melissa en haar vriendinnen optrekt, en Cornelia altijd alleen laat - verweet hij haar. - Waarom, ze heeft de Sperwer toch? Hij lijkt haar niet al te veel tegen te staan, als je het echt wilt weten. Wat is er ... zit je soms over haar in? Waarom houd jij haar dan niet wat gezelschap? - Misschien zal ik dat weI doen ook - bromde hij. - Je hebt gelijk ... misschien moeten we teruggaan. Maar het is niet eerlijk. Ik veronderstelde dat ze, door hen alleen te laten, zouden heseffen dat ze ons nodig hadden. Maar ze trekken er echt alleen op lIit. Wat doen we? We moeten een plan maken! - voegde Maan er haastig aan toe. Ze klonk erg strijdlustig. - Als we nu eens gewoon terllg gingen? - stelde Pijl voor. Hij had helemaal geen zin in haar gebrllikelijke samenzweerdersplannetjes. - Ben je gek? Ik ga niet op m'n knieen voor haar! We wIlen weI een andere manier vinden ... maar het zal weI op onze voorwaarden zijn! Cornelia ging naar huis terug. Daar was alles leeg en stil. Ze liet zich op de sofa vallen, en zuchtte van opluchting en
4@-" ~
D_E_,_A_V_E_R_-_E_(_'H_rI_1S_'_E
~
~y
verdriet tegelijk. Pas na een tijdje merkte ze dat haar handen nog beefden. Ze stond op om een glas melk in te schenken. Het was niet zo moeilijk geweest om het derde Scharnier op zijn plaats te brengen, maar alleen omdat ze op Ander had kunnen rekenen, en omdat het Kindspook hen had geholpen. De Stem van de Toren bleek de klok van de legende te zijn, die niemand kon zien omdat die in een magisch veld zat verborgen. Ze hadden de Stem moe ten laten luiden om het mechanisme te openen dat naar het Scharnier leidde. En zij kon het niet zien. Het Kindspook had de klok laten luiden, en had zo woord gehouden. De rest was gemakkelijk geweest: de Toren had zich als het ware geopend, en lichtte op met levendige blauwe flitsen van de PareJ, de wolken reflecteerden het licht, de aarde had een onderdrukte snik gegeven en toen werd alJes weer normaal. Alsof er niets gebeurd was, dacht ze, telwijl ze terug liep naar de woonkamer. Het derde Scharnier zat weer op z'n plaats. Binnenkort zou ook de stad weer op haar plaats zitten. Maar zij niet. Het Kindspook had haar de waarheid verteld, met een simpele oogopslag, nog voor hij haar een beetje Magisch Vuur had gegeven voor de lantaarn van Corrado. 0, ja. Ze had nog weI magie. Maar niet de magie die ze kende. Ze was een Averechtse ... en de wereld van de Vallei was niet gemaakt voor de Averechtsen. Zelfs de Wereld van de Mensen was niet gemaakt voor de Averechtsen. Het leek alsof ze opeens weg geschoten was, terug in de tijd. Oak toen ze begrepen had dat ze een Fee was, had
~
~~
I_IO_O_F_'_D_S_''I_'_l~_TI_{_r:I_'_''_!"_:\._A_J_~F_''_ _~
V
y
ze ontdekt dat ze bang was voor de magische wezens. Het gevoel van kou dat haar overvallen had op de rondgang en in de Toren, liet zich weer voelen. Cornelia schrok op. Ze keek om zich heen en zag het boek liggen, dat grootvader aan ]uliaan had gegeven. Pas toen herinnerde ze zich weer wat er in de boekenwinkel was gebeurd. Ze zette haar beker terug op tafel, nam het boek en opende het. De adelaarsveer stak ertussen. Hij schitterde in het licht, fonkelend met gouden ret1ecties. Een schacluw trok over haar gezicht. Misschien kwam het weI door die veer dat zij en haar broer een gezamenlijke droom hadclen gehad. Terwijl haar gedachten terugkeerden naar haar Averechtse Magie, gleed de veer uit het boek, en knisperde met minuscule zwarte fonkelingen. Toen Corrado de volgende namidclag naar de Toren terugkeerde, was hij drijfnat. Hij was z6 nat dat het leek alsof hij met al z'n kleren aan onder de douche had gestaan. Zijn hoed stond slap op zijn hoofd, en kon niet eens zijn haren droog houclen. - M'n eigen schuld, - zei hij berustend, terwijl hij niesde - ik had moeten zorgen voor een waterdicht pak, maar ik wilde niet dat het de volgende twee weken naar bloeiende trolplanten zou stinken ... Ze hebben cen erg gevoeligc neu~ - zuchtte hij. - Ze? - vroeg Cornelia, en trok haar wenkbrauwen op. Ze stond op uit de fautellil waarin ze zich had genesteld tenvijl ze op hem zat te wachten.
4@~
~
D_E_~_A __ V_E_ . . R_E_(_;H_rl_1S_k'_E
~
~~
- Dwergjes, fladderaars en kruimeldiefjes van de muren - antwoordde hij verstrooid. Hij deed zijn jas uit, het water drupte uit zijn kleren. - Ben je naar de Verboden Huizen geweest? - vroeg Cornelia. - ]a. Veel van deze vervelende schepseltjes hebben daar hun toevlucht gezocht. En dat is ook wei begrijpelijk hoor: er is daar nog behoorlijk wat magie achtergebleven die tussen de muren rondwaart. - Ben je ook nog weer hij de Poort geweest? - informeerde Cornelia een heetje angstig. - Nee. Maar ik ben op de oude Buitenmarkten geweest, aan de andere kant van de stad - antwoordde Corrado. - Er waren daar verdachte bewegingen waargenomen, daarom ben ik er een kijkje gaan nemen. - Waargenomen? Door wie? - wilde Ander weten. - Een van de oude waterspuwers heeft aan Grogo laten weten dat hij daar twee nachten geleden verdachte bewegingen heeft opgemerkt. - En heh je iets gevonden? - vroeg Cornelia. - Sporen van de Heks? - zei Ander scherp. Corrado nam zijn druipnatte jas. Een dikdoener rolde eruit, die zich meteen aan de tafel vastklampte. Toen volgde een groot tumult. Het gezette aardmannetje, dat lange snorharen had zoals een kat, hegon schreeuwencl in het rond te springen: het duurde een vol uLir voordat Corrado, Ander en Cornelia erin slaagden om hem te vangen.
~
~~
H__ O_O_~--'_D_s_'_rr_l_T_l{_T_'_'_T A_l_\_L_~_'_ _~
~~
- Gek, dat een dikdoener zo onrustig is - zuchtte Corrado toen ze hem in slaap hadden gebracht en in een bokaal hadden opgesloten. - Maar misschien was hij alleen maar bang. Eigenlijk waren er sporen die erop wezen dat daar onlangs iemand is geweest. Ander stond op. - Wie? - Misschien de Heks ... Er was in ieder geval een barst in de kern van de Verbodsbezwering, wat een teken kan zijn dat iemand het bestaan heeft opgemerkt van de Verboden Huizen en naar binnen is gegaan. Cornelia slikte. Iedereen zou die scheur gemaakt kunnen hebben, als die wist hoe. Corrado ging verder: - Daarom ben ik daar een kijkje gaan nemen. Iemand heeft daar werkelijk geslapen, en volgens mij heeft die ook een oude ketel gebruikt. Op dat moment was er niemand, maar ik zou willen dat jullie ook eens gingen kijken. Zoals het spreekwoord zegt: "zes ogen zien meer dan twee", misschien is mij iets ontgaan. Iedere aanwijzing kan nuttig blijken om te begrijpen met wie we precies te maken hebben - zei Corrado. - Wat heeft die iemand in de ketel klaargemaakt? - vroeg Cornelia. - Het was niet voorzichtig van mij om met mijn yinger onderin die pot te gaan. Het was in ieder geval geen banketbakkersroom. Ik voel me zo 'II genoeg gekneusd. Ook zonder te moeten nadenken hoe ik verlost kan worden van een of andere toevallige betovering ... - merkte Corrado op. Hij was net klaar met rommelen in een van de kisten. Op
~
~~
D_F_",_A_,_rE_,,_H_E_J_C_H_T_S_E_~
~
~
tafel zette hij een fles neer, die er leeg uitzag en waarop geschreven stond: Sirocco - Strakke Bries, oude stad, Kloktoren, 1892, 35° sec - ... maar de geur leek mij Slangenbloed ... beeindigde Corrado zijn antwoord aan Cornelia. - Dus is het echt een Heks - besloot Cornelia vol spijt. Ze kneep haar lippen samen. - Dan moeten we maar eens gaan kijken. Misschien kunnen we dan beter begrijpen wat ze daar uitvoert - mompelde ze. Corrado knikte. Hij ontkurkte de fles alsof het een wijn van een zeer goed jaar was. Hij werd gelijk omhuld door de siroccobries, in minder dan vijf minuten was hij van kop tot teen droog. Cornelia had nooit gedacht dat je de warme zomerwind kon vangen om die in de winter te gebruiken. Ze lachte geamuseerd. - Het zou gevaarlijk kunnen zijn om oog in oog met een Heks te komen staan - merkte Ander op. Hij keek tersluiks naar Cornelia. - Nestor, ik bedoel de waterspuwer '" zal mij of Grogo laten weten wanneer de kust veilig is. - Cornelia kon maar niet wennen aan het idee dat Corrado voor de helft een trol was, waardoor hij met de stenen kon praten. Aan de andere kant: Grogo was van steen, en de stad was helemaal van steen, dus kon een bericht gemakkelijk van een waterspuwer in de Schoenenweg naar de Toren van Corrado komen, dankzij een soort woordoverdracht via de betoverde stenen Corrado sloot de Siroccofles weer. Hij zag er al wat opgewekter uit. - En nu de rest! Na jullie ontmoeting met het
4@~
':3~
I_I(_)_O_I<_~_D_S_'T_lT_)R_r_T_'_'_T1_\_A_I_~F_"_ _~
~y
Kindspook heh ik wat zitten zoeken naar boeken of artikelen over de Averechtse Magie, maar ik heh niets gevonden. Dat is ergens normaal, aangezien de Averechtsen altijd al verbannen werden ... Maar ik herinnerde mij een oud gedicht in rijmverzen, waar op een bepaald moment over een Averechtse wordt gesproken. Dus ben ik naar dat gedicht op zoek gegaan ... - En heb je iets ontdekt? - vroeg Cornelia. - Zeer weinig, maar dat is nag altijd heter dan helemaal niks - zllchtte Corrado. Ze knikte. - rk heb geprobeerd iets te hegrijpen, maar niets werkt zoals voordien ... Het vuur van de Tovenaars reageert niet '" en ik zie niets magisch, hehalve dan als mijn zicht vertroehelt, zoals met de adelaarsveer van mijn grootvader, of \vanneer ik die striemende kou voel en helemaal onder het ijs kom te zitten ... - Het lijkt erop dat de magie van de Averechtsen precies is zoals het woord zelf zegt ... in zekere zin ... omgekeerd. Ze noemen het ook Contramagie. Ais je het zo bekijkt, is het gemakkelijk te hegrijpen waarom je niet meer fonkelt, of waarom je de dingen niet meer ziet die je eerst wei zag. Toen je tegenover de Zwarte Steen stond, heh je misschien een kracht ontmoet die veel heviger was dan goed voor jou was. Misschien heeft een deel van de magie die uit de Steen vrijkwam invloed op jou gehad, op een of andere manier. Ik weet het niet. Naar wat ik weet uit mijn boeken, is er niemand die kan uitleggen waarom de Averechtsen dit soort
[email protected]~~
I_)_E_.~_A_'_TE_"_H_F_·~_C_H_'I_"'_S_E_"
~
~~
magie hebben, maar het verklaart waarom je helemaal geen fonkeling meer hebt ... en misschien verklaart het ook de kristallisatie op de Grens. - Wat? Dat begrijp ik niet ... ik ben almaanden niet meer bij de Grens geweest ... - schrok Cornelia. Corrado keek haar aan. - En in je dromen? Cornelia stond plotseling als aan de grond genageld. Ze kon het nauwelijks geloven, wat hij nu beweerde. - Maar in die dromen was ik niet bij de Grens ... en het is onmogelijk dat ... - Nee? Volgens mij is het toch heel waarschijnlijk dat een soort 'schaduw' van jou, in de zin van een Weerspiegeling van jou, zich van je losmaakt terwijl je slaapt, en dat die in staat is om op een of andere manier de Nevelen van de Grens over te steken. Toen je mij over jouw dromen vertelde, troffen de eenvoudige, realistische beschrijvingen die je mij gaf, mij telkens opnieuw. Je beschreef de stad Donkerlicht en de Ruilmarkt alsof je er werkelijk was geweest. Dat kan eventueel door de boeken komen die ik jou liet lezen, een beetje fantasie heeft nog nooit iemand pijn gedaan, maar je hebt over het verbrande dorp gedroomd nog voar ik daarover met jou gesproken had ... Verbijsterd bleef Cornelia hem aankijken. - Een Schaduwloper? - mompelde ze. Ze herinnerde zich nog heel goed wat er werd verteld over de schaduw van een magisch wezen. Ze wist dat ze in sommige omstandigheclen een varm konclen aannemen en een eigen leven konden leiden. En ze wist ook
~
~~
I_I_O_O_F_D_H_'_T_l_T_I\c_T_T_'_'_'i\_."_'\_L_}<_C1_ _~
-vy
hoe gevaarlijk ze konden worden. Angstig keek ze naar Ander: ze bedacht dat het weI eens een Schaduwloper kon zijn geweest die hem had aangevallen. De hare. De Sperwer keek haar aan, alsof ook hij net hetzelfde zat te denken. - Ik denk - ging Corrado verder - dat het eerder een Weerspiegeling van jou is die over de Grenzen van de Vallei trekt. De boeken die je hebt gelezen hebben waarschijnlijk je nieuwsgierigheid om de Vallei te zien aangescherpt. Toen je in slaap viel, liet je je geest de vrije loop, en het is mogelijk dat met jouw Weerspiegeling hetzelfde is gebeurd als wat er bij sommige magische wezens gebeurt met hun Schaduw. Je was in staat om overal rond te dwalen ... Toen Ander bewegingen in de Maquis gewaar werd, was het telkens heel vroeg in de ochtend. Jij sliep toen nog. Daarom vond hij Rijp ... het zou een soort manifestatie kunnen zijn van de Averechtse Magie. Zoals wat er gebeurt als je je aan een Magisch Vuur blootstelt .,. - voegele hij eraan toe, om haar te herinneren aan wat er gebeurd was met het Kindspook. - Maar heb ik dan Ander aangevallen? - mompelde ze, uit het lood geslagen. - Geen overhaaste conclusies trekken. Jij was toen op school, en je was niet aan het slapen - zei hij. Haar hart honsde in haar borstkas. Ze had de moed niet om haar ogen op te slaan naar haar vriend, toen ze aandrong: - En als deze Weerspiegeling van mij nu een soort Schaduwloper is geworden? Als hij zich nu eens van mij zou hebben losgemaakt, en in staat is om kwaad te doen ?
-4@-'"' ~
D_E_;J_A_\_T_E_R_]1~_(_'H_T_S_'_E
~
~~
- Jij was het niet - bevestigde Ander nu. Verward keek ze hem aan. - Hoe kun je dat weten? Het was een soort wezen van rook, niet? - En onder die rook had het klauwen en een ruige yacht, en het was klein. Het kon mij aileen tegenhouden omdat ik toen mijn sperwergedaante had. Jij kon het niet geweest zijn - voegde hij er zelfverzekerd aan toe. Corrado keek haar instemmend aan. Cornelia leek wat te bedaren. - Maar hoe slaagt het erin am over de Grens te komen? vroeg ze. - Dat kan ik niet weten, Cornelia. Maar jouw Weerspiegeling is pure magie ... waarschijnlijk weinig magie, in het begin, maar claarna steeds meer. Tot jouw dromen bijna echt werden ... Eerst is iemand in de stad Donkerlicht tegen jou opgebotst en daarna ... heb je de pyjama van je broer gescheurd, weet je nog? Ongecontroleerde magie, of het nu natuurlijke magie of averechtse magie is, kan complicaties en vreemde effecten veroorzaken ... Cornelia staarde strak vom zich uit. Corrado ging verder: - Maar misschien is het enke! magie die invloed heeft op andere magie. Jouw magie heeft ingewerkt op die van de adelaarsveer. Als die veer gouden reflecties heeft, is het waarschijnlijk een veer van Dora. Jouw grootvader kan die thuis hebben gevonden, die nacht toen de Luchtster ontlook en Dora die naar jou braeht. Op dezelfde manier reageert de adelaarsveer, die Natuurlijke Magie heeft, waarschijnlijk op jouw avereehtse magie, waardoor je zieht vertroebe!t.
~
~~
H_O _ _O_li_;'D_S_'T_U_I_<'_T_'_'_T.£_'\_A_I_ ..F
~
~y
- Oke, dat begrijp ik, maar wat moet ik doen om weer te worden zoals eerst? - vroeg ze uiteindelijk. - Denk je dat dat kan? - Meteen voelde ze zich verschrikkelijk stom. De magische wezens hadden de Averechtsen altijd verbannen, dat betekende dat er voor haar geen plaats was in hun midden, en geen genezing. Corrado legde zijn hand op de hare. - Nee. Maar misschien - voegde hij eraan toe, op een toon die geen tegenspraak duldde - kan je eens uitvissen hoe je deze magie moet gebruiken. Misschien kan je haar hegrijpen en haar tot een deel van jezelf maken, zoals je met de andere magie hebt gedaan. Ik denk dat clit de enige hoop is die ik jou, en eigenlijk ons allemaal, kan geven.
13 DEHEKS
anaf die namiddag startte Cornelia vasthesloten een reeks experimenten, om uit te vissen of Corrado gelijk had. Ze sloot zich urenlang op in de Rode Kamer om toverspreuken uit te proheren. Maar telkens als ze een poging waagde, kreeg ze hetzelfde resultaat: niets. Terwijl Maan en Pijl hedisselden wat ze nu precies lOuden doen en onderwijl geen stappen durfden te ondernemen, ging Corrado verder met zijn speurwerk naar de Scharnieren. De rnaand mei hrak aan. Het mooie weer kondigde zich met volle energie aan. In enkele dagen tijd werd het warm, iedereen gedroeg zich alsof het al zomer was. Samen met Ander had Cornelia al enkele van de Verhoden Huizen bezocht. Ze hadden er verschillende aardmannetjes gevangen, en ook het Plein van de Poort teruggezien. De ramen \varen nu dichtgetimmerd, de plaats maakte een houwvallige indruk, en leek meer op
4@"",__H_(_)O __~_~I_)_S_r"r_{_T_K_D_~_~_I{_'I_~I_E_",N_. T
"3~
~
~y
een verzameling ru·ines dan op een plein. Maar Cornelia miste Maan en Pijl. Ondanks het gezelschap van de Sperwer voelde ze zich een beetje aileen. Zeker, hij was een goede vriend, maar bij was iemand van weinig woorden en altijd ernstig ... Ze had iemand nodig die de sfeer wat kon opmonteren met zijn prompte antwoorden, zoals Pijl, en zelfs iemand die een beetje kritiek gaf, zoals Maan. Misschien had Pijl gelijk toen hij beweerde dat ze zo ongenaakbaar was ... ze was zo verdrietig en kwaad op zichzelf en op de magie, dat ze baar stekels had opgezet. Misscbien had Maan zich door haar in de steek gelaten gevoeld. Misschien moest ze nu maar eens de knoop doorhakken en een nieuwe poging wagen bij haar vrienden, want waarschijnlijk was bet wel aan baar om vergiffenis te vragen, dacht ze, terwijl ze haar rugzak klaarmaakte voor de missie van die namiddag. Ze voe!de een blik in haar rug priemen. Toen ze zich omdraaide, stond ze oog in oog met de Sperwer. - Heb je alles? - vroeg hij haar. - Ja, ik ben er belemaal klaar voor. Gaan we? Welk dee! van de stad doen we vandaag? - De Oude Markt - zei Ander. Hij schraapte zijn keel, en vroeg toen voorzicbtig: - En jij? Boek je wat vooruitgang? Cornelia was verrast. Het leek een poging am een gesprek aan te knopen. Ze besloot de gelegenbeid niet voorbij te laten gaan, en glimlacbte. - Misscbien! - mompelde ze. Terwijl ze op pad gingen,
~~
~~
I_J_E_H_E_.. _h_TS_"
~
~~'
verteldc ze hem over haar laatste experimenten die mislukt waren. Het ergstc \varen de betoveringen waarvoor ze andere magische voonverpen moest aanraken. Om de afstoting tussen Natuurlijke Magie en Averechtse Magic te overwinnen, had ze geprobeerd om de toverspreuken om te draaien, te beginnen bij het einde en ze omgekeerd uit te spreken. - Soms - Zllchtte ze, terwijl ze het steegje indraaiden waar de Verboden Huizen zich bevonden - denk ik dat het mij nooit zal lukken omdat het te moeilijk is. Al met al had ik nog maar net begrepen hoe de rechtstreekse magie werkte en ... - opeens besefte ze op wat voor een klagend toontje ze sprak, en beet op haar tong. Ze wilde helemaal niet zeuren. De Sperwer keek haar schuin aan. - Het was niet zo moeilijk om de magie de eerste keer aan te leren. Waarom zou je nu niet in staat zijn am te begrijpen hoe deze magie werkt? - merkte hij op. Daar dacht Cornelia lang over na. Ze bereikten de oude bloememvinkel die al tientallen jaren gesloten was. Zoals ze verwachtten, bestond de voorgevel aileen uit een muur van onregelmatige stenen die op elkaar waren gestapeld tot aan de tweede verdieping. Daarboven was een gammel dak, waar een paar waterspuwers de wacht hielden. Waarschijnlijk waren het deze waarmee Corrado sprak. De oude ramen waren dichtgemetseld, je kon zeifs gecn spoor meer zien van een boog of cen deur. Maar ondertussen waren ze al aan ergere dingen gewend geraakt. Ander keek onderzoekend om zich heen, en draa ide zich
~~
';f~
H_O_O_I_'"'_D_s_'_rr_l_T_h_r_]_)_E_I_<_r:I_'I_E_N_J_ _~
Q)Y
am. - Ik geloof dat iemand ons voigt - zei hij. Cornelia draaide zich nu ook langzaam om, maar de straat leek verlaten. - Magie? - vroeg ze. - Gewone stappen - antwoordde hij. - Laten we ems dan haasten - zei ze. Ander bestudeerde de muur zoals Corrado het hem had uitgelegd. Hij yond de barst in de Verbodsbezwering. Hij opende die, greep Cornelia bij haar arm en leidde haar erdoor. Ze huiverde, en stapte door de muur. Cornelia kreeg een misselijk gevoel en voelde zich duizelen, haar blik vertroebelde. Oat had ze iedere keer als ze door een Verboelsbezwering heen stapte. Een Hinterelun laagje Rijp bedekte de muur, en smolt zodra ze erdoorheen was. Aan e1e andere kant vonelen ze een binnenplaats. De plaats had een strak afgelijnde vorm, omringd door wilen en een reeks etalageruiten van winkels die al eeuwen gesloten waren. Gude ranken van dode klimplanten grepen overal om zich heen. De enige rode klimop waar nog leven in zat, hael de westelijke muur helemaal begroeid, er de zuilen en oude lantaarns overwoekerel, en was zelfs over de drempel gegaan van de winkels met kapotte ramen in hun vensters en deuren. Ander wees naar enkele kleine moddersporen op de stenen. Dc sporen van Corrado moesten door de regen zijn weggeveegd. Maar dit waren verse afdrukken, en veel kleiner. Ze keken elkaar aan. Met hun hand op hun kruisbogen am drankjes af te vuren, begonnen ze door de Verboden Huizen te dwalen. Cornelia deed een paar stappen in de gang voorbij de deur, om een blik te werpen op de oude, verlaten winkel. Ander keer-
~~
~~
D_]_~_I_-I_E_I_{_S
~
~
de nogal snel terug van zijn speurtocht door de andere kamers op de verdieping van de hoofdconstructie, zonder een woord te zeggen. Cornelia leidde claaruit af dat hij niets interessants had gevonclen. Het was een vreemde plek, die z6 was doordrongen van magie, dat men soms van de ene verdieping naar beneden ging naar de andere, en toch de inclmk had omhoog te gaan, en omgekeerd. Bovendien zorgde de Averecbtse Magie ervoor clat Cornelia zich vreemcl voelde, haar handen bevroren terwijl ze de IlLlizen onderzochten die met donkere, okerkleurige stenen waren opgetrokken. Cornelia stapte naar enkele kleine bogen. die uitkwamen op minuscule tuintjes die er als verlaten eilanden bij lagen. De zon scbeen op gele tomatenplanten die op dichtbebladerde boompjes leken. - Iemancl heeft bier tomaten geplukt ... denk je dat een Heks zich daarmee bezighouclt/ - mompelde ze. roen ze een paar afgeknapte takjes yond. - Misschien is ze hier gevveest, en dacht ze hier een onderk0111en te vinden - antwoordde Ander. Hij bleef de hele tijd om zich heen kijken. alsof hij verwachtte dat hij elk ogenblik kon worden aangevallen. Opeens sprong hij op en draaide zich 0111 naar de trappen. Ook Cornelia hoorcle een licht gekrab en ging weer bet huis binnen. - Deze pick zit echt vol aardmannetjes ... - tluisterde ze. De Sperwer knikte fenn. - Vroeg of laat zullen we terug 1110eten k0111en 0111 ze te vangen - 111erkte hij op. Maar halverwege
zijn zin stokte hij. lets was gevallen, in een kamer op de verdieping hoven hen. Snel wisselden ze een blik van verstandhouding, en repten zich toen naar boven. Net op tijcl zagen ze de slip van een versleten tuniek cloor cle donkere gang verdwijnen. Halsoverkop zetten ze de aehtervolging in, sprongen over oude stoelen, omvergevallen meubels, kapotte emmers, antieke staande lampen en hrokstukken van kleine instortingen. Opeens werd het zieht van Cornelia opnieuw troehe!. Maar deze keer was het niet het verwarde t1addergevoel waaraan ze langzamerhand gewencl was geraakt: ze voelde hoe de lueht were] weggezogen. De koudegolf die haar nu voluit trof, deed haar bijna t1auwvallen. - Pas op! - sehreeuwde ze. Ze zwaaide wild met haar handen in het rond om overeind te blijven. Maar Ander stopte te Iaat. In een warrige Nevel voeide ze de vioer v66r haar omhoog komen. Ander raakte ergens in verstrikt, hij werd omhoog geslingerd in een regen van steenpuin en stof, terwijl Cornelia op de grond werd gesmeten. Angstig hetastte Pijl de muur. Ondertussen stond Maan te stampvoeten. - Hoe is dat nou l11ogelijk, clat jij dat niet kant verweet ze hem. - WaarOI11 probeer jij het niet, in plaats van claar te staan l110pperen en brommen als een ouwe knorrepot? - antwoordde hij. Op dat moment stootte hij met zijn vingertoppen op een spleet in de muur en wurmde zijn hand naar binnen, onder de
4@~ .~
D_·E_.. _H_E_K_rS_'
~ ~y
Verbodsbezwering door. Zijn hand verdween, en hij trok. Er was een flits achter de muur. Maan kreunde. - Eindelijk! Laat mij eens zien! Wat voor een plaats is het? - schreeuwde ze, terwijl ze hem met een elleboogstoot wegduwde. - Ssst! Straks horen ze ons nog! - berispte hij haar, terwijl hij probeerde de barst die hij had gevonden wat groter te maken. Een lange scheur in de bakstenen muur verscheen voor hun ogen. - Het is vast en zeker een van die magische wijken waar Corrado over sprak. Kan je je dat nog herinneren? Maar wat zijn ze hier komen doen? - zei Maan. Ze stak haar hooEd naar binnen om beter te kunnen zien. - Wi! je weI eens ophouden met mij al die vragen te stellen? Ik weet evenveel als jij ... - velweerde hij zich, en gaf haar een duw naar voren. Maan werd door de muur opgeslokt. Ze kwam op de binnenplaats terecht. Pijl volgde haar, en schoof de kanten van de opening waarlangs ze gekomen waren weer tegen elkaar. - Hmm ... die geur ... die heb ik al eens geroken '" Op de zolder waar we die fladderaar hebben gevangen - zei ze. - Misschien zitten hier ook fladderaars. Omdat het hier zo verlaten is '" - opperde PijI. Cornelia en Ander leken te zijn verdwenen. Pijl ging naar enkele verdroogde planten, en keek naar de oude huizen. - In zekere zin is het we! raar. Het is alsof we nu de stad zien, die verlaten is ... Wat doen we nu? - We volgen hen, wat een vraag! - brieste Maan. Ze wees naar de afdrukken op de grond.
~_ _I_-I_(_)O_I<-'_l_)_S_T_{_;_K_D_E_I_·~_T_I_F_~N_'
~
T_ _
~~
~y
- Weet je dat Ander ons vroeg of laat in de kraag zal vatten? Om eerlijk te zijn, ik weet niet hoe we tot nu toe onopgemerkt konden hlijven ... - Nu zie je zelf dat hij niet zo bij de pinken is als jij wei ge100ft! En daarhij, je moet nu niet vervelend gaan doen ... Hoe komen we te weten wat die twee in hun schild voeren als we ze niet van dichthij volgen? - zei Maan. - Misschien zijn ze op jacht naar fladderaars. Ik denk dat we hier beter kunnen wachten. We hebhen geen materiaal bij e)Os. Maan stapte naar een deur en piepte naar hinnen. - Maar het is niet eerlijk. Wij zijn ook Bewakers! Pijl zuchtte. De waarheid was dat zij niet langer naar de bijeenkomsten gingen bij Corrado thuis. Nu moesten ze daarvan de gevolgen dragen. - Ik denk dat we ons moeten verontschuldigen en terug moeten gaan naar de Toren, zander verdere smoesjes! - mopperde hij. Maan protesteerde luid. Met een vernietigende blik draaide ze zich om. Maar ze kreeg de kans niet om iets te zeggen, want uit een van de gehouwen kwam een oorverdovende knal. Er weerklonk een schreeuw. Verschrikt vlogen de mussen op het dak weg. Maan en Pijl dachten nergens meer aan, zelfs niet aan hun gekrenkte trots. Ze stormden in de richting van het geluid. Algauw waren ze verloren in een wirwar van trapjes, gangen en kamers die met elkaar in verbinding stonden. - Potjandorie, wat nu? - jammerde Pijl. - Daarlangs! - gilde Maan. Ze spume naar boven via een kleine trap, alsof ze precies wist waar ze naartoe moest.
~~
"'3~
I_::>_E_H_E_I_{_S_:'
~
~.
Cornelia kreeg een hoestbui. Ze probeerde om zieh heen te kijken, maar het stof en het puin beletten haar het zieht. Ze probeerde te gaan zitten. In een stofwolk merkte ze een been van Ander op, dat uit de kooi van lianen bungelde waarin hij gevangen zat. Ze hoorde hem brullen van woede en frustratie. Voor de eerste keer daeht ze aan wat een dier of een aardmannetje moest voelen wanneer het in een net verstrikt zat. - Het spijt me, waeht ... ik probeer je nu te bevrijden. Verdikkeme toeh '" ik had het eerder op moeten merken - zei ze. - Hoezo? - mokte Ander. - Ik heb helemaal niets gemerkt. - Ik weet het. Het was een net. speeiaal om jou uit te sehakelen, Sperwer - zei een stem toen aehter Cornelia. Ze probeerde zieh om te draaien, maar de stem gebood: - Jij! Niet bewegen, minderwaardig stuk onbenul! - Het meisje vOelde iets tegen haar ribben drukken. Ze verstijfde. Ze zag nog steeds een vormeloos, melkaehtig waas, en besefte dat ze niet veel kon uitrichten. - Laat haar - zei Ander. Hij bewoog heftig heen en weer in het net. - Als ik klaar ben. Weet je, ik daeht niet dat het zo gemakkelijk zou zijn om juUie Gevleugelden te vangen, met al die hoogmoed die jullie hebben ... - zei de stem. Cornelia bewoog liehtjes. Ze voelde de kou weer meester worden van haar handen en het puntje van haar neus, alsof de Avereehtse Magie vanzelf reageerde. De zon buiten tekende een sehaduw op de vloer van de persoon van wie de stem was. Hoewel ze het niet goed kon zien, was het niet zo moeilijk om haar te herkennen:
~~_ _I_I_(_)O_~-"_I_)_S_T_l_T_K_D_E_~'_R_T_I_E_",~
~~
~
~~
ze droeg een punthoed met een brede rand. - Je bent een Heks, niet? - fluisterde Cornelia zander zich te bewegen. - Je lijkt intelligenter dan ik dacht, juffertje - zei de Heks. - En nu zwijg je! - Wat wil je? - vroeg Ander. De toon van zijn stem klonk kahn en rustig. De Heks antwoordde. - Ik wilde jOu van dichtbij bekijken. Ik vraag me af waarom een magisch wezen, al is hij dan van een lagere rang, zijn tijd verdoet met de mensen als hij daar niet toe verplicht wordt ... - Wat wil je? - herhaalde hij, terwijl hij langzaam zijn hand bewoog om de Sica te pakken. De Heks bewoog de punt die ze tegen de ribben van Cornelia hield. Ze grinnikte. - Het zal je niet helpen om je magische dolk te pakken. Ja, ik weet dat je er een bij je hebt, en ik heb je ook gezien terwijl je stomme aardmannetjes aan het vangen was met die meid hier. Maar dat is niet wat Sperwers gewoonlijk doen, wei? - Als je alleen maar wat wilt praten, was het niet nodig geweest om een val te zetten, of om iemand te bedreigen - zei Ander. - Misschien, maar het is niet gemakkelijk om jou te benaderen, in de Maquis ... en zo ben ik zeker van je volle aandacht. Of vergis ik me? Cornelia voelde een brok in haar keel. - Spreek - zei Ander.
-4@~
~~
]_)_E_H_E_,.._h_rs_,
~
~~
- Ik weet dat zich aan deze kant van de Grens een zeer machtige Fee verborgen houdt. In de Maquis wordt ze bijna nog meer gevreesd dan de heIe Raad van de Hogerangs samen. Ik ben ervan overtuigd dat zij achter dit alles zit! Zij is het die de Poort heeft gesloten, zij is het, die wil dat de Vallei door haar Nevelen wordt opgeslokt .. , Ze had zelfs de Zwarte Steen in de Nevelen verborgen, maar ik heb die gevonden. Net zoals ik de weg hierheen heb gevonden. lk weet niet hoe, maar ze heeft het gemerkt, en heeft een Grim op mij losgelaten. Ik weet dat die jou ook heeft aangevallen. bij de Grens, ik heb je gezien toen je met hem de strijd aanging ... - Dus het was echt een Grim? - mompelde Cornelia. - Waar bemaei jij je nou weer mee? Zwijg, heb ik gezegd! gromde de Heks. Ze duwde de punt wat harder tegen de ribben van Cornelia, die zaehtjes kreunde. De Heks ging verder: - Wat we nu moeten doen is haar vinden en haar doden. Aileen op die manier kunnen \ve de Vallei redelen. - Niemand kan naar de Vallei terugkeren zolang de Poort gesloten blijft - zei Ander. Cornelia hoorcle een klein stemmetje dat iets zei. Toen slaakte de Heks een wehr. - Ik wel. Maar ik e10e het niet, totelat ik die vervloekte Fee heb opgeruimd. Het mistwolkje dat de ogen van Cornelia versluierde, trok weg. Een vage oranje golf zorgde dat de nevelsliert wat vaster werd. Cornelia huiverde: ze voelele hoe de Averechtse Magie zich op haar haren began te kristalliseren. - Met z'n tweeen zouden \ve haar kunnen overwinnen. Zij,
HOOFDSrFUK
DERTI}j~N
en haar vervloekte Grim. Dat is mijn voorstel. Als het ons lukt, zal ik jOLl de weg wijzen om terug te keren naar de Vallei. Je moet de rivier volgen, het water is de enige weg. Maar daarlangs terugkeren is onmogelijk, zolang de Grim de Grens controleert. WeI, wat vind je hiervan? - Nee - antwoordde Ander. In een flits sneed hij het net waarin hij gevangen zat doormidden. Hij smakte op de grond. lets wat op glas leek, brak in scherven. De Sperwer rolde als een kat opzij om gelijk weer op te springen. Hij richtte de Sica op de Heks. Ze keek er lange tijd naar, de glimlach op haar gezicht bevroor. - Begrijp je het niet? Het is de enige manier om ... -Jij begrijpt het nict - zei de Spenver. hij siste minachtend. Het is niet de Fee die dit heeft: gedaan! ZU is het niet! Toen was het een kwestie van seconden. De ijzige lucht sneed door Cornelia al5 een kolkende rivier, flitsende ijskristallen verspreidden zich langs de gang als bliksemsnelle wortelvezels. De Heks schreeuwde, en deed een stap achteruit. Haar ogen fonkelden van angst. - .Iij bent het! .Iij hebt de Grim opgeroepen! - gromde ze, en probeerde haar te raken. - Af! - beet Ander haar toe. Cornelia wierp zich snel opzij, de Heks kon aileen haar jas afrukken. 1\a een aarzeling van enkele seconden vluchtte de Heks. Ander wilde Cornelia helpen om op te staan, maar Cornelia riep: - Met mij is alles oke! Vlug, volg haar! Maar in cen werveling van losgescheurde kleren was de Heks
~-,,
~~
D_E_~_H_E_I_{_S
~
~~.
al door een kleine deur verdwenen. Ze botste tegen iemand op, die tegen de muur werd gesmakt. De Heks stond vlug weer op, en vluchtte verder. De Sperwer stortte zich in de donkere gang, en botste tegen dezelfde persoon op. Er ontstond een gigantisch tumult. Als een golfslag werd Cornelia opnieuw overvallen door een magische toestroom, die haar deed duizelen. En toen stopte alles. Er waren aileen nog stemmen. - Wat heb je met Cornelia gedaan? - schreeuwcle Maan. - Wat is er gebeurd? Wie was dat? - vroeg Pijl. Het ijs knisperde overal. De ogen van Ander keken op naar Maan, die hem de weg had versperd. Van boven aan de trap vroeg de stem van Cornelia: - \Vat zou hij met mij gedaan hebben? Haar kleren stonden stijf van de Rijp. Ze leunde tegen de muur alsof ze bang was dat ze zou vallen. - Bij alle aardmannetjes! - schreeuwde Pijl. - Wat is er met jou? - vroeg Maan, die naar voren sprong om haar te helpen. Cornelia kon nog net ant\voorden: - Niets, niets ... maar bedankt dat jullie gekomen zijn. - Maan snelde de trap op en verpletterde haar in een woeste omhelzing. - Hebben jullie gezien waar ze naartoe is? - drong Cornelia aan. - Nu je het zegt, wie was dat? - vroeg Pijl. Zijn ronde ogen
~
.
o~-<:
HOOl<-'DSTUK DEHTIEN
::>--«
"" . waren wijd opengesperd. - Heb je haar gezien? - wilde Maan weten. Pijl knikte. Ander glipte weg, om de kamers te controleren die uitkwamen op de verdieping eroncler en om de binnenplaats te inspecteren. - Lange blonde haren, amberkleurige ogen, ze is echt heel knap ... - bloosde Pijl, telwijl hij de figuur voor zijn geest haalde die tegen hem op was geknald. - Maar het is geen goede zaak, he? - Zllchtte hij, toen hij de uitdrukking op het gezieht van Cornelia zag. - Het is een Heks - begon ze uit te leggen. Ander keerde terug, zijn vingertoppen zaten onder het krijtstof. - Ze is door een Magische Cirkel gestapt, maar ondertussen is die weer dicht - zei hij. De anderen daalden de trap af. - Een Heks? Maar wat wilde die van jullie? Wat deed ze hier? En wat doen jullie hier? - vroeg Maan. - Vertel eens liever ... - vroeg Cornelia, die de Rijp van haar kleren probeerde te vegen. - Hoe hebben jullie ons gevonden? - We hielden jullie in het oog. - Pijl kuchte, hij schaamde zieh een beetje. Hij ging naar buiten, naar de binnenplaats, de anderen volgden hem. - Maar hierbinnen is het een waar labyrint, zei Cornelia. Ze beefde aIs een espenblad. - Zelfs Ander heeft niet gemerkt dat jullie ons volgden, is het wei? - De Sperwer wierp haar een blik toe, ze glimlachte terug. - Inderdaad - zei hij droog. - We zijn sterk geworden, he? - Maan krulde haar lippen in een wantrouwend glimlachje. - Twee heuse OOTs! Maar hierbin-
~
~~
D_E_,,_I_I_E_I_{_S
~
~~.
nen volstond het om jouw parfum te volgen '" je hebt z6veel op dat - Parfum? - vroeg Pijl. - Ik gebruik geen parfum - Cornelia keek haar verrast aan. - Toch wel!]e ruikt naar chocola en salie ... - hield Maan vol. Cornelia voelde hoe haar gezicht opklaarde. Aangezien Maan opnieuw met haar praatte, was het nu niet het moment om vragen te stellen over haar parfum en haar gewoontes. Het leek haar bijna heerlijk om opnieuw te worden terechtgewezen. Dus dat betekent dat we weer op jullie kunnen rekenen? Zoals vroeger? - vroeg ze. - Natuurlijk! Ondertussen zouden jullie begrepen moeten hebben dat jullie zonder ons in de problemen zitten '" zo is het toch? - vroeg Maan. Pijl keek Ander lang aan en het toen zijn ogen op Cornelia rusten. Eij glimlachte naar haar. - Goed, Heksen ... gedraaide Scharnieren ... verborgen delen van de stad ... wat zouden jullie vinden van een hapje, terwijl jullie ons wat op de hoogte brengen? Misschien in de Groene Lantaarn! - stelde hij voor. Floor vloog brommend rond het hoofd van Petra. Ze ging op haar hoed zitten. - Ik had je nog gewaarschmvd om voorzichtig te zijn ... je wist niets van die Sperwer af. Petra schudde haar hoofd, ze hield haar lippen stijf op elkaar. - Het geeft niet. - Hoezo, het geeft niet? ]e hebt je plan verklapt aan de Fee, en het lijkt erop dat de Sperwer haar dienaar is ... We hebben ons
HOOFDS'"J1l;K
DERTIE~
o~-<>-------------------_:::--E<
.,j
•
vergist toen we dachten dat de mensen de magie vergeten waren! - Maar zij is geen Fee. Oat is onmogelijk. Ze spuit geen fonkelingen ... En daarbij '" kijk eens om je heen! De mensen zijn de magie vergeten! - Ik zeg jou dat ze een Fee is' Maar je hebt gelijk, ze is anders: ze is een Averechtse ... Misschien zijn alle Averechtsen hierheen gevlucht ... wat misschien nog slechter is dan we dachten ... Daarom zeggen ze in de Maquis dat ze 20 sterk en zo verschrikkelijk is, en waarom ze de Vallei en al haar bewoners wil vernietigen. Die Grim is vast en zeker haar helper ... - Vervloekte Feeen en verrekte Tovenaars! - gromde Petra. Tranen van woede welden in haar ogen op. - Maar ze zal ervoor boeten. Voor alles. Als ze mij niets heeft gedaan, dan is dat omdat ze bang is voor de Zwarte Steen - voegde ze eraan toe, terwijl ze hem in haar hand klemde. Een onrustwekkend oranje licht glipte tussen haar vingers, en verspreidde zich zacht golvend. - Verdorie tach ... waarom was ik bang? Ik had haar moeten doden ... onmiddellijk! Ik had haar in mijn klauwen! - Maar je hebt het niet gedaan. Wat denk je nu te daen? Nu weet ze dat ze ontdekt is, en ze weet dat wij er zijn ... - gonsde Floor bezorgd. - Ze weet over mij, niet over jou. In ieder geval weet ik nu oak wie zij is ... - mampelde Petra. - Zo zal het gemakkelijker zijn om haar op te ruimen. Terwijl ik nadenk hoe we dat zullen doen, moet jij haar bespieden. Zoek haar zwakke punt. Als we dat weten, zullen we de Vallei kunnen bevrijden van haar duistere krachten.
14
DE PAREL ENDEDRAAK
e daaropvolgende weken vlogen voorbij. Ze stelden aUes in het werk om de verloren tijd weer in te halen. De vrienden vormden een blok, zo hecht als ze nog nooit eerder waren geweest. Zelfs Corrado was verrast over de verandering, die zo plots opgetreden was. Ook de Averechtse Magie van Cornelia werd grondig geanalyseerd, in al haar vreemde effecten die zij had op haar en op de personen random haar. Ze ontdekten bijvoorbeeld dat ze ook storingen op de televisie veroorzaakte, wat grate hilariteit wekte ... Ook spraken ze diepgaand over de vele verandersteUingen die de Heks had geuit, over de Grim die in de Nevelen woonde, over het feit dat ze overtuigd was dat ze de Zwarte Steen had, en over de oranje gloed die haar overed vergezelde en haar aanwezigheid verried. Iedereen wist dat de Zwarte Steen niet meer bestond. Maar wat de Heks bij zich c1roeg, in de overtuiging dat
het de Zwarte Steen was, moest in ieder geval magisch zijn. Uit de beschrijving van de kinderen leidde Corrado af dat het een van de Parels moest zijn die van een Scharnier was weggerukt. Die veronderstelling zorgde voor een niet te verwaarlozen probleem van grote omvang. Maar een nog groter probleem was, dat ze de ontbrekende Scharnieren nog moesten 'linden. Gelukkig was de sfeer wat vrolijker geworden. De vrienden en Corrado brachten hun namiddagen vaak in de tuin door. Daardoor voelden ze zich mindel' bedrukt door het asgrauwe, steeds matter wordende licht dat boven de Verborgen Vallei hing, en dar door het raam van de Vesperkamer het huis binnenscheen. Ze begonnen weer grapjes te maken en elkaar te plagen. Uit de beschrijving die Maan had gemaakt over het 'parfum' van Cornelia, begreep Corrado dat Maan dankzij haar schram van een jaar geleden nu de Hjne reukzin van de Griffioen in zich droeg. Maan was daar niet zo tevreden over. want ze had nu een reden om nog meer te klagen over haar ongeluk. Maar iedereen wist dat ze diep in haar hart er best gelukkig mee was, omdat ze nu eindelijk iets kon dat wat een ander niet kon. Omdat het zo ongewoon was, kon het bovendien een nuttig wapen zijn voor een Bewaker. Nu het mooi weer \verd en het schooljaar bijna voorbij was, kreeg Pijl meer tijd am met Ander mee te gaan am de Maquis te controleren. De Sperwer vond dat helemaal niet vervelend, integendeel: hij leerde hem hoe hij zich in de Maquis het beste kon verplaatsen tussen de dichte begroeiing die vaak behekst was. Op zijn beurt vertelcle Pijl hem over cle mensen en hun leven,
~__I_)_E_P_A_R_E_8L_E_"N_T_D_F_8_D_I_{_A_A_.l_{__~
~~
~1:.
waaraan de Sperwer langzamerhand gewend begon te raken. Cornelia voelde zich beter, maar ze slaagde er nog niet in om te begrijpen hoe ze haar Averechtse Magie moest gebruiken. Dat maakte haar soms wat neerslachtig. Terwijl Maan die namiddag aan het oefenen was om sommige magische geuren te herkennen in het vaste arsenaal met stalen dat Corrado haar had gegeven, begon ze de lichte geur gewaar te worden van verbrande chocola, die haar vriendin altijd om zich heen had wanneer ze kwaad was. Met een doffe klap sloot ze het Boek van de Geuremissies en rekte zich uit. De misselijk makende mengeling van geuren die ze had proberen uit het hookl te leren (geur van de Spuitbloem ... bah) verdween. - Ik geloof dat de jongens eraan komen. Ik ruik de geur van dennenhars - kondigde ze aan. - We zouden wat kunnen pauzeren, vind je ook nice Cornelia keek haar verbaasd aan. - Dennenhars? - vroeg ze. - Precies, had ik jou dat niet velteld? Pijl ruikt naar hars van dennenbomen, precies een deodorant voor auto's! - giechelde ze vrolijk. - Ander daarentegen heeft een geur die een beetje lijkt op de geur van de lucht na een regenbui. Koud en vochtig ... de geur van de winter - ze huiverde en krulde haar neus op. Misschien had ze daarom dus een hekel aan hem. - En ik? - vroeg Corrado. Hij keek op uit zijn verslagen over magische curves, trajecten en vervonnde ruimtes waar hij zieh al dagenlang in verdiepte, op lOek naar het vierde Seharnier. Maan voelde hoe ze bloosde. - Nou ... natte steen ... - zei ze - maar dat is normaal, aangezien je een halfbloed steen bent '"
~~_ _H_O_O_11-'_D_S_'_r:L-'_I_J_l{_"_TE_::E_"_R_r_r_IE_t._N_T__~
~~
~y
- Dat kan ik me voorstellen - glimlaehte hij. Maan sehudde haar lange rode haren naar aehteren. - Ik zou me de geur van de Heks willen herinneren, maar tot nu toe heb ik aIleen maar onderdelen van die geur gevonden, in deze stalen. Zwart gras, venkelzaden, aren van springzaad, eikensehors, verse rozen, vlierboominkt en nog iets bijtends dat ik tot nu toe niet kan thuisbrengen - klaagde ze met een vertrokken gezieht. Nog voor Cornelia kon antwoorden, waren de jongens al in de tuin. ]e kon zo van hun geziehten aflezen dat er iets niet in de haak was. - Wat is er? - vroeg Corrado. Zijn gezicht betrok. - We hebben resten gevonden van dode dieren, op de zomerbedding van het stroompje dat door het Park loopt - zei Ander. - Een watermannetje? - vroeg Maan. - Missehien een ontsehorser? - glimlaehte ze. - Erger, denk ik ... kijk - zei Pijl somber. Ander wierp het karkas van een hert op de grond. Of liever: wat er nag van restte. In de tuin was alleen nog het geluid te horen van de bladeren die in de wind ritselden. Corrado boog voorover over het karkas. Toen stond hij op, zijn gezicht was grauw. - Een Lieodont. Hij moet hier tereehtgekomen zijn door de rivier af te zwemmen. Met een boot is dat onmogelijk, en de oevers zijn te steil om erop te klauteren, maar missehien kan een Licodont zich verplaatsen tussen de Vallei en hier door zieh onder water voort te bewegen ... - War? Wat is een lico-lie ... ? - vroeg Maan.
DE
PAI~EL
EN DE DRAAK
- Lycodon Infidus, in de volksmond ook Waterdraak genoemd - legde Corrado uit. - Aan de beten te zien, was hij gelukkig nog klein ... - Zit er een draak in onze rivier? - jubelde Maan met een extatische glimlach op haar gezicht. De donkere blikken van de anderen bekoelde haar enthousiasme meteen. - Denken jullie dat het iets te maken heeft met de Heks? - vroeg Cornelia. - Ik zou me niet zozeer druk nuken om een Draak maar meer om een Grim ... - merkte Pijl op. - 0, misschien weI - zei Cornelia. Ze trommelde met haar vingers op de tafel. - Als hij echt bestaat, is de Grim een wezen van rook en zwarte magie. Misschien is hij zelfs voor een draak gevaarlijk. - Hoe dan oak, welk soort beest kan er nu een hert zo toetakelen? Het lijken eerder beten van een wolf ... een gigantisch grote wolf, dat weI - piekerde Pijl. Corrado knikte. - Licodont betekent 'met wolventanden'. De Waterdraak is heel mooi, maar je moet hem beslist niet onderschatten: hij heeft: krachtige kaken. En hij is geen vegetarier. AIleen de waternimfen kunnen hem benaderen en berijden. Maar hier zijn geen waternimfen, jammer genoeg ... Ik hoop in ieder geval dat het kan wachten. Op dit ogenblik heeft het probleem van de Heks en de Scharnieren voorrang. Als hij in de Maquis blijft, dan zal hij nu weI niemand anders aanvallen - wchtte Corrado. - Ik zal in ieder geval stroomafwaarts voor bakens zorgen, bij de kleine stenen dam, zodat voorkomen wordt dat hij
ergens anders gaat rondzwerven, waar hij weI voor problemen kan zorgen. Tot daar is de rivier behoorlijk wild, zelfs de vissers komen er nooit ... De volgende zondag had Cornelia weer een vreemde droom. Het was heel erg warm, ze was naar boven gegaan in de duiventil, omdat daar een fris briesje stond die de lucht lichter maakte om in te ademen. Ze had zich in de schaduw genesteld en zat te lezen. Hoewel het nog ochtend was, was het al behoorlijk warm. Omdat het boek dat ze aan het lezen was niet zo bijster interessant was, en het de avond voordien laat was geworden tijdens haar pogingen om haar Averechtse Magie te leren gebruiken, begonnen haar oogleden zwaar te worden. Ze leunde met haar hoofd tegen de stenen muur, en liet zich heerlijk wegzakken. Maar, zodra ze haar ogen dichtdeed, trof cen vochtige, koude walm haar in haar gezicht. Meteen wist ze dat dit een van haar rare dromen werd. Ze huiverde. Als ze er goed over nadacht, leek het zelfs geen droom, want ze kon nog het geklapwiek van de duiven op het dak horen. Maar toen ze haar ogen opende, stond ze aan de rand van de Nevelen. Onder haar stroomde het water over de stenen. Cornelia stond tot aan haar knieen in het water, haar schoenen waren doornat en haar voeten voelden ijskoud. Een stem links van haar deed haar opschrikken. - ]e zou nu weI echt eens moeten ophouden met altijd maar in mijn dre)Jnen op te duiken - berispte haar broer haar. Cornelia draaide zich om, en zag hem. Hij zat op de rotsige oever van de rivier, en keek haar geergerd aan. Ze zaten opnieuw in een Zielservaring.
DE PAREL EN DE DRAAK
- Hallo. Wat ben je aan het doen? - vroeg ze. Hij zat in het gras, in de grijze, wuivende nevel, en leek he!emaal op zijn gemak. Vol ongeloof zag Cornelia dat hij een vislijn aan zijn blote teen had gebonden. Zo leek hij weI een beetje op Huckleberry Finn l , maar dan wat ouder. - Ik ben aan het vissen, zie je dat niet? - zei hij. - En ... bijten ze? - hoorde ze zich vragen. - Tot nu toe ben jij de enige die bijt - antwoordde hij. - Ik ben geen vis - verbeterde ze hem lachend. Maar Juliaan zette zijn antipathieke grijns op, die hem za goed stond. - WeI, wat doe je daar dan in de rivier? Ais ik jou was, zou ik beter op het water letten ... Cornelia fronste haar voorhoofd. Op dat moment vingen haar ogen vlakbij een beweging op. Een kleine, oranje zan schommelde aan de andere kant van de rivier, en kleurde het water met parelvormige weerspiege!ingen. Het oppervlak bewoog, iets kwam vlakbij omhoog en dook dan weer onder. Rond haar enkels klotste het water. Er was iets dat ze niet goed kon onderscheiden, dat tegen haar opbotste. Met haar gezicht voorover vie! Cornelia in het water. Een gesis dat door merg en been ging, vulde haar hoofd. Haar broer trok aan de lijn en ... BAA1.' Cornelia maakte een doffe kopstoot tegen de stenen muur. Ze zuchtte van opluchting. Ze was weer thuis, in de duiventil. Net zoals de vorige keren, was ze helemaal bezweet en had J HOQfdpersoon IIi! 'De LUlj!.ecaliell call Hllck!eberll' Fillil" call de Amerikaanse schrijuer Mark Twaill ell ceruo!g op 'De LOlgecallell uall ]tilll Sauyer". I'celleens call Mark Tu'aill,
~~_ _I_-I_O_O_:F'_D_S_'_T_l_J_I{_'_TE_""E_1'_R_r:r_'_IE_N _ _~
~~
~1:
ze het ijskoud. Maar deze keel' was ze ook van kop tot teen kletsnat. Alsof dat nog niet genoeg was, had een lichte laag Rijp nu ook aUes rondom haar bedekt. De duiven hadden hun toevlucht genomen tot het dak van de buren, vanwaar ze haar verbijsterd aanstaarden. Die dromen begonnen steeds vreemder en opdringeriger te worden. Toen de zon de volgende dag om twaalf um haar hoogste punt had bereikt, stonden de vrienden samen op de bus te wachten. Corrado had eindelijk de coordinaten kunnen berekenen van het vierde Scharnier: het zag ernaar uit dat die zich aan de rand van de stad beYond, middenin een industriezone. - Wat denk je, hehhen die clromen volgens jou een hetekenis? - vroeg Maan. - Ik weet het niet. Heb je een geniale raad voor mij? - antwoordde Cornelia terwijl ze uitstapten, vlakhij een afdak dat onder de korsten zat. Vandaar begonnen ze te wanclelen in de richting van de oude Romaanse brug. Ze liepen cloor smaUe steegjes met omheiningen, waarachter grommencle honden wild hlaften. Ze ontweken vrachtwagens en bestelwagens. Ten slotte moesten ze nog een steil stuk weg afleggen, dat in de richting van de bergen liep, tot aan de oude Romeinse heirweg, een weg die eeuwen geleden door de soldaten weI'd gehruikt, maar die nu verlaten was sinds de hrug was ingestort. Na heel wat geblaas en gepuf van Maan, bereikten ze via deze steile weg het doel van hun expeditie. Maar helaas, nadat ze warmte cn vermoeidheid hadden
DE
PARF~L
EN DE DRAAK
getrotseerd bij deze beklimming, stond hun de ergste verrassing te wachten die ze maar konden bedenken. Het Scharnier was duidelijk zichtbaar, precies een oude ru·ine. En net als een oude ruine was ze '" - ... gebroken - mompelde Ander, op zijn gebruikelijke nuchtere toon. De anderen begonnen meteen de brokstukken op te ruimen. Cornelia kwam dichterbij. Ze strooide wat Sproeistuifmeel, en bestudeerde lange tijd de Stromen en het Scharnier. - Valt het te repareren, volgens jullie? - vroeg Pijl. - De plaat lijkt in orde te zijn en de Stromen zijn er nog. Er is aIleen een schijf van de wil gebarsten. Misschien kan Corrado een nieuwe maken ... - zei Ander. Zo kwam Corrado's bevoorrechte relatie met stenen hun goed van pas! De vrienden namen de brokstukken van het Scharnier en maakten de Parel los van de metalen plaac in de overtuiging dat het voorzichtiger was om ze mee te nemen dan haar achter te laten voor de Heks. Het duurde even voor het lukte, maar uiteindeIijk kregen ze haar los door te wrikken met een stuk hout. De slag was echter zo hard, dat de Parel wegschoot en naar beneden began te rollen. Cornelia Iiep erachteraan, en probeerde haar te pakken. Ze daalde zo snel af dat ze in een oogwenk op de oever stond. Toch kon ze niet verhincleren dat de Parel in het water belandde. Een vreemde flits deinde onder het wateroppervlak. Een slanke, ongrijpbare verschijning dook op uit de rivier, een beetje verder stroomafwaarts. Met een gevoel abot' ze dit al een keer
~_ _I_I(_)_(_)F_'_D_S_'~_I'_"l_TK_\_:_E_E_I_·~_T_I_E_N _ _~
~~
Q)Y
eerder meegemaakt had, draaide Cornelia zich am naar haar vrienden. Plots besefte ze waar ze was. Ze was precies op het punt waar ze haar broer had ontmoet in haar droom. Waar ze in het water werd gesleept door dat onzichthare ding. Met haar hart kloppend in haar keel keek ze in de richting waarin ze die kleine oranje zon had gezien in haar droom, maar ze zag niets. Dus daalde ze af naar een lager gelegen rots. Ze stak haar hand uit om de Parel te grijpen die haar ontsnapt was. Nauwelijks hadden haar vingers het wateroppervlak aangeraakt, of een gekrijs steeg op uit het water. De magie van de Parel flitste. Een transparante gedaante dook op uit het midden van het meertje en stortte zich hrullend op haar. Het gehrul van de Waterdraak trof haar voluit. Cornelia werd achteruit geblazen en gleed uit over de keien. De Parel die ze had vastgegrepen, ontsnapte weer uit haar handen. Het schepsel dat in het water haast onzichtbaar kon blijven, was zeer goed zichtbaar buiten het water. Het leek op een grate lichtgevende worm, lange tentakels hingen hengelencl aan zijn kop en strekten zich naar haar uit, slingerend door de lucht als slangentongen. - Niet bewegen .. , - fluisterde Ander haar toe. Hij was naar beneden geklauterd en stond nu achter haar. Cornelia gehoorzaamde onmiddellijk. - Hij is jou alleen maar aan het bestuderen - voegde hij eraan toe. De tentakels kwamen wat trager op haar af. De Draak hield zijn kop schuin. Cornelia slikte, ze begon weer de intense kou te voelen, een gevoel dat ze inmiddels maar al te goed kende.
~__~_D_E_C'O_P_J-_\R_}1_~L_E_:::N_' T_D_E_D_R_A_A_I_{__~
~~
~~~
De opengesperde kaken van de Licodont deden haar aan de bek van een wolf denken, vooral door het indrukwekkende aantal tanden. De muil was niet groot genoeg om haar helemaal door te slikken, maar het zou toch het laatste kunnen worden dat ze in haar Ieven zag. Vreemd eigenlijk. Ze had nooit gedacht dat een draak er zo uitzag. Zijn schubben bestonden uit een halfvloeibare substantie, en zijn lijf leek meer op een levende waterzuil dan op een dier. Hij had geen poten, net als slangen, en uit het gat bovenaan zijn kop spoot hij water, zoals uit het ademgat van een walvis. Terwijl Cornelia hem verstijfd van schrik stond aan te staren, bewoog de Licodont achteruit. Hij tilde zijn hoofd op, en stootte een rauwe kreet uit. Nu mompelde Ander: - Glij nu stilIetjes achteruit. Heel langzaam ... Opnieuw gehoorzaamde Cornelia direct. Heel, heel langzaam liet ze zich wat achteruit glijden. Ze kwam voorbij de Parel, die zich bewoog en tussen de stenen wegrolde, op de vlucht voor haar. Het leek wei of de Parel leefde. De warme, vochtige adem van de draak beroerde haar gezicht en deed de Averechtse Magie waarmee ze doordrongen was knetteren. Gehypnotiseerd door de vloeiende bewegingen van het wezen, merkte Cornelia niet hoe aan de andere kant van de rivier een oranje gloed oplichtte. Opeens was er een Hits: het water werd olieachtig, de klappen van de Averechtse Magie schoten als bliksempijlen af en hitsten de Licodont op. De draak werd razend: hij brieste, en stootte een grommende, lage kreet uit. Toen stormde hij op haar af. Cornelia sprong achter een grote steen. Krijsend en brullend
.
",J
-
>
HOOE~DSTUl{ VEERTn~N <
-
~
o
~
-<:>--«
•
raakte de draak de rots. Maan en PijI begonnen van boven stenen en betoverde speren te gooien. De Lieodont werd geraakt, hij brulde van de pijn en plonsde aehtefW"aarts het water in. Meteen was hij uit het zieht verdwenen. - We mogen hem niet laten ontsnappen! - schreeuwde Pijl. - We kunnen hem ook niet vangcn! - gromde Ander van beneden. - De Heks! We moeten de Heks achtervolgen! - gilde Maan, die meteen de achtervolging inzette. Maar de aanval was nog niet voorbij. Een paarse en oranje golf sehoot door het water, een schrille gil steeg op. De woedende kop van de draak sehoot opnieuw naar voren, in de rjehting van de SpefW"er. Cornelia had niet eens de tijd om iets te verzinnen. Ze sprong op en gooide een steen in zijn richting. Haar weerspiegeling deinde over het water dat door de Heks olieaehtig was gemaakt: onverwachts werd de magie erin totaal ontketend. Het leek een onstuitbare ontlading. Ze had geen tijd om erbij na te denken, ze gebruikte het gewoon. Rijpkristallen koekten zich vast aan de stenen en de oever van de rivier. Een draaikolk verscheen in het midden van het water, en een onvefW"achte Mist steeg overal op rondom haar. Cornelia merkte het niet eens. Ze strekte gewoon haar handen uit en legde de ene hand tegen de andere. Ze sloot haar vingers tegen elkaar als om een magische sluier te seheppen. lets wat ze nog nooit geprobeerd had. Toch had ze onmiddellijk begrepen hoe het moest. Op een of andere manier werkte het.
15 VIER EN VIJF
e honden in de buun begonnen te huilen. Cornelia werd overvallen door een heftige golf van misselijkheid. Met alle wilskracht die zij in zich had, lukte het haar om de greep op haar magie te behouden, die ze nu krachtig tussen haar vingers voelde stromen. Haar knieen trilden, ze had wei kunnen zweren clat haar handen van de rest van haar lichaam los zouden komen, zo koud waren ze. Fen vreemd, onwerkelijk, 'verkeerd' lieht doordrong haar, en zwarte, felle vonken vielen van haar vingers en rolden aan haar voeten, op het gestolde oppervlak van het meer. Droog gekraak van versplinterd ijs. Cornelia zag dat er zieh tussen haar handen een beweeglijke bol vonnde van azuurblau\v \vater. Het woedende gehuil van de Lieodont verstomcle in een ontzette, smartelijke kreet. Het \vater in de bol kristalliseerde zieh. Een ogenblik lang waren de twee
« •
3°
~.
1._»e.
2 4)
.~
•
oevers van de rivier met elkaar verbonden door een strook land. Toen keerde het water terug in zijn bedding, en stroomde klaterend tussen de keien. De lichtgevende bol tussen de lunden van het meisje sloat zich weer, als een bal versplinterd ijs. De Mist die zo onvervv'achts was opgedoken, loste bijna onmiddellijk op in dunne vlokken, maar de Rijp bleef liggen, op de rotsen, maar ook op de schoenen en op de jeans van Cornelia en Ander. De betoverde bol van ijs fonkelde in Cornelia's handen. Tuen zakte het meisje in elkaar. De Sperwer sprong naar voren en greep de bol nog vour die de grond raakte, ook al dacht hij dat die weI niet in scherven lOU vallen. De Licodont lwom erin rand, nauwelijks zichtbaar in het vuilgroene water, dat vol kleine visjes zat. Hij leefde nog, maar was verkleind en zat nu gevangen. De Sperwer keek onzeker op naar Cornelia. Ze hoestte en kwam weer wat op adem. Cornelia rolde met haar hoofd en prikte met haar vingers in zijn arm terwijl ze probeerde am weer op te staan. - Het gaat weI ... - zei ze. - Het is je gelukt - merkte hij op. Pas toen besefte Cornelia wat er was gebeurd. Ze knikte. Het leek bijna of ze de stem hoorde van haar vroegere leermeesters die haar terechtwezen .. , Ze had het geriskeerd am een Licodont terug te brengen tot een worm om te gaan vissen, maar al met al was het haar eerste magie sinds een heIe lange tijd. En het was Averechtse Magie '" het was al heel wat dat le begrepen had hoe het werkte! Ontzettend kalm
~~
~
'_TI_E_R __ E_N_'_TI_.J_F
~
~~
zei ze enkel: - Maar ze zouden deze magie niet Averechts mogen noemen! De Heks viel met een plof terug op de ovale steen. Het krijt waarmee ze de Magische Cirkel had getrokken, loste sputterend op. Ze vieI met haar gezicht in het gras en verloor haar hoed. - Vervloekte Feeen! - gromde ze. Haar gezicht was bleek van woede. Haar tuniek was gescheurd. Floor kwam zoemend aangevlogen en ging op de scheve punt van haar hoed zitten. - Ben je nu tevreden? - vroeg ze. - Ik had niet verwacht dat mensen het lef zouden hebben om een Heks aan te vallen! - protesteerde ze. - Dat ze kruisbogen van Magiers hebben! - Nou, dan heb je je zeker vergist ... - opperde Floor, terwijl ze haar witte vleugels glad streek met een geluid als van schuurpapier. - De mensen zouden zulke dingen eigenlijk niet eens mogen aanraken - mopperde de Heks geergerd. - Hou tach eens op! Denk aan ernstiger dingen! Het is je niet gelukt om haar te doden ... de draak was te jong en zij was te sterk ... - verweet Floor haar. - En dan te bedenken dat ik me zoveel moeite heb getroost om de draak zover te krijgen, nadat je mij gezegd had dat ze allemaal hier zouden zijn ... Wat ze zeggen in de Maquis is waar. Die Fee is verschrikkelijk sterk ... hen je het gezien? Ik hen nog nooit magic van dat soort gezien
o~-<::
..;
-<::--:-..{<
.
Averechts - mompelde ze bezorgd. - Het was alsof ze aile magie uit de wijde omtrek opslorpte en afsneed. Mezelf inbegrepen ... en die kou ... - huiverde ze. Floor vloog naar haar schouder terwijl Petra haar hoed opzette. - Maar je vergist je. Ik wilde haar niet doden ... nog niet. Niet zonder te weten waartoe ze in staat is. Ik wilde aIleen de draak aansporen om haar aan te valIen, om te zien hoe ze zou reageren. En dat heb ik nu gezien. - 0, wat een schitterend plan. En nu? Wat ben je nu van plan? - vroeg Floor. - Het enige wat ik kan doen is haar doden. Ik heb geen andere keus. Ik moet een Bol met de Zeven Magieen gebruiken - mompelde ze. - Denk je dat je dat kan? Petra glimiachte boosaardig. - Ik heb het je al gezegd. Het is de enige manier om de Vallei te redden. Als ik haar uit de weg ruim, zal ook de Grim verdwijnen ... Ook al zuIlen we dan niet meer naar de VaIlei kunnen terugkeren, we zullen tenminste weten dat we haar hebben gered van de Nevelen ... Floor zuchtte. Ze was vol bewondering en tegelijk bezorgd. - Hoe kan ik je helpen? Petra glimlachte en stroopte haar mouwen op. De Pard, die am haar nek bungeIde, fonkelde met oranje schitteringen onder haar kleren. - Ik wist niet dat een draak er zo uitzag! Om eerlijk te zijn, ben ik weI cen beetje teleurgesteld - klaagde Pijl. Hij sprak
~
~~
'_TI_E_~_R_E_N_T_'_TI_.J_F
~
~~
rustig. Ze staken de straat over om terug naar huis te gaan. Hun rugzakken zaten vol met zware, verbrokkelde stenen van het Scharnier. - Teleurgesteld? - kwetterde Maan. - Ik zie niet vee1waarover je teleurgesteld zou moeten zijn, behalve dan dat we de Heks zijn kwijtgeraakt. Cornelia heeft begrepen hoe de Averechtse Magie werkt, we hebben de draak gevangen, en we hebben de Parel gered. Het kon slechter. Piji mompelde iets onbegrijpelijks. Terwijl hij met de Parel speelde die hij in de zak van zijn hemd had Iaten glijden, glimlachte hij: - Je hebt gelijk, zo slecht is het nou ook weer niet gegaan. - Maar het Scharnier is stuk. Al onze moeite zou voor niks kunnen zijn geweest - kwam Ander tussenbeide. - .Iij bent ook altijd een grate optimist, he? - verweet Maan hem. Cornelia zei niets. Ze voelde zich nog een beetje verdoofd. Hoewel ze gelukkig was dat ze opnieuw magie had gebruikt, was ze ook een beetje bang. Haar handen waren nog bevroren, en de kleur van de magie die ze uit haar eigen lichaam had voelen spruiten, was niet de warme kleur van het vuur van de Tovenaars. Ze herkende dit niet. Het was meer snijdend, kouder, meer ongrijpbaar en gevaarlijk. Een ogenblik was ze bang geweest dat ze de controIe zou verliezen en erdoor zou worden weggevaagcl. AIleen uit wanhoop had ze stand kunnen houden. Nu voelde ze zich
~_ _H __O_O_F_D_S_-'_r-.r_~_T_K_V_I_J_F_r-r_~I_F_~l\\_'
~
T_ _
~~
~~
helemaalleeg. Ze had nauwelijks de kracht om te ademen en te lopeno Gelukkig droeg Ander, naast zijn eigen portie, ook haar lading stenen. Terwijl de anderen over de draak en de Heks aan het praten waren, keek ze lang naar de bol van ijs die ze met deze magie had gemaakt. Ze huiverde. Niet omdat het ijs koud was of omdat die aan het smelten was. Dat zou niet gebeuren. De Licodont draaide in die bol rond als een vis in een aquarium. Af en toe stootte hij een klaaglijk gejammer uit, terwijl hij probeerde te begrijpen waar hij was, waarbij hij met zijn kop tegen de rand van het vlies stootte en het vlies opbolde. Maar zelfs hij kon de boI niet doen barsten. Ais ze de Poort konden openen, dacbt Cornelia, zouden ze hem kunnen vrijlaten. Wat zouden ze anders met hem moeten doen? Toen ze bij de Toren aankwamen, waren ze moe en nog helemaal opgewonden. Ze vertelden aan Corrado wat er was gebeurd. Hij deed een t1es open met Sap van Limoenroos, een versterkend middel van de Vallei, dat zelfs op Cornelia enig effect leek te hebben. Eindelijk voelde ze haar handen weer wat warm worden. TerwijI ze in de tuin zaten met de ijsbol, die ben vanaf de tafe! aanstaarde, dronken ze rustig een fris gIas limonade, en gaven hun commentaar op wat er gebeurd was. - Ik weet zelfs niet eens of ik haar geraakt beb ... - zei
A:l;5~ )1:/
~.
~ ;;~
'_'I_E_~_R_E_2'\_T_'_TI_.J_F_·"'
~ ~~~
..
Maan, doelend op de Hcks. Ze hadden behoorlijk wat betoverde speren naar haar gegooid. Pijl knikte. - WaarschijnJijk wei! Ze was plots verdwenen .. , Maar je zal haar hooguit een paar minuten verlamd hebben. - Tersluiks keek Pijl 0pzij naar Ander. Die schudde zijn hoofd. - Ik denk dat ze opnieuw een Magische Cirkel heeft gebruikt. - Denken jullie dat ze echt heeft geprobeerd om Cornelia uit de weg te ruimen? - vroeg Pijl. Hij schoof de Parel naar de bol toe. - Ze heeft de draak tegen haar opgezet, lijkt jou dat niet vreemd? - zei Maan. - Inderdaad '" aileen: ze leek eigenlijk best wei lief .,. - Zeg, alsjeblieft he '" je hebt toch geen oogje op die Heks? Wat ik weI cens zou \villen wcten - ging Maan verdec terwijl ze haar !xil op haar neus wat omhoog duwde - is waarom een Pare! uit de handen van een Fee wil wegglippen, Telkens als Cornelia dichterbij kwam om haar te pakken, was er iets wat de Pare! deed wegschieten, alsof er iemand aan een touwtje trok. Cornelia knikte. - Vis Repellens ... afstotende kracht tussen betoveringen? - mompelde Corrado. - Wat denk je daarvan? - Hij wendde zich tot Cornelia. - Ik weet het niet, ik begrijp nog niet goed hoe het werkt ... - zei ze. Ais om aan te tonen wat ze bedoelde, stak ze haar hand uit naar de tafe!. De Parel gleed opzij en rolde naar
o~:-<::
-<=-«
Ander. De jongen ving de Parel han dig op. Cornelia ging verder: - Ik heh pas geleerd hoe ik de Averechtse Magie moet begrijpen toen ik mijn eigen weerspiegeling in het water van het meertje zag ... toen pas hegreep ik dat "averechts" eigenlijk "weerspiegeling" hetekende ... - Maar ... wat is het verschil dan? - vroeg Pijl. Hij zoog de laatste druppel uit zijn glas en likte zijn lippen af. Ze locht naar een eenvoudige manier am het uit te leggen. - Als je een hoek leest, hegin je op de eerste bladzijde en eindig je met de laatste hladzijde. Laten we zeggen dat dit de normaIe magie is. Als ie het averechts zou doen ... - Dan zou je bij de laatste blaclzijde beginnen en omgekeerd lezen .,. - veronderstelde Ander. Maan beaamcle deze veronderstelling, zander er ook maar een snars van te begrijpen. - Inclerdaacl - glimlachte Cornelia. Tot nu toe dacht ik dat de Averechtse Magie omgekeerd gehruikt moest worden, maar ik kon maar niet hegrijpen hoe ... Ik dacht dat ik echt alles had geprobeerd. Maar toen ik mezelf in het water weerspiegelcl zag, besefte ik dat "averechts" misschien wei "weerspiegelcl" betekent. Als je yoor een spiegel staat en je neus met je rechterhand aanraakt ... zal jouw spiegelbeeld in werkelijkheid zijn neus aanraken met zijn linkerhand. Dus moest ik misschien niet de betoYering omkeren in de zin van beginnen bij het einde .. , ik moest die omkeren alsof het mijn weerspiegding in de spiegel was die het deed ... - Dat lijkt nogal ingewikkeld ... - zei Maan.
~-,,
~~
v_T_IE_R_E_=,,_T_v_TI_J_F_~
~
~~
- Het is dus een beetje alsof je linkshandig bent geworden? - vroeg Pijl, die zich probeerde voor te stellen wat ze bedoelde. - In zekere zin ... - glimlachte ze. - Wat telt is dat het werkt - zei Ander. Cornelia keek nog eens naar de ijsbol, voordat ze bevestigend knikte. Je kon het niet ontkennen. Het werkte. - Maar ik heb er nog niet zo goed controle over en '" - voegde ze er weemoedig aan toe - het is moeilijker dan bevelen geven. Het is koud, en verschrikkelijk snijdend. - Haar handen deden nog altijd pijn. - Het is normaal dat het anc1ers is. Maar misschien lijkt het aIleen maar zo voor jou omc1at je niet veel ervaring hebt - zei Corrado. Met opzet veranderde hij toen van onderwerp, Cornelia was hem erg dankbaar. De magische ijsbol waarin de Waterdraak en een ontelbaar aantal algen en miniatuurvisjes zat, trok de aandacht van iedereen: ze moesten beslissen wat ze ermee zouden doen tot het moment dat ze in staat zouden zijn om de Poort opnieuw te openen. En daarna kwam het gespreksonderwerp op aIle stukken van het Scharnier dat de vrienden uit de ruine hadden meegebracht. - Maar hoe kon die nu breken? - vroeg Pijl. - Qok het Scharnier in het kasteel was niet in al te beste staat ... of vergis ik mij? De steekmuggen hadden die flink aangevreten, net als een stuk kaas met gaten - merkte Maan op.
IIOOF'DSTUK VI.J:F'TIEN
- Niets is eeuwig. En niemand heeft de Scharnieren onderhouden. Misschien was deze steen fragieler, en heeft de schok die de Stromen veroorzaken hem doen breken, wie weet ... Gelukkig zijn de brokstukken niet al te klein. Ik kan proberen om ze weer samen te voegen. Ik zal een tekening maken van de groeven voor de Stromen en ik zal wat Steenknagers aan het werk zetten. Ik weet niet of het ons zal lukken, maar het is het proberen waard - zei Corrado. Hoopvol knikten ze. Maar de frons van bezorgdheid die op het voorhoofd van Ander was verschenen, verdween niet. Die avond werd Cornelia naar l1Uis vergezeld door haar vrienden, die een tas droegen met daarin een halve rivier en een heIe Waterdraak, plus een honderdtal vissen en groene algen die allesbehalve mooi waren. Corrado had haar gevraagd om zich persoonlijk over de Licodont te ontfermen. Want als de vissen allemaal opgegeten zouden zijn, zou de draak gevoerd moeten worden. Op dat moment was Cornelia de enige die dat kon. Nu ze geleerd had hoe ze de Averechtse Magie moest gebruiken, zou ze misschien ook met de Licodont kunnen praten, en kon ze proberen om hem te kalmeren. Uit voorzorg, voor het geval dat niet lOU lukken, had ze uit de bibliotheek van Corrado een boek over Waterdraken meegenomen. Na het avondeten gaf ze de bol een plaatsje bij het venster van de Rode Kamer. Maar ze probeerde niet om andere magie uit te voeren, omdat ze daar vee! te moe your was.
~
~~
'_;I_E_",_R_E_N_T_,_rI_.J_F_"
~
~~
De volgende dagen verdeelden haar vrienden zich in een soort beurtrol, zodat ze nooit alleen was. Ze dachten dat ze haar misschien konden helpen als de Heks plots tevoorschijn zou springen om haar aan te vallen. Het haalde helemaal niks uit toen ze zich met hand en tand verzette tegen het feit dat ze nu, volgens haar, "lijfwachten" had. Haar vrienden waren zo bezorgd, dat ze haar 's morgens ophaalden om met haar mee te lopen naar school, en haar 's avoncls als een postpakketje weer thuis afleverden. Gelukkig ondernam de Heks geen nieuwe aanvallen meer. Na enkele weken was er geen school meer, en nu kon Cornelia zich helemaal aan de magie wijden. Het was niet gemakkelijk om alles weer opnieuw aan te leren, en dan nog in haar eentje. Ze moest al doencle leren, maar vaak maakte ze er gewoon een zootje van. De veronclerstelling van Corrado hleek te kloppen: ze hegreep dat de Averechtse Magie de Natuurlijke Magie afstootte. Met veel moeite leerde ze opnieuw om de Stromen te zien, al ontdekte ze dat ze die ook afstootte. Waarsehijnlijk was dit de reden waarom de Stroom in het kasteel haar niet had gedood. De Averechtse Magie was koud, ijzig en snijdend. Om haar te gebruiken, moest ze die net als de Natuurlijke Magie vrij onder haar huid laten lopen. Maar dat was helemaal niet aangenaam. In plaats van die vI am te voelen zoals voorclien, leek het nu of ze in een sneeuwstorm van ijs terecht kwam. Tueh kon ze in die ijzige storm opnieuw de Stromen zien, en de magic van de dingen: de Stromen zag ze als donkere,
HOOFDSTUI{
VI.JFTIE~
01":1'-<>-------------------__<=-«
vezelige draden, de magie in de dingen zag ze als jets zwaars en bijna elektrisch. Klaar om haar te snijden of te verbranden bij de minste verkeerde beweging. Het was niet gemakkelijk om nit te vissen hoe ze de meest eenvoudige betoveringen moest uitvoeren. Maar toen ze eenmaal had begrepen dat de sleutel van alles in de weerspiegeling zat, kon ze weer de planten, stenen en cJieren horen. Moeizaam kon ze weer magische schilcJen oproepen, en nog meer dingen waarbij haar aanraking niet nodig was. Maar er waren enkele betoveringen die ze niet voor mekaar kreeg, hoe hard ze het ook probeerde. Omdat rechtstreekse magic en Averechtse Magie elkaar afstootten als de polen van een magneet, kon ze bijvoorbeeld geen doorgangen maken, of andere, complexere toverspreuken uitvoeren. Om een onverklaarbare reden stootte ze het Boek van de Feeen niet af, maar ze kon het niet meer openen. Ze voelde het aan als een donkere klodder kloppende magie, waarvan de kracht niet kon worden opgelost, zelfs niet met behulp van iets dat het beeld weerspiegelde. Ook met de Maquis was dit zo. Het was niet langer zoals vroeger, helder en klaar. Nu was het veel moeilijkel' om het hart van planten en dieren te benaderen. Het leken verre, wazige schaduwen die zich terugtrokken zodra ze dichtel'bij kwam. Het eel'ste waartegen ze zich moest verzetten, was de angst voor die trillende, flitsende magie, die 20 andel's leek dan de magie van de natuur zelf. Door de stilte van de laatste maanden was het alsof de Maquis en de schepselen die
~~
~
\_,r_I_E_R_}1_~N_;T_V_I_.T_~_~
~
~y
er woonden, en die ze altijd als vrienden en bondgenoten had beschouwd, nu voor haar wegvluchtten. Oat gaf haar een heel vreemd gevoel. Om die angst te overwinnen en die barriere te overbruggen, zette ze zich zo hard in, dat ze 's avonds doodop was en sliep zodra ze haar kussen rook. Maar Cornelia was niet de enige die zo hard werkte. Maan hielp haar zoveel ze kon, terwijl ze verder oefende met haar geuren. Ze hadden magische boeien in de Maquis uitgezet, die de Grens in de gaten hielden, in de hoop de schuilplaats van de Heks te ontdekken. Pijl oefende met een grote kruisboog, en Ander met zijn Sica. Zo gleed de tijd snel voorbij, vee I vlugger dan ze verwachtten. Corrado slaagde erin om het uiteengevallen Scharnier weer op te knappen. Met hulp van Cornelia en de andere vrienden kon hij het Scharnier weer terug op zijn plaats krijgen. De Stromen die eruit waren geslingerd stroomden weer door de ingebouwde stenen structuur. l'vlaar pas op de eerste juli slaagde hij erin om via nieu\ve oersaaie berekeningen te weten te komen waar het vijfde Scharnier zich beyond. Hij had het niet meteen ontdekt, omdat het Scharnier goed beschermd was door een reeks nogal ongewone toverspreuken. Een van de Stromen was na verloop van tijd uitgerafeld, en had het hele Scharnier en de andere Stromen die erdoor liepen omweven. Zo \vas er een soort spinnenweb gevormd, die de hele ruimte rond de structuur omboog, en daardoor onzichtbaar en onbereikbaar maakte. Het leek wei een doorgang zander in- of uitgang.
HOOFDS'1'1.JK VI.JFTIEN
- Hoe zullen we deze grote knoeiboel in orde kunnen brengen? - vroeg Cornelia aan Corrado, die net temgkwam van zijn eerste onderzoek. De kinderen keken toe hoe hij in zijn fauteuil in de Vesperzaal ging zitten. Hij zag er moe en bezorgd uiL - Op de meest eenvoudige manier, zou ik zeggen. Door de knopen te ontwarren en de Stromen te scheiden waar ze in elkaar verstrikt zitten ... - Dat zal niet gemakkelijk zijn. Ik slaag er niet in am de Stromen vast te pakken, en de anderen kunnen ons niet helpen. Ik kan niet alles alleen doen - zei Cornelia met een licht ontmoedigde zucht. Ze begon naar gesmolten chacolade te ruiken. Maan wist dat het niet 20 hoorde, maar ze yond de mislukte pogingen van haar vriendin am magie te doen vermakelijk. Oak al yond ze het niet leuk am haar verdrietig te zien, tach yond ze het verrukkelijk om door de geur die Cornelia uitstraalde te weten te komen in welke stemming ze was. - Daarom heeft Corrado dit hier laten maken door zijn spinnen - zei Ander. Hij wierp een paar handschoenen op tafel. Corrado knikte. - Ze zijn gemaakt uit glasvezel. Wil je ze eens proberen? Ze zijn zeer dun en ongrijpbaar, zodat je alle vrijheid hebt am de Stromen naar jOuw hand te zetten. Ze zouden je tenminste moeten helpen om ze te benaderen. - Glasvezel? - vroeg Cornelia. - Misschien zullen ze niet werken, maar het was een goed
~ ~~
"_TI_E_R __ E_N_'_"_T_I._J_F
~ ~
..
idee van Piji. Als jouw magie weerspiegeld is en jouw kracht bij de aanwezigheid van water of glas handelbaarder wordt, omdat die op een of andere manier terugkaatst '" dan zouden deze handschoenen moeten werken - legde Corrado uit. - Het is toch op z'n minst het proberen waard - verweerde Pijl zich. - Precies - beaamde Corrado. - De spinnen hebben wat tijd nodig gehad om te begrijpen wat we wilden doen, maar nu zijn we klaar. Vooruit, probeer ze maar. Cornelia stond op en liet ze vlug over haar handen glijden. Ze ontdekte dat ze aangenaam fris en glad waren. Haar handen leken zich te verliezen in een vage nevel, alsof ze gewikkeld waren in een zacht fonkelende uitstraling, maar er waren geen ijsgolven of zwarte vonken. Ze deed haar ogen dicht om zich te concentreren. Nu kon ze de Stromen onderscheiden. Ze deed enkele kleine bewegingen in de lucht. De Stromen vluchtten niet weg voor haar, opeens kon ze de Stromen weI vastpakken. Ze verdween en verscheen opnieuw op haar stoel naast Piji. Met een klein gilletje sprong hij op. Iedereen schoot in de lach. - Goed zoo Aangezien ze lijken te werken, stel ik voor om allemaal samen een tochtje te maken! - nodigde Corrado hen uit. - We zullen Sproeistuifmeel meenemen en een paar haspels om de Stromen die van de rest zijn losgekomen netjes op te kunnen winden. Voor jullie heb ik andere handschoenen laten maken, waarmee jullie in staat moeten zijn om de Stromen te beinvloeden. Cornelia heeft gelijk: aIleen zou
HOOFDSTUK
VI.JFrrlE~
het heel wat tijd vragen. Ais we het allemaal samen doen, zal het minder lang duren. En de handschoenen zullen later misschien oak nuttig zijn voor ons als we de Grens moeten repareren. - Ik wilde nog wat vragen - zei Cornelia, die zich een stuk zorgelozer voelde. - Hoe gaat het nu bij de Grens? - Op sommige plaatsen is de Nevel erin geslaagd om voorbij de Paladijnbomen te komen, vooral in de buurt van de rivier '" - antwoordde Ander bruusk. - Maar ondertussen ontbreken er niet zoveel Scharnieren meer. Ais de onbalans van de Scharnieren de situatie heeft verergerd, dan zal dat binnenkort wei in orde komen - zei Fiji vol vertrouwcn. Corrado knikte. - In ieder geval zal het een zaak van lange duur zijn om dit Scharnier weer op zijn plaats te krijgen. We zullen aan de aanvallen van de Heks worden blootgesteld, elus moeten we naast boterhammen, thee en een lekker stuk braambessentaart ook tlink wat magische munitie meenemen. - Gaan we picknicken? - jubelde Maan enthousiast. - Waar? - vroeg PijI vrolijk, die al de smaak proefele van het verse eten en bij voorbaat genoot van de frisse lucht buiten. - Op de heuvel in het westen, - zei Corrado - in de tuin van de villa waar het Scharnier zich bevindt. Gelukkig is die villa onbewoond. We kunnen er rustig ronclhangen en een beetje zonnen in het gras.
~
'3'~
'_"I_E_"R __ E_N_1_'_TI_.J_F
~
~1?'
Zo trokken ze de volgende woensdag na de stadsfeesten met de gammele wagen van Corrado en een enorme picknickmand naar de oude Villa van de Dapperen. Het huis was gesloten en al jarenlang onhewoond. Toen Corrado een verroeste sleutcl uit zijn zakken opdiepte en het toegangshek opende, hegrepen ze dat die villa ooit van cen van de Bewakers van de Grens was geweest. Het was zelfs geen prohleem orn het scharnier te vinden. Het was een warme, zonnige dag. Ze zaten middenin het groen van de heuvel, de cipressen wiegden in de verte in de wind, de planten in de wanordelijke tuin deden een heetje aan de Maquis denken in zijn donkerste hoeken. Cornelia voelde zich heerlijk ontspannen. Dit had ze a] een heJe tijd zo hard gemist. Maan kwehhelde aan cen stuk door en Pijl plaagde haar af en toe. Corrado spande met hem samen, met zijn typische, afstandelijke en tegelijk hoogdravende houding. Ander dwaalde van de cne schaduw naar de andere, alsof de zon hem verhlindde. Ze hercikten de minuscule pergola aan de achterkant van het huis, dat omringd was door wilde appelhomen en kersenbomen. Cornelia concentreerde zich om de Stromen te zien op de "averechtse" manier. De anderen strooiden rijkelijk met Sproeistuifmeel. Net als Cornelia heseften ze maar al te goed wat een gigantisch werk hun te wachten stond. Er was een volle week hard werk voor nodig om het kluwen te ontwarren van Stromen die rond de smeedijzeren pergola, de takken van de verwilderde homen en de magere
~_ _H_O_O_F_I_)S_"'_T_l_T_K_V_I_.J_F_rr_"I_I_~~_" _ _~
:J~
~~
klimrozen zaten. De meeste draden die ze uit de wirwar voor hen loskregen, moesten opnieuw aangeknoopt worden aan de Stromen waarvan ze afkomstig waren. Alle andere draden werden gewikkeld op de has pel van Corrado. Toen ze klaar waren, hadden ze zo'n grote klos met magische draden, dat het wel een grote bol wol leek! Hoewel het een uiterst vervelend werkje was waar ze al hun aandacht bij nodig hadden, werd het toch bijzonder aangenaam, omdat ze het samen konden doen. Ze brachten hun dag in de buitenlucht door, en soms deden ze allemaal een dutje op het grasveld achter de villa. Corrado gebruikte enkele stroomlopertjes die hij in een doos bij zich had om hen kersen te doen plukken terwijl ze met de Stromen in de weer waren. Ze hadden geen tegenslagen. Er waren zelfs geen aanvallen. Alles leek vreemd rustig. Corrado wenste dat hij enkele waakogen over had, om de stad ook op haar meest geheime plekken te kunncn hcwaken. De Heks kon niet verdwenen zijn, het was onmogelijk dat ze het had opgegeven. Ze zat vast en zeker op iets te broeden om Cornelia en haar vrienden een hak te zetten. Hij moest iets over het boofd bebben gezien, herhaalde hij bij zichzelL maar wat? Toen ze die vrijdag het Scharnier konden bevrijden, zat de Pare! die het Scharnier voedde zo onder de magische aanslag dat die haast onmogelijk te herkennen was. Omdat ze predes wisten wat ze moesten doen, en door allemaal samen te
~~
~~
'_T_I_E_R_E_"LN_'~_.'_T_I_.J_F
~
~~
werken, was het niet zo moeilijk om het Scharnier te draaien. De nieuwe korte beving die de stad trof, verbaasde hen niet. Die avond vierden ze feest tot in de late uurtjes: nu waren er nog twee Scharnieren die ze moesten zien te vinden. Nog twee, en dan zou de Poort weer opengaan.
16 DEVALSTRIK
e Heks zat met haar benen gekruist op de grote ovale kei, waarop ze zich graag terugtrok am na te denken. Ze had haar ogen geslaten, haar lip pen stijf op elkaar geklemd. Haar lange wimpers wierpen een strenge schaduw over haar wangen. Hoewel ze een Astruc was van niet minder dan vijftien winters, leek haar gezicht nog steeds dat van een kind. Ze leek verzonken in donkere gedachten. Een Bol met de Zeven Magieen was het machtigste wapen dat ze kende. Een dodelijke combinatie van zeyen Vuren, samengeperst in een kleine ruimte, klaar om te ontploffen met een vernietigende kracht die elke Fee uit de weg zou ruimen. Maar het was niet gemakkelijk om de zeven Vuren te destilleren, dat had ze uit eigen ervaring ondervonden. Gelukkig had de Grim die op haar was losgelaten haar nog niet gevonden. Naar wat Floor beweerde was de Averechtse bezig met iets heel
belangrijks: ze wilde de Poort van de Vallei weer openen. Waarschijnlijk am zich meester te maken van de Vallei, zodra ze aile schepsels die er woonden uitgeroeid had, dacht Petra. Nag v66r de Nevel in de Vallei was doorgedrongen, waren er vreemde dingen gebeurd. Nu was ze er zeker van dat die Averechtse erachter zat. Zij was het vast en zeker geweest die de Sylfen had opgehitst, zodat ze de oorIog zouden verklaren aan de Elfen van het Moeras. En ze zat vast ook weI achter de verschijning van het Paard met de Twee Hoofden die over de grote Smaragdvlakte rondtrok, net als de rooftochten van de Donkerkraaien op de wegen van de Markten, en de klopjachten van de Titanen op de Roodmutskabouters. Het kon gewoon niet anders. Ze vroeg zich af wat die goeie ouwe Malachia zou vinden van haar plan, maar helaas, de Nevelen hadden hem opgeslokt ... Het was haar schuld dat hij dood was. Als ze wat vlugger en bekwamer was geweest, had ze hem misschien kunnen redden, dacht ze soms. Toen schudde ze haar hoofd: nee, ze had helemaal niks kunnen doen. Zelfs de Drakentongen die ze had opgeroepen hadden de Nevelen niet uit elkaar kunnen scheuren. Ze hadden aileen het Dorp vernietigd en de helft: van het bos in vlammen doen opgaan. Ze slikte. De Steen die ze tegen haar borst verborgen hidd, begon te gloeien. Ze zuchtte. Nu had ze echter de kracht van de mythische Zwarte Steen tot haar dienst. En Floor, haar trouwe familielid.
~
~~
I_)_E_i._,_r._\_J_~S_'_T_R_I_I{
~
~y
Die had haar voorgesteld om de weg terug te proberen. Om de oorlog te doen ophouden, de magische \vezens op te roepen zich te verenigen, en samen de echte dreiging het hoofd te bieden: de Averechtse Fee. Maar Petra had geweigerd. Niet aileen omdat ze in de Nevelen opnieuw de Grim moest trotseren, maar vooral omdat ze voelde dat ze eens iets aileen wilde oplossen. Dat ze het moest kunnen. Dat ze dit aan haar oude meester verschuldigd was. Nu moest ze aileen nog de laatste van de magische Vuren vinden. De andere Vuren had ze weggenomen van de planten en de stenen. Ze had de clauw uit het sterrenlicht gedestilleerd. En nu ontbrak er nog een. Petra opende haar ogen. Afwezig staarde ze voor zich uit. Floor bromde loom rond haar schouder, maar ze bewoog niet. - Hoe zit het? - vroeg ze. - Ik heb nog wat tijd nodig ... wat is er? Heb je iets interessants gezien? Denk je dat de helpers van de Averechtse voor problemen zullen zorgen? - vroeg Petra. - Misschien ... ze zijn met z'n vieren - mompelde Floor. Misschien moet je een manier zoeken am hen te verlammen, of om hen in de war te brengen ... Petra knikte goedkeurend. Een zwakke glimlach speelde rond haar mondhoeken. - We zullen zwarte paddenstoelen zoeken - zei ze. Floor bromde bevend. - ]e zal tach niet teruggaan naar de Grens ... - probeerde ze. - Waarom zou ik niet? We hebben die sporen nodig. En
~
~~
H_O_O_F_~"_D_S_'T __l_~_K_Z_E_S_'T_._1_E_N_'_ _~
~~
de Grim zal mij nu niet doden, nu we bijna klaar zijn. Dat zal ik niet laten gebeuren. De maand juli liep ten einde zander verdere gebeurtenissen. Met de komst van de eerste zomerstormen, begon Cornelia te voelen hoe de magie aangetast werd. Ze wist niet of het alleen maar een indruk was, omdat ze zo weinig wist over de Averechtse Magic, of dat het iets gevaarlijks was. Maar het beviel haar niet. En het beviel haar nog minder toen er vreemde dingen hegonnen te gebeuren. In een paar dagen tijd ontplofte bet broodrooster voor haar neus, gleed ze van de Trap van de Pelgrims, en werd ze aangevallen door de geraniums in het Park. Maan was er onmiddellijk van overtuigd dat de Heks dit had beraamd; ze had het over een soort oorlog. In werkelijkheid werd Cornelia door baar zesde zintuig voor iets heel andel's gewaarschuwd. Het leek alsof de overal rondwarendc magie op een of andere manier opgewonden raakte. De Mist golfde voorbij de rivier en elk onweer dat boyen de stad losbrak leek sterker en beviger dan het vorige. In de Vallei regende bet al maandenlang, bijna zonder opbouden. Het leek alsof de magie zelf protesteerdc. En de eerste die het aanvoelde, was zij. Een Averechtse. Ze begon zich pas echt grote zorgen te maken, toen Pijl een dakpan op zijn boofd kreeg, en Ander een ernstig ongeval had in de Maquis, waarbij hij in een rietkraag met Zwervende Krengen terechtkwam. Vroeg of laat, begun ze tc denken, zou er iets verschrikkelijks gebeuren, misschien weI met haar familie.
~-,,
~~
D_E_\_rl_U_~_S_'1_'R __I_K_"'
~
~~
De Maquis werd zo gevaarlijk en de Nevelen zo onbetrouwbaar, dat Cornelia zich ook zorgen ging maken over de Heks en de Parel die ze bij zich c1roeg. In haar hoofd voelde ze constant een verschrikkelijk geronk dat haar geen rust liet. De situatie verbeterde er niet op door al haar gedachten en zorgen. Ais Corrado gelijk had, zou het verlies van de Heks ook betekenen dat ze iedere hoop op het herstellen van de Scharnieren konden vergeten. Zo zouden ze meteen de enige manier kwijtraken, waarmee de Magie verhinderd kon worden om de Stromen nog meer op te laden, die als elastieken konden losspringen en alles konden vernietigen. De Stad en de Vallei. - Wanneer pakken \ve het probleem aan? - vroeg Cornelia op een broeierige ochtend. Ze zat naast Eikje, de kleine eikenboom die ze pas een jaar geleden zelf had geplant. Buiten de tuin deed de wind de struiken zachtjes heen en weer wiegen, maar de wolken boven de Grens bleven zich opstapelen als een zwarte muur, geladen met magie die aileen de magische wezens konden onderscheiden, en die dood en vernietiging aankondigde. - Welk probleem? - vroeg Pijl. - Welk van de talloze problemen, zal je bedoelen? - zei Maan grinnikend. Maar Cornelia lachte niet. Ze ging in kleermakerszit zitten. - Ook al brengen we het zesde Scharnier \veer op zijn plaats, clan ontbreekt nog altijd het zevende. En die kunnen we niet laten draaien zonder de Parel, die de Heks om haar luis hecft
~f'
~~
I_I_()_(_)_F_]_)_S_'I"I_~I_~_'I_{_Z_--,_]£_S_''l_~_I_F~_N_T_ _~
~~
hangen. En als de Grens haar nu eens heeft opgeslokt? We hebben 211 wekenlang geen spoor meer van haar gezien, zelfs niet via de boeien ... - zuchtte ze. Corrado beduidde hun om allemaal naar binnen te gaan. Ze gingen naar de Vesperzaal, waar ze verder konden beraadslagen zonder dat vreemde oren konden meeluisteren. - Ik denk dat ze een manier heeft gevonden om ons te bespieden, en dat ze zich goed verborgen houdt om haar moment af te wachten om in actie te komen - zei hij. Als ze de Parel niet had, ZOll ik dat niet eens als een probleem beschouwen, maar op deze manier riskeren we dat ze een ernstig gevaar vour ons gaat vormen ... - Hoe kunnen \ve haar ertoe brengen om ons de Parel terug te geven? - vroeg Cornelia. - Ze zal jou nooit geloven - merkte Ander op. - Ze denkt dat jij de oorzaak bent van haar tegenslagen en van de problemen van de Vallei ... - Dus kunnen we maar een ding doen - besloat Corrado. - En dat is? - vroegen Maan en Pijl tegelijk. - Haar vangen - zei hij, op volkomen ernstige en afgemeten toon. Ander knikte. alsof hij het plan ten volle steunde. - Al goed, misschicn zouden we haar 20 kunnen tegenhouden, maar daarna? - stemde Pijl na een tijdje toe. - En hoe moet je nu een Heks vangen? - voegde Maan eraan toe. - Met een valstrik. Een goede valstrik ... - zei Ander. - \XTat voor soort valstrik? - vroeg Cornelia.
~
~~
D_E_V_A_I_--,,_S_T_R_I_h_~
~
~y
Corrado slaakte een zucht, hij keek haar met een vertrokken gezicht aan. - Eigenlijk heb ik wel een idee, maar om dat uit te voeren heb ik jouw hulp nodig. In mijn plan ben jij de troef die wij zullen uitspelen - zei hij. - Dat is normaai. Zij is de Fee - merkte Pijl op. - Zal iets van haar averechts hocus-pocus gedoe volstaan? - spotte Maan. - Ik denk niet dat het dat is wat Corrado bedoelt - zei Ander hoofdschuddend. Corrado knipoogde naar hem, en knikte toen. - Het zal niet gemakkelijk zijn. Maar we kunnen niet langer hlijven toezien hoe de Heks blijft rondzwerven in de buurt van de Grens met een Parel op zak die de Stromen he'invloedt en zozeer de magie verstoort dat zelfs het evenwicht van de stad niet meer zo stevig is. Er zijn negen barsten die zich in de Betoverde Wijken openen ... en als we van plan zijn om daar iets aan te doen, dan is het 't heste om dat nu te doen. De mensen zijn op vakantie, we zullen dus voor veel mindel' mensen een risico creeren. - Dus? - zei Piji. - Je wil dat ik als lokaas ga fungeren - hesloot Cornelia. Iedereen schrok op, hehalve Ander. Corrado keek haar lang aan. Zijn ogen stonden erg bezorgd. - Denk je dat je het aankan? Ik denk dat het de enige manier is '" De Astrucs kunnen zeer koppig zijn. Ze heeft jOll als mikpunt gekozen, en ik denk dat de ongevallen die we tot nll toe hebben meegemaakt voor een groot deel door
~
H_O_O_F_~I_)_S_T_"l_T_h_Y_Z_~E_~S_-'_r:L-'_I_E_N_T_ _~
~~
~~
haar veroorzaakt zijn. Het is alsof ze van tevoren wist waar jullie naartoe gingen en wat jullie zouden doen. Dus houdt ze ons in het oog. Het enige wat we kunnen doen om haar tevoorschijn te doen komen is ... - Haar te geven wat ze wil - besloot Cornelia in zijn plaats. - Ja, ik ben er klaar VOOf. - Hij keek haar aan alsof hij dit antwoord weI verwachtte. Tegelijk leek het alsof hij dit antwoord liever niet gehoord had. - Momentje ... lokaas? Weten jullie weI wat er met lokaas gebeurt? Oat wordt op-ge-ge-ten ... - riep Pijl verbouwereerd uit. Met zijn gebruikelijke praktische manier van doen, kruiste Ander zijn annen. Hij vroeg: - Welk soort valstrik had je in gedachten? - Niemand van ons heeft eigen magie, behalve Cornelia. De Heks wacht op haar reacties, en ik geloof dat ze daarom haar v()orzorgen zal nemen. We moeten haar vangen in haar eigen netten. Ik heb weI een idee hoe, maar ik zal jullie hulp nodig hebben 0111 alles zorgvuldig voor te bereiden. En om te voorkomen dat ons lokaas gebeten wordt, zullen we volgens mij enkele weken tijd nodig hebben. - Enkele weken? - mopperde Pijl ongelovig. - De wolken zijn niet de schuld van de Heks ... er is iets niet pluis met de magie ... en we riskeren dat we niet op tijd zullen zijn als we nog langer wachten - wierp Cornelia tegen. - En we riskeren jou en de stad te verliezen als we de juiste dingen niet op het juiste moment doen. Ik kan mij niet
~7~
~
'ftY
~
~~
D_·_:E'_,-,_'_'"_\.J_~_S_'r:I_"'R_I_K_~
~
~~.
permitteren om mijn averechtse nichtje kwijt te raken, dus zal je wat geduld moeten hebben. Probeer de tijd die je nog hebt te bemltten om ons te helpen. Bij een gelegenheid als deze spijt het me weI dat ik geen Magier ben, maar het is nu eenmaal zo ... We zullen moeten vertrouwen op wat ik weet, en op wat jij weet. - Ik ben er klaar voor - zei Cornelia. - Al goed, al goed, het spreekt vanzelf dat je op onze hulp kunt rekenen - foeterde Maan. - Maar wil je nu eerst eens de knoop doorhakken en ons precies uitleggen wat je van plan bent? Corrado knikte. Terwijl buiten het raam van de Vesperzaal een verschrikkelijk onweer losbarstte, legde hij zijn plan uit. Het had te maken met het zesde Scharnier en de Parel die erop zat, met enkele magische stenen, met de oude waterspuwers van de stad en met de Stromen die door de stenen liepen. Eind augustus was alles eindelijk tot in de finesses voorbereicl. In de oude keuken van de Toren van de Thebalden hadden ze urenlang de vreemdste ingredienten klaargemaakt. Met een groen gezicht had Maan stilletjes de verschrikkelijkste geuren doorstaan die uit de rokende distilleerkolven opstegen. In de hoop dat het nieuws de Heks zou bereiken, hadden de vrienden de hele tijd met elkaar over het zesde Scharnier gesproken, en over het feit dat ze die gauw zouden verplaatsen
HOO~F'Ds~reK
ZESTIEN
om de Poort te kunnen openen. Toen hadden ze de oude toverspreuken bestudeerd die in de hoeken van het Paviljoen waren te vinden, de enige waarvan Corrado gebruik kon maken, op zoek naar aantekeningen en op de grand getekende vormen. Cornelia had hard gewerkt am haar gebruik van de Avereehtse Magie te verbeteren. Samen hadden ze magisehe muren opgetild en avereehtse sluiers opgetrakken. Die oehtend waren ze eindelijk klaar met aBe voorbereidingen. Donkere ampullen vol met vloeistoffen van versehillende kleuren stonden netjes op een rij op de tafel. De eirkels waren getrakken. De woorden uitgesproken. Nu was het moment gekomen om tot aetie over te gaan. Cornelia opende de deur van het huis. Onbeweeglijk bleef ze staan om naar de heme! te kijken, die bol stand van de wolken die zij en nog enke!e anderen in de stad konden zien. Ze zuehtte, en zette een voet over de drempel. Ze verwaehtte iets vreemds, maar er gebeurde niets. De kalmte was randuit angstaanjagend. Buiten stond Maan haar op te waehten. - Het zesde Seharnier wacht op ons! - riep ze glimlaehend. Cornelia keek aehterdoehtig om zieh heen. - Sssst! Wil je dat ze het allemaal weten? - zei ze. Ze moest zieh inhouden om niet te laehen, hoewel ze even nerveus was als op de eerste sehooldag. - Als je soms die stomme Heks bedoelt, ik ben ervan
~
~~
D_E_\_.~"~_L_S_'T_I_~_I_h._~
~
~~
overtuigd dat de Grim haar eindelijk versionden heef!: - verzekerde Maan wat al te Iuid, terwiji ze met haar ogen draaide. Cornelia zuehtte. - Ik hoop dat alles goed gaat. - Maar natuurlijk ... Ik ben er echt op gebrand, en jij? antwoordde Maan. Toen grinnikte ze, en reehtte haar schoudel's. Ze groette juffrouw Verbrugghen, de buurvrouw van Cornelia die hen vanuit haar venster met de gebruikelijke norse uitdrukking op haar gezicht gadesloeg. Samen met haar vriendin trok ze naar het huis v:m Corrado. - Hoe is de voorstelling ver/open? - vroeg Pijl. zodra ze de drempel van de Toren over waren. - Schitterencl! Wat een vraag! - antwoordcle Maan trots. Is alles klaar? Pijl en Ander knikten, terwiji ze hun gereedsehap nog eens opnieuw eontroIee1'den. - Denken jullie dat ze al naar buiten is gekomen? - vroeg Pijl voordat ze na'11' buiten gingen. - Dat ze ems opwaeht? - Laten we het hopen - zei Ander. Corrado knikte. - Ais ze wil verhinderen dat je de Poort opent, hebben we haar wel voldoende redenen gegeven om te denken dat ze vandaag in aetie moet komen - zuehtte hij. Toen schikte hij hun capes YV;;1t beter, en zuehtte opnieuw. Nou, ik reken op jullie. Veel geluk. - .Iij oak. HOlld je klaar - glimlaehte Cornelia hem bemoedigend toe. En ze verlieten het huis, rechttoe rechtaan op weg naa1' de oude zonnewijzer. Het \vas niet ver, dus het zou niet lang duren voor ze wisten of het plan werkte, dacht
~~
~~
I_I(_)_(_)l<_"_D_S_'fJ_-'_{_T_I{_Z_]1_~s_'r_r_I_E_N
~
~~
ze. Eenmaal onderweg, merkte ze hoe Ander de straat met zijn aandachtige, indringende ogen afspiedde. Ze huiverde, gewaarschuwd voor de magie die ze voelde. Toen ze de loggia bereikten, keken ze goed om zich heen om te controleren of er niemand op straat te zien was. Cornelia Jegde een averechtse betovering over de straten, door ze samen te voegen met een plaatsverandering: wie er voorbijkwam hoefde het klcine pleintje niet over te steken, maar bevond zich direct voorhij het pleintje zonder dat hij er erg in had. - Klaar? - vroeg Ander haar. Hij zag twee dwarse lijnen verschijnen, die als lange, fonkelende sneden langs de verbindingslijn van de twee straten liepen. Cornelia knikte. - Ja. We kunnen vertrekken. Niemand zal ons zien. Ze naderden de zonnewijzer, die in het midden van het pleintje opc!ook. Het hetrof een zorgvuldige insnijding op een enkel blok steen die een donkere okerkleur hac!. Hierdoor stak het blok steen af tegen de anderen stenen van het plein, die lichter van kleur waren. Het zesde Scharnier was de hele tijd vlak onder de neus van iedereen te zien geweest. - Mag ik het deze keer doen? - vroeg PijI. Hij sprong naar voren en testte de staaf van de zonnewijzer, die ook een c!onkere okerkleur had. De anderen stapten achteruit, buiten de stenen cirkel. Pijl draa ide aan de staaf, tot die naar het kleine, afgeschilferde Latijnse opschrift FULCRUM URBIS wees. Het
--4@~
~~
D_I_1J_\_'_A_I_~H_'T_._R_I_K_r
~
~~
bleek behoorlijk eenvoudig te zijn. Iedereen had steeds gedacht dat die inscriptie "de tijd als spi! van het leven van de stad" betekende, maar de betekenis was veel eenvoudiger. Met een klik draaide de zonnewijzer weg. Pijl kon nog net op tijd wegspringen voordat de stenen schijf kantelde, en prijsgaf wat zij al eeuwenlang discreet verborgen had gehouden: het zesde Scharnier. Ook de Magische Stromen kwamen naar buiten, samengepakt en gespannen tussen de straatstenen van het plein, de rand van de zonnewijzer en de witte en versleten gaten waardoor ze liepen. Steenslag bedekte de kop van het Scharnier en kleefde op de Pare! die al eeuwenlang ondersteboven zat onder het plein. Maan strooide wat Sproeistuifmeel, zodat de stromen voor allemaal zichtbaar werden. Cornelia wierp een blik naar haar vrienden cn stapte toen naar voren, recht naar het Scharnier. Op dat moment was er een knal, en met een doffe plof steeg een rookpluim op. Maan slaakte een kreet van schrik. De scherpe, vermcngde geur van planten, bloemen en vlierbesseninkt prikte in haar neus. De prikkeling was zo sterk, dat ze zich afvroeg hoe Griffioenen zulke sterke geuren konden verdragen. Het duurde een tijdje voor ze ook een andere geur kon onderscheiden ... zwarte paddenstoeien ... - Wacht! - schreeuwde Pijl. Nog voor iemand oak maar iets kon zeggen, kwam uit de rook een lange, tengere figuur van een meisje met wijde, opengescheurde kleren tevoorschijn. Ze had een vieze, vergeelde hoed op haar hoofd.
o~-c
.,.I
-<:>-«
•
- Weg hier! - brulde Ander. Maar zodra hij proheerde te bewegen, voelde hij dat hij helemaal verlamd was. Hij knarsetandde van woede. - Zwarte paddenstoelen! - schreeuwde Maan tussen haar tanden. Ze was doodsbang. - We zitten in de val! De heks slaakte een schelle, hysterische kreet. - Sporen van zwarte paddenstoelen, jawel ... nu zijn jullie verlamd. Het is nutteloos om nu zo tekeer te gaan. Eindelijk zijn jullie in mijn macht .. , Haar amberkleurige ogen fonkelden van pret. - Ga weg ... dachten jullie nou echt dat ik hier zou komen zonder me voor te bereiden? Jullie toverdranken ... ? Nutteloos ... - zei ze. Ze wervelde rond Ander en trok een ampul uit zijn mantelzak. Minachtend gooide ze die weg. Er was een plof en wat rook, maar er gebeurcle niets. - En toch had ik meer verwacht van een Fee die zo beroemd is omdat ze de Boosdoener heeft uitgeschakeld .. , - grinnikte ze opnieuw, alsof ze zicb niet kon inhouden. Maan en Pijl sloegen hun ogen neer. - Hoe wist je van de toverdranken? - vroeg Cornelia, die onbeweeglijk bleef staan. Ze slikte. Baar gezicht was lijkbleek. - Mijn familielid heeft jullie bespied en mij ingelicht over de geuren en de rook die uit jullie Toren opsteeg ... - zei ze, terwijl een kleine witte vlieg op de lange vingers van haar hand landde. - Zoals je ziet hebben ook Heksen hun eigen helpers - voegde ze eraan toe. Met misprijzen wees ze naar Ander, Maan en Piji. - Sommigen zijn weI wat meer ondermaats dan de anderen.
~
~~
D_E_"_\_'_A_L_R_'r_l"_R_I_K_T
~
~~.
- Wat \vil je van mij? - Komaan '" het is toch overduidclijk wat je aan het doen bent ... en ik kan jou niet laten hegaan - siste ze. - Mij latcn hegaan? - vroeg Cornelia. Ze kneep haar ogen tot spleetjes. De heks grinnikte. - Denk niet dat je een Astruc gemakkelijk beet kan nemen. Dat heeft geen zin. Ik zal niet toelaten dat je de Vallei binnendringt en haar verovert om haar te vernietigen en in jouw macht te krijgen! - Geloof me, je slaat een flater! - glimlachte Cornelia droevig. Ze probeerde haar hoofd te schudden. - Werkelijk? Waarom roep je dan jouw Grim niet op en de Nevelen? Kunnen we lekker wat gaan zitten onderhandelen ... - Ik heb helemaal geen Grim op jou losgelaten, en ik ben evenveel aan de genade van de Nevelen overgeleverd als jij - zei Cornelia. - Denk eens na, als de Grim een dienaar van mij zou zijn, waarom heeft hij dan de Spelwer aangevallen? - Stomme details, Averechtse! Maar nu ben je in mijn handen, ik ben niet bang voor jou. Maar jij bent wei bang voor mij, sinds ik deze bier heb! - voegde de Heks eraan toe. Ze toonde aan iedereen de Parel die ze om haar hals droeg. - Nu de Zwarte Steen van mij is, hen ik ook macht. Dat weet je goed genoeg! Is het niet? - Dat is de Zwarte Steen niet. De Zwarte Steen is vernietigd en heeft geen enkele kracht meer ... - Vind eens iets beters uit. Averechtse! - lachte de Heks hysterisch.
<'\
•
o ~ - < : : > -
..J
HOOFDSTGI{ ZESTIEN
--<>--«
•
- Wat je daar in je handen hebt, is een magische Parel die gewoonweg dient om een van de Scharnieren te laten bewegen! - verklaarde Cornelia. - Ilenk je nou echt dat een gewone bezwering volstaat om mij hier onbeweeglijk te houclen? - zei ze, terwijl ze uitdagend een kleine stap naar voren deed. De Heks sperde haar ogen wijd open. - Sta stil! - schreeuwde ze. Maar Cornelia deed nog een trage stap vooruit. Instinctief deed de Heks een stap achteruit. Ze zette een voet binnen de cirkel van de zonnewijzer. - De bol! Goui de bol! - ronkte Floor. Petra schreeuwde woedend: - .Ie hebt het zelf gewild! Van onder haar tuniek haalde ze een fonkelend voorwerp tevoorschijn. Voor Cornelia er erg in had, gooide Petra het ding in de lucht. Het was niet zo moeilijk yoor Cornelia om te herkennen wat het was: het was een Bol met de Zeven Magieen. Ze hield ham adem in en stak haar handen naar voren. Een schild van Averechtse Magie, donker als de nacht en schitterend als een ster, strekte zich yoor haar uit. Ze zag niet eens hoe Maan, Pijl en Ander achteruit vlogen. Samen gooiden ze de blauwe am pullen die ze hadden klaargemaakt. De grand onder de voeten van de Heks golfde dik yloeiend, maar ze merkte dit niet eens. De stralende Bol trok een trillend, strak traject tot bij Cornelia, en toen was er een knal. Geluid van glas dat in scherven brak weerklonk, flitsen met magie schoten overal rond, de magische stekels die de bol bevatte, vlogen op het schild van Cornelia en sloegen als nagels erop in. De slag was zo hevig dat ze omver viel en met
~~
I_)_E_V_A_r_~_s_rr_I_:{_I_h_r
~
~
~~.
de anderen tegen de zuilen werd gesmakl. Met minder zou bet ook weI gelukt zijn, dacbt Petra grinnikend. Ze was er zeker van dat bet zou werken, maar ze kon niet zien hoe de Fee baar Bol wegveegde, want een geluid van gebroken glas acbter haar leidde haar af. In een fractie van een seconde besefte ze dat de helpers van de Fee zicb hadden bevrijd en de inhoud van enkele ampullen op de grond badden gegooid. Een dikke, blauwe vloeistof was in de okerkleurige steen gedrongen en bad die bijna zwart gemaakl. De oranje Parel aan haar nek flitste verblindend, onder baar voeten was er een geknars. Een tekening licbtte op. Een tekening die uit de steen opdaok en die er kart daarvoor nog niet was, een tekening die Petra maar al te goed kende. Een Magische Cirkel. En Petra stond er middenin. Ze voelde zich beetgenomen en verslagen. Toen sloeg een oranje vlam om haar heen. Petra slaakte een woedende kreel. Ze voelde hoe ze door de steen zakte, en van het plein weggezogen werd, weg van alles wat tussen haar en haar doel stonel. En ze verelween.
17 WAARHEID ENLEUGENS
omelia hoestte. Nag versuft van de klap tegen de zui!, schudde ze haar hoofd. Pijl stak zijn hand uit am haar te helpen opstaan. - Potverdorie, wat een dreun! De Bol met de Zeven Magieen, he? - Maan had alweer voldoende energie gekregen om vragen te stellen. Haar haren zaten in de war en haar l)fiI stand scheef. Ze was erg van streek. - Nogal theatraal - gaf ze toe, terwijl ze am zich heen keek en de verwoestingen zag die op het pleintje waren aangericht. - Ze is heel sterk voor zo'n jonge Heks - zei Ander. Hij knipperde met zijn ogen. Bij een van zijn oren was zijn haar wat verbrand. - Is het gelukt am jullie met het schild te beschermen? Is alles goed met jullie? - vroeg Cornelia. - ]a, we zijn er allemaal. Een beetje gekneusd, maar we zijn nog heel - glimlachte Pijl haar toe. - Maar ... zal het jou lukken om alles weer in orde te krijgen? Er
is behoorIijk wat schade - Er zit niet vee] anders op dan het te proberen - zuchtte Cornelia. - Het ziet er in ieder geval naar uit dat ons plan gewerkt heeft - merkte Pijl tevreden op. -]a - zei Cornelia. Ze kneep hem warm in zijn arm, eindelijk lukte het haar om op te staan. - En dat allemaal dankzij jullie! Ik dacht een moment dat het niet zou lukken om haar binnen de cirkel van steen te krijgen die de waterspuwers hadden getekend, zonder dat ze het door had - zuchtte ze. - En ik dacht dat die valse ampullen niet genoeg zouden zijn om haar te misleiden, en dat ze de echte zou ontdekken die we achterhielden - mompelde FijI. - Heb je haar gezicht gezien toen ze begreep dat haar eigen magie de Magische Cirkel had aangewakkerd? - lachte Maan. - Gelukkig is alles goecl gegaan - zuchtte Cornelia. -]e was gewelclig - mompelde de Sperwer. - We waren allemaal gewelclig - glimlachte ze. Ze masseercle haar pijnlijke schouder waarmce ze tegen de zuil was gesmakt. - Maar nu zouden we ems toch echt moeten gaan haasten hoor! Corrado is alleen met haar ... er zouden weI eens problemen kunnen zijn, we weten niet of de kubus het zal houden - merkte Ander op. Cornelia knikte. Ze probeerde haar gedachten weer op een rijtjc te zetten. Toen zei ze: - Houden jullie je nou bezig met het Scharnier, clan zal ik proberen om het plein hier wat op te knappen ... dat zal sneller gaan. - Binnen de kortste
'VAARHEID EN LEUGENS
keren lieten ze het Scharnier draaien. Er volgde een lichte beving, die ze nu weI hadden verwacht. Het rode licht van de Parel flitste in het rone!. Er was weI wat meer tijd nodig dan gedacht am het plein weer in orde te brengen. Ruiten vlogen in het rond am zich weer in de passende vensters te voegen, steenbrokken versmolten weer met de zuilen, de planten die door de flitsen waren geraakt herstelden zieh weer. Eindelijk waren ze klaar om terug te keren naar hun Hoofdkwartier. Nu onthrak er nog een Scharnier. De Heks wist waar die was, en zij had de Parel om het Scharnier te activeren. 'Misschien zijn we er', dacht Cornelia. Bezorgd keek ze naar de wolken boven het Park. Terwijl ze naar huis terugkeerden, dachten de anderen precies hetzelfde. Het gezicht van de Heks was paars en vertrokken. De Magische Cirkel had haar op een stoel gesmakt, die levend leek en haar met zijn lange houten vingers bij haar armen en benen vasthield. Toen ze probeerde te bewegen om te ontsnappen, had dat geen enkel effect. Hijgend van woede en ontgoocheling moest ze berusten. Behalve dat ze gevangen zat op een behekste stoel in een Opsluitkubus, rustten er op de vloer waarschijnJijk ook veel onzichtbare bindspreuken, waaronder cen die haar belette om bezweringen uit te spreken. Ze was gestrikt, en het ergste was dat ook Floor daar bij haar was, en haar niet kon helpen. Nu kon ze niets anders docn dan in de lucht rondtollen, en af en toe tegen de barriere van de Kubus opbotsen. Het was zo klaar als cen klontje dat
ze in de val zaten. Het was weI een troost dat ze tenminste toch de Averechtse had gedood. Ze proheerde zich voor te stellen hoe de Vallei er opnieuw uitzag. De Nevelen, die als een vloedgolf na een storm terugtrokken, en de magische wezens die overal feestvierden ... de hemel die weer opklaarde ... alles weer als vroeger, wals in haar kindertijd. Nu ze weer een heetje meer moed had, keek ze wat om zich heen. De kamer waar ze was, was donker en leek geen grenzen te hehhen. AIleen een scheve kandelaar gaf wat licht, hevend en sputterend door de vochtigheid. Er waren geen ramen. In de verte hoorde ze gedrup. Ais ze niet gevangen zou zitten, zou ze wei nieuwsgierig zijn geweest: dit was vast en zeker het hoofdkwa11ier van de Averechtse en van haar hondgenoten. - Schei toch uit met rondvliegen, Floor! - mopperde ze nerveus. - Ik word daar misselijk van. - Neem me niet kwaIijk, hoor. Ik was op zoek naar een kleine spleet. Maar het weefsel van deze Kubus is zelfs dubhel ... Die lui weten er wat van, om met magie om te gaan - merkte haar familielid op. Floor ging op de knie van de Heks zitten. Petra gromde. Door de sluiers van de Kubus zag ze een spleet licht onder een deur door komen: iemand kwam binnen in de kamer. Toen nog iemand. Een ogenbIik kon Petra de omgeving van haar gevangenis onderscheiden. Die was klein en donker. Haar keel werd dichtgeknepen. Ze probeerde zich opnieuw los te wringen, maar natuurlijk lukte dat niet. Wat zouden ze met haar doen? Zouden ze haar folteren? Haar doden?
'YAARHEID EX LECGENS
- Waarom ben ik bier? Wat willen jullie van mij? - gromde ze vanuit de stoel waarin ze zo vast zat als een muur. Een gestalte kwam diebterbij, het licht van de kandelaar goIfde zacht op zijn gelaat. - Kalmeer - hoorde ze een man zeggen. De toon van zijn stem was zo rustig, clat ze baar eigen angst meteen ais onwerke!ijk ervoer. - Zoals je we! hebt gemerkt, kan je niet ontsnappen, en ... - Wie zegt dat? - grinnikte ze. -]e kunt geen bezweringen uitspreken, niet met je stem, niet met je ogen en zelfs niet met je handen. Je hebt geen andere instrumenten, je zit in een Opsluitkubus clie in een andere Opsluitkubus staat - zei de stem. Dus weet je evengoed als ik dat je niet weg kan komen. - rk beb de Zwarte Steen. rk kan doen wat ik will - snauwde ze woedend, bang dat bet tegendeel zou blijken. - Werkelijk? - vroeg de stem. - Geloof me, als dat eebt de Zwarte Steen was, dan was je nu al lang clood, opgesiokt door zijn kracbt. - Leugens! - brulde ze wanbopig. Ze gaf opnieuw een barde ruk aan de stoe!. De bouten vingers klemden nog harder in haar vlees, Petra moest een kreet van pijn onderdrukken. - Maar je hebt weI op een punt gelijk. ]e bent hier voor dat cling dat je om je nek draagt. - Ecbt waar? En waarom dan weI, als bet niet de Zwarte Steen is? En boe kan het de Nevelen van de Grens verdrijven, ais bet niet de Zwarte Steen is? Het beef! ervoor gezorgcl dat
~__I_I_O_O_F_D_s_'r-_r_U_K_T_Z_~E_'_T_E_N_T_I_E_N __~
:r~
~y
ik hier terechtkwam, en het heeft mij geholpen om de Averechtse te doden die de baas was op deze plaats. Wat kan er anders zoveel kracht hebben? - opperde ze. - En waarom interesseert jou dat? Wie ben jij? - vroeg Floor. De stem aarzelde. - 0, dus we hebben ook jouw familielid .,. Een witte vlieg, het is al lang geleden dat ik er eentje gezien heb. Nu begrijp ik waarom ik niet kon raden hoe het kwam dat je onze plannen kende. - Je hebt nog niet geantwoord - zei Petra. - Een Parel, het is gewoon een Magische Pare!' Petra proestte. - Bedenk eens iets beters! De Magisehe Parels bevinden zieh op de bodem van de meren en de rivieren, niet middenin de tuinen van de Nevelen van de Grens! - antwoordde ze. - 0, toch we!. Daar bevinden ze zieh, tenminste zolang niemand ze daar wegneemt en ze gebruikt. Zeg ik het goed? - zei de stem, met een lichte buiging van een lachje. - Ze kan komen vanwaar ze wil, ze mag zijn wat ze wil, maar ze is van mij en jullie zuBen haar niet krijgen! - protesteerde Petra. - Mag ik tenminste weten waarom je denkt dat de Fee geproheerd heeft om jou te doden? - Mij? Ik ben niet zo verwaand ... niet aileen mij. Maar de heIe Vallei! - zei Petra. Ze had eigenlijk niets willen zeggen, maar ze hoorde hoe de woorden uit haar mond kwamen als een onstuitbare stroom. Ze besefte dat er op de Kubus ook een Waarheidsbetovering rustte, die haar verpliehtte om niet te lie-
~~__'_'_T~_''\_A_R_H_E_~I_D_E_~N_T_I_-,_E_'l_T_G_E_ . . ~_T_S__~
~~
~~.
gen. Ze sprak met haar tanden opeengeklemd, maar verklapte alles wat ze dacht: hoe de Fee ervoor gezorgd had dat de Nevelen de dorpen aanvielen, en langzaam de Vallei opslokten, hoe zij het was geweest die voor de oorlogen had gezorgd die nu de magische wezens verscheurden. De Averechtse was de schuldige voor de dood van haar meester. En toen zij het had aangedurfd om de Nevelen over te steken en de Steen te nemen, had de Averechtse een Grim op haar losgelaten, het meest boosaardige wezen dat ooit voet op de aarde had gezet! Terwijl ze sprak, rolden verhitte tranen van woede over haar wangen. Ze was kwaad, verdrietig en uitgeput. Ze wist niet wat ze moest doen, en die betovering dwong haar om de waarheid te zeggen, ze kon zich niet verzetten ... - Allemaal de schuld van die Averechtse en van jullie die haar hielpen! Ik weet wie jullie zijn, die hier rond mij staan, ook al laten jullie je niet zien' Een Sperwer, twee stomme mensen die de Magier willen uithangen, en hoogstwaarschijnlijk een Tovenaar, want niemand anders is in staat am een zo verfijnd werk te leveren met deze gevangenis! Maar die Tovenaar neemt jullie bij de neus. Die wil over jullie en over de Vallei de baas worden! Er vieI een korte stilte. Terwijl de echo van haar stem zich in het duister verloor, kneep Petra wanhopig haar ogen tot spleetjes, in een poging om een toverspreuk uit te proberen. Maar in plaats van te fonkelen, reagcerde de Steen totaal niet. Het duurde een tijdje voor ze besefte dat ze de warmte van de steen niet meer kon voelen onder haar kleren. Verbijsterd slaakte ze een kreet.
~",",__H __O_O_F_D_S_r:I_ll_T_K_Z_E_v_r_E_N_T_IE_~_N_T _~
;;~
~~
- Het spijt me, maar je zal de kracht van de Parel niet meer kunnen gebruiken. We hebben haar moeten nemen omdat we haar nodig hebben om de Poem opnieuw te openen die naar de Vallei leidt - zei een andere stem toen. Petra knipperde met haar ogen. Ze was compleet in de war toen ze de stem herkende. - Dat is onmogelijk! - jammerde ze. - Het is de enige manier die we hebben om jou naar huis te laten terugkeren. Tenzij je opnieuw door de Nevelen wilt gaan! - Jij ... ik heb jou gedood! De Bol ... - stamelde Petra. - De Bol had haar kwaad kunnen doen als zij er niet op was voorbereid om haar af te weren - kwam de stem van de man tLlssenbeide. - Maar we wisten dat je die zou gebruiken. Het was jouw enige hoop. En net zoals jij ons bespiedde, hebben wij jOLl bespied ... - Hoe ... ? - vroeg Floor, die met haar bleke vleugels sloeg. - De Maquis is ons territorium. Een Fee kan nieuws krijgen van de bomen, de vogels, de stenen ... - Een Averechtse kan dat niet! - brulde Petra. - Het spijt me dat ik je teleur moet stellen, maar zelfs een Averechtse kan dat. Ook al heeft het haar wat tijd gekost om te begrijpen hoe. In ieder geval willen we jOLl geen kwaad doen, dat bewijst het feit dat je hier bent ... levend. - Waarom? Om mij 20 te folteren? - We zijn enkel met je aan het praten! - Onder een Waarheidsbetovering? Terwijl jullie buiten staan, vrij om zoveel te liegen tegen mij als jullie willen? 0,
"'" .
\VAARHEIDEN LEl:TGl1JNS
0H"-<:_-----------------_::>-~ ,.I.
natuurlijk! - grijnsde de Heks. - Zou je wel geloven wat ik zeg als ik in de Kubus stap bij jou? Ik zal dan onder dezelfde betoveringen staan als jullie tweeen, zei Cornelia. - Jij hebt de betovering opgelegd. Jij weet hoe je die kan misleiden. - Ik zal de betovering zichtbaar maken, zo zal je het weten wanneer ik die doorbreek - zei de Fee. Ze klonk zo overtuigend en ernstig, dat Petra instemde. - We zullen zien - zei ze. - Ben je zeker dat je daar naar binnen wilt? - vroeg Corrado, die haar bij haar schouders tegenhield. Cornelia draaide zich naar hem om en knikte. - Jij dacht dat er een oorlog aan de gang was, en dat heeft zij jOll zonet bevestigd. Maar wat er ook aan de gang is voorbij de Grens, de magische wezens zijn bang en hebben hulp nodig. Misschien zuBen we niets kunnen doen, maar we moeten het proberen. En als we de Neve1en willen uitschakelen, moeten we aBe Scharnieren weer afstellen en de Poort opnieuw openen. Zij weet waar het laatste Scharnier is, zij kan ons daarheen brengen. - Die is in de Nevelen - zei Ander. - Een reden te meer! - onderstreepte Cornelia. - We zouden niet weten waar te zoeken, en er is bovendien nog altijd een Grim ... niet? - Maar ook jij bent erin geweestr - zei Pijl. - En je leeft nog! - bevestigde Maan.
c:.. •
o ~ - < :
HOOI<"'DSTrK ZEVENTIEN
:>--«
- Alleen mijn Weerspiegeling ... en ik heb geen herinnering aan mijn wandeling in de Nevelen. Of hoe ik me daarbinnen moet voortbewegen. lk ben ervan overtuigd dat we haar hulp kunnen krijgen. - Goed dan. Maar kom meteen eruit als het verkeerd begint te lopen - zei Corrado. Cornelia glimlachte. Ze keerde zich naar ele zwarte wanel die de Opsluitkubus in de Vesperkamer had gecreeerd. Het ronkte en trilde als een oud, roestig horloge. Ze haalde diep adem en concentreerde zich taen. Haar hand bewoog over de Stromen, ze maakte een doorgang door hun elonkere, trillende lijnen te plooien. Een ogenblik later stond ze in dezelfde donkere Kubus als waar de Heks was opgesloten. Opeens verscheen Cornelia, zoals de Feeen dat deden. De Heks schrok, ze keek haar bitter en duister aan. Cornelia zuchtte. Ze besloot om zich niet te laten intimidereno Ze moest tonen dat ze vastbesloten was, oak al zou het moeilijk worden. Ze boog voorover en legde haar hand op de stenen vloer. De zwarte tegels knalelen, vuurrode tekens fonkelden op en de Waarheidsbetovering werel zichtbaar. - Hier is het.]e weet goed genoeg dat als ik zou proberen te Iiegen, ik geen zuurstof meer zou krijgen en ik niet meer zou kunnen ademen. - En hoe weet ik dat je de tekening niet hebt veranderd zodat je er immuun voor kan zijn? - vroeg de Heks. - Als dar zo zou zijn, dan zou je het teken op de vloer uit elkaar zien vallen ... herinner je je wat Malachia jou ooit zeit
\VAAH.HEID
]1~K
LEUGENS
- kwam Floor tussenbeicle. - Jouw familielicl heeft gelijk. En ik verzeker je clat ik er geen voorcleel bij heb om jou te misleiclen - bevestigde Cornelia. 2e ging voor het meisje zitten, met haar benen gekruist. - Mijn naam is Cornelia, hoe heten jullie? - Floor - antwoordcle het familielid meteen. - Petra - zei cle Heks. Geen van beiden kon hun antwoord verzwijgen. - Dus jullie zijn door de Nevelen van de Grens gekomen - vroeg Cornelia verder. - 20 is het - antwoorclde Petra minachtencl. - Daar heb je de Parel gevonden? - vroeg Cornelia geclulclig. - Dat heb ik al gezegd. - Je hebt gelijk, maar ik moet weten of je in staat zou zijn am terug te keren naar de plaats waar je haar gevonden hebt. - Hou je me voor de gek? 20dat jouw Grim mij kan doden? - Ik heb geen Grim tegen jou opgezet. En ik heb niets gedaan van alles waar je mij van beschuldigt. De Grim waarover je het hebt, heeft zelfs een van mijn vrienclen aangevallen ... Het enige wat we proberen te doen, is om aIle zeven Scharnieren van de stad weer op hun plaats te brengen en de Poort die naar de Vallei leiclt opnieuw te openen. De Poort is ... gebroken, zo'n twaalf jaar geleclen. - Was jij dat? - De Boosdoener - antwoordcle Cornelia ontwijkend. - 0, juist, enkele dwergen in de Maquis hebben mij verteid wat er is gebeurcl. Hij heeft jOLl uitgedaagd, en jij hebt hem
~~__I_-I_O_O_F_"I_)_S_~I'_l_T_I_{_Z_-,F_~_,_rE_",~_· T_T_I_E_l._l\;_ _~
~~
~-y
buiten spel gezet ... Cornelia voelde een groot verdriet in zich opkomen. - Ik had liever gehad dat de dingen andel's waren gegaan - mompelde ze. - In ieder geval waren die schepsels zijn dienaren. Je kunt hen niet zomaar geloven. Petra keek haar scheef aan. De dwergen waren berucht om te vertellen wat hen uitkwam, ook als dat niet de waarheid was. - Dus wil je mij Jaten geloven c1at jij, een Averechtse, niet slecht hent en dat je de Vallei niet voor jezelf wilt hehhen? - Ik heh de Nevelen niet gecreeerd, wij denken dat dit komt door een onhalans in de Magische Stromen ... dat die ervoor zorgt dat de Nevelen zich verspreiden. Daarom zijn we al maandenlang aan het proheren claar iets aan te doen. - Hele dorpen zijn opgeslokt. Wat zou jij nou kunnen doen? - zei de Heks giftig. - Die Parel weer op z'n plaats brengen en de Stromen weer in goede banen brengen. Zelfs wij weten niet of het zal lukken, maar het is het proberen waard. AIleen: het ziet ernaar uit dat het laatste Scharnier door de Nevelen is opgeslokt, en alleen jij weet waar c1ie zich bevindt. - Inderdaad ... \vat spijtig, niet? Afhankelijk zijn van een Heks .. , - lachte Petra hysterisch. - En jij van een Fee ... - antwoordde Cornelia kalm. Het gelach verstomde. - Vettel me eens, alsjeblieft ... waarom hebben de Tovenaars van de Vallei niet geprobeercl om iets te doen? - De stad Donkerlicht is niet meer zoals vroeger. De Tovenaars en de Feeen werden weggestuurd, verbannen, in vele
~__'_'_TA_A_·_R_H_E_I_D_E_N_L_E_"l_T_G_E_:lii_T_S__~
~~
~y-
gevallen gedood. Ben je zeker, Feetje, dat je een ommetje wi! gaan maken in de Vallei? - schertste ze. - Ik ben er zeker van dat we geen onschuldigen mogen laten sterven - zei Cornelia. - Daarom zuBen we alles doen wat nodig is. Misschien zijn jullie dat in de Vallei vergeten, maar hier aan deze kant zijn er altijd Bewakers van de Grens geweest, en dat is nu precies wat wij doen. De Heks keek haar aan op een manier die haar rillingen bezorgde. Floor gluurde naar de tekening op de grond. Die was nog volledig intact. Cornelia sprak de waarheid. - En wat zouden jullie willen dat ik doe? - Dat heb ik je al gezegd. Help mij om het laatste Scharnier weer op z'n plaats te brengen. Jij weet waar die zich bevindt. Daar heb jij de Parel weggenomen, zeg mij waar het is en ik zal proberen om het Scharnier te herstellen. - Ja, natuurlijk. En ik moet een Averechtse vertrouwen, zeker? Zelfs de Feeen en Tovenaars hebben de Averechtsen nooit vertrouwd. Ze werden altijd weggejaagd uit de Vallei Het gezicht van Cornelia betrok. - WeI, ooit was ik andel's. Ik ben een Averechtse geworden, en het was niet gemakkelijk voor mij. Dat is het nog altijd niet. Ik vraag het je nogmaals, als je echt de Vallei wilt redden, dan kun je nog altijd iets doen. - Vind hem maar lekker zelf, jullie Scharnier. Jullie hebben de anderen ook in je eentje gevonden, dat weet ik best - mokte Petra. - De Nevelen komen ook hier dichterbij, jij kunt mij tonen waar het is en zo het probleem helpen oplossen voor het te
~__H_O_O_F_D_S_'T_,_~_TK_T_Z_JE_V_E_N_T_I_E_N__~
~~
~y
laat is ... Begrijp je dat niet? We zijn allemaal in gevaar, de Vallei en wij! - Ik zal jou nooit vertrouwen - verklaarde Petra ijzig. - Wei ... kom dan met mij mee. De heks keek haar vreemd aan. - Meen je dat nou? Zou je me vrijlaten? - zei ze verbluft. Cornelia maakte haar blik niet los van de hare. - Als je helooft om mij te helpen. De beloftes van een Heks zijn hindend, net als die van een Fee. - Dat kun je niet menen .,. - Ik heh niets tegen jou. Samen zouden we een groot verschi! kunnen maken. Als we erin slagen om de Poort te openen zoals vroeger, kun je gewoon naar de Vallei terugkeren zonder je leven te riskeren. En als de Nevelen niet verdwijnen, zouden we samen ktmnen proberen om iets te doen. Denk erover na, dat is het enige wat ik je vraag - zei Cornelia. Toen stond ze op, ze bewoog haar handen zoals Feeen dat doen, en verdween. Ook de anderen verlieten de kamer en deden de deur dicht. Petra en Floor waren weer aIleen. De vlam van de kandelaar sputterde. Onbeweeglijk hleef Petra zitten waar ze zat. De stoel loste langzaam zijn greep op haar annen en henen. Met een zucht van opluchting stond ze op en rolde op de grond. Ze sloeg haar handen tegen de muur van de Opsluitkubus en knarsetandde. - Het ziet ernaar uit dat ze de waarheid sprak '" en als we ons nou eens tot nu toe hehben vergist? - vroeg Floor. - Ze zou alles doen am te krijgen wat ze wil. Een Ave-
~~ _ _ \\_TA_._A_R_H __E_"I_D _ _E_N_T_I_~_E_L_T_G_E_N_T_S_'_ ~
:f~
~y
rechtsc mag je niet vertrouwen. Nooit - gromde Petra. - Maar ze is naar binnen gekomen om met jou te praten en '" nu ben je vrij. Petra wierp een blik op de kleine fauteuil die er nu erg comfortabel uitzag, en die daarnet nog zo wreed leek. Ze knielde neer op de grand. - Vrij? En deze wanden? Daarbij, dat betekent nog niet dat ze een goed iemand is. Hoe dan ook ... ik kan niet doen wat ze mij vraagt. Ik ... herinner me de weg erheen niet meer, dat weet je toch. - Maar je zou je bepaalde punten kunnen herinneren? Die vreemde boomstronk ... en die hoge muur! Dat zou je haar toch kunnen zeggen? - Als zij het niet is die hem op ons heeft afgestuurd, Floor, dan is er nog altijd een Grim, daar in die Nevelen. En die zal ons allemaal doden! - zei de Heks. Toen boog ze haar hoofd. Verward vie I ze opeens in slaap. Toen ze wakker werd, stond er cen dienblad in het midden van de Kubus. Hongerig wierp ze zich op het eten, met een diepe wanhoop en een immens hongerig gevoel. Ze Het wat brood over voor Floor en dronk gulzig van het water. Toen wachtte ze. En ze kreeg veel tijd om na te denken. - Hoe denk je uit de Nevelen weg te komen als we er eenmaal inzitten? - vroeg Petra de volgende dag. Cornelia beet op haar lip. - Dus je aanvaardt ons aanbod om ons te helpen? - Dat is nog maar de vraag - deed de Heks snibbig.
~J"'
~
H_O_O_F_D_S_'T_~(T_K_Z_E_'_T_E_N_TT_I_E_N __~
__
~~
- We hebben een draad die ... - Je denkt toch niet dat die werkt? Daarbinnen is het een jungle van Magische Stromen, die alles doorsnijden wat op hun weg komt ... - Oat zal ons niet overkomen - zei Cornelia. - De Stromen snijden geen andere Stromen door. Oat weet jij toch ook? De heks keek haar achterdochtig aan. - Er is een Grim in die Nevelen. - Je zal bij mij zijn. - 0, natuurlijk! En jij hebt er al veel ontmoet, niet? - spotte Petra. - Goed, ik heb er genoeg van! - bromde Cornelia. Met een sprong stond ze op. - Iedere seconde die we verliezen, kan problemen in de Vallei en ook hier veroorzaken. Die stad is de meest speciale stad die er is, en ik zal niet toelaten dat ze wordt vernietigd! Als je niet met mij meekomt, dan ga ik alleen. We weten dat het Scharnier in de Nevelen is, op de een of andere manier zal ik de weg wel vinden, met of zonder jou! De Heks sprong ook op, ze keek Cornelia uitdagend aan. - Wel, doe maar! - Momentje ... ik geloof jou. Ik zal met je meegaan! - zei de witte vlieg. - Floor, nee! - beval de Heks. - Vooruit, Petra. - zei Floor. - Je bent koppig en daarmee uir. Je bent nog koppiger dan je moeder, toen Malachia haar zei dat je een opperbeste Heks zou zijn! Zij heeft toen ook op de lange duur toegegeven! Deze Fee is niet zoals we dachten.
Eerst en vooral is ze veel te jong, en hovendien praat ze alsof ze echt am de Vallei geeft l - Dat is ook 20! - bevestigde Cornelia goudeerlijk. - Zie je wei? - zei Floor. Cornelia probeerde het nog eens. - Als ik jou kwaad had willen doen, dan zou je hier nu niet met mij staan te praten merkte ze hard op. - Als jij liever hier blijft om jezelf te beklagen, ga gerust je gang. Maar ik aanvaard de hulp van Floor. - Zij is een familielid. Ze zal een Averechtse niet helpen tegen mijn wil. - Proheer het mij dan te verbieden. Haal de strop aan en je zult mij doden! Maar je zal mii niet kunnen tegenhouden! zei Floor, terwijl ze op de schouder van Cornelia ging zitten. Cornelia hield haar adem in en maakte zich klaar om naar buiten te gaan. Maar de stem van Petra mompelde: - Coed dan, Averechtse. Het doet mij walgen, ik vertrouw je niet, maar ik zal je helpen. Ik doe het niet voor jou, en oak niet voor deze smerige stad vol mensen. Ik doe het voor de magische wezens. En om te vermijden dat anderen door de Nevelen en door dat verschrikkelijke beest dat er zich nestelt. worden opgeslokt. Ais jij het niet bent geweest om het op te roepen, dan moet het iemand anders zijn geweest. En ik moet die vinden. En tegenhouden. Cornelia keek haar aan. Ze knikte langzaam. - We zullen het allemaal samen c10en - zei Corrado. die achter haar opdook. Diezelfde avond ging Cornelia naar beneden, naar de Rode Kamer. Ze ging bij het venster zitten, en deed een paging
-R@",",__H_(_)O_F_]_)_S_'~r_._c_;I_<_Z_.:._E_'_'E_'.l._N_·~_"I_E_i.._N_ _~ ~~
~~
om de Theoria Naturalis Patae in haar hand te houden. Het hoek woog nu verschrikkelijk zwaar, en het was gehuld in een ondoorzichtig waas, waardoOf ze het zelfs niet erg goed kon onderscheiden. Maar ze was vastbesloten om nog eenmaal te proheren het boek te openen v()()r haar missie in de Nevelen. Petra had het haar zoveel keren gezegd de laatste tijd, dat die gedachte zich in haar hersenen had vastgezet. Ze was een Averechtse. In de Vallei zou niemand haar ooit aanvaarden. Hoe moeilijk het ook was, ze was niet van plan om die magie op te geven: hoe pijnlijk het ook was, ze wilde die magie beheersen en gehruiken. Ze deed haar handschoenen van glasvezel aan die de spinnetjes van Corrado vom haar hadden gewe'len, en haalde diep adem. Misschien zou het nu weI werken. Nauwelijks had ze de kaft van het boek aangeraakt, of ze voelde haar hoofd met een ruk die ze nog nooit eerder had ervaren, ontploffen. Het was niet langer alsof ze in het hoek was binnengegaan, maar eerder alsof het hoek zich in haar hoofd had genesteld. Ze zag haar oude meesters niet, en ook niet de omgevingen die ze in het verleden had gekend: omtrekken, lichten en vormen versmolten allemaal voor haar ogen, terwijI de stemmen elkaar echoend opvolgden. Een stem vooral, die van de Wever, de bleke elf die haar ingeleid had in de geheimen van de magie. Toen het boek uit haar handen vieI, dacht ze eerst dat ze gedroomd had. Maar toen herinnerde ze zich dat ze zich een ogenblik helder en wakker genoeg had gevoeld om te spreken met haar meesters, en te luisteren naar wat ze haar
"'" .
,"VAARHEID EN LEUGENS
0H--<=_------------------o--«
.,;
.
te zeggen hadden. Ook al leken hun stemmen als losse fragmenten van oude opnames. "Ik ben een Averechtse", had ze hun gezegd, met een alarmerende moedeloosheid en heel veel moed. "Momenteel voel je je alleen maar zo", had de stem van Masker haar geantwoord. Armor had eraan toegevoegd: "En je kunt ons niet zien ... " "... alleen maar om met je geest rand te kunnen dwalen", besloot Olopos. "Het belangrijkste is dat je nu hier bent ... " had de Wever haar verzekerd. "Je bent de eerste Averechtse die ik ontmoet, die in staat is om haar eigen magie te gebruiken", had Nexnox verbluft: gestameld. Cornelia voelde hoe ze glimlachte. "In ieder geval in voldoende mate om in een magisch boek terecht te komen." "Je hebt gelijk ... Enkel de Stramen kunnen door de Stromen gaan '" maar houd je goed vast, anders zullen de Nevelen jou opslokken ... " had Boogschutter haar gewaarschuwd. "Wat moet ik doen om ze te doen verdwijnen?" vroeg Cornelia Wen. "Je weet wat je moet doen. Het evenwicht herstellen", was het antwoord. "Je bent op de goede weg!" had Efelis haar aangemoedigd. "Breng de Scharnieren weer op hun plaats. Zorg ervoor dat de stad kan draaien!" hadden de stemmen haar de ene na de andere toegefluisterd. En toen, net voor ze weer wakker werd, had ze her gevoel
~__H_O_O_F_D_s_rr_{_J_K_Z_E_'_TE_N_'T_T_I_E_N_T_~
~~
Vy
gehad alsof iemand haar schouder aanraakte. "En wanneer je op het moeilijkste punt bent, mag je degene om wie je geeft niet vergeten. Degene om wie je geeft, weet de weg!" had de stern van de Wever haar gezegd. Hij was de oudste van haar meesters, ze was het meest aan hem gehecht. Cornelia dacht over deze woorden na. Ze keek door het venster: alles leek kalm, maar de magische oorlogen konden ondergronds en onzichtbaar verder woeden, en veel meer kwaad aanrichten dan een oO!'log die met bommen en raketten werd uitgevochten. Dat wist ze uit wat ze geleerd had door de magie, en nog beter uit wat ze hegrepen had, toen ze de boeken over de Vallei las. Een huivering liep over haar rug. De Licodont slaakte een vriendelijk kreetje uit de grote bol water die op de tafel stond. Cornelia legde haar hand op de bal en zocht met haar ogen waar de draak was. Het wezentje zwom naar haar hand toe en streek met zijn gezicht tegen de hoI aan, als om haar te troosten. Ondertussen was nu ook de Waterdraak helemaal aan Cornelia gewend geraakt, zoals Cornelia gewend was geraakt aan zijn kreetjes en gegorgel. - Ja, je hebt gelijk - mompelde ze. - Ik ben echt bezorgd. Ik hoop dat alles goed zal gaan. Jij bent elaar zo dichthij geweest, .. hoe is het daar, in de Nevelen? - vroeg ze. Dc elraak maakte een klaaglijk geluid, cen beetje zoals de dolfijnen dat eloen. Cornelia huiverde. "Verschrikkelijk en heel erg mooi", had hij gezegd. De volgenele dag kondigde Cornelia aan dat ze met Petra
'VAARHEID EN LECGENS
aIleen in de Nevelen zou gaan. Dit zorgde voor heel wat opschudding bij haar vrienden. Maar de Heks kon een weinig geruststellend lachje nauwelijks onderdrukken. Hoewel haar toestand er aanmerkelijk op verbeterd was sinds ze de voorwaarden van die rare Fee had aanvaard Cnu mocht ze in enkele kamers van het huis rondlopen), bleef Petra alles observeren alsof ze op zoek was naar iets dat zou aantonen dat ze gelijk had om Cornelia niet te vertrouwen. - Maar waarom? - protesteerde PijI. Cornelia voelde zich een beetje gevleid door de bezorgdheid die iedereen over haar had. Ze bloosde. - Er is geen andere keuze. Als we aIlemaal gaan en we falen, dan zal er niemand anders zijn die nog iets kan doen - antwoordde ze rustig. - We zuIlen de haspel met Stromen gebruiken die we hebben opgerold bij het Scharnier om met elkaar verbonden te blijven aan deze kant van de Grens, omdat aIleen de Stromen andere Stromen kunnen oversteken zunder doormidden te worden gesneden. - Denk je dat je daarbinnen de goede weg zult kunnen vinden? - vroeg Ander. - We weten niet precies de weg, maar Petra kent een paar punten die aan onze route liggen - zei Cornelia, die naar Petra wees. - Een hoge muur, een boomstronk met een speciale vorm ... In geen enkele van mijn dromen herinner ik me dat ik de Nevelen heb overgestoken, maar misschien weI als ik daarbinnen ben '" - zLlchtte ze. - Ik zou weI eens willen weten waarom je er niet naartoe kunt gaan tijdens je slaa p ... Hoe ben je trouwens de vorige
.
o~-<:>---------------------<:>--E<
..,;
keren overgestoken met die Weerspiegeling? - vroeg Pijl. - Om het Scharnier weer op zijn plaats te krijgen, is er lichamelijke kracht nodig, en haar geestelijke energie. Petra heeft cle Parel kunnen nemen omdat ze claar met haar geest en haar lichaam was. Zo moet het ook gebeuren met het Scharnier. Dit Scharnier clraaien zou weI eens een aardheving kunnen veroorzaken clie veel heviger is clan de vorige - zuchtte Corrado wat onwillig. - En de kabel zal jullie veiligheid zijn. Verlies hem niet, en maak hem in geen geval los. - NooH. Dus je gaat akkoord met mijn plan? - Cornelia keek hem met haar grote, ernstige ogen aan. - Neen, - zei hij - maar er schuilt waarheid in je woorden: we hebben geen andere keuze. Wanneer het laatste Scharnier beweegt, zal de stacl einclelijk draaien. De Poort zou een temgslag kunnen geven. Ik weet niet of de draaiing traag of snel zal zijn, ik weet jammer genoeg hijna niks ... Maar het is waar dat wij hier moeten blijven om te controleren of er niet te vee1 schade is, of er geen infiltraties van magie zijn die problemen voor de stad veroorzaken. En tegelijk is er iemand nodig die de Grens controleert. - Daar zullen Pijl en ik weI voor zorgen - zei Ander. - Dan zal ik met jou meegaan - besloot Maan, die zich tot Corrado wendde. - En ik zal Petra begeleiden - schreeuwde Floor. Corrado yond dat een goeet idee. Ten slotte zei hij: - Ik geef aan Grogo en aan de weinige waterspuwers die zijn overgebleven ete taak om de rest van de stad te controleren.
18
IN DE NEVELEN
et was tijdens de eerste week van september, na die vreemde zomer die ze nooit meer zouden vergeten, dat aile bijzonderheden eindeIijk helemaal duidelijk waren. Cornelia had ondertussen haar eerste verkoudheid te pakken, en ook haar broer lag in bed met een f1inke koorts. Terwijl ze de Fee en de anderen observeerde, was Petra eindelijk tot de eonclusie gekomen dat eigenlijk niemand van hen een gevaar voor de Vallei kon vormen. De toeht in de Nevelen samen met hen beramen, gaf haar een vreemd gevoel, alsof er eindelijk iemand was die haar bezorgdheid deelde. Maar telkens als een van hen naar haar glimlaehte, voelde Petra haar neus opkrullen, alsof iets niet helemaal pluis was. Misschien had ze hen wat te vlug vertrouwd? Maar had ze weI een andere keuze, op dit moment? Natuurlijk was ze niet vrij, maar nu kan ze tach
HOOFDSTUK ACHTrrIEN
rondlopen in het grootste deel van het huis, ook al kon ze niet naar bUiten. De Vesperzaal bleef verboden terrein, 001dat daar te veel boeken en magische ingredienten waren. De dag die ze had den uitgekozen, brak aan. De lucht was vrcemd en mistig. Boven de Maquis gingen magische wolken, dik en grijs, wild tekeer. Petra ging naar buiten in gezelschap van Cornelia, Pijl en Ander, recht naar het punt van de Grens waar ze eerder langsgekomen was. Ze namen het pad van her Park dat naar het verste punt leidde, in de richting van de Maquis. Aigauw bevonden ze zich op de kolkende rand van de Nevelen, aan de kant die het dichtst bij de rivier was. - We zijn er - zei Petra. Ik ben hier naar buiten gekomen. - Ze wees naar de schaduw van twee populieren die op elkaar leken. Ze waren door de Mist omhuld en nauwelijks te zien. - Ben je daar zeker van? - vroeg Pijl. - Natuurlijk ben ik daar zeker van - antwoordde ze, een beetje ge"irriteerd. - De Mist is nog verder vooruit gekomen - merkte Ander op. - Minstens een meter. Cornelia knikte. - We moeten opschietcn - zei ze. Niemand protesteerde. Maar Petra slikte. Somber keek ze naar de Nevelen. Pijl keek Petra bedroefd aan. - Weet je het zeker dat je aileen met haar wi! gaan? - fluisterde hij Cornelia toe. Ze knikte opnieuw. Toen controleerde ze de knopen die
~~
~
I_l"_T_D_E_~_N_T_E_'_TE_. . L_E_N
~
~
ze in de kabel met Magische Stroom had gelegd. Cornelia maakte zich vast aan Petra door de Stroom door de zilveren ringen aan hun ceintuurs te schuiven, zodat die in ieder geval niet in hun middel kon snijden. Ze maakte het andere uiteinde van de kabel aan een boom vast, en zuchtte. - Als jullie klaar zijn ... - zei Petra met een vreemde uitdrukking. Cornelia maakte de Orienteerder aan haar riem vast, en knikte. - ]a, het is beter dat we gaan. Veel geluk, jongens. - Ook veel geluk! - glimlachte Pijl ongemakkelijk. - Kijk goed achterom - zei Ander. Zijn ogen t1itsten onrustig van de Nevelen naar de Heks, en dan naar Cornelia. Ze knikte. Cornelia haalde diep adem, en samen met Petra deed ze enkele stappen in de richting van de Grens. Ze gingen naar binnen. De Nevelen leken even te wijken. als om hen door te laten. Toen kolkte de witte massa en sloot zich weer achter hen, alsof ze op hun komst had gewacht. De Maquis huilde krakend en zuchtend, alsof hij bang was en de meisjes wilde waarsehuwen voor een naderende eatastrofe. Van pure opwinding gingen de haren van Ander als pluimen rechtop zijn hoofd staan. Een ogenblik later waren de Heks en de Fee he1emaal verdwenen. De Sperwer was de eerste die weer in aetie kwam. - Ik ga naar de rivier - zei hij. Zijn valkenogen spiedden de omgeving af. Pijl knikte. Hij omknelde zijn kruisboog. Zijn hart honsde
~~_ _ H_(_)_O_I_''''I_J_S_T_L_J_K_A_C_'H __ T_~r_I_E_~N_T_ _~
~
~y
in zijn keel, terwijl hij de andere kant op liep. Hun toeht door de Nevelen was niet zo moeilijk, tenminste niet in het begin. Al met al was het aileen maar Nevel, dik en voehtig, dat weI, maar gewoon Nevel. Cornelia volgde Petra, die vastberaden in een bepaalde riehting Hep. De Heks herinnerde zieh behoorlijk goed het laatste stuk, dankzij de omtrekken van de bomen die tegen de Nevelen afstaken. Terwijl ze zo in de Grens doordrongen, leek het alsof ze niet tWijfelde welke riehting ze moest nemen. Toch deed de gedaehte aan de Grim haar hart sneller kloppen. De Averechtse volgde haar in ieder geval zonder treuzelen. Ze beperkte zieh tot het afspeuren van de omgeving met haar grijze ogen, en waarschijnlijk ook met haar magie. Die voelde ze knisperen toen die de Nevelen raakte, als een vlam onder de as, maar missehien was dit normaal voor iemand van haar soort. Petra wist nog nict zeker waarom ze precies daar was. Waarom ze haar naar de tuin van steen braeht. - Zeg het me nog eens, Floor, waarom vertrouwen wij nu een Avereehtse? - f1uisterde ze naar haar familielid, die zieh met trillende vleugels aan haar schouder had vastgeklampt. - Omdat het ernaar uitziet dat zij onze enige hoop is om naar de Vallei terug te kunnen keren - antwoordde Floor. Petra beet op haar lippen, tot bloedens toe. Ze bleef doorlopen. Voorbij de lindeboom ging ze rechtsaf, en daarna linksaf ter hoogte van de boomstronk die de vorm van een otter had. Ze moest voorover buigen am de Stromen te ontwijken
4@~ ~
I_N_T_I_)_E_~_N_E_'_T_E_I_~E_1_N
~
~¥
die van de bomen naar beneden bungelden. Er zat niet veel anders op: ze had het heloofd, en de helofte van een Heks was bindend. Toch vertrouwde ze de Fee voor geen cent. Cornelia speurde de omgeving af. Ze fronste haar voorhoofd, en concentreerde zich om de Stromen goed te kunnen zien. De Parel die om haar hals hing, produceerde door de wrijving een licht rondom hen, dat wei uit de krater van een vulkaan leek te komen. Tussen de Nevelen en de bomen leek een menigte van Stromen te zijn geknoopt. Ze leken op zeer dichte hungelende ranken, in een gigantisch dicht ineengevlochten gevangenis. Er was geen twijfel mogelijk waarom de mensen hier de voorbije eeuwen verdwaalden. Ze vroeg zich af hoeveeJ geluk Petra nodig had gehad am hieruit te komen. Met een gevoel van afschuw kwamen haar dromen weer opduiken ... Maar dit was niet het moment om verstrooid te zijn. De Nevelen zweefden tussen de Stromen en kruisten hun weg. Hun gezicht werd kletsnat, hun haar plakte op hun voorhoofd. De Nevelen kolkten om hen heen, en klampten zich vast aan hun benen, en later oak aan hun annen. De kahel die hen samenhield leek grijze fonkelingen licht uit te stralen, en sleepte achter hen aan als een vaag teken voor hun terugkeer. Langzaam werd de Mist dikker, de Stromen hingen zo dicht op elkaar dat hun ogen pijn hegonnen te doen. Cornelia kon
HOOFDSTUK ACHT'T'IEN
de vermoeidheid nauwelijks nog verdragen. Ze droeg haar handschoenen van glasvezel, maar ze had een heel pak uit glasvezel kunnen gebruiken. Ze voelde hoe ze aan aile kanten geduwd en teruggeduwd werd, samengeperst alsof ze in een overvolle autohus zat. En ze voelde ook dat clit door haar Averechtse Magie kwam. Af en toe draaide ze zich om. Voortdurend voelde ze de haspel met draad door de ring aan haar riem afrollen. Ze zag hoe de kabel in de Nevelen verdween, alsof die in het luchtledige opgehangen was. Ze hoopte dat dit zou volstaan om hen terug te brengen, en ook dat de tuin waarnaar Petra hen leidde vlakbij was, zodat de kabel niet te kort zou blijken te zijn. Want dan zouden ze echt in de problemen zitten. Ze probeerde naar de bomen te luisteren, in de hoop hun hulp te kunnen vragen. Maar hier waren ze anders, veraf, ook zij waren verloren in een gigantisch onontwarhaar net. - Opgepast, we zijn er bijna - kondigde Floor aan op de schouder van haar meesteres. Cornelia werd uit haar gedachten losgerukt. - Goed, laten we ons haasten - zei ze. De woorden leken niet verder dan haar lippen te komen. Ze deed snel haar mond dicht. Misschien was het betel' am 20 weinig mogelijk te praten. Ze hijgde onder de druk die op iedere centimeter van haar lichaam werd uitgeoefcnd. Verward en lijdend sleepte ze zich vooruit. - Gaat het? - vroeg Floor. Cornelia knikte. Petra vroeg: - Denk je dat het je zal luk-
~
~~
I_N_T_D_E_~_N_T_E_'_TE_I_-,_E_N
~
IQ)~.
ken? De terugreis zal nog zwaarder zijn, als we de Parel niet meer bij ons zullen hebben. - Het is alleen omdat ik een Averechtse ben - merkte Cornelia op. - Misschien kan je betel' teruggaan. Ik zou het alleen kunnen doen - stelde de Heks voor. Cornelia keek haar grimmig aan. Ze vroeg zich af in hoeverre ze moest luisteren naar de waarschuwing van Ander. - En als de Grim opduikt? - vroeg ze. - Misschien komen we hem helemaal niet tegen - mompelde Petra. Maar daar was ze niet zo zeker van. - Jij weet niet hoe je een Scharnier moet laten bewegen. - De woorden stierven opnieuw weg op de lippen van Cornelia. Ze concentreerde zich maar weer op het lopeno Kart daarna leken de golven van de Nevel die met oranje reflecties van de Parel verlicht waren, wat te wijken. De uitlopers van wat een donkere, druppelende hoge mULlr leek te zijn, verschenen. - We zijn er - zei Petra. Ze versnelde haar stap. In de uithoeken van haar gezichtsveld zag Cornelia iets hewegen. Een hevige rilling liep langs haar rug. Ze keerde zich om, maar de Mist dekte alles toe. Ze versnelde haar pas in de richting van de rotsige mULlr. - Wat is er? - vroeg Petra, die haar volgde. Cornelia nam haar bij de hand, samen holden ze naar voren. - Ik weet het niet ... misschien hebben we de aandacht
HOOFDSTUK ACHTTIEN
van iemand getrokken - mompelde ze. Haar mond deed pijn bij het contact met de Mist. "Waarschijnlijk," dacht ze, "komen de Averechtsen daarom niet op plaatsen waar veel magie geconcentreerd is. De effecten zouden pijnlijk rampzalig kunnen zijn." In ieder geval had ze geen keuze. Terwijl ze verder liepen en Petra haar bezorgd volgde, bereikten ze de muur. Ze vanden een opening die redelijk breed was, en kwamen op de binnenplaats van steen. Overal hingen slierten magie, ze moesten zich bukken om die te ontwijken. Pas toen besefte Cornelia dat dit een stuk van haar wereld moest zijn, een dee I van de stad die door de Mist verzwolgen was. Een klein huis leunde tegen de rotswand. Gebroken vensters en ruiten die door de slierten Stromen overwoekerd waren, gaven de indruk dat deze ru'ine al eeuwenlang onbewoond was. Maar in de tuin lag een oude koffiepot die met gras overgroeid was, wat deed vermoeden dat het huis nog niet zo lang geleden verlaten werd. Het leek op een vreemde manier op de huizen van het plein waar de Poort naar de Vallei zich beyond: dezelfde loshangende luiken, dezelfde combinatie van okerkleurige stenen, dezelfde versieringen op de gebeeldhouwde vensterbanken. De kleine deur in donker hout die uitkwam aan de zijkant van de binnenplaats, trof Cornelia. Ze waren echt voorbij de Poort, en toch was hier geen spoor te zien van de Vallei, noch van de stad! Waar waren ze dan precies? - Verdorie, het is echt snel vooruit gegaan ... - onder-
~
~~
I_N_D_E_1_N_E_'_!E_L_E_N
~
~~
hrak Petra haar gedachten. Ze keek aangedaan om zich heen. Het gras dat vroeger groen was, zag er nu grijs en armoedig uit. Het water van het minuscule meertje waaruit ze in het midden de Parel had genomen, was grijs en papperig, en leek ranzig. Cornelia herkende het Scharnier dat ze 20eht, en slaakte een zucht van opluchting. Voorzichtig kwam ze dichterhij. Ze stak haar voeten in het water en maakte de Parel los die am haar hals hing. Met een lichte, vastheraden tik duwde ze de Parel op haar plaats. Die gaf een klik, en keerde keurig terug op haar oorspronkelijke plaats. Toen gaf ze Petra een teken. - Help me eens am het Scharnier te draaien. Op datzelfde moment sneed een ijzige kou door haar hele lichaam. Twee woeste ogen, afschrikwekkend zwart, doken op uit de opening in de stenen muur. Een onderdrukte grom van woede echode over de stenen binnenplaats. - 0 nee ... daar is hij! - waarschuwde Floor. Petra keerde zich am, en deed jammerend een stap achteruit. - Nee ... Cornelia deed haar best om haar laatste restje koelhloedigheid te bewaren. Ze greep de Orienteerder heet, en liet die in de houder glijden. Haar tanden klapperden van angst: Vlug, Petra! Nu! De rest gebeurde in een oogwenk, maar leek een eeuwigheid te duren. Petra greep samen met Cornelia de staaf beet. De Grim deed een stap naar voren, zijn Iijf was cen en al Nevel die
__H_O_O_F_D_S_T_I_)_K_A_(_:'H __ ~_1T_I_E_".N_~_ _~
4@~
~
~y
duisternis uitstuwde, zijn ogen gloeiden als twee zwarte kolen. Hij brulde, en sperde zijn kaken wijd open. Daarbinnen was enkel een angstaanjagende zwarte holte te zien. Met de moed der wanhoop draaide Cornelia samen met Petra aan de Orienteerder. Het licht van de Parel t1itste door de lucht en knalde, maar de retlecties van de lichtstralen leken opgeslokt te worden door de Grim, die zijn kaken dichtklapte en op hen toesprang met snelle, lenige bewegingen. Eindelijk knarste het Scharnier, het draaide, draaide verder, en sprang toen op zijn plaats. Toen kwam de schok. Zoals Corrado had verondersteld, was de aardbeving heviger en krachtiger dan de vorige. De aarde beefde. De muur rand het binnenplein spleet met een verschrikkelijke dreun open, een lange barst tekende zich af op de muur van het oude huis. Stenen en daklijsten vie1en naar beneden. De Grim sprong jankend achter de meisjes aan. Instinctief stelde Cornelia zich voor Petra op en beschermde haar met een schild van Averechtse Magie. Dat lukte, maar de zilveren, scherpe klauwen van de Grim sneden de kabel met Stromen door, die haar met de Maquis verbond. Op datzelfde ogenblik opende zich een barst in de grond, die alles opslokte: de stenen muur, de Grim, het deel van de tuin die overwoekerd was door klimplanten, het water van het meertje waar in het midden het Scharnier stond .,. Cornelia gleed met een gesmoorde kreet de diepte in.
~-,,
'3~
I_l\;_~_D_E_;'_N_~_E_'_TE_"'I_",,_E_N
~
~y
Het pad dat Fiji volgde was heel lang. De Nevelen leken nerveuzer dan gewoonlijk. Lange vingers raakten de takken zacht strelend aan, terwijl de bomen onheilspellend knarsten. PijI was nog nooit zo bang geweest. Het was al meer dan een um geleden dat Cornelia en de Heks in de Nevelen waren gestapt. Was het mogelijk dat het haar nog altijd niet gelukt was? Dat ze het Scharnier nag niet had gevonden? Terwijl hij hierover aan het piekeren was, slaakte de Mist een angstaanjagende kreet. Het leek alsof hij de aarde hoorde sehreeuwen, Pijl vieI aehterover en greep zieh vast aan een boomstronk. Toen werd de Mist woest naar hem toe geduwd, een ogenblik lang was hij helemaal opgeslokt. Zijn liehaam werd meteen bedekt met Rijp. ]ammerend hield hij zieh vast aan de boom terwijl de aarde begon te beven. Het was een versehrikkelijke aardbeving, niet zaeht en licht, zoals de vorige. Het was ronduit daverend. Hij dacht aan zijn oma, hij dacht aan Maan die gelukkig bij Corrado was, hij daeht aan Ander, die aIleen langs de rivier Hep, En toen daeht hij aan Cornelia, die in het epieentrum 2 van de beving zat. Gpeens trok de vloedgolf van mist zieh terug met een diepe grom, Hij bleef hijgend op de grond aehter, doodsbang maar levend. Het was Cornelia gelukt. Ze had het laatste Scharnier weer op z'n plaats gekregen, Ander keerde zieh om naar de Nevelen, net voor het 2 Bij 1'1'11 Clare/beuing Is hct eplcelltrufn de plaats l/'aar het aardoppperulak het dlchtst hij de haard uall de aardbeuillg is. De aardbel'Ing Is daar hct heuigst ell daar zijn I'aak ook e/e meest" l'erti'oestinf!.ell.
~_ _I_IO_O_F_"_D_s_'rr_"_l_Tl_{_1_\._C_H_T_rr_I_E_"N_T__~
~~
~y
gebeurde. Een gehuil dat leek op het gegrom van een woeste tijger overviel hem, zilveren fonkelingen schoten overal in het rond. Met een dreun kantelde de rots waarop hij geklommen was. Hij werd weggeslingerd, recht in de rivier. Het water rolde over hem heen, spoelde over zijn gezicht en sloat zich om zijn lichaam. De rivier was abnormaal koud. Een laag Rijp zette zich vast op het oppervlak van de rivier, terwijl de Mist zijn vingers uitstrekte in een woedend gesnik en de aarde beefde onder de hevigc kracht die ontketend werd. Het paniekgevoel was zo sterk dat Ander de Rijp aan diggelen sloeg en uit het water sprong met een schreeuw van woede. Hij klampte zich aan de oever vast om niet te worden meegesleurd door de stroming van het water. Maan schreeuwde van angst. Corrado wikkelde haar in zijn mantel en dmkte haar tegen zich aan om haar te beschermen. De Poort, die jarenlang gesloten was geweest, viel in stukken uiteen, vreselijke scheuren openden zich in de muur van het bouwwerk vaal' hem, dat opgetrokken was uit poreuze steen die magie doorliet. Lange tentakels krankelende Stramen kmlden als wortels in de stenen, en deden alles in stukken uiteenvallen. Er klonk een vreselijk gehuil. En zoals alles begonnen was, vertraagde alles nu ook weer en hield op. De Stromen trokken zich terug. Als de zee na een vloedgolf, trak ook de Mist zich terug, weggezogen tot voorbij de Poort. Terwijl de binnenplaats die Corrado als jongeman cluizencl keren had overgestoken, opnieuw verscheen, kwamen
~~
~
I_N_T_D_I_~_N_T_]1~_\_'E_,-,I_~_E_N
~
~y
hij en Maan tussen de bergen puin bij de drempel terecht, die opnieuw open was. Tussen het puin verscheen de Vallei. Donkere wolken rolden naar het oosten, om zich tot rond de toppen van de bergen terllg te trekken. Het bos weI'd door een felle wind door elkaar geschud, precies alsof er een onweer op komst was. De ijzige, vochtige lllcht van de Vallei trof Corrado in zijn gezicht. Maan dacht dat ze dit gev()el nooit zou vergeten, de gewaarwording die ze kreeg bij die geur van wilde natuur en magie. Ze huiverde en moest meermalen slikken voordat ze kon geloven dat dit allemaal echt was. Ze hadden de Poort naar de Vallei opnieuw geopend! Ze greep Corrado stevig bij zijn arm beet, om betel' te kllnnen kijken. Hij leek erg aangedaan, en kon zich eerst niet bewegen. Maar zodra hij een geluid aan de andere kant hoorde, nam hij Maan vast en trok haar dichterbij. - I3lijf achter mij, er zou daar iets kunnen zijn ... - fluisterde hij. Hij greep zijn patroontas en zijn karabijn om toverdranken af te schieten en stapte op de drempel. Hij was met stomheid geslagen door ,vat hij claar zag. Petra, die nog met cle kabel met Stramen om haar middel vastgebonden was, deed pogingen om bij hem te komen. Ze sleepte zich voort over de stenen en trok zichzelf over de rand van de afgrand. Haar gezicht was lijkhleek, haar ogen waren wijd opengcsperd. De Nevelen kolktcn achter haar aan als een woest dier. Uit de hodem van de gapencle kloof die zich tussen de Val1ei en de stacl w:,opend had, kwam diep geknetter
~_ _ I_J(_)_O_I_'~_D_8_'rr_1_{_.~_K_A_(_'H_T_T __I_E_N_J__~
'3~
~y
van de Magische Stromen. Voorbij de ingestorte mum Ieken de bergtoppen van de Vallei een verre Iuchtspiegeling. - Waar is Cornelia? - bruide Corrado. Hij starmde naar voreno Tussen de weggezakte stenen en 'Vvankele muren kwam hij strompelend terecht op de binnenplaats, waar hij ais jongeman zo vaak was gekomen. En later ais volwassene, tijdens zijn zwerftochten tussen de Vallei en de oude stad, voardat de Poort gesloten was. Dit leek in het geheel niet meer op wat hij weI honderden keren gezien had. Er hing een geur van verhrande aarde en oververhitte Stromen. - Ze is gevalIen - mompelde Petra. - In de NeveIen! - jammerde Floor, die op Corrado toe kwam geviogen. Plotseling machteloos, het hij zijn karabijn uit z'n handen valIen.
19 DE WEG NAAR HUIS
omelia zag hoe de Grim door de draaikolk werd weggezogen. Kort daarna voelde ze hoe ze zelf weggleed. Ze kreeg niet de tijd om te reageren. Ze sloeg haar ogen op, en probeerde zich aan de aarde en aan de stenen vast te klampen. Ze zag hoe Petra opsprong en haar hand naar haar uitstak, hoe ze probeerde haar vast te grijpen. - Volhouden! - schreeuwde Petra. Maar de druk van de Stromen die overal lossprongen, zorgde ervoor dat ze haar stem vreemd vervormd hoorde, alsof die haar oren bereikte via een lange buis. Cornelia voelde hoe de hand van de Heks haar mouw beetgreep, die gescheurd was door een klauw van de Grim. Ze graaide naar stenen en keien. Tussen haar vingers vond ze het stoffige gras van de binnenplaats. lets dat naar as rook vulde haar mond en haar neus. Met een bovenmenselijke kracht kon ze de hand
~__I_f_O_O_F~_D_S_T_l_J_K_~_N_]_£_C_TE_~_N_TT_IE_~_N_T_~
~~
~~
van Petra vastgrijpen. - Vooruit! Trek! - schreeuwde Petra. Haar amberkleurige ogen bliksemden van een wilskracht, zoals ze die niet meer gevoeld had sinds de dag dat de Nevelen haar meester Malachia hadden verzwolgen. Hem had ze niet kunnen redden, maar ze kon nu proberen om Cornelia te redden. De Fee vocht nog steeds. Opeens knalde een Stroom vlakbij haar. De stenen onder haar voeten verpulverden in de Mist. Haar handschoen van glasvezel die ze droeg om de Parel te kunnen vasthouden schoof van haar vingers. Ze gleed gewoon weg. Terwijl alles in haar hoofd gonsde, voelde Cornelia hoe ze naar beneden stortte, steeds dieper. De Stromen knalden overa!. Ze had zelfs de kracht niet om te schreeuwen .,. Ze keek omhoog naar Petra en de handschoen die ze tussen haar vingers vasthield. Het leek of ze steeds kleiner werd, de Heks werd een figuurtje in de verte, met een bleek, verbijsterd gezicht. Ze schreeuwde iets, maar het gerommel van de stad die draa ide overstemde alles. De stad draaide ... dacht ze. Een onwerkelijk gevoel overviel haar. Toen vloeide alles door elkaar, een zwarte doek plooide zich over haar heen en hulde haar in een ijzige omhelzing. De Nevelen schuurden om haar heen en slokten haar op, precies op dezelfde manier als in haar nachtmerrie. De gedaante van Petra die naar beneden keek, verdween. Ze kreeg geen lucht meer. Cornelia werd bewusteloos.
-4@ ~~
D_E_i.._'_V_E_G_T_N_A_A_R_._H_~_T_IS_'
~
~~-
Toen ze wakker werd, voelde ze zich helemaal in de war. Ze was nat tot aan haar middel, en had overal pijn. Ze hoestte, en schudde haar haren van haar gezicht. Alles random haar gonsde van de grijze Nevel en de Stramen, maar die gek makende druk, die haar hoofd bijna deed ontploffen terwijl ze naar beneden stonte, was gelukkig weg. Ze leefde nog, dacht ze met grote opluchting. Ze moest aIleen naar huis terugkeren. Angstig liet ze haar hand over haar ceintuur glijden. Haar hand vond de doorgesneden en uitgerafelde kabel van de Stromen. Een ogenblik overviel haar een verschrikkelijke angst. Ze zat vast in de Mist! En nu ze naar beneden was gevallen, kon ze er zelfs niet eens meer op hopen dat ze de weg zou weten te vinden die ze met Petra op hun heenreis had afgelegd. Arme Petra. Ze had geprobeerd om haar te redden, maar nu zat ze waarschijnlijk ook vast, zonder te weten waar naartoe, en zonder een koord om haar te leiden ... - Petra! - riep ze. Maar niemand antwoordde. Ze probeerde wat te kalmeren. Ze haalde een paar keer diep adem en stand toen op. Ze moest praberen om helder na te denken, en am niet kwaad te worden over gebeurtenissen waar ze toch niks meer aan kon doen. De magie van de Stramen begon weer tegen haar magie op te botsen, in een gebaar dat afkeer verried, maar de druk die ze daarbij voelde, gaf haar niet langer dat misselijke gevoel. Ze kon zelfs zonder al te vee I moeite rechtop blijven staan.
~__F_I_O_O_F __ D_S_"T_L_jK_N_E_G_E_N_rr __-'_IE_1..._N_-'-_~
~
~y
Ze keek om zich heen. Cornelia voelde hoe haar ogen zich vulden met tranen. Elke richting leek hetzelfde te zijn. Ze deed een paar stappen, en stopte. Het was koud, vreselijk koud. Het idee kwam bij haar op dat de Grim er waarschijnlijk nog was, want hij was eerder gevallen dan zij. Dus kon ze maar beter niet schreeuwen, ook niet om hulp. Bevend ging ze opnieuw zitten, vrij langdurig en onbeweeglijk, totdat ze zich herinnerde dat ze op die manier al eens eerder in de Nevelen was geweest. In een van haar dromen. Toen ze iemand had ontmoet - Juliaan ... - mompelde ze verbijsterd. "Degene om wie je geeft, weet de weg!" De woorden keerden terug in haar gedachten. Kon dat een verwijzing naar haar broer zijn? Ze probeerde haar angst te verjagen en aan hem te denken. Hij was ziek en koortsig thuisgebleven, misschien sliep hij nu ... ze kon proberen om hem te roepen. Ze stond weer op, en keek hoopvol om zich heen. - juliaan? - riep ze. Een slip van de Nevelen golfde. Toen voelde Cornelia hoe er voorbij de Nevelen een trage beweging was. Ze verstijfde toen er iets opdook dat zwart was als kool met grijs eromheen. Bang ging ze achteruit. Maar de grom die ze verwachtte, kwam niet. Ze hoorde een soort vervormd gemiauw. En kort daarna sprong een kat uit de Nevelen tevoorschijn. Om eerlijk te zijn, was het dier te dik om eeo kat te zijn. Het leek eerder een kleine panter met zwarte ogen, en twee
-4@ ~
l_)E_~_'_:v_E_"(_}_l\;_· T_A_A_R __ H_l_~_I~_'
~
'Q)Y
staarten, die aile kanten op krulden en vreemdc slangenvormen in de Mist aftekenden. Het was een Boslynx, een Wilde Kat van de Vallei. Cornelia had eens een afbeelding gezien in een van de boeken van Corrado. Ze bleef onbeweeglijk naar het katclier kijken, dat haar op zijn beurt ook aan het bestuderen was. De Boslynx gromde achterdochtig en ontblootte zijn tanden. Hij tilde zijn dikke kop op, en keek haar recht aan. Toen zette hij zijn twee staarten omhoog en deed een stap naar haar toe. Cornelia boog langzaam voorover en stak haar hand uit, in de hoop dat het beest haar niet zou aanvallen. De Boslynx kwam spinnend dichterhij om haar te besnuffelen. Cornelia probeerde met het dier te praten, maar er gebeurde niets. Opeens hief de Boslynx zijn kop omhoog en zei: - Waarom doe je zoveel moeite? Ook ik hen ... - hij zocht het juiste woord, maar het resultaat in het hoofd van Cornelia was een stormvloed van krassende geluiden, elus vroeg ze verbluft: Hedoel je Averechts? Ze ontdekte dat het gemakkelijk was om rechtstreeks met het wezen te praten, zonder de magie om te keren. - Sinds ... sinds wanneer ben je hier? - vroeg ze. De Boslynx antwoordde niet. - Weet jij de weg om hieruit te komcn? - probeerde Cornelia opnieuw. De zwarte ogen van de Boslynx doorboorden haar onheilspellend. - Als ik die wist, dan zou ik hier niet zijn - zei hij trots.
~__H_()_(_)_F~_D_S_'T __I_TI_{_:"_T_E_"G_'_E_}'\_TT_I_E_N_T_~
~~
~~~
- .Iij was bet ook voordien, niet? Bij bet Scbarnier? - vroeg het meisje voorzicbtig. - Ik was bet ... - Waarom zie ik je nu anders? De {3oslynx leek te glimlacben onder zijn snorbaren. - Nu ben je als de Nevelen aan bet worden, net als ik ... De tijd bier binnen .,. doet veranderen. Het bloed stolde in baar aderen. maar ze probeerde kalm te blijven. Ze probeerde zich de woorden van de Wever te herinneren, en dacht opnieuw aan baar broer. Hij bad tegen haar gesproken over een kat met een zeer slecbt karakter, in een van die dr()J11en. - .Ie lijkt op die lange slungel - zei de Boslynx toen, alsof hij haar gedachten kon lezen. - Mijn broer? - vroeg ze. - Hij weet een weg, maar die \veg is aileen goed voor hem. Ik heb een paar keer geprobeerd om hem te volgen, maar ik kan hem niet bijbouden. Hij komt bier gewoonlijk 's nachts ... bij houdt van de Mist - spinde de Boslynx. Cornelia probeerde hem te strelen. het dier liet haar begaan. Ze moest om zichzelf glimlachen. Toen was er een beweging in de Mist die haar de oren deed spitsen. Cornelia clraaide zich om. Klappertandend van angst en kou, vroeg ze: - Wie is daar? - Deksels. mijn sufferdje. jij en ik moeten eens ophouclen met altijd maar dezelfcle droom te hebben . .Ie begint me dik te vervelen als je steeds zomaar weer komt opduiken.
~~
~
D_E_'_'_TE_G_~_N_A_A_R_-_H_{_T_IS_'
~
~~-
Cornelia deed alsof ze niet eens gehoord had wat hij zei. Ze sprong naar voren om Juliaan om z'n hals te vliegen, maar in plaats daarvan vloog ze dwars door hem heen en viel op de grond. Juliaan barstte in laehen uit. - Sterk, he? Ik probeer eraehter te komen waarom ik alleen maar in bepaalcle clromen onstoffelijk ben. Cornelia schudde haar hoofd. Ze probeercle te begrijpen waarom ze haar broer niet kon aanraken. Missehien was zij niet aan het clromen? - 0, kijk nou eens! Je hebt Twee Staarten ontmoet! Pas op, hij heeft me niet zomaar gekrabcl, dat rotbeest! - riep Juliaan uit. De Boslynx wierp hem een zelfingenomen blik toe. Groentje - blies hij. - Luister eens ... ik heb jouw hulp nodig - onderbrak Cornelia hem angstig, terwijl ze opstond. - Werkelijk? - glimlaehte Juliaan. Maar het betrokken gezieht van zijn zus baarde hem zorgen. - Wat is er? - Ken jij de weg om hieruit te komen? - Gecleeltelijk ... je bedoelt wakker worden? Ze beet op haar lip. - Het is zo dat ... kijk ... ik ben niet aan het dromen, en om uit de Mist weg te komen, moet ik ... - hakkelde ze. Toen deed een idee haar gezicht opklaren. - De rivier! Maar natuurlijk! Weet jij waar de rivier is? Juliaan trok verwaand een wenkbrauw op. Toen haalde hij zijn schouders op. - Kom - zei hij. - Maar wat is er gebeurd? Waarom trok je zo'n tragisch gezicht?
- Nou, ik denk dat ik het je nu weI kan vertellen ... als ik er nu niet in slaag om terug te keren, dan betwijfel ik sterk dat je ooit nog een zus zal hehben om te plagen - antwoordde ze. een soort nacht- 0, dus die droom van jou is ernstig merrie, of zo? - glimlachte haar hroer. - Laten we het maar 20 noemen - zuchtte ze ontmoedigd. Ze wandelden door de Mist. Cornelia ontdekte dat haar broer door de Stromen kon lopen zonder dat hem iets overkwam. - Waarom hen je zo in de rivier gelnteresseerd? Wi! je een duik nemen, m'n waterratje? Dit water is niet echt ... rustig, en jij bent niet echt een groot zwemtalent, weet je? - De 13oslynx snoof misprijzend. Cornelia voelde hoe ze verhleekte. - Kan ... kan ... je niet gewoon de oever volgen? - stamelde ze. - Vee! te steil. Je riskcert je nek te breken - mopperde Twee Staarten. Cornelia was blij dat hij hen gevolgd was. Net op dat moment weken de Nevelen uit elkaar. Voor haar dook een waterval op. Hoge grijze muren van oneffen rotsblokken, waarover het water zich naar beneden stortte, even grijs als de rotsen. Cornelia stopte en hield haar adem in. Stei!e hellingen van meer dan drie meter haag bakenden het water van de rivier af, dat op dat punt diep en donker leek, en vol draaikolken. - Niemand van vlees en bloed kan in die stromingen overleven - zei Juliaan, terwijl hij naar beneden keek. Hoewel ze niet erg welwillend was, moest Cornelia toegeven dat hij gelijk had.
~~
~~
D_E_,",_,_,_rE_"(_i_N_'T_A_A __ R_H_t_r_I_S
~
~~
- Toch is de rivier de enige manier om hier weg te komen. Oat heeft Petra mij gezegd en ... de Licodont! - riep Cornelia opeens uit. - Een draak? - blies Twee Staarten. Hij keek haar achterdochtig aan. - Maar wat brabbel je toch allemaal, m'n gansje? - zei haar broer. Cornelia nam hem bij zijn mouw vast, maar haar hand greep in het niets. Dus zei ze alleen maar: - Nu moet je eens naar mij luisteren. Ik heb jouw hulp nodig. Je moet iets voor mij doen ... ook al zal het je onzinnig lijken, ik smeek je: doe het! Haar toon was zo ernstig dat Juliaan voor een keer luisterde naar alles wat zijn zus hem vroeg. - Je hebt gelijk, het is onzinnig! - zuchtte hij uiteindelijk. - Maar zal je het doen? - vroeg Cornelia angstig. - Alsjeblieft! - Je moet niet zo smeken. Ik doe het. Maar ik begrijp niet hoe een kom met een goudvis erin jou zou kunnen helpen - mompelde hij. Toen gaf hij haar een teken, samen met een van zijn spottende glimlachjes. - Goed, goed, maak je niet druk. Nu probeer ik wakker te worden, he? Hij rolde met zijn hoofd en begon te golven. Gpeens was hij verdwenen. Twee Staarten ging naast Cornelia zitten. Hij keek haar nieuwsgierig aan. - Dus jij hebt een draak in een goudvissenkom gedaan? - siste hij. - lnderdaad - zei Cornelia. Ze ging ook zitten en keek
~.
HOOFDST1JK NEGENTIEN
0H--<::------------------_::>--E<
J
•
naar het panorama. De Nevelen kolkten rondom hen en sloten zich weer, als een gevangenis zonder grenzen. - Mag ik jou iets vragen? De Boslynx begon ontspannen aan een van zijn paten te likken. Hij bewoog zijn twee staarten en keek haar geduldig aan. - Waarom was je zo kwaad op ons? - vroeg ze. - Waarom heb je ons aangevallen, bij het Scharnier? Het wezen snoof. - Ik heb jOu niet aangevallen, maar die stomme Heks ... Ik had mijn toevlucht gevonden op die plaats. Er was voldoende magie om de Stromen weg te houden, maar zij heeft die magie meegenomen ... Ik wou die terugnemen. Denk je dat ik daarin kan slagen? - Als je bereid bent om mij te vertrouwen - glimlachte Cornelia. Toen dacht ze er weer aan dat die kat met twee staarten Ander bijna had gedood. Ze werd weer op haar hoede. Om hem daar zo te zien, leek hij zo zachtaardig ... - En waarom heb je de Sperwer aangevallen aan de rand van de Vallei? Was jij dat toen ook? - 0, die - snoof de Boslynx met een geeuw. - Heb je ooit weI eens honger gehad? Ik ben een katachtige, een jager, hij was voor mij niet meer dan een prooi ... Ik had er geen idee van dat hij van gedaante kon wisselen '" Hij is mij in ieder geval ontsnapt. Ik heb hem waarschijnlijk zelfs niet eens gekrabd ... - merkte hij op, terwijl hij aan zijn snorharen likte. Cornelia zei niets. Ze had de indruk dat Ander de situatie wei zou begrijpen. Twee Staarten sloot zijn ogen en legde zijn kop op zijn voorpoten.
~-,",
~
D_E_~_'_'_TE_~G_'\_]'i;_T_A_A_·_R_H_I_T_I_S
~
~~
- Hoe is het ... buiten? - vroeg hij na een tijdje. Ze glimlachte langzaam. - Het is mijn thuis, ik ben er dolgraag. Maar ik denk dat het jou ook zou hevallen. Er is geen Mist - zei ze. Twee Staarten gluurde met zijn ogen halfdicht. - .Iouw thuis? - vroeg hij. Het zou ook jouw thuis kunnen zijn. .Ie zou bij Corrado kunnen blijven, je zou er eten hebben, en een plaats om te slapen. We zijn twee Averechtsen, ik vind het leuk dat ik met jou kan praten. Maar misschien keer je Hever terug naar de Vallei als we hier tenminste ooit uitkomen ... ? - zei Cornelia glimlachend. Ze voelde zich wat ongemakkelijk. - En waarom? In de Vallei zal niemand een Averechtse verwelkomen - zei de Boslynx. - Ze hebben mij achterna gezeten tot aan de rand van de Neve/en toen ik nog heel jong was - voegde hij eraan toe, alsof hij daarover naclacht. Toen begon hij te spinnen. Het was inmiddels drie uur geleden dat het Scharnier was gedraaicl. De Poort was in stukken uiteen gevallen, en gaapte open zonder dat ze weer gesloten kon worden. De Nevelen begonnen met een diep bulderencl gerommel langzaam weg te trekken in de richting van de uithoeken van de Maquis en de tappen van cle bergen. Langzaamaan kon nu ook de Verborgen Vallei echt onderscheiclen worden, voorbij de grijze wolkendeken. De stad draaide, tergencl langzaam, maar ze clraaide. Het
-4@ ~~
H_(_)_O_F_~D_s_'rr_I_T_K_Y_N_E_"_G_E_'N_T_I_E_N_T_~
~y
panorama veranderde. Sommige toppen van de bergen waren al scherper afgetekend en leken overweldigend hoog. De wind voerde de geur aan van vochtige aarde, en regen achter de nevelsluier. Af en toe schokte de aarde, met kleine triltingen. De mensen in de stad zouden dit als gewone, kleine naschokken van een aardbeving beschouwen. Toch was er niets gewoons aan die schokken. Ais de twee drempels van de Pocm eindelijk op een lijn stonden, zou de brug opnieuw verschijnen, die al eeuwenlang de Vallei en de stad verbond, en de Mist zau verdwijnen. Er zou wat tijd nodig zijn, maar de wereld zou weer als voorheen worden ... aIleen: nu zou er niemand meer zijn die de stad en haar Scharnieren ooit nog zou vergeten. Daarvoor zouden Corrado en de kinderen zorgen. Toch wist niemand we1k lot Cornelia beschoren was, als de stad helemaal gedraaid en de Mist verdwenen was. Corrado had een slecht voorgevoel. Er was geen enkel spoor van zijn dappere Averechtse nicht. En hij vreesde dat haar niet veel tijd meer restte. Als ze nog leefde, dan had ze hulp nodig. Daarom trof hij koortsachtig voorbereidingen om zich in de Nevelen te wagen. Hij was van plan Cornelia te gaan zoeken. Petra keek hem aan, verbluft omdat ze nog leefde, en nog meer verbaasd over zichzelf omdat ze geprobeerd had de Fee te redden en zelfs bereid was om Corrado te he1pen bij zijn zaektocht. Iedereen leek gewe1dig bezargd. Eerst hadden ze haar ervan beschuldigd dat ze hun vriendin kwaad had aangedaan, later hadden ze opnieuw geloof moeten hechten aan
Dl~
\VIGG NAAR HUIS
haar. Ze vertrouwden haar zeker niet, maar nadat ze geluisterd hadden naar Floor, die vertelde wat er geheurd was, hadden ze hesloten geen tijd meer te verliezen met nutteloos klagen. Ze wilden liever iets nuttigs uitproberen. Petra had geprobeerd te voorkomen dat de Fee in die kolkende zee van Mist werd meegesleurd. Het feit dat ze daar niet in was geslaagd, net zoals ze haar meester niet had kunnen redden, maakte haar misselijk. Bovendien was Cornelia tijdens hun barre toeht gevallen toen ze probeerde haar voor de Grim te behoeden. Een Avereehtse had haar gered! Ze zag het beeld weer voor zich. Petra voelde hoe haar maag zieh omkeerde. En net zoals het geval was geweest met Malaehia, voelde ze zieh sehuldig. Toeh leek het haar vreemd. Ze haatte de Feeen en de Tovenaars uit de grond van haar hart. En alsof dat nog niet genoeg was, was Cornelia bovendien nog eens een Averechtse. En ze had haar kunnen strikken en gevangen gezet ... - Hier zijn de ankers - zei Pij!. Hij kwam aangelopen en keek haar nijdig aan. Petra stapte opzij om hem door te laten. Ze slikte: hoewel ze een Averechtse was, had Cornelia hlijkbaar toeh iemand die bezorgd om haar was. - En hier zijn de verdrijfdrankjes, natuurlijk in de veronderstelling dat de Stromen werken - voegde Maan er weinig overtuigd aan toe. Ze bleven maar dingen op de tafel verzamelen. Ander kwam op dat ogenblik binnen en gooide Terugkeerstenen op de tafe!' Hij was nog steeds drijfnat: hij had niet eens de tijcl genomen om andere kleren aan te trekken
of zieh wat af te drogen. - Je kan niet alleen gaan - sprak hij tot Corrado. - Ik neem niemand van jullie mee, en zeker jou niet. Jij moet hier blijven. Zoals de Poort nu toegetakeld is, is ze meer een gevaar dan een beveiliging. Om het even wie kan erdoor komen. Als de situatie in de Vallei werkelijk is zoals Petra en Floor ons hebben beschreven, zal de Poort niet aileen een doorgang zijn van de stad naar de Vallei, maar ook een gevaar als velen uit de Vallei zullen proberen om via de Poort te vluehten. Bovendien heb ik jullie hier nodig. Ik heb magische lantaarns klaargemaakt met het vuur van het Kindspook. Jullie zullen die moeten aansteken zodra ik door de Nevelen ben gegaan en die net buiten de Poort ophangen. Ze zullen niet zo lang branden, missebien zullen ze zelfs helemaal niet werken, maar het zou kunnen dat ze de nevelen kunnen doorboren en Cornelia bereiken. De Mist die net voorbij de drempel hangt, trekt zieh vrij snel terug. Als we niet in staat zijn om weg te komen voordat de stad gedraaid is, dan wilen we waarsehijnlijk daarhinnen vast hlijven zitten. - Wat?! En wat moeten we dan doen? - vroeg Pijl. - Jullie zullen goed de waeht moeten bouden. Dit is wat jullie zijn: Bewakers, hovena!. En waehters van deze Poort! Ik zal me wel op een of andere manier redden - antwoordde Corrado sne!. - Vergeet niet dat ik half trol ben ... en dat Cornelia een fee is, nict? - Maar hij klonk alsof zijn eigen woorden nog niet eens hemzelf konden overtuigen! De vrienden huiverden.
4@~
~
l_)E_71_'_'_TE_~G_-'_N_A_"_\_R_H_{_)_I_S
~
~y
- Neem dan tenminste deze hier mee! - zei Ander. Hij legde de Sica op tafel, met een gehaar dat veel weg had van een woede-uitbarsting. Maar Corrado legde zijn hand op de schoudcr van de Sperwer, en sehudde zijn hoofd. - Geloof me. Je zou hem nodig kunnen hehben. liet is het enige echte wapen dat tegen de magie werkt, het is mogelijk dat je hem zult moe ten gebruiken. - Als ze eenmaal zullen doorhebben dat de Poort weer geopend is ... zullen velen uit de Vallei uit pure angst proberen hun huid te redden en hierheen komen - beaamde Petra. - Inderdaad. En het zullen geen rnaanvlinders zijn die hierheen willen komen - zei Corrado. Het doffe geluid van de bel onderbrak hun gesprek. - Mijn heer - sprak Grogo, die uit een okerkleurige steen naast het raarn in de Vesperzaal opdook - er staat een gast aan de deur, en ik geloof dat u hem moet zien voordat u vertrekt. - Een gast? - vroeg Maan. - Dat is nu eigenlijk geen goed moment - zei Pijl. Maar Grogo drong aan: - Heren, ik denk dat dit eeht wei het goede moment is. Ik weet niet hoe, maar hij zegt dat mevrouw Cornelia hem stuurt. Het ziet ernaar uit dat hij haar broer is. Iedereen snelde naar de voordeur. - Ik weet het niet - zei Juliaan. Hij keek Corrado aan, en liet toen zijn ijlende blik over de vrienden van Cornelia glijden. Dc stad Iiet ecn nieuw vreemd gerommel horen terwijl
ze verder draaide. De Toren leek te wiegen, een kleine lawine van verpulverde stenen vie! op de stoel. - He, volgens mij ken ik jou, is het niet? - ging hij verder. Hij keek Ander scheef aan. - ]e moet het weten! - schreeuwde Pijl, die van pure opwinding helemaal rood zag in zijn gezicht. - Hou op, Pijl, zie je niet dat hij ziek is? Ik geloaf dat hij koorts heeft - zei Maan bezorgd. - Ze heeft me enkel gezegd dat ik deze goudvissenkom hierheen moest brengen ... ik moest in een doorgang stappen in de haard van haar kamer om die te gaan halen. Onzinnig gewoon - grinnikte hij. - Ik weet ze!fs niet eens waarom ik het heb gedaan ... - Ze heeft het jou gevraagd - zei Ander. ]uliaan keek hem aan en trok zijn wenkbrauwen op. - Inderdaad. In een van die vreemde dromen. Maar waarschijnlijk ben ik nog aan het dromen. Het slaat gewoon nergens op - Heeft ze je verder nog iets gezegd? - vroeg Corrado. - Probeer am het je te herinneren. ]uliaan keek hem met troebele ogen aan. - Maar ik heb het jullie al gezegd! Oat jullie dat dinges in de rivier moesten vrijlaten ... zo kon zij terugkeren ... dat denk ik toch. Begrijpen julJie claar nou iets van? - De rivier is de enige weg om de Grens over te steken - zei Petra. Corrado keek in de bol, en knikte. - En de Licodont heeft de kracht om in de rivier omhoog te komen .. ,
~~ ~
D_E_;:_'_'_'E_G_T_~_T_A_A __ R_H_l_~_IS_'
~ ~~
..
- Goed, maar hoe maken we de bol open? - zei Maan. - En hoe kunnen wij ervoor zorgen dat hij weer zijn gewone afmetingen krijgt? - vroeg Piji zich af. - Inderdaad, ik betwijfel of iemand zonder die minderwaardige vorm van magie die tegennatuurlijk is ook maar iets kan doen, en niemand anders van jullie hier is toch Averechts? - stamelde Petra. - Bovendien: hoe moeten we hem laten gehoorzamen? - vroeg Piji. - ]e hebt gelijk. Misschien zou zij weI weten hoe dat moer. Misschien kon ze met hem praten. Op haar manier. Maar \Vij ... - zuchtte Maan. Ander keek haar aandachtig aan. Zijn blik gleed naar de broer van Cornelia. - Ais ze niets anders heeft gezegd, betekent dit dat ze c1enkt dat we het zelf kunnen vinden. - Ze heeft niets anders gezegd - bevestigde ]uliaan. Hij zag er heel moe uit, en moest moeite doen om een geeuw te onderclrukken. - Maar wat is een Licodont ... ? - vroeg hij toen, knipperend met zijn ogen. - Maak je daar maar geen zorgen over, jongen. ]e kan maar beter wat gaan slapen - zei Corrado. Met diepe stem ging hij verder: -]e hebt hoge koorts en je bent ... alleen maar aan het dromen. Alsof er een toverspreuk over hem was uitgesproken, zakte het hoofcl van ]uliaan bij die woorden op zijn borst. Zijn lippen fluisterden: - 0, goed dan. Maar jullie halen weI mijn zus terug, he? Het is een vervelend nest, daar niet van, maar
het is nag altijd mijn zus - Zijn tong werd dik. Langzaam zakte hij op de sofa neer. Maan keek hem hezorgd aan en schudde haar krullen van onbegrip. - Wel, ik veronderstel dat de draak zijn gewone afmetingen terugkrijgt als we de hal openen - zei Corrado. - Maar het prohleem hlijft - merkte Pijl op. - Dit ding hier zal niet hreken, zelfs niet als we het met aIle geweld op de grond smakken. Bij die woorden echter deed Ander een stap naar voren en tilde voor de ogen van de anderen de Sica op. Petra trok zich wat terug. De onrustige glinstering van het Damantijn van het lemmet, dat in staat was om zelfs steen en de meest hardnekkige magie door te snijden, deed iedereen huiveren toen de weerspiegeling van de fonkeling hun ogen trof. - Dan blijft nog de vraag hoe we er zeker van kunnen zijn dat hij zal gaan naar waar wij willen dat hij gaat, het is niet zomaar een hondje .. , - zei Maan. - Ik zal hem berijden - zei de Sperwer. - We hehben elkaar al eens begrepen, bij de rivier. Misschien zal het ons weer lukken. - Inderdaad, jullie begrepen elkaar zo goed, dat hi; daarna proheerde om jou te doden! - bromde Pijl. - Hij was bang .. , - verweerde Ander zich bijna grommend. De twee jongens wierpen venijnige blikken naar elkaar. Corrado schudde nadenkend zijn hoofd. - We hehben geen andere keene! - zei hij. - De Sperwers zijn wezens van de Vallei, ze kunnen andere wezens
~
~~
D_E_8_'_'_'E_G_J_N_'T_A_l_\_R_H_{_7_IS_'
~
~~
van de VaUei veel gemakkelijker begrijpen dan wij ... Het loont de moeite om het te proberen. Misschien hebben de Waterdraak en Cornelia kennis met elkaar gemaakt en min of meer vriendschap gesloten in de tijd die ze samen hebben doorgebracht '" - En hij daar? - vroeg Maan. Ze wees naar ]uliaan, die ondertussen op de sofa lag te snurken. - Zou jij hier kunnen blijven om voor hem te zorgen? - vroeg Corrado aan de Heks. Petra verroerde geen yin. Floor bewoog ongemakkelijk haar vleugels, alsof ze niet wist wat ze moest verwachten van haar meesteres. - Goed. Maar ik moet het jullie weI zeggen. ]uUie zijn alles aan het proberen, aUemaal voor niets ... - zei ze. - Als de Nevelen haar nog niet hebben gedood, zal die Grim het weI hebben gedaan ... - Petra! Zij heeft ons weI gered! - riep Floor uit, bijna verontwaardigd over die woorden. Petra liep rood aan en boog haar hoofd. Ander klemde zijn lippen op elkaar. - Op een punt heb je gelijk. We moeten ons haasten '" als ze nog leeft, dan leeft waarschijnIijk oak die Grim nog ... - zei hij. Niemand kon daar iets tegen inbrengen. Zo lieten ze Petra en Floor samen met Grogo aehter om voor ]uliaan te zorgen. Maan en Pijl stelden zich op bij de Poort, samen met de waterspuwers. Ander en Corrado trokken naar de Maquis, in de richting van de rivier. De stad bleef knarsen ais een oud slot, en beefde met kleine, minuscule
~__I_I_()_O_IJ'_D_~_8_T_I_T_K_Y_N_E_j~_G_TE_j_N_T_IE_'_N__~ T
~~
~y
schokjes, die de mensen, de 11Uizen en de bomen steeds weer deden opschrikken. Ze bereikten de oever van de rivier die uit de Grens kwam. Voorzichtig plantte de Sperwer zijn Sica in de bol met gekristalliseerde Averechtse Magie. Nog voor hij besefte wat er gebellrde, spoelde een golfslag door de rivier en zette de helft van de Maquis onder water. De Licodont was weer vrij. Ander wreef enkele bladeren steenbreek open op zijn handpalmen. Hij had gelezen dat de waternimfen dit deden voordat ze opstegen. De Waterdraak kwam dichterbij, gehypnotiseerd door de geur van de plant. De jongen strekte zijn hand uit. De draak liet zich aaien op zijn zachte, glibberige neus. Een ogenblik leek het alsof er tussen die twee een traag en lang gesprek plaatsvond, dat niemand anders kon horen. Opeens bewoog de Sperwer zich en gaf Corrado een teken. Met een lenigheid alsof hij zijn hele leven niets andel's had gedaan, sprong hij op de rug van de Waterdraak. Hij nam de baarden die langs de kop van het beest bllngelden als teugels in zijn hane!. In een flits dook de Licodont midden in de rivier. Met een vrolijke, machtige kreet zwom hij vrij naar de bron, tegen de stroom in.
EPILOOG
omelia sprong uit het water en rolde hoestend op de oever. Twee Staarten dook in de struiken en bewoog grommend zijn twee harige aanhangsels. Zijn oren stonden recht, zijn pels plakte ruig in klitten aan elkaar. Hij beefde. Nu hij aan de Nevelen ontsnapt was, bleek de Boslynx geen haar veranderd te zijn. Gelukkig was hij weI die gruwelijke nevelslierten kwijt, die maar aan zijn prachtige zwarte pels met grijze strepen bleven kleven. Twee Staarten keek naar het meisje dat hem uit de Nevelen had gebracht, en wendde zich vol afschuw af van het water, dat hem zo doorweekt had. Een lange, magere man omhelsde haar. De Averecbtse beantwoordde zijn ombelzing uitbundig. Ze was doodsbang, onderkoeld en moe, maar ze leefde. De jongeman die was toegesneld op de rug van de draak om baar te redden, even bandig als een water-
~
~~
I_~I_:>_I_l.._O_O_b_'
~
~y
nimf van de rivieren, hield zich op een afstand. Hij bekeek hem alsof hij hem kende en verwachtte te worden aangevallen. Ook hij herkende de jongen. Hij kende zijn geur. Dat moest de Sperwer zijn, waarover het meisje verteld had. Het was voor heiden meteen duidelijk dat ze nooit goede vrienden zouden worden. Maar Twee Staarten had geen enkele reden om hem aan te vallen. Hij was te groot, en ook al had hij razende honger, hij had die schitterencle dolk aan z'n zijde zien hangen. Dus hlies hij en ging vervolgens voorzichtig opzij, om clan vercler naar Cornelia te kijken. Bevend in de omhelzing van haar oom, fonkelde het meisje met een averechts licht, alsof ze een grote kracht in zich had. Gemakkelijk te zien voor een andere Averechtse, onmogelijk voor de ancleren. Langzaam deed diezelfde magie het water verdampen. Het was de eerste Averechtse die Twee Staarten tegen het lijf liep. Terwijl ze wachtten op de komst van de gewapende jongeman, had ze hem vertekl over huiselijkheicl en een plaats voor hem, over eten en een werelcl zonder Mist. Terwijl Cornelia in een warme cleken werd gewikkeld, sprong hij in haar armen en likte haar oren, om haar te herinneren aan haar beloftes. En ook een heetje om te profiteren van haar warmte om zijn mooie pels clroog te krijgen na dat onaangename bad in het water. De Mist kolkte nog steeds in dikke, omvangrijke slierten, maar trok zich heetje hij heetje terug. Nu leek het meer een
~
~~
E_i.P __I_L_O_O_(7_'
~
~~
dikke grijze muur. De hemeI, die waarschijnlijk even grijs zag onder invloed van het Onevenwicht van de Stromen, begon op te klaren en leek opnieuw een teken van leven te geven. Minuscule, bijna onvoelbare schokjes lieten de stad nog steeds zachtjes schudden, terwijl ze als een gigantisch uurwerk over haar raderwerken draaide. Onderweg naar het huis van Corrado liepen ze door de Maquis, die borrelde en kraakte. Cornelia moest vee! uitleg geven, en ze kreeg ook heel wat nieuws van de anderen te horen. - Wat ben ik blij dat het ]uliaan is gelukt - zei ze met een zucht. - Hij geIoofde dat het allemaal een droom was ... - zei Ander. - Inderdaad ... precies daarom was ik bang dat hij me niet ernstig zou nemen. En zich in zijn bed zou omdraaien '" - legde Cornelia uit. - Waarschijnlijk hebben we dat aan zijn koorts te danken, zander koorts zou hij niet in zijn bed Jiggen op dit uur en zau hij niet met jou kunnen spreken ... Daarbij denkt hij dat hij aIleen maar erg heeft gedroomcl en geijld. Het geheim van de stad is in ieder geval nog veilig .,. - zei Corrado met een zucht van opIuchting. Hij wierp een bJik op de I3oslynx, die zich door Cornelia Jiet dragen en met hongerige blikken in de struiken tuurde. - Misschien zouden we hem op een dag ook de waarheid kunnen vertellen? - stelde ze voor. Corrado haalde zijn schouders op, en keek haar aan. - Misschien. Maar nu is het nog te vroeg. Wie weet hebben die twee bij de Poort problemen gehad ... - mompelde hij.
~,,
~~
E_P_I_I_--,O_O_G
~
~;r
- Waren er problemen? Wat is er gebeurd? Hoe gaat het met de anderen? - vroeg Cornelia angstig. - Ze heeft gezegd dat ze geprobeerd heeft om jou te redden - zei Ander. Snel bereikten ze nu het Park, waar ze zich onder de andere mensen mengden, die opgewonden praatten over de aardbeving. Omdat iedereen zo nerveus was, Iette er niemand op hen. - Dat heeft ze inderdaad ook geprobeerd ... 0, nog iets. Ik ben cen van jouw handschoenen kwijt ... - stamelde Cornelia. Corrado Iegde zijn hand op haar hoofd en schikte liefdevol haar haren wat netter. - Maak je maar geen zorgen. Petra heeft die ... Yoor de rest maken Maan en Pijl het goed, behaive dan dat ze erg over jou in zitten. We hebben hen op wacht gezet bij de Poort .,. Jammer genoeg was de aardbeving behoorIijk hevig: de weerslag in de magie heeft ervoor gezorgd dat de deurpanelen het hebben begeven. Hoewel ze magisch waren, waren ook zij oud en dus zijn ze bezweken. Wat mij de meeste zorgen baart, is wat er zal gebeuren zodra de doorgang opnieuw open is ... De stad is nog aan het draaien, dus nu zouden er nog geen problemen mogen zijn, maar het is beter dat we opschieten - zuchtte hij bezorgd. Cornelia versnelde haar pas en keek opzij naar Ander, tenminste voor zover dat lukte. Ze moest namelijk tussen de pelsharen van Twee Staarten doorkijken; die liet zich Iekker dragen op Cornelia's rug, ais een zware reiszak. - Wat denk je te doen zodra de cloorgang helemaal open is? - vroeg ze aan Ander. - Ais er werkelijk een magische oorlog woeclt in de Val-
~
~~
E_:;;P_IL __O_C_)_G_'
~
~~
lei, dan moeten we voorzichtig zijn. Maar laten we nou maar aan een ding tegelijk denken - zei Corrado. Hij spoedde zich langs de Dode Stegen. Twee Staarten bewoog op de schouder van Cornelia toen hij een witte muis langs een muur zag wegglippen. Hij blies en sloeg met zijn twee staarten die tevoorschijn piepten uit de deken waarin Cornelia gewikkeld was. Cornelia probeerde hem te kalmeren, maar uiteindelijk moest ze hem toch laten gaan. Ondertussen waren ze op de Binnenplaats van de Poort aangekomen. Corrado snelde naar voren. Met ingehouden adem bleef Cornelia op de drempel staan. Twee Staarten schoot weg, de muis achterna. Ander stopte achter haar. - Wat gebeurt er? - vroeg hij haar. Cornelia schrok op en keek hem verlegen aan. - Ik weet het nier. We hebben zoveel moeite gedaan om de Poort te kunnen openen. Maar nu het zover is ... weI, ik denk dat ik bang ben - gaf ze blozend toe. Ander plaagde haar niet zoals Maan zou doen, en maakte er ook geen grapje van zoals PijI. Hij stak alleen zijn hand uit. Cornelia nam dankbaar zijn hand vast, en Het zich rondleiden op de binnenplaats. Nauwelijks hadden ze een voet voorbij de boog gezet, of ze beseften dat er niemand was. Cornelia schrok. Ander fronste zijn voorhoofd, hij kneep wat harder in haar hand. Behalve het knetteren van de Magische Stromen en de zwakke siddering die door de stad trok, was er geen geluid te horen. Geen enkele stem.
~
~~
E_P_I_I_--,O_O_G_x
~
~~
Helemaal niets. De oude binnenplaats was al bouwvallig, maar nu leek ze half vernietigd en stuk. Een afgebrokkelde afgrond opende zich waar Cornelia de kleine deur had gezien met de sporen van de klauwen van de Griffioen, de Poort die naar de Verhorgen Vallei leidde. Ze keken elkaar aan. Op hetzelfde ogenhlik kwamen ze in heweging, eerst langzaam, maar toen steeds sneller. Vervuld van angst. Had de Mist hun vrienden gevangen? Waarom hoorden ze geen stemmen? Waarom was er niemand? Ze klommen over steenblokken en stukken magisch hout schoven voor Cornelia weg als reactie op haar Averechtse Magie. Ze kwamen voorbij de oude, kleine, magische Poort die er heel gewoon uitzag. Opeens hegrepen Cornelia en Ander waarom het zo sti! was. Maan, Piji en Corrado waren daar. Onbeweeglijk. Als versteend. Ook de waterspuwers stonden in stilte toe te kijken. Betoverd door de schoonheid van het spektakel dat zich voor hun ogen ontrolde. De Nevelen waren opgetrokken, en nu samengekneld in een kOlt, gorgelend snoer dat op de berghellingen rustte, ais een beweeglijke grens. De lueht was nog steeds grijs, maar al veel helderder, en dat heldere, bijna onwezenlijke licht verspreidde zich over de Vallei, over het groen en de wilde natuur, waardoor alles nog sprookjesachtiger leek. Een brug van okerkleurige stenen strekte zich naar de Vallei
~
~~
E_P_I_L_O __ O_G_~
~
~1:
uit, voorbij de afgrond waarin Cornelia was weggeslingerd. Nu leek er enkel een rivier te stromen, diezelfde rivier waar Cornelia en Ander de stromingen hadden overwonnen op de rug van de Licodont. Het was een eenvoudige, maar zeer indrukwekkende brug, met bogen die steunden op andere bogen, en zich verloren in de diepte , in het water. In het licht van die grijze hemel leek het of de magische stenen waaruit de brug was gemaakt een vluchtige kleurschakering kregen. Het leek erop alsof de hrug fonkelde met stralende weerspiegelingen, en gedurende een ogenblik kreeg Cornelia de indruk dat ze naar de gewelven van een prachtige regenboog keek. Ze kneep in de hand van Ander. Hij hield haar stevig vast, ook hij was aangedaan door het buitengewone spektakel. Geen van beiden kon een woord uitbrengen. Voorbij de regenboogbrug leek de Vallei rustig en onbeweeglijk, als in een droom. Groene bossen vleiden zich tegen de bergen, de vogels zongen een vreemd lied, de lucht was fris, maar doordrongen door iets wild en overweldigends. Opeens leek er een golving te zijn, voorbij de brug en het pad dat daar te zien was. Een vlucht maanvlinders steeg op, opgeschrikt door de beweging van de Stromen, en vloog fonkelend door de witte lucht. Maan slaakte een kreet van bewondering. Tranen van emotie wIden over de wangen van Corrado. Met een schok en een zware, verre dreun remde de stad en hield op met draaien. Kijk, dacht Cornelia. Het was hun gelukt. Het evenwicht was hersteld. De stad en de Vallei waren opnieuw verenigd, de We reId was weer een geheel geworden. De dreiging was
~
E_P_I_L_O_O_G
~~
~
~y
verdwenen. Cornelia zou die dreiging niet meer toelaten. En dat niet alleen, indien nodig zouden ook de Bewakers haar niet meer toelaten ... Twee Staarten sprong naar voren om de lucht op te snuiven. Hij verstopte zich wantrouwig tussen de benen van Cornelia, de half verscheurde witte muis bungelde tussen zijn tanden. Maar ze lette niet op hem, ze was vee I te veel in de ban van het ontroerende spektakel v66r haar. Een flits Averechtse Magie waarschuwde haar nag eerder dan de anderen, zelfs nog eerdel' dan Ander iets voelde. - Het sneeuwt! - kondigde ze aan. Het was vroeg voor sneeuw. Maar wie weet, misschien had de draaiing van de stad een vreemd effect op al die wolken. Overweldigd door het horen van haar stem, draaiden Maan en Pijl zich om en vlogen haar om de hals. - Het is je gelukt! Ik wist het! De Vallei! De Verborgen Vallei! - schreeuwden ze door elkaar. Corrado en Ander keken elkaar tevreden aan. Terwijl de witte sneeuwvlokken langzaam naar beneden dwarrelden, als in een gewichtloze dans, blies Twee Staarten om zijn ongenoegen te tonen. "Sneeuw!" mopperde hij. Soepel tiet hij zijn twee aanhangsels door de lucht draaien om duidelijk te laten zien dat hij ontstemd was. Cornelia moest lachen. - "Beslist overgewaardeerd ... Nat, koud, je poten die wegzakken, en het is allesbehalve wit, behalve wanneer de vlokjes pas gevallen zijn ... " geeuwde hij luid. Likkebaardend besloot hij toen om de rest van zijn hapje muis naar binnen te werken.
~4~ ~~
INDEX WAAI~SCHUWI~G
4
IJI~()l ()O(j
7
1. DE DIXG.K:--J ZI.JX YEHANDEHD 2. In:KENKC:--JDE EX OUDE
:3.
DE
SCHAI~NIEREN
11
.....27
4:3
4. DE BIBLIOrrHEEH:MFIS
6:3
;). DE NEYELEX
77
H. DROl\lEN EN WERKELI.JInU:ID
95
7.
DI<~
\VAPEXZAAL
8.
srrI~O:\[I<:N
9. LCPUS IN FABCLA
III 129 147
10. JErI'S OHA:--J.JE
167
11. DE
185
ZIELSEl~YAlUNG
12. DE AYERECHrrSE 1:3.
IH~
HEKS
14. DE PAREL EN DE DHAAK Vn~R
201 217
28:3
EN VI.JF
245
16. DE YALSTIUK
265
17. \VAARIIEID EN LEUGJ<:NS
288
18. IN DE NEYELEX
805
19. DE \VEG NAAR IIFIS
319
l<~lJll. ()()(}
389
15.
Wie is Miki Monticelli? Goed. Hier ben ik dan. Omdat ik niet weet waar ik moet beginnen, stel ik mij even voor. Ik heet Michela (maar mijn vrienden noemen mij altijd al Miki) en ik ben op 16 mei 1975 geboren in de stad Prato, in het Italiaanse Toscane. Ik heb een diploma Klassiek Lyceum en ben afgestudeerd als elektrotechnisch ingenieur. Maar ik kan me voorstellen dat dit je weinig zegt over mij. En waarschijnlijk vraag je je nu af hoe ik erbij kwam om boeken te gaan schrijven! Er is maar een antwoord: het is verschrikkelijk leuk. En toen ik er eenmaal mee begonnen was, bijna voor de grap, kon ik er niet meer mee ophouden! Een van de dingen waar ik altijd al van hield, was het bedenken van avonturenverhalen ... Ook houd ik van wandelen in de openlucht, van chocolade (maar het moet absoluut melkchocolade zijn!), een film kijken en, mocht het nog nodig zijn om dit te zeggen, boeken lezen. Sterker nog, als je naar de bibliotheek gaat, dan kan je mij gemakkelijk daar tegenkomen, grasduinend tussen Miki toen ze klein was al die boeken, om boeken te zoe-
ken vaar in mijn callectie! Wat kan ik je nag meer zeggen? Ik vrees dat ik niet zo'n arigineeI type ben ... Als ik er gaed aver nadenk is het meest originele dat mij averkamen is weI het feit dat je mijn baek nu in je handen hebt! Want als schrijven heel gemakkeJijk is, dan is uitgeven tach wat minder gemakkelijk ... en tussen zeggen en daen zit, zaals Miki Monticelli men zegt, nag een groat verschil. Eigenlijk kan ik het nag maar nauweJijks gelaven! Wil iemand me niet eens even in m'n arm knijpen ... ?
Wie is Silvia Fusetti? Hallo, waarschijnlijk denk je nu dat Silvia aan het schrijven is, maar ze vraeg mij om iets te schrijven in haar plaats, want ze is een luiwammes en heeft geen zin om zich los te maken van haar tekeningen! Ik heet Octavia en ik ben een lieve en toegewijde poes van pas een jaar oud, maar toch schrijf ik beter dan Silvia. Ze vindt niet zo goed haar weg met woorden het is betel' om haar te laten tekenen! Silvia toen ze zes jaar oud was Wat kan ik je vertellen over mijn vriendin? Dat ze altijd met haar hoofd in de wolken loopt, en dat tekenen haar grate passie is vanaf de tijd dat ze nog een kind was. In haar vrije tijd speelt ze piano, kijkt ze naar tekenfilms en kan ze urenlang bezig zijn met video-games. Kortom, wanneer zal ze eindelijk eens volwassen worden?! Gelukkig denkt ze er tenminste aan om mij regelmatig eten te geven ... Al kan ik die blikjes ook wei aileen open krijgen! Silvia Fusetti met Ottavia
Wie is Silvia Bigolin? Wanneer mijn buurjongen, die acht jaar oud is, mij vraagt 'Wat doe jij voor werk?' dan antwoord ik 'Ik maak tekeningen!' En dan zegt hij tegen mij: 'Maar dat is geen werk!' In het begin was het eigenlijk ook geen werk. Vanaf het prille begin, toen ik nog een kind was, tekende ik graag. Toen ik groter werd bezocht ik scholen die mij leerden om mijn passie voor tekenen te verdiepen en mijn techniek te verbeteren. Zeker, ik had ook wei graag astronaut, ballerina en clown tegelijk willen zijn, maar Silvia toen ze ten jaar was ik zou er niet zo gracieus uitzien als ik pirouettes zou maken in een ruimtepak en met reuzenschoenen aan! En zo, terwijl ik mijn studies voltooide, begon ik in praktijk te brengen wat ik aan het leren was. Ik amuseerde mij met tekeningen voor het theater, tekenfilms en prentenboeken. Nu ik "groot" ben, ga ik gewoon door! Ik weet niet of mijn buurjongen nu overtuigd is, of toch nog niet, maar Silvia Bigolin ik ben wei blij dat ik nooit gestopt ben met tekenen!