wereldverbeteraars
voor
Economie
Peter van der Wel Hoe we allemaal rijk en gelukkig kunnen worden
wereldverbeteraars
voor
Economie
© 2010 Peter van der Wel / Het Tweede Gezicht, Den Haag
www.hettweedegezicht.com Een uitgave via www.schrijversmarkt.nl Eerste druk 2010 Ontwerp omslag en binnenwerk Valetti, www.valetti.nl Drukwerk Drukkerij Wilco
ISBN 978 94 6141 001 6 / NUR 640 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en /of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze en/of door welk ander medium ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
inhoudsopgave voorwoord
16
Hoofdstuk 1 Rijkdom en geluk
20
Jullie hebben klokken, wij hebben tijd Inkomen en geluk: vergeten we niet wat? De economische wetenschap en geluk Hoofdstuk 2 Ons economisch systeem: de productiemachine Ons economisch systeem: de productiemachine Het gebruik van kennis voor productie Het gebruik van energie voor productie
20
Hoofdstuk 3 Wat drijft ons Adam Smith en onze behoefte aan bewondering Jeremy Bentham en de definitie van nut en behoeften Epicurus en geluk John Maynard Keynes en onze belangrijkste behoeften John Kenneth Galbraith tegen status, cultuur en luxe We zijn nog steeds jagers op de toendra Hoofdstuk 4 Allemaal lekker aan het werk Arbeid verdelen en specialiseren Werkeloosheid en werkgelegenheid
36
Hoofdstuk 5 Druk - druk - druk en geluk Onze beleving van tijd Waarom gaat de tijd zo snel?
54
13
23 24 26 26 29 31
36 38 39 41 42 43 46 46 48
54 55
Economie voor wereldverbeteraars
Een mens is meer dan een werknemer en consument Factoren die geluk bepalen Onze gelukssystemen: comfort en flow
57 59 62
Hoofdstuk 6 Economie is gebouwd op drijfzand 66 ‘Zachte’ begrippen 66 Het verleden voorspellen 68 Het onmeetbare meetbaar maken 70 Keynes en de bestrijding van werkeloosheid 72 Hoofdstuk 7 De relatie tussen welvaart en inkomen 76 Bronnen van welvaart 76 Oorspronkelijke bronnen van welvaart 77 Uitbesteden die handel? 79 Vijfde bron van welvaart 81 We produceren en consumeren om te compenseren 82 Meer welvaart is niet gelijk aan meer verdienen 84 Alles went en het gras is altijd groener bij de buren 85 Het multidimensionale model in formules 87 Het multidimensionale model in woorden 90 Hoofdstuk 8 Economie voor een betere wereld 92 We gaan er blind voor – maar waarvoor? 92 Milieuneutraal en duurzaam produceren en consumeren 93 Drie manieren om milieuvriendelijker te produceren 97 Een verbeterde formule voor een betere wereld 99
Hoofdstuk 9 Over belastingen en uitkeringen 102 De paradox van dure arbeid en goedkoop kapitaal 102 Wie niet werkt, zal niet eten 105 Iedereen een basisinkomen 106 Iedereen een ingezetenenbelasting 108
14
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 10 De rol van reclame 110 Reclame is overal 110 Een ijzersterke lobby 112 Reclamemaken is een kunst 114 Reclame betalen wij zelf 115 Reclame stimuleert de economische groei 119 Maatschappelijk wenselijke reclame 121 Hoofdstuk 11 Voorwaarden voor economische groei 126 Een gelijkmatige inkomensverdeling 126 Vrijheid van meningsuiting en religie 127 Wetenschap en innovatie 128 Van een kennis- naar een menseneconomie 129 Werken na het pensioen 131 De elektronische snelweg 133 Hoofdstuk 12 Digitalisering en informatie 138 Van grotschildering tot virtual reality 138 De razendsnelle, digitale informatieverspreiding 141 Meer informatiecapaciteit kost minder 143 Informatie verspreidt sneller, goedkoper en makkelijker 144 Meer informatie en minder materie 145 Hoofdstuk 13 Ideeën voor de verspreiding van kennis en informatie 148 Kennis en informatie vermenigvuldig je door het te delen 148 Weg met het intellectueel eigendomsrecht 149 De prijs van kennis en informatie moet omlaag 153 Hoofdstuk 14 Agenda voor een betere wereld 158 Afscheid van het Sociaaldarwinisme 158 Economie is ecologie 161
15
Economie voor wereldverbeteraars
Energy efficiency is noodzakelijk om te overleven 163 Agenda voor beleidsmakers 164
Hoofdstuk 15 bonus - hoe word ik rijk?
166
Hoofdstuk 16 bonus - hoe word ik gelukkig?
176
dankwoord 184 Bibliografie 186 Noten 190 lijst met supporters 206
16
Economie voor wereldverbeteraars
voorwoord Ik ben opgeleid als econoom en heb me de laatste vijftien jaar veel beziggehouden met de manier waarop ict en internet onze levens en organisaties veranderen. Ik keek daarbij naar vragen als: Wat is de relatie tussen inkomen, welvaart en geluk? Moeten we allemaal wel zo hard werken? Welke invloed hebben internet en digitalisering op onze welvaart? Hoe kunnen we onze economie zo inrichten dat iedereen er wereldwijd welvarender van wordt? Hoe zorgen we er tegelijkertijd voor dat we niet ten onder gaan aan milieuvervuiling? Hoe kunnen we gelukkiger worden? De economische wetenschap biedt geen bevredigende antwoorden op deze vragen en ontwikkelingen. Ik heb daarom besloten te onderzoeken of bestaande economische modellen en theorieën kunnen worden aangepast. De antwoorden op deze vragen wilde ik in de vorm van een boek gieten. Dat boek moet een praktische handleiding zijn voor iedereen die geïnteresseerd is in economie, welvaart, geluk en een betere wereld. Met verklaringen voor economische verschijnselen om ons heen, maar ook met veel praktische adviezen over hoe we zelf welvarender en gelukkiger kunnen worden. Zo’n boek heeft u nu als lezer in handen. Ik ben ervan overtuigd dat u er uw voordeel mee kunt doen. In dit boek laat ik bijvoorbeeld zien dat het begrip inkomen een misleidende maatstaf is om welvaart, geluk en economische 18
Voorwoord
groei aan af te meten. Het Nationaal Inkomen dient echter bij veel economische beslissingen als centraal begrip. De aanleg van de Tweede Maasvlakte of de uitbreiding van Schiphol worden bijvoorbeeld met een begrip als Nationaal Inkomen onderbouwd. We gebruiken het Nationaal Inkomen als maatstaf voor welvaart en economische groei. De sociale uitkeringen zijn meestal gekoppeld aan de hoogte van ons inkomen. Ook in privéopzicht gaan we er van uit dat een hoger inkomen meer welvaart en geluk oplevert. Waarom lukt het ons niet om door deze inkomensillusie heen te kijken? Ik zal de relatie uitleggen tussen zaken als duurzaamheid, ontwikkelingsproblematiek, vrije tijd en sociale verhoudingen. Uitgaande van bestaande economische theorieën, creëer ik zodoende een uitgebreid economisch model waarmee beslissingen beter kunnen worden onderbouwd. Beter, omdat er dan wel rekening wordt gehouden met zaken als duurzaamheid, vrije tijd en geluk. Dit boek is dan ook een praktische handleiding voor wereldverbeteraars om te komen tot een leven met meer welvaart en geluk voor iedereen. De uitkomsten van dit verbeterde model zijn ronduit schokkend. Als we in de berekening van onze welvaart de negatieve neveneffecten meenemen, blijkt dat de inkomenstoename van de laatste jaren per saldo heeft geleid tot minder welvaart. Het model heeft nog meer toepassingsmogelijkheden. In dit boek zullen we bijvoorbeeld zien hoe we kunnen berekenen wat er moet gebeuren om echt milieuneutraal – dus zonder verdere uitputting van grondstoffen of vervuiling van het milieu – te produceren. Dat is mogelijk, maar het vereist een andere manier van produceren. Nog een stap verder gaat het opheffen van de ongelijke welvaartsverdeling tussen Noord en Zuid. Stel dat we willen dat de welvaart in het Noorden gelijk blijft aan wat die nu is, bij een milieuneutrale productie. Met het uitgebreide model kunnen we 19
Economie voor wereldverbeteraars
dan berekenen dat we, om de ongelijke verdeling tussen Noord en Zuid op te heffen, de milieuschade per eenheid product met 95 procent moeten terugbrengen. Als we de welvaartseffecten van onze manier van produceren en consumeren in beeld hebben gebracht, kunnen we ook kijken naar mogelijke praktische implicaties. Zo zijn er hoofdstukken opgenomen over reclame als instrument om onze welvaart te verhogen, de rol van kennis en onderzoek, de invloed van internet en ict, het recht op intellectueel eigendom, en de herziening van ons belastingsysteem. Twee hoofdstukken staan boordevol praktische tips voor het optimaliseren van individuele welvaart en geluk. Het boek wordt afgesloten met een lijst van aanbevolen literatuur en een notenapparaat voor geïnteresseerden die zich verder willen verdiepen in de besproken onderwerpen.
20
Economie voor wereldverbeteraars
1 Rijkdom en geluk Jullie hebben klokken, wij hebben tijd Een zinderende zon straalt aan de strakblauwe hemel. Ik lig op een strand in tropisch Afrika onder een rieten parasol. Alle beloften van de vakantiefolders zijn waargemaakt. De stranden zijn parelwit, de palmen wuiven, de zee is turquoise. Die folders vertellen echter niet het hele verhaal. In de folders ontbreken de ‘hustlers’. Wij liggen als blanke hoopjes geld op zonnebedjes in een enclave op het strand, omringd door zwarte mannen. Eén stap buiten ons territorium en de mannen vliegen op ons af. Ze hopen iets van hun ambachtelijke, toeristische spullen te verkopen. Ze hebben niet veel te bieden, maar doen wat ze kunnen. In dit land kunnen maar weinig mensen rondkomen van hun salaris. Uitkeringen kent men hier niet. Niets lijkt het te doen. Er is een tekort aan machines en onderdelen en alles is slecht onderhouden. Het enige dat dit soort landen exporteert, zijn landbouwproducten en ruwe grondstoffen. De zon – althans het toerisme – is hier de belangrijkste inkomstenbron. Ik loop terug naar mijn hotel. De zon staat loodrecht boven me. De donkere schaduwen zijn messcherp, de straat is fel wit en doet ondanks mijn zonnebril pijn aan mijn ogen. Mijn shirt plakt aan mijn rug. Ik ben niet ver meer van mijn hotel, vol schaduw en koelte. Aan de overkant van de straat zit al de hele dag een man. 22
Rijkdom en geluk
Hij zit achter een kistje op de grond in een smalle reep schaduw. Op het kistje liggen vijf kleine plastic zakjes met pinda’s en twee aangebroken pakjes sigaretten. Dat is zijn handelswaar: zelf ingepakte pinda’s en losse sigaretten. Hij zit daar de hele dag geduldig te wachten tot iemand iets koopt. Twee deuren verderop zit een timmerman. Voor de open deur staat een bedbodem op schragen. Daarnaast zijn vijf mannen bezig om samen één plank te zagen. Eén man heeft de zaag in zijn hand. Een ander is het hulpje dat de plank vasthoudt en af en toe heen en weer loopt om iets op te halen. De derde houdt toezicht. Hij is waarschijnlijk de meester-timmerman of de opdrachtgever. De overige twee mannen zitten gehurkt in de schaduw en kijken toe. Ze hebben het er maar druk mee. Het is duidelijk dat ik in een arm land op vakantie ben. Misschien lijden de mensen niet echt honger, maar ze zijn hier zeker niet rijk. Ze bezitten weinig, kennen geen goede gezondheidszorg, weinig opleidingsmogelijkheden of democratische vrijheid. Wel zie ik mensen die ontzettend hard hun best doen. Ze leven in een land dat rijk is aan grondstoffen. Boven hun hoofden staat een stralende zon die voedselgewassen oplevert. Toch zijn ze arm. Wij, de mensen in het rijke Westen, zijn er in materieel opzicht de laatste honderd jaar ongelofelijk sterk op vooruitgegaan. We hebben grotere en mooiere huizen, rijden in grotere en meer luxueuze auto’s, gaan verder weg op vakantie, zijn omringd door steeds meer ‘handige’ apparaten, zijn hoger opgeleid en leven langer. In Nederland leven we al meer dan zestig jaar in vrede. We hebben een steeds grotere individuele (keuze-) vrijheid. Landen als China en India ontwikkelen zich in hoog tempo. Sinds het einde van de Koude Oorlog haalt men ook in voormalige Oostbloklanden de achterstand snel in. 23
Economie voor wereldverbeteraars
Er zijn echter ook problemen. Veel mensen voelen zich ondanks hun grote materiële rijkdom niet echt gelukkig in het Westen. Ze hebben het altijd druk en zijn niet tevreden over de manier waarop ze met elkaar omgaan. Sommigen maken zich zorgen over smeltende poolkappen, anderen hebben het moeilijk met het feit dat er nog steeds veel leed bestaat in de wereld. Honger en armoede heersen in grote delen van Afrika, maar ook in delen van ZuidAmerika en Zuidoost Azië. Spanningen tussen de Westerse en de islamitische wereld nemen toe. Ondertussen putten we grondstoffen en energiebronnen uit, brengen schade toe aan het milieu en vervuilen onze natuurlijke leefomgeving. Er is nog een paradox. Het lijkt wel alsof iedereen hier in het land waar ik op vakantie ben alle tijd van de wereld heeft. Ik moet denken aan die beroemde uitspraak van een Afrikaans stamhoofd: ‘In Europa hebben ze klokken, maar wij hebben de tijd’. Verschil in tijdbeleving is er zelfs in Nederland. In Twente lijkt het leven veel rustiger dan in de jachtige Randstad, maar New Yorkers die tijdelijk in Amsterdam wonen, vinden het er zo heerlijk rustig. Hoe komt dat? Ik vermoed dat het te maken heeft met de manier van leven gerelateerd aan de mate van economische ontwikkeling. Paradoxaal genoeg lijkt het wel of we naarmate we rijker zijn geworden, jachtiger zijn gaan leven. Of we naarmate onze welvaart stijgt, meer tijd tekort komen. Is dat niet vreemd? Als je rijker wordt, bezit je steeds meer ‘tijdbesparende’ spullen: een auto, stofzuiger, telefoon, enzovoort. Toen ik er beter over nadacht realiseerde ik me dat alles wat je bezit – een auto, een huis, een fiets, een sapcentrifuge – tijd kost. Het kost om te beginnen de tijd die je moet werken voor het geld om deze spullen te kunnen kopen. Vervolgens kost het de tijd die je besteedt aan het onderhouden en schoonhouden van 24
Rijkdom en geluk
deze spullen. Sommige ‘tijdbesparende’ zaken leggen zelfs extra beslag op je tijd. Een handpers is bijvoorbeeld sneller schoon te maken dan een sapcentrifuge. Ten slotte ben je ook nog tijd kwijt aan de consumptie zelf. Ook het zitten in je tuin, het spelen met je nieuwe computer of het uitgebreid dineren kost tijd. Met andere woorden: hoe meer je bezit, hoe meer tijd je kwijt bent. Inkomen en geluk: vergeten we niet wat? We weten allemaal dat meer inkomen – en dus meer geld – niet hetzelfde is als meer geluk. Toch wordt in het economisch spraakgebruik meer inkomen doorgaans gelijkgesteld aan meer geluk. We zijn immers welvarender naarmate we meer geld en bezit hebben. We denken allemaal dat we van een hoger salaris gelukkiger zullen worden. Ook al weten we allemaal dat deze redenering te simpel is, we handelen meestal niet naar dit besef. Zelfs economen maken deze fout. Ik zal twee voorbeelden geven van de manier waarop de meeste economen nog steeds naar de wereld kijken. Voorbeeld 1: Veel ijzel in de ochtendspits betekent een verhoogde kans op kettingbotsingen en gewonden. Een weldenkend mens zal niet durven beweren dat zo’n serie ongelukken ons gelukkiger maakt. Toch levert zo’n verkeerscatastrofe voor de autobranche en de garagebedrijven meer omzet op. Als het maar voldoende ijzelt en de automobilisten maar hard genoeg rijden, zullen ook in de medische sector en met een beetje pech (of geluk?) ook in de uitvaartsector de inkomens stijgen. Kortom, ongelukken in de ochtendspits zijn goed voor de economie. Maar zijn ze dat ook voor ons geluk? Voorbeeld 2: De laatste tijd roepen sommige politici en ondernemers dat we weer langer moeten gaan werken. Onze vakanties zijn volgens hen te lang en onze werkweek is te kort. Veronder25
Economie voor wereldverbeteraars
stel dat we de zesdaagse werkweek weer invoeren en dat we weer werkdagen van twaalf uur maken. We geven ook maar meteen de meeste vakanties en vrije dagen op. In de begintijd van de industriële revolutie was dit heel gewoon en ook nu in veel opkomende economieën (China, India, Indonesië) zijn dit normale arbeidsomstandigheden. Ons inkomen zou dan waarschijnlijk enorm in omvang toenemen. Maar geldt dat ook voor ons geluk? Dit soort economische redeneringen is eenzijdig. Toch is dit de gangbare manier waarop de meeste economen redeneren en naar de wereld kijken. De meeste economische analyses verwaarlozen of omzeilen de geluksvraag. De factor geluk maakt meestal ook geen deel uit van economisch beleid. Geluk kunnen we immers niet meten. Inkomen is wel meetbaar, en ‘meten is weten’. Als we zo eenzijdig meten, is de vraag wat we dan werkelijk weten. Economische beslissingen - zoals de aanleg van de Betuwelijn of de vijfde landingsbaan op Schiphol - die alleen op economische berekeningen zijn gebaseerd, mogen op zijn minst slecht onderbouwd worden genoemd. Zo’n beperkte blik leidt tot een maatschappelijke fixatie op meetbare koopkracht en meetbaar inkomen. Andere belangrijke elementen van welvaart, zoals duurzaamheid, sociale samenhang en sociale rechtvaardigheid, blijven in deze eenzijdige economische analyses buiten beeld. De economische wetenschap en geluk Economen die zich bezig houden met de vraag hoe we gelukkiger kunnen worden, zijn de laatste vijftig jaar niet erg serieus genomen. Toch is er al vanaf het ontstaan van de economische wetenschap een stroming geweest die zich bezighield met de geluksvraag. Adam Smith, niet de minste, is een prominent vertegenwoordiger van deze stroming. Hij werd geboren in 1723 en wordt algemeen 26
Rijkdom en geluk
beschouwd als de vader van de economie.1 Zijn meest bekende werk An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations gaat niet alleen over geld en inkomen, maar ook over de bronnen van geluk. Ook Smith’s opvolgers hielden zich nadrukkelijk met geluk bezig. In de tijd van John Stuart Mill, geboren in 1806, stond de economische wetenschap bekend als de ‘dismal science’ en hield de economie zich expliciet bezig met de ‘pursuit of happiness’.2 De geluksbeleving bleef ook daarna onderdeel van economische analyses. John Maynard Keynes wordt algemeen gezien als de grondlegger van de moderne, macro-economische theorie.3 Zijn meest bekende boek The General Theory of Employment, Interest and Money verscheen in de jaren ‘30 van de twintigste eeuw. Dit werk staat vol verwijzingen naar de diepere psychologische drijfveren van ondernemers en consumenten. Na de Tweede Wereldoorlog is het geluksbegrip echter verdwenen uit de ‘mainstream’ van het economisch denken. In dit boek kijk ik hoe we onze economie, ofwel onze ‘productiemachine’, zo kunnen inrichten dat we met z’n allen gelukkiger worden. Denk bijvoorbeeld aan het beperken van de nadelen van onze manier van produceren en consumeren. Dat kan door het tegengaan van milieuvervuiling, uitputting van grondstoffen en een onrechtvaardige verdeling van de welvaart. Om mijn redeneringen te verduidelijken, maak ik vergelijkingen met vroeger en vat de zaken soms samen in een formule. Ik hou het simpel, zodat ook mensen die niets op hebben met formules de redenering kunnen blijven volgen.
27