1
T w T weeeeeedddeee dddrrruuukkk,,, oookkktttooobbbeeerrr 222000111111 Tw
BOKHOVEN o p d e K A A RT Bundel verhalen van Agn es van den Br ink, Ann eke Bran te n-van den Bro ek, Ann e tte Jeho el-van der Lee, A r thur & Jeann e Borg steyn, Ben Han ff en K itty Hanff, Ben Zenhorst & J an e t v an Egg e len , Be rt Pau li, D aan & Zu s Gr a af ma n s, Din a v an d er Leed en, Familie Mo mme rsteeg-v an Cro mvo ir t, Fran s & Mar leen van de W a ter-d e Be kker , F r an s & M ie k e G laud ema n s - H o u ter ma n , G e r ar d v an K es se l , G er t & A n s K eu r h o r s t- v an N es , G o n n ie Brekelma n s, Han von den Ho ff & Hettie Cremers, H en r ie t t e v an M aa r en , Ja cqu es W o l le r sh e i m & M a a ik e D au tzenb erg, Jan en Corr ie v an Zon-d e V aan , Jan Paij ma ns; Jo & Riet Goesten, Joh an & Mon ique v an Egg e len-Abels, Jo s en H e le en H endr ikx-K lunder, K e es & Jo sé van Egg e len-d e Jong, Lamb er t Vug ts, Marcel Bosch, Marcel & Mar iann e Ro mme n s-van de W a ter , Me lan W eb er, Mr H J P J an sen , P aul Koo ij ma n , Skag Peters, Peer v an Roo ij & Mar ia v an Oo sterhout, Pith, Miek e & Lucien Schure, T in ek e Bui j s - P ijn en b u r g , W im & Jos e v an d e Berk-v an Zon me t me d ewerk ing v an Chr istel v an Lierop, H enr iette Schoenak er, Johanna Petron ella van G end t, Stich ting Heer lijkh e id Bokhoven , Tin i van der Leed en-v an d en O ev er ; 't P a r e l tj e
I SBN /EAN : 978-90-811664-4-7 La Licorne, Box tel, N L 5281 CM 32-13
2
ond er r ed actie v an P i th S ch u r e
3
Driekoningenplein 4, voorheen B21 Terug in de geschiedenis
Hoofdstuk 6. Rond de Kastanjeboom
Inhoudsopgave Voorwoord Hoofdstuk 1. Inleiding Hoofdstuk 2. De Westkant
6 9 13
Boerderij Vughts Boerderij Brekelmans Boerderij Hanff
Hoofdstuk 3. De Ruilverkaveling
25
Introductie Driekoningenplein 1 Anneke vertelt Camping ’t Haventje 4
Introductie 'Het Armenhuis' en de armen Het Marionettentheater Graaf Engelbertstraat 9 Graaf Engelbertstraat 10 Gravin Helenastraat 3A Gravin Helenastraat 5 Gravin Helenastraat 18 – 24
Hoofdstuk 8. Oppershof & Groensteeg 37
Bokhovense Maasdijk 15 Het Veerhuis Bokhovense Maasdijk 8 Bokhovense Maasdijk 6 Bokhovense Maasdijk 4 & Snoeckepad Bokhovense Maasdijk 2 & Snoeckepad
Hoofdstuk 5. Driekoningenplein
Introductie Kerk van Sint Antonius Abt Hoeve Branten Het Kasteel La Licorne Het Regthuys Driekoningenplein 9
Hoofdstuk 7. Graaf Engelbert & Gravin Helena 89
Introductie Rol van het Notariaat Boerderij Goesten Baron van der Aa en Baronnesse van Egmond Boerderij Jehoel
Hoofdstuk 4. Bokhovense Maasdijk & Snoeckepad
73
59
119
Groensteeg 2 1994, Bokhoven, 50 jaar vrij! Anneke vertelt De Noodkerk Oppershof 1 Oppershof 2 Oppershof 5
Hoofdstuk 9. Sint Cornelius Hoofdstuk 10. Op School Hoofdstuk 11. Na School Hoe te bestellen 5
133 135 145 153
Voorwoord Toen 's-Hertogenbosch de gemeente Engelen annexeerde, kreeg het Bokhoven erbij. Het was 1971, het jaar waarin de Stad druk in de weer was met het verwezenlijken van haar zakelijke ambities, terwijl ook cultuur en historie aan belangstelling wonnen. Bokhoven was zijdelings in beeld en nam haar eigen tijd om op te bloeien. Landerijen floreerden, tuinen werden verfraaid, huizen verbeterd en monumenten verzorgd met als resultaat een dorp waar het prettig toeven is, zowel voor zijn bewoners als voor het groeiend aantal bezoekers. Anno 2009 mogen we constateren dat de stad trots is op Bokhoven, op het vele dat er is te bewonderen en op de eigenheid waarmee het kleur geeft aan het geheel. En uitgerekend vanuit deze kleinste kern van onze gemeente met zijn 7 straten, 100 huizen en 300 inwoners is voor Open Monumentendag 2009 een bijzonder initiatief genomen. Aanhakend op het centrale thema van deze dag is een boekwerk samengesteld met de eigenwijze titel 'Bokhoven op de Kaart'. In deze rijk geïllustreerde uitgave vertellen Bokhovenaren over zichzelf en hun huis, hun voorouders met hun land en bijbehorend wel en wee. De openhartigheid van de verhalen biedt een inkijk in de bijzonderheden van dit dorp en maakt het lezen tot een genoegen. Een bezoek aan Bokhoven op Open Monumentendag of op welke dag ook is een aanrader voor degenen met belangstelling voor haar monumentale kerk, kasteelrestanten, huizen en hoeven. De vredige eenvoud van dit dorp aan de Maas geeft de rust waar menigeen naar op zoek is in het jachtige leven van alledag.
Wethouder Bert Pauli 6
Bert Pauli, Wethouder van onder meer Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten 7
Hoofdstuk 1. Inleiding "Ik kom uit Bokhoven." "Bokhoven? Waar ligt dat?" Zó kan een gesprek beginnen tussen een van Bokhoven en een buitenlander van welke afkomst ook. 'Buitenlander?' Ja inderdaad, want zo noemen we hier iedereen die er niet woont. En met zeker recht, want knappe koppen hebben uitgezocht dat Bokhoven over sterke papieren beschikt van een Grafelijke Heerlijkheid die rechtstreeks onder de Prins-Bisschop van Luik viel, zijn eigen rechtspraak had en niets met de omringende landen te maken had. Zo! Nu weten we wel, dat ondertussen de geschiedenis zijn beloop heeft gehad en stellen dan ook de integratie van de import bij ons op prijs, mits ze ons verleden respecteren. En het moet gezegd, dat de velen die hier zijn komen wonen, onze normen en waarden in acht nemen. We zijn er dan ook trots op dat iedereen hier zich een Bokhovenaar voelt. Neem Gerard. Gerard de Melkboer zeiden ze vroeger, maar deze Gerard rijdt al 40 jaar met een breed assortiment 4 keer per week in een steeds luxere wagen zijn rondjes door het dorp. Reden om deze vertrouwde bekende op zaterdag, 18 juli 2009 een vraag te stellen. "Zeg Gerard, met karnaval noemen ze het hier zeuve stroate durp. Hedde gij daor wel us vaan geheurd?" "Nou, da kumt umdat'er zeuve stroate zijn!" "Oh ja, welke stroate zijnt?" "Ge het de Maasdijk, Driekoningenplein, Gravin Helenastraat, Graaf Engelbertstraat, Oppershof, Sint Corneliusweg, Groensteeg. Dat zijn der zeuve!" "En het Zwarte Pad en het Snoeckepad dan?" 8
9
"Da zijn gin stroate!". "En de Baron van der Aa- en Gravin van Egmondweg?" "Die zijn vaan loater datum, die telle nie mee!" "Oh, nou bedankt dan moar. Veinde ut goed as ik dat allemoal in ut buukske over Bokhove zet?" "Ge doet moar. Da moakt mij niks uit." "Witte dat ge dan misschien beruumd wordt?" "Da sal wel; eindelijk de deurbroak!"
opgeworpen zandruggen vormden de basis voor de ophoging met dijken. Om waterstaatkundige redenen heeft men die aanvankelijk -gezien vanuit het Oostendoorgetrokken tot voorbij kasteel en kerk. Deze Maasdijk bood lange tijd een min of meer veilig lint voor bebouwing en bewoning, maar vanaf het midden van de 20ste eeuw kan men overal veilig wonen. ~~~~~
Physisch-Geografische opbouw De opbouw van Bokhoven wordt bepaald door zijn ligging aan de Maas. Toen er nog geen dijken waren trad de Maas regelmatig buiten zijn oevers en overstroomde het aanliggende land. Het door de rivier meegevoerde materiaal kwam daar tot rust en bezonk. Eerst langs de oevers het zand, en verderop de fijnere deeltjes. De 10
11
Hoofdstuk 2. De Westkant De waterkering aan deze zijde van het dorp was lange tijd niet meer dan een zomerkade. Daardoor is de bebouwing hier later tot stand gekomen dan langs de oude Maasdijk. Hieronder volgt de beschrijving van een drietal markante vestigingen. ~~~~~ Boerderij Vughts Mijn Opa was de eerste Vugts die zich in Bokhoven vestigde. Deze Lambert kwam uit Haarsteeg en bouwde een boerderij op het perceel, dat tegenwoordig bekend staat als de boerderij van Brekelmans. Die lag een flink eind buiten de dorpkern.*) In die tijd trad de Maas nog regelmatig buiten zijn oevers en overstroomde de Maaspolders; helemaal vanaf Beers tot Bokhoven toe. Dat gegeven had door de eeuwen heen de mensen genoodzaakt zich te vestigen op zandruggen en langs dijken, of op terpen. En dat laatste is precies wat Opa deed. Als je goed kijkt kun je nu nog zien dat de boerderij op een bultje ligt. Dat is het restant van die eerdere terp. Waarschijnlijk was die in het verleden hoger en is ze in de loop der tijden wat afgevlakt. Als gevolg van de latere 'watervrijmaking' kon er overal in de polders worden gebouwd. Lambert Vugts (*17 sep1875, +9 mei 1944) bouwde de boerderij in het jaar 1909 toen hij trouwde met Antonetta Branten (*11 mei 1884, +10 okt 1962). Ook Antonetta kwam uit Haarsteeg. Hun bedrijf was een gemengd bedrijf en voor die tijd groot van omvang. Het echtpaar kreeg zeven kinderen, namelijk: - Antonius M.C. (Antoon), 13 feb 1910, beroep boer - Michiel J.C. (Giel), 23 feb 1911, beroep priester - Johannes P.C. (Jo), 30 mrt 1912, beroep boer 12
13
-
Lucia M.C. (Luus), 31 mrt 1913, zuster Johanna C.C. (Anna), 26 mei 1914, boerin. André G.C. (André), 29 sep 1922, priester Getruda A.C. (Truus), 30 jan 1927, lerares
beroep beroep
dat twee ervan in andere handen zijn overgegaan, namelijk zoals gezegd die van Opa naar de familie Brekelmans en die van Pa naar de familie Van den Oord.
beroep beroep
In 1938 bouwde de oudste zoon Antoon, een boerderij op ‘de Heuvel’ en trouwde op 11 mei 1938 met Cato van Beijnen uit Haarsteeg. Zij kregen drie kinderen, Corry (*4 jul 1943), Lambert (*21 apr 1946) en Toon (*10 mei 1949, +1 aug 1978). Jo trouwde op 4 juli 1944 met Mien Brekelmans en bouwde een boerderij op de plaats waar nu de huidige boerderij van Giel Vugts staat. Anna trouwde op dezelfde dag met Frans Brekelmans. Het paar betrok de boerderij van Opa en Oma (Opa Lambert was drie maanden eerder gestorven). Voor hun boerderij staat het bekende kapelleke dat van vóór de oorlog is, en dat jaren heeft gediend als bidplaats voor de Corneliusprocessie in de Septembermaand. Alle drie de boerderijen, die van Antoon, Jo en Anna zijn in de oorlog kapot geschoten. Nederland moest na de oorlog weer opgebouwd worden, en er werd met hulp van de Amerikanen alles aan gedaan om de agrarische sector bij te staan. In 1946 kregen alle drie de bedrijven van de familie Vugts de beschikking over een noodboerderij met rieten kap. Op het perceel waar tegenwoordig de familie van den Oord woont, is deze voorziening voor het nageslacht bewaard gebleven. In 1953 werden naast de tijdelijke noodboerderijen permanente 'wederopbouw' boerderijen gebouwd. Die van Vugts staan er heden ten dage nog alledrie, zij het 14
De boerderij van Frans Brekelmans en Anna Vugts is later verbouwd tot een dubbele woning voor Harrie Brekelmans en de familie Mommersteeg. De oorspronkelijke boerderij van Jo wordt bewoond door diens zoon Giel en zijn vrouw Mien. Zij drijven samen met zoon Joost een van de laatste melkveebedrijven die Bokhoven rijk is. Het is een modern agrarisch bedrijf dat voor de toekomst tot de blijvers mag worden gerekend. Zelf ben ik de zoon van Antoon en Cato, die mij hebben vernoemd naar mijn Opa ‘Lambert’, zoals het gebruikelijk was bij ons. In 1972 heb ik samen met mijn vrouw Marianne van Sonsbeek uit Empel tegenover de boerderij van mijn ouders de huidige woning met bedrijfsruimte gebouwd 15
op land van mijn ouders, genaamd ‘de Varkensgemeent’ Op 22 september 1972 zijn wij getrouwd en kregen twee kinderen, Wendy en Angélique. We wonen er nog steeds. Het huis is gelegen op de hoek van de Gravin Helenastraat en de Baronesse van Egmondweg. De laatste was vóór de ruilverkaveling in de zestiger jaren van de vorige eeuw nog onverhard, en heette toen Broeksteeg. Deze gaf toegang tot een groot gedeelte van de Bokhovense landerijen en geeft heden ten dage tevens verbinding met Engelen, Vlijmen en ’sHertogenbosch. In 1995 hebben wij een stal bijgebouwd, omdat Pa en Ma uit de boerderij vertrokken naar het verzorgingstehuis en de boerderij verkochten aan particulieren, zodat ik er niet meer terecht kon met mijn vee. Ik werk nu 38 jaar als adviseur voor veevoerbedrijven en houd als hobby een dertigtal dikbillen van het ras Belgische-Wit-Blauwen. Maar de tijd staat niet stil. Onze dochter Wendy heeft gebouwd naast mijn ouderlijk huis en is in 2000 getrouwd met Antoon van Berkel. Hun eerste kind heet Chymène en de tweede Levi. Toeval of niet, maar de Lévis is ook de naam van het laatste adellijke geslacht dat een nauwe band had met de 'Heerlijkheid Bokhoven'. En zo komen verleden en toekomst iedere keer weer bij elkaar. Een mooi moment om dit verhaal af te sluiten. Lambert Vugts ~~~~~ *) Noot: Volgens de OAT (Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels) van het Kadaster was het perceel in 1822 eigendom van landbouwer Hermanus Verkampen, die er een huis op had staan.
16
Boerderij Brekelmans Lambert Vugts maakt in zijn verhaal over de komst van zijn familie naar Bokhoven melding van het overstromingsgevaar in vroeger tijden. Zelf heeft hij daar niet veel van ondervonden, maar de generaties vóór hem des te meer.
17
Zo herinnerde zijn tante Anna, geboren op 26 mei 1914, zich de overstroming in 1920 nog heel goed. Aan de hand van een artikel in 'Het Gewest' van 18 december 1980 en andere bronnen kan haar ervaring als volgt worden samengevat. Anna heeft heel haar leven gewoond op de boerderij die vader Lambert Vugts op een terp buiten het dorp had gebouwd. Van den beginne had het water in wintertijd regelmatig rondom de boerderij gestaan. Dat had de familie op de koop toe genomen, maar het werd penibel als ook de terp werd overstroomd door het wassende water. Een dergelijke situatie noopte tot evacuatie van gezin en levende have. Dat laatste zou met het gereedkomen van de Bergsche Maas van Hedikhuizen naar Sint Geertruidenberg in 1904, en het afsluiten van de Maasarm die loosde op de Waal tot het verleden gaan behoren. Heus niet, want al in 1920 maakte de zesjarige Anna mee dat het water de keuken binnenkwam en de kachel net niet doofde, omdat die op plavuizen was gezet. In 1926 tegen Kerstmis dreigde het weer. Lambert liep dagelijks naar de sluis bij Engelen om zich op de hoogte te stellen van de verwachtingen. Immers de sluiswachters kregen van hogerhand te horen hoe het ervoor stond. Rond Kerstmis was het weer zover, en moest het vee elders in veiligheid worden gebracht. Ook de kleine kinderen werden bij familie en kennissen ondergebracht. Dat was nodig omdat het water dit keer tot de asla van de kachel reikte. De grotere kinderen bleven met de ouders achter op de boerderij, waar ze op de bovenverdieping gingen wonen, omdat het beneden onbewoonbaar was geworden.
rivieren tijdens de winter en in het voorjaar. Bokhoven werd niet alleen belaagd door de Maas, maar ook door de Waal. In het verleden stroomde de Maas daar namelijk op uit. Als het niveau in de Waal steeg, kregen wij dus water van die kant te verwerken, en stagneerde de afvoer van de Maas. Vanaf de tiende eeuw zijn onze voorouders bezig geweest stad en land te beschermen tegen overstroming door de aanleg van dijken. Bochtafsnijding van de meanders hielpen het water sneller naar beneden te sluizen. Tegelijkertijd werden voorzieningen getroffen om dijkdoorbraak bij zeer hoog water te voorkomen. Daartoe diende de overlaat die ervoor zorgde dat hoogwater over een verlaagd dijkvak de polder in kon komen. De Beerse overlaat is één daarvan die tot 1942 de Maaspolders van Cuijk tot Bokhoven onder water placht te zetten. Dichter bij huis bleef de Bokhovense overlaat tot 1965 functioneren. Nu is dat allemaal verleden tijd, maar de tijd staat niet stil. In kringen van waterbeheer wordt gedacht over het scheppen van ruimte voor water en natuur wat -met behoud van waardevolle zaken- aanleiding kan geven oude situaties te herstellen. Het is aan ons nageslacht om de nodige besluiten te nemen en zij zal de resultaten te zien krijgen, zoals Anna haar tijd wist te doorzien en op waarde wist te schatten. Gonnie Brekelmans
Anna wist ook haarfijn uit te leggen waar de overstromingen vandaan kwamen en wat ertegen werd gedaan. Iedereen weet van het stijgende water in de 18
19
had meer oog voor Sjaan van Eggelen (*1917), waarmee hij verkering kreeg.
~~~~~ Boerderij Hanff Het was nog voor de oorlog dat ons vader (*1913) naar Bokhoven kwam. Hij vond hier werk op de terpboerderij aan het eind van de Sint Corneliusweg. Dat bedrijf behoorde indertijd nog toe aan de familie Vugts om pas later over te gaan naar de familie Brekelmans. Pa was bevriend met Toon en Janus van Eggelen. De boerderij van Van Eggelen stond aan het eind van het Bleekveld. Daar vandaan had je een geweldig uitzicht naar beide kanten over de Maas, maar Bernard Hanff
20
De Hoeve van Eggelen is tijdens de nadagen van de oorlog in brand geschoten toen Bokhovense gezinnen het dorp ontvluchtten .
Bernard was in de kost bij zijn werkgever, maar op een gegeven ogenblik trok hij in bij de familie van Eggelen. In die tijd gaf dat allerlei praat in het dorp, en het duurde dan ook niet lang of Pastoor Versteeg kreeg er lucht van dat ene jongeman onder één dak sliep met zijn verkering. Hier moest worden ingegrepen en binnen de kortste keren sliep Bernard weer bij Vugts. Dat stemde de man tot nadenken over zijn toekomst, hún toekomst. Van zijn loon konden ze nooit of te nimmer trouwen en een gezin stichten. Dus moest er 21
bijverdienste komen. Bernard was een slimme vent die een plannetje bedacht om zijn inkomsten op te vijzelen.
Pad' dankt zijn naam aan het stof van het kolengruis dat opwaaide als men er overheen liep.
Het geval wilde dat de schippers op de Maas het ook niet breed hadden en probeerden bij te snabbelen met de verkoop van restanten van hun vracht, bijvoorbeeld kolen. Een mutje hier en een mutje daar hielpen dan al gauw! Dat sloot dus perfect aan op Bernard's ideeën, maar omdat de oorlog inmiddels was uitgebroken waren er regeltjes die dat verboden. Om daar tussendoor te varen hadden de schippers deze handel naar de nacht verplaatst.
In 1942 kwam het huis van ene Jantje Bourbon aan de Oppershof te koop. Het huis lag met een kavel ertussen langs het Zwarte Pad en stond ongeveer op de plaats van de dubbelwoning Oppershof 6 en 7. De aankoop stelde het paar in staat om nog in mei van datzelfde jaar te trouwen.
Zo kon het gebeuren dat 's nachts het geratel van een ketting tot in de huizen doordrong. Dan wist je dat een schip voor anker ging. Bernard spoedde zich dan naar een van de boten die aan het Bleekveld in het water dobberden. Daar trof hij Toon van Eggelen die op hetzelfde geluid had gereageerd. Samen roeiden ze dan naar het midden van de Maas waar de schipper voor anker lag. In die tijd kende men elkaar en kwam de handel vlot tot stand. De boot werd zo vol geladen dat het water bijna tot de rand kwam. En al konden ze niet zwemmen, beide mannen waren bedreven met het roeien, en kwamen elke keer weer veilig aan land. Dat leverde goede en eerlijke verdienste. Over kolen gesproken, is de familie Hanff graag bereid te vertellen hoe het 'Zwarte Pad' aan zijn naam is gekomen. Dat zit zo: ongeveer in dezelfde tijd was Bokhovenaar Piet van de Broek voerman op een wagen van een handelsonderneming aan de Zuid-Willemsvaart in 's-Hertogenbosch. Dat bedrijf Rouppe van de Voort had een contract met de gasfabriek. Piet mocht het gruis dat resteerde van de kolenverbranding gratis meenemen naar huis, en verzorgde daarmee onder andere het onderhoud van het kerkpad waarop door de aanliggende eigenaren recht van overpad was verleend. Dit 'Zwarte
22
Uit het huwelijk werden zeven jongens en vijf meisjes geboren. Pa huurde, en kocht later land voor zijn eigen bedrijf. In 1964 maakte hij gebruik van de saneringsregeling in het kader van de ruilverkaveling. Verschillende van de kinderen hebben gebouwd op de kavel van het voormalige bedrijf aan de Oppershof en de Gravin Helenastraat. Ben en Kitty Hanff ~~~~~
23
Hoofdstuk 3. De Ruilverkaveling Inleiding Bokhoven maakt deel uit van het gebied waarin gedurende de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw de Ruilverkaveling Heusden-Vlijmen werd uitgevoerd. Dit ruilverkavelingsblok ligt bezuiden de Maas, tussen de plaatsen 's-Hertogenbosch en Waalwijk. De vorm is min of meer rechthoekig en het gebied beslaat bijna 10.000 ha. De rivierkleigebieden in het noorden liggen even boven NAP, terwijl de zandgronden in het zuiden enkele meters boven NAP uitreiken. De waterstaatkundige toestand was van dien aard, dat er in het kleigebied over grote oppervlakten wateroverlast optrad, terwijl de meeste zandgronden droogtegevoelig waren. Het gebied was belegd met talrijke waterschappen en dito waterafvoernetwerken. In de nieuwe situatie zijn deze vereenvoudigd tot één systeem met twee gemalen. Vanuit het Drongelens Kanaal in het zuiden wordt water ingelaten ten behoeve van de droogtegevoelige gronden. Met uitzondering van de Maaspolders liggen de boerderijen veelal in lintvormige dorpskernen. Over het geheel genomen vallen twee langgerekte agglomeraties met bebouwing op, die evenwijdig aan elkaar oost-west lopen. De talrijke lange, smalle kavels stonden loodrecht daarop en werden van elkaar gescheiden door houtwallen en sloten. De negatieve factoren droegen bij aan povere opbrengsten. De boerderijen waren bescheiden van omvang, de meeste niet meer dan 7 ha, verspreid over een groot aantal kavels dat ver van de bedrijfsgebouwen lag, slecht
24
25
bereikbaar via onverharde wegen die gevoelig waren voor moddervorming. Een aantal nieuwe wegen is aangelegd. Mede daardoor konden in ruilverkavelingsverband de kavels worden hergroepeerd en vergroot. Dit maakte de weg vrij om het ontstane teveel aan tussenliggende sloten en houtwallen op te ruimen.
rechtszekerheid zijn voor een ieder merkbaar. Verschillende agrarische bedrijven hebben voordeel gehad van de saneringsregeling, terwijl andere konden genieten van de voordelen van bedrijfsvergroting, en verbeterde verkaveling, ontsluiting en ontwatering. En ....., na de ruilverkaveling stond men niet stil en volgde Streekverbetering'.
Door de zogenaamde watervrijmaking*) van de polders kon op grote schaal boerderijenverplaatsing worden georganiseerd. Daardoor en door middel van ruilen kon de afstand van boerderij tot kavel aanzienlijk worden bekort. Op hetzelfde moment werd uitplaatsing van bedrijven naar andere gebieden, zoals de IJsselmeerpolders gestimuleerd. Veel kleinere bedrijven maakten dankbaar gebruik van de zogenaamde 'saneringsregeling' die bedrijfsbeëindiging faciliteerde. Ook de trend van 'gemengd' naar 'gespecialiseerd', zoals het op grote schaal bevorderen van de (glas)tuinbouw, en in een enkel geval van de intensieve veehouderij hielpen grond vrij komen. In dit geheel konden bedrijven worden vergroot en ingericht met goed ontwaterde/waterontvangende kavels van formaat op de kortst mogelijke afstand van de bedrijfsgebouwen en ontsloten met begaanbare wegen. Kortom de bedrijfsvoering werd vergemakkelijkt ten behoeve van gedurige bedrijfsontwikkeling. De totale kosten van de ruilverkaveling werden geraamd op 30 mi1joen gulden, waarvan 70% in aanmerking kwam voor Rijkssubsidie. ~~~~~ De ruilverkaveling mag voor Bokhoven als een zegen worden beschouwd, alhoewel een enkeling er anders over kan denken. De verbeterde ontsluiting en 26
Dit hoofdstuk brengt dit alles in herinnering. Voorzover het gaat om de oude rechten die kwamen te vervallen en de nieuwe die werden gevestigd is emeritus notaris Mr Jansen bereid gevonden verslag te doen. Verder wordt de ervaring verteld van een tweetal bedrijven dat zich van elders hier kwam vestigen. ~~~~~ Rol van het Notariaat Iets vertellen over de ruilverkaveling Heusden- Vlijmen, waaronder Bokhoven viel, is voor mij -als oud-notaris van Vlijmen- niet eenvoudig, omdat ik pas in 1980,
27
nadat die verkaveling tot standgekomen was, in Vlijmen ben benoemd. Degene, die er alles van wist en ook de last van de juridische effectuering aan den lijve heeft ondervonden was mijn hooggewaardeerde notarieel medewerker Gerard van der Vaart, die inmiddels is overleden. Hem heb ik vaak horen spreken over de ingewikkelde juridische processen van zo'n immens karwei. In eerste instantie werd bij de ruilverkaveling een verbetering van de agrarische structuur in het blok Heusden-Vlijmen nagestreefd, teneinde de gronden economisch beter exploitabel te maken voor de betrokken agrariërs, onder andere door een betere en meer efficiënte perceelsindeling, gekoppeld aan een betere ontsluiting en gunstiger waterbeheersing. Hoewel bijna alle agrariërs uit de streek het nut inzagen van kavelruil met voormeld oogmerk, was het uiteraard toch een enorme exercitie voor de betrokken landbouwers en eigenaren om het samen eens te worden.. De toenmalige Ruilverkavelingswet was daarbij het richtsnoer om dat proces ook juridisch in goede banen te leiden. Betrokken agrariërs en grondeigenaren dienden -om de ruiverkaveling te laten slagen- hun eigendomsrechten c.q. pachtrechten en ander specifieke rechten zoals burenrechten, erfdienstbaarheden, inscharingsrechten, tichelrechten en rechten van eendekooi (om er maar een stel te noemen ) in te brengen en ter discussie te stellen. Een vertrouwenskwestie dus. De ruilverkavelingscommissie maakte vervolgens een plan van ruiling en toedeling op, waaraan gekoppeld een plan van opheffing c.q. vestiging van de voornoemde bijzondere rechten. Hoewel het opstellen van zo'n plan op zich al niet eenvoudig is, was de klus om over dat plan overeenstemming te bereiken onder de betrokkenen wellicht nog groter. Daartoe werden vergaderingen belegd, waarin over het definitief tot standgekomen plan 28
kon worden besloten. Dat plan kon slechts tot stand komen, nadat men alle bezwaren van individuele betrokkenen in een bezwarenprocedure had behandeld. Eenmaal aangenomen, moest het plan in een akte van ruilverkaveling en toedeling worden verwerkt om het juridische grondslag te geven en de hernieuwde eigendomsrechten c.q. bijzondere rechten definitief vast te leggen. Het opmaken van zo'n decimetersdikke akte was een gigantisch karwei voor de daartoe aangewezen notariskantoren in de regio, die daarom één persoon aanwezen als aanspreekpunt. Zo was in de ruilverkaveling Heusden-Vlijmen, de heer Gerard van der Vaart aangewezen, die met behulp van zijn lange en rijke staat van dienst als notarisklerk te Vlijmen heel het blok door en door kende en door iedereen, om het even of het ging om boer, burger of buitenlui volledig werd vertrouwd. Hij heeft dan ook een zeer groot aandeel gehad in het oplossen van de problemen, het verwoorden van de nieuwe rechten, het formuleren van de nieuwe toedelingen en het neerleggen van een en ander in die gigantische akte. Bij gelegenheid heeft hij me wel eens verteld, dat het heel wat tijd op alle uren van de dag en op alle dagen van de week, almede heel wat sigaretten en koffie kostte, eer hijzelf het gevoel en de zekerheid had, dat alle nieuwigheden in de akte waren verwerkt en alle vervallen ouwigheden uit de akte van toedeling waren verwijderd. Over het klaren van die taak tot ieders tevredenheid kan slechts met groot respect worden teruggedacht. Dat de notaris als officieel ambtenaar die akte voorlas, werd dan ook vaak als een bescheiden bijdrage beschouwd door de buitenstaander, die uiteraard niet op de hoogte
29
was van het vele interne juridisch overleg en werk in het voortraject.
stal voor 120 zeugen. Dat was voor die tijd een heel behoorlijke maat.
Mr H J P Jansen
Al met al koesterden we ook de wens om ons aan de overkant te vestigen. Dat mocht in het begin een stille wens zijn, allengs begonnen we ons te roeren. Het probleem was dat je voldoende land moest kunnen inbrengen om mee te doen met de ruilverkaveling, en dat hadden we niet.
~~~~~ Boerderij Goesten Jo en Riet zijn in 1962 getrouwd en kregen al vlot 3 kinderen. Ze vertellen hier over hun gezin en het bedrijf. We hadden een eigen boerderij in Hedel, waarop we begonnen met 4 koeien, 8 zeugen en verder een beetje van alles. Bij huis konden we een paar ha weiland pachten, en verder hadden we recht op inscharen op de Bokhovense uiterwaarden. Van dat laatste maakten we dankbaar gebruik, alhoewel het een heel gedoe was om met het vee via het Ammeroois veer heen en weer te varen. Dat kostte nog geld ook, omdat de Maas er altijd al had gelegen. Wij betaalden 40 cent retour, om het even of het ging om mens of vee. Voor een wagen hooi moest je 3 gulden neertellen. Dat leerde ons de wagens dichtgepakt hoog op te tasten. De boeren aan weerszijden van de -ooit doorgegravenBergse Maas kregen de overtocht gratis, zoals tegenwoordig bij Berne nog steeds het geval is. Dus als het kon, kozen we voor de fiets. Met de melkbus voorop, reden we over de Maasbrug, en via de Henriettewaard, over de sluis op naar Bokhoven en andersom terug naar huis. In het begin kregen we te maken met een hoop pech, vooral in de vorm van 'abortus' bij de koeien. Vanwege het besmettingsgevaar was men daar van alle kanten huiverig voor. Wij evengoed, maar ondanks voor- en tegenspoed ging het geleidelijk toch vooruit met het bedrijf, en maakten we plannen voor de bouw van een
30
Het keerpunt kwam toen we land konden pachten van iemand die over veel grond beschikte binnen het blok. Dat maakte ons immers toedelingsgerechtigd. Toen werd het nog een kunst om een geschikte locatie voor boerderijvestiging te vinden. Je staat het sterkste in de buurt van de grond die je inbrengt. Dat waren onder andere de Bokhovense uiterwaarden. Om kort te gaan: na veel geschuif met de grond en de gebouwen werd het uiteindelijk de locatie waar tegenwoordig onze oudste zoon John met zijn vrouw Elly de scepter zwaaien. Omstreeks 1969 vestigde ons gezin zich daar met zijn hele hebben en houwen. We hadden toen 42 melkkoeien en 40 zeugen. Het jongvee werd uitbesteed aan een bedrijf in Oirschot. Dat opfokken kostte nogal wat, maar het duurde tot 1982 voordat we ertoe konden overgaan een open loopstal voor de huidige 80 melkkoeien neer te zetten. De gebouwen die daarbij vrijkwamen dienen sinds die tijd voor het jongvee en een 240 mestvarkens. Dat was alleen maar mogelijk omdat we af en toe grond konden bijkopen en pachten. De twee jongste kinderen zijn beiden goed terecht gekomen en ook onze John maakte een goede start. Door de prijs voor de melk en het varkensvlees heeft hij het momenteel moeilijk.
31
Wij hopen dat dit verhaal ertoe bijdraagt dat men zich een beetje bewust wordt van het wel en wee van de agrarische sector. Niet om medelijden te wekken, want de 'welvaart' heeft ons ook vooruit geholpen. Wel vragen wij begrip voor de noodzaak van rationalisatie. Neem de ruilverkaveling. Indertijd waren de omstandigheden over grote oppervlakten zo gebrekkig wat betreft verkaveling, bereikbaarheid en waterhuishouding, dat de open ruimte samen met onze stand ten onder zouden zijn gegaan als er niet was ingegrepen. De welvaart, die wij allen delen, is mede te danken aan de inspanningen die op dat gebied vele decaden hebben plaatsgevonden. Op dat punt is er, terecht en gelukkig voor ons allen, veel gebeurd. Nieuwe uitdagingen dienen zich aan, waaraan de landbouw graag meewerkt. Denk aan CO2-reductie, milieudifferentiatie, voedselveiligheid enz.. Ook daaraan werkt de landbouw volgaarne mee vanuit een gelijkwaardige welvaartpositie. Gelukkig realiseren velen zich dat een bloeiende agrarische stand onontbeerlijk is om over een bevolkt en verzorgd platteland te beschikken, waar de productie van voldoende en veilig voedsel kan plaatsvinden. Jo en Riet Goesten, juli 2009 ~~~~~ Baron van der Aa en Baronnesse van Egmond
Bedankbrief voor de kist aardbeien dat de Goestens in de zomer van 1972 hadden meegegeven voor de Koningin.
32
Het is de moeite waard om komend van het erf van John en Elly linksaf te slaan. Even verderop is op een overhoek een bosje geplant. Daar maakt de weg een bocht naar links. Vijftig meter daarna verschijnen de open afwegen naar de veerstoep waar in betere tijden de oversteek naar Ammerzoden kon worden gemaakt. Momenteel maakt een actiegroep zich sterk de dienst in de zomermaanden te hervatten. 33
Aan de andere kant van de weg zijn in 1984 opgravingen verricht. Deze hebben de fundering van een edelmanshuis uit de vijftiende eeuw aan het licht gebracht. Een kilometer verderop ziet men de steenfabriek liggen op grondgebied van Hedikhuizen.
ruilverkaveling net begonnen. We trouwden in 1963 en daarmee kwam dit 'burgermeisje' op een gemengd bedrijf terecht. Er was van alles wat: wel 18 koeien, een stel varkens en kippen, en grasland, akkerbouw en tuinbouw. Ik weet niet meer hoeveel land we hadden, maar wel dat daarop werd geaasd door Lips. Ons werden verschillende mogelijkheden geboden, maar uiteindelijk leek ons het beste om onze grond te ruilen met een aaneengesloten kavel van 20 ha van Lips aan de Steenbeemden. Dat had er ook mee te maken dat we de familie Moonen en Pelders uit Drunen als buren zouden krijgen. Inmiddels hadden we twee kinderen: Karina (*1964) en Marco (*1968). In 1970 verhuisden we naar onze nieuwe boerderij op nieuw ingericht land in een nieuwe omgeving.
Keer om, en volg de Baron van der Aaweg terug. Deze is vernoemd naar Jan van der Aa, die Heer van Bokhoven was toen in 1498 het Kasteel tegenover de kerk werd verwoest. Jan was gehuwd met ene Elisabeth, die haar naam heeft gegeven aan de Baronesse van Egmondweg. Deze begint vanaf de eerste kruising en gaat bij de tweede kruising over in De Steenbeemden. Aan de rechterkant ligt een bossage waarin het voormalige bedrijf van Jehoel ligt
In strikte zin stond de boerderij op grondgebied van Engelen, maar voor de school en de kerk kozen we toch voor Bokhoven, en voor de rest moesten we, net als iedereen naar elders. Hoewel Jan eigenlijk een man van 'met de vingers in de grond en aan de planten' was, wist hij het bedrijf dat enkel uit rundvee bestond, tot 100 melkkoeien uit te laten groeien. We hadden inmiddels nog 12 ha grasland bijgekocht en hadden een prima leven. Toch bleef Jan met zijn hart bij het gemengd bedrijf, en toen hij begon te sukkelen weet hij dat aan het gemis ervan.
Ik ben geboren op de boerderij van mijn ouders, maar heb nooit een vinger hoeven uit te steken op het bedrijf. Ons Pa zei plagend dat ik op een burgermeisje leek. Toen ik kennis kreeg aan Jan Jehoel was de
In 1991 kwam ik er alleen voor te staan, maar ondervond op het bedrijf alle steun van mijn zoon Marco. Door de komst van de Haverleij moesten we grond afstaan en dat versnelde het besluit om in 2001 alles te verkopen met uitzondering van de bedrijfsgebouwen met 5 ha grond en de woning, waarin Marco al weer jaren verblijft.
34
35
~~~~~ Boerderij Jehoel
Al met al hebben we iets opgebouwd voor onze kinderen, al is de Belasting het beste af van allemaal. Annette Jehoel-van der Lee
Hoofdstuk 4. Bokhovense Maasdijk & Snoeckepad Bokhovense Maasdijk 15 Het is 1880. Hij leunde tegen zijn kar en keek uit over de Maas. In de stal stond wat vee en op zolder lag het hooi. Naast de stal was de kamer en daar sliep hij ook. Door de draai die de kar moest maken sleet de gevel aan de linkerkant van het huis iets af. Het kon ook komen doordat hij zijn mes scherpte aan die kant van het huis. Zijn buurvrouw werd de heks van Bokhoven genoemd. ’s-Zondags voor en na de mis stond ze buiten om vreemden de hand te lezen. ’s-Nachts hoorde hij haar wel eens roepen, geen idee wat haar bezielde. Maar ja, wat kon hem zijn buurvrouw schelen de grond aan de Maas kostte niets en naast haar wilde niemand wonen, hij vond het best. Hij had zijn vrijheid. Het is 1940-45. De oorlog brak uit en ook Bokhoven kreeg het te verduren. Het huis werd gebruikt om vanuit het raam aan de voorkant de Duitsers aan de overkant van de Maas te beschieten. Zware vuurgevechten zouden er plaats gevonden hebben. Echter, hiervan zijn aan de gevel geen sporen meer te ontdekken. Maar heftig moet het wel geweest zijn en honderden kogels moeten gevonden zijn in de tuin.
~~~~~ 36
Het is 1960. In de jaren zestig kwam het huis in handen van meneer Van Haren, van de schoenen. Hij knapte het op en verfde het huisje wit. Het verhaal doet de ronde dat hij graag feesten gaf in zijn tuin. En op een mooie zonnige dag kocht hij een groot jacht, hij meerde het aan voor zijn (buiten)huis. Hij moet gedacht hebben heerlijk ’s ochtends je bed uit en een stukje varen. Dit duurde precies één dag. Rijkswaterstaat gaf hem een dag om het jacht in een plezierhaven te leggen. Een boot van dat formaat was verboden om voor de deur te hebben liggen. Ook al hoorde het eerste deel van de Maas bij zijn perceel. Meneer Van Haren besloot om het huis te 37
gaan verhuren. En geloof het of niet, maar veel inwoners van Bokhoven kennen altijd wel iemand die in het huis heeft gewoond. De zus van die, de tante van, de buurvrouw. En zelfs de vriendelijke mevrouw van de vastenaktie had er gewoond. Zij wist ons te vertellen dat de huidige keuken slaapkamer was en dat haar man het plafond in de woonkamer had aangebracht en dat de keuken vroeger achter was. Het is 1990. Van Haren verkocht het huis aan een gezin dat er slechts één jaar woonde. Daarna kochten een lerares en een milieupolitie het. En sindsdien heet het huis in Bokhoven het huisje van de milieupolitie. Zij kreeg steeds meer last van haar reuma, wilden zij hier blijven dan moest er een kamer bij beneden. En zo gebeurde het dat het klompenhok uitgebreid werd met een extra kamer, de tuinkamer. Ze rustte er vaak, maar slapen deed ze nog steeds boven. De Haverlei werd een obstakel voor ze. Het drukke verkeer en de vrachtwagens, ze reden af en aan. Het huisje trilde. Ze protesteerden hevig, maar vonden zelden gehoor. Ze besloten hun huis aan te bieden via marktplaats. Ze wilden er niet teveel ruchtbaarheid aan geven, in het dorp werd al genoeg gekletst. 2007 Wij fietsten vanuit de binnenstad van ’sHertogenbosch vaak richting Heusden en zagen dan dit huisje met groene luiken en rieten kap. Het zag er erg klein en schattig uit, we zeiden tegen elkaar, als dit toch eens te koop zou komen… Maar we gingen op zoek naar een jaren dertig huis in of nabij het centrum. In augustus 2007 zagen we het huisje te koop staan op Marktplaats. We dachten aan een grap, op de foto’s lag sneeuw. We gingen kijken en werden verliefd. Zij twijfelde, hij niet! We informeerden bij de gemeente of we uit mochten breiden, dat mocht. En een paar weken later kochten we het.
38
2009. Twee jaar later hebben we de vergunning binnen om met respect voor het bestaande het huis uit te breiden. Naast het bestaande huis wordt extra ruimte gecreëerd in de vorm van een schuur. Het witte huisje laten we helemaal intact en wordt geheel gerenoveerd. Marcel & Marianne Rommens-Van de Water ~~~~~ Het Veerhuis Het Veerhuis is sinds generaties in het bezit van de familie van der Leeden. Al in 1832 is volgens het kadaster een Hubertus van der Leeden eigenaar. Op dit moment beheert Johan, samen met zus Jacqueline en broer Hein de zaak. De portretten van vader Joske, opa Driekske en overgrootvader Toon hangen boven de tap. Moeder Dina woont inmiddels ook al meer dan 50 jaar aan de Bokhovens Maasdijk, en kan veel vertellen over de geschiedenis van het Veerhuis. 39
Opa Driekske had zijn kamer achter het café en als het in de winter minder druk was, ontving hij daar de klanten. Dan hoefde de kachel in het café niet te worden gestookt. Het café bevond zich in het voorhuis links van de voordeur. Aan de rechterkant was het woongedeelte, met de slaapkamers op de bovenverdieping. In het achterhuis, het oudste gedeelte van het huis, bevonden zich de koestallen, de paardenstal en de schaapskooi. Dochter Jacqueline heeft ooit een overzichtelijke plattegrond gemaakt van de oude situatie. Dina weet van Driekske dat er vroeger ook een dorsvloer was in het achterhuis. Nostalgisch plaatje uit omstreeks 1900. Op de achtergrond twee dijkhuisjes
Zijn naam dankt het Veerhuis aan de veerpont die van Bokhoven naar Hedel voer. Deze pont is echter al ruim voor de oorlog uit de vaart genomen. Aan de Maas is nu nog een aanlegsteiger voor pleziervaart. Vroeger werden hier kolen gelost en wilgentenen, bestemd voor de mandenfabriek in Haarsteeg. Toen Dina in 1957 met Joske van der Leeden trouwde en naar Bokhoven kwam, was het Veerhuis een 'gelagkamer', een klein café, in een boerderij. De boerderij was in die tijd veel belangrijker dan het café. Joske bemoeide zich voornamelijk met de boerderij en Driek verzorgde de klanten in het Veerhuis. Vissers kwamen er ’s ochtends na het vissen een afzakkertje nemen en kaarten(toepen). Driek speelde graag een potje mee, en hij was dan blij met de hulp van Dina, die zijn taak achter de tap overnam naast haar andere werkzaamheden in huis en op de boerderij.
Los van de boerderij stond een schuur die heel vroeger dienst heeft gedaan als koetshuis. Voor de oorlog werden de mensen met koets en paard van de trein gehaald en naar hun bestemming gebracht. Het koetshuis is met de bouw van het nieuwe huis verdwenen. Dan was er nog de varkensschuur. Deze ruimte wordt gebruikt als kleedkamer voor de voetbalteams die sinds decennia gebruik maken van de voetbalvelden.
Ook werd er gebiljart; zo maakt de Bokhovense biljartclub 'Lukraak' er sinds 1959 gebruik van het laken.
Joske had als jongste van een groot gezin het familiebedrijf overgenomen. Hij was boer in hart en nieren. Na de ruilverkaveling moest er echter een keus gemaakt worden: investeren in het boerenbedrijf of kiezen voor de horeca. Omdat ze toch te weinig mogelijkheden zagen in het boerenbedrijf kozen ze voor het laatste. Allereerst werd de “gelagkamer” uitgebreid met de kamer van opa, die inmiddels, in 1972, was overleden. Later werden de stallen omgebouwd tot feestzaal. Velen wisten hun weg naar het Veerhuis te vinden.
40
41
Johan heeft de zaak in 1995 overgenomen. In die tijd is ook het nieuwe woonhuis gebouwd, zodat het Veerhuis geen woonfunctie meer heeft. Hij heeft het bedrijf geleidelijk verbouwd en gemoderniseerd tot de partyboerderij die het nu is. ~~~~~ Bokhovense Maasdijk 8 Van buiten parmantig gesierpleisterd, maar van binnen nog een huisje van vroeger. Voor de oorlog heeft er een familie Kivit gewoond met zeven kinderen die op zolder sliepen. Toen werd het gehuurd door Van Hees en daarna gekocht door Wimke. Op het terrein stond nog een schuur, maar die is verdwenen. ~~~~~
De gevel van de huidige woning bevat een antieke steen uit 1862 waarvan mag worden aangenomen dat die van het bouwwerk stamt dat hier voorheen stond. Van het huidige huis dachten velen lange tijd dat het een schuur was. Dat was vooral te wijten aan de karakteristieke stalraampjes aan de voorzijde van de woning en de op de oprit gesitueerde mestput. Daarmee wilden de ‘bouwers’ van het huis, Fred van der Kroon en Ria Rijnboutt wellicht eer betonen aan het feit dat op deze plek eerder daadwerkelijk een boerderij stond.
Bokhovense Maasdijk 6 Van de geschiedenis van deze locatie is eigenlijk niet veel bekend. Lange tijd heeft er een familie van Nistelrooij gewoond. De oudere dorpsgenoten konden hierover echter weinig reproduceren dat het melden waard is, en ook andere bronnen leveren nauwelijks bruikbare aanwijzingen, feiten of overleveringen op. Voor de oorlog schijnt er een Bertuske van den Oever te hebben gewoond, die gehuwd was met Door van Cromvoirt. Hun zoon Driek was knecht bij de familie van Gendt die op de punt van de Henriettewaard woonde. Aan de oostkant van het huis zat destijds een PTT-brievenbus. Voor die tijd was ene Willem van Cromvoirt postbode en hing de brievenbus aan de gevel van zijn huis dat op de plaats van het huis van Van Gestel heeft gestaan. Volgens het boek Bijzonder Bokhoven heette het perceel in 1832 'Verkens Campken', hetgeen duidt op ‘een slechte weide waar het terrein geschikt is voor varkens’.
42
Fred had deze in de zeventiger jaren van de vorige eeuw gekocht met de bedoeling die ingrijpend te verbouwen. Toen hij echter bij de sloopwerkzaamheden wat al te enthousiast de zaag in een dakbalk zette en het toch al niet zo stevige huis slooprijp werd, besloot hij het roer maar om te gooien en er in 1978 een geheel nieuwe woning te bouwen. Daarbij heeft hij overigens enkele bijzondere experimenten aan het huis gewijd vanuit zijn achtergrond als hoofd technische dienst bij theater de Parade. Zo bevatte de woning tal van paneeltjes met schakelaars waarmee vanaf één plek verschillende lichtpunten in en buiten het huis bediend konden 43
worden. Het feit dat dit systeem niet goed functioneerde, is er waarschijnlijk debet aan dat hij er geen patent op heeft aangevraagd. Ook groef hij enige tijd nadat het huis betrokken was, eigenhandig (letterlijk) een ruime kelder uit in de maasdijk. Kraaiennest Ten tijde van de bouw kende de woning een prachtig uitzicht over de Maas die juist op dit punt een scherpe bocht maakt. Na het hoog water van 1993 werd besloten omwille van de veiligheid de dijk te verhogen. Vanaf de bovenverdieping rest echter nog wel het zicht op de meanderende waterloop. De slaapkamer aan de oostzijde is, om voor de handliggende redenen dan ook omgedoopt tot ‘het Kraaiennest’. Door de dijkverhoging kwam het tegenover de woning liggende Bleekveldje optisch gezien lager te liggen en werd dus nadrukkelijker als zodanig herkenbaar. Op dit laaggelegen grasveld bleekten de Bokhovense huisvrouwen eeuwenlang hun linnengoed. Oud ijzer aangespoeld Uit de recente geschiedenis van de locatie is interessant dat in 2008 een plezierjacht precies ter hoogte van de woning strandde en door de rechtmatige eigenaar werd achtergelaten. Een hele gebeurtenis voor het overigens zo rustige Bokhoven dat door een vliegende speedboot en neergestorte helikopter de laatste jaren toch al behoorlijk verwend was door spektakel. Een snelle inspectie door buurtbewoners leerde dat het besluit van de eigenaar begrijpelijk was. Via een intensieve speurtocht werd hij desondanks snel achterhaald. Stoute plannen om het vaartuig over te schrijven, de dijk op te slepen en via een collectief van 44
45
waterminnende dijkbewoners te restaureren, strandden al gauw. Vrijpostige ijzerhandelaren sloopten de weinig bruikbare onderdelen die het scheepswrak nog bevatte, binnen een mum van tijd er van af, waarna het laatste restje animo voor de restauratie als sneeuw voor de zon verdween. Uiteindelijk sleepte Rijkswaterstaat de tot een royaal uitgevallen badkuip weg.
Nooit ‘roekenloos’ Vermeldenswaard van deze prachtige locatie is wel nog de aanvliegroute van enkele honderden roeken die zich in de zomermaanden avond na avond vanuit het zuiden uit de wijde omgeving aan de zuidzijde van de Maas verzamelen, groeperen, de Maas oversteken en aan de overzijde in de bossage neerstrijken. Bij onrust vliegt de hele zwerm nerveus ‘roekend’ op om zich enkele minuten later weer in de boomtoppen te nestelen. Dit natuurlijke verschijnsel kan zich al eeuwenlang zo hebben afgespeeld en helpt een fantasierijke observant zich even in andere tijden te wanen. Han von den Hoff en Hettie Cremers ~~~~~ Bokhovense Maasdijk 4
Schapenscheren Spectaculair is ook het jaarlijks terugkerende openbare schapenscheren dat zich op de dijk afspeelt. De heren Mommersteeg voeren dit theaterstukje elk voorjaar voor de deur van en met gebruik van elektriciteit uit het betreffende huis op, hetgeen een massale toestroom van passerende toeristen en campingbezoekers teweegbrengt. Of de lokale VVV hierin een sturende rol speelt, hebben de geschiedsvorsers niet kunnen achterhalen.
46
Het huis zoals het er nu staat dateert uit 1952. Dit huis schijnt op het hoogste punt van Bokhoven te staan. Een tegel in de linkerzijgevel geeft het Nieuw Amsterdams Peil aan. Bovendien blijkt uit een oude kaart dat het vroeger De Eenhoorn heette. Uit gesprekken met de oorspronkelijke bewoners en familie daarvan is niet duidelijk geworden waarom het die naam heeft gehad. Nu draagt een ander huis in Bokhoven overigens die naam: La Licorne. Het huis is een zogenaamde wederopbouwkeuterij. Dat wil zeggen: een kleine boerderij met neveninkomsten, gebouwd in het kader van de wederopbouw na WO II, omdat het huis dat hier eerst stond tijdens de oorlog verloren was gegaan. De boerderij is met rode verbeterde Hollandse dakpannen gedekt, zowel aan de voor- als aan de achterzijde voorzien van een wolfseind. De gevelschuinte is geaccentueerd met een koppenlaag die aan weerszijden uitloopt in een gemetselde console 47
onder het dakoverstek. De gevels zijn voorzien van halfsteens segmentbogen met daaronder bakstenen in ruitpatroon. Ook zien we daar oorspronkelijke steunberen.
Nu iets over zijn bewoners: De neef van Sjef Pijnenburg vertelt dat zijn opa Pijnenburg (gehuwd met Johanna v.d. Broek) hier nog heeft gewoond. Op een gegeven ogenblik wordt het huis bewoond door drie mannen: opa Pijnenburg, zoon Driek en zoon Toon. Zoon Sjef was binnenschipper en woonde op zijn schip. Hij was gehuwd met Tiny Kranssen. Hun oudste dochter Jo werd onderweg geboren in Geertruidenberg, daarna kwam Tineke in Den Bosch ter wereld. De meisjes kregen er een broertje bij toen Henk het levenslicht zag. Na de geboorte van zoon Henk wilde moeder Tiny met haar drie kleine kinderen niet meer op het schip blijven wonen. In 1952 was het nieuwe huis aan Bokhovense Maasdijk 4 klaar. Tiny bleef met de kinderen aan wal en trok bij Opa Pijnenburg en Ome Toon in. Ome Driek ging mee op het schip. In het huis werden nog zoon Toon en dochter Roos geboren. De boerderij was opgesplitst in een woongedeelte en een achterhuis (stal). In de stal stonden zo'n zes koeien en in het varkenshok liepen 2 varkens. In 1971 wordt het huis verbouwd en wordt de bijkeuken, waar nog een spoelbak stond voor het spoelen van de melkbussen, bij de woonkamer getrokken en het varkenshok verbouwd tot badkamer.
Karakteristiek voor deze periode van bouwen, en nog steeds in originele staat, zijn de stalen en betonnen zesruits stalramen aan de linker en achterzijde van het huis. Ook zitten in de achtergevel nog de oorspronkelijke staldeuren. In 2006 wilde de gemeente ’s-Hertogenbosch op grond van deze gegevens het huis tot een gemeentelijk monument verklaren. 48
In 1998 kunnen de huidige bewoners Johan van Eggelen (authentieke Bokhovenaar) en zijn vrouw Monique het huis kopen van Tiny Pijnenburg. Zij treffen een huis aan met een stal-achtig achterhuis en een originele hooizolder met hooiluik. Met zuinigheid en vlijt bouwen zij het om tot een huis met 6 slaapkamers. Later wordt de keuken groter gemaakt door een deel van de stal bij de keuken te 49
trekken. De pomp in de huidige keuken herinnert nog aan vroegere tijden. Zij bewonen dit huis met zoveel plezier dat hun droom vervaagt om ooit nog eens een nieuw (houten) huis te bouwen. Echter in 2004 wordt het nieuwe bestemmingsplan Kom Bokhoven actueel en besluiten zij een bouwbestemming aan te vragen voor de grond achter hun huis. Nu, anno 2009 lijkt het erop dat die droom toch echt gaat uitkomen maar zij nemen met gemengde gevoelens en zeker ook met pijn in het hart afscheid van dit huis. Het was een voorrecht om er te mogen wonen. Per 1 augustus 2009 is het huis verkocht aan Martijn Heijckmann en Marieke Schimmel die het samen met hun zonen Pim en Stef weer zullen gaan verbouwen. Wij wensen hen evenveel geluk en woonplezier toe als wij er hebben genoten. En dat zeggen wij niet zomaar, want wat volgens ons al generaties lang als een rode draad door dit huis loopt is dat er is liefgehad, gehuild, gelachen, gescholden en Bourgondisch geleefd. Hier kon alles……hier keek men niet zo nauw…… de zoete inval. Tineke Buijs-Pijnenburg Johan van Eggelen Monique van Eggelen-Abels ~~~~~~ Bokhovense Maasdijk 2 Herfst 1969, Op zoek naar een huis. Rond de dertig waren we, en met twee kinderen, net terug van een wisselvallig bestaan in de tropen naar een vaste baan in 's-Hertogenbosch. Daar hoort een huis bij.
50
We kenden de regio eigenlijk alleen maar van het er doorheen rijden, en herinnerden ons de files voor de spoorwegovergangen, de stoplichten en de rotondes voor Chalet Royal. Wij dus zoeken naar een huis in de stad, Vught, SintMichielsgestel, Rosmalen, Vlijmen, Haarsteeg en Engelen, maar wat ons beviel konden we niet betalen, en wat we konden betalen, beviel niet. Nu had Pith voor ons trouwen in 1963 een tijdje gewerkt in de ruilverkaveling Heusden-Vlijmen, en kende die omgeving dus beter. Toen we overal uitgekeken waren, zei hij: "Ik weet nog een plaatsje Bokhoven." Achteraf denk ik weleens dat hij het erom heeft gedaan. Mij eerst overal rond laten kijken waar het toch niks wordt en dan zijn slag slaan. Hoe het ook zij, op een druilerige herfstdag rijden wij met Madeleine en Marie Louise op de achterbank Bokhoven binnen. Mijn hemel 'wat een oord', dacht ik. Maar ik moet zeggen, toen we eenmaal op de driesprong bij de kastanjeboom aankwamen, zag het er toch een stuk vriendelijker uit met die slaperige cafés, de kerk, die toen nog alle dagen open stond, en een huis met een torentje. "Zoiets zou ik wel willen," zei ik nog. We eindigden bij Driekske in het Veerhuis. Nee, 't kasteeltje was net verkocht aan mensen van buiten. Maar, er stond wel iets te koop: een huis met een Franse kap in de bocht even verderop aan de dijk. Een Franse Kap? "Witte gij dan nie wa da ies, mun jungske? Das een gebroke kap. Nee, niet zo ver als de kerk. Ernaast staat een schuur met rieten kap." Zo, daar moesten we het mee doen. Wij weer langzaam teruggereden richting dorp en zowaar er stond een huis dat aan de beschrijving
51
voldeed. Pith was enthousiast, maar zelf vond ik het matig: er moest nog zóveel aan gebeuren.
"Weet je wat? Ik ga die mensen in het huis met dat torentje gewoon vragen of het ze nog bevalt." "Dat kun je niet maken...... (stilte) ...... Zoiets doe je niet."
mijn speelhoek naar de keuken en de voordeur kon kruipen. Later begreep ik dat dit het resultaat was van een ingreep, waarbij de voordeur van midden voor naar opzij was verplaatst om toegang te geven tot een gang die over de volle breedte aan de achterkant van het huis was opgetrokken. Daarmee kreeg de schuur een vaste verbinding met het huis. In 1972 begon mijn vader in die schuur een diep gat te graven. Dat was voor de fundering van een openhaard en een nieuwe schoorsteen voor de centrale verwarming, die tot dan toe was aangesloten op een pijp die met weinig égards door de rieten kap was gestoken. Terwijl mijn vader hoog op de steiger stond te metselen bouwde ik forten in het zand beneden hem.
"Moet je maar eens zien." Ik moet toegeven, dat Pith je in zo'n geval laat begaan. 'Ieder zijn eigen verantwoordelijkheid!' is ons motto. Wij verder terug het dorp in en kijken of er toevallig iemand in de tuin bezig was. Dan maar aanbellen. "Nee, mevrouw, wij wonen hier naar tevredenheid en al bood u een miljoen dan gingen we er nog niet uit." Mieke Schure Van Maasdijk 15 naar Bokhovense Maasdijk 2 Vanuit mijn wiegje moet ik eindeloos naar de binnenkant van die gebroken kap hebben liggen turen. Maar daar herinner ik me niets van. Ook niet dat mijn vader aan mijn zussen vertelde over de architect François Mansart naar wie de dakconstructie is vernoemd. Mij is ook ontgaan dat Bokhoven werd geannexeerd door 's-Hertogenbosch en daarmee het adres van ons huis veranderde. Voor mij was het belangrijker om beneden een gladde plavuizen vloer te vinden, waarover ik razendsnel van 52
Blijkbaar had hij iets ontdekt, want het jaar erop begon hij in de schuur een gat te graven. Dat werd zo groot dat ik er nog maar nauwelijks omheen kon komen op mijn fietsje. Daarbij kwamen oude muren tevoorschijn, die samen de contouren van een oude kelder te zien gaven, die schuin op het huis had gestaan. Een partij oude klinkers werd ingezet om het bouwwerk op te trekken, en mijn zussen om de voordelig aangeschafte straatstenen schoon te borstelen in een kruiwagen. Als een spin of ander beest kwam bovendrijven gilden ze om mij. Onbevreesd lepelde ik de engerd op om het naar buiten te werken.
53
verrezen. Van Anneke Branten hoorde ik dat het huis in 1929 is gebouwd voor 900 gulden. Tante Door en ome Driek gingen er wonen. Dat huis staat onder een hoek met het afgebroken huisje, waaronder de kelder lag. Met andere woorden: het nieuwe huis werd iets gedraaid, maar de kelder bleef liggen. De schets moge dit verduidelijken.
Toen de bouw klaar was. hadden mijn ouders hun wijnkelder en ik een herinnering uit mijn kleuterjaren..
Inmiddels zijn jaren verstreken en heeft de gemeente een nieuw bestemmingsplan voor Bokhoven vastgesteld. Daarin worden op diverse plaatsen in het dorp bouwmogelijkheden geschapen om mijn generatie geboren en getogen Bokhovenaren de mogelijkheid te bieden zelfstandig in het dorp te gaan wonen.
Later begon ik me af te vragen waarom die oude kelder zo scheef in onze schuur lag. De Kadastrale kaart van 1822 die tegenwoordig op het pleintje is te zien gaf het antwoord.
situatie kelder onder vroeger huis
situatie kelder onder huidig huis
Daaruit bleek dat in de loop der tijden van alles is gebeurd. Perceelsgrenzen zijn gewijzigd en oude bebouwing is vervangen door nieuwe. Bij ons is op de plaats van het oude huis een nieuw huis met schuur
Met gevoel voor culturele waarden voorzien de gekozen locaties aan het Snoeckepad in herstel van de historische
54
55
situatie en versterking van de karakteristieke dorpsopbouw. Nog net op dijkniveau aan de rechterkant van deze zogenaamde afweg woonde Kee Buul met haar man. Kee hield geiten. Daarnaast zat Dré Buul in een houten woning. Op dat perceel kan een woning worden gebouwd en even verderop aan de andere kant op polderniveau nog een. Daarmee schept de gemeente aan deze zijde van het dorp een pendant, die elders wordt herhaald. Zo duikt de Gravin Helenastraat even voorbij de Groensteeg van dijkniveau naar polderniveau, net zoals de Graaf Engelbertstraat en het Oppershof na de splitsing. Een bestemmingsplan met visie dus! Lucien Schure ~~~~~ Zomer 2009 Kees is geboren in 1951 als zoon van Bart en Janske van Eggelen. Zijn geboortehuis staat aan het Oppershof, maar het erf liep indertijd door tot aan de Gravin Helenastraat en liep naadloos over in het Zwarte Pad. Met hem zullen veel inwoners van Bokhoven zich herinneren dat het altijd een drukte was van belang met een zaagmachine regelmatig in de weer. Tussen al die spullen en bedrijvigheid leerde Kees zijn latere vak. In 1965 begon Harrie van der Leeden met de bouw van een garage bij zijn huis op de hoek van het Oppershof en de Groensteeg, tegenwoordig bewoond door Ger en Ans Keurhorst. Binnen de kortste keren stond Kees daar mee te helpen met timmeren, metselen en alles.
aanvankelijk voor de firma de Laat en daarna voor Nico de Bont. Op een gegeven ogenblik zag het paar hun kans schoon en kochten ze zelf ook een restauratiepand. Dat betekende overdag werken en 's-avonds, de week-enden en vakantiedagen bouwen aan eigen stek. Het was een mooie tijd, waarin Kees opklom tot 'meewerkend voorman'. Een paar jaar geleden kochten broer Johan en zijn Monique Bokhovense Maasdijk 4 en dit bracht voor de zoveelste keer extra werk mee. Op dat adres kwam hij op een dag mevrouw Van der Vinne tegen en daardoor kon Kees zijn belangstelling voor haar huis kenbaar maken, en ja hoor: vorig jaar kon hij Bokhovense Maasdijk 2 kopen. De kracht van dit huis is zijn ligging op het zuid-westen, de ruime woonkamer en de flinke schuur. Er moest nog wel heel wat aan gebeuren, want alles was op, en er waren aanvullende wensen. Zo wilden we een houtkachel op een nieuwe schoorsteen, en een nieuwe woonkeuken met uitzicht op de tuin, en verder door het hele huis houten vloeren. Met ijver en vakmanschap, en de medewerking van familie en vrienden is het werk in augustus 2009 geklaard, en staat er een karakteristieke vooroorlogse woning van hedendaagse kwaliteit en voorzien van alle gemakken. Tijdens de verbouwing werd achter bij de schouw in de keuken een koperen medaille gevonden. Nadat Kees die voorzichtig had schoongemaakt kwamen de volgende afbeeldingen naar voren.
Toen hij verkering kreeg met de Heusdense José de Jong bleek in Bokhoven zogauw geen woning beschikbaar en besloten de twee zich te vestigen in Josés geboorteplaats. Dat kwam goed uit want Kees zat inmiddels middenin het restauratiewerk in Heusden, 56
57
Hoofdstuk 5. Driekoningenplein Het Driekoningenplein is vernoemd naar de gelijknamige uitspanning die ooit midden op het pleintje heeft gestaan. In 1822 had ene Willem van den Oever daar zijn 'huis en erf'.
De ene kant liet zich ontcijferen, maar de naam van de aan te roepen heilige op de andere kant bleek nagenoeg onleesbaar. Kees en José willen graag meer te weten komen over de herkomst van de medaille, en wat er precies op staat. Kees en José van Eggelen-de Jong ~~~~~ Later kwam er een woning en wel die van Burgemeester Johannes Versteeg met zijn bruid Agnes van Mil. Het paar betrok het de dag na hun huwelijk op 21 juli 1898. Het is in 1923 gekocht door burgemeester Willemse, en verwoest in het oorlogsgeweld bij de bevrijding in oktober 1944. De moeder van Anneke Branten-van den Broek is nog dienstmeisje geweest in het burgemeestershuis. Toen Anneke groot genoeg was, werd het haar beurt om bij de familie Willemse te gaan werken. In totaal is ze er 7 jaar in dienst geweest. 58
59
's Morgens om 8 uur vertrok ze naar het Driekoningenplein, en keerde om 7 uur 's avonds naar huis terug. Ze heeft er hard moeten werken, maar had het goed naar haar zin. De was werd met de hand gedaan. Eerst werd water gehaald aan de Maas met emmers op een kruiwagen. Dan werd de was op het fornuis gekookt en geschrobd op een wasbord. Daarna ging alles met de kruiwagen naar de Maas. Dan nam Anneke de was over de basaltblokken naar de kop van de kribbe en ging spoelen. Bij sterke stroming gebeurde het wel dat ze wasgoed liet schieten, dat dan afdreef naar Ammelrooi. Omdat Anneke niet kon zwemmen, ging er altijd een dochter van de familie Willemse mee om op haar te passen, maar ook die kon niet zwemmen. De schone was werd te drogen gelegd op het Bleekveld.
woontoren gebouwd. Bloeiend grasland siert het Bleekveld, maar voor hoe lang nog? De natuur en ruimte dreigen te worden ingeruild voor parkeerplaatsen. Uit de overzichtsfoto blijkt dat van vóór de oorlog alleen het huis met de klokgevel op Driekoningenplein 1 overeind staat. De overige bebouwing is vervangen. ~~~~~ Driekoningenplein 1 Een hardstenen tegel naast de voordeur vermeldt het jaar 1863. Naar zeggen werd het huis toen opgericht tegen een bestaande veestal. De eerste eigenaar, de heer Roos, had een scheepswerf aan de Maasdijk en richtte het nieuwe pand in als café en woonhuis. Het duurde dan ook niet lang of het stond bekend als Café Roos. Zo rond 1920 trad een nieuwe eigenaar aan, en wel Van den Oever. Deze familie was afkomstig van een huis dat toendertijd het laatste was op de weg naar Haarsteeg, net voorbij de Groensteeg: een huis zo oud dat de duvel er moet zijn geboren werd gefluisterd. Na het overlijden van de ouders zijn de kinderen Koen (*1905), Toon (*1909) en Toos(*1913) onafscheidelijk in de woning blijven wonen en werken, met uitzondering van de evacuatieperiode aan het eind van de oorlog. Koen gebruikte het achterhuis als werkplaats en smederij. Als zodanig is hij talloze plaatsgenoten en passanten van dienst geweest, steeds tegen luttele vergoeding. Saillant detail is, dat de later succesvolle Bokhovense ondernemer Harrie van der Leeden hier in zijn jonge jaren over de vloer kwam en spelenderwijs het vak leerde.
Het aanzien van het plein is in de loop der tijden verder ingrijpend veranderd. De dijk is verlegd naar de Maasoever en op de plaats waar het haventje lag is een
De bouw en verhuur van boten was de tweede poot waar de zaken van Koen op dreven. Op zondag gaf menig Bokhovenaar toe aan zijn drang om te gaan vissen op de
60
61
Maas. Voor Koen betekende dat zaken en hij was 's-ochtends dan ook vroeg op -eerder dan Mijnheer Pastoor voor de Vroegmis- om zijn klanten voor een paar centen in een van zijn zelfgebouwde roeiboten te helpen. Een hart van goud had de Koen. Tijdens de oorlog werd op de Hedelse brug streng gecontroleerd op het vervoer van verboden waar en wat dies meer zij. De Bosschenaar Toontje Verbeek vertelde hoe hij als jongen uit 'De Pijp' met een zak aardappelen op de rug de Maas overzwom om in het Bokhovense Haventje aan wal te gaan. Hij mocht van Koen zijn kleren drogen in de smederij en kreeg nog een boterham op de koop toe. Aan het eind van de oorlog is de boel grondig kapot geschoten en vernield, zodanig zelfs dat het volgens een stroom van ‘deskundigen’ te slecht was om op te knappen. Ondanks alle mooie verhalen over Marshallhulp, wederopbouw, enzovoorts kwam er van al die instanties geen cent schadevergoeding deze kant uit. Daarop zijn de gebroeders zelf maar aan de slag gegaan en hebben de zaak, zo goed en zo kwaad als het kon en met de middelen die voorhanden waren, opgelapt en water- en winddicht gemaakt. Overigens is Koen zo’n beetje de rest van zijn leven hiermee bezig gebleven. Ondertussen etaleerde Toon, beter bekend als de Duun, andere kwaliteiten. Op het Bleekveld hield hij een geit en een ezel, en op de strook grond langs de dijk bezijden het huis tuinierde hij. Geholpen door de goede kwaliteit van de overslaggrond die er ligt, oogstte hij vele jaren met succes. Toon had gevoel voor schoonheid en muziek. Op de ijsbaan leerde hij menigeen de beginselen van het kunstrijden en als de jongelui bijeen waren in het ruim van een schip leerden Koen en hij hen de eerste danspasjes. 62
Na de bevrijding trok ene Houterman bij de familie in om met Toos een gezin te stichten. Het jonge paar nam de oudere broers onder hun hoede en woonde ongeveer 10 jaar met hen samen om in 1960 een nieuwe woning te bouwen schuin achter het oude pand. En ook nu kwamen de deskundigen weer opdraven en eisten de sloop van het oude pand, hetwelk slechts na hevig en langdurig verzet kon worden voorkomen. En dat is dan nog maar één van de wapenfeiten waar de familie trots op is. Menig Bokhovenaar heeft herinnering aan het duo de Koen en de Duun, die druk redenerend, en al dan niet in gezelschap van Willem van den Oever en Sjef Pijnenburg hun mening niet onder stoelen of banken staken. Mieke, de oudste dochter trouwde in 1971 met Frans Glaudemans. In 1990 trok dit paar in de woning. Deze familie Glaudemans – Houterman, heeft, i.p.v. heel 63
Bokhoven op de schop te willen nemen, het huis grondig gerenoveerd, met behoud van veel oude details (werk van Ome Koen nog). Deze ingreep is dusdanig geslaagd dat de gemeente het oude huis nu zelfs tot monument heeft verklaard. Eerlijkheidshalve dient te worden vermeld dat de ligging en het grasveldje voor de deur ook een belangrijke bijdrage heeft geleverd. Nog even terug naar ‘Roos’. Op de 85e verjaardag van Ome Toon, hebben we ons ouwe huis nog één keer omgetoverd tot Café Roos. Dit tot zichtbaar genoegen en herkenning van de jarige. Tot slot mag een verrassende vondst niet onvermeld blijven: Op een kwade dag troffen wij een stomdronken bezoeker aan in ons huis, en dachten meteen: Een dronken man! Café Roos? Maar dat bleek achteraf toch anders in elkaar te steken! Frans en Mieke Glaudemans-Houterman ~~~~~ Anneke vertelt nog dat de familie van den Oever zes kinderen had: Koen, Duun, Willemke, To, Koosje en Martien. Koen en Duun bleven soms een week lang weg met het schip. Hun moeder had een vast gezegde voor hun vertrek: “Touwke los en verdienen weer” ~~~~~ Camping ’t Haventje Op 10 februari 1963, de verjaardag van Jo Mommersteeg, vraagt Dily van Helvoort of hij een bootje en een caravan aan de Maas te koop mag zetten. Het antwoord was even kort als krachtig: "Als we de opbrengst samen delen is het OK." En zo is de camping begonnen. In 1964 waren er 2 tenten en in 1966 kwamen er 3 caravans bij. In 1967 hadden we 17 Joegoslaven te gast, door tussenkomst van Jan Zijlmans, vriesmeester bij 64
Jonker Fris. In de jaren ’70 en ’80 stonden heel wat jaartjes 4 gezusters met hun gezinnen op de camping: Joke Schalken, Tiny Veugelers, Tony van der Lee en Sjaan Zijlmans. Ook de familie van Grinsven was bezoeker van het eerste uur en staat er nog steeds. Het was in die tijd een echte en hechte familiecamping, waar sommige families vele jaren achtereen met de vakantie of gedurende het gehele seizoen naartoe kwamen. "Lief en leed" werd met elkaar gedeeld. In het begin waren er nauwelijks voorzieningen. Elektriciteit, water en een aanlegsteiger zijn pas in de jaren ’80 aangelegd. Iets waar iedereen met volle overgave aan heeft meegewerkt. Ook toen is de naam van de camping geboren. ’t Haventje is vernoemd naar de voormalige haven van Bokhoven, die naast de camping was gelegen. In de jaren ‘90 zagen we de vraag naar recreatie op het platteland toenemen als gevolg van de vrije tijd en inkomen besteding. Onze stek was gewild en ook gezinnen met kinderen hadden het naar hun zin op hun plekje aan de Maas. De gunstige ligging vormt dan ook dé aantrekkingskracht van de camping, niet alleen om het zwemmen of vissen, maar ook van het eenvoudige genieten van alles wat er rondom en in het water gebeurt. Dat neemt niet weg dat de camping sinds 1963 niet alleen zijn hoogte-, maar ook zijn dieptepunten heeft gekend. Zo mocht er door allerlei formaliteiten een aantal jaren niet meer worden gekampeerd. Op een keer hebben we, de gasten net zoveel als wijzelf, tandenknarsend moeten meemaken dat de camping werd ontruimd. Door de trouw van onze gasten en ons aller niet aflatende inzet hebben we een vroegtijdige beëindiging weten te voorkomen.
65
Al met al hebben ondertussen heel veel gezinnen genoten van de camping, de Maas, het dorp en het platteland. De paarden, koeien en schapen, kortom het gehele boerenleven hebben intens indruk gemaakt op menig bezoeker. Met name op mensen uit de stad. Daarbij zijn geloof, cultuur, taal en gewoonten nimmer een barrière geweest, en mogen we er met zijn allen trots op zijn dat iedereen het naar zijn zin gehad heeft, met iedereen.
wagen verhuisd. Leo weet nog dat hij met zijn vader en een varken op de wagen Bokhoven binnenreed. De hond Rex liep los mee en zou later die dag door Nardus dood gevonden worden. Een blije dag met een harde afloop.
Familie Mommersteeg-van Cromvoirt ~~~~~ Driekoningenplein 4, voorheen B21 In 1953 is de boerderij, gebouwd door aannemer Strik uit Hintham onder architectuur van Tibosch, tegenwoordig Steenbergen bv te Berlicum. De opdrachtgever Leonardus A A van Cromvoirt was gehuwd met Petronella van den Oever. Nardus was niet alleen ‘unne goeie’ boer, maar tevens Rentmeester, bestuurder van de Boerenleenbank en actief in de plaatselijke politiek.
wederopbouwboerderij en noodgebouwen, die gedeeltelijk dienen tot woning
De boerderij is gebouwd ter vervanging van de noodvoorziening die direct na de oorlog was neergezet om de continuïteit van het bedrijf te verzekeren. Die voorzag in een woning voor het gezin en een stal voor 10 koeien en enkele stuks jongvee, voor die tijd een respectabel aantal. Heden ten dage zijn daar slechts de onlangs opnieuw met riet gedekte bedrijfsgebouwen van overgebleven.
Bij de koop was vastgelegd dat Nardus en Nel in de noodgebouwen zouden gaan wonen. Deze waren bij de verhuizing nog niet klaar, zodat ze tijdelijk de woonkamer en de slaapkamer betrokken. Samen met Jo, Truus en vier kinderen was het misschien wat krapjes, maar wel gezellig. Toen het eenmaal zover was heeft Nardus slechts even van zijn nieuw ingerichte woning kunnen genieten.
De grond was destijds in gedeelde eigendom van de families van Cromvoirt en van Mil. Op 12 december 1962 is het geheel verkocht aan de huidige bewoners. Op 17 januari 1963 is deze familie Mommersteeg–van Cromvoirt vanuit Haarsteeg erheen verhuisd op een koude, maar zonovergoten dag. Alles werd met paard en
In 1963 werd er geboerd met 10 koeien, 3 van Van Cromvoirt en 7 van Mommersteeg, en 5 stuks bijbehorend jongvee. In 1965 was dat gegroeid tot 17 melkkoeien en 10 stuks jongvee, en in 1969 tot 28 melkkoeien, 20 stuks jongvee en 15 fokschapen. De
66
67
schapen werden geweid op de dijk die inmiddels achter de boerderij was verrezen. Om het aantal dieren te huisvesten waren alle beschikbare gebouwen nodig. Zo werd het vee ondergebracht in de boerderij, de paardenstal, de noodwoning en zelfs in de loods die tegen de dijk stond. Op 26 oktober 1970 sloeg echter het noodlot toe. De loods, waar op dat moment 2 koeien en 8 kalveren verbleven en waarin ongeveer 100 ton hooi en stro was opgeslagen, vatte vlam. Drie dagen was de Bossche brandweer bezig met blussen, waarna besloten werd het soms nog brandende hooi in de uiterwaard uit te rijden. De gehele loods inclusief al het hooi, stro en materieel was verloren gegaan. Gelukkig is verder alles gespaard gebleven.
De dieren zijn vervolgens op diverse plaatsen ondergebracht, zoals bij Wim van Dijk in Bokhoven en Leo Mommersteeg in Herpen. Ook anderen boden hulp, zo zorgde Frans Nouwens dat het vee over voldoende hooi kon beschikken. Maar er moest op korte termijn ook een definitieve oplossing komen. Met medewerking van de net benoemde burgemeester mr G M J W van de Ven, de Cehave en aannemer De Groot uit Volkel werd in sneltreinvaart nieuwvestiging aan Omloop 15 een feit. Op 21 december 1971 werd de nieuwe stal voor melkvee in gebruik genomen. Het jongvee en de schapen bleven nog even in het dorp. Dit was voor de gehele familie een grote ommekeer van 'het boeren in Bokhoven' naar 'ondernemen in de polder'. Dat gaf ruimte voor moderniseren en uitbreiden. Desalniettemin bleef Driekoningenplein 4 onze thuisbasis en werd de boerderij op de Omloop van daaruit beheerd en uitgebreid. Niet alleen in aantallen vee, maar ook in oppervervlakte grond. Inmiddels heeft onze Gerjo met zijn gezin en de helpende hand van Papa de Omloop 15 overgenomen en uitgebouwd. Toch is, tot op de dag van vandaag, Driekoningenplein 4, inclusief de camping, ons stamhuis en onze familiestek. Familie Mommersteeg – van Cromvoirt ~~~~~ Terug in de geschiedenis
Voorgrond van links naar rechts: Bouwplaats voor Wederopbouwboerderij. Noodwoning annex boerderij. Daarachter de schuur die in vlammen opging.
68
De kadastrale gegevens van 1822 wijzen ene Cornelis van Cromvoirt aan als eigenaar van het huis en erf in kwestie. Dat wil nog niet zeggen dat de familie van Cromvoirt al die tijd de eigenaar is geweest, maar het zette wel aan tot een speurtocht naar de stamboom van Truus tot aan deze Cornelis.
69
Jo & Truus Mommersteeg Johannes Leonardus Henricus Mommersteeg, geb. Jo komt uit Haarsteeg. Vlijmen 10 febr. 1930, zn. van Johannes Cornelis De stamboom van Truus gaat Mommersteeg en Henrica Adriana van de Water. terug in Bokhoven op 16 okt. 1956 gehuwd met Geertruda Anna Maria van Cromvoirt, geb. Bokhoven 28 mei 1930, † Rosmalen 1 april 2009, begr. Bokhoven 6 april 2009, Truus is dochter van Nardus Leonardus Albertus van Cromvoirt, geb. en Petronella Bokhoven 29 nov. 1892, landbouwer, † Diens eerste vrouw is, in s’Hertogenbosch 12 juli 1964, begr. Bokhoven 15 verwachting van haar tweede juli 1964, tr. 1e Bokhoven 17 aug. 1917 Cornelia kind, bij het spoelen van de Maria van Mil, geb. Bokhoven 24 juli 1897, † 26 was op een krib in de Maas juni 1923; tr. 2e kerkelijk Bokhoven 18 aug. 1921 te water geraakt en tragisch Petronella Johanna van den Oever, geb. Bokhoven door verdrinking om het 16 febr. 1900, † s’Hertogenbosch 7 jan. 1983, leven gekomen. begr. Bokhoven 10 jan. 1983. Nardus is zoon van Adrianus Adrianus van Cromvoirt, geb. Bokhoven 1 aug. en Geertruida 1839, landbouwer, † Bokhoven 2 april 1900, tr. s’Hertogenbosch 13 aug. 1879 Gertrudis (Geertruida) Gloudemans, geb. s’-Hertogenbosch 6 sept. 1852, † Tilburg 4 mei 1924. Adrianus is zoon van Johannes Adrianus van Cromvoirt, geb. Bokhoven Johannes en Maria 26 sept. 1880, landbouwer, † Udenhout 7 febr. 1963, tr. Bokhoven 17 jan. 1912 Maria de Kok, geb. ’s-Hertogenbosch 9 juli 1879, † omstr. 1963. Johannes is zoon uit het Johannes van Cromvoirt, geb. Bokhoven 8 dec. eerste huwelijk van Johannes 1811, landbouwer, † Bokhoven 5 juni 1877, tr. 1e en Geertruida Hedikhuizen 4 mei 1837 Geertuida van Oudheusden, geb. Hedikhuizen 8 nov. 1811, † Bokhoven 20 maart 1855; tr. 2e Bokhoven 20 mei 1859 Maria Anna Deckers, geb. Bokhoven 19 mei 1824, † Bokhoven 15 aug. 1863. Johannes is de zoon van Cornelis van Cromvoirt, geb. omstr. 1779, ged. Cornelis en Anna. Drunen, landbouwer, † Bokhoven 17 nov. 1837, tr. Bokhoven 30 april 1804 Anna Kogh, geb. omstr. 1776, ged. Buijksalch..., † Bokhoven 11 nov. 1842. Cornelis is zoon van Cornelis Cornelis van Cromvoirt, geb. omstr. 1747, tr. en Aaltje. Hij was één van de Aaltje van Aalst, geb. omstr. 1753. 15 opvarenden die bij het omslaan van de marktschuit op 17 november 1837 om het leven kwamen
70
Het bleek dat Adrianus, de broer van Truus in de loop der jaren bidprentjes van familieleden had verzameld, die door diens weduwe Johanna Petronella van Cromvoirt-van Gendt zorgzaam waren bewaard. Met behulp van deze verzameling en uit andere bronnen zijn door Jeanne Borgsteyn stambomen van deze en gerelateerde families gemaakt. Een schat aan gegevens kwam daardoor tevoorschijn aangaande de volgende families: Van Cromvoirt Van den Oever Van Gendt Peijnenburg Van der Leeden In de marge van dat onderzoek kwamen ook gegevens bovendrijven van de families: Koch Van Oudheusden Klerks Gloudemans Van de Doelen Van den Bogaard Van den Broek Geerts Van Engelen Willemse Nevenstaande tabel toont de afstammingslijn van Truus tot en met de ouders van Cornelis. ~~~~~
71
Hoofdstuk 6. Rond de Kastanjeboom Op de driesprong van Driekoningenplein, Graaf Engelberstraat en Gravin Helenastraat staat sinds jaar en dag een Kastanjeboom. Niet dat de boom die er nu staat zó bejaard is, maar wel oud genoeg om een begrip te zijn waar bekenden de plaats mee aanduiden. Laten we hopen dat er een nieuwe kastanjeboom komt als dit exemplaar het mocht begeven als gevolg van de wegwerken die hier onlangs hebben geraasd. Dit is niet alleen het hart van ons dorp, het is ook het middelpunt van onze geschiedenis, cultuur en monumenten.
~~~~~ Kerk van Sint Antonius Abt Deze kerk is vernoemd naar 'Antonius meej 't vèèreke', die een ander is dan Antonius van Padua, de beste vrind die iets voor je terugvindt. Nee, onze Antonius heeft menig schilder geïnspireerd tot uitbeelding van de 'verleiding' die hij weerstond.
Maar dit soort afbeeldingen zal de bezoeker in de kerk niet vinden, wel schatten van andere makelij, en wel 72
73
topstukken van bijvoorbeeld beeldhouwkunst en orgelbouw. Daarover bestaat uitvoerige documentatie.
Henri Fantin Latour, La Tentation De St. Antoine
~~~~~ Hoeve Branten Een van de zichtbaarste huizen van Bokhoven staat naast de kerktoren. Vanaf Driekoningenplein zie je het meestal in de schaduw staan, of je ziet het schitteren in het zonlicht vanuit de polder. Het is een van de laatste huizen op de weg naar Haarsteeg, die nog op dijkniveau staan. Dat houdt in dat het oud moet zijn. Het huis zelf dateert van 1839, dat staat duidelijk op de kopgevel, maar daarvoor heeft er ook een huis gestaan. Anneke woont er met haar zoon André en zijn Charlene, en ....., niet te vergeten twee nieuwe hondjes. Als het zonnetje schijnt vindt de bezoeker Anneke allicht op het 74
bankje voor het huis achter de heg aan de straat. Er zijn niet veel woorden nodig om een praatje met haar aan te knopen, en ook tijdens het gesprek is Anneke rap aan het woord.
Met een lang en bewogen leven, en een goed geheugen heeft ze dan ook veel te vertellen over het verleden, en dat doet ze graag, terwijl ze met haar wakkere oogjes het heden goed in de gaten houdt. Op 8 mei 1839 woedde in Bokhoven een hevige brand, waarbij ook de kosterswoning in vlammen opging. De brandverzekeringsmaatschappij betaalde aan de kerk ƒ 1.830.- uit voor het afgebrande kostershuis. Daarmee kocht de pastoor het huis naast de kerk van Adrianus van Beurden. Alhoewel hij daarna 200 gulden over hield was het huis duur betaald, want het bleek zo slecht dat het moest worden afgebroken. Wat stenen en balken konden worden gebruikt voor de opbouw van een nieuwe woning voor de koster. Al met al restte de kerk een verliespost van ƒ 800.-. Een jaar later kon de koster Antonius van den Bogaard er met zijn gezin in trekken. Hij deelde het huis met de moeder, een broer en een zuster van pastoor Van 75
Roosmalen. In 1875 hield de bejaarde Antonius het kostersambt voor gezien, en kon familie Branten deze woning kopen. Antonius werd opgevolgd door Leonardus van Cromvoirt die tot 1918 functioneerde. Daarna trad Karel van Mil aan als koster, een vrijgezel die woonde bij zijn zus Cor en haar man Willem. Zij hadden het café tegenover de kerk. Karel werd in l952 opgevolgd door Anton van Mil.
waarom kreeg van mijnheer Pastoor. Voor Harrie en Anneke zou dat op de avond voor de plechtigheid plaatsvinden. Laat Pastoor Breugelmans nou net op die avond bij terugkeer naar de Pastorie van zijn brommertje vallen! Het gevolg was dat het stel -onvoorbereid- is getrouwd.
Vroeger werden tijdens de bedevaart bij Harrie thuis alle kamers ontruimd en ingericht voor de koffietafels. Nichten van Harrie, gekleed in witte schorten, kwamen helpen. Het was altijd een gezellige drukte. Aanvankelijk verkochten ze ook bier, maar later mocht dat niet meer.
Harrie en Anneke hadden voldoende weiden voor hun 24 koeien en akkers met koren en een paar varkens, maar tegenslagen bleven niet uit. Niet alleen de koeien werden ziek, ook Harrie had een aandoening te doorstaan. Deze was zo zwaar dat hulp onontbeerlijk werd, en die kwam van verschillende dorpsgenoten. Pastoor Breugelmans gaf van de kansel dispensatie om 's zondags bij hen te gaan helpen
Al een dag voor de bedevaart kwamen een boer en boerin uit Helvoirt met de boerenkar, bang als ze waren om te laat te komen. Ze sliepen dan in het hooi op zolder. Later werden er fietsen gestald bij de familie Branten, voor 5 of l0 cent per stuk stonden ze veilig.
Harrie heeft jaren lang zout gestrooid als de wegen 's winters glad waren. Harrie deed dat graag en zat dan 's avonds naar de politieberichten te luisteren of het glad werd. Op het eerste signaal trok hij er op uit met zijn tractor en zout-strooier.
De oorlog is een ander verhaal. De familie Branten had een schuilkelder diep ingegraven in het talud van de gracht. Als de situatie dreigend werd sliepen ze daar. Eind 1944 werd het hele dorp geëvacueerd en toen de familie terugkeerde vonden ze hun huis zwaar beschadigd. Stukken van de kerktoren werden gevonden op hun zolder. Omdat de Pastorie er nog erger aan toe was woonde pastoor Breugelmans een tijd lang in bij familie Branten, in de grote voorkamer aan de kant van de kerk.
Als hij langs kwam, vroegen boeren in de binnenpolder of hij ook op hun erf wilde strooien. Menig nachtje lag Anneke half-wakker om bij zijn thuiskomst erwtensoep te serveren.
Zoon Harrie kreeg enkele jaren na de bevrijding verkering met zijn buurmeisje Anneke van den Broek. In 1952, na 5 jaar verkering zou er eindelijk kunnen worden getrouwd. Anneke hoefde daarvoor alleen maar de Groensteeg over te steken. In die tijd was het echter regel dat het trouwlustige paar, voorafgaand aan hun huwelijk, nog even de nodige instructies over het hoe en 76
Op een nacht was de zoutkar van de tractor losgeschoten om onder aan de Diezekant te eindigen. Toen Bokhoven bij 's-Hertogenbosch kwam, nam de gemeente het strooien over. Toen hij 75 werd hield Harrie op met boeren. Op dat moment had hij allang geen koeien meer. Samen met zijn Anneke zat hij vaak op het bankje voor hun huis aan de straat, en menigeen stopte er voor een praatje. Anneke Branten-van den Broek ~~~~~ 77
Het Kasteel Wat voor de kerk opgaat, geldt in sommige opzichten ook voor het kasteel, zij het dat de historie hier onder de grond rust en de zichtbare elementen uit het verleden bestaan uit een vestingmuur aan de voorkant en een gracht rondom. Dat maakt de glorie van weleer er niet minder om, wat is te zien op de plattegrond.
grasveld aanzienlijk uitgebreid ten koste van de gracht. De taluds van de cingel (singel) rondom zijn op de meeste plaatsen afgevlakt. In de gracht zelf is meer dan een meter puin gestort. ~~~~~ Najaar 1979, La Licorne Terug van een driejarig verblijf op Jamaica, pakten we de draad weer op in ons oude huis aan de dijk. Er was slechts één probleem: de kinderen waren groter geworden en het huis leek wel kleiner. Dus maakten we plannen om te verbouwen en ontdekten gaandeweg dat alles een stuk duurder was geworden dan we gewend waren. Op een goeie dag kwam ons ter ore dat het huis met het torentje waar Mieke tien jaar geleden al voor gevallen was, te koop stond. Ook de kinderen waren enthousiast en toen had ik niet veel (= niets) meer in te brengen. Kortom de Bokhovense Maasdijk 2 werd ingeruild voor Driekoningenplein 6. Dat heb ik geweten. Drie jaar lang hebben we verbouwd en bijgebouwd, alles in eigen beheer met de getalenteerde Willem Hoogendoorn als architect en de trouwe Toon den Bout als constante ondersteuning.
Op de plaats van de Voorburcht is een luxe landhuis verrezen in Bossche School Stijl. De plaats van de Hoofdburcht wordt bekleed met een groen gazon. Door grondverzet in de tachtiger jaren van de vorige eeuw is het 78
Toen hadden we een huis met een voordeur en sanitair, goed geïsoleerd met centrale verwarming, garage, kelders en zolders, slaapkamers, badkamers en een kantoor. De tuin werd ontdaan van puin, het talud in vorm gebracht, terrassen rondom geschapen en een parmantig hekje uit 1846 op orde gebracht. De kroon op het werk was de plaatsing van een Eenhoorn op de spits van de toren. Pith Schure
79
Zomer 2009 De kinderen zijn het huis uit, en Pith en ik wonen er nog steeds comfortabel en met plezier. In de kamer aan de voorkant koken, eten en zitten we. Daarachter ligt 'het zaaltje', een naam die we van de vorige bewoners hebben overgenomen. Op de eerste verdieping kom je via de trap in de toren waar de Eenhoorn op prijkt. Dezelfde trap daalt ook af naar de oude kelders. Vandaar kun je in de grote kelder onder het nieuwe gedeelte komen. Daarboven ligt de garage en de entree. Op de eerste verdieping is nog een slaapkamer met badkamer en houdt Pith zijn kantoor. Het aardige van dit huis is dat het is gaan boeien, en blijft boeien. Dat begint bij de naam: De Toorn, De Toren of 't Torentje, Kruithuis, Jachtslot of Kasteeltje, zoek maar uit. Je vindt er Romaanse bogen en Tudor togen, een massief eiken voordeur en dito balken, een oude bakstenen muur met torenraam en een voornaam wapenschild. Alles ademt romantiek, drama en historie. In de loop van de jaren dat we hier wonen is dit tot leven gekomen. We hebben het onderzocht en erbij vergaard waar we de hand op konden leggen. Neem de voordeur. Die heeft een geschiedenis waar Pith zelf deel van uitmaakt. Het is namelijk de deur van zijn studentenhuis in Wageningen. Maar daar kan ik beter over zwijgen. Naast het dichtgemetselde raam in het zaaltje hebben we tijdens de verbouwing een tweede ontdekt. Het lijkt erop dat de twee hoog in de oude kasteeltoren zaten, maar de vondst van diepe oude fundering onder de nieuwbouw schept het vermoeden dat daar een voorganger van de Donjon heeft gestaan.
80
Het wapen wist niemand raad mee: twee schilden, geschraagd door twee leeuwen, twee scepters, een mysterieuze spreuk, en dat alles getooid met een kroon. 'Dieu aide au second Crétien Lévis' oftewel 'God helpe de tweede Crétien Lévis'. 'De Lévis Mirepoix' is de naam van het laatste adelijke geslacht dat eigenaar was van de Heerlijkheid. Pith beweerde dat 'Crétien' in Maastricht als voornaam wordt gebruikt, maar het kan natuurlijk ook 'Christen' betekenen. We namen de tijd. Het was een geluk dat Frankrijk onze favoriete vakantiebestemming was, en nog steeds is. Tijdens een van onze omzwervingen diep in het zuiden kwamen we langs het plaatsje Mirepoix. Even dachten we dat de oplossing van het raadsel nabij was. Helaas was er geen spoor van 'Lévis' te bekennen. 's Avonds zaten we bij vrienden aan tafel te vertellen wat we die dag hadden gedaan. Toen de naam 'de Lévis Mirepoix' viel, sprong onze gastvrouw op. Zij kwam van oorsprong van het plaatsje Montigny-le-Gannelon. Vroeger kwam zij op weg naar school dagelijks langs een kasteel waar die bewuste familie woonde. Vanaf die dag heeft het verleden van ons huis onze vakantiebestemmingen bepaald. Van zuid naar noord en van oost naar west hebben we Frankrijk en België doorkruist op zoek naar alles wat ermee te maken heeft. Zo komen we in musea, kastelen, kloosters en tuinen, dolen we door ruïnes en ontmoeten we mensen met dezelfde belangstelling. Op den duur is Pith ertoe overgegaan om de oogst van dit alles vast te leggen in
81
boekvorm. Zo combineren we al jaren het nuttige met het aangename. Mieke Schure Van historie naar recente geschiedenis De trilogie onder de verzamelnaam La Licorne handelt tot en met 1928 toen de Hooggeboren Vrouwe de Gravin van Bokhoven Charlotte Félicité Ghislaine Gauderique Marie Philomène de Lévis Mirepoix haar bezittingen te Bokhoven verkocht aan een exploitatiemaatschappij. Het huis werd daarna een doorgangshuis, waarvan als de bekendste bewoner veldwachter Roks in de herinnering voortleeft. Anneke Branten herinnert zich Roks als een goei mens. Nadat zijn vrouw hem drie kinderen, Gerrit, Tonia en Cor had geschonken kwam zij te overlijden. Er volgde een heel gedoe over de zerk op de begraafplaats, en Anneke weet zo uit haar hoofd het volgende rijm op te zeggen: Vrouw Jans van Roks moest een zerk Toen togen mannen aan het werk. Dan was hij weer te groot, dan weer te klein Dan moest je niet meer bij de oude zijn. Toen hebben ze hem weggehaald Want hij was niet betaald. Hoe dat ook moge zijn geweest, verschillende Bokhovenaren kennen het huis van binnen en van buiten uit die tijd. In 1953 kocht de familie Martens het in een deplorabele toestand en toog aan het werk. Hadden zij het als 'Jachtslot' gekocht, het werd verkocht aan de familie Geurts en in 1969 aan de Familie Kooiker onder de naam 'La Licorne'. Wij bemachtigden het in 1979. Lucien Schure
Het Regthuys Achter de blauwe voordeur van Driekoningenplein 5 ..... ..... staat een lange rij schoenen, een uitpuilende kapstok en een kast met nog meer schoenen en fotoalbums. In de hoek staat een tropische plant en tegen de muur een houten bankje waar je op moet zitten als je je broer een mep hebt verkocht. Maar dat was niet altijd zo. Tot eind jaren ’60 was deze hal een winkel. Het winkeltje van Koosje. Daar ging je, al voor de oorlog, heen als je in Bokhoven woonde. Bij Koosje hadden ze een boerderij, een café en een bakkerij. Voor boter, kaas, eieren, suiker, koekjes en een brood ging je naar Koosje. Wanneer het uit kwam natuurlijk, want openingstijden had ze niet. Je liep gewoon binnen. Er stond een grote toonbank waar Koosje, klein van stuk, zelf maar net boven uit stak. Achter haar, tegen de muur stonden de rekken met handelswaar. Wat je nodig had, kocht je per ons en kreeg je mee in een zakje. Kwam je als kind de boodschappen doen, dan werd je een snoepje toegestopt. En dat was heel wat voor de kinderen in Bokhoven in de jaren na de oorlog. Koosje woonde met haar gezin in de kamer aan de voorkant, naast de winkel. Er was een slaapkamer annex magazijntje aan de zijkant van het huis. Daarachter zat de bakkerij. Nu staat er gewoon een eettafel en ruikt het alleen soms nog naar vers brood. Wilde je een biertje of een borrel dan nam je de andere voordeur, die aan de straatkant. In wat nu woonkamer is stond een buffet en tafeltjes met stoelen: hier was het café. In de tuin achter het huis, waar romantische grindpaden en bloemenperken zijn aangelegd, stond een grote schuur. Daar werd geboerd. Wat in de winkel verkocht werd, was grotendeels van eigen makelij.
~~~~~ 82
83
even verderop in de straat. De luiken zijn later aangebracht. De bakkerij is na de oorlog niet in ere hersteld. Het brood betrok Koosje na die tijd van een bakker in Engelen en liet het thuis bezorgen. De tijd veranderde en Koosje werd ouder. In oktober 1969 sloot ze voorgoed haar winkeldeur. Tien jaar later kocht een meubelmaker het huis die het café inrichtte als toonzaal. Koosjes man was allang overleden en de boerderij ter ziele gegaan. De kinderen waren getrouwd en uitgewaaierd. Zo gaan die dingen... Henriette van Maaren ~~~~~ Driekoningenplein 9 Bewoners: Peer (1963) en Maria (1959), Ayla (1990), Ezra (1992), Jente (1994), Joël (1996)
Van het interieur uit die tijd zijn nog geen foto's opgedoken. Familie weet nog wel dat er een granieten vloer lag in de winkel en in het huis (dat oorspronkelijk stamt uit 1631). Zo één met een zwarte rand aan de zijkant. Behalve in het café, daar lagen donkerrode plavuizen. Die zijn er na de oorlog gelegd. Nadat het huis in de jaren veertig verwoest was, is het in 1946 in oude stijl herbouwd met oude, soms oorspronkelijke materialen. Zoals het er uitzag in de tijd dat het nog dienst deed als Regthuys/Dinghuis voor de kasteelheren
84
In Engeland woonden we in een prachtig Edwardiaans huis in Hasting, met een grote tuin, vlak bij de zee en een prachtig bos. Na deze ervaring was het wel even slikken toen we in l998 terugkwamen naar Nederland en in De Buitenpepers neerstreken. We wilden graag landelijk wonen en zochten vooral rust, natuur en een prettige woonomgeving voor onze kinderen. We zagen een huis te koop in Bokhoven en ….. gingen daar kijken. De tuin was klein en het huis te 'nieuw' naar onze smaak, maar ook op het Driekoningenplein stond een huis te koop. Zal wel veel te duur zijn voor ons, dachten we, maar Anna en Paul Kooijman stimuleerden ons om toch maar eens te gaan kijken, want het stond al langer te koop. De gracht, de schapen op het talud en het blokkasteeltje aan de overkant leken me bijna te mooi om waar te zijn. Daarom maakten we toch maar een afspraak. De eigenaren Jos en Rieneke vertelden dat het huis vroeger 85
een café-boerderij met stallen was geweest. In de jaren tachtig was het omgebouwd tot twee woonhuizen. De woonkamer was dan ook hoog en groot, een lust voor het oog met de ramen van waaruit je overal een mooi uitzicht had: de kerk, de weilanden en de dijk, het blokkasteel, de gracht, overal prachtige lindes en niet te vergeten de grote kastanje. De moderne stijl van inrichting nl. grijs, strak en kaal, sprak ons minder aan, want we wilden er een warm familiehuis van maken. De tuin was bijna overal betegeld, dus moest daar ook wat aan gedaan worden. De 'gecastreerde' beuken in de achtertuin mochten van ons onbelemmerd gaan groeien (hoewel ze nu toch wel erg groot zijn geworden). We hoorden dat er onder het huis een kelder had gezeten, maar die was dicht gemaakt, nadat de vrouw des huizes een lelijke val van de trap had gemaakt. Hij zou bovendien veel te vochtig zijn en niet te gebruiken. En zo betrokken we in april 2001 het huis aan het Driekoningenplein. Een hond erbij –Dirkje- maakte het gezin compleet en ook Minoes de poes, die aan kwam lopen, vond haar stek bij ons. ’s Winters werd de hond voor de slee vastgemaakt en dan trok Dirkje de enthousiaste kinderen door de straat. Buurman Pith vertelde spannende verhalen over ondergrondse gangen die een verbinding zouden vormen tussen hun huis en het onze. Of dit alleen een mysterieus verhaal was voor de gretige oortjes van onze kinderen of dat deze verbinding werkelijk bestaat, is me nog steeds een raadsel. Wel weten we dat ons huis op een terp staat en dat er al eeuwen op deze plek een huis heeft gestaan. Op een gegeven moment kwam er een kroeg in, tegenover de kerk, volgens goed Katholiek gebruik. Zonder schuur of garage is het huis wel eens krap, want je weet nooit waar je de spullen op moet slaan. We bleven ons afvragen hoe het nu met die kelder zou
zitten, zou die te gebruiken zijn? In juli 2008 vonden we dat we dat maar eens moesten gaan uitvinden. Van Sjef de buurman hoorden we dat de kelder vol met puin zou zitten. Hij vertelde ons waar ergens een kelderraampje moest zijn en zo begonnen Peer en de jongens vol verwachting te graven. Al gauw vonden ze een koekoek en een dichtgemetseld raampje. Ze hakten het open en schenen met een lamp naar binnen. Jente trok de stoute schoenen aan en liet zich als eerste door het raampje naar binnen zakken. De kelder was helemaal leeg en er was nog geen muizenkeuteltje te vinden! Hij was ongeveer 3.40m bij 2.60m en er lag nog een mooi rood stenen vloertje in. Sjef vertelde ons dat de kelder het oudste gedeelte was van het huis. Zijn overgrootvader woonde er in 1870 en toen was de kelder al oud. Het huis was nogal eens verwoest geweest en weer opgebouwd, maar de kelder was altijd intact gebleven. De zoon van Sjef werd gevraagd de muren en plafond te stukadoren en de keldertrap te herstellen. In september kon de kelder in gebruik worden genomen. Peer maakte er nog een paar praktische stellingkasten in en alleen het luik moet nu nog komen. Sjef liet ons foto's zien van vroeger, van de kelder, waar de biervaten in stonden en van het café in tijden van volle glorie met tafeltjes en stoelen, met de stamgasten aan een drankje in een rokerige kroeg. Sjef vertelde ook de recente geschiedenis van ons huis. Na de oorlog werd er een noodwoning neergezet, omdat in 1944 alles kapotgeschoten was toen de linie aan de Maas lag. Het duurde tot 1956-58 voordat een huis werd gebouwd in de huidige staat. Het is altijd een café-boerderij met stallen geweest. De familie van Mil heeft sinds mensenheugenis op deze plaats gewoond. In 1867 waren dat Josephus van Mil en
86
87
zijn vrouw Johanna Lamers. Van daarvoor zijn de bewoners onbekend. Waarschijnlijk heeft op deze plaats ook een huis gestaan vóór de tijd van Napoleon. Daar hebben we geen echt bewijs voor, maar we denken dat omdat de vloertegeltjes in de kelder zeker 200 jaar oud zijn.
Hoofdstuk 7. Graaf Engelbert & Gravin Helena Introductie Dit adellijke paar zou in vergetelheid zijn geraakt als het niet vereeuwigd was in een marmeren meesterwerk. De 'Rembrandt' onder de praalgraven wordt het genoemd om de superioriteit van de kwaliteit te duiden. Graf is een somber woord voor de stede waarin het paar lijkt te sluimeren. Graaf Engelbert van Immerzeel geeft in 1649 opdracht aan de Vlaamse Barok grootmeester Artus Quellinus tot het maken van een grafmonument voor zijn overleden gemalin en hemzelf. Hoewel hij op dat moment werkt aan het Paleis op de Dam geeft Artus voorrang aan deze opdracht waarin hij zijn liefde voor het vrouwelijk schoon ten volle kan uiten. Gravin Helena de Montmorency was dan ook een prinses van uitzonderlijke bevalligheid.
± 1920
Even nog een leuke anekdote. Bij de verbouwing in 1956 zijn de ramen van de woonkamer/café die toen in twaalf delen waren verdeeld volgens goed gebruik in het dorp, in een ander huis geplaatst (in het witte huisje aan de Gravin Helenastraat). Welstand keurde in 2006 echter ons voorstel om die indeling te gebruiken bij het inzetten van nieuwe ramen af, want dat zou niet origineel zijn. Peer van Rooij & Maria van Oosterhout ~~~~~ 88
Graaf Engelbert & Gravin Helena rustend in de kerk van Bokhoven
Twee voorname straten in Bokhoven zijn bewust vernoemd naar deze Graaf en Gravin. Toepasselijk wonen er een familie Graafmans en een Heleen, zo wil het toeval. ~~~~~ 89
'Het Armenhuis' en de armen In Bokhoven woonden vroeger voornamelijk pachtboeren en dagloners. Slechts enkele inwoners bezaten kleine perceeltjes grond in eigendom waarop groenten en fruit voor eigen gebruik werden gekweekt. Wat daarvan overbleef werd verkocht op de markt in ’s-Hertogenbosch. In notulen en besluiten van de Bokhovense gemeenteraad is veel informatie te vinden over de leefomstandigheden van de Bokhovenaren. Er was bijvoorbeeld speciale zorg voor de vele armen in ’t dorp, ondersteuning met geld of goederen. In 1891 besluit de gemeenteraad om een collecte langs de deuren te houden voor de Bokhovenaren die getroffen waren door hevige hagelbuien. In 1895 dient de plaatselijke veldwachter bij de gemeente een verzoek in om onderstand in brood of geld. Dit verzoekschrift wordt afgewezen want: “hij krijgt een jaarlijks pensioen van fl 150,- en als hij daar met zijn gezin niet van kan leven, moet hij zich maar vervoegen bij het RK Armbestuur.” In een verslag uit 1908 is te vinden dat aan de armen iedere week 40 broden à 20 cent werden uitgedeeld. Ook de kerk zorgde voor hen.. De Kerkmeesters beheerden de armgoederen toebehorend aan het Rooms Catholyck Armbestuur, deze kerkmeesters waren tevens leden van het gemeentebestuur. De eerste kerkmeesters, die aanvankelijk ook armmeesters waren en waarvan we de namen kennen, vangen hun werk aan in 1582. Een rekening uit 1837: (het jaar waarin de marktschuit omsloeg en waarbij 14 vrouwen en 1 man uit ons dorp omkwamen). Bedeling in brood, geld en andere levensmiddelen Kleding Medicijnen 90
fl. 160, fl. 40, fl. 30,
Begrafeniskosten Kosten van onderwijs aan kinderen
fl 12, fl. 3,
In 1854 betaalde het Rooms Catholyck Armbestuur over een jaar aan een weduwe uit: 5 paar klompen garen en sajet striep voor een rok 1 voorschoot merinos en voering voor een rok aan geleverd brood aan turf
fl. fl. fl . fl. fl. fl. fl.
1,08 1,25 2,40 0,70 1,43 5,46 9,-
Het Armbestuur bezat ook huizen en grond waarvoor huur moest worden betaald door de bewoners/pachters. Eén van die huizen was ons huis, “het Armenhuis”, gelegen aan de toengenaamde “Gemeentestraat” nu Graaf Engelbertstraat no. 4. Historische gegevens uit het "register van den Kerkarmen de R.K. Parochie van Bokhoven." Inhoudende de gebouwde en ongebouwde eigendommen, renten en kapitalen van den Kerkarme mitsgaders derzelver lasten. (van 22 mei 1847). De Katholieke Parochie van Bokhoven heeft ten behoeve van den Kerkarme de naastvolgende ongebouwde en gebouwde eigendommen. ...... ..... Een huis en erf bestaande in drie afzonderlijke woningen gelegen te Bokhoven, belendende ten oosten en zuiden de straat, ten westen de huiswerf van het Kerkfabriek alwaar het Kerkbestuur in het begin van den jaren 1800 zeven en veertig een schuur of beestenstal heeft doen zetten, gelijk bevorens in de register van het Kerkfabriek fol. 10 verso no. 3 reeds is gemeld, ten noorden de Werdtje herkomstig van de adellijke familie van Doerne. Dit voorgen. Huis bestaande in 3 woningen is bij de kadastrale legger van den jare 1832 te Bokhoven bekend in sectie A bij drie onderscheiden nummers, te weten: Num. 238 a , groot 50 ellen, dit is de woning naast de voorn. schuur van het Kerkfabriek gelegen, eertijds bewoond wordende door Adrianus van den Broek, en thans met de voorn. schuur en moestuintje verhuurd voor eene jaarlijksche som van zestien gulden, waarin het Kerkfabriek en de hier gemelde Arme elk voor de helft komt, aan Adrianus van den Oever.
91
Num. 238 b , groot 42 ellen zijnde deze woning in het midden gelegen en wordt sedert het jaar 1839 bij vergunning van het Kerkarmbestuur bewoond door Sophie Timmermans, weduwe van Adriaan Hansen. Num. 238 c , groot 36 ellen zijnde deze woning aan de oostzijde gelegen van dat gebouw en wordt bij vergunning van het Kerkarmbestuur sedert het jaar 1840 bewoond door Janus Hansen.
voor de som van Driehonderd en vijftig gulden, fl. 350,- Premie fl. 3,98.” 2 april 1800 negen en vijftig.
Dat voorg. Huis is in den jare 1800 zes en twintig door het Kerkarmbestuur uit de armfondsen aldaar gebouwd en hetzelve met een schuur aan de westzijde van het voorgen. huis ten behoeve van het Kerkfabriek*) in den jare 1800 zeven en veertig vergroot. *) met Kerkfabriek wordt het Kerkbestuur bedoeld.
In het begin werd ons huis bewoond in 3 gedeeltes. Daarop duidt de vindplaats van 3 stookplaatsen en 3 luiken naar de bovenverdieping. Elk gedeelte (dus 1/3 van het huis zoals het er nu staat) bevatte: 1 deur en 1 raam aan de straatzijde, 1 kamer met stookplaats en 2 bedsteden tegen de achtermuur. Bekijk “De Aardappeleters” van Vincent van Gogh en u heeft een beeld van hoe de meeste mensen toentertijd leefden. Omdat het nogal eens brandde in Bokhoven sloot het Armenbestuur een brandverzekering af voor het Armenhuis: “Nederlandse Maatschappij van Brandverzekering te Tiel, verzekert Den heer van Cromvoort, wonende te Bokhoven, Armmeester van der Parochianen Armen te Bokhoven, voor Brandschade (die God genadig te verhoeden) veroorzaakt, hetzij door onweder, eigen vuur, veronachtzaamheid enz:
Vincent van Gogh, Lithografische versie van De Aardappeleters in het Rijksmuseum
In 1855 doet het Armbestuur de volgende uitgaven voor het Armenhuisje: 1e wegens pannen 2e wegens een kozijn 3e wegens arbeidsloon en leveranties
1,77 3,25 11,25
In 1957 uitgave gedaan door ’t Armbestuur aan onderhoud van het Armenhuis: fl. 63,Veel Bokhovenaren zijn in het Armenhuis geboren en hebben er voor korte of langere tijd gewoond. In ’t dorp werd het huis ook wel het Proefhuis genoemd.
Een huis te Bokhoven, sectie A no. 36, gebouwd van steen gedekt met riet, belendend oost H. Mulders, West Piet Dekkers, zuid de gemeentestraat, noord de kinderen F. v.d. Broek, allen van hetzelfde maaksel en waarin landbouw wordt uitgeoefend, welk huis in eigendom toebehoort aan den Parochianen Armen te Bokhoven, 92
fl. fl. fl.
93
Bewoners in de loop der jaren: begin Bewoners 1854 v. Mil, v. Hees, v/d Broek, Jan Hansen, Lathouwers 1855 A.M. v.d. Oever 1862 ‘t Huisje waar A. Hansen woont 1887 A.M. v.d. Oever – landbouwer en J. Hansen – nachtwaker 1903 Jozef v.d. Broek – landbouwer 1908 A. v.d. Oever – landbouwer J. v. Tintelen – lantaarnopsteker 1925 tot dit jaar: Bart v. Eggelen met 10 kinderen 1922 G. van Ingen tot 1954 1937 v.d. Broek, waaronder dochter Anneke 1950 H.J. v. Ingen tot 1952 1954 Maria v. Tintelen 1956 Jan v.d. Heuvel april tot nov. 1957 Cornelia v.d. Heuvel tot april 1958 1959 E.v. Bakel koopt het Armenhuis van de Parochie 1962 Daan en Zus Graafmans tot op heden
huur/jaar
In 1959 verkoopt de Parochie het Armenhuis aan een Bosschenaar.
fl. 11,fl. 9,fl. 12,? fl. 11,? ? fl. 34,50 fl. 13,fl. 108,-
Het Armenhuis met noodwoning op naastgelegen perceel, januari 1962. Tussen beide gebouwen lag de afgebroken schuur
In 1962 koopt de familie Graafmans het Armenhuis. Daan en Zus hebben het met behulp van Daan's vader gemaakt tot wat het nu is. Daan & Zus Graafmans ~~~~~ Het Marionettentheater
Bart van Eggelen 94
17.000 jaar geleden kronkelt de rivier die later Maas zou gaan heten door een eindeloze steppe van wuifend groen gras. Op de steppe grazen machtige mammoetten. Noune en Moungo zijn twee jagers van een prehistorische stam die jacht maken op deze reusachtige olifantachtigen. Na een achtervolging van enkele dagen drijven ze een uitgeputte jonge stier richting de rivier. De zompige bodem kan het gewicht van het kolossale dier niet dragen en, het zakt tot zijn buik in de 95
moerassige grond. Noune, Moungo en de andere jagers stoten hun speren diep in het harige dier. Die avond slaan ze hun kamp op, op een heuvel nabij de rivieroever, en vieren een groot overwinningsfeest. Hiermee zijn ze de eerste bewoners van de plaats, de terp, waar later Bokhoven zal verrijzen. De vuurstenen werktuigen die Noune, Moungo en de andere jagers gebruiken en de botten van mammoetten en andere prehistorische dieren die de steppen bevolken, liggen onder een dikke laag zand bedolven. Recent zijn in een gebied nabij Bokhoven, de Grote Wielen, grote hoeveelheden van dit archeologisch materiaal naar boven gekomen. In het jaar 23 na Christus vaart een klein Romeins zeilschip over de Mosa (de toenmalige benaming van de Maas). Kapitein van het schip is Lucius da Pisa. Hij is met handelswaar op weg naar Novia Magus (het latere Nijmegen). Het is eind september en een zware storm raast over de rivier. Witte schuimkoppen slaan over de boorden en een striemende regen klettert op het dek. De donder gromt angstaanjagend terwijl grote bliksemflitsen links en rechts van het water inslaan. Lucius vraagt zich angstig af of de Germanen die in dit land wonen toch gelijk hebben met hun verhalen over de Dondergod Donar die met zijn bijl de hemel klieft. Dan slaat het noodlot echt toe. De bliksem slaat in en de mast komt met donderend geraas naar beneden. Het schip maakt slagzij en is onbestuurbaar. De wind blaast het naar de oever en daar loopt het vast. Lucius en zijn bemanning pakken wat spullen en klimmen de oever op. Ze maken een eenvoudig kampement op een heuvel. Als de storm gaat liggen zijn ze nog 5 dagen bezig hun schip te repareren. Ze laten weinig achter alleen een stuk van de gebroken mast maar die zal in de daarop volgende eeuwen vergaan.
96
Na Lucius is de plek op de heuvel lange tijd onbewoond. Maar in latere eeuwen komen er toch weer mensen op de heuvel bij de vruchtbare maasoevers wonen. Die mensen blijven, ze bouwen huizen en er ontstaan straten. Een van de belangrijkste straten van het dorp Bokhoven wordt vernoemd naar de roemruchte Graaf Engelbert. Op de plek Graaf Engelbertstraat 8 was jarenlang een veerstoep. Met een eenvoudige boot kon je je laten overzetten naar Ammerzoden, Gelderland. Het gebouw naast de veerstoep heeft diverse bestemmingen gehad. In 1944 was John, een Britse militair gelegerd in het dorpje Bokhoven. Hij had zich vrijwillig voor de oorlog gemeld, hij en zijn makkers hadden zich een weg door Frankrijk en Belgie gevochten. De oorlog was niet heroisch, het was diepe ellende en een steeds terugkerende angst te sterven. De opmars van de geallieerden was tot stilstandgekomen, hier in Bokhoven. Aan de andere kant van de Maas hielden de Duitsers verbeten stand. John en zijn makkers hadden in de beschadigde woning op Graaf Engelbertstraat 8 kwartier gemaakt. Voor de oorlog was een parlevinker met zijn gezin in dit gebouw getrokken, maar het was te gevaarlijk voor de familie om er te blijven nu het midden in de vuurlinie lag. John en zijn makkers bemanden naast de veerstoep een mitrailleursnest. Op een koude ochtend werd John gewekt door een enorme dreun. De Duitsers hadden het vuur geopend. John tijgerde zo snel als hij kon de woning uit en zakte neer naast zijn maten achter de dikke muur van zandzakken. Als hij een minuut later was geweest had het volgende mortiersalvo hem vol geraakt. Op de plek waar hij vijf minuten geleden nog lag te slapen was een rokende berg puin te zien. John dankte de hemel. In 1968 loopt een jong stel door de straten van Bokhoven. Ze zijn op zoek naar een plek om te wonen en de oude school op Graaf Engelbertstraat 8 bevalt hun. 97
De school is vlak na de oorlog uit de grond gestampt en voldeed drie decennia. Nu staat hij leeg. Het rieten dak zit vol gaten. Je ziet twee klaslokalen met twee grote Etna kachels, het halletje met drie toiletten, het kolenhok, de lange gang met de kapstokken, de bergruimte waar nog een stapel oude boeken ligt, het aquarium met het skelet van een dode muis.
Ze houden hun hart vast, voor hun ogen zien ze een reusachtige reus een kleine jongen vastgrijpen en bruut heen en weer schudden. Even later stampt de reus luid weg terwijl de jongen achterblijft in een verschrikkelijk grote vogelkooi. Gelukkig heeft de jongen drie haren uit het hoofd van de reus getrokken, drie haren waarmee hij zich uit de kooi kan toveren. Hij spoedt zich naar zijn grootvader die hij gelukkig zijn oude gedaante teruggeeft. De oude baas is blij dat hij geen kikker meer is. Het doek valt en de Bokhovense kinderen halen opgelucht adem. Grijnzend verlaten ze het marionettentheater. Het nieuwe huis (2008) op de oude kaart (1822)
Buiten de rust van het dorp, de rivier, uitzicht op de kerk en daarvoor de oude boerentuin van Toon van Mil. Het klinkt raar maar het jonge stel ziet het wel zitten. Ze maken maar weinig kans, een ander heeft een optie op het pand. En dan begint het wachten, het wachten en hopen. Het wachten duurt lang maar wordt beloond. Pastoor van der Velden vertelt hen dat de ander ervan afziet en dat het jonge stel de noodschool mag kopen. Vreugde en de opmaat voor een gelukkig leven. September 2008, de Bokhovense Heksenmarkt is in volle gang. Tientallen jonge Bokhovenaartjes hebben zich verzameld.
98
Noune, Moungo, Lucius da Pisa, John, de schoolkinderen, het jonge stel, het publiek van het marionettentheater en de vele anderen die de plek op de heuvel die tegenwoordig Graaf Engelbertstraat 8 is hebben bezocht of bewoond voor kortere of langere tijd. Al die mensen hebben plezier gehad en hebben angsten uitgestaan en zijn daardoor verbonden met die paar vierkante meters op de terp aan de oevers van de Maas. En de Maas die stroomt rustig verder zoals die dat al duizenden jaren doet en nog duizenden jaren zal blijven doen. Skag Peters met dank aan Emmy ~~~~~ 99
Graaf Engelbertstraat 9 De oorspronkelijke boerderij is gebouwd rond 1600. Circa 1750 is een nieuwe boerderij gebouwd bovenop de oude kelder. Die kelder bleef wederom gespaard toen in 1944 de boerderij door een bombardement geheel werd verwoest.
paard met veulen, de kalverenstal voor drie kalveren en een varkensstal voor vijf varkens. Op de verdieping boven de deel en de stal bevond zich de hooizolder.
Tijdens archeologisch onderzoek in 2009 is de oorspronkelijke keldertrap bloot gelegd, waarbij is vastgesteld, dat deze en ook de kelder dateren van rond 1600 of misschien nog eerder. Na het bombardement van 1944 werden alle inwoners van Bokhoven geëvacueerd om in april 1945 terug te keren. De bewoners van Graaf Engelbertstraat 9, Antoon van Mil en zijn moeder konden tijdelijk intrekken op de Pastorie bij Pastoor Breugelmans. Op de restanten van de oorspronkelijke boerderij werd een noodwoning gebouwd, en toen hij na een half jaar gereed was trokken Anton en zijn moeder daar in. In 1954 is een nieuwe boerderij gebouwd en wel haaks op de Graaf Engelberstraat. Deze is derhalve niet op de oude lokatie gebouwd. Antoon van Mil -de vorige bewoner- vertelde ons waarom: “mijn moeder wilde niet twee keer verhuizen”. De huidige boerderij is beschreven als een “kortgevelboerderij uit de Wederopbouw-periode”. In 2002 was deze nog in de oorspronkelijke staat, waarin hij in 1954 was gebouwd. Aan de straatkant bevond zich het woonhuis met een hal, woonkamer, keuken en slaapkamer. In de keuken was de toegang naar een kleine kelder. Op de verdieping boven het woonhuis waren nog twee slaapkamers. Achter het woonhuis kwam eerst de deel en daar achter de stal. In de stal waren vier verblijven: de koeienstal voor maximaal acht koeien, een paardenstal voor een 100
Tegen de achterkant van de stal was een kippenhok gebouwd voor circa dertig kippen. Achter de boerderij was een kleine boomgaard met vier appelbomen en twee perenbomen. In 2002 is bij verkoop het perceel opgedeeld in twee nagenoeg gelijke delen, waarna in 2003 de boerderij 101
grondig is verbouwd tot woonboerderij. De buitengevels zijn zoveel mogelijk in tact gebleven. Wel is aan de oostzijde een aanbouw gerealiseerd met gepotdekselde rabat delen om de sfeer van een karrenschuur te creëren. Deze ruimte doet dienst als keuken.
In de noodwoning van 1946 en in de huidige boerderij van 1954 hebben alleen moeder Gertruda en haar zoon Antoon gewoond. De moeder van Antoon -geboren op 20 juli 1887- overleed op 10 mei 1981.
Degene die beneden sliep kon gebruik maken van de pomp op de deel, maar op de slaapkamer boven stond een lampetkan met toebehoren
Bewoners. In de boerderij gebouwd circa 1750 en verwoest in 1944, woonde Antonius Cornelis (Toon) van Mil. Volgens de stamboom van de Familie van Mil – welke door Pastoor van der Velden is opgetekend - behoorde Toon tot het vijfde geslacht. Hij was geboren op 4 januari 1873 en overleed op 31 oktober 1930. Uit zijn eerste huwelijk met Anne Maria Cox op 26 april 1894, werden zeven kinderen geboren. Anne overleed op 8 maart 1903 – tien dagen na de geboorte van het zevende kind. Toon hertrouwde op 22 april 1918 met Gertruda Maria van den Broek. Uit dit tweede huwelijk werden twee kinderen geboren. Het eerste kind overleed op 11 april 1920. Het tweede kind Antonius Petrus Maria (Antoon) van Mil is geboren op 20 augustus 1921 in het ziekenhuis te Utrecht.
meidenkist van Lucia de Kort (*27 juli 1850, +05 augustus 1935) de moeder van Gertruda. De meidenkist werd gebruik om mee te verhuizen naar een nieuwe betrekking en de spullen in te bewaren.
In 1978 kreeg zij een aantal keren een tia en werd hiervoor opgenomen in het Willem-Alexander ziekenhuis. In dit ziekenhuis weigerde zij alle “vreemd voedsel” en at elke dag alleen de soep die Antoon voor haar had gemaakt. Met een lach noemde Antoon dat “potage Saint Antoine”. Om de spieren los te houden moedigde het verplegend personeel haar aan eindjes heen en weer te lopen op de gang. Gertruda had goed bekeken dat ze er dan netjes uit moest zien, en stuurde Antoon naar de stad om voor haar een 'luie vrouwenjas' (= peignoir) te kopen. De laatste drie jaar heeft zij gewoond in zorgcentrum 'het Zonnelied' te Ammerzoden. Enkele dagen voor haar dood werd zij opgenomen in het Jeroen Bosch Ziekenhuis - lokatie Willem-Alexander, waar zij op moederdag op 94-jarige leeftijd overleed.
102
103
Antoon is zijn gehele leven ongehuwd gebleven. Ook hij is niet in Bokhoven gestorven. De laatste drie jaar woonde hij in 'Zorgcentrum St. Antonius' te Heusden. Hij overleed op 14 september 2003 in het Grootziekengasthuis. Beroep en andere activiteiten van de bewoners. Toon van Mil (geboren 26 april 1894) was timmerman en heeft voornamelijk in Ammerzoden gewerkt. Daardoor kwam zijn zoon Antoon in het bezit van diverse oude timmermansgereedschappen, zoals boren, schaven, waterpassen etc. Deze Toon was 40 jaar lid van het zangkoor in onze Parochie.
Tijdens een zware storm is de ladder omgewaaid en is Jan in de haven verdronken. Voor ons staan Janus en Mien van den Oever bekend als de eerste bewoners. Eén van hun jongens, Dré, kwam omstreeks 1958 op negenjarige leeftijd te overlijden onder de melkwagen. Volgde de kleurrijke Van Zoggel, van Zoggeltje noemden we hem. Volgens de dorpsoverlevering zorgde van Z ervoor, af en toe in de cel te belanden met het oog op een gratis overnachting. Dit was vóórdat hij in Bokhoven kwam wonen.
Zoon Antoon (geboren 20 augustus 1921) was boer. Hij heeft het boerenbedrijf eerst samen met zijn moeder gerund en later alleen voortgezet tot 1984. Meer dan 40 jaar was hij Kerkmeester. Daarnaast verzorgde hij de rol van koster in onze Kerk en was de bewaker van Kerk en Pastorie zoals op zijn gedachtenisprentje staat vermeld. Frans & Marleen van de Water-de Bekker ~~~~~ Graaf Engelbertstraat 10 Volgens de kadastrale gegevens stond op ons perceel in 1822 al een gebouw. Van wie en wat weten we niet omdat het perceelsnummer onleesbaar is. Lang voor onze tijd moet er de familie Jantje Peren hebben gewoond. Er waren twee dochters en drie zonen. Jan was gemeentelijk mollenvanger en lantaarnopsteker. Tegen schemer tijd trok hij er met ladder op uit om de lantaarns te ontsteken. Dat was geen gemakkelijk werkje, want als het waaide ging de lucifer nogal eens uit. Hij moest de lantaarns om tien uur 's avonds doven.
104
Dat is allemaal uit het verleden van vóór onze tijd. Zelf weten we ons te herinneren dat de noodwoning werd afgebroken en dat in 1969 een winkeltje verrees. Bakker Schellekens uit Engelen zette dat neer, en stelde Willie Bouwens aan om er te bedienen. Willie was een leuke vlotte meid met lang zwart haar, waar de Bokhovense meidjes een voorbeeld aan namen. Voor de huisvrouwen was het een nieuw ontmoetingspunt omdat de eerdere winkeltjes inmiddels één voor één waren gesloten. Helaas duurde dit niet lang, want na ongeveer een jaar brandde het hele zaakje af en zag Schellekens er geen brood meer in om het te herbouwen. 105
Een stukje grond waar niemand om geeft, nodigt al gauw uit tot het storten van tuinafval en puin, en dat is precies wat gebeurde. Dit neemt niet weg dat anderen er hun oog op lieten vallen als bouwperceel. Zo ook Jan Koenraat en Marlies Quekel. Nadat een bouwplan dat deze twee in 1974 hadden ingediend tot niets leidde, probeerden wij ons geluk. De gemeente gaf ons enige hoop en daarom besloten wij in 1978 het perceel te kopen. Om verdere vertraging te voorkomen dienden wij hetzelfde bouwplan in als onze voorganger. Door communicatiestoring binnen de gemeente, de provincie en deze instanties onderling duurde het tot medio 1979 voordat de bouw een aanvang kon nemen.
In Bokhoven ziet niemand op van zelfbouw, en dat is precies wat wij deden om de kosten enigszins in de hand te houden. Daardoor konden de Bokhovenaren twee jaar lang genieten van Ben's inspanning in weer en wind. Daarna konden wij ervan gaan genieten. Hier en daar nog wat afmaken en ondertussen weer vooruitdenken. Naast ons lag en ligt een aardige lap grond tot aan het huidige fietspad dat naar de dijk voert. Leuk voor de kinderen, en nog leuker als er wat voorzieningen zouden komen. Samen met Jan van Mil hebben we een plan uitgebroed voor een speeltuintje, dat Ben in een schets verwerkte. Speeltuig sprokkelden we van diverse zijden bij elkaar en de gemeentelijke subsidiepot werd opengetrokken. Toen alles klaar was vonden we Wethouder van den Berg bereid om het speelveldje plechtig te openen. Met deze daad bond hij de gemeente aan het gegeven, en -het moet gezegd- sindsdien heeft de gemeente het onderhoud en diverse vernieuwingen op zich genomen. Ben Zenhorst & Janet van Eggelen ~~~~~ Gravin Helenastraat 3A Na een verblijf van twintig jaar in Engelen zochten wij voor ons gezin een andere plek om te wonen; het liefst in de buurt omdat het wonen aan water en dicht bij 's-Hertogenbosch ons goed beviel. Jacques Wollersheim, een oud dorpsgenoot die ondertussen in Bokhoven woonde, maakte ons attent op een stuk grond naast zijn woning. Dit was het gedeelte van het erf van de door hem bewoonde voormalige boerderij op de hoek Groensteeg / Gravin Helenastraat. Op een verwilderd stuk grond stond tussen de brandnetels een vervallen landbouwschuur.
106
107
Ik belde de eigenaar, en deze was onmiddellijk bereid over de verkoop van de grond te praten. Hijzelf en enkele gegadigden voor mij hadden het namelijk niet voor elkaar kunnen krijgen een haalbaar bouwplan te ontwikkelen. Als architekt zag ik wel mogelijkheden, en in samenspraak met de gemeentelijke Welstandcommissie kreeg ik mijn bouwplan erdoor.
Twee jaar daarvoor hadden onze kinderen op het strand van ons geliefde Normandië steentjes en schelpen verzameld. Daarvan had elk zijn eigen mozaïek gemaakt. Deze hebben hebben we in een tableau boven onze voordeur ingemetseld.
Het ontwerp toonde twee verschillende kanten aan het huis, die ook weer een zekere relatie hadden met de oude landbouwschuur. Naar de kerkzijde is het huis steenachtig, en naar de polder toe is het een stoer houten huis. Het geheel manifesteert zich duidelijk als je via de Gravin Helenastraat Bokhoven binnenrijdt. Aan een oude metselaar had ik gevraagd om het huis voor mij op te komen metselen; het timmerwerk zou ik zelf doen. Toen de man kwam kijken schrok hij zich een hoedje, en bleek het veel groter dan hij had gedacht. Nee, daar kon hij niet aan beginnen! Het was enkele weken voor de bouwvakvakantie, dus een ander metselaar had ik nog niet zo gauw. Dus zat er niets anders op dan het op zijn Bokhovens te doen, dus gewoon zelf maar gaan metselen. Voor de winter zat het dak dicht, en kon ik beginnen met de afwerking. Ondertussen woonden we met z'n zessen in een grote bouwkeet op het terrein. Anna en de kinderen hielpen regelmatig mee. Het afwerken van een huis vergt over het algemeen evenveel tijd als het optrekken. Ook nu bleek deze regel weer te kloppen, want de daaropvolgende zomer konden we het huis betrekken. Met een bijzonder feestelijk gevoel betrok het gezin op zaterdagavond 12 september 1998 gewapend met matrassen en ander slaapgerief het nieuwe huis.
108
In het huis waarin wij sindsdien wonen en werken voelen wij ons helemaal thuis. De tuin om het huis is van een wildernis veranderd in een avontuurlijke oase, waarin naast de vele vogels ook allerhande andere dieren hun plekje hebben gevonden. De voorgevel van ons huis heeft een robuust en vrij gesloten karakter; de achtergevel die zich meer op de tuin oriënteert, is opener en kent meer beweging. Een van de geheimen van het huis bestaat eruit dat terwijl de buitenvorm rechthoekig is, de binnenmuren op een subtiele manier zijn gaan bewegen. Op deze manier konden de funkties van de verschillende ruimtes worden versterkt.
109
werkelijkheid is. Indeling en ruimtelijke struktuur geven de bewoner en de bezoeker een natuurlijk en vertrouwd gevoel. Of zoals iemand het eens zei: "het is een echt landhuis in de letterlijke betekenis van het woord." Dat is het grootste compliment dat hij de ontwerper en de bewoners kon geven. Paul Kooijman ~~~~~ Gravin Helenastraat 5 Het huis ligt aan de zuidzijde van het voormalige erf van Bart en Janske van Eggelen. Dit grote gezin had daar, en aan de overkant van de straat een bedrijf voor het teren van palen. Er stonden ook een kippenhok en fruitbomen. In 1973 werd hier een huis gebouwd door een zekere Heesakkers, van beroep onderaannemer. Deze had het plan opgevat voor zijn Belgische vrouw een huis te bouwen. Hij pakte het werk op zijn eigen wijze aan, zonder gebruik van steigers en met gebruik van damwand profielplaten voor het uitgraven van de kelder. Dat werd een hele grote kelder. Als zij de kans schoon zagen, haalde de Bokhovense jeugd kattekwaad uit in de bouwput. Zo bekogelde zij op een keer de versgemetselde keldermuren met vette kleimoppen, die her en der op de bouwgrond lagen. Dat daardoor de keldermuren werden ontzet realiseerde zij zich waarschijnlijk niet.
Gravin Helenastraat 3A. Deze plattegrond onthult het geheim van de bewegende binnenmuren, die de funkties van de verschillende ruimtes versterken.
Een ander geheim is dat bezoekers vaak de indruk hebben dat het huis veel ouder lijkt dan het in
110
Toen het gereed was kreeg het huis de naam ’t Haemerke, waarschijnlijk een verwijzing naar het oorspronkelijke beroep als timmerman van Van Heesakkers. Voor zijn vrouw en kinderen was de verhuizing van Brussel naar Bokhoven een te grote overgang, en daarom werd het huis verkocht aan Joop de Laat, die toen al samen met zijn broer bekendheid genoot als de 111
sierpleisterspecialist die met succes in ’s-Hertogenbosch het bedrijf SPS dreven. Joop de Laat heeft het huis grondig verbouwd: overal sierpleister en spachtelputz, een bar, twee biljarts, een open haard met opzichtige schoorsteen op het terras, een sauna in de kelder, een vergrote garage, die later bleek te lekken en een extra verdiept terras in de tuin. Hier woonde hij een tijd samen met zijn aardige vrouw in een relatie, die in een scheiding uitmondde. Nadat bouwvergunningen waren afgegeven voor het optrekken van enkele tweekappers aan de overkant van de straat hield Joop het voor gezien. Wij zijn nu aangeland midden jaren 80 van de vorige eeuw. Volgens onze gegevens is het huis toen verkocht aan de familie van Ham die er ongeveer twee jaar heeft gewoond. Daarna is het verkocht aan de heer van Hemert, die er samen met zijn vriendin ging wonen. Deze relatie hield echter niet lang stand; want de vriendin vertrok en de heer des huizes was weer vrijgezel. Het verhaal doet de ronde dat hij van verdriet veel op stap ging om bij thuiskomst de hele buurt midden in de nacht te laten meegenieten van de meeslepende en gedurig aanzwellende melodie van Ravel's Bolero. Maar het schijnt dat ook in huis heel wat werd afgefeest. Buren herinneren zich nogal eens politie bij de woning te hebben gesignaleerd. De bezoeker werd in de hal verwelkomd door een ridderharnas als ware men op een middeleeuws kasteel aanbeland. Een garderobe kamer voorzag in de nodige gewaden om zijn kleding in deze sfeer aan te passen. Boven was een luxueuze badkamer met witte vloerbedekking die in open verbinding stond met de ruime slaapsuite aan de voorzijde.
112
Het kon dan ook niet uitblijven of de trotse bezitter vond een nieuwe vriendin. Omdat deze niet naar Bokhoven wilde verhuizen, besloot hij het hele zaakje te verkopen. We zijn aangeland in de winter van 1995/1996. Het water in de Maas en de Waal rees toen zo hoog dat hele dijkvakken dreigden te bezwijken Dit bracht met zich mee dat de Bommelerwaard werd ontruimd en familie van Van Hemert uit Ammerzoden een tijd lang in het huis kwam bivakkeren. Vanzelfsprekend had het hoge water ook tot tot gevolg dat de Bokhovense uiterwaarden onderliepen en de druk van het kwelwater naar de polder verhoogde. De koop was bijna rond toen er een kink in de kabel kwam doordat de kelder van het huis een meter onder water kwam te staan. Dit bleef niet zonder gevolgen voor elektriciteitsvoorzieningen en de sierpleister in de kelder, en de koop. Wij hadden al een tijdje interesse in het huis en waren blij verrast toen het weer in de verkoop kwam. Door zijn ligging aan de Gravin Helenastraat had het voor ons bijzondere waarde. Niet alleen de naam stemt overeen met die van Heleen, de geboortedatum van Heleen valt samen met de datum van overlijden van de gravin. Na een grondige keuring en het nodige afbieden wegens de lekkende kelder hebben we het huis begin 1996 gekocht. Dat we om onduidelijke redenen in de garage tig aansluitingen voor wasmachines vonden, namen we op de koop toe. Op de schrikkeldag van hetzelfde jaar zijn we er met onze kinderen Tonio (5) en Paula (3) ingetrokken.. Onze overburen verwelkomden ons hartelijk en wensten Gravin Helena succes met de was. Dat begrepen we wel, maar waarom ze ook de hoop uitspraken dat ons huwelijk stand zou houden snapten we pas toen we
113
hoorden hoeveel huwelijken en relaties in dit huis op de klippen waren gelopen. Het huis werd vervolgens grondig verbouwd: De gebrekkige garage vervangen door een kleinere, maar droge, een serre aan de oostkant toegevoegd met een grote deur naar de kamer, die voor veel extra licht zorgde, de badkamer vernieuwd, een nieuwe parketvloer gelegd, en het hele huis met een verfje opgefrist. Daarnaast werd de tuin geëgaliseerd en kindvriendelijk gemaakt. Een jaar later werd Leo geboren en kwam de familie uit vijf personen te bestaan: Jos, Heleen, Tonio, Paula en Leo.
Gravin Helenastraat 18 – 24 Vier nieuwbouw woningen voor Bokhoven was in 1986 een welkome uitbereiding van het dorp. Vier woningen speciaal voor startende gezinnen, waarbij gebruik werd gemaakt van de “premie A”regeling. Het dorp was namelijk aan het vergrijzen en er waren al jaren geen kinderen meer geboren. Op zich is er niets bijzonders aan de woningen zelf, maar wel aan de locatie waar ze zouden worden gebouwd en het voortraject van de bouw. 'Het Pareltje' no 76 van het jaar 1984 meldt dat de bestuursraad een aanvraag heeft ingediend bij de gemeente voor de bouw van 6 betaalbare woningen in Bokhoven in 1986. In het voorjaar van 1984 was de eerste paal geslagen voor de bejaarden woningen aan de Corneliusweg. Deze waren bestemd voor oudere echtparen uit Bokhoven. Wethouder van de Berg vertelde dat deze woningen voor Bokhoven erg belangrijk zijn en sprak de hoop uit dat hiermee een stuk doorstroming zou worden bereikt voor de jongere Bokhovenaren. De wethouder reageert ook positief op het verzoek van de bestuursraad voor het bouwen van 5 of 6 zogenaamde premie A woningen. De leden van de bestuursraad moeten wel aantonen dat er voldoende belangstelling is vanuit de Bokhovenaren.
Zo wonen wij hier al weer ruim 13 jaar, vrij en blij in Bokhoven, de Parel aan de Maas. Jos en Heleen Hendrikx-Klunder ~~~~~
114
In het najaar van 1984 heeft slechts één gegadigde zich gemeld voor de bejaardenwoningen, maar blijkt er wel veel belangstelling te zijn voor de geplande premie A woningen. ('t Pareltje no 79) Op 25 november 1984 betrekken de eerste bewoners de bejaardenwoningen en op 19 maart 1985 maakt de bestuursraad bekend dat er vier serieuze gegadigden zijn voor de geplande premie A woningen. 115
Eind 1985 wordt door de bestuursraad gemeld dat n.a.v. verzoeken uit de gemeenschap vier premie A woningen worden gebouwd. Enige teleurstelling wordt hierbij uitgesproken dat er pas twee gegadigden uit het dorp zelf zijn, en dat dus voor twee woningen niet-Bokhovenaren moeten worden gezocht. Ook was men teleurgesteld dat voor de bouw van de vier bejaardenwoningen, waar de bestuursraad zich hard voor had gemaakt, zich niet één inwoner uit Bokhoven had gemeld.
Na de oorlog is het in gebruik genomen door Bart van Eggelen, zoon van Bart den Oude en gehuwd met Janske. Bart dreef een handel in rondhout op de locatie waar nu het huis staat van de familie Hendrikx, en gebruikte een deel van de Dorpsdamme voor de bewerking en opslag van hout. Gezien vanaf de weg stond op het rechterdeel een mobiele impregneer ketel en was aan de linkerkant een weitje voor de pony die werd ingezet om het hout uit de bossen te trekken.
In 't Pareltje 85 (1986) deelt de bestuursraad mee dat men toch doorgaat met het bouwen van de vier premie A woningen ondanks het vooruitzicht dat er maar twee bewoond gaan worden door de doelgroep waarvoor ze zijn bestemd. Dit in het belang van de dorpsgemeenschap en de school. Vóór de bouwvakvakantie 1986 werd er op initiatief van aannemer Moonen en de medewerkers van de school gevierd dat de huizen kap- en glasdicht waren gekomen. Voor de nieuwe bewoners was dit de eerste kennismaking met het schoolteam dat de nieuwe buren warm welkom wenste. In het najaar van 1986 wordt het huisnummer van de School veranderd naar no 28 i.v.m. de bouw van de vier nieuwe woningen, en nemen de eerste bewoners hun intrek in de nieuwe woningen. Dorpsdamme Dorpsdamme is de naam van de grond waarop de vier premiewoningen in 1986 zijn gebouwd. Voor de oorlog was dit een laag stuk weiland dat was ingedeeld in percelen, en uitgegeven aan de armen voor de teelt van hun eigen groenten. Het is voor de schrijver niet geheel duidelijk geworden of het de kerk of de gemeente was, die de grond uitgaf. Het vermoeden bestaat dat het de gemeente was, omdat het perceel heden in eigendom is bij de gemeente. 116
Links de voormalige noodwoning van Piet de Peer. Daarachter, links en rechts van de weg de houthandel van Bart van Eggelen. Vlak daarachter het houten huisje waar Sjef en Annemieke van den Broek wonen. Naar rechts de toenmalige houten schuur en stenen woning van Van den Broek. De boerderij van Branten met de kerk op de achtergrond
Om in natte tijden met voertuigen bij het hout en de impregneerketel te kunnen komen is puin opgebracht, dat o.a. afkomstig was van de gesloopte noodwoning 117
van Piet van de Broek (Piet de Peer). Deze woning stond op het perceel, waar nu de familie van Thiel woont. Achter de woning op no 24 is te zien dat dit puin nu uit de klei omhoog wordt gewerkt, en zijn teerresten te vinden van de later afgebrande impregneerketel. Rond 1975 neemt de schoonzoon van Bart van Eggelen de pacht op het perceel over om er eerst coniferen e.d. te kweken en er later schapen op los te laten. Met de bouw van de woningen heeft de toenmalige pachter een gedeelte van het perceel ingeleverd en werd alleen een strook aan de rechterzijde vrijgehouden om het achterliggende gedeelte te kunnen bereiken. Na 23 jaar worden de woningen nog steeds bewoond door de eerste bewoners, wat aangeeft dat iedereen, ook de niet Bokhovenaren, zich op deze dorpsuitbreiding thuis voelen. Arthur & Jeanne Borgsteyn ~~~~~~
Hoofdstuk 8. Oppershof & Groensteeg Groensteeg 2 De voordeur van het huis zat oorspronkelijk in het midden van de gevel pal aan de Groensteeg. In vroegere tijden bood de steeg een veilig heenkomen zoals die keer dat de veldwachter een ‘rotjochie’ op de fiets achtervolgde. In volle vaart komend van de hoger gelegen Gravin Helenastraat viel de bocht wat ruim uit voor het ventje maar achter de openstaande deur lonkte de ontsnapping. Die deur stond wel vaker open. Deze bood toegang tot een kleine “woonkamer” waar voor de gasten drank geschonken werd: 'De drije Swaentiens'. Tijdens de renovatie in 1998 was aan de versleten vloerplanken te zien naar welke kant de deur opzwaaide en hoe een zwaar gordijn bij binnenkomst de ergste kou had moeten weren. Dit huis aan de Groensteeg schrijft geschiedenis waar sommige stukjes nog aan ontbreken. Waarschijnlijk stamt de boerderij uit de eerste helft van de 19e eeuw en heeft het diverse ‘make overs’ ondergaan. De oudste te traceren bewoner was ene Roeters. Met de inpandige stal aan de westzijde gaf deze keuterboerderij onderdak aan maximaal tien stuks vee. Via de giergoten schoof de stront door een klein deurtje naar buiten. De opvangput is recentelijk ontdekt en nog volledig intact. In 1944 kwam de boerderij bijna aan zijn einde. Uit Haarsteeg rolden Canadese tanks het verlaten Bokhoven binnen en de Duitsers trokken zich terug aan de overzijde van de Maas. Maandenlang werd over en weer hevig geschoten. De kerkspits moest er als eerste aan geloven, bang als de Duitsers waren voor pottenkijkers vanaf deze hoogste plek. Rechtopstaand belandde een
118
119
stuk van de torenspits in de naastgelegen boerderij. Granaatvuur deed de rest; uiteindelijk stonden van de 55 huizen/boerderijen nog 11 overeind. In de Groensteeg en de rest van Bokhoven, lagen loopgraven en kogelinslagen verraadden het geweld.
5 mei 1995, Bokhoven, 50 jaar vrij!
Na de oorlog Het van oorsprong Bokhovense gezin van den Broek*) kocht het huis voor 3000 gulden. Het dak werd met houten telefoonpalen gerepareerd, en de kapotte muren hersteld of aangesmeerd. Aan de achterzijde werd een schuurtje gebouwd waar petroleum en later gasflessen werden verkocht. Bokhoven kreeg als een van de laatste dorpen aansluiting op het gas uit Slochteren. Aan de westzijde lag bijna 1 hectare grond en in de naoorlogse jaren werd evenwijdig aan de Gravin Helenastraat een grote, houtmet-golfplaten schuur opgericht. Daarachter werden kerstbomen gekweekt en stond een grote kippenren. Van een van de kinderen van de familie van den Broek kocht de huidige bewoner Jacques Wollersheim in 1993 de boerderij en volgde een jarenlange renovatie tot woonhuis met atelier. In de gevels werd de raamindeling aangepast maar oude rollagen zijn dankzij het lichtgele slempwerk zichtbaar gebleven. Evenwijdig aan de Gravin Helenastraat zit halverwege een roestige knop. Hieraan werd het bootje bevestigd toen ’s winters de polder nog volliep. In 1953 klotste het water in en uit de kapotte ramen aan de Groensteeg! Bij het verwijderen van de verdiepingsvloer boven de woonkamer kwam lichtblauw poeder vrij. Dit bleek vergif destijds gestrooid tegen Duitse mensenvlooien. En uiteindelijk moesten met het dak ook de telefoonpalen weer wijken. Zo werd deze boerderij van verhalen tot een woonhuis met atelier 'Atelier Buiten'. Jacques Wollersheim & Maaike Dautzenberg 120
5 mei 1995, Sir Frank in de Groensteeg
Ter gelegenheid van de herdenking, keerde Frank, inmiddels Sir Frank terug naar het dorpje dat de Canadezen vanuit Haarsteeg hadden bevrijd. Desgevraagd, kon hij zich Bokhoven niet meer zo goed herinneren. 121
Na het laatste rondje door het dorp werd Frank door de Bokhovenaren in de kerk onthaald. "Frank, do you have good memories of Bokhoven?" vroeg de pastoor. Frank peinsde even en begon toen opgetogen over een blonde dame te vertellen. In verlegenheid gebracht, liet pastoor daarop haastig volgen: "And, do you have any bad memories?" Weer moest hij even denken, en toen barstte Sir Frank in tranen uit. Jacques Wollersheim & Maaike Dautzenberg *
) Anneke Branten-van den Broek, vertelt over haar jeugd toen ze in het huis van Groensteeg 2 woonde: Ons vader reed dagelijks de melk van de boerderijen naar de melkfabriek in Vlijmen. Af en toe kreeg hij het verzoek om een kapotte fiets mee te nemen om in Vlijmen bij de fietsenmaker te laten maken. Ook ging er nogal eens een kistje appels mee voor de pastoor in Vlijmen. En voor menig Bokhovenaar moesten kratjes bier gekocht worden bij de bierbrouwerij van Nieuwkuijk, want daar was het 'goeikoper', en in de hooitijd moest er bier in huis zijn. Ook kreeg hij verzoeken vanuit Vlijmen, onder andere om een flesje wijwater van H. Cornelius mee te brengen. 's Winters als er sneeuw lag liepen de boeren mee vóór paard en wagen uit om de sneeuw te ruimen. Bij het cafeetje van Toon van Vugt -bijgenaamd 'dun Hoest'- op de hoek van de Voordijk/Meliestraat in Vlijmen werd na gedane arbeid een borreltje gedronken en kwam het stelletje later op de dag vrolijk terug in Bokhoven. *
) zie voor andere verhalen van Anneke hoofdstuk 6 onderdeel 'Hoeve Branten', en hoofdstuk 11
De Noodkerk In 1995 werd ik in de Groensteeg aangesproken door een oude man uit Wales. Hij had als soldaat in Bokhoven gevochten en vertelde over straatgevechten en een nachtelijke oversteek over de Maas. Hij herkende bijna niets meer; ook Groensteeg 1 kon hij niet meer voor de geest halen. Logisch, want het gebouw is het gevolg van de oorlog, en het dorp zoals hij het gezien had, bestond niet meer. Bokhoven had midden in de frontlinie gelegen vanaf oktober 1944. In mei 1945 keerden de eerste Bokhovenaren terug om er een dorp in puin terug te vinden. En gedurende de herstelwerkzaamheden aan de kerk en huizen moest de kerkdienst natuurlijk doorgaan. De samenleving was toen nog doordrenkt met het katholieke geloof. Aanvankelijk werd gekerkt in een stal, daarna in de pastorie en ook nog even in de noodschool op de plaats waar nu het theater de Bokkesprong ligt. Uiteindelijk werd op een terrein achter de pastorie een noodkerk gebouwd, omdat de restauratie van de kerk 5 jaar zou duren. Knoers, architect uit Den Bosch en aannemer Bouwhuijsen bouwden de Noodkerk. Er werden 52000 stenen voor gebruikt afkomstig van een verwoeste kerk in Lage Zwaluw. Totale bouwkosten waren f 21860. De noodkerk werd op 18 april 1946 in gebruik genomen en deed dienst tot 1950 toen de restauratie van de grote kerk klaar was. Van 1950 tot eind jaren 70 is de noodkerk gebruikt als werf voor het bouwen van enkele boten, gemeenschapshuis, opslag van typemachineonderdelen, verblijf van een scoutingclub uit den Haag en repetitie-
~~~~~ 122
123
en theaterruimte voor de toenmalige toneelclub van Bokhoven.
Het resultaat is een verspringende muur met daartussen losse blokken wat doet denken aan een ruïne.
Uiterst links grenzend aan de straat heeft een klein huisje gestaan bestaande uit twee hokken. Hierin woonden tijdelijk mensen, en stonden later rouwbaren, maar er zijn geen mensen opgebaard geweest.
In 2003 heeft de gemeente een x-aantal gebouwen aangewezen als gemeentelijk monument. Zo ook de Noodkerk vanwege de sociale- en cultuurhistorische betekenis.
Eind jaren zeventig is de Noodkerk door de kerk verkocht en is na een verbouwing of -beter gezegdinbouwing geschikt gemaakt voor bewoning.
Dat door dezelfde gemeente werd geëist dat de oorspronkelijke glas-in-lood vensters vervangen werden door vierkante ramen en daarmee de noodkerk als monument tekort deed, is men allang vergeten. Net zoals de oude soldaat zich niet meer kon herinneren waar hij in Bokhoven door de vijand onder vuur was genomen. Marcel Bosch ~~~~~ Oppershof 1
In die tijd ging het milieu een belangrijkere rol spelen (denk aan de oliecrisis). Er werd bij de verbouwing geëxperimenteerd met opgevangen regenwater voor de wc, en opgevangen warmte van de houtkachel voor warmteroosters in de vloer. Ook werd de scheidingsmuur met de boomgaard van Antoon van Mil hersteld. Hiervoor maakte een kunstenares een ontwerp.
124
In 1937 hoort parlevinker van Zon uit Lith dat er een brug bij Hedel gebouwd gaat worden. Dat geeft een hoop bedrijvigheid op de Maas, en hij ziet daar brood in voor zijn gezin, dat op dat moment uit 10 personen bestaat. Pa van Zon gaat met zijn bootje richting Bokhoven, en moeder van Zon volgt met haar 8 kinderen per vrachtwagen. Een bijzondere 'vracht': moeder met de net geboren Geri, zijn tweelingbroertje en 1-jarig zusje Toos bij de chauffeur in de cabine, en achterop de huisraad en een levensgrote regenton, met daarin de andere 5 kinderen, waaronder Jan. (Die regenton heeft later nog dienst gedaan als zwembad voor de kinderen). Wanneer de verhuizing precies plaats vond, kan Jan niet meer vertellen, maar het moet geweest zijn tussen 26 februari, de geboortedag van de tweeling, en begin april 1937, want toen is het tweelingbroertje van Geri helaas gestorven.
125
Het gezin vindt huisvesting aan de Bokhovens Maasdijk in een huisje dat veel te klein blijkt te zijn, en kunnen later naar het “schoolhuis”, een huis aan de Graaf Engelbertstraat, op de plaats waar nu het marionettentheater is. Moeder van Zon heeft daar een winkeltje in de “goei kamer”, en vader verkoopt zijn waar aan de schippers op de Maas. En het gezin breidt zich verder uit. Dan komt de oorlog. Van Zon merkt dat de handel op de Maas moeilijker wordt en terugloopt. Hij besluit zich bezig te gaan houden met het boerenbedrijf. Het begint met een koe en wat kleinvee, zoals geiten en konijnen. Melken kon vader niet, dat liet hij over aan zijn vrouw en kinderen. Jan vertelt dat het melken van de geiten een vak apart was, dat lukte hem ook niet altijd, zodat eens moeder, liggend in de bedstee in het kraambed, dat klusje moest klaren. Als het gezin in de oorlog moet evacueren naar Haarsteeg, kan de koe mee. De rest gaat verloren in het oorlogsgeweld, evenals de meeste huizen in Bokhoven. Na de oorlog wordt in het kader van de wederopbouw een noodwoning gebouwd op de plaats waar nu de tuin van Oppershof 1 is. Daar worden José en Toon geboren, het gezin is dan compleet en bestaat uit 16 personen: 14 kinderen en vader en moeder. Het is een noodwoning zoals er verschillende stonden en nog staan (in gemoderniseerde staat) in Bokhoven. In 1958 is de boerderij, zoals hij er nu staat aan Opperhof 1, klaar om bewoond te worden. Inmiddels zijn de 3 oudste kinderen al het huis uit. Het huis bestaat uit een voorhuis, met een ouderslaapkamer op de benedenverdieping en 4 slaapkamers boven, en een stal. De veestapel is geleidelijk uitgebreid, er zijn uiteindelijk 6 koeien, een paard en kleinvee. De koeien grazen op gepachte grond in Bokhoven en Engelen, de 'gement', de 126
'pust', de 'houtwerd', de 'kaag. Met het paard verricht Van Zon ook werk voor andere boeren in Bokhoven, zoals maaien en ploegen. Van Zon had een gemengd bedrijf, zoals de meeste boeren toen. In 1963 breekt er een andere tijd aan voor de kleine boeren: landbouwminister Mansholt wil dat de boeren gaan groeien en specialiseren. Vader van Zon is dan 63 jaar en ziet daar niets in. Hij grijpt de kans aan om te worden gesaneerd. Ondertussen trouwt een aantal van Zon-kinderen. De bruiloften van de meisjes werden thuis gevierd: de stal werd grondig schoongemaakt, er kwam een dansvloertje in te liggen, kokkin, serveersters en muzikanten werden ingehuurd, en ..... het feest kon beginnen. In 1968 trouwden Wim en José ook op deze manier. Zij trokken bij vader in. De stal had toen zijn functie verloren en daarom gingen de 'groepen' eruit. Later volgden diverse verbouwingen. De stal werd omgebouwd tot multifunctionele ruimte. Verschillende familiefeestjes zijn er gevierd, en ook vrienden maakten er gebruik van. Wim kreeg er accordeonles, er waren ook oefenavonden met een accordeongroep, er werd gebiljart, geoefend voor dansles, enzovoort. Het voorhuis is ook aangepast aan de eisen van deze tijd: de voormalige ouderslaapkamer is bij de woonkamer getrokken en de keuken en bijkeuken zijn gemoderniseerd. In 2002 is het achterhuis voor de voorlopig laatste keer verbouwd. Het is nu een riant appartement geworden voor zoon René. Jan en Corrie van Zon- de Vaan Wim & Jose van de Berk-van Zon ~~~~~
127
Oppershof 2 Parameters: eigenaren sinds 1 april 1976. huidige bewoners
soort woning bouwjaar inhoud perceelgrootte aanpassing 1965
1992 vorige bewoners
Enkele aardige anekdotes rond deze koop: G.Keurhorst / J.F.M. van Nes Gert Keurhorst Ans van Nes Xeomara (Mara), een deel van het jaar, meestal in de winter. Ze heeft dan even geen werk; daar ze in de “reiswereld” werkt. Natuurlijk wonen ook onze katten :Streep, de kater en Lap, de poes bij ons. vrijstaand 1955 655 m3 1757 m2 garage/nieuwe badkamer/toilet /tussenruimte en nog een garage- welke later tuinkamer is geworden opbouw slaapkamer – op een zijterras Harry van der Leeden met vrouw Tini van den Oever en dochters Mimi, Monique, Margriet en Charlotte
Harry was een keiharde onderhandelaar, maar “fair”. Wel wilde hij even weten 'wat voor een soort vlees hij in de kuip had'. Zo informeerde hij achter onze rug om bij de pastoor van Drunen, wat voor een mensen wij eigenlijk waren! Bij de ontruiming van het huis, vergat hij bijna, dat "een oude sok met geld' in de kelder verstopt lag. Gelukkig ontdekte dat één van de mensen, die hem hielpen bij het ontruimen. Wij wonen nu al meer dan 30 jaar in dit pand. In de beginjaren werd er binnen en buiten nog verbouwd/aangepast. Maar de laatste jaren is dit niet meer gebeurd.
Sinds 1 april 1976 wonen wij in het bovengenoemde pand met als begrenzing aan de oostkant, de Groensteeg en aan de westkant het pand/perceel van de familie Eekels. Voordat we het huis kochten hadden we geen enkel besef, waar Bokhoven lag. Aan het eind van zomer van 1975 reden we van Drunen (waar we woonden) naar Bokhoven. We hadden een heel kleine advertentie gelezen in de woonkrant van "De Telegraaf": Te koop aangeboden een landhuisje in Bokhoven. Zo maakten we kennis met Harry van der Leeden en zijn gezin. De onderhandelingen begonnen; met als resultaat, dat wij op 1 april 1976 het huis in bezit kregen.
Als een echte Bokhovenaar heeft Gert met eigen handen een kamer aangebouwd
128
129
Het huis is nu een mix van stijlen: De slaapkamers en de keuken jaren’70 - bruin en schrootjes. De badkamer beneden is nog jaren’60 met een echt porseleinen wit bad en gele tegeltjes met donkergrijze voegen. De huiskamer is ook een mix – het originele Bruynzeelparket ( jaren’60 ), witte stuc-wanden ( jaren ’80/90). Ook qua meubilair vind je in ons huis allerlei stijlen, door elkaar. De opzet van de tuin is in de loop der jaren grotendeels hetzelfde gebleven: gras met begroeide borders. Toch heeft de tuin een tijdje een verandering ondergaan: in de jaren ’70 en ’80 hadden we aan de oostkant/ Groensteegkant een klein dierenparkje met kippen, konijnen en geitjes. Ook hadden wij verschillende honden, zoals onze herder Elka, bastaards als Timmie en Basje, en onze katten (zoals Tijgertjes, Fleem, Asyla- onze Pers, Beer) in allerlei soorten, maten en kleuren als huisdier/mede-bewoner. We hebben deze dieren zelden zelf uitgezocht : ze waren vaak gedropt met vakanties of we kregen ze van mensen, die hun beesten niet langer wilden/ konden hebben. En ....., bijna alle dieren hebben hun laatste rustplaats in onze tuin gevonden. Natuurlijk valt meer over dit pand en zijn/haar bewoners te vertellen, maar wij laten het hierbij ! Gert & Ans Keurhorst-van Nes ~~~~~ Oppershof 5 Op een hete dag in juli 2006 werden wij op slag verliefd op het huisje aan de Oppershof 5. Een schattig, wit-met-rood dak, 2-onder-1 kap boerderijtje.
130
Toen wij er na een maandje klussen kwamen wonen maakten we al snel kennis met onze achterbuurvrouw Janske van Eggelen, en zij leek mij de juiste persoon om iets over de geschiedenis van ons huisje te vertellen. Dus op een zaterdagmiddag, gewapend met pen en papier, op naar onze 'achterbuur'. En onder het genot van een kop koffie met een 'kuukske' hoorde ik de mooiste verhalen over de geschiedenis van ons huis. Het is gebouwd in 1920 door Anton van den Oever op de grond van zijn broer Janus van den Oever. Het perceel was toen veel groter: het Zwarte Pad en het stuk grond van de familie Hendrikx*) behoorden er ook toe. Tijdens de oorlog zijn ze geëvacueerd. Engelse soldaten hebben toen ook dit huis beschoten vanaf de overkant van de Maas en het flink geraakt. De familie van den Oever heeft in dit huis gewoond tot de bevrijding van Bokhoven en vestigde zich daarna in Den Bosch. In 1947 huurde de familie van Eggelen het, via een oom. Toen zij er introkken was er nog veel schade uit de oorlog te zien. Zo stond er op het erf een schuur die helemaal doorzeefd was met kogelgaten. Het huis is tijdens de wederopbouw weer opgeknapt. Het aanbod om het huis te kopen voor achtduizend gulden lieten ze lopen, ze durfden het niet aan om zo’n groot bedrag te investeren….Later hebben ze het, zij het voor een veel hoger bedrag, toch gekocht. In die tijd was er nog geen waterleiding of elektriciteit, dus werd er gestookt op hout en kolen. Iedere morgen vóór gebruik, moest de kachel worden gepoetst. Toen er kinderen kwamen heeft Janske nog luiers gewassen in de watertjes die toen nog achter het huis liepen, en hing ze de luiers weer boven diezelfde kachel te drogen, Ze kregen 10 kinderen , dus dat waren heel erg veel luiers in een heel klein keukentje, met een piepklein aanrecht en een waterpomp! 131
Het achterhuis (waar Janske nu woont) was een stal, waar ze 2 koeien hielden voor eigen gebruik.
Hoofdstuk 9. Sint Cornelius Cornelius was paus van 251 tot 253. Het 'c o rn ' in de naam wekt associaties met 'h oorn ', en is wellicht de reden dat hij wordt beschouwd als beschermheilige voor het hoornvee. Cornelius wordt aanbeden tegen stuipen, vallende ziekte, jicht, dodelijke kinderziekten, oorpijn, reumatiek, zenuwziekten. In Brabant heeft hij de koosnaam 'Knillis'. Sinds 1839 is Bokhoven een druk bezochte bedevaartplaats ter verering van Sint Cornelius.
Oppershof 5. Links het huis Gravin Helenastraat 5. Rechts een huis gebouwd door Johan van Eggelen
In 1985 vond een grootste verbouwing plaats en werd het huis gesplitst in twee woningen. Het perceel werd ook een stuk kleiner. Een zoon van de familie van Eggelen ging in het voorste deel wonen. Na ongeveer een jaar werd het verkocht en heeft vele eigenaren gehad.
De beschrijvingen van huizen aan de Sint Corneliusweg zijn verwerkt in de Hoofdstukken 2 en 10. ~~~~~
In de dorpsmond heet het ook wel 'het scheidingshuisje' omdat hier niet alle relaties stand hielden! Wij zijn van plan om dit laatste niet waar te maken en hopen op nog vele jaren in ons huisje aan de Oppershof! Melan Weber ~~~~~ *
) Hoofdstuk 7, Gravin Helenastraat 5 132
133
Hoofdstuk 10. Op School In 2004 sloot de school van Bokhoven definitief haar poort, al werd het eind van haar bestaan eigenlijk al ingeluid aan het einde van de zeventiger jaren van de vorige eeuw. Een vernieuwd schoolbestuur en dito onderwijsteam kozen toen voor vergaande vernieuwing. Deze sloot zodanig aan op de modieuze vraag van de tijd dat de toeloop van leerlingen van buiten het dorp teveel werd voor Bokhoven, en leidde tot algehele verplaatsing van de school. De ironie van het geval wil dat de voorziening op de Haverleij waar de school naar toe verhuisde binnen de kortste keren andermaal te klein bleek en in 2009 noopte tot plaatsing van een dependance dat tegen Bokhoven aanleunt. Bovenstaande schets van het recente verleden maakt nieuwsgierig naar Bokhoven's prestaties op het gebied van kennisoverdracht in het verdere verleden. Over de scholen in Bokhoven in vroeger tijden heeft de voormalige Pastoor van Bokhoven G M van der Velden, leerzame -en soms ook vermakelijke- artikelen gepubliceerd. Er zijn aantekeningen bij over schoolmeesters uit de 16de eeuw. Omstreeks 1800 is er sprake van een "Fransche School", die eerst op het perceel Driekoningenplein 2 en later naast het Veerhuis aan de oostkant van het dorp heeft gestaan. Toen in een later stadium taalonderricht in het Duits de voorkeur kreeg, werd het "Duitsche School". Teneinde ook een pensionaat voor meisjes annex religieuze congregatie voor vrouwen te kunnen stichten werd ruimte in het Het Hooge Huis gehuurd dat eens op het perceel van de Graaf Engelbertstraat 2 heeft gestaan.
134
135
Een tweetal masoeurs nam er intrek en had na een jaar weinig bereikt, hetgeen de toenmalige Pastoor ertoe bracht te verzuchten dat het geensints als geoorloofd moest beschouwd worden, eene aanzienelijke somme voor nut- en werkelooze menschen uit gemeentes fondsen te betalen. De dames namen de wijk naar elders in het dorp docht zij lieten niet na, zoo als het aan dat slach van menschen eigen is, hierover veel te praten en voor te wenden, dat zij verdrukt werden, enz.!! God gave! dat zij met hunnen woon het dorp verlieten!!! Het lager onderwijs is eeuwenlang verzorgd op locaties die grenzen aan de speeltuin aan de huidige Graaf Engelbertstraat. De meisjes droegen om naar school te gaan een mouwschortje, en op hun hoofd prijkte vaak een hele grote gesteven strik. De jongensbenen waren gestoken in lange kousen. Dat mag er vredig uit hebben gezien, maar als het erop aan kwam, was de jeugd van toen zeker zo baldadig als tegenwoordig. Het minste was nog als de jongens tijdens het speelkwartier met hulp van een vergrootglas hun naam brandden in de klompen. De vechtpartijen waren van een andere orde: man tegen man, familie tegen familie of buurt tegen buurt. Als dat op de speelplaats gebeurde waar de mister en de juffrouw heen en weer ijsbeerden, werd er natuurlijk ingegrepen. Dan eindigde er een in het kolenhok.
136
Al voor de oorlog kampte de school met een tekort aan leerlingen, maar daar was iets op bedacht. Zodra het leerlingenaantal in de gevarenzone kwam, werden de kinderen van 'Den Buul', die halverwege Bokhoven en de sluis woonden, van de school in Engelen overgeplaatst naar de school in Bokhoven. Aan het eind van de oorlog werd alles wat er stond verwoest en kwam er een noodschool met twee lokalen. Daar is heden ten dage nog één raampartij in originele staat van te zien. De laatste onderwijzer die er heeft gewerkt was Jan Paijmans, die we nu zelf aan het woord laten. ~~~~~ Ik woonde in Haarsteeg. Daar kwam mij ter ore dat in Bokhoven een schoolhoofd werd gezocht. Ik kende het als een idyllisch plaatsje met een prachtige kerk, een rijke historie en een kleine lagere school. Dat leek me wel wat! Ik werd in 1959 aangenomen door Pastoor van den Berg voor de drie hoogste klassen. Deze was zelf ook net in Bokhoven begonnen. De situatie in de onderbouw werd structureel verbeterd met de komst van Ans Kempenaars uit Engelen. Deze werd een jaar later vervangen door Bep Thiery. Zij is vele jaren het gezicht geweest van de drie laagste klassen. Het gebouw had twee leslokalen en een enkel kindertoilet zonder spoeling, maar verder waren er nauwelijks voorzieningen en werd het 's winters bar koud. Het lesgeven werd praktisch mogelijk gemaakt door Jos de Vaan, die elke ochtend -om zes uur- de kolenkachels aan kwam maken. Met de komst van Pastoor van der Velden in 1963 werd er serieus gewerkt aan de aanvraag van een nieuwe school. In hetzelfde jaar ben ik getrouwd met Tineke van Beurden. We konden woonruimte huren in de linkerhelft van het huis aan Oppershof 3. De andere helft werd
137
bewoond door het echtpaar Janus & Dina van den Oever-van den Broek. Janus is een zoon van Christianus, en Tini van de Leeden is de dochter van het echtpaar. Naast ons woonde de familie van der Leeden. Vanzelfsprekend wilden we op den duur onze eigen stek. Van de familie van Mil konden we een lapje grond kopen tegenover hun woning aan het Driekoningenplein. Ik hoorde later dat daar tot het einde van de oorlog de oven van hun bakkerij heeft gestaan. In 1965 verhuisden we met onze oudste zoon Kees op de arm naar de nieuwe woning.
Marie van den Oever in 's-Hertogenbosch. Deze was bereid om kavels voor woningbouw beschikbaar te stellen. De koop werd rechtstreeks geregeld tussen haar en de aspiranten. Onder de kopers was een familie met 5 kinderen en één met 1 kind. Niet alles liep op rolletjes, want een derde perceel werd door de aanvankelijke koper doorverkocht aan een kinderloos paar.
Het zal in 1966 zijn geweest dat we de nieuwe school konden betrekken. Wat een luxe: twee royale klaslokalen, een centrale ruimte voor allerlei activiteiten, een docentenkamer, deugdelijke sanitaire voorzieningen en .... alles was lekker warm te krijgen. Met het gebouw konden we dus goed vooruit; wat restte was de kunst om voldoende leerlingen te krijgen. We schommelden namelijk steeds om het minimum aantal dat nodig was om sluiting van de school te voorkomen. Daarom werden onder het toeziend oog van de Pastoor met Piet Geurts en Harrie van der Leeden plannen gesmeed om gezinnen met kinderen naar Bokhoven te krijgen. Daarvoor waren woningen nodig en die kreeg je door bouwgrond ter beschikking te stellen voor nieuwbouw, en door de bouw van huurwoningen. Vanuit onze eerste woning aan de Oppershof hadden wij uitzicht gehad op de boerderij van Van Zon. Naar zeggen was Lard van Zon de laatste Parlevinker op de Maas, en misschien wel van heel het land geweest, een beroep dat hij had ingeruild voor een agrarisch bedrijf.
Ook met het tweede perceel ging het bijna mis, want daar bleek een NAVO pijpleiding onder te liggen waarop niet mocht worden gebouwd. Gelukkig sprong de gemeente Engelen daarop in en bood een perceel verderop aan. Dat de transactie stukken duurder uitpakte voor de koper nam deze op de koop toe.
Verder was alles onbebouwd tot aan de dijk. Naast Van Zon lag een lap grond die in eigendom was van ene
Blijkbaar had de gemeente daarmee de smaak te pakken gekregen, want ze regelde de bouw van een achttal
138
139
huurwoningen. Alles bij elkaar bracht dat de school een aanwas van acht leerlingen. In dezelfde tijd kondigde zich boerderijbouw in het kader van de ruilverkaveling aan, en zo geraakten wij alles bij elkaar genomen uit de gevarenzone. Later werden de gaten in de hoek waar we het eerder over hadden verder opgevuld. Ook op andere plaatsen in Bokhoven werd bijgebouwd. Dat verzekerde voor lange tijd het voortbestaan van de school. Vanuit ons nieuwe huis hadden wij weer vrij zicht tot de nieuwe dijk. De artistieke familie Geurts woonde schuin tegenover ons aan de andere kant van de straat. Met hen had het meteen geklikt. Versterkt door de Van der Leedens, realiseerden wij ons dat het nodig was om Bokhoven onder de aandacht van de gemeente te blijven houden. Dat slaagde wonderwel, want bij de verkiezingen van 1967 haalde Bokhoven twee van de zeven gemeenteraadszetels binnen. Piet Geurts bracht het tot Wethouder en Harrie van der Leeden werd lid van de Raad. Hè, hè, eindelijk stond Bokhoven op de kaart. Jan Paijmans ~~~~~ Het moet in de eerste helft van 1971 zijn geweest. Mijn Heeroom George was al een tijd Pastoor in een plaatsje bij 's-Hertogenbosch. Van hem kreeg ik te horen dat er vacatures voor twee onderwijzers aan de lagere school waren. Kwam dat even goed uit. Wij waren met zijn tweeën en wilden wel wat anders. Jos en ik, jong, en nog zonder kinderen. We solliciteerden ieder apart en maakten ons niet bekend als familie van Pastoor van der Velden. Het kerkbestuur was daarvan in eerste instantie ook niet op de hoogte om alle schijn van bevooroordeling tegen te gaan. Voor het sollicitatiegesprek waar we beiden voor werden uitgenodigd, was ik toch wel een beetje zenuwachtig. Daar 140
zaten Heeroom en twee voor mij wat oudere heren aan de ene kant van de tafel en ik moest aan de andere kant plaatsnemen. Achteraf viel het allemaal mee, en werden we beiden aangenomen om in het nieuwe schooljaar 1971 te beginnen. Hoera! Stel je voor: een hele school voor ons alleen in het mooiste dorp van de hele wereld met de allerliefste kinderen. Dat was als een hoofdprijs uit de loterij. We verhuisden naar de bovenste verdieping van één van de flats aan de Vlijmenseweg. Na twee jaar konden we de helft van de boerderij van Van den Oever aan het Oppershof huren. Toen waren we inmiddels al aardig ingeburgerd en ik herinner me een leuke periode. De drie laagste klassen waren voor mij en de drie hoogste voor Jos. Eens in de week was er schoolmis in de kerk en Heeroom George kwam regelmatig op school, waar hij de jeugd wist te boeien met mooie verhalen. Hij was het ook die er geen probleem mee had dat meisjes als misdienares werden aangesteld. Dat gaf de jongens te denken en de meisjes vonden het prachtig. Er waren twee vakkrachten: Jan Kooiker voor muziek, en Elly Blauw voor handenarbeid. Later werd Elly opgevolgd door Emmy Peters. Maar het waren niet alleen leerkrachten waar we op mikten, we wilden ook de ouders actief bij het onderwijs betrekken. In samenwerking met deze ouders organiseerden we weeken maandvieringen en keuzecursussen zoals dat in Jena-plan scholen gebruikelijk is. Hieruit kwam o.a. een film/toneelstuk uit voort, geschreven en geregisseerd door Jos, over De Heks van Bokhoven naar een verhaal van Walter Breedveld. De hoofdpersonen van de Suske en Wiske boeken speelden hier doorheen. Ouders werden ook ingezet voor leesonderwijs en overblijven in de middagpauze.
141
Ik denk dat menige ouder, net als ik, spannende herinneringen heeft aan de kampen die elk jaar plaatsvonden. Die creëerden een geweldige band tussen de jeugd onderling en tussen de ouders en de leerkrachten. Om zoveel mogelijk dorpsgenoten te bereiken werden ook andere gelegenheden aangegrepen om iets te organiseren. Neem Carnaval. Samen met Joske, Dina en vele ouders hebben we een jaarlijks terugkerend festijn in Bokhoven op touw gezet. Tekenend voor de vooruitgang is dat we begonnen in het varkenskot en eindigden in de grote feestzaal van Het Veerhuis met zelfs een DJ. De maandag werd door de bevolking aangewezen als de Carnavalsdag voor Bokhoven. In de loop van de tijd ontstond de behoefte aan een dorpsblaadje, waarin we mededelingen van school en verhalen en tekeningen van de kinderen konden plaatsen. Om de papierkosten te dekken wierven we adverteerders van winkels uit de omtrek. Zelf verzorgden we de illustraties bij de tekst en bij de advertenties. De school beschikte over een stencilmachine. Toen kon het eerste nummer van de pers rollen. Jammer genoeg was er ook een schaduwkant in de vorm van het schoolgebouw. Vanaf het begin was ik bang geweest van de oliekachels die 's winters de klassen op temperatuur moesten houden. De ene keer troffen wij ze ijskoud dan weer roodgloeiend aan, waartegen niets opgewassen leek. Nu hadden Jos en ik een goede relatie opgebouwd met de gemeentelijke ambtenaren voor onderwijs. Dat wierp zijn vruchten af toen wij ons met de klachten tot hen wendden. Ik herinner me dat een van de heren met een schroevendraaier zomaar door een houten wandje prikte.
Het duurde wel even, maar na verloop van tijd kwam het bericht dat we een nieuw schoolgebouw met centrale verwarming zouden krijgen. Maar niet alleen het schoolgebouw vernieuwde, wij konden op een gegeven moment een bouwperceel in Hedikhuizen kopen. Ons ontbrak de tijd en vooral het vakmanschap om zelf een huis te bouwen, zoals in Bokhoven gebruikelijk is. Dus werd een aannemer ingeschakeld. Zelf deden we het schilderwerk en dergelijke. Toen het eenmaal zover was, verhuisde Jantje de Vaan ons met zijn karretje, getrokken door zijn pony. Geleidelijk aan was er veel veranderd in Bokhoven. Dit kon alleen door de grote betrokkenheid van allen. Het leven ging verder en met Kerst 1975 ruilde ik mijn baan als onderwijzeres in voor die van huisvrouw in onze woning in Hedikhuizen, en ..... er kwamen kinderen. Jos ging nog een paar jaar door op de school in Bokhoven en toen kwam ook voor hem het afscheid. Dat werd groots gevierd met een tent en muziek op het pleintje en een heuse zegetocht met paard en wagen door ons geliefde Bokhoven. Agnes van den Brink ~~~~~ Na Jos en Agnes maakte de school een ongekende groei door. Achter de eerdere gebouwen verrees een batterij houten klaslokalen, waar men ook weer uitbarstte. Daarop werd het allegaartje in zijn geheel vervangen door zogenaamde "schoolwoningen". Deze zijn opgetrokken in twee bouwlagen met daarbovenop nog een zolder, waar zich vanalles afspeelde Daarom werd dit blok met een knipoog ook wel de 'Hogeschool van Bokhoven' genoemd. De gemeente ving een goede prijs toen ze het geheel verkocht aan een projectontwikkelaar, die er een viertal woningen van maakt en te koop aanbiedt. Een gedeelte
142
143
van de voormalige speelplaats waar de NAVO pijpleiding onderdoor loopt, wordt -naar verluidt- ingericht tot parkeerplaats. Een smalle strook grond is verkocht aan een van de belendende huiseigenaren. ~~~~~
Hoofdstuk 11. Na School Na school hadden de onderwijzers minder zicht op de leerlingen, en konden op het kasteelterrein bijvoorbeeld straffeloos appeltjes worden gepikt. Dat werd vanuit Café van den Oever argwanend gadegeslagen -want daar zat altijd wel iemand achter een glaasje en het raam, die de oogst als de zijne beschouwde- maar wat kon die uitrichten? Het terrein was immers van een verre eigenaar, en een terechtwijzing van de jongelui zou de vaders op de been brengen om hem een lesje te leren. Nee, dan liever tandenknarsend toezien hoe je werd getild! Met volle buikjes wrongen de kinderen zich door het hek naar buiten en klepperden op hun klompkes over de klinkerstraat naar de kastanjeboom of naar het pleintje om te hoepelen, knikkeren, tollen of paardje te mennen. Nu hadden de alom geprezen pastores van Bokhoven keer op keer vanaf de preekstoel onderricht dat jongens niet met meisjes mochten knikkeren en zeker niet ergens achteraf mochten samenscholen. Of deze regels werden gevolgd mag worden betwijfeld. De enkeling die geen aansluiting vond bij de groep kon zich nog altijd gaan vermaken met belletje trekken of ruitje tik. En waar kun je die spelletjes beter uitvoeren dan bij Meneer Pastoor. Die had een pracht van een bel en reageerde altijd zo grappig. Er moest dan weliswaar 's zaterdags worden gebiecht, maar de jeugd had op dat punt het kerkelijk recht enigszins naar zijn hand gezet. Zo moest het stelen van hele kaarsen als een vergrijp worden aangemerkt, maar mocht je een stompje -of iets meer dan een stompjerustig meenemen. Ook klein geld gevonden tussen de kerkbanken kon zonder consequenties in de zak worden gestoken. Pesterijen op de Pastorie hoefden niet, en die bij oude behoeftige vrouwtjes wel te worden opgebiecht.
144
145
Over het gedoe tussen jongens en meisjes werden geen afspraken gemaakt. Daar wist eigenlijk niemand raad mee, en dat moest dus ieder voor zich maar uitmaken. ~~~~~. De drie winkeltjes die het dorp in de goeie ouwe tijd rijk was, waren niet alleen voor de huisvrouwen aantrekkelijk, maar ook voor de jeugd. In het Dinghuis op het Driekoningenplein had je de winkel van Koosje van Mil. Daar kon je altijd terecht, 's avonds laat en ook op zondag. Als je als kind een boodschap kwam doen had je geluk als je door Koosje geholpen werd, want zij gaf je het meeste snoep. Drieka, die daar ook woonde, gaf het minste, en Stina, het dienstmeisje gaf weer veel. Er werd ook brood gebakken. De manier van kneden door Jan van Mil gaf er een bijzonder lekkere smaak aan. Op zondag was een snee Frans brood met roomboter en suiker de ultieme traktatie. Menig Bokhovenaar heeft goede herinneringen aan de ijsbouten die Jan van Mil in zijn oven voor je bakte, en die dan gedraaid in een stuk krant, in je knuist werden gestopt. In de bocht op de dijk, waar tegenwoordig Kees van Eggelen woont, stond het winkeltje van 'Jantje de Kok', die een van Pijnenburg was. Hij was getrouwd met tante Door van den Broek. Behalve snoepgoed verkochten zij klompen, waarvoor je op de zolder met de klompenvoorraad moest zijn die je via een houten trap bereikte. Tante Door hield de zaak 's zondags ook open. Dan kon ze immers veel bier verkopen. Op de middag verzamelde de opgroeiende jeugd zich in haar winkeltje en zat dan gezellig op de vloer met elkaar te kletsen. Daardoor werd het winkeltje ook de plek waar de bijnamen van tal van dorpsgenoten werden uitgedacht.
146
Verderop de dijk was het winkeltje van Pietje Verhoeven. Die had anijsbabbels te koop voor één cent per stuk. Dat was zo’n goei vrouwke. Piet verkocht de lekkerste koekjes met crème en jam. Haar man, ome Driek ging elke week naar Den Bosch met zijn witte hit voor de kar gespannen, om eieren en groenten te verkopen. Vol vreugde zag de jeugd in die tijd het paard en wagen van de Rooie Minus het dorp binnenrijden. Haastig gingen ze dan op zoek naar ouwe todden en kleren, die de Rooie Minus inruilde tegen speelgoed. ~~~~~ Het was een tijd van lange, strenge winters, en dat zette jong en oud aan het schaatsen. Bokhoven had zijn eigen ijsbaan, de gracht die toen ruimer en dieper was. Om de ijsbaan 's avonds te kunnen verlichten zette Bart van Eggelen palen op, en werden er hoog boven de weg elektriciteits-kabels getrokken vanuit boerderij Branten. Daar hadden deze weldoeners zelf ook belang bij, want Harry en Anneke konden goed schaatsen. Toen op zekere dag het hoofd van de school, mister Kersten, zich op het ijs had gewaagd, verloor hij het evenwicht en viel met een harde klap een grote ster in het ijs. Ook Pastoor Versteeg stond zijn mannetje en zwierde in zijn lange zwarte priesterkleding over de baan. Vanzelfsprekend schaatste de jeugd naar hartenlust mee op de gracht rond het kasteelterrein, maar niet alles kon en mocht zomaar. Zo verbood de Pastoor vanaf de kansel meisjes om met de jas open te schaatsen. En natuurlijk mochten jongens en meisjes zonder verkering niet met elkaar baantjes trekken. Toen de Pastoor dan ook op een dag door het ijs zakte, strekte dat tot grote vreugde van de aanwezigen. Als de dooi inviel gingen de jongens taailappen, hierbij liep menigeen een nat pak op. ~~~~~ 147
"Vroeger was het zo gezellig," verzucht Anneke en ze haalt herinneringen op uit de tijd dat de jongens en meisjes serieus belangstelling kregen voor elkaar. Als de schippers Koen en Duun terugkwamen van het zand varen en voor anker gingen, holden wij naar de haven om te kijken hoe ze dat gingen klaren. Het duurde namelijk wel even voor het schip goed lag en het overleg dat de heren onderling voerden, was voor ons altijd lachen. 's Zondags gingen we dansen in het ruim op bekende muziek die uit een oude grammofoon kwam. De Duun gaf dansles. Bij Koosje van Mil in de schuur werd ook gedanst, en niet te vergeten bij Bart van Eggelen. Daar was een grote kamer met planken vloer, de grammofoon werd aangezet en daar leerde Bart de meisjes de pasjes. ~~~~~ Bij warm weer zwommen Koen en Duun in de Maas. Duun hield daarbij de klompen aan en liet zich zo drijven; dan zag je alleen zijn eigen neus en die van zijn klompen boven water uitkomen. Geliefde vaartochtjes in die tijd waren per roeiboot met een stel naar Ammelrooi of Heekse. Anton van Mil speelde dan op zijn harmonica. In een café gingen we wat drinken en dan weer terugvaren naar Bokhoven. Af en toe wist iemand een oud zeiljacht te regelen voor de jongelui. Tijdens de oorlog zaten er drie onderduikers in Bokhoven. Een bij de familie van den Broek, een bij Lambert Vugts en een bij Bart van Eggelen. Ook dezen gingen mee voor het tochtje op de Maas. ~~~~~ Zodra ze de school hadden doorlopen kwam voor menig Bokhovens meisje de vraag op wat te gaan doen. Verdere scholing elders was slechts voor een enkeling weggelegd, en thuis blijven om te helpen in de 148
huishouding werd als een overbodige luxe beschouwd, zolang moeder de vrouw er was. Veel meisjes hielpen daarom mee op de boerderij, maar sommigen gingen dienen bij een familie in de stad. Daar kwamen vanzelfsprekend alleen keurig opgevoede kinderen voor in aanmerking, die bijdehand genoeg waren om zich aan te passen aan stadse gewoonten. Zo had de Bokhovense Dina van den Broek zich bekwaamd als kindermeisje en de Limburgse Mina Braun als kokkin. De twee hadden elkaar gevonden tijdens een van hun betrekkingen en wilden op een gegeven ogenblik samen van baan veranderen. Maar voordat ze konden opzeggen, moesten ze een andere werkgever vinden. Aan de voordeur, in de winkel, op het schoolplein of op de markt werden de laatste nieuwtjes uitgewisseld en zo kwamen zij ook te horen of ergens een plaats vrij kwam. Dan trokken ze er op hun vrije middag op uit om te solliciteren, en .... te bekijken of de nieuwe betrekking hen schikte. Was de mevrouw wel aardig, de meneer niet te vrijpostig en de jeugd niet te brutaal. Zij hadden immers ervaring en stelden hun eisen. Zo vonden ze het maar niks dat op een adres het dieet hoofdzakelijk uit bruine bonen bleek te bestaan. Het spreekt voor zich dat ze wel in hun nopjes waren toen ze in dienst konden treden van de Gouverneur van de provincie Noord-Brabant*) in de Verwerstraat. Daar keek men van op en zeker de mensen in Bokhoven, waar ze om de paar maanden een vrije zaterdag en zondag doorbrachten. Het moet zijn gebeurd in mei 1916. Vlak voor Dina's vertrek naar Den Bosch wordt door ene Van Mil nog gauw iets warms aangereikt, verpakt in een servet. Of ze dat aan Mijnheer en Mevrouw de Gouverneur willen * ) In die dagen werd de Commissaris der Koningin (CdK) in Noord-Brabant, zoals heden ten dage nog die in Limburg aangesproken met Gouverneur 149
aanbieden. Wat er in zit, liet zich raden af te leiden uit de zalige geuren die uit het pakje opstijgen: een krentenbrood, vers uit de bakkerij van Van Mil Als altijd is het gezellig aan boord van de trekschuit met de mannen aan het dek en de vrouwen in het voor- en achteronder. Alleen als ze langs de Kromme Veerkamp varen wordt het stil. Zelfs de kerels aan dek houden dan even op met hun snoeverij. Zo hoort dat, weten ze allemaal, terwijl de een gauw een kruisje slaat en de ander terugdenkt aan de ramp met de trekschuit 1 nog geen tachtig jaar daarvoor.
heden minder bekend was, is dat de heer en mevrouw Van Voorst tot Voorst zo verguld waren met het geschenk uit Bokhoven dat ze het grootmoedig aan de meiden doorgaven. Die avond zaten de twee vergenoegd op de rand van hun bed op de zolderkamer aan de Verwerstraat te smullen van het lekkerste krentenbrood dat in de bakkerij, annex café, annex winkel van de familie Van Mil ooit is gebakken.
~~~~
Enfin, eenmaal terug op hun werkadres kijken de meisjes die maandagochtend uit naar het moment dat ze de Baron vanaf de Griffie naar de achterdeur van het Paleis 2 zien kuieren. Daarna horen ze hem over de tegels in de gang stappen op weg naar de salon waar zijn echtgenote Clara 3 hem als altijd opwacht. Ondertussen verzamelen de gedienstigen moed om hun entree te maken. Dina gaat voorop en Mina volgt met het pakket. Het echtpaar luistert belangstellend naar wat de twee te zeggen hebben. Uit dank voor de benoeming van de opeenvolgende hele goede burgemeesters voor de gemeente Bokhoven bieden zij namens de familie Van Mil het vers gebak aan. Dat de heer Willemse eind mei 1916 de plaats innam van de heer Versteeg is genoegzaam bekend 4, wat tot 1
Deze grootste ramp die Bokhoven ooit heeft getroffen wordt beschreven in La Licorne en de Parel aan de Maas (ISBN 978-90811664-2-3) 2 De Provinciale Griffie aan de Waterstraat was indertijd via de tuin verbonden met het Paleis van de Gouverneur aan de Verwerstraat. 3 mr A E J baron van Voorst tot Voorst was gehuwd met Clara Maria Theresia Johanna Thijssen 4 J Versteeg was burgemeester van 1889-1916. A J P Willemse diende tot 1 januari 1922, om daarna tot 1946 burgemeester te zijn over de samengevoegde gemeenten Bokhoven en Engelen. 150
151
Hoe te bestellen Van dezelfde auteur verschijnen bij de uitgever de volgende publicaties 5: Titel Code Prijs in € La Licorne en een klein dorp in Dorp 19.50 de grote wereld La Licorne en de Parel aan de Parel 19.50 Maas Labyrint 17.50 - La Licorne en het Labyrint Kaart 14.50 - Bokhoven op de Kaart Van Mieke Schure verschijnen bij dezelfde uitgever: Titel Code Prijs in € Jamaica x6 - Soon Come idem - Afghanistan van Oost tot West Afghanistan Ethiopia idem - Ethiopia (ism Pith) Al deze titels zijn uitgevoerd in boekvorm en rijkelijk geïllustreerd in kleur. De eenvoudigste manier om te bestellen is door het bedrag over te maken naar rekeningnummer 171965981 ten name van La Licorne te Boxtel onder vermelding van de code 7. Bestellen kan ook aan huis, met een email naar
[email protected], of met de post naar La Licorne, Prins Hendrikstraat 32-13, 5281 BS Boxtel (Nederland).
5
Op deze uitgaven rust copyright ten name van La Licorne, Boxtel Dit document is in beperkte oplage gedrukt en aangeboden aan een select gezelschap. Bestellingen voor de resterende exemplaren kunnen worden uitgevoerd tegen een nader vast te stellen voorwaarden 7 Voor betalingen vanuit landen anders dan Nederland gelden de volgende gegevens: IBAN: NL83 RABO 0171 9659 81 BIC: RABONL2U 6
152
153
I SBN /EAN : 978-90-811664-4-7 La Licorne, Box tel, N L 5281 CM 32-13 154
155
156
achterpagina 157