Color Controller E-3300/E-5300
Hulpprogramma’s
© 2012 Electronics For Imaging. De informatie in deze publicatie wordt beschermd volgens de Kennisgevingen voor dit product. 45107198 21 maart 2012
INHOUD
3
INHOUD INLEIDING Terminologie en conventies Over Help
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN Installatie voorbereiden op een Windows-computer Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer Gebruikerssoftware verwijderen van een Windows-computer Gebruikerssoftware installeren op een Mac OS-computer Gebruikerssoftware verwijderen van een Mac OS-computer
COMMAND WORKSTATION Hulpprogramma’s van Command WorkStation Opties Command WorkStation installeren Verbinding met de E-3300/E-5300 configureren Command WorkStation gebruiken
7 8 8
9 9 10 11 12 13
14 15 15 16 16 18
Help
18
Extra functies
19
Gemengde media
19
Problemen oplossen
25
Command WorkStation kan geen verbinding maken met de E-3300/E-5300
25
Command WorkStation reageert niet
25
INHOUD
FIERY SEEQUENCE SUITE
4
27
SeeQuence Suite-pakketten
27
SeeQuence Suite installeren en inschakelen
28
SeeQuence Suite-software installeren
28
SeeQuence Suite-software inschakelen
28
Help
30 Extra functies
FIERY PRODUCTIVITY PACKAGE
31
33
Kleurenfuncties
33
Productiefuncties
33
De productiefuncties gebruiken
34
Volgende afdrukken
34
Volgende verwerken
34
Direct afdrukken
34
SCAN
35
Remote Scan installeren en configureren
35
Remote Scan installeren
35
Remote Scan configureren
36
Werken met Remote Scan Scaninstellingen opgeven via Remote Scan Scannen vanaf het scherm van de kopieermachine
37 37 39
Scaninstellingen opgeven op de kopieermachine
40
Instelling Afbeeldingsmodus
42
Aanvullende informatie
42
Voorkeuze
42
Splitsmodus
43
Bestemmingen
43
Scanbestanden ophalen via Documenten
45
INHOUD
FIERY BRIDGE
5
46
Fiery Bridge installeren
46
Fiery Bridge gebruiken
46
HOT FOLDERS Hot Folders installeren Upgrade uitvoeren vanaf een eerdere versie van Hot Folders Hot Folders gebruiken
WEBTOOLS
47 47 47 48
49
WebTools instellen
49
De homepage van WebTools openen
50
WebTools gebruiken
51
INDEX
Begin
51
Downloads
51
Documenten
51
Configure
51
Adresboek voor scannen
52
53
INLEIDING
7
INLEIDING Het mediapakket voor Color Controller E-3300/E-5300 bevat een pakket hulpprogramma’s waarmee u de Color Controller E-3300/E-5300, de workflow voor afdruktaken en de inhoud van de taken op de Color Controller E-3300/E-5300 kunt beheren. Dit document biedt een overzicht van de installatie, de configuratie en het gebruik van de volgende hulpprogramma’s van de Color Controller E-3300/E-5300: • Command WorkStation controleert en beheert de workflow van afdruktaken op de Color Controller E-3300/E-5300. • Fiery SeeQuence Suite integreert activiteiten voor documentvoorbereiding op zowel vel- als paginaniveau in één visuele interface. – Fiery SeeQuence Preview biedt een afdrukvoorbeeld van elk veloppervlak van een taak voordat deze wordt verwerkt. De visuele interface wordt dynamisch aangepast om alle wijzigingen tijdens het voorbereiden van documenten voor afdrukken weer te geven. – Fiery SeeQuence Impose past inslagopmaak toe op taken voor aangepast afdrukken, binden en snijden. – Fiery SeeQuence Compose definieert de subhoofdstukken voor een taak, geeft paginabereiken op verschillende soorten media op en voegt lege media tussen pagina’s toe. • Fiery Productivity Package biedt operators (of gebruikers met operator- of beheerdersrechten) van de Color Controller E-3300/E-5300 extra kleuren- en productiefuncties om de workflow voor afdruktaken op de Color Controller E-3300/ E-5300 te controleren en te beheren. • Met Remote Scan kunt u scantaken starten en ophalen op de kopieermachine vanaf een externe computer op het netwerk. Omvat de TWAIN-invoegtoepassing voor scannen. • Met Fiery Bridge kunt u rechtstreeks vanaf een Windows-clientcomputer toegang krijgen tot gescande documenten in het postvak van uw Color Controller E-3300/E-5300. • Hot Folders biedt een eenvoudige en geautomatiseerde methode voor het verzenden van afdruktaken naar de Color Controller E-3300/E-5300 over het netwerk door documenten te slepen naar een map die is gekoppeld aan vooraf ingestelde afdrukopties. • WebTools beheert de Color Controller E-3300/E-5300 op afstand via het internet of bedrijfsintranet. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie over het gebruik van kleurbeheer.
INLEIDING
8
Terminologie en conventies Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies. Term of conventie
Verwijst naar
Aero
E-3300/E-5300 (in illustraties en voorbeelden)
E-3300/E-5300
Color Controller E-3300/E-5300
Kopieermachine
Hoofdapparaat van de kopieermachine
Mac OS
Mac OS X
Titels in cursief
Afdrukken in kleur, Configuratie en instellingen, Fiery-kleurenreferentie, Afdrukken, Hulpprogramma’s, Variabele gegevens afdrukken, Voorbeelden van workflows, Welkom
Windows
Windows XP, Windows Vista, Windows 7, Windows Server 2003/2008/2008 R2 Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is door de Help te openen in de software Tips en informatie
Een waarschuwing met betrekking tot handelingen die kunnen leiden tot de dood of zwaar lichamelijk letsel indien deze niet juist worden uitgevoerd. Let altijd op deze waarschuwingen voor een veilig gebruik van de apparatuur. Een waarschuwing met betrekking tot handelingen die kunnen leiden tot lichamelijk letsel indien deze niet juist worden uitgevoerd. Let altijd op deze waarschuwingen voor een veilig gebruik van de apparatuur. Vereisten en beperkingen met betrekking tot handelingen. Lees deze onderdelen altijd goed voor een juist gebruik van de apparatuur en om beschadiging aan apparatuur of eigendommen te voorkomen.
Over Help Gedetailleerde instructies voor het gebruik van de meeste hulpprogramma’s voor E-3300/E-5300 zijn te vinden in de online-Help. Indien van toepassing wordt in dit document naar de Help verwezen voor aanvullende informatie. Bovendien wordt uitgelegd hoe u de Help voor elk hulpprogramma kunt openen.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN
9
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN Dit hoofdstuk beschrijft de installatie van de gebruikerssoftware voor de E-3300/E-5300 op Windows- en Mac OS-computers. U kunt de gebruikerssoftware voor de E-3300/E-5300 op de volgende manieren installeren: • Vanuit de dvd met gebruikerssoftware • Vanaf de E-3300/E-5300 via internet of intranet Als u eerder al gebruikerssoftware voor de E-3300/E-5300 hebt geïnstalleerd op uw computer, stelt het installatieprogramma u in staat deze toepassingen te verwijderen tijdens het installatieproces.
Installatie voorbereiden op een Windows-computer Doe het volgende voordat u E-3300/E-5300-software gaat installeren op een Windows-computer: • Controleer of uw computer voldoet aan de minimale systeemvereisten. Raadpleeg Welkom voor meer informatie over de systeemvereisten. Als het meest recente servicepack niet is geïnstalleerd, wordt u via een waarschuwingsbericht gevraagd om dit te installeren. • Het Java-bestand Java Runtime Environment (JRE), dat u kunt vinden in de map Common Utilities op de dvd met gebruikerssoftware, moet op uw computer zijn geïnstalleerd. Als het juiste Java-bestand niet is geïnstalleerd, wordt de vereiste versie automatisch geïnstalleerd door de Fiery User Software Installer voordat de software van de E-3300/E-5300 wordt geïnstalleerd. Na de installatie van Java JRE, wordt een snelkoppeling Java Web Start op het bureaublad van uw computer geplaatst. Deze snelkoppeling is niet bedoeld voor gebruik met E-3300/ E-5300-gebruikerssoftware en kan worden verwijderd. O PMERKING : U kunt verschillende versies van Java JRE op uw computer hebben. De E-3300/ E-5300-software gebruikt automatisch de juiste versie. U hoeft dus geen andere versies van Java JRE te verwijderen die nodig zijn voor andere toepassingen.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN
10
Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer De installatie van alle gebruikerssoftware op een Windows-computer vindt plaats via de Fiery User Software Installer. In de onderstaande procedures wordt beschreven hoe u gebruikerssoftware installeert vanaf de dvd met gebruikerssoftware of via het internet en hoe u gebruikerssoftware wijzigt. De enige toepassingen die niet worden geïnstalleerd door de Fiery User Software Installer zijn Adobe Acrobat en Enfocus PitStop, die worden gebruikt met Fiery SeeQuence Suite. Raadpleeg “SeeQuence Suite installeren en inschakelen” op pagina 28 voor meer informatie. GEBRUIKERSSOFTWARE OP EEN WINDOWS-COMPUTER INSTALLEREN VANAF DE DVD MET GEBRUIKERSSOFTWARE 1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station.
Het welkomstvenster van het installatieprogramma wordt geopend.
2 Volg de instructies op het scherm.
Probeer de gebruikerssoftware niet te installeren door de afzonderlijke mappen voor de toepassingen te openen. Als u gebruikerssoftware wilt wijzigen of verwijderen nadat u deze op de computer hebt geïnstalleerd, gebruikt u de Fiery User Software Installer en de onderstaande procedure.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN
11
GEBRUIKERSSOFTWARE WIJZIGEN MET DE DVD MET GEBRUIKERSSOFTWARE 1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station. 2 Selecteer Toevoegen/verwijderen, Herstellen of Verwijderen in het venster dat wordt weergegeven. 3 Volg de instructies op het scherm.
U kunt de gebruikerssoftware voor de E-3300/E-5300 ook via internet of het bedrijfsintranet installeren. Vraag uw netwerkbeheerder om het IP-adres van de E-3300/E-5300. Gebruik uw internetbrowser om toegang te krijgen tot WebTools. Raadpleeg Welkom voor volledige informatie over browser- en systeemvereisten. GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN OP EEN WINDOWS-COMPUTER VIA HET INTERNET MET BEHULP VAN WEBTOOLS 1 Start uw internetbrowser. 2 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de E-3300/E-5300.
De homepage van E-3300/E-5300 wordt weergegeven. 3 Klik op het tabblad Downloads. 4 Klik op de koppeling voor de software die u wilt installeren. 5 Kies Uitvoeren om het bestand te openen of Opslaan om het op uw computer op te slaan. 6 Als u Uitvoeren kiest, gaat u naar stap 9. 7 Als u Opslaan kiest, bladert u naar de locatie waar u het bestand USERSWMI.exe wilt opslaan en klikt u vervolgens op Opslaan.
Het bestand wordt gedownload vanaf de E-3300/E-5300. 8 Dubbelklik op het bestand USERSWMI.exe. 9 Typ de URL van de E-3300/E-5300, http://
, als u daarom wordt gevraagd. 10 Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg de Help van WebTool Downloads voor volledige instructies over het gebruik van Downloads. Raadpleeg pagina 49 voor meer informatie over WebTools en Downloads. Probeer de gebruikerssoftware niet te installeren door de afzonderlijke mappen voor de toepassingen te openen. Gebruik steeds de Fiery User Software Installer.
Gebruikerssoftware verwijderen van een Windows-computer Gebruik de Fiery User Software Installer als u gebruikerssoftware wilt verwijderen die op een Windows-computer is geïnstalleerd. Raadpleeg “Gebruikerssoftware wijzigen met de dvd met gebruikerssoftware” op pagina 11.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN
12
Gebruikerssoftware installeren op een Mac OS-computer De installatie van gebruikerssoftware op een Mac OS-computer gebeurt afzonderlijk voor elke toepassing. U kunt de gebruikerssoftware zo nodig verwijderen met de Fiery Software Uninstaller. In de onderstaande procedures wordt beschreven hoe u gebruikerssoftware installeert en verwijdert. Raadpleeg Afdrukken voor meer informatie over het installeren van printerstuurprogramma’s. GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VANAF DE DVD MET GEBRUIKERSSOFTWARE 1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station. 2 Blader naar de map OSX. 3 Dubbelklik op het installatiepictogram van de toepassing die u wilt installeren. 4 Volg de instructies op het scherm.
U kunt de gebruikerssoftware voor de E-3300/E-5300 ook via internet of het bedrijfsintranet installeren. Vraag uw netwerkbeheerder om het IP-adres van de E-3300/E-5300. Gebruik uw internetbrowser om toegang te krijgen tot WebTools. Raadpleeg Welkom voor volledige informatie over browser- en systeemvereisten. GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VIA HET INTERNET MET BEHULP VAN WEBTOOLS 1 Start uw internetbrowser. 2 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de E-3300/E-5300.
De homepage van E-3300/E-5300 wordt weergegeven. 3 Klik op het tabblad Downloads. 4 Klik op de koppeling voor de software die u wilt installeren.
Het bestand osxutils.dmg wordt gedownload naar uw computer en er wordt een virtuele schijf weergegeven op uw bureaublad. 5 Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg de Help van WebTool Downloads voor volledige instructies over het gebruik van Downloads. Raadpleeg pagina 49 voor meer informatie over WebTools en Downloads.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN
Gebruikerssoftware verwijderen van een Mac OS-computer Gebruik het hulpprogramma Fiery Software Uninstaller en de volgende procedure als u gebruikerssoftware wilt verwijderen die op een Mac OS-computer is geïnstalleerd. GEBRUIKERSSOFTWARE VERWIJDEREN VAN EEN MAC OS-COMPUTER 1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de computer. 2 Blader naar de map OSX. 3 Klik op het pictogram voor de Fiery Software Uninstaller. 4 Selecteer de software die u wilt verwijderen en volg de instructies op het scherm.
13
COMMAND WORKSTATION
14
COMMAND WORKSTATION Command WorkStation breidt de gebruikerservaring uit en verbetert de productiviteit. De platformonafhankelijke toepassing geeft operators de hulpmiddelen om taken te beheren op de E-3300/E-5300 en beheerders de hulpmiddelen om de E-3300/E-5300 te configureren voor afdrukken. Command WorkStation bevat Taakcentrum voor taakbeheer, Apparaatcentrum voor serverbronbeheer en Fiery SeeQuence Suite om taken voor te bereiden voor afdrukken. In de weergaven Taakcentrum en Apparaatcentrum worden in de Serverlijst alle E-3300/E-5300-servers weergegeven waarmee u bent verbonden. U kunt tussen servers schakelen en servers toevoegen of verwijderen van de lijst. Er is informatie beschikbaar over verbruiksartikelen op de kopieermachine, ladekoppelingsstatus, en fouten en waarschuwingen. • Taakcentrum geeft de hulpmiddelen weer voor het beheren van taken in afdrukwachtrijen en een taakvoorbeeld van verwerkte taken. De status van taken wordt weergegeven. U kunt taken zoeken en u hebt toegang tot functies vanuit de aanpasbare werkbalk. • Apparaatcentrum geeft u toegang tot alle hulpbronnen van de E-3300/E-5300. Vanuit Apparaatcentrum hebt u toegang tot Instelling en hulpmiddelen zoals Reservekopie maken en terugzetten. U kunt kleurinstellingen uitvoeren, virtuele printers configureren en VDPbronnen beheren
COMMAND WORKSTATION
Hulpprogramma’s van Command WorkStation Command WorkStation biedt toegang tot de volgende hulpprogramma’s: • Reservekopie maken en terugzetten • Booklet Maker • Calibrator • Kleurbeheer • Configure • Taakeigenschappen • VDP-hulpbronnen • Virtuele printers
Opties De volgende hulpprogramma’s worden als optie aangeboden: • Fiery SeeQuence Suite • Fiery SeeQuence Impose • Fiery SeeQuence Compose
15
COMMAND WORKSTATION
16
Command WorkStation installeren Installeer Command WorkStation op een Windows- of Mac OS-computer met een netwerkverbinding naar de E-3300/E-5300. Raadpleeg Welkom voor een volledige lijst met systeemvereisten. Het installatieprogramma voor Command WorkStation bevindt zich op de dvd met gebruikerssoftware als onderdeel van de Fiery User Software Installer (Windows-computers) of als afzonderlijke toepassing (Mac OS X). Raadpleeg “Gebruikerssoftware installeren” op pagina 9 voor de installatie van Command WorkStation. Verbinding met de E-3300/E-5300 configureren De eerste keer dat u Command WorkStation gebruikt, wordt u gevraagd de verbinding met de E-3300/E-5300 te configureren. U kunt ook de configuratie bijwerken na een wijziging in uw E-3300/E-5300 of netwerk, zoals een wijziging in de servernaam of het IP-adres. Als u de instellingen van de E-3300/E-5300 wijzigt, moet u dit doen voordat u de configuratie van de verbinding aanpast. VOORDAT U BEGINT • Druk de configuratiepagina van de E-3300/E-5300 af.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor nadere instructies voor het afdrukken van de configuratiepagina. De configuratiepagina van de E-3300/E-5300 bevat informatie die u nodig hebt bij het configureren van de verbinding, zoals het IP-adres van de E-3300/E-5300. Voor TCP/ IP-installaties kunt u de DNS-naam gebruiken in plaats van het IP-adres. Zorg dat de E-3300/E-5300 is geregistreerd op een Domain Name Server (DNS) op uw netwerk. Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer informatie. DE VERBINDING VOOR COMMAND WORKSTATION CONFIGUREREN 1 Start Command WorkStation. Windows: Start\Programma’s\Fiery\Fiery Command WorkStation 5 Mac OS: Programma’s : Fiery : Command WorkStation 5 : Command WorkStation 2 Typ de DNS-naam of het IP-adres en klik op Toevoegen om de server toe te voegen aan de lijst Niet-verbonden servers. Als geen E-3300/E-5300 wordt gevonden, klikt u op het pictogram en zoekt u op een bereik van IP-adressen of op een IP-adres en subnetmasker. Klik vervolgens op Start. Of selecteer Automatisch zoeken.
COMMAND WORKSTATION
17
Alle beschikbare servers worden weergegeven.
Als u een bepaalde server wilt zoeken, typt u de servernaam in het veld Filteren op trefwoord. Selecteer de E-3300/E-5300 die u wilt gebruiken, klik op Toevoegen en klik vervolgens op Verbinden.
Het dialoogvenster Aanmelden wordt weergegeven.
3 Selecteer Beheerder, Operator of Gastgebruiker in het gebruikersmenu en typ het juiste wachtwoord, indien dit nodig is.
Vraag de systeembeheerder om het wachtwoord voor de E-3300/E-5300 waarmee u verbinding wilt maken. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van wachtwoorden en het standaardbeheerderswachtwoord voor de E-3300/E-5300. 4 Klik op Aanmelden.
Command WorkStation is nu verbonden met de E-3300/E-5300. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het beheren van en verbinden met aanvullende E-3300/E-5300-servers.
COMMAND WORKSTATION
18
Command WorkStation gebruiken Nadat u Command WorkStation hebt geïnstalleerd en geconfigureerd, kunt u hiermee taken op de E-3300/E-5300 gaan controleren en beheren.
Help Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor instructies voor het gebruik van functies van Command WorkStation. Het menu Help biedt toegang tot de volgende soorten Help: • Online-Help biedt procedurele informatie. • Hoe opent de EFI-webpagina, die demonstratiescripts en voorbeeldbestanden bevat. • Wat is nieuw beschrijft de nieuwe functies van Command WorkStation. HELP VAN COMMAND WORKSTATION OPENEN 1 Start Command WorkStation.
Selecteer de E-3300/E-5300 in de serverlijst en meld u aan bij de server. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van wachtwoorden en het standaardbeheerderswachtwoord voor de E-3300/E-5300.
2 Kies Help, Hoe of Wat is nieuw in het menu Help.
COMMAND WORKSTATION
19
Extra functies In de volgende secties wordt beschreven hoe u extra functies van Command WorkStation kunt gebruiken die niet worden behandeld in de Help van Command WorkStation.
Gemengde media Met de functie Gemengde media kunt u de subhoofdstukken voor een taak definiëren, paginabereiken afdrukken op verschillende soorten media en lege media tussen pagina’s toevoegen. De volgende richtlijnen en beperkingen gelden voor de instellingen van Gemengde media: • In het dialoogvenster Gemengde media kunt u geen instellingen opgeven die conflicteren met instellingen voor media, paginaformaat of afwerking die voor de taak zijn opgegeven in het dialoogvenster Taakeigenschappen of in het printerstuurprogramma. • Als twee of meer instellingen voor gemengde media strijdig zijn, worden de namen van deze instellingen rood gemarkeerd in het dialoogvenster Gemengde media om aan te geven dat u het conflict moet oplossen. • Als u afdrukopties opgeeft (in het dialoogvenster Taakeigenschappen of in het printerstuurprogramma) nadat u instellingen voor gemengde media hebt opgegeven, kunnen bepaalde afdrukopties in conflict zijn met de paginaspecifieke instellingen voor gemengde media. U moet dit conflict oplossen door andere afdrukopties te kiezen of bepaalde specificaties voor gemengde media te verwijderen. • Instellingen voor Gemengde media hebben invloed op het gebruik van kleurenuitvoerprofielen wanneer de optie Mediaprofielen gebruiken is geselecteerd in Kleurinstellingen. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie. • Als tellers zijn geconfigureerd voor de kopieermachine, tellen blanco media die tussen pagina’s worden ingevoegd als afgedrukte pagina’s. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor basisinstructies voor het openen en gebruiken van Gemengde media. In de onderstaande procedures worden de specifieke functies van de E-3300/E-5300 besproken.
COMMAND WORKSTATION
20
SPECIFICATIES VOOR GEMENGDE MEDIA DEFINIËREN 1 Selecteer of klik met de rechtermuisknop op een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd in de weergave Taakcentrum en kies Eigenschappen in het menu Acties of dubbelklik op een taak. 2 Klik op het pictogram Media en schuif naar Gemengde media.
In het dialoogvenster Gemengde media worden alle eerder gedefinieerde media-instellingen weergegeven. Bovendien vindt u hier knoppen voor het definiëren, wijzigen en verwijderen van instellingen.
3 Voer bij Hoofdstukbeginpagina’s de paginanummers in waarop u nieuwe hoofdstukken wilt laten beginnen.
Typ de paginanummers als door komma gescheiden waarden (bijvoorbeeld: 4,9,17) om het begin van elk nieuwe hoofdstuk aan te geven. Met deze functie kunt u zorgen dat voor elke beginpagina een rechterpagina wordt gebruikt, door indien nodig een voorafgaande lege linkerpagina in te voegen. O PMERKING : U hoeft niet de eerste pagina in te voeren. De paginanummers verwijzen naar de nummering van het originele document. Als u de functie Hoofdstukbeginpagina gebruikt, moeten alle media die zijn opgegeven in de vervolgkeuzelijst Papier per hoofdstuk dezelfde afmetingen hebben (bijvoorbeeld, allemaal Letter, allemaal Tabloid of allemaal A4).
COMMAND WORKSTATION
21
4 Als u op elk hoofdstuk dat u met de functie Hoofdstukbeginpagina maakt afwerkingsopties wilt toepassen, schakelt u de optie “Elk hoofdstuk definiëren als een aparte afwerkingsset” in.
O PMERKING : Niet alle afwerkingsopties kunnen worden toegepast op hoofdstukken die media
van gemengd formaat bevatten (bijvoorbeeld Letter en A4). 5 U kunt eigenschappen voor voor- en achteromslagen definiëren door op Omslag definiëren te klikken.
Raadpleeg “Instellingen voor omslagmedia definiëren” op pagina 22 voor meer informatie. 6 U kunt eigenschappen voor afzonderlijke pagina’s of paginabereiken definiëren door op Nieuw paginabereik te klikken.
Raadpleeg “Media definiëren voor specifieke pagina’s” op pagina 23 voor meer informatie. 7 Als u blanco pagina’s wilt invoegen, klikt u op Nieuw tussenvel.
Raadpleeg “Blanco pagina’s invoegen” op pagina 24 voor meer informatie. 8 Als u een bestaande definitie wilt wijzigen of verwijderen, selecteert u deze definitie in de lijst Definitie gemengde media en klikt u op Bewerken of Verwijderen.
Als u op Bewerken klikt, voert u nieuwe instellingen in voor de definitie en klikt u vervolgens op Wijzigen. 9 Nadat u het definiëren van instellingen voor gemengde media hebt voltooid, klikt u op OK om het dialoogvenster Gemengde media en Taakeigenschappen te sluiten.
De instellingen voor gemengde media worden toegepast op de taak. O PMERKING : U kunt tot 100 verschillende instellingen voor de selectielijst opslaan in het
dialoogvenster Gemengde media.
COMMAND WORKSTATION
22
INSTELLINGEN VOOR OMSLAGMEDIA DEFINIËREN 1 Klik in het dialoogvenster Gemengde media op Omslag definiëren.
Het dialoogvenster Omslagmedia wordt weergegeven.
2 Als u identieke media voor- en achteromslagen wilt definiëren, schakelt u de optie Zelfde instellingen toepassen op voor-en achteromslag in. Als u aparte media-instellingen wilt definiëren voor voor- en achteromslagen, schakelt u de optie Vooromslag of Achteromslag in. 3 Kies andere instellingen naar wens. 4 Selecteer het gewenste medium in het menu Media.
Het gekozen medium wordt weergegeven in het gedeelte Gemengde media. 5 Klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
De instellingen voor Omslagmedia hebben voorrang op instellingen die zijn gedefinieerd in het dialoogvenster Pagina/Paginabereik media.
COMMAND WORKSTATION
23
MEDIA DEFINIËREN VOOR SPECIFIEKE PAGINA’S 1 Klik in het dialoogvenster Gemengde media op Nieuw paginabereik.
Het dialoogvenster Pagina/Paginabereik media wordt weergegeven.
2 Typ pagina’s en paginabereiken als door komma gescheiden waarden (bijvoorbeeld: 3,9–14,18). 3 Kies andere instellingen naar wens.
Als u een nieuwe mediasoort toewijst aan de achterzijde van een vel dat dubbelzijdig wordt afgedrukt, wordt een blanco pagina ingevoegd zodat de inhoud van de toegewezen pagina op de voorzijde van het volgende vel wordt afgedrukt. 4 Selecteer het gewenste medium in het menu Media.
Het gekozen medium wordt weergegeven in het gedeelte Gemengde media. 5 Klik op Definitie toevoegen na elke media-instelling die u definieert. 6 Klik op Sluiten om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
COMMAND WORKSTATION
BLANCO PAGINA’S INVOEGEN 1 Klik op Nieuw tussenvel in het dialoogvenster Gemengde media.
Het dialoogvenster Blanco invoegen wordt weergegeven.
2 Geef aan of u de blanco pagina wilt invoegen vóór of na de doelpagina. Definieer de doelpagina als de eerste of de laatste pagina in het document of als een pagina met een specifiek nummer. 3 Kies andere instellingen naar wens. 4 Selecteer het gewenste medium in het menu Media.
Het gekozen medium wordt weergegeven in het gedeelte Gemengde media. 5 Klik op Invoegen na elke blanco pagina die u definieert. 6 Klik op Sluiten om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
24
COMMAND WORKSTATION
25
Problemen oplossen Raadpleeg de volgende secties bij het oplossen van elementaire verbindings- en softwareproblemen met Command WorkStation. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor aanvullende informatie over het oplossen van problemen.
Command WorkStation kan geen verbinding maken met de E-3300/E-5300 Als u geen verbinding kunt maken met de E-3300/E-5300 of de E-3300/E-5300 niet kunt vinden vanaf uw computer, neemt u contact op met de netwerkbeheerder. Mogelijk moet de beheerder uw netwerkverbindingen controleren en de instellingen op de servers bekijken waarop u afdrukt. Als er instellingen zijn gewijzigd, kan het nodig zijn de E-3300/E-5300 opnieuw te configureren (raadpleeg Configuratie en instellingen). Als u verbinding kunt maken met de E-3300/E-5300 via een ander hulpprogramma, moet u mogelijk de verbinding van Command WorkStation met de E-3300/E-5300 opnieuw configureren (raadpleeg pagina 16). Als u de E-3300/E-5300 hebt geconfigureerd en clientcomputers en netwerkservers hebt ingesteld volgens de instructies in Configuratie en instellingen, drukt u een testpagina af. Als u wel de testpagina kunt afdrukken, maar nog steeds geen document kunt afdrukken vanaf een externe computer, moet u de netwerkbeheerder vragen de netwerkverbinding te controleren. Als u geen verbinding kunt maken en geen testpagina kunt afdrukken, kijkt u op het scherm van de kopieermachine voor foutberichten.
Command WorkStation reageert niet Gebruik de volgende richtlijnen voor het oplossen van problemen als Command WorkStation niet reageert. ALS DE VENSTERS VAN COMMAND WORKSTATION NIET WORDEN BIJGEWERKT 1 Meld u af en sluit vervolgens Command WorkStation af. 2 Start Command WorkStation opnieuw of start de computer opnieuw op.
Als de vensters van Command WorkStation niet worden bijgewerkt of als geen taken worden weergegeven en u de muis niet kunt gebruiken (u kunt geen taak of venster selecteren, een opdracht in een snelmenu gebruiken of een menuopdracht kiezen), betekent dit dat de E-3300/E-5300 offline is of dat de netwerkcommunicatie is mislukt.
COMMAND WORKSTATION
26
COMMAND WORKSTATION GEFORCEERD AFSLUITEN 1 Windows: druk op Ctrl-Alt-Delete en gebruik Taakbeheer om Command WorkStation te sluiten. Mac OS X: kies Apple-menu : Forceer stop, selecteer Command WorkStation en klik vervolgens op Forceer stop. Of u drukt op Command+Option+Esc, selecteert Command WorkStation en klikt vervolgens op Forceer stop. 2 Maak vervolgens de netwerkkabel van de E-3300/E-5300 los, sluit de kabel weer aan en probeer vervolgens een test- of configuratiepagina af te drukken. 3 Als dit niet lukt, moet u de E-3300/E-5300 opnieuw starten.
FIERY SEEQUENCE SUITE
27
FIERY SEEQUENCE SUITE Fiery SeeQuence Suite is een geïntegreerd hulpmiddel voor taakvoorbereiding dat de volgende modi bevat, afhankelijk van de beschikbare clientdongle (indien aanwezig): • Fiery SeeQuence Preview biedt een voorbeeld van de taak vóór verwerking. • Fiery SeeQuence Compose stelt u in staat de subhoofdstukken voor een taak te definiëren, paginabereiken af te drukken op verschillende soorten media, lege media tussen pagina’s toe te voegen en tabbladen met tekst in te voegen (als de kopieermachine afdrukken op tabbladen ondersteunt). • Fiery SeeQuence Impose past inslagopmaak toe op taken voor aangepast afdrukken, binden en snijden. Met Impose kunt u ook inslagfuncties toepassen op taken met variabele gegevens en ingeslagen taken opslaan als PDF-bestanden. • Fiery SeeQuence Suite integreert de functies van Impose en Compose in het venster Preview. In dit hoofdstuk verwijst de term “Compose” naar Fiery SeeQuence Compose, de term “Impose” naar Fiery SeeQuence Impose en de term “SeeQuence Suite” naar Fiery SeeQuence Suite.
SeeQuence Suite-pakketten De Fiery SeeQuence Suite-software is beschikbaar in de volgende optionele pakketconfiguraties: • Fiery SeeQuence Impose-pakket (inclusief dvd met Adobe Acrobat/Enfocus PitStop en dongle) • Fiery SeeQuence Compose-pakket (inclusief dvd met Adobe Acrobat/Enfocus PitStop en dongle) • Fiery SeeQuence Suite-pakket, bestaande uit SeeQuence Impose en SeeQuence Compose (inclusief dvd met Adobe Acrobat/Enfocus PitStop en enkele dongle)
FIERY SEEQUENCE SUITE
28
Impose en Compose worden ondersteund op zowel Windows- als Mac OS-computers. Raadpleeg Welkom voor meer informatie over de systeemvereisten. O PMERKING : SeeQuence Suite, Impose en Compose zijn optionele upgradepakketten voor Command WorkStation. Als u de volledige functionaliteit van de optionele software wilt gebruiken, moet de specifieke dongle voor het pakket op uw computer zijn geïnstalleerd. Als de dongle niet is geïnstalleerd, wordt SeeQuence uitgevoerd in de demonstratiemodus. In de demonstratiemodus worden ingeslagen taken afgedrukt met een watermerk en kunt u ingeslagen taken in DBP-indeling opslaan op de E-3300/E-5300. U kunt ingeslagen taken in de demonstratiemodus wel in Adobe PDF-indeling opslaan op een vaste schijf en de E-3300/E-5300, maar de taken worden opgeslagen met een watermerk.
SeeQuence Suite installeren en inschakelen In de volgende secties wordt beschreven hoe u SeeQuence Suite moet installeren en inschakelen.
SeeQuence Suite-software installeren De SeeQuence Suite-software wordt geïnstalleerd met Command WorkStation-software. Raadpleeg pagina’s 9 en 16 voor meer informatie over het installeren van Command WorkStation.
SeeQuence Suite-software inschakelen Impose en Compose zijn functies van Command WorkStation die zijn beveiligd met een dongle en die werken in combinatie met Adobe Acrobat en de invoegtoepassing Enfocus PitStop. Op elke computer waarop SeeQuence Suite-software wordt gebruikt, moet u een speciale dongle installeren. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de dongle en de vereiste software installeert. U hebt de volgende onderdelen nodig: • Dongle: een USB-dongle die wordt geleverd bij een van de volgende optiepakketten: – Impose – Compose – SeeQuence Suite, bestaande uit Impose en Compose (enkele dongle) O PMERKING : Als u een eerdere versie van Impose of Compose hebt aangeschaft, kunt u de
dongles die al in uw bezit zijn gebruiken om Impose of Compose in te schakelen. • Dvd met Adobe Acrobat/Enfocus PitStop: meegeleverd met de SeeQuence Suiteoptiepakketten. Bevat installatieprogramma’s voor Adobe Acrobat en Enfocus PitStop, een invoegtoepassing voor Acrobat, voor zowel Windows als Mac OS X.
FIERY SEEQUENCE SUITE
29
O PMERKING : Als u voorbeelden van PostScript-bestanden wilt bekijken en deze wilt bewerken, moet Adobe Acrobat zijn geïnstalleerd op dezelfde computer als de SeeQuence Suite-software. U hebt Adobe Acrobat of Enfocus PitStop niet nodig om voorbeelden van PDF-bestanden te bekijken, maar u hebt Adobe Acrobat wel nodig om PDF-bestanden te bewerken.
Ga als volgt te werk om SeeQuence Suite-software in te schakelen op een computer (of de E-3300/E-5300 als deze ondersteuning biedt voor en is uitgerust met een beeldscherm, toetsenbord en muis): • Installeer de dongle uit het pakket rechtstreeks op de computer. Er is één dongle per clientcomputer vereist. • Installeer Adobe Acrobat en PitStop vanaf de installatie-dvd (Windows of Mac OS) uit het pakket. O PMERKING : Als u SeeQuence Suite-software inschakelt op de E-3300/E-5300, wordt er in de
volgende procedures van uitgegaan dat u bij de E-3300/E-5300 bent aangemeld als beheerder. In verband met de netwerkbeveiliging kan de systeembeheerder het beheerderswachtwoord periodiek wijzigen. Vraag het wachtwoord aan de systeembeheerder. DE DONGLE INSTALLEREN 1 Als Command WorkStation al is geïnstalleerd en wordt uitgevoerd op de clientcomputer, sluit u Command WorkStation af.
O PMERKING : Als Command WorkStation wordt uitgevoerd, zal de installatie van de dongle (beschreven in stap 2) mislukken. 2 Pak de dongle uit en sluit deze rechtstreeks aan op de USB-aansluiting van de clientcomputer.
Zorg dat de dongle goed vastzit in de aansluiting. Installeer Adobe Acrobat en Enfocus PitStop zoals beschreven in de onderstaande procedure. ADOBE ACROBAT EN ENFOCUS PITSTOP INSTALLEREN 1 Als de nieuwste versies van Adobe Acrobat en Enfocus PitStop niet zijn geïnstalleerd, verwijdert u eventuele eerdere versies van Adobe Acrobat en Enfocus PitStop die op uw computer zijn geïnstalleerd. 2 Sluit alle geopende toepassingen. 3 Plaats de dvd met Adobe Acrobat/Enfocus PitStop (Windows of Mac OS) in het dvd-station. 4 Als het installatieprogramma niet automatisch wordt gestart, bladert u naar het hoofdniveau van de dvd en dubbelklikt u op Setup.exe (Windows) of Setup.app (Mac OS). 5 Windows: selecteer de gewenste taal en klik op Volgende. Mac OS X: klik op Installeren en volg de instructies op het scherm.
De aangeschafte SeeQuence Suite-softwareoptie is nu volledig ingeschakeld.
FIERY SEEQUENCE SUITE
30
Help De Help van SeeQuence Suite is onderdeel van de Help van Command WorkStation. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor instructies voor het gebruik van Impose en Compose. Het menu Help biedt toegang tot de volgende soorten Help: • Online-Help biedt procedurele informatie. • Hoe opent de EFI-webpagina, die demonstratiescripts en voorbeeldbestanden bevat. • Wat is nieuw beschrijft de nieuwe functies van Command WorkStation. DE HELP VAN COMMAND WORKSTATION OPENEN 1 Start Command WorkStation.
Selecteer de E-3300/E-5300 in de serverlijst en meld u aan bij de server (raadpleeg “Verbinding met de E-3300/E-5300 configureren” op pagina 16). 2 Kies Help, Hoe of Wat is nieuw in het menu Help.
Of druk op F1 wanneer de muisaanwijzer zich in het hoofdvenster van Command WorkStation bevindt.
FIERY SEEQUENCE SUITE
31
Extra functies Raadpleeg de volgende gedeelten voor informatie over functies die niet of onjuist worden beschreven in de Help van Command WorkStation. Lijstweergave In de Help van SeeQuence Preview wordt verwezen naar Lijstweergave, een alternatieve manier om pagina’s in het paginaweergavevenster weer te geven als een lijst in tekstindeling. Lijstweergave is niet langer beschikbaar. Pagina’s worden weergegeven als miniatuurweergaven in het paginaweergavevenster. Combinatiestijlen gebruiken met combinatiemethoden voor VDP-taken in Impose In het gedeelte SeeQuence Suite van de Help van Command WorkStation is de tabel met combinatiestijlen en combinatiemethoden voor afdruktaken met variabele gegevens niet juist. Raadpleeg de volgende tabel voor de stijlen die u kunt gebruiken met combinatiemethoden voor afdruktaken met variabele gegevens. Combinatiemethode
Stijl Standaard
Stijl Kop aan kop
Stijl Voet aan voet
Stijl Stijl Afwisselend Omgekeerd omgekeerd
Herhalen
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Uniek
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Uniek collationeren Ja en bijsnijden
Ja
Ja
Ja
Ja
Meerdere records collationeren
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Snijden en stapelen Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Duplo - korte kant
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
Duplo - lange kant
Ja
Nee
Nee
Nee
Nee
De stijl Standaard enige opmaakstijl die wordt ondersteund voor combinatietaken met variabele gegevens en met herhalen. Alle opmaakstijlen worden ondersteund voor afdruktaken met niet-variabele gegevens in PostScript- of PDF-indeling die via de functie Importeren of het printerstuurprogramma naar Command WorkStation worden verzonden. Voor taken die via een overdrachtmap worden verzonden kan in Impose geen onderscheid worden gemaakt tussen afdruktaken met variabele en afdruktaken met niet-variabele gegevens. Daarom is Standaard de enige combinatiestijl met herhalen die wordt ondersteund voor afdruktaken met variabele en afdruktaken met niet-variabele gegevens.
FIERY SEEQUENCE SUITE
32
APPE-taken in SeeQuence Impose Wanneer u een taak in SeeQuence Impose inslaat met Adobe PDF Print Engine (APPE) geselecteerd in Taakeigenschappen en de taak vervolgens opslaat, kunt u geen verdere inslagwijzigingen in de ingeslagen taak aanbrengen. De standaardopslagindeling voor ingeslagen APPE-taken is als PDF met één laag, waarbij geen verdere wijzigingen mogelijk zijn. Als u niet tevreden bent met uw keuzen voor inslag, moet u opnieuw starten met de oorspronkelijke taak. O PMERKING : Als u een taak opslaat in DBP-indeling, kunt u verdere inslagwijzigingen
aanbrengen, maar wordt de taak verwerkt als een PostScript-taak, niet als een APPE-taak.
FIERY PRODUCTIVITY PACKAGE
33
FIERY PRODUCTIVITY PACKAGE Fiery Productivity Package biedt operators (of gebruikers met operator- of beheerdersrechten) van de E-3300/E-5300 extra kleuren- en productiefuncties om de workflow voor afdruktaken op de E-3300/E-5300 te controleren en te beheren. Fiery Productivity Package wordt samen met de Command WorkStation-software geïnstalleerd en alle functies zijn toegankelijk vanuit Command WorkStation. Raadpleeg pagina 9 voor informatie over het installeren van E-3300/E-5300-gebruikerssoftware. Raadpleeg pagina 14 en de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het gebruik van Command WorkStation.
Kleurenfuncties De volgende kleurenfuncties zijn beschikbaar met Fiery Productivity Package: • Spot-On, met Kleurvervanging en Samengestelde overdruk • Configureerbaar Automatisch overvullen (met automatisch overvullen van CMYK-zwart) • Beeldverbetering (interactief ) • ImageViewer • Papiersimulatie (met bewerken van papiersimulatie) • Bedieningsbalk (met de Ugra/Fogra-controlestrip) • Postflight Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie over deze kleurenfuncties.
Productiefuncties De volgende productiefuncties zijn beschikbaar met Fiery Productivity Package: • Hot Folders (raadpleeg pagina 47) • Virtuele printers (raadpleeg de Help van Command WorkStation) • Filters voor Hot Folders (raadpleeg de Help van Hot Folders) • Geavanceerd taakbeheer – Volgende afdrukken (raadpleeg pagina 34) – Volgende verwerken (raadpleeg pagina 34) – Direct afdrukken (raadpleeg pagina 34) • Veilig wissen (raadpleeg de Help van Command WorkStation)
FIERY PRODUCTIVITY PACKAGE
34
De productiefuncties gebruiken In de volgende secties wordt beschreven hoe u toegang krijgt tot enkele productiefuncties van Fiery Productivity Package en hoe u deze kunt gebruiken.
Volgende afdrukken De functie Volgende afdrukken verplaatst de geselecteerde taak onmiddellijk naar de afdrukwachtrij. Als op dat moment een andere taak wordt afgedrukt, wordt de geselecteerde taak voor Volgende afdrukken onmiddellijk daarna afgedrukt.
Volgende verwerken De functie Volgende verwerken verplaatst de geselecteerde taak onmiddellijk naar de verwerkingswachtrij. Als op dat moment een andere taak wordt verwerkt, wordt de geselecteerde taak voor Volgende verwerken onmiddellijk daarna verwerkt. De functie bevindt zich in het menu Acties in Command WorkStation en wordt beschreven in de Help van Command WorkStation.
Direct afdrukken Met de functie Direct afdrukken kunt u een taak onmiddellijk afdrukken en krijgt de taak voorrang boven andere taken in de afdrukwachtrij. Alle overige taken die momenteel worden afgedrukt, worden onderbroken. Nadat het direct afdrukken van een taak is voltooid, wordt het afdrukken van de onderbroken taken hervat. EEN TAAK MARKEREN VOOR DIRECT AFDRUKKEN • Selecteer een taak in het venster Actieve vensters en kies Direct afdrukken in het menu Acties of klik met de rechtermuisknop op de taak en kies Direct afdrukken in het menu dat wordt weergegeven.
De volgende beperkingen zijn van toepassing: • U kunt geen afdruktaak met slechts één set onderbreken. Bij het afdrukken van variabele gegevens of andere taken die worden gescheiden op basis van records, kunt u de taak onderbreken tussen de records. • U kunt geen taak onderbreken die wordt verwerkt. • U kunt geen andere directe afdruktaak onderbreken.
SCAN
35
SCAN Scan is een verzameling softwareonderdelen waarmee u documenten kunt scannen vanaf de glasplaat van de kopieermachine of via de automatische documentinvoer van de kopieermachine (ADF) en de gescande afbeeldingen kunt verzenden naar specifieke bestemmingen. Scan bestaat uit de volgende onderdelen: • Remote Scan omvat de TWAIN-invoegtoepassing. Remote Scan stelt u in staat een scantaak op afstand te starten en op te halen van een kopieermachine. • Scan naar e-mail stelt u in staat het scanbestand via e-mail te verzenden als bijlage of URL. • Scannen naar FTP stelt u in staat het scanbestand te verzenden naar een FTP-server. • Scannen naar Internet-fax stelt u in staat het scanbestand als fax te verzenden naar een e-mailadres. • Scannen naar postvak stelt u in staat te scannen naar een postvak op de E-3300/E-5300, vanwaaruit het scanbestand kan worden opgehaald. • Scannen naar blokkeringswachtrij stelt u in staat te scannen naar de blokkeringswachtrij van de E-3300/E-5300 om documenten samen te voegen en te bewerken. • WebTool Documenten stelt u in staat gescande taken op te halen vanuit postvakken op de kopieermachine.
Remote Scan installeren en configureren In de volgende secties wordt beschreven hoe u Remote Scan moet installeren en configureren.
Remote Scan installeren Voor de installatie en het gebruik van de invoegtoepassing Remote Scan hebt u een Windowsof Mac OS-computer met een netwerkverbinding nodig. Raadpleeg Welkom voor een gedetailleerd overzicht van de systeemvereisten. Het installatieprogramma voor Remote Scan bevindt zich op de dvd met gebruikerssoftware. Raadpleeg “Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer” op pagina 10 en “Gebruikerssoftware installeren op een Mac OS-computer” op pagina 12 voor meer informatie over het installeren van Remote Scan.
SCAN
36
Remote Scan configureren De eerste keer dat u Remote Scan start, moet u de verbinding met de E-3300/E-5300 configureren. U moet het juiste IP-adres kennen voordat u de verbinding kunt configureren. Zorg dat de E-3300/E-5300 geregistreerd is op een Domain Name Server (DNS) op het netwerk. Wanneer u Remote Scan start, wordt het dialoogvenster Configuratie weergegeven. Raadpleeg “De verbinding met de E-3300/E-5300” op pagina 36 voor informatie over de eerste configuratie van de verbinding met de E-3300/E-5300. Raadpleeg de Help van Remote Scan voor volledige instructies over het configureren en aanpassen van de verbinding met de E-3300/E-5300. Als u reeds eerder een verbinding met de E-3300/E-5300 hebt geconfigureerd, wordt deze weergegeven in het hoofdvenster van Remote Scan en kunt u onmiddellijk een scan starten, scans ophalen die via het scherm van de kopieermachine zijn gestart of de Help van Remote Scan openen. DE VERBINDING MET DE E-3300/E-5300 1 Wanneer u Remote Scan voor het eerst start, wordt het dialoogvenster Configuratie weergegeven. Typ het IP-adres of de DNS-naam van de E-3300/E-5300 in het tekstveld Servernaam (of IP-adres). 2 Selecteer Bijnaam gebruiken om een andere naam te typen om de E-3300/E-5300 te onderscheiden.
Deze naam hoeft niet overeen te komen met de servernaam van de E-3300/E-5300. 3 Typ de naam van het apparaat waarmee de E-3300/E-5300 is verbonden.
O PMERKING : U kunt hier een willekeurige tekst typen, maar u moet dit veld invullen om
door te gaan. 4 Klik op de groene pijl om de E-3300/E-5300 aan de lijst My Fiery toe te voegen. 5 Klik op OK.
SCAN
37
Werken met Remote Scan U kunt scanbestanden starten en ophalen op afstand met Remote Scan en de TWAINinvoegtoepassing. U kunt het scanbestand openen in een hosttoepassing, bijvoorbeeld Adobe Photoshop en het scanbestand verzenden naar een postvak, de blokkeringswachtrij, een FTP-server, of naar een e-mailadres als e-mail of internetfax. U kunt bestanden ophalen uit het postvak met Remote Scan, WebTool Documenten, Fiery Bridge (alleen op Windows- computers) of Command WorkStation. Alle scanbestanden worden opgeslagen op de E-3300/E-5300 en opgehaald via het netwerk. Volledige instructies over het gebruik van Remote Scan of de invoegtoepassing vindt u in de Help van Remote Scan. DE HELP VAN REMOTE SCAN OPENEN 1 Start Remote Scan of open de invoegtoepassing voor Remote Scan. 2 Klik op de knop Help. 3 Gebruik de deelvensters Inhoud, Index of Zoeken om de Help-onderwerpen voor Remote Scan te bekijken.
Hierna worden de scaninstellingen beschreven die specifiek zijn voor de kopieermachine.
Scaninstellingen opgeven via Remote Scan Wanneer u Remote Scan start en verbinding maakt met de E-3300/E-5300, worden de specifieke instellingen van de kopieermachine weergegeven op het tabblad Starten van het venster Remote Scan. Ook als u de TWAIN-invoegtoepassing voor Remote Scan opent vanuit een derde toepassing en verbinding maakt met de E-3300/E-5300, worden de specifieke instellingen van de kopieermachine weergegeven. SCANINSTELLINGEN OPGEVEN VIA REMOTE SCAN 1 Selecteer de juiste opties op het tabblad Starten. Zijden: kies het aantal zijden dat de kopieermachine moet scannen. (Deze optie is alleen
beschikbaar als u scant vanaf de ADF.) Grootte: kies het formaat van het document. Als u Autom. detecteren kiest, kunt u Gemengd
selecteren en een taak met verschillende paginaformaten scannen. Afdrukstand: kies de afdrukstand. Verwijderen achtergrond: geef op in welke mate de achtergrond moet worden verwijderd door
een selectie te maken uit het numerieke bereik. De standaardinstelling is Uit. Afbeeldingsmodus: geef op of u de modus Tekst, Tekst (OCR), Tekst/Afbeelding of Afbeelding scannen wilt gebruiken. De beschikbare opties zijn afhankelijk van de Kleurmodus die u kiest.
SCAN
38
Splitsmodus: geef op of u de modus Pagina of Batch wilt gebruiken. De standaardinstelling
is Uit. Time-out splitsmodus: geef de time-out van de taak op in seconden. Deze optie is alleen beschikbaar als u de modus Pagina kiest. Rand wissen: geef op of u de randen van het gescande origineel wilt verwijderen.
O PMERKING : Rand wissen kan niet worden geselecteerd als de modus Gemengd formaat is geselecteerd. Randbreedte: als u de optie Rand wissen hebt gekozen, moet u de breedte van de rand invoeren die u wilt verwijderen aan alle vier de zijden. De breedte wordt opgegeven in millimeter (mm). Resolutie: kies een waarde voor de resolutie. Door het wijzigen van de resolutie wijzigt
ook de grootte van het beeld. De maximale resolutie die de E-3300/E-5300 ondersteunt, wordt weergegeven. Kleurmodus (Kleur, Grijswaarden of Zwart-wit): kies het gewenste scantype. Compressie: kies een compressieniveau in overeenstemming met de gewenste kwaliteit en
bestandsgrootte van de scantaak. Helderheid: geef op of de helderheid moet worden verhoogd of verlaagd door een instelling te
kiezen. De standaardinstelling is 0. Uitvalkleur: geef op of er kleuren van het gescande origineel moeten worden uitgesloten. Deze optie kan alleen worden geselecteerd onder de volgende omstandigheden:
• Tekst (OCR) voor Zwart-wit is gekozen bij Afbeeldingsmodus. • Achtergrond verwijderen is ingesteld op Uit. Kleurbereik: geef de dichtheid op van de kleuren die u wilt uitsluiten van het gescande origineel. Deze optie is alleen beschikbaar als u Uitvalkleur hebt geselecteerd. Internet-fax: als deze optie wordt geselecteerd, worden sommige instellingen onbeschikbaar. Laatste vel van dubbelzijdig: als deze optie is geselecteerd, scant de kopieermachine niet de tweede bladzijde van de laatste pagina. Wanneer u bijvoorbeeld een dubbelzijdig document van 8 pagina’s kopieert, scant de kopieermachine pagina 8 niet. Als deze optie is uitgeschakeld, scant de kopieermachine alle pagina’s van het dubbelzijdige document. 2 Klik op Verzenden. 3 Selecteer de bestemmingen voor de scantaak.
Raadpleeg de Help van Remote Scan voor informatie over het selecteren van scanbestemmingen. 4 Klik op Verzenden.
SCAN
39
Scannen vanaf het scherm van de kopieermachine U kunt een beeld vanaf de glasplaat of de documentinvoer (ADF) van de kopieermachine scannen in het geheugen van de E-3300/E-5300 via het scherm van de kopieermachine. Vervolgens kunt u het beeld openen met Remote Scan of de WebTool Documenten. U kunt een taak ook rechtstreeks naar de blokkeringswachtrij scannen. Dit stelt u in staat de functies voor het samenvoegen en bewerken van documenten van Command WorkStation te gebruiken. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het gebruik van deze functies. In de volgende procedure wordt uitgelegd hoe u scant vanaf het scherm van de kopieermachine. EEN TAAK VANAF HET SCHERM VAN DE KOPIEERMACHINE SCANNEN 1 Druk op de knop Home van de kopieermachine. 2 Druk op het Fiery-pictogram op het scherm van de kopieermachine. 3 Druk op het tabblad Scannen.
O PMERKING : Als u al eerder scan- of bestemmingsopties hebt ingesteld en opgeslagen, kunt u deze oproepen door te drukken op Voorkeuze selecteren. Raadpleeg “Voorkeuze” op pagina 42 voor meer informatie. 4 Druk op een menuknop om toegang te krijgen tot de scanopties in dat menu. 5 Geef de scaninstellingen op voor elk menu en druk op OK. 6 Druk op Meer instellingen om aanvullende scaninstellingen weer te geven en op te geven, en druk vervolgens op OK.
Raadpleeg het volgende gedeelte voor specifieke scaninstellingen. 7 Plaats het document dat u wilt scannen in de ADF, of plaats de eerste pagina van het document op de glasplaat van de kopieermachine.
O PMERKING : Als u Batch hebt geselecteerd bij Splitsmodus, kunt u het document alleen scannen via de ADF. 8 Druk op de startknop.
SCAN
40
Scaninstellingen opgeven op de kopieermachine Wanneer u een scantaak start, kunt u scaninstellingen opgeven. Scaninstellingen zijn opties die specifiek zijn voor de kopieermachine. De specifieke scaninstellingen voor de kopieermachine zijn: Scantype: kies Zwart-wit, Grijswaarden of Vier kleuren. Zwart-wit en Vier kleuren hebben de
volgende opties: • Zwart-wit: Tekst/lijntekeningen, Tekst, Tekst/foto, Foto, Grijswaarden • Vier kleuren: Tekst/foto, Glanzende foto Resolutie: kies 100 dpi, 150 dpi, 200 dpi, 300 dpi, 400 dpi of 600 dpi. Afbeeldingsdichtheid: kies uit de instellingen Lichtst tot Donkerst. Achtergrond verwijderen: er kan alleen een numeriek bereik worden ingesteld voor
Achtergrond verwijderen wanneer Kleurmodus is geselecteerd. Als Zwart-wit is geselecteerd, kunt u alleen Aan of Uit kiezen. Scanformaat: kies Automatische herkenning, A3 SEF, B4 SEF, A4 LEF, A4 SEF, B5 LEF, B5 SEF, A5 LEF, A5 SEF, 11 x 17 SEF, 8,5 x 14 SEF, 8,5 x 13 SEF, 8,5 x 11 LEF, 8,5 x 11 SEF, 5,5 x 8,5 LEF, 5,5 x 8,5 SEF of 432 x 297 mm. Zijden: kies Enkelzijdig, Lang of Kort. Laatste vel van dubbelzijdig: kies 1-zijdig of 2-zijdig als u Lang of Kort hebt geselecteerd als
instelling voor Zijden. Afdrukstand: kies Staand of Liggend. Compressie: kies Minimumgrootte, Standaard of Maximumkwaliteit. Bestemming: kies Postvak, E-mail, Internet-fax, FTP, SMB of Blokkeringswachtrij. Bestandsindeling: kies TIFF, PDF of JPEG. Bestandsnaam: geef de bestandsnaam op.
O PMERKING : Gebruik geen dubbel-bytetekens in de naam van het scanbestand. Deze worden
niet juist weergegeven. Splitsmodus: kies Uit, Enkele pagina of Batch. Wachttijd voor volgende origineel: geef op hoe lang op het volgende origineel wordt gewacht
voordat een time-out optreedt. O PMERKING : Wachttijd voor volgende origineel is alleen beschikbaar wanneer Splitsmodus is
ingesteld op Enkele pagina. Gemengd origineel: kies Aan of Uit.
SCAN
41
O PMERKING : Als Gemengd origineel is ingesteld op Aan, moet Scanformaat worden ingesteld
op Automatische herkenning. Als een bepaald paginaformaat is geselecteerd voor Scanformaat, moet Gemengd origineel worden ingesteld op Uit. Rand wissen kan niet worden geselecteerd als de modus Gemengd origineel is ingesteld op Aan. Uitvalkleur: kies Geen, Rood, Groen, Blauw of Chromatische kleur. Deze optie kan alleen worden geselecteerd onder de volgende omstandigheden:
• Scantype: Tekst is geselecteerd bij Zwart-wit • Achtergrond verwijderen is ingesteld op Uit O PMERKING : Als het origineel kleuren bevat die u niet wilt scannen, kunt u rood, groen, blauw of andere chromatische kleuren selecteren die u wilt uitsluiten. Als u smalle bereiken opgeeft voor de geselecteerde kleuren, worden alleen de geselecteerde kleuren en kleuren die daar zeer dicht bij aanleunen uitgesloten. Als u brede bereiken opgeeft voor de geselecteerde kleuren, worden de geselecteerde kleuren en alle kleuren die daarop gebaseerd zijn uitgesloten. Uitvalkleurbereik: kies met de schuifknop van Breedst tot Smalst. Rand wissen: kies Uit, Rand, Boven, Links, Rechts, Onder of Aangepast. Deze instelling
verwijdert de randen van het gescande origineel overeenkomstig de opgegeven breedte. De breedte wordt ingesteld in millimeter (mm) en heeft een bereik van 0-99 mm. O PMERKING : Rand wissen kan niet worden geselecteerd als Gemengd origineel is ingesteld
op Aan. O PMERKING : Gemengd origineel kan alleen worden ingesteld wanneer Scanformaat is
geselecteerd bij Automatische herkenning. U kunt de scaninstellingen opslaan als Voorkeuze door te drukken op Opslaan als voorkeuze voor scan- of bestemmingsopties. Raadpleeg “Voorkeuze” op pagina 42 voor meer informatie.
SCAN
42
Instelling Afbeeldingsmodus In de onderstaande tabel wordt aangegeven hoe verschillende combinaties in Remote Scan overeenkomen met instellingen voor Scantype in scans vanaf het scherm van de kopieermachine. Scan vanaf het scherm van de kopieermachine Optienaam Selectie
Scantype Zwart-wit
Tekst
Remote Scan Kleurmodus
Afbeeldingsmodus
Zwart-wit
Tekst
Foto
Afbeelding
Tekst/foto
Tekst/afbeelding
Tekst/lijnwerk
Tekst (OCR)
Grijswaarden
Grijswaarden
Grijswaarden
Afbeelding
Vier kleuren
Glanzende foto
Kleur
Afbeelding
Tekst/foto
Tekst/afbeelding
Aanvullende informatie De volgende secties bevatten aanvullende informatie over de scaninstellingen op de kopieermachine.
Voorkeuze U kunt scanopties of bestemmingsopties opslaan in de menu’s Scanvoorkeuzen of Bestemmingvoorkeuzen. Raadpleeg de volgende procedures voor informatie over het instellen en oproepen van voorkeuzen. VOORKEUZEOPTIES OPSLAAN 1 Geef scaninstellingen op of selecteer een scanbestemming. 2 Druk op Opslaan als voorkeuze in het gedeelte voor scaninstellingen of voor bestemming van het scherm van de kopieermachine. 3 Voor de voorkeuzen voor scaninstellingen typt u een naam voor de opgeslagen reeks scanopties en drukt u op OK. Voor de voorkeuzen voor scanbestemming voert u de gewenste gegevens in voor de geselecteerde bestemming en klikt u op OK.
SCAN
43
VOORKEUZEOPTIES OPROEPEN 1 Druk op Voorkeuze selecteren in het gedeelte voor scaninstellingen of voor bestemming van het scherm van de kopieermachine. 2 Blader naar de gewenste selectie met de pijl-omhoog en de pijl-omlaag. 3 Druk op de selectie en druk vervolgens op Weergeven.
U kunt ook een reeks voorkeuzeopties verwijderen.
Splitsmodus De optie Splitsmodus stelt u in staat een taak met meerdere pagina’s te scannen, per afzonderlijke pagina of in batches. Deze optie komt van pas als u alle pagina’s van een document in één bestand moet scannen, of als u een groot document moet scannen. Paginamodus • Als u in de Paginamodus de originelen in de ADF plaatst, kunt u de originelen één na één scannen zonder dat u de starttoets hoeft in te drukken om de volgende scan te starten. • Als u de originelen op de glasplaat plaatst in de Paginamodus, moet u op de starttoets drukken tussen elk origineel. • Druk op de toets # om een scantaak te beëindigen in de Paginamodus. • Als de Timer is ingesteld op een bepaald aantal seconden, wordt de taak beëindigd wanneer de ingestelde tijd is verstreken. Batch-modus • U moet op de starttoets drukken tussen elke batch van originelen die moet worden gescand. • Druk op de toets # om een scantaak te beëindigen in de Batch-modus. • In de Batch-modus kunt u de Timer niet instellen.
Bestemmingen Wanneer u de scantaak start, selecteert u de locatie waarnaar het bestand moet worden verzonden. Wanneer u de juiste instellingen hebt geselecteerd voor uw scantaak (raadpleeg “Scaninstellingen opgeven op de kopieermachine” op pagina 40), kunt u de locatie opgeven waarnaar het scanbestand moet worden verzonden. U kunt een scanbestand verzenden vanaf het scherm van de kopieermachine naar de volgende bestemmingen: • Blokkeringswachtrij • Postvak • FTP
SCAN
44
• E-mail • Internetfax • SMB U kunt meer dan één bestemming selecteren voor een scantaak. Blokkeringswachtrij De scantaak wordt verzonden naar de blokkeringswachtrij van de E-3300/E-5300 en wordt weergegeven in de lijst Geblokkeerd van Command WorkStation. Als u geen bestandsnaam invoert voor de taak, wordt automatisch een bestandsnaam toegewezen. Postvak Postvakken voor scannen kunt u instellen in de groep van Scan-gebruikers in het gedeelte Gebruikers en groepen in Instelling van E-3300/E-5300. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van gebruikers en groepen. De groep van Scan-gebruikers bevat de volgende standaardpostvakken: admin, operator en gast. De beheerder van E-3300/E-5300 kan een postvak toevoegen door een nieuwe gebruiker in de groep van Scan-gebruikers te maken. Wanneer u Postvak selecteert als bestemming op het scherm van de kopieermachine, kunt u drukken op Mijn postvak of Publiek postvak. Met Mijn postvak krijgt u toegang tot alle persoonlijke postvakken die in Gebruikers en groepen zijn gemaakt. Selecteer of typ zo nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord. Met Publiek postvak wordt het openbare postvak of gastpostvak geselecteerd, waarvoor geen wachtwoord is vereist. Wanneer u een scanbestand ophaalt via Remote Scan of Mijn documenten, typt u de gebruikersnaam, en het wachtwoord indien dit is vereist, voor het postvak dat u hebt geselecteerd op het scherm van de kopieermachine. Als u Publiek postvak hebt geselecteerd, typt u “guest”. Raadpleeg “Scanbestanden ophalen via Documenten” op pagina 45 voor meer informatie over Mijn documenten. FTP U kunt een scantaak naar een FTP-server verzenden als PDF-, TIFF- of JPEG-bestand. Alleen kleurenbestanden kunnen worden verzonden als JPEG-bestanden. De FTP-server moet ingesteld zijn voordat u er een scantaak kunt naar verzenden. Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor de beschikbare FTP-servers op uw locatie. E-mail U kunt een scantaak alleen verzenden naar een e-mailadres als u vooraf de e-mailservice hebt ingesteld. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie. De E-3300/E-5300 ondersteunt een adresboek- en een LDAP-adresboekfunctie, die moet worden ingeschakeld en geconfigureerd in Instelling. Met deze functie hebt u toegang tot de e-mailadressen in uw bedrijfsnetwerk. U kunt de scantaak verzenden als bijlage of als URL.
SCAN
45
O PMERKING : De URL-koppeling naar het scanbestand die u in Microsoft Outlook 2007 ontvangt, wordt niet geopend als dubbel-bytetekens zijn gebruikt in de naam van het scanbestand.
U kunt e-mailadressen toevoegen aan het adresboek vanaf het scherm van de kopieermachine. Hiervoor moet u zich echter wel aanmelden met beheerdersbevoegdheden. Wanneer u e-mail selecteert als bestemming voor uw scan op de kopieermachine, selecteert u Toevoegen vanuit adresboek. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het verzenden van scans naar e-mail. Internetfax Als u via internetfax wilt scannen, moet u vooraf de emailservice instellen en de bestemming Email aangeven. De scantaak wordt verzonden naar het opgegeven e-mailadres en bezorgd als fax. O PMERKING : U kunt de internetfaxbestemming niet opgeven vanaf het scherm van de kopieermachine. Geef deze in plaats hiervan op vanuit Fiery Remote Scan.
SMB SMB wordt ondersteund via Windows-TCP/IP-netwerken. Een gescande taak kan worden verzonden naar elke netwerkmap of computer op het netwerk. U moet het netwerkpad of de domeinnaam weten, en de gebruikersnaam en het wachtwoord, indien vereist. Vraag de netwerkbeheerder of SMB-services zijn ingeschakeld. O PMERKING : Gebruik geen dubbel-bytetekens in de naam van een gedeelde map. Mogelijk worden scanbestanden niet juist verzonden.
Scanbestanden ophalen via Documenten Met WebTool Documenten kunt u scantaken ophalen uit de postvakken van de E-3300/ E-5300 vanaf uw externe computer. Raadpleeg pagina 51 voor instructies over het gebruik van WebTool Documenten. O PMERKING : U kunt ook toegang krijgen tot scantaken in de postvakken op de E-3300/ E-5300 vanaf een Windows-clientcomputer via Fiery Bridge. Raadpleeg pagina 46 voor meer informatie over Fiery Bridge.
FIERY BRIDGE
46
FIERY BRIDGE Fiery Bridge is een toepassing waarmee u vanaf een Windows-clientcomputer rechtstreeks toegang kunt krijgen tot gescande documenten in het postvak op de E-3300/E-5300. Fiery Bridge maakt uw postvak toegankelijk alsof het een gewoon netwerkstation is, zodat u kunt vanuit Windows door de inhoud bladeren. U kunt een gescand document openen vanuit een geschikte toepassing op uw computer, op dezelfde wijze als u andere bestanden opent. Fiery Bridge is een alternatief voor het overbrengen van gescande documenten vanuit een E-3300/E-5300 met Remote Scan of WebTools en kan uw scanworkflow vereenvoudigen. U kunt Fiery Bridge gebruiken in combinatie met Hot Folders om een workflow te automatiseren.
Fiery Bridge installeren Installeer Fiery Bridge op een Windows-computer met een netwerkverbinding naar de E-3300/E-5300. Het installatieprogramma voor Fiery Bridge bevindt zich op de dvd met gebruikerssoftware. Lees eerst “Installatie voorbereiden op een Windows-computer” op pagina 9 voordat u het hulpprogramma gaat installeren. Raadpleeg “Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer” op pagina 10 voor de installatie van Fiery Bridge.
Fiery Bridge gebruiken FIERY BRIDGE STARTEN • Klik op Start en kies Alle programma’s > Fiery > Fiery Bridge of dubbelklik op de snelkoppeling voor Fiery Bridge op het bureaublad.
Raadpleeg de Help van Fiery Bridge voor volledige instructies over het gebruik van de standaardfuncties van Fiery Bridge. HELP VAN FIERY BRIDGE OPENEN 1 Start Fiery Bridge. 2 Kies Help > Help.
HOT FOLDERS
47
HOT FOLDERS Hot Folders biedt een eenvoudige en geautomatiseerde methode voor het verzenden van afdruktaken naar de E-3300/E-5300 over het netwerk. U sleept documenten naar een map waarin vooraf ingestelde afdrukopties worden opgeslagen en opnieuw worden gebruikt voor het afdrukken van PostScript- en PDF-bestanden op de E-3300/E-5300. Met Hot Folders kunt u het volgende doen: • Speciale mappen (overdrachtmappen) maken waarmee specifieke afdrukinstellingen en afdrukwachtrijen worden toegewezen aan taken. • Taken afdrukken op de E-3300/E-5300 door deze naar hot folders op het bureaublad van uw computer te slepen. • De status controleren van taken die naar overdrachtmappen zijn verzonden.
Hot Folders installeren Het installatieprogramma voor Hot Folders bevindt zich op de dvd met gebruikerssoftware. Voordat u het hulpprogramma gaat installeren, controleert u eerst of u de inleidende procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven op pagina 9. Raadpleeg pagina 10 voor de installatie van Hot Folders op een Windows-computer. Raadpleeg pagina 12 voor de installatie van Hot Folders op een Mac OS-computer.
Upgrade uitvoeren vanaf een eerdere versie van Hot Folders Hot Folders bevat een migratieassistent die een eerdere versie van Hot Folders detecteert en er bij de upgrade voor zorgt dat alle bestaande instellingen voor overdrachtmappen in de nieuwste versie werken. De migratie vindt alleen plaats tijdens de installatie van Hot Folders of Command WorkStation. In het overzichtsvenster van de migratieassistent wordt aangegeven of een overdrachtmap wel of niet met succes is overgebracht naar de nieuwste versie. In geval van een fout kunt u het eenmaal opnieuw proberen tijdens de installatie, zonder de migratieassistent af te sluiten.
HOT FOLDERS
48
MAPINSTELLINGEN MIGREREN VANAF EEN EERDERE VERSIE VAN HOT FOLDERS 1 Installeer Hot Folders en laat de eerdere versie detecteren door de migratieassistent.
O PMERKING : Het venster Migratieassistent wordt alleen weergegeven als een eerdere versie van
Hot Folders is geïnstalleerd. (Eerdere versies zijn onder andere: in Windows, alle versies 2.x; in Mac OS, alle versies 1.x.) 2 Klik op OK en volg de instructies op het scherm.
O PMERKING : Klik niet op Annuleren wanneer de migratie wordt uitgevoerd. Het annuleren van de bewerking kan permanente beschadiging veroorzaken aan de overdrachtmappen waarvoor de upgrade wordt uitgevoerd. 3 Controleer het overzicht in het venster Migratieassistent.
Als de migratie is geslaagd, wordt het pictogram Geslaagd ( ) weergegeven naast elke overdrachtmap. Als de migratie is mislukt, of slechts gedeeltelijk is geslaagd, wordt het pictogram Mislukt ( ) weergegeven naast de overdrachtmappen waarvoor de migratie is mislukt. In het onderste deelvenster worden details weergegeven. 4 Bij fouten kunt u klikken op Opnieuw proberen om de migratie opnieuw te proberen voordat u de migratieassistent afsluit.
O PMERKING : Als u het opnieuw probeert, wordt een nieuw overzicht gegeneerd, waarbij alleen de bestanden worden gecontroleerd die zijn mislukt. 5 Klik op OK.
Hot Folders gebruiken Raadpleeg de Help van Hot Folders voor instructies over het gebruik van de standaardfuncties van Hot Folders. DE HELP VAN HOT FOLDERS OPENEN 1 Start Hot Folders. 2 Kies Help > EFI Hot Folders Help.
WEBTOOLS
49
WEBTOOLS WebTools stelt u in staat uw E-3300/E-5300 op afstand te beheren via het internet of uw bedrijfsintranet. Vanaf de homepage van E-3300/E-5300 kunt u een keuze maken uit de volgende WebTools: • Begin biedt actuele informatie over de taken die worden verwerkt en afgedrukt op de E-3300/E-5300. • Downloads stelt externe gebruikers in staat installatieprogramma’s (voor printerstuurprogramma’s, PPD’s en andere software) rechtstreeks te downloaden van de E-3300/E-5300. • Documenten stelt externe gebruikers in staat toegang te krijgen tot taken op de E-3300/ E-5300 via het internet of intranet. • Configure stelt de beheerder van de E-3300/E-5300 in staat op afstand instellingsopties te bekijken en te wijzigen vanaf een Windows-computer. • Adresboek voor scannen stelt beheerders in staat scanadressen op de E-3300/E-5300 weer te geven, te importeren, te exporteren en te verwijderen. Wanneer gebruikers een taak scannen, kunnen zij de scan verzenden vanaf de LDAP-directory of vanaf een geïmporteerd scanadres.
WebTools instellen WebTools zijn beschikbaar via de homepage van de website voor de E-3300/E-5300 en vereisen geen speciale installatie. WebTools moeten echter wel in eerste instantie worden ingesteld door de beheerder van de E-3300/E-5300. Voordat netwerkgebruikers toegang kunnen krijgen tot WebTools en deze kunnen gebruiken, moet de beheerder specifieke opties instellen in Netwerkinstellingen en Printerinstellingen. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over deze specifieke opties van Instelling. De beheerder moet ook de computers van alle gebruikers voorbereiden voor communicatie met de E-3300/E-5300 via internet of intranet.
WEBTOOLS
50
CLIENTCOMPUTERS INSTELLEN VOOR GEBRUIK VAN WEBTOOLS 1 Activeer het TCP/IP-netwerkprotocol. 2 Controleer of het werkstation een geldig, uniek IP-adres heeft. 3 Zorg ervoor dat op de computer een ondersteunde internetbrowser is geïnstalleerd.
Raadpleeg Welkom voor meer informatie over ondersteunde browsers. 4 Controleer of Java is ingeschakeld in uw internetbrowser.
Controleer bovendien of u de inleidende procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven op pagina 9. O PMERKING : Als de clientcomputer onder Windows XP met Service Pack 2 (SP2) of Service Pack 3 (SP3) of onder Windows Vista draait, is Pop-upblokkering standaard ingeschakeld. Wanneer deze functie is ingeschakeld, ziet u een waarschuwing wanneer u WebTools opent en wordt u de toegang tot WebTools ontzegd. Ga als volgt te werk om toegang te krijgen:
• Wijzig de instelling van Pop-upblokkering door op de waarschuwing te klikken en een van de selecties te kiezen die verschijnen. • Schakel Pop-upblokkering in Internet Explorer uit via het menu Extra of in Internet-opties. Raadpleeg de Help van Internet Explorer of de documentatie bij het Windowsbesturingssysteem voor meer informatie.
De homepage van WebTools openen Gebruik uw internetbrowser om toegang te krijgen tot WebTools. Raadpleeg Welkom voor volledige informatie over browser- en systeemvereisten. 1 Start uw internetbrowser. 2 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de E-3300/E-5300.
De homepage van E-3300/E-5300 wordt weergegeven. 3 Klik op het tabblad van de WebTool die u wilt gebruiken.
WEBTOOLS
51
WebTools gebruiken In de volgende secties wordt beschreven hoe u WebTools kunt gebruiken.
Begin Begin biedt u de mogelijkheid taken te bekijken die momenteel worden verwerkt en afgedrukt op de E-3300/E-5300. De afdruk- en verwerkingsinformatie wordt elke 30 seconden bijgewerkt. Raadpleeg de Help van Begin voor volledige instructies over het gebruik van WebTools Begin.
Downloads WebTool Downloads stelt u in staat installatieprogramma’s (voor stuurprogramma’s, PPD’s en andere software van de E-3300/E-5300) rechtstreeks te downloaden van de E-3300/E-5300. Raadpleeg de Help van Downloads voor volledige instructies over het gebruik van WebTools Downloads.
Documenten Documenten stelt u in staat toegang te krijgen tot taken op de E-3300/E-5300 via het internet of intranet. U kunt: • Taken in uw postvak beheren en distribueren. Er worden postvakken ingesteld in WebTool Configure. • Taken besturen en wijzigen. • Taken naar de E-3300/E-5300 verzenden. Raadpleeg de Help van Documenten voor volledige instructies over het gebruik van WebTool Documenten.
Configure Configure stelt de beheerder van de E-3300/E-5300 in staat op afstand instellingsopties te bekijken en te wijzigen vanaf een Windows-computer. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het gebruik van Configure. Controleer voordat u Configure gaat gebruiken of u de procedures voor het voorbereiden van Configure hebt uitgevoerd die worden beschreven in pagina 9. Raadpleeg de Help van WebTool Configure voor volledige instructies over het gebruik van Configure.
WEBTOOLS
52
Adresboek voor scannen Met Adresboek voor scannen van WebTools kunnen beheerders scanadressen op de E-3300/ E-5300 weergeven, importeren, exporteren en verwijderen. Wanneer gebruikers een taak scannen, kunnen zij de scan verzenden vanaf de LDAP-directory of vanaf een geïmporteerd scanadres. Scanadressen worden geïmporteerd als een tekstbestand met in elke regel een adres. De adressen moeten de volgende notatie hebben: “naam1” “naam2” “naam3” “naam4” De E-3300/E-5300 ondersteunt maximaal 1.000 vermeldingen in elk adresboek. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen en beheren van Adresboek voor scannen.
INDEX
53
INDEX A
D
aanmelden als beheerder 17, 18 aanmelden bij server 17 ADF (automatische documentinvoer) 35 Adobe Acrobat en Enfocus PitStop beschrijving 28 installeren 29 Adobe Photoshop scannen met 39 afdrukken met veelgebruikte afdrukopties 47 afdrukken via slepen-en-neerzetten 47 Apparaatcentrum 14
Direct afdrukken 34 Documenten, WebTool 51 Domain Name Server (DNS) 16 dongle voor SeeQuence Compose 27 voor SeeQuence Impose 27 voor SeeQuence Suite 27 Downloads, WebTool 51
B Begin, WebTool 51 blanco pagina’s invoegen 21
C Command WorkStation Apparaatcentrum 14 Help openen 18 Taakcentrum 14 Compose, info 27 Configuratiepagina afdrukken 16 beschrijving 16 Configure, WebTool 51 configureren server 51 verbinding onder Windows 36 WebTools 49, 50 conventies 8
F Fiery Bridge beschrijving 46 gebruiken 46 Help openen 46 installeren 46 Fiery User Software Installer 10, 11 Fiery-hulpprogramma’s, verbinding onder Windows configureren 36
G gebruikerssoftware installeren in Mac OS 12 installeren in Windows 10 installeren vanaf medium 9 installeren via het internet 9 voor SeeQuence Suite 28 wijzigen in Windows 11 Gemengde media 19
H Help voor Command WorkStation 18 voor Fiery Bridge 46 voor Hot Folders 48 voor SeeQuence Suite 30 voor WebTools 51
INDEX
Help openen 18 voor Command WorkStation 18 voor Fiery Bridge 46 voor Hot Folders 48 voor SeeQuence Suite 30 hoofdstukdefinities voor taken 20 Hot Folders beschrijving 47 gebruiken 48 Help openen 48 installeren 47
I Impose, info 27 inslaan van taken 27 inslagopmaak 27 installeren Compose 28 Fiery Bridge 46 gebruikerssoftware 9 Hot Folders 47 Impose 28 SeeQuence Suite 28 installeren in Mac OS 12 Instellen op afstand 51 invoegen blanco pagina’s 21 IP-adres 16
54
P papierdefinities 19 pictogrammen, in documentatie 8 problemen oplossen, Command WorkStation 25 productnamen, terminologie 8
S SeeQuence Compose, zie Compose 27 SeeQuence Impose, zie Impose 27 SeeQuence Suite beschrijving 27 Help openen 30 pakketten 27 SeeQuence Suite inschakelen 28 SeeQuence Suite, zie Impose en Compose 27 serverinstellingen 51 servers, zoeken naar 16 software downloaden 51
T Taakcentrum 14 taken definities van gemengde media 19 direct afdrukken 34 hoofdstukdefinities 20 omslagmedia 22 VDP 27 terminologie 8 terminologie voor productnamen 8
J Java 50 Java JRE 9 Java Runtime Environment (JRE) 9 Java-bestand 9 Java-bestand installeren 9
V
K
WebTools Begin 51 Configure 51 configureren 50 Documenten 51 Downloads 51 homepage 11, 12, 50
kleurbeheer 7
M media-instellingen, omslag 21 mediadefinities 19
O omslaginstellingen 21 omslagmedia 22
VDP-taken inslaan 27 verbinding met de server configureren voor Command WorkStation 16
W