E 100 en d e n a o o r lo g s e rec h tsp ra a k m e t b e tr e k k in g t o t o n r o e r e n d g o e d The Royal Decree E 100 and Llie Post-War Case Luw Concerning Real Estate
Proefschrift
ter verkrijging van de graad van doctor aan de Erasm us U niversiteit R otterdam op gezag van de rector m agnificus prof. dr. S.W.J. Lamberts
en volgens besluit van het C ollege voor Prom oties. D e openbare verdediging zal plaatsvinden op vrijdag 19 december 2 0 0 8 om 13.30 uur door Kornelius Meijer
geboren te G roningen
W
'
UW*VtM?tiT HOTTIH&Mrf
INHOUDSOPGAVE W oord vooraf Plan van behandeling Afkortingen
xi xiii xvii
Hoofdstuk I Inleiding 1. Schets van Nederland in 1945 2. Bijzondere rechtspraak 3. De Raad voor het Rechtsherstel en de machtenscheiding 4.Het herstelrecht en het woonrecht 5. Redelijkheid en billijkheid
1 7 9 11 12
H oofdstuk II D e organisatie van de roof 1. Duitse roofinstanties en hun handlangers 2. De naoorlogse liquidatie van de roofinstellingen 3. Het Nederlands Beheersinstituut 4. Oorlogsschade en rechtsherstel
17 22 24 27
H oofdstuk III D e Raad voor het Rechtsherstel en de machtenscheiding 3.1 De leer van de machtenscheiding 3.2 Probleemstelling 3.3 Ontwikkelingen van de machtenscheiding tot 1940 3.3.1 De gemeentesecretaris van Winkel 3.3.2 De commissie-Koolen 3.3.3 Het overzicht van de administratieve rechtspraak in 1932 3.4 De scheiding der machten in 1945 3.4.1 De plaats van het civiele recht in 1945 3.4.2 De plaats van het administratieve recht na de bezetting 3.4.3 De situatie aan het begin van de jaren vijftig 3.5 De naoorlogse scheiding der m achten 3.6 De plaats van de Raad voor het Rechtsherstel binnen de scheiding der machten 3.6.1 De plaats van de Afdeling Rechtspraak binnen de scheiding van machten 3.6.2 De plaats van de Afdeling Onroerende Goederen 3.6.3 De plaats van de overige afdelingen van de Raad voor het Rechtsherstel
33 33 35 36 37 38 39 39 40 41 42 45 46 47 49
v
3.6.4 3.7
De Raad voor het Rechtsherstel een organisatorische lappendeken Conclusies
Hoofdstuk IV Herstelrecht in materiële en procedurele zin 4.1 Het Besluit herstel rechtsverkeer, E 100 4.1.1 Eggens theorieën 4.1.2 De betekenis van Eggens voor de rechtswetenschap 4.1.3 Reacties in de vakliteratuur 4.2 De kernartikelen van hoofdstuk III van E 100 4.3 De procedurele regels van E 100 4.3.1 Procedure van voorziening bij voorraad in kort geding 4.3.2 Partijen en termijnen 4.3.3 Verweren 4.3.3.1 De exceptie van onbevoegdheid 4.3.3.2 Verweren van inhoudelijke aard 4.4. Rort geding 4.4.1 Ontvankelijkheid in kort geding 4.4.2 Kort geding in beheerszaken 4.4.3 Kort geding betreffende ontruiming 4.4.4 Afwijzing verzoek voorziening bij voorraad 4.5 De inrichting van de Raad voor het Rechtsherstel 4.5.1 De competentie van de Raad voor het Rechtsherstel 4.5.1.1 Staatsnoodrecht 4.5.1.2 Nationale grenzen aan de bevoegdheid van de Raad 4.5.1.3 De Raad voor het Rechtsherstel en het Militair Gezag 4.5.1.4 De Raad voor het Rechtsherstel en de civiele rechter 4.5.1.5.De Raad voor het Rechtsherstel en de strafrechter 4.5.1.6 De Raad voor het Rechtsherstel en publiekrechtelijke regelingen en instanties 4.5.1.6.1 Huurbeschermingsbesluit 4.5.1.6.2 Besluit Reëvacuatie Kleinbedrijf(F254) 4.5.1.6.3 Besluit Algemeen Vestigingsverbod Kleinbedrijf 4.5.1.6.4 Algemeen Vorderingsbesluit 1940 4.5.1.6.5 Besluit Rechtsherstel ontslagen ambtenaren (E94) en Besluit F 298 4.5.1.7 De Raad voor het Rechtsherstel en E 93 en E 133 4.6 De Afdeling Onroerende Goederen van de Raad voor het Rechtsherstel
52
55
57 57 61 63 65 71 73 73 74 74 74 75 76 76 77 78 79 80 81 82 86 89 95 95 95 96 97 98 99 100 101
4.6.1 4.6.2 4.6.3 4.6.4
Het aanbrengen en behandelen van rechtsherstelzaken over onroerende goederen De rol van het notariaat Voorziening bij voorraad Hoger Beroep van regelingen gedelegeerden
Hoofdstuk V Jurisprudentie Raad voor het Rechtsherstel 5.1 Inleiding 5.2 Huur 5.2.1 Ontvankelijkheid verzoeker 5.2.2 Talmen met het indienen van een rechtsherstelverzoek 5.2.3 Herstel van huurovereenkomsten 5.2.4 Nietig verklaren huurovereenkomst 5.2.5 Rechtsherstel na ingrijpen van de gewone rechter, verhouding tot het reguliere huurrecht 5.2.6 Afwijzing van het rechtsherstelverzoek 5.2.7 Schadevergoeding in plaats van volledig rechtsherstel 5.2.8 Publiekrechtelijke beschikkingen en rechtsherstel 5.2.9 Het aantonen van de goede trouw 5.2.1,0 W oningruil 5.2.11 Onderhuur 5.2.12 Schijnovereenkomsten 5.3 Ontruim ing en beheer van percelen 5.4 Koop 5.4.1 Geschil vanwege een gering financieel belang .5.4.2 Recht van koop van het gehuurde pand tegen een vastgestelde prijs 5.4.3 Getuigenverklaringen 5.5 Hypotheken 5.5.1 Verantwoordelijkheid voor de handelingen van de vertegenwoordiger 5.5.2 Artikel 27, lid 5, E 100 5.5.3 Een rechtshandeling volgens herstelrecht o f op grond van regulier civiel recht? 5.5.4 Grenzen aan het optreden van de hypotheekbanken. 5.5.5 Bevrijdende betaling ex artikel 33 E 100 5.6 Inschrijving inhet Grootboek van de W ederopbouw 5.7 Samenvatting
105 106 110 111
113 1 13 113 115 119 122 123 124 125 126 127 130 131
132 135 137 139 141 142 144 152 154 158 160 161 165 166
vii
Hoofdstuk VI Het reguliere woonrecht 6.1. De Woningwet van 1901 6.2 Het Vorderingsbesluit W oonruim te 1944 6.2.1 De last tot vordering van woonruimte 6.2.2 De parlementaire behandeling van het wetsontwerp G 123 6.3. De W oonruimtewet 1947 6.3.1 De vergunning voor het in gebruik nemen van een woongelegenheid 6.3.2 De regelgeving van de gemeenteraad 6.3.3 De inwerkingtreding van de W oonruim tewet 1947 en de gevolgen daarvan 6.4 Huurwetgeving 6.4.1 Huurovereenkomst 6.4.2 De verplichtingen van de verhuurder 6.4.3 Verplichtingen van de huurder 6.4.4 Het einde van de huurovereenkomst 6.4.5 Koop breekt geen huur 6.5 Hypotheekrecht 6.5.1 Hypotheken 6.5.2 Voorwerpen van hypotheekrecht 6.5.3 De hypotheekgever 6.5.3.1 Onteigening en hypotheek naar bezettingsrecht 6.5.4 De schulden waarvoor een hypotheek kon worden verleend 6.5.5 Vorm van de hypotheekstelling 6.5.6 Inschrijving 6.5.7 Werking van het hypotheekrecht 6.5.8 Recht van verhaal op het met hypotheek bezwaarde goed 6.5.9 7'e niet gaan van hypotheken 6.5.10 Doorhaling van de inschrijving 6.6 Conclusies
171 172 174 177 178 179 182 183 184 185 185 185 187 188 189 190 190 191 191 192 192 193 194 194 195 196 197 198
Hoofdstuk VII De Raad voor het Rechtsherstel en de redelijkheid en billijkheid Inleiding 201 7.1 Rechtsverwerking 202 7.1.1 Het begrip rechtsverwerking 203 7.1.2 De naoorlogse literatuur en jurisprudentie 203 met betrekking tot rechtsverwerking 7.2 Rechtsherstel en rechtsverwerking 207
7.2.1 Oorlogskoop in overleg met de eigenaar 7.2.2 Eis tot schadevergoeding voor hypotheekleningen 7.2.3 Oorlogskoper zonder onderpand 7.2.4 Verkopen op grond van artikel 1223, lid 2, BW 7.2.5 Goede trouw hypotheekhouder 7.3 Regresacties 7.3.1 De beginselen bij het afwikkelen van regresacties 7.3.2 Regresregeling van de Afdeling Onroerende Goederen 7.3.3 Evenredigheid van schuld tussen de oorlogskopers 7.3.4 Poging om de schade te beperken door een partij buiten spel te zetten 7.3.5 Overeenkomst van geldlening blijft in stand tussen oorlogskopers en de hypotheekbanken 7.3.6 Voorlopige koopakten 7.3.7 Handgeld 7.3.8 Verrekening schade tussen oorlogskopers 7.3.9 Conclusie 7.4 Het herstelrecht en de toepassing van de redelijkheid en billijkheid in de reguliere rechtspraak 7.4.1 De rol van de redelijkheid en de billijkheid in het burgerlijk recht 7.4.2 De ontwikkeling van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
209 21 1 212 214 216 218 222 226 228 231
Samenvatting Summary Literatuurlijst Trefwoordenregister Register van aangehaalde jurisprudentie Bijlage 1: Uittreksel uit het Besluit Herstel Rechtsverkeer (E 100), zoals gewijzigd bij KB F 272. Bijlage 2: Het Besluit Vijandelijk vermogen (E 133), zoals gewijzigd bij KB F 244 en KB F 272 en bij wet van 21 december 1946 (G 382) Bijlage 3 : Wet van 21 december 1951, Staatsblad 19.51, 586. Bijlage 4: De Raad voor het Rechtsherstel in 1945-1958.
249 255 261 269 273 281
233 234 236 236 238 238 241 245
309
329 333
ix