GEMEENTE
\ \
HOUTHALEN
(Houtha/QD
)
SECT/E ~~
E
~
HELCHTEREN 2
, DE
HEIDE
q
af
de/ing
MINISTERIE VAN OPENBARE WERKEN - VLAAMSE AANGELEGENHEDEN„ STAATSSECRETARIAAT VOOR STREEKECONOMIE Bestuur van de Stedebouw en de R u i m t e l i j k e Ordering» PROVINCIE LIMBURGo
"'
D o s s i e r n r . : , 707.6.V. 78/45 Verkaveling i n de gemeente : H o u t h a l e n - H e l c h t e r e n Kadastrale s e c t i e Aanvrager : Aantal k a v e l s
E
n r ( s ) 1155 e/jö
Kremers-Hardy '3
loten
STEDEBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN
TITEL I
.
ALGEMEENHEDEN. .'
- A Behoudens 'andersluidende bepalingen i n v a s t g e s t e l d e bouwverordeningen volgende v o o r s c h r i f t e n gevolgd :
dien-ai
a) Iedere k o n s t r u k t i e of groep k o n s t r u k t i e s dient op a r c h i t e c t u r a a l gebied i n harmonie te z i j n met de omgeving en dient tevens op z i c h z e l f 'n harmonisch geheel te vormen : o.a. gepast gebruik van de aard en de k l e u r der m a t e r i a l e n , hoogte en profielen» b) Het p e i l van het g e l i j k v l o e r s mag n i e t hoger l i g g e n dan 60 cm. boven het p e i l van de voorliggende weg* Evenwel wanneer het t e r r e i n (maaiveld) meer dan k^> cm. hoger l i g t dan het wegpeil, dienen b i j z o n d e r e maatregelen genomen opdat de i n p l a n t i n g van de k o n s t r u k t i e , qua hoogteligging, op een esthet i s c h e en stedebouwkundig verantwoorde manier gebeurt, t.o.v. dc eventueel bestaande bebouwing i n de o n m i d d e l l i j k e omgeving en t o O o V o het s t r a a t b e e l d i n het algemeen. Men dient er van u i t te gaan dat aan het bestaande maaiveld zo weinig mogelijk wordt veranderd en dat het p e i l van het g e l i j k v l o e r s van de woning t.o.z. d i t maaiveld t o t een minimum wordt beperkt. c ) Behoudens b i j z o n d e r e aanduidingen op de plannen van de verkavel" gen en eventueel i n de v o o r s c h r i f t e n van de g e b e u r l i j k e b i j l a g e I I , zullen : • 1. de z i c h t b a a r blijvende' g e v e l s , zowel van het hoofdgebouw a l s van de aanhorigheden-uitgevoerd worden'in welgevormde bakstenen, na t u u r - of kunstmatige stenen•,. of andere m a t e r i a l e n die e s t h e t i s c h . verantwoord z i j n en aangepast aan het kader van het gebouw en v.?~ de omgeving; V2/1
de hellende daken belegd worden met pannen, n a t u u r l e i e n , k u n s t l e i e n of e s t h e t i s c h verantwoord? k l e i n s c h a l i g e m a t e r i a l e n . de hellende daken minstens twee dakvlakken hebben afwaarts h e l l e n d naar de buitenmuren van de k o n s t r u k t i e ; het geheel z a l een vormgeving van hellende dakarchitectuur dienen te vertonen.
I n h e t dakvlak mogen r e c h t s t r e e k s e v e n s t e r s met h o r i z o n t a l e p l a t t e a f dekking ingebouwd worden. De aan te brengen v e n s t e r s moeten met hun waÏeSorpel i n h e t schuine dakvlak aanvangen, zodat de dakbedekking ononderbroken doorloopt tussen k r o o n l i j s t en dakvensterkonstruktie. _ Het v e r t i k a a l voorvlak van de dakvensters moet g e p l a a t s t worden op minimum 80 .cm, i n de a c h t e r u i t w i j k i n g op de voor- en achtergevelvlakken. De h o r i z o n t a l e a f s t a n d van de dakvensterkonstruktie t o t de z i j d e l i n g s e p e r c e e l s c h e i d i n g en/of t o t h e t g e v e l v l a k van de open z i j g e v e l moet minimum-1,00 m. bedragen. De breedte van deze dakvensters z a l m t o t a a l s l e c h t s maximum 2/3e van de betrokken gevelbreedte mogen bedragen. Z i j mogen n i e t hoger z i j n dan 1.20 m., t e n z i j de welstand van h e t gebouw n i e t anders t o e l a a t .
Het oprichten van v r i j s t a a n d e achtergebouwtjes i s toegelaten, doch enkel i n f u n c t i e van b e r g p l a a t s . De t o t a l e oppervlakte h i e r v a n mag kO m2 n i e t o v e r s c h r i j d e n . De hoogte t o t de k r o o n l i j s t mag de 3,00 m. n i e t t e boven gaan. Deze k o n s t r u k t i e s dienen opgetrokken i n dezelfde m a t e r i a l e n a l s deze gebruikt voor h e t hoofdgebouw. ^. . -> 4. ^ T e n z i j n i e t anders mogelijk dienen deze achtergebouwtjes ingeplant op min. 6 m. achter de a c h t e r g e v e l der hoofdkonstruktie (hoofd- en b i j g e bouw). . . • ! . + • T e n z i j anders aangeduid op de plannen, dienen z i j i n p r i n c i p e opgericht op een minimum a f s t a n d t o t de p e r c e e l s g r e n s g e l i j k aan de hoogte van het achtergebouwtje.
Artikel
1l? A f s l u i t i n g e n . a) I n de achteruitbouwstrook '. S t r a a t - en z i j d e l i n g s e ( t o t de voorbouwlijn) a f s l u i t i n g e n mogen i n metselwerk of enig ander e s t h e t i s c h m a t e r i a a l uitgevoerd worden, maximum toegelaten hoogte = 75 cm. Voor een bouwblok dat een geheel vormt, moet het metselwerk, eenvormig z i j n . Een haagbeplanting waarvan de maximum hoogte 150 cm. bedraagt, mag eveneens aangeplant worden.
./...
b) Op de perceelscheidingen : 1= - a f s l u i t i n g e n op v r i j b l i j v e n d e perceelscheidingen 'zullen uitgevoerd worden i n een haagbeplanting met een maximum hoogte van 150 cm» 2 . - a f s l u i t i n g e n op de gemeenschappelijke n i e t v r i j b l i j v e n d e p e r c e e l • scheidingen gaande vanaf de a c h t e r g e v e l l i j n der hoofdgebouwen, d«w« i n h e t verlengde van de 'mandelige muur, mogen uitgevoerd worden in metselwerk t o t een maximum hoogte-van 2,60 tn. en een lengte van b,
2) Trappen, t e r r a s j e s en a a n v u l l i n g vari meer dan ^5 cm. hoogte z i j n verbod i n de bouwvrije strook t.o.T. de weg en de z i j d e l i n g s e perceelsgrenzen., Uitgravingen-in de z i j d e l i n g s e bouwvrije strook ten behoeve van garagea f r i t t e n , moeten minimum 1,00 m. van de perceelsgrens v e r w i j d e r d b l i j v e
De biezondere
aandacht dient getrokken op volgende onderrichtingen en n.orrao
ART. 5» A f r i t t e n naar ondergrondse
garages.
De Ministeriële omzendbrief n° 27-2 i s van toepassing : i n r i t t e n .us eventuele garages onder h e t p e i l van de weg, mogen 'n h e l l i n g van 4voor de eerste 5 0 0 m. vanaf de r o o i l i j n n i e t o v e r s c h r i j d e n . S
ART. 6. P a r k e e r p l a a t s e n . De omzendbrief n° 59 i s van toepassing betreffende het a a n t a l te vc ziene parkeerplaatsen. .
V 2/2
V e r k a v e l i n g s d o s s i e r nr. : ^076. V. 7ö/4 5 TITEL I I - BIJZONDERHEDEN. ARTo 7. - Bestemming.
R e s i d e n t i e e l gebruik (één woongelegenheid per k a v e l ) . ART. 8.
- Inplanting. a) z o a l s g r a f i s c h op het v e r k a v e l i n g s p l a n aangeduid ; b) de v r i j b l i j v e n d e afgewerkte gevels op min. van de perceelsgrenzen^
^
m»
c ) de^voorgevel - evenwijdig met de voorliggende weg - op
mm.
m.
X
m.
a c h t e r de bestaande - ontworpen
max. op J
rooilijn
m. u i t de a s l i j n van de weg4
d) langs de r i j k s w e g n r . De minimum v o o r s c h r i f t e n van het Bestuur der Wegen z i j n te volgen.X Op d i t minimum wordt een a f w i j k i n g naar achter van max. toegelateïX»
ART. 9 . - Afmetingen. A.
Voor n i e t alleenstaande gebouwen :
•loten
en >•
1) Bouwdiepte
max. iMm. + 5 m. voor de aanhorigheden ( de aanharigheden dienen zonder verdieping opger i c h t - max. hoogte 3i50 m.)
2) Bouwhoogte
- a a n t a l volwaardige bouwlagen (onder de k r o o n l i j s t ) hoogte begrepen tussen 4,üü nu en 6,ou (tussen wegpeil en k r o o n l i j s t )
3) Dakhelling : m. a c h t e r het voorgevelvlak ;
k) Daknok : op 5) Bouwbreedte
mm.
max. 6) Algemeen
:
m. z i e a r t . 9 B4-
De hoogte, de d a k h e l l i n g , de nokhoogte en de dakgevelmaterialen voor een bouwblok die één geheel vormt, i s vastgelegd door de e e r s t e op te r i c h t e n k o n s t r u k t i e ervan.
5-
B. Voor alleenstaande gebouwen : ( l o t 1) 1) Bouwdiepte : max» 14- m. + 3 m» voor de aanhorigheden (de aanhorigheden dienen met de hoofdbouw één harmonisch geheel te vormen); 2) Bouwhoogte : - a a n t a l volwaardige bouwlagen : één of twee (onder de k r o o n l i j s t ) 0 0
- hoogte begrepen tussen 3? m= en ( t u s s e n wegpeil en k r o o n l i j s t ) ; 3 ) D a k h e l l i n g : 35
0
-
45
6,00
m
.
0
k) Bouwbreedte : mits inachtname van de min. a f s t a n d t o t de z i j d e l i n g s e perceelsgrenzen, wordt de maximale breedte van de bebouwing op 2/ji>e van de kavelbreedte g e s t e l d (deze kavel-r-breedte dient voor e l k gedeelte der woning gemeten, evenw i j d i g met de r o o i l i j n ) . Deze maximale bouwbreedte mag niettemin n i e t meer dan 20 m. bedragen.
ART. 10. - Dak_en_gevelmaterialen : Z i j n aan te passen oaan de omringende bebouwing,o¥>-
ISëiïtëSXKX.
HASSELT, de De D i r e c t e u r , ^
'
-
^
"^TTlalBENST
V 2/3