Uitgave
3/2013 ACTUEEL NIEUWS OVER HET INTERREG-PROJECT MARITIM MARITIEME TECHNOLOGIEËN EN INNOVATIES, MODELREGIO DUITSLAND/NEDERLAND
Twee scheepvaartnaties bundelen hun krachten om samen innovaties te ontwikkelen voor de maritieme toekomst. 35 maritieme ondernemingen en kennisinstellingen in het Duits-Nederlandse grensgebied en daarbuiten zijn een samenwerking aangegaan om te werken aan „groenere“ schepen van morgen. Meer informatie vindt u ook op www.maritim-de-nl.eu.
Nieuws van het project MariTIM
2e DUITS-NEDERLANDSE MARITIEME CONFERENTIE - OPTIES VOOR NIEUWE AANDRIJVINGSSYSTEMEN VOOR DE SCHEPEN VAN MORGEN Bron: Katja Baumann (MARIKO GmbH)
Efficiënter, zuiniger met natuurlijke hulpbronnen, economischer… „groener“? Gezien de aanscherping van de milieueisen staat de internationale scheepvaart voor een technologische sprong naar aandrijvingssystemen die milieuvriendelijker zijn en efficiënter omgaan met energie. Sinds 2011 realiseren 35 gerenommeerde maritieme ondernemingen en onderzoeksinstellingen uit het Duits-Nederlandse grensgebied innovatieve pilotprojecten voor
1
een groenere scheepvaart (project MariTIM). Tijdens de 2e Duits-Nederlandse Maritieme Conferentie bij de projectpartner Rondvaardij Princenhof in Friesland werd gesproken over de voorgestelde eerste mijlpalen van het project. De focus van het evenement, met bijna 100 deelnemers van beide zijden van de grens, lag op de criteria voor het kiezen van optimale energie- en aandrijvingssystemen voor de binnenvaart, de passagiers-
vaart en de kustvaart. In het project MariTIM worden niet alleen systemen vergeleken, maar ook concrete schepen gerealiseerd: in totaal vier binnenvaartschepen worden tussen 2013 en 2014 nieuw gebouwd dan wel achteraf voorzien van emissiearme motoren en getest. Het doel van deze maatregelen is – aldus Bram Kruyt, vertegenwoordiger van de motorfabrikant Wärtsilä – het waarborgen van de rendabiliteit van de branche en een nog sterkere
positie als milieuvriendelijk transportalternatief. Die ambitie heeft ook de projectpartner Reederei Deymann in Haren (D), die een module met brandstof-water-emulsietechnologie laat inbouwen in zijn dubbelwandige tankers, om dieselroet te elimineren, stikstofoxide te verminderen en een lager verbruik te bereiken. Ook gasaandrijvingssystemen – met name het gebruik van vloeibaar aardgas – spelen een belangrijke rol in het MariTIM-project, dat wordt gecoördineerd door MARIKO GmbH in Leer en het TechnologieCentrum Noord-Nederland (TCNN) in Groningen. Hiervoor wordt aardgas door koeling tot -162 °C vloeibaar gemaakt, waardoor het een hoge energiedichtheid krijgt. De technologische, juridische en infrastructurele aspecten van het gebruik van LNG worden bekeken, maar de techniek wordt ook concreet toegepast. Dit jaar nog wordt een binnenschip uitgerust met de nieuwe techniek en de in 1985 gebouwde veerboot „MS Ostfriesland“, die vaart tussen Emden/Eemshaven en Borkum, wordt binnenkort door het scheepsbouwbedrijf BVT in Bremen geschikt gemaakt voor LNG en vaart dan als eerste passagiersschip in Duitsland met deze techniek. Leo van der Burg (TCNN/NHL), de coördinator van het project, en Claus Hirsch, technisch inspecteur bij de Aktien-Gesellschaft EMS, vertelden over de uitdagingen bij het uitvoeren van het haalbaarheidsonderzoek voor de waddenveerboot, waarbij actieve ondersteuning plaatsvond door
instellingen aan beide zijden van de grens. Ook het werk aan de zogenaamde Wind Hybrid Coaster is zeer uitdagend: speciaal voor de kustvaart wordt binnen MariTIM een nieuwe generatie motor-rotor-zeilboten ontwikkeld. Ralf Oltmanns, coördinator van het project, gaf samen met Siegfried Lais (firma LAIS) informatie over het ontwerpen van een windzeilsysteem met aerodynamisch werkende rotoren met een lichte constructie voor kleinere schepen. De rotoren moeten met hoge toerentallen een breed spectrum aan windsnelheden energetisch benutten. Door extra gewonnen windenergie kan de motoraandrijving worden gereduceerd, waardoor tevens het brandstofverbruik en schadelijke emissies wor-
den beperkt. Dit is gezien de steeds scherpere emissienormen, die werden toegelicht door Jaap Kolpa van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, ook van enorme betekenis voor de rendabiliteit in de scheepvaart. De coördinatoren van het totale project, Katja Baumann (MARIKO GmbH) en Piet Alberts (TCNN) zijn gezien de uitstekende resultaten positief gestemd over de verdere ontwikkeling en afsluiting van het project in het komende jaar en zien een echte meerwaarde in de Duits-Nederlandse samenwerking. Men is daarom ook al bezig om samen met andere partijen op het gebied van ‚Green-Shipping‘ nog andere thema‘s op de agenda te zetten en te werken aan nieuwe benaderingen voor het project. In dit verband werkt MARI-
KO GmbH, in samenwerking met de stichting Energy Valley uit Groningen, bijvoorbeeld aan het peilen van ontwikkelingsperspectieven voor een groene scheepvaart naar de waddeneilanden, waar alle betreffende rederijen in Nederland en Oost-Friesland in worden betrokken. Hans Konst, gedeputeerde van de provincie Fryslân, ziet de ontwikkelingen in MariTIM als bevestiging voor de beslissing om de Duits-Nederlandse samenwerking in de toekomst te verstevigen en het werkgebied voor het EU-subsidieprogramma INTERREG nog uit te breiden. Dat bevestigt ook Karel Groen, directeur van de Eems Dollard Regio (EDR), die het belang van de maritieme sector benadrukte in de strategische positionering van Noord-Duitsland en Noord-Neder-
land. De groeiende betekenis van het thema „Green-Shipping“ stond ook in het middelpunt van de bijdrage van Thomas Kroemer, Maritiem Coördinator in het Nedersaksische Ministerie voor Economie, Werk en Verkeer. Hij vertelde over de plannen van de deelstaatregering van Nedersaksen voor de oprichting van een Green-Shipping-Centrum, waarin onderzoek en ontwikkeling op gebied van duurzame en rendabele scheepvaart moet worden gestimuleerd. Dat zou zeker ook aanknopingspunten opleveren voor samenwerking met Nederlandse onderzoeksinstellingen zoals MARIN in Wageningen en de NHL Hogeschool in Leeuwarden.
verschillende deelprojecten elkaar over de stand van zaken konden informeren. Tevens hebben we een voorbeeld van de Wind Hybrid Coaster (het E-schip van Enercon) in de haven van Emden zien liggen. Op vrijdag begon de dag in Emden met een welkomstwoord van prof.dr. G. Kreutz, president van de Hochschule Emden/Leer. Daarna was er een interessante presentatie door M. Baumfalk van AG EMS, één van de projectpartners van het deelproject LNG Passenger Vessel. Hij vertelde over de ombouw van de ms Ostfriesland, de eerste
Waddenveer die op LNG zal gaan varen. Hierna gaf prof.dr. R. Götting nog een toelichting gegeven op de studierichtingen Techniek en Energie-Effizienz. Op de Hochschule Emden/Leer wordt ook veel gedaan met onderzoeksopdrachten. Enkele hiervan werden gepresenteerd om
Op 17 en 18 oktober jl. heeft de tweede bijeenkomst betreffende de Maritieme Kenniscoöperatie plaatsgevonden. Om een grensoverschrijdende Maritieme Kennisregio op te bouwen, wordt een intensievere samenwerking beoogd tussen de maritieme kennisinstellingen in de regio in Nederland en
heeft kunnen lezen, bezochten de deelnemers van de maritieme kenniscoöperatie in maart van dit jaar de NHL hogeschool, zowel in Leeuwarden als op Terschelling (Maritiem Instituut Willem Barentsz). In oktober bracht een gezelschap van 20 deelnemers uit de kennisinstellingen een bezoek aan de verschil-
en vertelde prof. dipl.-ing. F. Meyer over de onderzoeksactiviteiten en belangrijke speerpunten van deze studierichting. Voor het deelproject LNG Passenger Vessel heeft de Hochschule een aantal belangrijke metingen uitgevoerd onder andere met behulp van een akoestische camera. Aan het eind van dit programmadeel gaf prof.dr. J. Göken samen met twee studenten een korte demonstratie van deze camera. Ook heeft de Hochschule Emden/Leer een belangrijke rol in het deelproject Wind Hybrid Coaster.
Duitsland. Om dit te bereiken staan er wederzijdse bezoeken aan alle deelnemende kennisinstellingen op het programma en staat informatie uitwisseling centraal; welke kennis is er binnen de betreffende kennisinstellingen aanwezig. Zoals u in de vorige MariTIMes
lende afdelingen van de Hochschule Emden/Leer. De eerste dag begon met een welkomstwoord van de heer Schröer, directeur van Mariko. Daarna heeft de decaan prof. dr. K. Heilmann een toelichting gegeven op de studierichting zeevaart
De bevindingen en resultaten tot nog toe werden toegelicht door J. Werner. Aan het eind van de middag is het gezelschap vertrokken naar Emden. Er was een boeiend avondprogramma in Emden waar veel mogelijkheid tot netwerken was en ook de deelnemers van de
TWEEDE BIJEENKOMST MARITIEME KENNISCOÖPERATIE Bron: Sandra Swierenga (TCNN)
2
een idee te krijgen wat er allemaal voor kennis aanwezig is op deze Hochschule. De volgende maritieme onderzoeksopdrachten kwamen aan bod: ++ Route-/vrachtplanning en vrachtaansturing van de zee scheepvaart met de focus op
zee - prof.dr. M. Schlaak ++ Safe Off Shore Operations (SOOP) - prof.dr. G. von Cölln ++ Ballast Water Treatment prof.dr. S. Fröhlich ++ Biomethanherstellung prof.dr. S. Steinigeweg
Tijdens de daaropvolgende rondleiding bezochten de deelnemers de verschillende werkplaatsen en laboratoria van de Hochschule Emden/Leer. De volgende bijeenkomst staat op het programma in maart 2014. Dit wordt een bezoek aan het Marin in Wageningen. Ver-
NIEUW ACHTERSCHIP VOOR MS „OSTFRIESLAND“ GAAT IN PRODUCTIE - START VAN HET INNOVATIEVE OMBOUWPROJECT VAN DE EERSTE EUROPESE LNG-VEERBOOT Bron: AG EMS
Op 21 oktober 2013 begon bij BVT Brenn- und Verformtechnik Bremen GmbH het branden van het nieuwe achterschip voor MS „Ostfriesland“ van de rederij Aktien-Gesellschaft „EMS“. Een niet alledaag-
voorbereiding voorafgegaan, daarom zijn we bijzonder verheugd dat we nu grote stappen voorwaarts maken.“ Het begin van het branden staat symbool voor de eerste bouwfase, waarin de verschillende
directeur van Wärtsilä Deutschland GmbH hierover: „We zijn blij dat we met onze Dual Fuel motoren en de LNG tank mogen bijdragen aan het slagen van dit project en in het bijzonder aan de innovatieve aan-
se gebeurtenis, omdat dit werkstuk een mijlpaal voor de scheepvaart vormt. Terwijl de MS „Ostfriesland“ doorgaat met de lijndienst van Emden naar het Waddeneiland Borkum, wordt in Bremen al gebouwd aan een nieuw achterschip voor de toekomstige scheepsaandrijving. In deze sectie wordt o.a. het nieuwe machineconcept geïntegreerd, dat is gebaseerd op een diesel-gas-elektrische (Dual Fuel) aandrijving van Wärtsilä Deutschland GmbH. Dr. Bernhard Brons, bestuursvoorzitter van AG „EMS“, verklaart: „Aan dit project is een jarenlange
secties voor de nieuwe scheepsromp worden gemaakt. Het gaat daarbij om millimeterwerk, want later worden de nieuwe machines en gastanks ingebouwd in dit achterschip. „Nu blijkt of de constructeurs goed werk hebben gedaan, want daar komt het op aan bij het branden“, vult Thorsten Rönner, directeur van BVT aan. Het werk aan het nieuwe achterschip duurt tot begin april 2014. Daarna vindt het „huwelijk“ plaats met het innovatieve machinesysteem en de gastanks voor Liquefied Natural Gas (LNG). Matthias Becker,
drijving van de MS Ostfriesland. De LNG technologie is al jarenlang een van de belangrijkste bestanddelen van de strategie van Wärtsilä. Onze Wärtsilä W20DF motoren en de LNGPac tanks zijn beproefde systemen waarmee AG Ems verzekerd is van een betrouwbare en efficiënte exploitatie van de MS Ostfriesland. In het kwetsbare vaargebied van de Waddenzee garanderen we hiermee dat we tegemoetkomen aan toekomstige wetgeving in de ECA zones.“ Na uitgebreide tests van de ingebouwde technische onderdelen in het droogdok wordt het dan op-
3
der zal er in juni 2014 een bezoek worden gebracht aan de Universität Duisburg en DST en tenslotte zal in oktober 2014 TNO bezocht worden.
nieuw spannend. De MS „Ostfriesland“ vaart vanaf de Eems naar de Wezer en wordt in het dok gebracht in Bremerhaven. Hier wordt vervolgens het huidige achterschip gedemonteerd en het resterende schip o.a. door lassen samengevoegd met het nieuwe achterschip. „AG „EMS“ is met dit project duidelijk toonaangevend. Het is mooi dat een middelgrote onderneming zo moedig is het voortouw te nemen met zo‘n innovatief project“, aldus de lovende woorden van de Nedersaksische Minister van Economische Zaken Olaf Lies. De activiteiten van AG „EMS“ worden ondersteund en begeleid in het kader van het Duits-Nederlandse samenwerkingsproject MariTIM (Maritieme Technologieën en Innovaties - Modelregio Duitsland Nederland), dat wordt gecoördineerd door MARIKO GmbH in Leer. Bij alle uitdagingen en innovatieve aspecten moet vooral de milieuvriendelijkheid worden benadrukt. „Onze gasten zoeken de natuur en willen op weg daarheen al met een goed gevoel hun vakantie beginnen“ zegt Frank Pahl als vertegenwoordiger van de burgemeester van Borkum over de eilandgasten. Het grootste Oostfriese eiland is onderdeel van het Nationaal park Nedersaksische Waddenzee, dat door de UNESCO is aangemerkt als natuurlijk werelderfgoed. Bovendien werd Borkum in maart 2013 als eerste allergievriendelijk eiland in Duitsland onderscheiden met het ECARF-kwaliteitszegel. „Ik geloof dat we straks de eerste allergievriendelijke veerboot krijgen“, lacht Pahl met het oog op de voor juni 2014 geplande voltooiing van de eerste LNG-veerboot onder Duitse vlag. Emden, 21/10/2013 Aktien-Gesellschaft „EMS“
GEEN ZEE TE HOOG VOOR HET NOORD-NEDERLANDSE MARITIEME CLUSTER Bron: Sandra Swierenga (TCNN)
Als onderdeel van het Interreg IVa project MariTIM heeft co-partner TCNN een analyse uit laten voeren door Scheepsbouw Nederland naar het Noord-Nederlandse Maritieme Cluster. Deze analyse is op 12 december jl. door de directeur van TCNN, drs. ing. W.G. Rijke, overhandigd aan de Gedeputeerde van de Provincie Fryslan, mr.drs. H. Konst. Noord-Nederland en de maritieme wereld zijn sterk met elkaar verbonden. Met een totale omzet van 1,3 miljard euro en een werkgelegenheid voor circa 4300 personen in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe vormen de 112 maritieme bedrijven een economische factor van betekenis. Daarnaast levert het maritieme onderwijs met1600 leerlingen een belangrijke bijdrage aan het bedrijfsleven in geheel Nederland. Noord-Nederlandse maritieme bedrijven en organisaties hebben sterke wortels in de regio en houden ook koers in zwaar weer. Door samenwerking te
4
zoeken en in te spelen op marktkansen is er perspectief in een speelveld met zware internationale concurrentie. Voor het maritieme cluster gaat geen zee te hoog. Ontwikkeling: Sinds 2002 is het cluster gegroeid, maar niet in alle deelsectoren. De zeegaande vloot van de noordelijke reders is tot 2008 sterk gegroeid, maar vanwege de overcapaciteit in de kustvaart is het aantal schepen daarna verminderd. De werfcapaciteit is licht afgenomen, terwijl de omzet en werkgelegenheid van toeleveranciers en dienstverleners licht is gegroeid. Toeleveranciers zetten in op versterking van hun exporterend vermogen en behoud van hun kwaliteitsimago. Ze schuiven omhoog in de productieketen en zijn sterk gericht op innoveren. De havens kiezen voor versterking van speerpunten, zoals de energie en de chemie. De infrastructuur in de binnenwateren is ingericht op een
hoge efficiency van overslag. Verbindingen: Er bestaan sterke verbindingen over de grens, met het maritieme cluster in de Ems-Achse regio, tussen de reders. Door internationale samenwerking kunnen grote stappen gezet worden. Die samenwerking kan haar oorsprong hebben in de regio’s, maar heeft ook deelnemers nodig buiten de grenzen van het cluster en de regio’s. Waardeketens: De maritieme activiteiten staan niet op zichzelf maar maken deel uit van ketens van samenhangende activiteiten, waarin ook vele niet-maritieme partijen een rol spelen. Het gaat om de volgende waardeketens: ++ de maritiem logistieke keten, ++ de keten van ontwikkeling, winning en distributie van windenergie op zee, ++ de keten van ontwikkeling van duurzame voortstuwing voor schepen en de daarvoor benodigde logistiek en infra structuur. Marktkansen: Deze drie ketens bieden marktkansen voor de korte termijn. De eerste marktkans is de verdere concentratie op niche-
markten, schepen met ver doorgevoerde reductie van brandstofverbruik en emissies voor vervoer van projectlading, voor offshore dienstverlening, kleine baggerschepen, schepen voor publieke taken, superjachten en riviercruiseschepen. Ook retrofitting van jonge schepen in verband met nieuwe milieu-eisen is een veelbelovende nichemarkt. De tweede marktkans is het versterken van export en het verder internationaliseren van bedrijven. Het noordelijke maritieme cluster leeft, heeft ambities en mag trots zijn op haar kunnen en haar betekenis voor de regio. Zij verdient het om meer aandacht te krijgen van de inwoners, de overheden en belanghebbenden buiten de regio.
Het gehele rapport betreffende het Noord-Nederlandse Maritieme Cluster is beschikbaar op de website www.maritim-de-nl.eu.
PROJECTPARTNER IN BEELD Von: Arie Koedood (Koedood Dieselservice B.V.) en Monique Sluiman (MARIKO GmbH)
Of het nu gaat om een voortstuwingsmotor of om een generatormotor, Koedood Dieselservice B.V. is voor de binnenvaart dé distributeur van Mitsubishi scheepsmotoren in de Benelux. Doordat Koedood Dieselservice B.V. officieel
en Mannheim kunnen klanten ook terecht voor levering, reparatie en andere werkzaamheden van schroeven. Bovendien heeft het bedrijf een haal- en brengservice voor klanten die met hun schip in Nederland liggen. Met een eigen kade van 140
“Het is zeer belangrijk dat de binnenvaart blijft innoveren om de voorsprong op het wegtransport te blijven behouden. Samenwerking tussen Nederlandse en Duitse bedrijven, zoals in het MariTIM-project, is zeer belangrijk en noodzakelijk.” Arie Koedood, directeur Koedood Dieselservice BV
dealer van Wärtsilä motoren voor de binnenvaart is, is het complete leveringspakket van Wärtsilä voor de Europese binnenvaart bij hen beschikbaar. Op de hoofdvestiging van Koedood Dieselservice B.V. Hendrik Ido Ambacht, maar ook in de nevenvestigingen in Duisburg
meter kan Koedood Dieselservice B.V. schepen voor de kant hermotoriseren, maar ook schepen compleet afbouwen. Men beschikt daar over een eigen kraan voor het betere hijswerk met een giek van 60 meter. Bovendien kan die kraan tot 12,5 ton liften.
Koedood investeert veel geld en tijd in het ontwikkelen van innovatieve ideeën en wil voorop lopen bij innovatieve ontwikkelingen voor de binnenvaart. Mede daarom is Koedood Dieselservice B.V. partner in MariTIM – ECO2 Inland Vessel. Koedood had al lange tijd het idee om een bestaande motor aan te passen om het brandstofverbruik en roetuitstoot zo laag mogelijk te krijgen in combinatie met een nabehandelingsysteem ( roetfilter en katalysator). Met deze aanpassing zou de motor kunnen voldoen aan de toekomstige eisen van CCR 4. Het idee was om dit uit te voeren met een zgn. CCR 1 motor omdat die van zichzelf al zuiniger is dan een CCR 2 motor. Hierdoor kan dan dus het grootste voordeel worden behaald én kunnen eventuele bestaande schepen door middel van een retrofit ook aan de toekomstige eisen voldoen. Koedood heeft in haar klantenkring inmiddels meer dan 200 van deze motoren draaien. De heer Vranken van ms Goblin was al geruime tijd bezig met Koedood voor de afbouw van een droge lading binnenschip van 135 x 11.45 m. Normaal gesproken worden hierin motoren geïnstalleerd van min. 2 x 1200 pk omdat een aantal keren per jaar dit vermogen nodig is vanwege de sterke stroming op de rivier de Rijn. Het vaarprofiel van het zusterschip ms Lutin is nauwkeurig nagegaan en daaruit bleek dat de motoren in de opvaart gemiddeld
voor 2 x 700 pk draaien. Koedood opperde toen het idee om met kleinere motoren te werken in combinatie met elektromotoren direct om de schroefas achter de keerkoppeling. In de opvaart kan op deze kleinere hoofdmotoren worden gevaren en in de afvaart op de elektromotoren door middel van een extra generatorset. Koedood stelde voor om voor de voortstuwing motoren te gebruiken van 862 pk die dan gemiddeld voor ca. 700 pk konden draaien, dit is ca. 80 % van vermogen en ideaal. De elektromotoren zijn 388 pk per stuk en kunnen ook in de opvaart worden bijgeschakeld zodat een vermogen ontstaat van 862 en 388 pk =1250 pk. Er zijn dus twee innovatieve ontwikkelingen in dit schip verwerkt. Ten eerste de installatie van aangepaste motoren waarbij brandstofverbruik wordt geoptimaliseerd in combinatie met zo laag mogelijk roetwaarde. Ten tweede is de combinatie van hoofdmotoren in combinatie met elektromotoren uniek waarbij sprake is van een zo optimaal mogelijk verbruik en zo weinig mogelijk uitstoot bij ieder gevraagd vermogen. Het schip is nu een paar maanden in de vaart en de eigenaar van ms Goblin, de heer Vranken is zeer tevreden over het resultaat. Er is een voorlopige brandstofbesparing van ca. 12,5 – 15% ten opzichte van het zusterschip ms Lutin, maar daarnaast voldoet het schip nu al aan de toekomstige CCR 4 eisen. Het is dus behalve een zuinig schip ook een heel schoon schip geworden. Koedood is nog met allerlei innovatieve ontwikkelingen bezig. Volgend jaar staat een project op de planning met ombouw van een bestaand droge lading koppelverband ms Eiger van rederij Danser. In de ms Eiger worden de motoren vervangen door Wärtsilä dual fuel motoren, die op 95-99% LNG draaien. De grote uitdaging daarbij is dat de tank in het ladingruim geplaatst wordt. Contactpersoon: Arie Koedood (Koedood Dieselservice B.V.), Frankepad 1, 3341 LV Hendrik Ido Ambacht +31 (0)1786813127,
[email protected]
5
MARITIM VERTEGENWOORDIGD MARITIM BIJ DNV GL INNOVATIBIJ JAARCONGRES ON UPDATE IN BREMEN, NEDERLANDSE VERENIGING VAN HAMBURG EN PAPENBURG BINNENHAVENS Bron: Monique Sluiman (MARIKO GmbH)
Bron: Piet Alberts (TCNN)
Op 4 oktober vond in Meppel het jaarcongres plaats van de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens met als titel “Binnenhavens in het Trans-Europese netwerk”. Dit congres werd door verschillende overheden, provincies en gemeenten bezocht. MariTIM was hier vertegenwoordigd met een stand om het project onder de aandacht te brengen. Met bezoekers is informatie gedeeld over het doel van het project, de drie deelprojecten en de status. Wat betekent varen op LNG voor de binnenhavens? Wat is de status van de regelgeving, aan welke voorwaarden moet een haven voldoen om het LNG bunkeren mogelijk te maken? Tijdens het jaarcongres werden verschillende presentaties gegeven, o.a. door
Isabelle Ryckbost, secretaris–generaal ESPO (European Sea Ports Organisation). Zij gaf aan dat in het lopende Ten T (Trans European Transport Network) programma geld beschikbaar is voor o.a. LNG bunkerfaciliteiten. Tevens gaf ze aan dat voor de periode 2014 -2020 er vanuit Europa 32 miljard euro beschikbaar is voor innovatie en economische ontwikkelingen voor de gehele transportsector.
Bron: Monique Sluiman (MARIKO GmbH)
++ Construction and Shipping Industry (28 – 30 mei in Gorinchem)
6
over de stand van zaken en stelde ‚Recommended Practice‘ voor het ontwikkelen en bedrijven van bunkerinstallaties voor. Katja Baumann en Leo van der Burg verzorgden bij deze DNV GL Innovation Updates een presentatie over de ontwikkelingen in het MariTIM-project.
SMALL SCALE LNG FORUM: Bron: Monique Sluiman (MARIKO GmbH)
Meer informatie over het congres en de presentaties is te vinden op http://havens.binnenvaart.nl/jaar congres-2013
OVERIGE PROMOTIONELE ACTIVITEITEN MARITIM
Naast de bijeenkomsten die elders in deze nieuwsbrief staan beschreven, is het MariTIM-project tijdens meerdere gelegenheden breder onder de aandacht gebracht:
43 LNG-aangedreven schepen zijn in de vaart. 40 nieuwbouw- of verbouwprojecten voor LNG-aangedreven schepen zijn bevestigd. Dat is inclusief de eerste schepen in Duitsland. DNV GL gaf tijdens vijf bijeenkomsten in Bremen, Hamburg en Papenburg informatie
++ Symposium van Maritiem Instituut Willem Barentsz van NHL hogeschool ( 4 oktober op Terschelling) ++ Europort 2013 ( 5 – 8 november in Rotterdam) met de welwillende medewerking van Cofely West Industie en Germanischer Lloyd
Op de derde dag van het ‘2nd Small Scale LNG Forum’ in Rotterdam hebben Bram Kruyt, Leo van der Burg en Katja Baumann een presentatie gegeven over de ontwikkelingen binnen het MariTIM-project en de interregionale samenwerking daarin. Zij besteedden daarbij ook aandacht aan de projecten die daar inmiddels uit zijn voortgevloeid, zoals WattenStart en LNG Initiative Nord West (zie ook de artikelen op pagina 7 en 8 van deze nieuwsbrief). De dagvoor-
zitter, de heer Robert Tieman van Deltalinqs, gaf aan onder de indruk te zijn van deze noordelijke initiatieven die in relatief korte tijd zijn opgezet.
++ Promotiedagen Noord-Nederland ( 5 – 6 november in Groningen)
den kunnen spelen, dan horen wij dat graag!
Ook in het nieuwe jaar wordt het MariTIM-project zoveel mogelijk onder de aandacht gebracht. Weet u een interessant en relevant evenement waar wij een rol in zou-
De ruim 70 toehoorders uit binnen- en buitenland volgenden deze dag een afwisselend programma met boeiende sprekers, waarbij de voordracht en case study over het onderwerp bio-LNG er in positieve zin uitsprong. De presentaties zijn opvraagbaar bij Mariko.
LNG-INITIATIVE NORDWEST - INNOVATIENETWERK TER BEVORDERING VAN DE GASAANGEDREVEN SCHEEPVAART Bron: Katja Baumann (MARIKO GmbH)
Het „LNG-initiative Nordwest“ heeft als doel om maritieme ondernemingen te ondersteunen bij de overgang naar de gasaangedreven scheepvaart. De mondiale scheepvaart staat momenteel voor een technologische sprong van aandrijvingssystemen met dieselolie naar gasaangedreven technologieën, vooral met behulp van LNG (Liquefied Natural Gas). In het „LNG-Initiative Nordwest“ komen rederijen, scheepswerven, havens, onderzoeksinstellingen, technologie-ontwikkelaars, motorfabrikanten, classificatiebureaus, gasleveranciers en gemeentes bij
elkaar om door kennisnetwerken, technologietransfer en onderzoek het innoverend vermogen van vooral kleine en middelgrote ondernemingen in Noordwest-Duitsland in de gasaangedreven scheepvaart te verhogen. Met in totaal zo‘n 30 startende netwerkpartners wordt met het „LNG-Initiative Nordwest“ omvangrijke knowhow over dit thema gebundeld en verder ontwikkeld. De coördinator van het innovatienetwerk, dat wordt gesubsidieerd met middelen van Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, is MARIKO GmbH in Leer. Gedurende
KNOW-HOW-TRANSFER AAN BOORD VAN DE VIKING GRACE Bron: Matthias Becker (Wärtsilä) en Katja Baumann (MARIKO GmbH)
In het kader van LNG-Initiative Nordwest, dat als doel heeft om maritieme ondernemingen te ondersteunen bij de overgang naar schepen met gasaandrijving, heeft het bedrijf Wärtsilä een seminar georganiseerd op de cruiseferry MS „Viking Grace“. De partners van LNG-Initiative Nordwest, dat wordt gecoördineerd door MARIKO GmbH in Leer, hadden de gelegenheid om deel te nemen aan deze excursie om deze innovatieve manier van aandrijving „live in actie“ te beleven. Meer dan 50 deelnemers uit de regio gaven gehoor aan de uitnodiging van MARIKO GmbH en Wärtsilä op de cruiseferry MS „Viking Grace“, die vaart tussen Stockholm (Zweden) en Turku (Finland). Naast de maritieme branche (rederijen, scheepswerven, havenbedrijven) waren ook kennis- en onderzoeksinstellingen en afvaardigingen uit de politiek aanwezig. De MS „Viking Grace“ van de rederij Viking Line werd in het voorjaar van 2013 opgeleverd door de Finse
7
werf STX Turku. De cruiseferry, die plaats biedt aan 2.800 passagiers, is het eerste schip van deze grootte dat is voorzien van een Dual Fuel (kortom „DF“) aandrijving en dus gebruik maakt van aardgas (Liquefied Natural Gas – kortom „LNG“) als aandrijvingsbrandstof. Daarmee voldoet de MS Viking Grace aan de vanaf 2015/2016 geldende regels voor verbrandingsgassen ter beperking van zwaveloxide- en stikstofoxide-emissies. Bovendien maakt het gebruik van LNG een vermindering mogelijk van de CO2 uitstoot van ca. 20%. De vier 8L50DF hoofdmotoren met het complete 2-assige aandrijvingssysteem inclusief de schroef van edelstaal en de twee 200 cbm LNG druktanks werden geleverd door Wärtsilä. Aan het begin van het seminar „LNG in Practice“ werd in de vroege ochtenduren het bunkeren („betanken“) van de „Viking Grace“ gevolgd, dat plaatsvindt tijdens het verblijf aan de terminal van slechts 1 uur middenin de binnenstad van
de looptijd van het project van 18 maanden dient een basis te worden gevormd voor verdere doorbraak en profilering van de LNG-technologie en voor de duurzaamheid van het innovatienetwerk. Op 5 actiegebieden met in totaal 18 maatregelen gaan bedrijven en onderzoeksinstellingen in het netwerk zich samen voorbereiden op de voorspelde gasaangedreven scheepvaart van de toekomst.
Meer informatie over de maatregelen vindt u op www.lng-nordwest.de
Stockholm en bijzondere belangstelling wekte bij de deelnemers. Via het speciaal gebouwde bunkerschip „Seagas“ wordt de MS „Viking Grace“ tijdens het wisselen van de passagiers veilig voorzien van LNG. Een vertegenwoordiger van de firma AGA / Bomin Linde legde tijdens een live verslag van het bunkerproces de veiligheidsstandaards en procedures
uit aan de deelnemers. Vervolgens verwelkomden Katja Baumann van MARIKO GmbH en Matthias Becker van Wärtsilä de gasten, verheugden zich over de belangstelling voor het volgeboekte evenement en gaven vervolgens het woord aan verschillende sprekers, die de ervaringen tot nu toe met LNG vanuit verschillende perspec-
hier potentieel. „In LNG-Initiative Nordwest komen rederijen, scheepswerven, havens, onderzoeksinstellingen, technologie-ontwikkelaars, motorfabrikanten, classificatiebureaus, gasleveranciers en gemeentes bij elkaar om door kennisnetwerken, technologietransfer en onderzoek het innoverend vermogen van vooral kleine en middelgrote ondernemingen in Noord-West-Duitsland
in de gasaangedreven scheepvaart te verhogen. Het seminar bood een uitstekende mogelijkheid om het onderwerp „LNG“ vanuit verschillende perspectieven te belichten en het netwerk voor de vestiging van LNG te verstevigen.“
OOST-FRIESE EN NEDERLANDSE WADDENREDERIJEN PRATEN OVER GROENE SCHEEPVAART
nieuwe aandrijvingstechnologieën. De resultaten van deze gesprekken werden op de 30 october tijdens een conferentie in het Fährhaus in Emden voorgesteld aan de rederijen en andere partijen.
duurzame mobiliteit bij de provincie Fryslân, beschouwt het concept van WattenStart als een uitstekende mogelijkheid om de Duits-Ne-
Bron: Katja Baumann (MARIKO GmbH)
Aan het begin bracht Dr. Bernhard Brons, bestuursvoorzitter van AG Ems, verslag uit over de „MS Ostfriesland“, die momenteel wordt voorbereid op omschakeling naar aandrijving met het vloeibare gas LNG (Liquefied Natural Gas). Na de verbouwing zal de veerboot in juni 2014 als eerste Duitse passagiersschip met LNG-aandrijving weer in de vaart komen, en dat aanzienlijk milieuvriendelijker dan conventionele veerboten, aldus Guido Friederich van Germanischer Lloyd (GL), die het technische concept toelichtte. De burgemeester van Emden, Bernd Bornemann, sprak in dit verband over een richtingwijzend project en prees de inzet van AG EMS, die volgens hem uitstekend past bij de plannen van de stad Emden om zich op termijn te ontwikkelen tot een centrum van hernieuwbare energieën. Roos Geelhoed, projectleidster voor
tieven belichtten. Als vertegenwoordiger van de DNV-GL Group deed Dr. Gerd Würsig verslag van het juridische kader voor gebruik van LNG als brandstof en schetste een perspectief voor de ontwikkeling van vloten met LNG vanuit het oogpunt van een classificatiebureau. Vertegenwoordigers van Neptun Ship Design en scheepswerf Meyer berichtten over uitdagingen en oplossingen op de gebieden constructie en scheepsdesign. Hierbij werden zowel resultaten van afgelopen onderzoeksprojecten als directe ervaringen tijdens voor een deel al afgewikkelde opdrachten transparant weergegeven. Bovendien stelde Wärtsilä de Dual Fuel technologie en het portfolio in 4- en 2-takt motoren voor en presenteerde zijn systeemoplossingen en tanktechniek. Met meer dan 7.000.000 gedraaide uren op DF-motoren is Wärtsilä wereldwijd toonaangevend op deze markt. Daarna vertelde Claus Hirsch, technisch inspecteur bij AG Ems,
De maritieme sector aan de Waddenkust is een branche met een hoog groei- en werkgelegenheidspotentieel en enorme innovatieve kracht, vooral op het gebied van Green-Shipping. Gezien de aanscherping van milieu-eisen in de scheepvaart, maar ook in andere segmenten van de transport- en energievoorzieningssector komen nieuwe, milieuvriendelijke brandstoffen daarbij steeds meer in de belangstelling. Dit geldt ook voor het gebied van het natuurlijk werelderfgoed de Waddenzee, waar sprake is van bijzondere gevoeligheid voor milieubelastingen door emissies van schepen en olievervuiling. Tegen deze achtergrond hebben MARIKO GmbH uit Leer en de stichting Energy Valley uit Groningen onlangs het project „WattenStart“
8
over de verlenging van de „MS Ostfriesland“, die in 2014 wordt uitgerust met twee Dual Fuel Motoren van het type Wärtsilä 6L20DF en een Wärtsilä LNG-tank type LNGPac45. Daarmee zal de Waddenveerboot het eerste schip in Duitse wateren zijn met LNG-aandrijving. Tenslotte hadden de deelnemers aan het seminar, na een inleiding door de projectleider van rederij Viking, Kari Granberg, de mogelijkheid om de machinekamer en de brug te bezichtigen. „Je kon bij alle presentaties zien dat de technologieën voor het invoeren van LNG als brandstof er zijn in de scheepvaart. Motoren en tanktechniek, maar ook de systemen en scheepsdesigns zijn goed ontwikkeld, net als het groeiende aantal bunkermogelijkheden in en buiten de Oostzee“, is de positieve conclusie van Matthias Becker, verkoopdirecteur bij Wärtsilä Deutschland. Katja Baumann, projectleider bij Mariko GmbH, ziet in de LNG-techniek niet alleen voor de kustregio‘s
geïnitieerd, dat wordt gesubsidieerd in het kader van het INTERREG IV A-programma van de Europese Unie. Doel van het project is het peilen en voorbereiden van ontwikkelingsperspectieven voor een milieuvriendelijke scheepvaart naar de Waddeneilanden, ook al varen alle vloten nu al met zwavelarme minerale olie. De focus ligt daarbij op de veerboten naar de vijf Nederlandse en zeven Duitse eilanden in de Nederlandse en Nedersaksische Waddenzee, die in de vaart zijn bij negen verschillende rederijen. Vertegenwoordigers van MARIKO GmbH en Energy Valley hebben de rederijen in de afgelopen weken gevraagd naar plannen en belemmeringen voor verdere ontwikkeling van hun vloten voor de veerverbindingen naar de eilanden en de vereiste haveninfrastructuur voor
www.lng-nordwest.de
Roos Geelhoed, projectleider voor duurzame Emden/Leer mobiliteit bij de provincie Fryslân
derlandse samenwerking te verstevigen en het thema duurzame mobiliteit goed vooruit te helpen. Die mening deelde ook Bernhard Bramlage, commissaris van het district Leer, die vooral in het thema „Green-Shipping“ een waardevol, zowel ecologisch als economisch perspectief ziet voor de regio. In dit verband deed de commissaris ook verslag van de plannen van
tie en van de gesprekken met de rederijen en andere partijen in het Waddengebied waarschijnlijk worden ontwikkeld tot een gezamenlijk grensoverschrijdend actieplan met scheepsgerelateerde en algemene maatregelen voor de verdere ontwikkeling van een milieuvriendelijke en emissie-arme scheepvaart naar de Waddeneilanden. Dieter Schröer (MARIKO GmbH) en Gerrit van Werven (Energy Valley) zien in een dergelijk actieplan een grote kans voor een duurzame ontwikkeling aan Duitse en Nederlandse zijde, waar op termijn ook partijen uit Denemarken bij kunnen worden betrokken, om de gehele bandbreedte van de Waddenzee af te dekken. der meer ook worden toegepast op alle andere veerboten, aldus Katja Baumann (MARIKO GmbH). Het is vooral nodig om goed te kijken naar de uitdagingen wat betreft het specifieke vaargebied, de scheepsparameters en de bunkerstrategie (betanking), die werden voorgesteld door Leo van der Burg (NHL Hogeschool) en Lorenzo Mandias (YAG – Young Advisory Group). Om de ondernemingen te ondersteunen bij de overgang naar schepen met gasaandrijving, zijn in Nederland het Nationaal LNG Platform en op regionaal niveau de TaskForce LNG Noord-Nederland opgericht, aldus Patrick Cnubben (Energy Valley). De daar ontplooide activiteiten dienen
nauw te worden gekoppeld aan de maatregelen van het Nedersaksische „LNG-Initiative Nordwest“, dat zich sinds augustus bezighoudt met vraagstellingen rond de LNG-thema‘s „Technologieën & Innovaties“, „Infrastructuur“ en „Recht & Financiering“. Op termijn dienen echter ook alternatieve (regeneratieve) aandrijvingsconcepten te worden bekeken en onderzocht, aldus Prof. Kapitän Michael Vahs (Hochschule Emden/Leer), die zijn „Visie emissievrije Waddenzee“ deelde met het publiek, waarin vooral aanvullende zeilaandrijvingen een belangrijke rol spelen. Samenvattend zette Marco Stüber (MCON Oldenburg) uiteen dat de resultaten van de conferen-
Het project „WattenStart“ wordt in het kader van het INTERREG IV A-programma Deutschland-Nederland gecofinancierd met middelen van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en nationale en regionale co-financiers. Het wordt begeleid door het programmamanagement bij de Eems Dollard Regio.
OPENING LNG-STATION GDF SUEZ LNG SOLUTIONS IN DUIVEN:
LNG-tankstation van GDF Suez LNG Solutions. Zo’n 150 gasten woonden dit bij en zagen hoe het eerste publieke en onbemande LNG-tankstation in Gelderland en het tweede in Nederland, officieel werd geopend. Onder het toeziend oog van mevrouw Traag (provincie Gelderland) de heren Groen (Salland Olie), Droogh (Sita Nederland), Boot (Cofely Nederland) en Bos (GDF Suez Energie Nederland) startte burgemeester Zomerdijk het vullen van een inmiddels gereed staande truck met LNG. Het LNG-station van GDF Suez LNG Solutions heeft een aantal unieke kenmerken: ++ Geschikt voor alle truckfabrikanten
++ ++
de deelstaatregering van Nedersaksen om een knowhow-centrum voor Green-Shipping te creëren op de locaties Leer en Elsfleth. Dit perspectief ligt helemaal in de lijn van het betoog van Peter Südbeck, directeur beheer van het Nationaal Park Nedersaksische Waddenzee, die een groene scheepvaart naar de eilanden een waardevolle component noemde van duurzaam toerisme in het natuurlijk werelderfgoed de Waddenzee. De organisatoren van de conferentie zien vooral in het gebruik van LNG een interessant perspectief voor de rederijen. De case study van AG EMS kan echter niet zon-
Bron: Monique Sluiman (MARIKO GmbH)
GDF SUEZ LNG Solutions is een joint venture van Cofely Nederland en GDF SUEZ Energie Nederland en richt zich op het leveren van LNG als brandstof voor het zwaar wegtransport en de maritieme sector en investeert in de daarvoor benodigde logistiek en infrastructuur. MariTIM-partner Cofely West Industrie is onderdeel van de GDF SUEZ Groep. Omdat beide bedrijven onderdeel zijn van de GDF SUEZ groep wordt nauw samengewerkt
9
in de ontwikkeling van LNG als brandstof in de markt. Indien nodig kan er voor de projectactiviteiten die Cofely West Industrie ontplooit binnen MariTIM – LNG Passenger Vessel eenvoudig en snel een beroep worden gedaan op de expertise die bij GDF Suez LNG Solutions inmiddels is opgedaan wanneer het gaat over LNG. De gemeente Duiven vormde op 4 november 2013 het decor voor de officiële opening van het
Meer informatie: Katja Baumann (MARIKO), +49 (0)491 9261179,
[email protected] www.deutschland-nederland.eu
Eén dispenser voor de tankdrukken van 3, 8 en 18 bar trucks (automatisch herkend middels RFID) Door de juiste temperatuur en druk is de kwaliteit van het geleverde LNG altijd constant De visie van GDF Suez vindt haar oorsprong in de energievoorziening en verduurzaming. In de brandstoffenmarkt bieden alternatieve brandstoffen, zoals vloeibaar gemaakt aardgas, kansen omdat deze vragen om een andere technologische infrastructuur. De opening van het LNG-station betekent voor GDF Suez dan ook een mijlpaal. Voor de komende vijf jaar wordt de bouw van nog eens 14 LNG-stations beoogd.
PERSONELE WIJZIGINGEN Bron: Monique Sluiman (MARIKO GmbH)
Sinds de zomerperiode versterkt Monique Sluiman het Mariko-team. Zij houdt zich voor het MariTIM-project onder andere bezig met de PR & communicatie, waaronder deze nieuwsbrief. Soortgelijke activiteiten verricht Monique ook voor het project ‘LNG
Initiative Nord West’ dat onlangs is gestart (zie ook het artikel op pagina 7 van deze nieuwsbrief). Monique is te bereiken via tel. +49.491.926 1183 of
[email protected]
Na een periode van ruim 7 jaar als projectmanager in uiteenlopende projecten heeft Leo van der Burg op 1 november jl. TCNN verlaten. Inmiddels is hij werkzaam als projectmanager voor het Maritiem Instituut Willem Barentsz van NHL hogeschool. De overgang van Leo naar NHL hogeschool heeft geen directe gevolgen voor het MariTIM - ‘LNG Passenger Vessel’. Zijn rol als projectmanager van dit deelproject blijft gehandhaafd waardoor de voortgang en de kwaliteit van de projectactiviteiten gewaarborgd worden. Vanuit NHL hogeschool is Leo inmiddels via Mariko begonnen met de uitvoering van de projectactiviteiten voor ‘LNG Initiative Nord West’, zoals die beschreven staan op pagina 7 van deze nieuwsbrief.
De contactgegevens van Leo zijn: +49.491.926 1182 of
[email protected] en
[email protected]
HET TEAM VAN MARITIM WENST U PRETTIGE KERSTDAGEN EN EEN GELUKKIG NIEUWJAAR! WIJ VERHEUGEN ONS OP DE VERDERE SAMENWERKING!
Katja Baumann Tel: +49 491 926-1179 Telefax: +49 491 926-1171
[email protected]
Unterstützt durch: / Mede mogelijk gemaakt door:
www.deutschland-nederland.eu
10
Piet Alberts Tel: +31 50 575-2826 Telefax: +31 50 575-2822
[email protected]
MariTIM Partner:
11