Jaargang 17, winter 2010
MATR I X
K W A R T A A L B la d v a n d e T e c h n i s c h e U n i v e r s i t e i t E i n d h o v e n
TU/e bundelt onderzoek in ‘Health’ en ‘Energy’ In gesprek met Jan Zuidam over Brainport 2020 Balanceren tussen studie en sport TU/e-alumnus Marijn Dekkers pas aangetreden als CEO van Bayer
Op de cover: De robotarm (slave) van dr.ir. Linda van den Bedem die bij invasieve operaties de chirurg ondersteunt, is een typisch voorbeeld van onderzoek in het thema Health. Lees verder op pag. 4 en 11
Inhoud
Colofon Technische Universiteit Eindhoven Communicatie Expertise Centrum Postbus 513 5600 MB Eindhoven homepage: http://www.tue.nl e-mail:
[email protected] Hoofdredactie Drs. Han Konings Telefoon (040) 247 33 30/247 29 61 e-mail:
[email protected] Informatie over adverteren H&J Uitgevers Telefoon (010) 451 55 10 Telefax (010) 451 53 80 Medewerkers aan dit nummer Cora van den Berg, Judith van Gaal, Chris van de Graaf, Joep Huiskamp, Ingrid Magilsen, Frits van Otterdijk, Paula van de Riet, Enith Vlooswijk Eindredactie en coördinatie Communicatiebureau Corine Legdeur e-mail:
[email protected] Foto’s en illustraties Vanessa Cañeta, Vincent van den Hoogen, OGC, Rien Meulman, Bart van Overbeeke, Jan Timmermans Vormgeving Onnink Grafische Comm. BV, www.onninkgc.com Druk E.M. de Jong, Baarle-Nassau Redactieadviesgroep Mr.drs. B.C. Donders, Prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen, Drs. D.W.T Meijers, Prof.dr. L.H.J. Verhoef,
4 TU/e concentreert onderzoek in thema’s Health en Energy
Oud-Philips-topmannen dr. Rick Harwig en drs. Roel Fonville zetten de eerste lijnen uit.
8 In gesprek met Jan Zuidam
Ir. Jan Zuidam, voorzitter Brainport 2020 over de toekomstplannen van Zuidoost-Nederland.
12 Minoropleiding Energie en Duurzaamheid
In deze minor werken studenten met vragen vanuit de industrie en kijken ze naar techniek en naar de markt.
16 Meer startende bedrijven en snellere groeiers
In de vijf jaar dat het TU/e Innovation Lab nu bestaat, is kennisvalorisatie een volwaardige derde taak van de universiteit geworden. In het Valorisatieplan 2011-2016 beschrijft de TU/e haar verdere ambities.
18 TU/e levert flinke bijdrage aan de Dutch Design Week Een van de blikvangers was de tentoonstelling ID’10, waarin afstudeerders en een selectie van studenten van de faculteit Industrial Design zich presenteerden.
28 Tussen technologische en medische wetenschap
Prof.dr. Keita Ito, hoogleraar Orthopaedic Biomechanics and Mechanobiology, aan het woord.
Matrix wordt gemaakt door het Communicatie Expertise Centrum van de TU/e en verschijnt vier keer per jaar. Het blad wordt (na schriftelijk verzoek) kosteloos toegezonden aan TU/eingenieurs en aan een scala van andere, externe relaties.
En verder in dit nummer
Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen uit Matrix is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Voor het gebruik van de foto’s of andere illustraties is toestemming van de maker nodig.
Sluitstuk / 3 • TU/e in de pers / 7 • Nieuws bedrijfsleven / 11 • Student in het buitenland / 14 • Nieuws onderwijs / 15 • Nieuws onderzoek / 22 • Gesteld / 27 • Coach café voor alumni / 31 • Marijn Dekkers, CEO van Bayer / 32 • Reünie Philips-alumni / 35 • Coen Antens, alumnus in Barcelona / 36 • Alumna Ingrid Meuwissen, zelfstandig ondernemer / 38 • Jan Hendrik den Besten, alumnus bij ASML / 40 • Balanceren tussen studie en sport / 42 • Nieuws alumni / 45 • Deuren open tussen DAF en TU/e / 46 • Jonge ondernemers van ttopstart / 48 • TU/e-startup InSolutions / 50 • Ontwerper in opleiding Fred van Nijnatten / 52 • Agenda en service / 54
Het eerstvolgende nummer van Matrix verschijnt in maart 2011. ISSN 1380-247X
2
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
TU/e-congrestip Trends in Photonic Communication Research and COBRA’s contributions Datum: 3 feb. 2011, van 13.00 tot 17.00 uur. Plaats: Blauwe Zaal in het Auditorium van de TU/e. Inhoud: Wetenschappers van TU/e-COBRA (Inter-University Research School on Communication Technologies Basic Research and Applications) geven een overzicht van hun onderzoeksactiviteiten in de optische fiber communicatie. Buitenlandse wetenschappers spreken over wereldwijde trends, de internationale samenwerking en de toekomst van het vakgebied Photonic Communication.
Doelgroep: Researchers en bedrijven uit binnen- en buitenland die werkzaam zijn op het gebied optische fiber communicatienetwerken en -technieken. Organisatie: COBRA. Meer informatie en aanmelden: www.cobra.tue.nl, ga naar ‘Symposium’. Aanmelding kan tot 15 januari 2011.
Sluitstuk
Afstudeerders vertellen over hun afstudeerwerk
M
atr
i
x
/
4
/
Foto: Rien Meulman
Waarom biedt een station alleen ruimte voor rails, treinen en kiosken? Die dure grond, vaak midden in de stad, zou je ook deels kunnen gebruiken voor woningbouw. Met dit idee ontwierp Rob Ilbrink een nieuw centraal station voor de stad Eindhoven en won hiermee de Nationale Studentenstaalprijs. Ilbrink, recent afgestudeerd aan de faculteit Bouwkunde, zag het al helemaal voor zich: stationbewoners die langs een soort brandweerpaal naar beneden glijden en op het juiste perron terechtkomen. Dat scheelt al snel tien minuten fietsen naar het station. ‘Bovendien dacht ik al langere tijd over de combinatie woningbouw en stationsbouw’, vertelt hij. ‘Je ziet die combinatie soms wel, maar dan leggen ze het station ondergronds aan. Mijn kritiek is dat zo geen goede stationarchitectuur ontstaat.’ De brandweerpalen zijn in de Eindhovense ‘railscraper’ van Ilbrink vervangen door trappen en cabineliften. De woningen, en ook kantoren, hangen recht boven het spoor. Ze zijn trapsgewijs opgestapeld en vormen veertien paar golvende ribben, waartussen een soort dubbele folie met lucht hangt. Deze structuur maakt de constructie veel lichter dan wanneer het beton zou zijn. De woningen zijn prefab te bouwen en worden tijdens de bouw met een hijskraan op elkaar gestapeld. Om geluidsoverlast te voorkomen, zit er een dubbele glasgevel tussen de woningen en het station, met daartussen een ruimte van achttien centimeter. De prijs ontving Ilbrink vanwege de stalen ribbenstructuur. De gemeente Eindhoven is volgens Ilbrink enthousiast, maar het station zal er voorlopig niet komen. ‘Daar is het ontwerp toch wat te groots voor.’
2
0
1
0
3
Foto’s: Bart van Overbeeke
BElEID gecombineerde elektrochemische-optische meetopstelling waarin nieuwe waterstofopslagmaterialen worden onderzocht (uit de groep van prof.dr. Peter notten).
4
M
A
T
R
i
X
/
4
/
2
0
1
0
TU/e bundelt onderzoek in thema’s Energy en Health De TU/e bundelt een deel van haar onderzoek in de strategische onderzoeksclusters Energy en Health. Hiermee laat de universiteit krachtige onderzoeksconcentraties ontstaan die kunnen concurreren met de sterkste onderzoekscentra in de wereld. De oud-Philips-topmannen dr. Rick Harwig (Energy) en drs. Roel Fonville (Health) zetten de eerste lijnen uit. Ze vertellen over hun onderzoeksthema’s en de ambities. ‘Ik heb eens schertsend gezegd: wanneer ik in mijn Philips-tijd langs de TU/e reed, dacht ik: daar kun je elektrotechniek of natuurkunde studeren’, vertelt Roel Fonville, voorheen senior vicepresident en general manager van Philips Healthcare en nu voorzitter van brancheorganisatie Holland Health Tech. ‘Terwijl het voor de profilering van de TU/e juist belangrijk is dat mensen denken: aan de TU/e is men bezig met techniek die wordt toegepast, bijvoorbeeld in de gezondheidszorg.’ Een scherpe profilering is noodzakelijk om in de toekomst mee te doen met de beste in de wereld, is de overtuiging. Het brengt binnen de universiteit onderzoeksgroepen bij elkaar die hun krachten bundelen op maatschappelijk relevante terreinen. Deze focus en massa zorgen er vervolgens voor dat partners in het bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid weten waar de TU/e in uitblinkt. Fonville: ‘Grote industriële partners willen samenwerken met partijen die top zijn – ongeacht waar op de wereld deze groepen zitten. Dankzij een goede profilering kan de TU/e zo’n partij zijn.’ Daarnaast helpen de onderzoeksclusters bij het aantrekken van studenten, omdat het voor hen interessant is om te weten aan welke maatschappelijke vragen hun studie bijdraagt.
gen, moeten er in de komende veertig jaar nog honderd Shanghai’s gebouwd worden, maar dan duurzaam. De hele infrastructuur die we nu hebben moet op zijn minst gereviseerd worden en voor een groot deel herbouwd. Hier liggen voor sterke industriële onderzoeksclusters natuurlijk gigantische kansen.’ De opdracht bestaat uit het organiseren van een cluster dat in staat is een belangrijke positie te verwerven in de energievraagstukken. Inmiddels is in kaart gebracht met welke partners de TU/e een toppositie kan verwerven. ‘De Stichting voor Fundamenteel Onderzoek
van Philips en is momenteel onder andere president-commissaris van de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij. Hij schetst de uitdagingen die er voor de TU/e liggen op zijn terrein. ‘De opgave is om in de komende veertig jaar volledig duurzaam te worden. Als dat niet gebeurt, loopt het met ons op de aarde dramatisch af.’ In die periode moeten we de duurzaamheid met een factor vijf verbeteren, stelt hij vast. ‘Dat lijkt onmogelijk, maar het is gewoon jaarlijks een verbetering van vijf procent – en dat veertig jaar lang. Om groei van de wereldbevolking op te van-
Volgens Rick Harwig moeten we de duurzaam-
Duurzaamheid
heid met een factor vijf verbeteren.
Rick Harwig is bezig met het cluster Energy. Hij was chief technology officer
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
5
beleid
‘We moeten onze eigen grenzen overstijgen’
Roel Fonville stelt dat een scherpe profilering belangrijk is om tot de top te behoren.
der Materie (FOM) verhuist haar plasma en fusie-tak naar Eindhoven en richt hiervoor een nieuw FOM-instituut voor fundamenteel energieonderzoek op. De fusietechnologie heeft zich zeer snel ontwikkeld en zou zomaar na 2050 een definitieve oplossing kunnen zijn voor het energievraagstuk. Bovendien past het goed bij de sterktes van de TU/e. Daarnaast is in de regio veel te doen rondom brandstoffen en de motoren waarin je die brandstof gebruikt. Er is veel kennis van brandstofconversie met biochemie. Ook het opslaan van energie, het transport en slim gebruik, meestal van elektriciteit, zijn belangrijke speerpunten. ECN Solar uit Petten beweegt zich richting Eindhoven om samen te gaan met de zonnecelindustrie in Zuid-Nederland. TNO Industrie is hier actief in apparaten voor deze solarindustrie. Holst Centre kijkt naar polymere zonnecellen die veel voordelen hebben. Het cluster zal dus enerzijds een verbinding vormen tussen de TU/e en TNO, FOM, ECN, Holst en klanten in de industrie. Anderzijds met organisaties voor toepassingen in onze gebouwde omgeving.’
reldschaal opereert, is bewustwording, stelt Harwig. ‘Mensen moeten snappen dat we onze eigen grenzen moeten overstijgen. We moeten vanuit mooie, kleinschalige dorpen en steden in Nederland verbindingen aangaan over de hele wereld. We zullen onze vleugels moeten uitspreiden naar grote steden in de wereld, zoals Sao Paolo en Shanghai. Dat zijn de plekken waar nieuwe concepten moeten worden opgepikt; daar wonen onze toekomstige klanten. Wanneer we niet ons dorp uitgaan, zijn we verdoemd tot een klein leven. Begrijp me goed: dat is nu een aangenaam leven, maar we zullen dan geen vindingen doen en producten maken die de energiehuishouding in de wereld veranderen. En dan ontstaat hier geen bruisende economie die in staat is ons welvaartniveau op peil te houden.’ Het kan ook, vertelt de oud-topman. ‘De TU/e heeft steeds betere relaties met Chinese universiteiten die veel groter zijn. Je ziet dat TU/e-hoogleraar Jeu
Bewustwording Het belangrijkste dat er moet gebeuren om te komen tot een cluster dat op we-
6
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
Schouten wordt gevraagd om in China een Design Academy op te zetten. Dat is een erkenning van zeer vooraanstaande Chinese universiteiten voor wat er in Eindhoven is gedaan. Het verkrijgen van een positie in de wereldtop is dus zeker geen luchtfietserij.’ Een gevaar is volgens Harwig dat Nederland te weinig bereid is om nieuwe vindingen te gebruiken. ‘Het zou mooi zijn als we ook in de eigen omgeving technologieën kunnen toepassen, zoals dat nu al begint met energieneutraal wonen in Brainport. Maar Nederland is een conservatief land, en wanneer de bakker zijn eigen brood niet eet, hoeft de klant het ook niet. We zullen ons dus moeten verbinden met grote steden in Europa zoals Londen, Parijs en Berlijn om nieuwe technologieën toe te passen in de regionale economie om ons heen.’
Health Roel Fonville is door het bestuur van de universiteit gevraagd aan de slag te gaan met het cluster Health. Het onderwerp sluit naadloos aan bij zijn verleden als topman van Philips Medical Systems (nu Philips Healthcare) en zijn voorzitterschap van brancheorganisatie Holland Health Tech. Fonville ziet goede kansen voor onderzoek en industrie. ‘Er komen in dit onderwerp werelden bij elkaar, zoals techniek en gezondheidszorg, die eindeloos veel nieuwe mogelijkheden scheppen om de gezondheidzorg beter te maken.’ We worden allemaal steeds ouder, voornamelijk door betere technologie, zegt Fonville. ‘Dat begon ruim honderd jaar geleden met beter sanitair, zoals riool en watersystemen. Allerlei infectieziekten kregen we onder controle. Daarna kwamen farmacie en techniek die mensen veel langer in leven houden. Als je de balans opmaakt zie je dat we twee keer zo oud worden als honderdvijftig jaar geleden. Dat is natuurlijk een groot goed, maar het heeft ook tot gevolg dat we moeten nadenken hoe we de groter wordende groep ouderen zorg geven.’ Om de vergrijzing het hoofd te bieden, heeft Nederland veel extra mensen in de zorg nodig. De schattingen lopen uiteen van ruim 100.000 tot 400.000 volgens de berekening van het CPB, voor over
twintig jaar. ‘De conclusie is in elk geval dat we deze mensen niet hebben. We moeten dus slimmer met zorg omgaan – daar ligt de kans voor de TU/e.’
Preventie Fonville ziet toekomst in concepten als self care en remote care. ‘Op de eerste plaats letten mensen zelf, preventief, op hun gezondheid. Techniek helpt ze om er een gezonde levensstijl op na te houden, door te wijzen op het belang van eten en lichaamsbeweging. Daarnaast meet je thuis bloeddruk, suikerniveau, et cetera. Een computer houdt deze gegevens in de gaten en op afstand kijkt een arts mee of er aanleiding is tot ingrijpen. Pas bij verontrustende waarden wordt iemand gevraagd naar het ziekenhuis te komen of in het ergste geval rijdt een ambulance voor.’ De TU/e heeft voor deze nieuwe ontwikkelingen veel kennis in huis, is de over-
tuiging van Fonville. Om te beginnen in de faculteit Biomedische Technologie. Maar ook aan alle andere faculteiten wordt onderzoek gedaan op het gebied van gezondheidszorg of onderzoek dat kan worden gebruikt voor de gezondheidszorg, zoals sensoren of de analyse van logistieke stromen in een verzorgingshuis. Alles bij elkaar opgeteld zijn er aan de TU/e zo’n 350 mensen bezig met deze onderwerpen rondom zorg, zo blijkt uit een analyse.
daarmee een herkenbaar profiel dat past bij de core competences van de universiteit.’ Tegelijkertijd gaat Fonville ook op zoek naar mogelijke partners. Hij voert hiertoe onder andere gesprekken met NXP, TNO, VDL, Philips, universitaire medische centra in Utrecht, Maastricht en Nijmegen, de ziekenhuizen in Eindhoven, zorgcentra, andere universiteiten en overheden. De derde invalshoek is de vraag: wat heeft de samenleving nodig? ‘De uitkomst van de profilering zullen dus onderzoeksthema’s zijn, gebaseerd op de kracht van de universiteit, die aansluiten bij de partners en antwoord geven op de noden van de samenleving.’ Hoogstwaarschijnlijk zal de TU/e op korte termijn nog een onderzoekscluster definiëren over het onderwerp smart mobility. Hierover is op het moment van het ter perse gaan van Matrix nog geen definitieve beslissing genomen.
Verbindende elementen In de komende tijd gaat Fonville als eerste samen met onderzoekers en bestuurders van de faculteiten op zoek naar verbindende elementen in het onderzoek. ‘Ik ben op zoek naar onderzoeksthema’s die achteraf gezien wellicht ‘voor de hand liggen’, zaken waarvan anderen zeggen: natuurlijk doet de TU/e dat! We ontwikkelen
TU/e in de pers berichten uit landelijke en regionale bladen ‘Het 130 km/uur-plan lijkt
aanspreken. Dat is de rol die
het Eindhovens Dagblad
een politiek statement: “Wij
Brainport invult.’
van 2 november 2010.
vinden het milieu niet zo beprof.dr.ir. Wim Schaefer, hoogleraar Construction
‘We kunnen botvervangers
Prof.dr.ir. Maarten
Management, in het artikel
gaan maken voor dragende
Steinbuch, hoogleraar
‘Innovatieve en creatieve regio
botten zoals het scheenbeen.
Control Systems Technology
is speler in de wereldtop’ in
Daardoor zijn de huidige me-
in het artikel ‘Laten we geen
NRC Handelsblad van okto-
talen pennen overbodig en be-
tijd verdoen met het 130 km/
ber 2010.
staan dergelijke hulpmiddelen
uur-debat’ in Vox Academica
voortaan uit lichtere materialen
van de Cursor van 21 okto-
die helemaal één worden met
ber 2010.
‘Technici zijn te bescheiden.
Foto: Bart van Overbeeke
langrijk”.’
Dr. Nico Sommerdijk
het menselijk lichaam.’
Ze maken fantastische dingen, maar zien niet altijd hoe hun
dr. Nico Sommerdijk,
‘Onze droom is dat een robot
‘Om de ambities van duur-
vinding in de praktijk toepas-
onderzoeker bij de faculteit
met onze techniek straks in het
zame energie waar te maken
baar is.’
Scheikundige Technologie,
brein in één keer goed prikt.’
voor de stad Eindhoven en
in het artikel ‘Voor perfecte
haar omgeving, is een plat-
ir. Elphi Nelissen, fellow
pinpas gaan geleerden met
Prof.dr.ir. Bart ter Haar
form opgericht waarin be-
aan de faculteit Bouwkunde,
elektronen tot op het bot’ in de
Romenij, in het artikel ‘Blik
stuurders, wetenschappers en
in het artikel ‘Geen manwijf
Volkskrant van 30 oktober
in het brein’, in Trouw van 28
ondernemers elkaar kunnen
voor moeilijke formules’, in
2010.
oktober 2010.
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
7
In gESPREk XXXXXXXXX
Foto’s: Bart van Overbeeke
Jan Zuidam, voorzitter Brainport 2020
Brainport stelt een koppositie als doel De ambities van Brainport zijn niet mis te verstaan: Zuidoost-nederland moet in 2020 een topeconomische regio van wereldformaat zijn. In cijfers uitgedrukt: nummer drie in Europa en in de top-tien wereldwijd. Ir. Jan Zuidam (1948), oud-bestuurslid van DSM, werd gevraagd hiervoor de lijnen uit te zetten. Hij vertelt over de stand van zaken in Brainport en de weg naar een succesvolle toekomst. Om een goed beeld te krijgen van Brainport schoven in het voorjaar en in de zomer van 2010 honderden mensen aan, bij de gesprekken en tafels die in het kader van Brainport 2020 werden georganiseerd onder leiding van Jan Zuidam. De ingenieur studeerde Scheikundige Technologie aan de TU Delft en trad in 1973 in dienst
8
M
A
T
R
i
X
/
4
/
2
0
1
0
bij DSM Research. Daar was hij tot 1 januari 2010 vicevoorzitter van de Raad van Bestuur. Zuidam sprak voor Brainport 2020 mensen van binnen en buiten de regio, die Brabant en Limburg omvat. Grote en kleine bedrijven uit binnen- en buitenland, overheden, universiteiten en kennisinstellingen namen deel. De belangrijkste
ZUIDAM: ‘45 procent van alle private research komt uit deze regio.’
vraag aan de tafels was: wat moet er gebeuren om in de regio verder te kunnen groeien en meer toegevoegde waarde te realiseren?
Innovatief mkb Zuidam is nu bijna klaar met de analyse van de antwoorden die hij kreeg. Zijn eerste vaststelling is dat de regio Zuid-Nederland er goed voorstaat. Er ligt volgens de bestuurder een uitstekend fundament om door te groeien naar een technologische regio van wereldniveau. ‘Dat fundament bestaat er onder andere uit dat 35 procent van de export van Nederland uit deze regio komt. Net als 45 procent van alle private research en development en 55 procent van de patenten. Je kunt
dus vaststellen dat het een heel sterk gebied is voor kennis en export.’ Vervolgens is er een aantal grote bedrijven -zoals ASML, Philips, DSM en VDL- die werken aan de speerpunten waar Nederland op inzet: hightech systems en materialen, chemie, lifesciences en materialen, food en design. Ook zag hij tot zijn verrassing buitengewoon veel innovatief midden- en kleinbedrijf. ‘Vervolgens zijn er drie mooie universiteiten: Eindhoven, Tilburg en Maastricht. Dat sluit met alfa-, bèta- en gammavakgebieden goed op elkaar aan. In de toekomst zullen deze richtingen elkaar nog meer nodig hebben om vernieuwend onderzoek te doen. Bijvoorbeeld medische innovaties die vaak niet meer kunnen zonder kennis van materialen en techniek – hier kunnen Maastricht en Eindhoven samenwerken. Of ons streven naar een groene economie, waarvoor we bij ontwikkelingen rekening moeten houden met andere economische factoren dan in het verleden. Tilburg kan voor Eindhoven en Maastricht hierin een belangrijke rol spelen.’ Maastricht heeft een academisch ziekenhuis en er zijn twee hightech campussen, de innovatieve broedplaatsen in Eindhoven en in Sittard/Geleen. Ook zijn er diverse science parken rond universiteiten. Zuidam stelt tevreden vast dat al deze partijen het idee van open innovatie omarmen. Ook is er sprake van sterke clustervorming, bijvoorbeeld rondom een grootbedrijf als ASML. ‘Dat bedrijf maakt haar producten samen met een zeer groot netwerk van toeleveranciers die allemaal op een technologisch hoog niveau werken.’ De regio kenmerkt zich door een goede samenwerking tussen bedrijfsleven, overheid en kennisinstellingen, constateerde Zuidam. ‘Limburg heeft een versnellingsnota opgesteld met een duidelijke visie op de toekomst. In Zuidoost-Brabant wordt de Brainport Navigator (een plan om de positie van Brainport te behouden en te versterken) uitgevoerd en heeft men de Brainportorganisatie opgezet. Gemeenten rondom Eindhoven werken samen binnen de SRE. Ook daaruit blijkt de gedachte dat we het niet alleen kunnen.’ Als laatste zijn er de twee KIC’s (Knowledge and Innovation Communities), de Europese innovatiecentra op het gebied van energie en ICT, die door de TU/e zijn binnengehaald. ‘Van de zeven in Europa zijn er twee hier terechtgekomen. Dat is niet niks.’
Vergelijkbare regio’s Om een beeld te krijgen van hoe andere topregio’s hun leidende positie hebben bereikt, werd een inventarisatie gemaakt van hun succes én van hun ambities voor de komende tien jaar. Topgebieden als Singapore en Cambridge in de Boston Area waren voorbeelden van
M
A
T
R
i
X
/
4
/
2
0
1
0
9
In Gesprek Xxxxxxxxx
Zuidam: ‘Je moet een kritische massa hebben waarin het bedrijfsleven kan gedijen. Dat zit in ZuidoostNederland wel goed.’
in een regio zijn besluiten voor de langetermijn, waar je tien of twintig jaar achter moet staan. Dat is in Nederland soms lastig omdat bestuurders voor kortere perioden worden aangesteld.’
Integrale aanpak
succesvolle gebieden. Als vergelijkbare regio werd de Öresundregio bekeken. Dit is de streek waar een brug van bijna acht kilometer Zweden en Denemarken verbindt. De twee landen overschrijden met hun samenwerking Europese landsgrenzen. ‘Dat heeft een aantal van dezelfde kenmerken als Brainport Zuidoost-Nederland, dat samenwerkt met Vlaanderen en Nordrhein-Westfalen.’ Deze benchmark levert een aantal punten op die bepalend zijn voor het succes van een regio. Op de eerste plaats hebben alle topregio’s een sterke focus op een beperkt aantal bedrijfstakken, stelt Zuidam. ‘In het geval van Brainport kan dat zijn: hightech systems en materialen, chemie, lifesciences en materialen, food en design. We willen ook nog een paar onderwerpen die een kansrijke toekomst hebben, zoals: zonne-energie; mobiliteit (automotive); health op het gebied van medische toepassingen, hart- en vaatziekte en voorzieningen om mensen langer thuis houden en op afstand te verzorgen.’ Een volgende succesfactor blijkt clustervorming. ‘Je ziet in succesregio’s altijd clusters van grote en kleine bedrijven die samen aan producten werken. In deze clusters is ook de hele lijn van kennis tot product in een regio aanwezig. Je bent dus niet alleen een kennisregio, maar je gebruikt die kennis ook in producten. Daarmee lever je de meeste toegevoegde waarde.’ Een derde factor is continuïteit in beleid. ‘Strategische keuzes
1 0
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
Een ander punt is de omvang van een gebied. ‘Je moet een kritische massa hebben waarin het bedrijfsleven kan gedijen, zowel qua arbeidspotentieel als afzetgebied. Dat zit in ZuidoostNederland wel goed met ruim twee miljoen mensen.’ Vervolgens moeten bestuurders een sterk uitvoeringsmandaat hebben. Er moet voldoende publieke R&D in de regio aanwezig zijn. ‘Dat kan in Brainport aanzienlijk beter.’ Als laatste is er de integrale aanpak. ‘Een regio moet een samenhangend plan hebben om de mensen, de technologie, het bedrijfsleven en de infrastructuur op elkaar te laten aansluiten. Zo moeten de opleidingen passen bij de behoeftes van het bedrijfsleven en het onderzoek van een universiteit bij industriële kracht van de regio.’ De tafelgesprekken leverden voor Zuidam een helder beeld op van de opgaven waar de Brainportregio voor staat. Noodzakelijk voor het slagen van de ambities is het versterken van de kennisassen, zo stelt hij. ‘We zullen moeten investeren in onderwijs en in internationale kenniswerkers, want de tekorten aan technici zijn groot. De arbeidsmarkt wordt cruciaal.’ Vervolgens moet de infrastructuur verbeteren. ‘De aansluiting naar Duitsland kan beter, net als de aansluiting van Limburg naar België. Het lijkt nu of de treinen ophouden bij Venlo of Maastricht. Wij definiëren nog wat er precies moet gebeuren.’ Een ander aandachtspunt is het imago van Brainport. ‘We moeten duidelijk op de kaart staan als een regio met hoge kennis en kunde, met een sterke toegevoegde waarde. We moeten ons wat dat betreft ‘branden’, ons neerzetten als een hightech regio. De universiteit speelt daarin een belangrijke rol, dat is het hart van de kennis en kunde in deze regio. De universiteit zal daarom zichtbaar moeten zijn en perfect moeten aansluiten bij de sterktes van de regio.’
Handelsgeest Een top-tien positie in de wereld is geen gemakkelijke opgave, zegt Zuidam, maar het is niet moeilijk om mensen in de regio hiervoor te enthousiasmeren, stelt hij vast. ‘Er ligt namelijk een mooi perspectief. De wereld staat voor belangrijke vragen als: duurzame energie; het voedselprobleem; meer mensen een hogere levenstandaard bieden; mobiliteit; veiligheid; vergrijzing. Dat vraagt veel innovatieve ideeën en in Brainport Zuid-Nederland kunnen wij aan deze prangende vragen een grote bijdrage leveren. En dankzij de techniek, de kennis en de handelsgeest hebben we een prachtige regio die kans geeft op een zeer hoge toegevoegde waarde en een complete werkgelegenheid. Dat alles is toch voldoende reden om ermee aan de slag te gaan?’
Nieuws
bedrijfsleven Stimuleringsprijs voor spin-off Flowid De Hoogewerff Stimuleringsprijs 2010 is onlangs uitgereikt aan het managementteam van Berg, ir. Wouter Stam en ir. Wessel Hengeveld, allen alumni van de TU/e. Ze ontvangen de prijs voor hun innovatieve toepassing van de microreactortechnologie op productieschaal
Foto: Bart van Overbeeke
Flowid bv, bestaande uit ir. Jeoffrey van den
in de chemische industrie. Flowid is opgericht in 2008. De TU/e-spin-off opende vorig jaar op de TU/e-campus het Flowid Applicatie
het ontbreken van een wetenschappelijke basis
zes. Zodoende zijn ze minder afhankelijk van
Laboratorium. In dit nieuwe applicatielab
bij herontwerp van bedrijfsprocessen. Netjes
de aha-erlebnis van één persoon, zoals nu vaak
moeten demonstraties en testexperimenten de
richtte zich met name op effectmeting omdat
het geval is.’ Netjes werkt sinds vijf maanden
industrie overtuigen van de meerwaarde van
bedrijven dit bij procesverbetering veelal ach-
als postdoc. In die positie onderzoekt ze, met
microreactoren. Hierin vinden de chemische
terwege laten vanwege complexiteit, kosten en
medewerking van een softwareleverancier, in
reacties in een continu proces in kleine kanaal-
tijd. Haar aanpak draait om het creëren en eva-
hoeverre haar methode bruikbaar is.
tjes plaats, en niet in een ‘batchproces’ zoals
lueren van alternatieve procesmodellen. ‘Eerst
in de traditionele grote vaten. Volgens Jeoffrey
wil je weten wat er fout gaat en vervolgens wààr
van den Berg is er daardoor meer controle over
het misgaat. Daarvoor wordt process mining
de processen, wat de efficiëntie en de veilig-
ingezet (het ontdekken, volgen en verbeteren
heid ten goede komt. Flowid ontving eind 2008
van bedrijfsprocessen op basis van databestan-
een Valorisation Grant van STW ter waarde van
den). Dan kun je alternatieve procesmodellen
Onderzoekster ir. Linda van den Bedem van
25.000 euro en in juni vorig jaar een tweede
gaan creëren door een herontwerpregel toe te
de faculteit Werktuigbouwkunde ontwierp
fase Grant van twee ton. De Hoogewerff
passen op (een deel van) het proces. Zo kun
de ‘slave’-robot. Met deze kleinere, stabie-
Stimuleringsprijs, waar geen geldbedrag aan
je met taken schuiven, taken omwisselen, ze
lere en beter wendbare operatierobot krijgt
gekoppeld is, is een nieuw ingestelde driejaar-
parallel laten verlopen of helemaal laten ver-
het medisch personeel meer ruimte aan de
lijkse prijs van de Stichting Hoogewerff-Fonds
wijderen. Alle gecreëerde alternatieven komen
operatietafel. Met een operatierobot kunnen
voor innovatief en baanbrekend werk op
in een soort boomstructuur, met het originele
complexe kijkoperaties (minimaal-invasieve
het gebied van de chemische technologie in
procesmodel als ‘stam’. De laatste fase betreft
chirurgie) worden uitgevoerd in borstkas en
Nederland.
de evaluatie van de alternatieve procesmodel-
buikholtes. Jarenlang voerden Amerikaanse
len. Middels simulatie is een kwantitatieve
bedrijven de ontwikkeling van robotchirurgie
schatting van de prestatie -bijvoorbeeld voor
aan. Als het aan Van den Bedem ligt, komt daar
tijd of kosten- te geven’, verduidelijkt Netjes.
met Sofie verandering in. Sofie (Surgeon’s
Volgens Netjes is haar aanpak toepasbaar
Operating Force-feedback Interface Eindhoven).
in de meest uiteenlopende organisaties, van
Sofie is volop in ontwikkeling en bestaat uit
ziekenhuizen en gemeenten tot fabrikanten
een master (het ‘stuurpaneel’ van de chirurg,
Veel organisaties gebruiken informatie-
van speelgoed. De promovenda benadrukt dat
ontwikkeld door ir. Ron Hendrix van de faculteit
systemen die de uitvoering van hun processen
het de menselijke inbreng niet vervangt. ‘Het
Werktuigbouwkunde), een slave, ontworpen
ondersteunen. ‘Dan dient men ook te weten of
systeem is bovenal bedoeld om ontwerpteams
door Van den Bedem, elektronica hardware en
deze systemen effect hebben en of eventuele
tijdens workshops te ondersteunen in hun keu-
de benodigde control. Het systeem voorziet de
Effect procesverbetering in beeld met geautomatiseerde aanpak
Compacte robot biedt meer ruimte aan operatietafel
chirurg van zogeheten tactiele terugkoppeling
den’, stelt promovenda Mariska Netjes, die zes
zodat hij voelt welke krachten hij uitoefent op
jaar geleden bij Technische Bedrijfskunde op
bijvoorbeeld weefsel of hechtdraad. Het biedt
dit onderwerp afstudeerde. In haar promotie-
ook de mogelijkheid om een beoogd orgaan
onderzoek ontwikkelde ze daartoe een syste-
van verschillende kanten te benaderen en zelfs
matische, geautomatiseerde aanpak.
‘om de hoek’ te opereren. Artsen zijn enthou-
Het onderzoek werd uitgevoerd binnen de
siast. Momenteel onderzoekt Van den Bedem
groep Information Systems, deel van de Bèta Research School for Operations Management and Logistics. Vertrekpunt van het project, gefinancierd door Technologiestichting STW, was
Foto: Bart van Overbeeke
aanpassingen in een proces tot verbetering lei-
hoe de robot nog kleiner en compacter kan worden en er wordt nog gewerkt aan de haptische (tast) control. Over vier tot vijf jaar kan het product marktrijp zijn.
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
1 1
OnDERWIJS
Minoropleiding Energie en Duurzaamheid In Japan en Amerika leidt kennis veel vaker tot innovatie en commerciële toepassing dan in Europa werd geconstateerd door de EU. Analyse wees uit dat dit vooral te maken heeft met het onderwijssysteem. In Europa is daarom een cultuurverandering nodig binnen de universiteiten. Het programma van het European Institute of Technology (EIT) is erop gericht die cultuurverandering een duwtje in de rug te geven. Het instituut heeft voor de thema’s energie, klimaat en ICT knowledge Innovation Centers (kIC’s) opgericht die dit moeten gaan bewerkstelligen. 1 2
M
A
T
R
i
X
/
4
/
2
0
1
0
In de minoropleiding werken de studenten met vragen vanuit de hulporganisaties
PhD-programma’s worden anders aangeboden dan tot op heden gebeurt, we willen de boel gaan omkeren. Voor de PhDprogramma’s betekent dit bijvoorbeeld dat de onderzoeksvragen komen vanuit het bedrijfsleven of gericht zijn op het opzetten van start-ups. Ook de masters worden ingevuld op basis van de vraag van de industrie. Er is straks geen promovendus meer die niet een keer heeft nagedacht over de marktwaarde. Dat betekent niet dat alle promotie-onderzoeken ook direct marktwaarde moeten hebben, maar er moet dus wel over nagedacht zijn.’
Onderwerpen in de minor
Het KIC voor energie heet InnoEnergy. InnoEnergy heeft zeven co-locaties. De TU/e vormt er samen met de Katholieke Universiteit Leuven één van. Prof.dr.ir. Jan Blom, emeritus hoogleraar Elektrische Energiesystemen, heeft namens de TU/e de leiding over deze co-locatie Benelux. Het doel van de KIC’s op het gebied van onderwijs is ambitieus: studenten op een andere manier gaan opleiden zodat er meer innovaties komen. Het Eindhoven Energy Institute (EEI) heeft een grote bijdrage geleverd aan de toewijzing van de TU/e als co-locatie. EEI zorgt voor de bundeling van krachten op het gebied van energie-onderwijs op de TU/e. Lex Lemmens is uitvoerend directeur EEI en nauw betrokken bij InnoEnergy. Lemmens: ‘InnoEnergy wil uiterlijk in 2013 twee masterprogramma’s en één PhD-programma aanbieden. Zowel de masters als de
Om zicht te krijgen op behoeften van de studenten -staan studenten wel open voor marktgerichte masters en promotietrajecten- organiseert InnoEnergy dit jaar een minor. Studenten volgen een minor van een half jaar gedurende de bacheloropleiding en hebben de keuze uit verschillende minoren binnen de universiteit. In deze minor werken studenten op dezelfde manier als dat straks in het master- en promotietraject gaat gebeuren: ze werken met vragen van de industrie en kijken naar de techniek en naar de markt. Lemmens: ‘We hebben deze minor ook opgezet om zichtbaar te worden in de universiteit. Tijdens de minor werken de studenten ook met vraagstukken vanuit de industrie. We kunnen zo goed bekijken of er voldoende animo is voor deze nieuwe manier van studeren.’ Tijdens de minor werken studenten tien weken lang in groepjes van twee of drie aan een vraagstuk over energie en duurzaamheid. Het eerste gedeelte –waarin studenten nadachten over de techniek– is inmiddels afgesloten. In het tweede gedeelte gaan ze bekijken in hoeverre hun vinding ook marktwaarde heeft. Bram Wolf is student Technische Natuurkunde en één van de deelnemers aan de minor. Hij vindt de invalshoek van de minor erg interessant. Wolf:’ De minor gaat heel veel over de koppeling tussen techniek en de behoefte vanuit de markt. Het is boeiend daar eens goed over na te denken.’ Wolf werkt samen met Maarten Wouters, ook student Technische Natuurkunde en Jelco Loenen, student Werktuigbouwkunde aan een idee voor langetermijnwarmteopslag. ‘We hebben bij een woonhuis onderzocht hoe in de
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
1 3
onderwijs
de denkwijze van techneuten hier aan de universiteit en het marktgerichte denken in de rest van de wereld.’
Rode Kruis
zomer warmte kan worden opgevangen om die vervolgens in de winter te gebruiken. We zijn daarbij begeleid door martkgerichte coaches. Je merkt dan heel goed het verschil tussen
Een andere groep bekeek de mogelijkheden voor een emergency energiecontainer in rampgebieden waar ze heel snel energie nodig hebben. Nu werken ze daar met dieselmotoren. De opdracht was om daar een duurzaam alternatief voor te bedenken. Studenten Thomas Meerwaldt van Werktuigbouwkunde en Mark van der Heijden van Technische Natuurkunde zijn begonnen met een marktonderzoek. Meerwaldt: ‘We hebben contact gezocht met de hulporganisaties het Rode Kruis en Artsen Zonder Grenzen en hen gevraagd naar de problemen waar ze nu tegenaan lopen. Op die manier krijg je snel zicht op de behoeften vanuit de markt.’ Lemmens verwacht dat de cultuuromslag naar marktgericht denken voor promotietrajecten lastiger zal zijn dan voor de masteropleidingen. ‘Een promovendus is altijd gekoppeld aan een promotor. Als de promotor bepaalt dat niet naar de marktwaarde gekeken hoeft te worden, dan hebben wij daar weinig tegenin te brengen. Bij masteropleidingen ligt dat anders, hier kun je meer afstemmen en vastleggen.’ Toch ziet Lemmens ook bij de promotieplaatsen genoeg mogelijkheden: ‘Je ziet het nu al gebeuren bij de faculteit Werktuigbouwkunde. Relatief veel promovendi starten hier hun eigen bedrijfje nadat ze gepromoveerd zijn. Dus promoveren én marktwaarde kunnen prima naast elkaar bestaan.’
Student in het buitenland Werkervaring opdoen bij een architectenbureau in New York. Bouwkunde studente Jolien Bruin mag het meemaken. In juli vertrok ze naar The Big Apple voor een stage van zeven maanden bij Smith & Thomson Architects.
‘Ik werk van 10 uur ‘s ochtends tot 7 uur ‘s
je daar af en toe naar toe moet om maten te
de stad. Als je op stap bent met New Yorkers,
avonds. Het bureau is erg klein (slechts de
nemen.’
leer je de stad pas echt kennen. Het dagelijks
twee partners, een vaste medewerker en ik)
1 4
leven speelt zich hier voornamelijk op straat
en daardoor ben ik betrokken bij alles wat
‘Uiteraard ben ik niet alleen bezig met werken.
af, vooral omdat alle appartementen zo klein
er gebeurt. Van vergaderingen met klanten
New York is echt een stad die nooit slaapt en
zijn. Iedereen gebruikt de parken als zijn of
tot bouwtekeningen maken en helpen bij het
je kunt hier iedere minuut van de dag kiezen
haar achtertuin en het is dan ook een feest om
maken van een boek, ik krijg het allemaal
uit ontelbaar veel leuke dingen om te doen.
te zien wat iedereen zoal doet. Van de hond
mee. Het bureau heeft vooral lokale opdrach-
Lekker thuis op de bank vind ik echter ook
uitlaten tot mediteren, je ziet het allemaal.
ten in en om New York. Op dit moment werk ik
heerlijk. Ik woon met drie gezellige huisgeno-
Helaas komt aan al het leuks een einde. In
voornamelijk aan een villa voor een stel in The
ten in een appartement in de Upper West Side
februari vlieg ik weer terug naar Nederland en
Hamptons. Hier staan alle dure buitenhuizen
naast Central Park.
één ding weet ik zeker: ik heb dan nog steeds
van de rijke New Yorkers. Erg ‘vervelend’ als
Zij nemen me mee naar alle leuke dingen in
niet alles van deze geweldige stad gezien.’
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
Nieuws
onderwijs 17-jarige TU/e-er wint Onderwijsprijs De eerstejaars TU/e-student Willem Sonke won met zijn Java Applet Creator de Onderwijsprijs van Wetenschappen. Daarmee kunnen mensen die niets van programmeren weten toch applets maken uit het boekje ‘Java: my cup of tea’. Sonke heeft de 1.500 euro van de Onderwijsprijs besteed aan een gecombineerde bacheloropleiding wiskunde/Informatica.
Foto: Bart van Overbeeke
2010 van de Koninklijke Nederlandse Akademie
Willem Sonke is de winnaar van de Onderwijsprijs 2010 van de KNAW.
Aan zijn profielwerkstuk voor de KNAW Onderwijsprijs werkte hij thuis zo’n 130 uur. Zijn informaticadocent hielp vooral met het maken van de user-interface, de rest deed
Eindhovense opleiding kwam samen met die
Jong talent bijeen op de High Tech Room
van het Imperial College in Londen uit op een
hij zelf. Sonke verbaasde zich erover dat
derde plaats. Beide opleidingen behaalden een
gebruikers nog steeds codes moeten invoeren
De veertien beste 5-vwo-leerlingen van
score van 23 sterren op een mogelijk totaal
om een applet, een programma in een groter
Eindhoven volgen dit jaar een nieuw programma:
van 34. Bij het toekennen van de sterren keken
programma, te maken. Met Sonke’s Java Applet
High Tech Room. De High Tech Room is een
de CHE-onderzoekers naar drie deelgebieden:
Creator voert dat programma, dat als een schil
initiatief van de gemeente Eindhoven, in samen-
preselectie criteria, zoals het aantal publicaties
om Java heen zit, de codes in met een klik op
werking met de TU/e, mkb, Philips en JetNet.
en citaties; het oordeel van de studenten, over
een grafisch symbool.
Achttien keer komen de leerlingen op verschil-
bijvoorbeeld de examens en de IT-infrastructuur;
lende plekken binnen en buiten de regio bij
en de samenstelling van de wetenschappelijke
elkaar om hun werk- en studiemogelijkheden
staf en het aantal buitenlandse studenten. De
te onderzoeken en om te leren samenwerken.
opleidingen aan twee Zweedse universiteiten, de
Tijdens deze bijeenkomsten krijgen ze interac-
KTH Stockholm en de Universiteit van Uppsala,
tieve lessen, gaan ze op excursies en werken ze
staan bovenaan de lijst, met respectievelijk 27
De TU/e heeft, evenals de Universiteit Twente,
samen aan uiteenlopende opdrachten. TU/e-
en 25 sterren. Ook de opleidingen in Amsterdam,
vijf topopleidingen in huis. De TU Delft heeft er
inbreng komt van onder anderen hoogleraren
Groningen, Leiden, Utrecht, Nijmegen en Delft
drie die zich de beste van Nederland mogen noe-
Gerrit Kroesen (TN), Koen Frenken (IE&IS) en Alex
zijn beoordeeld door het CHE - waarbij die laat-
men. Dit blijkt uit de studenten-oordelen in de
van Herk (ST) en van zes studenten die deelne-
ste twee met ieder 18 sterren nog het dichtst in
Elsevier-special ‘De beste studies, editie 2010’.
men aan het Honors Program. De overkoepe-
de buurt van de Eindhovense opleiding komen.
Voor deze special nam het opinieweekblad 47
lende opdracht die de veertien vwo’ers moeten
veel gekozen bachelorstudies onder de loep.
maken, is het schrijven van een toekomstvisie
Uit de Nationale Studenten Enquête onder ruim
voor Brainport.
TU/e hoogste Nederlandse universiteit in Times ranking
TU/e-opleiding Scheikundige Technogie bij Europese top
De TU/e staat in de Times Higer Education
Vijf TU/e-opleidingen als beste beoordeeld
46.000 wo-studenten selecteerde de redactie een aantal vragen over onder meer het onderwijs, de docenten, voorzieningen en roosters. Onderzoeksbureau ResearchNed berekende
ranking het hoogst genoteerd van alle Nederlandse universiteiten. Times noemt de
voor Elsevier de scores per opleiding. Het blad publiceert een ranglijst op basis van de oordelen
De TU/e-opleiding Scheikundige Technologie
114de positie van de Eindhovense universiteit
van hoogleraren en docenten.
heeft in een Europese ranking, die is op-
‘een indrukwekkende prestatie’. Vooral op de
De Radboud Universiteit Nijmegen telt maar
gesteld door het Duitse Centrum für
factor innovatie scoort de TU/e erg hoog. Het
liefst veertien opleidingen die volgens studenten
HochschulEntwicklung (CHE), een gedeelde
College van Bestuur is blij dat de TU/e van alle
de beste van Nederland zijn. Bij de Universiteit
derde plaats behaald in de zogeheten ‘excellence
Nederlandse universiteiten het hoogst scoort
Utrecht valt zeven opleidingen die eer te beurt.
group’. De resultaten werden recent bekend-
in de THE Ranking 2010. Bestuursvoorzitter van
Dat zijn er nog altijd veel meer dan bij de
gemaakt op de site van het weekblad Die Zeit.
de TU/e dr.ir. Arno Peels: ‘Dat bevestigt en ver-
Universiteit van Amsterdam, waar alleen de
Opleidingsdirecteur ir. Peter Janssens is zeer
sterkt onze reputatie in de wereld als internati-
opleiding biologie als beste uit de studentenoor-
trots op het behaalde resultaat. Door het CHE
onaal vooraanstaande universiteit.’ De top-200
delen komt. Van de specialistische universiteiten
werden de scheikundeopleidingen van 67 univer-
van universiteiten van de wereld vertegenwoor-
telt de Erasmus Universiteit Rotterdam zes
siteiten onder de loep genomen. Voor deelname
digt een kleine fractie van het hoger onderwijs
‘beste’ studies; de helft meer dan de onder pro-
aan de ‘excellence group’ moeten opleidingen
wereldwijd. Elke instelling die in dit rijtje staat is
fessoren meer geliefde Universiteit van Tilburg.
exclusief door het CHE worden uitgenodigd. De
absolute wereldklasse.
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
1 5
Beleid
Valorisatieplan 2011-2016
Meer startende bedrijven en snellere groeiers In de vijf jaar dat het TU/e Innovation Lab nu bestaat, is kennisvalorisatie een volwaardige derde taak van de universiteit geworden. Onderzoeksprojecten met het bedrijfsleven, hulp aan mkb’ers, onderwijs in ondernemerschap, startende bedrijven – het zijn activiteiten waarin de TU/e vooroploopt in universitair Nederland. Maar de ambities reiken verder, zo staat te lezen in het Valorisatieplan 2011 – 2016. Vooral het aantal succesvolle bedrijven moet sterk toenemen. Het Innovation Lab gaat de onderzoekers daarom nog beter helpen om deze geldstromen te benutten. ‘Een onderzoeker in de academische wereld is een te groot deel van zijn tijd bezig om subsidies voor onderzoek te verkrijgen’, stelt dr.ir. Arno Peels, voorzitter van het College van Bestuur van de TU/e. ‘Het Innovation Lab
Foto: Bart van Overbeeke
Valorisatie begint altijd met goed onderzoek, zegt Steef Blok, directeur van het Innovation Lab. Daarom start daar het werk van zijn afdeling. ‘Wij moeten zoveel mogelijk geld uit de markt zien te krijgen voor goed onderzoek. Met de markt bedoel ik de overheid, bedrijfsleven, subsidies, grands, NWO, STW, noem maar op.’
1 6
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
heeft daarom specialisten die precies weten welke subsidies er zijn. Elke faculteit krijgt projectmanagers die onderzoekers helpen bij het aangaan van projecten met het bedrijfsleven en het maken van aanvragen. Vervolgens zijn er de juristen die de zaken goed regelen rond de onderzoeksprojecten. Dankzij al deze hulp kun-
Groeiprogramma De ambitie is nu om meer en betere bedrijven op te zetten aan de TU/e. ‘We staan nog altijd open voor iedereen met een goed idee, maar we gaan het hele traject wel stroomlijnen en professionaliseren’, vertelt Peels. ‘We worden strenger voor de bedrijven die we toelaten, maar de bedrij-
tal van programma’s aan, zowel voor de bachelor- als masterstudenten: certificaatprogramma’s, lunchlezingen door ondernemers, workshops, summerschools, een elevator pitch en gastcolleges. In de toekomst zal hierbij ook Fontys Hogescholen aansluiten. Met de hogescholen komen er duizenden potentiële ondernemers bij. Dit zijn mensen met een idee, maar zeker ook studenten met talent voor ondernemerschap, maar zonder een idee. Hier kunnen vindingen van de TU/e voor worden ingezet. Er komt in de komende jaren een flinke uitbreiding van de huisvesting van starters. Het blijkt over de hele wereld dat startende ondernemers het beste gedijen in een omgeving van universiteiten en researchcentra. Er zijn op de TU/e-campus al gebouwen voor starters, zoals het Multi Media Paviljoen, Twinning en Connector (in het gebouw waar vroeger de opleiding Techniek & Maatschappij zat). Daarbij komt nu het gebouw Catalyst bij, een kantoorgebouw inclusief laboratoria, uitermate geschikt voor de talloze start-ups van de faculteit Scheikundige Technologie.
Foto: Bart van Overbeeke
nen onze medewerkers meer tijd steken in het onderzoek. In de komende jaren zullen we deze ondersteuning nog verder uitbreiden en verbeteren.’ Een belangrijke vorm van valorisatie zijn de startende bedrijven die met een vinding van de TU/e de markt opgaan. Tot op heden is de praktijk dat een student of onderzoeker met een idee uit een afstudeeronderzoek of promotie aan slag gaat. De universiteit krijgt een klein deel van de aandelen en de jonge ondernemer is verantwoordelijk voor het bedrijf, daarbij geholpen door het Innovation Lab. Het resultaat is dat er relatief weinig starters met groeipotentie zijn.
Dr.ir. Arno Peels, collegevoorzitter, geeft aan dat het Innovation Lab actiever op zoek gaat naar ideeën in faculteiten.
ven die erdoor komen gaan we nog beter helpen om te groeien naar een groot en succesvol bedrijf.’ Ook gaat het Innovation Lab bestaande technostarters een extra impuls geven door ze op te nemen in een groeiprogramma. Het Innovation Lab gaat in de toekomst ook actiever op zoek naar ideeën in faculteiten, ongeacht of er al iemand is die er bedrijvigheid van wil maken. Wanneer zo’n idee is gevonden, wordt aan de hand van een groot aantal criteria bekeken of het kansrijk is. Zo wordt het idee ook getoetst door internationale experts, uit de marketing, de IT en de wetenschap. Is de businesscase positief, dan wordt het, indien nodig, gepatenteerd. Die patenten kunnen vervolgens via licenties aan andere bedrijven worden verkocht. Is dit niet het ideale businessmodel, dan richt het Innovation Lab zelf een bedrijf op om de technologie marktrijp te maken. Dat gebeurt met academische research, tegen betaling uitgevoerd door de faculteiten. Daarmee creëert het Innovation Lab in feite een eigen twee en derde geldstroom. Voor het leiden van de bv’s wordt steeds meer gekeken naar ervaren ondernemers van buiten de universiteit. Want de wetenschapper die het idee heeft ontwikkeld is niet per definitie een goede ondernemer, zo is de ervaring.
Arbeidsplaatsen Met dit plan is het hele traject van onderwijs, naar onderzoek, naar kennisvalorisatie, naar bedrijfshuisvesting, ondersteund met een financieringsstructuur met subsidies en leningen, compleet, stelt Peels tevreden vast. De activiteiten van de TU/e zijn ook nog ingebed in Incubator3+, een stichting om techno- en designstarters te helpen bij het opzetten van een bedrijf. Het consortium bestaat uit de TU/e, Brainport, Rabobank, Philips en vele andere. De partners verwachten met het Valorisatieplan in totaal drieduizend arbeidsplaatsen te creëren in de Brainportregio. Duizend banen moeten komen uit de spin-offs, duizend uit onderzoeksprojecten van de TU/e in samenwerking met het bedrijfsleven en duizend uit geldstromen die voortkomen uit succesvolle kennisvalorisatie, zoals overdracht en/of licentiëring van patenten. Volgens Blok zijn deze schattingen nog aan de lage kant. ‘Het plan dat hier ligt is echt uniek. Er is geen universiteit in Nederland die zijn kennisvalorisatie zo goed heeft geregeld. Ik denk dat de hele regio daar in de komende jaren de vruchten van zal plukken.’
Certificaatprogramma’s Een belangrijk onderdeel van de kennisvalorisatie is onderwijs in ondernemerschap. Een rol hierin is weggelegd voor het Brabant Center of Entrepreneurship. Het BCE biedt in Eindhoven en Tilburg
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
1 7
Foto’s: Bart van Overbeeke
Xxxxxxxxx Onderzoek
Jasper Dekker, masterstudent Industrial Design, ontwikkelde een kraan die volledig met handgebaren functioneert.
TU/e levert flinke bijdrage aan de Dutch Design Week In oktober vond in Eindhoven de Dutch Design Week plaats. Meer dan driehonderd evenementen konden bezocht worden in de stad waarbij de TU/e goed vertegenwoordigd was. Een van de blikvangers was de tentoonstelling ID’10, waarin afstudeerders en een selectie van excellente studenten van de faculteit Industrial Design (ID) zich presenteerden.
Ongeveer vijftig opdrachten van ID-studenten stonden tijdens de DDW opgesteld in het Hoofdgebouw van de TU/e. Blind sms’en, een griepdiagnose stellen met behulp van lichtgevende bacteriën, nieuwsgierig makende luidsprekers voor in de openbare ruimte, korte boodschappen uitwisselen via een audiosysteem in de
1 8
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
kapstok; het is slechts een kleine greep uit de projecten van de tentoonstelling ID’10. Een publiekstrekker was de Sensitive Music van masterstudent Stefan Zwegers. Hiermee is muziek, met een veilig volumeniveau, te horen in de oren én te voelen op het bovenlijf. Dan hoeft het geluid niet zo hard te staan en hebben je oren
dus minder te lijden. Bij het project was de Nationale Hoorstichting betrokken. Sensible Music bestaat uit drie delen: een translatiemodule, twee vibratiemotoren op de draden van de oortjes en de oortjes zelf. De translatiemodule filtert de lage tonen en brengt deze over op de twee vibratiemotoren. Die trillen op de maat van de muziek mee waardoor je de lage tonen voelt op je oren, maar ook op je lichaam.
Special Interaction Een ander opvallend project was de ‘Special Interaction’ van Jasper Dekker. Hij heeft een keukenkraan ontworpen die met handgebaren volledig kan functioneren. Niet alleen het aanzetten van de kraan maar ook de hoeveelheid water en de temperatuur van het water kunnen via handgebaren geregeld worden. De gebaren die je moet maken zijn logisch. Als je wenkt, komt er water uit, hoe sneller hoe meer, links warm, rechts koud. Als je met je hand een wegduwend gebaar maakt langs de hals van de kraan, dan stopt de watertoevoer. De praktische toepassingen zijn legio: doordat de kraan niet aangeraakt hoeft te worden, worden vuil en bacteriën niet overgedragen aan de handen, waardoor
Met de Sensible Music voel je de bastonen op het lichaam. het een ideale kraan is in bijvoorbeeld ziekenhuizen. Patentaanvragen en doorontwikkeling zijn in volle gang en er wordt al gekeken naar massaproductiemogelijkheden in China.
Projecten bachelorstudenten Ook bachelorstudenten Industrial Design lieten resultaten van hun projecten zien. Studenten Sebastiaan Alferink, Stijn Hunfeld, Robin van Kampen en Koert Mulders presenteerden hun ‘TenTiles’. TenTiles laat kinderen op een visuele en dynamische manier rekenen, wat ze helpt om de abstractie van het rekenen te begrijpen. Kinderen in groep 3 en 4 van de basisschool zijn heel actief en hebben moeite de hele dag geconcentreerd te blijven. Met TenTiles zijn ze ook fysiek bezig
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
1 9
Onderzoek Xxxxxxxxx Hiernaast de studenten met hun CollecTable. Daaronder een foto van TenTiles.
Dan kleurt de tegel groen. Loopt het kind terug, dan vermindert het getal weer. Op www.tentiles.nl is een demonstratie van TenTiles te zien.
Foto: Marie José Kuhlmann
CollecTable CollecTable was een tweedejaars bachelorproject van de studenten Tijmen van Gurp, Edwin Meijne en Wisse Trooster. Het is een systeem om bijvoorbeeld bij een tentoonstelling de mogelijkheid te bieden allerlei extra informatie op te vragen, afhankelijk van de individuele interesse. Er kunnen uitdagende interactieve posters mee gemaakt worden die de bezoeker nieuwsgierig maken. Wanneer de bezoeker een onderwerp op de poster selecteert met een speciale pas, kan hij op centrale punten in de tentoonstelling extra informatie over zijn selectie opvragen en zich verdiepen in het onderwerp. Tijdens ID’10 was de CollecTable gevuld met informatie van de projecten van ID’10 van de afgestudeerde masterstudenten. Op www.collectable.nu is een demonstratie van CollecTable te zien.
Keep an Eye Design Award
met de leerstof. De tegels werken als volgt: een aantal tegels ligt in een rondje, in het midden wordt een som, bijvoorbeeld 10 + 5, zichtbaar. De kinderen staan er in een groep omheen. Een bepaalde tegel kleurt op, het kind dat er bij staat mag op de tegel gaan staan. Door op de volgende tegel te gaan wordt het getal elf. Het kind springt door totdat het goede antwoord is bereikt.
2 0
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
De Keep an Eye Foundation, in 2008 opgericht, heeft als doel jonge creatieve talenten met inspiratie en ideeën een steun in de rug te geven. De stichting stelde de Keep an Eye Intelligent Design Award met een geldprijs van 41.500 euro ter beschikking en zocht hiervoor contact met onderwijsdirecteur Industrial Design Caroline Hummels. Dit resulteerde in het project: ‘Creating a new society’, waarbinnen een groep studenten een drieweekse mastermodule ‘ouderenzorg’ werd aangeboden. Einddoel was een ontwerp te maken dat bijdraagt om sociaal isolement onder ouderen te voorkomen. Met de Memory Box ‘Conpeto, et Memento’ heeft een ontwerpteam bestaande uit masterstudenten Rik van Donselaar, Mark Thielen, Idowu Ayoola en Roland Coops de Award dit jaar gewonnen. Het is een doos waar ouderen ruimte vinden voor persoonlijke herinneringen. Zij kunnen er foto’s of briefjes in stoppen en daarna de doos doorgeven aan anderen. Dat kan in een gesloten omgeving (een tehuis), of door heel het land. In ieder geval is de box te volgen via een speciaal ontwikkelde website. Wanneer mensen in deze box snuffelen, kan dat bij hen eigen herinneringen oproepen en kan er een gesprek ontstaan. Met het geld kunnen de studenten het ontwerp in de markt zetten. De Keep an Eye Design Award is een initiatief samen met het Universiteitsfonds Eindhoven (UFe) dat het financieel mogelijk maakte deze gelden te doen toekomen aan dit project.
3TU. School for Technological Design
STAN ACKERMANS INSTITUTE
U loopt er in uw bedrijf ongetwijfeld regelmatig tegenaan: technische en/of logistieke vraagstukken die alleen via een gedegen, ontwerpgerichte aanpak verantwoord zijn op te lossen. In zo’n situatie kunt u een beroep doen op de expertise van 3TU.School for Technological Design, Stan Ackermans Instituut.
Technologisch vraagstuk of ontwerpopdracht? Ontwerpersopleidingen Het Stan Ackermans Instituut verzorgt elf tweejarige ontwerpersopleidingen voor afgestudeerde ingenieurs. In het tweede jaar van de opleiding voert de technologisch-ontwerper-in-opleiding een ontwerpopdracht uit, zowel voor als binnen het bedrijfsleven. De technologisch-ontwerper-in-opleiding wordt daarbij uiteraard begeleid door deskundigen van het Stan Ackermans Instituut. Ook andere vormen van samenwerking, waarbij uw werknemer gedetacheerd wordt bij het Stan Ackermans Instituut, zijn bespreekbaar. Succes De ontwerpersopleidingen bestaan volgend jaar 25 jaar. Inmiddels hebben maar liefst 3000 ontwerpers hun opleiding succesvol afgerond, in september 2010 is het 3000ste diploma uitgereikt. De meeste ontwerpers zijn in dienst getreden bij het bedrijf waar zij hun ontwerpopdracht uitvoerden en bekleden daar nu veelal leidinggevende functies. Meer informatie? U kunt contact opnemen met drs.ir. Pieter de Bock, 040 – 247 4166 of
[email protected]. Op www.3tu.nl/sai vindt u meer informatie over de ontwerpersopleidingen van het Stan Ackermans Instituut.
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
2 1
OnDERZOEk
nieuws op onderzoeksgebied Een team onderzoekers van de TU/e heeft een softwaretool ontwikkeld waarmee artsen gemakkelijk kunnen kijken naar de bedrading van de hersenen van patiënten. De tool zet MRI-scans via speciale technieken om in driedimensionale beelden. Hierdoor wordt het mogelijk om een totaalplaatje te bekijken van de kronkelende verbindingswegen en hun
Een driedimensioneel plaatje
contactpunten, zonder te hoeven opereren.
van verbindingswegen in
Onderzoekster Vesna Prĉkovska van de faculteit
de hersenen dat TU/e-
Biomedische Technologie (BMT) is in oktober
onderzoekers maakten.
gepromoveerd op dit onderwerp. Nauwkeurig weten waar de hersenbanen liggen, is voor
kijken naar hersenbanen
neurochirurgen van enorm belang, volgens Bart ter Haar Romenij, hoogleraar Biomedische Beeldanalyse van de faculteit Biomedische Technologie (BMT). Als voorbeeld haalt de
te weten waar de belangrijke banen liggen, om
Paulo Rodrigues en Vesna Prĉkovska. De laatste
hoogleraar diepbreinstimulatie aan, waarmee
ze niet te beschadigen. De nauwkeurigheid van
promoveerde op dit onderwerp. Op YouTube
trillingsaanvallen bij Parkinson-patiënten wor-
de tool is een grote stap vooruit. Kruisingen
staat een demonstratie (http://www.youtube.
den onderdrukt. ‘Deze nieuwe tool kan helpen
van zenuwbanen waren altijd moeilijk in kaart
com/watch?v=z5cFprX8w0A) van het pakket.
bepalen waar je precies de stimulatie-elektrode
te brengen, dat kan nu wel. Ter Haar Romenij:
De tool is gebaseerd op een recent ontwikkelde
moet aanbrengen in de hersenen. Doordat we
‘Je ziet nu voor het eerst de spaghetti-achtige
technologie met de naam HARDI (High Angular
nu de ‘wegen op de kaart’ zien, weten we beter
structuren en hun verbindingen.’ Dat zijn ove-
Resolution Diffusion Imaging). De meettechniek
waar het gebiedje ligt waar je wilt prikken.’
rigens nog lang niet alle hersenverbindingen,
voor HARDI was er al, het onderzoeksteam
Maar ook kan de techniek allerlei inzichten
er zijn nog veel meer kleinere verbindingen in
zorgde voor de bewerking, interpretatie en
gaan opleveren in neurologische en psychia-
de hersenen, die de nieuwe tool niet ziet. De
interactieve visualisatie van deze zeer ingewik-
trische aandoeningen. En het is natuurlijk ook
tool is ontwikkeld door TU/e-onderzoeker Anna
kelde data, zodat artsen ermee aan de slag
belangrijk bij hersenoperaties om van tevoren
Vilanova, met haar promovendi Tim Peeters,
kunnen.
latex nanodeeltjes
2 2
Latex nanodeeltjes zijn te gebruiken in krasbe-
reactie - dus gelijktijdig met de vorming van de
dat probleem. Door een afgewogen verhouding
stendige verflagen, in capsules voor slimme me-
latex zelf. Hiervoor gebruikte hij een methode die
te kiezen van de initiator (de stof die de poly-
dicijnen en geleidende coatings. De Pakistaanse
nog niet eerder voor dit doeleinde was gebruikt:
merisatie in gang zet) en de RAFT-agent (die op
promovendus Syed Imran Ali experimenteerde tij-
de zogeheten RAFT-polymerisatie (Reversible
omkeerbare wijze betrokken is bij een tussenstap
dens zijn promotie met verschillende vormen om
Addition-Fragmentation chain Transfer).’RAFT is
in de reactie), kun je de dikte van de gevormde
de toepassingsmogelijkheden van nanotechno-
een vorm van ‘levende’ polymerisatie’, zegt Ali.
latexlaag heel aardig controleren. Ali slaagde er
logie verder uit te breiden. Verschillende vormen
‘Dit betekent dat de polymeerketens voortdurend
ook in om een latexlaag aan te brengen op mi-
kunnen ontstaan door de latex tijdens de polyme-
aangroeien. Die groei gaat veel sneller dan wan-
nuscule blaasjes, gemaakt van een dubbele laag
risatie te laten neerslaan op een substraat met de
neer je de bouwstenen laag voor laag moet aan-
van het zeepachtige molecuul DODAB. Zo maakte
juiste vorm, of door het polymeer vanaf het op-
brengen, zoals dat tot dusverre vaak gebeurde.’
hij holle latex nanocapsules. Deze capsules of
pervlak van een substraat te laten groeien. Syed
Voordeel van het laag voor laag aanbrengen van
nanoflesjes kunnen in de toekomst mogelijk
Imran Ali maakte de afgelopen jaren zowel platte
polymeer op een substraat is dat je controle hebt
dienst doen als ‘slimme pil’: door een medisch
latexdeeltjes als nanocapsules, een soort ballon-
over de dikte van het materiaal dat je afzet. De
werkzame stof in de capsule te brengen en het
netjes met een doorsnede van enkele honderden
‘levende’ polymerisatie verloopt vanzelf, maar
type latex zo te kiezen dat deze bij een bepaalde
nanometers (een fractie van een haardikte). In
houdt niet automatisch op bij een bepaalde dikte
zuurgraad of temperatuur zijn inhoud loost, kun
beide gevallen bepaalde hij de uiteindelijke vorm
van de aangebrachte laag. Het inbrengen van
je medicijnen gecontroleerd op de juiste plek in
van de latexdeeltjes tijdens de polymerisatie-
een zogeheten RAFT-agent maakt een einde aan
het spijsverteringskanaal brengen.
M
A
T
R
i
X
/
4
/
2
0
1
0
Foto: Bart van Overbeeke
Privégids voor mediagebruikers Door de enorme overvloed aan programma’s,
kunnen worden. Toen Bellekens in 2005 aan
boeken en liedjes geen keuze meer kunnen
zijn promotieonderzoek begon, waren er
maken, het is een symptoom van deze tijd.
slechts enkele eenvoudige interactieve ap-
Maar niet alleen een probleem van de ontvan-
plicaties ontwikkeld. Begin 2006 kwamen de
ger. Ook de verzender wil gericht zijn diensten
eerste set-top-boxen voorhanden met een
aanbieden. Pieter Bellekens, promovendus bij
internetverbinding. Vanaf dat moment was
de faculteit Wiskunde & Informatica, ontwik-
het mogelijk een gebruikersmodel te maken
kelde een aanpak om persoonlijke toegang tot
en te bewaren op een server en kwam een
data te faciliteren. Een persoonlijke EPG (elek-
persoonlijke EPG binnen bereik. Bellekens
tronische programma gids) is er een toepas-
bedacht daarvoor een strategie die gebruik
sing van. Binnen vijf jaar hebben we misschien
maakt van het semantische web. Dit is een
Het is lastig vat te krijgen op de privacy issues
toegang tot tienduizend kanalen. Maar in de
web met betekenis, interpreteerbaar door
die internet en mobiele telefonie met zich
praktijk zullen we hooguit de programma’s
computersystemen. Daardoor is het in staat
meebrengen. Hans Fischer, een ingenieur
bekijken die een tiental van die kanalen aan-
om nieuwe verbanden te leggen. Bijvoorbeeld
met een verleden in de telecomindustrie,
bieden. Een persoonlijke elektronische pro-
tussen een tv-programma met sportnieuws en
probeerde helderheid te scheppen op dit
gramma gids (EPG) kan dan uitkomst bieden.
een ander programma met een sportwedstrijd.
gebied. Hij promoveerde op dit onderzoek
Maar welke persoon kun je wat aanbevelen? En
Uiteindelijk resultaat is de iFanzy die Bellekens
onlangs aan de faculteit IE&IS. Internet- en
wanneer? Gebruikersfeedback is soms moeilijk
ontwikkelde in samenwerking met Stoneroos
telefoonbedrijven verwerken enorme hoeveel-
te interpreteren omdat het afhankelijk is van
Interactieve Televisie in Hilversum, waar
heden privacygevoelige gegevens. Zoals met
tal van invloeden als stemming, gezondheid,
Bellekens sinds 2007 werkzaam is als hoofd
wie je belt of mailt en welke sites je bezoekt.
locatie en tijd van de kijker. Als deze context
research. De iFanzy is een elektronische EPG
Deze ‘verkeersgegevens’ zijn noodzakelijk
wordt bewaard, kan het later gebruikt worden
die onder andere beschikbaar is op de iPhone,
voor een optimale service, maar hebben ge-
om te voorspellen wat de gebruiker zou kun-
connected tv-systemen en in een proefproject
volgen voor je privacy. Fischer, die eind jaren
nen interesseren in een bepaalde situatie. Om
van Glashart Media in Hillegom. Een website
tachtig Elektrotechniek en Technology and
dat te kunnen traceren is een geavanceerd
en een iPhone-applicatie zijn ondertussen,
Policy studeerde aan de TU/e, werkte zelf
systeem nodig waarop datamining kan worden
behalve in Nederland, ook al gelanceerd in
voor een groot telecommunicatiebedrijf en
toegepast en waarmee afleidingen gemaakt
Duitsland en Turkije.
was betrokken bij de projectgroep ‘Wetgeving
Privacy op internet beter beschermen
voor de elektronische snelweg’. Hij besloot uit te zoeken hoe om te gaan met de huidige verkeersgegevens. Een essentiële vraag voor Fischer was welke telecomgegevens thuishoren in welke juridische categorie. Hij stelde een reeks criteria op om de gegevens te definiëren. Vervolgens bracht hij een scheiding aan binnen de groep verkeersgegevens. Aan de ene kant de gegevens waarbij de gebruiker zelf de inhoud bepaalt en aan de andere kant informatie over centraal aangeboden ‘content’ zoals op websites en digitale TV. Voor deze Foto: Bart van Overbeeke
laatste categorie is wel bij wet bepaald dat je ‘ongestoord’ informatie moet kunnen vergaren, maar er is nog geen wetgeving voor concrete gevallen. Fisher stelt dat die wetgeving er wel moet komen.
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
2 3
OnDERZOEk
De proefopstelling van de treinwissels voor onderzoek over ijsvorming.
zeker niet onder extreme weersomstandigheden. Omdat Prorail hier graag meer inzicht in wilde met het oog op energiebesparing, werd er bij de twee TU/e-onderzoekers aangeklopt. In Drunen werd een kostbare testopstelling gebouwd. In een koelcel van 8,5 bij 15 meter met gereguleerde temperatuur installeerden ze twee complete, werkende wissels met een lengte
Foto: Bart van Overbeeke
van 13 meter. Volgens De Haas is deze testopstelling uniek. Met deze opstelling kon elke klimaatsituatie gefixeerd worden en konden de onderzoekers er metingen verrichten. Een van de belangrijkste bevindingen is dat het vastvriezen van de ijslaag tussen het beweegbare wisselonderdeel, de tong, en de spoorstaaf
Spoorwisselverwarming
niet de hoofdoorzaak is van wisselproblemen. Wat wel voor problemen zorgde, waren dikke ijsbrokken of grote hoeveelheden stuifsneeuw die tussen de wissels terechtkwamen, juist
Afgelopen winter was het Nederlandse treinver-
Marc Cox al vanaf juli 2009 bezig met het testen
omdat de trein bij het passeren van een wissel
keer totaal ontregeld door hevige sneeuwval.
van wissels en wisselverwarming onder extreme
meer heen-en-weer schudt en daarbij brokken
Prorail wees het vastvriezen van ijs tussen
weersomstandigheden. Toen Tim de Haas en
sneeuw en ijs verliest. Er bestonden bij Prorail
wissel en wisselverwarmer als hoofdoorzaak
Mark Cox in juli 2009 startten met hun onder-
hierover al vermoedens, maar dankzij het groot-
aan van alle wisselstoringen. Aan de faculteit
zoek was er weinig bekend over het exacte func-
schalige TU/e-onderzoek is dit op een weten-
Bouwkunde zijn onderzoekers Tim de Haas en
tioneren van wisselverwarming en spoorwissels,
schappelijke manier definitief bevestigd.
Een jongere huid door warmteshocks
2 4
Een beter begrip van de processen die tot
is echter nog weinig bekend over het effect van
bestudeerde het effect van variabele tijden in
huidverjonging leiden - en dan met name
‘warmte-impulsen’ op de menselijke huid. In
verwarming bij 45 graden Celsius -de tempera-
het effect van lastertechnieken die de huid
samenwerking met Philips Research Eindhoven
tuur waarvan wordt gedacht dat deze behaald
niet beschadigen. Dit heeft dr.ir. Susanne
zette Dams daarvoor een onderzoek op.
wordt bij laserbehandelingen- en bij 60 graden
Dams bereikt met haar onderzoek. De bio-
De onderzoekster keek wat er gebeurt met de
Celsius - de temperatuur waarbij eiwitten wor-
medisch technologe promoveerde onlangs
huid op celniveau en wat de beste manier is
den afgebroken.
op dit onderwerp. De cosmetische industrie
om de aanmaak van collageen te stimuleren
Bekend was dat hoge temperaturen schade
biedt steeds meer mogelijkheden om de
zonder de cellen daarbij te beschadigen. Een
veroorzaken, maar onbekend was wanneer en
huid jonger te doen lijken. Eén van de
warmteshock heeft onder meer tot gevolg dat
bij welke temperatuur. Na diverse variaties in
meest veelbelovende technieken is het ge-
er ‘heat shock proteïnen’ worden aangemaakt
de pulsduur, ontdekte Dams dat de optimale
bruik van lasers die de huid intact laten. Er
die de vorming van collageen stimuleren. Dams
blootstellingtijd tussen de acht tot tien se-
M
A
T
R
i
X
/
4
/
2
0
1
0
Buisje slaat brug tussen zenuwen Bij plastics zoals polyesters denk je al snel
onschadelijke componenten. Van der Meulen
aan slecht afbreekbare, milieuonvriendelijke
experimenteerde uitgebreid met polyesters op
stoffen. Toch bestaan er ook polyesters die
basis van lactonen: een soort koolstofkettingen
je lichaam zonder problemen kan afbreken
waarbij estergroepen dienst doen als sluiting.
tot onschadelijke componenten. Ir. Inge van
Deze esterkettingen kun je door een enzym
der Meulen zocht tijdens haar promotie bij
laten openknippen, waarna ze kop-aan-staart
Scheikundige Technologie naar een polyester
komen te liggen en -met behulp van hetzelfde
dat een brug kan vormen tussen de uiteinden
enzym- uitgroeien tot lange ketens. Onder invloed van water en enzymen in het lichaam wor-
zenuwen veroorzaken problemen met het aan-
den de esterbindingen langzaam verbroken en
sturen van lichaamsdelen. Daarbij komt dat de
valt het polymeer uiteen in zijn (onschadelijke)
beschadigde zenuwuiteinden vaak pijnsignalen
bouwstenen. Hoe snel dat gebeurt, hangt af van
blijven sturen naar de hersenen, terwijl deze
de precieze samenstelling van de bouwstenen.
pijn geen enkele nuttige functie meer heeft.
Van der Meulen zocht naar de optimale samen-
In principe is er kans op herstel: de zenuwen
stelling. Daarbij richtte Van der Meulen zich op
blijven gewoon doorgroeien, maar de kans dat
het creëren van een amorf materiaal met een
de losse uiteinden spontaan weer aan elkaar
open, sponsachtige structuur. Die porositeit
groeien, is klein. Wel zijn de zenuweinden
is nodig om de zenuwcellen ruimte te bieden
vast te hechten aan weerszijden van een klein
om in het buisje te groeien en voor aanvoer
buisje waardoor ze naar elkaar kunnen groeien.
van voedingstoffen voor de groei van zenuwen.
Het materiaal voor die buisjes moet de juiste
Tevens testte Van der Meulen de levensduur
sterkte en flexibiliteit hebben en moet zorgen
van de verschillende polyesters. Het onderzoek
voor goede groeiomstandigheden. Daarnaast
was onderdeel van het programma ‘Bio-Inspired
moet het buisje bij voorkeur een maand of
Polymers’ van het Dutch Polymer Institute.
doen. Collega’s van de Universiteit Maastricht
twee zijn mechanische eigenschappen behou-
Inmiddels beschikt Van der Meulen over een
onderzoeken of het materiaal een goede onder-
den en daarna zo snel mogelijk ‘oplossen’ in
materiaal dat aan bijna alle eisen lijkt te vol-
grond is om zenuwcellen te laten groeien.
Foto: Bart van Overbeeke
van doorgesneden zenuwen. Doorgesneden
Inge van der Meulen
conden ligt bij 45 graden Celsius. Dan wordt relatief de meeste collageen aangemaakt en de cel gaat niet kapot. Vervolgens keek de biomedisch technologe naar de effecten in de huid -specifiek in de ‘dermis’, de tweede huidlaag-, waarvoor ze stukjes mensenhuid gebruikte. Ook daar kon ze aantonen dat 45 graden niet tot schade leidt en 60 graden wel. Of de huid hersteld kan worden als je langer
Susanne
dan twee seconden bij 60 graden hebt verop het terrein van wondherstel. Daar zou nog een apart onderzoek naar kunnen worden verricht.’
Dams deed onderzoek
Foto: Bart van Overbeeke
warmd, is voor Dams niet duidelijk. ‘Dan zit je
naar het effect van laserpulsen op de huid.
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
2 5
onderzoek
Miljoenenproject voor optische chips Recent is het internationale R&D-project PARADIGM van start gegaan. Dit project dat door de TU/e geleid wordt, moet ontwikkeling en productie van optische chips standaardiseren en daardoor goedkoper maken. De kosten van het project zijn dertien miljoen euro, waarvan het leeuwendeel van de EU komt. Het project moet de deur openen naar een nieuwe markt waarin tientallen miljarden omgaan. Optische chips, chips die werken met lichtsignalen in plaats van Foto: Bart van Overbeeke
elektronische signalen, zijn hard nodig om het alsmaar groeiende internetverkeer te kunnen verwerken en om een volgende generatie snelle computers mogelijk te maken. Het grote dataverkeer loopt al via lichtsignalen -in glasvezelsmaar in knooppunten is de signaalverwerking
Surfen in het lab Deeltjesversnellers zoals de bekende Large Hadron Collider (LHC) in Genève maar ook versnellers voor bescheidener toepassingen – zoals bestraling van tumoren – hebben een allesbehalve handzaam formaat. De laserversneller die natuurkundige Walter van Dijk met zijn collega’s in het Cyclotron op het TU/e-terrein bouwde, brengt daar verandering in. De verandering zit in het gebruik van het plasma. Het plasma fungeert als een ‘zee’ waarin een lopende elektromagnetische golf wordt opgewekt, waarop de elektronen al ‘surfend’ aan snelheid winnen. De elektrische golven worden gecreëerd met een ultrakorte laserpuls, die door het plasmabuisje wordt geschoten. Deze laserpuls heeft een intensiteit van maar liefst een terawatt: een miljard kilowatt. Daarmee duwt de laserpuls elektronen weg uit de plasmazee, waarna deze losgetrokken elektronen worden teruggetrokken door het achtergebleven plasma. De elektronen schieten echter door en blijven nog een tijdje naschommelen. Deze golfbeweging veroorzaakt een lopende elektrische golf in het kielzog van de laserpuls. Vervolgens komen de te versnellen elektronen, de ‘surfers’, in beeld: die worden met een
2 6
M
atr
i
x
/
4
elektronenkanon (een kleine conventionele versneller) met precies de juiste snelheid binnengeschoten, zodat ze worden opgepikt door de lopende golf en winnen ze, naar beneden surfend vanaf het golffront, steeds meer snelheid, totdat ze – versneld en al – uit de golf tevoorschijn komen. Wereldwijd zijn tientallen groepen bezig met laserversnellers, maar de Eindhovense groep is een van de weinige die de elektronen, de ‘surfers’ dus, van buiten het plasma injecteert. De meeste groepen gebruiken elektronen uit het plasma zelf. Externe injectie biedt echter meer controle over de versneller. Van Dijk promoveerde eind augustus op zijn onderzoek. Hij ziet zijn werk als een ‘proof of principle’-experiment om te laten zien dat externe injectie werkt. Momenteel wordt ook elders in de wereld gewerkt aan andere aspecten van deze nieuwe versnellertechnologie, zoals het verhogen van de energie en het aan elkaar koppelen van versnellers. De volgende stap is twee versnellers achter elkaar te zetten. Als dat lukt, is dat aantal in principe oneindig uit te breiden om zo de benodigde energieën te behalen.
/
2
0
1
0
nog elektronisch. En die knooppunten lopen tegen hun grenzen aan. Optische schakelingen, ofwel ‘photonic devices’, moeten hier de oplossing voor gaan bieden. Het project PARADIGM moet ervoor zorgen dat die oplossing betaalbaar is. Aan het project nemen zestien partijen deel, waaronder bedrijven, universiteiten en kennisinstellingen. De TU/e is de projectcoördinator, via TU/e-onderzoeksschool COBRA, met hoogleraar Optische Communicatietechnologie prof.dr.ir. Meint Smit (faculteit Electrical Engineering) als projectleider. Micro-elektronica kost een paar cent per vierkante millimeter chip, doordat de technologie enorm gestandaardiseerd is. De ontwikkelingkosten zijn laag doordat er geavanceerde software is om de chips snel en nauwkeurig te kunnen ontwerpen. Dat wil men in het project ook bereiken met photonic devices. Door standaardisatie van de ontwerpmethodes en de productietechnieken moeten vooral producten die niet in groot volume gemaakt worden, meer dan een factor tien goedkoper worden. Al met al gaat het om een markt die tien procent van de omvang van de micro-elektronicamarkt kan bereiken, schat Smit. Daarmee zou het gaan om tientallen miljarden aan omzet. Smit verwacht dat de technologie van PARADIGM vanaf 2016 commercieel beschikbaar zal komen.
Gecontroleerd bumperkleven zonder spookfiles Voertuigen worden steeds meer aangestuurd door elektronica zoals bijvoorbeeld bij deurvergrendeling, airbags, cruise control, ABS en wegnavigatie. Het is verbazingwekkend dat de regelsystemen die de elektronica in een auto aansturen in veel gevallen nog steeds berusten op intuïtie, ervaring en het ‘juiste gevoel’ van een deskundige. Promovendus Gerrit Naus van Werktuigbouwkunde: ‘Dat kost heel veel tijd. Zodra een kleine aanpassing nodig is, moet je alles opnieuw laten afstellen door raties van een auto, denk aan verschillende type motoren, aandrijflijnen, cruise control en zo verder, is dat dus niet handig. Als je op inzicht tunet, weet je bovendien nooit of je
Foto: Bart van Overbeeke
een deskundige. Gezien het aantal configu-
het hoogst haalbare bereikt en vaak is het onmogelijk het hele werkgebied te evalueren.
aan te passen. Het opzetten van een dergelijke
‘praten’ constant met elkaar waarbij de voorste
Op basis van een computermodel kan dat
werkwijze kost aanvankelijk tijd, maar als je
auto telkens laat weten wat zijn acceleratie is.
wel, en veel beter. Je verzamelt eerst alle re-
het twee keer gebruikt, is het de investering al
Als de voorste auto plotseling sterk remt, remt
levante karakteristieken van een voertuig in
waard.’ Om de mogelijkheden van zijn ontwerp
nummer twee ook met volle kracht. De zoge-
een model, combineert dit met de gewenste
te demonstreren, testte Naus verschillende
heten coöperatieve adaptieve cruise control
prestatie-eisen en vervolgens kan het opti-
voorbeelden in de praktijk. Een van de proeven
(CACC) van Naus verbetert de doorstroom van
male regelsysteem automatisch worden bere-
vond plaats met twee Citroën C4’s, ieder uitge-
het verkeer en garandeert een zogeheten string
kend. Bij een andere configuratie hoef je dan
rust met adaptive cruise control, die draadloos
stabiliteit van de verkeersstroom. Een mooi
alleen de parameters die van toepassing zijn
met elkaar in verbinding staan. Beide wagens
wapen tegen spookfiles.
‘De kwaliteit van een IT-helpdesk is omgekeerd
‘Daily travelling by train helps in reducing the
‘Een model helpt je de werkelijkheid te negeren.’
evenredig met de afstand tot de gebruiker.’
fear of being too late.’
(Stelling bij het proefschrift ‘Data-Driven Optimal
(Stelling bij het proefschrift ‘Look-ahead Sigma-
(Stelling bij het proefschrift ‘Propagation of Light
Controller Synthesis’ van Arjen den Hamer)
Delta Modulation and its Application to Super
in Ensembles of Semiconductor Nanowires’ van
Audio CD’ van Erwin Janssen)
Silke Diedenhofen)
Gesteld
‘Onderzoek is net als duiken; net onder de oppervlakte is zoveels moois te zien. Maar soms is het
‘Stress wordt meestal niet zozeer veroorzaakt
‘Het continu negatief terugkoppelen werkt veelal
de moeite waard om de diepte in te gaan.’
door het werk wat je doet, maar door het werk
stabiliserend voor mechanische systemen en
(Stelling bij het proefschrift ‘Assessment of the
dat aan het einde van de dag is blijven liggen.’
destabiliserend voor mensen.’
Sustainability of Flexible Building’ van Haico van
(Stelling bij het proefschrift ‘Modeling and Control
(Stelling bij het proefschrift ‘High-Performance
Nunen)
of Image Processing for Interventional X-ray’ van
Control of Continuously Variable Transmissions’
Rob Alders)
van Stan van der Meulen)
M
atr
i
x
/
4
/
2
0
1
0
2 7
DE Vonk
Foto’s: Vincent van den Hoogen
Prof.dr. keita Ito (48), hoogleraar orthopaedic Biomechanics and Mechanobiology
tussen technologische en medische wetenschap Bot, tussenwervelschijven en kraakbeen. keita Ito, als ingenieur opgeleid aan MIt en als arts aan Harvard Medical School, onderzoekt met zijn groep de structuur en materiaaleigenschappen van die weefsels en werkt aan klinische toepassingen. na japan, de USA en zwitserland heeft hij zijn basis nu gevonden in de Brainport Eindhoven.
2 8
‘Ik ben geboren in Sapporo in het noorden van Japan. Mijn
zag echter dat mijn vader geen zakentalent had en stuurde hem
moeders familie komt uit die streek. De familie van mijn vader
op zijn vijftiende naar Sapporo om wiskunde te gaan studeren.
komt uit Nagano. Ito is de op vijf na meest voorkomende ach-
Hij werd hoogleraar theoretische wiskunde aan de universiteit
ternaam in Japan. De naam betekent ‘bediende van de Fujiwara
van Hokkaid en kreeg een tweede leerstoel aan de Wayne State
clan’. Die machtige clan was hofleverancier van echtgenotes
University in de Verenigde Staten. Vanaf mijn vroegste jeugd heb
voor de Japanse keizer. Mijn voorouders van vaderskant waren
ik met mijn ouders en zus heen en weer gependeld tussen Japan
handelaren zonder academische achtergrond. Mijn grootvader
en de Verenigde Staten. Vanaf mijn derde leerde ik Engels. Ik ben
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
Ito: ‘MIt is zeker geen ideale instelling voor studenten die op hun achttiende nog weinig volwassen zijn.’
track programma medicijnen: zes in plaats van acht jaar. Dat leek me wel wat. Maar mijn vader had weinig respect voor medici: geneeskunde was geen echte wetenschap! Hij vond dat ik beter naar MIT kon gaan.
Massachusetts Institute of technology MIT selecteert vooral gemotiveerde studenten met een bijzondere achtergrond en het potentieel om te excelleren. Goedkoop was het niet: het collegegeld bedroeg twintigduizend dollar per jaar. MIT is zeker geen ideale instelling voor studenten die op hun achttiende nog weinig volwassen zijn. De universiteit heeft een hoge suicide-rate en dat heeft met de grote druk te maken. Studenten zelf maken daar grappen over: ‘Learning at MIT is much like trying to take a drink of water out of a fire hydrant’. Wanneer je vier jaar in staat bent om je mond aan die brandslang te houden, heb je het goed gedaan. De andere kant van de medaille is dat MIT ervoor zorgt dat studenten die uit het juiste hout gesneden zijn een extreem goede opleiding krijgen. Ik heb er mijn Bachelor, mijn Master en mijn PhD gehaald.
Mentor Ik koos na een jaar voor werktuigbouwkunde, omdat ik veel van machines hield. MIT had een undergraduate research opportunities program, waardoor studenten als onderzoeksassistent konden werken om geld te verdienen. In het biomechanisch lab van Robert Mann kon ik mijn belangstelling voor geneeskunde kwijt. Mann was een bijzondere persoonlijkheid. Hij was oorlogsveteraan en had mogen studeren op kosten van de Amerikaanse regering. Hij ontwikkelde zich tot een expert in powersystems voor militaire raketten, maar raakte geïnteresseerd in het bouwen van prothesen. Hij was een van de ontwerpers van de zogenaamde ‘Boston arm’, een elleboogprothese voor mensen met een geamputeerde bovenarm. Mann werd mijn mentor. Ik had de ambitie om dokter te worden nog steeds niet opgegeven, maar hij overtuigde me er van dat ik beter eerst een Master aan dus opgegroeid in een mix van traditionele Japanse en meer pro-
MIT kon doen. Ik haalde mijn Master en liet me inschrijven bij de
gressieve Amerikaanse cultuur. Op de internationale school in
Harvard Medical School. Mann bracht me toen op het idee dat
Japan vond ik wis- en natuurkunde de leukste vakken. Mijn eind-
ik een doktersopleiding kon volgen en tegelijkertijd een PhD in
examen deed ik aan een high school in Michigan. Ik denk dat
engineering bij hem doen. Ik ontmoette een oud-promovendus
ik niet goed op mijn plaats geweest zou zijn in het traditionele
van Mann, Slobodan Tepic, die een onderzoeksgroep in een la-
Japanse schoolsysteem. Ik was als kind meer geïnteresseerd
boratorium in Davos leidde. Ik kon daar in de zomer twee maan-
in honkbal, skiën en later ijshockey. Als scholier werkte ik in de
den als consultant komen werken. Zwitserland werd mijn eerste
winter in Michigan als skileraar om te kunnen sparen voor een
ervaring met Europa en dat beviel goed.
universitaire studie. De rest van het jaar had ik een bijbaantje als technisch tekenaar voor een bedrijfje dat poedermelkfabrieken
nederland
ontwierp. De vader van een van mijn vrienden had een garage en
In die twee maanden ontstond het idee om enkele experimen-
liet ons sleutelen aan auto’s en motorfietsen. Dat alles bij elkaar
ten voor mijn promotie-onderzoek in Davos uit te voeren. Dat
wekte mijn interesse voor het ingenieursvak. Maar op de mid-
betekende dat ik regelmatig heen en weer vloog tussen Boston
delbare school kreeg ik ook interesse in fysiologie en genees-
en Davos. In Zwitserland heb ik ook mijn vrouw leren kennen.
kunde. De universiteit van Michigan bood een zogenaamd fast
Ze studeerde biochemie aan de Hogeschool in Delft en deed
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
2 9
De Vonk
Ito: ‘Ik merk dat wereldwijd het imago van het onderzoek in biomedische engineering aan de TU/e sterker wordt.’
genkwamen. Zoiets zou in Amerika niet kunnen. Jammer genoeg denk ik dat de laatste acht jaar deze atmosfeer ook in Nederland aan het verdwijnen is. Persoonlijk ben ik er niet van overtuigd dat de invloed van Wilders blijvend zal zijn. Ik geloof niet dat zijn denkbeelden gedeeld worden door de meerderheid van de Nederlandse bevolking, maar de angst voor verandering van een omvangrijke minderheid kunnen niet genegeerd worden. Het is aan de Nederlandse samenleving om een antwoord te vinden dat de standpunten van de verschillende stromingen respecteert.
Eindhoven Gedurende mijn eerste periode in Eindhoven ontdekten we dat Brabant iets speciaals heeft en dat bevalt ons. We woonden in een prachtige boerderij in het landelijke gebied van Leenderstrijp. Na mijn sabbatical kreeg ik een parttime aanstelling aan de TU/e en in 2007 werd ik benaderd om voltijds over te stappen. In Davos begeleidde ik promovendi en postdocs, maar ik miste studenten met een technische achtergrond die niet schrikken van een wiskundige vergelijking. Die vond ik aan de TU/e. Ik ben naar Eindhoven gekomen om iets op te bouwen. Nu ik wat ouder word, voel ik dat als mijn verantwoordelijkheid. Een onderzoeksgroep met een klimaat, waarbinnen studenten dingen leren die er toe doen, waarbinnen postdocs zich kunnen bekwamen om een volgende stap in hun loopbaan te zetten en waar andere medewerkers kunnen doorgroeien. Onze groep is nu groot genoeg en we hebben voldoende tweede en derde geldstroom aangeboord. Er wordt uniek werk verricht in het
3 0
een afstudeerproject bij een instituut voor astma- en immuno-
toepassen van bio-engineering principes en we begrijpen de
logieonderzoek in Davos. Nadat ik mijn PhD-experimenten had
medische en biologische aspecten van orthopedie steeds beter.
afgesloten, keerde ik terug om mijn geneeskunde-opleiding af
We werken op weefselniveau aan drie onderwerpen: bot, tussen-
te sluiten. Het was mijn bedoeling om daarna een specialisatie
wervelschijven en kraakbeen. Om goed te kunnen functioneren
te doen in orthopedie. Maar dat had als consequentie dat ik
in het lichaam moeten deze weefsels de juiste materiaaleigen-
nog zes jaar hands on in een ziekenhuis zou moeten werken
schappen hebben. De cellen in dat weefsel kunnen zich allemaal
zonder onderzoek te kunnen doen. Ik besloot toen om voor de
aan de structuur aanpassen. En dat maakt het interessant, want
research te kiezen en werd gevraagd om als postdoc in Davos
we kunnen die biologie veranderen zodat we uiteindelijk het
terug te keren. Voor mij was dat ideaal: een researchlab in een
juiste materiaal krijgen met de juiste eigenschappen voor de
medische setting. Ik ben me gaan specialiseren in het genezen
functie. Veel van die kennis is binnen vijf tot tien jaar rijp genoeg
van botbreuken. Die komen er in die ski-omgeving nogal wat
om impact te krijgen in de klinische praktijk. Ik merk dat wereld-
voor! Chirurgen gebruikten traditioneel vooral hardware: platen,
wijd het imago van het onderzoek in biomedische engineering
schroeven, boren en zagen. Ik vond de biologische kant steeds
aan de TU/e sterker wordt. Ik wil op mijn groep overbrengen dat
interessanter en kon mijn medische achtergrond gebruiken om
we nu keuzes moeten maken: laten we werk doen dat niet alleen
het genezen van bot beter te begrijpen. In Zwitserland kregen
wetenschappelijk interessant en motiverend is maar waarmee
mijn vrouw en ik intussen onze eerste dochter. In die tijd leerde
we ook echt klinische resultaten kunnen boeken. We moeten
ik Rik Huiskes kennen, mijn voorganger hier op de leerstoel in
zoeken naar de onderwerpen waarmee we ons kunnen onder-
Eindhoven. Hij nodigde me uit voor een sabbatical aan de TU/e.
scheiden. Wat mij betreft zetten we alle ingenieursprincipes in
Veel aspecten van de TU/e deden me denken aan mijn dagen bij
om de relatie tussen structuur en functie en tussen structuur en
MIT. Nederland beviel me. Mijn vrouw is opgegroeid in Capelle
sterkte te onderzoeken en toe te passen in een medische set-
aan de IJssel, waar ook Jan-Peter Balkenende woont. Ik vond het
ting. De oogst van wat je nu zaait komt een jaar of vijf later. Ik
typisch Nederlands toen we de premier in 2001 met zijn vrouw
wil dat mijn groep medewerkers dat proces meemaakt en dat ze
en dochter zonder verdere bewaking in het winkelcentrum te-
erdoor gemotiveerd raken.’
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
alumni
Coach Café zet jonge alumni aan het denken
Je dromen verwezenlijken ‘Inspirerend, stof tot nadenken, nieuwe inzichten.’ Het zijn de enthousiaste reacties van de jonge alumni die in november het coach café in Café de Carrousel op de Markt in Eindhoven bijwoonden. Het Alumnibureau van de TU/e organiseerde het coach café samen met collega’s van Delft en Twente. Alumni tot ongeveer 35 jaar lieten zich in verschillende rondes begeleiden door ervaren coaches, eveneens afgestudeerd aan een van de drie TU’s.
‘Het viel me op hoe open de alumni waren in hun gesprek’, geeft coach Anton Lith aan. ‘De avond brengt de alumni op nieuwe ideeën, ze inspireerden elkaar ook. De kunst van de coach is om in te voelen waar de ander zit en door de goede vragen te stellen de ander aan te moedigen zijn ambities, twijfels of onzekerheid bespreekbaar te maken.’ Lith heeft Werktuigbouwkunde gestudeerd aan de Universiteit Twente, een coachopleiding gevolgd en heeft een eigen praktijk voor consultancy en coaching. ‘Het is heel goed dat jonge alumni door middel van coaching hun eigen mogelijkheden herkennen, zodat ze bewust hun loopbaan kunnen sturen. Daar was vroeger veel minder aandacht voor dan tegenwoordig.’
Prioriteiten Marjan van Munster, afgestudeerd bij de opleiding Bestuurskunde aan
Ruim vijfenveertig alumni en vijftien coaches spraken in groepjes van steeds
de Universiteit Twente, heeft een eigen praktijk in coaching en herkent de
drie alumni met een coach over hun loopbaan. Er waren drie ronden van elk
vragen en de dromen van de jonge alumni maar al te goed. ‘Ik heb zelf na
ongeveer 45 minuten. Bij elke ronde wisselden de alumni van tafel, zodat
mijn afstuderen bij verschillende instanties en bedrijven gewerkt. Vanaf het
ze steeds een nieuwe coach voor zich hadden en ook steeds andere alumni
begin heb ik banen gehad waarbij het trainen van mensen en loopbaanpro-
spraken. In elke ronde stond een onderwerp centraal; in de eerste ronde
gramma’s voorop stonden. Mijn droom was het opstarten van een eigen
ging het erom je talenten te benoemen, in de tweede ronde ging het over de
praktijk en dat heb ik ook gedaan. Deze alumni hebben vragen, die ik van
dromen in je loopbaan en in de derde ronde werden de alumni uitgedaagd
mezelf herken. Het viel me op dat een aantal mensen wel hun droom kan
om een volgende stap in hun carrière te bespreken. Dit alles onder leiding
verwoorden, maar het vervolgens moeilijk vindt om de stappen om de droom
van professionele coaches, ingenieurs met een opleiding en met ervaring op
te verwezenlijken, concreet te maken. Ze zijn wel aan het denken gezet, en
het gebied van coaching.
dat is belangrijk. Door als coach op te treden kan ik iets voor de universiteit terug doen.’
Aan het denken gezet
Drs. Joost van den Brekel van het Alumnibureau van de TU/e organiseerde
Lizet Bary, drie jaar geleden afgestudeerd bij de opleiding Biomedische
de eerste bijeenkomst in Eindhoven. ‘Het is niet eenvoudig om jonge alumni
Technologie aan de TU/e, bezocht het coach café om stil te staan bij haar
weer op de universiteit te krijgen, ze zijn net afgestudeerd, ze maken de
loopbaan en zich bewust te worden van haar doelen en ambities. Zij werkt
eerste stappen in hun carrière. Ook hun gezin en kinderden bepalen hun
bij Pie Medical Imaging als productmanager wereldwijd. ‘Ik vond het goed
prioriteiten voor een lange periode. Het coach café blijkt een uitzondering:
dat de coaches je vragen stellen die je aan het denken zetten. Zij laten je zélf
ik was verbaasd over de enthousiaste reacties, in eerste instantie van de
de conclusies trekken en daar gaat het om. Mij heeft het opgeleverd, dat ik
vele coaches van de drie TU’s die zich aanmeldden (ook niet-alumni coaches
me meer van bewust ben dat ik het prima naar mijn zin heb in mijn baan,
overigens) en op de avond zelf van de vele deelnemers. Met meer dan zestig
maar ook dat ik niet altijd met mijn werk bezig hoef te zijn. Het is aardig te
mensen een hoge opkomst en een zeer geslaagde avond die zeker in Twente
zien dat de coaches die ons begeleidden allemaal in de technologie hun car-
en Delft herhaald gaat worden.’
rière startten en dat zij kozen voor een grote omslag in hun beroep. Ik kan
Bent u geïnteresseerd, als coach of als deelnemer, dan kunt u een mailtje
anderen een coachavond zeker aanbevelen.’
sturen naar
[email protected].
Nieuwe bijeenkomsten coach café Het Alumnibureau organiseert de coach cafés in samenwerking met de universiteiten van Delft en Twente. De Universiteit Twente organiseert in februari 2011 een coach café en de Technische Universiteit Delft in april 2011.Als TU/e-alumnus kunt u ook in Twente of Delft deelnemen. De kosten bedragen slechts 35 euro. Het Alumnibureau houdt u tijdig op de hoogte. De bijeenkomsten worden inhoudelijk begeleid door een professioneel bureau op het gebied van coaching, Blik-Opener. Meer informatie over het bureau en hun werkwijze vindt u op www.blik-opener.nl.
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
3 1
loopbaan
TU/e-alumnus dr.ir. Marijn Dekkers, CEO van multinational Bayer:
‘Veel discipline, toewijding én plezier’ Eerst was er het vergezicht van proftennisser. Toen van hoogleraar, vervolgens van onderzoeksleider en als laatste van businessleader. En dat is dr.ir. Marijn Dekkers (Tilburg, 1957) geworden: de afgelopen negen jaar als hoogste baas van het Amerikaanse Thermo Fisher Scientific, een specialist in laboratoriuminstrumenten. Twee maanden geleden nam de alumnus van de faculteit Scheikundige Technologie als eerste niet-Duitser bij multinational Bayer het stokje over van bestuursvoorzitter Werner Wenning.
Wie de naam Marijn Dekkers intikt bij Google krijgt een foto te zien van
ik mijn ingenieursopleiding en bleef in de vakgroep van Heikens voor
een wat slome jongen die met de mond half open langs de camera kijkt.
een promotie.’ De jonge ingenieur studeerde cum laude af en deed zijn
Het is een foto uit de jaren dat hij op de middelbare school zat. Toen
promotie in 3,5 jaar. ‘Alles ging toen snel. Ik was heel geïnteresseerd en
Dekkers bij de studievereniging voor chemiestudenten werd gevraagd
gemotiveerd. Ik was er dag en nacht mee bezig.’
naar een foto, duikelde hij dit exemplaar op, niet wetende dat het beeld
Tijdens de studie en promotie ontstond de behoefte om te bewijzen dat
voor eeuwig op het internet zou circuleren. Wie was de jongen op deze
hij een uitmuntende wetenschapper kon zijn. Hij wilde hoogleraar worden.
foto? ‘Zeker geen slome jongen, al kan de foto wat dat betreft misleidend
‘Ik had ook al een stuk of negen wetenschappelijke publicaties in goede
zijn’, zegt een lachende Dekkers in zijn kamer op het hoofdkantoor
tijdschriften - dat gaf me een zekere reputatie.’ Op zijn 27ste promoveerde
van Bayer in Leverkusen. ‘Ik was een heel fanatieke tennisser. Dat was
hij in de kunststoftechnologie en hij plande het vervolg van zijn loopbaan
met afstand het belangrijkste in mijn leven. Op de middelbare school
op het vergezicht van het hoogleraarschap. Promotor Heikens was
studeerde ik daarom niet veel.’ In zijn kantoor staat een foto van Dekkers
adviseur bij General Electric Plastics, het Europese hoofdkantoor in
op de tennisbaan met John McEnroe. Die wedstrijd ging voor hem
Bergen op Zoom. Dekkers ging tijdens zijn promotie af en toe mee voor
hopeloos verloren. Op zijn zestiende stond hij op het punt om van Tilburg
het geven van een advies. ‘Ik luisterde naar waar ‘de groten’ het over
naar Den Haag te verhuizen om bij de tennisbond te gaan spelen. Hij wilde
hadden. Als ik de durf had, zei ik wel eens wat.’ De wereld van de industrie
proftennisser worden. ‘Plotseling overleed mijn moeder. Ik besloot om
sprak hem aan; hij wilde voor een aantal jaar bij een gerenommeerd
nog een jaar thuis te blijven bij mijn vader, wij waren heel close. In dat
industrieel laboratorium aan de slag. Op dat moment was onder de
jaar verloor ik mijn interesse in tennis, en daarmee het contact met de
postdocs de VS in opkomst. Amerika trok hem, maar niet als postdoc - het
tennistop van Nederland.’
salaris was te laag. ‘Ik kon voor GE naar het grote lab in Schenectady, New York. Destijds werkten er bij het R&D-centrum van dit bedrijf tweeduizend
Professor Heikens
wetenschappers; het was één van de oudste en meest gerespecteerde
Als substituut voor de sport ging hij ijveriger studeren. ‘In het vijfde jaar
onderzoeksinstellingen in Noord-Amerika. Ik werkte er met de besten in
bleef ik nog wel een keer zitten vanwege het verdriet om mijn moeder.
de wereld aan polymerenblends.’
Maar uiteindelijk kon ik met goede cijfers naar de universiteit in Nijmegen
3 2
om scheikunde te studeren.’ Dekkers was op stoom en hoorde bij de beste
Doorbraak
studenten. ‘Maar de opleiding was me te theoretisch en teveel gericht
Na twee jaar ging hij terug naar Bergen op Zoom. Maar na een paar
op organische chemie. In die tijd leerde ik een hoogleraar in Eindhoven
maanden kwam er een telefoontje uit Amerika. ‘Mijn oude baas in de VS,
kennen, Derk Heikens, die bezig was met kunststoftechnologie. Met
de leider van de onderzoeksgroep waarin ik had gewerkt, ging terug in
hem had ik een heel leuk gesprek. Het toegepaste van zijn onderzoek,
het onderzoek. Dat gebeurde wel vaker: goede onderzoekers kwamen
de nabijheid van de industrie en de man Heikens maakten dat ik na mijn
erachter dat ze de rompslomp van het management liever niet meer
kandidaats in Nijmegen overstapte naar de TU/e. In twee jaar haalde
wilden en gingen terug. Back to the bench, heette dat. Ik kon zijn baan
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
Foto’s: Bayer
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
3 3
loopbaan
‘De missie van Bayer ‘Science for a better life’ spreekt mij erg aan.’
In die onderzoeksgroep raakte hij steeds meer geïnteresseerd in het commerciële proces: wat wil de klant, hoe gaat de productie en wat zijn de prijzen. Dekkers wilde meer richting de business en kwam terecht in managementposities bij verschillende andere polymeerunits van GE. Na omzwervingen bij verschillende bedrijven kreeg hij in 2000 de positie van Chief Operating Officer aangeboden bij Thermo Fisher Scientific in Boston, één van de toonaangevende specialisten in de fabricage van laboratoriuminstrumenten, zoals chromatografen en massaspectrometers. Kort daarop werd hij CEO, een succesperiode waarin hij het bedrijf liet groeien van 2,2 miljard dollar naar 10,5 miljard dollar omzet en 35.000 werknemers.
Bayer In 2009 was hij inmiddels negen jaar topman van Thermo Fisher Scientific en had hij behoefte aan een volgende uitdaging. ‘Ik dacht: stel dat ik tot mijn zestigste wil werken, wil ik dat dan van mijn 42ste tot 60ste in één of in twéé banen doen. Ik wilde er twee. Dus besloot ik op mijn 51ste dat ik nog negen jaar ergens anders wil werken.’ En toen belde Bayer. De missie van het bedrijf, ‘Science for a better life, was voor hem een aantrekkelijk vooruitzicht. Dekkers zette de zaken op een rijtje. ‘Bayer is een groot bedrijf met heel andere industrieën dan in mijn vorige baan. De taal is anders. Hoe was mijn Duits? Slecht, zoals bij de meeste Nederlanders. Ik had het geluk dat ik in mijn tijd in Nijmegen vlak over de Duitse grens drie jaar tennisles heb gegeven. Daardoor sprak ik goed Duits, maar dat is wel dertig jaar geleden. Voor mijn familie was het leuk om in Europa te leven, dacht ik. Mijn vrouw is Amerikaans, mijn dochters zijn Amerikaans. Nu zijn we een globale familie. Mijn kinderen zitten op een school met vijftig
3 4
krijgen, een aantrekkelijk aanbod. Op dat moment verliet ik het idee om
verschillende nationaliteiten.’ Wat vraagt een baan als hoogste man in een
hoogleraar te worden. Ik werd manager van een onderzoeksgroep in de
bedrijf met een jaaromzet van 35 miljard euro? ‘Toewijding, en niet teveel
industrie - en boog daarmee af van een wetenschappelijke carrière.’ Zijn
afleiding. Je moet doelgeoriënteerd bezig zijn, je tijd goed managen, en
eerste managementbaan was een experiment van drie jaar, waarin hij
daar strikt mee zijn. Kortom: veel discipline, toewijding en plezier, want
erachter kwam dat hij in staat was een link te leggen tussen fundamenteel
daar begint het mee. Maar ik ga straks ook om zes uur naar huis, omdat
onderzoek, productontwikkeling en de vraag van de klant.
ik met mijn vrouw en kinderen wil eten. Ook al heb ik dan nog twee uur
En toen kwam de doorbraak in zijn carrière, vertelt Dekkers triomfantelijk.
e-mails te doen. Dat doe ik dan misschien vanavond later. En als mijn
GE Plastics kocht een heel groot bedrijf, de chemische tak van Borg-
vrouw na het eten zegt: we moeten nog meubels bestellen voor in het
Warner, voor 2,3 miljard dollar - ‘veel te veel geld’. Het werd onder meer
nieuwe huis, dan doe ik nog tien minuten e-mails en ga meubels bekijken.
gekocht omdat Borg-Warner een plastic had dat, in theorie, gemengd kon
Je moet het zelfvertrouwen hebben om te kunnen stoppen met werken -
worden met een plastic van GE. Het zou een excellente blend worden.
en weten dat het goed is.’
Maar na twee jaar onderzoek mengden de materialen nog altijd niet.
Dekkers gelastte na zijn aantreden in oktober een mediastilte af. Voor de
‘Ik kreeg de vraag of ik een onderzoekgroep wilde leiden om de blend
redactie van Matrix maakte hij een uitzondering. Inmiddels is duidelijk
te maken. Wij hoefden ons alleen daarmee bezig te houden.’ Dekkers
waarom de Duitse pers nog niet welkom was: Dekkers bereidde een
kreeg als 33-jarige de leiding over een groep van zestig mensen. En het
ingrijpende reorganisatie voor. Vanaf 2013 wil Bayer jaarlijks 800 miljoen
lukte hem, zegt Dekkers terwijl hij door zijn kantoor beent. ‘Het is dit
euro besparen en voor het einde van 2012 worden tweeduizend van de
materiaal geworden.’ Hij wijst naar de telefoon, tikt op de behuizing van
ruim honderdduizend banen geschrapt. Maar belangrijker nog: Dekkers
de computer, op de mobiele telefoon. De polymerenblend is kortom een
gaat flink investeren in onderzoek, ontwikkeling en marketing van nieuwe
gigantisch commercieel succes geworden. ‘Ik was binnen het bedrijf een
producten, met name in HealthCare en CropScience, en in uitbreiding van
kleine held geworden.’
activiteiten in de opkomende markten.
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
Alumni
Reünie buitenlandse Philips alumni van het eerste uur Het was even zoeken naar de juiste namen bij de juiste gezichten. Geen wonder, de meeste buitenlandse alumni van PEIAA (Philips Eindhoven International Alumni Association) hadden elkaar soms veertig jaar niet gezien. Na al die tijd waren ze recent in Eindhoven vier dagen bijeen voor een reünie en tal van excursies in de stad waar ze ooit studeerden.
Er werden direct spijkers met koppen geslagen. Prof.dr.ir. Ton Backx, decaan van de faculteit Electrical Engineering, ‘adopteerde’ de PEIAA en gaat zich inzetten om het wereldwijde netwerk hechter te maken. Van den Brekel werd gekozen als voorzitter. Voornamelijk omdat een inschrijving bij de Kamer van Koophandel Zuidoost Brabant alleen mogelijk is door iemand die in de regio woont. ‘Maar de groep zal het werk moeten gaan doen, anders dreigt een slapend bestaan’, meent hij.
Door dichte mist arriveerde niet iedere internationale gast op tijd in het ART Hotel, gevestigd in de Lichttoren, hartje Eindhoven. Veel vliegtuigen hadden vertraging of moesten uitwijken. Dat mocht de pret niet drukken. In totaal waren vijfentwintig alumni, vergezeld van vijftien partners en (volwassen) kinderen, aanwezig bij de aftrap eind september in De Zwarte Doos.
Feest der herkenning Een volle dag ging voorbij met het ophalen van herinneringen en foto’s. Iedere alumnus kreeg een voordracht van een kwartier om te vertellen wat er van hem of haar was geworden. Dat bleek heel wat. Hoogleraren, succesvolle zakenlieden, politici en bestuurders passeerden de revue. Het bleef die dag niet alleen bij mijmeringen over het verleden. Aangestoken door het feest der herkenning, is besloten om het wereldwijde netwerk aan te gaan halen. Alle jaargangen bij elkaar opgeteld, telt de PEIAA meer dan 750 alumni van wie de meesten nog actief zijn in leidinggevende functies.
Spijkers met koppen Alumni-officer drs. Joost van den Brekel: ‘Alle gasten waren heel enthousiast. Ze stelden niet alleen hun huis ter beschikking aan hun studiegenoten van destijds, maar wilden ook erg graag hun expertise gaan delen. Het zou zonde zijn om daar geen gebruik van te maken.’
De PEIAA is een samenstelling van alumni van het Philips International Institute (PII 1957-1989) en het Eindhoven International Institute (EII 1990-1994). Geboren uit het idee om talenten uit de Derde Wereld op te leiden, destijds gezien als een soort ontwikkelingswerk, haalde Philips in de jaren vijftig studenten voor een opleiding Elektrotechniek naar Eindhoven. De meeste hiervan kwamen stopte, heeft de TU/e het stokje overgenomen. Totdat halverwege de jaren negentig de opzet achterhaald was door andere studieprogramma’s voor buitenlandse studenten.
Foto: Bart van Overbeeke
uit Azië en Zuid- en Midden-Amerika. Toen de multinational ermee
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
3 5
Foto: Vanesa Cañete
looPBAAn
Ir. CoEn AntEnS MtD
Steeds meer thuis in Spanje zijn liefde voor Spanje begon met een rondreis door Andalusië, eind jaren negentig. Ir. Coen Antens MtD (38) deed vervolgens een taalcursus aan de Volksuniversiteit in Valkenswaard en verbleef gedurende enkele weken bij een gastgezin in Salamanca om het Spaans onder goed de knie te krijgen. Hier raakte hij verslingerd aan het land. Inmiddels woont en werkt de specialist in Computer Vision alweer tien jaar in Barcelona.
ant van TNO. Na de opleiding werkte hij drie jaar bij Beltech bv in Eindhoven, een bedrijf gespecialiseerd in de ontwikkeling van Machine Vision systemen. Antens: ‘Een hands-on experience in een Willy Wortel-omgeving. Die stap naar de industrie was wel even wennen, omdat ik na zeven jaar theorie met de schroevendraaier aan de slag moest, maar het was ongelooflijk leerzaam.’ Antens bracht in die tijd een vakantie
Coen Antens studeerde in 1995 af in de Technische Informatica aan de TU/e met als eindproject een stage bij Océ in Venlo. Dit was zijn eerste kennismaking met de wereld van de beeldverwerking. Daarna volgde hij de tweejarige ontwerpersopleiding Mathematics for Industry aan het Stan Ackermans Instituut. Ter afsluiting ging hij voor een half jaar naar het Institut für Techno- und Wirtschaftsmathematik (ITWM) in Kaiserslautern, de Duitse vari-
3 6
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
door in Andalusië. Hij raakte onder de indruk van het land. Om zich verder in de Spaanse cultuur te verdiepen, meldde hij zich aan bij de Volksuniversiteit in Valkenwaard. ‘Het was best gezellig met de senioren, maar het tempo lag te laag.’ Hij zag op het instituut een poster voor een taalreis naar Salamanca. Korte tijd later was hij ’s morgens aan de ontbijttafel van een gastgezin met handen en voeten in gesprek. Overdag kreeg hij les
dood spoor zat. Een mogelijke volgende stap zou een nieuwe baan zijn. ‘Ik voelde dat mijn leven een draai nodig had, in een wezenlijk andere omgeving.’ Hij stelde zichzelf de vraag: ‘Zou ik in Spanje niet hetzelfde kunnen doen als in Nederland?’ Via het netwerk van zijn bedrijf legde hij contacten in Spanje. ‘Ik hoorde van een vacature op het laboratorium waar ik nu werk. Het was toen allemaal heel snel geregeld.’
teert. Treinen in Barcelona en omgeving staan vaak stil door problemen met de bovenleiding of de pantograaf, het onderdeel dat contact maakt met de bovenleiding en de trein daarmee van stroom voorziet. Zijn afdeling ontwikkelde een apparaat dat de bovenleiding onderzoekt op zwakke plekken. Het systeem is inmiddels getest op de AVE (de Spaanse TGV), de Renfe (Spaanse NS) en de metro van Barcelona. Het patent op de technologie is onlangs toegekend.
Getrouwd
‘Zou ik in Spanje hetzelfde werk kunnen doen als in Nederland?’
op de taalschool en ’s nachts ging hij het uitgaansleven in. Het werd een onvergetelijke ervaring – en het land liet hem niet meer los. ‘Ik was onder de indruk geraakt van de chaos, van de dorpjes waar de tijd stil lijkt te staan, de muziek in de taal en van het leven dat draait om het leven zelf. Clichés, ik weet het. Maar het is lastig om uit te leggen waaróm je je ergens prettig voelt.’ Daarbij kwam dat hij in Nederland op een
Sinds die dag werkt Coen Antens bij het Computer Vision Center, in het Catalaans Centre de Visió per Computador, gevestigd op de campus van de Universitat Autònoma de Barcelona. Hij is er hoofd van de afdeling Technical Support. ‘We zijn een soort TNO. Aan de ene kant geven we technische ondersteuning aan de negen onderzoeksgroepen van het centrum, die allemaal een stukje van het vakgebied Computer Vision voor hun rekening nemen, en aan de andere kant voeren we haalbaarheidsstudies uit voor de overheid en voor het bedrijfsleven.’ Aan de hand van een demonstratieopstelling legt Coen uit wat het vakgebied van het onderzoekscentrum behelst. In een bak liggen vijftien supermarktproducten op en door elkaar. De bak wordt onder een camera gelegd die er een opname van maakt. Deze data gaan naar een computer die de producten razendsnel herkent en een prijslijstje met de boodschappen afdrukt. In de testopstelling zit alles wat het centrum kan: een camera, licht en een object dat geïnspecteerd wordt. Een belangrijke toepassing van de technologie is productinspectie en kwaliteitscontrole: wat kun je van een object zeggen door er alleen naar te kijken, het zogenaamde ‘contactloos meten’. Een aansprekend project van het Computer Vision Center is een systeem dat de bovenleiding van treinen inspec-
M
a
t
r
i
Antens woonde vier jaar in Barcelona en toen hij enkele jaren geleden zeker wist dat hij in Spanje zou blijven, kocht hij een appartement in Barberà del Vallès, op een steenworp afstand van de stad Barcelona en van de universiteit. Tijdens een excursie naar la Mola, een berg in de buurt van zijn huis, ontmoette hij een econome uit Ecuador. ‘Daar staat een restaurant waar je alleen per voet of ezel kan komen en waar je heerlijk eet onder het genot van prachtige vergezichten.’ Het klikte en ze spraken nog een keer af, in Bar Amsterdam, een beroemd café voor Nederlanders in Barcelona. Een week later zaten ze in een Ecuatoriaanse bar en daar sprong de vonk over. De twee zijn inmiddels getrouwd en ze verwachten in december hun eerste kind. Zo wordt zijn leven steeds completer, hier in Catalonië, stelt hij vast. Soms vraagt hij zich nog af: waarom juist Spanje? Hij weet het niet precies. ‘Dan denk ik: als ik aan die Volksuniversiteit in Valkenswaard een cursus Frans had gedaan, woonde ik dan nu in Frankrijk?’ Hij schudt zijn hoofd: ‘Nee, vast niet.’
Profiel OPLEIDING: Faculteit Wiskunde & Informatica (1990-1995) VERVOLGOPLEIDING: Wiskunde voor de Industrie (1995-1997) HUIDIGE WERKPLEK: Hoofd van de afdeling Technical Support van het Computer Vision Center in Bellaterra, Barcelona. www.cvc.uab.es
x
/
4
/
2
0
1
0
3 7
Loopbaan
Technisch bedrijfskundige Ingrid Meuwissen:
‘Ik ben helemaal op mijn plaats in de mannenwereld’ ‘De wereld waarin ik werk is stoer en heeft iets joviaals. Een echte mannenwereld. Ik ben helemaal op mijn plaats.’ Aan het woord is TU/e-alumna Technische Bedrijfskunde ir. Ingrid Meuwissen. Nadat ze tien jaar in de logistiek en de bouw werkte, besloot ze vijf jaar geleden om zelf ondernemer te worden. Met eigenlijk alleen haar uitgebreide netwerk en haar ervaring als startkapitaal. Ze heeft nog geen dag spijt gehad.
‘Voor mezelf werken betekent dat ik mijn eigen werksfeer kan bepalen. Ik probeer bewust een warme relatie te creëren met klanten. Een vertrouwensband scheppen die ook wel uitmondt in (zakelijke) vriendschap. Ik werk soms met mensen die ik al jaren ken. Als klanten zich op hun gemak voelen bij mij, kan ik bepaalde vragen stellen die cruciaal zijn voor de samenwerking. Een ander krijgt op diezelfde vragen waarschijnlijk minder snel antwoord.’ Matrix treft Meuwissen terwijl ze een bezoek afrondt bij een industrieel duikbedrijf dat zij bijstaat in een fusie met twee andere duikbedrijven. De drie bedrijven zijn ervan doordrongen dat samenwerking in de huidige markt belangrijk is voor groei en continuïteit. Meuwissen Advies helpt hen om de overgang naar de nieuwe situatie zo goed mogelijk uit te voeren. ‘Ik vind deze mensen inspirerend. Zij zijn heel goed bezig en klaar om hun reikwijdte te vergroten. Hoewel ik op zich weinig van duiken weet, heb ik wel affiniteit met hun wereld. Daarnaast weet ik veel van organisaties en samenwerkingsvormen en kan ik hen helpen hun risico’s te beperken.’
Avontuurlijk Ingrid Meuwissen is dochter van een aannemer. ‘Daarmee lag het voor de hand dat ik mijn afstudeerscriptie bij NBMAmstelland (inmiddels Koninklijke BAM Groep-red.) schreef. Mijn opdracht was het realiseren van inkoopsynergie voor decentraal aangestuurde bedrijven, die onder dezelfde holding vielen.’ Ze studeerde in 1994 af. NBM-Amstelland was onder de indruk van haar studieresultaat en haalde haar binnen. Daar ging Meuwissen door met haar inkoopcoördinatie en droeg bij aan de langetermijnstrategie van het bedrijf. ‘Het nadeel was dat ik geen budget had en niet officieel bevoegd of verantwoordelijk was. Het ging allemaal op basis van mijn overtuigingskracht. Uiteindelijk kreeg ik toch veel voor elkaar’, stelt ze. Vanuit NBM-Amstelland vertrok ze naar het buitenland. ‘Ik ben wel een beetje avontuurlijk ingesteld. Mijn stage liep ik in
3 8
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
Finland bij een internationaal projectteam’, vertelt ze. ‘Toen ik de kans kreeg een Nederlands bedrijf te helpen bij het opzetten van hun Engelse vestiging, wist ik waar ik instapte.’ Het werd een korte, teleurstellende maar leerzame ervaring. ‘Daar was ik totaal niet op mijn plaats. De werkwijze van het bedrijf paste niet bij mij. Bovendien bleek ik beter in het opzetten van structuren dan in het blussen van brandjes.’
Zelfvertrouwen Een van de laatste werkgevers van Meuwissen was de Amsterdamse ondernemersvereniging ORAM. ‘Ik was de eerste vrouw in de functie van beleidsmedewerker havens, infrastructuur en vervoer. De meeste bestuursleden dachten dat een vrouw het op die post niet zou redden. Toch gaven ze me een kans, en binnen een maand waren ze om. Al snel had ik mijn zelfvertrouwen terug. Een mooie ervaring vond ik dat. Daar ben ik de mensen nog steeds dankbaar voor.’ Voor de ORAM en Haven Amsterdam organiseerde Meuwissen Advies vorig jaar nog een serie workshops over de nieuwe meldingsprocedure voor zeescheepvaart in het Amsterdamse Noordzeekanaalgebied. Oude contacten blijven bij haar terugkomen voor zeer uiteenlopende klussen. In haar laatste stap naar de zelfstandigheid werd Meuwissen benaderd door een adviesbureau in ‘corporate recovery’, het begeleiden van bedrijven op het randje van de afgrond. ‘Ik kwam er al snel achter dat dit echt een vak apart is. Ik heb bewondering voor de adviseurs van dat bedrijf. Het gaat bij faillissementen vaak om crisismanagement. Snel handelen, akkoorden sluiten met leveranciers die daardoor niet of nauwelijks betaald krijgen voor hun levering, en vaak moeten ook werknemers ontslagen worden. Daar moet je echt tegen kunnen’, zegt ze. ‘Na een half jaar vond ik het eigenlijk wel genoeg. Het raakte me toch te veel. De partners dachten met me mee, en vroegen wat ik wilde doen. Zelfstandig worden, dus. Ik kreeg van dit adviesbureau
Foto: Jan Timmermans
een klant mee zodat ik voor mezelf kon beginnen. Die klant is me jaren trouw gebleven.’
Kruispunt ‘Sinds ik zelfstandig ben geworden, is het sneller en beter gegaan dan ik had verwacht. Ik zit alweer op een kruispunt, omdat ik het werk bijna niet meer alleen aan kan. Ik neem zelf het risico, ik wil liever niemand in dienst nemen. In feite ben ik steeds op zoek naar de juiste partners. Een duizendpoot die mij als generalist kan bijstaan, of juist specialisten met specifieke vakkennis op verschillende terreinen’, legt ze uit. Meuwissen heeft projecten in de bouwnijverheid, havenlogistiek, spoorlogistiek en beveiliging. Maar ze coacht voor de Kamer van Koophandel ook startende ondernemers op andere werkterreinen, zoals de detailhandel en creatieve sector. Meuwissen was afgelopen maand ook weer bezig voor haar oude Alma Mater. Ze nam als coach deel aan het ‘Coach Café’ van de Technische Universiteiten Eindhoven, Delft en Twente. ‘Mensen zien vaak zelf niet waar hun ware kracht ligt. Een coach kan helpen die blinde vlek in kaart te brengen’, vindt ze. ‘Ik ben zelf meer een adviseur dan een echte persoonlijke coach, maar vind het leuk mensen te stimuleren het beste uit
zichzelf te halen.’ In de toekomst verwacht Meuwissen veel van het hechte netwerk van professionals dat ze om zich heen verzamelt. ‘Voor specialistisch advies of praktische hulp ga ik bij mijn netwerk te rade. Ik kweek bewust ook met deze mensen een vertrouwensrelatie. Mensen waarmee ik een ‘klik’ heb, die elkaar aanvullen en waarvan ik weet hoe ze werken. Daar kan ik voor instaan, ook bij mijn klanten. Die kleine groep wil ik te zijner tijd op mijn site gaan aanbevelen. Zo kunnen we elkaar en onze klanten toegevoegde waarde bieden, zonder er meteen rijk van te willen worden.’
Profiel Opleiding: Technische Bedrijfskunde (afgestudeerd in 1994) Huidige werkplek: zelfstandig adviseur met projecten in bouwnijverheid, havenlogistiek, spoorlogistiek en beveiliging.
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
3 9
looPBAAn XXXXXXXXX
Foto: Bart van Overbeeke
Akkerbouwer in optische chips
4 0
jan Hendrik den Besten werkt bij ASMl en is daarnaast ook geïnteresseerd in het akkerbouwbedrijf van zijn familie.
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
Jan Hendrik den Besten (1973) is gepromoveerd in techniek, doctorandus in de Nederlandse taal, heeft een MBA en is ondernemer. Hij werkt bij ASML, is met twee Spanjaarden bezig een bedrijf op te zetten en de vakanties gebruikt hij om zijn oom te helpen op de boerderij in de Achterhoek. Den Besten zit niet graag stil, stelt hij vast. En wellicht zet hij ook nog op korte termijn het akkerbouwbedrijf in Winterswijk voort. ‘Het boerenleven zit me in het bloed.’ Op de middelbare school had hij al een brede interesse. Zowel taal als
chip wordt gemeten zodat de lithografiemachine vervolgens kan worden
exacte vakken lagen hem. Hij koos voor een studie aan de TU/e, een
aangepast naar de gewenste instellingen. Dit heet metrologie, een sterk
koppelstudie van Wiskunde en Natuurkunde. ‘Het was volgens mij meer
groeiende technologie binnen ASML.’
dan veertig uur college in de week en ’s avonds deed ik mijn huiswerk.
Den Besten heeft ook ervaring als ondernemer. Samen met een partner
Ik had geen tijd voor wat anders. Dat werd me al snel te veel, ik stopte.
richtte hij in 2009 BBPhotonics op, een ontwerphuis voor optische
De rest van het studiejaar werkte ik in een verfspuiterij, op een kaasfa-
chips. De vooruitzichten voor het bedrijf waren goed, maar hij besloot er
briek en bij mijn oom op het akkerbouwbedrijf. Die boerderij is bekend
uit te stappen, omdat de samenwerking tussen de partners spaak liep.
terrein, ik werk er al sinds mijn jeugd. Net als mijn vader, moeder en
Inmiddels is hij met twee Spaanse partners bezig met het oprichten van
zussen.’
een nieuw bedrijf op het gebied van optische chips.
Optische chips
Aardappels poten
Na dat ene jaar ging Den Besten in Groningen Nederlands studeren,
Elke vrijdag en zaterdag is Den Besten te vinden op het akkerbouwbe-
maar dat bleek juist weer erg weinig uren te vragen. ‘Toen nam ik er een
drijf van zijn oom in Winterswijk. In zijn jeugd werkte hij daar regelmatig
studie natuurkunde bij.’ Beide studies maakte hij af. ‘Bij toeval zag ik
en hij gebruikt vaak zijn vakantie om bij te springen. In het voorjaar nam
in die tijd een affiche voor een voorlichtingsdag over optische chips bij
hij twee weken op om de aardappels te poten en onlangs drie weken
een vakgroep aan de Technische Universiteit Delft. Dat sprak me aan en
om ze te rooien. Hij werkt graag hard, zegt hij. Op de middelbare school
ik ben begonnen met een promotie in die groep. Na twee jaar verhuisde
deed hij al negen vakken. Ook met twee studies moest hij harder lopen
mijn vakgroep naar de TU/e omdat daar het onderzoek aan werd gecon-
dan anderen, net als bij zijn postdoc en MBA die hij tegelijk deed.
centreerd.’
Hij werkt graag op het land en in het bos, stelt hij met een twinkeling in de ogen vast. Het boerenbloed stroomt door zijn aderen. ‘Het is een gevoel dat in de familie zit, al zijn mijn vader en moeder geen boeren.’ Hij
‘Mijn studies Nederlands en natuurkunde waren brede oriëntaties, daarna volgde een specialisatie met mijn promotie.’
haalde zijn vrachtwagenrijbewijs voor het werk op de boerderij, net als een spuitlicentie om bestrijdingsmiddelen te mogen spuiten. Of hij ooit boer zou willen worden? Die vraag werd onlangs actueel nadat bij zijn oom een ziekte werd vastgesteld. Kinderen zijn er niet op de boerderij, wel een neef en twee nichten: Jan Hendrik, zijn oudere zus die accountant is, maar die de boerderij in stand wil houden en een jongere zus die samenwoont met een veeboer en die het boerenleven dus goed kent.
Familiebedrijf De komende tijd wordt bezien wat er mogelijk is. In het ideale geval vindt Den Besten een manier om samen met zijn zussen de boerderij in Winterswijk te laten voortbestaan. Dr., drs., MBA, ondernemer én boer.
Toen hij in 2004 klaar was met zijn promotie, was er na het klappen
Voor het geld zal hij het niet doen, zegt hij. ‘Het is geen vetpot, op de
van de internetbubbel in Nederland eigenlijk geen industrie meer voor
boerderij. Eens in de vier jaar maak je de winst waarmee drie verlies-
optische chips. Wat nu? ‘Mijn studies Nederlands en natuurkunde waren
gevende jaren worden gecompenseerd.’ Daarbij zijn het lange dagen in
brede oriëntaties, daarom volgde ik daarna een specialisatie met mijn
het veld en is het een grote verantwoordelijkheid, maar ook dat is geen
promotie. Ik besloot om een MBA te gaan doen om me juist weer bre-
bezwaar. ‘Het is een familiebedrijf – generaties voor mij hebben het
der te ontwikkelen. Intussen bleef ik als postdoc aan het werk in mijn
opgebouwd. Het afbreken voelt als geen optie. We zullen het dus met de
vakgroep.’ Zo af en toe viel hij in slaap bij zijn MBA-opleiding, vaak op
familie op de een of andere manier voortzetten.’
het moment dat hij dacht: ‘dat weet mijn moeder ook’. ‘Laat ik het zo zeggen: het was op veel punten nuttig, maar ik werd al met al niet erg uitgedaagd bij deze opleiding.’ Den Besten ging na zijn MBA het bedrijfsleven in. Bij ASML begon hij in een baan waarin hij managers hielp bij hun taak. ‘De opdracht was om
Profiel
een systeem te maken waarmee managers allemaal op dezelfde manier
OPLEIDING: Natuurkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen,
aan hun hogere rapporteren.’ Na een jaar begon het ingenieursbloed
VERVOLGOPLEIDING: promotie aan de TU/e, MBA
weer te stromen. ‘Ik kende inmiddels veel managers en ging er tien af
HUIDIGE WERKPLEK: ASML
om te zoeken naar de plek die het beste bij mij zou passen. Het werd
AMBITIE: Overnemen van de boerderij van zijn familie
een afdeling die een machine maakt waarmee de lijnbreedte op een
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
4 1
Foto’s: Bart van Overbeeke
StUDEntEnlEVEn XXXXXXXXX
4 2
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
Balanceren tussen studie en sport Een sporter die op topniveau speelt, moet er een hoop tijd en energie insteken om zover te komen. Alsof dat nog niet genoeg is, combineren sommigen topsport met een universitaire studie. De topsportregeling aan de TU/e helpt hen een balans te vinden tussen studie en sport. Eerder weggaan uit een college om op tijd te zijn voor een training. Iets langer over een schakeljaar doen. Minder vaak aanwezig hoeven zijn bij een werkgroep. Studenten die aan topsport doen, kunnen in aanmerking komen voor de topsportregeling aan de TU/e. Dit geeft hen de mogelijkheid om in overleg op sommige momenten voorrang aan hun sport te geven - zonder dat dit ten koste gaat van hun studie.
Status Studenten komen niet zomaar in aanmerking voor de regeling. Wim Koch, directeur van het Studentensportcentrum, beoordeelt dit als topsportcoördinator voor de TU/e. ‘In de eerste plaats moeten ze een bepaalde status hebben’, stelt
maximaal twaalf maanden een toelage ter hoogte van de prestatiebeurs voor krijgen. Topsporters moeten overigens net als andere studenten aan de eisen van het bindend studieadvies voldoen.’ Over de regeling is eerder een convenant opgesteld, dat ook door het College van Bestuur is ondertekend. Volgens Sepers komen er de laatste jaren steeds zo’n acht studenten bij die gebruikmaken van de regeling. Voor het studiejaar 2010/2011 zijn dat er meer dan tien. Een van die studenten is werktuigbouwkundestudent Wouter Houtman (20). Wouter is al sinds zijn kleutertijd een frequente zwembadbezoeker. Toen hij negen was, ging hij bij PSV zwemmen. Zijn specialisme ligt op de tweehonderd meter vlinderslag en daarbij is hij erg goed in de vierhonderd meter wisselslag. Zijn hoofddoel is, hoe kan het ook anders bij een topsporter, om een keer aan de Olympische Spelen mee te doen. ‘Daar droom ik van. Iedere keer als ik weer op het podium sta of een pr (persoonlijk record, red.) zwem, heb ik weer het bewijs ‘dit is het’.’ Zijn dagen verlopen volgens een min of meer vast stramien. ‘Om 05.30 uur sta ik op en om 06.30 uur lig ik in het zwembad. Daarna doe ik krachttraining en vervolgens ga ik studeren. Om 15.00 uur ga ik weer trainen tot 18.00 uur, om daarna thuis te gaan eten. Ik moet weer vroeg op en ga daarom op tijd naar bed.’ Twintig tot vijfentwintig uur per week aan trainen en wedstrijden haalt hij wel.
sporters gemiddeld vijftien tot twintig uur per week aan trainen en wedstrijden besteden. Ook moeten ze in de categorie 1-sporten van NOC*NSF vallen. Het vierde punt, volgens Koch het meest lastige en cruciale onderdeel, is dat studenten moeten aantonen dat er knelpunten zitten tussen trainingen en wedstrijden met het onderwijsprogramma. ‘Ik heb een gesprek met ze over hun ambities. Wat willen ze bereiken? We hebben het niet over een hoog niveau, maar over een topniveau. Ze moeten niet met een of ander aangedikt verhaal komen aanzetten.’ Koch maakt een rapport op waarin hij de problemen benoemt. Vervolgens kijkt hij in overleg met drs. Chris Sepers, studentenadviseur van het Onderwijs en Studenten Service Centrum (STU), waar de knelpunten zitten
‘Om 5.30 uur sta ik op en om 6.30 uur lig ik in het zwembad’
Koch. Die statussen zijn regio junior en regio senior (status die het Olympisch Netwerk Brabant afgeeft), Status A, Status B en Status high potential (status van NOC*NSF) en Status nationaal talent, internationaal talent en belofte (via de sportbonden). Verder moeten de
en wat oplossingen zijn. Dit kan zijn op onderwijsgebied of op financieel gebied. Sepers: ‘We vragen de studieadviseurs van de faculteiten om te kijken hoe de sport in het studieprogramma kan worden ingepast. Loopt een topsporter studievertraging op, dan kan hij of zij daar
M
a
t
r
Pragmatisch Hij heeft zijn eerste jaar aan de TU/e er inmiddels op zitten. Zijn studie ziet hij als een noodzakelijke investering in de toekomst. Wouter gaat pragmatisch te werk om zijn vakken te halen. ‘Ik kies mijn
i
x
/
4
/
2
0
1
0
4 3
studentenleven der tijd besteden aan sporten. Daar heb ik mezelf mee.’De topsportregeling maakt het mogelijk om eerder weg te gaan bij colleges. ‘Ik moet steeds op tijd de trein halen. Meestal regel ik dat zelf met docenten en die maken er eigenlijk nooit een probleem van. Ik baal er wel soms van dat ik niet altijd bij groepswerk kan zijn. Dan heb ik het gevoel dat ik mijn maatjes in de steek laat.’
Foto’s: Bart van Overbeeke
Kanoën op het kanaal
‘Er zijn er maar weinig die met sporten hun geld verdienen’
vakken uit en probeer zoveel mogelijk thuis te doen. Videocolleges zijn echt een uitkomst. Ik bekijk de colleges van eerdere jaren en kan daardoor studeren wanneer ik wil. Ik schrijf mijn vragen op en stel ze aan de docent.’ Na overleg kan de zwemmer uitstel voor tentamens krijgen of een college overslaan. ‘Sommige docenten zetten daar vraagtekens bij, omdat ze niet bekend zijn met de regeling. Maar als ik ze van tevoren een mail stuur, met een cc’tje naar de studieadviseur, komt het meestal wel goed.’ Na heel wat gesprekken kreeg Wouter ook uitstel voor zijn BSA (Bindend StudieAdvies), niet vanwege zijn topsportstatus, maar wel omdat hij moest revalideren van een knieblessure. ‘Sommige studenten zeggen wel eens ‘wat relaxt dat je zo weinig op de TU/e bent’. Ze realiseren zich niet wat ik daarbuiten allemaal doe.’
en ik weet waar ik het voor doe. Daardoor kan ik die discipline telkens weer opbrengen.’ Tot nu toe gaat het combineren van het vijf keer per week dik twee uur trainen met een universitaire studie haar goed af. ‘Ik heb alles gehaald.’ De atlete turnde jarenlang, maar stopte daarmee toen de leuke groep uiteen viel. Atletiek lag voor de hand, omdat haar familieleden aardig bedreven zijn in het looponderdeel. Niemand kon echter vermoeden, zeker zijzelf niet, dat het hink-stap-springen haar zo goed zou liggen. Een onderdeel dat ze nooit eerder had gedaan. Binnen een jaar tijd presteerde ze op topniveau. Omdat het goed te combineren is, doet ze er ook af en toe verspringen en sprinten bij. Sanne heeft geregeld last van blessures en heeft daardoor het gevoel nog niet alles uit zichzelf te hebben gehaald. ‘Je moet een goede techniek ontwikkelen, maar tijdens het trainen daarop heb je een hoog risico op blessures.’ Het sporten geeft haar juist een extra drive voor haar studie. ‘Er zijn er maar weinig die met sporten hun geld kunnen verdienen. Ik wil een goede studie ernaast doen. Loopt het met mijn studie niet goed, dan kan ik min-
Hink-stap-sprong Sanne Eekel (20), derdejaars studente Bouwkunde, ontdekte relatief laat dat ze talent had. Ongeveer vijf jaar geleden begon ze met atletiek en niet veel later bleek ze erg goed te zijn in hink-stapspringen. Zo fanatiek als ze met sporten is, zozeer is ze er ook op gebrand haar studie te halen. Soms vraagt ze zich wel eens af hoe het is om een ‘gewoon’ studentenleven te hebben. Om niet elke dag twee uur heen en twee uur terug te moeten reizen naar haar woonplaats Huizen om te trainen. Om niet elke dag vroeg op te staan, colleges te volgen en huiswerk te maken. Maar steeds weer denkt zij op zo’n moment: ‘Ik heb een doel voor ogen
4 4
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
‘Het is telkens weer een uitdaging om het water onder controle te krijgen’, motiveert Sander Berkers (20) zijn drijfveer voor het kano slalommen. De tijd die hij overhoudt naast het sporten, steekt hij in zijn studie Werktuigbouwkunde. Bijna elk weekend is Sander in Zoetermeer bij de wildwaterbaan te vinden. Doordeweeks kanoot hij op het kanaal in Helmond. ‘Ik begon met twee trainingen per week. Het is een beetje uit de hand gelopen en nu train ik veertien keer per week.’ De student begon in 1999, toen hij een sport zocht. ‘Ik heb het altijd erg leuk gevonden om tijdens vakanties in Scandinavië te kanoën.’ Hij bleek talent te hebben en zit sinds dit jaar bij de nationale selectie. Bij het slalomkanoën met twee personen maakt hij kans op de Olympische Spelen van 2012. Eind 2008 ging hij aan de TU/e studeren. ‘Ik had vwo gedaan en het lag voor de hand om daarna te gaan studeren. Ik dacht dat het wel viel te combineren. Pas wat later kreeg ik de hogere doelen in zicht bij het kanoën.’ Het eerste studiejaar viel niet mee. ‘Ik heb veel getraind en kreeg ook nog eens de ziekte van Pfeiffer.’ Sander heeft vooral problemen met de verplichte aanwezigheid bij OGO-projecten. Na overleg met de studiebegeleider kan hij soms verstek laten gaan, zijn opdrachten levert hij via e-mail aan bij afwezigheid. De topsporter probeert zijn studie en zijn trainingsschema zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. ‘Onder de andere kanoërs zitten ook veel studenten en we hebben dezelfde problemen. Als ik zie dat ik vlak voor een tentamenweek op trainingskamp in het buitenland zit, probeer ik verder van tevoren te studeren.’ Als hij moet kiezen, geeft hij voorrang aan de sport. ‘Topsporten houdt op een gegeven moment op. Nu heb ik de mogelijkheid om verder te komen. En of ik nou op mijn 24ste of op mijn 27ste begin met werken, maakt niet uit.’
Nieuws
Alumni Life long learning in de logistiek Het idee voor de cursus startte vorig jaar met een vraag van Jip Bisschop Msc aan prof. dr.ir. Jan Fransoo, hoogleraar Operations Management and Logistics (OML): ‘Hebben jullie eigenlijk een educatief programma voor kennis hebben in logistiek en supply chain management?’ Fransoo ging met prof.dr. Ton de Kok, hoofd van de vakgroep Operations, Planning, Accounting and Control (OPAC) samen met verschillende gastsprekers en -docenten in conclaaf met als resultaat de lesmodule Executive Advances for Supply
Foto: Bart van Overbeeke
mensen zoals ik die al een hoge specifieke
Prof.dr.ir. Jan Fransoo, hoogleraar Operations Management and Logistics (OML) tijdens het Supply Chain lesprogramma.
Chain Professionals die afgelopen september van start ging. Tijdens de voorbereiding deed Bisschop navraag in zijn netwerk van afgestu-
crisistijden en het beheersen van CO2-uitstoot
Chain Professionals afgerond. Het derde en laat-
deerden of er meer interesse was voor zo’n
in de Supply Chain. Het programma is geen
ste blok volgt in januari 2011.
Supply Chain programma. ‘En toen was het
eenmalige exercitie. Bisschop: ‘Veel van de
eigenlijk snel voor elkaar’, aldus Bisschop.
deelnemers zouden graag om de zoveel tijd
Circa vijftien geïnteresseerde afgestudeerden
een update krijgen, heb ik al vernomen. Een
meldden zich aan terwijl Fransoo samen met
ander vervolg zou kunnen zijn dat we cases uit
zijn collega’s een passend gespecialiseerd
onze praktijk inbrengen. Bisschop is supply
programma in elkaar zetten. Belangrijk uit-
& inventory manager voor een Nafta-kraker
Op 3 maart 2011 zal de TU/e voor de tweede
gangspunt daarbij was dat de inhoud verder
in Engeland van Sabic. ‘Interessant voor mij
keer de Marina van Damme Beurs toekennen
moest gaan dan de OML-colleges en moest
is bijvoorbeeld het verhaal van Fransoo over
aan een getalenteerde, aan de TU/e afgestu-
ingaan op nieuw onderzoek en de laatste
het Bull Whip ofwel het zweepslageffect.
deerde of gepromoveerde vrouwelijke ingeni-
inzichten. ‘Daar zijn ze goed in geslaagd’,
Deze term verwijst naar het fenomeen dat
eur, werkzaam in de wetenschap, het bedrijfsle-
oordeelt Bisschop.
een kleine terugval in vraag aan het eind van
ven of bij de overheid. De beurs bestaat uit een
In het Supply Chain lesprogramma, waaraan
de keten, zeg de elektronicamarkt, een grote
bedrag van 9.000 euro ter versterking van de
ook verschillende experts uit bedrijven zoals
vraagdaling te zien geeft aan het begin van
loopbaan van de betrokkene, bijvoorbeeld door
ASML, Dow Chemical en de NS een bijdrage
de keten, zoals bij Sabic. ‘Dat effect kunnen
verdieping of verbreding van kennis en/of inter-
leveren, komen diverse onderwerpen aan
we voorspellen en bekijken hoe we hier onze
nationale oriëntatie in de vorm van een studie,
bod, die in drie blokken van ieder twee dagen
planningen op aan kunnen sluiten’, aldus
stage of project. De winnares ontvangt tevens
worden behandeld, zoals voorraadoptimalisa-
Bisschop. Inmiddels is het tweede blok van
een sculptuur. De beurs kan, dankzij Marina van
tie in complexe netwerken, voorraadbeheer in
het programma Executive Advances for Supply
Damme, jaarlijks beschikbaar gesteld worden
Marina van Damme Beurs uitreiking op 3 maart
door het Universiteitsfonds Eindhoven (UFe). Het UFe stelt tevens twee aanmoedigingsprijzen beschikbaar van elk 1.000 euro. Aan de TU/e afgestudeerde of gepromoveerde vrouwen,
Alumniprogramma lustrumjaar 2011
die werkzaam zijn in de wetenschap, het bedrijfsleven of bij de overheid, kunnen zichzelf
Vanwege het 55-jarig bestaan van de universiteit organiseert de TU/e in 2011 verschillende
kandidaat stellen alsook voorgedragen worden
activiteiten, waarvan een aantal ook voor alumni. Op 2 september 2011 vindt de Alumni
voor de Marina van Damme Beurs. De voorkeur
Lustrumdag plaats. Noteert u deze datum alvast in uw agenda. Voornamelijk via e-mail zal het
gaat uit naar vrouwen die aan het begin van hun
Alumnibureau u verder op de hoogte houden. Daarom is het belangrijk dat uw gegevens in
carrière staan en waarvan de ouders niet aca-
Alumninet up-to-date zijn. Is uw e-mailadres nog correct? Staan uw contactgegevens met de
demisch zijn opgeleid. Het cv en het plan van de
TU/e op Ja? Om dit te controleren gaat u via www.tue.nl/alumnus en klikt u op ‘inloggen’ onder
kandidaat moeten vóór 14 januari 2011 worden
het kopje Alumninet. U ontvangt dan zeker een uitnodiging.
ingediend. Meer informatie en het inschrijfformulier kunt u vinden op www.tue.nl/alumnus, ga naar Marina van Dammebeurs.
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
4 5
SAMEnWErkIng grootBEDrIjf
Deuren open tussen DAf en tU/e
Projectmanager Advanced Technology externe contacten, zo heet de functie van Jack Martens van DAF officieel. En vooral dat laatste wil hij benadrukken. ‘Ik doe dit werk nu een jaar of drie’, vertelt hij. ‘En vooral de contacten met buiten, zoals universiteiten en hbo’s, zijn we aan het afstoffen.’ Er is altijd veel contact geweest tussen DAF en de TU/e op kleine schaal. ‘We hebben vaak samengewerkt met individuele promovendi op diverse faculteiten. De universiteit is onze hofleverancier voor medewerkers. Toch mocht de samenwerking wel wat intensiever zijn.’ De Kenniswerkersregeling, in het leven geroepen vanwege de economische crisis, bracht daarop het antwoord. ‘Deze subsidie gaf ons de gelegenheid om twee uitgebreide samenwerkingsprojecten te starten.’
a
t
r
i
x
/
4
motorblok bij DAf.
/
2
0
1
0
Foto: Bart van Overbeeke
Los van de concrete uitkomst van het onderzoek ziet Martens een nog belangrijkere uitkomst van de intensieve samenwerking. ‘De formule heeft goed gewerkt, want we begrijpen elkaar beter over en weer. De deur is opengezet, mensen lopen in en uit. Er is meer interesse om de TU/e te bezoeken. Omgekeerd kunnen we makkelijker studenten binnenhalen. Het is de kunst om dat voort te zetten.’ Competente medewerkers binnenhalen is één van de nevendoelen van de samenwerking. ‘Dat wij een enorme researchafdeling hebben weten veel studenten niet, gek genoeg’, geeft Martens aan. ‘De R&D-uitgaven van de automotive industrie zijn de grootste van heel Europa, met meer dan 20 miljard euro. Een vrachtwagen is zeer hightech, al hebben we hier geen cleanrooms. Onze branche is net zo competitief als die van ASML of Philips.’ Martens zou graag zien dat de competentie van afgestudeerden die bij DAF terechtkomen nog beter aansluit bij het bedrijf. ‘Studenten zijn het voornaamste
Het eerste project heeft als thema ‘energy management’. ‘Dat speelt zich vooral af op de TU/e, met tien tot twaalf betrokkenen. Doel hiervan is te bekijken in hoeverre hybride technologie waardevol kan zijn voor een langeafstandstruck. Dat is vernieuwend, aangezien hybride tot dusver alleen voor korte afstanden ontwikkeld is. Het beheersen van energiestromen is inmiddels in kaart gebracht.’ Het tweede project gaat om ‘transport efficiency’ en heeft zich voornamelijk bij DAF afgespeeld. Er waren veel meer mensen bij betrokken, wel zestig. ‘Denk aan
M
jack Martens bij een
Studenten
Door de crisis geboren
4 6
product van de universiteit. Ik kan me voorstellen dat wij als DAF gaan meepraten over de invulling van het curriculum aan de TU/e. Het zou helemaal mooi zijn als er een faculteit voor automobieltechnologie zou komen. Het is gek dat dat in Nederland niet geconcentreerd is.’ De projectmanager is zelf opgeleid als vliegtuigbouwer. ‘Daar was altijd een heel intensieve samenwerking met bedrijven. Tijdens het afstuderen kwam ik veel over de vloer bij Fokker. Die interactie heb ik als heel positief ervaren. Ik snapte het product, dat was heel prettig. Als we dit model voor de automotive
onderwerpen als alternatieve cabineophanging en gewichtreductie. Er gebeurt binnen dit thema van alles.’ Eind dit jaar houdt de Kenniswerkersregeling op. ‘Helaas, want het is zeldzaam dat zulke projecten met zo’n concreet thema draaien’, zegt Martens. ‘Ze waren weliswaar door de crisis geboren. Als de crisis er niet was geweest, dan was ieder waarschijnlijk zijn eigen weg gegaan. Dan hadden we wel projecten samen gedaan, maar op veel kleinere schaal, zoals we al tachtig jaar doen.’ Het eerste project rond de hybride vrachtwagen krijgt een vervolg, met een looptijd tot 2013. ‘Het gaat in dezelfde geest verder met een iets ander format. Het resultaat kan heel interessant worden, al weet je bij research nooit van tevoren wat eruit komt. Eind volgend jaar verwachten we de eerste uitkomsten.’
Contacten zijn er altijd al geweest tussen onderzoekers bij DAf en de tU/e. De economische crisis heeft twee intensieve samenwerkingsprojecten in het leven geroepen. ‘De deuren zijn opengezet.’
industrie zouden hebben, zou dat fantastisch zijn.’
kansen Prof.dr.ir. Maarten Steinbuch van Werktuigbouwkunde, kartrekker van de nieuwe masteropleiding
Impact
Automotive Technology, is ook erg enthousiast over de samenwerkingsprojecten met DAF. ‘Het
Samenwerking én het competenter maken van studenten zijn beide ontwikkelingen van lange adem. ‘Dat heeft zeker vier tot zes jaar nodig. Een project van een jaar is te kort. Met dit model van gestructureerd samenwerken hebben we nu een begin gemaakt, met een paar grote thema’s. Dat moet de toekomst zijn. Dat we samen zeggen: ‘Dit is ons strategisch belang’. Dan heeft het ook impact.’ Martens’ opdracht is dan ook:een structuur te creëren waardoor processen gaan lopen. ‘We willen niet te afhankelijk worden van persoonlijke interesses van hoogleraren of ingenieurs. Het moet een vanzelfsprekendheid worden. Zulke doelen moet je durven stellen. En ik heb er een goed gevoel over. De eerste stappen zijn gezet.’
eerste project ‘energy management’ is een mooi voorbeeld van de Kenniswerkersregeling. Vijftien mensen van DAF, Tegema en TMC hebben fysiek bij mij in de groep gewerkt. Een mooie kans voor hen om eens buiten de hectiek van alledag onderzoek te doen. Ze konden met wetenschappers en studenten praten, colleges en conferenties volgen en eraan bijdragen. Dingen die normaal in het bedrijfsleven niet aan de orde zijn.’ Inhoudelijk heeft het project geleid tot een scherper beeld waar hybride technologie van meerwaarde kan zijn voor toepassingen bij DAF. ‘Het vervolgtraject is daarmee met een goede focus van start gegaan.’ Het tweede project ‘transport efficiency’ was veel groter. ‘Er waren zoveel afdelingen van DAF bij betrokken dat we het niet naar de universiteit konden verplaatsen. Een paar aspecten uit dit project krijgen vast en zeker een vervolg, al zijn er nog geen concrete afspraken gemaakt.’ Steinbuch beaamt dat er door de intensievere samenwerking meer openheid bij DAF is ontstaan om met een kennisinstelling aan de toekomst te werken. ‘Dat was in het verleden minder het geval. Voor ons is het een voorrecht om zo’n grote eindfabrikant in de buurt te hebben, met een belangrijke strategische positie. Voor studenten is het ook heel stimulerend. Automotive heeft veel aantrekkingskracht op jonge mensen.’ In het najaar van 2011 start een nieuwe ontwerpersopleiding, Automotive Systems Design, een post-masteropleiding van twee jaar onder de hoede van het Stan Ackermans Instituut. ‘We zijn ook aan het nadenken over uitbreiding van automotive in het bacheloronderwijs.’
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
4 7
StArtErS SAMEnWErkIng tUSSEn tU/e InnoVAtIon lAB En jongE onDErnEMErS VAn ttoPStArt
‘ De behoefte aan onze diensten is eindeloos’
Foto: Bart van Overbeeke
jochem Bossenbroek
4 8
(links) en Patrick de Boer bij het tU/e Innovation lab.
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
Hoe breng je een nieuw geneesmiddel voor kanker op de markt? Hoe krijg je een milieuvriendelijke nieuwe brandstof breed ingevoerd? Met dit soort vraagstukken houdt het bedrijf ttopstart zich dagelijks bezig. ‘De behoefte aan onze diensten is eindeloos’, stelt medeoprichter Patrick de Boer MSc. ‘Daarbij is het vizier steeds gericht op verbetering.’ Het TU/e Innovation Lab heeft ttopstart in huis gehaald om wetenschappers met een briljant idee een hand toe te reiken bij het begeleiden van hun idee naar de markt. Door deze samenwerking kunnen vanuit de TU/e belangrijke ontdekkingen sneller hun toepassing vinden in de maatschappij. De huidige directeur van het Innovation Lab drs. Steef Blok haalde de enthousiaste ondernemers van ttopstart naar Eindhoven. Recent namen de twee ondernemers hun intrek in het nieuwe kantoor in het Multi Media Paviljoen van de TU/e, waar het Innovation Lab eveneens gevestigd is. Hoewel ttopstart nog maar krap twee jaar bestaat, begeleidde het in die tijd al heel wat nieuwbakken ondernemers en projecten naar de markt. Het gaat vooral om onderzoekers in de zorg, technologie en ‘life sciences’. Momenteel heeft ttopstart rond de veertig klanten. Dat zijn onder andere universiteiten (TU/e, Universiteit Utrecht), bedrijven en topwetenschappers.
Kennisleverancier ‘Onze diensten hebben een toegevoegde waarde. Wij zijn overal in Nederland nodig. We begonnen vanuit Amsterdam en gaan nu ook opereren vanuit Eindhoven. Er liggen hier in de regio mooie kansen en er is een flink potentieel. We zijn daarnaast bezig in Rotterdam en Enschede. Het doel is om ttopstart neer te zetten als een specialistische kennisleverancier’, zegt Jochem Bossenbroek MSc, eveneens medeoprichter. De Boer en Bossenbroek hebben een achtergrond in de wereld van techniek en biomedische wetenschappen, maar volgden ook een opleiding op het gebied van management en ondernemerschap. Zij gingen vanuit de schoolbanken aan het werk onder de paraplu van de afdeling Technology Transfer van de Vrije Universiteit. Al na een half jaar konden
ze zelfstandig verder groeien, terwijl de universiteit op zeker drie jaar had gerekend voordat de jonge ondernemers uit zouden vliegen. ‘Wij zijn in hart en nieren een servicebedrijf’, stelt De Boer. ‘We houden ons bezig met haalbaarheidsonderzoeken, het verwerven van subsidies, het zoeken naar private financieringen, het uitvoeren van marktonderzoek, het maken van businessplannen en de verdere ontwikkeling van bedrijven. Wij helpen bedrijven die ontstaan vanuit de universiteit, maar ook bedrijven die al een tijd bestaan. Wij zijn een aanvulling op het TU/e Innovation Lab. We proberen niet te concurreren. De mensen van het Innovation Lab nemen scouting en screening van bedrijven voor hun rekening. Zij dragen nieuwe kansen aan. Daarna gaan wij aan het werk. Komen met een businessplan, een marktonderzoek en ondersteunen bij het ophalen van financiering en licentieopties. Ook zorgen we voor een goed managementteam. Met deze diensten kunnen bedrijven snel groeien of blijven groeien.’
Extra zetje Naar eigen zeggen richt ttopstart zich op bedrijven die door banken worden gezien als hoog risicodragend. Het zijn met name bedrijven met een minder duidelijk profiel. ‘Daar wordt minder in geïnvesteerd. Technologie en biotechnologie zijn nu eenmaal moeilijk te beoordelen voor mensen buiten het vakgebied. Banken zijn niet uitgerust om technische zaken te beoordelen. Dat kunnen wij wel, samen met ons netwerk. In de techniek gelden over het algemeen minder lange ontwikkeltijden dan in de biowetenschappen’, vervolgt Bossenbroek. ‘Wij werken met interessante technologieën die net het extra zetje nodig hebben dat wij kunnen bieden met een goede zakelijke aanpak. Zo zijn we bij een bedrijf betrokken dat een therapeutisch kankervaccin heeft
M
a
t
r
i
ontwikkeld, dus voor patiënten die al ziek zijn. Voor dit bedrijf hebben we eerst in kaart gebracht welke investeringsfondsen er allemaal bestaan. Die hebben we vervolgens gezamenlijk benaderd. Gelukkig hebben we een enthousiaste investeerder gevonden’, vervolgt hij. De Boer: ‘Een ander mooi product is een zogenaamd huidmodel dat op termijn dierproeven kan vervangen. Huid die identiek is aan menselijke huid wordt kunstmatig gekweekt. Dit onderzoeksproject heeft genoeg potentieel om te resulteren in een nieuwe onderneming. Wij hebben gezorgd dat er een financiering kwam van 250.000 euro voor het onderzoek. Daarmee kunnen de onderzoekers verder. Over het algemeen leggen bedrijven zelf de contacten. Wij adviseren wie ze het beste kunnen benaderen voor financiering. Ook vertellen we hoe je het beste over kunt komen, namelijk zo eerlijk mogelijk.’ Het bedrijf helpt nieuwe ondernemers ook met het opzetten van een consortium, daardoor kan een bedrijf in aanmerking komen voor interessante subsidieregelingen. ‘Bedrijven hebben niet altijd door welke mogelijke partners graag met hen samen zouden werken bij het ontwikkelen van een nieuw product. Een mogelijke partner kan ook in het buitenland zitten.’
Positioneren De mensen van ttopstart moeten zichzelf ook in Eindhoven positioneren. Ze trokken een fulltime kracht aan om hen hier bij te staan. Hij is in Eindhoven opgeleid en heeft veel verstand van zaken in de hightech. Zelf zullen ze enkele dagen per week in Eindhoven te vinden zijn. Ze gaan in eerste instantie aan het werk voor het Innovation Lab maar richten zich ook op externe klanten. Er wordt stevig ingezet op de nieuwe vestiging in Eindhoven. De verwachtingen zijn hooggespannen. De ontwikkelingen kunnen snel gaan. Steef Blok van het Innovation Lab toont zich eveneens enthousiast. Hij kan het weten, want hij is vanaf het begin betrokken bij het bedrijf. ‘Wij zijn aan een samenwerking begonnen met een uitmuntend bedrijf. Op deze manier kunnen we wetenschappers beter ondersteunen in hun gang naar de markt.’
x
/
4
/
2
0
1
0
4 9
starters
Efficiënte en duurzame katalyse De vinding van de TU/e-startup InSolutions heeft de potentie om uit te groeien tot een revolutie in de industrie van katalyse. ‘Wanneer we deze technologie volledig onder de knie hebben, beschikken we over een fundamenteel nieuwe wijze van chemie bedrijven met grote voordelen: minder energie, minder grondstoffen, geen ongewenste bijproducten en veilige processen.’ De technologie wordt chemical transistor technologie genoemd, een methode om de chemische industrie te vergroenen en te verduurzamen. De vinding in één zin uitgelegd: in katalytisch chemische reacties de selectiviteit van de reactie optimaliseren door middel van het direct activeren van de moleculen die met elkaar een gewenste verbinding moeten aangaan. ‘Ik noem het wel eens een datingservice voor moleculen’, licht Ewit Roos van het bedrijf toe. ‘Op een katalysatoroppervlak in een microreactor brengen we moleculen bij elkaar. Er vindt dan nog geen reactie plaats. Pas op het moment dat we het oppervlak activeren met elektriciteit of hitte gaan de elektronen rondom de kern van het molecuul reageren. We kunnen een chemische reactie dus aan- en uitzetten.’
Dankzij dit proces van gedoseerd toevoegen van energie vinden reacties zeer gecontroleerd plaats. Het belangrijkste voordeel hiervan is dat in experimenten rendementen worden gehaald van vijftig tot zeventig procent, bijna twee keer zoveel als met conventionele methodes. In de aanloop naar de reactie en na afloop van de gewenste reactie vinden nu nog allerlei andere reacties plaats die ervoor zorgen dat een deel van de basisstoffen al is verbruikt of dat het gewenste product door de latere reacties weer uiteenvalt. ‘Dankzij onze technologie kun je dus op een duurzamere manier werken, wat ook nog een kostenbesparing oplevert.’ Een tweede voordeel is dat de energie die nodig is om de moleculen te laten reageren beduidend lager is dan bij de conventionele manier van chemie bedrijven. Roos: ‘Reducties van tien of vijftien procent zijn al enorme stappen als je weet dat zo’n dertien procent van alle energie in Europa wordt gebruikt in de chemische industrie.’
Foto: Bart van Overbeeke
Polymeren
Ewit Roos (links) en Jasper Stolte in het laboratorium bij Scheikundige Technologie.
5 0
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
Met de chemical transistor technologie wordt het in de toekomst mogelijk om met katalyse producten te maken die nu nog economisch niet echt rendabel zijn. Een voorbeeld hiervan is de conversie van methaan in methanol, een zeer belangrijke basisgrondstof voor de chemische industrie. Omzetting van methaan in methanol is energie-intensief en met een conversie van circa dertien procent nog eens weinig efficiënt. ‘Onze verwachting is dat we met behulp van de chemical transistor technologie het energieverbruik flink kunnen reduceren en het rendement op zijn minst verdubbelen. Daarmee kan het economisch interessant worden.’ Een bijzondere en veelbelovende bijkomstigheid is dat InSolutions dankzij de nieuwe technologie in staat is producten te maken die nu nog niet gemaakt kunnen worden, zoals bepaalde polymeren. Er zijn bij experimenten polymeren gevormd die tot nu toe alleen in theorie gemaakt kunnen worden, omdat een temperatuur van 1250 graden Celsius nodig is. Dat is echter onmogelijk, omdat polymeren al bij circa 120 graden Celsius smelten en dan het katalysatoroppervlak bedekken. ‘Het onderzoek is nog in een experimentele fase en we weten nog niet welke eigenschappen deze polymeren hebben en of het industrieel is te toe te passen. Maar het
mee met chemical transistor technologie nieuwe polymeren gemaakt worden.
vertelt in elk geval dat er nieuwe materialen gemaakt kunnen worden.’ InSolutions werd in 2006 opgericht door prof.dr.ir. Ton Backx, decaan van de faculteit Electrical Engineering. Hij ontwikkelde de technologie. Vrij snel kwam ondernemer Willy Ahout in het bedrijf, vooral vanwege zijn kennis van patenten. Backx, Ahout en de TU/e zijn de aandeelhouders van het bedrijf. Ewit Roos kwam als commerciële man bij het bedrijf. Hij heeft een ruime ervaring in het opzetten van nieuwe bedrijven en het ontginnen van nieuwe markten. In de chemische industrie wordt tachtig procent van de stoffen gemaakt door middel van katalyse. Voor InSolutions zijn er dus werelden te winnen. Het bedrijf zal echter zelf geen stoffen gaan produceren. ‘Wij zijn een technologiebedrijf en gaan ons geld verdienen met het specifiek ontwikkelen van de technologie voor katalysatoren in een bepaald proces, waardoor bedrijven effectiever en efficiënter kunnen produceren. Dat kan zijn voor de productie van synthetische diesel, het maken van polymeren en tal van andere toepassingen.’ Het bedrijf gaat daartoe het gebruik van de technologie op basis van in de chemie gebruikelijke licentieconstructies verkopen. De technologie is namelijk gepatenteerd en er volgen nog steeds nieuwe patenten.
Foto: Bart van Overbeeke
Het apparaat van InSolutions waar-
Een andere manier is om met industriële partijen joint ventures aan te gaan om de technologie toe te passen.
Commercieel Roos verwacht dat InSolutions binnen nu en twee, drie jaar de eerste betaalde opdrachten zal krijgen. ‘We denken binnen die termijn de conversie van methaan naar methanol volledig in de vingers te hebben. Daarmee hebben we de basistechnologie in een specifieke toepassing onder controle en zijn we rijp om andere toepassingen voor de industrie commercieel te gaan ontwikkelen.’ ‘Wanneer we dit specifieke proces van methaan naar methanol, onder de voorwaarden van hogere omzetting tegen significant lager energieverbruik onder de knie hebben, kun je spreken dat we een heilige graal van de chemie hebben gevonden’, zegt Roos. ‘Dan gaan er in commerciële zin deuren open bij grote bedrijven als BASF, Sabic, DSM et cetera.’ Roos sprak al met deze multinationals in chemie. ‘Zij zijn zeer enthousiast over onze technologie. Ze geloven dat die in staat is om chemische processen vele malen duurzamer en efficiënter uit te voeren. Dat levert grote kostenbesparingen op en ze kunnen processen vergroenen. Dus ja, wie zou daar niet positief over zijn?’
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
5 1
Ontwerper in opleiding Iets sneller dan één meter per seconde pompt je hart het bloed de aorta in. Eerst schuin omhoog en dan met een flinke draai steil naar beneden waar de snelheid aan de buitenkant van het vat snel afneemt. Dat zie je aan de visualisaties van de snelheid van bloeddoorstroming die Fred van Nijnatten heeft ontwikkeld voor Philips Healthcare tijdens de eindopdracht van zijn postdoctorale opleiding Software Technology aan het Stan Ackermans Institute.
Snelle beelden van bloed nu in 4D De snelheid van het bloed wordt gemeten met
bloed in die ader wilt meten. Tijdens het tweede
nen de subfaculteit Informatica’, vertelt Van
een MRI-scanner. ‘Het gebeurt ook vaak met een
deel bracht hij de grote en daarmee onoverzich-
Nijnatten. Hij combineert dat met een grote
echo (ultrageluid), maar daarbij is het resultaat
telijke hoeveelheid meetgegevens - zo’n 20.000
interesse in het vakgebied ‘Visualisatie’, een
afhankelijker van de operator dan bij MRI. Bij de
losse plaatjes met snelheidsvectoren - terug naar
gelukkige combinatie.
MRI-scan is beter in te stellen wat je meet’, aldus
één inzichtelijk plaatje. Daarbij werd de snelheid
Het PhDEng-programma Software Technology,
Fred Van Nijnatten.
aan tijd gerelateerd. Tijdens de MRI-scan wordt
waarvoor hij deze eindopdracht uitvoerde,
Die MRI-techniek om de snelheid van het bloed
namelijk ook de hartslag gemeten. ‘We kijken
duurt twee jaar. Van Nijnatten: ‘We waren
te meten, bestond al in twee dimensies.
naar het verloop van de snelheid binnen één
met dertien in mijn lichting, allemaal met een
Daarbij wordt een doorsnede loodrecht op het
hartslag, dus van piek naar piek op de ECG’, legt
informatica-achtergrond. Het eerste jaar voer
vat gemaakt, zodat je de verdeling van de snel-
Van Nijnatten uit. ‘Zo komen we uit op een vierdi-
je samen gevarieerde korte opdrachten uit bij
heden in de hele dwarsdoorsnede van het vat
mensionale meting, met tijd als vierde dimensie.’
verschillende bedrijven. Het idee is dat je zo
ziet. Zo kun je uitrekenen hoeveel bloed door
sneller ervaring opdoet dan dat je direct voor
het vat stroomt. Dat is bijvoorbeeld van belang
Medische insteek
één bedrijf gaat werken. Het maakt het een
om te weten wanneer een patiënt vaatvernau-
‘Het 4D-visualiseren is nog experimenteel
interessant en afwisselend programma, steeds
wingen heeft.
en wordt vooral voor medisch onderzoek
een andere techniek, andere vragen en een
Het ingewikkelde van deze techniek is dat je
toegepast’, vertelt Van Nijnatten. Onderzoekers
andere bedrijfscultuur. Je krijgt de gelegenheid
voordat je gaat scannen precies moet instel-
proberen het in eerste instantie gewoon uit en
om een kijkje nemen bij verschillende bedri-
len waar je die dwarsdoorsnedes wilt hebben.
hebben daarbij veel vragen en wensen. ‘Dat was
jven.’ In januari gaat hij aan de slag bij Philips
‘Het maakt niet uit of je er een millimeter voor of na zit, maar de ader moet wel goed ‘doorgesneden’ worden’, legt Van Nijnatten
‘Het 4D-visualiseren is nog experimenteel en wordt vooral voor medisch onderzoek toegepast.’
uit. ‘Dat was lastig en het kost veel dure machine-tijd.’ Een andere complicatie van deze techniek zie je bij aangeboren hartziektes. Dat zijn ziektes waarbij de patiënt anatomisch ‘anders in elkaar zit’. De radioloog weet door die afwijkingen niet altijd precies waar de dwarsdoorsnedes moeten worden gemaakt. ‘Daarom scannen we met deze nieuwe tech-
5 2
niek een 3D-volume van het gebied rond de
wel lastig voor mijn opdracht. Ik moest wel bin-
Healthcare, nu bij de afdeling ‘Interventional
aorta en het hart. Vervolgens kun je metingen
nen de negen maanden zien te blijven. Ik vind
X-ray’, röntgen dus in plaats van MRI. Ze maken
uitvoeren op dat blok. Die berekeningen kun
het namelijk zelf veel te leuk om door te gaan op
plaatjes voor, tijdens en na chirur-gische
je achteraf uitvoeren, waarbij je de dure MRI-
die interessante vragen. Binnen het onderzoeks-
ingrepen. Tegenwoordig vinden veel van die
scanner en vooral zijn operator niet meer nodig
programma wordt echter sterk aangedrongen op
ingrepen plaats via een kleine incisie, bijvoor-
hebt’, aldus Van Nijnatten.
‘time management’ en ‘scoping’. De vragen zijn
beeld via de lies, en brengen een sonde naar
natuurlijk niet verloren gegaan, ze worden ver-
binnen.
3D en 4D
der door Philips Healthcare opgepakt.’
Ze maken daarom eerst een 3D-scan waar
De opdracht van Van Nijnatten was tweeledig.
Van Nijnatten koos voor een eindopdracht
de sonde in wordt gevisualiseerd. ‘Het is een
Tijdens het eerste deel zorgde hij ervoor dat
bij Philips Healthcare omdat hij de medische
onderzoeksafdeling en dat spreekt enorm aan.
je met de bestaande applicatie van Philips
insteek interessant vindt. Daarnaast sloot
Het geeft je meer vrijheid om input te leveren
Healthcare eenvoudig de punten in de 3D-scan
de opdracht aan op zijn achtergrond. ‘Ik ben
en zaken buiten het kader uit te proberen. Dat
kunt aanklikken waar je de snelheid van het
afgestudeerd bij de vakgroep Algoritmiek bin-
sluit goed aan op hoe ik in elkaar zit.’
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
Foto: Bart van Overbeeke
VM
ea
ct
tr
oi
rx
/
44
/
22
00
01
8 0
5 3
Nieuws
Service TU/e-docente beste vrouwelijke ondernemer Ir. Elphi Nelissen, oprichter en mededirecteur van Zakenvrouwen (FZ) verkozen tot vrouwelijke ondernemer van het jaar in het midden- en kleinbedrijf. Nelissen is alumna en fellow van de TU/e-faculteit Bouwkunde. De Federatie koos
Foto: Bart van Overbeeke
Nelissen Ingenieursbureau, is door de Federatie
haar tijdens het FZ Award Gala in Utrecht uit drie genomineerden in de categorie midden- en kleinbedrijf. Verder waren er prijzen voor de
ste E-Car Scriptieprijs gewonnen. Hij kreeg in
tweedejaarsproject. De vier richtten zich specifiek
beste vrouwelijke zzp’er en de beste internatio-
Groningen tijdens de Energie Delta Convention
op de tieners, omdat er nog relatief weinig zou
nale zakenvrouw. De Eindhovense zakenvrouw
(EDC) een geldbedrag uitgereikt van twaalf-
zijn voor meiden tussen de twaalf en zestien. Het
versloeg in haar categorie in totaal 25 andere
duizend euro voor zijn afstudeerscriptie van
idee is dat de meiden kunnen relaxen en tegelij-
deelnemers. ‘Zij combineert groei en duurzaam
de studie Mechanical Engineering. De win-
kertijd tot bewegen en spel worden aangezet. Een
ondernemen op een perfecte wijze met elkaar,
naar is afgestudeerd in de groep Dynamics
halve bol in het midden van de constructie staat
naast een grote betrokkenheid in haar vakgebied
& Control van hoogleraar Henk Nijmeijer van
in verbinding met de omliggende ‘bankjes’. Draai
en omgeving’, aldus de toelichting van de jury. De
Werktuigbouwkunde.
je de bol, dan gaan er gekleurde lampen aan in de
jury looft ook haar inzet op onderwijsgebied, met
richting waarin het middendeel beweegt. De kleu-
speciale aandacht voor vrouwelijke studenten in
ren veranderen voortdurend. De studenten gaan,
techniek. Nelissen is onder meer juryvoorzitter
ID-studenten winnen Social Design Talent Award
van de Marina van Damme Beurs, dat financiering beschikbaar stelt aan vrouwelijke studenten in de
in samenwerking met de gemeente, bekijken hoe ze het project kunnen realiseren. Dat zou volgend jaar moeten gebeuren en het prijzengeld wordt
techniek. Zij is eveneens bestuurslid van VHTO,
Industrial Design-studenten Thijs Roumen, Dick
een landelijk expertisebureau dat zich inzet om
van de Ven, Hanneke Hooft van Huysduynen en
meer meisjes en vrouwen te interesseren voor
Peter Brown hebben in oktober de Social Design
een bèta- of techniekopleiding.
Talent Award -tienduizend euro groot- gewonnen voor de ‘Wiggle’, een interactieve speeltuin. De
daarvoor gebruikt.
Koninklijke onderscheiding voor Jeu Schouten
gemeente Eindhoven heeft drie projecten en ontwerpen met een grote sociaal-maatschappelijke
Prof.dr.ir. Jeu Schouten is benoemd tot Officier in
waarde als finalisten genomineerd. De vier ID-
de orde van Oranje-Nassau. Na zijn afscheidsrede
studenten wonnen met de ‘Wiggle’, een interac-
‘Design: from techno to human’ in oktober kreeg
Ir. Paul van Oorschot van de faculteit
tieve speeltuin voor twaalf- tot zestienjarige mei-
Schouten deze koninklijke onderscheiding uitge-
Werktuigbouwkunde heeft in november de eer-
den. Ze ontwierpen de Wiggle vorig jaar voor hun
reikt door de burgemeester van zijn woonplaats
Ingenieur TU/e wint eerste E-Car Scriptieprijs
Bij voorkeur vrouw Dat er aan de TU/e weinig vrouwen in topposities werken, is bekend. Hoe dat komt en vooral, hoe je dat kunt veránderen, wordt binnenkort onderzocht in een promotietraject. Is de acquisitie bijvoorbeeld wel actief genoeg? Projectleider prof.dr. Eva Demerouti is hoogstpersoonlijk gevraagd deze kar te trekken en dat werkte. In de periode dat prof.dr. Eva Demerouti bij TU/e-faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences kwam werken in de vakgroep Human Performance Management, ongeveer een jaar geleden, werd voor het eerst hardop gepraat over het lage percentage vrouwen in topposities. Rector Hans van Duijn toonde interesse in een mogelijk onderzoek naar de factoren die kunnen helpen meer vrouwen naar de TU/e te krijgen. Daarop heeft het prohet resultaat is dat er nu een vacature ligt voor een promotieplek ‘Topvrouwen in de top van technische universiteiten’. Bij voorkeur wordt daarvoor een vrouw aangenomen. Prof.dr. Ruth Oldenziel is copromotor en de dagelijkse begeleiding ligt in handen van universitair docent dr. Sonja Rispens.
5 4
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
Foto: Bart van Overbeeke
jectteam een voorstel ingediend, contact gezocht met de lokale vakbonden aan de universiteit en
Deurne, Gerard Daandels. Schouten krijgt deze
Agenda
onderscheiding wegens grote waardering voor zijn verdiensten voor de wetenschap én voor zijn maatschappelijke betekenis voor de TU/e. De
3 januari, 16.00 uur: TU/e-Auditorium:
van de TU/e. Voor meer informatie: www.tue.
rode draad in de wetenschappelijke carrière van
Nieuwjaarsreceptie van de TU/e.
nl/masteropleidingen.
Schouten is het steeds weer opnieuw benadrukken van de maatschappelijke relevantie van de
28 januari, 16.00 uur: TU/e-Auditorium:
25 en 26 maart, 9.30 - 17.00 uur: TU/e-
technische wetenschappen. Daarbij maakt hij het
Intreerede van prof.dr. Tony Donné van de
Auditorium: Open dag voor leerlingen uit 4, 5
‘ontwerpen als volwaardige discipline’ zichtbaar
faculteit Technische Natuurkunde. Voor meer
en 6 vwo. Voor meer informatie: www.tue.nl/
en tastbaar. Zijn visie is dat technische weten-
informatie: www.tue.nl/agenda.
bacheloropleidingen.
bijdragen aan de realisatie van producten die
18 februari, 16.00 uur: TU/e-Auditorium:
31 maart: hele dag: Symposium van de post-
zijn afgestemd op de wensen en de behoeften
Afscheidscollege van prof.dr.ir. Piet Kerkhof
doctorale ontwerpersopleiding Architectural
die leven bij de mensen. Schouten is sinds 1976
van de faculteit Scheikundige Technologie.
Design Management Systems en Appelation
hoogleraar aan de TU/e, waar hij ook decaan
Voor meer informatie: www.tue.nl/agenda.
Controlee, de alumnivereniging van ADMS.
schappen vernieuwend moeten zijn en moeten
was van de faculteiten Werktuigbouwkunde
Voor meer informatie: http://www.3tu.nl/en/
en Industrial Design. Dit voorjaar is Schouten
28 februari, ‘s middags: TU/e-Auditorium:
benoemd tot honory dean/director van het nog
Informatiemiddag voor de masteropleidingen
education/sai/programmes/adms/
op te richten International Design Institute in de Chinese provincie Zhejiang. FOM-Instituut voor Plasmafysica Rijnhuizen
Innovatieprijzen Rabobank naar TU/e-alumni
per 1 januari 2011. Van de Sanden is FOM-
Boek ‘2030: Technology that will change the world’ verschenen
werkgroepleider en hoogleraar aan de TU/e. Hij heeft zijn sporen verdiend op het gebied
OptiMal Forming Solutions van TU/e-alumnus
Het is een wezenlijke taak van wetenschappers
van de plasmafysica en -chemie. De komende
Sebastiaan Boers heeft in november de tweede
om aan het brede publiek uit te leggen wat ze
jaren verhuist Rijnhuizen naar de campus van de
prijs (een bedrag van 37.500 euro) gewonnen
drijft en wat hun onderzoek betekent voor de
TU/e en wordt het omgevormd tot een nationaal
bij de Herman Wijffels Innovatieprijs. De prijs-
maatschappij. Prof.dr. Rutger van Santen, oud-
FOM-instituut voor funderend energieonder-
uitreiking vond plaats in het Octrooicentrum
rector van de TU/e en hoogleraar Katalyse, is dui-
zoek. Van de Sanden zal leiding geven aan de
in Rijswijk. Boers promoveerde in 2006 op zijn aanpasbare matrijs. Het bedrijf van dr.ir.
schrijven dat inzicht verschaft over de technologie
Sebastiaan Boers (32), een start-up van de
die de komende twintig jaar het beeld van de
TU/e, heeft het ‘FlexiMould’-systeem ontwik-
wereld zal bepalen. Het boek ‘2030: Technology
keld. Dit is ontwerpsoftware die een vormbare
that will change the world’ schreef Van Santen
matrijs aanstuurt waarmee snel producten
samen met prof.ir. Djan Khoe, TU/e-hoogleraar
kunnen worden gemaakt. Het werkt als een
Optische communicatie, en wetenschapsjourna-
pennenbord dat de vorm aanneemt van hetgeen
list Bram Vermeer. De hele eerste oplage van het boek -tweeduizend stuks- was binnen drie weken uitverkocht. Het boek bouwt voort op een werk dat de drie mannen vier jaar geleden uitgaven:
Foto: Bart van Overbeeke
delijk over zijn beweegredenen om een boek te
erin gedrukt wordt. In de vorm wordt kunststof gegoten. Doordat met FlexiMould niet voor elk product een vorm nodig is, bespaart het systeem energie, grondstoffen en geld. Volgens de
‘Zelfdenkende pillen en andere technologie die
ontwikkeling van de nieuwe onderzoeksagenda
jury is het daarom een perfect voorbeeld van
ons leven zal veranderen’. Dat boek werd ge-
en daarmee invulling geven aan de nationale rol
een duurzame innovatie. Eerder dit jaar won
schreven in het kader van het vijftigjarig bestaan
van het nieuwe instituut. Ook zal hij de verhui-
het bedrijf ook al een tweede fase Valorisation
van de TU/e. Maar de schrijvers wilden hun bood-
zing naar Eindhoven in goede banen proberen te
Grant van technologiestichting STW.
schap ook aan de rest van de wereld vertellen.
leiden. Van de Sanden is sinds 2000 hoogleraar
De aanmoedigingsprijs van 10.000 euro ging
Het nieuwe boek is een grotendeels herschreven
en groepsleider van de Plasma & Materials
naar het bedrijf Squease, voor een capuchon-
versie, met meer gerenommeerde internationale
Processing groep in Eindhoven. Hij richt zich in
vest dat jongeren met Autisme Spectrum
experts. Voor 2012 staat een Chinese versie (Han-
het bijzonder op de analyse van de fysisch-che-
Stoornis (ASS) kan helpen rustig te worden in
Chinees ) van het boek gepland en voor 2011 een
mische processen die een rol spelen bij plasma-
stressvolle situaties. Het vest blaast zichzelf
Koreaanse editie.
depositie: de afzetting en modificatie van dunne
dan op, waardoor ‘diepe druk’ op het boven-
films door plasma’s. Deze technologieën kunnen
lichaam komt. Het modieuze vest is ontworpen
worden toegepast in de productie van onder
door Katrien Ploegmakers (28), die aan de TU/e
andere zonnecellen, optische coatings en andere
de bacheloropleiding Industrial Design volgde.
halfgeleiderapplicaties als microbatterijen en
De prestigieuze innovatieprijs wordt sinds 2002
condensators. Van de Sanden volgt bij Rijnhuizen
uitgereikt door de Rabobank om koplopers in
De stichting FOM heeft prof.dr.ir. Richard van
prof.dr. Aart Kleyn op, die in de zomer van 2010
het midden- en kleinbedrijf op het gebied van
de Sanden benoemd tot directeur van het
naar de Universiteit van Amsterdam vertrok.
duurzame innovatie vooruit te helpen.
Richard van de Sanden directeur FOM-Instituut
M
a
t
r
i
x
/
4
/
2
0
1
0
5 5
Jan Zuidam:
‘We moeten investeren in internationale kenniswerkers’
Den Dolech 2 Postbus 513 5600 MB Eindhoven Telefoon (040) 247 91 11 e-mail:
[email protected] Internet: http://www.tue.nl