Inleiding Dit e-book bevat zeven Speelse werkvormen voor zeven momenten die in praktisch iedere training voorkomen, namelijk:
Opwarmen (ook wel voorstellen en/of het ijs breken)
Doelen stellen (ook wel focus aanbrengen en verwachtingen inventariseren)
Energie opwekken (de zogenaamde energizer, onder andere tegen after lunch dips)
Herhalen (terugblikken wat er in vorige dagdelen is gebeurd)
Afronden (waarmee je met een memorabele uitsmijter eindigt)
Evalueren (in de breedste zin van het woord)
Borgen (waarbij voornemens en de weg naar waarmaken van die voornemens centraal staat)
De werkvormen zijn geïnspireerd door het gebouw van De Speelacademie (zie logo) en passen daarom allemaal binnen het thema ‘On(t)roerend goed!’ Veel plezier met de zeven werkvormen uit dit e-book. Hartelijke groet van Claudia en Mirjam Broeke
-2-
Inhoudsopgave Inleiding
2
Inhoudsopgave
3
Achter mijn voordeur
4
De woonwagen
6
Het voetbalstadion
8
Het museum
10
De circustent
12
Het sterrenrestaurant
14
Het theater van de toekomst
16
Slotwoord
18
-3-
Achter mijn voordeur Doelen: In de basis is het doel van deze werkvorm opwarmen en op een leuke manier kennis maken. Uiteraard doe je als begeleider bij het ontwerp en de uitvoering van iedere werkvorm je uiterste best een zinvolle koppeling te maken tussen de thema’s en de leerdoelen van de training! Aantal deelnemers: onbeperkt Tijdsduur: uitvoering van de opdracht: 12 minuten, de check welke fantasieën waarheid waren en welke niet: 12 minuten, de duur van de nabespreking is zeer afhankelijk van de leerdoelen van de training.
Inleiding: Op tv wordt een programma uitgezonden dat ‘Achter de voordeur’ heet. Op basis van een foto van de eigenaar en op basis van een bezichtiging van het huis (waar de bewoner op dat moment niet aanwezig is) worden inschattingen gemaakt over de persoon die in het huis woont. Vandaag doen we het andersom. Je hebt een foto van de voordeur en je ziet de persoon die achter deze voordeur woont hier voor je. Je kunt kijken naar het uiterlijk, naar de kleding, eventueel naar gebaren, bewegingen en mimiek, er mag echter NIET gesproken worden. Feitelijke werkvorm: Stap 1: Geef de helft van de deelnemers bij de start van deze werkvorm een foto van een voordeur. Jij hebt van tevoren uitgepuzzeld dat deelnemers niet de foto van hun eigen voordeur ontvangen. De deelnemers mét een foto zoeken de eigenaar van de voordeur op de foto op. Zij vormen in ronde 1 een koppel. Stap 2: De persoon met de foto krijgt vijf minuten de tijd om er op basis van de voordeur en het gezicht dat zij er nu bij hebben op los te fantaseren. Wat voor persoon woont er achter die voordeur? Wonen er daar nog meer mensen? Wat zijn de hobbies van deze persoon? Wat voor bijzondere kenmerken zijn er nog meer te verzinnen? Fantasieën worden op papier gezet. Er mag níet gesproken worden. Stap 3: Deel na ronde 1 de foto’s uit aan de andere helft van de groep. Jij hebt er als begeleider van tevoren voor gezorgd dat deelnemers niet de foto van hun eigen voordeur ontvangen en dat er in ronde 2 andere duo’s gevormd worden dan in ronde 1.
-4-
Stap 4: Stap 2 herhaalt zich. Dit keer mogen de deelnemers die in ronde 1 ‘onderwerp waren’ er op los fantaseren. Ook zij schrijven in vijf minuten alles op wat ze over de ander bedenken op. Stap 5: Laat deelnemers bij elkaar uitvissen in hoeverre hun fantasieën over de ander kloppen*. Geef hiervoor per koppel ongeveer vijf minuten. Geef vooral aan dat er wat jou betreft gelachen mag worden! * Het is uitermate prettig voor de deelnemers om stap vijf van deze werkvorm uit te voeren onder het genot van een kopje koffie of thee. Let hierbij wel op: praktisch gezien zal dit meer tijd in beslag nemen.) Nabespreking: In de nabespreking van deze werkvorm kun je alle kanten op. Bedenk goed op welke wijze hierbij al een zinvolle koppeling kan worden gemaakt met het thema cq de leerdoelen van de training. Als het doel is deelnemers te laten ervaren dat er tussen spelsituaties en leersituaties altijd paralellen te trekken zijn dan kan je je vragen daarop richten. Als het doel is de deelnemers bewust te maken van stereotyperingen, vooronderstellingen en invullen voor de ander, dan richt je de nabespreking daarop. Als het doel observeren en/of feedback geven op basis van feitelijkheden, dan zou je deze opwarmer als bruggetje kunnen gebruiken naar die onderdelen van de training. Kortom, alles is mogelijk zolang je er maar bewust mee omgaat. Veel plezier! Voorbereiding: Vraag voorafgaand aan de training aan de deelnemers of ze jou (via e-mail) een foto opsturen van de voordeur van het huis waar ze wonen. Wat neem je mee: De uitgeprinte foto’s en een schemaatje (voor jezelf als begeleider) waarmee je er zeker van bent dat de juiste foto’s soepeltjes bij de juiste personen terechtkomen (waarbij deelnemers niet hun eigen foto ontvangen en waarbij iedere deelnemer één keer ‘onderwerp’ is en één keer mag fantaseren.
-5-
De woonwagen Doelen: Doelen stellen of in ieder geval focus aanbrengen Verwachtingen inventariseren Aantal deelnemers: 12 Tijdsduur: 15 minuten voor de opdracht en gemiddeld 25 minuten voor de nabespreking
Inleiding: De meningen over de noodzaak deelnemers zelf doelen te laten stellen voorafgaand aan of aan het begin van de training zijn verdeeld. Dat het nodig is focus aan te brengen en hulp te bieden bij het richten van de aandacht van de deelnemers, daar is wel iedereen het over eens: dat verhoogt het leerrendement enorm! Met de werkvorm ‘De Woonwagen’ doe je dit op een plezierige en Speelse manier. Bijkomend voordeel: jij kunt als begeleider nog een laatste keer checken of je met het programma dat je hebt ontworpen de deelnemers gaat leveren waarop ze hopen. Maatwerk gegarandeerd!
Feitelijke werkvorm: Vooraf: In een woonwagen in Zuid-Italië, woont een oude zigeunerin. Hoewel ze de tijd waarop ze kermisgangers en circus-bezoekers de toekomst voorspelde al lang achter zich heeft gelaten, besluit ze soms…héél soms…nog de toekomst te voorspellen voor toeristen. De week voorafgaand aan deze training ben je er nog even snel een weekje tussenuit geweest. Tijdens een wandeling vanuit het kleine restaurantje waar je net een heerlijke bord huisgemaakte pasta hebt gegeten, zie je haar in een smal heuvelachtig straatje plotseling op het stoepje voor haar woonwagen zitten. Hoewel je haar snel Italiaans gebrabbel niet kunt verstaan, begrijp je dat zij jou wenkt en besluit je naar haar toe te lopen. Eenmaal daar begrijp je dat ze je aanbiedt je toekomst te voorspellen. Haar gebrekkig Engels is voor jou voldoende om de vertaling te maken dat ze in haar glazen bol leest, dat je geen betere en meer ontspannen voorbereiding had kunnen kiezen op de training dan dit weekje in Italië. Nadat ze je hand heeft gepakt en die grondig heeft bestudeerd wordt, jou ook duidelijk dat ze een zeer voorspoedig verloop van deze training in je hand leest. Maar de uitleg van die tarot-kaarten die ze voor je trekt…daar kun jij geen chocolade van maken. Opeens heb je een idee. Je besluit de tarotkaarten zelf betekenis te geven! Want wie kent jou en jouw wensen voor de toekomst nu beter dan jijzelf?
-6-
De feitelijke opdracht: Je krijgt zo direct drie tarotkaarten: verleden, heden en toekomst.
De kaart van het verleden vertelt wat de aanleiding van jouw deelname aan deze training is.
De kaart van het heden vertelt je waar je de komende dagdelen (tijdens deze training) op wilt focussen. Wat vind je belangrijk? Waar wil je scherp op zijn? Welke doelen (specifiek of globaal) stel jij jezelf?
De kaart van de toekomst vertelt je wat het minimale resultaat moet zijn aan het eind van de training. Wat wil je dan weten? Wat wil je dan kunnen? Hoe wil je je dan voelen? Allemaal natuurlijk met als doel dat ook ‘thuis’ (dus ook ná de training!) vast te houden.
Nabespreking: Afhankelijk van de leerdoelen, de beschikbare tijd en de grootte van de groep kun je ervoor kiezen alle deelnemers alle kaarten te laten toelichten of je maakt hierin een selectie. Jij weet wat op dat moment, met jouw doelgroep, in jouw training de beste vorm is! De tarotkaarten kunnen tijdens de training een leidraad vormen en kunnen aan het einde van de training (of daarna) een hulpmiddel zijn bij het evalueren en bij het ‘borgen’. Wat neem je mee: Voor iedere deelnemer neem je drie reuze-tarotkaarten (onder andere het merk ‘Buiten’ heeft mega Speelkaarten te koop (per 52 stuks) die de basis kunnen vormen voor de tarotkaarten). Daarnaast heb je potloden, viltstiften, krijtjes, of andere schrijfattributen bij je. Indien je er voor te porren bent zou je rekwisieten mee kunnen nemen waarmee je een klein ‘magie-hoekje’ inricht. Denk aan een glazen bol (of plasmabol), een kandelaar of wat waxinelichtjes, een dek tarotkaarten, koffiedik, je kunt het zo gek maken als je zelf wilt.
-7-
Het voetbalstadion Doelen: In de basis is het doel van deze werkvorm energie opwekken (bijv. tegen een after-lunch dip of een ander low-energy moment) In uitgebreidere vorm kan de werkvorm bewustwording creëren (welke paralellen zijn er te trekken tussen wat er in het spel gebeurt en wat ik thuis en op het werk doe?) ‘Het voetbalstadion’ kan bovendien een prachtige (bewuste) brug slaan naar het volgend onderdeel in de training. Aantal deelnemers: onbeperkt Tijdsduur: 15 minuten voor de opdracht. Indien het doel van de werkvorm energie opwekken is, dan vooral géén nabespreking houden. Bij uitgebreidere vormen van ‘Het voetbalstadion’ is de duur van de nabespreking afhankelijk van de doelen.
Inleiding: Iedere trainer wéét het…en veel trainers houden er na de lunch ook rekening mee. Maar merk jij een daling in de energie ook op op een minder voorspelbaar dip-moment? En is dan je instelling: ‘Niet zeuren doorgaan’ of durf je te kiezen voor een kort intermezzo (het liefst gekoppeld aan het leerdoel)?
Feitelijke werkvorm: Een plek waar héél goed te merken is welke stemming er heerst, is een voetbal-stadion. Op de verliezende tribune heerst een minder positieve sfeer, laten de supporters hun schouders hangen en heerst bij een grote achterstand soms zelfs wanhoop! Op de winnende tribune is de sfeer uitgelaten. Supporters springen, hossen, schreeuwen, lachen en lijken de hele wereld aan te kunnen. Laat de groep opsplitsen in twee teams. Als je helpt met het maken van een verdeling, probeer dat dan te doen op basis van bijvoorbeeld een stelling als “Ajax of Feijenoord?”, dan zit de stemming er gelijk in ;-). Beide teams gaan penalties schieten. De uitnodiging voor de deelnemers is om gewoon lekker bezig te zijn en de emotie te voelen (en te uiten) van winst en verlies. Winst mag dus worden uitvergroot en vertaald door volledig uit je dak gaan en verlies wordt ook uitvergroot en geuit in droefheid, verslagenheid of … Meer dan dit is er tijdens het uitvoeren van de oefening niet vereist. Dat komt (eventueel) later tijdens de nabespreking.
-8-
Nabespreking: Koppel de nabespreking zoveel mogelijk aan de leerdoelen van de training of aan actuele zaken die eerder in de training als ‘thema’ naar boven zijn komen borrelen. Voorbeelden zijn: -
Wat doet (het gevoel van) winnen en verliezen met jou en met jullie team? Hoe kan je die inzichten omvormen tot een concreet voornemen?
-
Welke effecten hebben een positieve en een negatieve stemming op jullie effectiviteit? Wat kan jij persoonlijk doen om hier in de praktijk een positieve draai aan te geven?
-
Is er een team geweest dat van tevoren tactiekbespreking hield of bewust bezig was met het verdelen van de kwaliteiten? Had dit van invloed kunnen zijn op het resultaat?
Wat neem je mee: Twee pionnen en een voetbal. Eventueel petjes of shirtjes of sjaaltjes in verschillende kleuren aan de hand waarvan de teams te herkennen zijn.
-9-
Het museum Doelen: Terugblikken Herhalen Herinneren Aantal deelnemers: ongelimiteerd Tijdsduur: 5-10 minuten per keer.
Inleiding: Met de werkvorm ‘Het museum’ blikken deelnemers (meerdere keren tijdens een training) terug op de vorige dagdelen. Tijdens het terugblikken, herhalen ze het geleerde en/of staan ze nogmaals stil bij de inzichten die ze hebben verkregen. ‘Het museum’ is een ideale werkvorm als het gaat om het aan elkaar knopen van reeds aanwezige informatie en de nieuw verkregen informatie.
Feitelijke werkvorm: Stap 1: Vertel de deelnemers dat terugblikken en herhalen ervoor zorgt dat je meer onthoudt, meer inzichten verwerft. Benadruk bovendien dat er een verschil is tussen iets (tekstueel/rationeel) in een archief bewaren en (beeldend/emotioneel) in een museum bewaren. Het geleerde beklijft beter als zowel de linker als de rechterhersenhelft worden ingezet om de herinnering in het systeem te ‘planten’. Stap 2: Laat deelnemers één van de volgende ‘kunstvormen’ kiezen: -
Een fotoreportage Een drie- vier of vijfluik (*afhankelijk van het aantal keren waarop je terugblikt) Een stripverhaal Een mindmap … (Zelf een idee? Voeg deze kunstvorm vooral toe als optie!)
Stap 3: Geef deelnemers iedere keer dat er een moment is aangebroken waarop er wordt teruggeblikt 5 tot 10 minuten de kans hun kunstwerk aan te vullen en te vervolmaken aan de hand van hetgeen ze voorafgaand daaraan in de training hebben geleerd of ontdekt. Goede momenten kunnen zijn aan het begin van ieder volgend dagdeel (na pauzes etc) of iedere keer nadat een onderwerp is afgerond. Als professional weet je uiteraard zelf heel goed wat handig en zinvol is!
- 10 -
Nabespreking: Of je een nabespreking houdt of niet (en indien ja, hoe vaak en hoe lang) is afhankelijk van de onderwerpen, van de leerdoelen, van de behoeften van de deelnemer(s). Schat als begeleider goed in wat de opbrengst en de toegevoegde waarde van een nabespreking is. Wat neem je mee: Neem alle benodigde hulpmiddelen en materialen mee die nodig zijn om de voorgestelde kunstvormen uit te kunnen voeren. Voor bovenstaande suggesties heb je minimaal nodig: camera’s, teken- en schilderspullen, papier en canvas. Uitbreiding van het materiaal is mogelijk.
- 11 -
De circustent Doel: Deze werkvorm is bedoeld om ‘Memorabel’ af te ronden (met alle voordelen die dat met zich meebrengt)! Aantal deelnemers: ongelimiteerd Tijdsduur: uitgaande van 4 groepen van 3 deelnemers (= 12 deelnemers) 25 minuten.
Inleiding: Om een training met impact te geven is onder andere een goede uitsmijter van levensbelang. Een grande finale waarbij alle highlights nog één keer de revue passeren is daarvoor een uitermate geschikt middel. De grande finale zorgt voor herhaling, verbeelding, creatie, emotie (en natuurlijk veel bombarie) waardoor deelnemers op dat moment én tot ver daarna terugdenken aan wat zij tijdens de training hebben geleerd en meegemaakt.
Feitelijke werkvorm: Geef de groep de opdracht zich op te splitsen in vier groepen en laat die groepen kiezen uit de volgende categorieën: -
De clowns
-
De musici
-
De leeuwentemmers
-
De messenwerpers
-
De acrobaten
-
De vuurspuwers
-
De jongleurs De illusionisten
-
De trapezewerkers
-
De slangenmensen
Geef de groepen vervolgens de opdracht met elkaar binnen in 10 minuten: -
te inventariseren wat volgens hun de highlights uit de training waren en
-
een ‘act’ te verzinnen van maximaal drie minuten in de stijl van de categorie die zij hebben gekozen. In de act worden de gekozen highlights voor alle toeschouwers duidelijk.
Na de tien minuten voorbereidingstijd is het Showtime! De verschillende circusartiesten voeren hun act om de beurt op voor het publiek (de resterende deelnemers). De stalmeester (dat ben jij, de trainer) presenteert. Nabespreking: Geen nabespreking vereist. Veelvuldig en uitbundig applaudisseren na iedere act is wél een must!
- 12 -
Wat doe je als begeleider: Je bent stalmeester, je praat de boel aan elkaar en je zweep het geheel hier en daar wat op ! Misschien thuis even oefenen op de lange uithalen in “Hooggeëerd publiek”? Wat neem je mee: Geen attributen vereist (everything can be imaginairy), echter alles wat je bij elkaar kunt scharrelen om het leuker te maken moet je vooral niet thuis laten! Denk aan een slipjas, een hoge hoed, clownsneuzen, misschien wat schmink, capes, jongleer-ballen, muziekinstrumenten en/of (speelgoed) messen of zwaarden.
- 13 -
Het sterrenrestaurant Doel: Evalueren op een manier waarop je ook verbeterpunten/tips bij deelnemers uitlokt Aantal deelnemers: max 12 personen Tijdsduur: max 12 minuten
Inleiding: Stel je het ook zo op prijs als deelnemers je feedback geven aan de hand waarvan jij als trainer weer kunt groeien? En vind je het om die reden ook wel eens jammer dat deelnemers zich soms beperken tot lovende woorden en/of sociaal wenselijke antwoorden? Met deze werkvorm lok je deelnemers op een Speelse manier uit, om jou informatie te geven aan de hand waarvan jij jezelf en je training weer kunt verbeteren!
Feitelijke werkvorm: Intro: Van voetbal, van het weer en van eten heeft iedereen verstand! En naast goede dingen weten Nederlanders ook altijd wel iets op te merken dat ‘minder’ is. Ik wil jullie vragen of jullie daarom een parallel willen trekken tussen de training en een restaurant. Je geeft daarbij eerst aan wat volgens jou voor verbetering vatbaar is om daarna af te sluiten met wat je goed vond (graag in die volgorde!) Voorbeeld: “Ik vond de training vergelijkbaar met een fastfoodrestaurant” Het programma had namelijk op bepaalde momenten minder eenheidsworst kunnen zijn en meer toegespitst kunnen zijn op onze dagelijkse praktijk, máár het tempo zat er lekker in en dat vond ik prettig! Of
“Ik heb voor mijn gevoel gegeten in een eetcafé” De volgende keer mag het van mij met iets meer lif-lafjes (dus nog nét iets specialer) worden geserveerd. Daarentegen vond ik de sfeer heerlijk informeel waardoor ik me heel veilig voelde en heel veel durfde uit te testen.
- 14 -
Stap 1: Geef de deelnemers 2 minuten de tijd om hun parallel te trekken en een verbeterpunt en een compliment te formuleren. Geef iedere deelnemer daarna kort (max 30 seconden) de tijd om hun feedback te geven. Nabespreking stap 1: Bedank iedere deelnemer voor zijn of haar feedback. Geen nabespreking.
Stap 2: Na de feedback bij stap 1, laat je de deelnemers sterren toekennen aan de training. Je vertelt ze dat ze inspecteur zijn bij Michelin en dat ze sterren mogen toekennen voor de training. Alles tussen de 1 en de 10 sterren is toegestaan! Hoeveel sterren delen zij uit? Nabespreking stap 2: Geen nabespreking. Geef iedere deelnemer een post-it in de vorm van een ster en laat ze daarop het aantal sterren zetten. Eventueel verzamel je die sterren op de kaft van ‘Lekker’ (= tijdschrift waarin ieder jaar de top 100 van beste restaurants van Nederland bekend wordt gemaakt) of op een pan, een bord, een fles wijn, een menukaart of … Wat neem je mee: Post-its in de vorm van sterren. Een tijdschrift ‘Lekker’ of een ander attribuut dat verwijst naar eten of naar restaurant(beoordelingen).
- 15 -
Het theater van de toekomst Doelen: Borgen en vertrouwen kweken in de toekomst Bewust stilstaan bij wat ‘thuis’ kan helpen om het het geleerde vast te houden en/of te laten slagen De deelnemer een toekomstig succes laten ervaren (in plaats van te laten bedenken) Aantal deelnemers: maximaal 12 deelnemers Tijdsduur: demo en instructie 15 minuten, uitvoering door deelnemers 30 minuten. Totaal 45 min.
Inleiding: Als begeleider weet je maar al te goed hoe lastig het voor deelnemers is om ‘door te gaan’ op de weg die ze tijdens de contactmomenten met jou zijn ingeslagen. Goede voornemens bedenken en een stappenplan opzetten met de goedwerkende hersenen van de deelnemers is vaak niet genoeg. Daarom dit keer een borgingsoefening, waarbij de deelnemer niet bedenkt hoe hij het thuis tot een succes gaat maken, maar ervaart dát het thuis een succes is!
Feitelijke werkvorm: Je start het theater van de toekomst met een demonstratie. Om het jou gemakkelijk te maken, geef ik jou de demonstratie via een filmpje ? Jij demonstreert de werkvorm aan jouw groep door iemand uit jouw deelnemersgroep uit te nodigen voor een demonstratie. Na de demo, gaan de deelnemers in duo’s uit elkaar. Ze zijn dan allemaal afwisselend één keer begeleider en één keer kunnen ze de oefening zelf ervaren. Je geeft ze daarbij de opdracht in stappen en de hulpmiddelen mee. Opdracht in stappen: 1. Start op de positie ‘Helicopterview’ met de vraag: “Is er iets wat je in de training heel erg goed deed, maar waarvan je niet helemaal zeker bent dat het ‘thuis’ (in de werksituatie/in het echte leven) net zo gemakkelijk zal gaan?” 2. Na het antwoord op deze vraag stapt de deelnemer als mime-speler in de positie ‘Situatie’, leeft zich in in de situatie en neemt zijn pose in (houding, gebaar en/of beweging). 3. Vervolgens stapt de deelnemer in de positie ‘Effect’. Ook hier leeft hij zich in in het gevoel van het effecten neemt op basis daarvan (gevoel en gradatie) zijn pose aan. 4. De deelnemer stapt in de positie ‘Gevolg’, voelt welk gevoel hierbij hoort en neemt zijn pose aan als mime-speler. 5. Daarna stapt de deelnemer naar de positie ‘Oorzaak’. Hier voelt de deelnemer wat de reden is dat hij opkijkt tegen de toekomstige situatie en beeld dit uit. 6. Vanuit de positie ‘Oorzaak’ wordt het stripverhaal gevormd. De deelnemer stapt achtereenvolgens van ‘Oorzaak’ naar ‘Situatie’ naar ‘Gevolg’ en naar ‘Effect. De deelnemer leeft zich in en beeld het uit. Vergeet vooral niet te lachen!
- 16 -
7. Daarna wordt teruggekeerd naar de positie ‘Helicopterview’’ alwaar de deelnemer wordt gevraagd of bereid is om zelf een extra ingrediënt toe te voegen en om te ervaren dat hij het óók héél goed zelf kan! 8. De deelnemer stapt in de positie ‘Hulp!’. Je vraagt de deelnemer “Wat heb jij nodig om de toekomstige situatie gemakkelijker te maken en om daar vol vertrouwen in te kunnen stappen?” 9. De deelnemer vertelt wat hem zou kunnen helpen. Nadat dat duidelijk is is de deelnemer weer mime-speler, neemt een bijpassende houding aan op de positie ‘Hoe jij jezelf helpt!’. 10. Je laat de deelnemer met dat extra ingrediënt in de oorzaak, de situatie, het gevolg en het effect stappen. Hierbij maakt hij steeds een houding of een gebaar passend bij hoe hij de situatie mét dat extra ingrediënt zou ervaren. 11. Je laat de deelnemer deze posities zo vaak doorlopen als nodig is. Je ziet vanzelf wanneer de deelnemer de toekomstige situatie ziet als peuleschilletje in plaats van als probleem.
5. Hulp!
4. Oorzaak
1. Situatie
2. Gevolg
3. Effect
Nabespreking: In de nabespreking richt je je: - op het vertrouwen dat deelnemers door deze oefening in de toekomst hebben gekregen en - op het feit dat deelnemers zichzelf op deze manier kunnen helpen (in en na de training, met of zonder begeleiding). Wat neem je mee: Voor iedere deelnemer zes vouwblaadjes of A4’tjes (in zes verschillende kleuren) met daarom de tekst: Helicopterview, Situatie, Effect, Gevolg, Oorzaak, Hoe jij jezelf helpt!
- 17 -
Slotwoord Beviel dit E-book je en heb je interesse in meer (gratis!) waardevolle informatie? Via de volgende media slingeren wij met regelmaat zaken de wereld in die voor jou (als trainer of als professional in leren en ontwikkelen) interessant kunnen zijn: @DeSpeelacademie Speel-mail www.despeelacademie.nl Reacties Reacties op publicaties zijn altijd welkom! Schroom niet te laten weten wat je van dingen vindt, voeg toe en vul aan waar je maar wilt. Delen is vermenigvuldigen en samen bereiken we zoveel meer dan alleen! Boek ‘Speels Trainen’ In november geeft Pearson uitgerij het boek uit dat mijn zus en ik momenteel schrijven. De titel wordt ‘Speels trainen’ en het leert jou zelf vernieuwende en effectieve werkvormen te ontwikkelen. Workshops, trainingen en opleidingen Wij leren jou hoe je jouw opleidingstrajecten Creatief, Motiverend, Aantrekkelijk, Onderscheidend, Prikkelend, Uitdagend, Boeiend, Onvergetelijk, Vernieuwend, Plezierig, Blijvend effectief en Verslavend ontwerpt. Daarnaast leren we jou hoe je deze ingrediënten toepast in alle aspecten van het trainersvak. Dus ook in de manier waarop jij jezelf en je training verkoopt, hoe je deelnemers en opdrachtgevers vooraf betrekt en hoe je achteraf contact houdt en het effect borgt.
Interesse Neem dan contact op via [email protected] of bel 06-45436803.