Dyslexieprotocol Veurs Lyceum Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat aanleren en/of het vlot toepassen (automatiseren) van het lezen en/of het spellen op woordniveau.1 Kenmerken: De beheersing van het lees- en/of spellingsniveau (accuratesse en/of vlotheid) ligt significant onder het niveau dat vereist is in de (onderwijs)situatie waarin de leerling de lees- en spellingsvaardigheid moet toepassen.2 Ondanks adequate remediërende instructie en begeleiding in het verleden (primair onderwijs) of gedurende een periode in het voortgezet onderwijs, blijven de problemen in het aanleren en het toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau bestaan.3
1
Stichting Dyslexie Nederland Protocol Dyslexie, KPC-groep 3 Protocol Dyslexie, KPC-groep 2
1
1. Het Veurs Lyceum heeft de volgende missie: Dyslectische leerlingen moet de gelegenheid worden geboden om te leren omgaan met hun dyslexie en ze moeten niet belemmerd worden in het volgen van de opleiding waartoe ze op basis van hun cognitieve capaciteiten in staat zijn.
2. Signalering en handelingsplan: Wijze van signaleren op het Veurs Lyceum: o In de eerste maand van de brugklas wordt bij alle brugklasleerlingen een dictee afgenomen bij het vak Nederlands. o De uitkomsten van dit dictee worden door de zorgcoördinator geïnterpreteerd. o De leerlingen zijn na deze screening in 3 groepen te verdelen: 1) De leerling valt niet op na de screening. 2) De leerling valt op bij de screening, maar is al in het bezit van een uitgebreide dyslexie verklaring, verstrekt door een gecertificeerde instelling. 3) De leerling valt op bij de screening, maar heeft geen uitgebreide dyslexieverklaring.
Te nemen acties t.b.v. bovengenoemde 3 groepen: 1) Geen actie. 2) Leerling krijgt een zorgpasje en krijgt faciliteiten op basis van de beperking. 3) Leerling krijgt geen faciliteiten. Ouder(s)/verzorger(s) worden door de zorgcoördinator benaderd i.v.m. een uitgebreid dyslexieonderzoek door een gecertificeerde instelling. Algemeen geldt dat een leerling eerst 6 maanden remediërende hulp heeft ontvangen alvorens aan een dyslexieonderzoek deel te nemen. Dit dient om eventuele taalzwakte uit te sluiten. Aan het uitgebreide dyslexieonderzoek zijn kosten verbonden. Deze kosten komen volledig voor de rekening van de ouders. Uiteraard is dit onderzoek geheel vrijwillig. Faciliteiten kunnen echter alleen op basis van de uitkomsten van een uitgebreid dyslexieonderzoek en/of intelligentieonderzoek (vrijstelling van 2 e moderne vreemde taal en aangepaste overgangsnormen) verstrekt worden. De kosten van het intelligentieonderzoek komen ook volledig voor rekening van de ouders. Vervolgens zal de zorgcoördinator op basis van de bevindingen uit het uitgebreide dyslexieonderzoek, eventueel in overleg met de onderzoeksinstelling, en ouder(s)/verzorger(s) en leerling een handelingsplan opstellen. Hierin worden leerling-specifieke aandachtspunten met betrekking tot de dyslexie aangegeven. Voor leerling, docenten en mentor is dit document uitgangspunt tijdens de lessen gedurende de gehele schoolcarrière. Lopende de schoolcarrière vindt evaluatie en wellicht bijstelling plaats (zie punt 6: borging handelingsafspraken).
2
3. Faciliteiten: Uitgangspunt voor het verkrijgen van faciliteiten is de uitgebreide dyslexieverklaring en het handelingsplan. Alle toegekende faciliteiten moeten van te voren door de zorgcoördinator zijn goedgekeurd en in het handelingsplan zijn vastgelegd. Het handelingsplan wordt vervolgens door de mentor digitaal in het leerlingvolgsysteem vastgelegd. De handelingsplannen worden door de zorgcoördinator met de mentoren besproken. De mentoren vermelden de specifieke afspraken per leerling op de klassenkaart en zorgen er voor dat de betrokken docenten in het bezit komen van de klassenkaart en kennis nemen van de afspraken. De volgende algemene faciliteiten kunnen worden geboden: o Verlenging van toetstijd: 1. Bij een toets tot 45 minuten geldt een verlenging van maximaal 10 minuten 2. Bij een toets van maximaal 120 minuten geldt een verlenging van maximaal 15 minuten. 3. Bij een toets van maximaal maximaal 180 minuten geldt een verlenging van maximaal 30 minuten. o Gebruik van een laptop eventueel met het programma ‘Kurzweil 3000’. Ouder(s)/verzorger(s) dienen zelf de laptop aan te schaffen. o Ouder(s)/verzorger(s) dienen zelf het programma ‘Kurzweil 3000’ aan te schaffen. Voor het maken van toetsen in Kurzweil moet de leerling zelf usbsticks aanschaffen en aan de docenten in bruikleen geven. Zonder deze usbsticks is het niet mogelijk om toetsen in Kurzweil te maken. o Gebruik van daisy-speler en/of leespen tijdens de lessen. Ouder(s)/verzorger(s) dienen zelf de daisy-speler en/of leespen aan te schaffen en te bekostigen. o In speciale gevallen de mogelijkheid van deeloverhoringen in overleg met de docent. o Op verzoek geen voorleesbeurten voor de klas. o Waar mogelijk apart verstrekken van aantekeningen en correcties. o Niet meer dan één talentoets per dag. o Faciliteiten tijdens het (school)examen worden vermeld in het vigerende examenreglement. De volgende specifieke faciliteiten4 voor talen kunnen worden geboden: o Als een woord fonetisch wordt geschreven, wordt dit goed gerekend. o Fouten m.b.t. (mede) klinkerverdubbeling worden niet meegerekend. o Fouten m.b.t. letterverdraaiingen in vaste lettercombinaties worden niet fout gerekend. o Als een woord door verkeerde spelling een andere betekenis krijgt, gelden de bovenstaande regels niet. o Enkele vakspecifieke aanvullingen bij de vakken Duits en Frans, zoals de umlautfunctie bij Duits en/of accenten bij Frans.
4
Deze faciliteiten gelden niet in het geval de toets op de computer gemaakt wordt met gebruik van spellingscontroller.
3
4. Vrijstellingen: Voor het verstrekken van vrijstelling van een tweede moderne vreemde taal in de onderbouw, dan wel op het vwo in de bovenbouw, wordt uitgegaan van het Inrichtingsbesluit Wet Voortgezet Onderwijs, geldend op februari 2010: Onderbouw: Zowel bij artikel 22 (vmbo), lid 2b, als bij artikel 21 (havo en vwo), lid 3, geldt dat de alle genoemde criteria dienen voor te komen. Alleen in dit geval kan vrijstelling door school overwogen worden. Artikel 22. Aanvullende bepalingen eerste twee leerjaren v.m.b.o. 1. Het onderwijsprogramma in de eerste twee leerjaren aan een school voor m.a.v.o. en een school voor v.b.o. omvat tevens onderwijs in Franse taal of Duitse taal. Deze verplichting geldt niet voor leerlingen voor wie naar de verwachting van het bevoegd gezag het onderwijs in de basisberoepsgerichte leerweg als bedoeld in artikel 10b, eerste lid, van de wet het meest geschikt is. 2. Het bevoegd gezag kan een leerling van een school als bedoeld in het eerste lid ontheffing verlenen van het volgen van onderwijs in Franse taal of Duitse taal: a. indien de leerling onderwijs volgt in Spaanse taal, Arabische taal of Turkse taal, of b. indien de leerling voor de eerste maal tot een school voor m.a.v.o. of een school voor v.b.o. is toegelaten, is geplaatst in een hoger leerjaar dan het eerste, voordien buiten Nederland vergelijkbaar onderwijs heeft gevolgd, en daarbij geen of te weinig onderwijs in de desbetreffende taal of talen heeft gevolgd. Artikel 21. Aanvullende bepalingen eerste drie leerjaren v.w.o. en h.a.v.o. 1. Het onderwijsprogramma in de eerste drie leerjaren aan een school voor v.w.o. en een school voor h.a.v.o. omvat tevens onderwijs in Franse taal en Duitse taal. 2. Het bevoegd gezag kan een leerling van een school als bedoeld in het eerste lid ontheffing verlenen van het volgen van onderwijs in Franse taal of Duitse taal, indien de leerling onderwijs volgt in Spaanse taal, Russische taal, Italiaanse taal, Arabische taal of Turkse taal. 3. Het bevoegd gezag kan een leerling van een school als bedoeld in het eerste lid ontheffing verlenen van het volgen van onderwijs in Franse taal of Duitse taal dan wel in beide talen, indien de leerling a. voor de eerste maal tot een school voor h.a.v.o. of een school voor v.w.o. is toegelaten, b. is geplaatst in een hoger leerjaar dan het eerste, c. voordien buiten Nederland vergelijkbaar onderwijs heeft gevolgd, en d. daarbij geen of te weinig onderwijs in de desbetreffende taal of talen heeft gevolgd. 4. In de eerste drie leerjaren van een gymnasium wordt tevens onderwijs verzorgd in Latijnse taal en literatuur en Griekse taal en literatuur. 4
Bovenbouw: Er kan alleen vrijstelling gegeven worden voor een tweede moderne vreemde taal op het vwo. Op de havo kunnen geen vrijstellingen voor een tweede moderne vreemde taal gegeven worden.
Artikel 26e.:Vrijstellingen en ontheffingen in periode voorbereidend hoger onderwijs v.w.o. en h.a.v.o. 1 t/m 3: niet relevant voor vrijstelling tweede moderne vreemde taal. 4. Het bevoegd gezag van een atheneum kan een leerling ontheffing verlenen van het volgen van onderwijs in de Duitse taal en literatuur of de Franse taal en literatuur in de volgende gevallen: a. de leerling heeft een stoornis die specifiek betrekking heeft op taal of een zintuiglijke stoornis die effect heeft op taal; b. de leerling heeft een andere moedertaal dan de Nederlandse taal of de Friese taal; c. de leerling volgt onderwijs in het profiel natuur en techniek of het profiel natuur en gezondheid en het onderwijs in de taal verhindert naar verwachting een succesvolle afronding van de opleiding. 5. Bij toepassing van het vierde lid, wordt de taal vervangen door een van de vakken of programma-onderdelen, genoemd in artikel 26b, derde tot en met zesde lid, of in het zevende lid, onder c of d, met een normatieve studielast van tenminste 440 uren, ter keuze van de leerling, voor zover het bevoegd gezag deze als zodanig aanbiedt. 6. niet relevant voor vrijstelling tweede moderne vreemde taal. Voorwaarden voor het verkrijgen van vrijstelling van een tweede moderne vreemde taal in de bovenbouw van het vwo: o De leerling heeft een stoornis, die specifiek betrekking heeft op taal of een zintuiglijke stoornis die effect heeft op taal: Uitgebreide deskundigheidsverklaring dyslexie. Intelligentieonderzoek om het vwo-niveau te bevestigen. Vooruitgang in klas 1 t/m 3 ontbreekt. Inzet van de leerling is in de klassen 1 t/m 3 goed geweest. Het onvoldoende resultaat van de 2e moderne vreemde taal alleen of in combinatie met andere resultaten vormt voor het slagen een ernstige belemmering. o De leerling heeft een andere moedertaal dan de Nederlandse taal: Leerlingen kunnen alleen vrijstelling voor de 2e moderne vreemde taal verkrijgen indien zij in onvoldoende mate onderwijs in de 2e moderne vreemde taal gevolgd hebben in de eerste drie leerjaren van het VO. Intelligentieonderzoek om het vwo-niveau te bevestigen.
5
o De leerling volgt onderwijs in het profiel Natuur en Techniek of het profiel Natuur en Gezondheid en het onderwijs in de taal verhindert naar verwachting een succesvolle afronding van deze opleiding: Intelligentieonderzoek om het vwo-niveau te bevestigen. Vooruitgang in klas 1 t/m 3 ontbreekt; Inzet van de leerling is in de klassen 1 t/m 3 goed geweest. Het onvoldoende resultaat van de 2e moderne vreemde taal alleen of in combinatie met andere resultaten vormt voor het slagen een ernstige belemmering. Vaststelling vrijstelling: De afdelingsmanager vwo beslist in overleg met de zorgcoördinator, de mentor, de vakdocent en de remedial teacher na het horen van de ouder(s)/verzorger(s) en de leerling. De ouder(s)/verzorger(s) en de leerling worden schriftelijk van de beslissing op de hoogte gesteld. Volledigheidshalve wordt gesteld, dat indien er vrijstelling voor de tweede moderne vreemde taal verstrekt wordt, dan geldt artikel 26e, lid 5 van het Inrichtingsbesluit WVO.
5. Overgangsnormen onderbouw t.b.v. tweede moderne vreemde taal (Frans en/of Duits) voor dyslectische leerlingen: Voor leerlingen die aan de onderstaande voorwaarden voldoen gelden aangepaste overgangsnormen in klas 1 en 2 voor het mavo en in klas 1 t/m 3 voor het havo en het vwo. Er moet aan alle vijf voorwaarden voldaan worden alvorens de aangepaste overgangsnormen voor de leerling geldend zijn.
Uitgebreide deskundigheidsverklaring dyslexie. Intelligentieonderzoek om het huidige niveau te bevestigen. Vooruitgang in de klas ontbreekt. Inzet van de leerling is goed geweest. De resultaten voor de tweede moderne vreemde taal vormen een ernstige belemmering voor de overgang naar het volgende leerjaar. De leerling kiest in de bovenbouw havo of vwo geen tweede moderne vreemde taal.
6
Aangepaste overgangsnormen: o Mavo leerjaar 2, Duits: Indien het cijfer op het eindrapport voor het vak Duits lager is dan 6.0 is, mag er 1.0 punt bijgeteld (tot maximaal 6.0) worden alvorens de gewone overgangsregeling toegepast wordt. o Havo/vwo leerjaar 2 en 3 Duits en leerjaar 1 t/m 3 Frans: Indien het cijfer op het eindrapport voor het vak Duits en/of Frans lager is dan 6.0 is, mag er 1.0 punt bijgeteld (tot maximaal 6.0) worden alvorens de gewone overgangsregeling toegepast wordt.
6. Borging handelingsafspraken: Het is belangrijk de gemaakte individuele afspraken per leerling vast te leggen en voor de begeleidende teamleden inzichtelijk te maken. o Ieder docententeam wordt door de mentor geïnformeerd over de specifieke handelingsafspraken. o De specifieke handelingsafspraken worden door de mentor in het leerlingvolgsysteem vastgelegd. o Tijdens de rapportvergaderingen worden de gemaakte handelingsafspraken geëvalueerd en kunnen door de zorgcoördinator en de mentor worden bijgesteld.
7. Deskundigheidsbevordering: Het Veurs Lyceum stelt zich ten doel om het onderwijsgevende team deskundig en betrokken te houden en de ouder(s)/verzorger(s) goed te informeren. o Jaarlijks wordt een studiemiddag deskundigheidsbevordering dyslexie georganiseerd door de zorg. o Voor de docenten is een informatiefolder dyslexie beschikbaar. o Voor ouder(s)/verzorger(s) is een informatiefolder beschikbaar. o Op de website is informatie over dyslexie te vinden en worden waardevolle weblinks aangegeven.
Zorgcoördinator Veurs Lyceum, maart 2014
7