Dyslexieprotocol Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau. (definitie Stichting Dyslexie Nederland) Januari 2016
Inhoudsopgave 1.
Vooraf
2.
Dyslexie in het voortgezet onderwijs
3.
Criteria voor het onderkennen van dyslexie
4.
Uitgangspunten voor het dyslexieprotocol / Schoolvisie op dyslexie
5.
Groepshandelingsplan voor dyslectische leerlingen
6.
Tijdpad Bij toelating eerstejaars Bij toelating andere leerjaren Bij vermoedens van dyslexie De jaarlijkse begeleiding van dyslectische leerlingen
Bijlagen Bijlage 1:
Dyslexie: problemen met taken, vakken en situaties die een beroep doen op geletterdheid. Bijlage 2: Dyslexie: problemen met sociaal-emotioneel functioneren en de taakwerkhouding van de leerling. Bijlage 3: Dyslexie: factoren die de gevolgen van dyslexie kunnen terugdringen: beschermende (protectieve) factoren. Bijlage 4: Dyslexielijst Bijlage 5: Hulpmiddelen RT Bijlage 6: Invoering voorleesfunctie Mac op X11 school voor media en vormgeving Bijlage 7: Informatie voor ouders Bijlage 8: In gesprek met de dyslectische leerling Bijlage 9: Vrijstellingen en dispensatie Bijlage 10: Afwijking wijze van examineren Bijlage 11: Digitale boeken Bijlage 12: Vakgroepafspraken bij dyslexieprotocol
De bijlagen maken geen deel uit van het dyslexieprotocol en kunnen tussentijds geactualiseerd/bijgewerkt worden
Samenstelling Marente Mols
2
1.
Vooraf
In het najaar van 2004 is het landelijke Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs tot stand gekomen, als onderdeel van het Masterplan Dyslexie. Daarin staan landelijke richtlijnen voor beleid en begeleiding. Dit landelijke protocol is samen met de groei van de zorg voor onze dyslectische leerlingen de aanleiding om het dyslexiebeleid op onze school te herijken en te actualiseren in een nieuw schoolprotocol. Onze missie luidt: Dyslectische leerlingen de gelegenheid bieden om te leren omgaan met hun dyslexie en het onderwijs te volgen waartoe ze op basis van hun cognitieve capaciteiten in staat zijn. Het dyslexieprotocol geeft enerzijds de beleidskoers aan, maar is anderzijds ook een praktische handreiking voor de begeleiding: een groepshandelingsplan.
2.
Dyslexie in het voortgezet onderwijs
Onderzoek in 2010 heeft uitgewezen dat op het VWO 5% van de leerlingen een dyslexieverklaring heeft. In het VMBO blijkt dit echter 15% (Sontag & Bosmans, 2010) (Sontag & Donker, 2012). Aan het begin van schooljaar 2015 heeft 22% van de leerlingen op X11, media en vormgeving een dyslexieverklaring..
Dyslectische leerlingen in het voortgezet onderwijs hebben problemen met: lezen en/of spellen op woordniveau in het Nederlands en in de moderne vreemde talen (nieuwe klank-tekenkoppelingen, ingewikkelde spellingafspraken); het snel en accuraat lezen (decoderen) van teksten bij alle vakken; het snel en accuraat spellen (coderen) bij functioneel schrijven bij alle vakken. Voor een uitgebreider overzicht van problemen waar dyslectische leerlingen mee te maken krijgen zie: bijlage 1: problemen met taken, vakken en situaties die een beroep doen op geletterdheid. bijlage 2: problemen met sociaal-emotioneel functioneren en de taakwerkhouding van de leerling. bijlage 3: factoren die de gevolgen van dyslexie kunnen terugdringen: beschermende of protectieve factoren.
3.
Criteria voor het onderkennen van dyslexie
Het vaardigheidsniveau van lezen op woordniveau en/of spelling ligt significant onder wat van de leerling, gegeven diens leeftijd en omstandigheden, gevraagd wordt. (criterium: achterstand). De problemen blijven ondanks remediërende instructie en begeleiding in het verleden (criterium: didactische resistentie).
3
4.
Uitgangspunten voor het dyslexieprotocol/Schoolvisie op dyslexie
De volgende uitgangspunten vormen de basis van dit dyslexieprotocol en de visie van X11 school voor media en vormgeving (vanaf hier X11) op dyslexie en de begeleiding van dyslectische leerlingen: Geïntegreerde aanpak: de dyslectici worden zoveel mogelijk binnen de reguliere lessen en toetsmomenten begeleid en opgevangen. De individuele leerling: elke dyslecticus heeft zijn eigen profiel m.b.t. zijn beperking en een daarbij passende aanpak. Daarbij is ook belangrijk rekening te houden met de manier waarop een leerling omgaat met zijn dyslexie. Effectief begeleiden d.w.z. een maximaal resultaat bij minimale inspanning. Begeleiding gedurende de gehele schoolloopbaan. De leerling (maar ook de ouder(s)/verzorger(s) is medeverantwoordelijk voor de aanpak van zijn dyslexie, d.w.z. hij moet waar nodig extra inspanning leveren of initiatieven nemen. Afstemming van de aanpak van dyslexie op alle niveaus binnen de school: mentor, dyslexiecoach, docenten, teamleiders en directie.
5.
Groepshandelingsplan voor dyslectische leerlingen
A. Leerlingen Wat kan ik zelf doen? Bij wie kan ik terecht? Welke middelen kan ik gebruiken? Dyslexielijst Hierop wordt de facilitering opgenomen. Tevens krijgt de leerling aan elk begin van het schooljaar een gesprek met de mentor waarin wordt opgenomen wat de leerling zelf kan doen wat betreft planning, vakbegeleiding, aanpak van woordjes leren, het gebruik van audiomateriaal, enzovoort (zie bijlage 4). Zelfstandigheid van de leerling De leerling moet leren zelfstandig om te gaan met zijn handicap, zowel in de les als daarbuiten. Uit zichzelf en op tijd om hulp vragen, op tijd een planning maken voor het gespreid leren van woordjes, ouders mee laten denken en helpen. In de gesprekken met de dyslexiecoach en/of mentor zal dit een belangrijk gespreksonderwerp zijn. De leerlingen moeten weten, wanneer en waar zij contact kunnen krijgen met de coach. Dit kan via email of door zich te melden bij de docentenwerkruimte. Software op internet De leerlingen moeten op de hoogte worden gebracht van de software, die zij kunnen downloaden van internet (bijlage 5). Dit gebeurt jaarlijks door de docent Engels of Nederlands. Software op school
4
De leerlingen moeten weten welke software de school zelf heeft. Dit gebeurt jaarlijks door de dyslexiecoach bij het evaluatiegesprek. De school werkt met de voorleesfunctie Mac als “tool” voor de dyslectici en visueel beperkten (zie bijlage 6). Aantekeningen Als aantekeningen niet volledig zijn, kopieert de leerling direct na de les van een klasgenoot zijn aantekeningen (Controleer thuis je eigen aantekeningen). B. Ouders Weet ik wat dyslexie precies betekent voor mijn kind? Hoe kan ik het beste mijn eigen kind ondersteunen? Bekendheid met dyslexie De ouders dienen te weten wat dyslexie is. Omgaan met dyslexie De ouders dienen te weten wat dyslexie betekent voor hun eigen kind, wat is de precieze aard van de problemen, wat zijn de alledaagse consequenties, e.d. Hulp aan het kind De ouders stellen zich op de hoogte van methodieken en strategieën, die hun kind helpen om met de dyslexie om te gaan (bijlagen 7 en 8). Volgen van vorderingen De ouders volgen de vorderingen van hun kind. Emotionele ondersteuning De ouders bewaken mede de emotionele kant van hun dyslectische kind en geven het kind steun bij tegenslagen. Hulp bij huiswerk De ouders ondersteunen hun kind eventueel op een eenvoudige manier bij het leren en maken van hun schoolwerk. Hulp bij planning De ouders helpen hun kind bij de planning van hun schoolwerk en creëren ruimte voor het uitvoeren van die planning. Contact met school De ouders volgen eventuele aanwijzingen van school op. De ouders signaleren eventuele problemen en geven deze signalen door aan school. De ouders nemen in geval van twijfel of onduidelijkheid contact op met de mentor. De ouders dienen op de hoogte te zijn van de maatregelen, die op school worden genomen voor hun kind.
C. Docenten Hoe kan ik in de les rekening houden met kinderen met dyslexie? Vijf vuistregels voor alle (dyslectische) leerlingen: Een open houding naar en begrip voor de dyslectische leerling. Structuur en regelmaat in de vaklessen. Het gebruik van heldere, eenduidige taal. Geef studietips voor uw vak, blijf met de leerling in gesprek. 5
Houd zicht op het functioneren van de leerling in je klaslokaal.
D. Mentor Hoe kan ik als mentor de dyslectische leerling volgen en eventuele problemen signaleren? De mentor dient te weten wat dyslexie inhoudt. De mentor dient te weten wat de faciliteiten voor de dyslectici zijn en wat ze inhouden. De mentor dient de studievoortgang van de dyslectische leerling goed te volgen. De mentor onderhoudt contact met de ouders over de studievoortgang van de dyslectische leerling. De mentor bespreekt regelmatig met de vakdocenten hoe het met de dyslectische leerling gaat. De mentor neemt contact op met de teamleider wanneer er aanwijzingen zijn dat een leerling problemen heeft die te maken hebben met zijn dyslexie. Vraag als mentor direct na de herfstvakantie aan de dyslexiecoach welke leerlingen er uitvallen bij de screeningsdictees. Zo heb je als mentor snel zicht op welke leerlingen goed in de gaten gehouden moeten worden. Signaleren Na de herfstvakantie moeten de screeningsdictees in de eerste klassen afgenomen en nagekeken zijn, zodat een voorlopige selectie van taalzwakke leerlingen kan plaatsvinden. Begeleiden Jaarlijkse evaluatiegesprekken met de leerlingen met een dyslexieverklaring in leerjaar 1 t/m 4. Uitvoeren van handelingsplannen, afgestemd op de hulpvragen en leerdoelen van de leerling met problemen op het gebied van lezen en spellen. Gesprekken met leerlingen die leerlingen helpen beter zicht te krijgen op eigen sterke en zwakke kanten in hun functioneren. De mentor stelt haalbare en zinvolle eisen aan opdrachten en werkhouding. De mentor bespreekt waaraan succes te danken / mislukking te wijten kan zijn. De mentor zorgt dat de leerling zo goed mogelijk gemotiveerd blijft. De mentor bespreekt regelmatig hoe gemotiveerd de leerling is en wat de motivatie kan vergroten (inhoud, werkvorm, beloning). De dyslexiecoach zorgt ervoor, dat de mentoren en/of vakdocenten instructie over Adobe krijgen, zodat zij met het programma kunnen werken. Volgen Zorgen voor een open communicatie met collega’s over de dyslectische leerling. Via de verslaglegging in LVS. Via gesprekken met ouders.
E. Zorgteamleider/dyslexiecoach
Hoe coördineer ik de inzet rondom de dyslectische leerlingen tussen alle betrokkenen?
Algemeen Bewaken van de inzet in de begroting in menskracht en geld. Onderhouden van het dyslexieprotocol en op de hoogte blijven van nieuwe ontwikkelingen. Bewaken van de toegang tot de voorleesfunctie Mac 6
Zorgdragen voor instructiefilm voor de leerling over het installeren van de tekst in de voorleesfunctie van de Mac.
Alle leerlingen Regelmatig verstrekt de dyslexiecoach een actueel overzicht aan alle vakdocenten met daarop de namen van de dyslectici en de afgesproken faciliteiten. De teamleider volgt de dyslectici op de achtergrond en organiseert eventueel extra inzet van de dyslexiecoach waar nodig, in overleg met de ouders of de mentor. Wanneer de dyslectici problemen ervaren kunnen zij deze aan de mentor, dyslexiecoach of teamleider voorleggen. Indien nodig wordt er actie ondernomen. Nieuwe leerlingen (brugklassers, instromers of nieuw geïndiceerde leerlingen) Bij de aanmelding vindt er direct een inventarisatie plaats van de leerlingen die dyslectisch zijn. De rapporten en verklaringen die in bezit zijn van de ouders worden opgevraagd. Ook wordt bij de intake op de basisschool extra informatie gevraagd. Als de dossiers compleet zijn worden deze opgenomen in het leerlingvolgsysteem zodat de dyslexiecoach deze dossiers kan bekijken. Direct bij aanvang van het schooljaar worden deze leerlingen door de mentor uitgenodigd voor een gesprek. Daarin wordt besproken hoe het op de basisschool is gegaan m.b.t. lezen, spelling en remediale hulp. Ook wordt besproken welke maatregelen voor een kind werken. Aansluitend doet de dyslexiecoach een voorstel voor de facilitering die opgenomen moet worden op de dyslexielijst met faciliteiten voor de leerling. De dyslexiecoach draagt zorg voor de juiste informatie voor het voeren van gesprekken door mentoren en de verwerking daarvan in het leerlingvolgsysteem. Leerlingen die tenminste een jaar onderwijs gevolgd hebben Zij worden aan het begin van ieder schooljaar uitgenodigd voor een (evaluatie)gesprek met de mentor. Het afgelopen schooljaar wordt dan geëvalueerd m.b.t. de wijze waarop binnen de school rekening gehouden wordt met een dyslecticus. De lijst wordt eventueel aangepast op facilitering. Leerlingen die op school zitten waarbij vermoedens bestaan die in richting van dyslexie wijzen Wanneer deze leerlingen gemeld worden bij de teamleider, vraagt deze na dossieronderzoek aan de dyslexiecoach een kort vooronderzoek af te nemen. De uitslagen van dit vooronderzoek worden besproken (bijlage 11). Als er geen aanleiding is voor een uitgebreid dyslexieonderzoek dan stelt de teamleider de ouders en de mentor van de resultaten op de hoogte en verstrekt een kopie van het vooronderzoek. Als er wel aanleiding is voor verder onderzoek worden ouders en mentor hiervan op de hoogte gesteld.
F. Teamleider en secretaris eindexamen Blijf de dyslectische leerling monitoren in uw afdeling en dispenseer een leerling wanneer nodig (bijlage 9).
7
Bijlage 1: Dyslexie: problemen met taken, vakken en situaties die een beroep doen op geletterdheid Taaltaken en algemene leertaken Technisch lezen Moeite met het identificeren van (nieuwe, onbekende) klanken en woorden in het Nederlands en in de moderne vreemde talen (inclusief pseudo-woorden) moeite met het (hardop) accuraat, snel en vloeiend lezen van zowel complexe als alledaagse woorden bij alle vakken moeite met het flexibel inzetten van decodeerstrategieën bij alle vakken Spellen Moeite met het spellen van zowel complexe woorden, met moeilijke lettercombinaties, als alledaagse eenvoudige woorden (in het Nederlands en in de moderne vreemde talen) interferentie van de spelling van het Nederlands bij de vreemde taal moeite met het flexibel inzetten van verschillende spellingstrategieën die een leerling in het voortgezet onderwijs 'normaliter' beheerst: regelstrategieën, inprentstrategieën, luisterstrategieën (bij alle vakken) Spreken uitspraakproblemen: ook bij frequent voorkomende woorden moeite met het nazeggen van moeilijke woorden in de vreemde taal en complexe, laagfrequente woorden in het Nederlands (inclusief pseudo-woorden) Luisteren moeite met het verstaan van 'snelle' spraak (van moedertaalsprekers in de moderne vreemde talen) moeite met luisteroefeningen omdat de woorden en klanken niet goed worden gehoord moeite met het flexibel inzetten van luisterstrategieën Voorwaarden voor lezen en spellen in het Nederlands en in de moderne vreemde talen problemen met het doorzien van de klankstructuur van de taal (fonologisch bewustzijn) problemen met het doorzien van 'losse' klanken in woorden, het waarnemen van verschillen tussen op elkaar lijkende klanken en de volgorde van klanken (fonemisch bewustzijn) moeite met het snel oproepen van aanwezige taal- en symboolkennis problemen met vloeiend lezen en spellen moeite met het herhalen van woorden met meer lettergrepen (aan het eind van het woord is het aan het begin gehoorde reeds 'vergeten') klank-tekenkoppelingsproblemen: problemen met het in de juiste volgorde koppelen van de juiste tekens (grafemen) aan de klanken (fonemen) moeite met ontdekken van 'analoge delen' bij het lezen en spellen van onbekende woorden (bv. jour zit zowel in aujourd'hui als in toujours en journal moeite met het doorzien van spelling in relatie tot grammatica: enemy-enemies; HandHände; tu penses, il pense, ils pensent
8
Algemene leerproblemen (geheugen, aandacht, informatieverwerking, automatisering) onvoldoende kunnen verwerken, verwoorden en terughalen van instructie en talige informatie moeite met het onthouden van recent geleerd vocabulaire: onvoldoende resultaat van intensief oefenen (bv. vijf dagen volgens een goede werkwijze Engelse woordjes geleerd en bij de overhoring nog een diepe onvoldoende) moeite met het snel structureren en analyseren van taken moeite met generaliseren en transfer problemen met het integreren van kennis van hogere en lagere orde (visueel, fonologisch, semantisch, motorisch enz.) afname van tempo en de nauwkeurigheid als 'onder druk' gewerkt moet worden (proefwerken, schoolonderzoeken, examens)
Functionele taken en vakken die een beroep doen op geletterdheid stagnaties bij begrijpend lezen in alle vakken: ondanks voldoende verbale competentie is er onvoldoende begrip door de hardnekkige problemen met de leestechniek (vooral door problemen met de vloeiendheid en het tempo) spellingproblemen bemoeilijken het zelf construeren van teksten (boekverslagen, samenvattingen, andere functionele teksten, zoals een brief of opstel) slechte tekststructuur: de 'rode draad' raakt kwijt, waardoor teksten onsamenhangend zijn onheldere lay-out en indeling van de tekst onvoldoende nauwkeurigheid bij proefwerken, vooral multiple choice fouten maken of fouten over het hoofd zien bij het zelf corrigeren van oefeningen tijdens klassikale besprekingen fouten maken bij het overnemen van aantekeningen van het bord, overhead of beamer stagnerende ontwikkeling van talenten in domeinen buiten het lezen (betavakken, creatieve talenten)
9
Bijlage 2: Dyslexie: problemen met sociaal-emotioneel functioneren en de taakwerkhouding van de leerling Sociaal-emotioneel functioneren onvoldoende of te geringe acceptatie van de dyslexie en/of de gevolgen ervan onvoldoende 'om kunnen gaan' met de leesproblemen op school en daarbuiten ernstige twijfel aan eigen competentie aangetast zelfbeeld onvoldoende vanuit zichzelf gemotiveerd (intrinsieke motivatie) gevolgen van verminderde sociale acceptatie door andere leerlingen of volwassenen schroom om aan vervolgopleiding of baan te beginnen Taak- en werkhouding ongestructureerd, inadequaat en/of vluchtig taakgedrag en werkhouding onvoldoende werkverzorging onvoldoende metacognitieve vaardigheden voor zelfsturing inadequate leerstijlen onvoldoende of tanend doorzettingsvermogen
10
Bijlage 3: Dyslexie: factoren die de gevolgen van dyslexie kunnen terugdringen Beschermende (protectieve) factoren De belemmeringen die een leerling ondervindt van bovengenoemde probleemgebieden kunnen gunstig worden beïnvloed door de volgende protectieve factoren: ontwikkelen en toepassen van compensatiestrategieën (lees-, luister- en spellingstrategieën): begripscompensatie: betekenis wordt bij lezen en luisteren ingezet ter compensatie van ontsleutelingsproblemen orthografische compensatie: kennis van totale woordbeelden wordt ingezet ter compensatie van klank-tekenkoppelingsproblemen ontwikkelen en toepassen van metacognitieve vaardigheden: adequate woordleer- en woordraadstrategieëen aanleren en (zo nodig veranderen) van adequate leerstijlen functioneel inzetten van compenserende software creatief zijn in het bedenken van 'ezelsbruggetjes' en 'reminders' goede motivationele sturing doorzettingsvermogen goed zelfbeeld goede gespreks- en onderhandelvaardigheden gunstig sociaal 'ondersteuningssysteem'
11
Bijlage 4: Dyslexielijst
Achter de naam van de leerling staat. Recht op: vergroot lettertype: Arial 12 met regelafstan 1,25 Extra tijd of vermindering van opdrachten bij toetsen Gebruik van de voorleesfunctie van de Mac (tot en met leerjaar 4) Eigen initiatief vanuit de leerling: vakbegeleiding voor Engels vakbegeleiding voor Duits vakbegeleiding voor Nederlands Zet bij een toets altijd ‘Dys’ naast het vakje waarin het cijfer genoteerd wordt.
Gewenst van de docent: Meer tijd voor luistertoetsen (eventueel apart met gebruik pauzeknop) Gebruik computer met spellingcontrole bij werkstukken, enz. Kleine leesbeurten in de klas met eventueel voorbereiding Info op papier en controle op gedicteerde aantekeningen Spellingsfouten niet aanstrepen als dat niet van belang is Dyslexiefouten (consequente herhalingen) 1x fout tellen Waar mogelijk af en toe mondeling toetsen CD’s en digitale bestanden van de methode verstrekken
WAT DOE IK ALS LEERLING OM OP EEN GOEDE MANIER MET MIJN DYSLEXIE OM TE GAAN? Tijdens de les: zorg ik voor goede aantekeningen of ik kopieer ze. schrijf ik het huiswerk goed op. vraag ik zo nodig om hulp. Bij mijn huiswerk: plan ik mijn werk. doe ik iedere dag iets. werk ik vooruit, vooral voor de talen. gebruik ik software of CD’s die bij de methode horen. herlees ik een tekst, als ik hem niet direct begrijp. maak ik schema’s of uittreksels van de stof. Bij toetsing: lees ik nauwkeurig. controleer ik mijn werk heel precies. vraag ik zo nodig extra tijd. zet ik duidelijk DYS bovenaan het antwoordblad.
12
Algemeen: ik haal goede punten voor een vak dat ik goed kan. ik leg deze kaart duidelijk zichtbaar op de tafel. Als je vragen/problemen hebt met je dyslexie tijdens de lessen, neem je contact op met Marente Mols of je mentor.
13
Bijlage 5: Algemene Hulpmiddelen Je hebt een dyslexieverklaring. Dat betekent o.a., dat je gebruik kunt maken van bepaalde faciliteiten. Deze staan op je dyslexielijst die de docenten hebbent. Hiermee kun je op school iedereen eraan herinneren, dat je recht op die faciliteiten hebt. Daarnaast zijn er allerlei andere hulpmiddelen, die het leren wat kunnen vergemakkelijken. Wat denk je bijvoorbeeld van woordjes leren op de computer? Vraag aan je docenten voor de talen of er bij de methode die je gebruikt een cd-rom zit voor het leren van woordjes. Daarnaast kun je van internet verschillende programma’s downloaden, die je kunt gebruiken voor het leren van je woordjes voor de talen. Overhoor (http://home.wxs.nl/~efkasoft/overhoor/overhoor.html) Teach2000 (www.teach2000.nl) Overhoor jezelf met Charlie (www.overhoor-jezelf-woorden-overhoren-rijtjesoverhoorprogramma.nl) Wrts (http://wrts.nl) Heb je wel eens gehoord van boeken op cd of het lesboek in Magister? Als je moeite hebt met lezen en een laag leestempo hebt, is een boek op cd misschien een goed idee, bijvoorbeeld wanneer je voor je leesdossier of voor een boekverslag een boek moet lezen. De bedoeling is dat je het boek en de cd samen gebruikt. Terwijl je luistert naar de cd, lees je zelf mee in het boek. Als je het zo doet, verbeter je je leesvaardigheid. Informeer eens in de mediatheek of je daar een gesproken boek kunt lenen. Gratis voorleessoftware: deskbot en browsealoud. Het kan zijn dat bij de methodes die je gebruikt voor de vreemde talen een cd zit, waarop de teksten uit het boek zijn ingesproken. Deze kun je ook gebruiken. Het kan bijvoorbeeld helpen voor je uitspraak van de vreemde taal. Kijk verder eens bij: www.lexima.nl www.anderslezen.nl www.readplease.com www.texthelp.com www.onderwijsenhandicap.nl www.meestermichael.nl www.lereniseenmakkie.nl NB! Dergelijke sites veranderen soms van adres of verdwijnen zonder achterhaalbare reden.
14
Bijlage 6: Invoering de voorleesfunctie Mac op het X11 school voor media en vormgeving X11 school voor media en vormgeving is in schooljaar 2014-2015 begonnen met de invoering van de voorleesfunctie Mac. Dit is een programma met de mogelijkheid om een tekst voor te laten lezen: een hulpmiddel voor leerlingen met een dyslexieverklaring. Welke mogelijkheden heeft de voorleesfunctie Mac? Met dit programma kunnen digitale teksten voorgelezen worden: een tekst moet worden geformateerd in Word. Dat wordt gecombineerd met goede voorleesstemmen in het Nederlands en de moderne vreemde talen. De leerlingen kunnen zelfstandig werken met de voorleesfunctie van de Mac. Het programma kan na het typen de zinnen uitspreken. Zo hoort de leerling zowel de spelling als de zinsconstructie. Veel fouten worden zelfstandig ontdekt en kunnen dan door de leerling verbeterd worden.
Wat is stand van zaken op dit moment van de invoering van Adobe? Er zijn in twee lokalen op de Apple’s de Nederlands versie van Adobe geïnstalleerd. Leerlingen die thuis werken met een ander programma zoals Kurzweil, hebben de mogelijkheid om met hun eigen laptop de toetsen te maken. De leerling is zelf verantwoordelijk voor aanschaf van Kurzweil en heeft de mogelijkheid om boeken uit het boekenpakket hiervoor aan te schaffen. Op het moment van schrijven onderzoekt de school welke boeken uit ons boekenpakket digitaal beschikbaar zijn
15
Bijlage 7: Informatie voor ouders Informatie over dyslexie kunt u vinden op internet op de volgende sites: 1. De site van de oudervereniging voor ouders van kinderen met dyslexie: www.balansdigitaal.nl 2. www.steunpuntdyslexie.nl 3. www.dyslexie.startpagina.nl Hoe kunt u uw kind helpen in het omgaan met dyslexie? Uw kind weet dat het bij u kan rekenen op uw steun. U als ouder voelt vaak goed aan, wanneer uw kind ergens mee zit en hulp nodig heeft. Aarzelt u niet, ook al wil uw kind het liefst alles zelf doen. Misschien hebt u zelf nog moeite om voor uzelf de goede manier te vinden om met de dyslexie van uw kind om te gaan. Dan kunnen gesprekken met een mentor of met andere ouders van kinderen met dyslexie u zeker vooruithelpen. Het is van belang, dat u goed geïnformeerd bent. Dat kan veel onzekerheid wegnemen en het stelt u in staat om er op een goede manier te zijn voor uw kind. U kunt uw kind dagelijks helpen door het te blijven bemoedigen en ondersteunen. Neem iedere dag tijd voor échte aandacht. Praat met uw kind over hoe het gaat op school. De standaardvraag: ”Hoe was het op school?” is meestal niet voldoende om een jongere aan de praat te krijgen, zeker niet over een gevoelig onderwerp. Vraagt u dus door na een weinigzeggend antwoord zoals “wel goed” of “gaat wel”. Dit lukt gemakkelijker als u op de hoogte bent van wat er op een dag speelt. De agenda of het dagrooster kan daarbij helpen. Die overhoring voor Frans, dat proefwerk voor Nederlands. Hoe is het gegaan? Vraagt u erover door. Wat ging er goed, wat niet? Hoe kwam dat? Hoe voelt dat? Geef vooral aandacht aan al die dingen die goed gaan en die vaak zo gewoon lijken. Dat versterkt het zelfvertrouwen. Blijf niet te lang stilstaan bij tegenvallende resultaten, maar probeer snel om te schakelen naar oplossingsgericht denken. Informeer ook of op school rekening wordt gehouden met de dyslexie van uw kind. Stimuleer uw kind om zelf op te komen voor de faciliteiten die op de dyslexielijst vermeld staan. Praten kan werken als een uitlaatklep en kan stress of negatieve gevoelens verminderen of wegnemen. Het kan ook leiden tot het samen zoeken, samen bedenken en samen vinden van oplossingen. Als u zich zorgen maakt of vragen heeft, neemt u dan gerust contact op met iemand van school, de mentor, de teamleider of de dyslexiecoach. Bied uw hulp aan. Vraag aan uw kind waarmee u kunt helpen en hoe. Meestal kan uw kind dat zelf heel goed aangeven. Informeer ook welke tips uw kind op school krijgt ter ondersteuning. Dan kunt u ook thuis daarmee werken. Misschien heeft uw kind op school ook studieaanwijzingen op papier gekregen. Lees deze samen door en probeer samen uit wat daarvan het beste werkt. Wanneer u meer informatie wilt over hoe u uw kind kunt helpen, neemt u dan gerust contact op met een van ons. 16
Wat kunt u samen met uw kind thuis doen? U kunt samen extra lezen. U kunt uw kind stimuleren om te blijven lezen, bv. korte verhalen of leuke stukjes uit tijdschriften. U kunt samen zoeken naar geschikte informatiebronnen voor werkstukken. U kunt samen teksten doornemen en samenvatten. U kunt stukjes tekst voorlezen, terwijl uw kind meeleest. U kunt samen zoeken naar geschikte software, bv. voor het leren van woordjes. U kunt uw kind stimuleren om regelmatig te werken voor school. U kunt uw kind overhoren. U kunt samen met uw kind een planning maken voor een proefwerk of overhoring. U kunt samen met uw kind zoeken naar geschikte audioboeken in de bibliotheek of op internet. www.luisterboeken.nl ; www.makkelijklezen.nl U kunt uw kind helpen hulpmiddelen te leren gebruiken, zoals een daisyspeler. U kunt samen met uw kind uitproberen welke leermethodes, welke hulpjes bij het leren echt werken. U kunt samen ezelsbruggetjes of andere geheugensteuntjes bedenken. U kunt uw kind stimuleren naar Engelstalige programma’s met Nederlandstalige ondertiteling te kijken (bv.Discovery) Vergoeding via ziektekostenverzekering De behandeling van leerlingen met dyslexie wordt vanaf 2009 vergoed. Het vaststellen (inclusief dyslexieverklaring) en de behandeling van dyslexie komen in het basispakket van de zorgverzekering. De vergoeding geldt voor kinderen van 7 t/m 10 jaar (in 2011) en voor de behandelduur van ongeveer een anderhalf jaar. Er is echter wel een grens: kinderen die voor vergoeding in aanmerking komen, moeten op of na 1 januari 2001 geboren zijn. Neem voor meer informatie contact op met uw zorgverzekeraar. Dit moet ik nog navragen bij zorgverzekeraar Aanbevolen sites www.lexima.n l (diverse hulpmiddelen) www.dedicon-educatief.nl (o.a. ingesproken schoolboeken) www.aangepastlezen.nl www.masterplandyslexie.nl www.stichtingdyslexienederland.nl www.opdidaktsupplies.n l
17
Bijlage 8: Tips voor een gesprek met de dyslectische leerling voor mentoren en docenten Hoe pakt de dyslexie bij de desbetreffende leerling uit? Welke kenmerken treden op de voorgrond? Hoe belemmeren ze deze leerling? Wat gaat al goed? Welke problemen doen zich nog voor? Blijf niet in de problemen hangen. Informeer naar wat de leerling zelf al gedaan heeft, respecteer dit en reageer daarop sensitief, voorspelbaar en responsief. Appelleer aan zijn kwaliteiten en verwoord de hooggespannen verwachtingen. Vraag welke hulp de leerling nog meer zinvol acht en hoe deze door alle betrokkenen kan worden vormgegeven. Bespreek hoe de leerling over zijn dyslexie kan en wil communiceren met zijn klasgenoten, leeftijdgenoten en anderen (bijvoorbeeld tijdens een spreekbeurt). Wees helder in de verwachtingen die u van de leerling hebt. Bespreek met de leerling de door de mentor/docent gemaakte observaties, waarbij gelet is op momenten dat de leerling betrokken bezig was met een activiteit en de manier waarop de leerling toen leerde. Analyseer samen de aanpak en bied waar nodig handreikingen die tot verandering kunnen leiden (positieve feedback en succeservaringen). Ga regelmatig na welke vorderingen de leerling heeft gemaakt en waar deze aan toe te schrijven zijn. Prijs de leerling voor zijn doorzettingsvermogen en manier waarop hij zelf hulp inriep van klasgenoten, lotgenoten, ouders of docenten. Spreek de leerling bemoedigend toe op momenten dat het moeilijk gaat en zoek samen naar mogelijkheden die helpen bij de acceptatie (bv. lotgenotencontact). Win informatie in bij collega’s over de sterke kanten van de leerling en communiceer dit regelmatig met de leerling. Voer gesprekken met ouders, waarbij gezamenlijk gekeken wordt hoe de ondersteuning het best kan plaatsvinden.
18
Bijlage 9: Vrijstelling en dispensatie Alleen conform exameneisen.
19
Bijlage 10: Afwijking wijze van examineren 2012 Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo - Artikel 55. Afwijking wijze van examineren 1. De directeur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. 2. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat: a. Er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld, b. De aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal examen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten, en c. Een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a genoemde deskundigenverklaring ten aanzien van betrokkene een voorstel wordt gedaan dan wel indien de aanpassing aantoonbaar aansluit bij de begeleidingsadviezen, vermeld in die deskundigenverklaring. 3. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: a. Het vak Nederlandse taal en literatuur; b. Het vak Nederlandse taal; c. Enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. 4. De in het derde lid bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het centraal examen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal examen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. 5. Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan de inspectie. Zie: www.examenblad.nl Examenregeling 2012 I.3 Aangepaste examens voor kandidaten met een beperking I.3.1 Kandidaten met een visuele of auditieve beperking Centrale examens voor kandidaten met een visuele beperking moeten worden besteld met een speciaal bij DUO aan te vragen formulier. Voor digitale examens is soms ook een aanpassing nodig ten behoeve van kandidaten met een auditieve beperking. Dat kan betekenen dat het examen wordt aangepast (BB digitaal); of dat voor deze kandidaat Verwezen wordt naar het papieren examen (KB digitaal), of dat een staatsexamengecommitteerde wordt toegewezen (kunst (beeldende vormgeving/dans/drama/muziek/algemeen) op havo en vwo). Ook deze groep kandidaten kan middels een speciaal formulier worden aangemeld. 20
Aanvragen van formulieren voor beide groepen bij
[email protected] I.3.2 Kandidaten met een leesbeperking (dyslexie) De levering ten behoeve van kandidaten met een leesbeperking wijkt in 2012 niet af van die in voorgaande jaren. Hieronder wordt dit nader uitgewerkt. Naar aanleiding van vragen in 2010 wordt ten aanzien van de Daisy nogmaals extra de aandacht gevestigd op het volgende: De kandidaat heeft op grond van zijn beperking recht op audio (= voorlezen). De school dient het voorlezen zelf te regelen door een individuele voorleeshulp in te zetten. Alleen voor het eerste tijdvak wordt als service aan de school deze individuele voorleeshulp als Daisy geleverd. Bij de grote aantallen kandidaten in het eerste tijdvak immers is het organiseren van individuele voorleeshulpen voor de school organisatorisch heel moeilijk. a. Voor kandidaten die o.g.v. het deskundigenrapport recht hebben op auditieve ondersteuning, is op bestelling een Daisy-CD met ingesproken tekst beschikbaar, of een pdf (tekstbestand) voor audio middels spraaksynthese (kunstmatige stem). De Daisy is beschikbaar voor het eerste tijdvak. Als een kandidaat recht heeft op auditieve ondersteuning, geldt dat voor eerste en tweede tijdvak en moet de school in het tweede tijdvak zelf een voorziening treffen. Overigens geldt het recht op audio dan ook voor het schoolexamen; ook daar moet de school dan een met de gesproken tekst gelijkwaardige voorziening hebben getroffen. Daisy en pdf worden (indien besteld) geleverd voor alle examens met papier, ook voor de examens kunst (beeldende vormgeving/dans/drama/muziek/algemeen) in Autoplay. De pdf of Daisy betreft dan uitsluitend het papieren deel (dat bij deze examens het meeste leeswerk bevat). b. Sinds het centraal examen 2007 worden de examens geleverd in een grotere letter (punt 11) en voor havo en vwo in een ander lettertype dan voorheen. Waar voorheen dyslectische kandidaten grootschrift nodig hadden, is dat door de grotere letter en het andere lettertype voor een deel van de kandidaten niet meer nodig. Scholen wordt dringend aangeraden, met de kandidaten aan de hand van een centraal examen (vanaf 2007) na te gaan of vergroting nodig is, en alleen zelf te vergroten indien nodig. (Dit wordt punt 12) Als les- en toetsmateriaal voorafgaand aan het centraal examen in letterpunt 11 was, is er geen reden om tot vergroting over te gaan. Als de dyslectische kandidaat zijn examen maakt aan de computer, kan hem ook in plaats van een papieren vergroting de digitale pdf worden aangeboden. Daarbij kan hij steeds op maat en naar wens vergroten. c. Bij vergroting kan het zijn dat de maatvoering van een tekening niet meer klopt. Ook zijn soms essentiële grijsnuances in de vergrote kopie niet zichtbaar. De algemene regel is dan ook: de kandidaat met een leesbeperking gebruikt het vergrote werk voor het lezen, en gebruikt voor afbeeldingen en tekeningen een origineel examen. Incidenteel blijkt ook informatie uit tabellen e.d. weg te vallen. Dat laatste kan worden voorkomen door de pdf niet rechtstreeks vergroot af te drukken maar eerst 1 op 1, en daarna op de kopieermachine te vergroten. Ook daarom moet het grootschrift als leeshulp bij tekstmateriaal worden gebruikt, en het origineel voor alle tabel- en grafiekwerk. d. Bij beperkingen mag de school aanpassingen treffen in de vorm waarin het examen wordt aangeboden. Een voorbeeld daarvan is audio of grootschrift. De exameneisen zelf echter gelden onverkort. Dat geldt ook voor de spellingseisen bij Nederlands, en bij Engels GL/TL. De school mag de kandidaat echter wel hulpmiddelen aanreiken. Een vaak functioneel hulpmiddel is de computer als schrijfgerei. De spellingscontrole (Nederlands of Engels) mag door de kandidaat worden gebruikt. Als de kandidaat een zeer ernstige leesbeperking heeft die het toetsenbord van 21
de computer onbruikbaar maakt, kan de school contact opnemen met de inspectie. I.3.3 Nadere informatie over aangepaste examens voor kandidaten met een beperking Speciale maatregelen ten behoeve van kandidaten met een beperking moeten worden aangemeld bij de Inspectie van het Onderwijs (artikel 55 Eindexamenbesluit). De volgende documenten zijn beschikbaar in de digitale versie van de Septembermededeling eindexamens 2012 op Examenblad.nl (www.examenblad.nl): hoofdlijnen 2012 aangepaste examens digitale examens voor kandidaten met een visuele of auditieve beperking de keuze van geschikte audio, ervaringen van scholen
22
Bijlage 11: Digitale boeken (In ontwikkeling) Protocol m.b.t. aanschaf van digitale materialen bij schoolboeken voor leerlingen met een leesbeperking of dyslexie. Naar analogie van de inspectieregeling betreffende het gebruik van digitale materialen bij het examen, hanteren wij als school dezelfde regeling voor eventueel aan te schaffen digitale materialen voor visueel gehandicapten of dyslectici. Er kunnen alleen digitale materialen aangeschaft worden van de boeken die in het leerjaar waarin de leerling zit opgenomen zijn in het boekenpakket. Ouders moeten tijdig een schriftelijk verzoek bij de school indienen voor aanschaf van digitale materialen bij de schoolboeken, waarbij precies aangegeven wordt voor welke vakken welk digitaal materiaal gewenst wordt. Voor elk vak wordt slechts 1 extra digitaal materiaal vergoed. Indien de school niet in het bezit is van de dyslexieverklaring en het onderliggende deskundigenrapport, dragen de ouders er zorg voor dat de school het onderzoek of de verklaring van de deskundige ontvangt. De school verifieert m.b.v. de deskundigenverklaring of de aangevraagde materialen voor de leerling noodzakelijk zijn. Indien de leerling op grond van de deskundigenverklaring de benodigde materialen nodig heeft, dan zal de school in overleg met de ouders tot aanschaf van deze materialen overgaan. De school stuurt de ouders een bevestigingsbrief van de materialen die zij mogen aanschaffen en mogen declareren met de factuur bij de school. In de gevallen waar deze procedure niet gevolgd wordt of waarbij de deskundigenverklaring niet de noodzaak van extra digitale materialen bevestigt, zal de school niet tot aanschaf overgegaan van digitale middelen. In dat geval dragen de ouders zelf de kosten voor de eventueel aan te schaffen materialen. Contactpersoon: Mary van Hofwegen
23
Bijlage 12: Vakgroepafspraken bij dyslexieprotocol (in ontwikkeling) Binnen de volgende vakgroepen zijn (aanvullende) afspraken gemaakt. Hieraan kunnen geen rechten ontleend worden! Vakgroep Nederlands Afspraken voor de bovenbouw: Faciliteiten aanbieden Regeling bij toetsing vanaf jaar 1 gelijk aan de exameneisen. Ondersteuning bij langere projecten (zoals boekverslagen). Denk hierbij bijvoorbeeld aan hulp bij plannen. Per opdracht/toets duidelijke communicatie over wel of niet meetellen van spelfouten. Begin van elk schooljaar een gesprek met dyslectische leerlingen: aanbod en wensen bespreken. Vakgroep drama De punten waarbij de vakgroep KV1 (drama) rekening houdt met dyslexie: Docenten gebruiken het bord ter ondersteuning van de structuur van de les Docenten bieden gedurende iedere les twee nieuwe woorden aan Docenten zorgen voor een veilig klimaat teneinde faalangst te reduceren Docenten geven beeldende en fysieke voorbeelden ter ondersteuning van de uitleg Docenten zorgen voor een stapsgewijze opbouw bij complexe opdrachten Docenten zorgen voor de mogelijkheid tot gebruik van spellingscontrole bij het schrijven van theaterteksten Docenten zorgen voor extra tijd of kortere theaterteksten bij het leren ervan Protocol Mens en Maatschappij Leerlingen worden niet afgerekend op spelfouten. Indien nodig krijgt leerling extra tijd bij toets. Indien nodig en gewenst krijgt leerlingen toets op A3, geel papier of via Adobe Tijdens lessen Nieuwsbegrip extra aandacht voor gewenste lees strategieën. Tijdens de lessen ondersteuning van uitleg via beeldmateriaal en presentatie vormen en/of andere ondersteuning als aanvulling op de taal. Beleid Er zal meer aandacht worden besteed worden aan plannen.
Vakgroep Wiskunde (28-3-2011) De leerlingen die dat wensen krijgen een vergroot proefwerk of een proefwerk met een lettergrootte van 12pt. Vakgroep MVI (Media, Vormgeving & Ict) (8-2-2011) Vakgroep Beeldende vakken / Handvaardigheid Studiewijzers aanpassen: minder kolommen - meer interpunctie dyslexie lettertype groter lettertype aanpassen op de voorleesfunctie Mac Duidelijke structuur: ondersteuning bieden bij ordenen werk, controle en plannen visuele ondersteuning bij structuur opdracht prints van leerlingen: proefdruk laten maken en dan redigeren 24
tekst van leerlingen: samenwerken met Nederlands of Engels maatjessysteem: om strategieën aan te leren voorleestekst en instructie bij KV2 mag woordenboek bij examen
Tips: bij klassenlijsten dyslectici aangeven met D in Magister onder LVS dyslexie en protocol bij leerling opslaan
25