DYSLEXIEBELEID Roald Dahl school Hoorn Juni 2008
WAT IS DYSLEXIE Verschillende verklaringen Het verschijnsel dyslexie wordt in verschillende wetenschappen onderzocht. Bij de neurologie gaat het om onderzoek naar oorzaken van dyslexie op lichamelijk gebied, zoals hersenstructuur en erfelijkheid. De neuropsychologie onderzoekt hersenactiviteiten, zoals het samenwerken van de linker- en rechterhelft van de hersenen. De leertheoretici bestuderen de kenmerken van het lezen en spellen van niet-dyslectici en dyslectici. Soms worden alle leerlingen met ernstige lees- en spellingproblemen dyslectisch genoemd. Ook wordt wel eens een relatie gelegd tussen bewegen (motoriek) en dyslexie. Direct verband hiertussen is er echter niet. Mede hierdoor is er nog veel onbegrip rond dyslexie.
Stellingname Om te kunnen vaststellen of een kind dyslectisch is moet duidelijk zijn wat we hieronder verstaan. Uitgaande van wetenschappelijke afspraken hierover door de Stichting Dyslexie Nederland nemen wij aan dat een dyslecticus altijd problemen heeft met: De verwerking van de lettertekens en van de klanken. Het vergroten van kennis bij het leren lezen, spellen en sommige andere 'schoolse' zaken (bijv. tafels en topografie). Het geautomatiseerd toepassen van die kennis bij lezen, spellen en soms ook hoofdrekenen. Het tempo, de complexe taken en de concentratie bij lezen en spellen en soms ook bij andere vakken. Wanneer er problemen zijn op het gebied van lezen en spellen hoeft een kind dus niet altijd dyslectisch te zijn. Ook andere oorzaken zijn mogelijk. Bijvoorbeeld: Het kind leert over het algemeen erg moeilijk. Er is onvoldoende aandacht besteed aan de leerproblemen. Het kind heeft een periode geen (goed) onderwijs genoten door ziekte, wisseling van school of leerkracht. Het kind heeft andere problemen of zorgen.
2
KENMERKEN BIJ HET LEREN De kleuterfase Het klinkt vreemd om een kind dyslectisch te noemen, wanneer het nog niet heeft leren lezen. Toch zien we bij kleuters, waarbij later dyslexie blijkt, al bepaalde kenmerken: Ze hebben moeite om klanken in woorden op de juiste volgorde te plaatsen. Ze kunnen woorden of zinnen niet precies (na)zeggen. Ze kennen weinig feiten en begrippen, zoals links en rechts, kleuren, dagen van de week. Ze onthouden moeilijk versjes en liedjes.
Leren lezen Bij het leren lezen zien we bij dyslectici het volgende: Ze kunnen de klank bij een letter moeilijk onthouden. Ze verwarren letters, die op het eerste gezicht en het gehoor op elkaar lijken (bijvoorbeeld: m/n, b/d, v/w, u/eu/ui, a/aa). Ze kunnen de eerste woordjes moeilijk onthouden. Ze lezen te veel 'letter voor letter' of haperen bij het lezen.
Lezen na groep 3 Na het leren lezen wordt het lezen verder ontwikkeld. Hierbij speelt, naast de leestechniek, ook het begrijpen van de tekst een belangrijke rol. Bij dyslectici zien we de volgende problemen veel voorkomen: Ze laten woorden weg, voegen ze toe of maken er soms heel andere woorden van. Ze verwarren tekens die op elkaar lijken (bijvoorbeeld: m/n, b/d, z/s, v/w, u/eu/ui). Ze lezen een ander woord dan er staat, maar het woord betekent wel ongeveer hetzelfde (bijvoorbeeld: kat = poes). Ze 'gokken' veel of lezen te veel 'letter voor letter'. Ze vinden lezen moeilijk of hebben er zelfs een hekel aan.
Spellen Foutloos schrijven is voor dyslectici nog moeilijker dan lezen. Belangrijke kenmerken zijn: Ze halen letters die op elkaar lijken door elkaar (bijvoorbeeld: m/n, b/d, s/z, v/w, f/v, u/eu/ui). Ze draaien letters om (bijvoorbeeld: ei = ie, ui = iu). Ze laten letters en woorden weg of voegen ze juist toe. Ze schrijven woorden op zoals ze klinken (de=du). Ze kennen vaak wel regels voor het spellen, maar gebruiken ze niet tijdens het schrijven. Ze maken nog meer fouten in hun eigen verhalen.
3
Andere vakken Ook bij het leren van andere vakken kunnen dyslectische leerlingen problemen hebben, bijvoorbeeld: Ze keren cijfers om (31=13). Bij het hoofdrekenen worden fouten gemaakt doordat de 'tussenstappen' worden vergeten. Ze hebben moeite met 'rijtjes leren' bij aardrijkskunde en het uit het hoofd leren van de tafels. Ze maken veel schrijffouten in hun aantekeningen en werkstukken. Engelse woorden opschrijven is moeilijk.
4
WAT TE DOEN BIJ DYSLEXIE Uitgangspunten Wanneer uit onderzoek blijkt dat we te maken hebben met een dyslectisch kind, stelt de leerkracht met de begeleider een plan op. In het plan staan aanwijzingen voor de leerkracht, leerling en ouders, gericht op lezen en spellen en andere vakken. Accepteren Het accepteren van de problemen van de dyslecticus vormt de basis voor elk handelingsplan. Dyslectici blijven immers altijd op de een of andere manier moeite houden met onderdelen van de schoolvakken. Het is heel belangrijk dat het kind en de omgeving weten, dat het bepaalde problemen heeft als gevolg van dyslexie. Begrijpen Naast acceptatie is het begrijpen van de problemen van de dyslecticus de basis voor het handelen. Dit geldt zowel voor het kind zelf als voor de leerkracht en de ouders. Compenseren Belangrijke hulp die dyslectici kunnen krijgen is gericht op het omzeilen van hun problemen. Dat wil zeggen dat ze gebruik leren maken van hun sterke kanten om problemen te vermijden of verminderen. Zo kunnen bij het aanleren van de lettertekens plaatjes en gebaren tot steun worden gegeven. Dispenseren Voor bepaalde taken krijgt een dyslecticus dispensatie (minder werk maken, meer tijd hebben of iets niet hoeven doen). Extra leerhulp Tenslotte voorziet het plan in aangepaste oefeningen en werk-vormen om problemen bij lezen en spellen te verminderen.
5
WAT IS HET FIK-2 PRINCIPE Bij het ontdekken en onderzoeken van dyslexie wordt gekeken naar de volgende vijf gebieden:
F
onologische Verwerking
Het kernprobleem van dyslexie is het verwerken van klanken en tekens van de taal. We noemen dat fonologische verwerking.
I
Algemene ntelligentie
Er zijn zowel intelligente als niet intelligente dyslectici. De eersten hebben vaak zelf allerlei trucs bedacht om met de dyslexie om te gaan of hun problemen te verbergen. Wanneer het kind bovendien normaal intelligent overkomt, verwacht je geen problemen bij lezen en spellen. Verworven
K
ennis
De meeste dyslectici hebben gebrek aan voldoende kennis bij het lezen en spellen. Bovendien kan ook kennis bij andere vakken tegenvallen (bijvoorbeeld bij rekenen).
T
oepassen Van Kennis
Kennis, die wel aanwezig is, past het dyslectische kind niet altijd toe. Soms is die kennis ook niet goed geautomatiseerd.
W
erkhouding
Dyslectici zijn lezen en schrijven vaak vervelend gaan vinden. Bovendien zijn veel lees- en schrijftaken erg ingewikkeld en complex voor hen. Mede hierdoor ontstaan werkhoudings-problemen. Voor leerkrachten en begeleiders zijn de vijf hierboven genoemde gebieden erg belangrijk bij het ontdekken en onderzoeken van dyslexie. Afgekort noemen wij deze vijf gebieden het FIK-2 principe, waarbij de F(fonologische verwerking), de K(kennis verwerven) en de T(toepassen van kennis) probleemgebieden zijn voor elke dyslecticus. Van de andere twee aspecten kan worden gesteld, dat de I (intelligentie) handig is bij de behandeling en de W (werkhouding) veelal beïnvloed is door de dyslexie.
6
ALGEMEEN SCHOOLBELEID. Om dyslexie effectief te kunnen aanpakken zijn afspraken op schoolniveau erg belangrijk. Over de aanpak worden de volgende principes door de leerkrachten gehanteerd.
Werkhouding Ter versterking van de eigenwaarde en zelfvertrouwen: zelfvertrouwen actief vergroten bij schoolwerk via gesprekken vertellen wat de leerling goed kan op school en daarbuiten positieve gesprekjes aantal goed aangeven i.p.v. aantal fout klassengesprek over dyslexie boekje (voor-)lezen "De smoezenkampioen" van Carry Slee (www.boektoppers.nl) aangepaste becijfering/beoordeling hanteren bijzondere kwaliteiten/activiteiten van de leerling in de groep benadrukken Verbeteren van de taakaanpak: hoeveelheid werk verminderen meer tijd geven bij complexe taken complexe taken leren in stappen aan te pakken in principe geen extra huiswerk geven Concentratie bevorderen: een rustige werkomgeving scheppen afwisseling in taken brengen bij vermoeidheid helpen vermoeidheid te herkennen zelf laten kiezen wanneer apart te zitten
Adviezen aan de ouders regelmatig praten met het kind over hoe het op school gaat zelfvertrouwen centraal stellen via gesprekken
7
Kleuterfase Extra aandacht voor de taalontwikkeling en - beschouwing: interactief voorlezen van verhalen laten vertellen bij platen/ woordenschat vergroten uitnodigen tot talig spel Fonologische ontwikkeling stimuleren: auditief synthetiseren: opbouw: voorwerpenplaatjes klikklak uit het hoofd rijmen auditief analyseren in (dubbel-)klanken gebaren bij liedjes aanleren Verwerven van kennis geheugensteuntjes bieden bij en structuur aanbrengen in (abstracte) begrippen en namen:(kleuren, dagen, links/rechts) bijv. links=hand met lintje na het hoeveelheidbegrip de cijfers leren herkennen (0-9) en getal 10 naam goed leren schrijven(blokschrift afstemmen groep 3) Werkhouding motivatie verhogen voor talige informatie: werken met drama, 'taalhoek' en gesprekken stimuleren complexe talige taken vereenvoudigen luisterhoek maken pictogrammen gebruiken om stappen in taken aan te geven
8
Lezen Verwerven van kennis: kennis van woord-betekenis en zinsbouw vergroten meelezen/luisterlezen niet hardop laten lezen in de klas, tenzij voorbereid bij platen laten vertellen aanleren van verschillen tussen visuele en auditieve woordstructuren extra leeshulp met leerkracht Toepassen van kennis laten stillezen leren voorspellend lezen met tekst-structuurkennis extra leeshulp: 'tutor'-lezen / koppellezen op zo hoog mogelijk AVI-niveau oefenen, zover begrip en techniek toelaten(norm qua tijd en fouten soepel hanteren!) Werkhouding boekpromotie AVI-niveau ook daadwerkelijk met de AVI- teksten toetsen, ev. met voorbereiding bij AVI-toetsafname een niveau lager beginnen (laten inlezen) en veel stimuleren vertrouwen geven dat leren lezen gaat lukken andere beoordeling op rapport hanteren en dit de ouders uitleggen vaker AVI-toetsen (2x per jaar) Advies aan de ouders boekpromotie , bibliotheekbezoek tekst eerst voorlezen, voordat je kind hem leest
9
Spellen Verwerven van kennis: bewust leren worden van eigen fouten systematisch de spelling opbouwen, zoveel mogelijk volgens auditief beginnende regels via Spellingspiekschrift geschikte(!) steuntjes en regels aanleren, zoals: ui (kuil met schop) leren verwoorden van spellingcategorieën aanleren van voorwaardelijke kennis: zoals lange/korte klanken; (mede)klinkers; klankgroepen extra spellinghulp Toepassen van kennis: toepassing regels en steuntjes in ander werk aanleren controlefase aanleren na het schrijven, gericht op eigen foutenbeeld leren geleerde steuntjes en regels te gebruiken via opbouw: eerst in eenvoudige taken, dan in complexe waar mogelijk de computer gebruiken voor tekstverwerking extra spellinghulp Werkhouding: andere beoordeling op rapport hanteren en dit de ouders uitleggen bij dictee alleen woordjes laten opschrijven en hierbij zelf laten zoeken welke woorden dat zijn.
Adviezen aan de ouders thuis in principe niet aan de spelling werken verwachten dat veel geduld nodig is voor je ziet dat het kind vooruitgaat met spellen verwachten dat het kind in spontane briefjes veel fouten maakt fouten in spontane briefjes niet verbeteren inspanning expliciet waarderen
10
Rekenen Verwerven van kennis: tafels aanleren met omgekeerde en dichtbij liggende sommen open tafelkaart hierbij leren hanteren oplossingsmanieren-hulpboekje maken, met per somtype de voor de leerling werkbare oplossingsmanier steuntjes aangeven grote getallen goed leren uitspreken bewust leren worden van eigen fouten oplossingsmanieren leren verwoorden Toepassen van kennis: tafelkaart leren gebruiken tijdens rekentaken inzicht stellen boven automatiseren leren oplossings-manieren te gebruiken lange sommen met kladpapier laten doen (tussenstappen) splitsingen proberen te automatiseren bekende tafels proberen te automatiseren hoofdrekenen rekenmachine leren gebruiken in de bovenbouw extra rekenhulp Werkhouding: schattend leren rekenen kladpapier bij toets tafelkaart bij toets
Adviezen aan de ouders verwachten dat je kind de tafels niet uit het hoofd kent (op rij en/of sommen door elkaar) verwachten dat er bij klokkijken verwarring is (voor en over e.d.) verwachten dat geldrekenen problematisch kan zijn een boodschap laten doen en zelf laten betalen uitdragen dat fouten mogen
11
Schrijven blokschrift aanleren (met speciale methode) met de best passende pen laten schrijven computer gebruiken Advies aan de ouders er vanuit gaan dat het kind zijn best doet op het handschrift ook al is het niet prachtig
Wereld Oriëntatie Kennis verwerven: hoeveelheid schriftelijke informatie beperken leeswerk op begrip richten, leren studerend omgaan met informatie samen met goede leerling schriftelijke informatie doornemen ezelsbruggen verzin-nen voor jaartallen/ reeksen/moeilijke namen/begrippen, zoals: TV-TAS( ndl. eilanden) N/Z-O/W: via Noorwegen, Oostblok meer tijd geven eventueel inspreken op band/voorlezen extra leerhulp opbouw van werkstuk leren (structuur) Toepassen kennis: creativiteit stimuleren opbouw van werkstuk leren toepassen vooral leren feiten opzoeken i.p.v. weten extra leerhulp Werkhouding spellingfouten niet aanrekenen in werkstukken creativiteit extra waarderen veel complimenteren voor schriftelijk werk bespreken wat de leerling nog moeilijk vindt met huiswerk mondeling toetsen hoeveelheid topografie verminderen topografietoets in hoeveelheid opbouwen
Adviezen aan ouders verwachten dat het onthouden van (plaats)namen moeilijk is laten kaartlezen op vakantie nieuwe kennis inzichtelijk koppelen aan oude kennis samen schriftelijke informatie doornemen
12
13
14