Dyslexie Een definitie van dyslexie De automatisering van het lezen en foutloos schrijven van woorden ontwikkelt zich zeer onvolledig of zeer moeizaam op de basisschool. Als de school gedurende enige tijd verantwoord en planmatig een extra inspanning heeft geleverd en dit levert te weinig op, dan kun je van dyslexie spreken. 10% van de leerlingen op de basisschool heeft behoefte aan extra ondersteuning. Dan hoeft er nog geen sprake van dyslexie te zijn. Bij een aantal van hen heeft de extra hulp een gunstig effect. In de rest van de gevallen gaat het om hardnekkige problemen. Dit zijn mogelijk de dyslectici. Voor deze leerlingen is een uitgebreid onderzoek nodig door een orthopedagoog of een psycholoog die een extra opleiding heeft gevolgd op het gebied van leerstoornissen. Deze kan een dyslexieverklaring opstellen. Is de diagnose dyslexie gesteld, dan komt een leerling van d’Ampte in aanmerking voor een dyslexiepas met faciliteiten zoals b.v. extra tijd bij toetsen, spellingfouten minder zwaar rekenen of opgaven in grotere letters. Dyslexie in de les Dyslectische leerlingen in het voortgezet onderwijs kunnen o.a. opvallen door: een achterstand in lezen en/of spellen in een relevante vergelijkingsgroep een tekort in automatisering slecht schriftelijk en/of mondeling woordgebruik spreken of schrijven in korte zinnen het moeite hebben met het spellen van complexe woorden en de alledaagse eenvoudige woorden het niet goed toe kunnen passen van regelstrategieën zoals spellingregels bij het lezen de rode draad niet vast kunnen houden en moeite hebben met het begrijpen van de tekst een zwak werkgeheugen, moeite met het onthouden van losse gegevens (rijtjes, woordjes, jaargetallen enz.) slecht gevoel voor ordening in tijd moeilijk leesbaar handschrift slecht leesbare dictaten door de vele verbeteringen en doorhalingen weinig structuur in de planning van hun huiswerk tijdsproblemen bij het nauwkeurig lezen van een opgave negatief zelfbeeld, faalangst, extreme spanning bij lees- en spreekbeurten, proefwerken enz. Dyslexie op d’Ampte Leerlingen komen op d’Ampte met een dyslexieverklaring en een dyslexiedossier van de basisschool een dyslexieverklaring een aantekening dyslexie op het aanmeldingsformulier Dyslexie op d’Ampte
Een dyslexieverklaring moet ondertekend zijn door een orthopedagoog of psycholoog. Nadat de dyslexiecoördinator de dyslexieverklaring en het dossier heeft gelezen, wordt de leerling uitgenodigd voor een gesprek. Er wordt gesproken over de vorm dyslexie van de leerling en hoe hij daar mee om moet gaan. Een uitleg over het gebruik van de dyslexiepas wordt gegeven en de faciliteiten worden besproken. Bij elke vorm dyslexie passen een aantal faciliteiten. De faciliteiten die bij de betreffende dyslectische leerling passen, worden vastgelegd op de dyslexiepas. De dyslexiepas is een geplastificeerde kaart die 4 jaar lang meegaat. De leerling heeft zelf de verantwoording over het beheer van de pas. Hij moet de kaart bij zich hebben en laten zien. Mochten de faciliteiten niet voldoende zijn, omdat de vorm dyslexie ernstiger blijkt, dan zijn er nog andere mogelijkheden zoals b.v. gesproken boeken, regelkaarten of het gebruik van een Daisyspeler. Ook op het examen kan er gebruik worden gemaakt van faciliteiten, zoals extra tijd. Een leerling met ”aantekening dyslexie” op het aanmeldingsformulier wordt, als dit nodig is, eerst op school getest of er mogelijk vormen van dyslexie aanwezig zijn. Zij worden eventueel doorgestuurd naar een orthopedagoog of psycholoog voor een dyslexieverklaring. Inhoud schooltest vragenlijst taalvoorwaardenonderzoek zinnendictee technisch en begrijpend lezen Afhandeling schooltest verslag aan ouders, leerling en mentor het advies kan zijn dat de leerling RT op school krijgt en/ of dat de leerling wordt doorgestuurd voor een dyslexieverklaring. gegevens worden in het leerlingvolgsysteem gezet en in het leerlingdossier bewaard. Behandeling vindt plaats door middel van de faciliteiten op de dyslexiepas. Iedere docent moet zich aan de faciliteiten op de dyslexiepas van de leerling houden. Docenten weten hoe ze met dyslectische leerlingen om moeten gaan. Er is een mogelijkheid voor extra hulp door een RT- docent. De dyslexiecoördinator is het aanspreekpunt voor de dyslectische leerlingen. Bij hem/haar kunnen ze terecht voor hun dyslexieproblemen. De dyslexiecoördinator ziet er op toe dat de vakdocenten zich aan de afspraken houden. Het komt voor dat leerlingen uit de 2de of 3de klas toch dyslectisch blijken te zijn. Dit komt omdat de complexiteit van het leerprogramma toeneemt en de sociaalemotionele ontwikkeling van het kind sterk verandert. Er kunnen problemen ontstaan ten aanzien van de cognitieve vaardigheden. Dyslexie op d’Ampte
Deze leerlingen worden eerst op school getest of er mogelijk vormen van dyslexie aanwezig zijn, voordat zij eventueel doorgestuurd worden voor een dyslexieverklaring.
Dyslexiepas Scholengemeenschap Tabor Locatie d’Ampte Naam: Faciliteiten dyslexiepas Proefwerken/toetsen met groot lettertype Extra tijd voor proefwerken of 30% minder opdrachten Auditieve ondersteuning Rekening houden met problemen bij lees- en spreekbeurten Visuele ondersteuning Geen spellingfouten meerekenen bij vakinhoudelijke toetsen Mondelinge overhoring als toetsen onvoldoende gemaakt zijn
Heeft een dyslexieverklaring en Volgens de wetgeving heeft zij/hij in de les recht op de volgende faciliteiten (zie achterzijde). Op deze wijze kunnen wij haar/hem de kans geven tijdens de schoolloopbaan met dyslexie om te gaan. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot: M. van den Brink (RT-docent)
Uitleg faciliteiten van de dyslexiepas
Proefwerken/toetsen met groot lettertype (verdana 12) Extra tijd voor toetsen of 30% minder opdrachten Dyslexie op d’Ampte
Als de extra tijd om organisatorische redenen niet gegeven kan worden, verminder dan het aantal opdrachten met 30%. Voor de overblijvende opdrachten moet ook een maximale score gehaald kunnen worden. Leerlingen moeten meer aandacht kunnen besteden aan het lezen en het schrijven. Voor hen is het noodzakelijk de vragen/opdrachten 2 tot 3x te kunnen lezen.
Auditieve ondersteuning Als de vraagstelling van toetsen en/of opdrachten niet begrepen wordt dan hebben zij recht op uitleg en/of verduidelijking. Rekening houden met problemen bij lees- en spreekbeurten Niet laten voorlezen , gewoon overslaan, ook niet een klein stukje “proberen”. Teksten die hardop gelezen moeten worden, mogen worden voorbereid. Bij spreekbeurten kan een compenserende opdracht gegeven worden. Laat de leerlingen boeken lezen op hun eigen niveau. Denk ook aan het gebruik van gesproken lees- en studieboeken. Visuele ondersteuning Computer aanbevelen als hun handschrift niet goed leesbaar is. Geen handgeschreven werk eisen of becijferen, spellingcontrole toestaan, eventueel in overleg gebruik maken van een laptop in de klas. Als opdrachten niet begrepen worden dan beeldmateriaal of andere voorbeelden laten zien. Geen spellingfouten meerekenen. Beoordeel op vakinhoudelijke kennis Beoordeling zonder doorslaggevende waarde te hechten aan spelling. Woorden worden vaak fonetisch weergegeven. Bekijk of de toets voldoende is voorbereid. Als regels niet automatiseren, is er een mogelijkheid om kaarten van regels te maken, die bij toetsen gebruikt kunnen worden. Kopieermogelijkheden bieden en geschreven werk controleren. Mondelinge overhoring als toetsen onvoldoende gemaakt zijn Als de leerling ondanks goede voorbereiding toetsen onvoldoende gemaakt heeft, geef hun dan de mogelijkheid een toets mondeling te herkansen. Het geeft een betrouwbaardere indruk van de kennis van de dyslectische leerling.
Voor alle duidelijkheid: De leerlingen komen niet voor alle faciliteiten in aanmerking. Op de dyslexiepas staan hun faciliteiten aangestreept.
Tips voor leerkrachten voortgezet onderwijs Er is voor dyslectische kinderen een contactpersoon die hun belangen behartigt. Dit voorkomt dat leerling en zijn/haar ouders elke leerkracht opnieuw moeten vertellen waarom hij/zij spellingfouten maakt, moeite heeft met hardop voorlezen enz. Dyslexie op d’Ampte
Reken bij vakken zoals aardrijkskunde, geschiedenis en wiskunde geen spellingfouten mee. Beoordeel de leerling op z’n vakinhoudelijke kennis. Geef extra tijd bij klassikaal werk (tekst lezen, proefwerken en toetsen), maar niet meer tijd bij een huiswerkopdracht. Dan werkt de leerling maar langer. Geef huiswerk het liefst voor de komende 14 dagen op. Geef een lijst met de moeilijke woorden van een vak om thuis te oefenen. Dyslectische leerlingen drukken zich moeilijk uit op papier. Accepteer en stimuleer het schrijven in korte zinnen en een kort verhaal. Door de beperkingen in hun ontplooiing kunnen dyslectische leerlingen faalangstig en gedemotiveerd zijn. Docenten kunnen daardoor ten onrechte deze leerling als ongeïnteresseerd ervaren. Deze leerlingen zijn gevoelig voor storing en rommeligheid, zet de leerling in de klas vooraan met zo min mogelijk afleiding. Laat de leerling gebruik maken van een tekstverwerker, woordenboek, spellingkaarten enz. Houd rekening met de traagheid.De leerling reageert langzaam op klassikaal gestelde vragen. Maak het bord niet te snel schoon. De traagheid geldt niet alleen voor taal, maar ook voor het leren van nieuwe handelingen en begrippen bij alle vakken. Geef de leerling de mogelijkheid het dictaat van een klasgenoot te kopiëren, zodat hij/zij het eigen werk kan corrigeren en leren. Overleg met collega’s over de proefwerken. Plan geen twee taalproefwerken op één dag. Bied lesmateriaal en proefwerken duidelijk, overzichtelijk en in getypte vorm aan. Geef de leerling recht op nabespreken van schriftelijke overhoringen zodat hij/zij kan aantonen dat de lesstof beheerst wordt. Geef een leerling na de les ruimte om extra uitleg te komen halen. Bij beoordeling van de spelling is het zinvol herhalingsfouten minder zwaar te rekenen. Het taalgebruik van vakleerkrachten moet begrijpelijk zijn met heldere, concrete voorbeelden. Zet huiswerk op het bord en licht het mondeling toe. Deze leerlingen moeten veel lezen. Het is belangrijk dat zij/hij de leessnelheid verhoogd. Dit kan geoefend worden. Eventueel met eenvoudiger boeken. Wat kan de dyslectische leerling zelf doen Zelfstandigheid 1. Werk zelf aan je dyslexie Accepteer dat je met dyslexie meer tijd voor je huiswerk en het leren nodig hebt, dan je klasgenoten. Richt je zoveel mogelijk op het leggen van verbanden, concentreer je niet op de feitjes, maar probeer de grote lijnen van de tekst te begrijpen. Dyslexie is geen excuus om minder te doen. Vraag als het nodig is om extra uitleg. Dyslexie op d’Ampte
Effectief studeren 2. Neem voor het studeren de tijd Probeer uit hoe je het beste kunt leren. Leer met je ogen, je oren en je handen. Leer niet teveel achter elkaar. Verdeel je leerstof in brokken. Het is beter 4 dagen 15 woorden te leren, dan op een dag 60 woorden. 3. Studeer en werk op een zo rustig mogelijke plek Ga in de klas vooraan zitten. Leer thuis niet met muziek. Studeer in de stilste kamer. Doe desnoods oordoppen op. Neem na ¾ uur leren een ¼ uur pauze. 4. Neem lessen op verschillende manieren op Lees, spreek uit, schrijf op en stel je iets voor, bijvoorbeeld bij het leren van nieuwe woorden. Lees, spreek uit en luister naar jezelf. Schrijf het woord op en fantaseer over de betekenis. 5. Vat lessen samen en leer je eigen samenvatting In teksten staan veel onnodige woorden. Maak een schema of samenvatting met kernwoorden. Met die eigen samenvatting ken je de les al bijna. Vertel daarna bij elk geschreven kernwoord wat je weet. Van de samenvatting van een ander leer je weinig. Niet-talige vakken 6. Raak niet in paniek als je iets niet snel begrijpt Je bent goed in vakken met weinig taal, maar de instructie met veel informatie gaat soms te snel. Geen paniek: kijk er nog eens naar, lees opnieuw. Vraag om herhaling. Laat het bezinken. Na een paar dagen begrijp je het vanzelf. 7. Oefen extra Sommige dingen, zoals sommen, worden door oefening geleerd. Dyslectici krijgen wat langzamer de nodige routine. Maak bijvoorbeeld wat meer oefensommen dan anderen. Later kun je de sommen beter gebruiken dan veel anderen. 8. Probeer vooruit te werken Vraag om een lijst met te verwachten moeilijke woorden. Leer proefwerken en toetsen ruim genoeg van tevoren. De laatste avond geen nieuwe leerstof meer leren, maar alles nakijken. Vraag om het huiswerk ruim van tevoren op te geven. Dyslexie op d’Ampte
Lezen 9. Lees zo veel mogelijk Mensen lezen steeds gemakkelijker als zij ouder worden. Dat geldt ook voor jou. Ga het weer eens echt proberen. Lees iedere dag voor jezelf een half uur, om je tempo te verhogen en om een beter woordbeeld te krijgen (je gaat meer woorden goed schrijven). Over één jaar kun je dan veel beter lezen en schrijven. 10.Lees een tekst opnieuw als je niet begrijpt wat er staat Lees rustig, herlees, regel na regel, alinea na alinea. Vraag je af wat je gelezen hebt en wat de kern is. Streep trefwoorden aan als je de inhoud snel vergeet. Schrijven 11.Maak een schema voordat je gaat schrijven Schrijf in een schema de belangrijkste onderwerpen. Maak daarna een uitgebreid schema met trefwoorden. Schrijf daarna pas je verhaal. 12.Verbeter je spelling Vraag een overzicht van spellingregels. Controleer steeds wat je geschreven hebt. Gebruik daarbij een woordenboek en de spellingregels. Ieder schoolvak heeft zijn eigen ‘vakwoorden’. Maak een lijst van vakwoorden en de betekenis. Je toekomst 13.Keuze van je beroeps- of vervolgstudie Misschien is het nu nog niet belangrijk, maar houd rekening met dyslexie. Zowel voor je vakkenpakket als voor je toekomstplannen. Bijna alle soorten werk kun je aan: wel zijn een paar minder geschikte beroepen. Bespreek dat met je mentor of je decaan. 14.Op het werk(stage) Als je een mondelinge instructie niet kunt volgen, zeg het. Je bent pas dom als je doet of je iets wel begrijpt. Namen, adressen en nummers gaan vaak te snel. Kun je het niet volgen? Vraag om een langzame herhaling. Vertel je baas over dyslexie.
Bekende mensen met dyslexie
Dyslexie op d’Ampte
Albert Einstein
Agatha Christie
Jan des Bouvrie
John Lennon
Leonardo da Vinci
Walt Disney
lees hardop Vlgones een oznrdeeok op een Eglnese uvinretsiet mkaat het niet uit in wlkee vloogdre de ltteers in een wrood saatn, het einge wat blegnaijrk is is dat de eretse en de ltaatse ltteer op de jiutse patals saatn. De rset van de ltteers mgoen wllikueirg gpletaast wdoren en je knut vrelvogens gwoeon lzeen wat er saatt. Dit kmot odmat we niet ekle ltteer op zcih lzeen maar het wrood als gheeel. Delystci zein vaekr de leterts door eklaar saatn.
Dyslexie op d’Ampte