Handleiding
DVB-S-combi-receiver
UFD 170 en Draaieenheid
Voorwoord Geachte klant, Deze handleiding helpt u de omvangrijke functies van uw nieuwe DVB-combi-receiver en de draaieenheid optimaal te gebruiken. Wij hebben de gebruiksaanwijzingen zo duidelijk mogelijk opgesteld en zo kort mogelijk gehouden. Om bepaalde vakuitdrukkingen te begrijpen die niet vertaald kunnen worden hebben wij een klein woordenboek aan het eind van deze handleiding bijgevoegd. Met de aan/uitknop hebben we rekening gehouden met milieuvriendelijkheid. Koppel het apparaat daarom om stroom te sparen bij langere TV-pauzes van de stroom af. Bij kortere pauzes kunt u de apparaten met de afstandsbediening op standby zetten zodat slechts een minimum van de stroom wordt gebruikt. Wij wensen u een goede ontvangst en veel plezier met uw nieuwe DVB-caravan-receiver en de automatische positioner. Het KATHREIN-Team
Als u met uw UFD 170/draaieenheid onverwacht problemen heeft, neemt u dan contact op met uw vakhandel of met onze hotline: KATHREIN-Werke KG
ESC (Electronic Service Chiemgau)
Technische Kundenberatung
Werksreparaturstelle
Tel: (0 80 31) 18 4-7 00
Tel: (0 86 41) 95 45-0
Fax: (0 80 31)18 4-6 76
Fax: (0 86 41) 94 45-35/-36
Internet: www.kathrein.de www.esc-kathrein.de E-mail:
[email protected] [email protected] Er vinden steeds veranderingen plaats met betrekking tot de programmabezetting van de satellieten en transponders. Dan moeten de programma‘s opnieuw ingesteld worden omdat ook de fabrieksprogrammering alleen met de stand op de productiedatum overeenkomt. De gegevens voor deze nieuwe instelling kunt u op Internet of in de betreffende tijdschriften vinden. Onze apparaten worden af fabriek met de modernste software uitgerust. Wij doen ons best de software aan de wensen van onze klanten en aan de stand der techniek aan te passen. In de paragraaf “Update software en programmalijsten” vindt u hierover verdere informatie. Let op dat de draaieenheid van Kathrein uitsluitend voor gebruik met de DVB-combi-receiver UFD 170 van Kathrein is bedoeld! UFO®micro en UFO®mini zijn geregistreerde handelsmerken van KATHREIN-Werke KG. DiSEqC™ is een handelsmerk van de European Telecommunications Satellite Organization (EUTELSAT).
3
Inhoudsopgave Voorwoord
3
Inhoudsopgave
4
Veiligheidsinstructies en belangrijke tips
7
Aansluiting en ingebruikneming Apparaat aansluiten SAT-ZF-aansluiting Ontvangstvereisten Voorinstelling van de ontvangstinstallatie TV-aansluiting Audio-aansluiting Dolby-aansluiting IR-ontvanger Batterijen in de afstandsbediening plaatsen
8 8 8 8 8 9 9 9 9 9
Bedieningselementen, mededelingen en aansluitingen Aanzicht voorzijde Aanzicht achterzijde Functietoetsen van de afstandsbediening Belangrijke tip voor de afstandsbediening Commandoset van de afstandsbediening
10 10 10 11 12 12
Gebruiksinstructies Menuconcept Taalkeuze Alfanumerieke bezetting van de cijfertoetsen van de afstandbediening
13 13 13 14
Menustructuur
15
Eerste ingebruikneming Belangrijke tip De eerste maatregelen Fabriekssatellietinstelling van de receiver
16 16 16 18
Beeldschermmededelingen/OSD (On Screen Display) Algemeen Helpfunctie Kanaalmelding TV/Radio Foutmelding
19 19 19 20 20
Teletekst
21
Programmakeuze Selectie van een TV- of radioprogramma Ontvangststatus Kanalenlijst TV/Radio Selectie van het TV-/radioprogramma door ingeven van cijfers Switchen van een TV-programma naar een radioprogramma
22 22 22 23 24 24
Common Interface Belangrijke tips Plaatsen van de smartcard en de CA-module Tip voor Conax-, SECA-, Viaccess- en CryptoWorks-gebruikers
25 25 25 27
Timerinstellingen VPS-signaal
28 29
Geluidsinstellingen Instellen van het volume Weergave stereo en tweekanalengeluid AC 3 Geluid uitzetten - Mute
30 30 30 31 31
4
Inhoudsopgave Programmaoverzicht (EPG) EPG (elektronische programmagids) EPG-timerprogrammering
32 32 33
Kanalenlijst/Kanalen beheren Selectie van de laatst ontvangen programma‘s Favorietenkanaal Favorietenkanaal instellen Nieuwe naam geven aan favorietenlijsten Oproepen favorietenkanaal uit favorietenlijst Favorietenaanduiding ongedaan maken Kanalenlijstmodus (favoriet, satelliet, alfabet) Volledige kanalenlijst Kanalen sorteren Kanalen wissen Kanalen handmatig toevoegen
34 34 35 35 36 37 37 38 39 40 40 41
Satellieten toevoegen/wissen Satellieten instellen Satellieten wissen
42 42 43
Codewoord en kinderbeveiliging Fabrieksinstelling van het codewoord Instelling van het codewoord en de kinderbeveiliging Kinderbeveiliging (blokkeren van een kanaal)
44 44 44 45
Systeemparameters instellen Kinderbeveiliging Systeeminformatie Plaatselijke tijd/Timer TV-type Beeldformaat Beeldscherm A/V-modus
47 47 47 48 48 48 49 49
Installatiemenu Oproepen installatiemenu LNB-configuratie Oscillatorfrequentie L.O. Gebruik Standby DiSEqC™1-instelling DiSEqC™2-instelling Antenneafstelling Satellieten zoeken Transponder wijzigen/zoeken/wissen DiSEqCTM [UFO]-Setup 22-kHz-signaal Tone Burst- en DiSEqCTM-signaal DiSEqCTM DiSEqCTM-herhaling UFO®mini Remote-frequentie UFO®micro Fabrieksinstelling Software- en programmalijstupdate
50 50 50 50 51 51 52 52 53 54 55 56 57 57 57
Installatiemenu
60
Aansluitschema SAT-ZF-aansluitingen Boordnetaansluiting Besturingskabel
61 62 62 62
57 58 58 58 58 59
5
Inhoudsopgave Belangrijke aanwijzingen bij de draaieenheid voor ingebruikneming Afstandsbediening Tip bij de eerste ingebruikneming
63 63 63
Uitlijning (satelliet zoeken) Handmatige correctie
64 65
Verandering van plaats
67
Reset/Parkeren Reset Parkeren
68 68 69
Bijzondere mededelingen van de draaieenheid Mededelingen ter bescherming van het systeems Satelliet verloren/Limiet bereikt
70 70 70
Softwaredownload draaieenheid
72
Handmatig inklappen op die parkeerstand Veiligheidsinstructies Uitvoeren handmatig inklappen
74 74 75
Service
76
Verklarende woordenlijst
77
Klein technisch woordenboek
78
6
Veiligheidsinstructies en belangrijke tips U vindt op deze pagina belangrijke tips ten aanzien van gebruik, plaats van opstelling en aansluiting van het apparaat. Lees de aanwijzingen zorgvuldig door voordat u het apparaat in gebruik neemt. Stroomkabel Let erop dat de stroomkabel niet beschadigd wordt. Apparaten met een beschadigde stroomkabel moeten van de elektriciteit afgekoppeld worden en voor opnieuw in gebruik nemen door een vakman gerepareerd worden. Er bestaat levensgevaar door een elektrische schok!
GEVAAR!
Zekering in de kabel en in de receiver Het is verboden de zekering in de kabel of in de receiver te verwijderen of te overbruggen! Vervang een defecte zekering altijd door een zekering met dezelfde nominale waarde! Er bestaat brandgevaar door kortsluiting! Reiniging Koppel het apparaat af van de elektriciteit voordat u het schoonmaakt. Gebruik voor het schoonmaken een droge doek en maak alleen het oppervlak schoon. Open het apparaat in geen geval. Als onderdelen binnen in het apparaat worden aangeraakt bestaat er levensgevaar door een elektrische schok! Spelende kinderen Let erop dat kinderen geen voorwerpen in de ventilatiesleuven steken. Er bestaat levensgevaar door een elektrische schok! Aarding De antenne-installatie moet conform de voorschriften geaard of aan de equipotentiaal aangesloten worden. Daarbij dienen de EN 60728/11- en eventueel de landspecifieke voorschriften opgevolgd te worden.
WAARSCHUWING!
Er bestaat gevaar door overspanning, blikseminslag! Netspanning Gebruik het apparaat alleen op de voor het apparaat aangegeven netspanning (te zien aan de achterkant van hetapparaat c.q. op de externe voeding)! Het apparaat mag pas aan het elektriciteitsnet aangesloten worden nadat de verbindingen met de antenne en het TV-apparaat c.q. het kabelnet en de PC zijn aangebracht. Als de netspanning te hoog is, bestaat er brandgevaar! Voertuighoogte Gevaar op ongevallen door overschrijding van de normale voertuighoogte door een niet neergelaten antenne! De chauffeur is voor de toestand van de op-/aanbouwsels verantwoordelijk. Als de antenne niet is neergelaten, kan ernstige schade aan de antenne en aan het voertuig ontstaan! Reparatie Laat reparaties aan uw apparaat alleen door gekwalificeerd personeel uitvoeren. Eigenmachtig openen en reparatiepogingen leiden tot verlies van garantie! Door ondeskundig werken aan het apparaat kan de elektrische veiligheid van het apparaat in gevaar komen. De fabrikant is niet aansprakelijk voor ongevallen van de gebruiker bij geopend apparaat! Aansluitingen Verkeerde aansluitingen kunnen tot bedrijfsstoringen of tot defecten aan het apparaat leiden! Langere afwezigheid/Onweer
OPGETLET!
Schakel het apparaat bij langere afwezigheid en bij onweer altijd met de aan/uitknop uit. Dat geldt ook voor die apparaten die aan het apparaat zijn aangesloten. Ook afkoppeling van het kabelnet wordt aangeraden. Denk aan eventuele timerprogrammeringen (receiver) en schakel het apparaat tijdig voor het opnametijdstip weer in. Plaats van opstelling Elk elektronisch apparaat ontwikkelt warmte. De opwarming van het apparaat ligt echter in het toegestane bereik. Gevoelige meubeloppervlakken en fineer kunnen door de permanente warmte-inwerking in de loop der tijd verkleuren. Zo kunnen ook de apparaatvoetjes op behandelde meubeloppervlakken voor kleurveranderingen zorgen. Zet het apparaat eventueel op een vaste, geschikte, egale plaat! Ventilatie De in dit apparaat ontstane warmte wordt voldoende afgevoerd. Installeer het apparaat desondanks nooit in een kast of op een plank met onvoldoende ventilatie. Dek nooit de koelsleuven van het apparaat af! Zet geen voorwerpen op het apparaat en houd een vrije ruimte aan van minstens 10 cm boven het apparaat zodat de ontstane warmte ongehinderd afgevoerd kan worden. Vocht, zonnestraling, warmte Bescherm het apparaat tegen vocht, druppels en spatwater. Zet het apparaat niet in de buurt van de verwarming, zet het niet in het directe zonlicht en gebruik het niet in vochtige ruimtes.
7
Aansluiting en ingebruikneming De volgende paragraaf is speciaal voor de vakhandel. U behoeft deze paragraaf alleen maar te lezen als u de installatie zelf uitvoert. In de paragraaf “Aansluitschema” vindt u een voorbeeldconfiguratie. Sluit de apparaat pas aan de stroom aan als alle installatiewerkzaamheden correct zijn uitgevoerd. Lees hiertoe paragraaf “Veiligheidsinstructies”.
Apparaat aansluiten Als de UFD 170 samen met een CAP 210 c.q. een CAP 310 van Kathrein gebruikt wordt, moet de montagehandleiding van de betreffende CAP-eenheid bij de installatie gebruikt worden!
SAT-ZF-aansluiting Sluit de SAT-ZF-ingang van de UFD 170 aan de satellietontvangstinstallatie aan. Gebruik hiervoor een coaxiaalkabel met een aansluitstekker norm F. Als de F-stekker op de kabel nog niet gemonteerd is, isoleert u de kabel conform de volgende grafiek en draait u de F-stekker zorgvuldig op het kabeleind tot hij stevig op de kabel zit. Draadwerk terugbuigen
7 mm 10 mm
Let erop dat bij de montage van de stekker geen draden van de afscherming met de binnengeleider in aanraking komen - dit kan kortsluiting tot gevolg hebben. De kwaliteit van het ontvangstsignaal hangt af van de verbinding!
Ontvangstvereisten Controleer of uw eigen sat-antenne-installatie voor de digitale ontvangst in het High-Band-bereik minstens een universele LNB heeft.
Voorinstelling van de ontvangstinstallatie De voorinstelling voor de besturingssignalen is voor gebruikelijke ontvangstinstallaties uitgevoerd, dus 14/18 V voor de polarisatieomschakeling en 22-kHz-schakelsignaal voor de Low-/High-Bandomschakeling bij multifeed-ontvangstinstallaties.
8
Aansluiting en ingebruikneming TV-aansluiting Verbind de UFD 170 (TV-scartingang) en het TV-apparaat met een scartkabel. Als u TV-apparaat geschikt is voor stereo, kunt u het geluid via de scartverbinding in stereo ontvangen.
Audio-aansluiting Als u het geluid via de hifi-installatie wilt weergeven, verbindt u de audio-cinchbussen en de ingangsbussen van de hifi-installatie met het juiste snoer.
Dolby-aansluiting De Dolby Digital datastroomuitgang (AC 3) is voor de aansluiting aan een Dolby Digital installatie voorzien.
IR-ontvanger Sluit de infraroodontvanger aan de ingang “IR REMOTE IN” aan en plaats hem zo dat u een zichtverbinding naar de afstandsbediening krijgt. De UFD 170 kan alleen via de afstandsbediening aangestuurd worden!
Batterijen in de afstandsbediening leggen Haal de deksel aan de achterkant van de afstandsbediening af. Leg de twee meegeleverde batterijen in de afstandsbediening en let er daarbij dat polen in de juiste richting wijzen - dat is op de bodem van het batterijvak aangegeven. Schuif de deksel weer op het huis en laat deze vastklikken. Lege batterijen zijn speciaal afval! Gooi lege batterijen nooit met het huisvuil weg, maar geef ze af bij een verzamelpunt voor lege batterijen!
Elektronische apparaten behoren niet in het huisvuilmaar moeten volgens richtlijn 2002/96/EG VAN HET EUROPESE PARLAMENT EN DE RAAD d.d. 27 januari 2003 met betrekking tot opgebruikte elektrische en elektronische apparaten op de juiste manier worden weggegooid. Geef dit apparaat aan het eind van zijn gebruiksduur af bij de daarvoor bedoelde openbare verzamelpunten.
9
Bedieningselementen, mededelingen en aansluitingen In dit hoofdstuk vindt u een korte beschrijving van alle bedieningselementen, mededelingen en aansluitingen.
Aanzicht voorkant
1
2 3
Aanzicht achterkant 1
2
5
3
6 4
8
12
9
7
Aanzicht voorkant
13
10 11
Aanzicht achterkant
1
Aan-/uitschakelaar (AAN/UIT)
1
Aansluiting voor infraroodontvanger
2
Zekering
2
Sat-ZF-signaalingang draaieenheid
3
2 Common Interface insteekplaatsen voor de opname van 2 CA-modules
3
Sat-ZF-signaalingang receiver(is met “5” verbonden)
4
RS 232 data-interface
5
Sat-ZF-signaal doorlusuitgang Draaieenheid (is met “3” verbonden)
6
Sat-ZF-signaal doorlusuitgang voor receiver
7
Scartaansluiting voor TV-aansluiting
8
Netspanningleiding
9
Audio-uitgangen, 2 Cinchbussen L+R kanaal
10 Video-uitgang (FBAS) 11 Dolby Digital Datastroomuitgang (AC 3) 12 Stroom voor draaieenheid 13 Uitgang voor dataverbinding naar draaieenheid 10
Bedieningselementen, mededelingen en aansluitingen Funcktietoetsen van de afstandsbediening De hier afgebeelde toetssymbolen vindt u ook in de beschrijving van de bediening. Omschakelen van de afstandsbediening
Aan - Uit (bedrijfsgereed)
Oproepen van de laatste vier programma‘s Favorietenselectie
Oproepen hoofdmenu/ Voegt een nieuw kanaal toe
Programmaoverzicht, EPG-elektronische programmagids, Blokkeert een kanaal
Laatste programma, EXIT, Blokkeert een kanaal
Programmalijst, Programma-info, Help
(cursortoetsen) Programmakeuze, Submenu‘s en menupunten selecteren
Instelling van de scartaansluiting, Radio UIT, Wist een kanaal (cursortoetsen) Volume, Menupunten, paginagewijs switchen naar de EPG of kanaallijst Bevestiging van de submenu‘s en menupunten
Mute Aan/Uit Radio AAN/UIT, Selectiemodus van de programmalijst
Cijferingave voor programma‘s, Kinderbeveiliging, LO-frequentie etc.
Geluidskeuzemenu, Taalkeuze, Verschuift een kanaal naar een andere plaats
Oproepen teletekst
11
Bedieningselementen, mededelingen en aansluitingen Belangrijke tip voor de afstandsbediening U kunt de UFD 170 alleen met behulp van de meegeleverde afstandsbediening (RC 400) bedienen. U kunt zonder afstandsbediening de receiver en de draaieenheid niet in gebruik nemen of besturen. Pas daarom altijd goed op op uw afstandsbediening en houd eventueel reservebatterijen bij de hand.
Commandoset van de afstandsbediening De afstandsbediening heeft twee commandosets. Daarmee is het mogelijk twee receivers onafhankelijk van elkaar in één ruimte te bedienen. Tip:
Functioneert niet samen met een twin-receiver! Programmeer hiervoor de eerste receiver op commandoset 1 en de tweede op commandoset 2. Zet eerst receiver 1 aan en receiver 2 met de aan/uitknop uit. Houd de toets ingedrukt. Geef met de cijfertoetsen “901” in.
Om de code over te nemen zet u receiver 1 met de toets op bedrijfsgereed en daarna met de aan/uitschakelaar op het apparaat uit. Neem receiver 2 weer in gebruik. Houd de toets ingedrukt. Geef met de cijfertoetsen “902” in.
Om de code over te nemen zet u receiver 2 met de toets op bedrijfsgereed en daarna neemt u hem weer in gebruik. Neem receiver 1 ook weer in gebruik. Houd de toets ingedrukt. Geef met de cijfertoetsen “903” in. Bij de eerste twee instellingen moet de afstandsbediening op de betreffende ingeschakelde receiver gericht zijn. Met de toets kunt u nu tussen de twee commandosets A en B schakelen (togglefunctie) en afwisselend de beide receivers bedienen. Bij uitlevering is altijd commandoset 1 actief. Als u slechts 1 receiver gebruikt en als door een verkeerde bediening de actieve commandoset omgeschakeld is zodat de receiver niet meer bediend kan worden, dan kan de afstandsbediening probleemloos weer op commansoset 1 omgeschakeldworden. Deze procedure is hiervoor reeds beschreven.
12
Gebruiksaanwijzingen Menuconcept Het menuconcept is volgens logische bedieningsvolgordes opgebouwd. In de rechter bovenhoek van het beeldscherm verschijnt in de TV-modus altijd het op dat moment geselecteerde programma (in de radiomodus wordt een zwarte achtergrond afgebeeld). Tip:
De geselecteerde menu‘s, submenu‘s en posities alsmede de in te stellen parameters worden steeds in kleur gemarkeerd. De menu‘s spreken grotendeels voor zichzelf. Een grof overzicht van de opbouw van het hoofdmenu en de daarop volgende submenu‘s kunt u in het punt “Menustructuur” van deze handleiding vinden.
Kijk altijd naar de strip aan de onderrand van het beeld met de aanwijzingen bij het betreffende menupunt. Het hoofdmenu wordt met de
-toets opgeroepen en de submenu‘s
-toetsen geselecteerd. Toegang tot de submenu‘s krijgt u met . De posities in de submenu‘s worden met de -toetsen geselecteerd. De instellingen in de posities worden of met de -toetsen of met met de
de cijfertoetsen gedaan. De hoofd- en submenu‘s alsmede de posities worden met
of verlaten.
Taalkeuze Zo stelt u de taal voor de beeldschermmededelingen in:
- (menutaal kiezen) - bijv. Duits - . U kunt kiezen uit Duits, Engels, Italiaans, Frans, Nederlands, Portugees, Spaans en Turks.
13
Gebruiksaanwijzingen Alfanumerieke bezetting van de cijfertoetsen van de afstandsbediening Om namen van programma‘s en satellieten in te brengen gebruikt u de cijfertoetsen. Deze zorgen in de naamvelden van de betreffende menu‘s voor getallen en letters. Zet de balkencursor op het naamveld. Automatisch wordt de eerste positie donker. Nu kunt u met de cijfertoetsen ook letters ingeven door de betreffende toets meerdere keren te gebruiken. Op de “2” zit zo ook bijv. A, B, en C (zie volgende tabel)
14
Toets
1x
2x
3x
4x
5x
1
.
,
?
1
2
A
B
C
2
3
D
E
F
3
4
G
H
I
4
5
J
K
L
5
6
M
N
O
6
7
P
Q
R
S
8
T
U
V
8
9
W
X
Y
Z
0
0
0
plaats via de
-toetsen.
Bij het menupunt “Taal” zijn geen verdere submenu‘s. De keuze van de taal vindt
Tip:
Menustructuur
15
Eerste ingebruikneming Belangrijke tip Controleer voor ingebruikneming van de installatie of deze zoals in de montagehandleiding en in de veiligheidsinstructies beschreven vakkundig en technisch correct is opgebouwd, geïnstalleerd en aangesloten!
De eerste maatregelen
Sluit het apparaat aan de stroom aan. Zet de receiver met de aan/uitknop aan de voorkant aan. Het apparaat is nu bedrijfsgereed.
Met de afstandsbedieningstoets zet u de receiver aan. Uw UFD 170 heet uw welkom. Daarna wordt het volgende OSD afgebeeld:
De draaieenheid zoekt nu naar het door de fabriek ingestelde programma. In dit geval wordt „Das Erste“ op de satelliet ASTRA gezocht. U krijgt dan de volgende mededeling:
Druk op de
16
-toets om het zoeken te starten.
Eerste ingebruikneming Zodra de draaieenheid de juiste satelliet heeft gevonden, wordt automatisch een fijnafstelling uitgevoerd. Het zoeken duurt max. 90 seconden (bij voldoende signaalniveau wordt de satellietpositie direct door de draaieenheid opgeslagen). Tijdens het fijnafstellen kan het beeld „bevriezen“, dat hangt echter af van het systeem.
Vindt de draaieenheid de gewenste satelliet en het daarbij behorende programma, dan komt de volgende mededeling:
Vindt de draaieenheid de gewenste satelliet en het daarbij behorende programma niet, dan komt de volgende mededeling:
Volg de aanwijzingen op het scherm en controleer of de ontvangst van de antenne misschien door obstakels wordt gestoord. Na succesvol zoeken kunt u nu de af fabriek ingestelde TV- en
radioprogramma‘s met de -toetsen selecteren. Het switchen van de TV-programma‘s naar de radioprogramma‘s gebeurt met de
-toets. Terug naar de TV-programma‘s met de -toets.
Hoe u verdere TV- en radioprogramma‘s kunt opslaan, leest u in de paragraaf “Programmalijsten TV/Radio”.
17
Eerste ingebruikneming Bij het inschakelen wordt altijd de laatst ingestelde ontvangstsstatus ingesteld. Controleer viade zomer- c.q. wintertijd (zie hoofdstuk „Plaatselijke tijd/Timer“). Deze mededeling verschijnt alleen als de “HDP-modus” uitgeschakeld is. Ga met de
-toets
naar het hoofdmenu
en met de -toetsen naar het submenu “HDP-antenne-
-toetsen
instelling”. Met de gaat u naar “Aan”.
-toets
Met
keert u naar normale TV-beeld terug.
de
het
Verschijnt op het scherm de mededeling “Slecht of geen signaal” en bovendien beeld van het laatst ontvangen programma, dan moeten de installatie van het apparaat en/of de instellingen van de receiver gecontroleerd worden. Als het maar om een paar programmaplaatsen gaat, kan het een signaalonderbreking van de zender of een fout in de ontvangstinstallatie betreffen. Controleer dan de aansluitconfiguratie en daarna of de basisinstellingen van de receiver voor uw installatie correct zijn. Laat dit bij twijfel over aan een vakman.
Fabriekssatellietinstelling van de receiver Uw receiver is af fabriek op de in de volgende tabel genoemde satellieten ingesteld. In de regel behoeft u geen verdere instellingen meer te doen.
18
ASTRA 19° Oost
HOTBIRD
EUTELSAT 10° Oost
EUTELSAT 16° Oost
TürkSat 42° Oost (EURASIA)
Telecom 5° Oost (AtlanticBird 3)
Telecom 8° Oost
ASTRA 28,2° Oost (EUROBIRD 28,5°)
Telestar12 15° West
Hisparsat 30° West
EUTELSAT 7° Oost
Amos 4° West
Thor 1° West (Intelsat 707)
Sirius 5° Oost
Arabsat 26° Oost
Beeldschermmededelingen/OSD (On Screen Display) Algemeen De functies van de receiver worden door een microprocessor en uitgebreide software aangestuurd. De volgende uitleg dient om alle procedures duidelijk te maken en om fouten te beperken. Een gedetailleerde beschrijving van de opgeroepen menufuncties vindt u in het daarbij behorende hoofdstuk in de handleiding.
Helpfunctie
Voor elk menu en voor elke menufunctie kunt u een korte helptekst oproepen. Deze helpfunctie geeft u een korte afbeelding van de belangrijkste functies van het geselecteerde menupunt. U komt
bijvoorbeeld in het hoofdmenu door te drukken op de -toets. Hulp voor het menupunt „Installatie“ krijgt u door te drukken op de
-toets.
Kijk altijd naar de strip aan de onderrand van het beeld met de aanwijzingen bij het betreffende menupunt. Hulp voor het menupunt “Installatie” krijgt u door te drukken op de
-toets.
-toets of de -toets verlaat u de help-weergave weer en komt u terug in het hoofdmenu. Met nog een druk op de -toets komt Met de
u weer in het oorspronkelijke programma terug.
19
Beeldschermmededelingen/OSD (On Screen Display) Kanaalmelding TV/radio De kanaalmelding krijgt u elke keer als van programma wisselt een
i
paar seconden of permanent met de -toets te zien. Det “ ” geeft aan dat een kanaal wordt ontvangen, ook als er geen beeld te zien is (bijv. in de radiomodus).
Kanaalmelding TV
Kanaalmelding Radio Het TV-symbool geeft een TV-kanaal aan, daarnaast staat het geselecteerde programma en of teletekst wordt ontvangen en de tijd. De “+” op de derde regel staat voor de programmaselectie van de gehele lijst (bij selectie uit de favorietenlijst staat er i.p.v. de “+” een appelsymbool). Dan volgt de programmatitel en de begin- en eindtijd van het lopende programma, in zoverre deze gegevens door de TV-zender meegezonden worden. De melding voor het ingestelde radiokanaal is net zo opgebouwd. Dat het om een radiokanaal gaat geeft een radiotoestel in de linker bovenhoek aan. Zendtijden en tekst worden alleen getoond in zoverre deze door de radiozender meegezonden worden.
Foutmelding
“Slecht of geen signaal” geeft aan dat er een storing in de ontvangstinstallatie zit of een fout in de instellingen van de receiver of
i
dat de transponder niet zendt. De kanaalmelding toont dan i.p.v. “ ” een satellietantenne. Controleer de SAT-ZF-aansluiting en de LNB-configuratie. Gebruik hiervoor als hulp de lijst voor de serviceinstellingen aan het eind van deze handleiding. 20
Teletekst Dit teken in de programma-aanduiding geeft aan of er teletkest bij het geselecteerde programma wordt uitgezonden.
Door te drukken op de -toets bereidt de receiver de meegezonden teletekst - ook bij gecodeerde signalen - voor het TV-apparaat voor. Er verschijnt kort de volgende mededeling:
Tijdens het zoeken wordt in de linker bovenhoek de gezochte programmapagina (hier P100) en in de rechter hoek de lopende tijd afgebeeld. Na het zoeken verschijnt de door de betreffende programmaaanbieder meegezonden teletekst:
De diverse pagina‘s kunnen nu met de cijfertoetsen opgeroepen worden. Tijdens het zoeken knippert een witte ster in de linker bovenhoek van het beeld. Met de
-toets verlaat u de teletekst weer.
21
Programmakeuze In dit hoofdstuk leest u hoe u met de UFD 170 TV- en radioprogramma‘s selecteert. Bij de beschrijving van de functies gaan wij ervan uit dat de UFD 170 correct aangesloten en ingeschakeld is.
Selectie van een TV- of radioprogramma Tip:
Ontvangststatus
De keuze van programma‘s functioneert in de TV- en radiomodus op dezelfde wijze! Daarom leggen wij hier alleen het selecteren van de TV-programma‘s uit. Bij het selecteren van een radioprogramma gaat u op dezelfde wijze te werk als bij TV-programma‘s. Voor het selecteren van verdere programma‘s in stijgende of dalende volgorde in het programmageheugen gebruikt u na het inschakelen van de UFD 170 alleen de
-toetsen.
Elke keer als u van programma bent veranderd, wordt u op het beeldscherm het geselecteerde programma met de tijd, de begin- en eindtijden van het programma alsmede de programmatitel getoond in een infolijst (in zoverre deze gegevens door de programma-aanbieder meegezonden worden).
U kunt deze infolijst door te drukken op de -toets ook permanent laten zien en door de knop nog een keer te gebruiken van het scherm laten verdwijnen. Bij gecodeerde programma‘s krijgt u de volgende mededeling:
Deze programma‘s kunt u met de UFD 170 alleen samen met een CA-module en betreffende Pay-TV-kaart (Smartcard) ontvangen.
22
Programmakeuze Kanalenlijst TV/radio Nog een mogelijkheid om een ander programma te selecteren is te drukken op de
-toets waarna u de kanalenlijst krijgt.
Linksboven staat een “+” voor de gehele lijst. In de kolom daaronder krijgt u informatie over de kanaalnaam, het kanaalnummer en of het programma een favoriet, geblokkeerd of gecodeerd is. In de kolom rechtsboven staat de informatie over de ontvangen satelliet, de transponder en de frequentie daarvan, alsmede de polarisatie en het symbolenpercentage ervan. In de kolom rechtsonder vindt u het menu “Programma-/ Kanaalinstellingen”. De fabrieksinstellingen voor programma en kanaal kunnen hier veranderd worden. Met een druk op de
-toets
(favoriet) maakt favorietenkanaal
u
het
getoonde
kanaal
tot
een
-toets (Lock) blokkeert u het getoonde kanaal -toets (Delete) wist u het getoonde kanaal -toets (Add) voegt u een nieuw kanaal toe -toets (Move) verschuift u het kanaal naar een andere positie -toets (Mode) kiest u de modus van de kanalenlijst. Met de -toetsen springt u naar het volgende programma, met de -toetsen springt u naar de volgende pagina. De selectie wordt met de -toets bevestigd. U kunt een programma ook door numerieke ingave selecteren. Met de -toets verlaat u de kanalenlijst weer en blijft u in het reeds ingestelde programma.
23
Programmakeuze Selectie van het TV-/radioprogramma door ingeven van cijfers U kunt tijdens een lopend programma ook een ander programma kiezen. Gebruik voor het ingeven van de programmaplaats de cijfertoetsen Voorbeeld:
tot .
U wilt het programma “DSF” op programmaplaats 15 selecteren (programmaplaatsbezetting is hier een voorbeeld!). Geef daartoe
achter elkaar de cijfers en in. De wachttijd van de receiver op de ingave van de volgende plaats bedraagt ongeveer drie seconden. Bij alle andere programma‘s - ook die met driecijferige programmaplaatsen - gaat u net zo te werk.
Switchen van een TV-programma naar een radioprogramma U kunt van de TV-modus naar de radiomodus switchen. Druk daartoe
op de -toets van uw afstandsbediening. De receiver gaat naar de laatst ingeschakelde radioprogrammaplaats. Met de gaan.
- of de -toets kunt u weer naar de TV-modus terug
Bij het switchen naar de radiomodus krijgt u net als in de TV-modus mededelingen over het ontvangen programma te zien:
Na een paar seconden wordt het beeldscherm in de radiomodus donker. U kunt de kanaalmelding echter met de in- en met nog een drukken weer uitschakelen.
24
-toets permanent
Common Interface Belangrijke tips Lees absoluut de gebruiksaanwijzingen van uw Pay-TVaanbieder alsmede die van de aanwijzingen bij de smartcard en de CA-module! Smartcards en CA-modules worden niet meegeleverd! Wend u zich tot de betreffende Pay-TV-aanbieder als u in een Pay-TVkanaal geïnteresseerd bent. Voor het gebruik van de smartcard in de CA-module bent u verantwoordelijk! Bewaar de kaart alsmede de PIN-code als u deze niet gebruikt op een veiligeplaats!
Plaatsen van de smartcard en de CA-module De Common Interface (CI) van de UFD 170 is voor de opname van twee CA-modules (Conditional Access) geschikt. Deze beide CI-insteekplaatsen bevinden zich rechtsonder aan de voorkant. De
CA-module
neemt
de
smartcard op (chipcontacten wijzen naar boven en naar de ingangenstrip) en wordt aansluitend in één van beide CI-insteekplaatsen geschoven. Het plaatsen van de smartcard in de CA-module mag niet met geweld gebeuren. Dat geldt ook voor de CA-module in de CI-insteekplaats!
Gebruik geen geweld en lees de aanwijzingen bij de smartcard en de CA-module. Om de module eruit te halen drukt u op de betreffende uitwerpknop .
Bij het inschakelen van de receiver verschijnt de volgende mededeling:
Welke smartcard zich in de CA-module bevindt, leest u in het menu “Common Interface”, dat u via het hoofdmenu bereikt. 25
Common Interface De volgende afbeeldingen hangen van module en smartcard en zijn daarom alleen als voorbeeld bedoeld.
Met de
-toets komt u in het door de CA-module opgeroepen menu:
Via dit menu krijgt u met uw kaart en met uw PIN-code toegang tot de verschillende programma‘s van uw Pay-TV-aanbieder. Hier is als voorbeeld “AstonCrypt” geselecteerd. De gegevens voor elke CA-module kunnen verschillend zijn. Tip:
De mededelingen verschijnen ook dan in de Engelse taal als u Duits als menutaal voor de receiver gekozeen heeft! Lees in elk geval de aanwijzingen van uw Pay-TV-aanbieder (provider)!
26
Common Interface Tip voor Conax-, SECA-, Viaccess- en CryptoWorks-gebruikers Let op dat de programma-aanbieders het vrijschakelen van Pay-TVkaarten via maandelijkse vrijgave-intervallen verschillend uitvoeren. Het vrijschakelen kan daarom enige dagen voor of na het eind van de maand plaatsvinden. Tijdens deze vrijschakeltijd moet de CA-module met smartcard zich in de CI-sleuf bevinden en moet de receiver ingeschakeld en op het geboekte Pay-TV-kanaal ingesteld zijn. Lees ook de aanwijzingen van de Pay-TV-aanbieder. Via het CAM-menu “CAM Reïnitalisering” kan de smartcard bij maandelijkse abonnementsverlenging gereinitialiseerd worden. Als uw smartcard desondanks niet vrijgeschakeld wordt, raden wij aan de CA-module met smartcard bij ingeschakelde receiver kort uit de CI-sleuf te trekken en er weer in te schuiven.
Deze tip heeft niets met de apparaateigenschappen te doen en is alleen als hulp bedoeld!
27
Timerinstellingen Voor het op de juiste tijd opnemen van een programma met een videoof DVD-receorder kunt u de timer gebruiken. Er zijn 14 timers die u op verschillende programma‘s en begin- c.q. eindtijden kunt instellen.
-toets, met op “Systeemparameters”, dan en op “Plaatselijke tijd/Timer” en . De volgende informatie verschijnt op In het timermenu komt u via het “hoofdmenu” met de
het scherm (voorbeeld):
-toetsen zet u de cursor op de door u gewenste timer en bevestigt dit met . Met de
“Met de
-toets kunt u de timer voortijdig weer verlaten.”
U kunt nu de volgende instellingen aanbrengen: - de kanaaltypes (TV, radio of On Air Download) - de kanaalnummers (kanaalnaam wordt autom. afgebeeld) - de starttijd (datum met tijd) - de stoptijd (datum met tijd) - de status van de timer (neen, eenmalig, dagelijks, wekelijks).
De instellingen doet u steeds met de - of de cijfertoetsen. Let op dat verkeerde tijdsinstellingen worden afgewezen en dat nullen aan het begin (bijv. 07:15 uur) bij het ingeven van de tijd ingegeven moeten worden. Vergeet de instelling “Status” niet!
Onder “Starttijd” wordt de actuele tijd de u nieuw moet ingeven weergegeven. Als niet anders wordt ingegeven, stelt de eindtijd zich automatisch in op dezelfde datum plus een uur na de startijd. Aan het eind bevestigt u de instellingen met driemaal
28
of .
Timerinstellingen Tip:
Als u een On Air Download (software- of kanalenlijstdownload) per timer heeft ingeprogrammeerd, worden na het downloaden alle volgende timerinstellingen genegeerd!
VPS-signaal Let op dat in het digitale TV-signaal bij de meeste kanalen geen VPS-signaal zit. U moet uw video- of DVD-recorder daarom altijd overeenstemmend met de timerinstellingen programmeren.
29
Geluidsinstellingen Instellen van het volume
Met de -toetsen van de afstandsbediening van de UFD 170 stelt u de gewenste geluidssterkte van de receiver in. Op het beeldscherm wordt een loopbalk afgebeeld die de ingestelde geluidssterkte aangeeft:
Weergave in stereo en tweekanalengeluid De ingestelde geluidsweergave ziet u in de kanaalmelding die u met
de -toets krijgt (naar gelang uitlijning van de gesymboliseerde geluidsgolven.
Naar gelang uitlijning van de gesymboliseerde geluidsgolven kan mono links (geluidsgolven wijzen naar links), mono rechts (geluidsgolven wijzen naar rechts) of stereo (geluidsgolven wijzen in beide richtingen) ingesteld zijn. De eerste van de twee cijfers geeft aan hoeveel geluidskanalen overgebracht worden en de tweede welke op het moment geselecteerd is.
Met de -toetsen roept u het audiomenu voor geluids- en taalkeuze op om daarin de gewenste instellingen aan te brengen, in zoverre deze in het ontvangstsignaal zitten, zoals bijv. taalkeuze (geluidspoor), Dolby Digital.
De keuze van de menupunten gebeurt met instellingen met de
-toets
-
- en de gewenste
toetsen. Door opnieuw te drukken op de
verlaat u het menu weer. Als ondertitels meegezonden
worden, kunt u de taal daarvan met de toetsen “Ondertitelspoor” kiezen en met
30
bevestigen.
in de balk
Geluidsinstellingen De volgende geluidsinstellingen zijn mogelijk: Geluidspoor Audiomodus Digitale uitgang
1 van 2 Stereo MPEG-stereo
2 van 2 3 van 3 Mono-links Mono-rechts Dolby Digital/AC 3
AC 3 De receiver heeft een geluidsuitgang voor het formaat AC 3 (Dolby Digital). Daarmee kunt u bioscoopgeluid in uw woonkamer halen. Verbind de digitale geluidsuitgang alleen met een Dolby Digital installatie Tip:
Houd in ieder geval de veiligheidsinstructies aan en de handleiding van uw Dolby Digital-installatie! Er zijn maar een paar aanbieders die het AC 3-formaat uitzenden. In zoverre er geen AC 3-signaal ontvangen wordt, kunt u alleen de gebruikelijke stereo- of mono-instellingen aanbrengen of de meegezonden talen kiezen.
Geluid uitzetten - Mute
Druk daartoe op de -toets van uw afstandsbediening. Het geluid wordt uitgezet. Op het beeldscherm komt te staan:
Druk opnieuw op de -toets om het geluid weer in te schakelen. Er verschijnt kort de normale balk voor de geluidssterkte. U kunt van programma veranderen tijdens Mute, maar het geluid komt pas na het opheffen van Mute weer terug door te drukken op de
-toets of een correctie van het volume.
31
Programma-overzicht (EPG) EPG (elektronische programmagids)
Met de EPG-toets ( ) krijgt u een overzicht van de programma‘s die op dat moment op de ontvangen transponder worden uitgezonden met tijd en duur. Deze gegevens krijgt u alleen als de Electronic Programme Guide (EPG), de elektronische programmagids, zoals bijv. bij ARD en ZDF uitgezonden wordt.
In de linker kolom ziet u het kanaalnummer en - naam en het actuele programma. In de rechter kolom ziet u de programmatitel in verkorte vorm alsmede een voortgangsbalk met start- en eindtijd van het op de moment geselecteerde uitzending. U kunt in de linker kolom met de programma‘s verticaal en met de
-toetsen
tussen de
-toetsen horizontaal switchen.
-toets schakelt u nar het nieuw geselecteerde programma. Met de -toets krijgt u verdere informatie bij het op dat moment Met de
lopende programma.
32
Programma-overzicht (EPG)
Met de -toets krijgt u binnen het programmaoverzicht een lijst met de volgende uitzendingen van het op dat moment geselecteerde kanaal te zien met tijd en duur (in zoverre in de EPG meegezonden).
De lengte van de programmalijst hangt af van de betreffende programmaaanbieder en kan meerdere dagen betreffen.
Programmering EPG-timer
U kunt de gekleurde balk met de -toetsen in de lijst bewegen en een uitzending voor de timerprogrammering kiezen. Met de
-toets wordt de timer geselecteerd.
Hier kunt u met de -toetsen verschillende timerinstellingen selecteren, bijv. of het gewenste programma slechts één keer, dagelijks of wekelijks opgenomen moet worden.
-toets wordt de selectie in de timer overgenomen, tweemaal de -toets wordt de procedure afgebroken. Met de
met
33
Kanalenlijst beheren De af fabriek aangebrachte kanaal-(programma-) instellingen kunnen in het menu “Programmalijst” veranderd worden. Het menu wordt via
-toets in de TV- alsmede in de radiomodus opgeroepen worden. Het selecteren van een kanaal vindt plaats via de - en de -toetsen. U bevestigt de selectie met de -toets. Als er een de
wachtwoord is opgeslagen, moet dat ook worden ingegeven.
Selectie van de laatst ontvangen programma‘s
Met de -toets worden de vier laatst ontvangen programma‘s (minstens 10 seconden geselecteerd), op de radio of de TV, op het beeldscherm afgebeeld. De afgebeelde pijlen komen overeen met
de cursortoetsen ( ). Met deze toetsen kan dan het toegewezen programma geselecteerd worden. Als u deze functie oproept, verschijnt het volgende op het scherm (voorbeeld):
Door opnieuw te drukken op de
-toets of door te drukken op de
-toets verdwijnt de afgebeelde informatie weer.
34
Kanalenlijst beheren Favorietenkanaal Favorietenkanaal instellen U kunt de kanalen van uw voorkeur (TV en radio) organiseren en sorteren, bijv. alle Duitstalige kanalen (programma‘s) of die die geen reclameonderbrekingen hebben. De aanduiding van de kanalen vindt plaats door het “appelsymbool” in de kanaallijsten TV en Radio, die u in
-toets oproept. Kies met behulp van de cursortoetsen () het kanaal dat u in één van de vijf favorietenbanken wilt opslaan en druk op de -toets. De volgende de betreffende modus met de
informatie verschijnt op het scherm:
Met behulp van de -toetsen kunt u onder de vijf favorietenlijsten die uitkiezen waarin u uw favorietenkanaal wilt opslaan. U kunt in één lijst meerdere, verschillende kanalen opslaan. De UFD 170 biedt daarmee de mogelijkheid dat meedere gezinsleden hun voorkeurskanalen kunnen opslaan en steeds kunnen oproepen. Met de ingave van een wachtwoord kunnen de kanalen tegen onbevoegd gebruik beschermd worden (zie hoofdstuk “Wachtwoord”). De geselecteerde lijst wordt door een gekleurde balk aangegeven.
Met de -toets kan het geselecteerde kanaal nu met het “appel-symbool” gekenmerkt worden. Automatisch wordt het volgende programma uit de programmalijst gekozen en verschijnt op het kleine beeldscherm in de rechter bovenhoek. Het volgende favorietenprogramma kan met het “appelsymbool” gekenmerkt worden.
35
Kanalenlijst beheren Een andere naam geven aan de favorietenlijsten U kunt aan de diverse favorietenlijsten ook de door u bepaalde naam (bijv. Sport) geven om bijv. alle kanalen samen te vatten die sport uitzenden. U kunt echter ook de naam van de betreffende gebruiker gebruiken (bijv. Mama, Papa, ...).
Ga met de -toets naar de kanalenlijst en druk op de -toets. Ga met de cursortoetsen naar de favorietenlijst die u een andere naam
wilt geven. Druk op de -toets en de eerste letter krijgt een zwarte achtergrond. U kunt nu met behlup van de cijfertoetsen de favorietenljst een andere naam geven. Gebruik voor het switchen tussen de
letterposities de -toetsen. Welke letters op welke cijfertoets zijn vastgelegd leest u in het hoofdstuk “Alfanumerieke toewijzing van de cijfertoetsen van de afstandsbediening”.
-toetsen kunt nu naar een andere favorietenlijst gaan en deze ook met de -toets en de cijfertoetsen een andere naam Met de geven.
Met tweemaal -toets wordt de nieuwe naam opgeslagen; u komt daarna eerst in de kanalenlijst en dan in het normale TV-beeld terug.
36
Kanalenlijst beheren Oproepen favorietenkanaal uit favorietenlijst Om een favorietenkanaal uit de vijf favorietenlijsten op te roepen moet
u eerst de -toets (voor de kanalenlijst) en dan de modus) indrukken. U krijgt het volgende te zien:
-toets (voor
-toetsen kunt u nu tussen de voorhanden favorietenlijsten switchen en de gewenste met de -toets selecteren. Met de -toetsen kiest u uw gewenste kanaal dat door een Met de
gekleurde balk wordt gemarkeerd en op het beeldscherm rechtsboven wordt afgebeeld. Door te drukken op de favorietenkanaal als normaal TV-beeld.
-toets krijgt u uw gewenste
Favorietenaanduiding ongedaan maken Om een favorietenkanaal uit de vijf favorietenlijsten te wissen moet
u eerst de -toets de kanalenlijst en dan met de -toets de kanalenlijstmodus oproepen. Kies met de cursortoetsen de gewenste
favorietenlijst en bevestig dit met de -toets. De geselecteerde favorietenlijst verschijnt met de daarin opgeslagen kanalen. Kies met
de cursor-toetsen het te wissen kanaal en druk op de -toets. De receiver springt nu naar een overzicht van alle favorietenlijsten. Kies met de cursortoetsen de favorietenlijst waaruit het kanaal gewist moet
-toets. De receiver heeft nu het kanaal uit de geselecteerde favorietenlijst gewist. Met de -toets keert u naar het worden en druk op de
TV-beeld terug. U krijgt kort te zien dat de gegevens zijn opgeslagen.
37
Kanalenlijst beheren Kanalenlijstmodus (favoriet, satelliet, alfabet) In de kanalenlijstmodus komt u via de en daarna de
-toets (voor de kanalenlijst)
-toets (voor modus). U krijgt het volgende te zien:
In de kanalenlijstmodus bepaalt u wat u in de kanalenlijst wilt zien. U kunt kiezen tussen: - “Alleen vrije”, of “Vrije + gecodeerde” - Favorieten(lijsten) 1-5 - Satelliet (ASTRA, HotBird, ...) - Alfabet De keuze “Alleen vrije, Vrije + gecodeerde” geldt voor alle verdere instellingen in de kanalenlijstmodus. Alle andere instellingen (favorieten, satelliet, alfabet) betreffen alleen de betreffende selectie. Onder Favoriet heeft u de keuze tussen de vijf favorietenlijsten die
u met de -toetsen en de -toets selecteert. U krijgt dan een kanalenlijst met de kanalen in de geselecteerde favorietenlijst. Onder Satelliet kunt u tussen de op dat moment door uw installatie
ontvangen satellieten met de -toetsen kiezen (of keuze “Alle satellieten”). Het oproepen vam de kanalenlijst met alle kanalen van de geselecteerde satelliet vindt dan plaats met de
-toets.
Onder Alfabet kunt u alle kanalen op een letter (bijv. “P”) gesorteerd, alle kanalen op alfabet (ABC) gesorteerd, alle kanalen die met een cijfer beginnen oplopend (0-9) gesorteerd en op kanalen die met een speciaal teken beginnen (ETC) gesorteerd laten tonen. Het switchen tussen de diverse selectiemogelijkheden gebeurt met de en de selectie gebeurt daarna mer de
38
-toets.
-toetsen
Kanalenlijst beheren Volledige kanalenlijst De volledige kanalenlijst (maximale programmaverscheidenheid) krijgt u onder de volgende instelling: Ga met de
-toets. Op de instellingen van de selectiepunten „Favoriet“ en “Alfabet” behoeft u hier niet te letten!
-toets
naar de kanalenlijst en druk dan op de
-toetsen naar het bovenste keuzepunt “Vrije + gecodeerde” c.q. “Alleen vrije”. Kies met de -toetsen “Vrije + gecodeerde”. Ga dan met de -toetsen verder naar het keuzepunt “Satelliet”. Nu kiest u met de -toetsen het menupunt Ga met de
“Alle satellieten” (zie afbeelding)
en U bevestigt dan met de -toets. De volledige kanalenlijst verschijnt (afbeelding onder als voorbeeld!).
39
Kanalenlijst beheren Kanalen sorteren U kunt de kanalen naar wens sorteren. Het sorteren vindt plaats door het verschuiven van kanalen in de kanalenlijst.
-toets komt u in de kanalenlijst. Kies met de - en de -toetsen het kanaal dat u wilt verschuiven. Met de -toets Met de
“wist” u het te verschuiven kanaal van zijn plaats (tekstkleur van het gemarkeerde kanaal wordt veranderd).
- en de -toetsen op de gewenste plaats verschuiven en met de -toets op de gewenste U kunt het kanaal nu met de
kanaalplaats zetten. De wijziging wordt opgeslagen en bevestigd en het verschoven kanaal verschijnt op het beeldscherm.
Kanalen wissen
-toets komt u in de kanalenlijst. Kies met de - en -toetsen het kanaal dat u wilt wissen. Druk op de -toets en
Met de
de het besturingsprogramma vraagt u: Voorzichtig bij het wissen van kanalen! Gewiste kanalen zijn definitief gewist en kunnen alleen via het opnieuw zoeken van satellieten weer gevonden worden!
40
Met de -toets bevestigt u het wissen van het geselecteerde kanaal. Het programma van het volgende kanaal wordt rechtsboven afgebeeld. Bij het verlaten van de kanalenlijst wordt de gewijzigde lijst bevestigd.
Kanalenlijst beheren Kanalen handmatig toevoegen
Met de -toets komt u in de kanalenlijst. Druk op de het volgende op het scherm te krijgen:
-toets om
Opgelet: Deze functie is alleen voor kanalen nodig die niet volgens de DVBnorm worden uitgezonden! Alle kanalen die aan de norm voldoen worden door het automatisch zoeken herkend en opgeslagen.
Opgelet: U kunt alleen satellieten kiezen die in het installatiemenu voorhanden zijn. Hier kunt u de invoer voor het nieuwe kanaal uitvoeren. De eerste regel van de lijst wordt door een gekleurde balk aangegeven.
-toetsen kan de balk op de gewenste positie gezet worden. De gewenste instellingen c.q. invoer doet u met de - en de Met de
cijfertoetsen. Er kunnen
- de ontvangen satelliet, - de transponder, de transponderfrequentie, - de polarisatie en - de Symbol-Rate ingesteld worden. Op de posities - “Naam”, - “Video PID” (programma-identificatie), - “Audio PID” en - “PCR PID” (Programme Clock Reference) worden nu alfanumerieke c.q. decimale ingaven geaccepteerd.
Met de -toets komt u weer in de kanalenlijst. De wijziging wordt opgeslagen en bevestigd en de info van het op dat moment ingestelde kanaal verschijnt gedurende een paar seconden op het beeldscherm. Het nieuwe kanaal wordt aan de bestaande kanalenlijst toegevoegd. Opgelet: Verander nooit de PID-gegevens zonder reden omdat die op de herkenning van het ontvangst-signaal werken.
De benodigde PID‘s kunt u o.a. lezen in tijdschriften en op Internet. Hoe u de alfanumerieke invoer inbrengt leest u in het hoofdstuk “Alfanumerieke bezetting van de cijfertoetsten van de afstandsbediening”.
41
Satellieten toevoegen/wissen Satellieten instellen Als de UFD 170 samen met de draaieenheid van Kathrein wordt gebruikt, mag aan deze lijst niets veranderd worden! Wijzigingen in deze lijst hebben tot gevolg dat de toewijzing verloren gaat en de draaieenheid de satellieten niet meer kan vinden! U kunt in het „LNB-configuratiemenu“ nieuwe satellieten opnemen. Hiervoor moet u de orbitpositie bekend zijn die u moet aanpeilen. Tip:
De installatie moet overeenkomstig opgesteld zijn! Voor het uitlijnen van de antenne kan het menupunt “Antenneinstelling” gebruikt worden.
-toets roept u het hoofdmenu op. Kies met de cursortoetsen het submenu Installatie en druk op de -toets. Nu kiest u het menupunt “LNB-configuratie” met de cursor en de -toets. In de volgende stap gaat u met behulp van de -toetsen naar de Met de
volgende vrije positie, bijv. op de ingave “USER9”.
Druk op de
- of de -toets. U krijgt het volgende te zien dat u met de
-toets bevestigt:
42
Satellieten toevoegen/wissen U kunt nu de ingave conform uw ontvangstinstallatie op de
betreffende posities met de cursortoetsen ( ) en de cijfertoetsen doen. Hoe u de satellietnaam met behulp van de cijfertoetsen kunt veranderen vindt u in het hoofdstuk “Alfanumerieke bezetting van de cijfertoetsen van de afstandsbediening”.
Tip:
U kunt bij elk punt met de
-toets een korte uitleg krijgen.
Satellieten wissen Ga zoals onder “Satellieten instellen” beschreven, naar het “LNB-con-
-toetsen naar de satelliet die u wilt wissen. Druk op de - of de -toets. U wordt nu gevraagd of de satellieten wilt wissen en u kunt met bevestigen of met weigeren. figuratiemenu”. Beweeg de cursorbalk met de
43
Codewoord en kinderbeveiliging U kunt uw sat-receiver tegen vreemde en onbevoegde toegang met een codewoord blokkeren. Daardoor is de receiver tegen veranderingen van de ontvangstinstellingen door onbevoegden beschermd. Tegelijkertijd kunt u een kinderbevelilging actieveren, zodat verschillende programma‘s geblokkeerd worden. Tip:
Bewaar het codewoord op een veilige plaats zodat u te allen tijde toegang heeft tot uw kanalen, ook als u het vergeten mocht zijn.
Fabrieksinstelling van het codewoord Af fabriek is het codewoord op “0000” inactief ingesteld.
Instelling van het codewoord en de kinderbeveiliging
-toets op de afstandsbediening om in het hoofdmenu te komen. Met de -toetsen komt u in het menu “Systeemparameters” en bevestigt u met de -toets. Ga met de -toetsen naar het menupunt “Kinderbeveiliging” en bevestig met de -toets (eventueel wordt u naar het codewoord gevraagd dat Druk op de
u dan moet ingeven). U krijgt het volgende te zien:
U kunt nu de instellingen met de - en de -toetsen uitvoeren. De volgende instellingen zijn mogelijk: - Leeftijdsgrens: Deze instelling is alleen bij meegezonden blokkeringssignalen actief. - Lijsten blokkeren: Ja/Neen. Daarmee kan de bewerkfunctie voor de programmalijsten worden geblokkeerd. - Installatie blokkeren: Ja/Neen. Daarmee kan toegang tot het installatiemenu geblokkeerd worden. 44
Codewoord en kinderbeveiliging - Nieuw codewoord:
Hier geeft u met de cijfertoetsen uw (nieuwe) codewoord in. - Codewoord bevestigen: Hier geeft u met de cijfertoetsen uw (nieuw) codewoord ter bevestiging een tweede keer in. - Persoonliijk: Geef hier de apparaatidentificatie in, waarmee het apparaat zich bij het inschakelen meldt. Dit kan tot herkenning bij een diefstal zinvol zijn. Hoe u de cijfertoetsen van de afstandsbediening voor de alfanumerieke ingave gebruikt, leest u in het hoofdstuk “Alfanumerieke toewijzing van de cijfertoetsen van de afstandsbediening”. De fabrieksinstelling is “UFD 170”. Daarmee heeft u alle instellingen voor de beveiliging en identificatie van uw sat-receiver uitgevoerd. Als u het codewoord vergeten bent, moet u zich tot uw handelaar wenden die de receiver weer deblokkeert.
Kinderbeveiliging (blokkeren van een kanaal) Net als bij het codewoord van de voorkeurskanalen met het “appelsymbool” kunt u de kinderbeveiliging instellen om onbevoegde toegang door kinderen te voorkomen. De aanduiding van de kanalen vindt plaats via het “hangslotsymbool” in de kanalenlijst “TV” of “Radio”.
-toets komt u in de kanalenlijst. Hier kiest u met de en de -toetsen het kanaal dat u wilt blokkeren. Bevestig de keuze met de -toets en het “hangslotsymbool” verschijnt in de lijst achter Met de
het geselecteerde kanaal, zie voorbeeld hieronder (om te deblokkeren
-toets). U komt automatisch in de aanduiding van het volgende kanaal in de kanaallijst. Met de -toets wordt de drukt u opnieuw op de
kanaallijst verlaten en de opslag bevestigt.
45
Codewoord en kinderbeveiliging Na oproepen van een geblokkeerd kanaal krijgt u de volgende mededeling:
Dit kanaal kan pas na ingave van het codewoord via de cijfertoetsen bekeken worden.
46
Systeemparameters instellen De volgende instellingen mag u in geen geval veranderen omdat het om fabrieksinstellingen of om gebruiksinstellingen gaat die op uw ontvangstinstallatie zijn afgestemd. Alleen voor veranderingen aan de ontvangstinstallatie zijn nieuwe instellingen nodig. De geselecteerde menu‘s, submenu‘s en posities alsmede de in te stellen parameters worden steeds in kleur gemarkeerd. De menu‘s spreken grotendeels voor zichzelf. Hulp bij het geselecteerde punt krijgt u met de te drukken op de
-toets. Door opnieuw
-toets verlaat u het helpmenu weer.
In het menu „Systeemparameters“ komt u via het hoofdmenu
-toets). Ga met de -toetsen naar de positie “Systeemparameters” en bevestig de keuze met . (oproepen met de
U krijgt het volgende te zien:
-toetsen opgeroepen, met de -toets geselecteerd en met de -toetsen en de cijfertoetsen De posities worden met de
worden de instellingen c.q. de wijzigingen aangebracht.
Kinderbeveiliging Deze paragraaf wordt uitvoerig in het hoofdstuk “Codewoord en kinderbeveiliging” behandeld.
Systeeminformatie Onder de positien “Systeeminformatie” vind u de fabrieks-gegevens die niet veranderd kunnen worden en alleen voor de service bestemd zijn. Met de terug.
-toets keert u naar het submenu “Systeemparameters”
47
Systeemparameters instellen Plaatselijke tijd/Timer Hulp bij het geselecteerde punt krijgt u met de
-toets. te
Door opnieuw drukken op de
-toets
verlaat u het helpmenu weer. Eventueel moet u de instelling “Zomertijd” corrigeren. Ga met de
-toetsen
naar het menupunt „Zomertijd“. Hier kunt u met de
-toetsen
de zomertijd in- c.q. uitschakelen.
De receiver geeft af fabriek de met de datastroom overgebrachte “UTC” (United Time Coordinate, voorheen Greenwich Meantime) aan. Voor Nederland moet de tijd daarom met +1 uur gecorrigeerd worden. Zet daartoe de cursorbalk met de
op het menupunt
“Plaatselijke tijd/Timer”. Met de -toetsen kunt u de tijd met halve uren naar voren c.q. naar achteren corrigeren. Als de door receiver aangegeven tijd een paar minuten van de juiste tijd afwijkt, gaat u als volgt te werk:
-toetsen naar het menupunt “Plaatselijke tijd/ Timer” en verander de tijd met de -toetsen met ca. 10 uur (naar
- Ga met de voren)
- Daarna zet u de receiver eerst met de -toets op standby, dan haalt u gedurende een paar seconden de de stekker uit het stopcontact - Zet de receiver weer aan en ga naar het “Hoofdmenu” in het submenu “Systeemparameters” op de positie “Plaatselijke tijd/Timer” - Corrigeer eventueel de tijd met de u de juiste tijd ziet. Met tweemaal
Tip:
-toets
-toetsen met halve uren tot
komt u weer in het normale TV-beeld terug.
Zet daarna de receiver niet uit met de netschakelaar, maar per afstandsbediening omdat anders de instellingen verloren gaan!
TV-type Hier stelt u met de - PAL-, - Multinorm- of - NTSC-apparaat
-toetsen in of het bij uw TV-apparaat om een
gaat. Met tweemaal
komt u weer in het normale TV-beeld terug.
Beeldformaat
Hier kiest u met de -toetsen het soort beeldformaat waarvoor uw TV-apparaat bestemd is. Dit is of - 4:3-formaat, - 16:9-formaat, of - auto Met tweemaal
48
komt u weer in het normale TV-beeld terug.
Systeemparameters instellen Beeldscherm Hier kiest u met de - P/S (Pan/Scan) = - Letter-Box Met tweemaal
-toetsen het soort beeldschermafbeelding.
formaat voor 4:3-apparaten (voorzichtig: randen worden afgesneden!) In deze instelling wordt het breedbeeldformaat voor het 4:3-apparaat afgedwongen
komt u weer in het normale TV-beeld terug.
A/V-modus
Hier kiest u met de -toetsen het soort videosignaal dat op de scartaansluiting binnenkomt. Kies het signaal dat uw TV-apparaat kan verwerken. Lees ook de bedienings- c.q. gebruikshandleiding van uw TV-apparaat! - FBAS - samengesteld basisbandsignaal (kleur-/beeld-/onderdrukkings-/synchroonsignaal) of - RGB - rood-/groen-/blauw-signaal of - Y/C - SVH-S-signaal (luminantie/chrominantie) Met tweemaal
komt u weer in het normale TV-beeld terug.
49
Installatiemenu De volgende instellingen mag u in geen geval veranderen omdat het om fabrieksinstellingen of om gebruiksinstellingen gaat die op uw ontvangstinstallatie zijn afgestemd. Alleen voor veranderingen of uitbreidingen aan de ontvangstinstallatie zijn nieuwe instellingen nodig.
Oproepen installatiemenu In het installatiemenu komt u via het hoofdmenu (oproepen met
-toets), met de -toetsen op “Installatiemenu” en met de -toets oproepen. de
LNB-configuratie Als de UFD 170 samen met de draaieenheid van Kathrein wordt gebruikt mag in het menu “LNB-configuratie” niets veranderd worden! Wijzigingen in deze instellingen hebben tot gevolg dat de toewijzing verloren gaat en de draaieenheid de satellieten niet meer kan vinden!
-toetsen
Met de LNB-configuratie. Tip:
en de
-toets
kiest u het punt
Voor elke verandering dient u de instellingen op het formulier aan het eind van de handleiding te noteren. Af fabriek zijn de onder het menupunt “Fabrieksinstelling van de receiver” genoemde satellieten vooringesteld.
Oscillatorfrequentie L.O. Satellietenontvangstinstallaties bestaan uit de paraboolantenne met het daarvoor aangebrachte eigenlijke ontvangstsysteem (LNB c.q. LNC), dat het HF-signaal van de satelliet in een lagere frequentie omzet die door een satellietreceiver verwerkt kan worden. De satellietzendfrequenties liggen in de volgende bereiken: 10,7-11,7 11,7-12,75
50
GHz GHz
Low-Band (onderste band) High Band (bovenste band)
Installatiemenu Het ingangsfrequentiebereik van de receiver ligt echter in het bereik 950 tot 1250 MHz. De hoge frequenties worden daarom met behulp van de oscillatorfrequentie (LO-frequentie/L.O. = Local Oscillator “Locale oscillator van de LNB”) in een lagere frequentie omgezet. Voor het omzetten worden naar gelang satellietfrequentiebereik en installatietype verschillende oscillatorfrequenties gebruikt. Voor ASTRA- en EUTELSAT-ontvangstinstallaties is dit voor het onderste frequentiebereik (Low-Band) in de regel 9,75 GHz (9.750 MHz) en voor het bovenste frequentiebereikh (High-Band) 10,6 GHz (10.600 MHz). Oudere ontvangstinstallaties werken in het Low-Band-Bereik nog met een 10-GHz-oscillatorfrequentie (deze zijn in de regel niet voor digitale ontvangst geschikt). De receiver zorgt voor de frequentie waarop hij zich moet instellen door de oscillatorfrequentie af te trekken van de bij elk programma opgeslagen satellietzendfrequentie. U moet alleen de betreffende oscillatorfrequenties instellen die uw ontvangstsysteem gebruikt. Controleer daarom voor het omzetten van de LO-frequentie of dit wel nodig is. Af fabriek zijn de hiervoor genoemde oscillatorfrequenties ingesteld. Oscillatorfrequentie veranderen
Met de -toets gaat u naar het “LNB-configuratiemenu” aan de rechter kant. De instelling voor “L.O. High” wordt in kleur aangegeven. U kunt nu met de cijfertoetsen een nieuwe frequentie volgens uw installatie ingeven. Hetzelfde geldt voor de instelling “L.O. Low”. Hier komt u met de
-toetsen.
U verlaat het menu weer met vier maal , tegelijkertijd wordt het opslaan van de ingestelde waarde bevestigd. Bij een verkeerde instelling krijgt u de mededeling: “Slecht of geen signaal”.
Gebruik
-toetsen.
Fabrieksinstelling is “Aan“. Keuze met de Normaal moet de stroom ingeschakeld zijn.
Bij centrale installaties moet u controleren of de stroom uitgeschakeld moet worden!
Standby Fabrieksinstelling is “Uit”. Keuze met de
-toetsen.
Op deze positie wordt de stroom voor de LNB op standby van de receiver in- c.q. uitgeschakeld. Bij losse en centrale installaties kan hij uitgeschakeld worden. Voor het geval dat uw receiver aan een multifeed-antenne is aangesloten, die bijvoorbeeld ook op de HOTBIRD-satellieten is afgesteld, moet u de instellingen van de receiver voor het DiSEqC™ (Digital Satellite Equipment Control)-signaal veranderen. Dat geldt natuurlijk ook voor andere satellieten.
51
Installatiemenu Voor de keuze van het satellietsignaal zijn verschillende besturingssignalen nodig. Tot nu toe was voor de meeste toepassingen de LNB-spanning 14/18 V en het 22-kHz signaal (wordt door de LNB-spanning overlapt) voldoende voor de signaalselectie. Met deze vier schakelsignalen kan tussen de horizontaal en verticaal gepolariseerde signalen alsmede tussen twee satellieten (multifeed-ontvangst) geschakeld worden. Met de uitbreiding van het frequentiebereik naar het 12-GHz-bereik (High-Band-bereik) of voor de ontvangst van meer dan twee satellieten zijn extra besturingssignalen voor de LNB-aansturing en signaalkeuze nodig. Hiervoor dient het DiSEqC™-signaal. Daarbij gaat het om een speciale modulatie van het reeds voorhanden 22-kHz signaal. Tip:
Voor elke verandering dient u de instellingen op het formulier aan het eind van de handleiding te noteren. Af fabriek zijn de onder het menupunt “Fabrieksinstelling van de receiver” genoemde satellieten vooringesteld.
DiSEqC™1-instelling
Voor gebruik in de caravan is deze instelling niet nodig!
Vereiste is dat u geen wijzigingen in het menu “DiSEqC™[UFO]-instelling” aangebracht heeft; zie ook onder “DiSEqC™[UFO]-afstelling”. Het DiSEqC™-signaal dient voor het switchen tussen de aangepeilde satellieten.
Met de -toetsen kiest u de satelliet waarvan u de DiSEqC™-instelling wilt verandere en u bevestigt de keuze met de
-toets.
Als u een nieuwe satelliet wilt invoegen, gaat u te werk als in paragraaf “Satellieten instellen” beschreven.
-toetsen kiest u het menupunt “DiSEqC 1”. U kunt met de -toetsen de gewenste DiSEqC™-instelling kiezen Met de
(1, 2, 3, of 4).
U verlaat het menu met viermaal om terug te keren naar het TV-beeld. Tegeljkertijd wordt het opslaan van de ingestelde waarde bevestigd. Bij een verkeerde instelling krijgt u de mededeling “Slecht of geen signaal”
DiSEqC™2-instelling
Voor gebruik in de caravan is deze instelling niet nodig!
Onder het menupunt “DiSEqC 2” kunnen bij gecascadeerd schakelen in totaal 16 satellietposities opgeslagen worden. Met Horizontaal/ Verticaal alsmede High/Low krijgt u zo 256 instellingen.
Deze instellingen en het instellen van een dergelijke installatie moet aan de vakman overgelaten worden.
52
Installatiemenu Antenne-uitlijning Voor gebruik in de caravan is deze instelling niet nodig!
Dit menu is uitsluitend bestemd voor de service en kan indien nodig, als er geen meetapparaat beschikbaar is, voor het uitlijnen van de antenne
gebruikt worden. Met de -toets wordt een zoektoon ingeschakeld waarvan de toonhoogte met de signaalsterkte overeenkomt - des te hoger de toon, des te beter het signaal.
-toetsen de diverse menupunten en u brengt de instellingen met de -toetsen aan. U bereikt dit menu met de
Op de eerste regel kan de satelliet en op de tweede regel de transponder bepaald worden. In het kleine hokje rechts daarnaast wordt op de eerste regel de polarisatie van het ontvangen signaal en op de tweede regel de uitgezonden symbol rate aangegeven.
Gebruik met antennerotor/ Positioner (DiSEqC™1.2)
Voor gebruik in de caravan is deze instelling niet nodig!
De balken geven informatie over de sterkte (relatieve niveau) van het signaal en de de kwaliteit ervan. Daaruit kunnen echter geen conclusies over de kwaliteit van de antenne-installatie getrokken worden. Voor gebruik met een rotor (DiSEqC™1.2) kiest u de derde regel “Motor/Goto 0°” “Ein”. Op de volgende regel “Verschuiven/Opslaan” kunt u de antenne naar het oosten of westen uitlijnen. De optimale uitlijning kunt u in het staafdiagram “Level” bekijken. Op de regel “Grenswaarde instellen” kunt u de uiterste stopplaats (begrenzing door muur of ander obstakel) in westelijke en oostelijke richting instellen. Lees in elk geval de handleiding van de rotorfabrikant door (dit betreft in het bijzonder andere instellingen dan die hiervoor beschreven).
53
Installatiemenu Satellieten Zoeken
In het menu “Satellieten Zoeken” laat u de receiver naar kanalen op een door u gekozen satelliet of op alle te ontvangen satellieten zoeken.
-toetsen de diverse menupunten en u brengt de instellingen met de -toetsen aan. Het zoeken wordt met de -toets gestart. U bereikt dit menu met de
U kunt uit de volgende instellingen kiezen: - Zoekmodus: Vrije+gedecodeerde, Alleen vrije, PREMIERE, CanalSatélite, CANALSATELLIT, CANAL+, Stream, TELE+ - Satellietnaam: Tip:
Alle satellieten of één enkele (bijv. ASTRA, HOTBIRD, ...)
Als u in het menu-punt “Zoekmodus” “Vrije+gedecodeerde” en in het menupunt “Satellietnaam” “Alle satellieten” kiest, krijgt u de grootst mogelijke hoeveelheid aan kanalen.
Tijdens het scannen krijgt u de signaalkwaliteit, de scanvoortgang alsmede de nieuw gevonden kanalen te zien. Aan het eind kirjgt u de mededeling dat het zoeken klaar is. Druk ter bevestiging op de
-toets. Alle nieuwe kanalen worden aan de bestaande kanalenlijst toegevoegd en van een andere kleur voorzien. Met één druk op de de
54
-toets onderbreekt u het zoeken, met tweemaal
-toets breekt u het zoeken af.
Installatiemenu Transponder wijzigen/zoeken/wissen
In dit menu kunnen de transponders gericht naar kanalen zoeken als bijvoorbeeld nieuwe kanalen binnen het scala van een provider aangeboden worden. Deze informatie vindt u op Internet en in vaktijdschriften.
Als u de installatie op een nieuwe satelliet wilt instellen, dient u minstens één bekende transponder met de hand in te geven.
U bereikt dit menu via het installatiemenu met de en u bevestigt de keuze met de
-toets.
-toetsen
Het transpondernummer tussen haakjes is een intern rangnummer van de receiver en heeft niets met het transpondernummer van de satelliet te maken!
-toetsen oproepen.
U kunt nu de diverse posities met de De volgende instellingen zijn nu mogelijk: - gewenste satelliet met
of ,
- de frequentie van de transponder met
of (of de cijfertoetsen),
- de polarisatie met of , - de symbol-rate met de cijfertoetsen en - de zoekmodus voor uitsluitend drie te ontvangen of vrije en gecodeerde kanalen met
of .
Het staafdiagram toont de relatieve signaalsterkte, is echter geen indicatie voor de kwaliteit van de ontvangstinstallatie.
Het zoeken wordt met de op de stand “Zoeken” gestart. U krijgt de volgende mededeling “Zoeken actief”. Na het zoeken krijgt u het volgende te zien (voorbeeld):
55
Installatiemenu
Met de -toets verlaat u dit menu en gaat u naar het eerder gekleurde kanaal.
Met de -toets komt u weer in dit menu terug en kunt u verdere transponders zoeken. Als het zoeken is mislukt, krijgt u “Fout” als mededeling te zien. Alle nieuwe kanalen worden aan het eind van de bestaande kanalenlijst gezet. Met de positie “TP wissen” kunt u een transponder uit het
programmageheugen wissen met de -toets. Als u een transponder wist, worden automatisch ook alle kanalen van deze transponders uit de kanalenlijst gewist! U dient het wissen eerst te bevestigen.
DiSEqCTM [UFO]-Setup
56
Installatiemenu In dit menu moeten alleen veranderingen aangebracht worden als de receiver aan een andere ontvangstinstallatie met andere eigenschappen aangesloten wordt of als aan de ontvangstinstallatie wijzigingen zjn aangebracht. Lees daarom zorgvuldig de instructies bij uw sat-installatie. Voor elke verandering moet u echter de instellingen op het formulier aan het eind van deze handleiding noteren. In het menu “DiSEqC[UFO]-instelling” komt u met de sen en met de
22-kHz signaal
-toets in het installatiemenu.
-toet-
In dit menupunt wordt vastgelegd of met het 22-kHz signaal tussen het onderste en bovenste frequentiebereik van een satelliet (Low/High) of tussen twee satellietposities moet worden geswitched.
Tone Burst- en DiSEqCTM-signaal
Als in een ontvangstinstallatie meer dan vier besturingscriteria nodig zijn, is een DiSEqC™-besturingssignaal nodig. Welke van instelmogelijkheden - Tone Burst of DiSEqC™ - nodig is, hangt af van de componenten van de ontvangstinstallatie. Lees daarom de beschrijving van de voorhanden componenten (omschakelmatrixen) van de ontvangstinstallatie door.
Schakelsituaties bij instellen: 22-kHz signaal
----------->
Schakelsituaties bij instellen:
Schakelsituaties bij instellen: High/Low
en
22-kHz signaal
----------->
Pos. A/B:
22-kHz signaal
----------->
Pos. A/B:
en
en
Tone Burst
----------->
Pos. A/B:
Tone Burst
----------->
Opt. A/B:
Tone Burst
----------->
High/Low
Low
22 kHz
Uit
Pos
Tone Burst
22 kHz
Low
Tone Burst
0
High
22 kHz
Aan
High
Tone Burst
1
1
0
Uit
Pos. 1
Tone Burst
0
2
0
Aan
Pos. 1
22 kHz
Uit
Pos. 2
Tone Burst
1
3
1
Uit
Pos. 2
22 kHz
Aan
4
1
Aan
DiSEqCTM Als de receiver aan een DiSEqC™-omschakelmatrix aangesloten, zet u het menupunt op “Aan”.
wordt
De schakelcriteria en de ingangstoewijzing van de DiSEqC™schakelmatrixen moeten aangehouden worden. Houd daarom de beschrijving van de schakelmatrixen aan of neem contact op met de installateur van de ontvangstinstallatie.
DiSEqCTM-herhaling Als de receiver aan een ontvangstinstallatie met twee of meerdere achter elkaar geschakelde DiSEqC™-schakelmatrixen wordt gebruikt (gecascadeerd), moet het DiSEqC™-commando herhaald worden. Schakel in dat geval in het menupunt DiSEqC™-herhaling op “1” of “2”. Voorinstelling: “Uit”
57
Installatiemenu UFO®mini
Bij een “deelnemergestuurde instelinstallatie” wordt de ingangsfrequentie van de receiver vast ingesteld. Op deze frequentie worden door de “deelnemergestuurde instelinstallatie” de signalen overgebracht. De ontvangstparameters voor de programmakeuze worden per DiSEqC™-commando aan de ontvangstinstallatie overgebracht en daar ingesteld. Welke instelling gekozen moet worden, moet door de uitvoering van de “deelnemergestuurde instelinstallatie” uitgevoerd worden.
Remote-frequentie
Heeft u in het menupunt “UFO®mini” op “Aan” gezet, dan voert u in dit menupunt de instelling van de overbrengingsfrequentie uit. Welke overbrengingsfrequentie ingesteld moet worden, leest u in de installatiehandleiding van de “deelnemergestuurde instelinstallatie”. Lees daarom absoluut de instructies in de installatiehandleiding van de “deelnemergestuurde instelinstallatie”.
UFO®micro De instelling in diet menupunt is ook voor gebruik van de receiver op een instelinstallatie bedoeld. Daarbij vindt de besturing en communicatie tussen de receiver en de Kathrein-UFO®micro-installatie plaats via de terugweg van de coaxiaalkabel. Als de receiver op een UFO®micro-ontvangstinstallatie gebruikt wordt, moet in het menupunt “UFO®micro” op “Aan” gezet worden. Aan de receiver wordt dan door de ontvangstinstallatie bij de installatie een speciaal adres toegewezen zodat de besturingscommando‘s die van de receiver voor signaalkeuze aan de ontvangstinstallatie gezonden worden ook door deze herkend worden. Een remote-frequentie behoeft in deze modus niet ingesteld te worden omdat deze door de UFO®micro-installatie met de adressering wordt vastgelegd. Als de receiver voor de eerste keer op een UFO®micro-ontvangstinstallatie wordt gebruikt, moet het tevoren toegewezen adres gewist worden. Dit gebeurt in het menupunt „UFO®micro“ met de keuze De voorprogrammering wordt bij de “reset” niet gewist.
Fabrieksinstelling
“Reset” via de toetsen en . Aan de receiver wordt daarbij de oorspronkelijke fabrieksinstelling toegewezen. Daarna moet hij weer op “Aan” gezet worden. De receiver krijgt dan van de nieuwe installatie een nieuw adres.Voorinstelling: “Uit”.
Op deze positie kunnen alle instellingen op de fabrieksinstellingen
met teruggezet worden. De fabrieksinstellingen behoeven niet noodzakelijkerwijze met de voor uw installatie benodigde instellingen overeen te komen! Na het terugzetten moet u misschien alle instellingen opnieuw uitvoeren. 58
Installatiemenu Software- en programmalijstupdate Dankzij de digitale techniek kunt u software en programmalijst van uw receiver ook via de satellietontvangst actualiseren. Of nieuwe software of een nieuwe programmalijst beschikbaar is, leest u in het submenu “Software-Download“. De enige vereiste is dat uw sat-ontvangsinstallatie op ASTRA 19,2° Oost is gericht. Kies in het installatiemenu met de
-toetsen
het submenu
“Software-Download“ en bevestig het oproepen met de -toets. Uw receiver zoekt nu automatisch naar de ASTRA-transponder die de actuele software en programmalijst uitstraalt. U krijgt het volgende te zien:
Als er geen nieuwe versies zijn, wordt u daarover op het scherm geïnformeerd.
Na het oproepen van „Info tonen“ krijgt u info te zien
die u met de -toets weer verlaten kunt.
Met op de positie “Info tonen” krijgt u informatie over de uitgestraalde software en de programmalijst. De posities “Info tonen”, “Bedrijfssoftware”, “Kanalenlijst” worden automatisch van “Ja” voorzien als nieuwe informatie en inhoud voorhanden is. De linker balk geeft het relatieve signaalniveau aan.
U kunt met de cursortoetsen ( ) positie deactiveren “Neen”. Reeds inactief gemaakte posities kunnen niet veranderd worden. Als u alleen de software actualiseert, maar de kanalenlijst onveranderd wilt laten, deactiveert u het veld “Kanalenlijst“ en omgekeerd. U kunt ook alleen de “Infotekst” opvragen. Voor de actualisering gaat u naar “Start” en bevestigt u met
.
59
Installatiemenu Daarna begint de receiver met de actualisering. Als de receiver reeds op de laatst stand is, wordt u een mededeling met deze informatie op het beeldscherm getoond. Na de actualisering wordt de receiver opnieuw geïnitialiseerd en gaat weer in bedrijf. Bij een fout of ontbrekend signaal verschijnt de mededeling “Downloaden mislukt”. Schakel de receiver tijdens het updaten nooit uit, omdat u dan de gehele software verliest. Deze moet dan in een werkplaats of per PC en nullmodemkabel opnieuw geïnstalleerd worden. Tijdens het downloaden knippert “Wachten”. Lees alle mededelingen op het scherm! Na een software-update moet u de klok opnieuw instellen en controleren of in het hoofdmenu het menupunt “HDP Antenneafstelling” op “Aan” staat. Zo niet, dan zet u deze keuze met de cursortoetsen weer op “Aan”, omdat u anders de draaieenheid niet bedienen of aansturen kunt. De updates kunt u ook op Internet vinden. Het adres luidt: http://www.kathrein.de Klik eerst op “Service” en dan op “Software und Download”. Kies “Receiver”. Hier vindt u ook tips over hoe te werk te gaan.
60
Aansluitschema 2
3
9 1
0
8
5
Nr.
4
Verbindung tussen
6
7
Soort verbinding
1
Antenne en SAT-ZF-ingang UFD 170
SAT-ZF-verbinding (coaxiaalkabel met stekker norm F)
2
UFD 170 en spanningsbron
Verbinding vindt plaats met meegeleverde aansluitkabel
3
UFD 170 en draaieenheid
Verbinding vindt plaats met de meegeleverde (besturings-) datakabel
4
UFD 170 en draaieenheid
Spanning met meegeleverde spanningssnoer
5
UFD 170 en TV-apparaat
Verbinding met meegeleverde cinch-cinchkabel
6
UFD 170 en hifi-installatie
Verbinding kan via cinchkabel plaatsvinden (niet meegeleverd)
7
UFD 170 en Dolby Digital installatie
Verbinding kan via cinchkabel plaatsvinden (niet meegeleverd)
8
SAT-ZF-uitgang Besturingseenheid en SAT-ZF-ingang Receiver
Verbinding is bij aflevering als aangebracht; is voor de communicatie tussen receiver en besturingseenheid in de UFD 170 nodig
9
Receiver en infraroodontvanger
Verbinding via de meegeleverde kabel van de infraroodontvanger
0
Antenne en SAT-ZF-ingang receiver
Sat-ZF-verbindingsmogelijkheid als UFD 170 stationair (bijv. in woning) gebruikt moet worden
61
Aansluitschema SAT-ZF-aansluitingen Aan de SAT-ZF-ingang van de UFD 170 wordt de van de antenne komende coaxiaalkabel aangesloten. De SAT-ZF-uitgang van de besturingseenheid van de UFD 170 is door de meegeleverde coaxiaalkabel met de SAT-ZF-ingang van de receiver van de UFD 170 reeds verbonden. De volgorde moet vanwege de stroom van de LNB (wordt via de coaxiaalkabel aangevoerd) en de communicatie van de twee printplaten in de UFD 170 (besturingseenheid en receiver), aangehouden worden.
Boordnetaansluiting Lees met betrekking tot de boordnetaansluiting ook aanwijzingen in de montagehandleiding van de CAP 210/310.
de
De meegeleverde stroomkabel (aders: bruin/wit/groen) wordt direct aan de accu (accustrip voor zekering) aangesloten. Bruin wordt met “+”, wit met “–” en de groene draad met de ontsteking achter het contactslot verbonden, zodat hij onder stroom staat zodra het contact wordt aangezet. Let erop dat de leidingen “+ 12 V”, „massa“ en “ontsteking” niet door tussengeschakelde schakelaars onderbroken kunnen worden, omdat anders de functie van het automatisch dalen van de antenne buiten werking wordt gezet. De groene aansluiting is belangrijk omdat het alleen zo zeker is dat bij het inschakelen van de ontsteking de draaieenheid op de parkeerstand gaat. Daardoor wordt het rijden met opgerichte antenne voorkomen. Als de spanning te laag is, geeft de receiver UFD 170 de OSD-melding “Boordspanning te laag!”. Bij te geringe boordspanning kan het echter ook tot ongecontrolleerde foutmeldingen komen (bijv. “overlast” hoewel er geen overlast is).
Besturingskabel De besturingskabel van de draaieenheid wordt met de UFD 170 verbonden (zie voorgaande pagina).
62
Belangrijke aanwijzingen bij de draaieenheid voor ingebruikneming Bij de volgende handleidingsgedeelte van de UFD 170 voor de draaieenheid gaan wij ervan uit dat de UFD 170 en de draaieenheid correct geïnstalleerd en aangesloten zijn, zoals in de montage- en gebruiksaanwijzingen/ handleidingen beschreven is! Lees als u dat nog niet gedaan heeft de veiligheidsinstructies aan het begin van deze handleiding door en volg deze op in de omgang met de UFD 170 en de draaineenheid! Afstandsbediening Alle instellingen op de UFD 170 worden via de afstandsbediening uitgevoerd!
Controleer voordat u uw satellietinstallatie in gebruik neemt, of de opstelplaats een vrij zicht heeft op de satellieten-posities naar het zuiden en geen bomen of andere obstakels het zicht versprerren. U bespaart zo tijd en moeite!
Tip bij de eerste ingebruikneming Lees hiertoe het hoofdstuk “Eerste ingebruikneming” uit het receivergedeelte van deze handleiding!
63
Uitlijnen (satelliet zoeken) De antenne wordt automatisch uitgelijnd. Elke keer als de UFD 170 wordt ingeschakeld, gaat de draaieenheid automatisch naar het aatst ontvangen kanaal en de daarbij behorende satellietpositie (bijv. ASTRA, HOTBIRD). Dit gebeurt omdat elke satelliet zijn eigen identificatiesignaal uitzendt dat automatisch door de UFD 170 herkend wordt. Als het voertuig tijdens het zoeken niet op steunen staat en zich daarin personen bewegen, bestaat het gevaar dat door schommelingen van het voertuig de satelliet niet gevonden wordt.
Als de satelliet wordt gevonden, wordt deze door de draaieenheid opgeslagen en behoeft hij als het programma de volgende keer wordt gekozen niet meer gezocht te worden.
Het zoeken naar satellieten wordt aan de hand van het door u geselecteerde kanaal gestart. Als de positie van de satelliet door de draaieenheid nog niet is opgeslagen, krijgt u bij het selecteren van een kanaal van deze satelliet het volgende te zien (voorbeeld):
Met de
-toets start u de zoekmodus.
Het zoeken duurt ca. 380 seconden. Dan krijgt u de volgende mededeling:
Zodra de draaieenheid de juiste satelliet heeft gevonden, wordt automatisch een fijnafstelling uitgevoerd. Het zoeken duurt max. 90 seconden (bij voldoende signaalniveau wordt de satellietpositie direct door de draaieenheid opgeslagen). Tijdens het fijnafstellen kan het beeld “bevriezen”, dat hangt echter af van het systeem.
64
Uitlijnen (satelliet zoeken) Na succesvolle fijnafstelling verschijnt een paar seconden de volgende melding:
De ingestelde positie (de gevonden satelliet) wordt opgeslagen.
Handmatige correctie In de randbereiken van de footprints van een satelliet (bijv. na een kleine plaatsverandering) kan het gebeuren dat u de instelling moet corrigeren (normaal niet nodig). Daarvoor is er de mogelijkheid de fijnafstemming met de hand te corrigieren.
Ga met de -toets naar het hoofdmenu en met de -toetsen naar het menupunt “HDP-antenne-instelling”. Nu drukt u op de
-toets om in het HDP-menu te komen.
Op de posities “Elevatie” en “Azimut” kunt u de helling en de horizontale
- toetsen of geef met de cijfertoetsen een getallenwaarde in en bevestig met . hoek van de antenne corrigeren. Gebruik hiervoor de
Houd ter controle de balken “Level” en “Qual.” aan de linker kant in de gaten. Des te hoger de balk, des te sterker en kwalitatief beter is het
ontvangen signaal. Tegelijkertijd kunt u met de - toets een zoektoon inschakelen waarvan de toonhoogte met de signaalsterkte overeenkomt. De grafische afbeelding in het onderste gedeelte (groen met rode punt) geeft de relatieve positie van de antenne weer. Terwijl de draaieenheid de antenne in de gewenste richting beweegt, verschijnt steeds een melding voor elevatie en azimut (voorbeeld).
65
Uitlijnen (satelliet zoeken)
Pas als u de sat-positie in het “HDP-menu” heeft opgeslagen, worden de nieuwe coördinaten aan de satelliet toegewezen!
Na succesvolle correctie gaat u met de “Opslaan” en bevestigt u met U kunt het menu met de
66
.
- toets naar de positie
-toets weer verlaten.
Veranderen van plaats Bij een geringe verandering van plaats vindt de antenne de satelliet zeer snel weer terug.
Nadat de antenne van plaats is veranderd, gaat hij naar de laatste gekozen positie. U krijgt daarom na de initialisering het volgende te zien (voorbeeld, omdat dat van de laatst gekozen positie afhangt):
Als ook op de laatste positie geen signaal wordt gevonden, verschijnt de volgende mededeling:
Als u de satelliet verder wilt aanpeilen, druk dan op de zoeken begint.
-toets en het
Als een signaal wordt gevonden, gaat de antenne automatisch op fijnafstellen (max. 90 sec., bij voldoende signaal wordt de positie direct opgeslagen).
Na succesvol zoeken ziet u de mededeling:
67
Reset/Parkeren Reset
Ga met de -toets naar het hoofdmenu en met de toetsen naar het menupunt “HDP-antenne-instelling”. Nu drukt u op de
-toets om in het HDP-menu te komen.
-toetsen naar het subpunt “Reset/Parkeren” selectie met de -toetsen op “Reset”. Druk nu op de
Ga met de en zet de
-toets. U krijgt het volgende te zien:
De antenne wordt terugggezet en gaat automatisch naar de parkeerstand. U krijgt nog een keer een korte mededeliing: “Antenne is teruggezet”. Met de Tip:
-toets verlaat u het menu weer.
Voor het vervangen van onderdelen van de installatie (bijv. receiver) moet de draaieenheid met “Reset” op de parkeerstand gebracht worden. Na de “Reset” zijn alle tevoren opgeslagen satellietposities in de besturingseenheid van de UFD 170 gewist. De satellietgegevens in het receivergedeelte van de UFD 170 blijven echter bewaard.
68
Reset/Parkeren Parkeren U heeft drie mogelijkheden de antenne te “parkeren”:
-toets
1.
De antenne kan door twee keer te drukken op de op de parkeerstand gezet worden.
2.
Ga met de
3.
Als het contact wordt aangezet gaat de antenne automatisch naar de parkeerstand! Hiervoor moet echter de groene draad van de stroom-kabel met het contact worden verbonden (zie aansluitschema). Lees hiertoe alle instructies van de uitvoerige montagehandleiding van de CAP-eenheid.
-toets
naar het hoofdmenu en met de
-toetsen naar het menupunt “HDP-antenneinstelling”. Met komt u in het HDP-menu en gaat u met de -toetsen naar het subpunt “Reset/Parkeren”. Druk nu op de -toets om de antenne te parkeren.
De antenne wordt op de parkeerstand gezet, hetgeen daarna wordt bevestigd.
69
Bijzondere mededelingen van de draaieenheid Mededelingen voor de bescherming van het systeem Voor de bescherming van uw ontvangstsysteem en het boordnet worden de volgende foutmeldingen op het beeldscherm getoond:
Als deze melding verschijnt, controleer dan op de draaieenheid en de antenne of het systeem door een voorwerp (bijv. tak) geblokkeerd wordt of dat de boordspanning te laag is. Ga in de volgorde als hiervoor aangegeven te werk. De volgende melding geeft aan dat de accuspanning onder een minimumwaarde gedaald is en opgeladen moet worden:
U kunt de installatie weliswaar gebruiken maar het kan tot communicatiefouten tussen de UFD 170 en de draaieenheid komen (bijv. bij het zoeken naar satellieten). Tijdens het laden mag de antenne niet bewogen worden om stroompieken bij het inschakelen te voorkomen.
Satelliet verloren/Limiet bereikt Heel sporadisch kan de satelliet bij het zoeken verloren gaan, c.q. na de complete zoektijd niet gevonden worden (bijv. bij een zwak signaal aan de rand van de footprint, bij bewegingen in het voertuig of ongunstige ontvangstomstandigheden zoals sterke regen en sneeuw). Dan verschijnen de volgende mededelingen:
Met de -toets haalt u de betreffende mededeling weer weg. Kies een ander kanaal van dezelfde satelliet. U krijgt het volgende te zien:
70
Bijzondere mededelingen van de draaieenheid
Tip:
Als deze melding niet automatisch verschijnt, kunt u deze ook met de
-toets handmatig oproepen.
Met de
-toets start u het zoeken opnieuw.
Als het zoeken opnieuw niets oplevert, bijv. door zeer slecht weer of omdat u zich in een randgebied bevindt, zet u de “zoekmodus” van “standaard” op “Fijn”, zoals hierna beschreven. Maak met de
-toets
het actuele beeldscherm leeg. Ga met
-toets naar het hoofdmenu en met de -toetsen naar het menupunt “HDP-antenne-instelling”. Nu drukt u op de -toets de
om in het HDP-menu te komen.
-toetsen bereikt u het menupunt “Zoekmodus”. Verander met de -toetsen “standaard” in “fijn”. Met de
-toets keert u naar het normale beeld terug. Druk nu nog een keer op de - en daarna op de -toets. Met tweemaal de
Het zoeken duurt door de “Fijnmodus” wat langer, omdat nu met een lagere snelheid en een kleiner zoekraster gezocht wordt.
71
Downloaden software draaineenheid In zoverre nieuwe software voor de draaieenheid ter beschikking staat, kunt u deze van het ASTRA-systeem downloaden.
-toets naar het hoofdmenu en met de -toetsen naar het installatiemenupunt. Kies met de -toetsen het subpunt “Softwaredownload” en kies “HDP 170” met de - toetsen. Ga met de
Het menu wordt automatisch geopend:
Als het voertuig tijdens het downloaden niet op steunen staat en zich daarin personen bewegen, bestaat het gevaar dat door schommelingen van het voertuig de satelliet niet gevonden wordt c.q. het signaal verloren gaat.
Hier wordt u de actuele ontvangssituatie getoond (satelliet, trans-
-toetsen kiest u de positie, de instellingen brengt u aan met de - toetsen. ponder, frequentie, symbol-rate, polarisatie). Met de
U kunt beslissen of u de voorgestelde positie (wordt met “Ja” becommenteerd) de software van de satelliet wilt laden - de opgeslagen versies worden viercijferig (op scherm 0180) getoond - en of u de infotekst wilt ontvangen.
Met op de positie “Start” begint het systeem met het downloaden van de software. De gehele procedure duurt maximaal één uur. Het downloaden wordt met de volgende mededeling bevestigd:
Zet tijdens het downloaden nooit het contact aan. Dit kan tot afbreuk, storingen of functieuitval leiden!
72
Downloaden software draaineenheid Zet de installatie tijdens het downloaden niet uit! U krijgt als volgende mededeling “HDP Programm sending”. Daarbij wordt de software in de UFD 170 op de besturingseenheid overgezet.
Uit veiligheidsgronden worden twee softwareversies opgeslagen, zodat bij uitvallen van één versie of één download nog een softwareversie voor het gebruik van de draaieenheid ter beschikking staat. De oudste stand wordt altijd automatisch overschreven (witte letters).
73
Handmatig inklappen op de parkeerstand Bij een defect aan de elektronische besturing kan de vlakantenne met de hand op de parkeerstand (horizontale stand) teruggezet worden. Het rijden met opgeklapte antenne moet met lage snelheid en rekening houdende met de grotere voertuighoogte naar de dichtstbijzijnde garage zonder meer mogelijk en is beter dan de antenne met de hand neer te klappen! Een gebruiker die reparatiewerkzaamheden niet aandurft wordt dringend afgeraden het met de hand neerklappen op de parkeerstand zelf uit te voeren. Hij moetzich tot een technicus c.q. monteur wenden. Misschien vindt hij een dergelijk persoon op de camping. In ieder geval moeten de onder genoemde veiligheidsinstructies opgevolgd worden.
Veiligheidsinstructies Let op dat: - De antenne en de aan de antenne aangesloten apparaten van de elektriciteit afgekoppeld zijn - De reparerende persoon niet duizelig is en zich veilig op het dak van de woonwagen c.q. camper kan bewegen - De reparerende persoon stevige schoenen met antislipzolen draagt - De reparerende persoon tijdens het werken stevig staat - Het dak en de gebruikte klimwerktuigen (bijv. ladder) droog, schoon en niet glad zijn - Het dak de belasting van de reparerende persoon kan hebben Voorzichtig! Er bestaat levensgevaar/gevaar op letsel door vallen of door het dak zakken! - U mag zich niet aan de antenne vasthouden, omdat deze door het schommelen bij de demontage plotseling vrij kan komen Voorzichtig! Er bestaat levensgevaar/gevaar op letsel door vallen of bekneld raken! - Er mag zich tijdens de demontage/montage niemand bij de woonwagen/ camper onder de antenne bevinden Voorzichtig! Er bestaat levensgevaar/gevaar op letsel door eventueel door het dak zakken en door naar beneden vallende onderdelen!
74
Handmatig inklappen op de parkeerstand Handmatig inklappen 1.
In het asmidden (zie pijl) bevindt zich een kunststof-afdekking. Haal deze er met een smalle sleufschroevendraaier uit.
2.
Daarachter bevindt zich een zeskantschroef M8. Schroef deze er met een steeksleutel, maat 13 mm, uit. Na het verwijderen van de M8-schroef wordt nog een schroefdraad zichtbaar.
3.
Voorzichtig! Beveilig en ondersteun de antenne tegen omvallen. De verbinding naar de schaar kan bij de volgende stap (punt 4) plotseling losraken. Er bestaat dan geen verbinding meer met de draaieenheid!
4.
Draai in deze schroefdraad een M12-schroef (minimumlengte: 22 mm). Hiervoor heeft u een steeksleutel nodig (maat: 19 mm). Door de M12-schroef erin te draaien wordt de schaar van de conusas afgetrokken en raakt de arretering los.
5.
Kantel de antenne in de parkeerpositie (horizontale positie).
6.
Draai de M12-schroef eruit. Daardoor wordt de schaar weer op de conusas gezet.
7.
Schroef de M8-schroef er weer in en trek deze vast aan.
8.
Zet de kunststof afdekking er weer in. Doordat de schaar van de conusas loskomt wordt het nulpunt van de schaar versteld. Dit defect en de uitlijning van de schaar herstellen moet aan een geautoriseerd vakman overgelaten worden!
9.
Zoek een geautoriseerde vakhandel op.
75
Service OSD-taal:
Duits
_________
TV-type:
Multi
PAL
NTSC
4:3
16:9
AUTO
Y/C (S-VHS)
RGB
FBAS (VHS)
Satelliet 1
Satelliet 2
Satelliet 3
High/Low
Pos A/B
UIT Opt. A/B
Beeldformaat: AV-zoekmodus:
Satelliet 4
Satelliet: (High) L.O. 1: 9750 (Low) L.O. 2: 10600 Gebruik: Standby DiSEqC™1: DiSEqC™2:
DiSEqC™-menu 22 kHz: Tone Burst:
High/Low
Pos A/B
™:
AAN
UIT
™
DiSEqC
DiSEqC -herhaling:
1
2
®
UFO mini:
AAN
UIT
®
AAN
UIT
UFO micro:
Verdere instellingen:
76
UIT
UIT
Verklarende woordenlijst Audio-uitgang AV-programmaplaats Azimut CA-module CI Decoder DiSEqC™ Dolby Digital DVB Eb/No Eb/No-verhouding Elevatie EPG FBAS LED-display LNB Mute OSD Oscillatorfrequentie (L.O.) PAL Pay-TV PCMCIA PIN Receiver RGB Sat-ZF-signaal Scartkabel Standby S-VHS Symbol-Rate Timerfunctie Transponder VCR-aansluiting Viterbi-Rate Y/C
Geluidsuitgang op de receiver Voorkeurprogrammaplaats van het TV-apparaat voor scartingang Horizontale uitlijning van de antenne Conditional Access-Modul (decoderingsdecoder) Common Interface, Gestandaardiseerde interface Decoderingsapparaat voor Pay-TV-programma‘s Besturingssysteem tussen receiver en LNB c.q. multischalter Zie woordenboek Digital Video Broadcasting (digitale video-uitzending) Capaciteitsdichtheid per informatie-eenheid Digitale ruisafstand Verticale uitlijning van de antenne Electronic Programme Guide (elektronische programmagids) kleur, beeld, weergavesynchronisatie, samengesteld basisbandsignaal Weergave op de receiver Low Noise Block Converter Geluidsuitschakeling On Screen Display Zie installatiemenu, “Oscillatorfrequentie L.O.” TV-norm analoog Betaal-TV (bijv. ORF, Free-X TV) Standaard van de interne decoderinterface voor Pay-TV Persoonlijk Identificatienummer Ontvanger Videosignaal uit drie verschillende kleursignalen (rood, groen, blauw) Ingangssignaal receiver 21-polige verbindingskabel Bedrijfsgereed Super Video Home System (videorecorderstandaard) Overgebrachte datasnelheid van het satellietensignaal Klokfunctie voor voorgeprogrammeerde in- en uitschakeltijden Zie woordenboek Videorecorderaansluiting Zie woordenboek S-VHS-signaal (luminantie/chrominantie)
77
Klein technisch woordenboek DiSEqC™
DiSEqC™-componenten
Dolby Digital
DVB-MPEG 2
Eb/No-verhouding
FEC
PID
78
DiSEqC™ (Digital Satellite Equipment Control) is een communicatiesysteem tussen sat-receiver (master) en de perifere sat-componenten (slaves), zoals bijv. LNB‘s, multischakelaars, draaibare antennesystemen. Het gaat daarbij om een single-master/multi-slave systeem, d.w.z. er is altijd maar één master in het sat-systeem. Alle activiteiten gaan van de master uit. Als DiSEqC™-omschakelmatrixen gecascadeerd worden, moet de master-receiver het DiSEqC™-signaal meerdere keren uitzenden, zodat alle DiSEqC™-multischakelaars in de cascade hun commando‘s krijgen. DiSEqC™-componenten (slaves) moeten tegenwoordig omlaagcompatibel zijn, d.w.z. ook op de analoge schakelcriteria van receivers reageren die alleen van de besturingssignalen H/V en 22 kHz voorzien zijn. Een DiSEqC™-omschakelmatrix werkt zo lang met analoge schakelcriteria tot het DiSEqC™-commando van de master aankomt. Dan worden alle analoge schakelcriteria genegeerd. is een manier van geluid overbrengen waarmee digitaal surroundgeluid op een thuisbioscoop mogelijk is. DVB is de afkorting voor Digital Video Broadcasting. DVB-S duidt op de manier van overbrengen (S = satelliet). MPEG is de afkorting voor Moving Picture Experts Group, een werkgroep die internationaal geldende standaarden voor de digitale compressie van video en audio bewerkt. MPEG 2 is tot de standaard bij de compressie van digitale TV-signalen geworden. MPEG 2 werkt met een maximale datasnelheid van 100 MBit/s. De Eb/No-verhouding is een maat voor de ruisafstand van het digitale signaal. Deze waarde is niet identiek met de uit de analoge ontvangsttechniek bekende waarde C/N. Bij Eb/No-waarden onder 5 dB is in de regel geen ontvangst meer mogelijk. FEC is de afkorting van Forward Error Correction. Het foutpercentage FEC komt overeen met de Viterbi-Rate. Het PID-nummer (Packet Identification) is een identificatienummer voor videosignalen en audiosignalen in de digitale datastroom van de DVB-MPEG 2-signalen. Met het PID-nummer maakt de receiver een eenduidige toewijzing van de video- en audio-dataoverdracht aan. De PID-PCR is het identificatienummer voor het synchronisatiesignaal. De PID-PCR is in de regel identiek aan de video-PID. Bij meertalig uitgezonden programma‘s kan met de hand aan de audio-PID een andere taal van de TV-uitzending worden toegewezen. De digitale receiver selecteert na ingave van de PID automatisch de door het PID-nummer geïdentificeerde audiogegevens uit de datastroom en wijst deze aan het videosignaal toe.
Klein technisch woordenboek Programmapakket
Symboolpercentage
Transponder
Het programmapakket van een digitale transponder bevat meest meerdere TV- en radioprogramma‘s. Elke programmapakket heeft een vaste toewijzing naar de transponder-zendfrequentie voor de polarisatie (horizontaal of verticaal), voor het symboolpercentage en voor het Viterbi-Rate c.q. foutpercentage. Het symboolpercentage beschrijft de datahoeveelheid die per seconde overgebracht wordt. Het symboolpercentage wordt gemeten in MSymbole/s en is gelijk aan het aantal symbolen dat per seconde binnenkomt. Een transponder is een satellietzender die TV- en radiosignalen overbrengt. Een satelliet heeft meerdere transponders. Analoge transponders brengen alleen een TV-programma over en eventueel meerdere radioprogramma‘s op de zendfrequentie. Digitale transponders brengen meerder TV- en meerdere radioprogramma‘s op één zendfrequentie tegelijkertijd over. Als een programma-aanbieder via een digitale transponder meerdere TV-programma‘s uitzendt, dan spreekt men ook wel van het programmapakket van de programma-aanbieder. De begrippen “Digitale Transponder” en “Programmapakket” hebben dezelfde betekenis.
Video-Bit-Rate
Viterbi-percentage
De Video-Bit-Rate beschrijft de hoeveelheid data van het gedigitaliseerde videosignaal dat per seconde overgebracht wordt. De Viterbi-Rate (codepercentage, foutpercentage) karakteriseert de door de programma-aanbeider gebruikte foutbescherming. De DVBstandaard prefereert de volgende waarden: 1/2 - 2/3 - 3/4 - 5/6 - 7/8
79
936.2709/B/0505/ZWT - Technische wijzigingen voorbehouden! Internet: http://www.kathrein.de KATHREIN-Werke KG • Anton-Kathrein-Straße 1 - 3 • Postfach 10 04 44 • D-83004 Rosenheim • Deutschland • Telefoon (0 80 31) 1 84-0 • Fax (0 80 31) 1 84-3 06