HANDREIKING
DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST OVERWEGINGEN BIJ RUIMTELIJK INPASSEN VAN DUURZAME ENERGIE, GEBASEERD OP DE PROVINCIALE RUIMTELIJKE STRUCTUURVISIE.
P R O V I N C I E - U T R E C H T. N L
1
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING
4
2. ENERGIEVORMEN
5
2.1 Windenergie 5 2.2 Zonne-energie
6
2.3 Biovergisters
7
2.4 Overige vormen
9
3. BASISPRINCIPES RUIMTELIJKE INPASSING
9
3.1 Provinciaal en rijksbeleid
9
3.2 Landschap 10 3.2.1 Windenergie 13 3.2.2 Zonne-energie 15 3.2.3 Biovergisting 18 3.2.4 Overige vormen 19 3.3 Natuur 19 3.4 Landbouw 20 4. LANDSCHAPPEN
Groene Hart 20
Gelderse Vallei 21
Eemland
21
Heuvelrug
22
22
Rivierengebied
BIJLAGE 1: relevante regels PRV 23 BIJLAGE 2: relevante beleidsteksten PRS 25
Colofon
2
29
3
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
1. INLEIDING
2. ENERGIEVORMEN
DE OPGAVE
kaders mee. Ons provinciaal belang is vastgelegd in
Het provinciaal beleid richt zich vooral op vormen van
In enkele gevallen leveren zij voldoende elektriciteit
Duurzame energie wordt steeds breder erkend als
de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2018
duurzame productie die op provinciale schaal een
voor levering aan het energienet. Kleine turbines zijn
waardevol alternatief voor conventionele energie
(PRS). De bijbehorende beleidsregels zijn opgenomen
relevante ruimtelijke impact hebben en waar initiatieven
geschikt voor agrarisch gebruik. Grote turbines hebben
bronnen. Onder duurzame energie verstaan we in
in de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013 (PRV).
voor te verwachten zijn. In deze handreiking richten we
een vermogen van minimaal 2 MW.
deze handreiking niet-fossiele, hernieuwbare brandstof
In bijlagen 1 en 2 zijn de voor deze handreiking
ons op:
In de PRS zetten we in op een minimale ashoogte van
die geen of nauwelijks CO2 (broeikasgas) produceert.
relevante regels en beleidsteksten opgenomen.
• windenergie.
60 meter. Steeds meer gangbaar worden de turbines
Voorbeelden zijn windenergie, zonne-energie,
Ons beleid biedt ruimte aan duurzame energie in het
• zonne-energie in het landelijk gebied
van 3 MW met een ashoogte van ongeveer 100 meter.
aardwarmte en energie door biovergisting.
landelijk gebied, ‘mits goed ingepast’. In pilotprojecten
• biovergisting
Bij toenemende hoogte neemt de efficiëntie (het omzet-
en overleggen met gemeenten en initiatiefnemers
• overige vormen, vaak met beperkte ruimtelijke
ten van wind in elektriciteit) meer dan evenredig toe.
Op 6 september 2013 is tussen overheden, bedrijfs-
bleek dat zij behoefte hadden aan houvast: Wat
leven en maatschappelijke organisaties het Energie-
betekent ‘mits goed ingepast’ en dan vooral ‘mits goed
akkoord voor Duurzame groei gesloten. Kern van
ingepast in het landschap?’
het akkoord zijn afspraken over energiebesparing,
impact.
Bij een windturbine neemt allereerst de mast ruimte in. Het grondgebied rond om de mast is voor andere
In dit hoofdstuk lichten we de energievormen en hun
doeleinden te gebruiken. Maar de mogelijkheden zijn
ruimtebeslag toe. In het volgende hoofdstuk gaan we
wel beperkt, omdat zich om een windturbine een
in op de inpassing ervan in het landelijk gebied
vrijwaringszone bevindt. Hoe groot deze zone is, is
duurzame energie opwekking, technologie en klimaat-
DE HANDREIKING
beleid. Onderdelen van het akkoord met betrekking tot
In deze handreiking geven we aan hoe het provinciaal
duurzame energie is het opschalen van hernieuwbare
ruimtelijk beleid van toepassing is op de productie
energieopwekking en het stimuleren van decentrale
van duurzame energie. We richten ons vooral op de
duurzame energie. Specifiek voor windenergie zijn
betekenis van het al eerder genoemde ‘mits goed
nadere doelstellingen vastgelegd in de rijksstructuur
ingepast in het landschap’. De handreiking bevat geen
In de PRS en PRV wordt onderscheid gemaakt tussen
hoogspanningsnet. Hiervoor is het nodig dat er een
visie Wind op land.
nieuwe regels, maar licht de gedachten achter de
kleine windturbines met een ashoogte van 20 meter en
verbinding met het energienet wordt aangelegd. Deze
bestaande regels toe per belangrijkste energievorm.
windturbines vanaf 60 meter hoogte. Kleine turbines
aanlegkosten en de jaarlijkse aansluitingskosten kunnen
Lokaal geproduceerde duurzame energie heeft
We bieden geen pasklaar recept voor ieder initiatief
leveren vooral elektriciteit aan de gebruiker zelf.
hoog oplopen en een substantieel deel uitmaken van de
ruimtelijke gevolgen. Gevolgen voor de kwaliteit van
op iedere locatie, omdat bij ieder concreet initiatief
business case. Niet alle ruimtelijk aanvaardbare locaties
landschap en natuurwaarden, bijvoorbeeld. Het kan er-
maatwerk nodig is. Deze handreiking laat u zien hoe
op windrijke plekken zullen daardoor financieel
toe leiden dat er meer zwaar verkeer rijdt over wegen
dit maatwerk mogelijk is.
interessant zijn. Daarnaast is niet iedere hoogspan-
die daar niet voor bedoeld zijn. Duurzame energie kan
Bij het ontwikkelen van deze handreiking en naar aan-
nings-eiding geschikt: los van de beschikbare capaciteit
ook van invloed zijn op de agrarische mogelijkheden
leiding van bijeenkomsten met gemeenten en initiatief-
op een lijn, bepaalt de schaalgrootte van het windpark
in een gebied en de kwaliteit van de leefomgeving
nemers, bleek op een aantal punten wel behoefte
of er sprake kan zijn van voeding op een regionaal net
voor omwonenden. Tussen de doelstellingen uit het
om het beleid te wijzigen of aan te vullen. Deze
of van een landelijk net. De beschikbare capaciteit en
Energieakkoord, de wens van de markt om duurzame
herzieningen op de PRS en PRV zijn middels de eerste
benodigde investeringen zijn pas vrij laat in een proces
energie te produceren en de belangen van landschap,
en tweede partiële herziening (beiden 2014) verwerkt.
bekend, zeker waar meerdere projecten eenzelfde net
natuur, landbouw en omgevingskwaliteiten voor omwo-
In deze handreiking kunt u ook lezen wat de redenen
opzoeken. Wettelijk geldt het ‘wie-eerst-komt-wie-eerst-
nenden, ligt planologische speelruimte. Het is aan de
waren voor deze herzieningen.
maalt-principe’ bij het aansluiten op het net.
afhankelijk van ecologie (vogeltrek), geluidsnormen, slagschaduw en veiligheid.
2.1 WINDENERGIE Een windpark levert bijna altijd stroom aan het
gemeente, deze speelruimte aan te geven.
Een oplossing kan zijn om per windgebied samen met De handreiking biedt een beschrijving van overwegin-
andere grote aanbieders van duurzame energie een
De provincie stimuleert gemeenten en initiatiefnemers
gen, geen topografische kaart met voorkeurslocaties.
netbeheersplan op te zetten. Dit biedt financiële zeker-
om duurzame energie mogelijk te maken. Vanuit
Maar door de beschrijving per landschap krijgt u wel
heden en het maakt mogelijk om optimale locaties te
ons provinciaal ruimtelijk belang geven wij wel enige
een indruk van de mogelijkheden in dat gebied.
vinden. In de provincie Groningen vindt een pilot voor Maat windturbines
een netbeheersplan voor windenergie plaats.
- Klein, individueel, voor agrarisch gebruik - Middelgroot, liever niet (evt. als altematief voor grote turbines)
De opbrengst van windenergie is niet alleen afhankelijk
- Groot, lijnopstelling of in clusters, gekoppeld aan grootschalige
van het opgesteld vermogen. Dit vermogen kan alleen
structuren
4
ingezet worden als er wind is. De windrijke 5
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
2.3 BIOVERGISTERS
kustgebieden vangen meer wind dan het binnenland.
met schuin geplaatste panelen. Inclusief stellages
En turbines aan de westzijde van de Heuvelrug
kunnen de opstellingen tot twee meter hoog zijn. Soms
vangen meer wind dan turbines aan de zuidoostzijde
worden de panelen in hoge, met de zon meedraaiende,
Biovergisters wekken biogas op door organisch ma-
verbonden zijn door een pijpleiding of wegtransport.
van de Heuvelrug.
constructies verwerkt. Om niet in elkaars schaduw te
teriaal te vergisten. Bacteriën breken het organisch
Zo kunnen meerdere agrariërs hun productielijn kop-
Een windturbine met een vermogen van 3 MW levert
staan, is enige afstand tussen de rijen nodig. Gemid-
materiaal af en zetten het om in biogas. Het ach-
pelen aan deze pijpleiding voor verdere verwerking
jaarlijks ongeveer 6.600 MWh elektriciteit op, uit-
deld beslaat de netto-oppervlakte aan panelen daardoor
terblijvend restant (digestaat) is soms te gebruiken
en afzet. Aan de Biohub Woudenberg-Scherpenzeel-
gaande van 2.200 productieve uren per jaar. Dit komt
ongeveer de helft van het gehele terrein. Zonnevelden
voor andere toepassingen dan energie, bijvoorbeeld
Renswoude worden niet alleen de agrariërs, hun
overeen met 6 werkzame uren per dag. Deze 6.600
zijn geschikt om tijdelijk geplaatst te worden.
als basis voor mestkorrels. Is dat niet mogelijk, dan
vergisters en gasproductie gekoppeld, maar ook
bij de aangesloten bedrijven zitten en onderling
valt het digestaat onder afval. Het meest gebruikte
de afnemers. Dit zijn bijvoorbeeld de inkoper en
geveer 2.000 huishoudens. Eén mast levert ongeveer
Meestal wordt er ter bescherming een hek om een
organisch materiaal is mest, wat makkelijk te
transporteur van vloeibaar gas, de industriële
64.000 MWh per hectare op. Maar er is meer grond
zonneveld gezet. Dit beperkt de vrije doorgang door
vergisten is. Om de energieopbrengst te verhogen,
eindgebruiker van warmte, het aardgasnet en de
nodig dan alleen voor de mast. In een straal van circa
een veld, ook voor kleine fauna.
wordt mest gecombineerd met andere organische
mestkorrelproducent. Door deze samenwerking zijn
400 meter zijn andere functies beperkt mogelijk.
Er is verschil tussen kleine en grote velden. Kleine
materialen. Deze noemen we coproducten.
de investeringen per ondernemer lager, stijgen de
Dit geldt vooral voor woningbouw. Gaan we uit van
opstellingen zijn maximaal ongeveer 1 hectare groot
een vrij te houden invloedsgebied met een straal van
en zijn makkelijker in te passen in het landschap. Grote
Het biogas kan worden omgezet (opgewerkt) in
400 meter, dan bedraagt de productie ongeveer
opstellingen hebben een meer industrieel karakter
groengas, elektriciteit of warmte. Deze energie kan
130 MWh per hectare.
en vragen meer aandacht voor een goede ruimtelijke
de agrarische ondernemer zelf gebruiken of direct
Bij deze biohub spelen onder andere de volgende
inpassing. Bij de vaststelling van de PRS in 2013 waren
aan andere afnemers leveren. Een derde mogelijk-
ruimtelijke aspecten een rol:
initiatieven voor zonnevelden nog niet voorzien. De PRS
heid is dat de ondernemer elektriciteit of gas aan het
• Ruimtelijke inpassing van de verschillende
biedt ook geen specifiek beleid voor zonnevelden. Ander
energienet levert.
MWh komt overeen met de energiebehoefte van on-
2.2 ZONNE-ENERGIE
opbrengsten en kunnen ondernemers zich speciali-
beleid, zoals landschapsbeleid en natuurbeleid, wordt
seren.
componenten. Doordat er een hub is aangelegd, hoeft elke agrariër alleen maar het onderdeel op
Bij zonne-energie wordt energie afkomstig van de zon
gebruikt om per initiatief een ruimtelijke afweging te
Het gehele proces rond biovergisting bestaat
het erf te bouwen waarvoor deze verantwoorde-
omgezet in elektriciteit. De panelen met zonnecellen
maken. De praktijk heeft in 2014 geleid tot herzieningen
hiermee uit diverse onderdelen (vergisten, opslaan,
lijk is. De biogasleiding krijgt voldoende capa-
vinden we meestal op daken, maar ze kunnen ook
aan de PRS voor de productie van duurzame energie in
coproducten mengen, opwerken naar groengas,
citeit zodat zich in de toekomst meer agrariërs
op de grond worden geplaatst. In deze handreiking
het landelijk gebied, waaronder via zonnevelden.
digestaat verwerken) en kan verschillende eind-
kunnen aansluiten. De meer grootschalige en
noemen we deze panelen op de grond zonnevelden.
In hoofdstuk 3 komt dit aan de orde.
producten opleveren. Deze onderdelen kunnen bij
industriële activiteiten kunnen op een bedrijven-
verschillende ondernemers worden ondergebracht.
terrein plaatsvinden. Daar bevinden zich ook de
door prijsdalingen en gewijzigde fiscale regelingen
Grote zonnevelden leveren hun stroom aan het ener-
In de Gelderse Vallei is een pilot gestart om verschil-
afnemers.
worden ze interessanter. De panelen worden meestal
gienet. Net als bij windenergie kunnen de aanleg- en
lende ondernemers te koppelen, waardoor zij een
in rijen vlak op de grond gemonteerd of op stellages
aansluitingskosten hoog zijn. Voor grote velden kan
biohub vormen.
Initiatieven voor zonnevelden zijn relatief nieuw, maar
• Losse elementen. Enkele onderdelen van de keten passen niet in de omgeving van woningen
de grote afstand tot een aansluitpunt met voldoende
of andere bedrijven. Dit geldt bijvoorbeeld voor
capaciteit een belemmering zijn voor een goede busi-
de overslag van vloeibaar gas. Door de risico’s
ness case. De PRV biedt de ruimte om uit economische
CASE: Biohub
rond een vulpunt is het niet mogelijk om dit in
motieven een bepaalde locatie of opstelling te kiezen.
De Provincie Utrecht is partner in het Europese
de buurt van stedelijke functies te plaatsen. Als
Een goede ruimtelijke inpassing blijft daarbij nodig.
project ARBOR (Accelerating Renewable Energies
vloeibaar gas een onderdeel wordt van de hub,
through valorisation of Biogenic Raw Material).
is maatwerk nodig. Om de exacte plaats en
Net als bij windenergie zijn ook de opbrengsten van
In dit project werken 13 partners uit 6 regio’s in
inrichting van het vulpunt vast te stellen, is het
zonne-energie niet alleen afhankelijk van het opgesteld
Noordwest-Europa samen om het duurzaam gebruik
belangrijk dat het aansluit bij de kenmerken van
vermogen: de zon moet schijnen. Zonnepanelen in een
van biomassa te verbeteren. Het Utrechtse deel van
het landschap. Zo is het mogelijk een vulpunt
zonneveld moeten op enige afstand van elkaar staan
het ARBOR-project bestaat uit drie deelprojecten die
zodanig in te passen dat de specifieke verkave-
omdat ze anders in elkaars schaduw staan. Een zonne-
de hele keten ‘van afval tot afzet’ omvat. De kracht
lingsstructuur behouden blijft. Is er sprake van
veld van bruto 14 hectare grondoppervlak, waarvan
van het project zit dan ook in deze ketenbenadering.
een zeer open landschap, dan is het niet eenvou-
netto 7 hectare aan constructie, en een vermogen
De deelprojecten richten zich vooral op bermgras.
dig om een vulpunt in te passen. Het is wenselijk
van 7,3 MWp levert ongeveer 6.600 MWh elektriciteit
Doelen:
om tijdig met de Veiligheidsregio te overleggen
op, uitgaande van 900 productieve uren per jaar. Per
• onderzoeken of een collectieve inzameling van
over de verschillende scenario’s.
hectare benodigd grondoppervlak is dat ongeveer 480
6
Een biogashub is een keten waarvan de onderdelen
Maat zonne-velden
MWh. In dit voorbeeld gaan we uit van een grootschalig
Onderscheid tussen kleine en grote zonne-velden:
zonneveld van 14 hectare. Dit is dezelfde opbrengst
- Kleine opstelling; max. 1 ha.
(6.600 MWh) als in het voorbeeld dat we bij windenergie
- Grote opstelling; meer industrieel karakter
hebben gebruikt.
bermgras rendabel is; • verkennen van nieuwe verwerkingsmethodes, zoals droge vergisting; • afzet van het biogas via een biogashub mogelijk maken.
Begin 2013 is de Provincie Utrecht begonnen met een onderzoek naar de kansen voor deze biogashub in Utrecht. Als de uitkomst positief is, dan staat de start van de exploitatie gepland voor 2015. 7
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
2.4 OVERIGE VORMEN
Utrecht is de eerste provincie in Nederland die op
Het ruimtebeslag kan sterk variëren. Kleine vergisters
deze manier het potentieel aan biogas wil benut-
gebruiken restproducten uit het eigen bedrijf, en voeren
ten. De Provincie Utrecht zoekt ondernemers in
meestal geen coproducten aan. Het opgewekte gas
De PRS en PRV richten zich op vormen van duurzame
zijn dat de stuw beter zichtbaar is vanuit het omlig-
de agrarische sector en de groensector die willen
wordt omgezet warmte en elektriciteit. Deze vergisters
energie met een ruimtelijke impact op het provinciale
gend landschap.
meedoen aan de realisatie van een biogashub en
verwerken circa 5.000 tot 8.000 m koeienmest
schaalniveau. In deze paragraaf gaan we in op een
aan de exploitatie daarvan vanaf 2015.
per jaar, plus ongeveer 500 ton coproducten, zoals
aantal vormen die niet specifiek in de PRS en PRV zijn
Bodemenergie
Meer informatie is te vinden op www.biogashu-
maïs en gras. De bouwhoogte van vergister en opslag
benoemd, maar die mogelijk wel ruimtelijke conse-
Bij bodemenergie maken we onderscheid tussen
butrecht.nl
is 10 tot 15 meter en het bouwoppervlak bedraagt
quenties hebben.
aardwarmte (diepe ondergrond) en bodemenergie-
3
genomen, dan betekent dit dat de stuw herbouwd moet worden. De ruimtelijke consequentie kan dan
circa 100 m .
systemen (ondiepe ondergrond). De bodemenergie-
2
Waterkracht
systemen geleiden water in buizen door de bodem
Bij biovergisting is ook rekening te houden met
Een middelgrote installatie is nodig als verschillende
De Nederrijn heeft een waterkrachtcentrale in de
of onttrekken grondwater om het later weer terug te
veiligheidsaspecten en stankcirkels. De vergisting
ondernemers hun grondstoffen bundelen. Deze mid-
stuw bij Amerongen. Deze heeft een capaciteit van
brengen. In de kadernota Ondergrond is het provinci-
vindt weliswaar plaats in gesloten systemen, maar
delgrote vergisters verwerken ongeveer 20.000 m3
ongeveer 10 MW. De waterkrachtcentrale zelf ligt gro-
aal beleid voor deze vorm van energie vastgelegd. De
bij calamiteiten of onjuiste overslag kan geurhinder
mest per jaar en 10.000 m3 coproducten. Dit kunnen
tendeels onder de grond. De waterkrachtcentrale in
beleidsregels rond bodemenergie richten zich vooral
ontstaan. Dat is ook mogelijk bij opslag en tijdens
ook niet-agrarische bronnen zijn, zoals GFT-afval uit
Hagestein is verouderd en is in 2005 stilgelegd. Deze
op de effecten ondergronds, zoals op grondwaterbe-
transport.
de stad, bermgras en speciaal voor biovergisting
centrale is in het bezit van Rijkswaterstaat. Lokale
schermingsgebieden en wederzijdse beïnvloeding van
gekweekte gewassen (energiemaïs, bieten). Bundelen
organisaties, verenigd in de coöperatie Waterkracht
systemen. Bovengrondse effecten zijn dat er enige
Na opwerking tot vloeibaar gas kan het gas afge-
ondernemers hun grondstoffen en productie, dan
Centraal, willen er samen voor zorgen dat de centrale
bebouwing nodig is en dat de natuur die afhankelijk is
voerd worden met tankwagens. Voor het vulstation
neemt het vrachtverkeer in het landelijk gebied toe.
opnieuw start. De inspanningen van deze coöpera-
van het grondwater, beïnvloed kan worden. De grond-
gelden veiligheidscirkels van enkele kilometers. Dit
De bouwhoogte van middelgrote installaties is verge-
tie, de gemeente en de provincie hebben nog geen
waterafhankelijkheid gaat over de hoeveelheid en
betekent dat het vulstation ver van de bebouwde
lijkbaar met kleine vergisters. Het bouwoppervlak kan
effect gehad. Wordt de centrale opnieuw in gebruik
kwaliteit van het water en over de temperatuur ervan.
omgeving en dus in open delen van het landelijk
veel groter zijn, afhankelijk van het gekozen produc-
gebied kan komen te liggen.
tieproces en coproducten.Grootschalige vergisting is het op industriële wijze vergisten van divers organisch materiaal. Deze vergisters hoeven niet gekoppeld te zijn aan een bestaand agrarisch bedrijf: de invoer bestaat vooral uit producten van derden. Grootschalige vergisting komt meestal voort uit samenwerking tussen mesttransporteurs en voedselfabrikanten, die gebruik-
3. B ASISPRINCIPES RUIMTELIJKE INPASSING
maken van geïmporteerde energiegewassen. Het is zelden een activiteit van samenwerkende agrariërs. De opbrengst per vergister in MWp is sterk afhankelijk van het productieproces. Het spectrum is divers. Zo zijn er vergisters die vooral mest verstoken om minder
3.1 PROVINCIAAL EN RIJKSBELEID
afval te hebben en die de opgewekte energie bijna
voor bodemenergie vastgelegd. De beleidsregels
volledig nodig hebben voor dit stookproces. Groot-
De regels waar deze handreiking op is gebaseerd, zijn
rond bodemenergie richten zich vooral op de effecten
schalige industriële vergisters, waarin de voedingsbron
vastgelegd in de Provinciale Ruimtelijke Verordening
ondergronds, zoals op grondwaterbeschermingsge-
voor de bacteriën dagelijks wordt aangepast, kunnen
2013 (PRV) en de herzieningen. De handreiking biedt
bieden en wederzijdse beïnvloeding van systemen.
hoge rendementen halen. De rendementen uit grond-
geen nieuw beleid aan.Tijdens de totstandkoming van
stoffen als mest, slachtafval en afgekeurde groenten
deze handreiking merkten we bij pilotcases dat er be-
Specifiek voor windenergie zijn aanvullende afspraken
verschillen enorm. Daarnaast is niet ieder eindpro-
hoefte was het bestaande beleid bij te sturen. Dit gold
opgenomen in het landelijk Energieakkoord tussen
duct (warmte, elektriciteit, groengas, vloeibaar gas)
vooral voor een algemeen artikel over productiemoge-
betrokken instanties en in de rijksstructuurvisie Wind
onderling vergelijkbaar. Een positieve business case is
lijkheden in het landelijk gebied en in het bijzonder over
op Land. Doel van deze afspraken is dat provincies
daardoor voor veel agrariërs nog erg onzeker.
zonnevelden. In de PRS en PRV was bij de vaststelling
een minimumhoeveelheid windenergie realiseren. Zo
in 2013 nog geen beleid opgenomen over zonnevel-
hebben wij als provincie de taak om uiterlijk in 2020
Maat vergisters: - kleine vergister; individueel gebruik, op erf
In het provinciaal beleid maken we onderscheid tussen
den. In maart en november 2014 zijn de PRS en PRV
minimaal 65,5 MW windenergie te produceren. Dit
- middelgrote vergister; gezarnenlijk gebruik, op samengesteld erf
de drie schaalniveaus, omdat deze verschillende ruim-
deels herzien. De ruimtelijke overwegingen bij zonne-
betekent dat er 20 tot 30 productie-installaties van
- grootschalige vergister; industrieel gebruik, op bedrijventerrein of
telijke consequenties hebben. In hoofdstuk 3 gaan we
velden, die hebben geleid tot de herzieningen, lichten
2 tot 3 MW in de provincie moeten komen, los van
in op dit ruimtelijk beleid.
we in paragraaf 3.2.2 toe.
ruimtelijke keuzes. Van de beoogde 65,5 MW was
afval (water)verwerkingsterrein
8
In de kadernota Ondergrond is het provinciaal beleid
9
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
in de zomer van 2014 15 MW gerealiseerd. 19 tot
staat inmiddels hoog op de agenda in het regulier
Zo past een kleine vergistingsinstallatie op het erf
landschap waar de installatie komt en van de
23 MW is opgenomen in bestemmingsplannen of
overleg tussen provincies en Rijk.
van de agrariër en niet losstaand ergens in het open
aangrenzende landschappen? Denk aan ontginning,
landschap en passen kleine zonnevelden aan de
beplantingsstructuren, mate van openheid, water-
bouwplanprocedures. Ervaart u als gemeente dat regels van de provincie of
bebouwingskant van een perceel in plaats van op
lopen en kenmerkende ‘gasten’ in het landschap,
Om duurzame energie mogelijk te maken, is er
het Rijk een belemmering zijn voor duurzame energie?
grote afstand van de mogelijke afnemer. Door aan te
zoals infrastructuur.
ook behoefte om het rijksbeleid aan te passen.
Dan nodigen wij u uit dat met ons te delen. Mogelijk
sluiten bij bestaande structuren en hun schaal creëren
Het lokaal produceren en aanbieden van energie
kunnen wij als provincie een rol spelen bij het wegne-
we geen nieuwe landschappen met nieuwe kwaliteiten
betekent een omschakeling in de wijze van energie-
men van deze belemmeringen.
(het landschap wordt niet getransformeerd). Waar
beheer in Nederland. Ook de betrokken producten
impact op de omgeving onvermijdelijk is, kan de
en productieprocessen zijn relatief nieuw, evenals de grotere rol van duurzame energie in relatie tot
‘leesbaarheid’, de kernkwaliteit, van het landschap
3.2 LANDSCHAP
andere belangen.
• Hoe ligt de installatie ten opzichte van de hoofdstructuren in de landschappen? • Naar welke (beeld)kwaliteit streeft u nadat de installatie is gerealiseerd? • Welke visuele relatie is te leggen met nabijgele-
overeind blijven. Dat kan consequenties hebben voor
gen voorzieningen (bedrijventerrein, potentiële
omvang en aantal van de elementen en voor de kop-
afnemers)? Is de functionele relatie zichtbaar te
peling daarvan aan bestaande elementen.
maken?
We vinden dat de ervaringen die bij de cases zijn op-
Het provinciaal beleid is erop gericht dat een nieuwe
gedaan, reden zijn om het rijksbeleid aan te passen.
ontwikkeling de kwaliteiten van het landschap weet
In ieder geval willen wij deze ervaringen delen met
te behouden, te versterken of dat voorkomen wordt
de kernkwaliteiten? Hoe voorzien de voorschrif-
betrokken instanties. Het gaat daarbij om ervaringen
dat de kwaliteiten onevenredig worden aangetast. De
ten in behoud en zo mogelijk versterking van
met de volgende aspecten:
PRV geeft aan dat een aantasting van het landschap
de kernkwaliteiten of hoe blijft een aantasting
- Meet- en regelvoorschriften voor bouwhoogtes,
onevenredig is, als het belang van de geplande ruimte-
zoveel mogelijk beperkt? De Kwaliteitsgids voor
rekening houdend met militaire radarstations.
lijke ontwikkeling niet opweegt tegen de aantasting van
de Utrechtse Landschappen is ook hiervoor een
Een radarstation vraagt onbelemmerd zicht, wat
de kernkwaliteiten die het gevolg zijn van deze ruimte-
betekent dat er maximumhoogtes zijn afgespro-
lijke ontwikkeling. Een goede locatiekeuze beperkt de
• Is gebruik gemaakt van een gemeentelijke ‘ladder
ken voor bouwwerken. Het Rijk heeft onderzocht
schade voor het landschap. Verder moet het ruimtelijk
van duurzaamheid’ (bijvoorbeeld gebaseerd op de
of windturbines een significant effect hebben op
plan regels bevatten die een goede inpassing in het
Ladder voor duurzame verstedelijking (ministerie
dit zicht en hoe dit gemeten kan worden. Het
landschap waarborgen. (herzien artikel 4.9).
van Infrastructuur en Milieu)) en hoe verhoudt
• Hoe is bij de afweging rekening gehouden met
goede bron.
windpark in Houten was daarbij een van de pilot-
de installatie zich hiertoe? Een dergelijke ladder
cases. Bij andere locaties in de provincie Utrecht
Een niet-onevenredige aantasting betekent dat de
beschrijft bijvoorbeeld de afweging van kansen en
is vanuit het RAP-project Duurzame energie goed
kwaliteiten van een landschap herkenbaar blijven, ook
mogelijkheden om bestaande ontwikkelingen te
ingepast bijgedragen aan radaronderzoek en de
als de installatie de beleving van dat landschap wijzigt.
benutten voor nieuwe ontwikkelingen. In de PRV
landelijke discussie rondom radar.
Een goede inpassing in een landschap vraagt een logi-
heeft dit geleid tot de volgorde zoals opgenomen
sche plek in dat landschap, bijvoorbeeld door functies
bij artikel 2.9
- Eenduidigheid en helderheid van het vergunningstelsel voor agrarische producten in de
visueel en functioneel te koppelen.
biovergisting. Het vergunningstelsel kan voor
Maat ingreep koppelen aan maat landschap:
eenzelfde product verschillende consequenties
- kleine inpassingen koppelen aan kleine landschappelijke elementen
hebben, afhankelijk van hoe het product in het
(onderdeel van erf)
vervolg gebruikt wordt. Zo kan digestaat voor
- middelgrote inpassingen koppelen aan middelgrote landschappelijke
de ene ondernemer een afvalproduct zijn en
elementen (eigen kavel, ’kamer’)
voor de andere een basisproduct voor verdere
- grootschalige inpassingen koppelen aan grootschalige (landschaps)
verwerking. Dit heeft gevolgen voor bijvoorbeeld
structuren/industrie
de toegestane wijze van opslag. De provincie zet zich in voor heldere regels. - Aansluiting op het energienet: Bij alle vormen van
10
Om te bepalen is of er sprake is van een goede inpas-
duurzame energie blijken de mogelijkheden voor
sing in het landschap, kunt u de volgende checklist
aansluiting op het net, de kosten ervan en de
gebruiken:
Nabijheid tot afnemer:
• Zijn het landschapstype en de kernkwaliteiten goed
Ook voor grotere geldt: visuele en functionele relatie met nabijgelegen
haalbaarheid van business cases een issue. Veel
Relatie met erf:
instanties ervaren de netaansluiting als een pro-
Visueel en functioneel logische plek; kleine installaties/tubines/
beschreven? De Kwaliteitsgids voor de Utrechtse
bleem, van VNG en provincies tot netbeheerders
zonne-velden gekoppeld aan erf. Met nabijgelegen afnemers (woning,
Landschappen vormt hiervoor een goede bron.
en grote energieproducenten. Het onderwerp
agarisch bedrijf, fabriek)
Wat zijn de hoofdstructuren van het deel van het
afüemers (woning, agrarisch bedrijf, fabriek)
11
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
Juridische borging.
verplichtingen die voor een goede ruimtelijke orde-
Het staat vaak haaks op nationale wetgeving (Wro
ning noodzakelijk zijn, ook publiekrechtelijk worden
en Bro) om partijen een verplichte bijdrage te laten
vastgelegd. In het bestemmingsplan dus, of
leveren aan een gebiedsfonds. Volgens de wet zijn
eventueel als voorwaarde bij een Wabo-vergunning
de bijdragen bedoeld voor bovenwijkse voorzie-
waarmee van het bestemmingsplan wordt afgewe-
ningen of ruimtelijke ontwikkelingen. Dergelijke
ken. De manier waarop dat moet gebeuren, wordt
bijdragen kennen een plafond. Door de relatie
steeds duidelijker, maar de jurisprudentie is nog in
tussen deze voorzieningen en het initiatief is ook
ontwikkeling.
de omvang van het plangebied begrensd. Als de energie-ontwikkeling en de compenserende maat-
Plaatsing op/nabij het erf
regelen via het ruimtelijk spoor worden geregeld,
In de volgende paragrafen staan algemene overwegin-
stelt dat eisen aan het bestemmingsplan of de
gen bij de energievormen. Deze zijn gebaseerd op het
Wabo-vergunning waarin de ontwikkelingen worden
beleid in de PRS en op het advies Energielandschap-
mogelijk gemaakt. De eisen zijn:
pen van de adviseur Ruimtelijke Kwaliteit. In haar
1. Eenheid in procedure: maak beide ontwik-
advies energielandschappen (januari, 2014) adviseert
Bij plaatseing op of nabij het erf speelt schaal, plek en omgeving een
kelingen mogelijk in eenzelfde procedure. Als
de onafhankelijk adviseur aan de provincie over de
rol. Een heldere ordening, gebruik van repetitie en inbedding in het erf.
planologische belemmeringen voor kwaliteits-
landschappelijke inpassing van duurzame energie. In
verbetering pas worden weggenomen als het
het volgende hoofdstuk bespreken we windenergie
energie-initiatief al mogelijk is gemaakt, wordt
en zonne-energie per landschap. De overwegingen bij
het praktisch onmogelijk om aan beide andere
biovergisting spelen in ieder landschap een rol.
De hoofdstructuren van het landschap:
Een nieuwe installatie voor duurzame energie kan
ontginning, beplantingsstructuur, mate van openheid, waterlopen,
een negatieve invloed hebben op de kwaliteit van de
infrastructuur, etc.
omgeving. Naast maatregelen om te voorkomen dat
voorwaarden te voldoen. 2. Eenheid in ruimtelijke onderbouwing: als een
3.2.1 WINDENERGIE
deze omgeving onevenredig wordt aangetast, kan
ontwikkeling op een agrarisch bedrijfsperceel
De invloed van windturbines op het landschap is
als compensatie extra kwaliteiten worden toege-
slechts in een bepaalde omvang is toegestaan
groot. Daarom geeft de PRS aan de voorkeur te heb-
voegd. Bijvoorbeeld door een kwaliteitsimpuls te ge-
en daar extra kwaliteit tegenover staat, moet
ben voor andere vormen van duurzame energie dan
ven aan het grotere geheel waar de nieuwe vestiging
die samenhang uit de toelichting van het be-
windenergie. Als provincie zijn we echter gehouden
stemmingsplan blijken.
aan de in 3.1 genoemde taakstelling. We maken
onderdeel van uitmaakt. Ook als er geen sprake is van aantasting van kwaliteit, kan een gemeente een
3. Voorwaardelijkheid in de regelstelling: het ‘rood’
daarbij onderscheid tussen windturbines tot 20 meter
bijdrage aan gebiedsontwikkeling vragen. Dit kan
mag alleen worden gerealiseerd als dit gegaran-
hoogte, turbines van 20 tot 60 meter hoogte en
ook tot meer draagvlak leiden.
deerd tot kwaliteitsverbetering leidt.
turbines vanaf 60 meter.
Deze werkwijze wordt aangeduid met ‘rood voor
12
kwaliteit’. Er zijn teveel variabelen om een kwalitatief
Wat het laatste punt betreft: Om de vereiste kwa-
Turbines tot 20 meter hoogte dragen niet bij aan de
goede berekening van dit begrip te kunnen maken.
liteitsverbetering te garanderen, is een vorm van
taakstelling van de provincie of de energiebehoefte
Het begrip ‘rood voor kwaliteit’ richt zich vooral
juridische zekerstelling nodig. Traditioneel gebeur-
van een regio. Deze turbines kunnen wel bijdragen
op rode ontwikkelingen als financiële drager van
de dat privaatrechtelijk: door de verplichting vast te
aan de energiebehoefte van een ondernemer en
andere initiatieven, bijvoorbeeld extra woningbouw
leggen in een overeenkomst tussen de gemeente
zijn daarom opgenomen als mogelijkheid bij de
Relatie met landschapsstructuren
om een gebiedsontwikkeling te financieren. Initia-
en de initiatiefnemer die ook verantwoordelijk is
bedrijfsvoering. Door hun omvang kan hun impact
Ingrepen niet foot-loose, maar gekoppeld aan structuren
tieven voor duurzame energie zijn ontwikkelingen
voor de kwaliteitsverbetering. Bij zo’n overeen-
op de omgeving beperkt blijven. In het beleid krijgen
die vanuit hun eigen doelen worden gerealiseerd
komst konden eventueel ook derden betrokken
landschappelijke waarden daarbij voorrang. De PRV
en zijn geen drager van een andere ontwikkeling.
worden, bijvoorbeeld de eigenaar van de grond
stelt hiervoor voorwaarden. Zo is het belangrijk dat
In veel gevallen is plaatsing op of nabij het erf het
De doelen vertegenwoordigen op zichzelf al een
waarop de kwaliteitsverbetering plaatsvindt.
de turbine op bestaande bouwpercelen komt en dat
doel. Er is dan sprake van een functionele relatie en
kwaliteit: de productie van duurzame energie. Waar
Aan zo’n overeenkomst kunnen derden echter geen
deze goed inpasbaar is in het landschap. Er is sprake
de impact op landschap, cultuurhistorie en natuur
een koppeling gevraagd wordt tussen het initiatief
rechten ontlenen. Die kunnen de gemeente niet
van een herkenbare relatie tussen de installatie en
blijft beperkt. Ook bij plaatsing op het erf speelt
en gebiedsbijdragen, is de uitdaging dan ook niet
vragen om handhavend op te treden als de initi-
het gebruik is en de installatie sluit logisch aan bij de
schaal, plek en vormgeving een rol. Wij adviseren
zozeer de financiële koppeling. Het gaat er vooral
atiefnemer de overeenkomst niet nakomt. Als de
erfbebouwing.
u de ervenconsulent tijdig hierbij te betrekken. Een
om dat deze koppeling planologisch goed geborgd
betrokkenen bij de overeenkomst die gezamenlijk
ervenconsulent adviseert gemeenten, particulieren
wordt. Oftewel: hoe kunnen we verzekeren dat de
opzeggen, staat die derde ook met lege handen.
Turbines groter dan 20 meter kunnen door hun
(initiatiefnemers in het landelijk gebied) en andere be-
geboden planologische ruimte voor een nieuwe vesti-
De afgelopen jaren heeft de Raad van State ver-
omvang een grotere impact hebben op de omge-
langhebbenden over ruimtelijke kwaliteit op perceels-
ging ertoe leidt dat de beoogde kwaliteiten ook echt
schillende uitspraken over deze kwestie gedaan.
ving. Deze zijn dan ook niet overal mogelijk. Omdat
niveau in het landelijk gebied.
worden gerealiseerd?
Conclusie: de Raad vindt het noodzakelijk dat
turbines tot 60 meter slechts zeer beperkt bijdra13
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
gen aan de algemene energiedoelstellingen en de
ren als gemeenten zich ervoor inspannen. Daarom
landschappelijke waarden voor de provincie prioriteit
hebben we in de PRV alleen locaties opgenomen
hebben, is ervoor gekozen in het landelijk gebied geen
waarvoor binnen de gemeente bestuurlijk draagvlak
turbines toe te staan tussen de 20 en 60 meter. In de
is en waarbij dus zicht op tijdige realisatie is. In het
praktijk blijkt dat de turbines tot 20 meter ook voor de
landelijk gebied zijn turbines van 60 meter of hoger
individuele ondernemer weinig rendement opleveren,
buiten deze zoekgebieden niet toegestaan. Dit neemt
terwijl de ontwikkelingen voor turbines rond 40 meter
niet weg dat een gemeente gedurende de looptijd
steeds betere rendementen laten zien. Gezien de
van de PRS en PRV andere gebieden kan voordragen.
beperkte bijdrage aan de algemene energiedoelstellingen wegen deze installaties niet op tegen hun impact
Deze zullen dan alsnog ruimtelijk moeten worden afgewogen en opgenomen in de PRV.
Afstand nemen tot kwetsbare ruimtelijke structuren/elementen
op het landschap, maar onderbouwd met een goede ruimtelijke inpassing is maatwerk wellicht mogelijk.
Turbines in een stedelijke omgeving hebben meestal
Hiervoor is wel een aanpassing van de PRV nodig. Het
Bij turbines van 60 meter en hoger gaat de voorkeur
advies Energielandschappen geeft aan dat deze tur-
uit naar:
bines eventueel geschikt kunnen zijn voor korte lijnen in het landschap of als alternatief op locaties waar
• bundeling van windturbines via lijnopstelling of via
een beperkte invloed op het landschap en de natuur Stevige vs, solitaire opstellingen:
in het landelijk gebied. Daarom laat de PRV gemeen-
stevige opstellingen zetten een structuur aan, solitair ogende opstel-
ten vrij om binnen de rode contour ruimte te bieden
lingen leiden tot een versnipperd beeld.
aan windturbines, ongeacht de hoogte. Dit neemt niet
grote turbines door hun impact geen optie zijn. Omdat
clusters. Door windturbines te clusteren kunnen er
weg dat ook deze turbines van invloed kunnen zijn
in dat geval afgeweken wordt van bestaand beleid, is
gebieden ontstaan mét turbines en daar tegenover
op het landschap, vooral waar deze aan de rand van
overleg met de provincie nodig.
gebieden zónder turbines.
Onze voorkeur gaat uit naar een logische koppeling
de stad worden gepland. De PRV verzet zich hier niet
van gebundelde windturbines, bijvoorbeeld door
tegen, maar omdat we als provincie als taak hebben
de groepen op enige afstand van elkaar te plaat-
visueel aan te sluiten op een bedrijventerrein, een
de kernkwaliteiten van de landschappen te bewaken,
sen, ontstaan duidelijke structuren en herkenbare
grote afnemer of andere energievoorziening.
adviseren we wel om hierover met ons in overleg
• duidelijke structuren en herkenbare groepen. Door
groepen. • turbines die niet op zichzelf staan, de solitaire turbines. • opstellingen die aansluiten op grootschalige
te treden. Zeker als het gaat om locaties die de Onze voorkeur gaat verder uit naar stevige opstel-
Kwaliteitsgids bijzondere waarde toekent als schakel
lingen met minimaal 3 MW per turbine: liever enkele
tussen het landelijk gebied en de stedelijke omgeving.
stevige opstellingen dan meerdere kleine opstel-
structuren. Dat kunnen de lijnstructuren van water-,
lingen. Kleinere opstellingen van 2 tot 4 turbines
spoor- en snelwegen zijn, maar ook van grote, op
kunnen in een grootschalig landschap als op zichzelf
afstand herkenbare landschappelijke lijnen. Met ‘op
staand worden ervaren. Dit kan leiden tot ongewenste
afstand herkenbaar’ bedoelen we het samenspel
versnippering van het landschap, terwijl een koppeling
De PRS en PRV zijn in februari 2013 vastgesteld. Hier-
van turbines en omgeving: bij een slotenpatroon
aan bestaande structuren in het landschap ontbreekt.
in gingen we bij zonne-energie vooral uit van panelen
haaks op een dijkpatroon past de schaal van de tur-
In het advies Energielandschappen is de aanbeveling
op daken in de stedelijke omgeving. Dit valt buiten de
bineopstelling mogelijk beter bij de grote lijn van de
dan ook om meer te kiezen voor stevige opstellingen
scoop van het provinciaal ruimtelijk beleid. Sinds de
Voorkeur voor bundeling
dijk dan bij het slotenpatroon (uiteraard zonder dat
en niet voor een veelheid aan kleinschalige initiatie-
vaststelling blijkt de belangstelling voor zonnevelden
Windturbines in lijnopstelling of in cluster
het kenmerkend slotenpatroon wordt aangetast).
ven. Geadviseerd wordt, ruimtelijke statements te ma-
toegenomen.
Bij lijnen in het landschap speelt de vraag of de lijn
ken: grote structuren die lineair zijn gekoppeld aan de
Op basis van de PRV was plaatsing niet mogelijk.
bij het landschap hoort (bijvoorbeeld waterlopen of
grote infrastructurele lijnen (aan westzijde Heuvelrug)
Daarom hebben we in de eerste herziening een artikel
lijnen die ontstaan zijn door ontginning) of dat deze
en clusters op bedrijventerreinen.
toegevoegd (artikel 2.9a). Deze geeft de ruimte om
lijn een ‘gast’ is in het landschap. Snelwegen volgen
De schaalgrootte van deze statements en de gekozen
duurzame energie toe te laten in het landelijk gebied.
bijvoorbeeld vaak niet de structuur van het land-
locaties in het advies sluiten niet aan bij het provin-
Op grond van artikel 4.2 vallen deze vormen niet
schap, zijn als het ware ‘te gast’ in het landschap en
ciaal beleid. De onderliggende gedachtegang vanuit
onder verstedelijking, waardoor ze ook buiten de rode
doorkruisen het. Dit betekent niet dat een lijnopstel-
landschap, namelijk zoveel mogelijk bundelen en
contouren toegelaten zijn. Op basis van de algemene
ling niet de infrastructuur mag volgen, maar dat
aansluiten bij aanwezige structuren, sluit wel aan.
overwegingen over het landschap willen we bij het
een nadere visie op het geheel van landschap en ‘gasten’ nodig is.
14
3.2.2 ZONNE-ENERGIE
plaatsen van zonnevelden aansluiting zoeken bij beIn de PRS geven we aan welke locaties geschikt zijn
staande functies en structuren in het landschap.
voor windturbines van 60 meter en hoger. De keuze
Uit consultaties met gemeenten en de landbouwsec-
vloeit voort uit de eerder genoemde landschappe-
tor blijkt dat partijen sterk aarzelen over zonnevel-
Grootschalige structuren als aanknopingspunt
lijke overwegingen, plus wettelijke bepalingen (zoals
den. Gemeenten gaven aan dat de acceptatie van
Dit kunnen zijn waterwegen, spoorwegen, snelwegen of op grote
geluid) en natuurwaarden (Natura 2000, Ecologische
impact op het landschap, natuur, landbouw of andere
afstand herkenbare landschappelijke lijnen, zoals dijken.
Hoofdstructuur). Deze locaties zijn alleen te realise-
gebruiksvormen in het landelijk gebied mede afhangt 15
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
van nut en noodzaak van de ingreep en het bestaan
In het volgende hoofdstuk gaan we per landschap in
CASE: pauzelandschap
van bruikbare alternatieve locaties, zoals beschikbare
op zonnevelden. Voorop blijft staan dat de voorkeur
Langs de A12 zijn in de gemeente Nieuwegein
daken. Veel gemeenten (al dan niet met landschap-
uitgaat naar plaatsing op daken en als veld in een ste-
stedelijke voorzieningen gepland. Deze komen in de
pelijk of cultuurhistorisch waardevolle gebieden) zien
delijke omgeving of pauzelandschap. Afwijking hiervan
noordelijke rand van de wijk Galecop: de Galecop-
wel het nut en de noodzaak in van zonne-energie,
zal beargumenteerd moeten worden.
perzoom. Dit is een gebied van ongeveer 30 hec-
maar zien vooralsnog geen ruimte voor grootscha-
tare. De voorzieningen zijn waarschijnlijk niet voor
lige zonnevelden zonder dat eerst alternatieven zijn
2030 gerealiseerd. Voor de tussenliggende periode
benut. Het benutten van alternatieven past binnen de
zoekt de gemeente naar een tijdelijke invulling: het
Ladder voor duurzame verstedelijking (ministerie van
pauzelandschap.
Infrastructuur en Milieu). Gemeenten die wel ruimte bieden aan zonnevelden, opteren voor kleinschalige
In samenspraak met buurtbewoners, ondernemers
opstellingen die direct aansluiten op de erfbebouwing
en provincie zijn mogelijkheden uitgezocht. De
en die bij voorkeur uit het zicht liggen.
provincie heeft onderzocht of het gebied geschikt Voorkeur voor dubbelgebruik, zonne-velden combineren met
kan zijn voor (tijdelijke) opwekking van duurzame
landbouwgebruiK.
energie via zonnevelden, windenergie, aardwarmte of biovergisting. De opwekking moet passen binnen bestaande wet- en regelgeving en moet de gemeen-
In sommige gevallen kan dubbel grondgebruik een
te een positieve business case bieden. De provincie
andere locatiekeuze rechtvaardigen. Hier kunnen ook
levert een financiële bijdrage aan het project voor
economische en milieutechnische redenen voor zijn. In
het realiseren van duurzame energie. Zonnevelden
de toelichting geven we aan dat het belangrijk is een
en windenergie blijken mogelijkheden te kunnen
zorgvuldige afweging te maken, waarin rekening wordt
bieden. Voor beide energievormen zijn gegadigden
gehouden met aspecten als de toename van verkeer,
geïnteresseerd om deze te ontwikkelen.
stankoverlast en landschap. De verwijzing naar stankoverlast in de toelichting heeft vooral betrekking op
De gemeente heeft bewoners en ondernemers
biovergisting.
opgeroepen met ideeën voor het gebied te komen. Ideeën die zij zelf gaan uitvoeren. Zij kregen de Zonne-velden voegen zich beter in landschappen met opgaande
kans hier hun dromen te realiseren; de werktitel
beplanting dan in open gebieden
Galecopperdroom werd geboren. Tijdens een presentatie van ideeën konden aanwezigen hun voorkeur kenbaar maken aan een jury. Deze koos
KLeinschalige opstelling direct aansluitend aan de erfbebouwing
In het advies Energielandschappen wordt om vergelijk-
in december 2013 de te realiseren projecten. Een
bare landschappelijke redenen een voorkeur aange-
der gekozen projecten is het realiseren van een
geven voor plaatsing op bouwwerken. Bij plaatsing in
zonneveld. Op 11 april 2014 ondertekenden de
In de herziening van de PRV is artikel 2.9a aangevuld
zonnevelden is sprake van transformatie van het land-
gemeente, provincie en ondernemers / onderne-
met een voorkeursvolgorde voor toepassing van duur-
schap naar een nieuw type, mede doordat de panelen
mende bewoners een intentieovereenkomst voor de
zame energie. Deze voorkeursvolgorde heeft vooral
schuin geplaatst worden. Het advies geeft aan dat
ontwikkeling van de projecten.
betrekking op zonne-energie, maar raakt alle vormen
functiecombinaties perspectief bieden om een nieuwe
van duurzame energie. Voor de realisatie van nieuwe
omgevingskwaliteit te creëren. Zonnevelden voegen
Het geheel is nog volop in ontwikkeling. Uit de
initiatieven gaat de voorkeur uit naar de voorkeurs-
zich beter in landschappen met opgaande beplanting
eerste ervaringen blijkt dat een pauzelandschap,
en uit het zicht.
dan in open gebieden. Maar open gebieden zijn niet
ook zonder extra infrastructuur, goed is in te zetten
Zonne-velden, aansluiting laten zoeken bij bestaande functies en
uitgesloten, omdat zonnevelden in de juiste verhou-
voor onder andere zonnevelden. Aansluitingsmo-
structuren in het landschap
ding en op de juiste plaats kunnen leiden tot nieuwe,
gelijkheden op het net en fiscale aspecten blijken
maar nog wel passende, landschappen. Deze visie
belangrijke factoren voor het zonneveld. Deze erva-
sluit aan bij het provinciaal beleid.
ringen zijn gedeeld in de landelijke discussie over
volgorde van: 1. pauzelandschap (dit zijn gebieden waar stedelijke functies gepland zijn, maar nog niet gerealiseerd);
16
2. niet-agrarisch (bouw)perceel;
Een eerder opgenomen maximale maat is bij de herzie-
3. voormalig agrarisch bouwperceel;
ning uit 2.9a geschrapt. Kwaliteitsbehoud moet blijken
4. agrarisch bouwperceel;
uit de locatiekeuze en inrichting en niet uit de maximale
Met behulp van de interactieve zonneatlas
planproces is bijzonder en vraagt flexibiliteit bij
5. agrarisch perceel.
maat. Dit past bij de strekking van deze handreiking:
(http://www.provincieutrecht.zonnekaart.nl/) kunt
het planologisch regelen van de nieuwe, tijdelijke,
we willen een basis bieden om over een initiatief in
u uitrekenen welk rendement een specifiek dak
bestemmingen.
gesprek te gaan.
(of andere ruimte) kan opleveren.
Het zonneveld komt tussen andere voorzieningen
netaansluitingen voor duurzame energie. Het open
17
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
(recreatie, educatie en horeca) en komt ook mede
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
3.2.3 BIOVERGISTING
ten goede aan deze voorzieningen. De toekomst
voortgezet. De melkveehouder wil groeien naar
Het advies gaat bij de middelgrote vergisters uit van
ongeveer 50% meer melkkoeien en heeft vergunnin-
monofunctionele vergistingserven met weinig functi-
zal leren of een zonneveld te midden van stedelijke
De PRV onderscheidt drie schaalniveaus in vergisters:
gen voor een nieuwe stal. Zonder aanpassingen aan
onele betekenis voor de omgeving. Het advies pleit
voorzieningen past.
• kleine vergisters bij agrarische bedrijven in het
de bedrijfsvoering is sprake van een mestoverschot.
voor samengestelde erven: een boerenerf verlengd
buitengebied, die passen bij de bedrijfsvoering en
Door covergisting van mest kan de mineralenkring-
met een vergistingsbedrijf. Het geheel vormt dan een
altijd ruimtelijk te faciliteren zijn;
loop worden gesloten (op bedrijfs- en regionaal ni-
ruimtelijke eenheid.
Meer informatie: http://www.nieuwegein.nl/energielab en http://www.devipbus.nl/2014/05/galecopperdroom/
• een gezamenlijke vergistingsinstallatie van een
veau) en groengas worden geproduceerd. Voor deze
aantal agrariërs, die bij voorkeur op of nabij één van
productie wordt gekeken of het GFT-afval van de stad
de deelnemende bedrijven en nabij een afzetplek
of omliggende horeca te gebruiken is. De haalbaar-
wordt gerealiseerd. Landschappelijke inpassing is
heid van mestvergisting is onzeker. Door de keten te
belangrijk;
optimaliseren, risico’s te delen en andere bronnen of
Waterkracht
eindproducten te benutten, is een positieve business
Als de stuw in Hagestein wordt aangepast, kan het
• grote centrale (co)vergistingsinstallaties die niet
CASE: zonnevelden
op een agrarisch bouwblok passen en die geves-
case mogelijk. De betrokken partijen zijn overeen-
bouwwerk hierdoor veranderen. Zicht hierop vanuit
In Vianen wil een agrariër zijn land dubbel gebruiken
tigd zijn op bedrijventerreinen of bij grootschalige
gekomen de pilot voort te zetten, mede omdat de
de nabijgelegen (open) landschappen, past in de
door een zonneveld van meerdere hectares aan te
afval(water)verwerking.
pilot een goed voorbeeld is van producten die lokaal
gedachte een functionele koppeling te leggen tussen
worden benut en afgezet.
activiteit en plaats. Zeker als het ontwerp zichtbaar
leggen. De stroom kan benut worden voor de eigen bedrijfsvoering van de agrariër, maar ook voor
Een functionele koppeling met het agrarisch erf, het
stedelijke ontwikkeling in de nabije omgeving. Het
bouwblok, is belangrijk voor een goede inpassing in
In juli 2014 heeft de Gebiedscommissie Utrecht-West
zonneveld is een van de beoogde duurzame ontwik-
het landschap. Dit betekent dat de vergister op het erf
een offerteuitvraag gedaan om voor deze pilot een
Bodemenergie
kelingen op het erf. Het landbouwareaal blijft onge-
geplaatst wordt. De provincie wil de verstening in het
biogasketen op te zetten. Het vervolg van de pilot
Landschappelijk zijn de overwegingen over de ruim-
wijzigd. Bedrijfstechnisch is het project rendabel. De
landelijk gebied verminderen. Dit betekent dat er geen
geeft onder andere inzicht in de ruimtelijke aspecten
telijke impact van bodemenergie vergelijkbaar met
agrariër wil de installaties op het veld plaatsen om
nieuw erf komt voor de vestiging van een (gezamen-
en mogelijke gevolgen voor ons ruimtelijk beleid, de
wat wij in deze handreiking hebben opgenomen over
zo de agrarische productie deels te overkappen. Hij
lijke) installatie, maar dat het erf van de deelnemers of
bedrijfseconomische toepasbaarheid van dergelijke
(kleine) windturbines. Het gaat hierbij om de effecten
kiest voor zonnepanelen zonder verdere bebouwing.
een stoppend bedrijf gebruikt wordt.
ketens en kennis van biogasproductie.
van een verticale toevoeging aan het landschap. Een
Een van de grote uitdagingen blijkt de landschap-
Een gezamenlijke installatie leidt tot extra vervoers-
(kleine) toren of bebouwing past op een bestaand erf
pelijke inpassing, wat de case interessant maakt
stromen. Het is evident dat het wegennet dit moet
in plaats van los in het landschap. Grote installaties
als pilot. Het perceel ligt op de overgang tussen
kunnen opvangen. Of het wegennet geschikt is, moet
twee gebieden met verschillende landschappelijke
worden aangetoond. Het is niet de bedoeling extra
In gevallen waar (eind)producten door stankcirkels
De effecten op natuur vallen onder het vergunnings-
kenmerken. Naast het behoud van de landschaps-
wegen aan te leggen of bestaande wegen te verzwaren
of veiligheidsafstanden alleen buiten de stedelijke
stelsel en onder de algemene regel dat een initiatief
typen hechten gemeente en provincie ook aan
waar (kleine) wegen juist onderdeel uitmaken van het
omgeving mogelijk zijn, geeft artikel 2.9a in de PRV
aantoonbaar geen significante nadelige gevolgen mag
economische (agrarische) ontwikkelingen die passen
kleinschalige landschap; zoals bijvoorbeeld in de Gel-
aanknopingspunten. Dit artikel biedt ruimte voor
hebben.
in het landschap. Ondernemer, gemeente, provincie
derse Vallei. De beplanting langs de wegen is hier een
de productie van duurzame energie in het landelijk
Om de effecten op bodem- en watersystemen in beeld
en stedenbouwkundig bureau komen samen tot een
essentieel onderdeel van de landschappelijke kwaliteit.
gebied. Het is dan belangrijk om aan te kunnen tonen
te brengen, kunt u de Bodemwijzer gebruiken die in
landschappelijk inpassingsplan. Hiertoe is het gebied
Het benutten van (co)producten van derden is niet
dat de voorziening qua inrichting en locatiekeuze
2014 is ontwikkeld. Deze tool toont aan wat mogelijk
in een ruimer landschappelijk verband geanalyseerd
alleen een vervoersopgave, maar ook een duurzaam-
past in het landschap met zijn kernkwaliteiten. Zo is
is op basis van de bodem- en grondwatercondities op
en zijn vanuit dit grotere geheel uitgangspunten
heidsopgave. Als deze producten van ver komen,
inpassing in een kavelpatroon goed mogelijk, maar
een bepaalde locatie. Bij beleidsevaluaties, beleidswij-
opgesteld. Een groot zonneveld is niet aan te leggen
komt de vraag op of deze vorm van duurzame energie
in een extreem open landschap, zoals Eemland, zal
zigingen en planontwikkelingen kunt u ook gebruikma-
zonder dat het invloed heeft op het landschap. Maar
opweegt tegen de niet-duurzame wijze waarop deze
het gevoeliger liggen. Tijdig overleg met provincie is
ken van factsheets over bodem- en waterbeheer. Het
de mate van impact en de ‘leesbaarheid’ van het
producten verkregen worden. Regionale samenwerking
noodzakelijk. Dit geldt ook voor overleg met de Vei-
gaat hierbij om factsheets over thema’s als landbouw,
landschap blijken goed beheersbaar, ook bij deze
heeft dan ook de voorkeur.
ligheidsregio als veiligheidsaspecten een rol spelen,
natuur, stedelijke ontwikkeling, landschap, drinkwater
zoals bij vloeibaar gas.
en bodemenergie. De kennis bestaat aan de ene kant
omvang. Daarnaast is via het inrichtingsplan ook
maakt wat de (nieuwe) functie is.
horen op een bedrijventerrein.
een bijdrage aan natuurverbetering mogelijk. Het in-
uit informatie over bodemsoort en grondwaterstand
richtingsplan maakt nu onderdeel uit van de verdere planologische procedures bij de gemeente.
Het advies Energielandschappen onderscheidt ook
en aan de andere kant uit kennis over mogelijke gevol-
CASE: Biovergisting
drie schaalniveaus:
gen van ingrepen op het bodem- en watersysteem.
In de polder Reyerscop zijn een melkveehouder, de
• lokaal op een bestaand boerenerf voor eigen
gemeente Utrecht en de provincie een pilot gestart voor lokale covergisting van mest en lokaal gebruik van biogas. Op basis van haalbaarheidsonderzoek lijkt een business case mogelijk en wordt de pilot
18
3.2.4 OVERIGE VORMEN
energiebehoefte; • een gezamenlijke vergister op een samengesteld erf; • industriële vergisters.
3.3 NATUUR Voor alle vormen van duurzame energie geldt dat rekening te houden is met kwetsbare natuurgebieden
19
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
en soorten. De PRS en PRV bieden ruimte voor de
Zonnevelden zijn niet alleen van invloed op de directe
grote landschappelijke structuur (deelgebied). Voor de
productie van duurzame energie, mits goed ingepast.
ondergrond en de flora en fauna die daar verblijft.
verticale elementen (windturbines, boortorens) wordt
‘Goed inpassen’ betekent dat er mitigerende of com-
Doorgaans worden er om zonnevelden ook omheinin-
aansluiting gezocht bij bestaande functies die logisch
penserende maatregelen genomen worden conform
gen gezet. Grote velden of meerdere nabijgelegen
te koppelen zijn. Voor zonnevelden van enige omvang
het natuurbeleid: ‘Ja, mits’ of ‘Nee, tenzij’. Dat het om
kleine velden kunnen de fauna daardoor belemmeren.
valt te denken aan droogmakerijen of de waarden. De
duurzame energie gaat, betekent niet dat er daardoor
In gebieden met bijvoorbeeld burchten van de be-
kleinschaliger veengebieden of de gebieden met blok-
een basis is om af te wijken van bestaande provin-
schermde das in de nabijheid zijn deze belemmeringen
en opstrekkende verkaveling zijn hiervoor, op basis
ciale regels (zoals EHS) of Europese regelgeving
niet gewenst. Maar door bijvoorbeeld luikjes te plaat-
van de Kwaliteitsgids, minder geschikt.
(Natura2000). Dit betekent dat een natuuronderzoek
sen, kan het initiatief toch kans krijgen.
deel moet uitmaken van de toelichting op het initiatief, net als bij iedere andere vorm van nieuwe vestiging gebeurt. Het onderzoek moet duidelijk maken dat het
3.4 LANDBOUW
initiatief geen significant negatieve effecten heeft.
De landbouw is een belangrijke economische waarde in
De materie rond wel of niet toestaan van initiatieven in
het landelijk gebied. In onze visie verdient de landbouw
kleinschalige elementen als hekken, struiken en
de EHS kan ingewikkeld zijn. In 2014 is de EHSWijzer
volwaardig economisch bestaan. Dat betekent niet dat
greppels zijn de kamers geschikt voor grote of kleine
ontwikkeld. Dit is een digitale tool waarin het beleids-
geen verandering mogelijk is in de landbouw of dat
zonnevelden. Voor de windturbines tot 20 meter geldt
kader (PRS en PRV) wordt toegelicht en zichtbaar
gronden niet voor andere doeleinden geschikt zijn. De
ook hier het algemene principe de turbines op het erf
wordt welke informatie relevant is voor een goede
productie van duurzame energie kan een agrarisch
te houden, passend bij de schaal van de bebouwing.
ruimtelijke afweging. Zo wordt via signaleringskaarten
bedrijf economisch ondersteunen en kan incidenteel
zo veel mogelijk relevante informatie voor de gewens-
ten koste gaan van landbouwgrond. Dat we ruimte
EEMLAND
te locatie geboden.
bieden aan duurzame energie, betekent niet dat we
Kenmerkend voor Eemland zijn de extreme openheid,
voor een grootschalige transitie van de landbouw naar
het veenweidekarakter en de overgangsgebieden.
Gelderse Vallei: kamers geschikt voor grote ofkleine zonne-velden
Specifiek bij windenergie speelt het effect op vogel-
andere vormen van grondgebruik zijn. De vertaling van
trek, vleermuizen en weidevogels. Net als voor iedere
onze landbouwvisie naar de productie van duurzame
Groene Hart: aansluiting bij bestaande structuur van gelijke schaal,
De overgangsgebieden zijn hier bepalend voor de beleving. De Kwaliteitsgids benoemt verschillende
nieuwe vestiging zijn de mogelijkheden in extensive-
energie komt vooral tot uiting in de duurzaamheidslad-
zoals stadsrand of landschappelijke rand
overgangszones binnen het gebied.
ringsgebieden ook voor biovergisting beperkt, ook
der (zie artikel 2.9). Deze is bijvoorbeeld toe te passen
voor bestaande bedrijven. In deze gebieden heeft de
op zonnevelden. Op locaties waar dubbelgebruik met
natuur het primaat.
landbouwfuncties mogelijk is, heeft dit onze voorkeur.
4. LANDSCHAPPEN
20
In 3.2 geven we enkele algemene landschappelijke
GROENE HART
Eemland: turbines tot 20m gekoppeld aan beplant erf en niet in
overwegingen. De PRV biedt ruimte voor de productie
Het Groene Hart is het meest divers van alle land-
open land
van duurzame energie in het landelijk gebied. Voor
schappen in de provincie Utrecht. De centrale
windenergie zijn daartoe specifieke zoekgebieden aan-
kernkwaliteiten zijn openheid, (veen)weidekarakter,
gewezen. De overige vormen van duurzame energie
landschappelijke diversiteit en rust & stilte. De
zijn in beginsel overal toegestaan. Voorwaarde is wel
Kwaliteitsgids kent verschillende deelgebieden met
Groene Hart: zonne-velden passen beter in grootschalige landschap-
zij verkleinen de openheid. Turbines tot 20 meter wel
dat zij de landschappelijke kwaliteiten niet onevenredig
ieder hun eigen overwegingen. De openheid van het
pen als droogmakerij dan in kleinschaliger veengebied
zijn mogelijk, als deze gekoppeld zijn aan de beplante
aantasten. Om te bepalen of sprake is van onevenre-
Groene Hart wordt doorbroken door diverse stedelijke
digheid, adviseren wij om aan te sluiten bij de Kwali-
functies. Om te voorkomen dat windturbines of groot-
teitsgids voor de Utrechtse Landschappen.
schalige zonnevelden los in het landschap hun eigen
GELDERSE VALLEI
grond van de overwegingen in de Kwaliteitsgids zijn
Windturbines van meer dan 60 meter ashoogte passen niet in het open weidelandschap van Eemland;
erven passen in de schaal van het erf. Dit algemene beginsel vraagt in dit gebied bijzondere aandacht. Op
stedelijk aandoende structuur toevoegen, adviseert
De Gelderse Vallei kenmerkt zich door het kam-
er voor zonnevelden beperkte mogelijkheden in de
In dit hoofdstuk geven wij de belangrijkste overwegin-
de Kwaliteitsgids aansluiting te zoeken bij bestaande
penlandschap met veel open kamers. Het is een
overgangsgebieden aan de randen. Voorwaarde is wel
gen op basis van deze Kwaliteitsgids weer. We zoomen
structuren van vergelijkbare schaal. Dat zijn vooral
kleinschalig mozaïek met ‘verborgen’ afwisselende
dat de kenmerkende vervaging tussen open gebied
daarbij in op windenergie en zonnevelden.
stadsranden, een bedrijventerrein of de rand van een
structuren en enkele grote stroken. Mede door de
en bebouwde omgeving in stand blijft. 21
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
Dit betekent geen aaneengesloten zonneveld, maar
RIVIERENGEBIED
veel open ruimtes en geleidelijke overgang met zicht
Het Rivierengebied wordt gekenmerkt door de over-
op Eemland.
gang van het kleinschaliger gebied nabij de Heuvelrug
BIJLAGEN
naar de grootschaliger Houtense vlakte en het Eiland van Schalkwijk. Het gebied kent een langgerekte opbouw met verschillende deelgebieden rond een centrale ruggengraat. Kleine windturbines passen weliswaar beter bij de kleinschaliger elementen, maar mogen niet conflicteren met de cultuurhistorische betekenis van de landgoederen. Dit geldt ook voor zonnevelden. Hiervoor is ook ruimte te vinden in de groene kamers in het gebied. Het Rivierengebied kenmerkt zich door lange grote lijnen en enkele haakse korte lijnen. Zonnevelden in lijnopstelling passen hier beter dan in clustervorm. Eemland: kenmerkende vervaging van open gebied en bebouwde omgeving in stand houden; geen aaneengesloten zonne-veld, maar veel open ruimtes en geleidelijke overgang
HEUVELRUG De Heuvelrug kenmerkt zich door het aaneengesloten bos als robuuste eenheid, de historische gelaagdheid en reliëf(beleving). De Heuvelrug met haar reliëf is vanuit naastgelegen open landschappen het einde van de zichtlijnen. Nieuwe verticale lijnen op de flanken ervan, kunnen een te grote impact hebben op de beleving van de Heuvelrug en op de aangrenzende
Rievierengebied: zonne-velden koppelen aan de lijnvormige hoofdstruc-
landschappen.
turen; flank Heuvelrug, Langbroeker Wetering, Kromme Rijn en Lek
Voor zonne-energie is voor kleinschalige opstellingen ruimte in het kantwerk van de Stichtse Lustwarande of de kleinschalige structuren in de Gelderse Vallei. Ook de hoge cultuurhistorische en natuurwaarden in de overgangsgebieden aan de flanken stellen beperkende eisen aan de omvang van de installaties.
Heuvelrug: negatieve beïnvloeding bij nieuwe verticale elementen door heuvelrug als ‘einde van de zichtlijn’
22
23
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
BIJLAGE 1 Relevante artikelen uit de Provinciale Ruimtelijke Verordening 2013: (zoals vastgesteld 3 november 2014)
Dit vloeit voort uit “een goede ruimtelijke orde-
op gebouwen die in het verleden zijn opgericht en
ning”. Met name vitale objecten vragen aandacht.
waartegen redelijkerwijs juridisch niet meer kan worden
Nadere definiëring van de objecten is te vinden in
opgetreden. Met betrekking tot de Cultuurhistorische
de Handreiking Overstromingsrobuust inrichten. De
hoofdstructuur geldt de mogelijkheid tot verstedelij-
Handreiking helpt ook om via het ruimtelijk spoor
king (onder voorwaarden) alleen binnen de historische
wonen en werken in gebieden met overstromingsri-
buitenplaatszones.
sico’s veiliger te maken.
ARTIKEL 2.9A EXPERIMENTEERRUIMTE DUURZAME ENERGIE
ARTIKEL 4.9 LANDSCHAP
ten ook de andere regels die gelden in het landelijk gebied in acht genomen worden. Zo mag bijvoorbeeld de geluidsbelasting niet negatief worden beïnvloed in
ARTIKEL 4.2 VERSTEDELIJKING LANDELIJK GEBIED
een stiltegebied. Het Ruimtelijk Actieprogramma (RAP1. Als ‘Experimenteerruimte duurzame energie’ wordt
project) ‘duurzame energie goed ingepast’ biedt hand-
den ‘Eemland’, ‘Gelderse Vallei’, ‘Groene Hart’, 1. Als ‘Verstedelijking landelijk gebied’ wordt aan-
‘Rivieren¬gebied’, ‘Utrechtse Heuvelrug’, ‘Nieuwe
aangewezen het gebied waarvan de geometrische
vatten voor het inpassen van duurzame energie en
gewezen het gebied waarvan de geometrische
Hollandse Waterlinie’ en ‘Stelling van Amsterdam’
plaatsbepaling is vastgelegd in het GML-bestand
voor het combineren van de verschillende vormen.”
plaatsbepaling is vastgelegd in het GML-bestand
waarvan de geometrische plaatsbepaling is vastge-
en is verbeeld op de kaart Landelijk gebied.
legd in het GML-bestand en is verbeeld op de kaart
en is verbeeld op de kaart Duurzame energie. 2. Een ruimtelijk plan kan bestemmingen en regels
“Tweede lid: Voor de realisatie van nieuwe initiatieven
2. Een ruimtelijk plan bevat geen bestemmingen
Landschap.
bevatten die de realisatie van innovatieve ontwik-
gaat de voorkeur uit naar de voorkeursvolgorde van:
en regels die verstedelijking toestaan, tenzij de
kelingen op het gebied van duurzame energie
pauzelandschap, niet-agrarisch (bouw)perceel, voor-
ruimtelijke ontwikkelingen betrekking hebben op en
ter bescherming en versterking van de in het
toestaan, mits is voldaan aan de volgende voor-
malig agrarisch bouwperceel, agrarisch bouwperceel,
in overeenstemming zijn met de volgende artike-
plangebied voorkomende kernkwaliteiten, zoals
waarden:
agrarisch perceel. In sommige gevallen kan dubbel
len: artikel 2.9a Experimenteerruimte duurzame
a. innovatieve ontwikkeling wordt gerealiseerd
grondgebruik en kunnen economische, maar ook mili-
energie, artikel 2.10 Cultuurhistorische hoofdstruc-
op een agrarisch bouwperceel, een voormalig
eutechnische redenen een andere locatiekeuze recht-
tuur, artikel 3.2 Toekomstige woonlocatie, artikel
mingen en regels die leiden tot een onevenredige
agrarisch bouwperceel, een agrarisch perceel
vaardigen. Van belang is dat in dergelijke gevallen een
3.4 Toekomstig bedrijventerrein, artikel 4.1 Eiland
aantasting van de in het plangebied voorkomende
of een niet-agrarisch perceel;
zorgvuldige afweging wordt gemaakt waarin rekening
van Schalkwijk, artikel 4.4 Bebouwingsenclaves
kernkwaliteiten, zoals genoemd in de Bijlage
is gehouden met aspecten als verkeersaantrekkende
en –linten, artikel 4.5 Woonschepen, artikel 4.6
Kernkwaliteiten landschap.
werking, stankoverlast en landschap.
Bestaande niet-agrarische bedrijven, artikel 4.7
b. voorzien wordt in een goede landschappelijke
c. de omliggende agrarische bedrijven worden
inpassing;
2. Een ruimtelijk plan bevat bestemmingen en regels
genoemd in de Bijlage Kernkwaliteiten landschap. 3. Een ruimtelijk plan bevat geen nieuwe bestem-
4. De toelichting op een ruimtelijk plan bevat een
Algehele agrarische bedrijfsbeëindiging of bedrijfs-
beschrijving van de in het plangebied voorkomende
Derde lid: Een beeldkwaliteitsparagraaf bevat in ieder
verplaatsing, artikel 4.8 Kernrandzone, artikel 4.11
kernkwaliteiten en de wijze waarop met de be-
geval een analyse van de bestaande kwaliteiten, een
Ecologische hoofdstructuur, artikel 4.12 Groene
scherming en versterking van de kernkwaliteiten is
ruimtelijke onderbouwing waaruit blijkt dat aan de
onderbouwing op welke wijze de beoogde ontwikke-
contour, artikel 4.16 Recreatiezone, artikel 4.17
omgegaan.
genoemde voorwaarden is voldaan. Een beeld-
ling bijdraagt aan die kwaliteiten en op welke wijze dit
Bovenlokaal recreatieterrein, en plaatsvinden in de
kwaliteitsparagraaf maakt onderdeel uit van de
in de regels van het ruimtelijk plan is verankerd.
daartoe aangewezen gebieden.
ruimtelijke onderbouwing.
Uit de verschillende artikelen van deze verordening
niet in hun bedrijfsvoering belemmerd. 3. De toelichting op een ruimtelijk plan bevat een
Toelichting Artikel 4.9 Landschap
volgt dat, voor zover van toepassing: • de locatie op adequate wijze ontsloten moet zijn.
Toelichting Artikel 2.9A Experimenteerruimte duurzame energie
Dit vloeit voort uit ofwel “een goede ruimtelijke
Toelichting Artikel 4.2 Verstedelijking landelijk gebied
Eerste lid: Als landschappen worden aangewezen: Eemland, Gelderse Vallei, Groene Hart, Rivierengebied,
ordening” ofwel uit het artikel Mobiliteitstoets; Gehele artikel: In deze verordening wordt een definitie
Utrechtse Heuvelrug, Nieuwe Hollandse Waterlinie,
“Gehele artikel: Dit artikel biedt ruimte voor innova-
ook rekening wordt gehouden met de waterber-
van het begrip “verstedelijking” gehanteerd, die
Stelling van Amsterdam.
tieve vormen van duurzaam opwekken van energie
gings-gebieden, bodem-, ecologische, landschap-
afwijkt van het algemene spraakgebruik. In artikel
en de mogelijkheden om energie- of warmtevragende
pelijke of cultuurhistorische kwaliteiten;
1.1 Algemene bepalingen is gedefinieerd wat in deze
Tweede lid: Een landschap is geen statisch plaatje:
verordening onder het begrip “verstedelijking” wordt
landschap is altijd in ontwikkeling en dynamiek hoort
begrepen.
daarin. In het werken met landschapskwaliteit wordt
• bij de begrenzing en de situering van de locatie
24
1. Als ‘Landschap’ wordt aangewezen de gebie-
en energie- of warmteleverende functies bij elkaar te
• grote delen van de provincie liggen in overstroom-
brengen. Dit artikel biedt ook ruimte voor zogenaam-
bare gebieden van Nederrijn, Lek en het Eem-
de pauzelandschappen: landschappen waar al wel
meer. Door een goed doordachte locatiekeuze en
(op structuurvisieniveau) een bepaalde ontwikkeling is
inrichting kunnen de gevolgen van een overstro-
Tweede lid: In het gehele landelijk gebied moet een
je), functies (wat gebeurt er) en robuuste structuren
beoogd, maar waarbij de realisatie nog op zich laat
ming aanzienlijk beperkt worden. Bij het bouwen
ongebreidelde uitwaaiering van stedelijke functies
(samenhang, relaties).
wachten. Tijdelijk kan er invulling gegeven worden aan
in een overstroombaar gebied wordt aangegeven
worden voorkomen. Binnen deze context zijn nieuwe
Voor elke ontwikkeling in het landelijk gebied moet
innovatieve vormen van duurzame energie in dit soort
op welke wijze rekening is gehouden met overstro-
vormen van verstening alleen onder specifieke voor-
aansluiting gevonden worden bij de kernkwaliteiten. Als
landschappen. Bij de toepassing van dit artikel moe-
mingsgevaar en welke maatregelen zijn genomen.
waarden toelaatbaar. Dit artikel heeft geen betrekking
er sprake is van een zeer open gebied, bevat een ruim-
uitgegaan van een samenspel tussen beeld (wat zie
25
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
telijk plan bepalingen om die openheid te behouden.
Vierde lid: In de toelichting wordt aangegeven om wel-
Hierbij valt te denken aan het tegengaan van (hoge)
ke kernkwaliteiten het gaat, aan de hand van een toe-
bebouwing. In de Bijlage Kernkwaliteiten landschap-
lichtende kaart en een korte omschrijving van de na
pen is per landschap beschreven welke kernkwalitei-
te streven (beeld)kwaliteit. Voorts wordt duidelijk hoe
ten beschermd en versterkt moeten worden.
het belang van deze kernkwaliteiten in de afweging is
opwekken; - energie- of warmtevragende en energie- of warmteleverende functies bij elkaar brengen.
• locatie gelegen langs het Amsterdam-Rijnkanaal ten zuiden van Houten nabij de Goyerbrug; • locatie langs de A12 in het plangebied van Rijnenburg; • locatie op bedrijventerrein Het Klooster te Nieuwe-
betrokken en op welke wijze (in de voorschriften) is
In de PRS beperken wij ons tot een ambitie die wij
Derde lid: Een aantasting van het landschap is
voorzien in behoud en zo mogelijk versterking van de
ruimtelijk kunnen faciliteren. De daadwerkelijke rea-
onevenredig, indien het belang van de ruimtelijke
kernkwaliteiten. Wanneer aantasting niet te vermij-
lisatie is afhankelijk van initiatieven vanuit de markt.
ontwikkeling die door het ruimtelijk plan mogelijk
den is, wordt in de toelichting aangegeven op welke
Door initiatieven ruimtelijk te faciliteren en vanuit onze
Voor alle locaties geldt, dat wij de voorkeur hebben
wordt gemaakt niet opweegt tegen de aantasting van
wijze deze aantasting zoveel mogelijk is beperkt.
economische visie op innovatiegebied te stimuleren,
voor realisatie met draagvlak bij het gemeentebestuur.
de kernkwaliteiten die het gevolg is van de ruimte-
De Kwaliteitsgids voor de Utrechtse Landschappen
dragen wij bij aan de opgave voor klimaatneutrali-
Concretisering gebeurt via initiatieven vanuit de markt.
lijke ontwikkeling. Een goede locatiekeuze beperkt
(Kwaliteitsgids) vormt een goede bron hiervoor. De
teit op een wijze die past bij de kerntaken van de
Wij staan open voor initiatieven die leiden tot intensive-
de schade voor het landschap. Voorts is een goede
Kwaliteitsgids biedt ook inspiratie voor een landschap-
provincie.
ring van de benutting van genoemde locaties.
landschappelijke inpassing vereist die in de regels van
pelijk goede inpassing van ontwikkelingen.
het plan is geborgd.
BIJLAGE 2 Relevante beleidsteksten uit de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie 2013-2028: (zoals vastgesteld 3 november 2014)
PARAGRAAF 4.2.2 RUIMTE BIEDEN VOOR DUURZAME ENERGIE
gein; • locatie langs de A2 in de Autenasepolder, in de zuidoost oksel van knooppunt Everdingen.
De ambitie voor windenergie is gericht op doelbereik in We hebben via de planMER bij deze PRS onderzocht
2020. Onze structuurvisie maken wij voor de periode
wat voor het halen van de ambitie voor 2040 in de
tot 2028. Mocht er in de werkingsperiode van onze
periode tot 2020 mogelijk is. Als alle realistische
structuurvisie behoefte zijn aan aanvullende locaties
mogelijkheden voor biomassa, zonne-energie, geo-
voor windenergie, dan zullen wij die beoordelen aan de
thermie e.d. worden benut en we realiseren het voor
hand van hun impact op milieu (geluid, slagschaduw,
de landelijk ambitie ingebrachte bod van 50 MW aan
veiligheid), kernkwaliteiten van de Utrechtse Land-
windenergie, dan voorziet dit in 2020 in het duurzaam
schappen en mogelijke beperkingen vanuit andere be-
opwekken van 10% van de energiebehoefte van onze
leidsterreinen, zoals Rijksbeleid voor vrijwaringszones
provincie. Daarmee halen we niet de ambitie van 20%
voor radar en langs hoofdinfrastruc¬tuur en Natura
duurzame energieopwekking die we in de Kadernota
2000. Onze voorkeur gaat uit naar een in de omge-
Ruimte beogen. Het verduurzamen van onze energie-
ving passende combinatie van meerdere windturbines
voorziening verloopt dus naar verwachting langzaam
boven solitaire plaatsingen. Als aanvullende locaties
gedurende de structuurvisieperiode. Dit betekent
nodig zijn en ze voldoen aan de criteria, dan zullen wij
van restwarmte, Warmte Koude Opslag en aardwarm-
niet dat onze ambitie voor 2040 niet haalbaar is. In
de mogelijk¬heid voor ontwikkeling van windenergie
te, zonne-energie en biomassa.
de periode tot 2040 kunnen zich immers innovatieve
op die locatie opnemen in onze PRV. De genoemde
ontwikkelingen voordoen. In de Structuurvisieperiode
criteria hanteren wij indien nodig ook bij de uitwerking van de huidige locaties.
We stimuleren het gebruik van alle duurzame energie-
ondersteunen we de ontwikkeling van dergelijke inno-
Beleid
bronnen: windenergie, biomassa, (diepe) geothermie,
vaties, inclusief het bieden van eventueel benodigde
Wij hebben de ambitie om in 2040 het grondgebied
warmte-koudeopslag, zonne-energie, waterkracht
experimenteerruimte, bijvoorbeeld in de vorm van
Toelichting
van de provincie Utrecht klimaatneutraal georga-
en benutten van restwarmte. Voor windenergie en
proeftuinen. We zullen de mogelijkheden hiervoor
Ons beleid voor windturbines is gericht op het via
niseerd te hebben. Het gaat hierbij niet alleen om
biomassa hebben we ruimtelijke kaders opgesteld.
verkennen en bekijken welke initiatieven en locaties in
aangewezen locaties ruimte bieden voor lijnen of
CO2-reductie, maar ook om het onafhankelijk zijn
Hierbij is ons uitgangspunt dat, vanwege de ruimte-
aanmerking kunnen komen.
clusters waar deze passend zijn in hun omgeving. Een
van beperkt beschikbare fossiele brandstoffen. De
lijke impact van windturbines, wij de voorkeur geven
solitaire of, naar schaal van de omgeving, te korte lijn
ruimtelijke opgave hierbij is het ruimte bieden voor het
aan andere vormen van duurzame energie.
werkt verstorender in het landschap dan een duidelijke
duurzaam opwekken van energie en de mogelijkheden
26
ringen en innovaties; - de energie die we nog nodig hebben duurzaam
bieden om energie- of warmtevragende en energie- of
Toelichting
warmteleverende functies bij elkaar te brengen.
Een klimaatneutraal georganiseerd grondgebied in
PARAGRAAF 4.2.2.1 WINDENERGIELOCATIE
markering. Naast landschappen met windturbines hechten wij ook aan landschappen zonder windturbines. Het realiseren van dergelijke vrijwaringsgebieden
2040 heeft naast CO2-reductie en onafhankelijkheid
Beleid
van zowel grote als kleine windturbines, als contramal,
Wij streven bij gebiedsontwikkelingen naar zelfvoorzie-
van fossiele brandstoffen als bijkomend voordeel
We zetten in op het bereiken van 65,5 MW aan wind-
past in het landelijk beleid. De kernkwaliteiten van de
nendheid voor energie. Wij nemen bij verstedelijking
verbetering van de luchtkwaliteit en de kansen die
energie in 2020 door op een beperkt aantal locaties
landschappen bieden hiertoe een basis. Bij de nadere
en renovatie, herstructurering, transformatie en
dat biedt voor de leefbaarheid en het behoud van de
ruimte te bieden voor grootschalige windturbines
uitwerking van de locaties zullen diverse onderzoeken
uitbreiding hiervan de voorwaarde op dat gemeenten
fysieke leefomgeving. Bovendien bieden energiebe-
met een ashoogte van 60 meter en hoger. Op deze
uitgevoerd moeten worden. De conclusie kan zijn dat
en initiatiefnemers in ruimtelijke plannen dienen te be-
sparing en opwekking van duurzame energie kansen
locaties mogen geen belemmeringen ontstaan voor
een nader MER-onderzoek nodig is voor de locatie.
schrijven op welke wijze invulling wordt gegeven aan
voor de Utrechtse duurzaamheidseconomie.
het realiseren van deze windturbines. Als locaties
De volgende aspecten zijn van belang om te onder-
energiebesparing en de inzet van duurzame energie,
De opgaven voor klimaatneutraliteit zijn:
met ruimte voor een nadere uitwerking hiervan zijn in
zoeken: landschappen (lokale effect en de impact op
waarbij onder meer wordt gedacht aan toepassing
- het energiegebruik sterk verminderen door bespa-
beeld:
de wijdere omgeving), cultuurhistorie, archeologie en 27
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
aardkundige waarden, natuur (instandhoudingsdoelen
heer. Energie uit biomassa kan ook verkregen worden
de nabijheid van een gasleidingnet met voldoende
kingen zijn ten aanzien van bijvoorbeeld hoogbouw,
nabijgelegen natuur, aandacht trekroutes vogels en
via verbranding. Vooral bij grootschalige biomas-
capaciteit. Als locatie komen bedrijventerreinen
vanwege de kwetsbaarheid voor verstoring van de
vleermuizen), geluid en stilte, duisternis en lichthin-
saverbrandingsinstallaties is het bij de locatiekeuze
en terreinen voor rioolwaterzuiveringsinstallaties
kernkwaliteiten. De meer besloten landschappen vra-
der (inclusief slagschaduw), externe veiligheid en
belangrijk om rekening te houden met de mogelijkhe-
(RWZI), afvalverwerking of stortplaatsen in aanmer-
gen om bebouwing die qua maat en schaal passen bij
nabijgelegen woonbebouwing. Landelijk is de ambitie
den voor aan- en afvoer van biomassa, elektriciteit en
king.
de kernen die in het landelijk gebied gelegen zijn.
gesteld op 6000 Megawatt (MW) aan windenergie op
warmte.
land, te bereiken in 2020. De provincie Utrecht heeft
Naast traditionele vormen van biomassaverwerking
Toelichting
zich daarbinnen vooralsnog gecommitteerd aan het
Toelichting
zijn nieuwe technieken in opkomst, zoals droogvergis-
Het Utrechtse landschap is mooi, verrassend en
bereiken van 65,5 MW aan windenergie. Deze op het
Wij stimuleren energieopwekking uit biomassa, mits
ting, verbranding van houtige biomassa en vergas-
veelzijdig. De diversiteit aan Utrechtse landschappen
oog lage ambitie komt vooral voort uit de kernkwali-
de beschikbare biomassa zo duurzaam en efficiënt
sing. Voor deze innovaties is het op voorhand niet
is groot: de extreme openheid van Eemland of de
teiten van het Utrechtse landschap. Andere gebieden
mogelijk wordt ingezet. Bij energieopwekking uit bio-
mogelijk om de ruimtelijke kaders voor langere peri-
Lopikerwaard, de intimiteit van een boomgaard in de
in Nederland zijn beter geschikt voor windenergie.
massa wordt onderscheid gemaakt tussen verbran-
ode vast te stellen. Bij initiatieven zal ten aanzien van
Kromme Rijn, een open plek middenin het bos van de
Voor initiatieven tussen de 5 en de 100 MW wordt
ding en vergisting. De ruimtelijke impact van klein-
de locatiekeuze in samenspraak met de betrokken
Utrechtse Heuvelrug, een fort van de Nieuwe Hollandse
mogelijk van rechtswege windenergie tot provinciaal
schalige biomassaverbrandingsinstallaties is minimaal
partijen maatwerk worden geleverd. Op grond van de
Waterlinie, de overgang van de historische Grebbeberg
belang benoemd. Boven een nog nader te bepalen
en deze kunnen daarom overal gerealiseerd worden,
Crisis- en Herstelwet kan experimenteerruimte worden
naar het robuuste rivierenlandschap van Nederrijn en
realisatienorm voor de gehele provincie kunnen
mits ze aan de omgevingsvergunning voldoen. Voor
geboden, bijvoorbeeld in de vorm van proeftuinen.
Lek, stiltegebieden. Een landschap is bovendien geen
Provinciale Staten af zien van toepassing van haar
grootschalige biomassaverbrandingsinstallaties is een
statisch plaatje; landschap is altijd in ontwikkeling en
instrumentarium een inpassingsplan op te stellen.
doordachte locatiekeuze wel belangrijk.
elk landschap heeft ruimte voor een vorm van dyna-
Deze realisatienorm wordt waarschijnlijk gelijk aan
Voor vergisting van biomassareststromen zijn vaak
de opgave. Hiervoor hebben wij, in samenspraak
grote installaties en opslagfaciliteiten nodig. Dit vergt
met gemeenten en mede gebaseerd op eerder
de nodige ruimte, die niet altijd in het landelijk gebied
beleid, zoekgebieden aangegeven waar dit gereali-
gefaciliteerd kan worden. Om die reden hebben we in
Beleid
samenspel tussen het beeld (wat zie je), functies (wat
seerd kan worden.
onze ruimtelijke verordening regels opgenomen ten
Elk Utrechts landschap heeft zijn eigen kwaliteiten die
gebeurt er) en robuuste structuren (samenhang, rela-
aanzien van schaalgroottes:
mede richting geven aan de daarin gelegen en omlig-
ties). Dat betekent dat we niet alleen willen vastleggen
- bij (co-)vergisting op boerderijniveau wordt mest uit
miek. Maar wel op zo’n manier dat de landschapskwaliteit wordt ontzien en liefst nog wordt versterkt. In het werken met landschapskwaliteit gaan we uit van een
gende functies en hun ontwikkelingsmogelijkheden.
wat de huidige landschapskwaliteit is, maar dat we ook
het eigen bedrijf vergist en wordt organisch mate-
Daarom beschermen wij de kernkwaliteiten van de
aan willen geven hoe deze de ruimtelijke ontwikkelin-
riaal uit het eigen bedrijf of van elders toegevoegd
verschillende landschappen in onze provincie. Deze
gen kan sturen en welke kwalitatieve randvoorwaarden
aan het vergistingsproces. Deze vorm van agrari-
kernkwaliteiten hebben we aangegeven bij de beschrij-
het landschap aan deze ontwikkelingen meegeeft.
Beleid
sche activiteit kan op het bedrijf zelf plaatsvinden,
ving van de afzonderlijke landschappen.
We hebben de Kwaliteitsgids voor de Utrechtse
Energie uit biomassa wordt vooral verkregen via
rekening houdend met de omgevingsvergunning;
PARAGRAAF 4.2.2.5 ENERGIE UIT BIOMASSA
vergisting. Vanwege de ruimtelijke impact van
- wanneer een aantal boeren besluiten een ge-
Landschappen opgesteld om hierbij te helpen. In het Voor elke ontwikkeling in het landelijk gebied moet
koepelkatern is ons landschapsbeleid verwoord. De
biomassa(co-) vergistingsinstallaties, hebben we
zamenlijke vergistingsinstallatie op te richten is
aansluiting gevonden worden bij de kernkwaliteiten.
gebiedskaternen dienen vooral als inspiratiebron en
hiervoor de volgende richtlijnen opgesteld:
locatiekeuze belangrijk. Er zal nadrukkelijk reke-
Voor de open landschappen is dit moeilijker dan voor
basis voor de landschappelijke inpassing van ruimte-
• kleine vergisters als activiteit bij de agrarische
ning gehouden moeten worden met de afzet van
andere landschappen en zullen er dus meer beper-
lijke ontwikkelingen.
bedrijven in het buitengebied, passen bij de
(groen)gas, elektriciteit en/of warmte. Daarnaast
bedrijfsvoering en kunnen altijd ruimtelijk worden
zijn de aspecten geur, externe veiligheid, verkeer
gefaciliteerd;
aantrekkende bewegingen en mogelijkheden voor
• een gezamenlijke vergistingsinstallatie van een
landschappelijke inpassing belangrijk. De voorkeur
aantal agrariërs wordt bij voorkeur op of nabij
voor locaties voor deze initiatieven gaat uit naar
één van de deelnemende bedrijven en nabij een
het bedrijf van één van de initiatiefnemers of een
afzetplek gerealiseerd. Landschappelijke inpas-
nabijgelegen (vrijkomend) agrarisch bouwblok. De
sing is belangrijk;
maximale bouwblokgrootte voor dit soort initiatie-
• grote centrale (co-)vergistingsinstallaties die niet op een agrarisch bouwblok passen vestigen
28
PARAGRAAF 6.3 LANDSCHAP
ven in het landelijk gebied is 2,5 hectare; - grotere initiatieven voor centrale (co-)vergistingsin-
zich op bedrijventerreinen of bij grootschalige
stallaties achten wij uit oogpunt van landschappe-
afval(water)verwerking.
lijke inpassing en verkeer aantrekkende bewe-
Naast mestvergisting bieden wij ook ruimte voor
gingen niet wenselijk in het landelijk gebied. Bij
andere vormen van be- en verwerking van biomassa
de locatiekeuze voor een dergelijk initiatief dient
die passen bij de agrarische bedrijfsvoering en bij
bovendien rekening te worden gehouden met de
activiteiten in het landelijk gebied, zoals groenbe-
aanwezigheid van voldoende warmtevraag en/of 29
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
HANDREIKING - DUURZAME ENERGIE RUIMTELIJK INGEPAST
COLOFON Deze handreiking is een initiatief van de provincie Utrecht en vormt een project binnen het RAP 2012-2015. FOTO’S: Johan Hanko i.o. Provincie Utrecht SCHETSEN: Ian Officer DRUKWERKBEGELEIDING: MultiMediaCentrum provincie Utrecht
30
31
Provincie Utrecht Postbus 80300, 3508 TH Utrecht
MMC 17423
T 030 25 89 111
32