Opmerking:
Voor uw veiligheid deze instructies doorlezen en deze voor correct gebruik opvolgen. WAARSCHUWING
LET OP • Door de naafdynamo wordt een buitengewoon hoge spanning opgewekt. Het aansluitpunt van de naafdynamo nooit tijdens het fietsen of tijdens het draaien van het wiel rechtstreeks aanraken. Aanraken van de dynamo-aansluiting kan een elektrische schok tot gevolg hebben. • De DH-3NB1-QR en DH-3RB1-QR naafdynamo's zijn enkel bestemd voor gebruik met de NEXUS Di2. Gebruik deze niet met andere typen fietsen. Verder dienen geen andere typen naafdynamo's dan deze twee met deze fiets gebruikt te worden. • Deze systeem is een automatisch versnelling-overschakelsysteem waarbij de overschakelpunten bepaald worden door de snelheid van de fiets (de draaisnelheid van de wielen). Dit heeft tot gevolg dat er onafhankelijk van de bedoelingen van de berijder een overschakeling van versnellingen kan plaatsvinden zodat er tijdens het overschakelen schokken voelbaar zijn. Zorg ervoor dat u inzicht krijgt in de werking van het systeem en vertrouwd raakt met deze schakelkenmerken alvorens u het systeem volledig in gebruik gaat nemen.
31
Aanbevolen tandwielcombinaties Voorversnellingen (FC-NX60)
33T
38T
Achterversnellingen
16T
19T
* Stel de versnellingen zodanig in dat de voor naar achter overbrengingsverhouding 2 – 2.1 is.
• De fiets niet met hogedruksprays reinigen. Als er vocht in de onderdelen terechtkomt, kan dit problemen bij het functioneren of roestvorming veroorzaken. • Geen van de eenheden demonteren, aangezien deze dan niet meer correct zullen functioneren. • Tijdens het overschakelen van de versnellingen klinkt er een pieptoon. • De diverse eenheden zijn waterbestendig, zodat deze geschikt zijn voor gebruik bij het rijden met nat weer. Zij mogen echter niet in water worden ondergedompeld. • Stel het FLIGHT DECK niet bloot aan buitengewoon warm weer en stel het niet bloot aan schokken. • Voor het reinigen van de onderdelen, deze afvegen met een droge doek of met een doek welke licht bevochtigd is met een neutraal reinigingsmiddel. Door substanties zoals verfverdunner zal de buitenzijde van de onderdelen aangetast worden. • Ongeveer 1 minuut na het stopzetten van de fiets wordt de energiebesparingsfunctie geactiveerd en wordt de vloeibaar kristal display uitgeschakeld. Het achterlicht wordt ongeveer 5 seconden na het stopzetten van de fiets uitgeschakeld. • Onderdelen zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage of veroudering dat hetgevolg is van normaal gebruik. • Neem contact op met de plaats van aankoop voor vragen betreffende de methoden van behandeling of onderhoud.
Dutch
• De FLIGHT DECK (fietscomputer) schakelaars of de overschakeltijdstipregelknop (zie pag.36) tijdens het fietsen niet indrukken. Wanneer u tijdens het fietsen het stuur met slechts één hand vasthoudt, kan dit er toe leiden dat de fiets uit balans raakt en dat u de macht over het stuur verliest en een ongeluk veroorzaakt. Zet de fiets stop alvorens een van de schakelaars te bedienen. • Tijdens het rijden niet te veel aandacht besteden aan de gegevens op de computer. Dit kan ongelukken veroorzaken. • De voorveringvork niet demonteren, omdat anders de buitenste buis en de binnenste buis van elkaar los kunnen raken, en u ernstig letsel kunt oplopen. • Gebruik banden met een buitenomtrek van minder dan 690 mm (voor de FS-C810) of 725 mm (voor de FS-C812) zodat de band de brug van de voorveringvork niet raakt. Als een Brug spatbord is aangebracht, bij het monteren van de band er op letten dat de band het spatbord Band niet raakt. • Monteer het stuur en de stuurstang op correcte wijze door de montage-instructies voor deze onderdelen te raadplegen. Als deze niet correct worden gemonteerd, zou u de controle over uw fiets kunnen verliezen en een ongeluk kunnen veroorzaken. • Bij de FS-C810 is de voorveringvork niet voorzien van een ophangsteun, zodat enkel zijoptrekremmen die bestemd zijn zonder een ophangsteun aan de voorveringvork gemonteerd te worden kunnen worden gebruikt. • Op de FS-C812 voorvering kunnen uitsluitend schijfremmen geïnstalleerd worden. • Houd gebruikte batterijen buiten het bereik van kinderen en ruim deze op overeenkomstig de geldende milieuvoorschriften. Als batterijen per ongeluk ingeslikt worden, onmiddellijk medische hulp inroepen. • Gebruik voor het reinigen van de ketting een neutraal reinigingsmiddel. Gebruik geen alkali- of zuurhoudende reinigingsmiddelen die bestemd zijn voor het verwijderen van bijvoorbeeld roest, aangezien deze de ketting kunnen beschadigen en de ketting kunnen doen breken. • Zorg ervoor dat u de montage-instructies ter beschikking heeft en lees deze nauwkeurig alvorens de onderdelen te monteren. Loszittende, versleten of bescha-digde onderdelen kunnen de berijder ernstig letsel toebrengen. Het wordt ten sterkste aanbevolen uitsluitend originele Shimano vervangingsonderdelen te gebruiken. • Controleer of de wielen stevig bevestigd zijn alvorens met de fiets te gaan rijden. Als de wielen op een of andere manier loszitten, kunnen deze van de fiets losraken, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken. • Controleer bij het fietsen in het donker of de lamp normaal brandt. • Lees deze technische montage-instructies nauwkeurig en bewaar ze op een veilige plaats voor toekomstige referentie.
• Dit systeem werkt door het automatisch overbrengen van stroom welke door de voordynamo (naafdynamo) wordt opgewekt naar onderdelen zoals de lamp en derailleurs. Wanneer u in het donker met de fiets begint te rijden, zal de lamp gedurende enkele seconden gedempt branden totdat de stroomopwekking stabiel is en zal ook na het overschakelen van de versnellingen plotseling gedempt gaan branden. Dit duidt niet op een defect van het systeem. • Wanneer er op bepaalde momenten niet voldoende stroom wordt opgewekt, zoals onmiddellijk nadat u bent begonnen met fietsen, is de beweging van de derailleurs en de vering mogelijk beperkt en bestaat de kans dat het systeem de instructies van de gebruiker niet accepteert. Zie voor bijzonderheden de instructies voor de overige functies. • Controleer de mate van evenwijdigheid van de voorvork. Als de voorvork in hoge mate niet evenwijdig is, bestaat de kans dat door de vervorming van de naafas de naafdynamo gaat aanlopen en bijgeluiden gaat voortbrengen. • Monteer de naafdynamo zodanig aan de voorvork dat de zijde met de aansluitpunt van de naafdynamo zich aan de rechterzijde bevindt wanneer u naar de voorzijde van de fiets kijkt. Als het aansluitpunt van de naafdynamo zich aan de linkerzijde bevindt, bestaat de kans dat de naafdynamo tijdens het rijden niet goed draait. • Lees voor de trommelremspecificaties de montage-instructies voor het M Voorremsysteem tezamen met deze instructies. (DH-3RB1 naafdynamo) • Gebruik een 6 V/2,4 W gloeilamp voor de voorlamp en een 6 V/0,6 W gloeilamp voor de achterlamp. • Als de lamp tijdens het rijden met hoge snelheden veelvuldig wordt ingeschakeld, zal de gebruiksduur van de gloeilampen verkort worden. • Bij een correcte bediening tijdens het overschakelen van de versnellingen is het mogelijk dat er in geringe mate bijgeluiden voortgebracht worden tussen de pal binnen in de naaf en de palplaat. • Het interne mechanisme van de naaf niet demonteren. • Breng geen smeermiddel aan op de binnenzijde van de naaf, anders zal het vet naar buiten komen, hetgeen problemen met de geleidbaarheid kan veroorzaken. • Na het monteren van de naafdynamo zal het draaien van het wiel enigszins zwaarder verlopen als gevolg van de magneet binnen in de naaf. • Bij het overschakelen in de automatische modus, zullen wanneer de versnellingschakelaar bediend wordt de versnellingen niet overgeschakeld worden. • Gebruik de aanbevolen tandwielen welke hieronder worden aangegeven voor het verkrijgen van het juiste tijdstip voor activering van de automatische overschakeling.
Het overschakelen van de versnellingen en de regeling van de vering gebeurt bij deze fiets elektrisch met gebruik van stroom welke door de draaiing van de voorwielnaaf (naafdynamo) wordt opgewekt.
Wat is de automatische overschakelmodus? Dit is een rijmodus waarin de versnellingen automatisch gekozen worden overeenkomstig de rijsnelheid.
Wat is de handbediende overschakelmodus? Dit is een rijmodus waarin de versnellingen gekozen worden overeenkomstig de voorkeur van de berijder.
gen ik n i z j wi ru Aanoor geb v
Voor het verkrijgen van betere resultaten in de automatische modus Het overschakeltijdstip kan op 8 verschillende punten worden ingesteld, voor vroegere of latere overschakeling. Verander de instelling om het punt te vinden dat met uw voorkeur overeenkomt. (Pagina 36)
Specificaties
Computereenheid
AI-8S40
Achterwielnaaf
SG-8R45
Motoreenheid
MU-8S40
Handbediende overschakeltoetsen
SW-8S40 / SM-SW10 + SW-8S40C
FLIGHT DECK (fietscomputer)
SC-8S40
Elektrische bedradingkabel
EW-AA / AB / AC / DD
Voorveringvork
FS-C810 / FS-C812
Kabelafdekking voor voorveringvork
Voor FS-C810: SM-FS10 Voor FS-C812: SM-FS11 / SM-FS12
Achtervering
RS-C810
Ketting
CN-NX10
Naafdynamo
DH-3NB1-QR / 3RB1-QR 32
Namen van onderdelen en functies
FLIGHT DECK (SC-8S40)
Display voor lage batterijspanning
Snelheidsdisplay
Batterij-indicator
Display van overschakelmodus
Display van veringstatus
Klokdisplay Display van rijafstand Display van cumulatieve afstand
Displaykeuzeschakelaar
Versnellingsdisplay
Handbediende overschakeltoetsen (SW-8S40 / SM-SW10 + SW-8S40C) Vering < Links > Vering hard schakelaar
Omhoog versnellingschakelaar
Vering zacht schakelaar
Omlaag versnellingschakelaar
HARD
SOFT
Overschakeling < Rechts >
Veringmodus keuzeschakelaar
Overschakelmodus keuzeschakelaar
Computereenheid (AI-8S40) Met afdekking verwijderd Naar achtervering
Naar naafdynamo
Regelknop voor afstelling van overschakeltijdstip
Lichtsensorvenster
Bedradingsroute
: Lampzijde
: Massazijde Terugstelpositie
Naar achterlicht
Naar voorlicht
* Elke kabel heeft een afzonderlijke lampzijde en massazijde aansluiting. Zorg ervoor de lampzijde en massazijde aansluitingen correct aan te sluiten.
33
Normaal de eenheid niet gebruiken wanneer de regelknop in deze positie staat. (De afdekking kan in deze positie niet gebruikt worden.) Zie "Oplossen van problemen" voor instructies voor gebruik.
Gebruik van de moduskeuzeschakelaars < Displaykeuzeschakelaar >
Snelheidsdisplay 0 - 99 km 0 - 62 mijl
Indrukken
Klok
Versnelling
00 : 00 - 23 : 59 Uren : Minuten
Rijafstand
Cumulatieve afstand
0 - 999.9 km 0 - 620.9 mijl
0 - 9999 km 0 - 6209 mijl
34
< Veringmodus keuzeschakelaar >
< Overschakelmodus keuzeschakelaar >
Links
Rechts
HARD
SOFT
* Zorg ervoor dat de batterij-indicator tenminste 4 blokken aangeeft. Bij het overschakelen van de vering zal de aanduiding knipperen. Wanneer dit voltooid is, zal de aanduiding constant gaan branden. Wanneer de aanduiding knippert, kan als de schakelaar gebruikt wordt niet naar de volgende modus overgeschakeld worden.
Indrukken
Indrukken
Selecteer de gewenste veringmodus. Wanneer de vering op AUTO wordt ingesteld, schakelt de vering over tussen de H (hard) modus en de S (zacht) modus afhankelijk van de snelheid en de positie van de achterversnelling. Wanneer de vering op MANU wordt ingesteld, kan de veringmodus door middel van handbediening worden gekozen door het indrukken van de "HARD" of "SOFT" schakelaar.
Selecteer de gewenste rijmodus. Wanneer de modus ingesteld wordt op L, D of DS, wordt automatische overschakeling van de versnellingen uitgevoerd overeenkomstig de rijsnelheid. Wanneer ingesteld op MANU, wordt de overschakeling door de derailleurs met de hand uitgevoerd wanneer de versnellingschakelaars bediend worden.
(Automatisch)
(Handbediening)
35
Regelknop voor afstelling van overschakeltijdstip (AUTO rijmodus) Het tijdstip voor automatische overschakeling kan gemakkelijk worden afgesteld door het draaien van de regelknop aan de zijkant van de computereenheid (AI-8S40). Regelknop voor afstelling van overschakeltijdstip
Gebruik van de regelknop voor het afstellen van het overschakeltijdstip (Maak de afstellingen terwijl de fiets stilstaat.) (1) Als de belasting op de benen zwaar aanvoelt
Zet de regelknop ongeveer in de middelste positie, stel de rijmodus in op D en maak vervolgens een proefrit met de fiets. Als de belasting op uw benen te zwaar of te licht aanvoelt wanneer de regelknop in deze positie staat, stap (1) en stap (2) hieronder gebruiken om het overschakelpunt op te zoeken dat het meest voor u geschikt is. De regelknop kan in 8 posities worden afgesteld. Maak de afstellingen terwijl de afdekking is geïnstalleerd.
Draai de regelknop naar links.
(2) Als de belasting op de benen licht aanvoelt
Draai de regelknop naar rechts.
Overschakeling / Vering keuzeschakelaar (handbedieningsmodus) Het overschakelen van de achterversnellingen gebeurt in principe automatisch, echter handbediende overschakeling is ook beschikbaar voor rijders die hiervan gebruik willen maken. Druk op de moduskeuzetoets om de modus op handbediening (MANU) in te stellen.
Bediening van de versnellingen
Door het indrukken van de + schakelaar wordt er overgeschakeld naar een hogere versnelling (zwaarder, sneller). U voelt dat u nu bij het trappen meer kracht nodig heeft, echter de benen zullen de draaibeweging langzamer uitvoeren. Door het indrukken van de - schakelaar wordt er overgeschakeld naar een lagere versnelling (lichter, langzamer). U voelt dat het trappen nu lichter gaat.
De vering kan zowel in de automatische modus (AUTO) als in de handbedieningsmodus (MANU) met de hand veranderd worden, echter als in de AUTO modus voor het maken van een verandering een schakelaar gebruikt wordt, zal de modus automatisch naar de MANU modus veranderd worden.
Bediening van de vering
Door het indrukken van de HARD schakelaar wordt de vering op "hard" ingesteld. Dit is het best geschikt voor het oprijden van hellingen. Door het indrukken van de SOFT schakelaar wordt de vering op "zacht" ingesteld. Dit is het best geschikt voor normaal rijden. 36
gen ik n i z j wi ru Aanoor geb v
Kiezen van de automatische overschakelmodus
Ds modus voor hard fietsen Kies Ds modus voor een meer dynamische rijstijl.
Kies in principe D modus
L modus voor rustig rijden Kies de L modus voor heuvelachtig terrein.
Stel voor soepeler rijden de overschakelpunten gelijkmatig af. * Het overschakeltijdstip kan op 8 verschillende punten worden ingesteld. (Pagina 36)
Kiezen van de AUTO modus Gebruik in principe de AUTO modus.
D modus wordt ingesteld voor normaal rijden. Wanneer bij het beklimmen van hellingen en het rijden met tegenwind het trappen moeilijker wordt, de schakelaar indrukken om naar de L modus over te schakelen. Als het trappen te snel gaat, de schakelaar indrukken om naar de D of Ds modus over te schakelen.
Kiezen van de vering Gebruik in principe de AUTO modus.
Handbediende instelling
De hard modus wordt ingesteld bij het beginnen met rijden en bij het oprijden van hellingen.
Stel naar wens de S (ZACHT modus) of de H (HARD modus) in.
37
Veranderen van de invoergegevens Schakel bij het invoeren van gegevens de vering over van de AUTO modus naar de MANU modus. Deze stap is niet nodig wanneer de vering niet op het systeem is aangesloten. Ongeveer 5 seconden nadat de fiets is stopgezet, zal de batterij-indicator op het FLIGHT DECK ook als er nog stroom in de batterij over is voor het sparen van energie geen blokken aangeven. Bij het veranderen van gegevens is het achterlicht uit.
Methode (1) Voorbereiding voor instelling
• Lampmodus • Zoemer aan/uit • Kilometerteller wissen
Zorg ervoor dat de snelheidsmeter 0 km/h aangeeft.
Als het batterijvermogen laag is, het voorwiel ronddraaien of gedurende een korte tijd gaan fietsen. Kijk vervolgens of de snelheid 0km/h (mph) is en of de batterij-indicator voldoende vermogen aangeeft. Als tijdens het invoeren van gegevens het batterijvermogen te ver terugvalt, het voorwiel nogmaals ronddraaien.
Lampmodus Kijk of de display knippert. Druk op de rechter versnellingschakelaar (omhoog/omlaag) om de gewenste display in te stellen. Instellen van de lamp op AUTO
(2) Beginnen van de instelling Houd na het voltooien van de voorbereidingen de overschakelmodus keuzeschakelaar op de rechter versnellingchakelaar gedurende tenminste 5 seconden ingedrukt. Controleer of alleen de batterijindicator en de lampmodus getoond worden. Gebruik de rechter versnellingskeuzeschakelaars (omhoog/omlaag) voor het selecteren van de items die u wilt veranderen. Druk na het maken van de gewenste instelling op de overschakelmodus keuzeschakelaar voor het vastleggen van de gegevens.
Instellen van de lamp op altijd uit
Wanneer de lamp op AUTO wordt ingesteld, zal deze automatisch ingeschakeld worden wanneer de omgeving donker wordt.
Druk wanneer de gewenste instelling verschijnt op de overschakelmodus keuzeschakelaar om de instelling vast te leggen.
Omhoog/omlaag versnellingschakelaar Overschakelmodus keuzeschakelaar
Instellen van de lamp op altijd aan
Indrukken
Zoemer aan/uit De zoemer aan/uit modus wordt als volgt ingesteld. Controleer of de display de batterij en "b on" of "b off" aangeeft en druk vervolgens op de overschakelmodus keuzeschakelaar. Controleer of het nummer knippert
Gedurende tenminste 5 seconden ingedrukt houden
Voorbeeld: In het geval van zoemer aan.
Voorbeeld: In het geval van zoemer uit.
Accepteer
Accepteer
Als u de zoemer wilt horen \ Instellen zodat "b on" knippert. Als u de zoemer niet wilt horen \ Instellen zodat "b off" knippert. Druk wanneer de gewenste instelling verschijnt op de overschakelmodus keuzeschakelaar om de instelling vast te leggen.
Accepteer
Controleer of de display knippert. Druk op de rechter versnellingschakelaar (omhoog/omlaag) voor het wissen van de display (km/mijl).
Kilometerteller wissen
Voorbeeld: In het geval de kilometerteller 300 km aangeeft
38
Druk na het controleren van de display op de overschakelmodus keuzeschakelaar om te bevestigen. De rijafstand zal op dat moment eveneens gewist worden. Als u de gegevens niet wilt wissen, op de rechter versnellingschakelaar (omhoog/omlaag) drukken om de huidige cumulatieve afstand te tonen en druk vervolgens op de overschakelmodus keuzeschakelaar om te bevestigen.
Rijafstand wissen Voorwaarde voor instelling (1) Wacht totdat de snelheidsindicatie "0" aangeeft om het FLIGHT DECK van de fiets te verwijderen. (2) Controleer of de display voor lage batterijspanning niet knippert. Displaykeuzeschakelaar
• Instellen van de klok • Rijafstand wissen
Gedurende tenminste 3 seconden ingedrukt houden
Methode van instelling • Druk op de displaykeuzeschakelaar voor het tonen van de rijafstand. • Houd de displaykeuzeschakelaar gedurende tenminste 3 seconden ingedrukt. • Kijk of de huidige rijafstand knippert en druk vervolgens op de displaykeuzeschakelaar om de display naar 0 km (of 0 mijl) te veranderen. • De display zal veranderen tussen de huidige rijafstand en 0 (km of mijl) telkens wanneer u op de displaykeuzeschakelaar drukt. • Controleer als u de huidige rijafstand wilt wissen of de display gewist wordt(0 km of 0 mijl) en houd vervolgens de displaykeuzeschakelaar gedurende tenminste 3 seconden ingedrukt. • Voor het terugkeren naar de oorspronkelijke display zonder het wissen van de huidige rijafstand, de huidige rijafstand tonen en vervolgens de displaykeuzeschakelaar gedurende tenminste 3 seconden ingedrukt houden. • Als de procedure van wissen van de rijafstand niet volledig wordt voltooid, zal de display na ongeveer 2 minuten naar de normale display terugkeren en zullen alle nummers die tot aan dat punt zijn ingetoetst geannuleerd worden.
Instellen van de klok Voorwaarde voor instelling (1) Wacht totdat de snelheidsindicatie "0" aangeeft om het FLIGHT DECK van de fiets te verwijderen. (2) Controleer of de display voor lage batterijspanning niet knippert. Displaykeuzeschakelaar Gedurende tenminste 3 seconden ingedrukt houden
Methode van instelling Voorbeeld: Afstellen op 12:30 • Druk op de displaykeuzeschakelaar voor het tonen van de klok. • Houd de displaykeuzeschakelaar gedurende tenminste 3 seconden ingedrukt. • Controleer of het linkse cijfer knippert en druk vervolgens op de displaykeuzeschakelaar om de display naar "1" te veranderen. • Houd de displaykeuzeschakelaar gedurende tenminste 3 seconden ingedrukt om de instelling te bevestigen en ga over naar het volgende cijfer dat u wilt instellen. • Stel elk cijfer achtereenvolgens van links naar rechts in. • Nadat de minuten zijn ingesteld zal de display terugkeren naar de normale display. • Als de procedure van het instellen niet volledig wordt voltooid, zal de display na ongeveer 2 minuten naar de normale display terugkeren en zullen alle nummers die tot aan dat punt zijn ingetoetst geannuleerd worden.
39
Veranderen van de bandomtrek Overschakelen van de snelheidsmeter/kilometerteller displayeenheden (km/mijl) Schakel bij het invoeren van gegevens de vering over van de AUTO modus naar de MANU modus. Deze stap is niet nodig wanneer de vering niet op het systeem is aangesloten. Ongeveer 5 seconden nadat de fiets is stopgezet, zal de batterij-indicator op het FLIGHT DECK ook als er nog stroom in de batterij over is voor het sparen van energie geen blokken aangeven. Bij het veranderen van gegevens is het achterlicht uit.
Methode (1) Voorbereiding voor instelling • Bandomtrek
Zorg ervoor de snelheidsmeter 0 km/h aangeeft.
• Displayeenheden van snelheidsmeter/kilome terteller (km/mijl)
Als het batterijvermogen laag is, het voorwiel ronddraaien of gedurende een korte tijd gaan fietsen. Kijk vervolgens of de snelheid 0km/h (mph) is en of de batterij-indicator voldoende vermogen aangeeft. Als tijdens het invoeren van gegevens het batterijvermogen te ver terugvalt, het voorwiel nogmaals ronddraaien.
• Veringmontagestatus
Gebruiken bij het veranderen van de bandomtrek (stappen van 5 mm) en het overschakelen van de displayeenheden van de snelheidsmeter / kilometerteller (km/mijl).
Opmerking De montage van de vering zoals deze in de fabriek is ingebouwd niet veranderen.
(2) Starten van de instelling Houd de omlaagschakelaar van de rechter versnellingschakelaar gedurende tenminste 5 seconden ingedrukt. Kijk of de display enkel de batterij-indicator en een getal aangeeft. < Rechts > Versnellingschakelaar
< Rechts > Versnellingschakelaar
* Controleer of de display knippert.
Overschakelmodus keuzeschakelaar
Gedurende tenminste 5 seconden ingedrukt houden
Omhoog/omlaag versnellingschakelaar
Indrukken
Omlaag versnellingschakelaar
Indrukken
Veranderen van de bandomtrek Meet de bandomtrek en gebruik de rechter versnellingschakelaar (omhoog/omlaag) Voorbeeld: Instellen van 2000 mm om de nieuwe waarde in te stellen. Druk vervolgens op de rechter overschakelmodus keuzeschakelaar om de instelling te bevestigen. (Eenheid: mm)
Kiezen van de snelheidsmeter / kilometerteller eenheden (km/mijl) Normale displaymodus
Gebruik de rechter versnellingschakelaar (omhoog/omlaag) voor het kiezen van "km" of "mijl" en druk wanneer de gewenste instelling wordt getoond op de overschakelmodus keuzeschakelaar van de rechter versnellingschakelaar om de instelling vast te leggen. Voorbeeld: km
Voorbeeld: mijl
b a
40
Behandeling van de naafdynamo
Monteren van het voorwiel Monteer het wiel zodanig dat de zijde met het aansluitpunt van de naafdynamo zich aan de rechterzijde bevindt wanneer u naar de voorzijde van de fiets kijkt en zo dat het aansluitpunt van de naafdynamo uitgelijnd is met de voorvork of met de mandhouder. Monteer vervolgens aan de hand van de procedure aangegeven in onderstaande afbeelding zodanig dat het aansluitpunt van de naafdynamo boven komt te staan. Het aansluitpunt van de naafdynamo na het vastdraaien van de snelontgrendelmoer of de dopmoer niet door forceren proberen te draaien.
Aansluitpunt van naafdynamo
Voorvork
Voorvork
Aansluitpunt van naafdynamo
Spatbordsteun
Spatbordsteun
Schroefveer Snelontgrendelmoer Snelontgrendelmoer
Verwijderen en monteren van het voorwiel Bij het verwijderen van het fietswiel, eerst de stekkerafdekking verwijderen. Als er te hard aan de kabels getrokken wordt, kunnen de draden breken of kan dit slecht contact veroorzaken. Tenslotte bij het monteren van het wiel, eerst het wiel aan de voorvork bevestigen en vervolgens de stekkerafdekking aansluiten.
Stekkerafdekking
Kabel Voorvork
Aansluiten
Controleren van de verlichting Controleer of de lampmodus op AUTO is ingesteld en of het lichtsensorvenster van de computereenheid (AI-8S40) is afgedekt om dit tegen lichtinval te beschermen. Draai vervolgens het voorwiel en controleer of de lamp brandt. (Als de fiets gedurende langere tijd niet is gebruikt, kan het een korte tijd duren voordat het systeem opstart en de lamp zal gedurende deze tijd niet branden. Lichtsensorvenster
41
Afstelling van de vering
Afstelling van de voorvering < Afstelling van de voorspanningafsteller > (1) Druk de veringmodus keuzeschakelaar in om de veringmodus in te stellen op “S”. (2) Trek de voorrem aan of plaats een gewicht op het stuur om de voorvering omhoog en omlaag te bewegen om de hardheid te controleren. Stel de voorspanningafsteller af voor het verkrijgen van de gewenste hardheid. Als deze in achterwaartse richting wordt gedraaid, wordt de vering zachter en wanneer deze in voorwaartse richting wordt Afstelling van de voorspanning: gedraaid wordt de vering harder. 10 mm (40 klikken) 1.5 mm (67 klikken):1 cyclus
Afstelling van de achtervering < Ontluchten > (1) Druk op de veringmodus keuzeschakelaar om de veringmodus in te stellen op "S". (2) De luchtdruk is afhankelijk van factoren zoals de vorm en de afmeting van het frame, het gewicht van de berijder en de rijmethode. Stel de luchtdruk af tot op het optimale niveau van maximaal 1,5 Mpa. {maximaal 15 bar} Het ventiel is een Schrader ventiel. Als richtlijn dient de fiets in de "S" (zacht) modus 5--10 mm naar beneden te gaan wanneer de berijder er op gaat zitten. • Na het ontluchten, het kapje stevig vastdraaien, omdat anders de lucht kan ontsnappen. • Voor een optimaal functioneren van de achtervering, de druk in de achtervering tenminste eenmaal per maand controleren.
Vernieuwen van de batterij
FLIGHT DECK installeren/ verwijderen
CR-2032
Wanneer de display voor lage batterijspanning verschijnt (batterij-indicator knippert), de batterij (CR2032) zo spoedig mogelijk door een nieuwe vervangen. Als de batterij volledig uitgeput is, zal de FLIGHT DECK display tijdens het rijden verschijnen, echter wanneer de fiets stopt zal deze verdwijnen, de klok zal terugkeren naar 00:00 en de aanduiding van de rijafstand zal 0 aangeven. De batterij heeft polariteit (+ / - zijden), dus let er op de batterij met de + zijde naar buiten te installeren zoals aangegeven in het schema rechts.
Monteer zoals aangegeven in de afbeelding het FLIGHT DECK stevig in de houder totdat u een klik hoort. Verwijder het FLIGHT DECK door stevig op de uitwerphendel aan de voorzijde van de houder te drukken en dit naar buiten te trekken.
FLIGHT DECK
Houder
Uitwerphendel
42
Overige functies
• Automatische verlichting (Wanneer de lampmodus is ingesteld op AUTO) Wanneer de omgeving donker wordt, zal de lamp automatisch gaan branden. De mate van helderheid van de omgeving wordt afgetast door een lichtsensorvenster op de computereenheid (AI-8S40) en de lamp wordt automatisch in- of uitgeschakeld. Reinig regelmatig het lichtsensorvenster zodat dit niet bedekt raakt door modder of vuil en plak geen stickers of iets anders op het lichtsensorvenster. Lichtsensorvenster
• Wanneer de snelheid tot nul is teruggevallen zullen het achterlicht en de laadindicator 5 seconden later uitgeschakeld worden en zal de energiebesparingsfunctie 1 minuut daarna in werking treden. De display wordt daarop uitgeschakeld. Druk om terug te keren naar de normale modus op de displaykeuzeschakelaar op het FLIGHT DECK of draai het voorwiel rond. • Werking van de zoemer De zoemer functioneert als volgt voor het geven van informatie. Conditie
Soort geluid
Opmerkingen
1
Voordat het overschakelen begint
1 korte pieptoon
Overschakelen begint onmiddellijk na het klinken van de zoemer.
2
Opdracht voor overschakeling geannuleerd
Twee korte pieptonen
Een overschakelopdracht of andere opdracht werd om een bepaalde reden geannuleerd. (Zie *1)
3
Wanneer het 1 lange normale pieptoon functioneren begint
Klinkt wanneer het FLIGHT DECK overgaat van de parkeermodus naar de normale modus.
4
Wanneer de overschakeling 1 lange niet correct pieptoon wordt uitgevoerd
Wanneer de overschakeling niet correct wordt uitgevoerd hoort u een ratelend geluid.
*1 Overschakeling van de versnellingen wordt onder de volgende omstandigheden geannuleerd: • Wanneer een opdracht wordt gegeven voor overschakeling naar een niet-bestaande versnelling Bijvoorbeeld, als de omhoog versnellingschakelaar wordt ingedrukt wanneer de ketting zich op het kleinste tandwiel bevindt. • Als de batterijspanning laag is (Derailleurs: 0~1 blokken [varieert afhankelijk van de situatie]. Vering: 3 blokken of minder.) • Als er een probleem is met de achterderailleur • Als de veringkeuzeschakelaar wordt ingedrukt terwijl de veringmodus op dat moment aan het veranderen is Normaal zal overschakelen van de versnellingen mogelijk zijn als bovenstaande beperkende omstandigheden zijn opgelost.
Achterversnellingen bereik van AUTO modus Overschakelmodus
Achterversnellingen
L
8 versnellingen (1 – 8)
Voorbeeld: 1ste versnelling
D
8 versnellingen (1 – 8)
Voorbeeld: 8ste versnelling
Ds
7 versnellingen (2 – 8)
Voorbeeld: 2de versnelling
43
Indicatordisplay
Oplossen van problem
De volgende problemen kunnen relatief gemakkelijk door de gebruiker herkend en opgelost worden, zoals bijvoorbeeld gevallen van verkeerde bediening of kabels die los zijn komen te zitten. Conditie
Beschrijving
Snelheidsdisplay is niet correct.
De instelling voor de bandomtrek is niet correct. Verander de instelling naar het correcte nummer.
Zoemer klinkt niet.
De zoemer is op uit ingesteld. Stel deze in op aan.
Wanneer automatische overschakeling is ingesteld, kunnen de derailleurs niet met de hand overgeschakeld worden.
Handbediende overschakeling is buiten werking wanneer de automatische overschakelmodus in gebruik is. Voor het in werking stellen van de handbediende overschakeling, de modus naar "MANU" veranderen. (* Handbediende verandering van de vering is mogelijk wanneer de AUTO modus is ingesteld.)
Het systeem start niet, ook niet wanneer de wielen draaien.
Wanneer het systeem gedurende een langere periode niet is gebruikt, kan het enkele seconden of zelfs een halve minuut duren voordat het systeem start. Ga gedurende een korte tijd in deze toestand met de fiets rijden. Als het systeem nog steeds niet start, op defecte kabels, loszittende kabels of losse verbindingen tussen de naafdynamo en de computereenheid en tussen de computereenheid en het FLIGHT DECK controleren.
Een van de eenheden werkt niet, zoals bijvoorbeeld een van de derailleurs.
Defect onderdeel of probleem met de bedrading i Controleer de bedrading tussen de computereenheid en de eenheid die niet werkt. Verhelp problemen zoals een kabel welke is losgeraakt of niet volledig is aangesloten of op de verkeerde plaats is aangesloten.
De lamp voor het rijden in het donker wordt niet ingeschakeld.
Is de lamp op UIT ingesteld? Controleer op defecte kabels, loszittende kabels of losse verbindingen tussen de naafdynamo en de computereenheid en tussen de computereenheid en de lamp. Als er geen probleem met de bedrading is, controleren of de gloeilamp van de lamp niet is doorgebrand.
Als het probleem door het uitvoeren van bovenstaande suggesties niet is verholpen, het systeem terugstellen door het uitvoeren van de volgende stappen.
• Methode van terugstellen (1) Draai de twee schroeven aan de zijkant van de connector (AI-8S40) van de computereenheid los en verwijder de afdekking. (2) Draai de overschakeltijdstipregelknop naar de stand "RESET" en laat deze gedurende 5 seconden in deze positie. Terugstelpositie (3) Draai de overschakeltijdstipregelknop naar zijn oorspronkelijke positie terug en breng vervolgens de afdekking weer op zijn plaats aan en draai de schroeven vast. * Wanneer de overschakeltijdstipregelknop naar de stand "RESET" is gedraaid, kan de afdekking niet aangebracht worden. De instellingsinformatie zal nadat het systeem is teruggesteld bewaard blijven.
• Als het probleem na het terugstellen van het systeem niet is opgelost: Een probleem met het FLIGHT DECK, Defecte interne bedrading, Defect in onderdeel dat niet functioneert Vraag een erkende fietsdealer voor reparaties.
44